Klantonderzoek Wmo over 2014: Ervaringen van mantelzorgers Over 2014
Gemeente Best
Augustus 2015 Naomi Meys Ingrid Dooms Volkan Atalay Projectnummer: 107560 Correspondentienummer: DH-1208-4547
INHOUD
INLEIDING
1
SAMENVATTING
3
HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
BIJLAGE 1
VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS
6
1.1
Mogelijkheden om mantelzorgers te bereiken
6
1.2
Manier van aanschrijven in gemeente Best
7
1.3
Achtergrond mantelzorgers
8
ALGEMENE KENMERKEN VAN DE MANTELZORGER
8
2.1
Duur van de hulp of zorg in maanden en uren per week
10
2.2
Zorg of hulp delen met anderen
11
2.3
Terugvallen op een ander
12
2.4
Begrip
13
RELATIE TOT ZORGVRAGER INCLUSIEF ZORGSITUATIE
15
3.1
Sociale relatie tot zorgvrager en woonsituatie
15
3.2
Zorgsituatie en vormen van hulp
16
PARTICIPATIE EN BELASTING
18
4.1
Participatie
18
4.2
Belasting
19
ONDERSTEUNING
21
5.1
(Keukentafel)gesprekken
21
5.2
Steunpunt Mantelzorg
22
5.3
Ondersteuningsvormen: behoefte en tevredenheid
22
5.4
Waardering van mantelzorgers
25
RESULTATEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK MANTELZORGERS
27
GEMEENTE BEST
Inleiding Per 1 januari 2015 is de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) van kracht. In de nieuwe Wmo is de gemeente verantwoordelijk voor de ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang. Deze ondersteuning wordt zo dicht mogelijk bij de burger georganiseerd. In de nieuwe Wmo staat dat de gemeente de inzet van mantelzorgers moet bevorderen en mantelzorgers moet ondersteunen in hun taken. Wanneer de cliënt zich bij de gemeente meldt met een ondersteuningsvraag, dient de consulent van de gemeente te vragen naar de mantelzorgsituatie. De mantelzorger wordt bij het keukentafelgesprek betrokken. Enerzijds kan de consulent zo inschatten of de vraag met behulp van mantelzorg kan worden opgelost, anderzijds kan worden geïnventariseerd of de mantelzorger zelf behoefte heeft aan ondersteuning. In veel gemeenten is een Steunpunt Mantelzorg of een vergelijkbare ondersteuningsorganisatie actief. Naast ondersteuning is de gemeente ook verantwoordelijk voor de waardering van de mantelzorger. In de wet staat dat gemeenten zelf bepalen op welke manier ze deze waardering invullen. Gemeenten verankeren het bevorderen van mantelzorg en de ondersteuning en waardering van mantelzorgers in hun mantelzorgbeleid. De gemeenten kunnen hieraan hun eigen invulling geven. Onderzoek onder mantelzorgers helpt gemeenten om inzicht te krijgen in de doelgroep van het mantelzorgbeleid. De gemeente krijgt inzicht in de achtergrond van de mantelzorgers, de algemene kenmerken van het mantelzorgen, de relatie tot de zorgvrager en de woonsituatie, de participatie van de mantelzorger, de belasting en de ondersteuning. De informatie over de tevredenheid van de ontvangen ondersteuning en het effect ervan geven zowel de gemeente als betrokken organisaties, zoals de cliëntenraad, een instrument in handen om de uitvoering en effecten van het beleid te monitoren en daar waar nodig bij te sturen of aan te passen. Leeswijzer Het rapport begint met een samenvatting met daarin de resultaten op hoofdlijnen. Hoofdstuk 1 bevat de verantwoording en de achtergrondgegevens over het onderzoek. In hoofdstuk 2 komen de algemene kenmerken van de mantelzorgers aan bod en in hoofdstuk 3 de relatie tot de zorgvrager. Participatie en belasting worden in hoofdstuk 4 nader bekeken. De ondersteuning komt in het afsluitende hoofdstuk aan bod. Bij het interpreteren van de resultaten moet in gedachten worden gehouden op welke manier de mantelzorgers voor het onderzoek zijn benaderd. De mantelzorgers zijn benaderd door aan het klantonderzoek onder Wmo-cliënten een extra vragenlijst
1/32
GEMEENTE BEST
toe te voegen voor mantelzorgers. Wmo-cliënten met een mantelzorger konden deze vragenlijst aan hun mantelzorger geven. De mantelzorgers hebben de vragenlijst ingevuld en teruggestuurd. Een gedetailleerde omschrijving hiervan staat in paragraaf 1.1 en 1.2. De gemeente Best heeft in 2013 een soortgelijk onderzoek uitgevoerd. In de tabellen en figuren worden waar mogelijk de resultaten van zowel 2013 als 2015 weergegeven om een vergelijking te kunnen maken. BMC Onderzoek heeft dit jaar geen betrouwbare referentiegroep om weer te geven omdat de gemeenten die een onderzoek onder mantelzorgers doen verschillende benaderingswijzen hebben gehanteerd en ook verschillende vragenlijsten hebben gebruikt. Alle uitkomsten van dit onderzoek zijn terug te vinden in bijlage 1. Tevens worden hier ook de resultaten van 2013 weergegeven.
2/32
GEMEENTE BEST
Samenvatting In uw gemeente is een onderzoek uitgevoerd naar de ervaringen van mantelzorgers. Er zijn 592 Wmo-cliënten aangeschreven voor zowel een onderzoek over Wmovoorzieningen als een mantelzorgonderzoek. 89 mantelzorgers hebben de vragenlijst ingevuld en geretourneerd. In de vragenlijst komen verschillende aspecten rondom het verlenen van mantelzorg aan de orde. In deze samenvatting worden de resultaten op hoofdlijnen weergegeven. Algemene kenmerken van de mantelzorger Op de vraag: “Beschouwt u zichzelf als mantelzorger?” geeft 78% een positief antwoord. Zij beschouwen zichzelf als mantelzorger. 55% van de respondenten is vrouw, 45% is man. De meeste respondenten zijn tussen de 35 en 64 jaar oud (48%). De op één na grootste groep is tussen de 65 en 74 jaar oud (25%). 24% is 75 jaar of ouder. 89% van de respondenten woont in dezelfde gemeente als de zorgvrager. Van de mantelzorgers geeft 33% aan dat zij 12 uur per week of meer betaalde arbeid verrichten. Vrijwilligerswerk wordt door 89% van de mantelzorgers gedaan (variërend van incidenteel tot structureel). Van de respondenten geeft 17% aan dat zij aan meer dan één persoon mantelzorg verlenen. Algemene kenmerken van het mantelzorgen De grootste groep mantelzorgers geeft langer dan 5 jaar hulp of zorg aan een naaste. Dit wordt door 60% van de respondenten gedaan. 28% van de respondenten geeft 2 tot 5 jaar mantelzorg. De meeste mantelzorgers (52%) in uw gemeente geven 0 tot en met 8 uur per week mantelzorg. Van de mantelzorgers geeft 31% aan dat zij de zorg voor hun zorgvrager delen met een andere mantelzorger. Ook ontvangt 54% van de zorgvragers zorg of hulp van een zorg- of hulpverlener. Een meerderheid van de mantelzorgers (57%) geeft aan dat er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de zorgtaken tussen hen en de andere zorg- of hulpverlener(s). Twee derde (67%) van de mantelzorgers geeft aan dat zij kunnen terugvallen op een ander. De meeste mantelzorgers kunnen terugvallen op familie (95%) of vrienden (34%) voor hulp of zorg als zij deze nodig hebben. 18% van de respondenten zegt terug te kunnen vallen op buren.
3/32
GEMEENTE BEST
Het uitvallen van de mantelzorger door bijvoorbeeld ziekte of een ziekenhuisopname heeft gevolgen voor de zorgvrager. 42% van de respondenten geeft aan dat de zorg of hulp niet wordt gegeven. 27% geeft aan dat de zorg of hulp dan door een andere mantelzorger gegeven wordt. Begrip vanuit de omgeving en vanuit de werkgever kunnen ondersteunend zijn voor de mantelzorger. 80% van de respondenten geeft aan begrip te ervaren van de omgeving en 31% geeft aan begrip te ervaren vanuit de werkgever. Relatie tot zorgvrager inclusief zorgsituatie De meeste respondenten verlenen mantelzorg aan een echtgeno(o)t(e) of partner (47%) of aan een (schoon)ouder (39%). De meest voorkomende woonsituatie is dat de zorgvrager bij de mantelzorger in huis woont (52%). De meest voorkomende zorgsituaties zijn lichamelijke beperkingen/handicap (61%), algemene lichamelijke beperkingen door ouderdom (45%) en dementie of geestelijke achteruitgang (11%). Mantelzorgers verlenen diverse vormen van hulp, die vaak afhankelijk zijn van de situatie van de zorgvrager. De meest voorkomende vormen van hulp die verleend worden, zijn vervoer en begeleiden bij bezoeken (76%), administratieve hulp (73%) en het aanvragen en regelen van voorzieningen (69%). Participatie en belasting Van de respondenten ervaart 18% ‘vaak’ beperkingen bij het huishoudelijk werk. Van de mantelzorgers geeft 2% aan dat zij overbelast zijn en eigenlijk de zorg niet kunnen volhouden. 7% geeft aan zeer zwaar belast te zijn, 21% tamelijk zwaar belast en 41% geeft aan enigszins belast te zijn. 28% van de respondenten geeft aan niet of nauwelijks belast te zijn. Ondersteuning Van de mantelzorgers geeft 28% aan dat zij in het afgelopen jaar contact hebben gehad met een medewerker in verband met ondersteuning voor zijn of haar zorgvrager. Hiervan heeft 61% een (keukentafel)gesprek gehad, waarbij zowel de zorgvrager als de mantelzorger zelf aanwezig was. Bij 57% van de gesprekken is ook de situatie van de mantelzorger aan bod gekomen. 16% van de mantelzorgers is geregistreerd bij het Steunpunt Mantelzorg. Het merendeel van de mantelzorgers (88%) geeft aan geen contact te hebben gehad met het Steunpunt Mantelzorg. 67% van deze groep heeft hulp of ondersteuning ontvangen. Aan de mantelzorgers is gevraagd aan welke vormen van ondersteuning en/of faciliteiten zij behoefte hebben om hun taak als mantelzorger te kunnen (blijven) doen. De meest genoemde vormen van ondersteuning zijn: ‘faciliteiten met betrekking tot vervoer’ (42%) en ‘praktische hulp’ (32%).
4/32
GEMEENTE BEST
Er kunnen geen uitspraken worden gedaan over de tevredenheid met betrekking tot de ondersteuning vanwege het kleine aantal respondenten dat er gebruik van heeft gemaakt. 43% van de mantelzorgers heeft het gevoel dat de last van het mantelzorgen veel of enigszins minder is geworden door de ondersteuning. 30% van de mantelzorgers heeft het afgelopen jaar een waardering ontvangen van de gemeente of van het Steunpunt Mantelzorg.
5/32
GEMEENTE BEST
Hoofdstuk 1 Verantwoording en achtergrondgegevens Onderzoek onder mantelzorgers kan op verschillende manieren worden vormgegeven. In dit hoofdstuk wordt besproken op welke manier het onderzoek in de gemeente Best is uitgevoerd. 1.1
Mogelijkheden om mantelzorgers te bereiken Om de ervaringen van een doelgroep te achterhalen, is het noodzakelijk om de doelgroep te kunnen bereiken. Het bereiken van mantelzorgers is vaak lastig. Niet alle mantelzorgers zijn bekend bij gemeenten en/of een Steunpunt Mantelzorg. Daarnaast herkennen veel mantelzorgers zichzelf niet in de term ‘mantelzorg’. De gebruikte definitie is: “Mantelzorgers zorgen onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorg is anders dan de gebruikelijke (alledaagse) zorg, zoals de zorg voor een gezond kind. Daarnaast geldt dat mantelzorg geen vrijwilligerswerk is.” Om mantelzorgers aan te schrijven, zijn verschillende mogelijkheden: Geregistreerde mantelzorgers. Van deze mantelzorgers zijn de contactgegevens bekend bij gemeenten en/of een Steunpunt Mantelzorg en de vragenlijsten kunnen direct naar de mantelzorger worden gestuurd. Mantelzorgers van cliënten met een individuele voorziening. Insteek bij deze benadering is dat achter vrijwel iedere cliënt met een individuele voorziening een mantelzorger staat. De uitnodigingsbrief voor het onderzoek wordt verzonden naar de cliënt en er wordt gevraagd of er iemand in de omgeving is die de cliënt regelmatig vrijwillig hulp of zorg geeft. Vervolgens wordt hen verzocht de vragenlijst aan die persoon voor te leggen met de vraag deze in te vullen. Mantelzorgers van bewoners van (zorg)instellingen. De contactpersonen van de bewoners van een (zorg)instelling zijn veelal mantelzorgers voor de bewoners. Mantelzorgers onder inwoners. Uit de gemeentelijke basisadministratie wordt een steekproef getrokken uit inwoners van 18 jaar en ouder. Landelijke cijfers geven aan dat één op de vijf volwassen inwoners mantelzorger is. Met het aanschrijven van mantelzorgers via de eerste drie genoemde opties gaat het om een selectieve groep mantelzorgers, namelijk de mantelzorgers die bekend zijn bij gemeenten en/of een Steunpunt Mantelzorg of mantelzorgers voor cliënten met individuele voorzieningen of mantelzorgers van bewoners van (zorg)instellingen. Dit kan gevolgen hebben voor de resultaten van bepaalde vragen. Mantelzorgers van cliënten met een individuele voorziening kennen bijvoorbeeld veelal het Wmoloket en zijn mogelijk beter op de hoogte van de mogelijkheden om ondersteuning vanuit de gemeente en/of een Steunpunt Mantelzorg te ontvangen bij het geven van mantelzorg. Ook zal de bekendheid van het Steunpunt Mantelzorg bijvoorbeeld
6/32
GEMEENTE BEST
hoger zijn onder mantelzorgers die geregistreerd staan bij een Steunpunt Mantelzorg. 1.2
Manier van aanschrijven in gemeente Best De gemeente Best doet een klantonderzoek onder Wmo-cliënten en heeft ervoor gekozen om daaraan een vragenlijst voor mantelzorgers toe te voegen. Dit is dezelfde benaderingswijze als in 2013. Voor het onderzoek onder Wmo-cliënten zijn 592 cliënten aangeschreven die in 2013 en 2014 een melding of aanvraag hebben gedaan bij de gemeente. Er zijn 217 ingevulde vragenlijsten van deze cliënten geretourneerd, het aantal ingevulde vragenlijsten door mantelzorgers voor uw gemeente is 89. Bij het bepalen van de omvang van de steekproef is uitgegaan van een bepaalde betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en respons om uitspraken te kunnen doen. Bij uitsplitsingen van de resultaten kan het, bij kleine aantallen respondenten, zijn dat de resultaten indicatief zijn.
7/32
GEMEENTE BEST
Hoofdstuk 2 Algemene kenmerken van de mantelzorger Om inzicht te krijgen in wie de mantelzorger is, is een aantal algemene kenmerken van de mantelzorger en het mantelzorgen uitgevraagd: Hoe lang en hoeveel uur per week verleent de mantelzorger hulp of zorg? Deelt de mantelzorger de hulp of zorg? Met een (andere) mantelzorger of met (professionele) zorg- of hulpverleners? Hoe verloopt de samenwerking met andere zorg- of hulpverleners? Wat gebeurt er als de mantelzorger plotseling uitvalt? Heeft de mantelzorger zelf iemand om op terug te vallen voor hulp of zorg? Ervaart de mantelzorger begrip vanuit zijn of haar omgeving of werkgever? Met de antwoorden op deze vragen wordt in dit hoofdstuk een beeld geschetst van de mantelzorger. Mantelzorgers voldoen niet aan één bepaald profiel. Dé mantelzorger bestaat niet. De verschillende kenmerken geven inzicht in de mantelzorgers in uw gemeente. 2.1
Achtergrond mantelzorgers Bij de start van de vragenlijst is gevraagd of men mantelzorg geeft. Respondenten die aangeven geen mantelzorg te verlenen, worden doorverwezen naar het einde van de vragenlijst. De gegevens van deze respondenten zijn niet meegenomen in de rapportage. Hoewel hun aantal afneemt, zijn er nog altijd mantelzorgers die zichzelf niet beschouwen als mantelzorger of die zich niet herkennen in de term. Zij vinden de zorg aan een naaste vaak ‘vanzelfsprekend’. Dit maakt het extra lastig om deze mantelzorgers te bereiken en te registreren. In de gemeente Best is aan mantelzorgers gevraagd of zij zichzelf als mantelzorger beschouwen. Op deze vraag (“Beschouwt u zichzelf als mantelzorger?”) geeft 78% van de mantelzorgers een positief antwoord. Het ‘vanzelfsprekend’ zijn van mantelzorg maakt dat de mantelzorger veelal persoonlijk moet worden verteld dat hij/zij mantelzorger is. Zij verlenen meer dan de alledaagse zorg aan een partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of buren dan gebruikelijk is en zijn daarom dus mantelzorger. In deze paragraaf wordt een aantal persoonlijke kenmerken van de mantelzorgers besproken. In uw gemeente is 55% van de mantelzorgers vrouw, vorig jaar was dat 56%. Uit landelijk onderzoek blijkt dat mantelzorgers veelal vrouw zijn. Dit geldt ook voor uw gemeente.
8/32
GEMEENTE BEST
In onderstaande tabel zijn persoonlijke kenmerken van de mantelzorgers terug te vinden voor uw gemeente. Tabel 1
Persoonlijke kenmerken mantelzorgers (geslacht, leeftijd, woonplaats) 2015
2013
Man
45%
44%
Vrouw
55%
56%
17 jaar of jonger
0%
2%
18-34 jaar
3%
6%
35-64 jaar
48%
53%
65-74 jaar
25%
13%
75 jaar of ouder
24%
26%
Zelfde gemeente als zorgvrager
89%
86%
Andere gemeente als zorgvrager
11%
14%
Geslacht
Leeftijd
Woonplaats
Mantelzorgers die in dezelfde gemeente wonen als hun zorgvrager genieten een aantal voordelen. Bijvoorbeeld omdat de afstand tot elkaar relatief klein is, waardoor de belasting en de (on)kosten voor de mantelzorger door deze korte afstand minder kunnen zijn. Ook kunnen beiden voor ondersteuning terecht bij dezelfde gemeente of zelfs bij hetzelfde loket. Voor 89% van de mantelzorgers geldt dat zij in dezelfde gemeente als de zorgvrager wonen. In 2013 was dit 86%. Mantelzorgers met betaalde arbeid hebben te maken met een dubbele belasting omdat zij zowel werken als zorgen. Het merendeel van de mantelzorgers in dit onderzoek verricht echter geen betaalde arbeid. Het kan zijn dat mantelzorgers stoppen met werken om mantelzorg te verlenen, maar ook is het mogelijk dat ze eerder geneigd zijn om te zorgen, omdat ze niet werken. Werk kan fungeren als afleiding van de zorg en een uitlaatklep bieden. Soms kan de combinatie voor de mantelzorger zwaar zijn en zetten zij vrije dagen en vakantie in om te kunnen zorgen. Gemeenten hebben een aantal middelen tot hun beschikking om de werkende mantelzorger te ondersteunen, zoals afstemming met re-integratie, vrijstelling van sollicitatieplicht, specifieke regelingen binnen personeelsbeleid en stimuleren van regelingen voor op het werk (flexibele werktijden, thuiswerken). In de volgende tabel wordt nader ingegaan op de combinatie van mantelzorg met betaalde arbeid en/of vrijwilligerswerk. 62% verricht geen betaalde arbeid. 89% verricht vrijwilligerswerk, variërend van incidenteel (5%) tot 8 uur per week of meer (62%). Deze resultaten komen ongeveer overeen met de resultaten in 2013.
9/32
GEMEENTE BEST
Tabel 2
Participatie door betaalde arbeid en/of vrijwilligerswerk 2015
2013
Nee
62%
61%
Ja, 1 t/m 12 uur per week
5%
6%
Ja, 13 t/m 31 uur per week
17%
16%
Ja, 32 uur of meer per week
16%
17%
Nee
11%
10%
Ja, incidenteel
5%
3%
Ja, tot 2 uur per week
3%
6%
Ja, 2 tot 4 uur per week
7%
6%
Ja, 4 tot 8 uur per week
7%
5%
Ja, 8 uur of meer per week
67%
69%
Betaalde arbeid
Vrijwilligerswerk
Van de mantelzorgers verleent 17% aan meer dan één persoon mantelzorg. Deze mantelzorgers hebben de vragen beantwoord voor diegene voor wie zij het meeste zorgen. 2.2
Duur van de hulp of zorg in maanden en uren per week In onderstaande tabel zijn de resultaten voor de duur van de hulp of zorg terug te vinden. Tabel 3
Duur van hulp of zorg 2015
2013
Minder dan 3 maanden
0%
2%
3 t/m 6 maanden
4%
1%
7 t/m 12 maanden
4%
2%
1 tot 2 jaar
5%
10%
2 tot 5 jaar
28%
33%
Langer dan 5 jaar
60%
53%
Alle mantelzorgers geven langer dan 3 maanden hulp. De grootste groep mantelzorgers geeft langer dan 5 jaar hulp of zorg aan een naaste, het betreft 60%. Dit is iets meer dan in 2013, toen 53% langer dan 5 jaar mantelzorg verleende. Het aantal uren zorg dat een mantelzorger verleent per week, verschilt van persoon tot persoon. Van invloed hierop is bijvoorbeeld de zorgsituatie, de woonsituatie en de sociale relatie tot de zorgvrager. Hier wordt in het volgende hoofdstuk verder op ingegaan.
10/32
GEMEENTE BEST
Onderstaande figuur toont hoeveel uur hulp een mantelzorger gemiddeld per week geeft aan de zorgvrager. Dit geeft een wisselend beeld; er is een grote groep die minder dan 8 uur zorg geeft per week (52%), maar er is ook een deel dat wel 25 uur of meer uur per week zorg geeft (21%).
Figuur 1
2.3
Aantal uren mantelzorg per week
Zorg of hulp delen met anderen Het zorgen voor een zorgvrager vindt in de praktijk vaak plaats door meerdere personen. Dit kunnen naasten van de zorgvrager zijn ofwel mantelzorgers, maar ook formele zorg- of hulpverleners of een combinatie hiervan. Van de mantelzorgers geeft 31% aan dat zij de zorg voor hun zorgvrager delen met een andere mantelzorger. Ook ontvangt 54% van de zorgvragers zorg of hulp van een zorg- of hulpverlener. Een goede afstemming tussen de verschillende verzorgers is van belang want dit draagt bij aan het plezier van het zorgen, de kwaliteit van de zorg en het leven van de zorgvrager. De zorg- of hulpverlener krijgt door de afstemming met de mantelzorger meer inzicht in het leven van de zorgvrager, zodat maatwerk kan worden geleverd. Daarnaast voorkomt het delen van de zorg of hulp mogelijke overbelasting bij de mantelzorger. De mantelzorger voelt zich erkend, gekend en ondersteund. De meerderheid van de mantelzorgers (57%) geeft aan dat er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de zorgtaken tussen hen en de andere zorg- of hulpverlener(s). Aan de mantelzorgers is dit jaar een aantal stellingen voorgelegd over de samenwerking met de andere zorg- en hulpverlener(s). De resultaten staan in figuur 2.
11/32
GEMEENTE BEST
Figuur 2
Stellingen over de samenwerking met de andere zorg- en hulpverlener(s)
Het figuur geeft een positief beeld. Bij alle mantelzorgers verloopt de samenwerking meestal goed. Per stelling zijn er ongeveer 25 respondenten. 2.4
Terugvallen op een ander Door het grote aandeel ouderen dat mantelzorg verleent, neemt het aantal mantelzorgers dat zelf problemen met de gezondheid heeft of krijgt toe. Zij kunnen daardoor minder gemakkelijk zorgen voor hun naaste. Daarnaast kan het voor mantelzorgers, ongeacht de leeftijd, soms noodzakelijk zijn om tijdelijk op een ander te kunnen terugvallen, bijvoorbeeld vanwege ziekte of een operatie. De mantelzorger heeft dan zelf hulp of zorg nodig. De meerderheid van de mantelzorgers (67%) geeft aan dat zij kunnen terugvallen op een ander. De volgende tabel geeft weer op wie de mantelzorger kan terugvallen voor hulp of zorg. Tabel 4
Terugvallen voor hulp of zorg 2015
2013
Familie
95%
90%
Vrienden
34%
48%
Buren
18%
21%
Zorg- of hulpverleners
9%
16%
Anders
0%
7%
(Zorg)vrijwilligers
0%
2%
12/32
GEMEENTE BEST
De meeste mantelzorgers kunnen terugvallen op familie voor hulp of zorg als zij deze nodig hebben. Het uitvallen van de mantelzorger door bijvoorbeeld ziekte of een ziekenhuisopname heeft zowel gevolgen voor de mantelzorger als voor de zorgvrager. De mantelzorger verleende immers hulp of zorg, die tijdelijk niet kan worden gegeven. Voor de zorgvrager kunnen de gevolgen wisselend zijn. Van invloed zijn bijvoorbeeld de vormen van hulp die de mantelzorger verleent en of de zorg wordt gedeeld. In onderstaande tabel is terug te vinden welke gevolgen het plotseling uitvallen van de mantelzorger door ziekte of een ziekenhuisopname heeft voor de zorgvrager. Tabel 5
Gevolgen uitval mantelzorger voor zorgvrager 2015
2013
42%
22%
27%
41%
9%
13%
1%
5%
Opname van de zorgvrager is noodzakelijk
7%
3%
Anders
14%
17%
De zorg of hulp wordt niet gegeven De zorg of hulp wordt gegeven door een andere mantelzorger De zorg of hulp wordt gegeven door een vrijwilliger of professional De zorg of hulp wordt gegeven middels een particuliere hulp
Sommige mantelzorgers zijn de spil in het leven van de zorgvrager en worden spilzorgers genoemd. ‘Spilzorgers zijn de spil zonder welke het bestaan van de cliënt zou instorten’1. Het uitvallen van deze spilzorger zal veelal resulteren in een noodzakelijke opname van de zorgvrager. Voor 7% van alle respondenten is dit van toepassing. 2.5
Begrip Mantelzorgers kunnen niet altijd rekenen op begrip uit hun omgeving. Begrip opbrengen lukt des te beter, wanneer men deze situatie al eens eerder meegemaakt heeft en uit die tijd informatie heeft verkregen over het mantelzorgen en het verloop ervan. Deze ervaring heeft niet iedereen. Daarnaast geldt dat de aandacht vaak naar de zorgvrager uitgaat. De situatie van de zorgvrager is bekend en onderwerp van gesprek. Aan de zorgvrager wordt gevraagd hoe het met hem of haar gaat (of aan de mantelzorger als de zorgvrager niet in staat is om te communiceren). Lastiger zijn de situaties waarbij aan de buitenkant van de zorgvrager niet is te zien dat hij of zij zorg nodig heeft. Soms ziet de omgeving niet wat er aan de hand is; zij zien de zorgvrager alleen op zijn of haar goede dagen. 1
Tonkens, E., Broecke, J. van den en Hoijtink, M, Op zoek naar weerkaatst plezier. 2009.
13/32
GEMEENTE BEST
De vraag “Hoe gaat het met je?” wordt echter minder vaak gesteld aan de mantelzorger. Juist deze interesse is voor mantelzorgers van belang. Het geeft hen ook de kans om hun verhaal te doen en te vertellen over hun ervaringen en dit kan ze lucht geven. Voor mantelzorgers hangt begrip nauw samen met erkenning. Een aantal mantelzorgers wil graag erkenning van de omgeving, zij voelen zich daardoor verplicht om verantwoording af te leggen over de keuzes die zij maken. Dit geldt niet alleen voor familie en vrienden, maar vooral van de instellingen willen zij erkenning. Mantelzorgers ervaren in 80% van de gevallen begrip van hun omgeving. Een mantelzorger die zich begrepen voelt, ervaart doorgaans minder overbelasting en voelt zich minder eenzaam. Naast begrip uit de omgeving is begrip van de werkgever, als dit aan de orde is, ook belangrijk. Werken zorgt soms voor een dubbele belasting, maar soms ook voor afleiding. Werkgevers hebben diverse mogelijkheden om een mantelzorgende werknemer te ondersteunen, zoals eerder aangegeven. Het is belangrijk om de situatie bespreekbaar te maken en samen met de werkgever tot een werkbare oplossing op maat te komen. Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever en werknemer om er samen uit te komen; beiden hebben er belang bij. Een minderheid (31%) ervaart begrip van de werkgever, 25% ervaart geen begrip en voor 44% is het niet van toepassing of is de werkgever niet op de hoogte.
14/32
GEMEENTE BEST
Hoofdstuk 3 Relatie tot zorgvrager inclusief zorgsituatie In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de woonsituatie van de zorgvrager en op zijn/haar sociale relatie tot de mantelzorger. Daarna komen de zorgsituatie en de verschillende vormen van hulp die de mantelzorger verleent, aan bod. 3.1
Sociale relatie tot zorgvrager en woonsituatie Uit onderstaande tabel blijkt dat de grootste groep mantelzorgers zorg geeft aan de echtgeno(o)t(e) of partner of (schoon)ouder. Tabel 6
Aan wie geeft u mantelzorg? 2015
2013
Echtgeno(o)t(e) of partner
47%
38%
(Schoon)ouder
39%
42%
Ander familielid
6%
5%
(Pleeg-/stief)kind
4%
5%
Buur, vriend of kennis
1%
5%
Anders
4%
4%
De meest voorkomende woonsituatie van degene voor wie gezorgd wordt, is ‘woont bij mij in huis’. Tabel 7
Woonsituatie van de zorgvrager 2015
2013
Woont bij mij in huis
52%
39%
Woont elders, zelfstandig
43%
50%
4%
11%
1%
0%
Woont elders, in tehuis of zorgvoorziening (bijv. begeleid wonen) Anders
Ook indien de zorgvrager elders, in een tehuis of zorgvoorziening woont, voelt een deel van de mantelzorgers zich 24 uur per dag verantwoordelijk. De (zorg)voorziening heeft een aanspreekpunt nodig voor vragen, die zowel overdag als ’s nachts kunnen opkomen. Daarnaast worden vaak niet alle zorgtaken door de (zorg)voorziening geleverd, deze blijven liggen voor de mantelzorger.
15/32
GEMEENTE BEST
3.2
Zorgsituatie en vormen van hulp In onderstaande tabel is de zorgsituatie van de zorgvrager terug te vinden2. Tabel 8
Zorgsituatie 2015
2013
61%
55%
45%
44%
Dementerend/geestelijke achteruitgang
11%
21%
Psychische problemen
6%
8%
Niet alleen kunnen zijn
8%
6%
Verstandelijke handicap
4%
4%
Gedragsproblemen
3%
4%
Anders
18%
13%
Lichamelijke beperkingen (handicap) Algemene, lichamelijke beperkingen door ouderdom
De meest voorkomende zorgsituatie komt voort uit lichamelijke beperkingen (handicap). Daarnaast komen algemene lichamelijke beperkingen door ouderdom veel voor. In 2013 waren er meer mantelzorgers die zorgden voor iemand met dementie. Mantelzorgers verlenen diverse vormen van hulp, die vaak afhankelijk zijn van de situatie van de zorgvrager. De verschillende vormen van hulp zijn in de volgende tabel terug te vinden3.
2
De aandelen in de tabel kunnen oplopen tot meer dan 100%, aangezien op een zorgvrager meerdere situaties van toepassing kunnen zijn. 3 Ook hier kunnen de aandelen in de kolom optellen tot meer dan 100%, aangezien de mantelzorger meerdere vormen van hulp kan verlenen.
16/32
GEMEENTE BEST
Tabel 9
Vormen van hulp 2015
2013
%
%
Vervoer en begeleiding bij bezoeken
76%
87%
Administratieve hulp
73%
83%
Aanvragen en regelen van voorzieningen
69%
83%
Hulp bij het huishouden
61%
73%
Bieden gezelschap, troost, afleiding
57%
78%
Klaarmaken warme maaltijden
43%
47%
Persoonlijke verzorging
31%
37%
Begeleiden bij het communiceren met anderen
31%
42%
Verpleegkundige hulp
25%
34%
Structuur aanbrengen in het dagelijkse leven/dagritme
25%
54%
Begeleiden bij het omgaan met anderen
17%
38%
Anders
10%
59%
De meest voorkomende vorm van hulp die verleend wordt, is vervoer en begeleiden bij bezoeken. Daarnaast scoren hulp bij de administratie en het aanvragen en regelen van voorzieningen ook hoog. De woonsituatie van de zorgvrager bepaalt vaak welke vormen van hulp verleend worden. Inwonende mantelzorgers bieden vaker hulp in de vorm van hulp bij het huishouden, persoonlijke verzorging, verpleegkundige hulp, het klaarmaken van warme maaltijden en het aanbrengen van structuur in het dagelijks leven (dagritme) dan mantelzorgers waarvan de zorgvrager niet in huis woont.
17/32
GEMEENTE BEST
Hoofdstuk 4 Participatie en belasting Mantelzorgers zijn voor de samenleving een belangrijke groep actieve burgers en maken het voor de zorgvrager mogelijk om mee te doen aan de maatschappij, doordat zij vaak langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De gemeente ondersteunt de zorgvragers hierin door naar een oplossing te zoeken voor problemen met zelfredzaamheid en participatie, waarbij zowel individuele als algemene voorzieningen mogelijk zijn. Daarnaast ondersteunt de gemeente ook de mantelzorgers bij het uitvoeren van hun mantelzorgtaak. De participatie van de mantelzorgers zelf maakt ook onderdeel uit van de Wmo. Mantelzorgers verlenen zorg aan een naaste en komen daardoor soms zelf minder goed toe aan ‘meedoen’ (werk, gezin, opleiding, ontspanning) en soms leidt dit tot (over)belasting. Mantelzorgers kunnen worden ondersteund door gemeenten bij het uitvoeren van hun zorgtaken met als doel om overbelasting te voorkomen. 4.1
Participatie In onderstaande figuur is terug te vinden in hoeverre de mantelzorgers beperkingen ervaren als gevolg van de mantelzorg die zij verlenen bij de genoemde activiteiten. Figuur 3
18/32
Ervaren van beperkingen (links 2015 en rechts 2013)
GEMEENTE BEST
Dit jaar geeft 18% ‘vaak’ beperkingen bij huishoudelijk werk te ervaren. In 2013 gaven de mantelzorgers iets vaker aan beperkingen te ervaren in aandacht en tijd voor zichzelf. Bij de genoemde activiteiten geldt dat mantelzorgers met een inwonende zorgvrager vaker een beperking ervaren dan mantelzorgers waar dit niet het geval voor is. Een risico van mantelzorgen is dat zowel de zorgvrager als de mantelzorger geïsoleerd raken. Het hele leven bestaat voor de zorgvrager uit het ontvangen van zorg en voor de mantelzorger uit het verlenen van zorg. 4.2
Belasting (Over)belasting is subjectief en afhankelijk van verschillende factoren. Factoren zijn bijvoorbeeld de eigenschappen van de mantelzorger, de eigenschappen van de zorgvrager, de relatie tussen de mantelzorger en de zorgvrager, de aard en duur van de aandoening of beperking, de woonsituatie, de duur en omvang van mantelzorgtaken en het sociale netwerk. Sommige mantelzorgers voelen zich erg belast door de zorg voor een ander. Zij vinden de zorg zwaar en moeilijk vol te houden. Voor andere mantelzorgers geldt dit minder. Aan de mantelzorgers is gevraagd, alles bij elkaar genomen, hoe belast zij zich voelden in het afgelopen jaar. De antwoorden zijn weergegeven in de volgende figuur.
Figuur 4
19/32
Hoe belast voelde u zich het afgelopen jaar toen u mantelzorg gaf ?
GEMEENTE BEST
Van de mantelzorgers geeft 2% aan dat zij overbelast zijn en eigenlijk de zorg niet kunnen volhouden. 41% voelt zich enigszins belast. Voor de gemeente en/of het Steunpunt Mantelzorg ligt een taak in het ondersteunen van mantelzorgers. Niet alleen voor mantelzorgers die al (over)belast zijn, zij hebben namelijk ook een preventieve taak om dit te voorkomen. In het volgende hoofdstuk gaan we in op verschillende mogelijkheden van ondersteuning die aan mantelzorgers geboden kunnen worden.
20/32
GEMEENTE BEST
Hoofdstuk 5 Ondersteuning Zoals eerder aangegeven, beschouwt niet iedere mantelzorger zich als mantelzorger en dit brengt een risico met zich mee. Niet alle mantelzorgers worden daardoor bereikt met informatie die wel voor hen is bedoeld, zoals over de ondersteuningsmogelijkheden. Belangrijk blijft het om de mantelzorger op een laagdrempelige manier aan te spreken: “Zorgt u voor een naaste?” En niet met: “Bent u mantelzorger?”. Ook al bestaat de Wmo al sinds 2007 en de term mantelzorg zelfs al langer, niet iedereen voelt zich aangesproken door de terminologie. Daarnaast geldt dat niet alle mantelzorgers ondersteuning nodig hebben bij het zorgen. Zij beleven plezier aan het zorgen voor hun naaste, halen hier voldoening uit en ondervinden geen problemen. Of een mantelzorger ondersteuning nodig heeft, is afhankelijk van de persoon en de situatie. Het doel voor gemeenten is daarom de toegang naar ondersteuning wanneer nodig helder en laagdrempelig te maken. 5.1
(Keukentafel)gesprekken De verwachting is dat meer mantelzorgers in beeld komen bij de gemeente als bij de keukentafelgesprekken in het kader van de gekantelde werkwijze ook nadrukkelijk naar hun inschatting van wat nodig is voor de cliënt, alsook naar hun aandeel in de zorgverlening wordt gevraagd en hun eventuele ondersteuningsbehoefte. 28% van de mantelzorgers heeft het afgelopen jaar contact gehad met de gemeente in verband met ondersteuning voor hun zorgvrager. Van deze groep respondenten geeft 61% aan dat zij een (keukentafel)gesprek hebben gehad, waarbij zowel de zorgvrager als de mantelzorger zelf aanwezig waren. Bij 57% van de gesprekken is ook de situatie van de mantelzorger aan bod gekomen. (Let wel, het gaat hier om een klein aantal respondenten, namelijk acht.) Een (keukentafel)gesprek resulteert in een oplossing binnen de eigen kracht, het eigen netwerk of doorverwijzing naar een algemene voorziening. Als dit niet voldoet, kan de cliënt in aanmerking komen voor een individuele voorziening. Een oplossing binnen de eigen kracht en het netwerk kan betekenen dat van naasten verlangd (maar niet geëist) wordt mantelzorg te verlenen. De verwachting is dat de gevraagde inzet van mantelzorgers gaat toenemen. Van de mantelzorgers die bij het gesprek aanwezig waren, geeft 100% aan dat bij de voorgestelde oplossing voldoende rekening is gehouden met hun situatie (alle acht cliënten).
21/32
GEMEENTE BEST
5.2
Steunpunt Mantelzorg Een Steunpunt Mantelzorg is een belangrijk instrument om de mantelzorger te bereiken, maar mantelzorgers hebben geen specifieke vindplaats. Om mantelzorgers te vinden, zal moeten worden samengewerkt met diverse partijen, zoals eerstelijnszorg, patiëntenorganisaties, CJG’s en scholen. Niet per se om de mantelzorger naar het Steunpunt Mantelzorg te verwijzen, maar om te zorgen dat de mantelzorger de benodigde ondersteuning krijgt, ongeacht of hij/zij geregistreerd is. Hiervoor is het belangrijk dat het aanbod van ondersteuning bekend is bij alle partijen en dat er indien nodig voor een goede doorverwijzing wordt gezorgd. Om het mantelzorgen te kunnen (blijven) volhouden, hebben sommige mantelzorgers ondersteuning nodig. In veel gemeenten is hier een ondersteuningsorganisatie voor beschikbaar. 12% van de mantelzorgers heeft in het afgelopen jaar contact gehad met het Steunpunt Mantelzorg of een andere ondersteuningsorganisatie. 67% van deze groep heeft hulp of ondersteuning ontvangen. 16% van de mantelzorgers zegt geregistreerd te staan, 54% niet, de andere 30% weet dit niet. Een deel van de mantelzorgers heeft geen behoefte aan ondersteuning en komt daarom niet in beeld bij de gemeente of het Steunpunt Mantelzorg. Ook zijn er mantelzorgers die wel ondersteuning ontvangen van bijvoorbeeld patiëntenorganisaties of vrijwilligers(organisaties) maar onbekend zijn bij de gemeente of het Steunpunt Mantelzorg. Dat deze mantelzorgers niet geregistreerd zijn, hoeft geen probleem te zijn, zolang ze maar weten waar ze terechtkunnen als een ondersteuningsbehoefte ontstaat. Ook zijn er mantelzorgers die zich niet willen laten registreren, soms is dat omdat ze geen etiket opgeplakt willen krijgen.
5.3
Ondersteuningsvormen: behoefte Mantelzorgers moeten eerst behoefte hebben aan ondersteuning voordat ze er gebruik van maken. Voor een aantal faciliteiten en ondersteuningsvormen is aan de mantelzorgers gevraagd of zij hier behoefte aan hebben om hun taak als mantelzorger te kunnen blijven vervullen. De resultaten zijn terug te vinden in de volgende tabel4. Dit jaar is deze vraag uitgebreid met nieuwe antwoordcategorieën. Voor 2013 staat bij deze categorieën een X omdat er geen resultaten voor beschikbaar zijn.
4
De percentages kunnen optellen tot meer dan 100%, aangezien het mogelijk is geweest om meerdere antwoorden te geven.
22/32
GEMEENTE BEST
Tabel 10
Behoefte aan ondersteuning 2015
2013
Faciliteiten met betrekking tot vervoer
42%
X
Praktische hulp
32%
33%
Financiële tegemoetkoming
39%
43%
Informatie
25%
22%
Advies en begeleiding
14%
23%
Periodieke respijtzorg thuis
10%
X
Incidentele respijtzorg
8%
5%
Vrijstelling sollicitatieplicht
8%
X
Materiële hulp
7%
36%
Ontspannende activiteiten
7%
X
Emotionele steun
5%
7%
Belangenbehartiging
5%
X
Educatie
3%
6%
Periodieke respijtzorg buitenshuis
3%
X
Kinderopvang
0%
X
De mantelzorgers hebben het meeste behoefte aan faciliteiten met betrekking tot vervoer, praktische hulp en een financiële tegemoetkoming. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mantelzorgers vaak aangeven behoefte te hebben aan een financiële tegemoetkoming. Dit jaar is daarom expliciet gevraagd waarom de mantelzorgers hier behoefte aan hebben. De resultaten staan in de onderstaande tabel. Tabel 11
Redenen behoefte aan financiële tegemoetkoming 2015
Door het mantelzorgen heb ik extra kosten
33%
De financiële tegemoetkoming ervaar ik als waardering
19%
De financiële tegemoetkoming ervaar ik als erkenning
10%
Dan kan ik samen met mijn zorgvrager iets leuks doen
10%
Dan kan ik iets extra’s doen voor mijn zorgvrager
5%
Door het mantelzorgen ben ik minder gaan werken of gestopt
5%
Door de aanscherping van de sollicitatieplicht is mijn uitkering verlaagd Anders
0% 19%
De meest genoemde reden is dat mantelzorgers extra kosten maken door het mantelzorgen. Daarnaast ervaren zij de financiële tegemoetkoming ook als waardering.
23/32
GEMEENTE BEST
In de vragenlijst staat één open vraag waar mantelzorgers kunnen invullen waar zij het meest behoefte aan hebben om de zorg voor hun naaste te kunnen volhouden. De volgende antwoorden zijn gegeven: Hulp bij het huishouden, veelal ter ontlasting van de mantelzorger (9x). Een woningaanpassing, enkele mantelzorgers lichten toe dat een woningaanpassing het voor hen makkelijker zou maken om de zorg te verlenen (5x). Begeleiding bij het mantelzorgen en informatie over de zorg door een gesprek met de gemeente, de mantelzorger en de zorgvrager te voeren (5x). Een financiële tegemoetkoming, vanwege het maken van extra kosten door de mantelzorg of zodat men minder kan werken (3x). Vrijstelling sollicitatieplicht (2x). Gehandicaptenparkeerkaart (2x). Tijd voor mezelf, verder niet toegelicht (2x). Een andere vorm van ondersteuning: dagbesteding, begeleiding, vervoer en persoonlijke verzorging worden genoemd (elk éénmaal genoemd). Iemand voor gezelschap en die met de zorgvrager kan wandelen (1x). Respijtzorg (1x). Vervanging bij uitval van de mantelzorger (1x). Gezellige bijeenkomsten of een bon voor iets leuks (1x). Ondersteuning van mijn werkgever (1x). 5.4
Ondersteuning: tevredenheid Behalve naar de behoefte is ook gevraagd naar de tevredenheid over de faciliteiten en ondersteuning indien de mantelzorgers hier gebruik van hebben gemaakt. Figuur 5
24/32
Tevredenheid over faciliteiten/ondersteuning (links 2015 en rechts 2013)
GEMEENTE BEST
De resultaten in deze figuren zijn indicatief, omdat het gaat om kleine aantallen (veelal onder de tien). Dit jaar is de tevredenheid ook uitgevraagd voor enkele andere vormen van ondersteuning. Figuur 6
Tevredenheid over faciliteiten/ondersteuning (2015)
Ook hiervoor geldt dat de resultaten indicatief zijn, omdat het aantal respondenten kleiner is dan tien. De bedoeling van veel faciliteiten of vormen van ondersteuning is om de last van het mantelzorgen te verlichten. Aan de mantelzorgers is daarom gevraagd of zij het gevoel hebben dat de last minder is geworden door de ondersteuning die zij ontvangen. Tabel 12
Heeft u het gevoel dat de last van het mantelzorgen minder is geworden door de ondersteuning die u ontvangt? 2015
2013
Veel
4%
16%
Enigszins
39%
43%
Niet
57%
41%
Voor de meeste mantelzorgers (57%) geldt dat de last van het mantelzorgen niet minder is geworden door de ondersteuning. In 2013 waren er meer mantelzorgers die wel het gevoel hadden dat de last van het mantelzorgen was verminderd door de ondersteuning. 5.5
Waardering van mantelzorgers Vanaf 1 januari 2015 mogen gemeenten zelf bepalen op welke manier zij de waardering voor mantelzorgers vormgeven. Aan de respondenten is gevraagd of zij
25/32
GEMEENTE BEST
het afgelopen jaar een waardering hebben ontvangen van de gemeente of het Steunpunt Mantelzorg. 30% heeft een waardering ontvangen. Tabel 13
Heeft u het afgelopen jaar een waardering ontvangen vanuit de gemeente of het Steunpunt Mantelzorg? 2015
Ja
30%
Nee
67%
Weet niet
4%
26/32
GEMEENTE BEST
Bijlage 1
Resultaten tevredenheidsonderzoek mantelzorgers In onderstaande tabel zijn alle resultaten weergegeven. Daarnaast is waar mogelijk het resultaat opgenomen van het mantelzorgonderzoek uitgevoerd in 2013. Kenmerken
Geeft u zorg of hulp aan meer dan één persoon?
2015
2013
17%
20%
Hoeveel uur mantelzorg per week? 0 t/m 4 uur
27%
31%
5 t/m 8 uur
25%
32%
9 t/m 16 uur
15%
14%
17 t/m 24 uur
12%
9%
25 uur of meer
21%
15%
Hoe lang geeft u deze zorg? Minder dan 3 maanden
0%
2%
3 t/m 6 maanden
4%
1%
7 t/m 12 maanden
4%
2%
1 tot 2 jaar
5%
10%
2 tot 5 jaar
28%
33%
Langer dan 5 jaar
60%
53%
Aan wie geeft u mantelzorg? Echtgeno(o)t(e) of partner
47%
38%
(Pleeg-/stief)kinderen
4%
5%
(Schoon)ouders
39%
42%
Ander familielid
6%
5%
Buur, vriend of kennis
1%
5%
Anders
4%
4%
Wat is de woonsituatie van de zorgvrager? Woont bij mij in huis
52%
39%
Woont elders, in tehuis of zorgvoorziening
4%
11%
Woont elders, zelfstandig
43%
50%
Anders
1%
0%
27/32
GEMEENTE BEST
Kenmerken - vervolg 2015
2013
Lichamelijke beperkingen (handicap)
61%
55%
Algemene, lichamelijke beperkingen door ouderdom
45%
44%
Dementerend/geestelijke achteruitgang
11%
21%
Anders
18%
13%
Psychische problemen
6%
8%
Niet alleen kunnen zijn
8%
6%
Verstandelijke handicap
4%
4%
Gedragsproblemen
3%
4%
Wat is de zorgsituatie?
Welke vormen van hulp geeft u? Vervoer en begeleiding bij bezoeken
76%
87%
Administratieve hulp
73%
83%
Aanvragen en regelen van voorzieningen
69%
83%
Hulp bij het huishouden
61%
73%
Bieden gezelschap, troost, afleiding
57%
78%
Klaarmaken warme maaltijden
43%
47%
Persoonlijke verzorging
31%
37%
Begeleiden bij het communiceren met anderen
31%
42%
Verpleegkundige hulp
25%
34%
Structuur aanbrengen in het dagelijkse leven/dagritme
25%
54%
Begeleiden bij het omgaan met anderen
17%
38%
Anders
10%
59%
28/32
GEMEENTE BEST
Delen zorg 2015
2013
31%
33%
54%
61%
57%
53%
78%
78%
80%
85%
Deelt u de hulp of zorg voor uw zorgvrager met een andere mantelzorger? Ontvangt uw zorgvrager ook hulp of zorg van (professionele) zorg- of hulpverleners? Zijn er afspraken gemaakt over de verdeling van de zorgtaken tussen u en de (professionele) zorg- of hulpverlener(s)? Beschouwt u zichzelf als mantelzorger? Ervaart u als mantelzorger begrip van uw omgeving?
In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? (% eens en zeer mee eens) De samenwerking met de (professionele) zorg- en 100% hulpverleners verloopt meestal goed Het kost veel tijd om elkaar te informeren en op de hoogte te blijven De verdeling van zorgtaken leidt tot missers
25% 8%
De afspraken tussen de betrokkenen worden niet nagekomen
8%
Ik ben een volwaardige gesprekspartner voor de professionele zorg- en hulpverleners
100%
Er is voldoende vertrouwen tussen mijzelf en de (professionele) zorg- en hulpverleners Ik weet mij gesteund in mijn zorgtaken
100% 97%
Stel dat u plotseling uitvalt; welke gevolgen heeft dit? De zorg of hulp wordt niet gegeven 42% De zorg of hulp wordt gegeven door een andere 27% mantelzorger
22% 41%
De zorg of hulp wordt gegeven door een vrijwilliger of professional De zorg of hulp wordt gegeven middels een particuliere hulp Opname van de zorgvrager is noodzakelijk Anders
29/32
9%
13%
1%
5%
7%
3%
14%
17%
GEMEENTE BEST
Beperkingen en belasting als gevolg van mantelzorg (% nooit en soms) 2015
2013
Vrijetijdsbesteding buitenshuis
93%
82%
Huishoudelijk werk in eigen huis
82%
85%
Vrienden, familie of kennissen ontmoeten
92%
89%
Vrijetijdsbesteding binnenshuis
91%
82%
Aandacht en tijd aan gezinsleden geven
89%
96%
Vrijwilligerswerk doen
90%
83%
Betaald werk verrichten
87%
89%
Aandacht en tijd voor jezelf
89%
77%
Hoe belast voelde u zich het afgelopen jaar toen u mantelzorg gaf (overbelast, tamelijk/zeer zwaar belast)?
30%
Contact gemeente – Steunpunt Mantelzorg
Woont u in dezelfde gemeente als degene voor wie u zorgt?
2015
2013
89%
86%
Heeft u in het afgelopen jaar contact gehad met een medewerker van de gemeente in verband met ondersteuning
28%
voor uw zorgvrager? Heeft er een gesprek plaatsgevonden waarbij zowel een medewerker van de gemeente, uw zorgvrager als u aanwezig
61%
waren? Is er tijdens dit gesprek ook aandacht besteed aan uw situatie als mantelzorger? Vindt u dat er bij de voorgestelde oplossing voldoende rekening gehouden is met uw situatie als mantelzorger? Heeft u contact gehad met een medewerker van het Steunpunt Mantelzorg of andere ondersteuningsorganisatie? Heeft u hulp of ondersteuning gehad van het Steunpunt Mantelzorg of andere ondersteuningsorganisatie? Bent u als mantelzorger geregistreerd bij de gemeente en/of het Steunpunt Mantelzorg? Heeft u het afgelopen jaar een waardering ontvangen vanuit de gemeente en/of het Steunpunt Mantelzorg?
30/32
57%
100%
12%
67%
16%
30%
27%
GEMEENTE BEST
Ondersteuning en faciliteiten – behoefte 2015
2013
Financiële tegemoetkoming
39%
43%
Praktische hulp
32%
33%
Informatie
25%
22%
Materiële hulp
7%
36%
Advies en begeleiding
14%
23%
Faciliteiten met betrekking tot vervoer
42%
Emotionele steun
5%
7%
Incidentele respijtzorg
8%
5%
Educatie
3%
6%
Periodieke respijtzorg thuis
10%
Vrijstelling sollicitatieplicht
8%
Ontspannende activiteiten
7%
Belangenbehartiging
5%
Periodieke respijtzorg buitenshuis
3%
Kinderopvang
0%
Ondersteuning en faciliteiten - tevredenheid (% tevreden en zeer tevreden) 2015
2013
Financiële tegemoetkoming
42%
64%
Praktische hulp
80%
100%
Informatie
65%
82%
Materiële hulp
88%
77%
Advies en begeleiding
87%
88%
Faciliteiten met betrekking tot vervoer
63%
Emotionele steun
67%
53%
Incidentele respijtzorg
67%
50%
Educatie
50%
45%
Periodieke respijtzorg thuis
33%
Vrijstelling sollicitatieplicht
66%
Ontspannende activiteiten
67%
Belangenbehartiging
100%
Periodieke respijtzorg buitenshuis
83%
Kinderopvang
100% Last van het mantelzorgen
Heeft u het gevoel dat de last van het mantelzorgen minder is geworden door de ondersteuning die u ontvangt? (Veel, enigszins)
31/32
43%
59%
GEMEENTE BEST
Terugvallen hulp/zorg 2015
2013
67%
80%
Familie
95%
90%
Vrienden
34%
48%
Buren
18%
21%
Zorg- of hulpverleners
9%
16%
Anders
0%
7%
(Zorg)vrijwilligers
0%
2%
2015
2013
Heeft u mensen om op terug te vallen? Op wie kunt u terugvallen?
Achtergrondkenmerken
Ervaart u als mantelzorger begrip van uw werkgever?
31%
Verricht u betaalde arbeid? Nee
62%
61%
Ja, 1 t/m 12 uur per week
5%
6%
Ja, 13 t/m 31 uur per week
17%
16%
Ja, 32 uur of meer per week
16%
17%
Heeft u de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk gedaan? Nee
67%
69%
Ja, incidenteel
11%
10%
Ja, tot 2 uur in de week
5%
3%
Ja, 2 tot 4 uur in de week
3%
6%
Ja, 4 tot 8 uur per week
7%
6%
Ja, 8 uur of meer per week
7%
5%
Man
45%
44%
Vrouw
55%
56%
17 jaar of jonger
0%
2%
18-34 jaar
3%
6%
35-64 jaar
48%
53%
65-74 jaar
25%
13%
75 jaar en ouder
24%
26%
Geslacht
Leeftijd
32/32
GEMEENTE BEST
TELEFOON
070 - 310 3800 E-MAIL
[email protected] WEBSITE
www.bmconderzoek.nl
33/32