ŠkodaAuto RADIO-NAVIGATIE-SYSTEEM AMUNDSEN SIMPLY CLEVER

SIMPLY CLE VER

www.skoda-auto.com

Navigace Amundsen Octavia, Superb, Yeti holandsky 05.09 S00.5610.66.32 3T0 012 149 AT

Amundsen.indd 1

ŠkodaAuto RADIO-NAVIGATIE-SYSTEEM AMUNDSEN

26.3.2009 12:45:21

Skoda Auto werkt continue aan de doorontwikkeling van alle typen modellen. Heeft u er alstublieft begrip voor, dat daarom ten alle tijde veranderingen van de levering in vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn. De gegevens met betrekking tot de leveringsomvang, het voorkomen, de prestaties, maten, gewichten, brandstofverbruik, normen en functies van de auto beantwoorden aan de stand van de informatie op het moment van sluiting van de redactie. Enkele van de uitvoeringen zijn mogelijkerwijs pas later leverbaar (informatie geeft uw lokale Škoda-dealer) of worden slechts op bepaalde markten aangeboden. Daarom kan er niet gereclameerd worden naar aanleiding van de aanduidingen, afbeeldingen en beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing.

Amundsen.indd 2

Nadruk, kopiëren, vertaling of een ander gebruik, ook uitzonderingen, is zonder schriftelijk toestemming van Skoda Auto niet toegestaan. Alle rechten volgens het auteursrecht blijven uitdrukkelijk aan Skoda Auto voorbehouden. Onder voorbehoud van veranderingen van dit werk. Uitgegeven door: ŠKODA AUTO a.s. © ŠKODA AUTO a.s. 2009

26.3.2009 12:45:24

s3as.book Page 1 Wednesday, April 15, 2009 11:15 AM

Inleiding U heeft voor een Škoda voertuig gekozen, dat met een radio-navigatiesysteem Amundsen (in het vervolg alleen navigatiesysteem genoemd) is uitgerust - wij danken u voor uw vertrouwen. Wij raden u aan, deze handleiding aandachtig te lezen, zodat u uw navigatiesysteem snel en volledig leert kennen. Hebt u verdere vragen of problemen met uw navigatiesysteem, contacteer svp uw erkende Škoda servicepartner of importeur. Afwijkende nationale wettelijke regelingen hebben voorrang, op de informatie gegeven in deze handleiding. Wij wensen u veel vreugde met uw navigatiesysteem en altijd een goede rit. Uw Škoda Auto


2

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave Algemene aanwijzingen

...........

3

Uitrustings overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3

Belangrijke aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

4

Bereik toets SETUP

...................

10

Toon instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

10

Systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

10

Instellingen radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

10

Instellingen verkeersradio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

11

Instellingen beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

11

Instellingen media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

11

Navigatie-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

12

Gebiedskeuzetoets RADIO

........

13

Radiomodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

13

Verkeersradio functie TP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

15

Bereik toets TRAFFIC

................

16

TMC verkeersmeldingen aantonen . . . . . . . . . . .

16

Bereik toets MEDIA

..................

17

Algemene aanwijzingen voor de cd uitrusting

17

Hoofdmenu MEDIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

17

Audio-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

19

MP3 en WMA bestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

20

Externe bronnen* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

22

Bereikstoets NAV (Navigatie)

...

24

Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

24

Doel invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

27

Doelgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

28

Routebegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

30

Trefwoordenlijst

34

.......................


Algemene aanwijzingen

Algemene aanwijzingen Uitrustings overzicht

Afb. 1 Radio - Overzicht 1 Bedieningsknop A

2 A

A voor het in-/uitschakelen (indrukken) van het apparaat en voor het instellen van het volume (draaien) van de actueel weergegeven audiobron Bereik selectie toets voor het selecteren van het toepasselijke menu:

− RADIO – schakelt de operatie van de radio aan en verwisseld het frequentiebereik van de radio − MEDIA – schakelt over naar de laatst gespeelde mediagolf of kiest een andere mediagolf − PHONE - geluid uitschakelen (mute)

3


4


3 A

4 A 5 A

6 A 7 A

− NAV - schakelt de navigatie in

11 Functietoetsen - de functie van de betreffende toets wordt op het A

− TRAFFIC (verkeer) - schakelt de aanduiding van de opgeslagen TMC verkeersmeldingen (Traffic-Message-Channels) in = kanaal met verkeersberichten

12 Opslagkaart schacht: SD kaarten (Secure Digital) en MMC kaarten A

− SETUP - maakt instelling voor het gekozen bereik mogelijk og : de terugdraai en voorwaarts toetsen funtioneren op de respectievelijke ’actieve’ audiobron − RADIO operatie - voor het kiezen van een zender uit de zenderof opslaglijst. − MEDIA operatie - voor de selectie van de vorige resp. volgende titel (kort indrukken), snel voor-/achteruit spoelen (lang indrukken) CD-schacht Touch screen (Tast display): Met kleur omrandde gebieden op het beeldscherm zijn op dat moment ’actief’ en worden bedient via aanraking van het beeldscherm Ejectie toets - kort drukken, om een ingelegde CD voor uitnemen in de uitneempositie te stellen º - herhaalt extra informatie, afhankelijk van de huidige modus − RADIO operatie - schakelt de radio-tekstmeldingen in/uit − MEDIA operatie - wisselt tijdens de weergave MP3/WMA tussen de weergave van de tijd van de titel en de naam van de titel. − NAV operatie - toont de informatie over de voertuigpositie en maakt verdere functies mogelijk (vlaggetjesreisdoel, routelijst, gedeelte blokkeren) − TRAFFIC operatie - toont de actueel ontvangen TMC-zender. y keert van een menu terug naar het daarvoor gekozen menu AUX stekker voor het aansluiten van een externe audiobron Menu-bedieningsknop − Een functie of submenu markeren, een waarde instellen (draaien)

8 Taste A 9 A 10 A

− Een functie of submenu kiezen, een waarde bevestigen (draaien)

display getoond (Multimedia Cards) met een geheugencapaciteit tot 4 GB en SDHC kaarten (Secure Digital High Capacity) met een geheugencapaciteit tot 32 GB en afmetingen van 32 mm x 24 mm x 2,1 mm worden ondersteund. De schacht voor de opslagkaart bevindt zich naast het beeldscherm. Symboolverklaring * de uitrustingen die zo gemarkeerd zijn worden standaard alleen in bepaalde modellen gemonteerd of worden als speciale uitrusting geleverd.

Eind van een hoofdstuk. b Het hoofdstuk gaat op de volgende bladzijde verder.

Belangrijke aanwijzingen Waarborg Dezelfde garantie condities gelden voor de uitrusting als voor nieuwe voertuigen. Na afloop van de garantie wordt een nodige reparatie van uitrusting gunstig met een generale revisie, nieuwe uitrusting met onderdelen garantie vervangen. Een voorwaarde alhoewel is dat er geen behuizingsschade aanwezig is en geen niet toegelaten reparaties zijn ondernomen.

Aanwijzing Een schade in de bedoeling van de garantie mag niet aangebracht zijn door verkeerde behandeling van het systeem of door niet bevoegde herstellings pogingen. Bovendien mogen geen uiterlijke schades aanwezig zijn.



Aanwijzingen voor de bediening van het navigatiesysteem De vereisten in het huidige verkeer vereisen van de bestuurder de volledige concentratie op de rit. De uitgebreide en kieskeurige uitrustingsdetails van dit systeem bieden u - naast de onderhoudmogelijkheden - ook verschillende informatie aan om u te helpen uw doel snel en zeker te bereiken. Alleen dan, wanneer de verkeerstoestand het toelaat, zou u het navigatiesysteem met zijn talrijke mogelijkheden bedienen. Het volume van de luidsprekers zal zo ingesteld zijn, dat akoestische signalen van buiten, zoals b.v. een alarm hoorn van regeringsvoertuigen (Politie, ambulance en brandweer), altijd goed te horen zijn

ATTENTIE! Svp geef voornamelijk attentie op het besturen van uw voertuig! Als bestuurder draagt u de volle verantwoordelijkheid voor verkeersveiligheid. Gebruik de functies alleen op een manier dat u in alle verkeersituaties de controle over uw voertuig behoud!

Voor u het navigatiesysteem gebruikt

• •

Let u, gedurende het rijden, svp op de toepasselijke verkeersvoorschriften.

Straat- en plaatsnamen kunnen worden veranderd. Het kan dus zijn dat in uitzonderlijke gevallen, de opgeslagen namen op de CD, niet overeenstemmen met de veranderde namen.

•

De, van het navigatiesysteem berekende route, is een aanbeveling om uw reisdoel te bereiken. Gedurende het rijden, let u svp op stopsignalen, verkeerslichten, een weg straten, spoorwisselings verbod, kanalen en veerboten.

ATTENTIE! Verkeer regulaties zijn altijd geldig (StVO), zelfs wanneer een rijaanbeveling de StVO tegenspreekt.

•

Voorzichtig!

Het inschuiven van een tweede CD, terwijl een reeds ingelegde CD wordt vrij gegeven, kan het CD aandrijving in de uitrusting vernietigen. Denk er aan dat de CD vrijgave na het drukken van de Uitwerptoets enkele seconden duurt. Gedurende deze tijd is de afsluiting van de CD schacht geopend. Wacht absoluut de tijd van de CD vrijgave af, alvorens u verzoekt een nieuwe CD in te schuiven.

•

Druk niet te hard op de knoppen van de uitrusting om beschadigingen te voorkomen. Voor de bediening van de uitrusting voldoet een zachte druk op de toets. Denk er aan, dat de bedieningsknoppen zekerheidsinstellingen hebben, om het risico van beschadiging te verminderen.

•

Gebruik geen scherpe artikelen voor de bediening van het touchscreen. Voor de bediening is een lichte vingerdruk voldoende. Een aanduiding in het display, dat door het aantikken niet kan worden opgeroepen, is op die tijd dan ook niet oproepbaar.

•

Denk er aan dat een vervuilde of gekraste navigatie CD de snelheid en de functies van de navigatie ernstig beschadigen kan.

Beeldscherm onderhoud Behandel het display voorzichtig, omdat door vingerdrukken of aanraking met spitse voorwerpen indrukken of krassen kunnen ontstaan. Vingerafdrukken op het display kunt u met een vochtige doek en indien nodig met alcohol verwijderen.

Aanwijzing Gebruik geen oplosmiddels zoals benzine of terpentine, omdat deze de oppervlakte van het display kunnen beschadigen.

Diefstalbeveiliging De antidiefstalcodering van uw navigatiesysteem verhindert het in gebruik nemen van het systeem na een spanningsonderbreking, bijv.

5


6

Algemene aanwijzingen tijdens een reparatie of na diefstal. Na het loskoppelen van de accu, na het scheiden van het navigatiesysteem van de boordspanning van de auto en na een defect van een zekering, bent u verplicht de code in te voeren alvorens u het systeem weer in gebruik kan nemen. Code invoeren – Indien na het inschakelen een tastveld verschijnt met het verzoek om de code in te voeren, moet de uitrusting door het invoeren van correcte, vier nummer code worden ontsloten. Het aantal toegestane pogingen wordt in de onderste beeldschermregel getoond. – Tikt u direct op de beeldschermweergave van een cijfer aan in het cijferblok 0 tot 9 . Het nummer wordt opgenomen in het invoer ondergedeelte. – Na het invoeren van een vier nummer volgorde, wordt het nummerblok grijs (inactief) en kunnen er niet meer nummers in het invoer onderdeel overgenomen worden. – Tikt u op Wissen in het beeldscherm om cijfers in de invoerregel van rechts naar links te verwijderen en zo uw invoer, indien nodig, te corrigeren. – Wordt het correcte code nummer in het invoer onderdeel aangeduid, tik OK . Code nummer Het code nummer kan alleen ’on-line’ via het Škoda systeem worden aangevraagd, om zodoende nog een betere diefstalbescherming te verzekeren. In noodgeval contacteer svp uw erkende Škoda service partner. Verkeerd Code nummer Wordt er bij het invoeren van de code een verkeerd code nummer bevestigd, kan de procedure nog twee keer herhaald worden. Het aantal pogingen wordt u in een onderste beeldschermregel getoond. Indien de code voor een derde keer verkeerd is ingevoerd, wordt de uitrusting voor ca. een uur geblokkeerd. Na het verloop van een uur, terwijl het apparaat en het

contact ingeschakeld zijn, is het mogelijk om de invoer van de veiligheidscode te herhalen. Indien drie ongeldige pogingen opnieuw worden ondernomen, is het navigatiesysteem opnieuw geblokkeerd voor een uur. De cyclus - drie pogingen, een uur geblokkeerd - is hierna opnieuw geldig.

Aanwijzing De code is normaal gezien opgeslagen in het combinatie instrument. Hierdoor wordt het automatisch gedecodeerd (Comfort-codering). Daarna is normaal een handmatige code invoer niet nodig.



Bediening gedurende het rijden

Persoonlijke instellingen

De vereisten van het huidige verkeer vereisen altijd de volle aandacht van de bestuurder.

Uw auto kan met t/m vier sleutels uitgerust zijn. Individuele instellingen van het apparaat zijn altijd toegewezen aan de sleutel die op dat moment in het contactslot steekt. In de praktijk betekent dit: wanneer u een andere sleutel gebruikt, wordt de instelling van het apparaat toegepast, die aan de sleutel is toegewezen.

ATTENTIE!

• Besteedt u in de eerste plaats uw aandacht aan het autorijden. Wanneer de bestuurder afgeleid wordt kan dat tot ongevallen en verwondingen leiden.

• Laat u niet afleiden van het verkeer door instellingen of door het gebruik van het gereedschap. •

Gebruik de uitrusting alleen, wanneer de straat-, weers en verkeersomstandigheden dit toelate en u niet kunt afgeleid worden.

• De verschillende volume-instellingen dienen zodanig gekozen te zijn, dat geluidssignalen van buitenaf, zoals bijvoorbeeld een sirene van politie en brandweer, ten alle tijde goed te horen zijn. Aanwijzing

Afhankelijk van het land zijn enkele functies van het radio-navigatiesysteem aan een bepaalde snelheid niet meer kiesbaar in het beeldscherm. Dit is geen fout in de functie, maar correspondeerd met de wettelijke voorwaarden van het land.

Systeem in- en uitschakelen 1 wordt het systeem in– Door het drukken van de bedieningsknop A en respectievelijk uitgeschakeld.

De laatste, voor het uitschakelen van de actieve radiobron wordt teruggegeven. Indien de uitrusting is ingeschakeld, en wordt de sleutel uit het contactslot genomen, dan wordt de uitrusting automatisch uitgeschakeld. U kan dan de uitrusting opnieuw inschakelen. Bij een uitgeschakeld contact sluit het systeem zich na ca. een half uur automatisch af (bescherming tegen het ontladen van de batterij van het voertuig). Deze procedure kan willekeurig herhaald worden.

Bediening - algemeen

Speciale functies Parkeerhulp* Indien een voertuig met een ’parkeerhulp’ is uitgerust, wordt na de activering op het beeldscherm de afstand tot de hindernis aangeduid. Climatronic* Indien uw voertuig is uitgerust met Climatronic, krijgt u bij het veranderingen van de instelling een melding te zien op het beeldscherm.

BAT-32H1069

Afb. 2 Menu radio

Het beeldscherm van de uitrusting is een zogenaamde Touchscreen (tast display). Gekleurde omrande bereiken op het display zijn huidig ’actief’

7


8

Algemene aanwijzingen en worden door het beroeren van het display in het actieve bereik bedient. Actieve bereiken waarmee een functie of een menu opgeroepen D /A F genoemd. worden, worden ’Functietoetsen’ A

Invoerscherm voor vrije tekst

In het hoofdmenu wordt de volgende informatie getoond: A de gekozen radiozender (de frequentie of de naam ervan); A B geselecteerde frequentieband; A C activering voor de ontvangst van de verkeersberichten; A E huidig menu. A

’Pop-up raam’ F Tik de functie toets (aan) op het display wordt een zogenoemd ’pop-up raam’ A geopend, waar alle instellings opties vertoond worden.

Tik kort op de gewenste instellingsoptie. Het pop-up venster verdwijnt en de nieuw geselecteerde instellingsoptie wordt in de functietoets weergegeven. ’Checkbox’

BAT-32H1085

Afb. 3 Invoer masker voor het invoeren van vrije tekst

In sommige menu's heeft u de mogelijkheid, vrije tekst in te voeren, b.v. bij de invoer van een nieuw doel of bij het zoeken naar de naam van een bijzonder reisdoel.

Sommige functies kunnen alleen maar in- of uitgeschakeld worden.

– Tik OK , om een volgorde, aangeboden door te uitrusting, over te nemen, of tik Wissen , om het teken uit de invoerlijn te verwijderen.

Voor een functie die alleen aan- of uitgeschakeld kan worden, bevindt er zich een zogenoemde ’Check box’. Een vinkje in de check box 7 toont aan dat de functie ingeschakeld is, een lege check box 8, toont aan dat die uitgeschakeld is.

– Tik in de invoer masker op een nummerblok aangeduid teken, om deze in de invoerlijn over te nemen.

Voor het aan- of uitschakelen tik eenmaal kort op de betreffende functie toets.

– U kunt de teken volgorde in de invoerlijn ook verwijderen of veranderen en ook extra tekens invoeren. Verdere invoer mogelijkheden: 4 - wisselt van grote naar kleine letters en omgekeerd. 5 - opent het invoer masker voor nummers en speciale tekens. De functie toets schakelt over naar A-Z . Tikt u op A-Z , om weer naar de invoermogelijkheid van de letters te wisselen.

- Spatiebalk, voor de ingave van een spatie. of b - bewegen de cursor in het invoerlijn van links naar rechts. ÄÜ - opent een pop-up venster met speciale letters.


Algemene aanwijzingen Wissen - verwijdert tekens in de invoerregel, vanaf de cursorpositie van rechts naar links.

Op letters gebaseerde bijzondere tekens selecteren Bij de invoermogelijkheden zijn sommige letters aanvullend door een kleine driehoek ’a’ gekenmerkt. Deze geeft weer, dat op deze letter gebaseerde bijzondere tekens kunnen worden geselecteerd. Houdt uw vinger op de overeenkomstige functietoets gedrukt, totdat een pop-up venster met dit bijzondere teken zichtbaar wordt. Neemt u het gewenste teken over door het, in de invoerregel, aan te tikken - het pop-up venster wordt gesloten. Wordt geen invoer overgenomen, dan sluit het pop-up venster na enkele seconden automatisch.

Invoermasker ter selectie van het doeladres

BAT-32H1086

Afb. 4 Invoermasker ter selectie van het doeladres

Bij de invoer van het doeladres is het alleen mogelijk, de tekens in de volgorde in te voeren, die met de in de navigatie opgeslagen doelen overeenkomen.

Reisdoel beperken en uit de lijst selecteren – Gedurende het invoeren kunt u ten alle tijden door het aantikken van de functietoets Lijst/OK een lijst van de nog te kiezen reisdoelen openen. Daar worden alleen nog de reisdoelen aangegeven, die in overeenstemming zijn met de reeds ingevoerde gegevens en tekens in de invoerregel en die nog uit het navigatiegeheugen te selecteren zijn. – In de invoerregel wordt het aantal nog te selecteren reisdoelen weergegeven als dit aantal minder dan 99 doelen is. – Zijn er minder dan zes reidoelen te selecteren, wordt de invoermogelijkheid automatisch gesloten en wordt een lijst met de mogelijke reisdoelen getoond.

9


10

Bereik toets SETUP

Bereik toets SETUP Toon instellingen Door de SETUP toets in te drukken en de functietoets Toon in RADIO bedrijf aan 10 te tikken kunt u de volgende parameters m.b.v. de menubedieningsknop A kiezen:

•

Volume - Max. inschakelvolume , Verkeersberichten (TP) , Navigatie volume en Snelheidsafh. volume - volume bij het inschakelen, volume inkomende verkeersbe-

richten, volume van de navigatiemeldingen en aanpassen van het volume afhankelijk van de snelheid;

• • • • • •

Treble - instelling hoge tonen; Midtone - instelling middentonen; Bass - instelling lage tonen; Balance - Instelling tussed de linkse en rechtse luidsprekers; Fader - instelling van de volumeverhouding tussen voor en achter; EQ-settings * (EQ instellingen) - equalizer instellen (linear, spraak, rock, klas-

seik, dans);

•

Surround * - instellingen van het surround geluid.

GALA functie Uw radio - verhoogt automatisch het volume bij toenemende snelheid. Een hoger instelling veroorzaakt een sterkere verhoging in het volume.

U kunt kiezen uit de volgende parameters:

• • •

Taal - menutaal voor de displays en berichten; Toetsenweergave - toetsenweergave voor tekstinvoer; Tijd aircoweergave * - heeft uw auto Climatronic, dan wordt bij activatie de

wijziging van de instelling getoond;

• • •

Beeldscherm - instelling van de helderheid van het beeldscherm; Fabrikinstellingen - fabrikinstellingen; Status sd-kaart - op het beeldscherm wordt informatie over de complete

geheugencapaciteit van de sd-kaart en hoe groot het geheugen is dat de navigatiegegevens opslaat getoond;

•

Sd-kaart verwijderen - sd-kaart verwijderen.

Instellingen radio Druk de toets SETUP in RADIO bedrijf in. Verkeersberichten in- of uitschakelen – Indien u de ontvangst van verkeersberichten in of uit wilt schakelen, druk dan de functietoets Verkeersinfo (TP) in. Zender keuze via de pijltoetsen opslaan Pijltoetsen

Aanwijzing 10 of De instelling van de toonparameters kunt u d.m.v. de menubedieningsknop A m.b.v. de functietoetsen + of - uitvoeren.

Systeeminstellingen Druk op de SETUP toets en kies de functietoets Systeem .

– Door Zenderlijst of Geheugenlijst aan te tikken zet u de bron in, waarbij in RADIO bedrijf m.b.v. de pijltoetsen de zenders gekozen moeten worden. Wordt de Opslaglijst gekozen, wordt gedurende de zender doorschakeling met de pijltoetsen alleen de opgeslagen zenders opgeroepen. Op het display wordt het symbool ’ @ ’ weergegeven.


Bereik toets SETUP RDS functie in- of uitschakelen (RDS-Regionaal)

Helderheids niveau

– Tik de toets RDS Regional (RDS regionaal) (regionale zender) en kies in het geopende Pop-up raam een instelling.

– Druk op de functietoets Helderheid en kies in een pop-up venster de gewenste instelling van de helderheid (5 standen).

– Tik de toets Automatisch , wordt voor de beluisterde radiozender altijd de frequentie gekozen, die op dat moment de beste ontvangst heeft.

– Voor de automatische correctie van de helderheid afhankelijk van de lichtverhoudingen in de auto wordt een lichtsensor gebruikt die in de hoek rechtsboven in de frontpaneel is aangebracht.

– Tik de toets Vast , en de uitrusting probeert een regionale radiozender zolang te behouden, tot de ontvangst kwaliteit zo slecht wordt dat een programma verlies drijgt.

Dag/nacht

Opgeslagen zenders wissen Favouriten wissen

– Tik de functie toets Dag/Nacht en kies in het Pop-up raam een instelling.

– Tik de functie toets Alle (opslaglijst verwijderen) en bevestig de volgende veiligheidsvraag om alle opgeslagen radiozenders in de opslaglijst te verwijderen.

– Tik de functie toets Automatich , indien de map vertoning afhankelijk van het in- of uitschakelen van de lichten van het voertuig van nacht naar dag vertoning veranderd moet worden.

Instellingen verkeersradio Druk op de gebiedskeuzetoets TRAFFIC en vervolgens op de gebiedskeuzetoets SETUP . Verkeersmeldingen in- of uitschakelen Verkeersmelding (TP) Een vinkje in de checkbox 7 toont aan, dat de verkeersmelding is ingeschakeld.

– Tikt u op de functietoets Dag of Nacht , om voor de kaartweergave handmatig de nacht- of daguitvoering vast te leggen. Bevestigingstoon – Tik de functie toets Bevestigingstoon en kies in het Pop-up raam een instelling. – Tik Aan of Uit , om de toon ter bevestiging van de bediening van een functie toets op het beelscherm in- of uit te schakelen.

Dynamische route dynamische route Opent een pop-up venster waarin ingevoerd wordt of bij de routeberekening met ontvangen TMC-verkeersberichten rekening gehouden moet worden.

Instellingen beeldscherm Druk in RADIO bedrijf op de toets SETUP en vervolgens op de functietoetsen Systeem en Beeldscherm .

Instellingen media Druk de toets SETUP in MEDIA bedrijf in. Functie toetsen in het menu - Media

•

Verkeersinfo (TP) - een haakje in de checkbox 7 betekent dat de functie verkeersinfo ingeschakeld is.

11


12

Bereik toets SETUP

•

Scan/Mix/Herh. Incl. - checkbox voor het instellen van de weergavemodi scan/mix/herh. incl. submappen (’ingeschakeld’) of zonder submappen (’uitgeschakeld’).

•

AUX volume - instellen van het volume van de externe audiobron (audiobron AUX bevindt zich op het apparaat).

•

MDI Volume * - instellen van het volume van de externe audiobron (de audiobron MDI bevindt zich onder de armleuning van de voorstoelen of in een opbergvak aan voorpassagierszijde).

•

Bluetooth audio activering * - Maakt het mogelijk om een draadloze overdraging van MP3 data in de telefoon voorbereiding te maken. Werkt alleen in verbinding met telefoonvoorbereiding GSM I - maakt audioweergave d.m.v. een Bluetoothinterface van draagbare apparaten (mobiele telefoons) mogelijk, die het protocol A2DP ondersteunen.

•

Demo-modus - in de demo-modus kunt u een virtuele (schijnbare) doelgeleiding starten. De virtuele routebegeleiding wordt bij het bereiken van het fictieve reisdoel herhaald. Stopt u de virtuele routebegeleiding zoals gewend en deactiveert u de demo-modus, om weer een ’echte’ routebegeleiding te kunnen starten. Daar het apparaat zich in dat geval eerst weer opnieuw moet oriënteren, kan het, afhankelijk van het aantal op dat moment ontvangen satellieten, enige tijd duren voor het apparaat weer uw reële locatie verkregen heeft. Rijdt u enkele meters.

•

Startpunkt demo-modus - invoer van een fictieve (verzonnen) startpunt in de

demo-modus.

•

Reisdoelgeheugen wissen - wissen van het reisdoelgeheugen of de lijst met de

laatste doelen.

•

Database navigatie - weergave van informatie over de database op de cd of sdkaart, wissen van de database op de sd-kaart of gegevens kopiëren.

Routecriteria Routecriteria

Navigatie-instellingen

Snelle: Berekent voor u de snelste route naar uw reisdoel, ook als daarvoor een omweg nodig is.

Druk de toets SETUP in Navigatie bedrijf in.

Korte: Er wordt een langere reistijd ten gunste van het kortste traject op de koop toe genomen. Houdt u er rekening mee dat de instelling ’korte route’ bij de routebegeleiding deels tot onverwachte gebeurtenissen kan leiden.

Functie toetsen in het menu - Navigatie

•

Route-opties - worden opties bepaald waarmee de route wordt berekend en via welke wegen de route gaat Routecriteria , Dynamische route , Autosnelweg mijden en Tol mijden - routecriteria, dynamische doelgeleiding, route zonder snelwegen en route zonder tolwegen/veerboten.

Economisch: Doel van de berekening is een balans tussen minimale rijtijd en rijtraject.

Volume berichten - instelling van het volume van de navigatiemeldingen.

Wanneer de dynamische navigatie uitgeschakeld is worden toch op de achtergrond verkeersberichten ontvangen en geactualiseerd. De navigatie toont verkeersstoringen op de kaart en wijst er akoestisch op, maar neemt deze niet in de routeberekening op (de route kan door de verkeersstoring leiden).

• •

Dag/nacht - wisselt tussen dag- en nachtweergave en automatisch wanneer

het display van de kaart automatisch, afhankelijk van de instelling van de lichtschakelaar, wisselt.

• •

POI´s op kaart - toont bijzondere reisdoelen op de kaart.

Autozoom - de schaal van de kaart verandert automatisch, afhankelijk van de snelheid en de gereden route (snelweg: kleine schaal - binnenstad: grote schaal).

•

Tijdsweergave - tijdens een doelgeleiding wordt in de kaart óf de aankomst- óf

de rijtijd getoond.

•

Thuisadres ingeven - thuisadres ingeven.

Dynamische reisdoelbegeleiding met gebruik van TMC Dynamische route


Gebiedskeuzetoets RADIO

Gebiedskeuzetoets RADIO Radiomodus

– Drukt u opnieuw op de gebiedskeuzetoets RADIO , om het frequentiebereik te veranderen. U kunt ook in het hoofdmenu RADIO tikken op de functie toets Band en in het Pop-up raam FM of AM kiezen.

Radiozenders oproepen

Radiozender veranderen – Door de functietoetsen of kort in te drukken wisselt u naar de vorige of volgende radiozender van het gekozen frequentiebereik. – Wanneer op het beeldscherm het symbool ’TP’ wordt getoond, wisselt u alleen naar radiozenders met verkeersberichten. – Wanneer op het beeldscherm het symbool ’ @ ’ wordt getoond, wisselt u alleen naar opgeslagen radiozenders. BAT-32H1064

Afb. 5 Menu radio: Functietoets Band

Radiozender uit de zenderslijst kiezen – Wanneer u alle op dat moment ontvangen radiozenders wilt laten tonen, druk dan op de functietoets Band en daarna op de functietoets FM/Lijst . De lijst ’gaat’ meteen naar de vertoning van de actuele beluisterde radiozender. 10 kiest u de gewenste radio– D.m.v. de menu-bedieningsknop A zender.

Radiozenders in de geheugenlijst wijzigen BAT-32H1064

Afb. 6 FM-zenderlijst

– Druk op de functietoets Extra's en vervolgens functietoets Geheugen en kies d.m.v. de functietoetsen 1 - 24 de gewenste radiozender.

Hoofdmenu RADIO oproepen en frequentie bereik kiezen

Handmatig zoeken

– Druk de gebiedskeuzetoets RADIO . In het midden van het beeldscherm wordt de actuele radiozender weergegeven ⇒ bladzijde 7, A . afb. 2 A

– Wanneer u de radiozender manueel m.b.v. de frequentie in wilt stellen, druk dan op functietoets Extra's en vervolgens op functietoets Handmatig .

13


14

Gebiedskeuzetoets RADIO 10 of m.b.v. de – Stel de radiozender m.b.v. de menu-bedieningsknop A pijlen en op het apparaat in.

– Druk kort op de instelknop, om de handmatige frequentie te stoppen en de functie toetsen opnieuw in te voegen. Scan functie – Om het zoekmechanisme in het actuele frequentiebereik te starten, druk op de functietoets Extra's en vervolgens op de functietoets Scan . Alle radiostations met een sterke ontvangst worden, op volgorde overeenkomstig met de zenderlijst elk voor ongeveer 5 seconden gespeeld.

– Wanneer u alle opgeslagen radiozendes wilt wissen, druk dan op de functietoets Alle . Aanwijzing 10 te Het is ook mogelijk, radiozenders op te slaan door op menu-bedieningsknop A drukken.

Radiozender oproepen

– Tikt u op de functietoets Scan om het zoekmechanisme bij de huidige radiozender te beëindigen.

Opslaan van radiozenders Radiozender opslaan – Om de geheugenlijst te openen, de functietoets Extra's en vervolgens de functietoets Geheugen indrukken.

BAT-32H1063

Afb. 7 Geheugenlijst

BAT-32H1075

Afb. 8 Instellen van de bron voor de selectie van de zenders

– Wanneer u de weergegeven radiozender op een geheugenplaats op wilt slaan, druk dan op een van de weergegeven zendertoetsen 1 ... tot 24 ... en houd deze zo lang ingedrukt tot er een signaal hoorbaar is. De actuele radiozender waar u naar luistert wordt dan opgeslagen in deze stationstoets. Radiozender uit de opslaglijst verwijderen – Druk in RADIO bedrijf op de toets SETUP en vervolgens op de functietoets Geheugen wissen . – Kies de te wissen radiozender en bevestig door op de menu-bedie10 te drukken. ningsknop A


Gebiedskeuzetoets RADIO Zender via de stationstoetsen oproepen

Verkeersradio functie TP

– Druk op de RADIO toets en vervolgens op de Extra's toets en de functietoets Geheugen .

Verkeersradio TP (Verkeers programma) in- of uitschakelen

– De op een van de zendertoetsen 1 tot 24 opgeslagen zenders in het hoofdmenu RADIO kiest u door de gewenste zendertoets kort in te drukken.

– Druk de functietoets Extra's in RADIO bedrijf in.

Beschikbare zender uit de geheugenlijst oproepen

De aanduiding ’TP’ in verbinding met een zendernaam (b.v. in de zender of de opslaglijst) toont een verkeersradio aan.

– Druk op de RADIO toets en vervolgens op de Band toets en de functietoets FM/Lijst . 10 kiest u de gewenste – D.m.v. de menu-bedieningsknop A radiozender.

RDS Functie – Indien u de weergave van extra informatie over een radiozender in of uit wilt schakelen, druk dan op de toets º , de functie wordt door de letter ’i’ in de rechter bovenhoek van het beeldscherm getoond. RDS (’RadioData Systeem’) zorgt voor de overdraging van programma identificaties en extra services en maakt, onder andere, een automatische zender opsporing mogelijke. Met RDS mogelijke radiozenders wordt u bij uitstekende ontvangst de zender frequentie en de zendernaam aangeduid. Verstuurt een radiozender extra informatie via de RDS functie, terwijl een zender wordt opgeslagen, kan het gebeuren dat de naam van de radiozender, en bij gevolg, niet correct wordt weergegeven. In dit geval kan men de opgeslagen zendernaam wijzigen door de gewenste radiozender te kiezen, te wachten tot als radiotekst de juiste zendernaam wordt getoond en vervolgens de menu-bedie10 in te drukken en op het beeldscherm een pop-up venster ningsknop A Zendernaam is opgeslagen getoond wordt.

– Tikt u het pop-up venster dat zich opent kort op TP , om de verkeersinformatie-functie in- of uit te schakelen.

Onafhankelijk naar welke radiozender wordt geluisted, draagt een extra ontvangst onderdeel in de uitrusting er voor, dat er altijd een verkeersradiozender ontvangen wordt net zo lang als de verkeersradio functie is ingeschakeld. Rechts boven in het beeldscherm wordt u door ’TP’ getoond of de verkeersinformatie-functie ingeschakeld is of niet. Indien een verkeersradio niet ontvangbaar is, b.v. de radio ontvangsr is algemeen verstoord, wordt in plaats van ’TP’, ’Geen TP’ aangetoond. Denk er aan, dat parkeergebouwen met meerdere niveau's, tunnels, hoge gebouen of bergen het radiosignaal voor goede ontvangst verstoren kunnen. Gedetailleerde Verkeers informatie Wilt u het inbrengen van de verkeers informatie onderbreken, tik in het Pop-up raam Verkeers informatie op de functie toets Cancel (afbreken). De verkeersradio staat nog steeds klaar en een volgende verkeers informatie wordt opnieuw ingebracht wanneer een willekeurige bron ingeschakeld wordt. Tik de functie toets TP uit (TP uitschakelen), en de verkeersradit functie wordt volledig uitgeschakeld.

15


16

Bereik toets TRAFFIC

Bereik toets TRAFFIC TMC verkeersmeldingen aantonen TMC-verkeersmeldingen worden gedurende de routebegeleiding, afhankelijk van de instellingen, voor het automatisch optimaliseren van de route bij verkeersstoringen gbruikt. – Tik de bereik keuze toets VERKEER om de actuele verkeersmeldingen in een lijst aan te tonen. – Tikt u op de weergave van een verkeersmelding, om deze in een detailbeeld weer te geven. – In het detailbeeld kunt u alle ontvangen verkeersmeldingen na elkaar m.b.v. de functietoetsen doorbladeren. Verkeersstoringen worden in het detailbeeld en op de kaart met een overeenkomstig symbool weergegeven. De richting, waarin de verkeersstoring op de kaart ligt, wordt gekleurd weergegeven. Een verkeersstoring op de route (in rijrichting) wordt rood, een verkeersstoring in de tegenrichting wordt grijs aangeduid.

•

Aanwijzing

De uitrusting is constant verzorgd op de achtergrond met TMC verkeersmeldingen, indien op de actuele locatie een TMC zender ontvangen kan worden. De beluisterde zender mag niet de TMC zender zijn.

•

TMC-verkeersmeldingen kunnen door het apparaat alleen geëvalueerd en opgeslagen worden, als de navigatiegegevens (sd-kaart of cd) van het gebied waar op dat moment gereden wordt beschikbaar zijn.

• De kwaliteit van de dynamische routebegeleiding is afhankelijk van de uitgezonden verkeersberichten. Voor de inhoud ervan is de verkeersredactie van de radiozender verantwoordelijk. •

TMC-verkeersmeldingen zijn ook nodig voor een dynamische navigatie.

•

Bij een ongunstige verkeerssituatie kan het ontwijken van een file op basis van TMC-berichten onder bepaalde omstandigheden geen tijdwinst opleveren als het omleidingstraject ook is overbelast.


Bereik toets MEDIA

Bereik toets MEDIA Algemene aanwijzingen voor de cd uitrusting

•

Als de binnentemperatuur van het apparaat te hoog is, worden geen CD's meer aangenomen. Het apparaat schakelt naar de laatste actieve modus.

In het inwendige loopwerk kunnen audio-cd's (CD-A) en MP3-CD's gespeeld worden. CD niet leesbaar

•

Aanwijzing

Wordt de functietoets CD inactief weergegeven, dan is op dat moment geen audio-CD ingevoerd of de ingevoerde audio CD is niet leesbaar.

Wanneer u een cd plaatst die het apparaat niet kan lezen wordt een pop-up venster met een aanwijzing getoond. Tik op de functietoets OK , de CD wordt in de uitname positie gesteld.

•

Wordt de CD niet binnen 10 seconden uit het apparaat verwijderd, dan wordt vanuit veiligheidsoverwegingen de CD weer ingetrokken.

Neem u alstublieft ook de verdere aanwijzingen voor de MP3-modus in acht ⇒ bladzijde 20.

ATTENTIE!

•

Tegen kopiëren beveiligde cd's en zelfgebrande CD-R's en CD-RW's kunnen soms niet of maar beperkt worden weergegeven.

• •

Neem de in uw land geldende wettelijke bepalingen met betrekking tot het auteursrecht in acht.

De CD-speler is een eerste klas laserproduct. Wanneer u de CD-speler opent bestaat er kans op verwondingen door niet zichtbare laserstraling.

Hoofdmenu MEDIA

De CD-speler heeft geen onderdelen die u moet verzorgen of kunt repareren. Wendt u zich daarom uitsluitend tot een vakkundig bedrijf wanneer er een mechanisch defect is of de CD-speler gerepareerd moet worden.

Hoofdmenu MEDIA - overzicht

•

•

Voorzichtig!

Het inschuiven van een tweede CD, terwijl een reeds ingelegde CD wordt vrij gegeven, kan het CD aandrijving in de uitrusting vernietigen. Denk er aan dat de CD vrijgave na het drukken van de Uitwerptoets enkele seconden duurt. Gedurende deze tijd is de afsluiting van de CD schacht geopend. Wacht absoluut de tijd van de CD vrijgave af, alvorens u verzoekt een nieuwe CD in te schuiven.

• Bij een mechanisch defect van het CD-loopwerk of bij een verkeerde of onvolledig ingevoerde CD wordt vervolgens ’CD-fout’ op het beeldscherm getoond. Controleert u de CD en brengt u deze opnieuw juist en volledig in het loopwerk in. Wordt opnieuw een ’Cd-fout’ weergegeven, wendt u zich dan alstublieft tot uw Skoda dealer.

BAT-32H1065

Afb. 9 Hoofdmenu MEDIA: Cd-modus

17


18

Bereik toets MEDIA AUX , MDI of BT audio * - verandert naar een aangesloten externe audiobron. De bediening van de extern aangesloten audiobron is via het radio-navigatie apparaat slechts beperkt mogelijk en is sterk afhankelijk van het soort aansluiting.

Extra functietoetsen in het menu AUDIO Extra's - opent een pop-up venster waar de toevalsweergave Mix, de automatische zoekfunctie Scan of het herhalen van de titel van de map kan worden gestart. Kiezen - opent de lijst van titels van de actuele audiobron om een andere titel te

BAT-32H1066

Afb. 10 Kiezbare bronnen in het menu MEDIA

kiezen.

CD invoegen of uitnemen Hoofdmenu MEDIA oproepen en mediagolf veranderen – Drukt u op de gebiedskeuzetoets MEDIA om in het hoofdmenu MEDIA te schakelen. De weergave van de laatst gebruikte audiobron wordt voortgezet. Toetsen op de uitrusting voor het controleren van de actuele radiobron De pijltoetsen op het appaaat of zijn altijd werkzaam in de op dat moment beluisterde audiobron, ongeacht in welk menu u zich bevindt. - door kort in te drukken gaat u naar het begin van de titel, door opnieuw in te

drukken gaat u naar het begin van de vorige titel. - kort indrukken schakelt naar het begin van de volgende titel.

In het menu van de op dat moment gespeelde audiobron kunnen de titels ook met de instelknop geschakeld worden. º - door kort in te drukken kunt u de weergave van extra informatie over de audiobron kiezen.

Kiezbare audiobron in het menu AUDIO F CD - wisselt naar een ingevoerde CD. FF CD 1-6* - wisselt naar een aangesloten externe cd-wisselaar. H SD-Karte (SD kaart) - veranderd naar een ingeschoven geheugen chip.

CD invoegen – Schuif een CD zo ver in, met de beschreven kant naar boven, in de CD schacht, tot die automatisch ingenomen wordt. De weergave begint automatisch. CD verwijderen – Drukt u op de toets om de CD in het interne CD-loopwerk in de uitgiftepositie te brengen. Wordt een CD niet verwijderd, dan wordt deze op basis van veiligheidsgronden na ongeveer 10 seconden terug ingenomen.

Geheugenkaart invoeren of uitnemen Geheugenkaart invoeren – Schuift u de geheugenkaart in de schacht voor de geheugenkaart, met de afgesneden hoek voor en boven tot deze daar vergrendelt. De weergave begint automatisch. Geheugenkaart uitnemen – Druk op de SETUP toets en vervolgens de functietoets Systeem .


Bereik toets MEDIA 10 kiest u de functietoets – M.b.v. de menu-bedieningsknop A Sd-kaart verwijderen .

Selectiemenu van de beschikbare audiobronnen openen

– Wanneer u tegen de veerweerstand op de ingeschoven geheugenkaart drukt, ’springt’ de geheugenkaart weer in de uitgiftepositie.

– Tikt u Audio op de functietoets Selecteer om de titellijst van de op dat moment gespeelde audiobron weer te geven. De huidige actuele afgespeelde titel wordt vertoond.

– Na het verwijderen van de sd-kaart op het beeldscherm met OK bevestigen.

– Wanneer u een van de toetsen van de audiobronbestanen indrukt, wordt de inhoud van de map of van de data medium getoond.

Geheugenkaart leeg of data niet leesbaar Wordt een geheugenkaart ingevoerd waarop geen audiodata zijn opgeslagen, dan wordt na het laden niet naar het de modus van de geheugenkaart omgeschakeld. Voorwaarden voor de geheugenkaart

• Geheugenkaarten met een grootte van 32 mm x 24 mm x 2,1 mm of 1,4 mm kunnen in de schacht van de geheugenkaart ingevoerd worden. •

Titel verandering of titel handmatig kiezen Drukt u op de gebiedskeuzetoets MEDIA om in het hoofdmenu MEDIA te schakelen. Titel kiezen

SD (Secure Digital Memory Cards) en MMC (Multimedia Cards) geheugenkaarten met een capaciteit tot 4 GB.

– Wanneer u in het menu MEDIA bent, druk dan kort op de pijltoets op het apparaat of .

• SDHC (Secure Digital High-Capacity Memory Cards) geheugenkaarten met een capaciteit tot 32 GB.

Snel achteruit, resp. vooruit

•

Vanwege verschillende kwaliteitseisen van de kaartfabrikanten is het mogelijk dat sommige gegevens op de geheugenkaart niet of beperkt afgespeeld kunnen worden.

– Houd de pijltoets op het apparaat of ingedrukt. – Wanneer u de gewenste titel bereikt heeft, de toets loslaten. Audio-cd

Audio-menu

– Tik de functie toets Selecteer om de titels van de huidige CD te vertonen.

Titel of audiobron selecteren

10 de gewenste – Kies uit de titellijst m.b.v. de menu-bedieningsknop A titel.

Audiobronnen wisselen – Drukt u op de gebiedskeuzetoets MEDIA om in het hoofdmenu MEDIA te schakelen. – Tikt u op een van de bovenste functietoetsen om de betreffende audiobron te selecteren. De weergave van de geselecteerde audiobron wordt vanaf de laatst gespeelde locatie voortgezet.

MP3-data: Titel kiezen – Tik op de functietoets Selecteer om de titellijst met de huidig gespeelde titel en indien nodig de in deze map opgeslage sub mappen weer te geven. – Tikt u op de weergave van een datamap om deze te openen.

19


20

Bereik toets MEDIA – Tik de functie toets Kiezen , om het huidige bovengestelde bestand te openen. – Door herhaald op Omhoog te drukken gaat u map na map tot aan de root directory van het afgespeeld medium. Daarna is de functietoets Omhoog inactief. Titel herhalen – In het menu Media drukt u op de functietoets Extra's en vervolgens op de functietoets Titel herhalen (herhaalt de actuele titel) resp. Map herhalen (herhaalt steeds alle titels in de map).

Willekeurige weergave MIX – Tikt u in MEDIA op de functietoets Extra's . – Tikt u in het zich openende pop-up venster op de functietoets Alles mixen . Alle titels van de huidige audiobron worden nu in willekeurige volgorde afgespeeld. – Wanneer u in het pop-up venster de functietoets Map mixen indrukt worden de titels van de actuele map in een willekeurige volgorde afgespeeld. – Tikt u op de functietoets b Mix om de functie bij de huidige titel te beëindigen. De normale weergave wordt met de huidige titel voortgezet.

Speelautomaat (Scan functie) – Tikt u in MEDIA op de functietoets Extra's . – Tikt u in het pop-up venster op Scan . Alle titels van de huidige audiobron worden gedurende 10 seconden gespeeld.

– Tikt u op b Scan om het automatisch zoeken met de huidige titel te beëindigen. De normale weergave wordt met de huidige titel voortgezet. Als alternatief start en stopt u het automatisch zoeken door kort op de menu10 te drukken. bedieningsknop A

MP3 en WMA bestanden Algemene aanwijzingen voor de MP3 uitrusting Vereisten van de MP3 data en data media

• •

CD-ROM, CD-R, CD-RW met een kapaciteit van 650 MB en 700 MB.

De CD's moeten corresponderen met de standaard ISO 9660 Level 1 of Level 2, alsook met het Joliet data systeem (single session en multi session).

• • • •

Bestandnamen mogen niet langer zijn dan 256 tekens. De lijststructuur is tot een diepte van 8 niveau's beperkt. Een MP3 CD mag niet meer dan 50 mappen en 500 bestanden bevatten.

Een geheugenkaart mag niet meer dan 5 000 mappen en 15 000 bestanden bevatten. Een map mag daarbij niet meer dan 6 000 bestanden bevatten.

•

De naam van de artiest, het album en de titel van de weergegeven MP3-data kunnen worden getoond, indien deze informatie als een ID3-tag voorhanden is. Indien er geen ID3-Tag voorhandig is, wordt de lijst of de bestands naam aangetoond.

• •

Afspeellijsten worden niet ondersteund.

WMA data (Windows Media Audio) kunnen ook afgespeeld worden, indien zij niet aanvullend door de DRM-procedure (Digital Rights Management) auteursrechtelijk beschermd zijn. Dit soort WMA data wordt niet ondersteund door de uitrusting. Bit ratio (gegevensstroom per tijd eenheid)

•

De uitrusting ondersteund MP3 data met een gegevensstroom van 32 tot 320 kbits/s en ook MP3 data met een veranderlijke gegevensstroom.


Bereik toets MEDIA

• Bij dossiers met een variabele bitsnelheid kan de weergave van de speelduur onnauwkeurig zijn.

Afspeelvolgorde van MP3, WMA bestanden en mappen

Aanwijzing Voor de correcte weergave van tsjechische speciale letters in de ID3-Tag (naam van de artiest, van het album en van de titel) moet de tekst voldoen aan standaard ID3 V2 en de UTF-codering gebruiken.

Afb. 11 Mogelijke structuur van een MP3-CD.

Het apparaat speelt de op een datadrager opgeslagen MP3-dossiers in een bepaalde volgorde af ⇒ afb. 11. De afbeelding geeft als voorbeeld een typische MP3-CD, de titel (tracks ?), map (folder >) en submap onthoudt. Of de MP3dossiers uit alle mappen en submappen afgespeeld worden, legt u vast in de instellingen.

21


22

Bereik toets MEDIA

Externe bronnen*

Ingang MDI - multimedia bus

Externe bronnen - overzicht

– De ingang MDI bevindt zich onder de armleuning van de voorstoelen of in het opbergvak aan voorpassagierszijde. – Audio data van de aan de multimedia stekker aangesloten externe data media kan in MP3-, WMA-, OGG-Vorbis- en AAC formaat via de radio worden afgespeeld. – Externe audiobronnen die op de MDI bus zijn aangesloten, kan men via de radio bedienen. U kunt altijd een ander audiobron kiezen op de radio. Zolang u de externe audiobron niet uitschakeld, blijft deze actief op de achtergrond. Afb. 12 Bus MDI

Voor bediening van de externe audiobron raadpleeg svp de handleiding van de respectievelijke fabrikant. Voor de AUX bus wordt de standaard stekker 3,5 mm toegepast. Heeft de externe audiobron deze stekker niet, dan moet u een adaptor gebruiken. iPod Wanneer u een iPod op de MDI bus heeft aangesloten wordt een menu geopend waarin u de map van de iPod (playlists, artists, albums, songs enz.) kunt kiezen. Volume van de weergave van de externe audiobron aanpassen

Afb. 13 Menu van de audiobron via de multimediabus MDI

Ingang AUX – U activeerd de AUX bus in het menu instellingen media door het tikken van de functie toets AUX . – De ingang voor een externe audiobron bevindt zich op het apparaat. – Externe audiobronnen die op de AUX bus zijn aangesloten, ken men niet via de radio bedienen.

Het weergave volume van de externe audiobron kan door het volumecontrole van de radio veranderd worden. Afhankelijk van de aangesloten audiobron kan het volume veranderd worden via de externe audiobron. U kunt bovendien de ontvangstgevoeligheid van de externe radiobron veranderen, om zodoende het volume van de extern radiobron aan te passen aan de andere audiobronnen of om distorties te vermijden. Adapter Om audiobronnen via de ingang MDI aan te kunnen sluiten heeft u een speciale adapter nodig.


Bereik toets MEDIA Een adapter om USB apparaten, apparaten met een mini USB uitgang of een iPod aan te sluiten is bij de Škoda dealer verkrijgbaar. Voorwaarden voor het correct aansluiten

• •

Er kunnen alleen USB apparaten met de specificatie 2.0 aangesloten worden.

De versie van de bestandentabel FAT (File Allocation Table) van het aangesloten apparaat moet FAT16 (< 2 GB) of FAT32 (> 2 GB) zijn.

• Bij de weergave van een apparaat met een hard disk (HDD) met een groot datavolume kan er een vertraging bij het inlezen van de overzicht van muziekbestanden optreden. • Bij de weergave van een apparaat met een ingewikkelde mapstructuur kan er een vertraging bij het inlezen van de overzicht van muziekbestanden optreden. •

De mapstructuur op het aangesloten apparaat mag niet meer dan acht niveau's hebben. Een map mag niet meer dan 1 000 bestanden bevatten.

• Om het apparaat aan te sluiten mag geen USB verlengkabel of USB verdeler (HUB) gebruikt worden. ATTENTIE!

•

Plaats de extern audiobron in geen enkel gaval op het instumentpaneel. Het kan bij een plotseling manoeuvre onder het rijden in de ruimte van de passagier vliegen en deze kwetsen.

• Externe audiobronnen in geen enkel geval in de buurt van de airbags plaatsen. Ze kunnen bij het activern van de airbags terug geslingerd worden in de ruimte van de passageir en deze kwetsen.

• Onder het rijden mag u de externe audiobron niet in de hand of op de knieën houden. Het kan bij een plotseling manoeuvre onder het rijden in de ruimte van de passagier vliegen en deze kwetsen. • Geleid de aansluitkabel vande externe audiobron altijd op dusdanige manier, dat het u onder het rijden niet belemmerd. Voorzichtig! De AUX bus mag alleen voor audiobronnen gebruikt worden!

•

Aanwijzing

Indien zich in uw auto ook een AUX-bus in het opbergvak onder de armleuning bevindt, heeft deze bus in combinatie met het navigatiesysteem Amundsen geen functie, gebruik de AUX-bus op het apparaat.

•

Is er via AUX een externe audiobron aangesloten, die met een adapter voor externe stroomvoorziening is uitgerust, dan kan het voorkomen dat het audiosignaal verstoord wordt. Dat hangt van de kwaliteit van de gebruikte adapter af.

•

De luidsprekers in de auto zijn afgestemd op een uitgangsvermogen van 30 W.

23


24


Bereikstoets NAV (Navigatie) Overzicht Veiligheids aanwijzingen voor het gebruik van het navigatiesysteem

ATTENTIE!

•

Neemt u bij alle rijadviezen van uw radio-navigatiesysteem de wettelijke bepalingen van de verkeerswetgeving in acht.

•

De route wordt elke keer opnieuw berekent wanneer u de rijadviezen negeert of van de route afwijkt. Deze berekening duurt enkele seconden. Pas daarna kunnen weer rijadviezen gegeven worden.

De gegeven rijadviezen kunnen afwijken van de actuele situatie, bijvoorbeeld door werkzaamheden of verouderde navigatiegegevens. Neemt u in dergelijke gevallen altijd de verkeersvoorschriften in acht en negeert u het rijadvies.

Navigatie data onvolledig

Verkeersborden en verkeersvoorschriften gaan steeds vóór rijadviezen van de navigatie.

Het navigatiesysteem kan geen gegevens van GPS-satelieten ontvangen wanneer u gedurende langere tijd onder een dicht bladerdak rijdt of wanneer u zich met de auto in een garage, onderdoorgang of tunnel bevindt. o In deze gevallen oriënteert het navigatiesysteem zich uitsluitend met behulp van de voertuigsensoren. In gebieden die niet of niet volledig gedigitaliseerd op de navigatie-CD opgeslagen zijn, probeert het navigatiesysteem toch een routebegeleiding mogelijk te maken. Denkt u eraan dat onder deze omstandigheden de routebegeleiding deels fouten kan bevatten, wanneer bijvoorbeeld eenrichtingsstraten en stratencategorieën (autosnelweg, provinciale weg etc.) niet of slechts onvolledig door de gebruikte navigatiegegevens opgenomen zijn.

ATTENTIE!

• •

Ook al staan op de navigatie-cd eenrichtingswegen, voetgangerszones enz., de verkeersgeleiding is voortdurend aan wijzigingen onderhevig. Het navigatiesysteem houdt geen rekening met verkeerslichten, stop- en voorrangsborden, parkeer- en stopverboden, als ook rijbaanversmallingen en snelheidsbeperkingen.

•

Pas u uw snelheid aan de toestand van de straat, de weers- en verkeersomstandigheden aan. Laat u zich bijvoorbeeld niet door het radio-navigatiesysteem verleiden om in mist hard te rijden - ongevalsgevaar!

Algemeen

•

Terwijl u zich naar uw doel (bestemming) laat leiden, kunt u naar de radio blijven luisteren of zelfs cd's in het apparaat afspelen.

•

Laat uw aandacht niet door instellingen of het gebruik van het apparaat van het verkeersgebeuren afleiden.

Bij het invoeren van adressen (stad, straat) krijgt u alleen maar letters en symbolen te zien waarmee zinvolle invoer mogelijk is. Er wordt een lijst met in aanmerking komende namen weergegeven. Vergeet bij samengestelde begrippen zoals Bad Düben niet de spatie mee in te voeren.

Gebruikt u het apparaat alleen wanneer de weers- en verkeersomstandigheden dit toelaten en u niet afgeleid wordt.

Na het verlaten van de route of het niet-opvolgen van rijadviezen wordt de route opnieuw berekend. Deze berekening duurt een paar seconden.

Besteedt u in de eerste plaats uw aandacht aan het autorijden. Wanneer de bestuurder afgeleid wordt kan dat tot ongevallen en verwondingen leiden.

• •

De verschillende volume-instellingen dienen zodanig gekozen te zijn, dat geluidssignalen van buitenaf, zoals bijvoorbeeld een sirene van politie en brandweer, ten alle tijde goed te horen zijn.


Bereikstoets NAV (Navigatie) 10 De laatste taaleditie kunt u door het indrukken van de menu-bedieningsknop A laten herhalen. Tijdens het luisteren naar het rijadvies kunt u het volume ervan wijzigen.

10 de functietoets – Kies m.b.v. de menu-bedieningsknop A Database navigatie en druk vervolgens op de functietoetsen Bestanden installeren en Starten .

In tunnels of ondergrondse garages bereiken de GPS-satelliet signalen de antenne niet. Het apparaat moet zich via de wielsensoren oriënteren.

De navigatiegegevens kunnen óf op de CD óf op de sd-kaart opgeslagen zijn.

Aanwijzing Alle doelen (land-, plaats-, straatnamen en namen van bijzondere reisdoelen) moeten met alle landelijke (resp. taalspecifieke bij bijzondere reisdoelen) speciale letters ingevoerd worden.

Navigatiegegevens, navigatie-CD en geheugenkaart Navigatie-cd laden – Schuif een de navigatie-CD zo ver in, met de beschreven kant naar boven, in de CD schacht, tot die automatisch ingenomen wordt. – Indien u de navigatie-CD wilt verwijderen, druk dan op de toets . Navigatiegegevens actualiseren – Zijn de gegevens van de navigatie-CD niet identiek met die op de sdkaart, volgt een overeenkomstige aanwijzing. – Tikt u functietoets Installeren om de gegevens op de sd-kaart met de gegevens van de navigatie-CD te overschrijven Navigatiegegevens van de navigatie-CD op de geheugenkaart opslaan – Schuif een de navigatie-CD zo ver in, met de beschreven kant naar boven, in de CD schacht, tot die automatisch ingenomen wordt. 12 . – Schuif de geheugenkaart in de kaartgleuf A

– Druk op de gebiedskeuzetoets NAV en in het hoofdmenu Navigatie op de gebiedskeuzetoets SETUP .

Wanneer in het apparaat een sd-kaart met navigatiegegevens van hetzelfde land als op de CD gepaatst is (gegevens op de CD hebben een nieuwere versie), dan wordt na het invoeren van de CD de vraag getoond, of de gegevens met de nieuwe versie overschreven moeten worden of dat alleen de gegevens van de CD voor de navigatie gebruikt moeten worden. Wanneer in het apparaat een sd-kaart met navigatiegegevens van hetzelfde land als op de CD gepaatst is dan wordt de vraag getoond, of de gegevens van de CD op de sd-kaart geschreven moeten worden of dat alleen de gegevens van de CD gebruikt moeten worden. Op een sd-kaart kunt u gegevens van meerdere navigatie-CDs kopiëren. De navigatiegegevens op de sd-kaart worden door het navigatiesysteem automatisch verbonden. Daarom adviseren wij, een sd-kaart met voldoende geheugencapaciteit te gebruiken. Om de navigatiegegevens van Westeuropa te kopiëren is een geheugencapaciteit van ca. 4 GB noodzakelijk. Gegevens van een navigatie-CD kortstondig gebruiken Wanneer u alleen kortstondig door een gebied rijdt dat niet op de sd-kaart opgeslagen is, plaats dan de navigatie-CD van het bereden gebied. Actualiteit van de navigatiegegevens en nieuwe navigatie-CD Het stratenbeheer ondergaat constant veranderingen (bijvoorbeeld nieuwe straten en verandering van straatnamen en huisnummers). Een navigatie-CD is een reusachtig gegevensgeheugen, dat na enige tijd helaas niet meer actueel is. Dat kan bij de routebegeleiding tot klachten leiden. Update u daarom regelmatig de navigatiegegevens in uw apparaat met een actuele navigatie-CD. Overige functietoetsen De volgende functietoetsen zijn alleen actief wanneer in het apparaat een navigatie-CD geplaatst is en de geheugenkaart navigatiegegevens bevat.

25


26


•

Cd-bestanden tonen - toont informatie over de navigatie-CD (gebied en versienummer van de navigatie-CD);

•

Sd-bestanden tonen - toont informatie over de opgeslagen navigatiegegevens

en het volume;

•

Sd-navigatiebestanden wissen - opent het menu waarmee u de navigatiegegevens op de geheugenkaart kunt wissen;

•

Bestanden installeren - activeert het opslaan van de navigatiegegevens van de navigatie-CD op de geheugenkaart.

•

BAT-32H1128

Aanwijzing

Het kopiëren van een CD kan een uur duren, tijdens het kopiëren kan men de navigatiefuncties (doelgeleiding, kaartweergave) niet gebruiken, de TRAFFIC modus (verkeersberichten) en het afspelen van MP3s van de sd-kaart is niet mogelijk. In de menu's Radio en Media wordt tijdens het kopiëren linksboven het symbool van de sd-kaart H getoond.

•

Verwijder de sd-kaart tijdens het kopiëren van de gegevens van de navigatieCD op de sd-kaart niet uit het apparaat.

Afb. 15 Kaartweergave

– Druk op de bereik toets NAV . Het laatste in de navigatie geopende menu wordt weergegeven. – Indien het hoofdmenu Navigatie niet getoond wordt, druk dan nogmaals op de gebiedskeuzetoets NAV . Functietoetsen in het hoofdmenu Navigation Adres - voor de invoer van adres via een invoermogelijkheid voor het selecteren van een reisdoeladres.

Hoofdmenu navigatie

$ Doelgeheugen - voor het openen van de opgeslagen doelen. Laatste reisdoelen - voor het openen van de laatste doelen. Benzinestations - voor het openen van een lijst van benzinestations in de buurt. 0 Parkeerplaatsen - voor het openen van een lijst van parkeerplaatsen in de buurt.

BAT-32H1083

Afb. 14 Hoofdmenu navigatie

! Bijzonder reisdoel - opent een zoekvenster om naar een bijzonder reisdoel te zoeken. Als gebied voor het zoeken kunt u de actuele positie Hier of een willekeurige plaats Plaats invoeren. Thuisadres Thuisadres - om de doelgeleiding naar het doel, dat als thuisadres opgeslagen is, te starten.



Doel invoeren

Benzinestation of parkeerplaats kiezen

Reisdoel kiezen

– In het hoofdmenu Navigatie drukt u op de functietoets Benzinestation of 0 Parkeerplaats, er wordt een lijst van de benzinestations of parkeerplaatsen getoond.

Tikt u in het hoofmenu navigatie op de functietoets Adres. Reisdoel kiezen – Open achtereenvolgens de invoermaskers (land, plaats, straat, huisnummer) om het reisdoel te kiezen. Een reisdoeladres moet altijd in de aangegeven volgorde geselecteerd worden, eerst het land, dan de stad en zo verder.

– Druk op een van de weergegeven doelen. Het apparaat wisselt naar de kaartweergave en de routebegeleiding naar dit reisdoel start automatisch. – Om gedetailleerde informatie over het doel te tonen, druk de functietoets Details .

– Volstaan de gegevens voor een routebegeleiding, dan is de functietoets Klaar actief.

– Door het indrukken van de functietoets Start start u een doelgeleiding.

Opgeslagen reisdoel kiezen

Bijzondere reisdoelen als reisdoel kiezen

Routebegeleiding naar een opgeslagen ’thuisadres’ starten

Zoekgebied vast stellen

– Tikt u in het hoofmenu navigatie op de functietoets Thuisadres . Is een thuisadres opgeslagen, dan wisselt het apparaat naar de kaartweergave en de routebegeleiding start automatisch. Doelgeleiding naar een van de opgeslagen doelen starten – In het hoofdmenu Navigatie drukt u op de functietoets $ Doelgeheugen of Laatste reisdoelen. Een lijst met de manueel opgeslagen reisdoelen of een lijst van de laatste doelen wordt weergegeven.

– Tikt u in het hoofmenu navigatie op de functietoets ! Bijzonder reisdoel. – Om het zoekgebeid te bepalen waarin naar een bijzonder reisdoel moet worden gezocht, kies óf de actuele positie Hier óf het centrum van een plaats Plaats . Bijzonder reisdoel categorie kiezen – Opent een zoekmasker om een bijzonder reisdoel t ekiezen, m.b.v. de invoer van een ’trefwoord’ of een woord dat onderdeel van de naam van het bijzonder reisdoel is. Het bijzonder reisdoel wordt in een gebied met een diameter van 75 km gezocht. – Als ’trefwoord’ kunt u bijvoorbeeld hotel, stadion, eten of een gedeelte van de naam van een bijzonder reisdoel, b.v. Bergen, Zoom invoeren.

27


28


Zoeken starten

– In de lijst van bijzondere reisdoelen of in de weergave van de details over een doel kunt u door het indrukken van de functietoets Opslaan het bijzondere reisdoel in het doelgeheugen opslaan.

– Heeft u uw invoer in het zoekveld beëindigd, tikt u dan op de functietoets Zoeken . Er wordt een pop-up venster geopend en er wordt naar de bijzondere doelen gezocht, de aan de invoer voldoen.

Doelgeheugen

– Let op de juiste onvoer van het ’trefwoord’ (inclusief speciale letters).

– Het gebied, waarin naar de bijzondere reisdoelen wordt gezicht, wordt weergegeven en wordt steeds groter.

Laatste doelen opslaan

– Tikt u op de functietoets Afbreken dan wordt het zoeken beëindigd zonder dat de resultaten worden getoond.

– Tikt u in het hoofmenu navigatie op de functietoets Laatste reisdoelen.

– Op het moment dat alle bijzondere reisdoelen die aan de invoer voldoen gevonden zijn, worden zij in de lijst getoond.

– Druk op een van de weergegeven doelen. Het apparaat wisselt naar de kaartweergave en de routebegeleiding naar dit reisdoel start automatisch.

– Dit gaat zo door tot en met een afstand van ca. 75 km van de ingevoerde positie vandaan. Door het indrukken van de functietoets Stoppen breekt u het zoeken bij de aangegeven afstand af. – Wanneer het zoeken beëindigd is, verandert de functietoets van Stoppen naar Details . Bijzonder reisdoel uit zoekresultaten selecteren – Het liezen van het menupunt uit de lijst van gevonden bijzondere reisdoelen start de doelgeleiding. – Werden er meerdere bijzondere reisdoelen gevonden dan worden die eerst in een lijst weergegeven. Bovenaan de lijst staan de bijzondere reisdoelen die het dichtst bij het opgegeven zoekgebied liggen (de afstand- en richting worden hier door de lucht gemeten). – Wanneer u op de functietoets Details drukt worden details over het bijzondere reisdoel getoond. Na het indrukken van de functietoets Start wordt een routebegeleiding gestart.

– Wanneer u op de functietoets Details drukt worden details over het doel getoond. – Wanneer u een doel op wilt slaan, druk dan op de functietoets Opslaan .

Doelen in het reisdoelgeheugen opslaan – Druk op de functietoets Opslaan , er wordt een invoermasker voor de invoer van een doelnaam geopend. – Na de invoer van de doelnaam druk op de functietoets OK . – Wanneer u een doelnaam wilt veranderen, druk dan op de functietoets Wissen en kiest u een eigen doelnaam.



Opgeslagen doelen wijzigen – Tikt u in het hoofmenu navigatie op de functietoets $ Doelgeheugen. Er wordt een lijst van de in het doelgeheugen opgeslagen doelen getoond. – Druk op een van de weergegeven doelen. Het apparaat wisselt naar de kaartweergave en de routebegeleiding naar dit reisdoel start automatisch. – Wanneer u op de functietoets Details drukt worden details over het doel getoond. Hier kunt u de invoer wijzigen.

BAT-32H1123

Afb. 17 Vlagdoel

– Wanneer u de weergegeven doelnaam wilt veranderen, kiest u het menupunt Naam .

Extra venster tonen

– Met de functietoets Start wordt een routebegeleiding naar het weergegeven doel gestart.

– Wanneer de doelgeleiding niet actief is, opent het extra venster met details over de actuele positie.

– Wanneer u op de functietoets Wissen drukt wordt het doel gewist.

– Wanneer de doelgeleiding actief is, opent het extra venster met het reisdoel.

Extra venster en ’Vlaggetjesreisdoel’ opslaan

Vlagdoel opslaan

– Wanneer u de toets º indrukt, opent het extra venster.

– Wanneer u in het extra venster de functietoets Vlaggetjesreisdoel indrukt, wordt de actuele positie als ’Vlaggetjesreisdoel’ opgeslagen. – Er kan altijd maar een reisdoel met de naam ’markeringsdoel’ in het reisdoelgeheugen vastgelegd worden. Wordt het ’Vlaggetjesreisdoel’ niet herbenoemd, dan wordt het door het opnieuw indrukken van functietoets Vlaggetjesreisdoel overschreven. Wilt u een opgeslagen ’Vlaggetjesreisdoel’ bewaren, dan moet u het daarom herbenoemen.

BAT-32H1084

Afb. 16 Extra venster: weergave van de details over de actuele positie

Vlaggetjesreisdoel herbenoemen – Tikt u in het hoofmenu navigatie op de functietoets $ Doelgeheugen. – In de lijst kiest u ’Vlaggetjesreisdoel’.

29


30

Bereikstoets NAV (Navigatie) – Druk op de functietoets Details en vervolgens op de functietoets Naam . Er wordt een invoermasker geopend waarin u de naam van het ’Vlaggetjesreisdoel’ kunt wijzigen. Extra venster over de actuele positie 10 kunt u verdere informatie laten weergeven: M.b.v. de menu-bedieningsknop A

• • • •

Positie; breedte- en lengtegraad; hoogte (indien ten minste 4 satellieten ter beschikking staan);

– Druk op de functietoets Positie en uw actuele positie wordt als thuisadres opgeslagen. Opgeslagen thuisadres bewerken – Indien uw thuisadres al is opgeslagen, start na het indrukken van de functietoets Thuisadres de automatische doelgeleiding. – Indien u uw thuisadres wilt wijzigen, druk da in het menu Navigatie de toets SETUP en vervolgens menupunt Thuisadres ingeven .

GPS status (GPS_FIX - de positie kan bepaald worden, GPS_FIX_3D - de hoogte kan bepaald worden);

Routebegeleiding

Het aantal beschikbare en ontvangen satellieten (het aantal beschikbare satellieten bepaalt de GPS status).

Tussendoel invoeren

•

Doelen in doelgeheugen of lijst van laatste reisdoelen wissen – Druk in een willekeurig menu van de Navigatie de toets SETUP . 10 kiest u de functietoets – M.b.v. de menu-bedieningsknop A Reisdoelgeheugen wissen .

– In het pop-up venster wist u m.b.v. de functietoetsen Alle reisd. of Laatste reisdoelen alle manueel of automatisch opgeslagen of alleen de laatste doelen.

Uw thuisadres opslaan of wijzigen Huidige positie als thuisadres opslaan

Moeten naast het weergegeven reisdoel een tussendoel aangedaan worden, gaat u dan verder zoals hieronder beschreven. Het tussendoel kan alleen bij het starten van de doelgeleiding ingevoerd worden. – Kies het doel en start de doelgeleiding. – Druk op de gebiedskeuzetoets NAV , om naar het hoofdmenu Navigatie te gaan. – Kies een doel en start de doelgeleiding. – Wanneer u het net ingegeven doel als tussendoel op wilt slaan, druk dan op de functietoets Tussenstop . – Wanneer u de begonnen doelgeleidng wilt stoppen, druk dan op de functietoets Nieuw Doel .

– Tikt u in het hoofmenu navigatie op de functietoets Thuisadres .

Tijdens de doelgeleiding kan alleen één doel en één tussendoel ingevoerd worden.

– Indien uw thuisadres nog niet opgeslagen is, bevestig dan de volgende vraag met de functietoets Ja .

Bij het bereiken van het tussendoel hoort u een navigatiemelding. Na enkele seconden wordt de doelgeleiding herhaald. Daarna kunt u weer een nieuw tussendoel invoeren.


Bereikstoets NAV (Navigatie) Indien u een nieuw tussendoel voor het bereiken van het oorspornkelijke doel invoert, moet u kiezen of u het ’oude’ tussendoel met het ’nieuwe’ tussendoel overschrijft.

Routegeleiding

Route-opties In het menu route opties wordt vastgelegd, volgens welke criteria een route berekent moet worden en welke soort straten u toe zou willen staan voor de routeberekening. De route-opties kunnen ook tijdens een doelgeleiding gewijzigd worden. – In het hoofdmenu Navigatie drukt u de toets SETUP en vervolgens de functietoets Route-opties .

BAT-32H1126

Afb. 18 Kaartweergave met functietoetsen

– Tikt u op de functietoets Routecriteria . – M.b.v. de functietoetsen Dynamische route , Autosnelweg mijden en Tol mijden bepaalt u of de aangegeven wegsoorten gebruikt moeten worden of niet. Als er geen bruikbare route beschikbaar is (omdat bijv. een eiland zonder veerboot niet kan worden bereikt), dan kunnen dit soort wegen – hoewel deze niet zijn geselecteerd – toch in de routeplanning worden opgenomen. Parameters voor de routeberekening bepalen

• Snelle: Berekent voor u de snelste route naar uw reisdoel, ook als daarvoor een omweg nodig is. •

Korte: Er wordt een langere reistijd ten gunste van het kortste traject op de koop toe genomen. Houdt u er rekening mee dat de instelling ’korte route’ bij de routebegeleiding deels tot onverwachte gebeurtenissen kan leiden.

•

Economisch: Doel van de berekening is een balans tussen minimale rijtijd en rijtraject.

Afb. 19 Kaartweergave tijdens de doelgeleiding

Kies het doel en start de doelgeleiding. Het apparaat schakelt om naar de kaartweergave. 10 te draaien kunt u de schaal van de – Door de menu-bedieningsknop A kaart wijzigen. 10 indrukt wordt de laatste navi– Wanner u de menu-bedieningsknop A gatiemelding herhaald.

– Wanner u de gebiedskeuzetoets NAV indrukt kunt u tussen het hoofdmenu Navigatie of de kaartweergave wisselen.

31


32

Bereikstoets NAV (Navigatie) Tijdens de doelgeleiding is de te rijden route benadrukt weergegeven, het symbool 3 toont de actuele positie van de auto, het symbool toont de afstand tot het doel en het symbool toont de geschatte aankomst- of rijtijd. Nog te rijden trajectafstanden kunnen bovendien gedurende een routebegeleiding handmatig geblokkeerd worden ⇒ bladzijde 32.

Trajectgedeelte handmatig blokkeren 1 kiest u het begin van het traject dat – M.b.v. de bedieningsknop A geblokkeerd moet worden.

– Druk de functietoets Blokkeren , deze verandert naar de functietoets Blokk. t/m .

Routebegeleiding stoppen

– Kies het einde van het te blokkeren traject en kies de functietoets Blokk. t/m .

Kies het doel en start de doelgeleiding. Het apparaat schakelt om naar de kaartweergave.

– De route wordt opnieuw berekend.

– Druk de gebiedskeuzetoets NAV in en vervolgens de functietoets Stoppen , de doelgeleiding wordt onderbroken en de functietoets verandert naar ’Starten’. – Tikt u op de functietoets Starten , dan wordt de routebegeleiding vanaf de huidige positie voortgezet.

Routelijst zichtbaar maken De routelijst kan alleen tijdens een routebegeleiding weergegeven worden.

– Wanneer u de blokkade van het traject op wilt heffen, druk dan de functietoets Annuleren .

Dynamische reisdoelbegeleiding met gebruik van TMC Dynamische navigatie in- of uitschakelen – In het hoofdmenu Navigatie drukt u de toets SETUP en vervolgens de functietoets Route-opties . – In het menu routeopties activeert u de checkbox Dynamische Route en kiest u in het pop-up venster de gewenste instelling door het aan te tikken.

Aanvullend venster in de kaartweergave

Voorwaarden voor dynamische routegeleiding

– Druk tijdens de doelgeleiding de toets º , er wordt een extra venster geopend.

TMC (Traffic Message Channel) is een digitale radio-datadienst voor de voortdurende doorgifte van verkeersmeldingen.

– In het extra venster kiest u de functietoets Routelijst . De routelijst verschijnt. In de Routelijst wordt de lijst van punten (straatnamen, straataanduidingen en trajectafstanden) waar nog heengereden moet worden, getoond.

De uitrusting is constant verzorgd op de achtergrond met TMC verkeersmeldingen, indien op de actuele locatie een TMC zender ontvangen kan worden.

– Bovendien worden de afstand, die op de huidige weg nog gereden moet worden en de geschatte tijd tot de volgende afslag getoond.

De kwaliteit van de uitgezonden verkeersmeldingen is afhankelijk van de verkeersredactie van de betreffende radiozenders. De ontvangst van TMC-verkeersmeldingen kan niet aan- of uitgeschakeld worden. De beluisterde zender mag niet de TMC zender zijn.


Bereikstoets NAV (Navigatie) TMC-verkeersmeldingen kunnen door het apparaat alleen geëvalueerd en weergegeven worden, als de navigatiegegevens van het gebied waar op dat moment gereden wordt in het geheugen van het apparaat opgeslagen zijn of via een ingevoerde navigatie-CD opgevraagd kunnen worden. De actuele TMC-verkeersmeldingen kunnen door het indrukken van de gebiedskeuzetoets Verkeer weergegeven worden.

•

Aanwijzing

Bij een ongunstige verkeerssituatie kan het ontwijken van een file op basis van TMC-berichten onder bepaalde omstandigheden geen tijdwinst opleveren als het omleidingstraject ook is overbelast.

• U kunt een verderop liggende route ook handmatig blokkeren, als verkeersstoringen op die route nog niet via TMC-verkeersmeldingen opgevangen zijn ⇒ bladzijde 32.

33


34

Trefwoordenlijst

Trefwoordenlijst A

C

Aanpassing van het volume volgens de snelheid GALA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

CD

19 19 19 20 19

B Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 gedurende het rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Bedienings elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Benzinestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Bereik toets MEDIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 SETUP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 TRAFFIC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Bereikstoets NAVIGATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

Inschakelen van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 uitwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Audio Audiobronnen wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Audio-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Titel verandering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Titel/Map herhalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Titellijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

I

CD uitrusting CD niet leesbaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

D Doel adres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bijzonder reisdoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Routebegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vlaggetjesreisdoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

30 27 28 27 30 29

E Externe bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

G gebiedskeuzetoets RADIO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

Instellingen Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 instellingen Navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Toon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . verkeerssadio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

12 10 10 11

Invoermasker selectie van het doeladres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Invoerscherm vrije tekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

M Media Menu media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 MP3 en WMA modus afspeelvolgorde van de titels . . . . . . . . . . . . . . . 21 MP3, WMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 MP3-bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11


Trefwoordenlijst

N Navigatie Menu navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 navigatie-CD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

P parkeerplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

TP (verkeersprogramma) weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

U Uitschakelen van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

W Waarborg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

R

Willekeurige weergave MIX CD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20

Radio Zender handmatig instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 zender opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Z

radio opgeslagen stations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Zender naam RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

RDS station (radiozenders) Radiozenders kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Route-opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31

S Scan Speelautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Speelautomaat audio uitrusting . . . . . . . . . . . . . 20

T TMC Dynamische reisdoelbegeleiding . . . . . . . . . . . . 32 TMC verkeersmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 TP (Verkeers programma) Verkeers meldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

35


Skoda Auto werkt continue aan de doorontwikkeling van alle typen modellen. Heeft u er alstublieft begrip voor, dat daarom ten alle tijde veranderingen van de levering in vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn. De gegevens met betrekking tot de leveringsomvang, het voorkomen, de prestaties, maten, gewichten, brandstofverbruik, normen en functies van de auto beantwoorden aan de stand van de informatie op het moment van sluiting van de redactie. Enkele van de uitvoeringen zijn mogelijkerwijs pas later leverbaar (informatie geeft uw lokale Škoda-dealer) of worden slechts op bepaalde markten aangeboden. Daarom kan er niet gereclameerd worden naar aanleiding van de aanduidingen, afbeeldingen en beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing.

Amundsen.indd 2

Nadruk, kopiëren, vertaling of een ander gebruik, ook uitzonderingen, is zonder schriftelijk toestemming van Skoda Auto niet toegestaan. Alle rechten volgens het auteursrecht blijven uitdrukkelijk aan Skoda Auto voorbehouden. Onder voorbehoud van veranderingen van dit werk. Uitgegeven door: ŠKODA AUTO a.s. © ŠKODA AUTO a.s. 2009

26.3.2009 12:45:24

SIMPLY CLE VER

www.skoda-auto.com

Navigace Amundsen Octavia, Superb, Yeti holandsky 05.09 S00.5610.66.32 3T0 012 149 AT

Amundsen.indd 1

ŠkodaAuto RADIO-NAVIGATIE-SYSTEEM AMUNDSEN

26.3.2009 12:45:21

ŠkodaAuto RADIO-NAVIGATIE-SYSTEEM AMUNDSEN SIMPLY CLEVER

Recommend Documents