Kleuters, welkom op Basisschool St. Medardus! U hebt gekozen voor onze school om uw kind een plezierige en leerzame tijd te geven. In het begin is het voor kinderen spannend en soms wennen. Het gaat anders dan op de peuterspeelzaal of op het kinderdagverblijf. Ouders weten lang niet altijd hoe het er in een kleutergroep aan toegaat. Aan de hand van dit boekje willen wij u wegwijs maken in het schoolgebeuren, zodat de weg naar school soepel kan verlopen. Naast dit boekje bestaat er ook een algemene schoolgids. We beperken ons in dit boekje echter tot zaken die enkel betrekking hebben op groep 1 en 2. Bewaar dit boekje goed, zodat u er in de loop van het schooljaar nog in kunt kijken als het nodig is.
De eerste paar keer op school Kinderen die de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt, mogen de school bezoeken op de eerste maandag nadat ze 4 jaar zijn geworden. In overleg met ouders kan in sommige gevallen afgeweken worden van deze regel. Voordat een kind officieel op school komt, mag hij/zij 2 momenten meedraaien op school in de klas waar de leerling na zijn vierde verjaardag ook komt. Hiervoor wordt uw kind uitgenodigd door de leerkracht van deze groep. De juf zal u dan uitleggen waar de jas en de tas opgehangen kunnen worden. Alle kleuters hebben een kapstok en een stoel met een sticker waarop een pictogram staat. Deze sticker is hun persoonlijke herkenningspunt en blijft hun pictogram gedurende het schooljaar. Op de stoelen staan ook de namen van de kinderen, in kleine blokletters. Dit zijn de schrijfen stempelletters die wij in groep 1 en 2 gebruiken. Het is daarom verstandig om thuis ook alleen de kleine blokletters aan te bieden en niet de hoofdletters. Ook is het belangrijk dat de kinderen de letters fonetisch leren verklanken. Dit betekent dat u de letters zegt zoals die klinken in het woord en niet volgens het alfabet. Vervolgens zal de leerkracht u en uw kind wegwijs maken in de klas. Ons advies is om na de kennismaking met juf en de klas afscheid te nemen. Het intakegesprek a.d.h.v. intakeformulier vindt 8 tot 10 weken voorafgaand aan de eerste schooldag plaats. Het doel hiervan is elkaar te informeren, elk vanuit de eigen situatie (peuterspeelzaal/school c.q. thuis).
Schooltijden Maandag, dinsdag en donderdag: 08.30-12.00 uur en 13.00-15.00 uur Woensdag: 08.30-12.30 uur Op vrijdag hebben de kleuters vrij.
Hoe ziet een schooldag er uit? Binnenkomst van de leerlingen: Na het belsignaal (8.28 uur) gaan de kinderen in de rij staan. Onder leiding van de leerkracht gaan zij naar binnen. Jassen worden aan de kapstok gehangen en de tassen worden neergezet op de daarvoor bestemde plek. Leerlingen gaan op hun eigen stoel zitten voorzien van pictogram en naam. Elke ochtend zitten we in de kring. In de kleutergroepen kennen we een “kind van de dag”. Dit is een dagelijks terugkerende activiteit die erop gericht is elk kind regelmatig, het hele schooljaar door, taken te laten vervullen als hulpje van de leerkracht. Het kind van de dag mag een voorleesboek meenemen. De kinderen vinden het leuk om kindje van de dag te zijn. In de kring vinden diverse kringactiviteiten plaats: voorlezen, taalspelletjes, telspelletjes, muziek, spelletjes rondom de zintuigen etc. Er wordt gewerkt met ontwikkelingsmateriaal. De kinderen kiezen een activiteit van het planbord, krijgen van de leerkracht een opdracht of ze werken aan hun weektaak. Om 10.00 uur gaan we eten en drinken. Hierbij willen we u verzoeken uw kind(eren) wat drinken en/of wat (geschild) fruit of een klein tussendoortjes mee te geven. Wij verzoeken u uw kind niet te veel mee te geven en géén snoep. Als de buikjes gevuld zijn, gaan we verder met spel en beweging. Dit gebeurt buiten of in het speellokaal. Voor deze gymlessen in de speelzaal en in de grote gymzaal trekken de kinderen gymschoenen aan. We vragen van de ouders om deze gymschoenen aan het begin van het schooljaar in een gymzak/rugzakje mee te geven. Klittenband is handig wanneer uw kind nog niet zelf veters kan strikken. De schoenen blijven gedurende het hele schooljaar op school. We eindigen de ochtend met een korte activiteit zoals het bespreken van een gebeurtenis van die ochtend of het voorlezen van een verhaal. ‛s Middags gaan de leerlingen na het belsignaal van 12.58 uur weer in de rij staan om vervolgens naar de klas te gaan.
Op enkele momenten in de week doen we afwisselend activiteiten voor groep 1 en groep 2 en er wordt gewerkt met groepsplannen. In groep 2 wordt extra aandacht besteed aan voorbereidend schrijven op oefenblaadjes en een voorbereidend schrijfschrift. Er worden taal- letter- en telspelletjes gedaan op niveau. De volgorde van al deze activiteiten kan per dag verschillen. Aan het eind van de morgen en de middag komen de kinderen samen naar buiten. Ze worden dan op de speelplaats door hun ouders of ophalers opgevangen.
Thematisch onderwijs In groep 1-2 werken we aan de hand van thema‛s die een aantal weken duren. De onderwerpen van het thema worden bepaald door de jaargetijden; herfst, winter, lente en zomer en door feesten; Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, Pasen, of door schoolprojecten zoals bv. de Kinderboekenweek . Ook in samenspraak met de kinderen van de groep worden thema‛s bepaald.
Werkmap en tekenboek Na ieder thema brengt uw kind een map mee naar huis met de gemaakte werkjes gedurende het afgelopen thema. Het is de bedoeling dat u deze werkjes uit de map haalt, deze zelf bewaart en de map weer mee terug naar school geeft. Deze map gebruiken we namelijk bij ieder thema. Dit geldt ook voor de tekenboeken. De tekenboeken gaan niet na ieder thema mee naar huis, maar op het moment dat de andere groepen het rapport krijgen. Ook deze tekenboeken moeten nadat u deze bekeken heeft, weer mee terug naar school gegeven worden. Aan het eind van het schooljaar mag uw kind de map en het tekenboek thuis houden.
Weektaken De kleuters van groep 1 en 2 krijgen weektaken. Door het werken met weektaken leert het kind zelfstandig plannen. Het kind wordt hierin begeleid door de leerkracht. Een kind kiest dus zelf op welke dag hij of zij zijn weektaak maakt. Groep 1 start na de kerstvakantie met één taak per week en na Pasen met twee. Groep 2 start na de herfstvakantie met twee weektaken per week. Na de kerstvakantie worden dat drie taken per week.
Toiletgebruik In alle groepen hangen picto‛s in de vorm van een jongen en een meisje die gebruikt worden om naar de wc te gaan. Is het meisje omgedraaid, dan moeten de meisjes wachten. Is de jongen omgedraaid, dan moeten de jongens wachten. We gaan ervan uit dat een kind zichzelf moet kunnen redden op de wc. Hij/zij kan zelf de billen afvegen en de handen wassen. Jongens gaan tijdens het plassen zitten op de wc-
bril. We vragen u als ouders dan ook goed met uw kind te oefenen zodat uw kind wcredzaam is als het de basisschool binnenkomt. Kinderen die een luier dragen kunnen niet naar school komen. In tegenstelling tot de peuterspeelzaal staat er in de kleutergroepen maar één leerkracht voor de groep en deze is niet in de gelegenheid om met een kind naar het toilet te gaan of om het te verschonen. Wij zullen u er dan ook op aanspreken als het kind niet zindelijk is. Natuurlijk kan er altijd een ongelukje gebeuren.
Praktische zaken Na elke vakantie worden de kinderen van onze school op de eerste dag na de vakantie gecontroleerd op hoofdluis. Ieder schooljaar wordt er een aantal activiteiten georganiseerd (zie schoolgids). Elke groep heeft een klassenouder. De klassenouder helpt mee met het organiseren van diverse activiteiten en vraagt andere ouders om hulp te verlenen bij activiteiten die met de groep of school te maken hebben. Er zal regelmatig om hulp worden gevraagd bij een aantal activiteiten op school. We zijn erg blij met deze ouderhulp! Hierdoor kunnen deze activiteiten ondernomen worden. We willen graag dat u waar mogelijk de naam van uw kind zet op de kleding, bakjes, bekers, fruittassen/gymtassen en met name spijkerjassen. Dit voorkomt een hoop zoekwerk.
Ouderavonden en andere contactmomenten Aan het begin van ieder schooljaar wordt er voor de groepen 1/2 een informatieavond gehouden. Er worden kijkochtenden georganiseerd voor de ouders van nieuwe kleuters. Deze zijn van 08.30-10.00. De kijkochtenden vinden altijd plaats als de kinderen al een tijdje op school zijn. Vaak worden ouders van meerdere kleuters samengevoegd. De ouderavonden voor groep 1 en groep 2 zijn op onze school als volgt geregeld. De kinderen van groep 1 die aan het begin van het nieuwe schooljaar tot en met december starten, hebben één oudergesprek in maart. Van de kinderen die in januari-februari-maart starten, komen de ouders op gesprek in mei/juni. Van kinderen die instromen in april-mei-juni krijgen de ouders een gesprek in het volgende schooljaar en wel in november en in maart. Voor de kinderen van groep 2 houden we twee keer per schooljaar oudergesprekken, in november en in mei/juni. Leerlingen uit groep 2 met extra onderwijsbehoeften krijgen vaker een gesprek tussendoor. Dit ligt niet van tevoren vast, maar wordt door de leerkracht in samenspraak met de ouders gepland. Indien ouders dit wensen, is het natuurlijk altijd mogelijk een afspraak te maken met de groepsleerkracht.
Het volgen van de ontwikkelingen van het kind Twee keer in het jaar krijgen leerlingen van groep 1 en 2 een Citotoets. Eén op het gebied van taalontwikkeling en de ander is gericht op de rekenontwikkeling. Naast de observaties en aantekeningen die we maken tijdens het werken in de klas, gebruiken we dit middel om te zien hoe ver de kinderen op de eerder genoemde gebieden zijn. We brengen ouders niet direct op de hoogte van de resultaten na het toetsen. Tijdens het oudergesprek komen de resultaten ter sprake. We leggen het accent niet op de toetsen, maar op ons eigen observatie- en registratiesysteem KIJK!. De ontwikkeling van de kleuters wordt geregistreerd in het observatie- en registratiesysteem KIJK!. Dit is een observatie-instrument waarmee het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen kan worden geregistreerd. Bij de kinderen van groep 1 worden aan het einde van het schooljaar dyslexielijsten ingevuld en voor de kinderen van groep 2 in januari en aan het einde van het schooljaar.
Voorbereidend schrijven Met voorbereidend schrijven wordt gestart in groep 2. Hiervoor gebruiken we de methode Pennenstreken. Een methode met veel liedjes, verhalen en motorische oefeningen. Heel belangrijk is de juiste potloodgreep. Het potlood moet worden vastgehouden tussen duim en wijsvinger, terwijl het potlood losjes op het eerste vingerkootje van de middelvinger rust.
We hopen dat u door middel van dit informatieboekje een beeld gekregen hebt van de groep waarin uw kind zit. Het is natuurlijk altijd spannend, nieuw en tegelijkertijd een stap in groei en ontwikkeling. Dit voor u als ouder maar ook voor uw kind. Door een goede samenwerking met u als ouders hopen wij dat uw kind zich optimaal kan ontwikkelen. Als er onduidelijkheden zijn dan horen we dat graag van u. Een fijne tijd gewenst op de basisschool St. Medardus!
Bijlage leerlingvolgsysteem KIJK! Beredeneerd aanbod in groep 1 en 2 Wij bieden een beredeneerd aanbod aan de kinderen. Dit betekent weten waarom je wát doet en hoe je dat doet. Met rijke speel- en leeractiviteiten komen leerlijnen, tussendoelen en alle ontwikkelingsgebieden van het observatiesysteem KIJK! aan bod. Van hieruit worden thema‛s opgezet. Zo ontwikkelen jonge kinderen én leerkrachten hun talenten. Waar liggen de specialiteiten van kinderen en leerkrachten? Zo ontdekken ze waar hun kwaliteiten liggen. Zelfbeeld Zelfbeeld gaat over het besef van kinderen dat ze iemand zijn, los van de anderen, met eigen gedachten en gevoelens. Maar het gaat ook om wie je bent, wat je kunt en hoe je eruit ziet. Zelfbeeld is kennis hebben van eigen uiterlijk, capaciteiten, persoonlijkheidskenmerken en motieven. Voor zelfkennis is het nodig dat het kind zichzelf ervaart als iemand met een eigen bestaan, los van andere mensen. Relatie met andere kinderen Binnen de ontwikkelingslijn relatie met andere kinderen ligt de nadruk op het samen spelen en werken, maar ook op het leren van nieuwe sociale kennis en vaardigheden. Relatie met volwassenen De ontwikkeling van de relatie met volwassenen en andere kinderen staat in het teken van een toenemende belangstelling voor andere personen. De afhankelijkheid ten opzichte van de leerkracht maakt geleidelijk plaats voor aanhankelijkheid en op eigen benen staan. In de kleuterjaren wordt een volwassene vooral erkend op basis van wat hij allemaal weet en kan; gehoorzaamheid vindt plaats vanuit een gevoel van veiligheid. Spelontwikkeling Een kind speelt zolang het er zin in heeft. Spel is voor het jonge kind per definitie een activiteit die plezier verschaft. Dat is te zien aan de mate waarin hij/zij in zijn/haar spel opgaat. Spelen is een zelfgekozen, uitdagende activiteit: het is de essentiële bron voor leren en ontwikkeling. Taakgerichtheid en zelfstandigheid Taakgerichtheid en zelfstandigheid zijn bij allerlei activiteiten van belang. Taakgebonden leren veronderstelt een behoorlijke mate van zelfsturing. Het kind kan steeds beter en langer de aandacht bij een opdracht houden en deze zelfstandig uitvoeren. Motoriek Binnen de motorische ontwikkeling onderscheiden we grote en kleine motoriek.
De term grote motoriek verwijst naar bewegingen met het hele lichaam, zoals lopen, springen, kruipen, klimmen, rollen, gooien en het aannemen van lichaamshoudingen. Het begrip kleine motoriek slaat op activiteiten met de vingers, handen, armen en ogen die een rol spelen bij bijvoorbeeld het vastpakken van voorwerpen, stapelen of iets ergens inpassen. Tekenontwikkeling De tekenontwikkeling kent verschillende fases. Dit gaat van krabbels naar tekeningen die steeds meer gaan voorstellen. Visuele waarneming Is datgene wat het kind ziet van tastbare dingen naar dingen op het platte vlak, van grote naar kleine verschillen. De inzichten en vaardigheden die hiervan deel uitmaken spelen een heel belangrijke rol bij de taal- en denkontwikkeling en later bij het leren lezen en spellen. Auditieve waarneming Is datgene wat het kind hoort. Van luisteren naar klanken naar het zelf kunnen samenvoegen van klanken tot een woord (m-u-s). Rijm- en zangspelletjes kunnen een indruk geven van het geheugen en rijmen. De auditieve waarneming is net als de visuele waarneming een belangrijke bron van deelvaardigheden voor het beginnend lezen en spellen. Mondelinge taalontwikkeling Binnen de ontwikkeling van het jonge kind is de ontwikkeling van de taal wellicht het belangrijkst. Met taal kan het los van het ‘hier en nu‛ en los van de concrete situatie de wereld ordenen, contact hebben met andere mensen, informatie overdragen, gevoelens uiten, plezier hebben. Door een steeds betere beheersing van de taal kan het zich verder ontwikkelen en zich verbonden voelen met andere mensen. Beginnende geletterdheid Door voorlezen en het (zelfstandig) bekijken van prentenboeken raken kinderen al op jonge leeftijd vertrouwd met boeken. Ze ontdekken en ervaren dat geschreven taal een functie heeft. Ze krijgen in de gaten dat er een relatie bestaat tussen geschreven en gesproken tekst. Op een gegeven moment gaan kinderen zelf proberen te schrijven. Als kinderen letters of woorden gaan herkennen (bijvoorbeeld ‘dat is de m van mama!‛) zullen ze ook zelf echte letters willen gaan schrijven, overschrijven van een voorbeeld of al uit het hoofd. Dit proces, dat zich uiteindelijk ontwikkelt tot lezen en schrijven, noemen we beginnende geletterdheid. Lichaamsoriëntatie Lichaamsoriëntatie betekent kennis hebben over en van het eigen lichaam. Het gaat hierbij om kennis van lichaamsdelen en van houdingen en bewegingen. Deze kennis
wordt beschouwd als een voorwaarde voor de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie. Ruimtelijke oriëntatie Houdt in dat een kind zich kan oriënteren in een ruimte en later op het platte vlak (mozaïek, kralenplank, begrijpen van eenvoudige plattegronden, nabouwen, links/rechts). Tijdsoriëntatie In de groepen 1 en 2 leren kinderen allerlei tijdsaanduidingen begrijpen en gebruiken. Jonge kinderen hebben al vroeg een gevoel voor opeenvolging; ze ontdekken dat bepaalde gebeurtenissen in een zekere volgorde plaatsvinden en dat sommige tijdstippen een naam hebben, bijvoorbeeld de dagen van de week. Het gebruik van deze woorden geeft aan dat het gevoel voor tijd plaatsmaakt voor begrip van tijd. Beginnende gecijferdheid en logisch denken Houdt in dat de kinderen leren wat de betekenis van een getal is en het gaat dan om begrippen die te maken hebben met maat en meten, ruimte en tijd, hoeveelheden en getallen. Het is belangrijk dat kinderen deze begrippen in alledaagse situaties leren kennen. In ‘Getalbegrip op kleuterniveau‛ zijn de vaardigheden beschreven die deel uitmaken van de ontwikkeling van het logisch denken. Het gaat daarbij om: -Conserveren: begrijpen dat er nog steeds 8 knopen liggen wanneer een hoeveelheid, bestaande uit een rij van 8 knopen, uiteen wordt geschoven. -Correspondentie: vergelijken van twee hoeveelheden verschillende voorwerpen (bijvoorbeeld knopen en blokjes) en daarbij aangeven waar er meer of minder van zijn. -Seriëren: ordenen van voorwerpen naar een kenmerk (bijvoorbeeld van groot naar klein, van dik naar dun, van veel naar weinig). -Classificeren: eenzelfde hoeveelheid voorwerpen naar een of meer criteria indelen, bijvoorbeeld van hoog naar laag.