Knieblessure De knie is het gewricht tussen het bovenbeen (het femur) en het scheenbeen (de tibia). Het kuitbeen (de fibula) begint onder het kniegewricht en ligt aan de buitenkant van het onderbeen. In en rond de knie bevinden zich 3 belangrijke, maar blessure gevoelige structuren: de menisci, de kruisbanden in het kniegewricht en de banden aan de zijkant van de knie. Ook gaat er nogal eens wat fout bij de knieschijf of bij een peesaanhechting. Anatomie van de knie Het woord meniscus komt uit het Grieks en betekent zoveel als kleine maan. De naam is afgeleid van de vorm die de meniscus heeft. Deze is enigszins sikkelvormig. De meniscus (menisci in het meervoud) ligt als het ware boven op het scheenbeen (tibia), en daarbovenop rust het dijbeen (femur). Zie figuur 1 en figuur 2. (In figuur 2 staat de knie in een gebogen stand.)
!
Figuur 3 is een bovenaanzicht van het rechter onderbeen. In deze figuur zijn de bevestigingspunten van de menisci met een * aangegeven Er zit een meniscus aan beide zijden van het gewricht: de binnen- (mediaal) de buitenmeniscus (lateraal). De meniscus heeft een werking als een vulring tussen het femur en de tibia (boven- en onderbeen) en verdeelt het gewicht wat doorgegeven door het bovenbeen op het onderbeen. Het gedeelte over de knie-anatomie laat zien dat gewrichtskraakbeen de beide uiteinden van de botstukken bedekt in het gewricht. Het gewrichtskraakbeen is stevig en rubberachtig en voorkomt dat de beide oppervlakten van de botstukken beschadigen tijdens het over elkaar heen bewegen. De menisci voorkomen tijden het lopen dat er puntkrachten optreden in elke hoek van het gewricht. Verder helpen de menisci bij de stabiliteit van het gewricht. Een kop/kom gewricht is het meest stabiele gewricht. De meniscus vergroot als het ware de kom van het kniegewricht. Zonder de meniscus zou het bovenbeen vrij over het onderbeen kunnen glijden. De binnenmeniscus (mediale meniscus) zit iets steviger vast en kan daardoor eerder in de knel komen en beschadigd raken. De kruisbanden spelen een belangrijke functie bij het verzorgen van de stabiliteit van de knie. Ook daar heb je er 2 van; de voorste kruisband (anterior cruciate)
remt de beweging naar voren van het dijbeen t.o.v. het scheenbeen, terwijl de achterste kruisband (posterior cruciate) de beweging naar achteren van het dijbeen t.o.v. het scheenbeen remt.
Uit het verloop van de kruisbanden blijkt verder ook dat bij het naar binnen draaien van de voet en het onderbeen de kruisbanden als het ware om elkaar heen draaien en de stabiliteit van het gewricht zo vergroot wordt. Verder is nog van belang te weten dat bij volledige (over)strekking van de knie de kruisbanden sterk worden opgerekt. De derde belangrijke structuur zijn de banden aan de buitenkant van de knie: de collaterale ligamenten. De collaterale banden bevinden zich aan de binnen- en buitenzijde van de knie. Men onderscheidt de mediale (=binnenste) collaterale band (loopt van bovenbeen naar scheenbeen), deze verloopt gedeeltelijk in het kniekapsel. En je hebt de laterale (=buitenste) collaterale band (loopt van bovenbeen naar kuitbeen), deze loopt buiten het kniekapsel. De collaterale banden geven stabiliteit in de zijdelingse richting. De stabiliteit van de knie wordt verder verzorgd door het kniekapsel zelf en een aantal buiten het kapsel verlopende kapselverstevigingen. De knieschijf (patella) is een dik, driehoekig bot aan de voorzijde van het kniegewricht. Het is het grootste sesambeen in het menselijk lichaam. De knieschijf ligt ingebed in de pees van de musculus quadriceps femoris (de grote spiergroep aan de voorzijde van het been), en heeft als functie de krachtoverdracht van deze spier op het onderbeen te verbeteren. De achterkant van de knieschijf is bedekt met kraakbeen. Aandoeningen van de meniscus Door het ouder worden neemt de elasticiteit van de menisci af en worden ze brozer. Er kan bijvoorbeeld ook geleidelijk een scheurtje ontstaan door zware belasting van de knie bij kracht- of sprongtraining. Door het verdraaien van de knie (voetbalknie) kan ook plotseling een scheur ontstaan of kunnen er delen afbreken. Een meniscus scheurt af daar waar hij vastzit; dit is aan de voorkant of achterkant. Er zitten kleine bloedvaatjes in de meniscus. Dit geldt met name voor het buitenste 1/3 deel van de meniscus. De meniscus is dus relatief slecht doorbloed. Dat betekent dat kleine en iets grotere scheurtjes - mits ze zich in het buitenste 1/3 deel bevinden- nog wel een goede kans hebben om spontaan weer te genezen. Over het algemeen duurt het herstel dan circa 6 weken. Bevindt de scheur zich echter (ook) in het overige deel van de meniscus, of is het een grotere scheur, dan zal dat bijna altijd betekenen dat er operatief moet worden ingegrepen. De meniscus kan op verschillende manieren scheuren, waarbij er verschillende typen zijn te onderscheiden. Zie figuur 4.
!
De symptomen van een meniscus aandoening kunnen zich uiten in: 1: De knie niet meer kunnen bewegen. Hij zit dan op 'slot' en kan niet meer gestrekt worden. Dit is erg pijnlijk.
2: De knie voelt instabiel aan en men kan door de knie zakken of het gevoel hebben erdoor te zakken.
3: Pijn bij drukken op de gewrichtspeet.
4: Lokale zwelling aan de buitenzijde van de gewrichtspleet. Dit heet een meniscus-cyste.
5: Vochtontwikkeling in de knie tijdens of na het sporten. Buigen wordt hierdoor beperkt en pijnlijk. 6: Het voelen “ploppen” of “klikken” in de knie. De eerste hulp bij zo’n letsel is allereerst koelen met een coldpack, daarna de ICE regel toepassen (immobilisatie, compressie & elevatie), dit houdt in dat de knie gefixeerd wordt, liefst gekoeld en hoog leggen. Bij een snel ontstane zwelling naar de Spoedeisende Eerste Hulp van het ziekenhuis. Behandeling: Wanneer het een kleine scheuring betreft, kan een fysiotherapeut je behandelen met lokale doorbloedings-verbeterende technieken en spierversterkende oefeningen. Is het letsel groter, dan komt er meestal een chirurg aan te pas die via een arthroscopie (kijkoperatie) het losgescheurde gedeelte van de meniscus uit de knie haalt. Revalidatie daarna gaat over het algemeen snel. Aandoeningen van de kruisbanden Letsels van de voorste kruisband kunnen we onderverdelen in twee groepen:
A. non-contact letsels
B. contact letsels. De non-contact letsels komen, hoewel op het eerste gezicht misschien minder voor de hand liggend, beduidend meer voor dan de contact-letsels.
De non-contact letsels komen we vooral tegen bij sporten waar het bewegingspatroon zich kenmerkt door: a) veel kap- en draai bewegingen b) sterke plotselinge afname van snelheid c) veel draaimomenten d) sprongbewegingen, met het bijbehorende moment van de landing e) bewegingen waarbij de knie sterk gestrekt c.q. overstrekt wordt Bij sommige sporten zien we een combinatie van deze factoren. Een scheuring van een kruisband zal dan ook een vergroting van de beweeglijkheid geven in de richting die normaliter geremd wordt. (Zie figuur 5-a en 5-b) Bovendien
zal een kruisbandletsel, zeker bij de ernstiger letsels, bijna altijd ook een meniscusletsel en soms ook een letsel van het achterste kniekapsel tot gevolg hebben
!
Een scheuring van de achterste kruisband komt veel minder vaak voor dan een scheuring van de voorste kruisband. Kruisbandletsels komen veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. De reden is te complex om hier te vermelden. Voor geïnteresseerden: http:// www.fysiogroningen.nl/artikelen.asp?artikel_id=13 We benoemen 3 graden van ernst bij dit letsel: • Graad 1: Dan weet je vaak dat je je "verstapt" hebt. De volgende dag is de knie soms iets dik maar blijft stabiel. Wel kan de knie langdurig pijnlijk zijn. Met wat voorzichtigheid gaat dit vanzelf over. • Graad 2: Hier is de VKB gedeeltelijk gescheurd. De knie wordt dik en kan instabiel aanvoelen. •
Graad 3: Hier is de VKB geheel doorgescheurd en wordt de knie onmiddellijk (binnen enkele uren) dik en voelt instabiel aan. In ongeveer 80% van de gevallen heeft de sporter iets horen knappen. Als je echt pech hebt zijn ook een meniscus en de mediale band kapot.
De symptomen die optreden bij een letsel van de voorste kruisband kunnen per persoon sterk verschillen, maar over het algemeen zullen we de volgende verschijnselen, al of niet in combinatie met elkaar, kunnen waarnemen. ▪ plotselinge pijn. ▪ (een gevoel van) instabiliteit, het "er doorheen zakken". ▪ het voelen van een "plop" of "knap" in de knie. ▪ zwelling, direct of binnen 12 uur, a.g.v. een bloeding in het gewricht. ▪ soms het "op slot zitten" van de knie. ▪ het volledig buigen en/of strekken van de knie is niet, of alleen met pijn, mogelijk. Voor de eerste hulp bij ontstaan van het letsel geldt de ICE regel weer. De behandeling van VKB letsel kan voor een eerste- en tweedegraads letsel bij een fysiotherapeut gebeuren. Deze zal helpen de knie weer te laten buigen en je laten oefenen om de spierkracht in het bovenbeen te herstellen. Vooral de spieren aan de achterzijde (hamstrings) moeten versterkt worden om de functie van de
kruisband, deels, over te nemen. Om de spierbalans te waarborgen zal ook de voorzijde (quadriceps) worden getraind. Bij een derdegraads letsel komt de chirurg eraan te pas. Er wordt een nieuwe kruisband geconstrueerd. Deze wordt vaak van de patella-pees (knieschijfpees) gemaakt. Het middelste deel daarvan wordt, inclusief een stukje bot aan beide einden, weggenomen. Met een kijkoperatie wordt één kant aan het bovenbeen en één kant aan het onderbeen vastgeschroefd op de plek van de oude kruisband. Men gebruikt men ook wel een stukje pees van de hamstrings. Aandoeningen aan de kniebanden (collaterale ligamenten) De belangrijkste functie van deze ligamenten is het limiteren van de bewegingen van de knie. Als deze ligamenten te ver worden gerekt kunnen zij scheuren. De scheur kan in het midden van het ligament zijn, of aan het uiteinde van het ligament waar het vastzit aan het bot. Dit kan zowel onder als boven zijn. Als de krachten groot genoeg zijn, zullen er ook andere ligamenten, zoals de voorste kruisband, kunnen scheuren. De mediale(binnenste) collaterale band in combinatie met de voorste kruisband is dan ook de meest voorkomende combinatie.
De laterale collaterale ligament aan de buitenzijde van de knie kan ook scheuren, maar dit gebeurt minder vaak dan de mediale band. Hier rechts is een scheur in het middelste gedeelte van de laterale band te zien. Ook de laterale band kan op verschillende plekken scheuren, evenals de mediale band.
De collaterale banden kunnen scheuren bij het sporten. Bekende sporten zijn skiën, voetbal of basketballen. Het gebeurt meestal als het onderbeen zijdelings wordt weggeduwd, terwijl de voet vast blijft staan. Dit kan zowel naar binnen als naar buiten zijn. Een kracht vanaf de buitenzijde geeft een scheur in de mediale band en andersom. Door het eigen gewicht zal de knie openstaan en zal de desbetreffende band op spanning zetten. Symptomen: 1.de knie wordt stijf en pijnlijk 2.gevoel van instabiliteit: je neigt “erdoor” te gaan / door te schieten 3.hij gaat opzwellen. 4.Je kunt de knie niet meer maximaal buigen Eerste hulp bij ontstaan: bekende ICE regel hanteren. Als de ernst bepaald is, dan kan, wanneer de knieband niet operatief gehecht moet worden, de fysiotherapeut aan de slag. Hij zal de spieren rondom de knie verstevigen door middel van training. Deze training kan gericht zijn op spieruithoudingsvermogen, spierkracht en coördinatie. Hierdoor wordt de belastbaarheid van de spieren vergroot en wordt de belasting op de passieve delen (banden, pezen, ligamenten, kapsel) verminderd. Aandoeningen van de knieschijf De knieschijf (patella) is aan de achterzijde voorzien van kraakbeen. Retropatellaire Chondropathie is een ontstekingsbeeld van het kraakbeen binnen dit gewricht veroorzaakt door overbelasting.
De oorzaak van deze overbelasting is dat er een verhoogde druk ontstaat van de knieschijf tegen het bovenbeen. Meestal gaat dit gepaard met een verkeerde
sporing van de knieschijf, waarbij de knieschijf als het ware buiten het gewricht getrokken wordt.
Er zijn diverse oorzaken aan te wijzen voor het ontstaan van deze overbelasting: - Afwijkingen in de stand van de knieën (X benen)
- Afwijking van de vorm van de knieschijf
- Voortdurende overstrekking van de knie (hyperextensie)
- Langdurige explosieve krachten (meestal in combinatie met onvoldoende actieve stabiliteit)
- Onvoldoende (actieve) stabiliteit van het kniegewricht. Hierdoor spoort de knieschijf verkeerd in het gewricht door onvoldoende kracht van de binnenste bovenbeenspier
- Dysbalans tussen de functie van de bovenbeenspieren aan de voorzijde (m. quadriceps)en achterzijde (mm. hamstrings) - Teveel druk loodrecht op de knieschijf, bv. door er veel op te steunen: op knie zitten, erop vallen etc. De kenmerken van deze klacht zijn: 1. Pijn rondom en achter de knieschijf 2. Pijn tijdens traplopen 3. Pijn tijdens het aanspannen van de bovenbeenspier 4. Soms zwelling tijdens/na belasten 5. Pijn als de patella over het gewrichtsvlak schuift. Deze klacht is goed te ondersteunen met een tape of een zgn. patellabandje. Tevens is de pijn lokaal te behandelen en krijg je oefeningen voor een specifiek deel van de bovenbeenspier om te zorgen dat de patella iets meer naar binnen toe gaat sporen bij strekken van de knie. Bron: fysiogroningen , sgcvisser , fysiotherapiedeboerenzwart, fysiotherapiespijkernisse & blessure-aanwijzer.nl