Arrêté royal du 14 mai 1991 fixant les redevances à percevoir visées à l'article 20 de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage (M.B. 28.05.91) abrogé par :
Koninklijk besluit van 14 mei 1991 tot vaststelling van de retributies bedoeld in artikel 20 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten (B.S. 28.05.1991) opgeheven door :
Arrêté royal du 8 février 1999 fixant les redevances à percevoir visées à l’article 20 de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage (M.B. 09.03.1999) modifié par l'arrêté royal du 22 janvier 2001 (M.B. 15.02.2001)
Koninklijk besluit van 8 februari 1999 tot vaststelling van de retributies bedoeld in artikel 20 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten (B.S. 09.03.1999) gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 januari 2001 (B.S. 15.02.2001)
Article 1er.
Artikel 1.
L’article 20 de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage, produit ses effets à partir du 7 juin 1991.
Artikel 20 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten heeft uitwerking met ingang van 7 juni 1991.
CHAPITRE 1er - Champ d’application
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Art. 2.
Art. 2.
Pour l’application du présent arrêté, il faut entendre par:
Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder:
1° “système de protection de valeurs” : les systèmes visés aux articles 3 et 12 de l’arrêté royal du 28 février 1997 réglant certaines méthodes de protection du transport de valeurs;
1° “beveiligingssysteem van waarden” : de systemen geviseerd in de artikelen 3 en 12 van het koninklijk besluit van 28 februari 1997 houdende regeling van bepaalde methodes ter beveiliging van het waardenvervoer.
2° “homologation de véhicules” : la procédure d’homologation visée à l’arrêté royal du 28 février 1997 relatif aux spécificités techniques et à l’homologation des véhicules de transport de valeurs utilisés par les entreprises de gardiennage;
2° ”homologatie van voertuigen” : de homologatieprocedure bedoeld in het koninklijk besluit van 28 februari 1997 betreffende de technische kenmerken en de homologatie van de voertuigen voor waardenvervoer gebruikt door de bewakingsondernemingen;
3° “nombre d’élèves inscrits” : à tous les cours de formation, à l’exception des cours de recyclage, le nombre d’élèves présents le quatrième jour de cours augmenté du nombre qui était présent pendant minimum deux des quatre jours de cours; pour les cours de recyclage, le nombre d’élèves qui étaient présents pendant minimum un jour de cours;
3° “aantal ingeschreven leerlingen” : voor alle opleidingscursussen, met uitzondering van de bijscholingscursussen, het aantal leerlingen aanwezig op de vierde lesdag vermeerderd met het aantal dat minimum twee van de vier lesdagen aanwezig was; voor de bijscholingscursussen het aantal leerlingen dat minimum één lesdag aanwezig was;
4° “droit d’inscription” : l’ensemble des paiements 1
que l’élève doit effectuer au profit de l’organisme de formation en vue de mener un cours à terme.
4° “inschrijvingsgeld” : het geheel van de betalingen die de leerling aan de opleidingsinstelling dient te betalen voor het volbrengen van een cursus.
CHAPITRE II - Les redevances
HOOFDSTUK II - Retributies
Art. 3.
Art. 3.
§ 1. Le montant de base de la redevance annuelle à percevoir à charge d’une entreprise de gardiennage est fixé à 15.000 francs. Ce montant de base est augmenté d’un prélèvement de: - 2,4 pour mille sur la tranche du chiffre d’affaires du dernier exercice clôturé qui se situe entre 5.000.000 et 1.000.000.000; - 0,5 pour mille sur la tranche du chiffre d’affaires, du dernier exercice clôturé, supérieure à 1.000.000.000;
§ 1. Het basisbedrag van de jaarlijkse retributie dat aan een bewakingsonderneming wordt aangerekend wordt vastgesteld op 15.000 frank. Dit basisbedrag wordt vermeerderd met een heffing van: - 2,4 promille op de omzetschijf tussen 5.000.000 en 1.000.000.000 van het laatst afgesloten boekjaar;
Le montant de la redevance calculé conformément à l'alinéa 1er est diminué d'un montant égal à X/2 x Y, où : X = le montant de la redevance calculée sur base de l'alinéa 1er du présent paragraphe; Y = le pourcentage du chiffre d’affaires réalisé pour les activités de surveillance et protection de transport de valeurs faisant usage d'un système de protection tel que visé à l'article 1er, 9° de l'arrêté royal du 15 février 1999 réglant certaines méthodes de protection du transport de valeurs.
"Het bedrag van de retributie berekend overeenkomstig het eerste lid wordt verminderd met een bedrag gelijk aan : X/2 x Y met : X = het bedrag van de retributie zoals berekend op basis van het eerste lid van deze paragraaf ; Y = het percentage van de omzet gerealiseerd door activiteiten bestaande uit toezicht op en bescherming bij het vervoer van waarden met gebruik van een beveiligingssysteem, zoals bedoeld in artikel 1, 9° van het koninklijk besluit van 15 februari 1999 houdende de regeling van bepaalde methodes ter beveiliging van het waardevervoer.
§ 2. Le montant de base de la redevance annuelle à percevoir à charge d’une entreprise de sécurité est fixé à 15.000 francs. Ce montant de base est augmenté d’un prélèvement de 2,4 pour mille sur la tranche du chiffre d’affaires, du dernier exercice clôturé, supérieure à 5.000.000, avec un maximum de 500.000 francs.
§ 2. Het basisbedrag van de jaarlijkse retributie dat aan een beveiligingsonderneming wordt aangerekend wordt vastgesteld op 15.000 frank. Dit basisbedrag wordt vermeerderd met een heffing van 2,4 promille op de omzetschijf van het laatst afgesloten boekjaar hoger dan 5.000.000 frank, met een maximumbedrag van 500.000 frank
Ce chiffre d’affaires porte uniquement sur le montant du chiffre d’affaires réalisé par la fourniture à des tiers, de services de conception, d’installation, y compris les travaux de câblage, d’entretien ou de réparation de systèmes et centraux d’alarme.
Dit omzetcijfer heeft enkel betrekking op het bedrag van de omzet verwezenlijkt door het leveren aan derden van diensten van conceptie, installatie, met inbegrip van de diensten bestaande uit bekabeling, onderhoud of herstelling van de alarmsystemen en alarmcentrales.
§ 3. Le taux de la redevance à percevoir à charge d’un service interne de gardiennage s’élève à 30.000 francs pour l’unique établissement surveillé ou pour le
§ 3. Het tarief van de retributie dat aangerekend wordt aan een interne bewakingsdienst bedraagt 30.000 frank voor de enige bewaakte vestiging of de
- 0,5 promille op de omzetschijf hoger dan 1.000.000.000 van het laatst afgesloten boekjaar.
2
premier établissement distinct surveillé; 15.000 francs par établissement pour les deuxième au cinquième établissements distincts surveillés inclus et 10.000 francs par établissement à partir du sixième établissement distinct surveillé.
eerste afzonderlijk bewaakte vestiging; 15.000 frank per vestiging voor de tweede tot en met de vijfde afzonderlijk bewaakte vestiging en 10.000 frank per vestiging vanaf de zesde afzonderlijk bewaakte vestiging.
Si la raison sociale de l’organisation ou de l’entreprise dont fait partie le service interne de gardiennage est de nature culturelle, la redevance à percevoir par établissement distinct surveillé s’élève à 5.000 francs, quel que soit le nombre d’établissements distincts surveillés.
Zo het maatschappelijk doel van de organisatie of de onderneming waarvan de interne bewakingsdienst deel uitmaakt cultureel van aard is, bedraagt de retributie per afzonderlijk bewaakte vestiging 5.000 frank, ongeacht het aantal afzonderlijk bewaakte vestigingen.
§ 4. Les organismes qui assurent la formation professionnelle du personnel des entreprises de gardiennage, des services internes de gardiennage ou des entreprises de sécurité paient par cours de formation, à l’exception des cours de recyclage, un montant de base de 1.200 francs par élève inscrit augmenté d’un prélèvement de 5 pour cent du droit d’inscription éventuellement prévu.
§ 4. De instellingen die instaan voor de beroepsopleiding en -vorming van het personeel van bewakingsondernemingen, van interne bewakingsdiensten of van beveiligingsondernemingen betalen per opleidingscursus, met uitzondering van de bijscholingscursussen, een basisbedrag van 1.200 frank per ingeschreven leerling, vermeerderd met een heffing van 5 procent van het eventueel voorziene inschrijvingsgeld.
Par cours de recyclage, les organismes qui assurent la formation professionnelle du personnel des entreprises de gardiennage, des services internes de gardiennage ou des entreprises de sécurité paient un montant de base de 600 francs par élève inscrit augmenté d’un prélèvement de 5 pour cent du droit d’inscription éventuellement prévu.
Per bijscholingscursus betalen de instellingen die instaan voor de beroepsopleiding en -vorming van het personeel van bewakingsondernemingen, van interne bewakingsdiensten of van beveiligingsondernemingen een basisbedrag van 600 frank per ingeschreven leerling, vermeerderd met een heffing van 5 procent van het eventueel voorziene inschrijvingsgeld.
CHAPITRE III - Les frais administratifs
HOOFDSTUK III - Administratieve onkosten
Art. 4.
Art. 4.
§ 1. A l’occasion de la première demande d’autorisation et de la demande de renouvellement, l’entreprise de gardiennage ou l’entreprise qui organise un service interne de gardiennage doit, selon le cas, payer 20.000 francs, en vue de couvrir les frais administratifs.
§ 1. Ter gelegenheid van de eerste aanvraag en aanvraag tot vernieuwing van de vergunning dient, naargelang het geval, de bewakingsonderneming of de onderneming die een interne bewakingsdienst organiseert 20.000 frank te betalen, ter dekking van de administratieve onkosten.
§ 2. A l’occasion de la première demande d’agrément et lors d’une demande de renouvellement, l’entreprise de sécurité doit payer 15.000 francs pour couvrir les frais administratifs.
§ 2. Ter gelegenheid van de eerste aanvraag en bij een aanvraag tot vernieuwing van de erkenning dient de beveiligingsonderneming 15.000 frank te betalen ter dekking van de administratieve onkosten.
§ 3. A l’occasion de la première demande d’agrément et lors d’une demande de renouvellement de
§ 3. Ter gelegenheid van de eerste aanvraag tot erkenning en bij een aanvraag tot vernieuwing van de 3
l’agrément, l’organisme de formation doit payer 20.000 francs par cours organisé séparément, pour couvrir les frais administratifs.
erkenning dient de opleidingsinstelling per afzonderlijk ingerichte cursus 20.000 frank te betalen ter dekking van de administratieve onkosten.
§ 4. A l’occasion de la demande d’approbation d’un système de protection de valeurs ou d’une variante et lors d’une demande de renouvellement de l’approbation pour une nouvelle durée de validité de cinq ans, 25.000 francs doivent être payés pour couvrir les frais administratifs.
§ 4. Ter gelegenheid van de aanvraag tot goedkeuring van een beveiligingssysteem van waarden of een variant en bij een aanvraag tot vernieuwing van de goedkeuring voor een nieuwe geldigheidsperiode van vijf jaar dient 25.000 frank betaald te worden ter dekking van de administratieve onkosten.
§ 5. A l’occasion d’une première demande d’homologation d’un prototype de véhicule pour le transport de valeurs et lors d’une demande de renouvellement de l’homologation pour un an, 20.000 francs doivent être payés pour couvrir les frais administratifs.
§ 5. Ter gelegenheid van een eerste aanvraag tot homologatie van een prototype van een voertuig voor waardevervoer en bij een aanvraag tot vernieuwing van de homologatie voor één jaar dient 20.000 frank betaald te worden ter dekking van de administratieve onkosten.
Art. 5.
Art. 5.
Pour chaque carte d’identification, il faut, préalablement à son obtention, payer un montant de 500 francs.
Voor elke identificatiekaart, dient voorafgaand aan de uitreiking ervan, een bedrag van 500 frank betaald te worden.
La procédure de paiement des cartes d’identification est définie par le Ministre de l’Intérieur.
De procedure voor de betaling van de identificatiekaarten wordt bepaald door de Minister van Binnenlandse Zaken.
CHAPITRE IV - Modalités de paiement
HOOFDSTUK IV - Betalingsmodaliteiten
Art. 6.
Art. 6.
§ 1. Les montants fixés à l’article 3, §§ 1, 2 et 3, doivent être payés au plus tard le 31 août de l’année sur laquelle porte la redevance à percevoir.
§ 1. De bedragen bepaald in artikel 3, §§ 1, 2 en 3, moeten uiterlijk op 31 augustus, van het jaar waarop de retributie betrekking heeft, betaald worden.
Lors de l’obtention, après le 31 juillet, de la première autorisation en tant qu’entreprise de gardiennage ou service interne de gardiennage, ou d’un premier agrément en tant qu’entreprise de sécurité, ces montants doivent toutefois être payés dans le mois de la notification de l’autorisation obtenue ou de l’agrément obtenu.
Bij het bekomen van de eerste vergunning als bewakingsonderneming of als interne bewakingsdienst, of van een eerste erkenning als beveiligingsonderneming na 31 juli moeten deze bedragen echter betaald worden binnen de maand na de kennisgeving van de bekomen vergunning of de bekomen erkenning.
§ 2. Les montants fixés à l’article 3, § 4, doivent être payés au plus tard le 31 janvier de l’année qui suit l’année où le cours s’est terminé.
§ 2 De bedragen bepaald in artikel 3, § 4, moeten uiterlijk op 31 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de cursus beeïndigd werd, betaald worden.
CHAPITRE V - Dispositions communes
HOOFDSTUK V - Gemeenschappelijke bepalingen 4
Art. 7.
Art. 7.
Le produit des redevances est versé au budget des Voies et Moyens.
De opbrengst van de retributies wordt gestort op de Rijksmiddelenbegroting.
Art. 8.
Art. 8.
L’arrêté royal du 14 mai 1991 fixant les redevances à percevoir visées à l’article 20 de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage, est abrogé.
Het koninklijk besluit van 14 mei 1991 tot vaststelling van de retributies bedoeld in artikel 20 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten wordt opgeheven.
Art. 9.
Art. 9.
Les articles 3 et 6 du présent arrêté s’appliquent pour la première fois aux redevances qui portent sur l’année 1999.
De artikelen 3 en 6 van dit besluit zijn voor het eerst van toepassing voor de retributies die betrekking hebben op het jaar 1999.
Art. 10.
Art. 10.
Le présent arrêté entre en vigueur le 15 février 1999. L'article 3, § 1er, alinéa 2, entre en vigueur le 1 janvier 2001.
Dit besluit treedt in werking op 15 februari 1999. Artikel 3, § 1, tweede lid treedt in werking op 1 januari 2001.
Art. 11.
Art. 11.
Notre Ministre de l’Intérieur est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
5