2011-2013
Klipperstraat 2-4 1503 AM Zaandam 075-6163929
[email protected] www.loopplank.nl 1
informatie uit te wisselen die van belang is voor een goede ontwikkeling van uw kind.
1. Een woord vooraf Met deze schoolgids willen wij u een zo goed mogelijk beeld geven van onze school. U vindt hierin de informatie, die nodig is om een eerste indruk te krijgen. U leest hoe wij denken over goed onderwijs, over opvoeden, over omgaan met kinderen en over onze identiteit. Ook geven wij een beeld van de manier waarop wij onze visie in praktijk brengen in het alledaagse schoolleven.
Wat verwachten wij van ouders? Wij vinden de rol van de ouders belangrijk in de ontwikkeling van de kinderen. Dit komt uitgebreid aan bod in het gesprek met de directeur. Wij praten over verwachtingen die u als ouders heeft van de school, maar ook over wat wij van u verwachten. In het kort gezegd vragen wij van ouders dat zij staan achter onze identiteit, zoals beschreven in deze gids, onze visie op onderwijs onderschrijven en zich in het belang van de kinderen inzetten voor een goede samenwerking met de school.
Inschrijving en kennismaking op de Loopplank Wij zijn trots op onze school en vertellen er graag over. Alle ouders die interesse hebben in onze school nodigen wij uit voor een uitgebreide kennismaking. Deze bestaat uit een gesprek met de directie en een kennismaking met enkele leerkrachten. Een rondleiding biedt de mogelijkheid om de goede sfeer op onze school te proeven. Wij verzoeken u bij de inschrijving een kopie van uw hoogst behaalde diploma mee te brengen. Wanneer u uw kleuter bij onze school heeft aangemeld, krijgt uw kind vooraf de gelegenheid om te 'wennen'. 'De stap' naar de basisschool, die voor uw kind (en voor de ouders) heel belangrijk is, kan zo vloeiend verlopen.
Meer informatie nodig? De schoolgids is een eerste presentatie, waarvan wij hopen dat u hiermee een voldoende indruk van onze school krijgt. Actuele informatie vindt u in de maandbrieven en op onze website www.loopplank.nl. We gaan er vanuit dat de aangeboden informatie vragen wegneemt, maar ook vragen kan oproepen. De vragen, die u na het lezen nog heeft, beantwoorden wij graag.
Ouders van kinderen die vier jaar zijn, krijgen zo spoedig mogelijk nadat uw kind naar school gaat een uitnodiging voor een “intake” –gesprek. Dit gesprek, aan de hand van het “Dit ben ik” – formulier, is bedoeld voor ouders en school om 2
2. De school
Het schoolgebouw en het plein Het gebouw is 32 jaar oud. De ruime lokalen zijn rondom een patio gebouwd. In het hart van het gebouw bevindt zich “de kuip”, waarin centrale programma's, vieringen en “kuipshows” plaatsvinden. We beschikken over 2 schoolpleinen: een kleuterplein en een plein voor de grotere kinderen. Verder is er een groot veld naast het gymlokaal waar kinderen kunnen spelen. Op de pleinen en het (gras)veld staan diverse speeltoestellen, die we jaarlijks op veiligheid laten controleren. In 2010 is er op het kleuterplein een nieuw speeltoestel en een nieuwe zandbak geplaatst. Het gymlokaal bij onze school wordt beheerd door de gemeente Zaanstad. Ook groepen van andere scholen maken hiervan gebruik.
Onze school staat naast de flat Brandaris aan de Watering. Ons adres is: CBS de Loopplank Klipperstraat 2-4 1503AM Zaandam Tel: 075-6163929 Fax:075-6147635 Mail:
[email protected] Website: www.loopplank.nl
Huisvesting/omgeving/parkeren Onze school staat aan de rand van de wijk Peldersveld, tussen de wijken Peldersveld en Poelenburg, en is omgeven door veel groen. Sinds augustus 2011 zitten we in één gebouw. De directe omgeving van de school valt op door een veelheid aan culturele achtergronden. Deze veelkleurigheid is dan ook een vertrouwd kenmerk van de school geworden. De school ligt aan drukke uitvalswegen. Tijdens het brengen en halen van de kinderen zien wij graag dat auto’s worden geparkeerd op de daarvoor bestemde parkeerplaatsen. In verband met de veiligheid van onze kinderen is het verboden op de stoep te parkeren. De kinderen die op de fiets komen kunnen de fiets neerzetten op de bestemde fietsenstalling. Dit is naast de school of naast de kerk (‘t Lichtschip). Laat uw kind zijn fiets altijd op slot zetten!
Grootte We zijn inmiddels een middelgrote school met 182 leerlingen. Teamleden en kinderen kennen elkaar. Wij vinden het contact tussen kinderen en leerkrachten erg belangrijk en we investeren hierin. Onze school heeft kleine groepen. Gemiddeld bestaan de groepen uit 20 kinderen. Vanwege de organisatie van de groepen moet er wel eens een uitzondering gemaakt worden. Dit wordt dan teambreed besproken. De groepen zijn verdeeld over 9 lokalen. Daarnaast is een leslokaal gereserveerd voor peuterspeelzaal “Het Touwladdertje” (zie: voorzieningen).
Identiteit De Loopplank is een Christelijke Ontmoetingsschool. Dat wil zeggen dat we met elkaar om willen gaan volgens de bijbelse waarden en tevens aandacht hebben voor en ruimte geven aan andere godsdiensten. Op onze school zijn veel kinderen met een andere religieuze achtergrond dan de christelijke. Wij geven deze verschillende achtergronden een plek in ons onderwijs en willen in elk geval in gesprek met ieder geloof dat wij in de school ontmoeten. Wij gaan daarbij op zoek naar dat wat ons bindt.
3
Van ouders verwachten wij dat zij de Christelijk grondslag van de Stichting Agora, waarvan onze school deel uitmaakt, respecteren.
ieder tot zijn of haar recht te laten komen met respect voor het anders-zijn.
Lees elkaars boeken Binnen alle godsdiensten spelen verhalen een grote rol om mensen duidelijk te maken wat de bedoeling van God is met deze wereld. Een jongetje vertelde ons het volgende verhaal, dit verhaal had hij gehoord van de Imam: “Heel lang geleden keek God naar de mensen en zag dat zij niet goed met elkaar leefden. God gaf hen de Thora zodat de mensen wisten hoe zij moesten leven.
Identiteit in de praktijk Door met ouders en kinderen te praten en na te denken over bijbelse thema's als liefde, trouw, recht en onrecht hopen wij, dat kinderen van jongs af aan leren zin en betekenis aan hun leven te geven. Wij vinden dat het ook belangrijk is dat kinderen de bijbelverhalen kennen. Regelmatig zullen verhalen verteld worden. De keus van de verhalen is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Sinds het schooljaar 2006 – 2007 werken wij met de methode Trefwoord. Deze verbindt Bijbelverhalen aan het dagelijks leven van kinderen en betrekt andere godsdiensten dan de christelijke hierbij.
Jaren later zag God dat de mensen niet leefden naar het boek. Toen stuurde God de Bijbel naar de mensen. Helaas, de mensen bleven de verkeerde dingen doen. Weer veel later stuurde God de Koran naar de mensen. Helaas: ook nu leefden de mensen niet naar wat er geschreven stond. Toen zei God: ”Nu wordt het tijd dat jullie in elkaars boeken gaan lezen want dan pas zal het met de mensen beter gaan”.
Wij vieren de christelijke feesten met alle kinderen. Verder is er ook aandacht voor andere feesten, bijvoorbeeld het suikerfeest en offerfeest. Levensbeschouwelijke vragen kunnen op onze school heel breed besproken worden, dankzij de inbreng van de kinderen en ouders. Ieder jaar geven gastdocenten in de groepen 7 en 8 les over o.a. het Hindoeïsme, Jodendom en Humanisme.
Het feit dat kinderen uit verschillende culturen en godsdiensten op onze school samenkomen, ervaren wij als een verrijking. Wij staan open voor andere geloofs– en levensovertuigingen naast de protestants- christelijke en streven ernaar 4
deze gekoppeld aan de schoolmissie en schoolregels. De klassenmissie en regels kunt u terugvinden in de groepen.
Identiteit en onderwijs Nauw verbonden met onze identiteit is onze missie/visie op onderwijs. Uitgangspunt van ons onderwijs is het individuele kind met zijn of haar mogelijkheden en moeilijkheden. Een kind kan pas groeien en zich ontwikkelen als het zich gekend en gerespecteerd weet. Wij werken aan een veilige en stimulerende omgeving voor de kinderen. In samenwerking met de ouders willen wij de talenten van kinderen ontwikkelen. Ons gezamenlijk doel is dat de kinderen zullen opgroeien tot harmonieuze mensen.
Identiteit en de wereld De kansen van een kind worden voor een groot deel bepaald door de plek waar het geboren wordt. In veel landen zijn die kansen minimaal.
SOS-Kinderdorpen is een organisatie die actief is in 131 landen en 430 kinderdorpen, waarin aan veel kinderen een goede opvang wordt geboden. Een kinderdorp bestaat uit veilige gezinshuizen, geschikt voor 8 tot 10 personen. Een “eigen” SOS-moeder verzorgt de kinderen, samen met broertjes en zusjes. Binnen het dorp staan scholen en medische en sociale voorzieningen, die ook toegankelijk zijn voor kinderen en volwassenen uit de omgeving. Zo groeit het kind op tot een kansrijk en sociaal medemens.
De missie van onze school: Het team heeft met elkaar gesproken over de missie van de Loopplank. Onze missie is: Wij, het team van Christelijke ontmoetingsschool De loopplank, verzorgen goed en stimulerend onderwijs, waarbij wij kinderen begeleiden tot zelfstandig wereldburger! Om aan deze missie te kunnen werken zijn er regels opgesteld waar iedereen zich aan dient te houden. De regels zijn:
SOS-kinderdorpen is niet overheidsgebonden en kan haar prachtige werk doen dankzij de financiële steun en inzet van donateurs en vrijwilligers. Wij staan achter de uitgangspunten van SOS-Kinderdorpen en willen bijdragen om ook deze kinderen tot hun recht te laten komen. Wij vinden het belangrijk dat ieder kind de kans krijgt zich optimaal te ontwikkelen ondanks de plek waar het geboren is. Daarom steunen wij deze organisatie middels donaties. Kinderen kunnen de hele week geld meenemen en aan de groepsleerkracht geven. Dat geld word opgehaald en gestort voor SOSkinderdorpen.
Schoolregels/groepsafspraken Wij zorgen ervoor dat iedereen zich prettig en veilig voelt Wij zorgen voor een veilige en nette leeromgeving Wij werken samen en helpen elkaar als dat nodig is Wij tonen respect en accepteren elkaar Wij houden ons aan gemaakte afspraken Naast de schoolmissie en schoolregels heeft iedere groep een klassenmissie en klassenregels opgesteld. Uiteraard zijn 5
kinderen spelenderwijs stimuleren tot het aanleren van de Nederlandse woorden. Voor de Nederlands sprekende kinderen betekent dit, dat de groepsleerkracht meer tijd en aandacht kan geven aan de ontwikkeling van de Nederlandse taal. Daarnaast is het zeer gunstig, dat, behalve de leerkracht, een ander vertrouwd persoon die van alles op de hoogte is, in de groep werkt.
3. Het schoolteam Wie werken er op de Loopplank? 1 directeur 15 groepsleerkrachten 2 intern begeleiders 1 motorisch remedial teacher 1 remedial player 2 bouwcoördinatoren 1 administratief medewerker 1 mediatheekleerkracht 1 conciërge 5 assistenten 1 ICT-coördinator 2 vrijwilligers Al deze mensen staan met een foto in de jaarlijks verschijnende kalender.
De primaire taak van onderwijsassistenten ligt op onderwijskundig gebied. Door de aanwezigheid van assistenten in de groepen kunnen wij de kinderen meer aandacht en begeleiding te geven.
De directie De directie wordt gevormd door de directeur. Zij wordt ondersteund door de IB’ers en de bouwcoördinatoren. Samen vormen zij het management team. (M.T.)
De onderwijsassistenten In verschillende groepen werken onderwijsassistenten. Zij helpen de leerkracht bij het werk in de groepen en in de schoolorganisatie als geheel. Onderwijsassistenten hebben voor hun werk een opleiding gevolgd. In de groepen 1/2 werken bij ons tweetalige klassenassistenten (Nederlands–Turks). Voor deze tweetaligheid is indertijd gekozen omdat er veel kinderen van Turkse afkomst op school zaten. Voor veel jonge kinderen is het nog moeilijk om zich in het Nederlands uit te drukken. De tweetalige assistenten kunnen bruggen slaan tussen de kinderen en de leerkrachten. Ook kunnen zij de 6
Stagiaires De Loopplank biedt elk jaar de mogelijkheid aan studenten om stage te lopen. Wij vinden het belangrijk te zorgen dat er ook in de toekomst goed onderwijzend personeel wordt opgeleid. Zowel de studenten als de school hebben hier profijt van. De stagiaires kunnen veel leren op onze school en het team blijft zo op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen op onderwijskundig gebied. Als een student in zijn of haar laatste studiejaar zit, kan hij/zij een 'LIO-stage' krijgen. De LIO-er (Leerkracht in Opleiding) zal gedurende deze periode starten met 1 dag zelfstandig leiden van de groep. Na enkele maanden zal deze LIO-er de groep meerdere dagen zelfstandig leiden. De leerkracht is dan niet in de groep, maar volgt de LIOstagiaire nauwgezet. Naast stagiaires van de PABO hebben wij ook regelmatig stagiaires van een SPWopleiding. Zij lopen stage om een diploma onderwijsassistente te behalen. Van studenten krijgen wij vaak te horen dat zij de werksfeer op school als erg prettig ervaren.
en leerkrachten is de procedure niet ideaal te noemen. Procedure bij ziekte van de groepsleerkracht Dag 1: De groep wordt opgevangen door een invaller of verdeeld over de andere groepen. Dag 2. Als er geen invaller is, sturen wij de groep naar huis Langer ziek? Andere groepsleerkrachten nemen bij toerbeurt de vervanging op zich. Dit houdt in dat andere groepen dan naar huis gestuurd worden Deze procedure zal gevolgd worden totdat er een structurele oplossing is gevonden. Indien u geen opvang kunt regelen, dan kan uw kind op school worden opgevangen.
Vervanging bij ziekte In het basisonderwijs is een tekort aan leerkrachten. Het lukt ons daarom niet altijd om bij ziekte invallers te vinden. Onderstaande procedure hebben wij intern afgesproken, om het onderwijs in geval van ziekte van één van de leerkrachten toch zoveel mogelijk door te laten gaan. U zult begrijpen dat genoemde afspraken betreffende de vervanging bij ziekte een enorme druk geeft op de schoolorganisatie. Voor kinderen, ouders 7
4. Ons onderwijs Uitgangspunten Kinderen verschillen erg van elkaar in aanleg, vaardigheden, karakter, intelligentie en sociaal functioneren. Ons onderwijs is er op gericht om aan te sluiten bij de capaciteiten van het individuele kind. We stimuleren een kind in datgene waarin het goed is. Hierdoor kan het groeien en zelfvertrouwen ontwikkelen. De dingen die voor een kind moeilijk zijn worden extra begeleid op een wijze en op een niveau dat past bij het kind.
Werken op het eigen niveau Kinderen uit een zelfde groep krijgen in de klas niet allemaal dezelfde opdracht. Op onze school kunnen kinderen met leerproblemen en begaafde kinderen zich, in principe, in dezelfde groep ontwikkelen. Het welbevinden van uw kind staat voorop. De kinderen krijgen opdrachten die passen bij het eigen denkniveau en bij de kennis en vaardigheden waar het kind aan toe is. Het aanbieden van de leerstof gebeurt regelmatig in kleine groepjes. Vaak ondersteunt een onderwijsassistent de leerkracht hierin. Wij wijzen uw kind naar welk doel hij/zij toe gaat werken.
Pedagogisch klimaat De sfeer waarin een kind opgroeit, speelt een grote rol in zijn of haar ontwikkeling op weg naar de volwassenheid. Wij vinden daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat heel belangrijk. Pas als een kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen. Binnen onze school kennen we duidelijke omgangsregels. U vindt de belangrijkste regels op de informatiekalender die u jaarlijks aan het begin van het jaar ontvangt. Daarnaast bepalen de leerkracht en de kinderen jaarlijks de regels in de klas. Door dit samen te bespreken staat het dicht bij de kinderen en weet iedereen waar hij/zij zich aan moet houden.
Interesse van de kinderen en de onderwijsdoelen van de leerkracht
Persoonlijke aandacht van de leerkracht, stimulering en complimenten zorgen ervoor dat een kind zich veilig en geaccepteerd voelt. En dat is een basisvoorwaarde voor groei, ontwikkeling en zelfvertrouwen. Het is onze ervaring, dat deze positieve benadering door de leerkracht ook de samenwerking in de groep op een positieve manier beïnvloedt. Binnen alle groepen wordt er ruim aandacht gegeven aan de sociaalemotionele ontwikkeling. Kinderen die gerespecteerd worden en die precies weten wat er van ze verwacht wordt, zullen zich harmonieus kunnen ontwikkelen.
In de lessen wordt aangesloten bij zaken, die de interesse van kinderen wekken. Een kind dat graag voetbalt, maar veel moeite heeft met schrijven, wordt meer uitgedaagd als het mag schrijven over een voetbalwedstrijd. Een verkeersles op je fiets door de wijk is interessanter dan het leren van voorrangsregels uit een boekje. Je leert spelenderwijs over bloemen en zaden als je in en om de school je eigen schooltuin mag aanleggen. Het zelf ervaren is voor leren erg belangrijk. De kinderen hebben regelmatig excursies of educatieve uitstapjes.
8
De leerkrachten weten wat de kinderen in een groep in een jaar moeten leren. De uitdaging voor de leerkracht is om aan te sluiten bij de interesse van de kinderen, maar daarnaast het onderwijs zo in te richten, dat de onderwijsdoelen worden gehaald.
hun sociale vaardigheden en mondelinge taalgebruik. Voor de kinderen uit de midden- en bovenbouw verschuift het accent van spel naar onderzoeksactiviteiten. In school is een mediatheek aanwezig, die hierin een belangrijke rol speelt. De thema’s die behandeld worden: 1. het thema van de kinderboekenweek 2. een thema rond een actuele gebeurtenis 3. een thema uit de concrete leefsituatie 4. een intercultureel thema 5. een thema uit de wijde wereld die nieuwsgierig maakt Spel en onderzoeksactiviteiten zijn gekoppeld aan het thema, evenals de andere vakken:taal, lezen en schrijven, rekenen en de vakken rond oriëntatie op mens en wereld. Op deze manier vergroten we de betrokkenheid van de kinderen bij het onderwijs. Spelenderwijs leren ze de wereld om hen heen verkennen, en maken zij zich kennis en vaardigheden eigen.
Groepssamenstelling Uitgangspunt van de groepssamenstelling is dat kinderen kunnen leren van de onderlinge verschillen. In de onderbouwgroepen is gekozen voor een samenvoeging van groep 1 en 2. Zo leren de kinderen spelenderwijs om te gaan met verschillende rollen. Ze zijn één jaar jongste en daarna één jaar oudste.In de overig groepen blijft dit uitgangspunt overeind, maar hebben we om didactische redenen gekozen voor jaargroepen. Dit betekent niet dat er nu geen samengestelde groepen meer zullen voorkomen. Het kan zo zijn dat aantallen per groep ervoor zorgen dat er combinatiegroepen moeten worden gemaakt. Bij het indelen van groepen is het welbevinden van uw kind altijd ons uitgangspunt
Toetsen Aanvullend op het thematische werken wordt gewerkt met een aantal methodes voor de vakken rekenen, taal en aanvankelijk technisch lezen, zodat de normen die de onderwijsinspectie stelt worden gehaald. Voor rekenen, aanvankelijk lezen, taal, spelling en begrijpend lezen zijn er gedurende het jaar vaste toetsmomenten. De resultaten worden met u besproken. Op grond van de uitslagen wordt bepaald of een kind herhaling of verdieping van de stof nodig heeft. Zo nodig wordt extra begeleiding geboden. Als blijkt dat het voor de sociaal emotionele en/of leerontwikkeling nodig is, kan een kind bouwverlenging krijgen. De groepsleerkracht zorgt er dan voor, dat uw kind geen onnodige herhaling van de lesstof krijgt. Het kan dus zijn, dat uw kind voor de tweede keer in groep 3 zit, maar werkt met de rekenstof van groep 4. Andersom kan een kind ook doorgaan naar een volgend leerjaar, maar werken met leerstof uit het jaar daarvoor.
Spelend leren en thematisch werken. Vaak krijgen wij van ouders vragen of het wel goed is dat de kinderen zoveel spelen op school. Spel is een belangrijke werkvorm tijdens het thematisch werken in de onderbouw. Kinderen leren veel door te spelen. De leerkracht stimuleert en verrijkt het spel. Kinderen werken met elkaar al spelend opdrachten uit en ontwikkelen zo 9
5. Onderwijs Vakken en methoden Op school worden er verschillende vakken gegeven via verschillende methoden. Op dit moment zijn we op zoek naar een nieuwe methode voor wereld oriëntatie en begrijpend lezen. Dit schooljaar worden beide aangeschaft. Hieronder kunt u lezen welke methoden De Loopplank gebruikt voor haar vakken: Vakgebied: Rekenen Taal Spelling Technisch lezen
Methoden: Alles Telt Zin in taal Zin in spelling Veilig leren lezen (groep 3) Begrijpend lezen Leeslink Schrijven Mijn eigen handschrift Engels Hello World (groep 7 en 8) Verkeer Op voeten en fietsen (groep 5/6), Jeugd verkeerskrant (gr. 7) Dijkstra (groep 8) Wereld oriëntatie Oriëntatie nieuwe methode (start mei 2012) Godsdienstonderwijs Trefwoord
VVE VVE onderwijs (voor- en vroegschoolse educatie) De Nederlandse overheid investeert in voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Dit houdt in dat jonge kinderen (peuters en kleuters) zodanig begeleid worden dat ontwikkelingsachterstanden voorkomen kunnen worden. De begeleiding van deze jonge kinderen gebeurt via educatieve programma’s. Op De Loopplank hebben wij gekozen voor het VVE-programma” Piramide”. Piramide is een programma dat bijzonder geschikt is voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Met een combinatie van spelen, werken en leren worden jonge kinderen gestimuleerd in hun ontwikkeling. Het programma richt zich op gebieden die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een kind, uiteenlopend van denk- en taalontwikkeling tot creatieve en persoonlijkheidsontwikkeling. Het programma Piramide start op de peuterspeelzaal en loopt door in de groepen 1 en 2.
Sociale emotionele ontwikkeling Voor wat betreft de sociaal emotionele ontwikkeling zijn wij ons aan het oriënteren op verschillende programma’s. Komend jaar zullen we gaan onderzoeken of de werkwijze van het programma “Zien” geschikt is voor onze school. 10
Een lerende organisatie Om het leerproces van kinderen goed te kunnen begeleiden, hebben de leerkrachten een lerende, onderzoekende houding. Van elkaar leren als collega’s binnen de school kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Verder vinden wij het belangrijk en noodzakelijk om ons te blijven scholen, want het onderwijs blijft in beweging. De leerkrachten volgen regelmatig cursussen. Als team hebben we jaarlijks een aantal studiedagen. Ook voor het onderwijsondersteunend personeel zijn er scholingsmogelijkheden. Op studiedagen zijn de kinderen vrij
De Ondernemende School De Loopplank was in de voorafgaande jaren één van de deelnemers in de nascholing van Agora. Deze scholing komt voort uit de visie van de Stichting dat we actief en ondernemend onderwijs willen bieden, waardoor een kind gestimuleerd wordt zijn talenten te ontwikkelen. De visie van de Ondernemende School gaat uit van een actief en ondernemend onderwijs, waardoor een kind gestimuleerd wordt zijn talenten te ontwikkelen. Het is de bedoeling dat het gedachtegoed van de Ondernemende School verder gestalte krijgt in de themaopzet in alle groepen. Hiertoe hebben diverse collega’s nascholing gevolgd.
11
specifiek kunnen inrichten op de thema’s van onze stichting. Wij willen de kwaliteit van het onderwijsproces voortdurend verbeteren aan de hand van de principes van Continuous Improvement. Deze wijze van handelen brengt met zich mee dat de betrokkenheid van het kind veel groter is, waardoor de motivatie veel meer toeneemt, maar ook de verantwoordelijkheid van het kind zal door deze aanpak vergroot worden. Aspecten die de ontwikkeling van het kind ten goede komt. Continuous Improvement gaat uit van een aantal principes die ook wel terug te vinden zijn in het HGW. Maar C.I. gaat op bepaalde terreinen verder. C.I gaat uit van het principe dat we te maken hebben met 21eeeuwse kinderen die op een andere wijze leren. Het eigenaarschap van het kind staat centraal en alles is erop gericht dat het kind zich maximaal ontwikkelt. Dit probeert CI te bereiken door doelen en opbrengsten samen met de leerlingen te bespreken, vast te stellen en uit te voeren. In de aanpak staan de volgende leeraspecten centraal:
6. Schoolontwikkelingen en speerpunten Op 22 september 2011 hield onze stichting een congres met als titel: de leerkracht als professional. Op dit congres werd ons duidelijk dat de leerkracht er zeker toe doet! Sterker nog: de leerkracht maakt het verschil, temeer als hij een echte vakman of vakvrouw is. Vandaar dat onze stichting er alles aan doet om de medewerkers aan de school goed en vakkundig toe te rusten. Veel aandacht is er voor zaken die op ons afkomen. Onze stichting heeft deze onderwerpen opgenomen in haar beleidsplan. De stichting wil al haar aandacht op deze terreinen richten en heeft de bundeling hiervan verklaard: Bouwen aan goed onderwijs, op weg naar 2015.
-
Wat betreft De Loopplank staan de volgende onderwerpen in het nascholingsplan van schooljaar 2011 – 2012:
-
Communicatie Presentatie Samenwerken Probleemoplossend vermogen en creativiteit Wereldburgerschap
Het begin van de route was als volgt:
Continuous Improvement Zelfstandig werken (GIP) VVE scholing: Pyramide Ouderbetrokkenheid Handelingsgericht werken (HWG)
-
Continuous Improvement
-
De doelstellingen van onze stichting willen we graag binnen onze school brengen. Dat wil zeggen toepassen in onze school, brengen bij onze leerkrachten en leerlingen zodat we onze school school12
Studie-ochtend september 2011 gegeven door 3 geschoolde leerkrachten. Deze studiedag staat in het teken van expections. Aansluitend aan deze ochtend een bezoek aan de pilotschool (Keizel of Koraal). Scholing directie in oktober 2011 Observaties in de groepen (FENOM)
Nadat de directie in oktober is geschoold zal de planning van de studiedagen rondom Continuous Improvement verder vorm krijgen.
VVE: Piramide De afgelopen jaren is er op het gebied van VVE op de Loopplank gewerkt met het programma Startblokken. We hebben echter gemerkt dat dit programma niet optimaal aansluit bij de ontwikkeling en behoeftes van onze kinderen. Afgelopen schooljaar hebben directie, Ib-ers en leerkrachten zich gebogen over andere VVE programma’s. De keus is gevallen op het programma Piramide. Piramide stimuleert jonge kinderen op een speelse manier in hun ontwikkeling. Spelenderwijs wordt de wereld ontdekt door uitdagende activiteiten. Het initiatief ligt in eerste instantie bij de kinderen. Waar nodig begeleiden de leerkrachten en assistenten het spelen en leren. Piramide werkt volgens 4 vaste stappen: orienteren, demonstreren, verbreden en verdiepen. Piramide is een totaalprogramma, er is aandacht voor alle ontwikkelingsgebieden:
Zelfstandig werken/ GIP Afgelopen jaar hebben we (opnieuw) een start gemaakt met het werken via het GIPmodel. GIP staat voor: Van groepsgericht naar individueel gericht pedagogisch en didactisch handelen van de leraar. Het GIP-model start met het verbeteren en op elkaar afstemmen van de klassenorganisatie en zelfstandigheid van de kinderen. Er worden voorwaarden geschapen om het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht af te stemmen op de verschillende mogelijkheden en behoeftes van de kinderen. Het GIP-model bevordert een systematische toepassing van een aantal basisprincipes in elke groep en de ontwikkeling van een doorgaande lijn van de ene naar de andere groep. Afgelopen jaar zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen:
Planningsmap: dagplanning, 2 weken planning, jaarplanning Afspraken rondom zelfstandig werken Klassenobservaties (d.m.v. een kijkwijzer): Observaties door directie (Ilse) ter bewaking van het proces en door Maarten (FENOM) ter ondersteuning van het proces. N. a.v. de observaties zijn er verbeterplannen opgesteld.
De ontwikkelingsgebieden komen altijd in samenhang aan bod. Piramide is opgebouwd rondom projecten. Ieder jaar staan dezelfde thema’s op het programma, steeds op een hoger niveau. Passend bij de leeftijd en ontwikkeling van de kinderen wordt het thema uitgewerkt. Verder biedt Piramide volop ruimte voor eigen inbreng van leerkrachten en kinderen. Pyramide betrekt ouders zoveel mogelijk bij de ontwikkeling van hun kinderen. Zij worden gestimuleerd om thuis activiteiten te doen die aansluiten bij wat er op school gebeurd. Om op een zinvolle wijze met Piramide te kunnen werken is het belangrijk dat
De volgende onderwerpen rondom het werken via het GIP-model komen volgend jaar aan bod:
Persoonlijkheidsontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Kunstzinnige ontwikkeling Ontwikkeling van de waarneming Denkontwikkeling en ontwikkeling van het rekenen Taalontwikkeling (lezen en schrijven) Orientatie op ruimte, tijd en wereldverkenning
Groepsplannen Handelingsplannen Continuering klassenobservaties door directie (Ilse) en Maarten (FENOM)
13
leerkrachten en assistenten zich laten certificeren. Er wordt eerst een basistraining gevolgd. Daarna is eventueel verdieping mogelijk.
basisschool verplicht te werken volgens de principes van Passend Onderwijs. Dat betekent dat we aansluiten bij de onderwijsbehoeften van het kind (men noemt het ook wel het afstemmen van de leerstof). Dit afstemmen is te bereiken door data van leerlingen heel goed te verzamelen en deze goed te analyseren en te gebruiken in een groepsplan. Het groepsplan werkt met te realiseren doelen per kind of per groep kinderen. Een belangrijke wijziging van het werken met een groepsplan in vergelijking met een handelingsplan is: een groepsplan is preventief en een handelingsplan is een reparatie achteraf. De handelingsplannen zullen door de invoering van het groepsplan grotendeels verdwijnen. Wij schatten in dat er slechts twee tot drie handelingsplannen per groep zullen overblijven.
Ouderbetrokkenheid Afgelopen jaar is er al een begin gemaakt met het verhogen van de ouderbetrokkenheid. FORUM (platform allochtone ouders en school) heeft een ouderenquête afgenomen. Naar aanleiding van deze enquete is er actie ondernomen om de opkomst in de ouderkamer te verhogen. Daarnaast zal de werkgroep ouderbetrokkenheid uitgebreid worden. Voor het nieuwe schooljaar staat er een training visieontwikkeling voor het team op de planning. Tijdens deze training moet er een visie omtrent ouderbetrokkenheid geformuleerd worden waar het hele team achter kan staan. Vragen die centraal staan zijn:
HGW gaat ervan uit dat elk kind in principe welkom en plaatsbaar is. Dit betekent dat we bij intake en verder vervolg voortdurend moeten kijken naar de onderwijsbehoefte van het kind. Uiteraard kan dit o.a. door de data goed te interpreterenmaar ook door op een goede wijze te communiceren met de ouders. De rol van ouders zal gaan veranderen! In het huidige systeem is de ouder min of meer de toezichthouder op de ontwikkeling van het eigen kind. De rol is zeer beperkt. Twee keer per jaar een officieel rapport en een uitleg van de citogegevens. Binnen HGW verandert de rol van toezichthouder naar educatief partner. De ouder doet er toe! Samen gaan we op zoek naar de ontwikkeling van het kind. In een vakblad werd het als volgt omschreven:……..”van informeren naar dialoog ten einde de onderwijspraktijk te verbeteren en zo de ruimte van de ontwikkeling
Wat vind je in jouw functie belangrijk in de relatie met ouders? Hoe besteed je aandacht aan de relatie met ouders?
Het nieuwe schooljaar gaan we werken via de principes van Continuous Improvement. Ook daar speelt ouderbetrokkenheid een grote rol. Naast de training met het team zal er ook door FORUM een cursus ouderbetrokkenheid voor ouders worden verzorgd.
Handelingsgerichtwerken (HGW) De werkwijze van het handelingsgericht werken maakt het mogelijk om de principes van Passend Onderwijs uit te werken. Per 1 augustus 2012 is elke 14
7. Leerplicht, lestijden en vakanties
Ziekmeldingen Ziekmelding
Leerplicht: Kinderen mogen vanaf hun 4e jaar naar de basisschool. Vanaf 5 jaar zijn kinderen leerplichtig. De leerplicht houdt in dat kinderen verplicht naar school moeten. Vanaf het moment dat uw kind 5 jaar is tot het einde van het schooljaar waarin uw kind 18 wordt, is het op grond van de Leerplichtwet verplicht naar school te gaan. De leerplicht geldt voor iedereen die in Nederland woont.
Tandarts- of doktersbezoek Verjaardagen
Brengen en halen
Schooltijden(wet)/leerplicht Met ingang van 2006 is de nieuwe schooltijdenwet in werking getreden. Hierdoor is een versoepeling mogelijk wat betreft de schooltijden. Een effect van deze versoepeling is het mogelijk maken van gelijke schooltijden voor alle groepen. De schooltijden van De Loopplank zijn als volgt:
Pauze
Tussendoortje
Schooltijden groepen 1 t/m 8 Ochtend Middag Maandag
8.30–12.00
13.15-15.15
Dinsdag
8.30-12.00
13.15-15.15
Gym/zwemles
Woensdag 8.30-12.30 Donderdag 8.30-12.00 Vrijdag
13.15-15.15
8.30-12.30
De school gaat 10 minuten voor aanvang open (8.20 uur en 13.05 uur)
Wanneer uw kind ziek is, moet U dit altijd melden aan de leerkracht, ’s morgens tussen 7.45 uur en 8.30 uur via het telefoonnummer 075-616 39 29. Indien mogelijk zoveel mogelijk buiten schooltijd afspreken. Op verjaardagen stellen wij het zeer op prijs, wanneer u uw kind geen snoep laat\ uitdelen. U kunt uw kind vanaf 8.20 uur in de klas brengen. Bij het ophalen mogen de ouders in de kleuterhal en kuip wachten (niet voor de klas). De regel is dat iedereen in de pauze naar buiten gaat. Uiteraard blijven wij met regen binnen. In de kleine pauze ('s morgens) heeft uw kind iets te drinken en iets gezonds mee om te eten (geen koek of snoep, maar fruit of brood). Ouders zorgen ervoor dat de kinderen goed passende gym- en zwemspullen meenemen naar school. De kinderen zijn vanaf groep 3 verplicht te douchen na de gymles en dienen een handdoek mee te krijgen.
Vakanties en studiedagen In de kalender die elk jaar aan het begin van het schooljaar uitgedeeld word staan de vakanties en studiedagen die er dat schooljaar ingepland staan. De vakanties zijn landelijk ingedeeld en we zijn verplicht om ons daaraan te houden. De studiedagen worden ingedeeld aan de hand van welke instelling wanneer tijd heeft om de leerkrachten te onderwijzen.
Verlof/Verzuim Richtlijnen verlof (vrijstelling van schoolbezoek) buiten de schoolvakanties. 15
1.
2.
-
-
3.
Verlof in verband met religieuze verplichting (art.13) Als richtlijn geldt dat voor het vervullen van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Het verzoek hiertoe dient u minimaal 2 dagen van tevoren in bij de directeur van de school. Verlof (art. 13a) Bij wijze van hoge uitzondering kan de directeur van de school verlof voor vakantie buiten de schoolvakanties verlenen voor de gezinsvakantie! Een verzoek om vakantieverlof (op grond van artikel 13a/11 onder f Leerplichtwet 1969) dient u minimaal 8 weken voor de verlofperiode bij de directeur van de school in te dienen. Verlof voor vakantie buiten de schoolvakanties kan alleen worden indien de specifieke aard van het beroep van één ouder of feitelijke verzorger ertoe leidt dat de leerling alleen buiten de reguliere schoolvakanties met hen op vakantie gaan*. Het verlof voor vakantie kan door het hoofd van de school, binnen bovenstaande voorwaarden slechts: er schooljaar voor maximaal 10 schooldagen (oftewel 2 lesweken) worden verleend. En mag absoluut niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. voor extra (wintersport) vakantie of een langer bezoek aan het geboorteland van de ouders mag wettelijk geen toestemming worden verleend door de directeur van de school. Gewichtige omstandigheden (art.14), 10 schooldagen per schooljaar of minder Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die veelal buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen. Een verzoek dient u vooraf of uiterlijk binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering bij de directeur van de school te worden ingediend.
Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: het voldoen van een wettelijke verplichting, zolang dit niet buiten de lesuren kan; verhuizing (1 dag); huwelijk van familieleden (1 dag als dit binnen de woonplaats plaatsvindt, anders 2 dagen); ernstige ziekte van familieleden; bevalling van de moeder/verzorgster; overlijden van ouders(4 dagen), van (groot)ouders of broers/zussen (2 dagen), van ooms/tantes/neven/nichten (1 dag); jubileum (huwelijk of als werknemer) van familieleden (1 dag); andere belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. Onder familieleden worden begrepen bloed- en aanverwanten, met name (groot)ouders, (schoon)broers/zussen, directe ooms/tantes en directe neven/nichten (1e tot en met de 4e graad). De volgende situaties zijn geen ‘andere gewichtige omstandigheden’ en extra verlof wordt hiervoor niet verleend: - familiebezoek in het buitenland - lang weekend of midweek met het gezin, familieleden of vrienden - vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding - vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden - de vliegtickets zijn al gekocht - een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte - verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn oriënteren op terugkeer naar land van herkomst of emigratie
16
-
4.
bedrijfseconomische problemen zal leiden. Slechts het gegeven dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is hierbij voldoende.
deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband televisieopnames en/of fotoshoots een verlofperiode van ouders, gebruikmakend van een levensloopregeling/ sabbatical Gewichtige omstandigheden (art.14), meer dan 10 schooldagen per schooljaar Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient minimaal 6 weken tevoren, via de directeur van de school, aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerling te worden voorgelegd. Het verlof kan bijvoorbeeld worden verleend indien: verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen overleggen waaruit blijkt dat verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale omstandigheden van één van de gezinsleden.
Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. Vragen? Mocht u nog vragen hebben, neemt u dan contact op met de directeur van de school of met de leerplichtambtenaar. * Uit berichtgeving van het Openbaar Ministerie blijkt dat bij het begrip “Specifieke aard van het beroep” vooral dient te worden gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden, resp. werkzaamheden in bedrijfstakken die in de zomermaanden een piekdrukte kennen, waardoor het voor het gezin feitelijk onmogelijk is om in de reguliere schoolvakanties tot onoverkomelijke 17
•
8. Leerlingdossier Iedere school is verplicht tot het voeren van een leerlingadministratie. Daarnaast dient elke school vanuit de Leerplichtwet een verzuimadministratie bij te houden. Tot slot is de school verplicht om de onderwijskundige en sociaal- emotionele ontwikkeling van de leerling, de onderwijskundige begeleiding, zorg en de onderwijsresultaten te verzamelen en bij te houden in een leerlingvolgsysteem. Samen vormt dit het leerlingdossier.
• •
Dezelfde gegevens van de ouders, voogden of verzorgers van de leerling Nationaliteit, geboorteplaats (enland als de leerling niet in Nederland is geboren) Een getekende “ouderverklaring voor het vaststellen van het leerlinggewicht” (PO) Van belang is hier te vermelden dat binnen het PO ouders niet verplicht zijn hun opleidingsgegevens te verstrekken aan de school. Het is aan de school om ouders van het belang van het verstrekken van die gegevens te overtuigen – in verband met de financiering – maar het mag niet worden gepresenteerd als een verplichting waaraan ouders moeten voldoen. Het is aan de ouders om daarin een eigen keuze te maken.
Het gaat dus om een verzameling van gegevens met betrekking tot de individuele leerling. Deze verzameling wordt deels geautomatiseerd en deels op papier bijgehouden. Het papieren deel wordt steeds kleiner en zal op termijn geheel verdwijnen. Omdat het leerlingdossier privacygevoelige informatie bevat is het strikt vertrouwelijk. Er worden dan ook bijzondere eisen gesteld aan het beheer van en de verantwoordelijkheid voor het dossier en de bewaarplicht gesteld. AGORA maakt voor haar scholen hiervoor gebruik van het modelprivacyreglement verwerking leerlingengegevens voor primair en voortgezet onderwijs. Dit reglement regelt de wijze waarop de scholen de gegevens beheert en de bevoegdheden, rechten en plichten van alle betrokkenen. Het reglement is te downloaden op www.agora.nu .
•
• • •
De scholen zijn verplicht de volgende gegevens van de kinderen te verzamelen
•
A.
-
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS
INSCHRIJVING • Burgerservicenummer • Naam, voornamen en roepnaam van de leerling • Geslacht • Geboortedatum • Adres, postcode, woonplaats • Telefoonnummer(s), e-mailadres (indien voorhanden)
-
-
18
Gegevens betreffende de godsdienst of levensovertuiging; Voor zover die noodzakelijk zijn voor het onderwijs. Bijzonderheden over de leerling i.v.m. gezondheid (medicijngebruik, allergieën) Gegevens met betrekking tot bank; of girorekening van ouders/verzorgers Een getekende overeenkomst voor een vrijwilllige bijdrage met specificatie. Indien de school een oudervereniging (als rechtspersoon) de bijdrage vraagt is dit niet nodig. Datum van inschrijving Indien van toepassing: Naam en adres van de school waarop de leerling voordien was ingeschreven Bewijs van uitschrijving van de vorige school (niet ouder dan zes maanden) Verklaring van één der ouders / verzorgers dat de leerling gedurende zes maanden of meer voorafgaande aan de datum van inschrijving niet op een andere school stond ingeschreven, of voor het eerst wordt ingeschreven;
-
• -
-
•
•
B. • • • • • • C. • • • • •
•
Afschrift LGF-beschikking van de Indicatiecommissie.
• • •
UITSCHRIJVING Kopie van het bewijs van uitschrijving (gedateerd) Voorlopige datum van uitschrijving is de datum volgend op de laatste dag waarop de leerling de school bezoekt Definitieve datum van uitschrijving is de datum voorafgaand aan de datum van inschrijving op de nieuwe school (tenzij geen tijdig bericht van inschrijving op de nieuwe school is ontvangen; in dat geval blijft eventuele wijziging van de datum van uitschrijving achterwege) Naam en adres van de school waarheen de leerling is uitgeschreven en de datum van uitschrijving Het bericht van inschrijving zoals ontvangen van de volgende school (binnen vier weken)
•
•
Daarnaast indien van toepassing: Verslagen van speciale onderzoeken Handelingsplannen Notities over sociaal- emotionele ontwikkeling Aantekeningen van bijzondere privéomstandigheden, bijzondere gebeurtenissen, voorvallen of incidenten Besluiten op het gebied van schorsing en/of verwijdering. Het doel van deze gegevens is om de leerling te volgen in de ontwikkeling en om tijdig de juiste interventies te kunnen plegen. Het belang van de leerling staat hierbij voorop.
Alle informatie over de leerling wordt in het leerlingdossier verzameld. Naast het leerlingdossier wordt er dan ook geen informatie verzameld. Ouders/verzorgers hebben recht op inzage in het leerlingdossier. Dit is geregeld in het privacyreglement. De verantwoordelijkheid voor het leerlingdossier ligt bij het bevoegd gezag van de school.
VERZUIMREGISTRATIE Naam en roepnaam van de leerling Groep / klas waarin de leerling is geplaatst Het ziekteverzuim Afwezigheid anders van wegens ziekte Geoorloofdheid van het verzuim anders dan wegens ziekte Per dagdeel en op datum ONDERWIJSKUNDIGE (en aanverwante) GEGEVENS Toetsuitslagen Rapporten Notities en verslagen van besprekingen over de leerling intern Notities en verslagen van besprekingen over de leerling met ouders/verzorgers Onderwijskundig rapport bij een schooladvies, aanvraag leerling gebonden financiering of verandering van school Medische gegevens. Zie o.a. protocol medisch handelen.
19
buitenschoolse opvang: voorschoolse opvang, naschoolse opvang en vakantieopvang. De buitenschoolse opvang zorgt voor een vertrouwde ‘thuiskomplek’ waar altijd iemand is om gezellig mee te kletsen of om leuk mee te spelen. Daarnaast zijn er veel leuke en spannende activiteiten te doen. Zo zijn er timmertafels, ateliers, verkleed- en danshoeken, een kinderkook café en kan er uiteraard geknutseld en getekend worden. Ook maken ze uitstapjes naar bijvoorbeeld het bos, gaan we een middagje schaatsen, bezoeken we het Greenpeace schip en organiseren we samen met andere BSO’s spannende voetbaltoernooitjes. De kinderen mogen zelf meebepalen wat ze gaan doen. Dus willen ze een hut bouwen en deze via een makelaar te koop zetten? Dan doen ze dat! Hoe gekker, hoe leuker... Maar gewoon lekker rustig op de bank met een boek, kan natuurlijk ook. De opvang is gekoppeld aan de school waar uw kind naartoe gaat. Onze pedagogisch medewerkers halen de kinderen van school en brengen ze naar de BSO. Als de school niet op loopafstand ligt, zorgt tinteltuinen ervoor dat uw kind op de BSO komt. Bij voorschoolse opvang brengen de ouders de kinderen naar de BSO en de pedagogisch medewerkers zorgen dat de kinderen op tijd in de klas zitten. Alle BSO locaties zijn tot 18.30 uur open! De minimum afname voor buitenschoolse opvang is één dag.
9. Voorzieningen Peuterspeelzaal Plus: “het Touwladdertje” De Peuterspeelzaal Plus is een samenwerkingsverband tussen de Stichting Welsaen en De Loopplank. De kinderen die de speelzaal bezoeken worden extra gestimuleerd in de taalontwikkeling. De peuters kunnen 2 ochtenden en 2 middagen op de speelzaal terecht. De leiding is in handen van gediplomeerde leidsters waarvan er minimaal één tweetalig is (Nederlands – Turks). De peutergroep bestaat voor 1/4 uit kinderen die al vertrouwd zijn met de Nederlandse taal en voor 3/4 uit kinderen die dat nog niet zijn. De peuterspeelzaal maakt deel uit van de Stichting Welsaen, maar we werken nauw samen met elkaar vanuit dezelfde visie. De leidsters en de leerkrachten van de groepen 1 en 2 volgen dezelfde nascholing of hebben deze gevolgd. Zo wordt een ononderbroken onderwijskundige lijn gewaarborgd. De kinderen die “het Touwladdertje” bezoeken, stromen als zij 4 jaar worden door naar groep 1 van De Loopplank.
Tussenschoolse opvang: “de Broodplank” Onze school biedt ouders de gelegenheid kinderen te laten overblijven op school. Dit kan bij tussenschoolse opvang “de Broodplank”, georganiseerd voor en door ouders. De begeleiders zijn geschoolde krachten en er zijn twee coördinatoren. De opvang vindt plaats binnen de school in twee verschillende lokalen Bij de administratie en begeleiders van de TSO is een folder verkrijgbaar, waarin u alle informatie vindt.
Indien een locatie vakantieopvang heeft, kan het voorkomen dat de vakantieopvang op een andere locatie plaatsvindt omdat locaties regelmatig samen vakantieopvang regelen. Bij vakantieopvang zorgen ouders zelf voor het vervoer van het kind van en naar de locatie. TintelTuin biedt vakantieopvang tijdens alle vakanties van school. De kinderen kunnen dan heerlijk spelen en zich ontspannen. Ook bieden zij tijdens de vakanties extra leuke activiteiten aan. Sinds zomer 2011 biedt TintelTuin drieweekse vakantieopvang aan. Gedurende de zomervakantie kunnen kinderen maximaal 3 weken naar de vakantieopvang.
Buitenschoolse opvang Tinteltuin Buitenschoolse opvang (BSO) is de overkoepelende naam voor allerlei vormen van opvang buiten schooltijd en is voor basisschoolkinderen van 4 tot 13 jaar. TintelTuin biedt de volgende vormen van 20
Dit is alleen inzetbaar als ouders minimaal een naschoolse opvang (NSO) contract hebben. Voor meer informatie kunt u bij onderstaand adres/telefoonnummer terecht. Bezoekadressen hoofdkantoor TintelTuin: TT. Westzijde 243, 1506 GE Zaandam. Postadres TintelTuin: Postbus 68, 1500 EB Zaandam | Telefoon: 0800 - 44 22 345 E-mail:
[email protected]
Computers in het onderwijs Computers zijn niet meer weg te denken binnen het onderwijs. In elke groep, ook bij de kleuters, staan computers. De kinderen leren van jongs af spelenderwijs hiermee om te gaan. Daarnaast zijn rondom de kuip computers beschikbaar voor kinderen. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in goed materiaal zowel op het gebied van hardware als software. De kinderen in de midden- en bovenbouw zijn inmiddels aardig bedreven in het gebruik van de computer als informatie- en communicatiebron. Wij willen ons blijven vernieuwen, daarom werken we met een beleidsplan en is er een ICT coördinator. Ons doel is om de mogelijkheden van de computer als onderwijsmiddel optimaal te benutten. De leerkrachten volgen computercursussen en software wordt ingezet als middel voor extra begeleiding van kinderen. In alle lokalen hangen nu digitale schoolborden.
Mediatheek De mediatheek neemt in onze school een belangrijke plaats in. Het lezen en informatie verwerven door kinderen is onderdeel van het themagericht werken. De kinderen vinden in de mediatheek de juiste informatie over onderwerpen en thema’s. De kinderen van groep 1 t/m 3 kunnen onder begeleiding van de mediatheekleerkracht boeken lenen om mee naar huis te nemen. Thuis kan het boek dan worden voorgelezen. Wij willen hiermee het lezen van kinderen en het voorlezen door ouders stimuleren. De oudere kinderen kunnen onder begeleiding boeken uitzoeken om te lezen in de klas. Omdat we willen aansluiten bij de interesse van elk kind, is er een grote diversiteit aan boeken en andere bronnen te vinden in de mediatheek. De mediatheekleerkracht houdt de inhoud van de mediatheek actueel en coördineert de uitleen.
De Brede School Daarnaast maakt onze school deel uit van de Brede School, een initiatief van de gemeente Zaanstad om kinderen, in samenwerking met buurthuizen, sportclubs, de bibliotheek en 3 andere basisscholen in de wijk, meer kansen te bieden. Concreet betekent dit, dat elk jaar activiteiten worden georganiseerd waarin alle deelnemende scholen participeren. Dit zijn activiteiten waaraan zowel onder als na schooltijd meegedaan kan worden. Zoals bv.: kooklessen, toneellessen en danslessen. De onderbouw werkt met
21
vrijwilligers die voorlezen aan kleine groepjes kinderen. Wij werken in het kader van de Brede School samen met Obs. “ De Spiegel,(Feniks en Branding) Cbs “de Windroos” en Stichting Welsaen. Ons doel is het aanbieden van kinderactiviteiten en het realiseren van ondersteuning op het gebied van de opvoeding voor ouders.
Schakelklassen Vanuit de Brede School Pelderhoorn wordt de schakelklas aangeboden voor kinderen uit groep 5 en 6. Ook op onze school zitten kinderen bij wie de taal minder goed vooruit gaat dan de rest van het schoolwerk. Daar hebben de kinderen last van. In de lessen van de schakelklas zijn kinderen extra bezig met hun taalontwikkeling, met name de woordenschat, en begrijpend lezen krijgt extra aandacht. De schakelklas is voor kinderen waar we hoge verwachtingen van hebben. Maar doordat hun taalontwikkeling achterblijft bij hun mogelijkheden, halen ze niet de toetsresultaten die we zouden verwachten. Als deze kinderen beter zouden zijn in de Nederlandse taal, zouden zij op school nog betere resultaten halen. Daarom krijgen zij deze kans via de schakelklas. De leerkracht en de ib-er van de groep bepalen, naar aanleiding van toetsgegevens, welke kinderen in aanmerking komen voor de schakelklas. Deze kinderen worden dan op gesprek gevraagd bij de directie. Ook de ouders van de betreffende kinderen krijgen een brief. De kinderen en de ouders beslissen uiteindelijk of de leerling deel gaat nemen aan de schakelklas. De schakelklas is tweemaal in de week, na schooltijd (verlengde schooldag).
22
de remedial teacher of de intern begeleider wil consulteren over een kind, dan gebeurt dat in de kindbespreking. U wordt als ouder of verzorger hiervan altijd vooraf op de hoogte gebracht.
10. Zorgsructuur Leerlingenzorg De ontwikkeling van alle kinderen wordt nauwlettend gevolgd en bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. Onderdeel daarvan is het “dyslexie– protocol” voor de groepen 1 tot en met 3. Dit instrument draagt ertoe bij, dat dyslexie sneller kan worden gesignaleerd. Hierdoor kan in een vroeg stadium ondersteuning worden geboden op school en in de thuissituatie, in samenwerking met de schoolbegeleidingsdienst
Een van de uitkomsten van een kindbespreking kan zijn, dat uw kind in aanmerking komt voor extra begeleiding door een remedial player, intern begeleider of de eigen leerkracht. Wanneer uw kind extra begeleiding krijgt, wordt er een handelingsplan gemaakt, dat met u wordt besproken en regelmatig wordt geëvalueerd. De leerkracht van uw kind informeert u over de uitkomst van deze bespreking. Naast individuele handelingsplannen wordt er in de groep ook gewerkt met groepsplannen.
In de onderbouw wordt gewerkt in kleine groepen, de instructie kan dus klassikaal gegeven worden of in kleine groepjes. De aanwezigheid van tweetalige onderwijsassistenten maakt het mogelijk ieder kind veel aandacht te bieden en goede ondersteuning te bieden bij de taalontwikkeling. Om de kinderen goed te kunnen volgen zijn er toets- en signaleringsinstrumenten ontwikkeld, gericht op de taal-, lees- en rekenontwikkeling. De intern begeleider (IB-er) bespreekt elk half jaar de uitkomsten met de leerkrachten. Ouders worden hierover geïnformeerd tijdens de oudergesprekken. Soms blijkt, dat een kind extra aandacht nodig heeft. Het kan zijn dat een kind meer uitdaging nodig heeft, maar ook kan sprake zijn van leer-, gedrags- of gezondheidsproblemen. Ook moeilijkheden binnen het gezin kunnen aanleiding zijn voor extra aandacht. Als een leerkracht dit constateert, zal hij dit met u als ouder of verzorger bespreken. U kunt dit natuurlijk ook zelf bij de groepsleerkracht ter sprake brengen. Als school beschikken we over een netwerk van deskundigen. Goed advies en goede begeleiding zijn op sommige momenten van groot belang.
De remedial player Op onze school werkt een zeer ervaren remedial player. De remedial player is er voor kinderen, die extra begeleiding nodig hebben in de spelontwikkeling, de taalontwikkeling of de sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze leerkracht heeft zich gespecialiseerd in de zorg voor het jonge kind en werkt voornamelijk in de groepen van de onderbouw. De begeleiding vindt spelenderwijs plaats in de groep.
Motorisch remedial teaching De motorisch remedial teacher is er voor kinderen die specifieke begeleiding nodig hebben in de motorische ontwikkeling. Naast het verbeteren van de motoriek is het vergroten van het zelfvertrouwen een belangrijk aspect. Het gevolg is dat het
Kindbespreking Elke zes weken wordt er voor de hele school de kindbespreking gehouden. Deze besprekingen vinden plaats per bouw. Als een groepsleerkracht zijn/haar collegae, 23
kind een betere motoriek krijgt, zich vrijer gaat voelen en beter gaat functioneren.
Allen begeleiden leerkrachten in hun zorg om kinderen.
Wanneer komt een kind in aanmerking voor M.R.T.? Jaarlijks nemen de groepsleerkrachten het Leerling volgsysteem bewegen en spelen af. Hiermee wordt het motorische niveau van alle kinderen goed in de gaten gehouden. Als blijkt dat er een achterstand in de motoriek is bekijkt de M.R.T. leerkracht samen met de ouders of M.R.T. zinvol is voor het kind. Daarnaast kunnen ouders en leerkrachten de M.R.T. leerkracht altijd om advies vragen.
Klein Zorgteam en Groot Zorgteam De Intern begeleiders vormen samen met de remedial player het Klein Zorgteam. Zij bespreken elke zes weken de kinderen uit de kindbespreking om na te gaan of de geboden extra begeleiding voldoende is. Soms is het gewenst om hulp van buiten de school in te roepen. Als dit het geval is, dan wordt een kind besproken in het Groot Zorgteam. De directeur van de school is voorzitter van dit overleg dat elke 6 weken plaatsvindt. Vanuit de school nemen de interne begeleiders deel aan het overleg. Daarnaast maken een psycholoog van de schoolbegeleidingsdienst, een schoolmaatschappelijk werkster en een collega van een Speciale School voor Basisonderwijs (de collegiaal consultant) deel uit van dit team. De schoolarts woont geregeld het overleg bij en zo nodig kan het team worden uitgebreid met de groepsleerkracht, een jeugdverpleegkundige, de schoollogopediste of een andere deskundige van buiten de school.
Hoe werkt de M.R.T.-leerkracht? De M.R.T. leerkracht test het kind en stelt indien nodig een plan van aanpak op. Dit plan wordt met de ouders besproken. Er zijn twee soorten M.R.T. 1. Individuele M.R.T: hierbij krijgt het kind huiswerkopdrachten mee waar iedere dag 15 minuten mee geoefend moet worden. 1x per week komt het kind bij de M.R.T. leerkracht om de huiswerkkaarten in te oefenen. 2. Individuele M.R.T. en groepslessen: Hierbij krijgt het kind huiswerkopdrachten mee en 1x per week 45 minuten extra les in de gymzaal. Dit gebeurt in een klein groepje van maximaal 8 kinderen. Het MRT-protocol is opgenomen in het zorgplan van de school.
Het Groot Zorgteam geeft advies over de begeleiding van de besproken kinderen. Dit advies kan variëren van een nader onderzoek (b.v. door een psycholoog) tot een verwijzing naar een school voor Speciaal Basisonderwijs. Vanzelfsprekend wordt u als ouder, als uw kind wordt besproken in het Groot Zorgteam, vooraf geïnformeerd over datum en inhoud van de bespreking. Na afloop informeert de groepsleerkracht samen met een van de intern begeleiders u over de uitkomst van dit overleg.
De Intern begeleiders Als een kind extra aandacht nodig heeft, noemen we dit zorgverbreding. De intern begeleiders leerlingenzorg coördineren alles dat met zorgverbreding te maken heeft. Onze school kent twee intern begeleiders. Eén van hen is gespecialiseerd op het gebied van toetsen en het leerlingvolgsysteem. Een tweede heeft richt zich vooral op het gebied van de sociaal–emotionele ontwikkeling van kinderen. Zij onderhoudt contacten met externe deskundigen als het gaat over hulp- en zorgverlening. Naast de intern begeleiders hebben we een remedial player. 24
Schoolmaatschappelijk werkster
Schoolbegeleidingsdienst en ambulante begeleiding
De maatschappelijk werkster in het groot zorgteam adviseert school en ouders. Zij kan contacten leggen met andere (hulp)organisaties en hulp bieden aan ouders. De inhoud van de gesprekken met de maatschappelijk werkster zijn altijd vertrouwelijk. Ook u als ouder kunt een beroep op haar doen. Als u met haar in contact wilt komen, dan kunt u dit aangeven bij de directie, een Intern begeleider of de groepsleerkracht(en) van uw kind.
Naast de schoolarts, de schoolmaatschappelijk werkster en de logopedist werken wij ook nog samen met de schoolbegeleidingsdienst Zaanstreek Waterland. Dit is een organisatie die scholen begeleidt en ondersteunt. Het motto van de schoolbegeleidingsdienst is: samen bouwend aan beter onderwijs. De schoolbegeleidingsdienst heeft ervaring op gebied van onderwijsontwikkeling, advisering, training, coaching en begeleiding op school- en klassenniveau. Daarnaast neemt de schoolbegeleidingsdienst onderzoeken af op gebied van intelligentie, dyslexie of het diagnosticeren van stoornissen, zoals ADHD.
Jeugdhulpverlening/ Centrum Jong Buurtnetwerk De interne begeleiders nemen bij toerbeurt deel aan het buurtnetwerk. Deze groep bestaat uit mensen uit de Jeugdzorg, wijkagenten en intern begeleiders van scholen die zich bevinden in de wijken Poelenburg en Peldersveld. Wij vinden het als school belangrijk om en goed contact hebben met collega’s en mensen die direct of indirect betrokken zijn bij onze school. Op deze manier vergroten wij onze kennis en weten wij wat er in de wijk speelt.
Ambulante begeleiding is een vorm van hulpverlening bedoeld voor kinderen met een leerlinggebonden financiering ( de “rugzak-leerling). Een ambulant begeleider maakt aan het begin van het nieuwe schooljaar vaak een begeleidingsplan ter ondersteuning van het handelingsplan van de school, waarin de situatie van en de verwachte handelingen met de leerling staan beschreven. Aan het eind van het schooljaar wordt het begeleidingsplan geëvalueerd.
Gezondheidszorg Aan onze school zijn tevens een schoolarts en een logopediste verbonden. Ouders en leerkrachten kunnen een beroep op deze deskundigen doen. Als u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken kunt u contact opnemen met de groepsleerkracht of intern begeleider. 25
3. Heeft de andere aanpak niet het gewenste resultaat gehad: De ouders worden geïnformeerd en worden vertelt dat hun kind zal worden besproken in het zorgteam van school, tijdens de kindbespreking. Wanneer er sprake zou kunnen zijn van bouwverlenging dan wordt deze mogelijkheid tevens besproken met de ouders.(notitie in actiejournaal) De leerkracht beschrijft de problematiek in het eerste deel van het begeleidingsplan. Daarin komt: -Omschrijving probleem(zoals het zich nu manifesteert) leerlingvolgsysteem/leerlingdossier gegevens(gerelateerd aan het omschreven probleem) - wat er al aan het probleem gedaan is -gesprekje leerling(wat vindt het er zelf van) -gunstige en tegenwerkende factoren in leerling zelf(gedrag en werkhouding), in de groep(relatie andere lln.),in de relatie met leerkracht(gedrag),in de pedagogisch/didactische stijl(mogelijkheden en beperkingen van de organisatie binnen de groep) en in de thuissituatie.(alles beknopt en gerelateerd aan het probleem of problemen) - En de hulpvraag. In de kindbespreking wordt de leerling met collega’s van de bouw en de Interne begeleider besproken.(aan de hand van het begeleidingsplan) Er volgt dan een beslissingsmoment. (De leerkrachten notuleren voor zichzelf de afspraken op actiejournaal) Namelijk: a. De leerkracht maakt zelf of met behulp van de Interne begeleider een handelingsplan voor in de groep en gaat aan de slag. De RTer/IB-er bewaakt de gemaakte afspraken. en de leerling wordt besproken in het Klein Zorgteam.
11. Zorgplan CBS De Loopplank 1.
2.
De leerkracht signaleert een kind met problemen. Dit kan op verschillende gebieden: Rekenen – Technisch lezenSpelling- Taalbegrip en inzetten van mondelinge en schriftelijke taal- Begrijpend lezenHandschriftontwikkeling en fijne motoriek- WerkhoudingConcentratie/taakgerichtheidRelaties/sociale vaardighedenEmotioneel/WelbevindenThuissituatie. Voor de kleuterbouw gelden de ontwikkelingsgebieden passend bij de ontwikkeling van het jonge kind volgens de basisontwikkeling zoals we die op school hebben afgesproken. Of de halfjaarlijkse toetsanalyse geeft aan dat er problemen zijn. Of IBer/ Of leerkracht hoort dat er problemen zijn na een gesprek met ouders. directie hoort van ouders of signaleert zelf aan de hand van observaties. De leerkracht gaat altijd eerst zelf aan de slag gebruik makend van z’n eigen deskundigheid. Daarbij wordt hij/zij geholpen door: Informatie uit het leerlingdossier. De leerkracht leest zich in. Een gesprek met de vorige leerkracht (Zie ook het overdrachtsgesprekverslag) De ouders worden in een gesprek op de hoogte gebracht van de problemen. Leerkracht denkt na over een andere aanpak en probeert die uit. (Ook op pedagogisch en didactisch gebied eens goed naar zichzelf kijken.) Hierbij kan al eventueel materiaal uit de orthotheek gebruikt worden. De leerkracht volgt het kind gedurende drie weken in het kinderlogboek en beschrijft ook effect van de veranderde aanpak.
26
OF: b. Er wordt onderzoek gedaan op basis van onderzoeksvragen voortkomend uit de kindbespreking.(door IB-er) en daarop volgt handelingsadvies voor in de groep, of extra leerhulp buiten/binnen de groep, of doorverwijzing naar Groot Zorg Team/School Maatschappelijk Werk. c. Ouders worden ingelicht door leerkracht en IBer en bij verwijzing naar GZT is een handtekening op het toestemmingsformulier noodzakelijk. 4.
schoolarts en school maatschappelijk werk voor onderzoek en gezinsanamnese. Bespreking resultaten onderzoek in het GZT Bespreking resultaten onderzoek met ouders Als er geen sprake is van verwijzing SBO of externe hulpinstanties wordt het kind weer in zorgteam besproken en daar worden afspraken gemaakt en handelingsadviezen geformuleerd. Als er wel sprake is van verwijzing SBO wordt leerling aangemeld door ouders/school bij PCLZ de school completeert het zorgdossier.
Bij GZT ligt dan het begeleidingsplan van de leerkracht met een hulpvraag, en PDO of observatie, of signaleringslijst over de betreffende leerling en wordt daar door IBer en leerkracht ingebracht.
Checklist zorgdossier bij aanmelding PCLZ: Onderwijskundig rapport volledig en geactualiseerd, met preadvies geformuleerd door Groot Zorgteam ten behoeve van PCLZ, ondertekend door zorgteamleden en ouders, nadat zowel ouders als zorgteamleden alle gegevens hebben ingezien en besproken. Pedagogisch-didactisch onderzoek actualiseren indien ouder dan 5 maanden en gegevens actueel leerlingvolgsysteem Psychologisch onderzoek voor leerlingen tussen 4-7 jaar actualiseren na een jaar, voor leerlingen van 8-12 jaar actualiseren na 1 ½ jaar. Medisch onderzoekapport van GGD Zaanstreek-Waterland. Onderzoek maatschappelijk werker indien noodzakelijk. Gegevens andere instellingen indien aanwezig (Dijk en Duin, logopedie enz)
Procedure: Ouders worden geïnformeerd over de besluiten die in het zorgteam genomen zijn. Op basis van de bespreking in het zorgteam volgen er twee mogelijke wegen: 1. Geen nader onderzoek door externen 2. Intern onderzoek (PDO) of observatie IBer. Mogelijk opstellen en uitvoeren handelings[plan, in overleg met ouders. Nieuwe afspraak maken voor bespreking in GZT (evaluatie handelingsplan) Mogelijke overstap naar weg 2. 3. Onderzoek/observatie door externen. Ouders geven hiervoor schriftelijke toestemming. Onderwijskundig rapport wordt opgestuurd naar Schoolbegeleiding nadat ouders het OWR hebben gelezen en ondertekend. Als nodig ook een aanmelding bij
Het PCLZ ontvangt het zorgdossier en geeft wel/niet beschikking hetgeen in zorgteam en met ouders wordt besproken.
27
De “rugzak”leerling
De leden van deze commissie zullen na lezing van de nodige informatie, aangeleverd door een Intern begeleider van onze school, bepalen of de school voldoende aan begeleiding heeft gedaan, en een verwijzing naar een Speciale School voor Basisonderwijs nodig is. Alleen met toestemming van de leden van de PCLZ kunt u uw kind aanmelden bij een School voor Speciaal Basisonderwijs.
Sommige kinderen hebben extra begeleiding nodig vanwege een “handicap”. Wij werken dan met het stappenplan, dat is aangeleverd door het samenwerkingsverband WSNS in de Zaanstreek. De ouders zullen in de 1e fase uitgenodigd worden voor een gesprek met een intern begeleider en een directielid waarbij het uitgangspunt is: een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van het kind. Om tot een weloverwogen besluit te komen, willen wij dat de ouders toestemming geven om alle informatie die van belang kan zijn, op te kunnen vragen bij derden. Op basis van deze informatie zal in het Groot Zorgteam het besluit tot eventuele plaatsing van uw kind genomen worden.
Verwijzing naar speciaal onderwijs Ondanks alle zorg, die wij aan de kinderen besteden, komt het ieder jaar weer voor dat een aantal kinderen naar het speciaal onderwijs wordt verwezen. Landelijk is dat 3% van de leerlingen en dit percentage geldt ook voor onze school. Dit gebeurt na een intensieve periode van extra begeleiding, zoals hierboven beschreven. Als de groepsleerkracht en de leden van het Groot Zorgteam tot de conclusie komen, dat wij als school uw kind niet de beste hulp kunnen bieden, is een verwijzing naar een Speciale School voor Basisonderwijs nodig. Uiteraard gebeurt één en ander in overleg met u als ouder. Na uw toestemming zal uw kind dan worden aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (de PCLZ).Bij aanmelding is de school verplicht een aantal gegevens aan te leveren, zoals de uitslag van een psychologisch onderzoek, een verslag van een onderzoek door de schoolarts, toetsgegevens van uw kind en mogelijk ook een verslag van een schoolmaatschappelijk werkster. Deze heeft daartoe een gesprek met de ouder(s).
28
Uitstroom naar Voortgezet Onderwijs 2009 – 2010: 9 leerlingen naar VMBO-basis 6 leerlingen naar VMBO-Kader 9 leerlingen naar VMBO-theoretisch 6 leerlingen naar HAVO/VWO
12. Kwaliteitsbeleid Opbrengsten Schoolinspectie Wij werken voortdurend aan goed onderwijs. Om de resultaten van onze inspanningen te meten hebben wij een leerlingvolgsysteem, dat bestaat uit landelijk genormeerde toetsen. In november 2011 heeft de inspectie van het onderwijs De Loopplank bezocht. De inspecteurs hebben gekeken hoe het met de kwaliteit van het onderwijs binnen onze school is. De groepen zijn bezocht en de inspectie heeft gesproken met ouders, leerkrachten, intern begeleiders en directie. Aan het einde van de dag vond er een eindgesprek plaats tussen inspectie, directie en bestuur. De inspectie heeft een aantal punten genoemd die wij ook zien als kwaliteiten van onze school. Wij kregen de complimenten voor: het lesgeven door de leerkrachten (klassenmanagement) uitleggen van de leerstof(instructie geven) VVE programma “Piramide” in de groepen 1 en 2 het pedagogisch klimaat ( de sfeer op school) De inzet van het team, er wordt hard gewerkt!
2010-2011: 12 leerlingen naar VMBO- basis 8 leerlingen naar VMBO-kader 7 leerlingen naar VMBO – theoretisch 6 leerlingen naar HAVO/VWO
Procedure voor Voortgezet Onderwijs voor (ouders van) leerlingen uit groep 8 Vanaf medio groep 7 staat voor de leerling, ouders en school de overstap naar het VO centraal. Om deze zo soepel mogelijk te laten verlopen is het van belang dat de belanghebbende partijen zo goed mogelijk worden geïnformeerd. Over de algemene ouderavond voor ouders van kinderen uit groep 7: De leerkracht van groep 8 licht de ouders voor over het komende traject van hun kinderen. Kortweg: de overstap van primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. De leerkracht probeert dit traject zo goed mogelijk toe te lichten, mede met behulp van een powerpointpresentatie. Een aantal jaren heeft de school de Entreetoets in groep 7 afgenomen. Daarnaast wordt begin groep 8 ook het drempelonderzoek afgenomen. Met de drempeltoets zijn positieve ervaringen opgedaan. Zo komen de resultaten goed overeen met het beeld van het kind (LVS), en ook met de NIO-toets (toets voor het definitief advies). Ook de manier van afnemen is kindvriendelijk, neemt relatief weinig tijd in beslag en is duidelijk voor de kinderen. N.a.v. deze bevindingen heeft onze school besloten om met het drempelonderzoek verder te gaan en de Entreetoets te laten vervallen. Eind groep 7 vinden de E7 toetsen plaats van het LVS.
Aan de andere kant was de inspectie kritisch over een aantal punten. Zij hebben ons advies gegeven hoe we een aantal zaken kunnen verbeteren. Dan moet u o.a. denken aan zaken als het lesaanbod en de leeropbrengsten. Wij gaan daarom nieuwe methodes aanschaffen en plannen maken om de resultaten te verhogen.
29
Op deze algemene ouderavond voor groep 7 informeert de leerkracht van groep 8 de ouders ook over zaken omtrent met name het drempelonderzoek en wordt kort de NIO-toets toegelicht.
Toelichting op procedure voortgezet onderwijs
Begin groep 8 volgt het drempelonderzoek: Het drempelonderzoek wordt door de leerkracht afgenomen. Deze kopieert de antwoordbladen en stuurt de originele antwoordbladen op. De kopieën van de antwoordbladen worden bewaard (mocht het met de post fout gaan dan heb je altijd een kopie achter de hand!)
De uitslag van het drempelonderzoek wordt besproken door de leerkracht met intern begeleider en directie.
Begin november zijn de eerste oudergesprekken. Dan wordt een voorlopig schooladvies aan ouders gegeven aan de hand van de uitslag van het drempelonderzoek, LVS, en de observaties van de leerkracht. De ouders van potentiele lwoo en pro leerlingen worden afzonderlijk voorgelicht door de leerkracht al dan niet met behulp van de ib-er.
Eind november: Tijdens de informatieavond worden de ouders ingelicht over het stappenplan t.a.v het capaciteiten onderzoek (NIO) en de schoolvragenlijst (het SVL). Ook worden de ouders voorgelicht over de opzet van het voortgezet onderwijs. Deels middels een powerpoint.
December: afname van de schoolvragenlijst.
Januari/ Februari: open dagen voor ouders en kinderen. Januari: Afname NIO door stichting SOS (school onderwijs service). De afname zit in het contract wat de school jaarlijks met SOS afsluit. De psycholoog die de afname verzorgt neemt contact op met de school om een afspraak te maken met de leerkracht van groep 8. De leerlingen worden d.m.v. een infobrief geïnformeerd over de deelname aan de NIO.
In februari/ maart krijgen de leerlingen het definitieve schooladvies. De uitslag van de Nio-toets wordt dan besproken en het aanmeldingsformulier wordt dan doorgenomen. Ouders worden door de leerkracht uitgenodigd voor een gesprek. De intern begeleider kan op verzoek aanwezig zijn bij het gesprek.
Het tijdpad vanaf het voorlopige advies ziet er als volgt uit:
December: voorlichtingsavonden voortgezet onderwijs voor de ouders. Januari: Open lesdagen voor de kinderen.
30
13. Ouders
Schoolgids/jaarkalender en Informatiebrief
Communicatie met ouders
Aan het begin van elk schooljaar word de kalender uitgedeeld. Daarin staan alle vakanties en vrije dagen per maand weergegeven. Elke maand ontvangen de ouders de informatiebrief. Kort en bondig wordt u geïnformeerd over actuele en praktische zaken die op school aan de orde zijn. Deze informatie vindt u ook op onze website: www.loopplank.nl
Onze stichting hanteert als uitgangspunt het educatief partnerschap met ouders/verzorgers. Wij zijn ons ervan bewust dat niet alleen de schoolteams een verantwoordelijkheid hebben t.a.v. de ontwikkeling van onze leerlingen. Vanuit gelijkwaardigheid , gezamenlijke en eigen verantwoordelijkheid werken school en ouders /verzorgers samen aan een optimale ontwikkeling van het kind. Ieder vanuit zijn eigen expertise. De school neemt initiatief in dit proces van samenwerking.
Oudercontactavonden Vijf keer per jaar kunt u worden uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht van uw kind. De vorderingen en mogelijke zorgpunten van uw kind worden met u doorgesproken. Ook uw eigen vragen komen aan de orde. Alle kinderen van groep 2 t/m 8 krijgen tweemaal per jaar een rapport. Kinderen in groep 1 krijgen het eerste rapport als ze 4 maanden of langer op school zitten. Het rapport wordt eerst met ouders besproken voor het mee naar huis gaat. U kunt natuurlijk altijd tussentijds een gesprek met de leerkracht aanvragen als dat belangrijk voor u is.
In dit partnerschap is er sprake van wederzijdse rechten en plichten t.a.v. informatieverstrekking. De school heeft de plicht om de ouders/verzorgers te informeren over de ontwikkeling van het kind en praktische zaken aangaande de schoolorganisatie. De ouders/verzorgers hebben de plicht de school te informeren over zaken die van invloed zijn op de ontwikkeling van hun kind en de school actuele informatie te verschaffen betreffende praktische administratieve zaken.
Huisbezoek De leerkracht gaat soms op huisbezoek. Wij vinden dat waardevol voor het contact tussen thuis en school. Voor de kinderen is het bezoek en de belangstelling van hun juf of meester altijd heel belangrijk.
Ouders in de klas De dag begint bij ons anders dan op de meeste andere scholen. De kinderen mogen vanaf 10 minuten voor aanvang in de klas zijn. Wij vinden dat je van kinderen niet kunt verwachten, dat zij 10 minuten rustig wachten tot we gaan beginnen. Zij mogen dan ook meteen beginnen met spelen/werk. De ouders mogen - als zij dat willen - tot half negen met de kinderen mee in de klas. Terwijl uw kind speelt of werkt, kunt u zien waar het mee bezig is. U leert de klasgenootjes kennen en maakt de sfeer in de klas mee. In de groepen 1 en 2 duurt de inloop op 2 dagen in de week wat langer (tot 08.50 uur). Ouders en de leerkracht “werken” dan met de kinderen. Wij hechten erg aan deze werkwijze. Ouders krijgen hierdoor meer inzicht in het werk en schoolleven van hun kind en het verstevigt de band tussen school en thuis.
Rapporten Twee keer per jaar krijgt de leerling een rapport. Voor kinderen in groep 1 geld dat ze dan wel al een half jaar op school moeten zitten.
Informatie/kennismakingsavonden Aan het begin van elk schooljaar is er informatie/kennismakings ochtend of avond. Bij deze kennismaking maakt u kennis met de nieuwe leerkracht van uw kind en krijgt u uitleg wat de leerkracht dit schooljaar in de groep gaat doen. Ook krijgt u informatie over de methoden die gebruikt worden. 31
Het spreekt voor zich, dat wanneer er niet betaald wordt, de activiteiten uiteindelijk geen doorgang kunnen vinden. De ouderbijdrage, die vrijwillig is, is vastgesteld op 15 Euro. Daarnaast betaalt u 30 euro voor het schoolreisje.In groep 7 en 8 gaan de kinderen op kamp. De kosten daarvan zijn dit jaar 80 euro. De penningmeester van de MR beheert de binnengekomen ouderbijdragen. U ontvangt een verzoek tot machting voor automatische incasso aan het begin van het schooljaar. Elk jaar wordt aan de ouders financiële verantwoording afgelegd.
Info aan gescheiden ouders Op speciaal verzoek kunnen gescheiden ouders per ouder de info over het kind te ontvangen.
Ouderkamer Wij zijn er trots op dat in februari 2003 op onze school de eerste ouderkamer in de Zaanstreek geopend is. De ouderkamer is toegankelijk voor iedereen die een kind heeft op PSZ ’t Touwladdertje of de school. Belangrijk is de ontmoetingsfunctie. Ouders kunnen onder genot van een kopje koffie of thee met elkaar van gedachten wisselen over het reilen en zeilen in de wijk en op school. Iedere maandagochtend vindt er in de ouderkamer een koffieochtend plaats. Onder het genot van een kopje koffie of thee lekker bijkletsen met elkaar. Daarnaast is er op donderdag een “themaochtend”. Op zo'n ochtend wordt er een onderwerp besproken, dat te maken heeft met opvoeding en/of onderwijs of is er een doe – ochtend gepland. Ouders zelf kunnen aangeven, welke onderwerpen zij graag behandeld zien. De coördinator van de ouderkamer bespreekt met een werkgroep de invulling van de ochtenden. Zij nodigt ook eventuele gastsprekers uit. De werkgroep bestaat uit ouders die geregeld de ouderkamer bezoeken.
De Medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad bestaat uit 2 personeelsleden en 2 ouders. Allerlei belangrijke beslissingen worden besproken met de leden van de MR. De MR is nauw betrokken bij sollicitatieprocedures, moet gekend worden in wijzigingen in het management en is betrokken bij het vaststellen van schoolplan, begroting en beleid. Verder is de MR verantwoordelijk voor de financiën wat betreft de ouderbijdrage en legt hierover jaarlijks verantwoording af aan ouders.
De vrijwillige ouderbijdrage. Scholen of ouderverenigingen mogen aan ouders een bijdrage vragen om de onkosten te dekken die niet in de rijksubsidie zitten. U kunt hierbij denken aan het Sinterklaasfeest, Kerst, het schoolreisje, excursies en feestjes. De bijdrage is vrijwillig. Dat betekent dat scholen uw kind niet mogen weigeren als u niet betaald. School hebben wel het recht om kinderen waarvoor niet is betaald, niet mee te laten doen met de georganiseerde activiteit. Scholen sluiten over de ouderbijdrage een betalingsovereenkomst met de ouders. Ouders kunnen aangeven of zij wel of niet gaan betalen.
32
Alleen als het regent blijven de kinderen binnen. In de pauze zijn altijd een leerkracht en/of een assistent op het schoolplein aanwezig.
14. Praktische zaken Sportactiviteiten Bewegen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Een goede motorische ontwikkeling heeft een gunstig effect op de leerresultaten van kinderen. Jaarlijks organiseren we een sportochtend voor de kinderen. Wij doen mee aan schoolvoetbal en schoolkorfbal. Met de bovenbouw gaan we een keer per jaar schaatsen. We hebben gekozen voor tweemaal per week gymles. De leerlingen van groep 5 zwemmen 1x in de twee weken.
Schoolmelk Als u gebruik wilt maken van de regeling voor schoolmelk, kunt hiernaar vragen bij de groepsleerkracht van uw kind. Uw kind krijgt dan dagelijks een pakje melk, chocolademelk of yoghurtdrank. De kosten die hieraan verbonden zijn kunt u vinden in de folder van Campina die te verkrijgen is op school.
Schooltuinen We vinden het belangrijk dat kinderen in aanraking komen met de natuur en leren respect hiervoor te hebben. Het is goed dat kinderen ervaren wat er aan vooraf gaat voor ons eten in de winkel te koop ligt. Daarom werken de leerlingen uit groep 7 of groep 8 eenmaal per week in de schooltuinen. Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid van een leerkracht van school. Op de schooltuinen krijgen ze les van een speciale leerkracht die ze leert tuinieren. De oogst (bloemen, kruiden, groenten) mogen de kinderen mee naar huis nemen. De ouders betalen hiervoor een bedrag. Dit is voor het schooljaar 2010 - 2011: € 30.
Gymnastieklessen De gymnastieklessen worden door de groepsleerkracht verzorgd en gegeven in de gymnastiekzaal aan de school. De kinderen nemen voor deze les een korte broek, een shirtje en gymschoenen mee. Vanaf groep 3 moeten de kinderen verplicht douchen. Dan hebben zij dus ook een handdoek en slippers nodig. Slechts bij hoge uitzondering wordt van deze regel afgeweken. Dit gebeurt altijd in overleg met de leerkracht Tijdens de gymnastieklessen mogen vanwege veiligheidsoverwegingen geen sieraden worden gedragen.
Schoolreis Elk schooljaar gaan de kinderen van groep 1 t/m 6 op schoolreis. Het schoolreisje is een dagexcursie. U krijgt aan het begin van het schooljaar bericht over de kosten hiervan. Ieder jaar kijken we naar een andere bestemming. Zodra de data van de reisjes bekend zijn, informeren wij u hierover.
Schoolkamp Ieder schooljaar gaat de bovenbouw (groepen 7 en 8) op een meerdaags schoolreisje. Het schoolkamp beslaat 3 dagen (2 nachten) en wordt ieder jaar weer als waardevol ervaren. De locatie en data worden bepaald door de groepsleerkrachten.
De ochtendpauze Alle kinderen hebben 's morgens een kwartiertje pauze om buiten te spelen. Voorafgaand of aansluitend aan deze pauze kunnen de kinderen iets eten of drinken. Wij vragen aan u om een gezond tussendoortje aan uw kind mee te geven.
33
De begeleiding bestaat in elk geval uit leerkrachten en assistentes c.q. stagiaires van school. Omdat de ouders de kosten van dit kamp betalen, houden we deze zo laag mogelijk. In principe zoeken we een adres dat op fietsafstand te bereiken is. Het is daarom belangrijk dat de kinderen kunnen beschikken over een goede fiets. Voorafgaand aan het kamp vindt er op school een controle van de fietsen plaats.
Discriminatiecode Wij gaan op school respectvol met elkaar om. We hebben omgangsregels vastgesteld, die we jaarlijks evalueren. Discriminerend gedrag valt onder de wetgeving. De wet zegt hierover: "Het betreft iedere uiting in woord, gebaar of geschrift van een persoon of groep van personen binnen de school waarbij sprake is van (voor personen in onze school of die bij de school betrokken zijn) ontoelaatbare opvattingen of achterstelling van mensen, van doelbewuste belediging of van grievend handelen jegens anderen. Deze uitingen kunnen betrekking hebben op godsdienst, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, sociaaleconomische positie, intelligentie, onderwijsdeelname, kleding of op welk terrein dan ook".
Verkeersdiploma Als uw kind in groep 8 zit kan het meedoen aan het verkeersexamen. Het examen bestaat uit een theoretisch gedeelte en een praktisch gedeelte: een rijvaardigheidstest op de fiets.
Foto en video Regelmatig worden er op school foto- en video-opnames van kinderen gemaakt. Deze worden gebruikt in de lessen, voor werkstukken, informatiebrieven en websites. Ook kan het voorkomen dat materiaal gebruikt wordt bij scholing intern en extern. Mocht u hiertegen bezwaar hebben dan is het belangrijk dat u dit doorgeeft aan de directie.
Meldingen van discriminatie worden besproken met de schoolleiding. Wanneer u vindt dat een melding niet zorgvuldig wordt behandeld, dan kunt u zich richten tot de klachtencommissie.(zie: klachtenregeling)
Beleid ten aanzien van sponsoring
Noodplan In elk lokaal en bij elke (nood-)uitgang hangen plattegronden met de vluchtroutes en de instructies in geval van ontruiming. Bij het samenstellen van het plan is overlegd met de brandweer. Elk jaar controleert de brandweer of de vergunning nog rechtmatig is.
We kunnen gebruik maken van excursies naar bedrijven als het gaat om educatieve doeleinden. Als school willen we in geen enkel opzicht afhankelijk zijn van sponsoring. We zijn in principe tegen reclame of uitingen van sponsors in en om de school. We zijn tegen sponsoring in de vorm van geld, goederen of diensten waarvoor een vorm van tegenprestatie wordt verlangd. Alle schoolactiviteiten zijn reclamevrij. Reclame en sponsoring die worden aangeboden, toetsen wij aan onze visie en ons onderwijsbeleid. In geen enkel geval mag sponsoring en reclame de objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van onze school aantasten.
Momenteel zijn er ruim zes gediplomeerde bedrijfshulpverleners onder de leerkrachten. Deze hulpverleners gaan ieder jaar op herhalingscursus. Wij streven ernaar het aantal gediplomeerden uit te breiden. Per schooljaar worden er met de kinderen ten minste twee ontruimingsoefeningen gehouden; één aangekondigde in september en één onaangekondigde later het schooljaar. De resultaten worden geëvalueerd binnen de BHV-groep en leiden indien nodig tot aanpassingen.
34
waarin alle 25 scholen vertegenwoordigd zijn.
15. Organisatie en regelgeving De Loopplank maakt deel uit van Agora, Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek. Met 25 scholen, ruim 6000 leerlingen en meer dan 700 personeelsleden is Agora één van de grotere schoolbesturen in ons land.
Bestuur en college van bestuur worden ondersteund door het Agora Centraal Bureau waarin alle administratieve- en facilitaire zaken binnen de organisatie zijn ondergebracht. Correspondentie aan het bestuur dient gericht te worden aan:
Website
Agora Centraal Bureau, T.a.v. College van Bestuur, Postbus 88, 1500 EB Zaandam, Telefoon 075-616 86 30. Fax: 075-670 24 26 E-mail:
[email protected]. www.agora-zaanstreek.nl
De stichting Agora heeft een website: www.agora.nu. Op deze site informeert de stichting alle belangstellende over het doel en de werkwijze van de stichting. U vindt hier de missie, de visie en de beschrijving van wat Agora verstaat onder GOED ONDERWIJS. Op de website verantwoord Agora zich naar de samenleving. Verder kunt u doorklikken naar alle scholen van de stichting.
Onderwijsinspectie Voor vragen over onderwijs kunt u bellen met het telefoonnummer: 0800-8051 (gratis). Informatie over de inspectie van het onderwijs kunt u vinden op: www.onderwijsinspectie.nl. E-mail:
[email protected].
Organisatiestructuur De Stichting wordt aangestuurd door een bestuur dat bestaat uit ten minste zeven personen. De bestuursleden worden aangezocht op basis van deskundigheid en kwaliteit op het gebied van onderwijskundige zaken, levensbeschouwelijke identiteit, speciaal onderwijs, communicatie en public relations, financiën, personeel en organisatie, juridische zaken en huisvesting. Het bestuur stuurt de organisatie aan op hoofdlijnen, dat wil zeggen dat vooral beleidszaken in het bestuur aan de orde komen.
Veiligheid/Arbo beleid Binnen de school bestaat de kans op calamiteiten. Brand, een ongeluk, of een bommelding zijn niet uit te sluiten. Om de medewerkers, leerlingen en bezoekers te beschermen tegen ernstige gevolgen van calamiteiten zijn in een Bedrijfshulpverleningplan (BHV-plan) maatregelen en afspraken vastgelegd. Het uitgangspunt voor dit plan is dat binnen enkele minuten hulp geboden kan worden, totdat externe hulpverleners als de ambulancedienst of de brandweer ter plaatse zijn. Het plan begint met een beschrijving van de organisatie, taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen. Daarna worden, door middel van draaiboeken voor de verschillende calamiteiten, de te nemen stappen beschreven. De school heeft voor de uitoefening van de taken van de BHV de beschikking over een coördinator BHV, een
De Stichting kent sinds kort een zgn. “klankbordgroep” . Deze is samengesteld uit mensen uit diverse hoeken van de samenleving en heeft tot doel het beleid te toetsen.
College van bestuur De dagelijkse gang van zaken binnen de organisatie is gedelegeerd aan het college van bestuur. De leden van het college van bestuur zijn verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het bestuursbeleid en doet dit in een nauwe samenwerking met het directieoverleg, 35
plaatsvervangend coördinator BHV en een aantal BHV-ers. Wanneer er klachten zijn of problemen ontstaan m.b.t. tot uw kind dan kunt u dit het beste eerst bespreken met de betrokken leerkracht. Leidt dit gesprek niet tot een bevredigende oplossing, neemt u dan contact op met de directie.
Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs Postbus 82324 2508 EH ’s Gravenhage Email:
[email protected] Tel. 070-3925508 www.geschillencies-klachtencies.nl
Seksuele intimidatie
Klachtenregeling
Binnen de inspectie van het onderwijs is een aantal inspecteurs aangewezen als vertrouwensinspecteurs. Deze vertrouwensinspecteurs hebben een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie. De directie en de Intern Begeleiders hebben de wettelijke plicht bij vermoeden van seksueel misbruik de vertrouwensinspecteur in te schakelen. Deze verplichting geldt voor klachten over leraren, directies en anderen die aan de school contractueel verbonden zijn. Ook als niet meteen duidelijk is of er sprake is van strafbare feiten dient de vertrouwensinspecteur ingeschakeld te worden voor overleg. Scholen en ook leerlingen kunnen eveneens contact opnemen met de vertrouwensinspecteur als zich situaties van ernstig fysiek en geestelijk geweld hebben voorgedaan. Anders dan bij seksueel misbruik zijn scholen in dit geval niet verplicht zich tot de vertrouwensinspecteur te wenden. Het adres: Inspectie van het Onderwijs Kantoor Haarlem Postbus 431 2100 AK Heemstede 023-548 34 85.
Als u een klacht heeft kijken wij in eerste instantie of uw klacht binnen de school kan worden opgelost. U bespreekt een klacht eerst met de leerkracht: bijvoorbeeld over de begeleiding van uw kind, over een strafmaatregel of over een voorval op school: zorg, veiligheid, agressie, geweld, discriminatie, pesten en sexuele intimidatie. Komt u er samen niet uit, dan kunt u contact opnemen met de directie of met de contactpersoon op school. In de school zijn twee vertrouwenspersonen. De namen staan genoemd in de informatiekalender, die u elk schooljaar krijgt. Zij kunnen u adviseren over de te nemen vervolgstappen. Deze leerkrachten hebben m.b.t. deze taak een cursus gevolgd. Leidt dit alles niet tot een goed resultaat dan kunt u contact opnemen met een extern vertrouwenspersoon. Externe vertrouwenspersoon: Mevrouw H. de Jong, Heleen de Jong Advies Kleverparkweg 92 2023 CJ Haarlem Tel. 06-25 02 45 55 E-mail:
[email protected]
De vertrouwensinspecteur heeft geheimhoudingsplicht bij klachten over seksueel misbruik. Hij of zij zal in alle gevallen in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden genomen.
of contact opnemen met een van onderstaande adressen: Klachtencommissies: Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs Postbus 82324 2508 EH ’s Gravenhage E-mail
[email protected] Tel. 070-386 16 97 www.klachtencommissie.org
Meldpunt Vertrouwensinspecteurs 0900-111 3 111 (op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur) 36
16. Protocollen
situaties en kan daarin eigen keuzes maken.
Protocol kindermishandeling
Onze school zal in de onderstaande situaties als volgt handelen:
Op school werken wij met a.d.h.v. “Het Protocol Kindermishandeling Regio Zaanstreek/Waterland”. Als school hebben wij de maatschappelijke meldingsplicht bij vermoeden of bewijzen van verwaarlozing en/of mishandeling. Bij vermoedens of tekenen van mishandeling of verwaarlozing kunnen wij advies vragen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Uiteraard zullen wij dit vermoeden ook met u bespreken. Ons uitgangspunt hierbij is dat we samen met u als ouders het beste voor de kinderen willen. Wanneer wij besluiten, in belang van het kind, over te gaan tot melding, zullen wij dit vooraf met u bespreken. De melding is dan een gezamenlijk besluit van alle teamleden die betrokken zijn bij uw kind en wordt gedaan namens de school.
1. Uw kind wordt ziek op school. In voorkomende gevallen wordt er met u contact opgenomen. De school verstrekt geen zelfzorgmedicijnen zoals paracetamol of finimal als het niet duidelijk is wat uw kind mankeert. Zelfs bij bekende aandoeningen zal er vooraf altijd eerst contact met u worden opgenomen. Als wij het noodzakelijk vinden dat uw kind naar huis gaat, zult u uw kind moeten ophalen. Hij/zij mag niet zonder begeleiding naar huis. 2. Het verstrekken van medicijnen. Wij hebben als school besloten dat wij uw kind in voorkomende gevallen zullen herinneren aan het tijdig innemen van medicijnen. De leerkrachten dienen de medicijnen niet toe; dat moet uw kind zelf doen. Wij aanvaarden daarmee een verantwoordelijkheid. We moeten in dat geval een vastgesteld protocol volgen. Richtlijnen daarbij zijn o.a.: Vooraf moet er een gesprek zijn met de groepsleerkracht Medicijnen alleen in originele verpakking Er moet duidelijk zijn hoe er moet worden gehandeld als de medicijnen te laat worden ingenomen U als ouder zorgt voor een ingestelde wekker of ander apparaat dat op een vastgesteld tijdstip een alarm af laat gaan Aftekenlijst, waarop per keer wordt aangetekend wanneer het medicijn is verstrekt. Een ingevuld en ondertekend formulier van u als ouders.
Aangifte in geval van bedreiging. Wij achten het van groot belang dat iedereen zich op onze school geborgen voelt. Dat betekent dat we investeren in een goed contact met ouders en kinderen. Mocht een relatie zodanig verstoord raken dat er sprake is van bedreiging die direct zorgt voor een gevoel van onveiligheid bij betrokkene ( n ) en als er geen zicht meer is op een open dialoog, dan zullen wij bij de politie aangifte doen van bedreiging.
Medische situaties op school De belangrijkste verantwoordelijkheid van de school is het geven van onderwijs. Er worden echter in toenemende mate verzoeken gedaan om ook (medische) zorg te verlenen. In principe regelen de ouders deze zorg zelf door de juiste voorzieningen te treffen. De school kan, ondanks dit uitgangspunt, toch besluiten om zelf verantwoordelijk te zijn voor het verlenen van de juiste medische zorg. In dat geval heeft de school te maken met een aantal medische
37
Pas als aan deze voorwaarden is voldaan mogen en kunnen wij de taak rondom het vertrekken van medicijnen op ons nemen
4. Wanneer meer kinderen met hoofdluis ontdekt worden zal de leerkracht direct met de ouders van deze kinderen contact opnemen. De kinderen worden direct voor behandeling naar huis gestuurd. 5. Na behandeling komen de kinderen weer op school. 6. Verkleedkleren en kussens van deze klas worden gewassen. Het lokaal wordt extra gezogen. 7. Na melding ontvangt de groep waar de hoofdluis is geconstateerd dezelfde dag een brief over de constatering en tips voor behandeling. 8. Na drie dagen moeten de kinderen die hoofdluis hadden een nabehandeling ondergaan. Op de vierde dag na de eerste controle worden alle kinderen van de groep weer gecontroleerd. De stappen 4, 5 en 6 worden net zo lang herhaald tot het probleem is opgelost. 9. Wanneer de problematiek bij een gezin hardnekkig is of het vermoeden bestaat dat er hulp nodig is bij de behandeling dan neemt de leerkracht contact op met de GGD en informeert het zorgteamlid dat bij de betrokken bouw hoort. 10. Kinderen die besmet zijn met hoofdluis nemen niet deel aan de zwemles. 11. De jassen van de kinderen hangen standaard in luizenzakken.
3. Het verrichten van medische handelingen. Hier hebben wij als school de keus om deze handelingen, zoals het geven van sondevoeding, het meten van de bloedsuikerspiegel etc. uit te voeren of niet. Als school hebben we hier de keus gemaakt om dit niet te doen. Wij zijn hiervoor niet deskundig genoeg. In bovengenoemde gevallen moet het protocol “medische situaties op scholen” strikt worden uitgevoerd in verband met de bescherming van de school en/of de leerkracht tegen aansprakelijkheid. Het volledige protocol “medische situaties op scholen” vindt u op onze website. Daar vindt u ook de benodigde formulieren. Uiteraard is bovenstaande niet van toepassing op een levensbedreigende situatie. In dat geval zullen wij zeker handelend optreden.
Hoofdluis beleid Om hoofdluis op school tegen te gaan volgen wij bij constatering van hoofdluis onderstaand protocol. Hoofdluisbeleid CBS De Loopplank: 1. Ouders melden zo spoedig mogelijk dat hun kind besmet is. Ook de leerkracht kan de eerste melding doen. 2. Dit kind komt pas op school na behandeld te zijn met shampoo of lotion tegen hoofdluis. 3. Na melding neemt de groepsleerkracht contact op met de coördinator van de “luizenwerkgroep” om er voor te zorgen dat dezelfde dag alle kinderen van de groep gecontroleerd worden op hoofdluis. Deze controle zal door ouders en onderwijsassistenten gebeuren.
Na iedere vakantie worden de kinderen gecontroleerd op luizen. Dit gebeurt op maandag. De data van deze controles staan in de jaarkalender.
38