knooppunt 14 Farra di Soligo Treviso
Farra di Soligo
A27
A28
Valdobbiádene 83 Possagno 85
86 Oderzo Treviso 80 81 Fietsen langs de Sile
84 Bassano del Grappa A31
VÉNETO
Vicenza A4 10 km
82
Pádova
A4
Venezia
A13
Radicchio, de trots van Treviso
Al ligt Treviso op amper 30 km van Venetië, toch stond zijn naam tot voor een paar jaar bij niemand op het toeristische verlanglijstje. Toen werd zijn luchthaven ontdekt door de lowcostvliegtuigmaatschappijen en werd het een springplank naar de lagunestad. Landen, de bus op, wegwezen. En haast niemand die even ging kijken of Treviso zelf wat had te bieden. Gelukkig is dat gaandeweg veranderd. Steeds meer mensen proeven tot hun grote tevredenheid de charme van Treviso. In de achtertuin van Venetië ontdek je een ommuurde middeleeuwse stad, waar je langs het kabbelende water van de Sile veel stemmige hoekjes vindt. Treviso is een bevallige winkelstad met een ruim cultureel aanbod. Tussen 2007 en 2011 breiden tweejaarlijkse megatentoonstellingen rond China die waaier nog uit. Elk jaar rond midden december krijgt de centrale Piazza dei Signori opeens extra veel kleur. Letterlijk en figuurlijk. Dan staat alles in het teken van het violet en wit van de radicchio, de knapperige licht bittere sla die nergens met meer toewij-
ding wordt geteeld dan in deze streek. Op die feestelijke dagen vloeit gul de pittige prosecco, dat andere streekproduct dat steeds verder buiten de grenzen van Italië bij momenten van gezelligheid de glazen vult. Na een stadsverkenning kun je met Treviso als basis op de fiets het natuurpark van de Sile in. Je kunt gaan toeren tussen de wijnranken in het prosecco-gebied. Je wandelt binnen een uur op de brug die Palladio in Bassano over de Brenta wierp. In Possagno bekijk je de meesterwerken van beeldhouwer Canova, in Oderzo de schatten uit de tijd dat Rome er heerste. Zelfs een dag Venetië behoort moeiteloos tot de mogelijkheden. Als plaats om voor een week je bed te spreiden, zie ik twee plekken. Je kunt een kamer boeken in het stedelijke gebied. Een goed idee als je vliegt en sommige excursies met openbaar vervoer overweegt: Venetië, Conegliano… Je kunt ook kiezen voor het platteland, te midden van de wijngaarden bijvoorbeeld. Op een stek waar zelfs bij top-
198
punten van voetbalgekte de claxons van feestende tifosi nauwelijks doordringen. Dan is een auto wel onmisbaar. Dat eigen vervoer maakt tegelijkertijd ook uitstapjes mogelijk naar bijvoorbeeld het ommuurde Castelfranco Veneto, naar Asolo of naar de vele schitterende villa’s. Ook Vicenza, Padova of Marostica worden dan bereikbaar. Maar dan kom je gauw in de buurt van twee weken.
Toeristische informatie http://turismo.provincia.treviso.it en www.marcatreviso.it Prosecco: www.prosecco.it Radicchio: www.radicchioditreviso.it www.rossotreviso.it
Logeren Hotel Best Western Al Foghér, Viale della Repubblica 10, I-31100 Treviso, tel. +39 0422 432950. Even buiten het stadscentrum, maar in de ondergrondse garage, staan fietsen ter beschikking van de gasten. www.bestwestern.it/alfogher_tv Locanda Da Renzo, Via Terraglio 108, I-31100 Treviso, tel. +39 0422 402068. Op de uitvalsweg naar de luchthaven, 700 m voorbij het spoorwegstation. www.locandadarenzo.it B&B Jeja Nana, Via Credazzo 56, I-31010 Farra di Soligo, tel. +39 0438 801016. Drie kwartier ten noorden van Treviso. Een zalige plek. En Beppi Biscaro weet alles over alles. Maar je moet wel je beste Italiaans tevoorschijn halen.
Eten en drinken Da Fausta, Via Portico 10, I-31100 Treviso, tel. +39 0422 543739. Wo. gesloten. De rij wachtenden voor de deur spreekt al meer dan vijftig jaar boekdelen. Reserveren aanbevolen.
199
Provincie Treviso [80] zenveer scherp te schrapen. Hier lijkt een monnik bezig met het lezen van een grappig verhaal, daar zit een andere met de hand onder de kin over een perkament gebogen. Kijk naar de inquisiteursblik van Albertus Magnus, de leermeester van Thomas van Aquino. De ketters moeten gesidderd en gebeefd hebben. En dan is er natuurlijk het portret van theoloog Hugues de Provence. Op zijn neus staat een van de eerste geschilderde afbeeldingen van een bril uit de geschiedenis!
Museumwandeling in Treviso
Op stap met de elfduizend maagden van Tommaso Treviso is een schrijn: als je het deksel boven dit kistje van zestiende-eeuwse muren openklapt, vind je onvermoede kunstschatten. Een steeds terugkerende naam is die van de veertiende-eeuwse schilder Tommaso Barisini. De kunstwereld kent hem ook als Tommaso da Modena. Verspreid over de hele stad sieren zijn werken vele tientallen vierkante meters muur. Stap je bijvoorbeeld de San Francesco-kerk binnen of de Santa Lucia, telkens hangt daar een meesterlijke madonna van zijn hand. Voor de allergrootste realisaties van deze gotische meester moet je naar twee flink uiteenliggende hoeken van de stad. Gelukkig is het in Treviso prettig wandelen. Met fraaie winkelstraten, want Benetton is hier thuis. Met etalages van banketbakkers, waar tiramisu per strekkende meter wordt verkocht. Met middeleeuwse hoekjes waar soms nog een watermolen draait.
je het best op het pleintje naast de monumentale San Nicolò-kerk. Duw voorzichtig de deur van het seminarie open. Je zult er door de stille tuin van het dominicaner klooster naar de kapittelzaal worden gewezen voor de ‘Veertig van Tommaso’. De schilder kreeg in 1352 de opdracht de zaal te decoreren met fresco’s van veertig illustere figuren uit de geschiedenis van de predikheren, de orde die de heilige Dominicus in 1216 had gesticht. Hij plaatste de bisschoppen, kardinalen, kerkvaders stuk voor stuk in een kleine nis, in een studiekamertje waar ze zich konden wijden aan hun geestelijke taak. Tommaso trok niet gewoon een blik patertjes open, maar penseelde figuren van vlees en bloed. Er zijn er die je vanuit hun cel recht in de ogen kijken. De ene trekt keurig lijntjes met een liniaal, de andere blaast voorzichtig de halen verse inkt droog. Nicolas de Fréauville hanteert zijn monocle, Om het verhaal van schilder Tomma- kardinaal Pierre de Tarantaise heeft een so wat chronologisch te houden, begin mesje tevoorschijn gehaald om zijn gan200
Op weg naar de volgende grote ontmoeting met Tommaso da Modena loop je nog even de San Nicolò binnen. Is het niet voor een paar kleinere van zijn werken op de zuilen, dan voor de kolossale Sint-Christoffel – 10 tot 12 m hoog – die een andere kunstenaar in 1410 op een van de zijmuren zette. Rond de anderhalve meter hoge voeten van de heilige schieten haaien en andere zeemonsters heen en weer. Helemaal boven aan de metershoge bordeaux kapmantel torst hij een veel te kleine Jezus.
Het droevige lot van Ursula In de noordoostelijke hoek van Treviso staat het museumcomplex van Santa Caterina. Ooit was het een bloeiend klooster. Daar besteden ze de beste zorgen aan de frescocyclus van de heilige Ursula. Dat die fresco’s bewaard zijn gebleven, is een wonder. In 1883 vond abt Luigi Bailo ze tegen de muren van een andere kerk. Hun toestand was a-bomi-na-bel. En op de koop toe wilde men die Santa Margherita-kerk gaan slopen. Met heel veel moeite en weinig geschikte instrumenten slaagde hij erin 120 m² fresco’s ‘af te pellen’ en veilig op te slaan. Uiteindelijk belandden ze hier in de grote kloosterkerk. Tommaso da Modena had omtrent 1355 de eerste penseeltrek gezet voor het levensverhaal van
een vijfde-eeuwse koningsdochter. Een sterk verhaal dat meer dan een eeuw later ook Hans Memling inspireerde voor zijn Brugse meesterwerk. De vrome Ursula zou de bruid worden van de heidense zoon van de koning van Engeland. Ze zei ‘ja’, maar met voorwaarden. De prins moest zich bekeren en zich laten dopen. En … Ursula moest toestemming krijgen voor een pelgrimstocht naar Rome in het gezelschap van 11.000 maagden. Bij hun aankomst in de Eeuwige Stad werden ze ontvangen door de paus. En die geloofde in de missie van Ursula. Hij besloot de driekroon neer te leggen en haar te volgen. Lees de verbijstering in de ogen van de prelaten als hij zijn besluit meedeelt. Zie hoe hij zich de mijter van het hoofd lijkt te willen rukken. Op de terugreis hield het gezelschap halt in Keulen, waar de Hunnen heersten. Hun koning had een oogje laten vallen op Ursula, maar ze wees hem af. Gevolg: de marteldood voor het hele gezelschap. Je lijkt naar beelden te kijken van de Balkanoorlog of een slagveld in Irak. Jammer toch voor Ursula: zo’n bewogen leven en dan word je in 1969 van de kerkelijke kalender geschrapt. Is er nog dankbaarheid in de wereld? Toeristische informatie: IAT, Piazza Monte di Pietà 8, I-31100 Treviso, tel. +39 0422 547632. Museumcomplex Santa Caterina, Via Santa Caterina, I-31100 Treviso, tel. +39 0422 544864. Open: di.-zo. 9.00-12.30 u en 14.30-18.00 u. Prijs: € 3. Kapittelzaal van het seminarie, Piazza Benedetto XI, I-31100 Treviso, tel. +39 0422 3247. Gratis toegankelijk tussen 7.00 en 19.00 u.
201
Provincie Treviso [81]
Fietsen langs de Sile
Op stap door Venetiës achtertuin Nabij Casacorba – 20 km ten westen van Treviso – welt hier en daar wat water uit de grond op. Zo ontstaat de Sile, die op een bed van turf, algen en grind langzaam en helder in de richting van de stad vloeit. Onderweg zet hij een paar watermolens aan het draaien en wordt hij een lustoord voor kajakkers. Waar hij de stadsmuren bereikt, is de Sile een heuse stroom geworden. Venetiaanse ingenieurs namen hem in de zestiende eeuw op in de zuidelijke verdedigingswerken van Treviso. Hij vertakt zich ook binnen in de stad. Dat ontlokt hier en daar enthousiaste kreetjes als ‘het Brugge van het Zuiden’ of ‘het Amsterdam van Italië’. Van zijn bron tot de monding in de lagune van Venetië is de Sile in totaal 95 km lang. Om zijn stroomgebied te behoeden voor verloedering werd het ‘Parco naturale regionale del fiume Sile’ in het leven geroepen.
Waar Viale Bixio en Viale Tasso buiten de stadsmuren een hoek vormen, staat een reuzegrote foto met een zeilschip die de vervlogen dagen van die plek oproept. Tot in de jaren zestig kon je op de Sile een hele vloot burci aan het werk zien, vrachtschepen tot 300 ton. Ze vervoerden graan en grind, hout en zand. Stroomafwaarts hees de bemanning de zeilen, stroomopwaarts werden de platbodems getrokken door mensen of dieren. Er zijn verhalen over hoe op de oever twintig en meer paarden of ossen werden ingespannen. Voor één boot. Fiets hier de Via Alzaia in voor een rit over de lage dijken en trekpaden van de Sile. En volg er trouw de meanders van.
Naar de oude rivierarm Niet door auto’s gestoord, zit je snel midden in puur fietsplezier. Op het brede asfaltpad onder de bomen kom je moeiteloos verder. Zwanen glijden sierlijk over het water met je mee, een eendenfamilie heeft schaduw gezocht onder het lover. Na ongeveer 3 km loopt het pad onder twee grote bruggen door. Een kleine voetgangersbrug brengt je naar de ande-
202
re oever. Werp even een blik naar links: de krachtcentrale op de rivier kan een oriëntatiepunt zijn op de terugweg. Bruine bordjes sturen je naar rechts het paradijs in, op de oever van een oude rivierarm: het groene water vloeit nóg trager, de lucht is nóg zuiverder, het lied van de vogels nóg heerlijker. Talrijke joggers maken in Villapendola hun rondjes onder wilgen en populieren. Op de overoever duikt het kerkje van Sant’Antonino op. En dan glijd je weer de georganiseerde wereld in. De oude grindwinningen van Lago Verde werden recreatiegebied. Hengelaars vinden er een goede stek. IJs en pizza gaan vlot over de toonbank. Rustig trappend langs de Sile passeer je de vlootbasis van Houseboat Holidays Italia. (Overigens ook een leuke manier om de rivier te ontdekken. En je hebt niet eens een vaarbewijs nodig.)
Boten aan de grond Boven het riet voert een lange houten passerelle in de richting van Casier. Aan je voeten vergaan verzonken houten scheepswrakken; vissen en vogels maakten er hun speeltuin. De burci werden botweg aan hun lot overgelaten, toen het wegvervoer in de jaren zestig steeds meer de overhand kreeg. ‘Cimitero dei Burci’, klinkt het hier. Botenkerk-
hof. In de volgende kronkel van de Sile krijg je – aan de overkant – de statige villa Valier in het vizier. Met plechtige trappen daalt haar tuin het water in. Nu nadert Casier, een handvol huizen rond een kerkje geschaard. Tijd om na 8 km fietsplezier even de riemen af te gooien. Een kopje koffie, een ijsje, een spremuta di limone? Of gewoon het leven in het haventje wat gadeslaan? Na Casier kun je nog een eindje doorfietsen langs de Sile. En proeven van dezelfde zalige rust. Tot het fietspad aan de steigers van Lughignano plots tegen een omheining doodloopt. Ooit komt er een verlenging van het Sile-fietspad tot aan de lagune. Ooit. Rechtsomkeert maken naar Casier en de burci, dat is de enige terugweg. Over een stukje asfaltweg langs de elektriciteitscentrale sluit je de lus naar Treviso. Fietsenhandel Pinarello, Borgo Mazzini 9, I-31100 Treviso, tel. +39 0422 543821. Heeft gewoonlijk enkele fietsen te huur. Open: ma.-za. 9.00-12.30 u en 15.30-19.30 u. www.pinarello.com Op www.fiab-onlus.it/itinera/sile.jpg vind je een kaartje van de tocht. Alles over het natuurpark van de Sile staat op www.parks.it/parco.fiume.sile.
Vlak voor de poorten van Treviso ligt Spresiano, 2 km verwijderd van de afrit Treviso Nord van de A27. Daar groeit rond oude grindputten het openluchtcentrum Lago Le Bandie. Een troef voor wie in Treviso vertoeft. In het ‘Centro sportivo Mosole - Ranazzurra’ kunnen zwemmers voluit gaan in een binnenbad van 25 m en een olympisch buitenbad. In 2006 opende ‘ThaiSì - Royal Spa’, een luxueus multifunctioneel wellnesscentrum annex hotel. Centraal ligt een meer met een omtrek van 6 km, dat zeer tot de verbeelding sprak van de organisatoren van de wereldkampioenschappen veldrijden in januari 2008. Adri van der Poel – ooit kampioen van Nederland en technisch raadgever bij de Internationale Wielerunie – tekende het parcours voor die wedstrijd. Alles over openluchtcentrum Le Bandie op www.bandieventi.it. Specifiek over het zwembad: www.spresiano.ranazzurra.it.
203
Provincie Venetië [82] een toegangskaartje voor het Museo Ebraico. Is het zondag, vraag dan of de oude begraafplaats op het Lido toegankelijk is. In een stille, ingetogen ruimte onthult het museum de schatten van vijf eeuwen Joodse aanwezigheid en traditie. Je bewondert precieuze handschriften op perkament, staat stil bij fonkelend ambachtswerk in goud en zilver: schalen, lampen, kandelaars. Je kijkt naar doeken in zijde, fluweel en brokaat. Die werden rond de Thora gewikkeld, de rollen met de vijf boeken van Mozes.
Welkom in de synagoge
In het getto van Venetië
wachters patrouilleerden in bootjes om te beletten dat iemand ontsnapte.
Koosjer in de Serenissima
Van koekjes tot kandelaars
Al na een goed halfuur treinen vanuit Treviso – dubbel zo lang vanuit Conegliano – schuif je over de spoorwegbrug de lagunestad binnen. Ga, wanneer je het station uit komt, meteen links. Dobber even mee met de mensenzee die richting Piazza San Marco en Rialto spoelt. Meer aan waar de Ponte di Cannaregio het kanaal overbrugt. Zie je daar links dat bordje met die Hebreeuwse letters? Onder de lage, smalle doorgang betreed je het getto. Daar klinkt de stad opeens veel minder luid. Het getto van Venetië is een oase. Hoe het aan zijn naam kwam? Eén verklaring loopt via de term ‘geto’. Zo heetten de ijzersmelterijen op de plek waar de Joodse gemeenschap in 1516 een afgesloten woongebied kreeg toegewezen. Joden uit Duitse hoek spraken de beginletters van dat woord niet uit met ‘dzj’, maar als de middelste letters van ‘spaghetti‘. En zodoende. Tot in de napoleontische tijd ging het getto ’s avonds hermetisch dicht; christelijke
Een koosjer restaurant, een davidster tegen de gevel, een zevenarmige kandelaar achter het raam. Een bakkerij met andere koekjes, gemaakt onder toezicht van de rabbijn. De etalage van het antiquariaat voert je naar de overkant van de Middellandse Zee. ‘Sjaloom.’ Van onder zijn zwarte deukhoed spreekt een jongen in zwart pak en kraakwit hemd je aan. Of je jood bent, wil hij weten. Hij en zijn vrienden komen uit Canada en de Verenigde Staten en lopen een soort verdiepende stage. Een gedenksteen vertelt over inwoners van het getto die vielen in de Eerste Wereldoorlog: Giorgio Bora Levi, Beniamino Grünwald, Ippolito Segre… De straat waaiert open tot een plein. In een schuilhokje houden carabinieri een oogje in het zeil. Bij het joodse rusthuis een grimmig kunstwerk: soldaten jagen met wapenstok en geweer een stroom mensen een treinwagon in. De tekst is duidelijk: ‘Tweehonderd Joden in blinde haat opgepakt in Venetië, achtduizend in Italië, zes miljoen in Europa.’ Steek het pleintje over, loop langs de plek waar de pandjeshuizen waren en koop
204
Verzameling in de boekwinkel van het museum. De dames krijgen een sjaaltje om, de heren zetten een keppeltje op. Nu ben je klaar om een verdieping hoger de synagoog binnen te treden die al in 1528 werd gebouwd door de Asjkenazim, Joden uit Centraal-Europa. Verborgen voor de blikken van de buitenwereld, want zo waren de voorschriften voor niet-katholieke godsdiensten. Kijk … dat is de plek waar werd gelezen uit die Thora, de basis van het joodse geloof. En dat is de heilige ark, de kast waar die rollen werden opgeborgen. Een paar trappen en je ontdekt de Scola Canton, een meer bescheiden synagoog maar – enig in de stad – verfraaid met religieuze afbeeldingen. Je staat voor de poorten van Jericho, de Rode Zee
verzwelgt de Egyptische soldaten. Het hemelse manna valt, het volk komt aan in het beloofde land. Dan moeten de bezoekers een eindje de straat op. Naar de Scola Spagnola van de Sefardim, de Joden uit Spanje en Portugal. Zij hadden handenvol geld voor gebedshuizen vol pracht en praal. Lokale kunstenaars uit de christelijke sfeer droegen bij tot de verfraaiing. In een flits herken je de imposante zuilen die boven het hoofdaltaar van de Sint-Pietersbasiliek in Rome hemelwaarts kronkelen. ‘Deze synagoog is sinds de zestiende eeuw onafgebroken in gebruik’, vertelt de gids. ‘Verspreid over heel Italië leven zo’n dertigduizend Joden. Een goede 450 in Venetië en wijde omgeving.’ En dan is het tijd voor een hapje. In Gam Gam weet Avichail Banin je zeker te vertellen wat koosjer is en wat niet. Toeristische informatie: www.turismovenezia.it Museo Ebraico, Cannaregio 2902/b, I-30121 Venezia, tel. +39 041 715359. Open: zo.-vr. 10.00-19.00 u (1 juni-30 sept.); 10.00-18.00 u (1 okt.-31 mei). Toegang museum: € 3. Inclusief synagogen: € 8,50. Rondleiding steeds op het half uur. www.museoebraico.it Ristorante Gam Gam, Sotoportego Gheto Vecchio, Cannaregio 1122, I-30121 Venezia, tel. +39 041 715284. Voor lekker en koosjer eten.
Al in de tiende eeuw zou er een Joodse kolonie zijn geweest op Giudecca, het eiland met een schitterend uitzicht op het San Marcoplein. Stap op een vaporetto en loop op de verste punt naar Hotel Cipriani. Absolute luxe met vijf sterren. Wie aan de balie vraagt om te mogen kijken in de tuin, wordt niet geweigerd. Gast of geen gast. Wat een verrassende plek in het midden van de stad. Grasveldjes, plantsoenen, rozenstruiken, een vijvertje met waterlelies, hoge bomen met veel schaduw. En bovendien een eigen wijngaard. Die levert een beperkte hoeveelheid rode wijn met een wat zoute afdronk, de ‘Casanova salso’. Signore Giacomo zou dit eiland hebben gefrequenteerd op zoek naar jong adellijk vlees. www.hotelcipriani.com
205
Provincie Treviso [83]
Slingeren tussen de ranken
Tussen Conegliano en Valdobbiádene
Van heuveltop naar heuveltop. Het liefst met bob.
Een doopfeest of trouwpartij, een promotie of jubileum … in Italië laten ze de flessen spumante aanrukken en ploppen vrolijk de kurken. Op het etiket lees je dan vaak ‘prosecco’. Denk je bij het horen van dat woord uitsluitend aan ‘willekeurige witte wijn met bubbels’, dan zit je fout. De naam slaat in de eerste plaats op een druivensoort die groeit op het heuvelachtige grondgebied van vijftien gemeenten in het noorden van de provincie Treviso, tussen de Vooralpen rond Belluno en de oevers van de Piave. De wijngaarden glooien van 500 m naar 50 m boven de zeespiegel, liggen ideaal voor de zon uit het zuiden en beschut tegen de wind. Op geregelde tijdstippen worden ze stilletjes door de juiste portie hemelwater besproeid. Aan krachtige kastanjebruine ranken rijpen de goudkleurige druiven te midden van een weelderig groen bladerdek. Hier is ongeveer de helft van de beroepsbevolking actief tussen druiventrossen en wijnvaten! Een ideale manier om de streek te ontdekken is de ‘Strada del Prosecco e vini dei Colli – Conegliano Valdobbiádene’.
De naam is wat omslachtig, maar zegt duidelijk waar de 33 km lange route je brengt: van Conegliano in het oosten door de heuvels tot Valdobbiádene in het westen. Van maart tot juni is het hier een feest van geuren en kleuren. In die periode valt de Primavera del Prosecco te beleven, een van de ontelbare wijnmanifestaties in de loop van het jaar. De 4300 hectare wijngaarden van het Prosecco DOC-gebied zijn jaarlijks goed voor zo’n 40 miljoen flessen. Tijdens de ‘Lente van de Prosecco’ wordt de jongste oogst ontkurkt en bieden de producenten hun wijn ter degustatie aan. Ronduit vertellen ze over het product waar ze met zoveel toewijding aan werken. Uit de druiven wordt eerst heel zacht een ‘stille’ strogele wijn geperst, de prosecco tranquillo met een licht en fris aroma. Een deel van die basiswijn krijgt onder streng toezicht van de wijnmeester een tweede gisting, waarbij mooi tintelende koolzuurbelletjes ontstaan. Afhankelijk van de duur van die gisting ontstaat de semimousserende prosecco frizzante of de uitbundige schuimwijn prosecco spumante.
206
Aan de voet van zijn kasteel is Conegliano een indrukwekkend beginpunt. Je loopt er onder de portieken van de Contrada Grande, langs de gevels van zijn nobele palazzi en de prachtige fresco’s op de domkerk. Conegliano is ook de plek waar de scheikundige Carpenè en de agronoom-oenoloog Cerletti in 1877 de eerste wijnschool van Italië oprichtten. Neem meteen buiten de stad de richting Collalbrigo. Weldra zit je in een landschap waar de wijnstok regeert, waar het smaragdgroen van de uitwaaierende wijngaarden de hoofdtoon voert. Hier het torentje van een kleine dorpskerk, daar een boerderij, ginder de resten van een oude wachttoren. Volg de pijltjes naar Pieve di San Pietro en geniet er van het heerlijke uitzicht. Of zoek Molinetto della Croda met zijn waterval en oude molen. Over kronkelende wegen bereik je Solighetto, Soligo, Farra di Soligo, waar benedictijner monniken woeste Longobardische krijgers tot vreedzame landbouwers wisten te bekeren. Klim in Col San Martino te voet tot onder de buitenmaatse wijzerplaten van het kerktorentje van San Vigilio. De wijngaarden komen er in grote groene golven op je af gerold. Langs het parcours staat een woud aan wegwijzers. Beschouw ze als suggesties en laat je leiden door je oog. Steek wel een kaartje van het gebied op zak, want niets lijkt méér op een met wijngaarden begroeide heuvel dan een met wijngaarden begroeide heuvel. Lees je ‘Guia’, ‘Santo Stefano’ of ‘Saccol’, dan nadert een bijzonder hoekje van de gemeente Valdobbiádene: in een scherp omschreven zone van 106 hectare rijpen de druiven voor de aristocratische ‘Cartizze’, de cru van lang doorgerijpte druiven die helemaal aan de top van de prosecco-wijn staat. Nog steeds niet gereageerd op een van de uitnodigende bordjes met ‘Degustazione’ of ‘Weinverkauf’ boven de
inrijpoort van een wijnbedrijf? Aarzel niet. Ga eens proeven bij Spumanti Serre in Combai di Miane, rustig gelegen in een heerlijk amfitheater. Of laat je verhemelte strelen bij ‘Ca’ Salina’ van de familie Bortolin in Valdobbiádene? Zij verborgen hun ultramoderne kelder onder een heuvelrug. Nog even en je staat onder de ranke klokkentoren op de Piazza Marconi van Valdobbiádene. Einde van het eerste luik van de ‘Strada’. In sommige bars staan tien tot vijftien prosecco-wijnen van verschillende producenten koel onder de toonbank. Klaar om geproefd en vergeleken te worden. En nu ik toch volop je zinnen prikkel: ga eens kijken op de hoek van het plein bij Baratto. In de kleinste koffiebranderij van Italië zie je de geurigste bonen uit Guatemala geroosterd worden. Nooit meer dan 6,5 kilo per keer. Tijd nu om ook bob iets te laten drinken. Enkele websites: www.coneglianovaldobbiadene.it www.primaveraprosecco.it www.casalinaprosecco.it www.proseccoserre.com
207
Provincie Vicenza [84]
Bij de brug van Bassano
tiefje nippen, je ziet er Peter-und-Heidi een digestiefje proeven, je treedt er in de voetsporen van Ernest Hemingway, van de Queen Mum en van andere illustere lieden die op tijd en stond een neut namen. Hef het glas. Salute, gezondheid, cinJe favoriete bar in Italië heeft er min- cin. En steek voor je weggaat nog even je stens één in de rekken: een fles met een hoofd door het raampje van de achterwit etiket waarop met fijne pen gekal- kamer. Wat een mooi uitzicht over brug ligrafeerd staat ‘Aquavite’. (Attenzione: en Brenta. zonder ‘c’, in tegenstelling tot wat het woordenboek wil.) Erboven prijkt een Wil je wat structuur in je kennismaking klein medaillon met een tekening van met de meest Italiaanse van alle sterkeeen brug. Zo herken je ze meteen, de drank, steek dan over naar de hoek van fles waarin Nardini sinds jaar en dag zijn de Via Gamba. Daar heeft distilleerdegrappa slijt. Steeds vanuit Bassano, waar rij Poli kosten noch moeite gespaard om het in 1779 met stamvader Bortolo alle- een vijftiende-eeuws pand uit te bouwen maal begon. In een klein lokaal aan de tot een hedendaags ‘Museo della grapoostelijke toegang van de houten brug pa’. Aan knowhow zal het ook hun niet over de Brenta ging hij aan de slag: dis- ontbreken: zij kunnen terugblikken naar tilleerkolven, een grote toonbank, een het einde van de negentiende eeuw, toen paar koperen ketels, enkele tafeltjes. Bij overgrootvader Giobatta Poli met zijn de inwoners van Bassano, bij de boots- mobiele distilleerderij van boerderij tot lui op de Brenta, bij passanten uit noord boerderij trok. De Poli’s hebben de zaak en zuid steeg de reputatie van zijn grap- grondig aangepakt en lepelen je eerst in pa met elke slok. Meer dan tweehonderd waar ‘distilleren’ precies vandaan komt. jaar later zit de tapperij van de familie Je komt langs Egypte en India, je vliegt Nardini nog steeds onder dezelfde don- door de middeleeuwen en leest over aqua kerbruine balken. En staat hun kroeg op vitae, het levenswater. Je ontmoet in de de lijst van de ‘Locali storici d’Italia’. Je zestiende eeuw de Duitse alchemist Paziet er Gianni-met-de-pet van zijn aperi- racelsus. Hij baseerde het woord ‘alcohol’
Zin in een grap, pa?
208
op de Arabische term ‘al-kuhl’, waarmee iets fijns, iets delicaats werd aangeduid. Wat verderop bekijk je de nagebouwde distillatiekolom die de befaamde Leidse arts Herman Boerhaave in 1733 ontwierp. Vervolgens gaat het museum naar de kern van de zaak: grappa – ook de allerfijnste – wordt eigenlijk gepuurd uit een wegwerpproduct, de vinaccia. Dat is wat na het persen van de druiven in de kuip achterblijft. Grappa is het resultaat van de zorgvuldige distillatie in een distilleerkolf van velletjes en pitten. (Cognac, calvados en jenever ontstaan rechtstreeks uit vloeistoffen.) Het persen van 100 kilo druiven levert 85 kilo most op en 15 kilo vinaccia. Uit de mosto bottel je wijn, uit de droesem stook je grappa. Kom, snel naar het proeflokaal annex winkel. Voor mij graag een tulpje grappa alla ruta, met dat licht bittere parfum van wat takjes wijnruit.
En dan de brug over Bij elk weer, bij elke lichtinval, bij dag en nacht is het een heerlijk beschutte wandeling naar de overkant van de rivier. De Ponte Vecchio is het symbool van de stad geworden, een symbool dat vertelt over vallen en opstaan. In de loop van zes eeuwen werd deze oeververbinding wel tien keer vernietigd. De elegante vorm die de brug vandaag heeft, verwijst naar het model uit 1569 van architect Palladio. De ene keer was oorlogsgeweld de oorzaak van de vernieling, de andere keer werd hij gesloopt door de onstuimige golven van de Brenta. Je zult je ogen niet geloven als je aan de overkant het gedenksteentje ziet dat het peil van 1966 aangeeft, het jaar dat de Arno in Firenze zo’n ravage aanrichtte. En nu je toch aan de overkant staat… Stap via de kroeg op de hoek het Museo degli Alpini binnen. Terwijl op de achtergrond het ingetogen lied van de alpenjagers weerklinkt, loop je tussen uniformen, medailles en wapen-
tuig uit de voorbije eeuw. Je ontcijfert documenten uit 1917 en leest hoe deze stad in de frontlijn volledig werd geëvacueerd. Het museum vertelt over gevechten die tijdens de Eerste Wereldoorlog woedden op de Monte Grappa en hoe daar twaalfduizend Italiaanse jongens vielen. Naast hun monumentale begraafplaats op de berg – circa 30 km buiten de stad – rusten meer dan tienduizend van hun Oostenrijks-Hongaarse tegenstanders. Wegens zijn betrokkenheid bij die oorlog maakte Bassano de eretitel ‘del Grappa’ aan zijn officiële stadsnaam vast. PS Pieker je niet suf over een verband tussen de berg en de drank. Het Latijnse woord ‘grappulus’ staat gewoon voor de grondstof waaruit de acquavite werd gestookt. Toeristische informatie: IAT, Largo Corona 35, I-36061 Bassano del Grappa, tel. +39 0424 524351. Tapperij Nardini, Ponte Vecchio 2, I-36061 Bassano del Grappa, tel. +39 0424 227741. Open: ma.-do. 8.00-20.30 u, vr.-zo. 8.00-21.00 u. www.nardini.it Grappamuseum Poli, Via Gamba, I-36061 Bassano del Grappa, tel. +39 0424 524426. Open: dag. 9.00-19.30 u. Toegang gratis. www.poligrappa.com Museo degli Alpini. Openingsuren afhankelijk van de bar op de brug. Ma. gesloten. Toegang gratis.
209
Provincie Treviso [85] ferelen, bas-reliëfs, grafmonumenten van koningen en pausen. Ssst, wek de slapende leeuw niet die Canova kneedde voor het graf van paus Clemens XIII in de Sint-Pietersbasiliek te Rome. Haast alles hier is glad, strak, trouw aan de modellen uit de oudheid. Op een ligbed rust in het gips Paolina Bonaparte, de favoriete zus van Napoleon. Ja, je ziet het goed: het marmeren evenbeeld lokt in de Villa Borghese in Rome alle ogen naar de triomferende Venus op het zachte kussen. Een beeld om te zoenen. Maar opgelet: non toccare!
En toen kwam Scarpa
Van Possagno tot San Vito di Altívole
Wie heeft het mooiste graf?
‘Zie ik daar in het groen de zuilen van het Atheense Parthenon, de koepel van het Pantheon in Rome of misschien een vroegchristelijke basiliek?’ Niet verwonderlijk die vraag bij het naderen van Possagno: de neoclassicistische beeldhouwer Antonio Canova verwerkte elementen uit alle drie in de witte marmeren kerk die hij schonk aan zijn geboortedorp. In 1819 liep hij aan het hoofd van een plechtige processie de heuvel op om de eerste steen te leggen. Ruim tien jaar later werd hij er begraven. Naast hem rust zijn halfbroer bisschop Giovanni Battista Sartori-Canova. Breed en zonbeschenen helt de straat van de kerk naar het geboortehuis van de kunstenaar. Een stoere woning uit de achttiende eeuw is dat, waar je al bij de eerste stappen zijn adem ademt. Je ontdekt hem meteen als vaardig schilder en virtuoos tekenaar. Hoe fris is de reeks
tempera’s op zwarte achtergrond die hij penseelde op zijn veertigste. Naar eigen zeggen voor studie en vermaak. Geïnspireerd door wat hij had gezien in Pompeji plaatste hij in werkjes van 30 cm x 30 cm danseressen, nimfen, engeltjes. Een miniatuurwereld van pure elegantie. Nadat je daarna grondig bent ingewijd in de technieken van de beeldhouwkunst, klim je naar zijn schildersatelier in ‘La Torretta’. In de eenzame werkruimte valt het zonlicht gul door drie hoge vensters naar binnen. Door een klein raampje heb je zicht op de heerlijke eeuwenoude tuin van het huis. Zouden de krieken in de boomgaard rijp zijn? Enkele jaren na de dood van Canova in 1822 gaf zijn halfbroer opdracht om naast het huis een gipsoteca op te trekken. Voor de meer dan driehonderd werken afkomstig uit zijn atelier in Rome verrees een soort basiliek in alle tinten wit, grijs, beige en bruin. In die indrukwekkende tempel staan fragiele beeldjes en beelden in klei, terracotta en gips. ‘Non toccare – don’t touch’ gebieden alle bordjes in wat wellicht het meest broze museum van de wereld is. Je loopt langs meer dan levensgrote mythologische ta-
210
Om alle werken van Canova tot hun recht te laten komen, mocht architect Carlo Scarpa in het midden van de jaren vijftig een nieuwe museumvleugel toevoegen. Hij tekende heldere transparante zalen, opgetrokken uit licht en beton. Je wordt er stil bij de kleine kleischetsen van Canova, de voorstudies die hij maakte voor al zijn kolossale beelden. Met een duw van de duim en een tik van de spatel gaf hij de materie een sublieme gevoeligheid. Kijk hoe Adam en Eva innig treuren bij de dode Abel. Deze werkjes doen wat denken aan het verhaal over hoe zijn talent werd ontdekt. De zesjarige knaap mocht met zijn opa in Asolo naar een feest in hoge kringen. Tijdens de maaltijd kneedde de kleine Antonio met zoveel vaardigheid een leeuw uit boter, dat zijn prille talent meteen werd erkend. Se non è vero…
creaties. In 1969 gaven de echtgenote en de zoon van de vermaarde industrieel Giuseppe Brion hem de opdracht en de middelen om het familiegraf te ontwerpen. (Misschien zegt ‘Brionvega’ je wel iets, de naam van een bedrijf dat vanaf 1945 radio- en televisietoestellen heeft geproduceerd die nu in alle grote designmusea prijken.) Te midden van de maïsvelden kreeg Scarpa een L-vormig stuk land van 2000 m² ter beschikking. Geboeid door de esthetiek van het Oosten transformeerde hij dat tot een poëtische zentuin. Vanaf de paadjes van de oude begraafplaats krijg je als eerste beeld een doorkijk door twee immense, vervlochten ringen. Bij dat symbool van echtelijke trouw begint een moeilijke maar lonende tocht langs de paden van leven en dood: een stil vijvertje met bamboestruiken, de strakke schoonheid van een betonnen kerkje, twaalf cipressen op een rij, de luifel waar de familie rust onder een hemel van mozaïek. Gipsoteca e Museo Canoviano, Piazzo Canova, I-31054 Possagno, tel. +39 0423 544323. Open: 9.00-12.00 u en 15.00-18.00 u. Ma. gesloten. Prijs: € 5. www.museocanova.it Begraafplaats San Vito di Altivole, I-31030, tel. suppoost +39 0423 564200 of +39 3402332716. Open: dag. 8.00-20.00 u (zomer); 8.00-17.00 u (winter).
Architect Carlo Scarpa behoorde tot de groten van de twintigste eeuw. Zíjn laatste rustplaats is een stuk bescheidener dan die van Canova. Zijn steen ligt in een verborgen hoekje van de gemeentelijke begraafplaats van San Vito di Altivole. Maar vlak achter de muur van het cimitero bezoeken vele tientallen belangstellenden een van zijn grote 211
Provincie Treviso [86]
Oderzo
wordt verteld dat een van zijn voorvaderen de laatste overlevende was toen Attila en zijn Hunnen in 452 Oderzo binnenvielen. Van Uderzo wordt verder ook verteld dat hij bij zijn geboorte kleurenblind was en aan elke hand zes vingers had!
Een stadje met Rome in de buik Aquarium, Petibonum, Laudanum, Babaorum, Opitergium… Ontsproten deze namen van Romeinse nederzettingen stuk voor stuk aan het brein van de auteurs van Asterix en Obelix? De eerste vier wel, de laatste niet. ‘Opitergium’ was de naam van een nederzetting langs de Via Postumia, die Aquileia aan de Adriatische Zee verbond met Genua aan de Ligurische Zee. De handelsstad Opitergium heet vandaag Oderzo. Je wandelt er onder koele arcaden, langs fraai beschilderde palazzi. Ben je een beetje opgegroeid met de kwieke Galliër en zijn everzwijn vretende vriend, dan gaat er nu wellicht iets knagen. Oderzo… Uderzo… Eén lettertje verschil met de naam van de tekenaar die samen met René Goscinny de verhalen maakte. Over Albert Uderzo
Schoffelen in Romeinse resten Ware gebeurtenissen om stof uit te puren, biedt de geschiedenis van Oderzo anders genoeg. Neem de lotgevallen van Caius Vulteius Capitone. Tijdens de burgeroorlog tegen Pompeius in 48 voor Christus stond deze militaire tribuun uit Opitergium aan de zijde van Julius Caesar. Liever dan in vijandige handen te vallen, pleegde hij zelfmoord. Zijn heldendaad werd binnen enkele minuten nagevolgd door duizend Opitergiërs die elkaar dodelijk gingen verwonden. Julius Caesar beloonde de trouw van Oderzo door de stad met driehonderd lappen grond uit te breiden en door de inwoners voor twintig
212
jaar vrij te stellen van militaire dienst. terkoppen in zwarte en witte mozaïekRare jongens, die Romeinen? steentjes je welkom. En je voelt: hier zit kwaliteit. Na een tochtje door de preHet wordt meteen duidelijk dat Oderzo historie flits je naar de vijfde eeuw voor wat heeft met het oude Rome als je op onze tijdrekening. In vitrine 6 staat een weg naar de Piazza Grande onder de stads- leger bronzen krijgertjes klaar om ten toren door loopt: hoog tegen de muur strijde te trekken, met de lans in aanzoogt de wolvin de broers Remus en Ro- valshouding. Zie je wat verder de kleimulus, de legendarische stichters van de ne schoentjes en het fijne halssnoer hoofdstad. Er had overigens best ook een van dat 5 cm hoge vrouwtje? Nu loop je leeuw van San Marco kunnen prijken, tussen bergen amforen waarin wijn uit want in Oderzo houden ze vol dat Vene- Griekenland en vis uit Spanje werden tië vanuit hun stad werd gesticht. En dat aangevoerd. De archeologen vonden Oderzo met Paolo Lucio Anafesto de eer- meer dan duizend exemplaren. Vaak ste doge leverde! Wie er wil gaan bouwen, zaten ze in de grond gestopt om de bokan zijn timing maar beter ruim nemen. dem te verstevigen of te draineren. ReWant voor je het weet, schoffel je in Ro- cycling op zijn Romeins. meinse resten. En dan komen de specia- Op de begane grond staan grafmonulisten. En dan ligt je werf voor een paar menten, altaren en urnen gerijd. In een maanden stil. Kijk maar hoe het liep met nis roept een reliëf de zomer op, met restaurant Gellius, in een hoek van het graanhalmen en papaverkolven. Veel plein. Daar werden muren uit de eerste voorwerpen voor huiselijk gebruik krijg eeuw blootgelegd en prompt zat het be- je te zien: sleutels, armbanden, ringen en drijf – binnen en buiten – in een heuse ar- belletjes die rinkelden om het personeel cheologische zone. En zo ging dat toen ie- te ontbieden. Kijk dáár hoe de god van mand in de Via dei Mosaici een kantoor- de handel, Mercurius, op gevleugelde gebouw wilde optrekken. Sporen van mo- voeten met zijn beurs door kast D snelt. zaïeken en een waterput zitten er nu on- Dan kom je bij acht mozaïekfragmenten der glazen koepels. Vanaf het toeristische uit de derde eeuw, die in 1891 werden informatiekantoor in Calle Opitergium blootgelegd. Hoe levendig zijn de jachtbrengen rondleidingen je naar de resten taferelen met haas, everzwijn en hert. van het forum, van winkeltjes, van een Kijk hoe de schapen staan te grazen, hoe basilica. Hier vind je een stuk van de ori- twee hanen vechten, hoe een vrouw voer ginele bestrating, een eind verder bij de uitstrooit op het neerhof. Wat moet het rivier brokstukken van een aanlegsteiger, een luxueuze woning zijn geweest waar in Via Spinè sporen van een necropool. dit kunstwerk de vloer vormde. Zou De stad leeft met Rome in haar buik. Uderzo zich voor zijn plaatjes tóch hier hebben laten inspireren?
Levende geschiedenis Het grootste deel van de vondsten in Oderzo zit in het archeologisch museum Eno Bellis. Opgericht in 1876 is het een van de oudste archeologische musea van Italië. Grondig ontstoft voert het jong en oud op een prettige manier door drie millennia stadsgeschiedenis. Meteen bij de ingang heten twee thea-
Toeristische informatie: IAT Oderzo, Calle Opitergium 5, I-31046 Oderzo, tel. +39 0422 81525. Museum Eno Bellis, Via Garibaldi 63, I-31046 Oderzo, tel. +39 0422 713333. Open: wo.-za. 9.00-12.00 u en 15.30-18.30 u, zo. 15.30-18.30 u. Toegang: € 3.
213