Koers op Fryslân Plan van aanpak
Het Friese Meren Project 2e fase
Vastgesteld door Provinciale Staten van 21 februari 2007
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Inleiding 1.1 1.2 1.3
Aanleiding Afstemming en samenwerking Leeswijzer
4 4 5
2 Doelstelling Friese Merenproject
7
2.1 2.2 2.3 2.4
Ambities en doelstelling Plan van Aanpak 2000 Werkwijze tot nu toe Behaalde resultaten Friese Merenproject tot nu toe Ambities en doelstellingen 2006 - 2011
3 Aanscherping van de koers 3.1 3.2 3.3
Uitkomsten brede consultatie Actualisatie Beleidsnota R&T Fryslân: sterke merken Ontwikkelingen in de markt
7 9 10 12
15 15 17 18
4 Intermezzo: Grenzeloos Varen in 2015
23
5 Programma 2e fase
27
5.1 5.2
2
4
Spoor I: Doorzetten huidige programma in 2e fase Spoor II: Extra inspanning in 2e fase
28 29
Inhoudsopgave
6 Externe randvoorwaarden 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
Promotie en marketing Koppeling tussen land- en waterrecreatie Behoud en versterking van ruimtelijke kwaliteit Waterbeheer Watersport en natuur Beheer Uitloop tot 2013
7 Organisatie 2006 – 2013 7.1 7.2
Spoor I: Doorzetten huidige programma Spoor II: Extra inspanning tot 2013
8 Investeringsraming en -dekking 8.1 8.2 8.3 8.4
Spoor I: Doorzetten huidige programma Spoor II: Extra inspanning tot 2013 Overzicht dekking 2e fase Economische en ecologische effecten
Bijlagen Bijlage 1 Projecten in spoor I Bijlage 2 Overzichtskaart 2e fase
39 39 40 41 41 42 42 43
45 45 46
49 49 50 51 52
54 54 66
3
Inleiding 1
1 Inleiding
1.1 | Aanleiding Op 20 december 2000 is het Plan van Aanpak Friese Meren vastgesteld. In 2001 is het projectbureau Friese Meren Project (FMP) ingesteld en van start gegaan. Het project kent een looptijd van 10 jaar. In 2011 moeten de oorspronkelijk gestelde doelen zijn gehaald. Om te kunnen bijsturen in de programmering van projecten, hanteert het projectbureau FMP een tussentijds meetmoment van medio 2006. Dit is op de helft van de totale uitvoeringsperiode. In verband hiermee wordt de periode van 2001 tot 2006 aangeduid als 1e fase en de periode vanaf 2006 als 2e fase van het Friese Meren Project. Voor de 1e fase is een tussenbalans opgesteld met de titel “It Fryske Marreprojekt yn balâns”. Voor de 2e fase is het voor u liggende “Koers op Fryslân, plan van aanpak Friese Meren Project 2e fase” opgesteld.
1.2 | Afstemming en samenwerking Omdat het Friese Meren Project voor een belangrijk deel afhankelijk is van medewerking en financiering door samenwerkingspartners, is de actualisering gebaseerd op een uitgebreide consultatie van deze samenwerkingspartners. Vanaf maart 2006 is met de Stuurgroep Friese Merenproject overleg gevoerd over de koers voor de 2e fase. De Stuurgroep wordt gevormd door vertegenwoordigers van de Vereniging Friese Gemeenten, de Friese Natuurorganisaties, RECRON, HISWA, het Watersportverbond, De Marrekrite, Wetterskip Fryslân, LTO Noord en de provincie Fryslân. In juni en juli 2006 is met alle bij het Friese Merenproject betrokken samenwerkingspartners overleg gevoerd. De inbreng van dit overleg is uiteindelijk vorm gegeven in een nieuwskrant. Deze krant vormde bovendien de basis voor een op 13 september 2006 georganiseerd symposium “de koers ûnder de lûp”. Tijdens dit symposium stond de koers voor het Friese Merenproject in de 2e fase centraal. Uiteindelijk leverde deze brede consultatie een grote hoeveelheid ideeën en suggesties op, die niet alleen voor het Friese Merenproject van belang zijn, maar ook voor de toekomst van de toeristische sector in Fryslân in brede zin. Om een selectie te maken voor het Plan van Aanpak 2e fase Friese Merenproject, is daarom eind september een bijeenkomst georganiseerd met enkele deskundigen vanuit beleid (provincie), onderzoek (adviesbureau’s) en het toeristische bedrijfsleven (ondernemers).
4
Inleiding 1
De Provinciale Staten zijn gedurende de totstandkoming betrokken bij de discussie door middel van uitnodigingen voor het symposium op 13 september en het toezenden van de tussenbalans. Verder is er op 10 oktober 2006 een informatieavond georganiseerd voor alle Statenleden. Al deze inbreng heeft uiteindelijk geleid tot een afgewogen Plan van Aanpak zoals dat nu voor u ligt.
1.3 | Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de in 2000 geformuleerde ambities en doelstellingen van het Friese Merenproject in relatie tot de behaalde resultaten tot nu toe in de 1e fase (tussenbalans). In hoofdstuk 3 wordt de opgave voor de 2e fase geschetst, passend in actueel beleid en gezien relevante ontwikkelingen in de toeristische markt. Hoofdstuk 4 bevat een intermezzo, waarin de toekomstvisie op de watersport in Fryslân wordt verwoord. In hoofdstuk 5 leest u de voorgestelde speerpunten voor de 2e fase van het Friese Merenproject. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de randvoorwaarden voor een succesvolle 2e fase en de wijze waarop andere beleidsvelden daarop van invloed zijn. De organisatie in de 2e fase is beschreven in hoofdstuk 7 en de investeringsraming en financiele dekking in hoofdstuk 8. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de economische en ecologische effecten.
5
6
2
Doelstelling Friese Merenproject
Doelstelling Friese Merenproject 2
2 Doelstelling Friese Merenproject
In dit hoofdstuk leest u meer over de ambities en doelstellingen van het Friese Merenproject en de behaalde resultaten tot nu toe.
2.1 | Ambities en doelstelling Plan van Aanpak 2000 Het doel van het Friese Merenproject is in het Plan van Aanpak uit 2000 als volgt geformuleerd:
Het Friese Merenproject heeft als doel een kwaliteitsverbetering in het Friese Merengebied te realiseren. Het achterliggende doel is een versterking van de marktpositie van de sector recreatie en toerisme in het Friese Merengebied. Om dit doel te bereiken wordt in totaal circa 345 miljoen euro geïnvesteerd in het Friese Merenproject, waarvan al circa 245 miljoen euro is gefinancierd en gelabeld aan projecten die gereed of in uitvoering zijn of binnenkort zullen worden aanbesteed.
7
Doelstelling Friese Merenproject 2
Een goede effect-indicator voor de marktpositie van de sector recreatie en toerisme in Fryslân is de werkgelegenheid in deze sector. Het begrip “marktpositie” moet daarbij overigens in relatie worden gezien tot andere sectoren als ook andere toeristische gebieden. Daarom is van belang hoe de werkgelegenheidontwikkeling zich verhoudt tot die in andere sectoren en gebieden. Naast de effect-indicator werkgelegenheid zijn voorafgaand aan het Friese Merenproject in het Plan van Aanpak 2000 een aantal output-indicatoren geformuleerd ten aanzien van bijvoorbeeld kilometers vaarweg en aantal aanlegvoorzieningen. Om een onderbouwde doelstelling te kunnen formuleren ten aanzien van de effect-indicator werkgelegenheidsontwikkeling is in 2002 een kwantitatieve effectanalyse uitgevoerd naar het rendement van de investeringen in het Friese Merenproject (Terp, 2002). Op basis van deze effectanalyse is berekend dat er een werkgelegenheidseffect wordt verwacht ter grootte van 30% van de totale werkgelegenheid in de waterrecreatie in het Friese Merengebied in de periode 2001-2011. Met enige aannames is een werkgelegenheidsgroei van 30% binnen de watersportsector in Fryslân als doel te stellen. Het gaat dan om circa 1.200 extra fulltime en parttime banen die aan watersport gerelateerd zijn. In de hiervoor genoemde effectanalyse (Terp, 2002) is bovendien berekend dat er een positief jaarlijks economisch effect wordt verwacht van € 20 tot € 25 mln. Het overgrote deel van dit effect bestaat uit extra uitgaven door waterrecreanten. Daarnaast bestaat dit effect uit de reductie van wachttijden voor het wegverkeer en de hogere marktwaarde van onroerend goed als gevolg van de maatregelen. Op basis van de effectanalyse wordt een “return on investment” (ROI) voorspeld van 5,8% tot 7,2%. Ter vergelijking: het Ministerie van Financiën hanteert voor infastructuurprojecten een minimum ROI van 4%. Als het voorspelde economische effect wordt gehaald, voldoet het Friese Merenproject ruim aan rendementsdoelstellingen zoals die aan grote infrastructurele projecten landelijk worden gesteld. In figuur 1 is de voorspelde werkgelegenheidsgroei weergegeven ten opzichte van de toen al bekende werkgelegenheidscijfers over de jaren voor 2000. Overigens is het van belang te constateren dat de gemiddelde werkgelegenheid in Nederland over de periode 1996 – 2000 toenam, gezien de toenmalige opgaande conjunctuur.
Figuur 1 Werkgelegenheidsdoel en Effectanalyse (bron: Terp 2002 en Toerdata Noord 2006) 1)
1)
De werkgelegenheidsindex van “Fryslân watersport” staat niet weergegeven vanaf 1996, maar vanaf 2000, omdat vanaf dat moment basisgegevens beschikbaar zijn.
8
Doelstelling Friese Merenproject
De werkzaamheden in de 1e fase zijn ingedeeld in vaartrajecten binnen de begrenzing van het Friese Merengebied. Op deze wijze is tot nu toe grip gehouden op de omvangrijke hoeveelheid deelprojecten binnen het Friese Merenproject. Figuur 2 geeft een overzicht van zowel de begrenzing als de vaartrajecten. Het projectbureau Friese Meren bestaat uit een projectleider en vervolgens een drietal projectsecretarissen die allen een cluster van vaartrajecten begeleiden. Door middel van trajectwerk- en -stuurgroepen is ook de afstemming met gemeenten en overige belanghebbenden die bij de vaartrajecten betrokken zijn gewaarborgd. Ten slotte is er een overkoepelende klankbordgroep (Stuurgroep Friese Merenproject) waarin vertegenwoordigers van alle betrokken organisaties deelnemen.
2
2.2 | Werkwijze tot nu toe
Figuur 2 Begrenzing en vaartrajecten in de 1e fase (bron: It Fryske Marreprojekt yn balâns)
9
Doelstelling Friese Merenproject 2
2.3 | Behaalde resultaten Friese Merenproject tot nu toe Nu de 1e fase van het Friese Merenproject achter ons ligt, is het de vraag in hoeverre de provincie op koers ligt voor wat betreft de werkgelegenheid. De effect-indicator werkgelegenheid wordt verderop in deze paragraaf behandeld. Allereerst gaat deze paragraaf in op de behaalde output-indicatoren.
Output indicatoren De tussenbalans “It Fryske Marreprojekt yn balâns” geeft een uitgebreide beschrijving van de maatregelen die in de periode 2001 – 2006 zijn uitgevoerd en die voor een deel nog in de pijplijn zitten voor de komende jaren. Hierna volgt een beschrijving op hoofdlijnen. De maatregelen zijn allereerst gericht op het vergroten van het vaargebied (1). Voorbeelden hiervan zijn het baggeren en het verhogen van de bruggen van de Lits-Lauwersmeerroute en de Middelseerûte. Daarnaast worden diverse knelpunten tussen weg- en waterkruisingen opgelost (2). Voorbeeld hiervan is de aanleg van de aquaducten in de Houkesleat en de Geau in de rondweg om Sneek. In de 1e fase zijn verder diverse voorzieningen verbeterd (3), zoals nieuwe aanleg- en toiletvoorzieningen in de Vaaras Sneek. Ten slotte is er in de 1e fase aandacht besteed aan een integrale aanpak (4). Het maken van eilandjes in de Leien met vrijkomend baggerslib uit de vaarroute is daarvan een voorbeeld. Bijlage 1 bij dit Plan van Aanpak bevat een uitgebreide lijst met maatregelen in de 1e fase. Nu het Friese Merenproject zich op de helft van de looptijd bevindt is van belang te weten in hoeverre de doelstellingen worden gehaald. Uit de tussenbalans 2001 – 2006 blijkt dat het project goed op koers ligt voor wat betreft de outputindicatoren: er worden concrete resultaten geboekt als het gaat om nieuwe vaarroutes, het opheffen van knelpunten en het aanleggen van watersportvoorzieningen. Voor wat betreft het vergroten van het vaargebied (1) liggen de werkzaamheden, gericht op het verdiepen van vaarwegen, op schema. Ook op het gebied van onderhoudsbaggeren kunnen de gestelde doelen worden gehaald mits hiermee een inhaalslag wordt gemaakt in de 2e fase. Voor deze versnelling is in 2004 een procescoördinator baggeren aangesteld en is een bijdrageregeling door PS vastgesteld ter stimulering van gemeentelijk baggeren. Voor het oplossen van knelpunten weg-water (2) worden de gestelde doelen gehaald, als zoals de verwachting is, de projecten die nu in de pijplijn zitten ook worden uitgevoerd. In bijlage 1 zijn deze projecten opgenomen. Het verbeteren van watersportvoorzieningen (3) ligt voor wat betreft het opwaarderen van watersportkernen op schema. Maar het realiseren van meer passantenplaatsen verdient meer aandacht in de 2e fase. Tenslotte zijn er voor wat betreft de integrale aanpak (4) tal van positieve voorbeelden, maar de verwachting is dat in de 2e fase nog meer mogelijkheden zijn te benutten.
10
Naast kwantitatieve effecten als bestedingen zijn er ook positieve kwalitatieve effecten die verder reiken dan alleen de toeristisch-recreatieve sector. Door het opheffen van knelpunten in weg-water kruisingen wordt bijvoorbeeld de wachttijd voor weg- en waterverkeer verminderd. Het feit, dat in de kernen geen congestie meer optreedt bij de talloze brugopeningen, brengt een aanzienlijke verbetering van het lokale leefklimaat met zich mee. Door het Friese Merenproject wordt daarnaast het leefklimaat als geheel verbeterd doordat de bevaarbaarheid van het water ook voor de eigen bevolking toeneemt. Een bijkomend effect hiervan is ook de waardestijging van het onroerend goed. Ten slotte zijn er allerlei positieve neveneffecten die tijdens de uitvoering van projecten mee kunnen worden genomen. Te denken valt hierbij aan milieumaatregelen als vuilwaterinnamepunten, vergroting van de bergingscapaciteit van de Friese boezem bij uitbreiding van het vaarwater en meekoppeling van natuurontwikkelingsprojecten.
Doelstelling Friese Merenproject
De uitvoering van het Friese Merenproject is gericht op het bereiken van een werkgelegenheidseffect in de toeristisch recreatieve sector in Fryslân. Hoewel de maatregelen primair gericht zijn op de watersport, zullen de positieve effecten in de toeristisch-recreatieve sector als geheel merkbaar zijn. Deze effecten zijn zowel direct als indirect. Zo houden toeristische bestedingen in veel dorpen de middenstand mede op de been.
2
Positieve effecten van het Friese Merenproject
Effect-indicator werkgelegenheid Uiteindelijk is de beoogde banengroei een primaire doelstelling. Om deze reden ligt in het Plan van Aanpak de focus op de effect-indicator werkgelegenheid. Bij het interpreteren van de groeicijfers in figuur 1, 3 en 4 past echter wel de nodige nuancering. Ten eerste zijn werkgelegenheidseffecten niet alleen afhankelijk van overheidsinvesteringen. In paragraaf 2.1 is al gewezen op de afhankelijkheid van de banengroei van de algemene economische conjunctuur van dat moment. Die was over de afgelopen vijf jaar niet bijzonder gunstig. Verder is een nuancering op zijn plaats voor wat betreft het rechtstreekse effect van overheidsinvesteringen. Het zijn vooral de vervolginvesteringen van de ondernemers, die extra bestedingen genereren. De overheid is wat dit betreft, ook in het Friese Merenproject, voorwaardenscheppend. De overheidsinvesteringen bieden geen harde garantie voor de gewenste banengroei. In de praktijk zal het effect van een nieuwe vaarroute pas zichtbaar worden nadat de vaarroute enige jaren heeft gefunctioneerd. Hiermee zal het primaire doel voor wat betreft de werkgelegenheidsgroei in de watersport logischerwijs iets achter lopen op de werkzaamheden. Er is dus sprake van een na-ijlingseffect. Dit na-ijlingseffect wordt nog eens versterkt door het feit dat in de eerste jaren van het Friese Merenproject logischerwijs sprake was van veel planvoorbereiding en weinig uitvoering. In de eerste fase is tot en met medio 2006 voor € 136 mln. uitgevoerd. Op het totale investeringsvolume is dit 40% en zal dus 60% van de investeringen plaatsvinden in de tweede fase.
11
Doelstelling Friese Merenproject 2
Figuur 3 geeft de geïndexeerde werkgelegenheidsgroei in de watersport in Fryslân weer over de afgelopen vijf jaren.
Figuur 3 Effectmeting 1e fase (bron: Toerdata Noord 2006)
Uit de grafiek is duidelijk op te maken dat de afgelopen vijf jaar een periode van neergang was voor wat betreft de gemiddelde werkgelegenheid over alle sectoren in Nederland (lijn Nederland Totaal). De toeristisch-recreatieve sector steekt daarbij gunstig af (lijn Nederland R&T) en de provincie Fryslân daarbinnen op haar beurt nog gunstiger (lijn Fryslân R&T). De beoordeling van de werkgelegenheidsgroei op het gebied van watersport moet beoordeeld worden in relatie tot de werkgelegenheidsgroei in Nederland als totaal. Gezien de periode van neergaande conjunctuur over de afgelopen vijf jaren is de werkgelegenheidsontwikkeling in de watersport in Fryslân positief te noemen. In de eerste vijf jaren is de werkgelegenheid in de watersport met circa 10% gegroeid (lijn Fryslân Watersport). Dit betekent ruwweg 400 extra fulltime en parttime banen in de watersportsector in Fryslân. Desondanks is de beoogde doelstelling van 30% groei over tien jaar tijd nog niet in zicht (lijn doelstelling 2002).
2.4 | Ambities en doelstellingen 2006 - 2011
Het is de ambitie van de provincie Fryslân om de werkgelegenheidsgroei van 30% in 10 jaar in de Friese watersport gedurende de looptijd van het Friese Merenproject mogelijk te maken. Daarvoor zal nog een flinke eindsprint ingezet moeten worden, waarbij een gunstig economisch tij voorwaarde is de komende jaren. Anno 2006 is de verwachting dat de economie na een vijftal jaren van neergang weer aan zal trek-
12
2
Figuur 4 geeft weer op welke werkgelegenheidsgroei van de watersport in Fryslân wordt ingezet.
Doelstelling Friese Merenproject
ken. De provincie Fryslân wil daarom onverminderd doorgaan met de uitvoering van het maatregelenpakket. Hiermee worden de voorwaarden geschapen, waarbinnen de verwachtte banengroei ook kan worden ingevuld.
Figuur 4 Doelstelling werkgelegenheid 2e fase, werkgelegenheidsindex 1996-2011 (bron: Toerdata Noord 2006)
Op onderdelen zal de koers moeten worden aangescherpt. De oorspronkelijke doelstelling van 30% groei in 10 jaar tijd blijft overeind in de 2e fase. Daarvoor zal gericht moeten worden gekeken met welke soort investeringen het meeste effect wordt verwacht op de werkgelegenheid. Hierover leest u meer in hoofdstuk 3.
13
14
3
Aanscherping van de koers
Aanscherping van de koers 3
3 Aanscherping van de koers
Uit het opmaken van de tussenstand van het Friese Merenproject wordt duidelijk dat op hoofdlijnen de goede koers wordt gevaren. Maar willen we de oorspronkelijke doelen halen, dan is een aanscherping nodig. Hierbij gaat het er vooral om met welk soort investeringen het meeste effect op de werkgelegenheid wordt verwacht.
3.1 | Uitkomsten brede consultatie De consultatie van de samenwerkingspartners in het Friese Merenproject heeft een omvangrijke hoeveelheid ideeën en suggesties opgeleverd. Ideeën en suggesties die niet alleen voor het Friese Merenproject van belang zijn, maar voor de toekomst van de toeristische sector in Fryslân in brede zin. In hoofdlijnen is er een breed draagvlak voor het in de 2e fase afmaken van initiatieven die in de 1e fase zijn opgestart. De samenwerkingspartners zijn dan ook met de provincie van mening dat het Friese Merenproject de goede koers vaart.
15
Aanscherping van de koers 3
Er is breed draagvlak voor het vergroten van het projectgebied van het Friese Merenproject. De 2e fase hoeft zich niet uitsluitend te richten op het merengebied, maar bij voorkeur ook op de verbindingen naar het IJsselmeer, de Wadden, het Lauwersmeer en de toervaartverbindingen met Overijssel, Drenthe en Groningen. Daarmee kan Fryslân aansluiten op het internationale vaartoerisme. De toeristische branche organisaties benadrukken het belang van toerisme als banenmotor. Onder de titel “toerisme, de snelst groeiende industrie van Nederland” (2006), presenteren de branche organisaties de ambities voor toeristisch Fryslân. De sector doet dan ook een beroep op de overheden, waaronder het Ministerie van EZ, om toerisme aan te merken als een sector met ontwikkelingskansen (Pieken in de Delta). Verder is er een brede steun voor extra promotie. Nu er een omvangrijk investeringsprogramma is in nieuwe en verbeterde watersportmogelijkheden, moet dit ook bij de (potentiële) gast duidelijk worden gemaakt. Een andere opvallende uitkomst van de consultatie is dat er aandacht wordt gevraagd voor een koppeling met landrecreatie. Enerzijds wordt er op gewezen dat “aan de wal de beurs wordt omgekeerd”, anderzijds op de grote groep nietwatersporters, voor wie het water en de watersport beter beleefbaar gemaakt kunnen worden: van watersport naar waterrecreatie. Watersport wordt een decor voor andere vormen van recreatie die een koppeling leggen met de “nautic lifestyle”, ook al doe je zelf niet actief aan watersport. Een aantal samenwerkingspartners geeft aan dat er behoefte is aan meer evenementen en attracties, bij voorkeur gekoppeld aan de watersport in Fryslân. Hieraan gekoppeld moet de provincie de regie houden op een zonering tussen drukke en rustigere watersportgebieden. Vanuit de landbouw- en natuurorganisaties en het Wetterskip Fryslân wordt gepleit voor het waar mogelijk meenemen van integrale gebiedsdoelen in het uitvoeren van projecten binnen het Friese Merenproject. Het waar mogelijk uitvoeren van integrale projecten is het uitgangspunt, mits de uitvoering van concrete sectorale onderdelen binnen een dergelijk project niet onnodig worden vertraagd. Ten slotte is vooral op het symposium van 13 september duidelijk geworden dat de 1e fase vooral een inhaalslag is geweest op het gebied van watersportinfrastructuur. Voor het aanscherpen van de koers in de 2e fase zal een breed gedragen visie op de toekomstige ontwikkeling nodig zijn. Het plan van aanpak zal deze visie moeten verwoorden.
16
Aanscherping van de koers
De basis voor de breed gedragen visie wordt door de provincie Fryslân gelegd in de actualisatie van de Beleidsnota Recreatie & Toerisme. Deze nota is in 2006 geëvalueerd. Hieruit blijkt dat het aantal toeristische overnachtingen is gedaald over de afgelopen twee jaren. Dit is in lijn met de landelijke conjunctuur. Met de komende opgaande conjunctuur zal Fryslân in moeten zetten op het benutten van kenmerkende toeristische sterkten van eigen provincie en NoordNederland: de sterke merken.
3
3.2 | Actualisatie Beleidsnota R&T Fryslân: sterke merken
Om welke “merken” het dan gaat blijkt onder andere uit de verdeling van de toeristische overnachtingen per regio, zoals die is weergegeven in figuur 5.
Figuur 5 Sterke Merken (bron: Toerdata Noord, ) Uit figuur 5 blijkt dat de Waddeneilanden momenteel de meeste toeristische overnachtingen trekken, gevolgd door het Friese Merengebied en de Friese IJsselmeerkust. Uit recente verkenningen in het kader van het Transitie-Alternatief Zuiderzeelijn (Buck, 2006) blijkt dat op het schaalniveau van Noord-Nederland de volgende toeristische sterkten aanwezig zijn: kust, meren, wadden en historische steden. De provincie Fryslân is met de genoemde sterkten rijkelijk bedeeld. In toeristisch opzicht is Fryslân dan ook de sterkste provincie in NoordNederland. In de Actualisering van de Beleidsnota R&T is het voorstel om Fryslân internationaal te positioneren als een topattractie in Nederland. Om dit doel te bereiken wordt ingezet op een drietal programmalijnen, namelijk: 1 Waddengebied 2 Grenzeloos varen 3 Friese 11 steden De investeringen in het Friese Merenproject zijn in de 1e fase beperkt gebleven tot de watersportsector in het Friese Merengebied. Voor de 2e fase ligt het voor de hand de watersportsector te bezien vanuit een breder perspectief, waaronder de vaarmogelijkheden op het IJsselmeergebied, Lauwersmeer, de Wadden en in naburige provincies als Groningen, Drenthe en Overijssel en aangrenzende buitenlandse vaargebieden.
17
Aanscherping van de koers 3
3.3 | Ontwikkelingen in de markt De “toeristenindustrie” is momenteel in mondiaal opzicht de belangrijkste werkgever en daarnaast is toerisme wereldwijd één van de snelst groeiende sectoren. De groei is wereldwijd gemiddeld 4,1% per jaar en in Europa gemiddeld 3%, terwijl de gemiddelde economisch groei in Europa en Nederland momenteel zo’n 1 a 1,5% bedraagt. Het is de verwachting dat mondiale groei zal doorzetten met een verdubbeling van het internationaal toerisme tussen 2005 en 2020 (World Tourism Organization, 2006). Hoewel Europa de belangrijkste bestemmingsregio blijft voor internationaal toerisme is de stijging het grootst in Oost-Azië en de Pacific. Nationaal gezien verwacht het Ministerie van EZ een grotere stijging van het bestedingen door inkomend buitenlands reisverkeer, dan van binnenlands toerisme. Uit cijfers van het CBS blijkt deze verwachting overigens nog niet te zijn uitgekomen over de afgelopen vijf jaren. Voor Fryslân is naast de binnenlandse markt tot op heden alleen de Duitse markt substantieel, maar die markt zal niet meer sterk toenemen. De grootste groei landelijk wordt verwacht als gevolg van toeristen uit België, GrootBrittannie en Amerika. Daarnaast zijn toeristen uit China en India sterk in opkomst. Wil de provincie Fryslân slagen in haar opzet om in 10 jaar tijd een banengroei van 30% te realiseren in de Friese watersportsector, dan zullen de bestedingen in de watersport de komende jaren navenant toe moeten nemen. Een cruciale vraag daarbij is, van welke doelgroepen de extra bestedingen mogen worden verwacht. In de Beleidsnota Recreatie & Toerisme 2002 -2010 van de provincie Fryslân wordt de groei in de watersport in de periode tot 2010 vooral verwacht van het varen op groot vaarwater, de toervaart en het varen met motorvletten (sloepen). In de afgelopen vijf jaren is deze verwachting grotendeels waarheid gebleken. Vooral de groei van het aantal watersporters op het IJsselmeer en de Waddenzee is opvallend te noemen. De Beleidsnota Recreatie & Toerisme bevat voorstellen om de koppeling tussen land- en waterrecreatie te versterken. De verwachting is namelijk dat hier vanuit de markt in toenemende mate behoefte aan is. Deze marktontwikkeling is ook tijdens het symposium op 13 september nog eens benadrukt door de Stichting Recreatie, Kennis- en Innovatiecentrum. Over de relatie tussen bestedingen in de watersport en doelgroepen bevat de effect-analyse (Terp, 2002) aanknopingspunten. In deze effect-analyse is de cijfermatig onderbouwde voorspelling gedaan, dat circa 90% van de toename in bestedingen afkomstig zal zijn van enerzijds de vaste ligplaatshouders en anderzijds van de verhuurvloot. In deze beide categorieën zijn de komende jaren een drietal doelgroepen dominant, namelijk (bron: expertmeeting 20 september 2006): • Actieve senioren (1/3) • Gezinnen en senioren met kinderen (1/3) • Groepsactiviteiten en zakelijke markt (1/3)
18
Aanscherping van de koers
De extra werkgelegenheidsgroei in de watersportsector in Fryslân zal vooral afkomstig moeten zijn van extra bestedingen door de volgende doelgroepen:
3
Van deze doelgroepen, hetzij uit Nederland, hetzij uit het buitenland, wordt het grootste werkgelegenheidseffect verwacht. Een doelgroep die hier bijvoorbeeld in ontbreekt, is de “middencategorie” gezinnen zonder kinderen. Dit heeft te maken met een aantal trends. Zo blijven ouderen steeds langer “jong” en actief. In 2015 zijn er 1 mln. extra 50 plussers en slechts 100.000 extra 25-29 jarigen. Actieve ouderen gaan steeds vaker op vakantie met kleinkinderen.
Actieve senioren (grotendeels vaste ligplaatshouders) Het merendeel van deze doelgroep heeft een eigen boot en is afkomstig uit Nederland of de direct daaraan grenzende buurlanden. Deze groep toert met een motor- of zeilboot en heeft veel tijd en geld te besteden. Vooral senioren op motorboten hebben in de meeste gevallen ook fietsen aan boord. Men vertoeft voor langere tijd en ook in voor- en naseizoen op en aan het water. Sociale ontmoetingsplekken zijn voor deze groep belangrijk. Hoewel de bereikbaarheid van dorpen en steden erg belangrijk is, laat dit in de praktijk nogal eens te wensen over. Deze groep neemt in toenemende mate ook kleinkinderen mee, waarvoor speelvoorzieningen langs de wal van groot belang zijn. Deze ontbreken op veel plaatsen.
Gezinnen met kinderen (zowel vaste ligplaatsenhouders als huurders) Deze doelgroep bestaat zowel uit vaste ligplaatshouders als huurders en is afkomstig uit Nederland of de direct aangrenzende buurlanden. Bij de verhuur zijn vooral motorboten gangbaar. Speelvoorzieningen voor kinderen tot 12 jaar aan de wal zijn van groot belang en momenteel te weinig aanwezig, vooral bij makkelijk toegankelijke passantenligplaatsen. Daarnaast is er een behoefte aan gemakkelijk toegankelijke strandjes om te spelen en te zwemmen. Ook hieraan ontbreekt het nog veelal in het Friese Merengebied. Ook voor de gezinnen met kinderen zijn gemakkelijk bereikbare dorpen en steden van belang voor de nodige afwisseling tijdens de vakantie. Deze groep komt overigens vooral in het hoogseizoen.
19
Aanscherping van de koers 3
Groepsactiviteiten en zakelijke markt (vooral huurders) Dit betreft een sterk groeiende markt van georganiseerde groepen familie, vrienden of collega’s. Deze doelgroep komt voor een kortdurend arrangement waarbij verschillende activiteiten op en aan het water met elkaar worden gecombineerd. De herkomst van deze doelgroep kan zowel vanuit Nederland, vanuit omliggende buurlanden, maar ook via hoteltrips uit opkomende markten vanuit Amerika en Oost-Azië zijn. Er zijn weliswaar voldoende kleinschalige activiteitenvoorzieningen aanwezig in Fryslân. Maar het ontbreekt nog aan een wat grootschaligere aan het water gerelateerde attractie (watersportactiviteitencentrum). Veel belangrijker voor deze doelgroep is echter het instellen van een soort “evenementenbureau” voor watersport in Fryslân. Overigens komt deze doelgroep vooral in voor- en naseizoen. Dit is dan ook een belangrijke doelgroep als het gaat om de mogelijkheid van seizoensverbreding. Hoewel de bestedingen in de watersport de afgelopen jaren zijn toegenomen, is het aantal vaarbewegingen op veel plaatsen gelijk gebleven. Een groei in werkgelegenheid zal vooral gekoppeld zijn aan meer bestedingen per watersporter.
Figuur 6 Brug- en Sluispassages in 2004 In dat opzicht is de verhouding tussen het aantal vaarbewegingen van de grote watersport (buitenwateren) ten opzichte van de toervaart (binnenwateren) van belang. Uit figuur 6 blijkt dat de verhouding hiertussen 10:1 is. De grootste werkgelegenheidsgroei mag dan ook worden verwacht in het kustgebied van IJsselmeer, Lauwersmeer en de Wadden.
20
21
3
Aanscherping van de koers
22
4
Intermezzo: Grenzeloos Varen in 2015
Intermezzo: Grenzeloos Varen in 2015 4
4 Intermezzo: Grenzeloos Varen in 2015
Een terugblik vanuit de toekomst in 2015 Gelukkig heeft de provincie Fryslân 15 jaar geleden besloten de watersportinfrastructuur in eigen provincie op te waarderen. Door deze vooruitziende blik profiteren de werkgevers en werknemers in de watersportsector volop van de wereldwijde groei van het toerisme over de afgelopen periode.
A Er is een bloeiende, aan waterrecreatie gerelateerde, economische zone tot stand gekomen vanaf Amsterdam via het IJsselmeer, Noord-Nederland en de Wadden naar Noord-Duitsland en Denemarken. Door de optimale vaarverbindingen binnen deze watersportzone is er een watersportgebied ontstaan zoals dat in Europa zijn gelijke niet kent. Cruciaal in deze watersportzone zijn de historische Hanzesteden, die de poort vormen tussen het grote buitenwater en het besloten binnenwater. Plaatsen als Lemmer, Stavoren, Workum, Makkum en Harlingen herbergen aanzienlijk meer toeristen dan 15 jaar geleden en dankzij een uitgekiende zonering zijn de historische kernen van deze Friese steden goed bereikbaar. De wachttijden bij deze toegangspoorten zijn verdwenen, evenals de wachttijd aan de Friese kant
23
Intermezzo: Grenzeloos Varen in 2015 4
Figuur 7 interregionale watersportzone van de afsluitdijk bij Kornwerderzand. Steden als Leeuwarden en Sneek vormen de watersporthoofdsteden langs deze watersportzone, waar watersporters tot in het stadscentrum kunnen varen voor fun-shopping. Daarnaast is het toervaartnetwerk met Noord-Duitsland uitermate goed bereikbaar doordat de verbindingen met Drenthe en Groningen sterk zijn verbeterd.
B Doordat watersporters nu zonder belemmering kunnen doorvaren, blijft er meer tijd over voor het bezoeken van aantrekkelijke dorpjes en steden. De mogelijkheden hiervoor zijn de afgelopen 15 jaar aanzienlijk verbeterd. Waar tien jaar geleden nog sprake was van onoverzichtelijke bebouwing aan de diverse waterfronten, zijn nu in 2015 de historische watersportkernen weer goed zichtbaar en bereikbaar vanaf het water. De doorvarende watersporters worden op alle fronten zoveel mogelijk aan de wal gelokt door gemakkelijk toegankelijke, laagdrempelige, ruime en comfortabele passantenligplaatsen. Om voldoende gelegenheid voor de passanten te creëren zijn enkele grotere jachthavens met vaste ligplaatsen verplaatst naar de rand van de watersportkernen. Het historische waterfront van veel plaatsen is daardoor weer het domein geworden van de passanten en toeristen. Mede hierdoor zijn de bestedingen bij de horeca en de winkels aan de wal flink
toegenomen. Bestedingen aan de wal
24
Intermezzo: Grenzeloos Varen in 2015
investeringen zijn in 2010 echt rendabel geworden dankzij een verruimde en uitgekiende afstemming van brug- en sluisbedieningstijden. Deze afstemming vindt geheel geautomatiseerd plaats op basis van het gebruik van de nieuwste Informatie Technologie. Dankzij een digitale “waterpas” en een routebegeleidingssysteem worden schepen automatisch aangemeld bij bruggen en sluizen in volgorde van aankomst en behoren lange wachttijden tot het verleden. Dankzij de Informatie- en Communicatietechnologie in combinatie met GPS krijgen watersporters automatisch assistentie van “Eileen” bij het zoeken naar ligplaatsen, toeristische informatie en informatie over bevaarbaarheid van een bepaald traject. De bevaarbaarheid van trajecten wordt automatisch aangegeven op basis van plaatsbepaling, vaardiepten en brughoogten en de specifieke afmetingen van het schip zoals die zijn opgeslagen op de digitale “waterpas”. Al deze voorzieningen zijn het resultaat van een gezamenlijke inspanning van overheid en bedrijfsleven in Fryslân om binnen de toeristische sector innovatieve toepassingen in brede zin te stimuleren. Daardoor staat Fryslân inmiddels bekend als meest vernieuwende watersportgebied binnen Europa en heeft de provincie in de internationale watersportzone van Noordwest-Europa een cruciale sleutelpositie weten te bemachtigen
4
C De afgelopen 15 jaar zijn er maar liefst 5 aquaducten gerealiseerd. Deze
Figuur 8 Innovatieve toepassingen
25
26
5
Programma 2e fase
Programma 2e fase 5
5 Programma 2e fase
De oorspronkelijk geplande looptijd van het Friese Merenproject is 10 jaar in de periode 2001-2011. De 1e fase is medio 2006 afgerond en het project is daarmee halverwege. Voor de 2e fase, vanaf medio 2006, is dit plan van aanpak opgesteld. Het programma voor de 2e fase is onder te verdelen in twee sporen. Spoor I bestaat uit het op hoofdlijnen doorzetten van de huidige koers. Hiermee wordt naar verwachting een groot deel van de oorspronkelijke doelstelling gehaald. Om de banengroei van 30% in 10 jaar tijd volledig te halen, zal op onderdelen een aanscherping van de koers nodig zijn: dit is spoor II. Onderstaand figuur geeft het verwachte resultaat van beide sporen weer.
Figuur 9 Spoor I en Spoor II, Werkgelegenheidsindex 1996-2011
27
Programma 2e fase 5
5.1 | Spoor I: Doorzetten huidige programma in 2e fase Het is duidelijk dat het Friese Merenproject in hoofdlijnen op de goede koers ligt. Van de totale investering van 345 mln euro is al circa 245 mln. euro tot 2008 gekoppeld aan nieuwe voorzieningen en infrastructuur die zijn uitgevoerd, in uitvoering zijn of de komende jaren in uitvoering gaan. De resterende 100 mln. euro is voor een belangrijk deel al vastgelegd in afspraken met gemeenten. Met de uitvoering van deze projecten maakt Fryslân een inhaalslag als het gaat om de basis voor werkgelegenheid in de toeristisch-recreatieve sector. Dit betekent dat wordt doorgezet met projecten als: verhoging Hoflânsbrêge Grou, verhoging Jirnsumerbrêge en de verdubbeling van de Sluis bij Stavoren. Bijlage 1 bij dit Plan van Aanpak bevat een tabel met daarin een overzicht van de gefinancierde en nog niet gefinancierde projecten binnen spoor I. Deze projecten passen binnen de volgende programma’s: • Vergroten van het vaargebied • Opheffen van knelpunten bij weg-/waterkruisingen • Verbetering watersportvoorzieningen • Integrale aanpak Met het doorzetten van de strategie uit de 1e fase wordt naar verwachting een substantieel deel van de verwachte banengroei gehaald.
28
Programma 2e fase
Om de oorspronkelijke doelstellingen van het Friese Merenproject te halen zet de provincie Fryslân in op een aanscherping van de koers. Hiervoor zal een extra inspanning geleverd moeten worden aanvullend aan spoor I. Hiervoor zet de provincie ook extra middelen in.
5
5.2 | Spoor II: Extra inspanning in 2e fase
Op basis van de uitkomsten van de brede consultatie, het actuele beleid en ontwikkelingen in de markt komt de provincie tot de volgende drie extra maatregelenprogramma’s: A Grenzeloos varen B Stimuleren van extra bestedingen aan de wal C Innovatieve toepassingen in de watersport In deze paragraaf worden de drie extra maatregelenprogramma’s toegelicht.
A Grenzeloos varen Globaal kan onderscheid worden gemaakt tussen interregionale watersportverbindingen voor kajuitzeilboten en de verbindingen voor motorboten. Voor grotere kajuitzeilboten ligt het accent van de verbindingen vooral richting de kustregio’s. Voor de motorboten zijn er daarnaast ook aantrekkelijke verbindingen via de hogere gronden van Drenthe. In beide gevallen is het doel ook vooral het aantrekkelijker maken van de verbindingen en toegangspoorten voor buitenlandse bezoekers uit de omringende landen. De groeiende seniorenmarkt zal in Fryslân aantrekken bij betere interregionale watersportverbindingen. Voor gezinnen met kinderen met een eigen boot uit Noord-Holland en de Randstad is vooral de verbinding tussen het IJsselmeer en de Friese Meren van belang. Betere en aantrekkelijkere doorvaartmogelijkheden voor grotere (buitenlandse) kajuitzeilboten, door Fryslân via de Staandemastroute kan er toe bijdragen dat de huidige vaarbewegingen op de Wadden zich gedeeltelijk verplaatsen naar de Staandemastroute. Ten slotte kan de markt voor groepsactiviteiten en de zakelijke markt aantrekken bij het opnemen van het IJsselmeer of de Wadden in een arrangement. Momenteel fungeert de sluis bij Stavoren samen met de Fluezen als een soort “watersportsnelweg” tussen IJsselmeer en de Friese Meren. Met de verdubbeling van de sluiscapaciteit in Stavoren in 2009 zal deze watersportverbinding aanzienlijk worden verbeterd. Aanvullend kan in Stavoren de ruimtelijke samenhang tussen het historische centrum en de huidige Marina Stavoren wor-
29
Programma 2e fase 5
Figuur 10 Grenzeloos varen den verbeterd. Aan de IJsselmeerkust kan de versterking van de toegangspoorten via Lemmer, Workum en Makkum de kans op bestedingen aan de Friese vaste wal verhogen en zorgen voor een betere spreiding van bestedingsmogelijkheden over de verschillende toegangspoorten. Recreatieontwikkeling bij deze bestaande watersportcentra is conform het Streekplan Fryslân 2007, mits wordt voldaan aan randvoorwaarden van natuur en landschap. Het Provinciaal Verkeer en Vervoersplan 2006 (PVVP 2006) heeft de opwaardering van de sluizen en de vaarwegen bij Workum en Makkum naar Bzm klasse (vaardiepte 1.90m) opgenomen, waarvan de financiering overigens nog niet is gedekt. De maatregelen in Workum en Makkum zijn daarbij, naast het opwaarderen van de vaarweg tot Bzm klasse, gericht op een verbeterde toegankelijkheid van het historische centrum van beide plaatsen voor watersporters. Voor Lemmer zullen de maatregelen moeten worden afgestemd op de studie naar beroepsvaart op het PM-kanaal. Vanuit het Friese Merenproject is daarbij vooral de scheiding van de watersport ten opzichte van de beroepsvaart nabij de sluis van belang, naast het verbeteren van de toegankelijkheid van het historische centrum van Lemmer. Het opheffen van de wachttijden bij de Lorentzsluizen bij Kornwerderzand versterkt de positie van Harlingen als eerste tussenstop van de Wadden. De wachttijden van zowel beroeps- als recreatievaart ontstaan momenteel doordat van-
30
Programma 2e fase 5
wege getijdenwerking op de route via “de Boontjes” tussen de Lorentzsluizen en Harlingen er sprake is van een tijdscorridor. Alle beroepsvaart en recreatievaart moet in een korte periode worden afgewikkeld, anders moet een half etmaal worden gewacht. Daarnaast kan de sluis soms bij grote peilverschillen en harde wind niet worden bediend. In het kader van het Friese Merenproject kan er extra aanlegcapaciteit buitendijks worden gerealiseerd. Hierdoor kan er buitendijks worden gewacht op het juiste tij en kan deze aanlegmogelijkheid bovendien fungeren als schuilhaven bij slechte weersomstandigheden. Daarnaast kan de functie van Harlingen als toegangs- en uitvalspoort naar de Wadden voor watersport worden versterkt door ook hier de beroepsvaart in en door Harlingen sterker te scheiden van de pleziervaart. De doorvaarbaarheid het tracé van Harlingen-Bolsward kan worden verbeterd in combinatie met een kwaliteitsverbetering van de toeristische ligplaatsen. Voor de strategische belangrijke aansluiting vanuit Noordwest-Overijssel kan de verbinding via de Tsjûkemar en via de Driewegsluis naar Ossenzijl worden verbeterd. Een verbetering van de capaciteit van de Driewegsluis is momenteel al in uitvoering. Het Friese Merenproject richt zich binnen spoor II in de 2e fase dan ook vooral op het aantrekkelijker maken van de zuidoever van de Tsjûkemar (aanlegvoorzieningen en accommodatie). Hierdoor wordt meer vorm gegeven aan de toegangspoort vanuit Noordwest-Overijssel. de Tsjûkemar zou zich veel meer dan nu kunnen ontwikkelen als (internationaal)wedstrijdwater voor onder andere jeugdklassen in de zeilsport. De verbinding met Drenthe loopt via de al bestaande Turfroute. Dit is een verbinding voor motorboten oftewel voor de toervaart. Het opwaarderen van het Polderhoofdkanaal als Dm route past in de visie om de aansluiting op de interregionale watersportzone te versterken. Dit project is al opgenomen in spoor I van het Friese Merenproject en ook in het PVVP 2006. Hieraan gekoppeld zijn overstappunten van de vaarroutes op fiets- en wandelroutes van zowel het Polderhoofdkanaal als van de Turfroute van groot belang voor de doelgroep van senioren. De Friese 11 steden kunnen beter dan nu toegankelijk worden gemaakt voor watersport. Het opwaarderen van de Noordelijke Elfstedenroute past in deze strategie. Inmiddels is de opwaardering tot klasse Dm (vaardiepte 1.30) opgenomen in het PVVP 2006, maar is de financiering nog niet gedekt. Het opwaarderen van de Zuidelijke Elfstedenroute past eveneens in deze strategie. Het opwaarderen van de vaarverbinding tussen Hindeloopen en Workum tot klasse Dm of Cm (vaardiepte 1,50 m) is nog in onderzoek, maar is al wel opgenomen in het PVVP 2006, eveneens zonder dekking van de financiering.
31
Programma 2e fase 5
Een betere verbinding met Groningen en Drenthe past binnen het thema “Grenzeloos varen”. De provincie Groningen investeert momenteel fors in watersportgerelateerde projecten als Meerstad en Blauwe Stad. De kortste, maar momenteel onaantrekkelijke, route tussen het Friese Merengebied en het Zuidlaardermeer, Meerstad en Blauwe Stad loopt momenteel via het Prinses Margrietkanaal en het Van Starkenborghkanaal. Het alternatief voor de grotere kajuitzeilboten (staandemast) is de route via het Lauwersmeer. Maar Leeuwarden wordt als een knelpunt ervaren gezien de grote hoeveelheid bruggen en de daarmee samenhangende wachttijden. De bestaande aantrekkelijke route via de Dokkumer Ie wordt mede hierdoor momenteel onvoldoende benut. Vooral voor grotere zeegaande zeiljachten uit Duitsland en Scandinavië die de “binnendoorroute” kiezen, omdat een route over het wad voor dit type jachten niet mogelijk is i.v.m. de diepgang. In de 2e fase zou dit knelpunt tot een kans moeten worden omgebogen. Leeuwarden kan daarbij beter op de kaart worden gezet als watersporthoofdstad van Fryslân samen met Sneek. Het stadscentrum zal enerzijds sneller bereikbaar moeten worden voor de watersport en anderzijds moet de vaartijd tussen het nieuwe aquaduct in de Wâldwei en de Dokkumer Ie aanzienlijk worden verkort. Hiervoor zijn mogelijk meerdere alternatieven die in alle gevallen forse infrastructurele investeringen vergen. Verder kan voor de toervaart de verbinding tussen Drachten en Groningen worden versterkt als er een alternatief tracé komt aan de zuidzijde van het Van Starkenborghkanaal. Hiervoor zijn inmiddels diverse voorstellen gedaan, waarvan de haalbaarheid moet worden ingeschat. Ten slotte is er een potentiële verbinding tussen Drachten, via Frieschepalen, Haulerwijk naar Assen via Veenhuizen. Hiervan is het tracé tot op heden nog niet onderzocht. In het PVVP 2006 zijn de verbindingen vanaf Drachten met Groningen en Assen genoemd als mogelijke Dm verbindingen, waarvan de routes nog in studie zijn.
32
Kosten
2006
(mln €)
Versterking toegangspoort Workum (sluis in spoor I)
BzM
2
Versterking toegangspoort Makkum (sluis in spoor I)
BzM
2
Versterking toegangspoort Stavoren (sluis in spoor I)
AzM
2
Optimalisering toegangspoort Lemmer (geleiding)
AzM
2
Versterking toegangspoort Lauwersmeer
AzM
1
Versterking toegangspoort Harlingen
AzM
5
Verminderen wachttijden Kornwerderzand
AzM
2
Optimalisering toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar
BzM
2
Opwaardering Turfroute Dm klasse en fietsoverstappunten
Dm
2
Opheffen knelpunt Leeuwarden in Staandemast route (30-40 mln.)
BzM
35
Noordelijke Friese Elfstedenroute (1e en 2e fase) (15-20 mln.)
Dm
17
Verbinding Drachten-Groningen/Assen (Fries grondgebied)
Dm
Programma 2e fase
PVVP
5
Spoor II: Maatregelen grenzeloos varen
Subtotaal
24
96
De voorgestelde maatregelen richten zich op het vasteland van de provincie Fryslân als geheel. Dit is dus een vergroting van het plangebied van het Friese Merengebied ten opzichte van de 1e fase. De voorgestelde maatregelen richten zich binnen het kader van het Friese Merengebied niet op de Waddeneilanden. Hiervoor zijn binnenkort andere programmakaders, waaronder die van het Waddenfonds.
33
Programma 2e fase 5
B. Stimuleren van extra bestedingen aan de Friese wal Een kenmerk van veel watersportplaatsen in Fryslân is dat het oorspronkelijke waterfront in de loop der jaren “verstopt” is geraakt met allerlei nieuwe voorzieningen en gebouwen. Het is voor de passant lang niet altijd even gemakkelijk om een korte tussenstop te maken en de oude dorpjes en steden te bezoeken. Veel vaste ligplaatsen zijn niet beschikbaar voor de passanten, maar liggen wel tegen het waterfront van historische watersportplaatsen aan. Het contact tussen de historische kernen en het water is in veel gevallen, ook visueel, niet altijd meer even duidelijk. Een voorbeeldproject is bijvoorbeeld “Waterfront Grou“, waarbij het historische centrum van Grou nadrukkelijker aan het Pikmeer komt te liggen en vaste ligplaatsen worden verplaatst naar de rand van het dorp. Daarnaast zijn in de 1e fase Sneek, Heeg en Woudsend ook opgenomen als te verbeteren watersportkern. Dit kan op veel meer plaatsen. Hier ligt een belangrijke opgave als het gaat om werkgelegenheidsdoelstellingen. De watersporter zal meer gestimuleerd moeten worden om aan wal te stappen en daar de “beurs om te keren”. Watersporters zijn wat dit betreft een categorie die veel besteden als er maar gelegenheid toe is. Om aan te haken bij de in het Streekplan Fryslân 2006 aangegeven Ruimtelijke Kwaliteit kan in samenwerking met gemeenten voor de belangrijkste watersportkernen een Masterplan Ruimtelijke Kwaliteit worden opgesteld. De provincie neemt een belangrijk deel van de hiervoor benodigde plankosten voor haar rekening. Waar mogelijk zal worden aangehaakt bij de in het Streekplan aangekondigde kwaliteitsarrangementen. Hierbij zal specifiek aandacht moeten zijn voor de accentuering van cultuurhistorische waarden en landschappelijke inpassing. De historische watersportkernen moeten weer visueel en functioneel “aan het water” komen te liggen. Een specifiek aandachtspunt is Leeuwarden. Leeuwarden zal op de kaart moeten worden gezet als watersporthoofdstad samen met Sneek. Hierbij is de plek van de recreatievaart in relatie tot beroepsvaart en wegverkeer van belang. Ook in de uitvoering van een Masterplan wil de provincie een bijdrage leveren. Er zal in de 2e fase van het FMP bovenop de al geplande passantenplaatsen op korte termijn aanvullend worden geïnvesteerd in het verbeteren van 1000 extra passantenligplaatsen bij watersportkernen. Er zal met de gemeenten worden afgesproken om nieuwe passantenplaatsen ook beschikbaar te houden voor passanten. Bij privatisering van gemeentelijke jachthavens verdient dit extra aandacht. Conform het Streekplan Fryslân sluiten de nieuwe passantenligplaatsen aan op de horeca- en winkelgebieden van stedelijke en regionale centra. Een voor het Friese Merenproject belangrijk aandachtspunt hierbij is de ontwikkeling van passantenplaatsen binnendijks bij de historische stadskernen langs de IJsselmeerkust en bij Harlingen. Dit heeft ook te maken met de voorkeur van watersporters om bij slecht weer binnendijks te kunnen liggen. Daarnaast levert de provincie een bijdrage in de uitvoeringskosten van voorzieningen die gericht zijn op kinderen. Specifiek voor de doelgroep gezinnen met kinderen is er concreet behoefte aan meer voorzieningen langs de vaarroutes op plekken waar gestopt kan worden. Naast toiletvoorzieningen kan daarbij worden gedacht aan eenvoudige speelplekken, maar bijvoorbeeld ook het bereikbaar maken of aanleggen van strandjes. Fryslân kan hiermee op de kaart worden gezet als een kindvriendelijke watersportprovincie.
34
Programma 2e fase 5
Voor wat betreft de groepsactiviteitenmarkt ontbreekt het op dit moment niet aan de hoeveelheid kleinschalige “boerengolf”-achtige activiteiten, maar ontbreekt een professioneel evenementenbureau in Fryslân. Deze rol zou kunnen worden gekoppeld aan de promotietaak van Fryslân Marketing. Een specifieke, tot op heden onderbelichte, doelgroep is daarbij de (buitenlandse) zakelijke evenementen- en congresmarkt. Verder ontbreekt het momenteel voor zowel de groepsactiviteitenmarkt als de gezinnen met kinderen aan een grotere overdekte aan water gerelateerde attractie als bijvoorbeeld een overdekt watersportactiviteitencentrum. Hiervoor zou de provincie Fryslân een prijsvraag uit kunnen schrijven. De uiteindelijke investering zal afkomstig moeten zijn van een private investeerder. Bij het van de grond krijgen van nieuwe toeristische voorzieningen realiseert de provincie Fryslân zich, dat dit als gevolg van de toenemende regeldruk niet makkelijker is geworden. De toeristische sector is een bedrijfstak die een bijzonder hoge “regeldruk” kent, waardoor veel nieuwe initiatieven voortijdig sneuvelen. Dit signaal is tijdens het symposium over het Friese Merenproject in september 2006 nog eens onderstreept door onder andere de HISWA en de RECRON. De provincie Fryslân is in veel gevallen uitvoerder van deze wettelijke regels. In het kader van het Streekplan wil de provincie actief aan de slag met een ontwikkelingsgerichte aanpak. Binnen het Friese Merenproject kan een tijdelijke “Task Force Regelgeving” worden opgestart die bestaat uit de afdelingen die betrokken zijn bij de regelgeving (water, ruimte en landelijk gebied). Doelstelling van deze Task Force is om binnen de bestaande regels waar mogelijk ontwikkelingsruimte te vinden voor recreatiebedrijven op basis van een in pilotvorm ontwikkelde werkmethodiek. Deze Task Force kan ondernemers in een vroegtijdig stadium ondersteunen bij het van de grond krijgen van goede initiatieven als bijvoorbeeld (grootschalige) dagattracties.
35
Programma 2e fase
Spoor II: Maatregel extra bestedingen aan de wal Masterplannen Ruimtelijke Kwaliteit Watersportkernen
Kosten (mln €) 1) en 2)
Uitvoering masterplan: o.a. passantenplaatsen en speelplekken Uitvoering masterplan: 5 strandjes langs routes
13 3 0,3
5
Evenementenbureau Fryslân via Fryslân Marketing
2
Prijsvraag Watersportactiviteitencentrum Fryslân
0,2
Taskforce Regelgeving Toeristisch Bedrijfsleven
0,5
Subtotaal
19
1)
Dit is inclusief een pilot beleving ruimtelijke kwaliteit door watersporters c.q. de toerist
2)
De totale uitvoering van de Masterplannen kan een veelvoud van dit bedrag zijn naarmate meer integraal wordt gewerkt binnen nieuwbouw,- herstructurerings- en saneringsprojecten. Voor dergelijke projecten zijn aparte financieringsbronnen nodig buiten het bestek van het Friese Merenproject.
C. Innovatieve toepassingen in de watersport Nu er veel investeringen in “hardware” worden gedaan in het Friese Merenproject, is het tijd om deze “hardware” ook rendabel te maken door een goede “software”. Er zijn allerlei nieuwe toepassingsmogelijkheden op het gebied van Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) waardoor het gebruik van de infrastructuur kan worden verbeterd. Momenteel zijn er in de bedieningstijden van bruggen en sluizen pauzes, waarin doorvaart niet mogelijk is. Door een verdere automatisering van de bediening van bruggen en sluizen moet het mogelijk zijn om de doorvaartijden te verruimen. Hiervoor zal de komende jaren geïnvesteerd moeten worden in onder meer glasvezelkabelverbindingen en centrale posten. Naast de bediening van bruggen en sluizen wil de provincie innovatieve toepassingen in de watersportsector stimuleren. Hierna volgen enkele voorbeelden. Gezien de nieuwe technieken op het gebied van Informatie- en Communicatietechnologie moet het mogelijk zijn om vraaggericht informatie te verstrekken over “vaarrouteplanning” (bijvoorbeeld jaarlijkse uitgave DVD met vaarinformatie, activiteitenkalender en bezienswaardigheden). Informatie over de watersporter en het schip kan digitaal worden opgeslagen op een “watersportpas”, waarmee schepen zich digitaal aanmelden bij bruggen en sluizen en ook de handmatige inning van brug- en sluisgelden tot het verleden behoort. Het traditionele “klompje” kan dan een nieuwe functie krijgen, namelijk het aanbieden van aardigheden die de Friese gastvrijheid uitdrukken (bijvoorbeeld waterspelletjes voor kinderen of traditionele Friese kruidkoek). In de 2e fase is het voorstel om de digitale waterpas te ontwikkelen in combinatie met een routebegeleidingssysteem via GPS. Hierbij kan worden aangehaakt bij initiatieven van de HISWA en de samenwerkende bootverhuurders via www.vakantievaren.nl.
36
Kosten (mln €)
2
Spoor II: Innovatieve toepassingen in de watersport
Doelstelling Friese Merenproject
Een andere ontwikkeling in de markt is op dit moment de verdere uitbreiding van Eileen voor de watersport in Fryslân. Eileen is een digitale, via mobiele telefoons oproepbare “watersport-assistente” die allerlei informatie kan bieden over het weer, aanlegplaatsen, toeristische bestemmingen, cultuurhistorie etcetera. Gekoppeld hieraan kan via de in steeds meer schepen aanwezige GPS systemen locatiespecifieke informatie worden doorgegeven. Hierover zal in de 2e fase afstemming moeten plaatsvinden met Fryslân Marketing.
Verruiming brug- en sluisbedieningstijden
23
Toepassing innovatie- en communicatietechnologie (bv. watersportpas)
12
Subtotaal
35
37
38
6
Externe randvoorwaarden
Externe randvoorwaarden 6
6 Externe randvoorwaarden
Om het Friese Merenproject tot een succes te maken binnen het bredere kader van toerisme en recreatie, gebiedsontwikkeling en omgevingsbeleid zijn de volgende randvoorwaarden essentieel.
6.1 | Promotie en marketing Een extra impuls voor promotie van de toeristisch-recreatieve sector in Fryslân is van groot belang voor het welslagen van de werkgelegenheidsdoelstellingen van het Friese Merenproject. In de promotiecampagne van Fryslân Marketing zal specifiek ook voldoende aandacht moeten zijn voor promotie gericht op de watersport. Overigens gaat het daarbij niet alleen om de watersporter zelf, maar ook om de toerist die mee wil delen in de “nautic lifestyle”, ook al is hij of zij zelf niet actief watersporter. Het promoten van verblijfs- en dagrecreatieve mogelijkheden in en rondom historische watersportplaatsen nemen hierbij een cruciale rol in. Deze promotie zou zich meer dan voorheen ook moeten richten op de buitenlandse markten zoals Duitsland, België, Scandinavië en Engeland.
39
Externe randvoorwaarden 6
Daarnaast zijn er initiatieven uit de sector waar mogelijk bij kan worden aangehaakt. Zo is er onlangs een Platform Innovatie Toerisme (PIT) opgericht waarin onder andere de branche-organisaties deelnemen. Dit Platform doet concrete voorstellen voor het oprichten van een Marketing Top Instituut voor Toerisme, waardoor versnipperde kennis kan worden gebundeld.
6.2 | Koppeling tussen land- en waterrecreatie Uit de brede consultatie en beschikbare onderzoeksgegevens wordt eens te meer duidelijk dat de koppelingsmogelijkheden tussen land- en waterrecreatie van groot belang zijn. Daar waar het Friese Merenproject investeert in de overstappunten tussen water en land, zullen ook investeringen nodig zijn voor een betere aansluiting van deze punten op wandel- en fietsroutes. Daarnaast is watersport niet alleen een activiteit, maar ook een decor. Hiervan kan worden geprofiteerd door de waterkant toegankelijker te maken voor fietsers en wandelaars. In bebouwde gebieden is het daarbij van belang dat de waterfronten voor het publiek toegankelijk zijn of worden gemaakt. In het landelijk gebied zal de ontsluiting van waterkanten goed moeten worden afgestemd op aanwezige natuurwaarden. Dergelijke projecten zullen via het Investeringsprogramma Landelijk Gebied moeten worden gefinancierd en opgenomen in gebiedskaders en jaarplannen. Ook het toeristische bedrijfsleven heeft een belangrijke rol bij het toegankelijk en beleefbaar maken van de waterkanten. Plattelânsprojekten vervult in samenwerking met Friese gemeenten en toeristische ondernemers hierbij de voortrekkersrol.
40
Externe randvoorwaarden
Er is een breed gedragen zorg binnen de toeristisch-recreatieve sector over de dreigende aantasting van het aantrekkelijke (watersport-)landschap in Fryslân. Voor het binnenhalen van toeristen is een aantrekkelijk landschap een absolute randvoorwaarde. Dit blijkt niet alleen uit gesprekken met ondernemers, maar ook uit eerste verkennende onderzoeken. De kwaliteit van dit landschap staat onder druk als gevolg van toenemende (bedrijfs-)bebouwing langs de waterkant en in de open gebieden. Bij de watersportkernen is het van belang de historische aantrekkelijke centra contact te laten houden met het water. De provincie Fryslân kan zich met het Friese Merenproject in stimulerende zin, samen met gemeenten, specifiek richten op deze watersportkernen (zie vorige hoofdstuk: masterplannen ruimtelijke kwaliteit). Maar het aspect Ruimtelijke Kwaliteit binnen het watersportgebied in Fryslân is breder dan alleen de watersportkernen. Zonder een goede regie op ruimtelijke ontwikkelingen, ontstaat er een “terreur van kleine beslissingen”, die bij elkaar opgeteld uiteindelijk de toerist uit Fryslân verjaagt als gevolg van de aantasting van belevingswaarde. Het Streekplan Fryslân 2006 besteedt mede daarom veel aandacht aan Ruimtelijke Kwaliteit. Als randvoorwaarde voor een succesvol Friese Merenproject is inzicht nodig in de beleving van de watersporter en de wijze waarop dit kan worden meegewogen in ruimtelijke beslissingen door de provincie en gemeenten. De provincie Fryslân stelt voor om in samenwerking met één of meerdere gemeenten hiervoor een pilot op te starten.
6
6.3 | Behoud en versterking van ruimtelijke kwaliteit
6.4 | Waterbeheer Een goede waterkwaliteit is een basisvoorwaarde voor een watersportgebied. Het Wetterskip Fryslân en de provincie moeten samen in het kader van de Kaderrichtlijn Water ervoor zorgen dat de waterkwaliteit in Fryslân verder wordt verbeterd. Daarnaast werkt het Wetterskip Fryslân volop aan het herstel van oevers en kaden. Bij de uitvoering van deze projecten zijn koppelingsmogelijkheden met het Friese Merenproject. Ten behoeve van een goede afstemming zal in de 2e fase integraal gewerkt worden tussen enerzijds het projectbureau Oevers en Kaden van het Wetterskip en anderzijds het projectbureau Friese Meren van de provincie. Een voorwaarde hierbij is uiteraard dat alle partijen bereid zijn sectorale middelen te bundelen in integrale projecten. Uitgangspunt daarbij is dat, zelfs als er geen besparing mogelijk is, toch integraal gewerkt zal worden uit het oogpunt van eenduidigheid richting bevolking en ruimtebesparing. Op dit punt zijn nadere bestuurlijke initiatieven van provincie en Wetterskip van belang m.b.t. doelen, samenwerking en financiering.
41
Externe randvoorwaarden 6
6.5 | Watersport en natuur Veel maatregelen in het kader van het Friese Merenproject kunnen een extra meerwaarde opleveren als deze gekoppeld kunnen worden aan projecten op het gebied van natuurontwikkeling. Meer nog dan in de 1e fase zal de provincie de samenwerking zoeken met de Natuurorganisaties als het gaat om koppelingsmogelijkheden. Daarnaast is een groot deel van het Friese watersportgebied tegelijk ook NBwet gebied (Natura 2000 gebied). Voor de Wadden is de PKB Waddenzee een belangrijk kader. Zowel voor natuur als recreatie is het van belang te komen tot een goede afstemming. In de voor de Natura 2000 op te stellen beheerplannen zal rekening moeten worden gehouden met watersport- en recreatiebedrijven. Het zijn immers deze bedrijven die de werkgelegenheidsdoelstellingen van het Friese Merenprojecten zullen moeten invullen. Het verdient de voorkeur om voor toekomstige uitbreidingen, die samenhangen met het Friese Merenproject, één samenhangende natuurtoets uit te voeren. Dit vraagt de nodige inzet van de verschillende afdelingen (RO, LG, V&V, Water) van de Provincie Fryslân en andere externe partijen. Het Streekplan Fryslân stelt voor de ontwikkelingsruimte van bedrijven de ruimtelijke kaders.
6.6 | Beheer Behalve het op orde brengen van de watersportinfrastructuur zal er na afronding van het Friese Merenproject ook rekening moeten worden gehouden met het beheer en onderhoud van deze infrastructuur. Met name De Marrekrite speelt hierin een signalerende rol richting de verschillende vaarwegbeheerders. In een aantal gevallen is de provincie beheerder van de vaarweg. Hiervoor zijn provinciale onderhoudsbeleidskaders opgesteld. In andere gevallen is de gemeente dit. In feite zou er voor de periode na het Friese Merenproject een beheersplan moeten zijn, om te voorkomen dat er opnieuw achterstallig onderhoud ontstaat en daarmee een negatief effect op de toeristisch-recreatieve sector. Gedurende de looptijd van de 2e fase zal op dit punt beleid moeten worden ontwikkeld vanuit het (recreatieve) verkeers- en vervoerbeleid. De introductie van de nieuwe waterwet waarin ook het beheer van vaarwegen wordt geregeld, is hiervoor wellicht een goede aanleiding.
42
Externe randvoorwaarden
In de 1e fase is er volop gebruik gemaakt van KOMPAS middelen. Deze subsidiemiddelen zullen in de 2e fase niet langer beschikbaar zijn, waardoor zal moeten worden aangehaakt bij andere subsidieregelingen. Van een aantal regelingen, waaronder die in het kader van ILG, is al bekend dat deze een looptijd hebben tot 2013. Wil de provincie Fryslân optimaal gebruik maken van subsidies, dan zal het Friese Merenproject op deze looptijd moeten aansluiten door een “uitloop” mogelijk te maken in de uitvoering van projecten. Na 2011 is er dan als het ware een uitloop van 2 jaar, waarin projecten nog kunnen worden afgerond en afgerekend.
6
6.7 | Uitloop tot 2013
43
44
7
Organisatie 2006 - 2013
Organisatie 2006 - 2013 7
7 Organisatie 2006 – 2013
Het uitvoeren van de speerpunten 2006 – 2013 vergt een goede organisatie. In dit hoofdstuk leest u hierover meer.
7.1 | Spoor I: Doorzetten huidige programma De organisatieopzet, zoals die is toegepast in de periode 2001-2006 zal ook de resterende looptijd worden voortgezet. Per traject wordt gewerkt met een trajectstuurgroep en een trajectwerkgroep waarin de betrokken gemeenten deelnemen. Vanuit het Friese Merenproject maakt de secretaris van het betreffende traject onderdeel uit van het projectbureau van de provincie. De verschillende secretarissen worden samen met ondersteunende medewerkers aangestuurd door de projectleider van het Friese Merenproject. Voor zowel spoor I als spoor II geldt dat de organisatie, de projectvoorbereiding en de aanjaagfunctie naar verwachting kan plaats vinden met de huidige bezetting van het projectbureau Friese Meren. In specifieke gevallen zal waar nodig tijdelijk specifieke kennis extern worden ingeschakeld (inhuur of uitbesteding).
45
Ook voor spoor II zal zoveel mogelijk worden aangehaakt bij de bestaande werkwijze in trajecten. Een kaart op A3 formaat treft u aan in bijlage 2 van dit Plan van Aanpak. Deze kaart geeft een overzicht van oude en nieuwe trajecten.
7
Organisatie 2006 - 2013
7.2 | Spoor II: Extra inspanning tot 2013
A. Grenzeloos varen De maatregelen die hieronder vallen zullen zoveel mogelijk worden opgepakt binnen de al bestaande trajectstuurgroepen en –werkgroepen. In een aantal gevallen zal er een nieuw traject moeten worden opgestart. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de indeling in trajecten.
Spoor II: Maatregelen grenzeloos varen
Traject
Versterking toegangspoort Workum
L
Versterking toegangspoort Makkum
L
Versterking toegangspoort Stavoren
A
Optimalisering toegangspoort Lemmer (geleiding watersport)
C
Versterking toegangspoort Lauwersmeer
R (nieuw)
Versterking toegangspoort Harlingen
N (nieuw)
Verminderen wachttijden Kornwerderzand
N (nieuw)
Optimalisering toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar
C
Opwaardering Turfroute Dm klasse en fietsoverstappunten
M+ (nieuw)
Opheffen knelpunt Leeuwarden in Staande mast route
J+
Noordelijke Friese Elfstedenroute (1e en 2e fase)
O (nieuw)
Verbinding Drachten-Groningen/Assen (Fries grondgebied)
P en Q (nieuw)
Bij de bestaande trajecten zal binnen de huidige trajectstuur- en werkgroepen worden gewerkt met de betreffende trajectsecretaris. De nieuwe trajecten zullen worden opgepakt met een nieuw in te stellen trajectorganisatie.
B. Stimuleren van extra bestedingen aan de wal Een op te stellen Masterplan Ruimtelijke Kwaliteit Watersportkernen per gemeente is een eerste stap bij het stimuleren van extra bestedingen aan de wal. Op basis van een dergelijk Masterplan kunnen uitvoeringsmaatregelen worden gedefinieerd. Het realiseren van 1000 extra passantenplaatsen bij historische watersportkernen zal een plek krijgen in deze Masterplannen, die mede worden gefinancierd vanuit de provincie. Ditzelfde geldt voor de nieuwe speelplekken en strandjes. Zowel voor de coördinatie van de Masterplannen als voor de uitvoering daarvan zal het projectbureau Friese Meren tijdelijk een aparte aanjager “walvoorzieningen” aanstellen. Het ligt voor de hand om dit in nauw overleg en samenwerking met Plattelânsprojekten en de betrokken gemeenten vorm te geven. De aanjager krijgt een soortgelijke tijdelijke functie als de huidige procescoördinator baggeren binnen het projectbureau.
46
Organisatie 2006 - 2013
De prijsvraag voor een nieuw Watersportactiviteitencentrum zal de projectleider van het projectbureau Friese Meren in gang zetten in samenwerking met de beleidsafdeling ERT. Ook voor de Taskforce Regelgeving Toeristisch Bedrijfsleven zal het projectbureau Friese Meren het initiatief nemen. Voor een ontwikkelingsgerichte aanpak is hierbij voldoende ondersteuning vanuit de afdelingen water, landelijk gebied en ruimte essentieel. In werkgroepverband zal samenwerking worden gezocht met branche organisaties als HISWA en RECRON.
7
Voor het evenementenbureau heeft de provincie Fryslân de gedachte om dit aan te haken bij een bestaande organisatie. Fryslân Marketing komt hiervoor als eerste in aanmerking.
C. Innovatieve toepassingen in de watersport Deze maatregelen hebben vooral betrekking op het innovatief gebruik maken van informatie- en communicatietechnologie. Het voorstel is om hiervoor binnen de provincie Fryslân een aparte aanjager aan te wijzen, die de verschillende maatregelen op elkaar afstemt onder de kapstok “innovatieve toepassingen in de watersport”. De verruiming van de brug- en sluisbediening is al uitgewerkt in een plan van aanpak. In dit plan van aanpak is voorgesteld om de verruiming gefaseerd op te pakken: eerst Zuid Fryslân en dan Noord-Fryslân. Voor wat betreft de organisatie is het voorstel om te werken met een aparte klankbordgroep, waarin de provincie en de deelnemende gemeenten bestuurlijk zijn vertegenwoordigd. Over de haalbaarheid van de watersportpas is op dit moment nog onvoldoende bekend. De provincie Fryslân zal als eerste stap voor deze maatregelen moeten komen met een uitgewerkt voorstel, waarvan de haalbaarheid is getoetst. Daar waar de investering van de start-up waarschijnlijk door overheden moeten worden gedaan, zal het bedrijfsleven op onderdelen de investeringen over kunnen nemen.
47
48
8
Investeringsraming en - dekking
Investeringsraming en - dekking 8
8 Investeringsraming en -dekking
8.1 | Spoor I: Doorzetten huidige programma De 2e fase maakt onderdeel uit van het Plan van Aanpak 2000 (opgenomen d.d. 20 december 2000, Provinciale Staten). Hiermee is voor wat betreft spoor I sprake van een al vastgesteld beleidskader. Een overzicht van de projecten in de 2e fase is weergegeven in bijlage 1. De totale kosten van Spoor I in zowel de 1e als 2e fase bedragen € 345 mln. Daarvan was medio 2006 € 245 mln. gefinancierd en in uitvoering of al uitgevoerd. Van de resterende kosten van € 100 mln. in Spoor I is inmiddels € 16 mln. gedekt. Hiervan is € 13,8 mln. opgenomen in de provinciale begroting. (€ 2,2 mln. is afkomstig uit externe financieringsbronnen) Voor de resterende € 84 mln. aan maatregelen zijn wel bestuurlijke intenties uitgesproken, maar is geen financiële dekking geregeld. De totale provinciale bijdrage in de 2e fase van spoor I wordt geraamd op € 50 mln. (50% van € 100 mln.), Het resterende nog te dekken deel van de provinciale bijdrage van spoor I in de 2e fase bedraagt € 36,2 mln. (€ 50 mln. – € 13.8 mln.). De dekking zal worden betrokken bij de begroting 2008 en volgende.
49
Investeringsraming en - dekking
Hierin worden de benodigde voorbereidingskosten voor de 2e fase vanaf 2008 meegenomen. De benodigde voorbereidingskosten voor 2007 zullen tijdelijk worden gefinancierd uit uitvoeringskredieten van Friese Merenprojecten die al in de begroting zijn opgenomen. De overige € 47,2 mln. zal afkomstig moeten zijn van co-financiering door gemeenten, Rijk en Europa. Voor deze co-financiering zal naast gemeentelijke fondsen een beroep worden gedaan op middelen in subsidieregelingen zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkelingen (EFRO), het Fonds Economische Structuurversterking (FES), het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en het Waddenfonds.
8
In onderstaande tabel is de begroting en dekking weergegeven: Begroting spoor I (1e en 2e fase)
€ 345 mln.
Gedekt spoor I (1e fase)
€ 245 mln.
Begroting spoor I (2e fase)
€ 100 mln.
Provinciale/externe bijdrage spoor I (2e fase)
€ 50 mln.
€ 50 mln.
Provinciale/externe bijdrage gedekt spoor I (2e fase)
€ 13,8 mln.
€ 2,2 mln.
Provinciale/externe bijdrage ongedekt spoor I (2e fase)
€ 36,2 mln.
€ 47,8 mln .
Totaal ongedekt spoor I (2e fase)
€ 84 mln.
8.2 | Spoor II: Extra inspanning tot 2013 De extra inspanning tot 2013, spoor II, kost in totaal € 150 mln. extra. Deze extra inspanning is extra ten opzichte van het geraamde budget in het Plan van Aanpak 2000. De provincie Fryslân zal hiervan € 75 mln. bijdragen. In de begroting 2008 zal voor de 2e fase spoor II in de doorkijk voor € 75 mln. aan provinciale middelen worden opgenomen. De overige € 75 mln. zal afkomstig moeten zijn van cofinanciering door gemeenten, Rijk en Europa. Voor deze co-financiering zal naast gemeentelijke fondsen een beroep worden gedaan op middelen in subsidieregelingen, zoals het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkelingen (EFRO), het Fonds Economische Structuurversterking (FES), het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en het Waddenfonds. De extra inspanning bestaat uit een drietal speerpunten met de daarbij behorende projecten. Deze worden in de volgende tabel weergegeven, inclusief de bijbehorende kostenraming.
50
Kosten
Versterking toegangspoort Workum (sluis in spoor I)
2
Versterking toegangspoort Makkum (sluis in spoor I)
2
Versterking toegangspoort Stavoren (sluis in spoor I)
2
Optimalisering toegangspoort Lemmer (geleiding watersport)
2
Versterking toegangspoort Lauwersmeer
1
Versterking toegangspoort Harlingen
5
Verminderen wachttijden Kornwerderzand
2
Optimalisering toegangspoort Zuidoever Tsjûkemar
2
Opwaardering Turfroute Dm klasse en fietsoverstappunten
2
Opheffen knelpunt Leeuwarden in Staande mast route (€ 30 – 40 mln.)
35
Noordelijke Friese Elfstedenroute (1e en 2e fase)
17
Verbinding Drachten-Groningen/Assen (Fries grondgebied)
24
Subtotaal
8
(mln. €)
Investeringsraming en - dekking
Spoor II: Speerpunt grenzeloos varen
96
Spoor II: Speerpunt extra bestedingen aan de wal Masterplannen Ruimtelijke Kwaliteit Watersportkernen
2
Uitvoering masterplan, oa. Passantenplaatsen en speelplekken
13
Uitvoering masterplan: 5 strandjes langs routes
3
Evenementenbureau Fryslân via Fryslân Marketing
0,3
Prijsvraag Watersportactiviteitencentrum Fryslân
0,2
Taskforce Regelgeving Toeristisch Bedrijfsleven
0,5
Subtotaal
19
Spoor II: Innovatieve toepassingen in de watersport Verruiming Brug- en Sluisbedieningstijden
23
Introductie Watersportpas
12
Subtotaal
35
Totaal
150
8.3 | Overzicht dekking 2e fase Onderstaande tabel geeft een overzicht van de noodzakelijke dekking van de totale kosten in de 2e fase. Provincie
Gemeenten, Rijk en Europa
Totaal
Spoor I
€ 50 mln.
€ 50 mln.
€ 100 mln.
Spoor II
€ 75 mln.
€ 75 mln.
€ 150 mln.
Totaal
€ 125 mln.
€ 125 mln.
€ 250 mln.
3)
3)
Inmiddels is € 16 mln. sinds medio 2006 gedekt, waardoor voor spoor I € 84 mln. resteert. De afwijking ten opzichte van medio 2006 is een logisch gevolg van het feit dat spoor I in uitvoering is.
51
Investeringsraming en - dekking 8
8.4 | Economische en ecologische effecten In 2002 is een effectanalyse uitgevoerd op basis van het maatregelenpakket zoals dat was opgenomen in het eerste Plan van Aanpak 2000. Nu voor de 2e fase van het Friese Merenproject een bijgesteld Plan van Aanpak 2006 – 2013 is opgesteld, ligt het voor de hand om ook voor dit nieuwe maatregelenpakket een effectanalyse uit te voeren. Op voorhand is echter al wel iets te zeggen over de “return on investment” (ROI) van deze 2e fase. In de effectanalyse uit 2002 werd een economisch effect berekend van € 20 tot € 25 mln. Bij de uitvoering van de 2e fase mag er minimaal van uit worden gegaan dat dit economische effect wordt gehaald. Zelfs als er geen sprake is van een extra economisch effect zal de ROI , inclusief de extra investering van € 150 mln. uitkomen tussen 4% en 5%. Ter vergelijking: het Ministerie van Financiën hanteert voor infastructuurprojecten een minimum ROI van 4%. Als het voorspelde economische effect wordt gehaald, voldoet het Friese Merenproject ook bij de extra investering van € 150 mln. aan rendementsdoelstellingen, zoals die aan grote infrastructurele projecten landelijk worden gesteld. Dit zal uit een nog uit te voeren effectanalyse moeten blijken. In hoofdstuk 6 is beschreven dat de ontwikkelingsruimte van toeristisch-recreatieve bedrijven in Fryslân steeds meer afhankelijk is van onder andere natuurwetgeving. Een nieuw uit te voeren effectanalyse zou dan ook een gecombineerde economische-ecologische effectanalyse moeten zijn. Een dergelijke analyse kan ook weer input opleveren ten behoeve van de in te stellen Task-Force regelgeving toeristisch bedrijfsleven.
52
53
8
Investeringsraming en - dekking
54
Bijlagen
Bijlagen
Bijlagen
Bijlage 1 Projecten in Spoor I
Gefinancierde projecten € 245 miljoen 1e fase
56
Niet gefinancierde projecten € 100 miljoen 2e fase
64
Bijlage 2 Overzichtskaart 2e fase
66
55
Projecten in spoor I Bijlage 1
Bijlage 1 Projecten in spoor I Gefinancierde projecten € 245 miljoen 1e fase Projectomschrijving
Voortgang
Bestuursovereenkomst Wymbritseradiel Bagger: Verruiming monding Wâldseinster Rakken
C: ontwerpfase
Bagger: verdiepen Nauwe Wimerts bij Woudsend
C: ontwerpfase
Jutrijp: bruggen Soalsleat vervangen (3,00 m, vast)
D: voorbereiding
Heeg: Speelvoorzieningen Rakkenpôle
D: voorbereiding
IJlst: vervangen brug Dijgracht
D: voorbereiding
Heeg: Opwaarderen watersportcentrum Heeg
D: voorbereiding
Woudsend: Opwaarderen watersportcentrum Woudsend
D: voorbereiding
Realiseren spoorwegonderdoorgang fietsers Syp Set
F: uitgevoerd
Aanleg fietspad Blauwhuis - Nijland
F: uitgevoerd
Aanleg fietspad Aldegaester Brekken - Blauwhuis
F: uitgevoerd
Projecten Slotermeer (Kompas) Cluster Lutsmond: gebiedsontwikkeling: wachthaven, zwem-/surfgelegenheid
E: in uitvoering
Wachtvoorzieningen Langebrug Sloten
C: ontwerpfase
Tuigsteigers Sleattemer Gat
C: ontwerpfase
Bagger: Sleattemer Mar: verdiepen bestaande vaargeulen
D: voorbereiding
Bagger: slibvangconstructie Lutsmond
C: ontwerpfase
Bagger: Nieuwe vaargeul Sleattemer Mar Sloten-Lutsmond
C: ontwerpfase
Recreatieeiland Sleattemer Mar bij Lutsmond
B: definitiefase
Inrichtingsplan Sleattemer Mar (onderzoek)
F: uitgevoerd
Projecten Nijefurd (Kompas)
56
Baggerplan Nijefurd: gemeentelijk onderhoud
C: ontwerpfase
Koudum - Hindeloopen: Ophogen Spoarleane over Krúsfeart (verkeersbrug)
C: ontwerpfase
Koudum - Hindeloopen: Ophogen Spoarleane over Krússleat (fietsbrug)
C: ontwerpfase
Quickscan watersportvisie watersportkernen (investering studie)
F: uitgevoerd
Koudum - Hindeloopen: aanlegvoorziening Hindeloopen zuidzijde Yndyk
C: ontwerpfase
Koudum - Hindeloopen: ophogen brug Suderseewei/Yndyk
C: ontwerpfase
Koudum - Hindeloopen: ophogen spoorbrug/Yndyk
C: ontwerpfase
Vaarcircuit Workum: verhogen brug Spoardyk/De Hoarsa
C: ontwerpfase
Beschoeiing Nijefurd: kwaliteitsverbetering
C: ontwerpfase
Rondje Koudum: aanleg passantenhaven Koudum
C: ontwerpfase
Baggerplan Nijefurd: Nije Krúspôle op De Fluezen
C: ontwerpfase
Bagger: jachthavens Nijefurd met haarvaten (procesbegeleidingskosten)
C: ontwerpfase
Baggerplan Nijefurd: provinciaal onderhoud
C: ontwerpfase
Voorzieningen op bestaande eilandjes De Fluezen
C: ontwerpfase
C: ontwerpfase D: voorbereiding E: in uitvoering
Projecten in spoor I
B: definitiefase
Bijlage 1
A: initiatieffase
F: uitgevoerd
Projectomschrijving
Voortgang
Inrichting zuidzijde Tsjûkemar/Lemmer Nautisch recreatiecentrum Oosterzee/Tsjûkemar (publieke deel)
A: initiatieffase
Opwaardering Oosterzee (publieke deel)
E: in uitvoering
Capaciteit Driewegsluis Driewegsluis aanpassen fietsbrug
C: ontwerpfase
Driewegsluis ecologische verbindingszone
C: ontwerpfase
Ontwikkeling Driewegsluis
C: ontwerpfase
Aanlegvoorzieningen Weststellingwerf
C: ontwerpfase
Driewegsluis passantenhaven
C: ontwerpfase
Algemeen uitvoeringsprogramma Gaasterland-Sleat/WestStellingwerf (Kompas) Follegabrug: aanleg wachtvoorziening
C: ontwerpfase
Voorzieningen Sylroede-oever
D: voorbereiding
Oever en kadeproject Langwarder Wielen Oever- en kadeproject Noordoever Langwarder Wielen
B: definitiefase
Oever en kadeproject Noarder Aldewei Oever- en kadeproject Noarder Aldewei-Slachtedijk
C: ontwerpfase
Projecten Langweer Vervanging Kippenbruggetje Langweer
C: ontwerpfase
Opwaarderen Stevenshoek en Oude Haven Langweer
C: ontwerpfase
Voorzieningen havens Langweer
C: ontwerpfase
Opwaarderen strand Langweer
C: ontwerpfase
Algemeen uitvoeringsprogramma (Kompas), incl brug Noarder Aldewei Maatregelen rond brug Noarder Aldewei
C: ontwerpfase
Verbeteren veiligheid Jaansleat/Jeltesleat: verdiepingsbagger, betonning, zicht
E: in uitvoering
Opwaardering strandje Heida (Rohel)
C: ontwerpfase
Faciliteiten haven Scharsterbrug
C: ontwerpfase
Opwaarderen gebied rond Jaansleatbrug
C: ontwerpfase
Wandelpaden polder Bloksloot
C: ontwerpfase
Havenfront Joure passantenhaven Sylroede Ontwikkeling Sylroede Joure Havenfront
A: initiatieffase
57
Projecten in spoor I
Projectomschrijving
Bijlage 1
Vaaras Sneek: Hoogend onderdeel panorarium
F: uitgevoerd
Vaaras Sneek: Hoogend omgeving Waterpoort
F: uitgevoerd
Voortgang
Vaaras Sneek Vaaras Sneek: Prins Hendrikkade: aanlegplaatsen, looproutes
D: voorbereiding
Vaaras Sneek: Grootzand: deel Scharnestr/Schaapmanplein
F: uitgevoerd
Vaaras Sneek: Grootzand: Hoogend/Scharnestraat
F: uitgevoerd
Vaaras Sneek: Balthuskade
F: uitgevoerd
Vaaras Sneek: Toiletgebouw Pampuskade
F: uitgevoerd
Watersportkern Sneek
F: uitgevoerd
Sneek 2e fase De Potten De Potten 2e fase: Kielbotencentrum
D: voorbereiding
De Potten 2e fase: RCN-plan (particulier)
D: voorbereiding
De Potten 2e fase: Restprojecten 1e fase
D: voorbereiding
De Potten 2e fase: Schareiland
E: in uitvoering
De Potten 2e fase: Starteiland (voorzieningen, bereikbaarheid)
D: voorbereiding
De Potten 2e fase: Vaarverbinding Houkemar-Snitser Mar
D: voorbereiding
Rengerspôlle Rengerspôlle: aanlegplaatsen en milieuvoorzieningen
D: voorbereiding
Rengerspôlle: Geau: kadeverplaatsing, aanlegplaatsen, milieuvoorzieningen
D: voorbereiding
Rengerspôlle: De Wyldlannen: kadeverplaatsing, aanlegplaatsen
D: voorbereiding
Rengerspôlle: De Wyldlannen: aanpassing opgaande beplanting
D: voorbereiding
Rengerspôlle: oeverbescherming en inrichting noordelijk deelgebied
D: voorbereiding
Rengerspôlle: De Wyldlannen: vogelkijkhut
D: voorbereiding
Rengerspôlle: Geau: Aanpassing Lange Sâne
D: voorbereiding
Rengerspôlle: Lange Sleat: voorzieningen afvalcontainers
D: voorbereiding
Spoorbrug Akkrum Verhoging Spoorbrug Akkrum
D: voorbereiding
Weidlânbrêge Verbeteren bediening Weidlânbrêge
C: ontwerpfase
Meinesleatbrêge Akkrum Bochtverruiming Meinesleatbrêge
C: ontwerpfase
Bajonet Oude Schouw Bajonetaansluiting PM Kanaal
C: ontwerpfase
Waterfront Grou
58
Bagger: Waterfront Grou
C: ontwerpfase
Waterfront Grou: Uitbreiding passantenhaven
C: ontwerpfase
Waterfront Grou: Voorzieningen
C: ontwerpfase
Waterfront Grou: Wandelpromenade
C: ontwerpfase
Waterfront Grou: Starteiland Pikmar
C: ontwerpfase
Waterfront Grou: Strekdam Pikmar
C: ontwerpfase
Waterfront Grou: Watersportkern opwaarderen
C: ontwerpfase
Birstummer Rak Verbetering oevers en kaden Birstumer Rak
F: uitgevoerd
Algemeen uitvoeringsprogramma traject H Bruggen Alde Boarn Akkrum: Himdyk
C: ontwerpfase
Wisselplekken water-/landrecreatie
B: definitiefase
Passantenhaven Akkrum
C: ontwerpfase
Waterfront Grou: Centrumplan Grou
D: voorbereiding
Pont Akkrum-Joure
F: uitgevoerd
Projecten in spoor I
Voortgang
Bijlage 1
Projectomschrijving
Leeuwarden-Grou Staandemastroute Staandemastroute Grou-Leeuwarden: Bagger:onderhoud,verdiepen, verbreden
D: voorbereiding
Wergeaster Feart Staandemastroute Grou-Leeuwarden: Bagger: Plasberm
D: voorbereiding
Staandemastroute Grou-Leeuwarden: Omleiding Wergea
D: voorbereiding
Staandemastroute Grou-Leeuwarden: Brug Wergea
D: voorbereiding
Staandemastroute Grou-Leeuwarden: Brug Nauwe Galle
F: uitgevoerd
Staandemastroute Grou-Leeuwarden: Tuutzebrug
F: uitgevoerd
Staandemastroute Grou-Leeuwarden: Ecologische oever
D: voorbereiding
Staandemastroute Grou-Leeuwarden: nieuwe oeververdediging
D: voorbereiding
Baggerprojecten Boarnsterhim Bagger: Omgelegde Boarn Akkrum
E: in uitvoering
Klassieke schepenhaven Terherne Klassieke schepenhaven Terherne
D: voorbereiding
Aanlegvoorzieningen Middelseerûte Aanlegplaatsen Weidumerhout
C: ontwerpfase
Aanlegplaatsen Mantgumer Húske
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen Easterwierum
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen tegenover natuurterrein
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen bij Kerkpad Boazum-Dearsum
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen Boazum-Swaanwerd
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen bij brug Maurits
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen Frjentsjerterfeart
D: voorbereiding
Ligplaatsen (vast) Britswert
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen Kromwâl
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen Easterlittens
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen Scharnegoutum Noord
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen Scharnegoutum Centrum
D: voorbereiding
Aanlegplaatsen Scharnegoutum Zuid
D: voorbereiding
Ligplaatsen (vast) Gauw
D: voorbereiding
Middelseerûte 1e fase + 2e fase Bagger: Boazumerfeart omleiden, verdiepen, verbreden
F: uitgevoerd
Brugverhoging Dillesyl
F: uitgevoerd
Brugverhoging Langlânsbrêge
F: uitgevoerd
Brugverhoging Suderdyk
F: uitgevoerd
59
Projecten in spoor I Bijlage 1
Projectomschrijving
Voortgang
Brugverhoging Spyktille
F: uitgevoerd
Brugverhoging Kromwâlsbrêge
F: uitgevoerd
Heeghout Makkum
F: uitgevoerd
Brugverhoging landbouwbrug Bakker
F: uitgevoerd
Brugverhoging landbouwbrug Koopmans
F: uitgevoerd
Brugverhoging landbouwbrug Mauritz
F: uitgevoerd
Brugverhoging landbouwbrug Steneker
F: uitgevoerd
Bagger: Aanleg nieuwe lus Middelseerûte Sneek
F: uitgevoerd
Bagger: Snitser Aldfeart/Middelseerûte
F: uitgevoerd
Bagger: Aanpassing, peilverhoging Snitser Aldfeart
F: uitgevoerd
Brugverhoging Groenedijk (Dompbrêge)
F: uitgevoerd
Brug N 354 (Pasfearbrêge)
F: uitgevoerd
Brug Rondweg Sneek (Nije Griendyksterbrêge)
F: uitgevoerd
Dompsluis
F: uitgevoerd
Nije Griendykstersyl
F: uitgevoerd
Beschermbogen (2x) hoogspanning Scharnegoutum
F: uitgevoerd
Infrastructuur Scharnegoutum
F: uitgevoerd
Brug Legedyk (Hege Syl)
F: uitgevoerd
Fietspad Gau-Goinga
F: uitgevoerd
Fietspad Goinga-Pasfeardyk
F: uitgevoerd
Leeuwarden Bagger: De Potmarge
F: uitgevoerd
Bagger: ingang haven Leeuwarden
F: uitgevoerd
Watersportkern Leeuwarden
F: uitgevoerd
Bagger: Alddeel, oostelijke vaarroute
F: uitgevoerd
Bagger: Stadsgrachten
F: uitgevoerd
Bagger: Willemskade
F: uitgevoerd
Bagger: Nieuwe Kanaal
F: uitgevoerd
Hogebrug naar 3.00m
F: uitgevoerd
Museumhaven
F: uitgevoerd
Aanlegvoorzieningen bij Beursplein
F: uitgevoerd
Voorzieningen Bruine Vloot, Westerkade
F: uitgevoerd
Voorzieningen Prinsentuin
F: uitgevoerd
Voorzieningen in binnenstad
F: uitgevoerd
Aanlegvoorzieningen Westerkade
F: uitgevoerd
Bagger: Wide Greons
F: uitgevoerd
Project singels Leeuwarden
F: uitgevoerd
Lits-Lauwersmeerroute Aanlegplaatsen Stroobosser Trekfeart en Old Knillesdyp
60
F: uitgevoerd
Kollum-PM.kanaal, bebording
F: uitgevoerd
Vervangen Kuikhornsterbrug
F: uitgevoerd
Falomsterfeart-Boskma: wisselplaatsen en kanovoorziening
E: in uitvoering
Aanlegvoorzieningen Zwaagwesteinde
E: in uitvoering
Bagger: Nieuwe opvaart insteekhaven Zwaagwesteinde
E: in uitvoering
Recreatiegebied Zwaagwesteinde
F: uitgevoerd
D.N.Z. aanlegvoorziening jaagpad en eilandje
F: uitgevoerd
Aanlegvoorzieningen Dokkum
F: uitgevoerd
Bagger: Oeververdediging Dokkumer Djip 2002/2006
E: in uitvoering
Bagger: Verdiepen Sylsterryd
E: in uitvoering
Beweegbaar maken van de brug Sylsterryd
E: in uitvoering
Verhogen brug Westergeest
F: uitgevoerd
Verhogen brug Terluine
F: uitgevoerd
Verhogen brug Dellenseweg
F: uitgevoerd
Fietspad Z-zijde Swemmer/Zwagermieden
F: uitgevoerd
Aanlegvoorziening (met) Westergeest
F: uitgevoerd
Aanleg fietspad bij Westergeest
E: in uitvoering
Aanleg 2 vissteigers Westergeest
E: in uitvoering
Aanlegvoorziening Kollum-Centrum
F: uitgevoerd
De Leien; diverse projecten
E: in uitvoering
De Leien: Vogelkijkhut met toegangspad
F: uitgevoerd
De Leien: Fietsbrug bij De Tike
F: uitgevoerd
Bagger: historische vaardriehoek De Leien
E: in uitvoering
De Leijen: Aanlegvoorzieningen
F: uitgevoerd
Promotie- en communicatieplan Lits-Lauwersmeerroute
E: in uitvoering
Swemmer 1e fase: Natuurontwikkeling Zwagermieden
F: uitgevoerd
Aanlegvoorzieningen Opeinde, oeververdediging
F: uitgevoerd
Bagger: Verdiepen Opvaart Eastermar
F: uitgevoerd
Bagger: Vaargeul naar Klein-Zwitserland
F: uitgevoerd
Verhogen brug Zwartkruis
F: uitgevoerd
Vogelkijkhut ZW van Electrabel
F: uitgevoerd
Fietspad Tikefeart
E: in uitvoering
Eastermar water- / landrecratie
F: uitgevoerd
Aanlegplaatsen N van Electrabel
F: uitgevoerd
Fietspad over Polderdijk
F: uitgevoerd
Fietspad Z van Zwartkruis naar Electrabel
F: uitgevoerd
Projecten in spoor I
Voortgang
Bijlage 1
Projectomschrijving
Swemmer 1e Fase Swemmer 1e fase: Bagger: Opslag baggerspecie Zwaagwesteinde
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Fietspad N-zijde Zwemmer
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Aanlegplaatsen Petsleat
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Tuigsteigers N van Falomsterfeart
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Extra kanomogelijkheden Rinsma's Pôlle
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Aanlegvoorziening park (toekomst) Zwaagwesteinde
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Aanlegplaatsen nabij voorm. Depot
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Aanlegvoorziening Kollum (Kollumeroudzijl)
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Aanlegvoorziening Zwagermieden
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Bagger: Herstel oevers en kaden Swemmer
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Natuurlijke oever N van Zwartkruis
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Herinrichting ligplaatsen Burgumermar
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Uitbreiding camping/jachthaven Zwartkruis;
F: uitgevoerd
Swemmer 1e fase: Aanlegplaatsen Z van Kuikhorne
F: uitgevoerd
61
Projecten in spoor I
Projectomschrijving
Bijlage 1
Oever- en kadeproject Van Panhuijskanaal
C: ontwerpfase
Opwaarderen opvaart Allingawier
C: ontwerpfase
Voortgang
Algemeen uitvoeringsprogramma traject L (Kompas) Automatiseren brug Exmorrazijl
B: definitiefase
Afstandsbediening bruggen en sluizen Wûnseradiel
C: ontwerpfase
Oever- en kadeproject Workumer Trekfeart
C: ontwerpfase
Wachtvoorziening brug in Eemswouderlaan
C: ontwerpfase
Tjerkwert: watersportvoorzieningen
C: ontwerpfase
Onderzoek Verbinding Dedgum-Brekken
F: uitgevoerd
Parrega: watersportvoorzieningen
C: ontwerpfase
Wachtvoorziening brug Kanaalweg Allingawier
C: ontwerpfase
Aanlegvoorzieningen Makkumerfeart bij Bolswardergat (Schraard)
C: ontwerpfase
Ontwikkeling Makkum
C: ontwerpfase
Makkum: 1e opwaardering Invalspoort voorzieningen
C: ontwerpfase
Makkum: voorzieningen Havenkantoor en brugbediening
E: in uitvoering
Watersportvoorzieningen Bolsward Verbeteren onderbouw St. Jozefbrug
E: in uitvoering
Onderzoek Opwaarderen vaarverbinding Bolsward-Westhem-Aldegeaster Brekken F: uitgevoerd Waterplan Bolsward
F: uitgevoerd
Aanlegvoorzieningen voor kano's in Bolsward
F: uitgevoerd
Polderhoofdkanaal Brug van Houten (heeghout)
C: ontwerpfase
Dam Geawei
C: ontwerpfase
Brug Domela Nieuwenhuisweg: remmingwerk
C: ontwerpfase
Brug Hoekstra
C: ontwerpfase
Brug Zuidersluis
C: ontwerpfase
Zuidersluis
C: ontwerpfase
Oeverbescherming
C: ontwerpfase
Aanlegplaatsen Opsterland
C: ontwerpfase
Bagger: ter hoogte van Slûswei
C: ontwerpfase
Brug Drachtster Heawei
C: ontwerpfase
Brug van Amsterdam
C: ontwerpfase
Brug Stoker
C: ontwerpfase
Brug Krúswei
C: ontwerpfase
Brug Idzenga -> Brouwer ontsluitingweg
C: ontwerpfase
Noordersluis
C: ontwerpfase
Brug Noordersluis
C: ontwerpfase
Ooeverbescherming
C: ontwerpfase
Aanlegplaatsen Smallingerland
C: ontwerpfase
Aquduct Houkesleat Aquaduct Houkesleat
62
F: uitgevoerd
Jeltesleat, Woudsend, Galamadammen Aquaduct Galamadammen
E: in uitvoering
Aquaduct Jeltesleat
E: in uitvoering
Aquaduct Woudsend
E: in uitvoering
Wellebrug Woudsend
C: ontwerpfase
Geau Aquaduct Geau
Projecten in spoor I
Voortgang
Bijlage 1
Projectomschrijving
E: in uitvoering
Baggeren, onderhoudsbagger prov. vaarwegen Bagger: vaargeul JF-kanaal in De Fluezen en Hegemer Mar
C: ontwerpfase
Herstel oever/kade Lytse Jerden, zuidkant Sleattemer Mar
B: definitiefase
Herstel oever/kade De Morra/Lytse Pôle (Galamadammen)
D: voorbereiding
Herstel oever/kade Soalsleat (Jutrijp)
F: uitgevoerd
Bagger: Helomafeart noord (Prov)
F: uitgevoerd
Bagger: Driewegsluis (Prov)
F: uitgevoerd
Bagger: Helomafeart zuid (Prov)
F: uitgevoerd
Bagger: Sleattemer Gat bij Sleattemer Mar
D: voorbereiding
Bagger: Follegasleat (Prov)
F: uitgevoerd
Bagger: Pier Christiaansleat (Prov)
F: uitgevoerd
Bagger: Wite Brekken, Woudfeart
F: uitgevoerd
Bagger: route Langsturtepoel-Langwarder Wielen/-feart
F: uitgevoerd
Bagger: Terkaplester Puollen
F: uitgevoerd
Bagger: Lytse Krús
F: uitgevoerd
Bagger: Skarster Rien
F: uitgevoerd
Bediening brug Terkaple
F: uitgevoerd
Bagger: Gasthuissingel Bolsward
F: uitgevoerd
Bagger: Stadsgrachten Bolsward
F: uitgevoerd
Bagger: Spoorhaven Stavoren
E: in uitvoering
Baggerplan Nijefurd: Koudumer Feart
F: uitgevoerd
Baggerplan Nijefurd: It Far
F: uitgevoerd
Baggerplan Nijefurd: Swarte Wâlde (Zwarte Woude)
F: uitgevoerd
Watersportpoort Stavoren (onderzoek)
E: in uitvoering
Baggerplan Heeg: Graft
D: voorbereiding
Baggerplan vaarwegen rond IJlst
F: uitgevoerd
Bagger: Heeg: Tsjerkesleat
D: voorbereiding
Bagger: Heeg: Weinsleat
D: voorbereiding
Bagger: verdiepen De Welle tot aan brug industrieterrein
D: voorbereiding
Bagger: Oudega: Haven / Flakke Brekken
D: voorbereiding
Bagger: Gaastmeer: Opvaart Piter Bouwessleat
D: voorbereiding
A: initiatieffase B: definitiefase C: ontwerpfase D: voorbereiding E: in uitvoering F: uitgevoerd
63
Projecten in spoor I Bijlage 1
Niet gefinancierde projecten € 100 miljoen 2e fase Projectomschrijving Bagger: vaargeul naar Elahuizen (Nijegeasterfeart) Baggerwerken Gaasterlân-Sleat Korte Jerden: boezemuitbreiding, waterkwaliteitsverbetering Realisering passantenhaven Balk Vooroevers Korte Jerden Sleattemer Mar Ontwikkeling Luts - verbinding Friese Meren Bagger: verdiepen geulen naar Langehoekspôlle Sluis Stavoren: verdubbelen schutcapaciteit Bagger: Slotermeer gebied binnen vaargeulen Kanoroute en ecologische verbindingszone Lutsmond - It Swin Kanoroute en ecologische verbindingszone Sleattemer Mar - De Kûfurd Noordoever Slotermeer: aanlegplaats en vissteiger Vooroevers noordoever Sleattemer Mar Herinrichting Sloten Herstel oever/kade Wide Wimerts (Heeg <> IJlst) Fietsbrug Broeresleat verhogen Ruitenschildbrug verhogen PM-sluis Lemmer: scheiding recreatieve en beroepsvaart Vaargeul Grutte Brekken: scheiding recreatieve en beroepsvaart Wetterskip: Oever-/kadeproject Brandemar-zuidz, Haringsleat/Riensleat-zuidz Wetterskip: Oever-/kadeproject De Ie-westz Faciliteiten haven Scharsterbrug Oever- en kadeproject De Hoek, De Kûfurd Ontwikkeling gebied rond Put van Nederhorst Birstumerrak (alleen recreatief) Bruggen Alde Boarn Akkrum: overige Inrichten passantenvoorzieningen Akkrum Oevervoorzieningen Omgelegde Boarn Akkrum Oevervoorzieningen Alde Boarn Akkrum Passantenplaatsen Wergea Trailerhelling Wergea Verhoging Jirnsumerbrêge Waterfront Grou: Blikpôle
64
Projecten in spoor I Bijlage 1
Projectomschrijving Waterfront Grou: Herinrichting Meersweg Bagger: Alde Boarn Akkrum Bagger: Snitser Aldfeart Opwaarderen Bangafeart Verhoging Hoflânsbrêge Rijksweg 32 Grou Verhoging spoorbrug Grou Verhoging Brug Biensma Waterfront Grou: Steigers GWS/Aqua Marina herinrichten Verbetering oevers en kaden Birstumer Rak Bagger: route kleine recreatievaart Leeuwarden-Grou (sloepenroute) Route kleine recreatievaart Leeuwarden-Grou (sloepenroute) Spoorbrug Boazum Spoorbrug Alddeel Doorgraving Kurkemar - Nije Kanaal Aandachtsgebied Historisch Centrum incl. Prins Hendrikbrug Toeristische ontwikkeling Leeuwarden-O Spoorbrug Zwaagwesteinde Aanpassen sluisdrempeldiepte Workum De Grûns: kade Nieuwe verbinding Workum - Hindeloopen Realisatie rolsteigers bij De Punt Sluis Makkum: onderzoek Verbeteren doorvaart door Workum (baggerwerk) Walbeschoeiing bij De Punt Workum: Stedspôl en zone IJsselmeer-Workum-centrum Workumervaart: trailerhelling en visplaatsen Parregea Dorpsvernieuwing Tjerkwert: dorpsvernieuwing Verdiepen Sluis Makkum Wisselplaats Van Panhuyskanaal bij Kakeshoek De Hemmen: sanitaire voorzieningen en speelvoorzieningen Stelpost Integrale projecten Voorbereidingskosten
65
Bijlage 2 Overzichtskaart 2e fase
66
Projecten Friese Meren
R
Plan van Aanpak 2006 - 2013
trajecten en uitvoeringsfase:
Dokkum J+
spoor I A B C D F G H H+ I J J+ K L M
Stavoren - Sneek - Nijefurd Galamadammen - Slotermeer Slotermeer/Lemmer - Linthorst-Homansluis Tjeukemeer - Sneekermeer Sneek Drachten - Leeuwarden Akkrum - Leeuwarden Boarnsterhim Sneek - Leeuwarden Leeuwarden Noordelijke Staandemastroute Drachten - Lauwersmeer Makkum/Bolsward - Fluessen Polder Hoofdkanaal
Kollum St. Annaparochie
Zwaagwesteinde
K
Leeuwarden J+
J
Burgum
Franeker Harlingen
spoor II M+ N O P Q R
Stiens
O Berlikum
Turfroute Harlingen - Kornwerderzand Noordelijke Elfstedenroute Drachten - Groningen Drachten - Assen Lauwersmeer
P N
G H I
Drachten Q
H+ Grou
Fase 1
M
trajecten
Bolsward
Makkum
Nij Beets
Fase 2
Akkrum
F
Sneek
spoor I spoor II L
M+
IJlst
toegangspoorten
Gorredijk
Oosterwolde
D
Workum
A
Joure
Heerenveen M+
St. Nicolaasga
Koudum
B
C
Bron: 0
2.500
5.000
7.500 m
Bestanden zijn aan gebruiksrestricties onderhevig 27-11-2006 j:\opdracht\arcgis9projecten\ friese meren project\friesemeren compleet\PvA2006tot2013.mxd
kaart: Beleidsinformatie, Cartografie & Vormgeving
Lemmer
Wolvega
Appelscha
Doelstelling Friese Merenproject 2
Colofon Uitgave: Tekst: Vormgeving: Foto’s: Drukwerk:
Provincie Fryslân, postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden Projectbureau Friese Merenproject Omslag; Wiepkje Kooistra, C2. Binnenwerk: Annelies Ruesink, provincie Fryslân Hermanicus, Het Hoge Noorden, Skylab en Kick Dull Provincie Fryslân
Oplage:
750
Informatie: Meer informatie kunt u vinden op www.friesemeren.nl en voor vragen en opmerkingen kunt u zich wenden tot
[email protected] of tel 058-2925862
67
68
2
Doelstelling Friese Merenproject