SIMPLY CLE VER
www.skoda-auto.com
Navigace Amundsen Fabia, Roomster, Yeti, Octavia, Superb holandsky 03.10 S00.5610.69.32 3T0 012 149 CJ
ŠkodaAuto RADIO-NAVIGATIE-SYSTEEM AMUNDSEN
s4n8.book Page 1 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Inleiding U hebt voor een Škoda voertuig gekozen dat met een radio-navigatiesysteem Amundsen (in het vervolg alleen navigatiesysteem genoemd) is uitgerust - wij danken u voor uw vertrouwen. Wij raden u aan om deze handleiding aandachtig te lezen, zodat u uw navigatiesysteem snel en volledig leert kennen. Hebt u verdere vragen of problemen met uw navigatiesysteem, neem dan contact op met uw erkende Škoda servicepartner of importeur. Afwijkende nationale wettelijke regelingen hebben voorrang op de informatie gegeven in deze handleiding. Wij wensen u veel vreugde met uw navigatiesysteem en altijd een goede rit. Uw Škoda Auto
s4n8.book Page 2 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Algemene aanwijzingen
...........
3
Uitrustingsoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3
Belangrijke aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
Bereilkeuzetoets SETUP
9
............
Klankinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
Systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
Instellingen radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
Instellingen telefoon* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10
Instellingen verkeersradio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10
Instellingen beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10
Instellingen media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11
Navigatie-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11
Bereiktoets RADIO
...................
13
Radiomodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
13
Functie Verkeersinfo TP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
15
Bereik toets TMC
......................
16
TMC-verkeersinfo weergeven . . . . . . . . . . . . . . . .
16
Bereiktoets MEDIA
...................
17
Algemene aanwijzingen voor de cd-modus .
17
Hoofdmenu MEDIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
17
Audio-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
19
MP3 en WMA-bestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
20
Externe bronnen* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
20
Bereiktoets NAV (Navigatie)
.....
23
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
23
Doel invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25
Doelgeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
27
Routebegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
28
Bereikstoets PHONE
.................
32
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
32
Trefwoordenlijst
35
.......................
s4n8.book Page 3 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Algemene aanwijzingen
Algemene aanwijzingen Uitrustingsoverzicht 1 Bedieningsknop A
2 A
voor het in-/uitschakelen (indrukken) van het
apparaat en voor het instellen van het volume (draaien) van de actueel weergegeven audiobron Toets voor het selectiebereik voor het selecteren van het overeenkomstige menu: RADIO – schakelt de radiofunctie in en verwisselt het frequentiebereik van de radio MEDIA – schakelt over naar de laatst weergegeven mediagolf of kiest een andere mediagolf PHONE - Stilschakeling (Mute), indien in de wagen een pre-installatie voor de telefoon voorhanden is; activeert de bediening van d telefoon. NAV - schakelt de navigatie in TMC - schakelt de weergave van de opgeslagen TMC-verkeerberichten (Traffic-Message-Channels in = kanaal voor de verkeersberichten
3 A
4 A 5 A
6 A 7 A
SET-UP - maakt instellingen voor het gekozen bereik mogelijk en : de toetsen terug en voorwaarts funtioneren op de respectievelijke ’actieve’ audiobron RADIO-functie - voor het kiezen van een zender uit de zender- of geheugenlijst MEDIA-functie - voor de selectie van de vorige of volgende titel (kort indrukken), snel voorwaarts spoelen/terugspoelen (lang indrukken) CD-lade Touch screen (aanraakscherm): Met kleur omrandde gebieden op het beeldscherm zijn op dat moment ’actief’ en worden bedient via aanraking van het beeldscherm Uitwerptoets - kort drukken, om een ingelegde CD voor het uitnemen in de uitneempositie te brengen - herhaalt extra informatie, afhankelijk van de huidige modus
RADIO operatie - schakelt de radio-tekstmeldingen aan/uit MEDIA operatie - wisselt tijdens de weergave MP3/WMA tussen de weergave van de tijd van de titel en de naam van de titel NAV operatie - toont de informatie over de voertuigpositie en maakt verdere functies mogelijk (vlaggetjesreisdoel, routelijst, gedeelte blokkeren) TMC operatie - toont de actueel ontvangen TMC-zender 8 Toets keert van een menu terug naar het daarvoor gekozen menu A 9 AUX-stekker voor het aansluiten van een externe audiobron A 10 Menu-bedieningsknop A
Een functie of submenu markeren, een waarde instellen (draaien) Een functie of submenu kiezen, een waarde bevestigen (indrukken) 11 Functietoetsen - de functie van de betrokken toets wordt op het beeldA
scherm getoond 12 Gleuf voor de geheugenkaart: SD kaarten (Secure Digital) en MMC A
kaarten (Multimediakaarten) met een opslagcapaciteit tot 4 GB en SDHC-kaarten (Secure Digital High Capacity) met een opslagcapaciteit tot 32 GB en afmetingen van 32 mm x 24 mm x 2,1 mm worden ondersteund. De gleuf voor de geheugenkaart bevindt zich naast het beeldscherm. Symboolverklaring
de uitrustingen die zo gemarkeerd zijn worden standaard alleen in bepaalde modellen gemonteerd of worden als speciale uitrusting geleverd.
Eind van een hoofdstuk. Het hoofdstuk gaat op de volgende bladzijde verder.
3
s4n8.book Page 4 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
4
Algemene aanwijzingen
Belangrijke aanwijzingen Garantie Dezelfde garantiecondities gelden voor de uitrusting als voor nieuwe voertuigen. Na afloop van de garantie wordt een apparaat dat moet worden gerepareerd, vervangen door een algemeen nagekeken apparaat dat zo goed als nieuw is en met onderdelengarantie. Een voorwaarde is evenwel dat geen schade aan de behuizing aanwezig is en dat geen onbevoegden hebben geprobeerd om het apparaat te repareren.
Aanwijzing Een schade in de zin van de garantie mag niet ontstaan zijn door een verkeerde behandeling van het systeem of door onvakkundige reparatiepoingen. Bovendien mogen geen uiterlijke schades aanwezig zijn.
Aanwijzingen voor de bediening van het radionavigatiesysteem De vereisten in het huidige wegverkeer vereisen van de bestuurder de volledige concentratie op de rit. De omvangrijke en veeleisende uitrustingsdetails van dit systeem bieden u - naast de onderhoudmogelijkheden - ook diverse informatie aan om u te helpen uw doel snel en veilig te bereiken. Maar u moet het radio-navigatiesysteem met zijn talrijke mogelijkheden alleen maar bedienen als de verkeerssituatie dat toelaat. Het volume van de luidsprekers moet dusdanig ingesteld zijn, dat akoestische signalen van buiten, zoals b.v. een alarm hoorn van regeringsvoertuigen (Politie, ambulance en brandweer), altijd goed te horen zijn.
ATTENTIE!
Gelieve in de eerste plaats aandacht te besteden aan het besturen van uw voertuig! Als bestuurder draagt u de volle verantwoordelijkheid voor de verkeersveiligheid. Gebruik de functies van de radio alleen op een manier dat u in alle verkeersituaties de controle over uw voertuig behoud!
ATTENTIE! Vervolg
Voor de rijaanbevelingen moet u altijd voorrang geven aan: de wegcode, ook wanneer de rijaanbevelingen indruisen tegen de wegcode,
de reële aanpassing door verkeersborden, lichtsignalen of aanwijzingen van agenten op de betrokken plaats,
de feiten en de omstandigheden die op de betrokken plaats van kracht zijn.
Voor u het navigatiesysteem gebruikt
Gelieve tijdens het rijden de toepasselijke verkeersvoorschriften in acht te nemen.
Straat- en plaatsnamen kunnen worden veranderd. Het kan dus zijn dat de namen die op de cd opgeslagen zijn in uitzonderlijke gevallen niet met de gewijzigde namen overeenstemmen.
De door het navigatiesysteem berekende route, is een aanbeveling om uw reisdoel te bereiken. Gelieve tijdens het rijden te letten op verbodstekens om te stoppen, verkeerslichten, straten met eenrichtingsverkeer, verbodsbepalingen om van rijvak te veranderen, kanalen en veerboten.
Voorzichtig!
Druk niet te hard op de knoppen en toetsen van het apparaat om beschadigingen te voorkomen. Voor de bediening van het toestel voldoet een zachte druk op de toets. Denk er aan, dat de bedieningsknoppen zekerheidsinstellingen hebben, om het risico van beschadiging te verminderen.
Gebruik geen scherpe voorwerpen voor de bediening van het aanraakscherm. Voor de bediening is een lichte vingerdruk voldoende. Een aanduiding in de display die door het aantikken niet kan worden opgeroepen, is op dat moment dan ook niet oproepbaar.
Denk eraan dat een vervuilde of gekraste navigatie-CD de snelheid en de functies van de navigatie ernstig kan beschadigen.
s4n8.book Page 5 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Algemene aanwijzingen
5
Beeldschermonderhoud
Code nummer
Behandel de display voorzichtig, want door vingerdrukken of aanraking met spitse voorwerpen kunnen indrukken of krassen ontstaan.
Het code nummer kan alleen ’on-line’ via het Škoda systeem worden aangevraagd, om zodoende nog een betere diefstalbescherming te garanderen. Neem indien dat nodig is contact op met uw erkende Škoda servicepartner.
De vingerafdrukken op de display kunt u met een vochtige doek en indien nodig met alcohol verwijderen.
Verkeerd Code nummer
Aanwijzing Gebruik geen oplosmiddels zoals benzine of terpentijn, omdat deze de oppervlakte van het display kunnen beschadigen.
Diefstalbeveiliging De antidiefstalcodering van uw navigatiesysteem verhindert het in gebruik nemen van het systeem na een spanningsonderbreking, bijv. tijdens een reparatie of na diefstal. Na het loskoppelen van de accu, na het scheiden van het navigatiesysteem van de boordspanning van de auto en na een defect van een zekering, bent u verplicht de code in te voeren alvorens u het systeem weer in gebruik kan nemen.
Code invoeren – Indien na het inschakelen een toetsenveld verschijnt met het verzoek om de code in te voeren, moet het apparat door invoer van het correcte codenummervan vier karakters worden ontgrendeld. Het aantal toegestane pogingen wordt op de onderste beeldschermregel getoond. – Tikt u direct op de beeldschermweergave van een cijfer aan in het cijferblok 0 tot 9 . Het nummer wordt in de invoerregel overgenomen. – Na het invoeren van de code van vier cijfers, wordt het cijferblok grijs (inactief) en kunnen er geen verdere cijfers meer in de invoerregel overgenomen worden. – Tikt u op Wissen in het beeldscherm om cijfers in de invoerregel van rechts naar links te verwijderen en zo uw invoer, indien nodig, te corrigeren. – Wordt het correcte code nummer in het invoer onderdeel aangeduid, tik OK .
Als bij het invoeren van de code een verkeerd codenummer wordt bevestigd, kan de procedure nog twee keer worden herhaald. Het aantal pogingen wordt op de onderste regel van het beeldscherm getoond. Indien het codenummer een derde keer verkeerd wordt ingevoerd, wordt de uitrusting voor ca. een uur geblokkeerd. Als een uur verstreken is, terwijl het apparaat en het contact ingeschakeld waren, is het mogelijk om de invoer van de veiligheidscode te herhalen. Als dan opnieuw drie ongeldige pogingen worden ondernomen, is het navigatiesysteem opnieuw geblokkeerd voor een uur. De cyclus - drie pogingen, een uur geblokkeerd - is hierna opnieuw geldig.
Aanwijzing De code is normaal gezien opgeslagen in het instrumentenpaneel. Hierdoor wordt het automatisch gedecodeerd (Comfort-codering). Daarna is normaal een handmatige code invoer niet nodig.
s4n8.book Page 6 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
6
Algemene aanwijzingen
Bediening gedurende het rijden De vereisten van het huidige verkeer vereisen altijd de volle aandacht van de bestuurder.
ATTENTIE!
Besteed uw aandacht in de eerste plaats aan het autorijden. Wanneer de bestuurder wordt afgeleid, kan dat tot ongevallen en verwondingen leiden.
Laat u niet afleiden van het verkeer door instellingen of door het gebruik van het toestel.
Gebruik het toestel uitrusting alleen, wanneer de straat-, weers en verkeersomstandigheden dit toelaten en u niet wordt afgeleid.
De verschillende volume-instellingen dienen dusdanig gekozen te worden dat geluidssignalen van buitenaf, zoals bijvoorbeeld een sirene van politie en brandweer altijd goed te horen zijn.
contactslot steekt. In de praktijk betekent dat, telkens wanneer u een andere wagensleutel gebruikt, de instelling wordt overgenomen die aan die sleutel is toeewezen.
Systeem in- en uitschakelen 1 wordt het systeem in- en respectie– Door het inukken van de bedieningsknop A velijk uitgeschakeld.
De audiobron die voor het uitschakelen als laatste actief was, wordt weergegeven. Als de sleutel bij een ingeschakeld apparaat uit het contactslot wordt betrokken, schakelt het apparaat automatisch uit. U kan het apparaat dan terug inschakelen. Bij een uitgeschakeld contact sluit het systeem na ca. een half uur automatisch uit(bescherming tegen het ontladen van de accu van het voertuig). Deze procedure kan willekeurig vaak worden herhaald.
Bediening algemeen
Aanwijzing Afhankelijk van het land kunnen enkele functies van het radio-navigatiesysteem vanaf een bepaalde snelheid niet meer in het beeldscherm worden geselecteerd. Dit is geen fout in de functie, maar komt overeen met de wettelijke voorwaarden van het land.
Speciale functies Remhulpsysteem* Indien een voertuig met een ’parkeerhulp’ is uitgerust, wordt na de activering op het beeldscherm de afstand tot de hindernis aangeduid.
Afb. 1 Menu Radio
Indien uw voertuig is uitgerust met Climatronic, krijgt u bij het veranderingen van de instelling een melding op het beeldscherm te zien.
Het beeldscherm van het apparaat is een zogenaamd Touchscreen (aanraakscherm). Gekleurde omrande bereiken op het display zijn huidig ’actief’ en worden door het aanraken van het display in het actieve bereik bedient. Actieve zones waarmee een D /A F genoemd. functie of een menu wordt opgeroepen, worden ’Functietoetsen’ A
Pesonalisierung
In het hoofdmenu wordt de volgende informatie getoond:
Climatronic*
Uw voertuig kan maximum met vier sleutels zijn uitgerust. Individuele instellingen van het apparaat worden altijd toegewezen aan de sleutel die op dat moment in het
A de gekozen radiozender (de frequentie of de naam ervan); A B geselecteerde frequentieband; A
s4n8.book Page 7 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Algemene aanwijzingen C activering voor de ontvangst van de verkeersberichten; A E huidig menu. A
7
– U kunt de tekenvolgorde in de invoerlijn ook wissen of veranderen, of extra tekens invoeren. Verdere invoermogelijkheden:
’Pop-up venster’ Als u de functietoets op het beeldscherm indrukt, wordt een zogenaamd ’pop-upvenF geopend, waarin alle instellingsopties worden getoond. ster’ A Tik kort op de gewenste instellingsoptie. Het pop-upvenster verdwijnt en de nieuw geselecteerde instellingsoptie wordt in de functietoets weergegeven. ’Checkbox’ Sommige functies kunnen alleen maar aan- of uitgeschakeld worden. Voor een functie die alleen aan- of uitgeschakeld kan worden, bevindt er zich een zogenaamde ’Check box’. Een vinkje in de checkbox toont aan dat de functie ingeschakeld is, een lege checkbox , toont aan dat die uitgeschakeld is. Voor het aan- of uitschakelen eenmaal kort op de betrokken functietoets drukken.
- wisselt van hoofdletters naar kleine letters en omgekeerd. - opent het invoerraster voor nummers en speciale tekens. De functietoets schakelt over naar A-Z . Tik u op A-Z , om terug naar het invoerraster voor letters te wisselen.
- Spatiebalk, voor de invoer van een spatie. - schakelt over naar het scrhijven van cyrillische letters. of - bewegen de cursor in het invoerlijn naar links of naar rechts. ÄÜ - opent een pop-upvenster met speciale karakters. Wissen - verwijdert tekens in de invoerregel, vanaf de cursorpositie, van rechts naar
links. Op letters gebaseerde speciale karakters selecteren
Invoerraster voor vrije tekst
In de invoerrasters zijn sommige letters bijkomend met een kleine driehoek ’’ gekenmerkt. Deze geeft aan dat er speciale karakters kunnen worden geselecteerd die op deze letter zijn gebaseerd. Houd uw vinger op de overeenkomstige functietoets gedrukt, totdat een pop-up venster met dit bijzondere teken zichtbaar wordt. Neemt u het gewenste karakter over door het in de invoerregel aan te tikken - dan wordt het pop-upvenster gesloten. Vindt er geen invoer plaats, dan sluit het pop-up venster na enkele seconden automatisch. Afb. 2 Invoerraster voor het invoeren van vrije tekst
In sommige menu's heeft u de mogelijkheid omvrije tekst in te voeren. B.v. bij de invoer van een nieuw doel of bij het zoeken naar de naam van een bijzonder reisdoel. – Tik op OK , om een door het apparaat aangeboden volgorde over te nemen, of tik op Wissen om het teken op de invoerlijn te verwijderen. – Tik in het invoerraster op een teken dat in het toetsenpaneel is aangeduid, om dit in de invoerlijn over te nemen.
s4n8.book Page 8 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
8
Algemene aanwijzingen
Invoerraster voor het kiezen van het doeladres
Afb. 3 Invoermasker voor de keuze van het doeladres
Bij de invoer van het doeladres is het alleen mogelijk om de tekens in te voeren in de volgorde die overeenstemg met de in de navigatie opgeslagen doelen.
Reisdoel beperken en uit de lijst kiezen – Tijdens het invoeren kunt u op gelijk welk moment door het aantikken van de functietoets Lijst/OK een lijst van de nog te kiesbare reisdoelen openen. Daar worden alleen nog de reisdoelen aangegeven, die in overeenstemming zijn met de reeds ingevoerde gegevens en de tekens in de invoerregel en die nog uit het navigatiegeheugen kunnen worden gekozen. – In de invoerregel wordt het aantal nog te kiezen reisdoelen weergegeven als dit aantal minder dan 99 doelen is. – Zijn er minder dan zes reidoelen kunnen worden gekozen, wordt het invoerraster automatisch gesloten en wordt een lijst met de mogelijke reisdoelen getoond.
s4n8.book Page 9 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereilkeuzetoets SETUP
9
Bereilkeuzetoets SETUP Klankinstellingen
Door de toets SET-UP in te drukken en de functietoets Klank in de modus RADIO aan 10 kiezen: te tikken, kunt u de volgende parameters m.b.v. de menubedieningsknop A
Volume - Max. inschakelvolume , Verkeersberichten (TP) , Navigatievolume en GALA
- volume bij het inschakelen, volume inkomende verkeersberichten, volume van de navigatiemeldingen en aanpassen van het volume afhankelijk van de snelheid;
Hoge tonen - instelling hoge tonen;
Beeldscherm - instelling van de helderheid van het beeldscherm; Fabrieksinstellingen - fabrieksinstellingen; Status sd-kaart - op het beeldscherm wordt informatie getoond over de totale
geheugencapaciteit van de sd-kaart en de grootte van het geheugen dat de navigatiegegevens bevat;
Sd-kaart verwijderen - sd-kaart verwijderen.
Middentonen - instelling middentonen; Lage tonen - instelling lage tonen; Balance - instelling van de volumeverhouding tussen de linker- en de rechterzijde; Fader - instelling van de volumeverhouding tussen voor en achter; Equal. instellingen * - instelling van de equalizer (lineair, spraak, rock, klassiek,
dans);
Aircoweergave * - als uw auto uitgerust is met Climatronic, dan wordt bij haar activering de wijziging van de instelling getoond;
Surround * - instellingen van de ruimelijke klank.
GALA functie Uw radio verhoogt bij toenemende rijsnelheid automatisch het volume. Een hogere instelwaarde veroorzaakt een sterkere toename van het volume.
Aanwijzing 10 of De instelling van de klankparameters kunt u d.m.v. de menubedieningsknop A m.b.v. de functietoetsen + of - uitvoeren.
Systeeminstellingen Druk op de toets SET-UP en kies de functietoets Systeem .
Instellingen radio Druk in de modus RADIO de toets SETUP in.
Verkeersberichten aan- of uitschakelen – Indien u de ontvangst van verkeersberichten aan of uit wilt schakelen, druk dan de functietoets Verkeersberichten (TP) in.
Zenderkeuze via de pijltoetsen opslaan pijltoetsen – Door het aantikken van de Zenderlijst of de Geheugen stelt u de bron in, waarbij de zenders in de modus RADIO m.b.v. de pijltoetsen moeten worden gekozen. Als Geheugen wordt gekozen, wordt gedurende de zenderdoorschakeling met de pijltoetsen alleen de opgeslagen zenderlijst opgeroepen. Op het beeldscherm wordt het symbool ’ ’ weergegeven.
RDS-functie aan- of uitschakelen (RDS-Regionaal) – Tik de toets RDS regionaal (regionale zender) en kies in het geopende Pop-up raam een instelling.
U kunt kiezen uit de volgende parameters:
– Tik de toets Automatisch , wordt voor de beluisterde radiozender altijd de frequentie gekozen, die op dat moment de beste ontvangst heeft.
– Als u op toets Vast tikt, probeert het apparaat om een regionale radiozender zo lang te behouden, tot de ontvangstkwaliteit zo slecht wordt dat een programmaverlies dreigt.
Taal / Language - menutaal voor de weergaven en de berichten; Toetsenweergave - toetsenweergave voor tekstinvoer;
s4n8.book Page 10 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
10
Bereilkeuzetoets SETUP
Opgeslagen zenders wissen Geheugen wissen
Fabrieksinstellingen
– Tik de functietoets Alle aan en bevestig de volgende veiligheidsvraag om alle in de geheugenlijst opgeslagen radiozenders te verwijderen.
– Zet de pre-telefooninstallati in de basisstand.
Instellingen telefoon*
De keuzemogelijkheden voor de telefooninstelling zijn afhankelijk van het betrokken type van de universele telefoonvoorbereiding.
Roep het menu Instellingen telefoon op door het drukken op de bereik keuze toets PHONE en de functie toets SETUP .
Voicemailnummer invoeren – Als u het voicemailnummer (dit nummer is afhankelijk van het type van het mobiele netwerk) in een mobiele telefoon wilt invoeren, drukt u op de functietoets Voicemailnummer ingeven . De invoer van het voicemailboxnummer dient voor het beluisteren van de berichten die in een mobiele telefoon werden ingesproken.
Telefoongids in de uitrusting actualiseren – Tik op de functie toets Telefoonboek laden om alle, sinds de laatste koppeling in de telefoongids van de mobiele telefoon of van de SIM kaart, veranderde invoeringen in de uitrusting te actualiseren. Deze procedure kan enkele minuten duren. – Bevestigde volgende veiligheidsvraag. Terwijl de data geactualiseerd wordt, is de ’oude’ data van de telefoongids in de uitrusting selecteerbaar.
Oproepenlijst wissen
Aanwijzing
Instellingen verkeersradio Druk op de bereiktoets TMC en vervolgens op de bereiktoets SETUP . Verkeersmeldingen in- of uitschakelen Verkeersberichten (TP) Een vinkje in de checkbox geeft aan dat de functie van de verkeersberichten al is ingeschakeld. Dynamische route Dynamische route Opent een pop-upvenster waarin wordt ingevoerd of bij de routeberekening rekening moet worden gehouden met ontvangen TMC-verkeersberichten.
Instellingen beeldscherm Druk in de modus RADIO op de toets SETUP en vervolgens op de functietoetsen Systeem en Beeldscherm .
– Tik de functie toets Oproeplijsten wissen .
Helderheid
– Bevestigd u de volgende veiligheidsvraag met Wissen , dan worden de opgeslagen oproepnummers en de alle niet aangenomen oproepen verwijderd uit de uitrusting.
– Druk op de functietoets Helderheid en kies in een pop-upvenster de gewenste instelling van de helderheid (5 standen).
Telefoonmodule uitschakelen – Na het indrukken van de functietoets Telefoonmodule uitschakelen wordt de mobiele telefoon afgemeld van het net (deze functie is alleen bij de universele pretelefooninstallatie GSM III voorhanden).
– Voor de automatische correctie van de helderheid volgens van de lichtverhoudingen in de auto wordt een lichtsensor gebruikt die in de hoek rechtsboven in de frontpaneel is aangebracht.
Dag/nacht – Tik de functie toets Dag/nacht en kies in het Pop-up raam een instelling.
s4n8.book Page 11 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereilkeuzetoets SETUP
11
Functietoetsen in het menu - Navigatie
– Tik de functietoets Automatisch aan, indien de kaartweergave volgens het in- of uitschakelen van de lichten van het voertuig van nacht- naar dagweergave moet worden veranderd.
– Tikt u op de functietoets Dag of Nacht , om voor de kaartweergave handmatig de nacht- of daguitvoering vast te leggen.
Routecriteria , Dynamische Route , Autosnelweg mijden en Tolwegen/veren mijden Routecritria, dynamische doelgeleiding, route zonder autosnelwegen en route zonder tolwegen/veren.
Bevestigingstoon
Route-opties - leggen criteria vast volgens dewelke de route moet worden berekend en op welke wegtypes moet worden gereden.
– Tik de functie toets Bevestigingstoon en kies in het Pop-up raam een instelling.
– Tik Aan of Uit , om de toon ter bevestiging van de bediening van een functie toets op het beelscherm in- of uit te schakelen.
weergave van de kaart automatisch, afhankelijk van de instelling van de lichtschakelaar, wisselt.
Verkeerstekenweergave - of links in het beeldscherm wordt voor het actuele deel van de route de snelheidslimiet getoond.
Druk tijdens het bedrijf MEDIA op de toets SETUP . Functietoetsen in het menu - Media Verkeersberichten (TP) - een vinje in de checkbox
betekent dat de functie
verkeersinfo ingeschakeld is.
Scan/Mix/Herh. incl. - checkbox voor het instellen van de weergavemodi scan,
mix en herh. incl. submappen (’ingeschakeld’) of zonder submappen (’uitgeschakeld’).
AUX volume - instellen van het volume van de externe audiobron (audiobron AUX
bevindt zich op het apparaat).
MDI volume * - instellen van het volume van de externe audiobron (de audiobron MDI bevindt zich onder de armleuning van de voorstoelen of in een opbergvak aan bijrijderszijde).
Bluetooth-audio inschakelen? * - maakt het mogelijk om een draadloze overdraging van MP3 data in de telefoonvoorbereiding te maken. Maakt audioweergave d.m.v. een Bluetooth-interface van draagbare apparaten (mobiele telefoons) die het protocol A2DP ondersteunen, mogelijk.
Druk in de modus Navigation op de toets SETUP .
Tijdsweergave - tijdens een doelgeleiding wordt in de kaart óf de aankomst- óf de
rijtijd getoond.
Thuisadres ingeven - thuisadres ingeven. Demo-modus - in de demo-modus kunt u een virtuele (schijnbare) doelgeleiding
starten. De virtuele routebegeleiding wordt bij het bereiken van het fictieve reisdoel herhaald. Stop de virtuele routebegeleiding zoals gewoonlijk en schakel de demomodus uit, om terug een ’echte’ routebegeleiding te kunnen starten. Daar het apparaat zich in dat geval eerst weer opnieuw moet oriënteren, kan het, afhankelijk van het aantal op dat moment ontvangen satellieten, enige tijd duren voor het apparaat weer uw reële locatie heeft vastgesteld. Rijd u enkele meters.
Startpunt demo-modus - invoer van een fictieve (verzonnen) startpunt in de demo-
modus.
Reisdoelgeheugen wissen - wissen van het reisdoelgeheugen of de lijst met de
laatste doelen.
Navigatie-instellingen
POI´s op kaart - toont bijzondere reisdoelen op de kaart.
Autozoom - de schaal van de kaart verandert automatisch, afhankelijk van de snelheid en de gereden route (snelweg: kleine schaal - binnenstad: grote schaal).
Instellingen media
Volume berichten - instelling van het volume van de navigatieberichten. Dag/nacht - wisselt tussen dag- en nachtweergave en automatisch wanneer de
Database navigatie - weergave van informatie over de database op de cd of sdkaart, wissen van de database op de sd-kaart of gegevens kopiëren.
s4n8.book Page 12 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
12
Bereilkeuzetoets SETUP
Routecriteria Routecriteria Snel: berekent voor u de snelste route naar uw reisdoel, ook als daarvoor een omweg nodig is. Kort: berekent voor u de snelste route naar uw reisdoel, ook als daarvoor een omweg nodig is. Houd er rekening mee dat de instelling ’Korte route’ bij de routebegeleiding deels tot onverwachte gebeurtenissen kan leiden. Economisch: berekent een route met de minimale rijtijd en het kortste rijtraject. Dynamische reisdoelbegeleiding met gebruik van TMC Dynamische route Wanneer de dynamische navigatie is uitgeschakeld, worden toch op de achtergrond verkeersberichten ontvangen en geactualiseerd. De navigatie toont verkeersstoringen op de kaart en wijst er akoestisch op, maar neemt deze niet in de routeberekening op (de route kan door de verkeersstoring leiden).
s4n8.book Page 13 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets RADIO
13
Bereiktoets RADIO Radiomodus
Radiozender veranderen
Radiozenders oproepen
– Door kort op de functietoetsen of te drukken, wisselt u naar de vorige of volgende radiozender van het gekozen frequentiebereik. – Wanneer op het beeldscherm het symbool ’TP’ wordt getoond, wisselt u alleen naar radiozenders met verkeersberichten. – Wanneer op het beeldscherm het symbool ’ ’ wordt getoond, wisselt u alleen naar opgeslagen radiozenders.
Radiozender uit de zenderslijst kiezen
Afb. 4 Menu Radio: Functietoets Band
– Wanneer u alle op dat moment ontvangen radiozenders wilt laten weergeven, druk dan op de functietoets Band en daarna op de functietoets FM/Lijst . De lijst ’gaat’ meteen naar de weergave van de actuele beluisterde radiozender. 10 kiest u de gewenste radiozender. – D.m.v. de menu-bedieningsknop A
Radiozenders in de geheugenlijst wijzigen – Druk op de functietoets Extra's en vervolgens functietoets Doelgeheugen en kies d.m.v. de functietoetsen 1 - 24 de gewenste radiozender.
Handmatig zoeken Afb. 5 FM-zenderlijst
Hoofdmenu RADIO oproepen en frequentiebereik kiezen – Druk de Gebiedskeuzetoets RADIO . In het midden van het beeldscherm wordt de A . actuele radiozender weergegeven bladzijde 6, afb. 1 A – Druk opnieuw op de Gebiedskeuzetoets RADIO , om het frequentiebereik te veranderen. U kunt ook in het hoofdmenu RADIO op de functie toets Band afb. 4 tikken en in het Pop-up raam FM/Lijst of AM kiezen.
– Wanneer u de radiozender manueel m.b.v. de frequentie wilt instellen, druk dan op functietoets Extra's en vervolgens op functietoets Handmatig . 10 of m.b.v. de pijlen en – Stel de radiozender m.b.v. de menu-bedieningsknop A op het apparaat in.
– Druk kort op de menu-bedieningknop, om de handmatige frequentieselectie te stoppen en de functietoetsen opnieuw in te faden.
Scanfunctie – Om het zoekmechanisme in het actuele frequentiebereik te starten, druk op de functietoets Extra's en vervolgens op de functietoets Scan . Alle radiostations met een sterke ontvangst worden in volgorde waarin ze in de zenderlijst voorkomen, elk voor ongeveer 5 seconden weergegeven.
s4n8.book Page 14 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
14
Bereiktoets RADIO
– Tik op de functietoets Scan om de weergaveautomaat bij de huidige radiozender te beëindigen.
Radiozender oproepen
Opslaan van radiozenders Radiozender opslaan – Om de geheugenlijst te openen, drukt u op de functietoets Extra's en vervolgens op de functietoets Doelgeheugen . – Wanneer u de weergegeven radiozender op een geheugenplaats wilt opslaan, druk dan op een van de weergegeven zendertoetsen 1 ... tot 24 ... en houd ingedrukt tot er een signaal hoorbaar is. De actuele beluisterde radiozender wordt dan opgeslagen iop deze zendertoets.
Radiozender uit de geheugenlijst verwijderen – Druk in de modus RADIO op de toets SETUP en vervolgens op de functietoets Geheugen wissen . 10 – Kies de te wissen radiozender en bevestig door op de menu-bedieningsknop A te drukken.
– Wanneer u alle opgeslagen radiozenders wilt wissen, druk dan op de functietoets Alle .
Aanwijzing Alternatief kan men radiozenders door het indrukken van de menu-bedieningsknop 10 opslaan. A
Afb. 6 Geheugenlijst
Zender via de zendertoetsen oproepen – Druk op de toets RADIO afb. 6 en vervolgens op de toets Extra's en de functietoets Doelgeheugen . – De op een van de zendertoetsen 1 tot 24 opgeslagen zenders in het hoofdmenu RADIO kiest u door de gewenste zendertoets kort in te drukken.
Beschikbare zender uit de geheugenlijst oproepen – Druk op de toets RADIO en vervolgens op de toets Band en de functietoets FM/Lijst . 10 kiest u de gewenste radiozender. – D.m.v. de menu-bedieningsknop A
RDS-functie – Als u de weergave van bijkomende informatie over een radiozender wilt aan- resp. uitschakelen, druk dan op de toets , de functie wordt door de letter ’i’ in de rechter bovenhoek van het beeldscherm aangeduid. RDS (’RadioData Systeem’) zorgt voor de overdracht van programma-identificaties en extra services en maakt onder meer een automatische zenderopsporing mogelijk. Met radiozenders met RDC-mogelijkheid wordt bij een toereikende ontvangst de zenderfrequentie en de zendernaam aangeduid. Verstuurt een radiozender extra informatie via de RDS-functie, terwijl een zender wordt opgeslagen, kan het gebeuren dat de naam van de radiozender in de geheugen-
s4n8.book Page 15 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets RADIO lijst daarna niet correct wordt weergegeven. In dit geval kan men de opgeslagen zendernaam wijzigen door de gewenste radiozender te kiezen, te wachten tot als radiotekst de juiste zendernaam wordt getoond en vervolgens de menu-bedienings10 in te drukken en op het beeldscherm een pop-upvenster knop A Zendernaam is opgeslagen wordt getoond.
Functie Verkeersinfo TP Verkeersradio TP (Verkeers programma) in- of uitschakelen – Druk in de modus RADIO op de functietoets Extra's . – Tik in het openende pop-upvenster kort op TP om de functie van de verkeersinformatie in- of uit te schakelen. De aanduiding ’TP’ in combinatie met een zendernaam (b.v. in de zender- of de geheugenlijst) duid teen verkeerszender aan. Los van de beluisterde radiozender zorgt een extra ontvangstonderdeel in het apparaat ervoor, dat er altijd een verkeerszender wordt ontvangen zolang de functie voor de verkeersinfo is ingeschakeld. De gereedheid van de verkeersinfofunctie wordt door ’TP’ bovenaan rechts in het beeldserm aangeduid. Als een verkeersradio niet ontvangen kan worden, omdat bijvoorbeeld de radioontvangst algemeen is verstoord, wordt in de plaats van ’TP’, ’No TP’ aangeduid. Denk eraan dat parkeergebouwen met meerdere niveau's, tunnels, hoge gebouwen of bergen het radiosignaal kunnen storen of een ontvangst zelfs totaal onmogelijk kunnen maken. Binnenkomende verkeersinformatie Als u de weergave van verkeersinformatie wilt onderbreken, tik dan in het pop-up venster Verkeersinformatie op de functietoets Annuleren . De functie voor de verkeersinfo blijft niettemin nog gebruiksreed en een volgend verkeersbericht wordt opnieuw weergegeven wanneer een willekeurige bron wordt ingeschakeld. Tik op de functietoets TP uit en de verkeersinfo-functie wordt volledig uitgeschakeld.
15
s4n8.book Page 16 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
16
Bereik toets TMC
Bereik toets TMC TMC-verkeersinfo weergeven TMC-verkeersberichten worden gedurende een routebegeleiding, afhankelijk van de instellingen voor de automatische optimalisering van de route bij verkeersstoringen gebruikt. – Druk op de bereikkeuzetoets TMC om de actuele verkeersmeldingen in een lijst weer te geven. – Tik u op de weergave van een verkeersbericht om deze in een detailbeeld weer te geven. – In het detailbeeld kunt u alle ontvangen verkeersberichten na elkaar m.b.v. de functietoetsen doorbladeren. Verkeersproblemen worden in het detailbeeld en op de kaart met een overeenkomstig symbool weergegeven. De richting waarin het verkeersprobleem op de kaart ligt, wordt gekleurd weergegeven. Een verkeersprobleem op de route (in rijrichting) wordt rood, een verkeersprobleem in de tegenovergestelde richting wordt grijs aangeduid.
Aanwijzing
Het apparaat wordt op de achtergrond doorlopend voorzien van TMC-verkeersinfo indien op de actuele locatie een TMC-zender kan worden ontvangen. De beluisterde zender mag niet de TMC-zender zijn.
TMC-verkeersberichten kunnen door het apparaat alleen worden geëvalueerd en opgeslagen als de navigatiegegevens (sd-kaart of cd) van het gebied waar op dat moment gereden wordt, beschikbaar zijn.
De kwaliteit van de dynamische routebegeleiding is afhankelijk van de uitgezonden verkeersberichten. Voor de inhoud ervan is de verkeersredactie van de radiozender verantwoordelijk.
TMC-verkeersberichten zijn ook nodig voor een dynamische navigatie.
Bij een ongunstige verkeerssituatie kan het ontwijken van een file op basis van TMC-berichten onder bepaalde omstandigheden geen tijdwinst opleveren als het omleidingstraject ook is overbelast.
s4n8.book Page 17 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets MEDIA
Bereiktoets MEDIA Algemene aanwijzingen voor de cd-modus
In het inwendige station kunnen audio-cd's (cd-A) en mp3-cd's worden weergegeven.
Cd niet leesbaar
Wanneer u een cd plaatst die het apparaat niet kan lezen wordt een pop-upvenster met een aanwijzing getoond. Tik op de functietoets OK , de CD wordt in de uitneempositie gebracht. Wordt de cd binnen 10 seconden niet uit het apparaat verwijderd, dan wordt de cd om veiligheidsredenen terug ingetrokken.
Tegen kopiëren beveiligde cd's en zelfgebrande cd-r's en cd-rw's kunnen soms niet of maar beperkt worden weergegeven. Neem alstublieft ook de verdere aanwijzingen voor de mp3-modus in acht bladzijde 20. Neem de in uw land geldende wettelijke bepalingen met betrekking tot het auteursrecht in acht.
De cd-speler heeft geen onderdelen die u moet onderhouden of kunt repareren. Als de cd-speler defect is, wend u dan tot een vakbedrijf.
Hoofdmenu MEDIA ATTENTIE! De cd-speler is een eersteklas laserproduct. Wanneer u de CD-speler opent, bestaat er kans van verwondingen door niet zichtbare laserstraling.
Hoofdmenu MEDIA – Overzicht
Voorzichtig!
Het insteken van een tweede CD, terwijl een reeds ingelegde CD wordt weergegeven, kan het CD-station in het apparaat verstoren. Let erop dat het uitwerpen van de cd na het indrukken van de Uitwerptoets enkele seconden duurt. Gedurende deze tijd is de vergrendeling voor de CD-lade geopend. Wacht absoluut de tijd af tot de cd wordt vrijgegeven, voordat u probeert om een nieuwe CD in de lade te steken.
Bij een mechanisch defect van het cd-station of bij een verkeerde of onvolledig ingevoerde CD wordt vervolgens ’Cd-fout’ op het beeldscherm getoond. Controleer de cd en breng deze opnieuw juist en volledig in het station aan. Wordt opnieuw een ’Cd-fout’ weergegeven, neem dan contact op met uw Skoda servicepartner.
Afb. 7 Hoofdmenu MEDIA: CD-speler
Als de binnentemperatuur van het apparaat te hoog is, worden geen cd's meer aangenomen. Het apparaat schakelt naar de laatste actieve modus.
Aanwijzing
Wordt de functietoets CD inactief weergegeven, dan is op dat moment geen audio-CD ingevoerd of de ingevoerde audio CD is niet leesbaar.
Afb. 8 Kiesbare bronnen in het menu MEDIA
17
s4n8.book Page 18 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
18
Bereiktoets MEDIA
Hoofdmenu MEDIA oproepen en mediabronveranderen
CD insteken of uitnemen
– Drukt u op de bereiktoets MEDIA om in het hoofdmenu MEDIA te schakelen. De weergave van de laatst gebruikte audiobron wordt voortgezet.
Cd insteken
Toetsen op het apparaat voor het bedienen van de actuele audiobron
– Schuif een CD met de beschreven kant naar boven, in de CD-lade tot de cd automatisch naar binnen wordt getrokken. De weergave begint automatisch.
De pijltoetsen op het appaaat of zijn altijd werkzaam voor de op dat moment beluisterde audiobron, ongeacht in welk menu u zich bevindt.
Cd uitnemen
- door kort op de knop te drukken gaat u naar het begin van de huidige titel, door
nogmaals op de knop te drukken gaat u naar het begin van de vorige titel. - kort aantikken schakelt naar het begin van de volgende titel.
In het menu van de op dat moment weergegeven audiobron kunnen de titels ook met de instelknop worden gewisseld. - door kort indrukken kunt u de weergave van extra informatie over de audiobronnen kiezen.
Selecteerbare audiobronnen in het menu AUDIO CD – wisselt naar een ingevoerde CD. CD 1-6* - wisselt naar een aangesloten externe cd-wisselaar. SD-kaart - wisselt naar een ingestoken geheugenkaart. AUX , MDI of Bluetooth-audio * - wisselt naar een aangesloten externe audiobron. De
bediening van de extern aangesloten audiobron is via het navigatieapparaat slechts beperkt mogelijk en is sterk afhankelijk van de soort aansluiting. Bijkomende functietoetsen in het menu AUDIO Extra's - opent een pop-upvenster waar de willekeurige weergave Mix, de weergaveautomatiek Scan of het herhalen van de titel of van de map kan worden gestart. Kiezen - opent de lijst van titels van de actuele audiobron om een andere titel te
kiezen.
– Druk op de toets om de cd in het interne CD-station in de uitwerppositie te brengen. Wordt een CD in de uitwerppositie niet verwijderd, dan wordt om veiligheidsredenen na ongeveer 10 seconden terug naar binnen getrokken.
Geheugenkaart insteken of uitnemen Geheugenkaart insteken – Schuif u de geheugenkaart in de gleuf voor de geheugenkaart, met de afgesneden hoek bovenaan naar voren, tot ze daar vergrendelt. De weergave begint automatisch.
Geheugenkaart uitnemen – Druk op de toets SETUP en vervolgens op de functietoets Systeem . 10 kiest u de functietoets Sd-kaart verwijderen . – M.b.v. de menu-bedieningsknop A
– Als u tegen de veerweerstand op de ingeschoven geheugenkaart drukt, ’springt’ de geheugenkaart terug in de uitwerkpositie. – Na het verwijderen van de sd-kaart op het beeldscherm met OK bevestigen. Geheugenkaart leeg of data niet leesbaar Wordt een geheugenkaart ingevoerd waarop geen audiodata zijn opgeslagen, dan wordt na het laden niet naar het de modus van de geheugenkaart omgeschakeld. Vereisten voor de geheugenkaart
Geheugenkaarten met een grootte van 32 mm x 24 mm x 2,1 mm of 1,4 mm kunnen in de gleuf voor de geheugenkaart ingestoken worden.
s4n8.book Page 19 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets MEDIA
Sd (Secure Digital Memory Cards) en MMC (Multimedia Cards) geheugenkaarten met een capaciteit tot 4 GB.
SDHC (Secure Digital High-Capacity Memory Cards) geheugenkaarten met een capaciteit tot 32 GB.
Snel achteruit, resp. vooruit – Houd de pijltoets op het apparaat of ingedrukt. – Wanneer u de gewenste titel bereikt heeft, de toets loslaten.
Vanwege de verschillende kwaliteitseisen van de kaartfabrikanten is het mogelijk dat sommige gegevens op de geheugenkaart niet of beperkt weergegeven kunnen worden.
Audio-cd
Audio-menu
MP3-bestanden: Titel kiezen
Titel of audiobron selecteren
– Tik op de functietoets Kiezen , om de titellijst met de huidig gespeelde titel en indien nodig de in deze map opgeslage sub mappen weer te geven.
Audiobronnen wisselen – Drukt u op de bereiktoets MEDIA om in het hoofdmenu MEDIA te schakelen. – Tik u op een van de bovenste functietoetsen om de betrokken audiobron te selecteren. De weergave van de geselecteerde audiobron wordt vanaf de laatst weergegeven locatie voortgezet.
Selectiemenu van de beschikbare audiobronnen openen – Tikt u Audio op de functietoets Kiezen om de titellijst van de op dat moment gespeelde audiobron weer te geven. De huidige actuele weergeven titel wordt getoond. – Wanneer u een van de toetsen van de audiobronbestanden indrukt, wordt de inhoud van de map of van de datadrager getoond.
Titelverandering of titel handmatig kiezen Drukt u op de bereiktoets MEDIA om in het hoofdmenu MEDIA te schakelen.
19
– Tik de functie toets Kiezen , om de titels van de huidige CD te vertonen. 10 de gewenste titel. – Kies uit de titellijst m.b.v. de menu-bedieningsknop A
– Tik op de weergave van een datamap om deze te openen. – Tik de functie toets Omhoog , om het huidige bovengestelde bestand te openen. – Door herhaald op de toets Omhoog te drukken, gaat u map voor map omhoog tot u aan de root directory van het weergegeven medium komt. Daarna is de functietoets Omhoog inactief.
Titel herhalen – In het menu Media drukt u op de functietoets Extra's en vervolgens op de functietoets Titel herhalen (herhaalt de actuele titel) resp. Map herhalen (herhaalt steeds alle titels in de map).
Willekeurige weergave MIX – Tik in MEDIA op de functietoets Extra's . – Tik in het pop-upvenster op de functietoets Alles mixen . Alle titels van de huidige audiobron worden nu in willekeurige volgorde afgespeeld.
Titel kiezen
– Wanneer u in het pop-upvenster de functietoets Map mixen indrukt, worden de titels van de actuele map in een willekeurige volgorde weergegeven.
– Wanneer u in het menu MEDIA bent, druk dan kort op de pijltoets op het apparaat of .
– Tik op de functietoets Mix om de functie bij de huidige titel te beëindigen. De normale weergave wordt met de huidige titel voortgezet.
s4n8.book Page 20 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
20
Bereiktoets MEDIA
Weergaveautomaat (Scanfunctie) – Tik in MEDIA op de functietoets Extra's . – Tik in het pop-upvenster op Scan . Alle titels van de huidige audiobron worden gedurende 10 seconden gespeeld. – Tik op Scan om de introductieautomaat met de huidige titel te beëindigen. De normale weergave wordt met de huidige titel voortgezet. Als alternatief start en stopt u de introductieautomaat door kort op de menu-bedie10 te drukken. ningsknop A
MP3 en WMA-bestanden Algemene aanwijzingen voor de MP3-modus Vereisten aan de MP3 data en -datadragers
Cd-rom, cd-r, cd-rw met een capaciteit van 650 MB en 700 MB.
auteursrechtelijk beschermd zijn. Dit soort WMA-bestanden worden door het apparaat niet ondersteund. Bitsnelheid (gegevensstroom per tijdeenheid)
Het apparaat ondersteunt MP3-bestanden met bitsnelheden van 32 tot 320 kbits/s en ook MP3-bestanden met een veranderlijke bitsnelheid.
Bij dossiers met een variabele bitsnelheid kan de aanduiding van de weergaveduur onnauwkeurig zijn.
Aanwijzing Voor de correcte weergave van Tsjechische speciale karakters in de ID3-Tag (naam van de artiest, van het album en van de titel) moet de tekst voldoen aan norm ID3 V2 en de UTF-codering gebruiken.
Externe bronnen* Externe bronnen - overzicht
De cd's 's moeten voldoen aan de norm ISO 9660 Niveau 1 of Niveau 2, alsook aan het Joliet-datasysteem (single session en multi session).
Bestandsnamen mogen niet langer zijn dan 256 tekens.
De structuur van de bestandenlijst (directory) is tot een diepte van 8 niveau's beperkt.
Een Mp3-cd mag niet meer dan 50 mappen en 500 bestanden bevatten.
Een geheugenkaart mag niet meer dan 5 000 mappen en 15 000 bestanden bevatten. Een map mag daarbij niet meer dan 6 000 bestanden bevatten.
De naam van de artist, het album en de titel van de weergegeven Mp3-gegevens kunnen worden weergegeven, indien deze informatie als een ID3-tag voorhanden is. Indien er geen ID3-Tag voorhandig is, wordt de naam van de lijst of de bestandsnaam getoond.
Weergavelijsten worden niet ondersteund.
WMA-gegevens (Windows Media Audio) kunnen ook worden weergegeven wanneer ze niet bijkomend door de DRM-procedure (Digital Rights Management)
Afb. 9 MDI-bus
s4n8.book Page 21 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets MEDIA
21
iPod Wanneer u een iPod op de MDI-bus heeft aangesloten, wordt een menu geopend waarin u de map van de iPods (weergavelijsten, artiesten, albums, songs enz.) kunt kiezen. Volume van de weergave van de externe audiobron aanpassen
BAT-15H1138
Afb. 10 Menu van de audiobron via de multimediabus MDI
AUX-ingang
Het weergavevolume van de externe audiobron kan door de volumeregelaar van de radio worden veranderd. Volgens de aangesloten audiobron kan het uitgangsvolume aan de externe audiobron worden veranderd.
– De AUX-bus activeert u in het menu Instellingen media door het aantikken van de functietoets AUX .
U kunt bovendien de ontvangstgevoeligheid van de externe radiobron veranderen, om zodoende het weergavevolume van de externee radiobron aan te passen aan de andere audiobronnen of om vervormingen te vermijden.
– De ingang voor een externe audiobron bevindt zich op het apparaat.
Adapter
– Externe audiobronnen die op de AUX-bus zijn aangesloten, kan men niet via de radio bedienen.
Om audiobronnen via de MDI-ingang te kunnen aansluiten, heeft u een speciale adapter nodig.
Ingang MDI - multimediabus
Een adapter om USB apparaten, apparaten met een mini USB-uitgang of een iPod aan te sluiten, kunt u bij een Škoda-verdeler kopen uit het gamma origineel toebehoren.
– De MDI-ingang bevindt zich onder de armleuning van de voorstoelen of in het opbergvak aan bijrijderszijde. – Audiobestanden van externe datadragers die op de multimediabus zijn aangesloten en die in MP3-, WMA-, OGG-Vorbis- en AAC-formaat zijn, kunnern via de radio worden weergegeven. – Externe audiobronnen die op de MDI-bus zijn aangesloten, kan men via de radio bedienen.
Voorwaarden voor het correct aansluiten
De versie van de tabel voor de toewijzing van de bestanden, de FAT (File Allocation Table) van het aangesloten apparaat moet FAT16 (< 2 GB) of FAT32 (> 2 GB) zijn.
Bij de weergave van een apparaat met een harde schijf (HDD) met een zeer groot datavolume kan er een vertraging optreden bij het inlezen van de overzicht van muziekbestanden.
U kunt altijd een andere audiobron kiezen op de radio. Zolang u de externe audiobron niet uitschakelt, blijft deze op de achtergrond altijd actief.
Raadpleeg voor de bediening van de externe audiobron de bedieningshandleiding van de respectievelijke fabrikant.
Voor de AUX-bus wordt de standaard klinkstekker 3,5 mm gebruikt. Heeft de externe audiobron deze klinkstekker niet, dan moet u een adapter gebruiken.
Er kunnen alleen USB-apparaten met de specificatie 2.0 worden aangesloten.
Bij de weergave van een apparaat met een ingewikkelde mapstructuur kan er een vertraging ontstaan bij het inlezen van de overzicht van muziekbestanden. De mapstructuur op het aangesloten apparaat mag een diepte van meer dan acht niveau's niet overschrijden. Een map mag niet meer dan 1 000 bestanden bevatten.
Om het apparaat aan te sluiten, mag geen USB verlengkabel of USB-verdeler (HUB) worden gebruikt.
s4n8.book Page 22 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
22
Bereiktoets MEDIA
ATTENTIE!
Plaats de extern audiobron in geen enkel gaval op het instumentenpaneel. Deze kan bij een plotseling manoeuvre onder het rijden in de passagiersruimte vliegen en de inzittenden verwonden.
Externe audiobronnen in geen enkel geval in de buurt van de airbags plaatsen. Ze kunnen bij het activern van de airbags in de passagiersruimte worden geslingerd en zouden de inzittenden kunnen verwonden.
Onder het rijden mag u de externe audiobron niet in de hand of op schoot houden. Deze kan bij een plotseling manoeuvre onder het rijden in de passagiersruimte vliegen en de inzittenden verwonden.
Installeer de aansluitkabel van de externe audiobron altijd op dusdanige manier, dat u tijdens het rijden niet door de kabel wordt gehinderd.
Voorzichtig! De AUX-bus mag alleen voor audiobronnen worden gebruikt!
Aanwijzing
Als zich in uw voertuig ook een AUX-bus in het bergvak onder de armleuning bevindt, is deze bus in combinatie met het navigatiesysteem Amundsen zonder functie. Gelieve de AUX-bus rechtstreeks aan het apparaat te gebruiken.
Is er via AUX een externe audiobron aangesloten die met een adapter voor externe stroomvoorziening is uitgerust, dan kan het gebeuren dat het audiosignaal wordt gestoord. Dat hangt van de kwaliteit van de gebruikte adapter af.
De luidsprekers in de auto zijn afgestemd op een uitgangsvermogen van de radio en de navigatie van 4x20 W.
Bij de uitrusting Soundsystem* zijn de luidsprekers voor een uitgangsvermogen van de versterker 4x40 W + 6x20 W afgestemd.
s4n8.book Page 23 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets NAV (Navigatie)
23
Bereiktoets NAV (Navigatie) Overzicht Veiligheidsaanwijzingen over de omgang met het navigatiesysteem De route wordt telkens opnieuw berekend wanneer u de rijadviezen negeert of van de route afwijkt. Deze berekening duurt enkele seconden. Pas daarna kunnen weer rijadviezen worden gegeven. Navigatiegegevens onvolledig Het navigatiesysteem kan geen gegevens van GPS-satelieten ontvangen wanneer u gedurende langere tijd onder een dicht bladerdak rijdt of wanneer u zich met de auto in een garage, onderdoorgang of tunnel bevindt. In deze gevallen oriënteert het navigatiesysteem zich uitsluitend met behulp van de voertuigsensoren. In gebieden die niet of niet volledig gedigitaliseerd op de navigatie-CD opgeslagen zijn, probeert het navigatiesysteem toch een routebegeleiding mogelijk te maken. Denk eraan dat de routebegeleiding onder deze omstandigheden deels fouten kan bevatten, wanneer bijvoorbeeld eenrichtingsstraten en stratencategorieën (snelweg, landweg enz.) niet of slechts onvolledig door de gebruikte navigatiegegevens zijn opgenomen.
ATTENTIE!
Besteed uw aandacht in de eerste plaats aan het autorijden. Wanneer de bestuurder wordt afgeleid, kan dat tot ongevallen en verwondingen leiden.
Laat uw aandacht niet door instellingen of het gebruik van het apparaat van het verkeersgebeuren afleiden. Gebruikt u het apparaat alleen wanneer de weers- en verkeersomstandigheden dit toelaten en u niet afgeleid wordt.
De verschillende volume-instellingen dienen dusdanig gekozen te worden dat geluidssignalen van buitenaf, zoals bijvoorbeeld een sirene van politie en brandweer altijd goed te horen zijn.
ATTENTIE!
Neem bij alle rijadviezen van uw radio-navigatiesysteem de wettelijke bepalingen van het verkeersregelement in acht.
De gegeven rijadviezen kunnen afwijken van de actuele situatie, bijvoorbeeld door werkzaamheden of verouderde navigatiegegevens. Neem in dergelijke gevallen altijd de verkeersvoorschriften in acht en negeer het rijadvies.
Verkeersborden en verkeersvoorschriften hebben steeds voorrang op rijadviezen van de navigatie.
Ook al worden op de navigatie-cd eenrichtingswegen, voetgangerszones enz. opgeslagen, de verkeersgeleiding is voortdurend aan wijzigingen onderhevig. Het navigatiesysteem houdt geen rekening met verkeerslichten, stopen voorrangsborden, parkeer- en stopverboden, of met rijbaanversmallingen en snelheidsbeperkingen.
Pas u uw snelheid aan de toestand van de straat, de weers- en verkeersomstandigheden aan. Laat u bijvoorbeeld niet door het radio-navigatiesysteem verleiden om in mist hard te rijden - gevaar van ongevallen!
Algemeen Terwijl u zich naar uw doel (bestemming) laat leiden, kunt u naar de radio blijven luisteren of zelfs cd's in het apparaat weergeven. Bij het invoeren van adressen (stad, straat) krijgt u alleen maar letters en symbolen te zien waarmee een zinvolle invoer mogelijk is. Er wordt een lijst met in aanmerking komende namen weergegeven. Vergeet bij samengestelde begrippen zoals Bad Düben niet de spatie mee in te voeren. Na het verlaten van de route of het niet-opvolgen van rijadviezen wordt de route opnieuw berekend. Deze berekening duurt een paar seconden. 10 laten De laatste taaleditie kunt u door het indrukken van de menu-bedieningsknop A herhalen. Tijdens het luisteren naar het rijadvies kunt u het volume ervan wijzigen.
In tunnels of ondergrondse garages bereiken de GPS-satelliet signalen de antenne niet. Het apparaat moet zich via de wielsensoren oriënteren.
s4n8.book Page 24 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
24
Bereiktoets NAV (Navigatie) Aanwijzing
Alle doelen (land-, plaats-, straatnamen en namen van bijzondere reisdoelen) moeten met alle landelijke (resp. taalspecifieke bij bijzondere reisdoelen) speciale letters ingevoerd worden.
Wanneer in het apparaat een sd-kaart met navigatiegegevens van hetzelfde land als op de CD gepaatst is dan wordt de vraag getoond, of de gegevens van de CD op de sdkaart geschreven moeten worden of dat alleen de gegevens van de CD gebruikt moeten worden.
Navigatie-cd insteken
Op een sd-kaart kunt u gegevens van meerdere navigatie-cd's kopiëren. De navigatiegegevens op de sd-kaart worden door het navigatiesysteem automatisch verbonden. Daarom adviseren wij, een sd-kaart met voldoende geheugencapaciteit te gebruiken. Om de navigatiegegevens van West-Europa te kopiëren is een geheugencapaciteit van ca. 4 GB noodzakelijk.
– Schuif een de navigatie-CD zo ver in, met de beschreven kant naar boven, in de CD schacht, tot die automatisch ingenomen wordt.
Gegevens van een navigatie-CD kortstondig gebruiken
Navigatiegegevens, navigatie-cd en geheugenkaart
– Indien u de navigatie-CD uit de lade wilt nemen, druk dan op de toets .
Wanneer u slechts kortstondig door een gebied rijdt dat niet op de sd-kaart is opgeslagen, steek dan de navigatie-CD van het bereden gebied in.
Navigatiegegevens actualiseren
Actualiteit van de navigatiegegevens en nieuwe navigatie-cd
– Zijn de gegevens van de navigatie-CD niet identiek met die op de sd-kaart, dan volgt een overeenkomstige aanwijzing.
Het stratenbeheer ondergaat constant veranderingen (bijvoorbeeld nieuwe straten en verandering van straatnamen en huisnummers). Een navigatie-CD is een reusachtig datageheugen na enige tijd helaas niet meer actueel is. Dat kan bij de routebegeleiding tot klachten leiden.
– Tik op functietoets Installeren om de gegevens die op de sd-kaart zijn opgeslagen, met de gegevens van de navigatie-cd te overschrijven.
Navigatiegegevens van de navigatie-cd op de geheugenkaart opslaan – Schuif een de navigatie-CD zo ver in, met de beschreven kant naar boven, in de CD schacht, tot die automatisch ingenomen wordt. 12 . – Schuif de geheugenkaart in de kaartgleuf A
– Druk op de gebiedskeuzetoets NAV en in het hoofdmenu Navigatie op de gebiedskeuzetoets SETUP . 10 de functietoets Database navigatie en – Kies m.b.v. de menu-bedieningsknop A druk vervolgens op de functietoetsen Bestanden installeren en Starten .
De navigatiegegevens kunnen óf op de cd óf op de sd-kaart opgeslagen zijn. Wanneer in het apparaat een sd-kaart met navigatiegegevens van hetzelfde land als op de cd is aangebracht (maar de gegevens op de CD een nieuwere versie hebben), dan wordt na het invoeren van de cd de vraag getoond, of de gegevens met de nieuwe versie moeten worden overschreven, dan wel of alleen de gegevens van de CD voor de navigatie moeten worden gebruikt.
Update daarom geregeld de navigatiegegevens in uw apparaat met een actuele navigatie-CD. Overige functietoetsen De volgende functietoetsen zijn alleen actief wanneer in het apparaat een navigatieCD is aangebracht en de geheugenkaart navigatiegegevens bevat.
Cd-bestanden tonen - toont informatie over de navigatie-CD (gebied en versienummer van de navigatie-CD);
Sd-bestanden tonen - toont informatie over de opgeslagen navigatiegegevens en
over hun volume;
Sd-navigatiebestanden wissen - opent het menu waarmee u de navigatiegegevens op de geheugenkaart kunt wissen;
Bestanden installeren - activeert het opslaan van de navigatiegegevens van de navigatie-cd op de geheugenkaart.
s4n8.book Page 25 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets NAV (Navigatie)
25
Functietoetsen in het hoofdmenu Navigation
Aanwijzing
Het kopiëren van een cd kan een uur duren, tijdens het kopiëren kan men de navigatiefuncties (doelgeleiding, kaartweergave) niet gebruiken, de TRAFFIC modus (verkeersberichten) en het weergeven van MP3s van de sd-kaart zijn niet beschikbaar. In de menu's Radio en Media wordt tijdens het kopiëren bovenaan links het symbool van de sd-kaart getoond. Verwijder de sd-kaart tijdens het kopiëren van de gegevens van de navigatie-CD op de sd-kaart niet uit het apparaat. Hoofdmenu navigatie
Adres - dient voor de invoer van een adres via een invoermogelijkheid voor het kiezen van een reisdoeladres. Doelgeheugen - dient voor het openen van de opgeslagen doelen. Laatste reisdoelen - voor het openen van de laatste doelen. Tankstation - dient voor het openen van een lijst van benzinestations in de buurt. Parkeerplaats - dient voor het openen van een lijst van parkeerplaatsen in de buurt. Bijzonder reisdoel - opent een zoekraster om naar een bijzonder reisdoel te zoeken. Als gebied voor het zoeken kunt u de actuele positie Hier of een willekeurige plaats Plaats invoeren. Thuisadres - om de doelgeleiding naar het doel, dat als thuisadres opgeslagen is, te
starten.
Doel invoeren Afb. 11 Hoofdmenu navigatie
Reisdoel kiezen Tikin het hoofmenu Navigatie op de functietoets Adres.
Reisdoel kiezen – Open beurtelings de invoerrasters (land, plaats, straat, huisnummer) om het reisdoel te kiezen. Een reisdoeladres moet altijd in de aangegeven volgorde worden geselecteerd, eerst het land, dan de stad en zo verder.
Afb. 12 Kaartweergave
– Druk op de gebiedskeuzetoets NAV . Het laatste in de navigatie geopende menu wordt weergegeven. – Als het hoofdmenu Navigatie niet wordt getoond, druk dan nogmaals op de gebiedskeuzetoets NAV .
– Volstaan de gegevens voor een routebegeleiding, dan is de functietoets Klaar actief.
s4n8.book Page 26 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
26
Bereiktoets NAV (Navigatie)
Opgeslagen reisdoel kiezen
– Als ’trefwoord’ kunt u bijvoorbeeld hotel, stadion, eten of een gedeelte van de naam van een bijzonder reisdoel, b.v. Bergen, Zoom invoeren.
Routebegeleiding naar een opgeslagen ’thuisadres’ starten
– Let op de juiste onvoer van het ’trefwoord’ (inclusief speciale tekens).
– Tik in het hoofmenu Navigatie op de functietoets Thuisadres . Is een thuisadres opgeslagen, dan wisselt het apparaat naar de kaartweergave en de routebegeleiding start automatisch.
Zoeken starten
Doelgeleiding naar een van de opgeslagen doelen starten – In het hoofdmenu Navigatie drukt u op de functietoets Doelgeheugen of Laatste reisdoelen. Een lijst met de manueel opgeslagen reisdoelen of een lijst van de laatste doelen wordt weergegeven.
Tankstation of parkeerplaats kiezen – In het hoofdmenu Navigatie drukt u op de functietoets Tankstation of Parkeerplaats, er wordt een lijst van de benzinestations of parkeerplaatsen getoond. – Druk op een van de weergegeven doelen. Het apparaat wisselt naar de kaartweergave en de routebegeleiding naar dit reisdoel start automatisch. – Om gedetailleerde informatie over het doel te tonen, druk de functietoets Details . – Door het indrukken van de functietoets Starten start u een doelgeleiding.
– Heeft u uw invoer in het zoekveld beëindigd, tikt u dan op de functietoets Zoeken . Er wordt een pop-upvenster geopend en er wordt naar de bijzondere doelen gezocht die aan de invoer voldoen. – Het gebied, waarin naar de bijzondere reisdoelen wordt gezicht, wordt weergegeven en wordt steeds groter. – Tikt u op de functietoets Annuleren dan wordt het zoeken beëindigd zonder dat de resultaten worden getoond. – Op het moment dat alle bijzondere reisdoelen die aan de invoer voldoen gevonden zijn, worden zij in de lijst getoond. – Dit zoeken zo door tot en met een afstand van ca. 75 km van de ingevoerde positie vandaan. Door het indrukken van de functietoets Beëindigen breekt u het zoeken bij de aangegeven afstand af. – Wanneer het zoeken beëindigd is, verandert de functietoets van Beëindigen naar de functie Details .
Bijzonder reisdoel uit zoekresultaten selecteren
Bijzondere reisdoelen als reisdoel kiezen
– Het kiezen van het menupunt uit de lijst van gevonden bijzondere reisdoelen start de doelgeleiding.
Zoekgebied vast stellen
– Als meerdere bijzondere reisdoelen werden gevonden, dan worden die eerst in een lijst weergegeven. Bovenaan de lijst staan de bijzondere reisdoelen die het dichtst bij het opgegeven zoekgebied liggen (de afstand- en richting worden hier door de lucht gemeten).
– Tikt u in het hoofmenu Navigatie op de functietoets Bijzonder reisdoel. – Om het zoekgebeid te bepalen waarin naar een bijzonder reisdoel moet worden gezocht, kiest u óf de actuele positie Hier óf het centrum van een plaats Plaats .
Bijzondere reisdoelcategorie kiezen –
Opent een zoekraster om een bijzonder reisdoel te kiezen, m.b.v. de invoer van een ’trefwoord’ of een woord dat onderdeel van de naam van het bijzonder reisdoel is. Het bijzonder reisdoel wordt in een gebied met een diameter van 75 km gezocht.
– Wanneer u op de functietoets Details drukt, worden details over het bijzondere reisdoel getoond. Na het indrukken van de functietoets Starten wordt een routebegeleiding gestart. – In de lijst van bijzondere reisdoelen of in de weergave van de details over een doel kunt u door het indrukken van de functietoets Opslaan het bijzondere reisdoel in het doelgeheugen opslaan.
s4n8.book Page 27 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets NAV (Navigatie)
Doelgeheugen
27
Extra venster en ’Vlaggetjesreisdoel’ opslaan
Laatste reisdoelen opslaan – Tik in het hoofmenu Navigatie op de functietoets Laatste reisdoelen. – Druk op een van de weergegeven doelen. Het apparaat wisselt naar de kaartweergave en de routebegeleiding naar dit reisdoel start automatisch. – Wanneer u op de functietoets Details drukt, worden details over het doel getoond. – Wanneer u een doel wilt opslaan, druk dan op de functietoets Opslaan .
Afb. 13 Extra venster: Weergave van de details over de actuele positie
Doelen in het reisdoelgeheugen opslaan – Druk op de functietoets Opslaan , er wordt een invoerraster voor de invoer van een doelnaam geopend. – Druk na de invoer van de doelnaam op de functietoets OK . – Wanneer u een doelnaam wilt veranderen, druk dan op de functietoets Wissen en kies een eigen doelnaam. Afb. 14 Positie
Opgeslagen doelen wijzigen – Tikt u in het hoofmenu Navigatie op de functietoets Doelgeheugen. Er wordt een lijst van de in het doelgeheugen opgeslagen doelen getoond.
Extra venster tonen – Wanneer u de toets indrukt, opent het extra venster.
– Druk op een van de weergegeven doelen. Het apparaat wisselt naar de kaartweergave en de routebegeleiding naar dit reisdoel start automatisch.
– Wanneer de doelgeleiding niet actief is, opent het extra venster met details over de actuele positie.
– Wanneer u op de functietoets Details drukt, worden details over het doel getoond. Hier kunt u de invoer wijzigen.
– Wanneer de doelgeleiding actief is, opent het extra venster met het reisdoel.
– Wanneer u de weergegeven doelnaam wilt veranderen, kiest u het menupunt Naam: . – Met de functietoets Starten wordt een routebegeleiding naar het weergegeven doel gestart. – Wanneer u op de functietoets Wissen drukt wordt het doel gewist.
Vlaggetjesreisdoel opslaan – Wanneer u in het extra venster de functietoets Vlaggetjesreisdoel indrukt, wordt de actuele positie als ’Vlaggetjesreisdoel’ opgeslagen.
s4n8.book Page 28 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
28
Bereiktoets NAV (Navigatie)
– Er kan altijd maar een reisdoel met de naam ’vlaggetjesreisdoel’ in het reisdoelgeheugen worden vastgelegd. Wordt het ’Vlaggetjesreisdoel’ niet herbenoemd, dan wordt het door het opnieuw indrukken van functietoets Vlaggetjesreisdoel overschreven. Wilt u een opgeslagen ’Vlaggetjesreisdoel’ bewaren, dan moet u het daarom herbenoemen.
Vlaggetjesreisdoel herbenoemen – Tikt u in het hoofmenu Navigatie op de functietoets Doelgeheugen. – In de lijst kiest u ’Vlaggetjesreisdoel’.
Uw thuisadres opslaan of wijzigen Huidige positie als thuisadres opslaan – Tik in het hoofmenu Navigatie op de functietoets Thuisadres . – Indien uw thuisadres nog niet opgeslagen is, bevestig dan de volgende vraag met de functietoets Ja . – Druk op de functietoets Positie en uw actuele positie wordt als thuisadres opgeslagen.
– Druk op de functietoets Details en vervolgens op de functietoets Naam: . Er wordt een invoermasker geopend waarin u de naam van het ’Vlaggetjesreisdoel’ kunt wijzigen.
Opgeslagen thuisadres bewerken
Extra venster over de actuele positie
– Indien u uw thuisadres wilt wijzigen, druk dan in het menu Navigatie de toets SETUP en vervolgens menupunt Thuisadres ingeven .
10 kunt u verdere informatie laten weergeven: M.b.v. de menu-bedieningsknop A
– Indien uw thuisadres al is opgeslagen, start dan na het indrukken van de functietoets Thuisadres de automatische doelgeleiding.
Positie; Breedte- en lengtegraad; Hoogte (indien minstens 4 satellieten ter beschikking staan);
GPS status (GPS_FIX - de positie kan worden bepaald, GPS_FIX_3D - de hoogte kan worden bepaald);
Routebegeleiding Tussendoel invoeren
Het aantal beschikbare en ontvangen satellieten (het aantal beschikbare satellieten bepaalt de GPS status).
Moeten naast het weergegeven reisdoel een tussendoel aangedaan worden, gaat u dan verder zoals hieronder beschreven. Het tussendoel kan alleen bij het starten van de doelgeleiding worden ingevoerd.
Doelen in doelgeheugen of lijst van laatste reisdoelen wissen
– Kies het doel en start de doelgeleiding.
– Druk in een willekeurig menu van de Navigatie de toets SETUP . 10 kiest u de functietoets – M.b.v. de menu-bedieningsknop A Reisdoelgeheugen wissen .
– In het pop-up venster wist u m.b.v. de functietoetsen Allereisdoelen of Laatste reisdoelen alle manueel of automatisch opgeslagen of alleen de laatste reisdoelen.
– Druk op de gebiedskeuzetoets NAV , om naar het hoofdmenu Navigatie te gaan. – Kies een doel en start de doelgeleiding. – Wanneer u het net ingegeven doel als tussendoel wilt opslaan, druk dan op de functietoets Tussenstop . – Wanneer u de begonnen doelgeleiding wilt stoppen, druk dan op de functietoets Nieuw Doel . Tijdens de doelgeleiding kan slechts één doel en één tussendoel worden ingevoerd.
s4n8.book Page 29 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets NAV (Navigatie) Bij het bereiken van het tussendoel hoort u een navigatiebericht. Na enkele seconden wordt de doelgeleiding herhaald. Daarna kunt u terug een nieuw tussendoel invoeren.
29
Routegeleiding
Indien u een nieuw tussendoel voor het bereiken van het oorspronkelijke reisdoel invoert, moet u kiezen of u het ’oude’ tussendoel met het ’nieuwe’ tussendoel overschrijft.
Route-opties In het menu Route-opties wordt vastgelegd, volgens welke criteria een route moet worden berekend en welke soort wegtypes u zou willen toestaan voor de routeberekening. De route-opties kunnen ook tijdens een doelgeleiding gewijzigd worden.
Afb. 15 Kaartweergave met functietoetsen
– In het hoofdmenu Navigatie drukt u de toets SETUP en vervolgens op de functietoets Route-opties . – Tik op de functietoets Routecriteria . – M.b.v. de functietoetsen Dynamische route , Autosnelweg mijden en Tolwegen/veren mijden bepaalt u of de aangegeven wegsoorten gebruikt moeten worden of niet. Als er geen bruikbare route beschikbaar is (omdat bijv. een eiland zonder veerboot niet kan worden bereikt), dan kunnen dit soort wegen – hoewel deze niet zijn geselecteerd – toch in de routeplanning worden opgenomen. Parameters voor de routeberekening bepalen
Snel: berekent voor u de snelste route naar uw reisdoel, ook als daarvoor een omweg nodig is.
Kort: berekent voor u de snelste route naar uw reisdoel, ook als daarvoor een omweg nodig is. Houd er rekening mee dat de instelling ’Korte route’ bij de routebegeleiding deels tot onverwachte gebeurtenissen kan leiden.
Economisch: berekent een route met de minimale rijtijd en het kortste rijtraject.
Afb. 16 Kaartweergave tijdens de doelgeleiding
Kies het doel en start de doelgeleiding. Het apparaat schakelt om naar de kaartweergave. 10 te draaien kunt u de schaal van de kaart – Door de menu-bedieningsknop A wijzigen. 10 indrukt, wordt de laatste navigatiemel– Wanner u de menu-bedieningsknop A ding herhaald.
– Als u de toets voor de bereikeuze NAV indrukt, kunt u tussen het menu Extra's of Beëindigen kiezen. – Als u de bereiktoets NAV indrukt, kunt u door het indrukken van het symbool tussen de bedrijfsmodi van de kaart wisselen. Als u de functietoets Extra's in de bedrijfsmodus NAV indrukt, kunt u tussen de kaartweergave kiezen:
s4n8.book Page 30 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
30
Bereiktoets NAV (Navigatie) 2D noorden ,
Trajectgedeelte handmatig blokkeren
2D rijrichting en 3D rijrichting (verschillende kijkhoek op de kaart),
1 kiest u het begin van het traject dat moet worden – M.b.v. de bedieningsknop A geblokkeerd.
Overzichtskaart - bij de actieve doelgeleiding wordt de berekende rout van de
actuele voertuigpositie naar het ingevoerde doel weergegeven,
Hoofdmenu .
Tijdens de doelgeleiding is de te volgen route geaccentueerd weergegeven, het symbool toont de actuele positie van de auto, het symbool toont de afstand tot het doel en het symbool toont de geschatte aankomst- of rijtijd. Nog af te leggen trajectafstanden kunnen bovendien gedurende een routebegeleiding handmatig worden geblokkeerd bladzijde 30.
Routegeleiding stoppen
– Druk op de functietoets Blokkeren , deze verandert naar de functietoets Blokk. t/m . – Kies het einde van het te blokkeren traject en kies de functietoets Blokk. t/m . – De route wordt opnieuw berekend. – Wanneer u de blokkering van het traject wilt opheffen, druk dan de functietoets Annuleren .
Dynamische reisdoelbegeleiding met gebruik van TMC Dynamische navigatie in- of uitschakelen
Kies het doel en start de doelgeleiding. Het apparaat schakelt om naar de kaartweergave.
– In het hoofdmenu Navigatie drukt u de toets SETUP en vervolgens de functietoets Route-opties .
– Druk de gebiedskeuzetoets NAV in en vervolgens de functietoets Beëindigen , de doelgeleiding wordt onderbroken en de functietoets verandert naar ’Starten’.
– In het menu routeopties activeert u de checkbox Dynamische Route en kiest u in het pop-up venster de gewenste instelling door het aan te tikken.
– Tikt u op de functietoets Starten , dan wordt de routebegeleiding vanaf de huidige positie voortgezet.
Voorwaarden voor dynamische routegeleiding
Routelijst zichtbaar maken De routelijst kan alleen tijdens een routebegeleiding worden weergegeven.
Aanvullend venster in de kaartweergave – Druk tijdens de doelgeleiding op de toets , er wordt een extra venster geopend. – In het extra venster kiest u de functietoets Routelijst . De routelijst verschijnt. In de Routelijst wordt de lijst van punten (straatnamen, straataanduidingen en trajectafstanden) die nog aangedaan moeten worden, weergegeven. – Bovendien worden de afstand die op het huidige traject nog moet worden afgelegd en de geschatte tijd tot de volgende afslag getoond.
TMC (Traffic Message Channel) is een digitale radio-datadienst voor het doorlopend doorgevenvan verkeersinfo. Het apparaat wordt op de achtergrond doorlopend voorzien van TMC-verkeersinfo indien op de actuele locatie een TMC-zender kan worden ontvangen. De kwaliteit van de uitgezonden verkeersmeldingen is afhankelijk van de verkeersredactie van de betrokken radiozender. De ontvangst van TMC-verkeersinfo kan niet inof uitgeschakeld worden. De beluisterde zender mag niet de TMC-zender zijn. TMC-verkeersberichten kunnen door het apparaat alleen worden geëvalueerd en weergegeven, als de navigatiegegevens van het gebied waar op dat moment wordt gereden in het geheugen van het apparaat opgeslagen zijn of via een ingevoerde navigatie-CD kunnen worden opgevraagd. De actuele TMC-verkeersmeldingen kunnen door het indrukken van de gebiedskeuzetoets TMC weergegeven worden.
s4n8.book Page 31 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereiktoets NAV (Navigatie)
Aanwijzing
Bij een ongunstige verkeerssituatie kan het ontwijken van een file op basis van TMC-berichten onder bepaalde omstandigheden geen tijdwinst opleveren als het omleidingstraject ook is overbelast.
U kunt een verderop liggende route ook handmatig blokkeren, als een verkeersstoring op die route nog niet via TMC-verkeersmeldingen werd geregistreerd bladzijde 30.
31
s4n8.book Page 32 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
32
Bereikstoets PHONE
Bereikstoets PHONE Overzicht Hoofdmenu PHONE Individuele functies in het menu TELEFOON kunnen afhankelijk zijn van de uitrusting en de eigenschappen van de mobiele telefoon. Verbind uw mobiele telefoon volgens de voor uw vaartuig geldende bedieningsaanleiding aan de mobiele telefoon voorbereiding.
ATTENTIE! Vervolg
foonsysteem alleen dan als u uw auto op elk moment volledig onder controle hebt - kans op ongevallen!
Oproepnummer invoeren Een nummer invoeren en draaien
– Druk op de bereik keuze toets PHONE , om het hoofdmenu PHONE te openen.
– Tik in het hoofdmenu PHONE op de functie toets [:::] , om het nummerblok voor de invoer van een oproepnummer te openen.
Na de aansluithandeling duurt het enkele minuten, tot de de telefoongegevens van de aangesloten mobile telefoon op het radio-navigatiesysteem beschikbaar zijn.
– Tikt u op de zichtbare cijfertoetsen, om het desbetreffende cijfer in de invoerregel over te nemen.
Functie toetsen in het hoofdmenu PHONE
– Door het indrukken van de toets Wissen worden de tkens in de invoerregel van rechts naar links gewist.
- Oproep aannemen, ingevoerd nummer kiezen. In het hoofdmenu PHONE wordt na het aantikken van de oproeplijst het gedraaide aanroepnummer aangetoond. - Gesprek beëindigen of weigeren. SOS * - maakt na verdere bevesting een verbinding met een noodnummer. Voicemailbox- kiest het nummer van de voicemailbox. [:::] Nummer kiezen - opent het cijferblok voor de invoer van een oproepnummer. niet aangenomen oproepen - toont een lijst van de niet aangenomen gesprekken. Gekozen nummer - toont een lijst van de gekozen nummers. Aangenomen oproepen - toont een lijst van de aangenomen gesprekken. Telefoonboek - opent de telefoongids van de aangesloten mobiele telefoon om een oproepnummer te kiezen.
ATTENTIE! Besteed uw aandacht in de eerste plaats aan het sturen! Als bestuurder draagt u de volle verantwoordelijkheid voor de verkeersveiligheid. Gebruik het tele-
– Tikt u op de funtietoets wanneer het gewenste nummer in de invoerregel weergegeven wordt. De verbinding met het ingevoerde oproepnummer wordt gemaakt. Voor de invoer van een landnummer kunt u in plaats van de eerste beide cijfers (bijvoorbeeld ’00’) het teken ’+’ kiezen. De bijzondere toetsen ’sterretje’ * en ’hekje’ # hebben dezelfde functie als op een toetsenbord van een mobiele telefoon. Deze tekens zijn in de eerste plaats nodig bij de overdracht van geluidssignalen gedurende een telefoongesprek. of - met behulp van de pijl kan men de cursor in het ingevoerd telefoonnummer bewegen.
Telefoongids Telefoongids openen – Tik in het hoofdmenu PHONE op de functietoets , om de telefoongids te openen.
s4n8.book Page 33 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Bereikstoets PHONE Oproepnummer in de telefoongids oproepen – Om ook de andere invoergegevens in het menu Telefoonboek weer te geven, drukt u op de bedieningsknop naar rechts. – Tikt u op de functietoets Zoeken , om via de zoekmogelijkheid een invulling van het telefoonboek te selecteren.
33
Oproepnummer aanpassen Open de aanduiding van een oproepnummer uit het telefoonboek of een oproeplijst, zoals beschreven in het betrokken hoofdstuk bladzijde 33. – Tikt u op de pijltoetsen of , om de cursor in het invoerveld te verschuiven.
– Tik op de weergave van een telefoonboekgegeven. Als ibij een telefooninvoer slechts een telefoonnummer opgeslagen is, wordt dit gekozen. Als bij een telefooninvoer meerdere telefoonnummers opgeslagen zijn, wordt een menu met deze nummers geopend.
– Tk op een in het tekenblok ingevoegd teken, om deze achter het indicatie markerings teken in de invoerlijst over te nemen.
Informatie van een telefoongids indrage aantonen
Oproepenlijst
– Door het indrukken van de functietoets Details , worden telefoonnummers die bij dit gegeven opgeslagen zijn, weergegeven. – Tikt u op de weergave van een telefoonnummer, dan wordt er verbinding met dit telefoonnummer gemaakt.
Indrage zoeken in de telefoongids – Tikt u in het menu telefoonboek op de functietoets Zoeken om via een zoekmogelijkheid een invulling van het telefoonboek te selecteren. – Tikt u bij de zoekmogelijkheden op een in het toetsenbord te selecteren teken om dit over te nemen in de invoerregel. – Tikt u op de functietoets om het invoerraster voor de invoer van getallen en bijzondere tekens te openen. Tik u op A-Z , om terug naar het invoerraster voor letters te wisselen. – Tikt u op de functietoets om het invoerraster voor de invoer van getallen en bijzondere tekens te openen. Om terug te keren naar het invoerraster voor Latijnse letters, drukt u op ABC . – Door het indrukken van de functietoets Wissen worden de tekens in de invoerlijn, vanaf de positie van de cursor, van rechts naar links gewist. – Door op de toets OK te tikken, gaat u in het telefoonboek naar een gegeven dat in de bewerkingslijn gemarkeerd is.
– Tikt u op de functietoets , dan wordt de verbinding naar het getoonde telefoonnummer gemaakt.
Afhankelijk van het type van de mobiele telefoon en de telfoonfvoorbereiding kunnen alleen de telefoonnumers opgeslagen worden van gesprekken die door de telefoonvoorbereiding in het voertuig gemist, gekozen en aangenomen werden. De in een mobile telefoon opgeslagen bellijsten worden niet in het voertuig weergegeven. Is het telefoonnummer uit een bellijst in het telefoonboek opgeslagen, dan wordt in plaats van het telefoonnummer de in het telefoonboek opgeslagen naam weergegeven. Oproeplijsten zijn altijd een gebruikers profiel toegewezen en worden alleen dan aangetoond, als de correcte SIM kaart opnieuw met de mobiele telefoon voorbereiding is aangesloten.
Een gesprek voeren Heeft u het maken van verbinding met een telefoonnummer gestart of een gesprek aangenomen, dan wisselt het hoofdmenu PHONE in het beeld naar telefoongesprek.
Inkomend telefoongesprek – Een inkomend telefoongesprek wordt in het beeldscherm door ’Belt’ en het telefoonnummer van de oproeper weergegeven. Is het nummer van de beller in het telefoonboek opgeslagen, dan wordt in plaats van het telefoonnummer de naam van de beller getoond. – Tikt u op de functietoets om het gesprek aan te nemen.
s4n8.book Page 34 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
34
Bereikstoets PHONE
– Tikt u op de functietoets om het gesprek te weigeren.
Tijdens een telefoongesprek – Als u tijdens een telefoongesprek op de functietoets Extra's en Oproep in wacht drukt, wordt bij een lopend gesprek de toon ’uitgeschakeld’ (Weegave: ’In wacht...’). Dit betekent dat de verbinding blijft bestaan, terwijl de audio-overdracht is onderbroken. – Als u de functietoetsen Extra's en Oproep voortzetten opnieuw indrukt, is het mogelijk om het gesprek voort te zetten. – Tikt u tijdens een telefoongesprek op de functietoets , dan wordt de verbinding met het huidige telefoonnummer beëindigd en het apparaat schakelt naar het hoofdmenu PHONE.
Een tweede telefoongesprek voeren – Druk tijdens een gesprek op de bereikskeuzetoets PHONE en kies een telefoonnummer. – Kies een nieuw oproepnummer of kies een opgeslagen nummer. – Als u de verbinding met de nieuwe gesprekspartner opgebouwd heeft, kunt u tussen de beide gesprekspartners ’wisselen’. – U kunt op de volgende manieren omschakelen: Kies in het beeldscherm de gesprekspartner uit naar wie u wilt overschakelen en druk op de functietoets Extra's en Oproep wisselgesprek . – Door het indrukken van de functietoets Extra's en Bij conferentie kunt u alle deelnemers in het gsprek betrekken. DTMF-toetstonen Aan elke toets van een telefoon is een bepaalde DTMF toetsentoon toegewezen. DTMF-toetsentonen worden bijvoorbeeld bij het invoeren van een wachtwoord via de mobiele telefoon of bij de selectie van een medewerker in een ’call-center’ gebruikt. Wordt tijdens een gesprek de invoer van een DTMF-toetsentoon geëist, opent u dan daarvoor het toetsenbord veld door het aantikken van de functietoets linksonder en volgt u de aanwijzingen (bijvoorbeeld: ’voor een persoonlijk gesprek met een van onze medewerkers, drukt u de 3 ’).
U kunt een langere DTMF-toetsentoon ook in uw mobile telefoon opslaan. Wordt tijdens een gesprek de invoer van deze DTMF-toetsentoon geëist, roept u dan de betreffende invulling op uit het telefoonboek, zoals beschreven. Tikt u in het invoerraster op de functietoets Cijfers ingeven , dan wordt de in de invoerregel weergegeven tekenvolgorde als DTMF-toonvolgorde afgespeeld. Denkt u er alstublieft aan, dat bij een DTMF-toon het teken ’+’ niet voorkomen mag, omdat dit teken het spelen van een DTMF-toetsentoon onderbreekt.
s4n8.book Page 35 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Trefwoordenlijst
Trefwoordenlijst A
C
Aanpassing van het volume volgens de snelheid GALA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
CD insteken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 uitwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Audio Audiobronnen wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Audio-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Titel/Map herhalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Titellijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Titelverandering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
19 19 19 19 19
H
Cd-modus Cd niet leesbaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
D
Bedienings elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Doel Adres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bijzonder reisdoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Routebegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vlaggetjesreisdoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
DTMF-toetstonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
B Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 gedurende het rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Benzinestation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Bereik toets SETUP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 TMC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Bereikstoets NAVIGATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 PHONE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Bereiktoets MEDIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 RADIO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
28 26 27 25 28 27
E Einstellungen Telefon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Externe bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
G Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Hoofdmenu PHONE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
I Inschakelen van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Instellingen Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 instellingen Klank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 verkeerssadio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Invoerraster Keuze van het doeladres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 vrije tekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
M Media Menu media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 MP3, WMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 MP3-bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
N Navigatie Menu navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
35
s4n8.book Page 36 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
36
Trefwoordenlijst
navigatie-cd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
P
TMC Dynamische reisdoelbegeleiding . . . . . . . . . . . 30 TMC-verkeersinfo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Parkeerplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
TP (Verkeersinfo) Verkeersberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
R
TP (verkeersinfo) Aanduiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Radio opgeslagen zenders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Zender handmatig instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Zender opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
U
Radiozenders Radiozenders kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
W
Route-opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Willekeurige weergave MIX Cd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
S Scan Weergaveauaomaat audiomodus . . . . . . . . . . . 20 Zoekmechanisme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
T Telefoon Invoer uit de telefoongids . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Oproepnummer aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Oproepnummer in de telefoongids . . . . . . . . . 33 Oproepnummer invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Telefoongids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 telefoon gesprek voeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Uitschakelen van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Z Zendernaam RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
s4n8.book Page 40 Friday, January 15, 2010 1:12 PM
Škoda Auto werkt continu aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Heeft u er alstublieft begrip voor, dat daarom ten alle tijde veranderingen van de levering in vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn. De gegevens met betrekking tot de leveringsomvang, het voorkomen, de prestaties, maten, gewichten, brandstofverbruik, normen en functies van de auto beantwoorden aan de stand van de informatie op het moment van sluiting van de redactie. Enkele van de uitvoeringen zijn mogelijkerwijs pas later leverbaar (informatie geeft uw Škoda-dealer) of worden slechts in bepaalde exportuitvoeringen aangeboden. Daarom is geen reclame mogelijk naar aanleiding van de aanduidingen, afbeeldingen en beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing.
Nadruk, reproductie, vertaling of een ander gebruik van dit instructieboekje, ook van gedeelten, is zonder schriftelijke toestemming van Škoda Auto niet toegestaan. Alle rechten volgens het auteursrecht blijven uitdrukkelijk aan Skoda Auto voorbehouden. Wijzigingen voorbehouden. Uitgegeven door: ŠKODA AUTO a.s. © ŠKODA AUTO a.s. 2010
SIMPLY CLE VER
www.skoda-auto.com
Navigace Amundsen Fabia, Roomster, Yeti, Octavia, Superb holandsky 03.10 S00.5610.69.32 3T0 012 149 CJ
ŠkodaAuto RADIO-NAVIGATIE-SYSTEEM AMUNDSEN