KLACHTSCHRIFT voor de
Raad van Discipline ressort Arnhem-Leeuwarden over
mr. R. Ester advocate te Nijmegen 19 augustus 2013 Emile Gemmeke
De Feiten 2005, december: Mr. Lianne Keus (toendertijd bij Hekkelman Advocaten te Nijmegen) en mr. Reina Ester (eigen praktijk te Lent bij Nijmegen) hierna “beklaagde” hebben een lunchafspraak. Mr. Lianne Keus informeerde beklaagde dat de echtgenoten Patty Broekman, hierna “Patty” en Emile Gemmeke (klager) hierna “ondergetekende” voornemens zijn met beklaagde contact op te nemen om hun scheiding middels medition met haar te regelen. Deze vraag was van ondergetekende (klager) afkomstig. Op dat moment waren er voorlopige voorzieningen toegekend aan Patty1. 2006, 16 januari: Mr. J. Berendsen informeert ondergetekende schriftelijk dat het verzoek tot echtscheiding plus nevenvoorzieningen is ingetrokken. Zijn brief aan de rechtbank Arnhem en de reactie van de rechtbank waren als bijlagen (bewijs) toegevoegd. 2006, 21 maart: Beklaagde wordt door Patty benaderd. In dit gesprek adviseert zij om partijen (dus Patty en ondergetekende) elk een eigen advocaat te laten nemen. Dit advies is afwijkend van de voorgelegde vraag door Patty en informatie die beklaagde in december kreeg.2 2006, 30 maart: start “communicatie-periode (A)” • Beklaagde bericht mij deze dag schriftelijk van haar opdracht. In een uitvoerige brief stelt zijn mij vragen en/of maakt sommerende opmerkingen. Van een deel daarvan kan ik de relevantie en/of het nut niet zien. • 17 april 2006, ik geef op alle punten antwoorden en reacties. Steeds inhoudelijk, soms voorzien van een kritische toonzetting. Deze kritiek heeft dan betrekking op de vele, in mijn ogen onnodige en irrelevante, aanmaningen die contraproductief werken. In mijn antwoord heb ik ook voldaan aan haar “verzoek” naar de testamenten van mijn Begin augustus 2005 hadden wij besloten tot een time-out, echter na een escalatie op zondag 30 oktober heeft Patty contact gezocht met mr. J. Berendsen en voorlopige voorzieningen geëist. Het exclusieve gebruik van de woning is haar begin december 2005 toegekend. Mr. Lianne Keus heeft ondergetekende uitsluitend bijgestaan in reflectiegesprekken en heeft nooit voor en/of namens ondergetekende geacteerd. 2 Korte tijd later begrijpt ondergetekende in een telefoongesprek met Patty dat beklaagde haar verzekerd heeft dat het een moeilijke scheiding lijkt te worden. Geen te bewijzen feit, wel waarheid! Achteraf zie ik hier professionele self fulfilling prophecy. 1
Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
1
•
•
•
•
•
• •
•
ouders. Ook stel ik enkele vragen, waaronder naar de testamenten van de ouders van Patty. Verder vermeldt ondergetekende “Nog steeds sta ik voor mediation open en denk dat dit de beste oplossing is.” en wordt er geëindigd met: “Het heeft mijn voorkeur om uw brief en mijn reactie als niet verzonden te beschouwen en een betere start maken.” Nooit antwoord gekregen! 27 april 2006, een nieuwe brief van beklaagde. Ze meldt dat Patty 25.000 euro van ons vermogen eenzijdig tot zich heeft genomen en stelt: Voor het overige verzoek ik u mij te antwoorden (met bijlagen) op mijn schrijven aan u d.d. 30 maart 2006. Bijzonder: (1) ik heb de enveloppe met alle inhoudelijke antwoorden persoonlijk in de brievenbus van haar praktijk gedaan en (2) ondergetekende weet uit email van Patty dat zaken gelezen zijn. Verder “belooft” beklaagde mij dat eerdaags ik door de deurwaarder een verzoek tot echtscheiding overgereikt krijg. De mededeling dat ondergetekende “gerechtigd” was om ook 25.000 euro naar een privérekening over te maken laat ondergetekende voor wat die is en geeft er geen uitvoering aan. 1 mei 2006, ondergetekende reageert. Meld onder meer het feit dat Patty 2.000 euro extra van ons gezamenlijke vermogen tot zich heeft genomen. Maar ook “Het is er mij veel aan gelegen de scheiding snel en netjes te regelen. Netjes heeft onder meer betrekking op de manier waarop wij na de scheiding samen ouders voor onze kinderen kunnen zijn.“. Dit wordt door ondergetekende ook concreet gemaakt! 10 mei 2006, in de brievenbus treft ondergetekende van de deurwaarder het (eenzijdige) verzoek tot echtscheiding. Hierin diverse omissies, waarbij de belangrijkste: o geen woord over de “claim” van Patty op een groot deel van ons vermogen (lijkt me toch een belang van cliënte van beklaagde). o geen ouderschapsplan voor onze minderjarige dochter Marle, terwijl dat toen (en ik veronderstel nu nog steeds) wel toegevoegd behoord te zijn of redelijke argumenten (feiten) waarom zoiets ontbreekt. 14 mei 2006: Ondertekende reageert met een herhaling van de uitnodiging tot overleg. Opnieuw … geen reactie, geen afwijzing, geen ontvangstbevestiging: niets! 22 mei 2006, brief naar Rechtbank Arnhem waarin ondergetekende de omissies in het verzoekschrift meldt en verzoekt het niet-ontvankelijk te verklaren. Hierop komt per ommegaande antwoord.3 1 juni 2006, gedwongen door de situatie neemt ondergetekende contact op met mr. Jan van Halder (Van den Wildenberg & Van Halder) 6 juni 2006, aan oudste dochter Maud (toen 18 jaar) geeft ondergetekende zijn doelstellingen mee: de vele woorden geven gedetailleerd weer wat ook in de brief van 1 mei 2006 (hierboven) verwoord werd.4 8 september 2006 (vrijdag 11:00), na een lange, niet vruchtbare, overlegperiode, waardoor ook mr. Jan van Halder met zijn handen in zijn (sporadische) haren komt te zitten, is er een gesprek op zijn werkkamer (de twee advocaten, Patty en ondergetekende).
Persoonlijk begrijp ik dit niet wanneer de griffier op omissies geattendeerd wordt, hij/zij dat interpreteert als “verweer” en stelt dat uitsluitend via een advocaat verweer gevoerd mag worden. Juiste interpretatie was geweest: alertheid verhogen en mr. R. Ester op de omissies wijzen en herstel van deze omissies eissen. Ik ken de term preliminair verweer, dit lijkt op zoiets, maar civiel recht is anders dan publiek recht. 4 Deze tekst is als bijlage 1 toegevoegd. 3
Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
2
•
•
Er is geen uitkomst, maar op het verzoek van Patty voor assistentie met haar computer zegt ondergetekende toe ’s avonds te komen helpen. 10 september 2006 (dus tweede dagen later!): In dit weekend, waarbij ondergetekende daad bij woord kon voegen (scheiding netjes regelen) en Patty niet werd gehinderd door interferenties5 en de goede bedoelingen kon zien, is samen (zonder advocaten) de echtscheiding geregeld in een overeenkomst. Mr. Jan van Halder krijgt van ons de opdracht deze overeenkomst om te zetten in een convenant, beklaagde mag het bij de rechtbank indienen als afronding van haar, op 10 mei 2006, ingediende verzoek tot echtscheiding. Gevraagde datum scheiding is 1 november 2006. 19 oktober 2006, Rechtbank Arnhem, mr. J.G. Luiten beslist conform het ingediende convenant (140914 / ES RK 06-382)
2006, 1 november: scheiding. Volgens het convenant mogen enkele eigendommen van ondergetekende in de woning van Patty blijven totdat zijn (nieuwbouw) woning gereed is. 2007, 4 januari: overdracht woning bij notaris (uitkopen van ondergetekende). Dit gaat niet zo soepel. Ondergetekende heeft de indruk dat Patty de nadelige gevolgen van de scheiding begint te merken en is sterk met schuldvraag bezig. Waar eind september toonzetting vriendelijk was, is die ondertussen verandert naar grimmig. 2007, 19 september: nieuwbouwwoning van ondergetekende wordt opgeleverd: De Geerkamp 1014, 6545 HB Nijmegen. Sinds het transport bij de notaris gaat contact van ondergetekende met Patty steeds slechter. De maanden na oplevering worden door Patty eenzijdige voorwaarden geformuleerd voor het ophalen van mijn spullen, waaronder een sauna. Ondergetekende schakelt mr. Jan van Halder in om haar te overtuigen dat gewoon onze afspraken nakomen het meest verstandige is. Dit levert weinig op en uiteindelijk komt de echte druk van beklaagde met … 2008, 29 januari: start “communicatie-periode (B)” • Via mr. Jan van Halder wordt door beklaagde bericht dat de volgens convenant overeengekomen bezittingen op zaterdag 23 februari 2013 worden afgeleverd en ondergetekende moet maar thuis zijn.6 • Iets later krijg ik een deurwaarder bevel in verband met discussie over enkele bedragen.7 Op mijn klacht dat de vordering onjuist is, is nooit ingegaan. De vordering bevatte twee soorten fouten: a) van een deel waren de vermelde bedragen waren wel overgemaakt; b) over andere bedragen bestond discussie (o.a. watergebruik perceel Patty en ondergetekende had studiebijdrage overgemaakt aan Maud in plaats van Patty). • Nadat uitsluitend (B) betaald werd, stopte de procedure, geconcludeerd mag worden dat de discussie over (A) terecht was. Ik besef het suggestieve woordgebruik, het is een subjectief feit, geen objectief feit. Omschrijvingen in het convenant als “de helft van de boeken, CD en videofilms”, zijn natuurlijk algemeen en hebben in zich besloten dat op een later moment samen de exacte verdeling wordt gemaakt. Eenzijdig keuzes forceren draagt niet bij aan een goed verstandhouding. Een foto van de “aflevering in voortuin” is te leveren. 7 Het is mij duidelijk geworden dat enig rechtsmiddel dat openstaat tegen onjuiste vorderingen een gang naar de rechter is. Een deurwaarder is niet verplicht te controleren of een vordering terecht is, uitsluitend het toevoegen van een convenant en de opmerking dat het niet nageleefd wordt blijkt voldoende. 5 6
Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
3
•
•
•
Feitelijk werd ondergetekende gedwongen een bedrag van rond 200 euro als verlies (onrecht) te accepteren omdat de enige optie een gang naar de rechter was. Iets wat de slechte verstandhouding zeker niet zou verbeteren en ondergetekende geen 200 euro waard was. Ondertussen staat ondergetekende in zo’n problematiek principiëler, dergelijke chantage is nu niet meer mogelijk. Beklaagde meldt dat de sauna die volgens het convenant aan ondergetekende toebehoord, door hemzelf een jaar daarvoor geplaatst, aard-en-nagel-vast is en daarom wordt zonder overlegmogelijkheid 400 euro als compensatie overgemaakt. Deze zijn per ommegaande teruggestort, van aard-en-nagel-vast is geen sprake en 400 euro is geen reële compensatie. In de maanden hierna doet ondergetekende diverse pogingen om zijn spullen en naleving van het convenant te regelen. Uiteindelijk, na ruim anderhalf jaar touwtrekken, blijkt een rechtszaak nodig: 14 mei 2009, kortgeding onder zitting van mr. N. Huijgen (183921 / KG ZA 09-259). 8 De uitkomst van het kortgeding is een overeenkomst, waarbij de cliënte van beklaagde geheel heeft moeten toegeven en meer, zie ook hierna “Resultaten (ook feiten)”. Patty en beklaagde hebben het niet op een uitspraak laten aankomen maar uiteindelijk meegewerkt hebben aan een overeenkomst.
2009, enkele weken later, zomer: Oudste dochter Maud gaat met haar moeder (Patty) heimelijk op vakantie en contact met ondergetekende wordt gemeden. Heimelijk omdat dit geheel in tegenspraak is met haar email van een paar weken daarvoor. Toevallig worden ze, op afstand, door een collega van ondergetekende herkend die toevallig ook in Berlijn is. Voor een studente Humanistiek vindt ondergetekende het heimelijke ontoelaatbaar en stelt: voordat ik verder met studiebetalingen ga mag je mij eerst wat zaken uitleggen. 2010, voorjaar: Ondergetekende zag en sprak zijn jongste dochter Marle toen nog regelmatig. Het contact was zonder meer goed. Echter vrij plotseling veranderde dit. Ondergetekende vermoedde als reden dat Maud haar bachelor ging halen en dat mocht ondergetekende niet weten. Dus opnieuw: heimelijk. Iets wat niet bij onze opvoeding past. Meningsverschillen zijn prima; een eigen menig is uitstekend, graag. Maar voor heimelijk en oneerlijkheid is bij ondergetekende geen plaats. Vandaar dat ondergetekende nu ook Marle aangeeft dat ze eerst wat moet uitleggen, voordat betalingen worden gedaan. Mr. Jan van Halder heeft voor een dergelijke situatie een clausule opgenomen in het convenant, onder 2.3 staat: De man verplicht zich aan de kinderen ook vanaf de datum dat zij 21 jaar zijn geworden een bijdrage in de kosten van studie en levensonderhoud te voldoen zo lang de kinderen met hun studies redelijke resultaten behalen en in overleg met hun beide ouders studeren of een beroepsopleiding volgen. 2010, 9 juni 2010 (18:23): Nadat ondergetekende van een ex-zwager een soort van dreigement heeft ontvangen, meldt ondergetekende in een uitvoerige email aan zijn dochters, met kopie aan beklaagde, dat normaal doen het verstandigste is. Motief om beklaagde op dat moment te informeren was een poging haar ethisch bewustzijn aan te spreken. Na vier jaar “ervaring” meent ondergetekende kijk op oorzaken te hebben. Tijdens deze rechtszaak heeft beklaagde aangedragen dat ondergetekende met vele emails Patty niet met rust liet. Deze aantijging was bijzonder omdat beklaagde op 19 april 2006 een enveloppe van mij ontvangen heeft met daarin substantiële grievende spam van Patty. Verder was het onwaar, gelukkig had ik deze zien aankomen en kon ik als ICT-er eenvoudig wat tellingen over de jaren doen en hiermee deze aantijging volledig weerleggen. 8
Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
4
2010, 14 juni Omdat op deze manier dochters leiden onder een strijd van Patty en beklaagde tegen ondergetekende heeft ondergetekende een afspraak met mr. Joan van Vliet (van Vliet advocaten te Nijmegen). Zij stelt voor dat zijn als mediator gaat acteren en een brief die daartoe uitnodigt wordt een dag later verstuurd aan zowel Patty als beklaagde. 2010, 24 juni, start “communicatie-periode (C)” • Het antwoord op het voorstel met mr. Joan van Vliet als mediator zaken (opnieuw netjes) te regelen komt met de deurwaarder: een kortgeding van de kinderen Maud en Marle die hun studiebijdrage opeisen. De snelheid van reageren verraadt voor ondergetekende de regisseur. De kinderen zeker niet en ook Patty zou zoiets nooit zo snel voorstellen. Wel beklaagde. Dus de kinderen zijn (indirect, via hun moeder) door beklaagde geronseld voor eigenbelang van beklaagde en/of dat van Patty. • 12 juli 2010, kortgeding te Rechtbank Arnhem (201972 / KG ZA 10-413) Patty vertegenwoordigde dochters Maud en Marle die respectievelijk op 3, 5 juli (!) de machtiging hiervoor getekend hebben. Deze machtigen waren geen onderdeel van het deurwaarderbevel, enkele weken eerder, terwijl toen wel werd aangegeven dat Patty hun vertegenwoordigde. Ondergetekende trekt hier logische (psychologische) conclusies uit: handige regie voering. • 26 juli 2013, rechter mr. Nobert Huijgen formuleert zijn vonnis. Zowel de zitting als de uitspraak bevatten enkele details die interessant zijn, zeker als achtergrond informatie en de effecten op ondergetekende. Deze details zijn interpretaties van ondergetekende en staan onder kopje: Opmerkingen bij de zittingen. • 2 weken later krijgt ondergetekende al een deurwaarderbevel, zonder enig bericht van te voren. Waarbij opnieuw, want dit was bij het vorige deurwaarderbevel ook zo, beklaagde sommeert bedragen naar haar over te maken waarbij ze geen rekeningnummer bekend maakt. • omdat door foutieve voorlichting van mr. Joan van Vliet de beroepstermijn verlopen is, is beroep niet meer mogelijk, maar er wordt door ondergetekende wel aangekondigd dat correctie (of herinterpretatie) van de conclusie van mr. N. Huijgen de rechtbank voorlegt gaat worden. • half jaar later, ondergetekende stopt met betalen en wacht af wat er gebeurd. • 16 januari 2012, zitting te Rechtbank Arnhem (220460 / FA RK 11-12183) mr. C.J.M. Hendriks zit voor en begrijpt de voorliggende vraag niet. Uiteindelijk stellen de kinderen dat ze geen bijdrage hoeven (dus het direct tegenovergesteld van hun eis anderhalf jaar daarvoor) en ondergetekende trekt zijn verzoek in. 2013, heden, start “communicatie-periode” (D) • Patty heeft heden een tweede herinnering gekregen omdat ik haar aanspreek op punt 2.2 uit ons convenant: De ouders spreken af, dat zij bevorderen dat tussen Marle en haar vader, overigens net als tussen Maud en haar vader, goed en regelmatig contact zal bestaan. Verder verwijst ondergetekende naar punt 8.1 van dit convenant, tweede volzin: Nakoming zal steeds kunnen worden gevorderd al dan niet met schadevergoeding.; Dat ik vergaande psychische schade heb, dat kan ik aantonen met conclusies van diverse psychologen. Of er weer een rechtszaak komt is nog niet duidelijk, ondergetekende hoopt van niet. Of bij een eventuele nieuwe zaak beklaagde weer een rol gaat spelen is onzeker, maar ligt wel in de lijn van de verwachting van ondergetekende. Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
5
Resultaten (ook feiten) Het resultaat voor de cliënten van beklaagde is bedroevend. Dit wordt inzichtelijk aan de hand van de genoemde “communicatie” periodes. (A) De totstandkoming van de scheiding. De “werkwijze” van beklaagde heeft haar cliënte Patty geen voordeel opgeleverd: • Het oorspronkelijke eenzijdige echtscheidingsverzoek heeft omissies. Ondergetekende heeft met de gedachte rondgelopen om geen verweer te doen, echter dan waren volgens hem de problemen niet te overzien geweest (onduidelijkheid over eigendommen, financiën e.d.). • Patty wilde een snelle scheiding, uiteindelijk is er meer dan een half jaar verloren gegaan door het machtsspel dat beklaagde introduceerde. Immers zonder beklaagde lukte het ons in een weekend (toegegeven: de lange periode ervoor had wel als effect: we willen er uit komen); • Beklaagde (of haar inbreng) heeft geen rol gespeeld bij de uiteindelijke verdeling en uitwerking; dus zeker geen aantoonbare financiële “winst”. (B) De afhandeling boedelscheiding: • Patty heeft uiteindelijk de sauna geheel moeten vergoeden, dus 2000 euro in plaats van het idee van 400: (a) zijnde 1600 euro te betalen door Patty aan ondergetekende. • Patty heeft de verplichting op zich genomen om, net als ondergetekende, onze kinderen per maand, per kind 350 euro (met inachtname van de alimentatie index) te geven als zij studeren (hierbij acht ik ons convenant onverminderd van toepassing, met name punt 2.3). Een reële tevens lage schatting, op dat moment, is voor dochter Maud drie jaar en voor dochter Marle zes jaar. Hiermee komen de minimale bedragen (zonder indexering) op respectievelijk 12.600 euro en 25.200 euro (totale verplichting 37.800 euro) Het bedrag voor Maud is met haar verlaat afstuderen en indexering uiteindelijk 16.963 geworden. Waarmee op moment van dit schrijven 2 x 19.963 + 9.000 (herziende lage schatting voor de rest van Marle) het herziende lage totaal van de “vrijwillige” verplichting is geworden: (b) 48.926 euro verplichte studie bijdrage, te betalen door Patty • Patty heeft goederen moeten naleveren, dus: (c) goederen + transport • Voor ondergetekende is er niets veranderd in het totaalbedrag! Mr. R. Ester heeft ooit bedragen genoemd van 400 (Maud) en 250 (Marle) zonder te beseffen dat Marle ooit zou gaan studeren (vreemd, ze lijkt zelf studerende kinderen te hebben en het is toch niet haar eerste echtscheiding). Ten tijde van het kortgeding was dit door indexering een totaalbedrag van 700 euro geworden. Mijn voorstel, dat toen al een half jaar oud was, was op basis van eerlijk verdelen, Wij (ouders) hadden ongeveer gelijke en voldoende draagkracht, dus voor kinderen in gelijke situaties zijn gelijke bedragen logisch (gelijke monniken gelijke kappen). (C) Studiebijdragen kinderen • Hoewel in eerste instantie de kinderen in gelijk zijn gesteld, geeft ondergetekende dat tegen de uitspraak beroep wordt aangetekend. Door een foutje van mr. Joan van Vliet, ze noemt een termijn van drie maanden is het uiteindelijk te laat. Ondergetekende test de band tussen de kinderen en beklaagde, waarvan zeker lijkt dat deze uitsluitend via Patty bestaat. Onder meer door na een half jaar te Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
6
stoppen met betalen. Twee weken na het vonnis was er direct zonder vooraankondiging een deurwaarder bevel … nu blijft het stil, ondertekende trekt conclusies. Uiteindelijk komt er een nieuwe rechtszaak die van alle kanten een “rommeltje” is. De kinderen laten hun claim vallen en ondergetekende trekt de zaak in. Omdat het om principes ging (eerlijkheid en nakomen van afspraken en ondergetekende zich niet laat dwingen of chanteren), maakt ondergetekende direct een deel van de openstaande bedragen over. Per ommegaande worden deze bedragen door Maud en Marle (respectievelijk 4611,05 en 2120,80 euro) teruggestort. Samenvatten is de conclusies dat de door beklaagde bedachte strijd haar eigen geronselde cliënten (de kinderen van ondergetekende) na anderhalf jaar een gezamenlijk bedrag van 19.000 euro (en oplopend) als verlies nemen. (D) Nieuwe zaak • Zeker is dat dit geen rust geeft en in potentie is er een substantiële vordering. Ondergetekende heeft van diverse psychologen te horen gekregen dat de gehele situatie hem in zijn beroepsuitoefening belemmerd en nu ondergetekende in de WW zit wordt zijn op een nieuwe betrekking extra verkleind. De deken formuleerde in een gesprek om beklaagde te vrijwaren: uw ex-partner heeft dit gewild. Ondergetekende denkt daar iets genuanceerde over, Patty heeft dit laten gebeuren, zeker omdat elementen van de pesterijen haar wel aanspraken en/of alternatieve leken te ontbreken. Laten gebeuren is reactief, willen is proactief handelen, het verschil is groot. Op die verantwoordelijk wordt ze in een eventuele nieuwe rechtszaak aangesproken. Een zaak die nooit nodig was geweest als beklaagde zich maar enigszins betamelijk had gedragen.
Opmerkingen bij de zittingen Mr. N. Huijgen zat de zitting van 14 mei 2009 (vader tegen moeder) voor en naar mij oprechte mening heeft hij daar in algemene zin goed werk verricht. Ondergetekende vond zwak: • Net als de twee advocaten en de griffier bleek ook voor hem de rekensom onduidelijk waarom tijdens de zitting beloofde ondergetekende zijn jongste dochter Marle uit eigen wil (eigen voorstel) te compenseren voor het bedrag dat zij minder dan Maud aan studiebijdrage zou krijgen door de naweeën van de naïeve manier waarop beklaagde de oorspronkelijke bijdrage had geformuleerd en wat tot dat moment niet gecorrigeerd was (cumulatief ruim 2000 euro); • Gegeven de emoties bij de Patty (gevoerd door beklaagde) leek hem beter dat er geen direct contact meer tussen ons was. Ondergetekende denkt, zeker achteraf, dat dit een behoorlijke psychologische misser was en het heeft beklaagde redelijk vrij spel gegeven. In de zaal was een ex-zwager aanwezig (enige aanwezige) en mr. N. Huijgen stelde hem als intermediair voor. Ondergetekende wilde niet onwelwillend zijn en accepteerde. Het wordt punt 8 in de overeenkomst. Omdat, de door mr. N. Huijgen voorgestelde intermediair zich tijdens het afleveren van de goederen op zaterdag 6 juni 2009 misdroeg, was ondergetekende van mening dat dit punt van de overeenkomst op het detail aangewezen persoon, herzien moest worden. In email aan mr. Jan van Halder en beklaagde deed ondergetekende verslag van welke goederen en in welke staat aangetroffen zijn en wordt dit punt als afgehandeld beschouwd, echter over punt 8 wordt gesteld:
Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
7
Zoals ik eerder vermelde, is punt 8 is voor mij belangrijk geworden. Maar ik wil zeker geen nieuw probleem wil (zie inleiding) en dat lijkt mij ook niet nodig. Een zo soepel mogelijke invulling van de ontstaande "vacature" door iemand, die deze taak wel goed kan invullen, is dus noodzakelijk geworden. Ik zie hierin geen taak voor dhr. van Halder of mij om dit te regelen. De voorgeschiedenis tekent dit mijns inziens eenduidig af. Mijn bijdrage zal vooral bestaan in het geven van opties en ruimte: - mevr. Ester kan een persoon voordragen die Patty voldoende als vertrouwenspersoon ziet (bijvoorbeeld geselecteerd uit haar familie, buren of kennissen) - gezien de vakantieperiode en vooral om nu geen onnodige escalatie te veroorzaken stel ik voor voldoende tijd te nemen; echter dit wel voor 1 augustus te regelen (7 weken) - wel wil ik een “intake”-gesprek met de voorgestelde kandidaat. Hij/zij moet zich bewust zijn van zijn/haar verantwoordelijkheden. Van gedrag op basis van een uitgesproken partijdigheid en/of een invulling als dhr. Poos kan geen sprake zijn. Mij lijkt dat mr. N Huijgen tijdens de zitting het belang van een dergelijke persoon en zijn taak voldoende heeft duidelijk gemaakt. - ik kan niet beoordelen hoeveel en wie Patty de afgelopen jaren zo beïnvloed heeft als dhr. Poos. Door de ervaring op 6 juni schat ik in dat meerdere personen binnen haar familie en kennissen deze taak niet (meer) voldoende goed kunnen invullen, wel verwacht ik dat er nog opties over zijn. Indien er behoefte aan bestaat wil ik wel een lijst met namen en mijn inschatting aan dhr. van Halder of eventueel mevr. Ester overhandigen, het gaat dan om inschattingen, niet meer, niet minder. Ook wil ik zelf wel personen voordragen, als dat gewenst is. - ik vertrouw er op dat niemand een herhaling wil en dat Patty met een geschikte kandidaat komt. - waarschijnlijk is dit nieuwe feit voor Patty net zo’n teleurstelling als voor mij. Dit geeft toch weer onrust die we beiden niet willen. Ik hoop dat de presentatie naar haar op een constructieve en probleemoplossende manier verloopt. Escalaties hebben we mijns inziens voldoende gehad. - ik vertrouw er op dat, nadat overeenstemming over de vervanging is bereik, mevr. Ester eventueel noodzakelijke documenten verzorgd. - graag had ik dat mevr. Ester binnenkort dhr. Poos schriftelijk inlicht en zowel Patty als mij een cc-stuurt.
Omdat hierop geen reactie kwam van beklaagde of Patty heeft ondergetekende 16 augustus 2009 via de rechtbank mr. N. Huijgen benadert voor advies. Immers het was zijn voorstel op basis van zijn psychologische inzichten. U begrijpt … ondergetekende is iets te logisch. In steno gebeurde er het volgende: De griffier stuurde ondergetekende het bos in, de volgende griffier idem-dito, klagen leidt tot een afscheepbriefje, presidente van rechtbank aanspreken lukt ook niet inhoudelijk. Waardoor de Nationale Ombudsman uiteindelijk formuleert: Dat de door de griffiers gestuurd brieven niet helemaal juist waren ben ik met u eens. Dat het bestuur geen oordeel heeft gegeven over uw klacht komt ook niet overeen met wat een burger mag verwachten van een goede klachtbehandeling. In die zin heeft u ook een punt. Dit vormt echter onvoldoende aanleiding voor een onderzoek.
Maar gelukkig weet de Nationale Ombudsman met enige moeite toch nog de juridische grondslag van de weigering om met mr. N. Huijgen in contact te treden. Deze “juridische grondslag” lezende concludeert ondergetekende dat die niet terecht aangemerkt wordt, maar discussie hierover wordt geblokkeerd. ----Stelling Sommige zittingen moeten er gewoon niet zijn. Sommige discussies zijn niet geschikt voor een zitting en een rechter “kan het dan moeilijk goed doen”. ----Een jaar later, in email van ondergetekende op 2010, 9 juni 2010 (18:23), aan jongste dochter Marle (kopie beklaagde), haalt ondergetekende de zitting en zijn waarneming over het volgende aan (letterlijke tekst): Want hoe zit het dan met die overeenkomst die tijdens de zitting is gemaakt? Tja, dat is nogal speciaal. Laat ik beginnen met het feit dat de 4 aanwezige juristen de rekensom niet begrepen. En niet alleen de rekensom, ook niet de achtergrond van de 2077,38 euro. Het is dan ook slecht door de griffier op schrift gesteld. Tja, juristen zijn veelal “alpha’s” en die hebben moeite met abstract en logisch denken. Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
8
In de dagvaarding voor de zitting van 12 juli 2012 (dochters tegen vader) neemt beklaagde als punt 5 op: De vader zet de dochters oneigenlijk onder druk om contact met hem te hebben en te houden op zijn voorwaarden. De dochters hebben dit als zeer bedreigend ervaren, mede door hun wetenschap over de opstelling van de man in de vraagstukken in de echtscheidingsprocedure (geestelijk en lichamelijk geweld tegen de moeder en niet-afhoudende procedures.
En besluit als bewijs diverse emails toe te voegen, waaronder die van 9 juni 2010 (18:23). Mr. N. Huijgen zat ook de zitting van 12 juli 2010 (dochters tegen vader, moeder vertegenwoordigd dochters) voor. Het was hem duidelijk dat hij “ons” een jaar eerder had gezien. Ondergetekende had voor deze zitting geen advocaat genomen, ondergetekende meende sterk verweer te hebben. • Een kort geding was niet terecht, van de vorige zitting had ondergetekende geleerd dat mr. N. Huijgen echt een acceptabele spoedeisende reden wilde (terecht). Beklaagde stelde in dagvaarding dat mijn dochters in directe financiële problemen zouden komen. Dat was onjuist, ter zitting kwam ondergetekende met stukken waar uit bleek dat de persoonlijke vermogens van Maud en Marle resp. minimaal 17.000 en 19.000 euro waren, dus voldoende om vier jaar te studeren zonder de geëiste bijdrage. Dit werd niet weerlegd, staat ook in het vonnis vermeld … maar de zitting ging door. Ondergetekende betwijfeld ook of de “geregelde” toevoeging (voor jullie is deze klus “gratis”) terecht is. • Opnieuw is de inzet van beklaagde: karaktermoord. Zie ook punt 5 van de dagvaarding (hierboven). De kinderen zijn behoorlijk gedrogeerd en hebben daarvan psychologische last. Maar niet door ondergetekende. Wel moet ondergetekende in dit kader toegeven dat psychologen verzekerd hebben dat een vader het altijd aflegt in loyaliteit als het dochters betreft en dat werkelijke feiten nauwelijks relevant lijken te zijn. • De niet-afhoudende procedures is een lievelingsuitlating van beklaagde; ondergetekende heeft deze beschuldiging eerder aangetroffen. Elke keer als ondergetekende zich niet als een lam laat offeren heet dat een “procedure” die ondergetekende aanzwengelt. Nuchtere telling van deurwaarderbevelen leert: o november 2005, mr. J. Berendsen namens Patty: voorlopige voorzieningen; o mei 2006, beklaagde namens Patty: eenzijdig verzoek tot echtscheiding; o februari 2008, beklaagde names Patty: enige financiën, waarover discussie bestond, was zeker anders te regelen geweest, bedrag klopte in ieder geval niet; o mei 2009, mr. J. van Halder namens ondergetekende; o juni 2010, beklaagde names mijn kinderen, vertegenwoordig door Patty. De grove aantijging laat ondergetekende perplex staan. • Het bleek een tactische zet van beklaagde om de email van ondergetekende toe te voegen, tijdens de zitting kwam mr. N. Huijgen met de schampere opmerking “ik ben wel niet zo’n abstract denker maar, …”. Wat denkt u dat ondergetekende een logische verklaring vindt voor de vraag waarom beklaagde, een advocate met 20 jaar ervaring een rechter van zijn kritische houding over rechters op de hoogte stelt? • Het vonnis van mr. N. Huijgen stelt ondergetekende teleur: Het verweer, een concrete paragraaf uit de ons convenant vertaalt deze rechter naar eis in reconventie. Door deze vrije vertaalslag wordt het belangrijkste verweerpunt nietig verklaard, immers eisen in reconventie kunnen alleen door advocaten worden ingediend. • Ondergetekende doorziet deze truc te laat (na het vonnis) en dan is wraking niet meer mogelijk (het abstract denken heeft waarschijnlijk meebepaald). Dat het bijna letterlijk in het vonnis staat (dus controleerbaar, ook daar is niets mee te beginnen). De enige Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
9
openstaande voorziening is beroep. Daarvoor benaderde ondergetekende mr. Joan van Vliet opnieuw, nu de medition niet meer van toepassing was. Ondergetekende neemt aan dat mr. N. Huijgen serieus getracht heeft een redelijke belangenafweging te maken. Dat onze kinderen inzet van strijd waren, dat was hem wel duidelijk. Voor een groot deel was hij wel in staat door de poging van karaktermoord heen te kijken, maar voor een deel niet. Daarbij is ondergetekende een wijsneus, die voor juristen een doorn in het oog is. Zeker de email heeft daar niet bij geholpen. Hij dacht, denk ik mijn kinderen te helpen …, maar had strakker de regels moeten hanteren (integer, onpartijdig en objectief). ----16 januari 2012, zitting te Rechtbank Arnhem door mr. C.J.M. Hendriks voorgezeten. (het lijkt er op dat mevrouw mr. C.J.M. Hendriks deze functie niet meer heeft. Naar de uiterst bescheiden mening van ondergetekende moet dit een significant gunstige uitwerking hebben op het gemiddelde niveau van de rechters in de Rechtbank Arnhem)
Mijn beoordeling (de klachten) 1. Gedragsregel 3, in de minne schikken waar mogelijk, wordt op de meest extreem mogelijke manier geschonden. a. Beklaagde reageerde nooit. Zelfs een fatsoenshalve ontvangstbevestiging lijkt onmogelijk. Hiermee frustreert zij systematisch (vanaf dag één) elke mogelijkheid tot overleg; b. Toen beklaagde haar werkwijze na een half jaar improductief bleek, hebben de ex-partners samen (dus zonder advocaten) op 10 september 2006 de basis van het convenant opgesteld. Er waren dus mogelijkheden; c. In plaats van adviseren afspraken na te komen, voorstellen deze gewoon bruut te negeren en te acteren (eigenrichting) op een wijze die normaal de tegenpartij wel zal laten afhaken, maar ondergetekende niet. Nadien zijn zaken met een rechtszaak rechtgezet, zoals vergoeding voor een sauna 2000 euro i.p.v. 400 euro evenals het nog moeten leveren van diverse goederen (overigens staat nog e.e.a. open); d. Toen in juni 2010 een discussie tussen de jongste dochter en ondergetekende ontstond, heeft beklaagde proactief geadviseerd een rechtszaak aan te spannen: i. De email van 9 juni 2010 (18:23) gaf duidelijk aan dat zoiets niet nodig was; ii. Mr. Joan van Vliet haar aanbod als mediator (14 juni 2010) wordt twee weken later van tafel geveegd, maar eerst ….; iii. 21 juni 2010: bericht van een rechtszaak (op 12 juli 2010). iv. hiermee heeft zij ook nieuwe cliënten (mijn dochters) geworven en daarbij schending van … 2. Gedragsregel 7, belangenverstrengeling, de kinderen zijn misbruikt door Patty en beklaagde voor een strijd die niet nodig was. Waarom gaf ondergetekende een jaar daarvoor uit vrije wil Marle ruim 2000 euro? Toch niet omdat ondergetekende “op geld uit is”. Uiteindelijk heeft deze onnodige strijd een behoorlijk financieel nadeel opgeleverd, de stand voor de kinderen is nu 19047,10 euro “verlies” en het bedrag loopt elke maand flink op; 3. Gedragsregel 30, eerlijke antwoorden, wordt ook op extreme manier geschonden. Beklaagde fantaseert en liegt waar het haar uitkomt, sterker nog: ondergetekende kan zich geen vraag voor de geest halen waar wel een correct antwoord op gegeven is. Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
10
Wanneer tegenpartij gedwongen werd tot eerlijkheid was het Patty en niet beklaagde die de onjuistheid bekende. Concrete voorbeelden zijn haar pogingen tot karaktermoord: a. in stukken aan deurwaarder of rechtbanken: “niet-afhoudende procedures” eerder genoemd; b. tegen mr. N. Huijgen stellen dat er met ondergetekende niet te praten valt. Zonder enige basis, nooit geprobeerd en zelf systematisch uit de weg gegaan. Waarschijnlijk bedoelde beklaagde dat zij met 80% van de medemensen niet kan communiceren en beklaagde in die 80% groep valt. Dat antwoord was waarschijnlijk dichter bij de realiteit; c. En last-but-not-least, weet beklaagde in de fase van “verweer”, tijdens de klacht die ondergetekende ingetrokken heeft, een aanval ingezet die geschiedvervalsing is, ze formuleerde: Bij gelegenheid van de laatste zitting bij de Rechtbank heeft de heer Gemmeke mij fysiek aangevallen. De bewaking van de rechtbank kon voorkomen dat ik hierdoor schade heb ondervonden. Dit is een stellige beschuldiging van poging tot lichamelijk geweld! Ondertekende hoopt, maar verwacht van niet, dat er een video-opname is (graag controleren). Maar ondergetekende durft ook te vertrouwen op het geheugen onder meer van mijn advocate. Wat was het werkelijke voorval? Ja, ondergetekende was ontzet. Door haar opstoken van de kinderen. Hierdoor heeft ondergetekende ze ruim twee jaar niet meer gezien. Natuurlijk is dit subjectief, het is dan ook geen onderdeel van de klacht. Ja, emotie van ondergetekende was zichtbaar en iemand (wie?) heeft de aanwezigheid van een suppoost gevraagd. Ja, na de zitting heb ik haar op de gang aangesproken op een manier die bij PowNews past en de suppoost heeft hier een einde aan gemaakt door zich tussen ons te plaatsen. Afstanden tussen personen zijn niet kleiner geweest dan 20 cm, geen sprake van direct contact, geen seconde. Ook niet van dreiging, mogelijk wel van oncomfortabel voelen (PowNews). Dus van fysiek is nul-komma-nul sprake, evenals van schade. Overigens verbaast het ondergetekende dat beklaagde met 20 jaar ervaring deze techniek gebruikt. Dit duidt er op dat deze techniek vaker tot succes leidde (ervaring). Dat geeft weer ernstige twijfel over de kwaliteit van het toezicht op de advocatuur. Of staat u achter deze techniek, die zich “voor uw ogen afspeelt”? 4. Gedragsregel 19, verplichting tot kennisgeving van voornemen Na de rechtszaak op 12 juli 2010 is er door mr. N. Huijgen op 26 juli 2010 vonnis gesproken. Zonder enige vooraankondiging had ondergetekende op 2 weken later een deurwaarderbevel tot betaling, overigens aan beklaagde en zonder haar rekeningnummer (zorgvuldigheid?) … waarmee ook: 5. Gedragsregel 23, zorgvuldig in financiële handelingen a. hier lijkt ook bedoelt een correct bedrag berekenen bij een deurwaarderbevel (eerder voorval). Zeker omdat, zoals geleerd, de enige mogelijkheid tot verzet is het aangaan van een rechtszaak (met hoge kosten, meer dan foutief “gedeclareerd” en slecht voor de relatie). Vooralsnog is het, door niet te reageren op klacht van ondergetekende hierover, misbruik maken van een bij wet gegeven machtspositie. Dus eigenlijk ook schending van gedragsregel 1; b. is het ook niet normaal dat er naast de betalingsverplichting ook de betalingswijze (rekeningnummer) bekend gemaakt wordt? 6. Gedragsregel 1, vertrouwen in de advocatuur Beklaagde maakt zich schuldig aan machtsmisbruik. Met name het tweede deurwaarder Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
11
bevel, zonder toestemming van cliënten, beschouwd ondergetekende als een vermogensdelict, dus behoorlijk extreem. Het OM wil daarin niet meegaan vanwege opportuniteitsredenen. De Nationale Ombudsman accepteert de opportuniteitsredenen van het OM. Artikel 12 procedure bij het Gerechtshof leert ondergetekende dat betreffende rechters niet kunnen lezen en motiveren. Dan staat geen nationaal rechtsmiddel meer open. Het lijkt de ultieme degeneratie van ons rechtssysteem wanneer “technieken” als de ander wurm proberen te maken, tot de standaard uitrusting van advocaten gaan behoren. Te overwegen is weer plaats voor het duel te creëren, een meer eerlijke vorm van eigenrichting.
De klacht & gevolgen Het feiten relaas en de resultaten concentreren zich op de juridisch meest relevante en meetbare zaken. Discussie of een briefje onnodig grievend is, en dergelijke, zijn moeilijk hard te maken. Maar juist in dit grijze gebied is veel meer mis met beklaagde. Ondergetekende weet van navragen bij juristen dat beklaagde ook zo bekend staat. De term “straatvechter” is in zo’n gesprek gevallen en ook “wij weren haar uit ons samenwerkingsverband”. Als ik dan vraag waarom er geen actie wordt ondernomen, dan komt er: Emile dat doen wij niet! Wat echt geen al te moeilijke echtscheiding had hoeven zijn, is een drama geworden omdat beklaagde vanaf het eerste moment machtsmiddelen inzette. Iets wat “toevallig” bij ondergetekende niet werkt. Wel werkt een eerlijke en integere opstelling waarbij natuurlijk de belangen van haar partij (Patty) uitgangspunt zijn. Een advocate hoeft een brief niet te beantwoorden en er is geen Raad van Discipline die maar overweegt daar verandering in aan te brengen …. maar … Wanneer kinderen genegeerd worden door andere kinderen, dan heet dat “pesten” en in Nederland worden op die problematiek regelmatig alert gemaakt. Het wordt als immoreel en onwenselijk gedrag gezien. Het niet beantwoorden van brieven van ondergetekende is een vorm van negeren en dus pesten. Als ervaringsdeskundige weet ondergetekende het psychologisch effect (wanhoop). Door wel mr. Jan van Halder zijn brieven te beantwoorden blijkt de dwang die uitgeoefend is om ondertekende een advocaat te laten nemen, waarmee beklaagde het zelfbeschikkingsrecht van ondergetekende ondergraaf heeft wetende dat het systeem (u) haar steunt. Ondergetekende betwijfeld dat wij ons democratisch Nederland dit zo willen. Wanneer de deken moeite heeft met artikel 46c sub 1 van de Advocatenwet en totale desinteresse toont, dan trekt ondergetekende conclusies en deelt die met personen die kunnen beoordelen of genoemde twijfel terecht is, zie ook de aanbiedingsbrief. Deze zaak loopt lang, zeer lang. Dat is vooral voor de cliënten van beklaagde (Maud, Marle en Patty) erg ongunstig. Steeds opnieuw worden zij geconfronteerd met de strijd voor recht en rechtvaardigheid van ondergetekende. Hun huidige perceptie is dat “alles” de schuld van ondergetekende is. Het is juist die perceptie die emotioneel diep raakt en veroorzaakt dat ondergetekende zo nodig tot zijn dood zal laten vechten voor waarheid. Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
12
In die waarheidsvinding hebt u een belangrijke rol, u kunt dit document als uitgangspunt gebruiken om de waarheid te zoeken … maar wie durft te zoeken, moet ook durven te vinden. Daar zit waarschijnlijk uw grootste probleem: Beklaagde is in mijn ogen schuldig, ernstig schuldig aan het misgebruiken van mogelijkheden die een systeem (u) haar biedt, nee … niet bied, zelfs aanbied ! Falend toezicht: het gebrek aan discipline. De staatsecretaris voelt het al tijden aan zijn water …
Aanbiedingsbrieven Dit klachtschrift is met een aanbiedingsbrief per gewone post verzonden aan de Deken van de Orde, mr. Paul Wilmink (bijlage). Ook is er voor de Raad van Discipline een aanbiedingsbrief, die ingaat op de manier waarop dit klachtschrift tot stand is gekomen (ook bijlage). Verzending is ook naar de Raad.
Ter afsluiting Alle genoemde feiten zijn eenvoudig te verifiëren. Omdat de deken weigerde aan deze klacht mee te werken heb ik geen goed beeld kunnen opbouwen welke bewijsstukken en beschrijvingen de Raad van Discipline van belang acht, maar natuurlijk zal ik elke vraag naar stukken direct beantwoorden. Het mag zelfs personen met weinig psychologisch inzicht duidelijk zijn dat naast de financiële schade die beklaagde aantoonbaar eigen cliënten heeft berokken, de psychische schade, vooral van de kinderen zoveel meer is. De uitkomsten van gedegen onderzoek in opdracht van de deken of de Raad van Discipline, bijvoorbeeld door een goed instituut als het GITP, naar de psychologische schade bij alle betrokkenen zullen, naar oprechte verwachting van ondergetekende, alle amices van beklaagde het schaamrood op de kaken laten komen. Natuurlijk kan ondergetekende een dergelijk onderzoek nooit onafhankelijk laten uitvoeren, het is aan u.
Getekend
Emile Gemmeke Nijmegen 19 augustus 2013 (digitale versturing ongetekend)
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514
[email protected] Klachtschrift tegen mr. R. Ester (19 augustus 2013)
13
Emile Gemmeke From: Sent: To: Subject: Attachments:
Emile <
[email protected]> woensdag 7 juni 2006 22:50 'Jan Halder' Ter info VerzoekPatty.pdf
Beste Jan, Ik heb Patty bijgevoegd document gestuurd (gisteren meegegeven aan mijn oudste dochter). Ik wil even wachten of daar reactie op komt. Het lijkt me goed volgende week, tweede helft een afspraak te hebben. Ik heb momenteel geen afspraken staan, dus graag een voorstel van jou met vriendelijke groet, Emile ---------------------------------------------------Emile Gemmeke Gerard Noodstraat 47 6511 SV Nijmegen 024 8480366 06 49968207
1
Patty,
Het is mijn doel om de scheiding snel en goed te regelen Snel omdat het duidelijk is dat we geen partners voor elkaar kunnen zijn, in elk geval jij zeker niet voor mij. Ik vind dat het tijd is om te bouwen aan een nieuw leven. Goed omdat ik denk dat we elkaar in ons leven nog veel tegenkomen en onze kinderen harmonie verdienen. Volgens mij is goed ook veel meer dan de juridische afhandeling die nu centraal lijkt te staan. Advocaten willen daar zich soms maar beperkt over uitlaten, ze hebben er ook geen baat bij en kunnen er niets mee. Voor mij is dit essentieel.
Ik wil graag een vriendschappelijke relatie Ik vind het van belang om te werken aan een vriendschappelijke relatie. Dat is goed voor Maud en Marle en dat bevestigt ook de vele goede momenten van de afgelopen 27 jaar. Vriendschappelijk betekent voor mij dat ik je, net zoals buren en familie, graag help met technische problemen e.d.. Ik heb voorbeelden gezien waarbij dat na een scheiding heel goed werkt voor de ex-partners en vooral ook voor de kinderen. Ik wil daar voor gaan en daarom over al mijn pijn en verdriet heen stappen.
Ik wil werken aan verzoening Daarop heb ik steeds ingezet. Daarom ben ik tegenover anderen, zoals familie, collega’s en kennissen altijd positief geweest over jou. Zo ben ik in die dialogen wel met oorzaken maar niet met schuld (typisch bekrompen christelijk begrip) bezig geweest. Door mijn positieve insteek en eerlijkheid, kan jij gerust iedereen onder de ogen komen. Ik hoop dat jij op een gelijke manier met mij overweg gaat.
Ik gun jou de woning Het is het beste voor jou en Marle als je op de Sparrenhof blijft. Maar ook voor Maud is dat goed, die komt nog vaak genoeg thuis. Het is het enige huis waar ze nooit gewoond hebben en dus hebben ze er een band mee. Om de er voor te zorgen dat je de lasten van de woning zonder problemen kan opbrengen, ben ik bereid gedeeltelijk geld in de woning te laten. We stellen dan een contract op met rechten en plichten, ik laat dan o.a. wat spullen in de kelder. Als je het huis niet wil, dan wil ik het. Ik vind het belangrijk dat we daarover snel een beslissing nemen.
Ik wil de toekomst van de kinderen borgen Ik wil borgen dat de kinderen in de toekomst de financiële steun krijgen waar wij altijd voor gespaard hebben. Ik heb stel voor om afspraken te maken dat we ze op termijn een groot bedrag te geven, die afspraken kunnen we vastleggen. Ik wil graag een redelijke alimentatie betalen voor de kinderen. Maar dat staat los van het voorgaande, en het gevraagde bedrag is te absurd om op in te gaan. Mijn verweer in de brief van 17 april is overigens geen tegenvoorstel. Niet als zodanig geformuleerd en niet als zodanig bedoelt. Wel ben ik blij dat je nu een signaal geeft dat die brief ontvangen en gelezen is. De alimentatie staat dus los van de financiële boring die ik voor de kinderen wil.
-1-
Ik ben voor een eerlijke verdeling Volgens mij is het ethisch en moreel onjuist om na 10/20 jaar op afspraken en een manier van leven terug te komen. Ik doe dat ook niet, vandaar ook dat ik onze stille afspraak wil nakomen met betrekking tot de toekomst van de kinderen. Ik verwacht van jou dat je dat ook niet doet met betrekking tot de manier waarop wij altijd alles samen gedeeld hebben (en niet alleen wij, Jose/Toon en Helma/Carel en Marian/Peter ook). Ik merk uit het verzoekschrift dat Reina weet dat er geen basis is voor een andere verdeling dan 50/50. Mijn voorstel van een 45/55 verdeling is verlopen.
Ik hoop snel samen de financiën te regelen We zullen op korte termijn een groot aantal zaken samen moeten regelen. We zullen een datum moeten vaststellen waarop we gescheiden financiën willen hebben. Ik hoop 1 augustus, maar dan moeten we echt haast maken. Ik hoop niet dat je dit uitstelt tot na een uitspraak. Blijf je op je huidige lijn dan zijn we op zijn vroegst pas rond 1 januari echt gescheiden. • Tenaamstelling aanpassen van 3625716 (wil ik hebben) • Tenaamstelling aanpassen op opheffen van 3968093 (wat jij wilt) • Automatische betalingen omzetten (of opheffen): o Gas / water /elektriciteit o Gemeentelijke belastingen o Zuiveringsrecht o Volkskrant o Wegenbelasting o Lidmaatschap Lindenberg Malden Recreatie (veldschuur) o Telefoon • Belastingaangifte Maar een aantal zaken hangt samen met de verdeling.
Ik wil samen de spullen gaan verdelen We zullen samen het huis door moeten. Ook hier geldt voor mij dat afhankelijk wie het huis neemt waarschijnlijk een heel andere formule zal zijn. Ik kan me voorstellen dat een aantal zaken voorlopig in het huis blijven ook al woont de ander erin. Ik zou daar geen moeite mee hebben. Er is natuurlijk een heleboel, niet alleen meubels, maar ook fotoalbums (en foto’s), boeken, CD’s, spulletjes als tenten, …
-2-
Scheiden graag met een positieve insteek Ik hoop dat we samen kunnen werken aan een positieve scheiding. Ik heb daar steeds voor gepleit. Ik ben nog nooit als eerste met eisen of verwachtingen gekomen. Ik vind het heel jammer dat ik mij steeds moet verweren. Zeker omdat jij niet wil zien hoe zaken voor mij zijn. Ik hoop dat je stopt met overdrijven. Ik mijn laatste mail “ik verzoek” krijg ik terug met “jij eist”, dat kan alleen bij emotioneel lezen en negatieve gevoelens. Jouw situatie begrijp ik, maar je heb daar al jaren geleden zelf voor gekozen. Jij wilt al heel lang de scheiding, jij hebt al heel lang je emoties niet op orde. Als je mailt dat de hele buurt nu wel weet hoe het is, zegt dat niks over mij. Het zegt alleen iets over jou! Ook ik ben op geen enkele manier zeker van mijn toekomst (o.a. baan). Het bedrijfsleven en de maatschappij zijn zich behoorlijk aan het verharden. Dus misschien heb ik straks geen baan als jij er nog een van 19 uur hebt. Ik kijk graag naar onze goede zaken en stap over mijn teleurstellingen heen, denk aan mijn 50e verjaardag, waar ik de week ervoor je herhaaldelijk gevraagd heb geen ruzie te maken en Maud haar diploma uitreiking. Met de spanning die je recent opgebouwd heb, ga ik daar niet naar toe en heb dat Maud uitgelegd. Ik hoop dat jij ook naar onze goede zaken kan kijken en de rest echt kan laten rusten. We kunnen er dan samen uitkomen.
Samenvatting Ik wil graag samen in goed overleg tot een verdeling komen. Je weet ondertussen best wat de mogelijkheden zijn. Ik wil zeker voor de kinderen afspraken maken en ook eraan mee werken dat je tenminste 5 jaar in het huis kan blijven. Kom dus er nooit meer mee dat ik het huis opeis, dat doe ik niet, in tegendeel. Scheiden is ook veel praktische zaken regelen, dat doet de rechter niet. Ik wil daar graag mee beginnen, waarschijnlijk kunnen we dan de basis voor een convenant formuleren. Reina kan dan misschien de juridische afhandeling doen. Jouw huidige weg: het verzoek dat jullie hebben ingediend, gewoon ruw het mes erdoor, is voor beide veel verlies, zowel financieel als emotioneel. Anderen die je voorgegaan zijn, zijn in blijvende strijd beland. Het is een foute weg die lang duurt en veel kost. Nogmaals, voor mij is het essentieel dat we breder kijken. Ik heb keer op keer overleg aangeboden en krijg dan verwijten die niet juist zijn. Ik hoop dat je het nu niet weer laat escaleren zoals na mijn laatste mail. Ik verweer mij en verzoek jou met bewijs te komen. Jij kunt dat niet en doet dan alsof ik iets geëist heb, daarmee drijft je zaken op de spits. Maar in een zaak moet ik je gelijk geven. Mijn verwachting van Reina was te hoog, veel te hoog.
Ik vertrouw erop dat je het samen met mij kan: een nette scheiding.
Emile 6 juni 2006
-3-
Emile Gemmeke From: Sent: To: Subject:
Emile Gemmeke <
[email protected]> maandag 16 augustus 2010 8:21 'Mevr. R. Ester' Overmaking 1492,96 euro
Mevr. R. Ester, Recent heb ik een deurwaarder bevel ontvangen om 1492,96 euro te voldoen, aan u ! Ik constateer dat wederom en nog steeds mij geen rekening nummer bekend is gemaakt. Dat was met het deurwaarde bevel van 12 februari 2008 ook al zo. Het lijkt me niet de bedoeling dat ik letterlijk met een zak geld (losse euro’s) aankom zetten, maar ik heb daar geen enkele moeite mee. Ter zitting heb ik vermeld dat een eventuele betalingsverplichting door mij aangevochten zal worden. De manier waarop onderzoek ik momenteel. In een vakantieperiode is overleg met anderen wat moeilijk. De machtiging van Patty was uitsluitend voor de zitting. Voor het inschakelen van de deurwaarder moeten beide kinderen nadrukkelijk opdracht verlenen aan u direct. Ik verwacht per ommegaande hiervan de bewijsstukken. Het is de vraag of de kinderen terecht een aanspraak doen op kosteloze rechtsbijstand. Mijn inschatting van hun vermogen is “voorzichtig” geweest en zeker Maud kan wel eens over de grens van de vermogensbelasting heen zitten. Ik adviseer dit te controleren. Met betrekking tot het kortgeding van vorig jaar heb ik al gesteld dat Patty verplichtingen niet is nagekomen en dat de reactie op het misdragen van Peter Poos ongekend is. Mijn voorstel voor mediation blijft voorlopig open, het is het enige zinnige. De snelheid waarmee tijdens een vakantie periode zonder enige vooraankondiging de deurwaarder wordt ingeschakeld is typerend evenals de snelheid waarmee het kortgeding tot stand is gekomen na mijn e-mail naar Maud en Marle waarvan een cc aan u. Dit is genoteerd. Ik wijs er op het een advocate niet is toegestaan pro-actief en met eigen voordeel (omzet) hun cliënten te benaderen. De teller “niet-afhoudende” procedures is bijgesteld, het is een nog grotere aantijging geworden. Resumerend: - ik krijg per ommegaande uw rekening nummer, anders graag een afspraak om het geld op uw kantoor te overhandigen, ik ben overdag bereikbaar op 024 - 328 44 24. - ik krijg per ommegaande de machtiging/toestemming van mijn kinderen voor deze handelswijze. - het bedrag wordt onder protest overgemaakt. Als het vonnis nietig wordt verklaard eis ik de 1492,96 direct terug van u terug met een termijn van 14 dagen nadat dit bekend is! - voorstel tot mediation blijft voorlopig geldig met vriendelijke groet, Emile ---------------------------------------------------Emile Gemmeke de Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen +31 24 3739514 (KPN) +31 24 7852514 (VoIP/Telfort) +31 6 29556576 (werk)
1
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
de deken van de Orde van Advocaten mr. P.M. Wilmink & de adjunct-secretaris mr. M-L- Hoppenbrouwers Bureau van de Orde van Advocaten Postbus 4152 6803 ED Arnhem Nijmegen, 19 augustus 2013
Onderwerp: aanbiedingsbrief bij klacht tegen advocate Geachte heer & mevrouw, Bijgevoegd bied ik mijn (herziende) klacht in tegen mr. Reina Ester, kantoorhoudende te Nijmegen, Wisentstraat 1, 6532 AN Nijmegen. Gegeven onze correspondentie afgelopen jaar, heb ik niet de verwachting dat het onderzoek genoemd in de Advocatenwet conform de Memorie van Antwoord (minister Job de Ruiter [Kamerzitting, 1981- 1982, 16094, nr .6, p. 20 en 21]) zal worden uitgevoerd. Vandaar dat ik hierbij, met nadruk, op basis van de Advocatenwet artikel 46e sub 1, verzoek deze klacht onmiddellijk ter kennis van de Raad van Discipline te brengen. Bijgevoegd mijn aanbiedingsbrief aan de Raad van Discipline. Ik vertrouw er op dat de kopie paspoort, als bijlage bij mijn brief van 4 april 2013, nog in het archief van de Orde terug te vinden is. Vervaldatum is 5 januari 2016, de kopie is nog steeds actueel. Over de “leidraad” en de spanning met de wet (lees plichten voor de Raad van Toezicht, de Deken en de Raad van Discipline) heb ik mij eerder uitgelaten. Ik volg de wet, maar ben zonder meer bereid aan redelijke verzoeken gevolg te geven. Het genoemde “tweevoud” in de leidraad beschouw ik als een onnodig hindernis. Kopiëren (of afdrukken digitaal bestand) is een eenvoudige administratieve taak en uiteindelijk moet deze klacht onmiddellijk ter kennis van de Raad van Discipline worden gebracht, die een soortgelijke, in mijn ogen achterlijke, hindernis opwerpt (vijfvoud). Daarbij is in de leidraad de vorm van kopie niet beschreven: “schriftelijk”, dus is inspreken ook optie? Schriftelijk staat wel in de wet, maar daar staat weer niet “Nederlands”. Over het begrip “schriftelijk” stelt het juridische woordenboek (http://jw.juridischwoordenboek.com/contentDefinition.asp?termRechtsgebiedId=100978 2) het volgende: weergave door middel van schrifttekens, waarbij het irrelevant is wat de drager van de schrifttekens is. Overigens naast de brief (op papier en getekend) verzend ik ook de digitale kopieën, dus in die zin is er van drievoud sprake. Mocht, onverhoopt, over de aanlevering een vertragende discussie ontstaan, ben ik voornemens met een eenvoudig digitaal fotografisch procedé de tekst in “stenentafels” te laten etsen en deze persoonlijk aanleveren. Dit om het gewicht van de zaak te benadrukken. Sluit goed aan bij het tijdperk waar ik mij bij juridische procedures in waan: oude testament en de mij eerst bekende wetten (Mozes, tien geboden).
Emile Gemmeke
Vertrouw er dan ook op dat dit origineel (leuk woord in dit kader, heeft meerdere bruikbare betekenissen) in de archieven van de Orde van Advocaten op verantwoorde wijze bewaard wordt. Lezing van mijn klachtschrift, moet er mijn inziens tenminste er toe leiden dat, zonder een uitspraak te doen over een eventuele gepaste strafmaat, er een reële grond is om deze klacht in te dienen. Kwaliteit nastreven is alert zijn op klachten gebaseerd op reële gronden. Minister Job de Ruiter stond, volgens mij, voor ogen, dat de deken de kwaliteit van de kudde behoedde en daarmee met een onderzoekgeest “hier wil ik het fijne van weten”, actie zo ondernemen. Gedrag gericht om de kwantiteit van de kudde te behouden, dus ook de zwarte schaapjes, zal de kwaliteit verlagen … en dat zien we volgens mij al jaren. Kwaliteit is niet opmerken “uw ex-partner heeft dit gewild”, zoals in ons gesprek van een jaar geleden (20 augustus 2013, 16:00), zie ook mijn gespreksverslag van die avond. Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid en voor juristen is die in gedragsregel 9 nadrukkelijk vermeld, dat heet onafhankelijk beoordelen en handelen. De hele discussie tussen de Orde van Advocaten en de staatsecretaris gaat juist over het begrip onafhankelijk; jammer … de wereld om de juristen heen constateert een ongekende afhankelijkheid van ego en positie, deze werkelijke afhankelijkheid oplossen lijkt me primair. Ook u hebt deze afhankelijkheid en gevoeligheid nadrukkelijk gedemonstreerd. Want de start van ons telefoongesprek, begin augustus, evenals ons eerder genoemde, gesprek werd door u begonnen met mij de les te lezen over tutoyeren. Dat is puur ego en machtsvertoon. Kwaliteit en onafhankelijkheid betekenen eerst met de inhoud en feiten bezig gaan. Eventueel kan op basis van gelijkheid dan aan het einde de opmerking worden gemaakt dat voor vervolggesprekken een ander omgang op prijs wordt gesteld. Zo ben ik opgevoed, zo zie ik niveau. Voor uw gemak heb ik mijn klacht ook rechtstreeks aan de Raad van Discipline gezonden met een aparte brief (en kopie van deze). Ik begrijp goed dat de juristen die met mij in “aanraking” komen, mijn ongezouten en op termijn ook licht cynische kritiek niet als fijn ervaren. Het is in mijn optiek de enige mogelijkheid om een “wake-up-call” te bewerkstellen. Mijn primaire strijd is correctie van het onrecht dat mij overkomen is waarbij de beelden die mijn dochters opgedrongen hebben gekregen de belangrijkste component is. Ik ben uiterst gemotiveerd om te borgen dat dit soort praktijken zich in Nederland niet meer gaan afspelen, dat is werken aan kwaliteit. Hierbij werk ik liever samen dan het proces dat zich nu afspeelt, dat weet u, dat heb ik vaker gemeld. Aan mr. Jan Loorbach heb ik dat op 16 november zo verwoord: Als de struisvogelkop eenmaal uit het zand is, wil ik het dier graag voeden. Tot die tijd blijf ik aan zijn nek trekken. met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (digitale versturing zonder ondertekening)
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
Alle leden van Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden p/a/ het secretariaat Kamer H. 3.43 Postbus 30214 6803 AE Arnhem Nijmegen, 19 augustus 2013
Onderwerp :
aanbiedingsbrief bij klacht tegen advocate
Geachte leden van de Raad, Hierbij wil ik graag toelichting en achtergrond geven op mijn klacht tegen mevr. mr. Reina Ester, advocate te Nijmegen (voorheen praktijk houdende het Lent). Ik vertrouw er op dat deze klacht ook via de normale weg, die de wetgever voorschrijft (het decanaat), u spoedig weet te bereiken omdat ik, met nadruk, de deken verzoek, onder verwijzing naar artikel 46e sub 1 van de Advocatenwet, deze klacht u onmiddellijk ter kennis te brengen. De totstandkoming van deze klacht heeft een lange weg gegaan, waarmee mijn doel van indienen ook lichtelijk anders is dan men zou verwachten. Hierin zit de reden besloten de klacht onmiddellijk u ter kennis te willen brengen. Het afgelopen jaar (de periode om de klacht te formuleren) laat zich samenvatten met: • Ruim een jaar geleden, 23 juli 2012, benader ik de deken om hem op te hoogte te brengen van wat ik beschouw een rotte appel in zijn mand. • De deken blijkt niet geïnteresseerd, ik “mag” schriftelijk een klacht indienen, hij is niet bereid mij behulpzaam te zijn. Behulpzaam, zoals ik dat lees in de Advocatenwet artikel 46c sub 1. • Na “licht” aandringen mag ik mijn verhaal doen in een persoonlijk gesprek op 20 augustus 2012. Een gesprek waarin de problematiek hem Siberisch koud laat (toont totale desinteresse) en hij formuleert: “uw ex-partner heeft dit zo gewild”. Echter ik informeer alleen een geïnteresseerd toehoorder met details, dus deze conclusie is op enkele aanduidingen waarmee in zijn interesse probeerde te krijgen. Strafrecht lijkt mij niet zijn expertise te zijn; mij lijkt dat een huurmoordenaar niet wordt vrijgesproken omdat de opdrachtgever de moord wilde (maar ik ben geen jurist en kan mij in deze vergissen, sorry ik wordt licht cynisch van dergelijke kluitje-in-het-riet-stuur-acties). Mijn interpretatie van gedragsregel 9, eerste volzin leidt tot de persoonlijke conclusie dat de deken de plank behoorlijk misslaat in zijn taak kwaliteit te bewaken. • Pogingen de deken direct of indirect (Raad van Toezicht, Nationale Ombudsman) te overtuigen werken uitsluitend vertragend, maar leren mij perfect hoe juristen met een dergelijke problematiek omgaan1.
Discussies lopen bijzonder. Ongelijk toegeven lijkt onmogelijk en als na de derde poging met, steeds andere onjuiste en dus weerlegde argumenten er geen nieuw smoesje meer beschikbaar is, dan volgt blokkade met de toonzetting, dat met mij niet te “praten” valt.
1
Emile Gemmeke
•
•
• • • •
•
•
Uiteindelijk schrijf ik op 13 maart 2013 een brief naar de Orde van Advocaten waarin ik enkele klachten formuleer met ook, ik citeer: En dit is maar een selectie van 6 jaar ervaring met mevrouw mr. Reina Ester. Als het hoog houden van kwaliteit van de beroepsgroep inzet van gesprek wordt, dan zijn er veel meer details en misschien wel meer ernstige. Het onderzoek, zoals ik dat lees in de advocatenwet: art 46c (3x), 46d, 46h, 47, blijkt uit de eerste reactie van de Orde van Advocaten in het Dekenoveleg van 16 januari 2013, waarschijnlijk in het kader van harmonisering, gedegradeerd tot een werkinstructie op secretarieel niveau. Misschien dat ik als niet jurist een vreemd c.q. verkeerd beeld heb bij onderzoek. In mijn brief aan de Hoge Raad2 verwoord ik mijn beeld met: Voor mij betekent onderzoek enige hersenactiviteit. Vragen formuleren waarop antwoorden moeten komen. Zaken chronologisch ordenen en controleren of een beeld compleet en zonder tegenstrijdigheden kan worden vastgesteld. Zelf ooit begonnen aan een studie psychologie en daar was dit bij het vak “methoden en technieken” commonsense. Enige jaren later op de universiteit Nijmegen werkzaam geweest bij de vakgroep methoden en technieken van Beleidswetenschappen. Daar was dit niet anders. Ik informeer de Raad van Discipline op 14 april 2013 van mijn grieven over de klachtafhandeling. Omdat reactie uitblijft en de procedure doorloopt, herhaal ik op 20 mei 2013 mij bevindingen met de Orde. De reactie hierop van de griffie, is voor mij reden, met kritische toonzetting, uw voorzitter mr. Bruno van der Pol aan te schrijven (4 juni 2013). De persoonlijke reactie van de heer van der Pol (10 juni 2013), waarbij de kritische toonzetting meer gedomineerd lijkt te hebben dat de inhoud, slaat voor mij de plank behoorlijk mis (onprofessioneel, onjuiste conclusies en hij daagt mij uit voor een klacht bij de Hoge Raad). 16 juni 2013: ik geef de heer van der Pol gepaste inhoudelijke repliek met daarin de kans om de uitgedaagde klacht bij de Hoge Raad te voorkomen. Geen reactie gekregen. Verder trek ik mijn lopende klacht tegen advocate in omdat mij duidelijk is geworden dat ik die anders moet formuleren: immers er is geen belangstelling om fouten vast te stellen (geen behoefte aan kwaliteit te werken), maar juist om deze te maskeren3. Heden biedt ik mijn herziende klacht aan waarvan ik meen dat maskeren een behoorlijke stuk moeilijker is, maar nog steeds niet onmogelijk.
Met mijn klacht over uw voorzitter bij de Hoge Raad breng ik ook het bredere kader aan, waarbinnen deze klacht bestaat. Ik geloof niet dat de reactie van uw voorzitter fundamenteel anders is dan die van voorzitters van andere Raden van Discipline. Dat beoordeel ik, maatschappelijk gezien, als zeer ernstig. Toegegeven, mijn brief had ook provocerende elementen in zich. In een mooie balans met feiten en inhoud. Zijn reactie geeft inzicht in de verhoudingen tussen: professionaliteit, vermogen tot integer en objectief te reageren, kwaliteitsbewustzijn, relativeren, inlevingsvermogen en … positie. 3 Het is mij opgevallen dat de verplichting tot motiveren van vonnis en/of beslissingen, zoals deze volgens mij zijn vastgelegd en zoals die voor ambtenaren volgen uit art. 3:46 Awb (Een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering), vaak geschonden wordt. En dat is te begrijpen want er bestaat geen rechtsmiddel tegen slechte motivering open. Waarmee het deugdelijke in de praktijk erg subjectief wordt en leidt tot ongekende vrijheden (ik heb meerdere persoonlijke ervaringen waaronder een heel mooi en zuiver voorbeeld van het Europese Hof, dus ik schrijf dit niet zomaar). 2
Emile Gemmeke
Om op dit laatste door te gaan, mr. Marie-Louise Hoppenbrouwers geeft een leuke voorzet in haar schrijven van 9 april 2013, met daarin: Daarnaast wijs ik u erop dat mr. Ester is opgetreden als advocaat van uw wederpartij. Volgens vaste jurisprudentie van de Raden en het Hof van Discipline heeft de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen. Dat er klachten zijn afgewezen over vrijheden die advocaten gebruikt hebben in procedures, waarmee er vaste jurisprudentie te stand is gekomen, dat wil ik graag geloven. Interessante vraag is echter de exacte match van die situaties (meervoud) op de handelingen (ook meervoud) van de advocate die ik ter discussie stel. Ik beschouw een motivering uitsluitend als deugdelijk: wanneer elke van toepassing zijnde match wordt genoemd met benoeming van haar details (datum uitspraak, nummer, zaak) en daarmee deze op juistheid te verifiëren is. Als bijlage voeg ik mijn bijlage aan de Procureur-Generaal Hoge Raad der Nederlanden toe, die mijn klacht over uw voorzitter vergezelde. Deze lijkt mij informatief. Het rechtsbeginsel om de normale rechtsgang, eerste aanleg, tweede aanleg en eventueel cassatie, te beschermen tegen oneigenlijke andere paden om gelijk te halen, is voor mij een buiten discussie zijnde fundamenteel kenmerk van een goed rechtssysteem. Dus het koesteren van dit beginsel is belangrijk. Echter ,wanneer dat koesteren over periodes van jaren op een dogmatische manier gebeurd, iets waarvan mr. Marie-Louise Hoopenbrouwers mij onbedoeld in haar brief van 9 april 2013 weet te overtuigen, dan komen er voor de zwakkere appels kansen om te gaan rotten. Ook wordt deze dogmatiek door mr. Paul Wilmink en uw voorzitter op een (bijna te) zuivere manier geventileerd, waarmee op basis van statistiek het niet aannemelijk is dat ik de enige rotte appel getroffen heb. Statistiek (eigenlijk kansberekening) leert dat dan na een periode van tijd de pech ontstaat dat “een appel” dubbel rot is: gedrag en bereikte effect (rot = negatief voor eigen cliënten). Dan ben ik erg benieuwd naar de vaste jurisprudentie die exact hierover gaat. Mijn belang is niet dat uw mand op orde komt. Of dat uw belang is, is ter uwer beoordeling. Mijn belang is dat mijn kinderen gaan inzien dat de marktkoopman4 rotte appels verkoopt of verkocht. Mijn inzichten over hoe en wanneer dat inzicht tot stand kan komen, sturen mijn acties. Ik hou mijn belang scherp in de gaten en ben een lange termijn en kwaliteitsdenker.
Marktkoopman suggereert één persoon, maar dat is natuurlijk niet juist. Deze beeldspraak staat voor alle juristen die hierin enigszins een rol spelen. Juist door die massa (alle) ontstaat een “probleem” dat psychologen noemen het “Omstandereffect”, zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Omstandereffect 4
Emile Gemmeke
Ik adviseer u integer en objectief aan kwaliteit te werken en hou onder meer enkele tweede Kamerleden en, de door de Nederlandse Orde van Advocaten aangestelde “interim rapporteur toezicht”, mr. Rein Jan Hoekstra, op de hoogte van mijn voorderingen. Mocht u van mening zijn dat mijn visie geheel onjuist is, dan geldt het volgende: Vele juristen hebben hun deur voor mij dichtgegooid (ook uw voorzitter: “ik ga echt niet meer reageren”). Mijn deur is voor eerlijke en integere personen altijd open. Ik zit niet vast aan één oplossing voor mijn doel, mijn belang. Uw handen konden wel eens minder gebonden zijn dan u denkt door cultuur, gewoontes, dogma’s of wet- en regelgeving. U bent welkom. Vertrouw er op u correct geïnformeerd te hebben. met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke
OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland Mr. P. M. Wilmink.Deken
PERSOONLIJK' VERTROUWELIJ K De heerE. Gemmeke De Geerkamp1014 6545HB NIJMEGEN
Arnhem,22 augustus2013 Betreft:dhr.E. Gemmeke/ mr. R.B-Esterll (K13/129) mh/am
GeachteheerGemmeke. Gelderland, in hetarrondissement Namensde dekenvan de OrdevanAdvocaten 2013 van uw briefvan 19augustus mr. P.M.Wilmink,bevestigik hierbijde ontvangst waarbiju een klachtindienttegenmr. R.B.Ester,advocaatte Nijrnegen. voorte legenaande Raadvan Discipline. ln uw briefvraagtu de zaakonmiddellijk de klachtter Artikel46"advocatenwet bepaaltdat indiende klagerdaaromverzoekt in artikel46c, hetbepaalde onverminderd kennisbrengtvande Raadvan Discipline klacht."). in naarelkebij hemingediende tweedelid ( "Dedekenstelteenonderzoek Praktischgezienbetekentdit dat uw klachtwel wordtondezochtmaardat de dekenniet behoort. zalbezienof een schikkingin der minnetot de mogelijkheden Eenkopievan uw briefzondik hedenaanmr. Ester,met hetvezoekdaaropbinnendrie verneemt u reactieis ontvangen, Zodrade gevraagde wekenna hedente reageren. nader. toete zendenmet maakik graaggebruikom u de leidraad* Van dezegelegenheid vanklachten tegenadvocaten. betrekking tot de behandeling Hoogachtend, namensmr. P.M.Wilmink,
y-G**--). l,^'b#q M-L.A.J.Hoppenbrouwers adjunct-secretaris *bijlage
Postbus4152 6803ED Arnhem
- 38907 66 Telefoon:026 Telefax: 026 - 3Bg07 17
orde vanAdvocatenin het
arrondissement Gefderfand
Mr. P. M. Wilmink,Deken
PERFALKCOURIER PERSOONLIJK / VERTROUWELTJK lVl_evrouw mr. R.B. Ester wrsentstraat1 6532 AN NIJMEGEN
Arnhem,22 augustus 2013 f,"##,
dhr.E.Gemmeke / mr.R.B.Ester(K1J/12s)
Geachtecollega, Bij briefd'd' 19 auoustus 2013,waarv"r]l:li:lbij
een exempraar*
doe toekomen, nosmaaÍs 9:ï5i"ï;'3ffiË"knnll*à;'ffiJ;:n r.iálnt tesen uinNaar deinhoud ""n isïirJi:lijke
reactieop dezeklachtin iweevoud zie ik saarnebinnendrieweken na
Van dezegeregenheidi:,1_ík gra,?ggebruikom u de reidraad* betrekking tot de behanderíng vàn r
'
f
tv
\
4t
J
r'1
{ J '-x=uJlt-<--**)
A*)/J*/rt\tn
-
M-L.A.J. Hoppenbrouwers aolunct-secretaris
"bijlagen (2)
Postbus4152 6803 ED Arnhem
Telefoon:026 - gB90Z 66 Telefax: 026 - Sg9OT17
ADVOCATENKANTOOR
t
b=+e*(' m r .r e i n ae s t e r a d v o c a a tv f a ss c h e i d i n q s b e m i d d e l af aam r ilierechtspecialist
Ned. Orde van Advocaten t . a . v . m r . M . - L . A . J .H o p p e n b r o u w e r s Postbus4152 6803 ED ARNHEM
N i j m e g e n 2, 3 a u g u s t u s2 O 1 3 Inzake : d h r . E . G e m m e k e / m rR. . B .E s t e r( K 1 3 / 1 2 9 ) Ons kenmerk Uw kenmerk: G e a c h t ec o l l e g a , O n d e rv e r w i j z i n gn a a ru w b r i e f m e t b i j l a g e nd . d . 2 2 a u g u s t u s2 O 1 3 , v e r z o e ki k u m i j n r e a c t i e si n d e e e r d e r ek l a c h to n d e rn r . 1 3 / 4 Oa l s h e r h a a l de n i n g e l a s t e b e s c h o u w e n . I n d a n k v o o r u w w e r k z a a m h e d einn d e z ee n m e t v r i e n d e l i j k g eroet,
R . B .E s t e r
ll
,t
Y /K!\V/l )
I
Wisentstraat r
T o243559o93
www.advocaten kantoor-ester.n I
6532AN Nijmegen
F oz4 3oo oo 87
I i nfo@advocaten kantoor-ester.n
l e d e r ea a n s p r a k e l i j k h e i d s b e p e r k t o t h e t b e d r a gd a t r n d e d e s b e t r e f f e n d ke w e s t i eo n d e rd e a a n s p r a k e l i j k h e i d s v e r z e k e rwi nogr d t u i t b e t a a l d
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
de Deken van de Orde van Advocaten mr. P.M. Wilmink & de adjunct-secretaris mr. M-L- Hoppenbrouwers Bureau van de Orde van Advocaten Postbus 4152 6803 ED Arnhem Nijmegen, 24 augustus 2013
Kenmerk:
K 13/129
Beste Paul en Marie-Louise, Dank voor de snelle beantwoording van mijn brief van 19 augustus. De reactie leidt toch tot enkele opmerkingen en vragen, gedeeltelijk ook over de vorige procedure. • •
•
•
•
Aanbiedingsbrief aan mevrouw R. Ester mis ik. In de vorige procedure heb ik er ook om moeten vragen (4 april 2013); Aanbiedingsbrief aan de Raad van Discipline mis ik. Het is uit jullie brief ook niet op te maken of de klacht daadwerkelijk doorgezonden is. Wel lees ik bevestiging dat mijn verzoek daartoe begrepen is; Overcompleet (lees milieuvervuiling) is de leidraad, uit mijn brief en eerder communicatie was op te maken dat ik met details bekend ben. In het kader van de recent gepubliceerde agenda van mr. Rein Jan Hoekstra ben ik een [open brief] aan het schrijven met enkele aandachtspunten, hierin worden ook mijn kanttekeningen op de leidraad opgenomen, een kopie hiervan zal ik emailen1. o De toevoeging van de Orde Gelderland, dat klachten per email niet mogelijk is, is niet van deze tijd. Al jaren terug werden overheidsinstanties verplicht tot een digitaal loket2. In mijn [open brief] ga ik op dit punt in. Verder ben ik voornemens, waar de gelegenheid zich voordoet, dit standpunt in de praktijk te toetsen. In mijn brieven van 16 juni 2013 (geadresseerd: de Orde) en 10 juli 2013 (geadresseerd: De Kempenaer Advocaten) wijs ik op de advocatenwet artikel 46d sub 5. Antwoord is uitgebleven, ik ga mijn vragen hier niet herhalen, wel met nadruk de opmerking dat ik antwoord wil hebben. Met het onverhoopt uitblijven van een goed antwoord zal ik mijn creativiteit inzetten. Natuurlijk met respect (lees gebruik van) voor democratische beginselen en de wet, want dat is immers thema. Op jullie briefpapier mis ik jullie KvK nummer, volgens mij is dat verplicht (maar ik ben geen jurist zoals jullie). Op de website van de Orde van Advocaten Breda Middelburg is dat netjes vermeld, op die van jullie niet.3 Van mijn woning
Indien een kopie van mijn spontane emails aan derden, veelal gebaseerd op onze communicatie, niet op prijs worden gesteld, dan is afmelden eenvoudig. 2 Bijvoorbeeld: https://loket.rechtspraak.nl/ 3 https://www.advocatenorde-zeelandwestbrabant.nl/1787/contactgegevens.html https://www.advocatenorde-gelderland.nl/2687/contactgegevens.html 1
Emile Gemmeke
worden de ramen wel eens gereinigd door een klein bedrijfje, hij is als eenling begonnen, ik schat LBO-MBO niveau. Misschien een voorbeeld4. Tot hier de luchtige zaken, nu de meer serieuze. •
•
Heel ernstig vind ik de zin in jullie brief: Praktisch gezien betekent dit dat uw klacht wel wordt onderzocht maar dat de deken niet zal bezien of een schikking in der minne tot de mogelijkheden behoort. Dit vanuit verschillende invalshoeken: o Procedureel: hier ligt de suggestie dat in de minne schikken niet (meer) tot de mogelijkheden behoort, vanwege mijn verzoek per direct door te sturen naar de Raad. Hiervoor zie ik geen reden. o Suggestie: hier is te interpreteren dat er van uit mij geen bereidheid is om aan een schikking mee te werken. Zulks een misinterpretatie beschouw ik als misplaatst. Misplaatst, omdat ik in brieven met grote regelmaat het tegendeel duidelijk maak, niet alleen aan de jullie, ook aan mijn expartner en mevrouw Ester. Een lijst kan ik aanleveren. Mijn reden voor het verzoek tot direct onder aandacht van de Raad van Discipline te brengen is anderszins en wil ik best toelichten, als in die toelichting interesse is. o Haalbaarheid: Voorgaand feit en gegeven de informatie op internet, Paul5 maakt onderdeel uit van de sectie Mediation en mevrouw Ester6 ziet in zichzelf een specialist op dit gebied, zou een poging tot succes moeten leiden. Dus waarom niet proberen? o Denkniveau: Het wordt praktisch valt me op, stoort me licht omdat het voor mij ook de denktrant weergeeft. Paul begon ons telefoongesprek vorig jaar met de opmerking dat Marie-Louise geen secretaresse is, academische opgeleid en dus (?) niet zomaar getutoyeerd “mag” worden, maar deze praktische afleiding past niet bij dat theoretische niveau. Aansluitend, een vraagstelling op academisch denkniveau, enigszins psychologisch. Enig idee hoe mensen en dieren leren? Algemeen geacteerd is de theorie dat een van de vormen is dat gedrag dat tot succes leidt herhaald wordt en gedrag dat niet tot succes leidt gestopt wordt7. Dat mevrouw Ester met regelmaat mij in diskrediet probeert te brengen betekent dus dat zulk gedrag tot succes kan leiden. En dat vind ik achteraf bijzonder (achteraf want het kost meestal meer tijd om te zien van er niet is en wel moest zijn, dan wat er wel is en niet moet zijn). Toen mevrouw Ester in haar verweer van 3 april 2013 schreef: Bij gelegenheid van de laatste zitting bij de Rechtbank heeft de heer Gemmeke mij fysiek aangevallen. De bewaking van de rechtbank kon voorkomen dat ik hierdoor schade heb ondervonden. Heb ik daarop inhoudelijk gereageerd, maar wat ik achteraf mis en/of besef is: o Onderzoek van de deken naar deze feiten (bewijzen)? o Mij lijkt dat van voorvallen zoals gesuggereerd proces-verbaal wordt opgemaakt (vastlegging), hierop inzomen lijkt me normaal? o Indicatief voor: wat een advocate zegt wordt “gewoon” geloofd. Bewijzen lijken niet nodig. Met mr. N. Huijgen zelf meegemaakt, ook daar moest ik de aantijging weerleggen in plaats van dat zij deze moest bewijzen.
http://www.osmoclean.nl/10/Contact http://www.dekempenaer.nl/onze-mensen/paul-wilmink,-advocaat.aspx 6 http://www.advocatenkantoor-ester.nl/ 7 http://nl.wikipedia.org/wiki/Operante_conditionering 4 5
Emile Gemmeke
•
Deze houding is strijdig met een elementair rechtsbeginsel: je bent onschuldig zolang je schuld niet bewezen is (EVRM art 6.). Het is triest, dat uit het gedrag van mevrouw Ester blijkt, dat de kans op succes groter is dan de kans op schade (ik refereer naar het leren). Liegen en verzinsels vertellen blijkt dus te werken. En dat geeft gegronde twijfel aan: o Het vermogen van rechters om advocaten hier op te betrappen, hetgeen ernstig afbreuk doet aan de kwaliteit van de rechtsspraak. o De kwaliteit van het Toezicht van de Advocatuur.
Afsluitend wil ik op kwaliteit door gaan. Mijn klacht met nummer K13/40 is door mij ingetrokken. Ik vind goede registratie van klachten belangrijk. Immers met statistiek is veel te onderzoeken, echter dan moeten de gegevens betrouwbaar zijn. Vandaar mijn vraag: is de reden van intrekken vermeld? En zo ja, wat is er dan vermeld? Zo nee, dan graag alsnog, met hierbij een voorzet: “Klager had er geen vertrouwen in dat de klacht, waaraan de deken zijn medewerking niet wilde verlenen, de feiten voldoende voor het juridische publiek (Raad van Discipline) beschreef en beloofde zijn klacht te herformuleren.” Zie met vertrouwen jullie reactie tegenmoet. met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document)
Ik begrijp uit de klachtnummering en eenvoudige rekenkunde (excel) het plaatje hiernaast. Dergelijke getallen geven aan dat ik mag verwachten dat jullie belangrijke details op het netvlies hebben.
Datum aantal dagen klachten klachten/dag 1-1-2013 13-3-2013 72 40 0,5556 19-8-2013 231 129 0,5584 31-12-2013 365 203 schatting
OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland Mr. P. M. Wilmink,Deken
PERSOONLIJK / VERTROUWELIJK De heer E. Gemmeke De Geerkamo1014 6545 HB NIJMEGEN
Arnhem, 27 augustus 2013 Betreft: dhr.E. Gemmeke / mr.R.B.Esterll (K13/129) mh/am
GeachteheerGemmeke. 2013,waarbiju reageertop Hierbijbevestigik de ontvangst van uw briefvan24 augustus jl. mijnbriei'aanLrvan 19 augustus In uw briefsteltu eenaantalzakenaande ordewaaropik hierbijreageerals volgt. gerichtaanmr.Ester.Eenkopie*vanmijnbrief 1. U vraagtom de aanbiedingsbrief jl. aan mr. Esterzendik u hierbijtoe. van22 augustus Uw klachtis nog niet aande Raadvan Discipline. 2. U vraagtom de aanbiedingsbrief gebracht. 2013 Bijbriefd.d.22 augustus ter kennisvande Raadvan Discipline hebik u latenwetendatde klachteerstondezochtdientte wordendoor/namens voorte leg(g)en aande de deken.lk schreefu "U vraagtde zaakonmiddellijk bepaaltdatindiende klager Artikel46eAdvocatenwet Raadvan Discipline. daaromvezoekt(,dedeken)de klachtter kennisbrengtvan de Raadvan tweedelid ("Dedekenstelt het bepaaldein artikel46c, Discipline onverminderd " klacht."). eenondezoekin naarelkebij hemingediende dus eerstworden De klachtmoetvolgenshet bepaaldein de Advocatenwet pas worden Discipline de Raad van kennis van ter ondezochten kandan gebracht. overde leidraad. 3. lk namnotavan uw opmerking tot art.46d lid5 4. U vraagtnaareenantwoordop uw vraagmetbetrekking van een Datartikelbepaaltdatde dekenbij hetter kennisbtt-ngen Advocatenwet. overlegtovertuchr.rechtelijke eenverklaring klachiaande Raadvan Discipline in dat aÉikelgeeft de Aan hetbepaalde advocaat. klachten tegende betreffende van de Raad gevolg te zenden aan toe doorde bedoeldeverklaring deken wanneereen klachtter kennisvandie Raadwordtgebracht. Discipline
Postbus4152 6803ED Arnhem
- 38907 66 Telefoon:026 TeleÍax: 026- 38907 17
ORDEVANADVOCATENIN HETARRONDISSEMENT GELDERLAND
lk attendeer u eropdatdit artikelnietbepaaltdatde verklaring ookdientte worden toegezonden aande klager. 5. U steltvermelding van hetnummervande inschrijving bijde KvKop ons briefpapier aande orde.De verplichting om dat nummerte vermelden op geldt(onderandere)nietvooroverheidsinstellingen correspondentie zoalsde OrdevanAdvocaten (eenpubliekrechtelijke beroepsorganisatie). 6. U steltaande ordedat ik u schreef"Praktisch gezienbetekent dit datuw klacht welwordtonderzocht maardatde dekennietzal bezienof eenschikking in der minnetot de mogelijkheden behoort." Omdatu in de aanbiedingsbrief vroegde klachtonmiddellijk ter kennisvande Raadvan Discipline te brengenbentu geïnformeerd overde praktische gevolgen daarvan, ondermeervoorde mogelijkheid eenschikking te beproeven. 7. U steltde registratie van klachtenaan de orde.Datis een internezaak. Voor zonerik hierbi nietop bepaaldedoor u aan de ordegesteldekwestiesheb gereageeÍdasdat oÍndatakdat nietopportuunacht. Dat betekentnietdat ik mij kan vinden in het door u gestelde.Verderlaat ik u wetendat het onderzoekvan een klachtzaakzich er nietvoor leentom zakenter discussiete stellendie buitenhet bereikvan (het cndezoekvani Ceklechtvallen. Btj briefd.d.23 augustus2013,waarvanik u hierbijeen kopie*doe toekomen,reageerde mr. Esterop de door u irpediendeklacht.Geziende inhoudvan haar briefvolstaik met daamaarte verwipen. l.,hrscfirifteliikereactiein tweevoudziet de dekengraag binnendrie wekenna heden tegemoet. jl. en vandezebriefzendik ter kennisname Eenkopievan uw briefvan23 augustus aan mr. Ester.
OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland Mr.P. M. Witmink, Deken
PERSOONLIJK / VERTROUWELIJK De heerE. Gemmeke De Geerkamp 1014 6545HB NIJMEGEN
Arnhem,28 augustus2013 Betrefr:dhÍ. E. Gemmeke/ mr. R.B.Esterll (K13129) mh,/am
GeachteheerGemmeke, Per abuiszijn bij mijn briefaan u van 27 augustusjl. nietmeegezonden een tweetal kopieën+anbrjevend,d. 3 april2013-en 22.aprlZ0li van !'nr.Ester,naarwelkebrieven jl. verwijst. mr.Esterin haarbriefvan23 augustus Bedoelde kopieén*doe ik u hierbij alsnogtoekomen. Een kopievan dezebriefen de bijlagenzendik ter kennisname aan mr. Ester. Hoogachtend,
Postbus4152 6803ED Amhem
Telefoon:026 - 389 07 66 TeleÍax: 026 - 389 07 17
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
deken van de Orde van Advocaten Gelderland mr. P.M. Wilmink Bureau van de Orde van Advocaten Postbus 4152 6803 ED Arnhem Nijmegen, 1 september 2013
Uw kenmerk: K 13/129
Geachte heer Wilmink, In uw brief van 27 augustus, namens u opgesteld door mr. M-L Hoopenbrouwers, echter ondertekend in opdracht door mevrouw A. Meijaard, formuleert u (of uw adjunct-secretaris of haar secretaresse) het verzoek om binnen drie weken in tweevoud schriftelijk te reageren op de brief van mevrouw mr. R. Ester d.d. 23 augustus. Dat dit verzoek binnen één enge interpretatie van de leidraad, vastgesteld in het dekenoverleg van 16 januari 2013, valt, begrijp ik goed. “Enge” hier bedoelt in zowel de betekenis van beperkte, als wel de claustrofobische gevolgen waar zoiets naar leidt. Graag wil ik vanuit meer vrij denken de zaak benaderen en, minstens zo belangrijk, de wet volgen, zowel rechten als plichten, zowel voor u als voor mij. Het is mijn stellige indruk dat de problemen, die ik de laatste jaren met diverse juristen heb gehad, juist voorkomen waren geweest, als deze juristen zich gefocust hadden op de onze wetten, gedragsregels, maatschappelijke rol enz., enz.. Feitelijk de onderzoeksvraag van mr. Rein Jan Hoekstra, hoe is het gesteld met kwaliteit, objectiviteit en integriteit. Daarom, wil ik u, voordat ik aan het enge verzoek voldoe, eerst de overweging voorleggen anders samen een ander weg in te slaan. Hierbij een nadruk op win-win mogelijkheden. Laat ik benadrukken dat ik op een aantal resultaten c.q. gevolgen niet uit ben: • beschadigen van wie dan ook; • mijn ex-echtgenote lastigvallen met een nieuwe juridische procedure met een aanzienlijke financiële voordering; • blootleggen van de discrepantie tussen de wettelijke en maatschappelijke taak van diverse personen en de manier waarop zij daar in hun dagelijkse praktijk invullen aangeven (mijn beeld). Maar als deze gevolgen, in mijn ogen, logische consequenties zijn op wat als ik tot mijn hoofddoel als weg zie, dat zij dat zo. Mijn hoofddoel is dat mijn geïndoctrineerde kinderen vrij nadenken over het verleden. Wanneer mevrouw mr. Reina Ester stelt dat ik contact afdwing, zoals in de procedure van 2010, dan is dat haar praktische vertaling die haar denkniveau verraad.
Emile Gemmeke
Het klopt dat het mijn oprechte overtuiging is, dat eenmaal bevrijd uit de huidige, door moeder en advocate, opgedrongen rol en beleveniswereld, Maud en Marle anders met mij omgaan. Dat mensen langdurig door anderen beïnvloed kunnen worden leert ons het heden en het verleden (over de hele aardbol). Juist in situaties waar verder escalatie, met negatieven gevolgen voor diverse, zo niet alle partijen, voor de hand liggen, is het, na mijn mening, verstandig patronen uit het verleden te doorbreken. Patronen die tot de huidige situatie en de escalatie hebben geleidt. Zoals Einstein het formuleerde: “No problem can be solved from the same level of consciousness that created it.” Vandaar mijn voorstel om rond de tafel te gaan zitten. Dit kan vanuit verschillende invalhoeken geïnitieerd worden, maar het vervolg hoeft niet in de lijn van de eerste gedachte te liggen. Daarin ben ik flexibel. Als initiële mogelijkheden zie ik: • met mevrouw Ester: onderzoeken hoe zij, mede ten behoeve van haar cliënten, aan oplossingen wil meewerken. Van mij kant ben ik bereid de klacht in te trekken. Feitelijk een invulling van “in de minne schikken”, zoals de wetgever dat meerdere malen noemt; • uw en ik: onderzoek doen wat er zich de afgelopen jaren heeft afgespeeld. Onderzoek zoals dat volgens mij door de wetgever geformuleerd is. Resultaat van dat onderzoek is dan mogelijke het samen opstellen van “mijn repliek”, waarbij u dus enigszins verlaat artikel 46c sub1 van de advocatenwet gehoorzaamd, of het intrekken van de klacht; • puur oriënterend, waar staat we en wat staat “ons” te wachten; • en last-but-not least: een door u voor te stellen alternatief. Graag verneem ik van u, uw gemotiveerde stellingname. Vertrouw erop dat de termijn genoemd in de brief van 27 augustus 2013 opgeschort wordt, minimaal tot drie weken nadat ik uw antwoord heb ontvangen. Vertrouw er ook u dat u mevrouw mr. Reina Ester van deze opschorting op de hoogte stelt.
met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document)
2 van 2
OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland Mr. P. M. Wilmink,Deken
PER FALKCOURIER P E R S O O N L I J K/ V E R T R O U W E L I J K
Mevrouwmr. R.B.Ester Wisentstraat1 6 5 3 2A N N I J M E G E N
Arnhem,10 september 2013 Betreft:dhr.E. Gemmeke / mr.R.B.Esterll (K131129) owlam
Geachtecollega, Bijgevoegd treftu aaneen kopie*van de briefd.d.1 september2013die ik ontvingvan de heerE. Gemmekein opgemelde klachtzaak. Tevensgaathierbijeen kopie*van mijnbriefvan hedenaan de heerGemmeke. lk verzoeku mij binnenéénweekna hedente berichten of u bereidbenttot overleg omtrenthet bereiken van eenschikking in onderhavige klachtzaak. Bij bevestigende beantwoording van dezevraagzalik u beidenop kortetermijn uitnodigen vooreen bespreking. In hetanderegevalkrijgtde heerGemmekede gelegenheid in hetkadervan repliekte reageren, waarnau nogde gelegenheid tot dupliekkrijgt. Kopievan dezebriefzondik de heerGemmeke,
]e cÉ-.
"bijlagen(2)
Postbus4152 6803ED Arnhem
Telefoon:026- 389 07 66 Telefax: 026 - 389 07 17
OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland Mr. P. M. Wilmink,Deken
/ VERTROUWEL]JK PERSOONLIJK De heerE. Gemmeke De Geerkamp1014 6545HB NIJMEGEN
2013 Arnhem,10 september Betreft:dhr.E. Gemmeke/ mr. R.B.Esterll (K13/129) pw/am
GeachteheerGemmeke, klachtzaak berichtik u 2013in opgemelde van uw briefvan 1 september Naaraanleiding het navolgende. aan hetdooru in te gaanop de inhoudvanuw briefvoorafgaande lk zie geenaanleiding het navolgenfe. voo-rsteï; behoucl-ens on3èrhef vléídêgedachGpuntgeioTmuléctdé vrijnadenken overhet kinderen is dat mijngeïndoctrineerde U stelt "Mijnhoofddoel en overigens ook klachtprocedure nietgeschreven verleden.". Hiervooris de onderhavige nietbedoeld komtslechtsaande ordeuw voorstel klachtprocedure ln het kadervande onderhavige onderheteerstegedachtepunt. omschreven diendete worden datde klachtonmiddellijk ln tegenstelling tot uw eerderemededeling te beproeven. wenstu thanseenschikking naarde Raadvan Discipline, doorgestuurd kopie-hrief* daaropte daarvanvezochtik mr. Estervolgensbijgaande Naaraanleiding is, zal ik u beiden daartoe bereid reageren. lndienmr. Estertot een bespreking uitnodigen. in hetkadervanrepliekte ln hetanderegevalkrijgtu, zoalseerder,de gelegenheid reageren. U verneemtvanmij. Kopievan dezebriefzondik mr. Ester.
2e cR.
Postbus4152 6803ED Arnhem
Telefoon:026- 389 07 66 Telefax: 026 - 389 07 17
ADVOCATENKANTOOR
Ë;+Ë'rmr. reinaester advocaatvfasscheidinesbemiddelaar familierechtspecialist
Ned.erlandse Orde van AdvocatenArrondissementGelderland t . a . v . m r . P . M .W i l m i n k Postbus4152 6803 ED ARNHEM
N i j m e g e n1 , 1 s e p t e m b e2 r 013 lnzake : d h r . E . G e m m e k em / r . R . B .E s t e r( K 1 3 1 1 2 9 ! . Ons kenmerk: Uw kenmerk : Geachteconfrère, Reagerendop uw schrijvend.d. 10 september2013 en de daarbijgevoegdebrief van de heer Gemmekevan 1 september2013 berichtik u het navolgende. ln mijn positievan advocaatvan mevrouw Broekman,mevrouw Maud Gemmekeen mevrouw Marle Gemmekeben ik opgetredenna intensiefoverlegmet hen. lk sta achter de werk.wijzein mijn praktijk en ben niet bereid hierever metde heer Gemmeke in overlegof discussiete treden. Dit geldt des te meer omdat de heer Gemmekemij na afloopvan een rechtszitting letterlijknaar de keel is gevlogen.Door adequatetussenkomstvan de ingeschakelde bewakingvan de rechtbankheb ik daar geen nadereschadevan ondervonden. lk verzoeku deze zaak aan de Raadvan Disciplinedoor te geleidenter nadere behandeling. Met vriendelijkegroet,
R . B.E s t e r
W r
Wisentstraat r
T o243559o 93
www.advocaten kantoor-ester.n I
6532AN Nijmegen
Foz4 3oo oo 87
info@advocate nkantoor-ester.n I
ledereaansprakelijkheidis beperkttot het bedragdat in de desbetreffendekwestieonder de aansprakelijkheidsverzekering wordt uitbetaald
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
deken van de Orde van Advocaten Gelderland mr. P.M. Wilmink Bureau van de Orde van Advocaten Postbus 4152 6803 ED Arnhem
Nijmegen, 12 september 2013 Uw kenmerk: K 13/129
Geachte heer Wilmink, Dank voor uw antwoord op mijn brief van 1 september 2013. Het verheugd mij dat u bereid bent uw wettelijke taak, pogen “in de minne te schikken”, wilt uitvoeren. Wat mij minder verheugd zijn enkele zinsneden en openstaande zaken. De zinsdelen lees als suggestief. Wanneer mijn lezing onjuist is, verzoek ik u mij een betere interpretatie duidelijk te maken. 1. U geeft aan op een groot deel van mijn brief niet in te willen gaan, maar pakt er wel een zin uit: Mijn hoofddoel is dat mijn geïndoctrineerde kinderen vrij nadenken over het verleden. U stelt dat een klachtprocedure hiervoor niet bedoeld is. Daarover kunnen we het eens zijn. De advocatenwet, het tuchtrecht, de Orde van Advocaten, de Raad van Toezicht, de Raad van Discipline, het Hof van Discipline zijn, naar mijn inzichten, en ik laat mij graag corrigeren in deze, bij wet vastgestelde instrumenten om de kwaliteit, integriteit en objectiviteit van de rechtsgang in Nederland te borgen. Met duidelijke rollen voor advocaten, de Orde, de Deken, de Raad etc. Het is mijn stellige overtuiging dat als dit “spel” volgens de regels (wetten) gespeeld werd, mevrouw Ester zich nooit de vrijheden (o.a. macht mogelijkheden) had toegeëigend die ik nu ter discussie stel. Het lijkt er op dat u niet kunt begrijpen of niet wilt begrijpen waarom ik handel zoals ik doe (motivatie), mijn motiveringen heb ik met overtuiging zuiver gehouden. Het eerste (niet kunnen) zou jammer zijn, het tweede (niet willen) lijkt mij onverstandig. Neemt u van mij aan dat deze opmerking in mijn brief u juist in de rol van mediator mogelijkheden geeft. Toelichting wil ik graag geven aan een luisterend oor met het vermogen dit soort zaken te doorgronden. 2. U schrijft: In tegenstelling tot uw eerdere mededeling dat de klacht onmiddellijk diende te worden doorgestuurd naar de Raad van Discipline wenst u thans een schikking te beproeven. De wet beschrijft de “tegenstelling” niet. Ik begrijp goed dat op de uiterst pragmatische dimensie van “denken in termen van straf (tucht)” er een schijnbare tegenstelling is. Maar naast deze pragmatische dimensie (denkniveau LBO) zijn ook andere dimensies (HBO denkniveau). Laat ik er enkele uitnemen: maatschappelijke verantwoordelijk en toetsing of een ieder zijn rol goed vervuld. Uw “tegenstelling” lijkt veel op de logica van mevrouw mr. Hoppenbrouwers.
Emile Gemmeke
Zij gebruikte het woordje “eerst” in haar brief van 27 augustus 2013. In mijn brief van 29 augustus 2013 ben ik daar op ingegaan. Ter informatie: dit soort brieven stuur ik niet graag en adviseer u dat ook dit niet met herhaling nodig te maken. Op dit moment staan er enkele zaken open waarin ik uiterst vasthoudend ben op een correcte afhandeling. Correct betekent, per direct aan mijn verzoeken (opdrachten) te voldoen of juiste argumentatie geven waarom u meent dat die (wettelijke, maatschappelijke) verplichting niet bestaat: • De Raad van Discipline van mij klacht op de hoogte brengen, dit punt staat open sinds 20 augustus 2013 (dus bijna drie weken). Uw argument “in tegenstelling” neem ik volledig weerlegd te hebben; • Mij de informatie te sturen zoals die bij het doorsturen van de vorige klacht op 13 juni 2013 volgens advocatenwet artikel 46d sub 5, de lijst van eerdere tuchtzaken tegen mevrouw Ester, aan de Raad van Discipline gestuurd is. In mijn brief van 29 augustus 2013 verwijs ik naar algemene wetgeving waarom ik op die informatie recht meen te hebben. Dat de klacht later ingetrokken is, is geen reden om met terugwerkende kracht deze informatie te ontzeggen. • Correcte afhandeling van de registratie van klacht K 13/40, waarbij ik verwijs naar mijn brief van 19 augustus 2013. Ter informatie: → Ik zie geen tegenstelling in “samen rond de tafel te gaan zitten” en uw beslissingen te toetsen bij de Hoge Raad1; → Dit omdat ik er van uit ga met professionals te maken te hebben, die boven cultuurverschillen en hieruit opgewekte irritaties staan; → Analoog uw opmerking over mr. Nobert Huijgen op 20 augustus 2013: hij staat daar “boven” (zie ook mijn email dag later); Vertrouw er op dat u, in het belang van een mogelijk goed gesprek tussen partijen, deze punten met hoge prioriteit, en zeker voor zo’n gesprek, naar wederzijdse tevredenheid weet af te ronden.
met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document)
bijlage: artikel Volkskrant 12 september 2013 Nederland maakt excuses voor executies Indonesië = na ruim 66 jaar eindelijk oorlogsmisdaden toegeven. Parallel zal ik bij de Nationale Ombudsman klagen, echter met de verwachting dat het resultaat van die klacht overeenkomsten zal hebben met de vorige. Hiermee vooral de werkwijze van dit Hoge College van Staat vast te leggen wanneer de voorliggende kwestie de beroepsgroep van de medewerkers raakt (niet onpartijdig en niet onafhankelijk kunnen acteren; er niet “boven” kunnen staan). 1
2 van 2
Nederland maakt excuses voor executies Indonesië - Binnenland - VK
Page 1 of 2
venster sluiten
Denk aan het milieu. Denk na voor je print!
Nederland maakt excuses voor executies Indonesië Door: redactie 12-9-13 - 06:59 bron: ANP Een foto van een executie in voormalig Nederlands-Indie, uit een
fotoboek dat onlangs werd gevonden in een vuilcontainer. De foto's komen uit het prive-album van een soldaat uit Enschede die in 1947 werd uitgezonden. Het boek is in beheer bij het Stadsarchief Enschede. © anp. De Nederlandse ambassadeur in Indonesië heeft excuses aangeboden voor de standrechtelijke executies tijdens de koloniale oorlog in het voormalige Nederlands-Indië. 'Namens de Nederlandse regering bied ik excuses aan voor deze excessen', zei ambassadeur Tjeerd de Zwaan donderdagochtend vroeg in het Erasmushuis in Jakarta.
Militairen dreven de bevolking van kampongs eerst samen. De mannen werden daarbij van de vrouwen en kinderen gescheiden
Volgens De Zwaan heeft de Nederlandse regering een 'bijzondere verantwoordelijkheid' voor de weduwen van slachtoffers van de executies. Nederlandse militairen maakten zich daar volgens de ambassadeur onder meer schuldig aan in het toenmalige Zuid-Celebes en het dorp Rawahgedeh op Java. In het publiek zaten familieleden van verschillende weduwen uit Zuid-Sulawesi, die onlangs een schikking troffen met de Nederlandse staat. De ambassadeur beloofde volgende week naar de provincie te reizen om de vrouwen persoonlijk excuses aan te bieden. De Zwaan: 'Wat ik tegen u zeg, zal ik binnenkort ook delen met de vrouwen in Zuid-Sulawesi.' Hoewel over het Nederlandse optreden nog altijd veel onduidelijk is, wordt algemeen aangenomen dat de 'Zuid-Celebes-affaire' tussen december 1946 en eind februari 1947 het ernstigste 'exces' is geweest. Duizenden mensen werden toen geëxecuteerd in het huidige Zuid-Sulawesi omdat zij zich schuldig zouden hebben gemaakt aan terroristische activiteiten. Dat gebeurde zonder proces en vaak zelfs zonder ondervraging. Commando's moesten veiligheid herstellen Het Depot Speciale Troepen onder commando van kapitein Raymond Westerling stond bekend om die werkwijze. Die commando's waren door Nederland naar Zuid-Celebes gestuurd om de
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/2013/article/print/detail/3508254/Nederland-maakt-excuses... Page 1 of 2
Nederland maakt excuses voor executies Indonesië - Binnenland - VK
Page 2 of 2
veiligheid te herstellen. In het gebied heerste anarchie. Indonesische opstandelingen en bendes waren in de maanden voor het ingrijpen verantwoordelijk voor honderden moorden op Nederlanders en andere tegenstanders. De 'zuiveringsacties' verliepen vaak op dezelfde manier, ook wel de methode-Westerling genoemd. Militairen dreven de bevolking van kampongs eerst samen. De mannen werden daarbij van de vrouwen en kinderen gescheiden. Een Nederlandse veteraan die zijn verhaal enkele jaren geleden deed tegenover het tv-programma Andere Tijden vertelde daarover dat kapitein Westerling tijdens zo'n actie plaatsnam achter een klaptafeltje, met twee pistolen voor zich. Hij las daarbij de namen van de vermeende 'terroristen' op van een lijst van de inlichtingendiensten.
Er werd niets gevraagd, alleen naar je naam. Als je op de lijst stond, werd je doodgeschoten.
'Toen iemand uit de groep naar voren kwam, pakte hij één van zijn pistolen en schoot die man dood. Er werd niets gevraagd, alleen naar je naam. Als je op de lijst stond, werd je doodgeschoten', aldus de veteraan. Groot bloedbad Een groot bloedbad vond plaats op 1 februari 1947 in de kampong Galoeng-Galoeng. Tijdens executies daar kwam het bericht dat in een naburige kampong drie militairen waren gedood. De mannen uit die kampong werden verzameld waarna militairen in het wilde weg op hen schoten. Dat had volgens de rapporten tussen de 350 en 400 slachtoffers tot gevolg. Volgens schattingen van Nederlandse kant zijn in Zuid-Celebes zo'n 3000 mensen geëxecuteerd. Maar historici denken dat het niet onwaarschijnlijk is dat het aantal fors hoger is. Sommige Indonesische ramingen houden het zelfs op een veelvoud. Het precieze aantal slachtoffers is moeilijk nog vast te stellen omdat van veel geëxecuteerden zelfs de namen niet zijn vastgelegd. De Persgroep Digital. Alle rechten voorbehouden.
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/2013/article/print/detail/3508254/Nederland-maakt-excuses... Page 2 of 2
OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland Mr. P. M. Wilmink.Deken
PERSOONLIJK / VERTROUWELIJK De heerE. Gemmeke De Geerkamp1014 6545HB NIJMEGËN
2013 Arnhem,13september Betreft:dhr. E. Gemmeke/ mr. R.B.Esterll (K13/129) pwlaÍ
GeachteheerGemmeke. In vervolgop mijn briefvan 10 septemberjl. gerichtaan mr. Esterontvingik haar briefvan 11 septemberjl., waarvanu een kopie*hierbijaantreft. Geziende inhoudvan die briefgeef ik u thansde gelegenheidin het kadervan repliek binnendrie wekenna hedente reagerenop de briefvan mr. Esterd.d. 23 augustus2013. Kopievan deze briefzond ik mr. Ester. Hoogachtend,
Postbus4152 6803ED Arnhem
- 38907 66 Telefoon:026 Telefax: 026- 38907 17
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
deken van de Orde van Advocaten Gelderland mr. P.M. Wilmink Bureau van de Orde van Advocaten Postbus 4152 6803 ED Arnhem
Nijmegen, 14 september 2013 Uw kenmerk: K 13/129
Geachte heer Wilmink, Ik heb uw brief van 13 september 2013 in goede orde ontvangen als wel de bijlage, het antwoord van mevrouw Ester op uw uitnodiging. Voordat ik in het kader van repliek reageer, verzoek ik met klem belangrijke zaken eerst te onderzoeken, met name de valse aantijging over onze “communicatie” na de rechtszaak op 16 januari 2012. In haar verweer van 3 april 2013, staat de zinsnede: Bij gelegenheid van de laatste zitting bij de Rechtbank heeft de heer Gemmeke mij fysiek aangevallen. De bewaking van de rechtbank kon voorkomen dat ik hierdoor schade heb ondervonden. In mijn repliek van 14 april 2013 ga in hierop in, evenals in mijn vernieuwd klaagschrift van 19 augustus 2013. En nu lees ik in haar brief van 11 september 2013: Dit geldt des te meer omdat de heer Gemmeke mij na afloop van een rechtszitting letterlijk naar de keel is gevlogen. Door adequate tussenkomst van de ingeschakelde bewaking van de rechtbank heb ik daar geen nadere schade van ondervonden. Deze aantijging lees ik als duidelijker ernstiger: naar de keel vliegen betekend dat ik met handen vooruit op haar afgelopen (of gerend) bent om te pogen de “dame” het zwijgen op te leggen. Ik stel voor dat u hier eerst onderzoek naar doet: • Immers ik lijd schade doordat een beëindigd advocate, die gegeven gedragsregel 30, het voordeel van de twijfel lijkt te hebben, zonder blikken of blozen dergelijke valse aantijgingen kan doen; • Ze appelleert aan situaties die voor u en leden van de Raad van Discipline niet vreemd zijn: “burgers die zich opwinden over hoe zaken gaan”. Dit stimuleert het vertrouwen in een onpartijdige beoordeling van haar zaak niet, immers ik mag er van uit gaan dat zij het reilen-en-zeilen in de omgeving kent.
Emile Gemmeke
In het belang van het vertrouwen in de rechtspraak (gedragsregel 1), is het belangrijk dat hier duidelijkheid overkomt. Ik ken de waarheid, formuleerde deze duidelijk in mijn repliek van 14 augustus 2013. Deze is onder meer te controleren c.q. verifiëren door: • getuigenverklaringen van aanwezigen: mijn kinderen (haar cliënten), Dennis (partner van Maud, mijn oudste dochter), mijn partner, mijn advocate en natuurlijk medewerkers van de rechtbank; • gedragspsychologen die focussen op de vraag waarom in haar dupliek van 22 april 2013 zij niet ingaat op dit thema (mijn weerlegging) en nu de aantijging extra kracht bijzet; • gedragspsychologen die focussen op de vraag of de “waarneming” van mevrouw Ester niet staat voor gedrag dat zij provoceerde (haar zelf opgewekte beeld van verwachting) in plaats van het gedrag dat ik vertoonde (werkelijkheid); • indicatief is mijn gesprek met mr. Joan van Vliet direct na de zitting waarvan ik melding maak in een email, deze staat ook in mijn boekje “Wegwijzer tot betere advocatuur” bladzijde 25. Wanneer u onderzoek naar deze details niet interessant vindt, verneem ik graag daarvoor de argumenten. Dan ben ik ook meer dan geïnteresseerd welke waarheidsbevinding en interpretatie haar tekst “ben ik opgetreden na intensief overleg met hen” oproept. Mijn ervaringen met “recht” in Nederland is, dat juristen vrijelijk dergelijke aantijgingen kunnen doen en daarmee statisch goed blijken te scoren. Dat geeft te denken. Mij geeft zoiets temeer aan dat het tijd wordt dat de bezem er behoorlijk door gehaald wordt. In mijn brief van 12 september 2013 stel ik u enkele vragen. Graag zie ik de antwoorden tegenmoet voordat ik mijn “repliek” formuleer. Hierbij is een vraag komen te vervallen. Herlezing van de advocatenwet, met name artikel 46d sub 2, suggereert de tegenstelling die u noemt in uw brief van 10 september. Meer dan een suggestie lees ik er niet (dat is indirect kritiek op de helderheid van die wet), immers er is geen duidelijke volgordelijkheid (procedure). Echter, nu mevrouw Ester zich overduidelijk heeft uitgelaten over haar onvermogen een fatsoenlijk gesprek onder uw begeleiding aan te gaan en er van in de minne schikken geen sprake is, is dit punt van ondergeschikt belang geworden. Vertrouw erop dat mijn klacht nu direct doorgezonden wordt naar de Raad van Discipline. Hoop dat u hierin leest dat ik niet alleen kritisch ben naar mevrouw Ester en u, maar ook naar mijzelf. Over dat naar de keel vliegen: het is aan de beroepsgroep, niet aan mij, om mevrouw Ester het zwijgen als advocate op te leggen. En niet fysiek, maar op een andere gepaste wijze. Vandaar dat ik de klachtprocedure volg. Daarbij onze wetten, de gedragsregels voor advocaten en maatschappelijke normen (zoals ik die ervaar) als referentie nemend. met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document) 2 van 2
Emile Gemmeke From: Sent: To: Cc: Subject: Attachments:
Emile Gemmeke <
[email protected]> zaterdag 14 september 2013 17:49 '
[email protected]' A. Meijaard | Orde Gelderland (
[email protected]); ''Advocatenkantoor Ester & Stoker' (
[email protected])' Reactie op brief 13 september 20130914 OrdeVanAdvGld.pdf
Geachte heer Wilmink, Hierbij mijn reactie op uw brief van gisteren en de reactie van mevrouw Ester van 11 september 2013. In mijn reactie refereer ik naar mijn boekje “Wegwijzer tot betere advocatuur”. Mocht dit boekje niet meer in uw bezit zijn dan zijn de volgende links te gebruiken: http://www.advocatenwanorde.nl/Rapportage/Beschouwingen_Rap_RJ_Hoekstra.pdf (pagina 14) of http://www.gemmeke.nl/AdvocatuurBeter.pdf (pagina 24) Ik benadruk dat mijn reactie geen repliek is, maar puur procedureel van aard. Immers: slechts met een goed procedureel verloop kan het recht haar weg vinden. met vriendelijke groet, Emile Gemmeke n.b.: mochten de links niet naar behoren werken, dan kan ik het boekje nog op andere wijze aanleveren. ---------------------------------------------------Emile Gemmeke de Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen +31 24 3739514 +31 6 29556576 (mob)
1
OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland Mr. P. M. Wilmink,Deken
PERSOONLIJK / VERTROUWELIJ K De heer E. Gemmeke De Geerkamp1014 6545HB NIJMEGEN
Arnhem,17 september2013 Betreft:dhr.E. Gemmeke / mr. R.B.Esterll (K13/129) pwam
GeachteheerGemmeke. De inhoudvan uw briefvan 14 septjl. geeftmij geenaanleiding te reageren,nu een en andervalt buitenhet kadervan de klachtzaak. Binnende eerdergesteldetermijnkunt u in het kadervan repliekreageren,bij gebreke waarvan ik hèt-ondeZoek-Sliltín0W=k1-aeht-zaf tÍoor-feidenaan deRaadtan-Discipline. Kopievan uw briefvan 14 septemberjl. en van deze briefzond ik mr. Ester.
Postbus4152 6803ED Arnhem
- 389 07 66 Telefoon:026 Telefax: 026- 389 07 17
Emile Gemmeke From: Sent: To: Cc: Subject: Attachments:
Emile Gemmeke <
[email protected]> donderdag 19 september 2013 12:08 'mr. Paul Wilmink (deken)' 'Advocatenkantoor Ester'; 'Maud'; 'Marle'; 'Patty' Aanvulling op brief 20130918 OrdeVanAdvGld.pdf
Geachte heer Wilmink, Kleine aanvulling op mijn brief van gisteren. In uw brief meldt u dat u uw reactie en mijn origineel aan mevrouw Ester heeft gezonden. Zoals u uit de email (en ook deze) kunt opmaken informeer ik naar inzichten anderen partijen en zeker de partij die “onderwerp” is. Zelf kijk ik altijd naar wie een CC krijgt en de datum/tijd van een email. Dus mevrouw Ester was tegelijk met u op de hoogte van de brief, evenals van vele andere communicatie. Ik stel het op prijs als u (de Orde) ook digitale kopieën stuurt, dat maakt het archief overzichtelijk en zoeken en citaten kopiëren eenvoudiger. Voor mij is dat heel normaal, maar wordt mij niet altijd in dank afgenomen. Ik beschouw transparantie als onderdeel van integer handelen. Verstoppertje spelen (o.a. instructie van mevrouw Ester & mijn ex-partner aan mijn kinderen) is juist het tegenovergestelde. Op dat punt vind ik dat ik in dat deel van hun opvoeding gefaald hebt. Loyaliteit lijkt voor hun belangrijker dan eerlijkheid en integriteit. (misschien is hun loyaliteit schijn en is er sprake van afhankelijkheid) Verder wijs ik op het Besluit melden vermoeden van misstand bij Rijk en Politie, (15 december 2009) artikelen 1b en 1e sub1 http://wetten.overheid.nl/BWBR0026951 Vertrouw er op hiermee u volledig geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Emile Gemmeke n.b. Bijlage is uitsluitend voor cc’s ---------------------------------------------------Emile Gemmeke de Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen +31 24 3739514 +31 6 29556576 (mob)
1
RAADVANTOEZICHTVAN DEORDEVANADVOCATEN IN HETARRONDISSEMENT GELDERI.AND Mr.P. M. Wilmink.Deken
PERSOONLIJK / VERTROUWELIJK De heerE. Gemmeke De Geerkamp1014 6545HB NIJMEGEN
Arnhem,20 september2013 Betreft:dhr. E. Gemmeke/ mr. R.B.Esterll (K13/129) pwlaÍ
GeachteheerGemmeke. jl. is achterhaald De inhoudvan uw briefvan í2 september nu een bemiddelingsgesprek niet tot de mogelijkhedenbehoort. U is reedseerderaangegeven,dat alvorensde klachtter kenniste brengenaan de Raad van Disciplinedoor mij een onderzoekdientte wordenverricht.ln dat kaderhebt u de gelegorheidgek'regen-een repliekin te-dienen,waarflamr. Estetrroghan dupiiceren. Daarnazal de klachtonverwijld wordenvoorgelegd aan de Raadvan Discipline. U krijgtdaarbijalle noodzakelijke en voor u bestemdeinformatie. Met betrekkingtot de klachtondernummerK 13140hebtu allevoor u bestemde informatieontvangen. Een
van deze briefzond ik hedenaan mr. Ester.
Wilmink
Postbus4152 6803ED Arnhem
Telefoon:026- 389 07 66 Telefax: 026 - 389 07 17
REPLIEK op VERWEER van
mr. R. Ester advocate te Nijmegen 29 september 2013 Emile Gemmeke
Inleiding Op 19 augustus 2013 heeft ondergetekende zijn “klachtschrift” geformuleerd en dit bij de deken van de Orde van Advocaten ingediend. “Klachtschrift” tussen aanhalingstekens omdat ondergetekende ondertussen geleerd heeft dat het Nederlandse woord klaagschrift is. Sorry, ondergetekende is licht dyslectisch, dus laag taalvaardig. Verbaal gaat goed, maar schriftelijke documenten vragen veel tijd en aandacht om enigszins leesbaar te worden. De klacht is ook direct aan de Raad van Discipline gestuurd, vergezelt door een aanbiedingsbrief. Hierop is geen reactie gekomen. Ondergetekende trekt daaruit enkele conclusies die er nu niet toe doen, maar een eventuele hoorzitting zullen opluisteren. Deze repliek bevat naast de reactie op het verweer van beklaagde ook enige verduidelijkingen van het klaagschrift.
Structurering verweer & eerste reactie In het verweer van beklaagde (23 augustus 2013) staat referentie naar haar verweer op de ingetrokken klacht, nr 13/40. Onder verwijzing naar uw brief met bijlagen d.d. 22 augustus 2013, verzoek ik u mijn reacties in de eerdere klacht onder nr. 13/40 als herhaald en ingelast te beschouwen. In dank voor uw werkzaamheden in deze en met vriendelijke groet, Om gedetailleerd en inhoudelijk op de reacties in te kunnen gaan worden zijn deze hieronder digitaal gekopieerd, echter met toevoeging van kenmerken ([letter]) in de linker marge en de lay-out (spatiëring) is aangepast. (1) Op 3 maart 2013 schrijft beklaagde aan de deken, mr. P. Wilmink: Onder verwijzing naar uw brief d.d. 2 april 2013 betreffende de klacht van de heer E. Gemmeke te Nijmegen, bericht ik u het navolgende. [A]
Naar mijn mening ben ik als advocaat opgetreden zoals het een advocaat betaamt. lk dien uitsluitend het belang van mijn cliënte waar te nemen. Dit houdt op punten in dat ik de mening van mijn cliënte(s) en de interpretatie ie van door haar /hen genoemde feiten weergeef. De heer Gemmeke is daarbij volop in de gelegenheid geweest zijn opinie weer te geven. Zijn advocaat heeft dat ook bij herhaling namens hem gedaan. Deze verschillende visies op feiten en de consequenties daaruit worden door de advocaten weergegeven. Dat is hun taak. De advocaat geeft niet de mening van de wederpartij weer.
[B]
Mijn cliëntes hebben daarnaast in diverse procedures persoonlijk hun visie kenbaar gemaakt ten tijde van zittingen.
Repliek op mr. R. Ester (29 september 2013)
1 van 8
[C1]
Al jaren zendt de heer Gemmeke mij mails en geschriften. Bij gelegenheid van de laatste zitting bij de Rechtbank heeft de heer Gemmeke mij fysiek aangevallen. De bewaking van de Rechtbank kon voorkomen dat ik hierdoor schade heb ondervonden.
[D]
Naar mijn mening is hier geen taak weggelegd voor het tuchtrecht.
[E]
De heer Gemmeke heeft zijn visie ten volle kunnen voorleggen aan rechterlijke instanties. Uit zijn mails en onderhavig schrijven blijkt dat hij zich niet kan neerleggen bij hetgeen door de rechter is beslist.
[F]
Het spijt mij voor alle betrokkenen dat na zoveel jaren kwesties kennelijk nog niet zijn verwerkt.
(2) Op 22 april 2013 is haar dupliek: In reactie op uw brief d.d. 19 april 2013 bericht ik u dat ik aan mijn eerder schrijven aan u in deze zaak niets heb toe te voegen, Informatie is de reactie van beklaagde wanneer de deken, mr. P. Wilmink, het verzoek van ondergetekende om eens rond de tafel te gaan zitten om te kijken of er op een andere wijze uit te komen is, doorstuurt. (3) Op 11 september 2013 antwoord beklaagde op dit verzoek met: Reagerend op uw schrijven d.d. 10 september 2013 en de daarbij gevoegde brief van de heer Gemmeke van 1 september 2013 bericht ik u het navolgende. [G]
In mijn positie van advocaat van beklaagde Broekman, beklaagde Maud Gemmeke en beklaagde Marle Gemmeke ben ik opgetreden na intensief overleg met hen. lk sta achter de werk wijze in mijn praktijk en ben niet bereid hierover met de heer Gemmeke in overleg of discussie te treden.
[C2]
Dit geldt des te meer omdat de heer Gemmeke mij na afloop van een rechtszitting letterlijk naar de keel is gevlogen. Door adequate tussenkomst van de ingeschakelde bewaking van de rechtbank heb ik daar geen nadere schade van ondervonden.
lk verzoek u deze zaak aan de Raad van Discipline door te geleiden ter nadere behandeling. Te beginnen met de aantijgingen [C 1&2]: Deze zijn zeer ernstig en typeren de werkwijze van beklaagde. Zonder enige onderbouwing of bewijs iets roepen waarvan ze in praktijk, geleerd lijkt te hebben dat dergelijke uitlatingen soepeltjes door haar publiek (rechter(s)) voor waar wordt aangenomen. Beklaagde is beëdigd in 1995 en heeft een periode de functie van hulp-rechter in Den Bosch gehad. Bijzonder: • is het niet zo dat mensen alleen veroordeeld worden op basis van feiten? Dus dat in ons rechtssysteem verdediging pas aan de orde als een feit met voldoende bewijslast is neergelegd, echter deze ontbreekt. Moet ondergetekende zich tegen verdedigen deze ernstige aantijging?; • het ontbreken van de bewijslast heeft een eenvoudige reden: het gaat om verdraaiing van het voorval! Ondergetekende heeft beklaagde, na de zitting, ernstig toegesproken en hierbij haar comfortzone genaderd. Als beklaagde daarmee een trauma heeft opgelopen, lijkt boodschappen doen op zaterdagmiddag geen optie en is het raadzaam een psycholoog te consulteren. • deze techniek, het poneren van verzinsels, verlaagd het vertrouwen in de rechtsspraak. Vanwege de regelmaat wordt aannemelijk dat: o het toezicht faalt, beklaagde wordt immers niet terecht gewezen. En nog veel erger … Repliek op mr. R. Ester (29 september 2013)
2 van 8
beklaagde heeft geleerd dat zoiets kan werken, waarmee ze aantoont dat rechters voor dergelijke flauwekul openstaan: heel triest!1 ondergetekende heeft de deken aangesproken op dit laatste punt: beklaagde beschadigd het vertrouwen in de rechtsspraak. Elke psycholoog kan beamen dat dit als feit kan worden beschouwd. Hier ligt nog een taak voor u. De wake-up-call aan de deken heeft (nog) niet gewerkt. o
•
De andere aantijging [E]: Ondergetekende zou zich niet een gerechtelijke uitspraak kunnen neerleggen? Is het niet zo dat de Nederlandse rechtsprocedure een beroepsmogelijkheid bied? Betekent dat niet dat eenieder die in beroep gaat aangeeft, zich niet neerlegt bij een uitspraak? Heeft beklaagde het over de uitspraak van mr. N. Huijgen op 26 juli 2010? Vanaf het allereerste moment was ondergetekende hierover duidelijk. Maar beklaagde suggereert natuurlijk meer … Laat beklaagde niet suggereren maar man-en-paard-noemen, dat zal ik haar opmerkingen weerleggen of in het juiste kader plaatsen. Misschien dat beklaagde het niet prettig vindt dat ondergetekende, voordat hij met juridische procedures begin, eerst probeert er op een normale manier uit te komen. Dus overleg en communicatie (gedachte achter gedragsregel 3 ?). Als dat dan niet mogelijk is, dan volgt pas na een behoorlijke tijd een rechtszaak. In het kader: wie kaast, moet de bal verwachten. Deze tuchtzaak was nooit nodig geweest als beklaagde haar initiële cliënte had gewezen op haar verplichtingen. Verplichtingen die met een stempel van de rechtbank waren bekrachtigd en die vrijwillig overeengekomen zijn. De ex-partner van ondergetekende staat hier niet ter discussie, daarvoor is een ander traject, echter wel haar raadsvrouwe. Iets meer luchtige punten [A], [B], [D]: [A] Een trivialiteit die voor ondergetekende niet ter discussie staat of nooit stond. Als deze voorlichting op ondergetekende gericht is, is de vraag wanneer of hoe hier twijfel over is komen ontstaan. Misschien dat beklaagde de deken of de kamer van de raad van Discipline een korte introductie wil geven over de rol van een advocate? [B] Opnieuw wordt hier iets gesuggereerd, namelijk dat haar stellingname volledig overeenkomstig is met de visie van haar cliënten: • de opmerking is niet “meetbaar”, hoeveel parallelliteit is er 25%, 50%, 90%, 99%, 100%? • is het niet zo dat cliënten van advocaten veelal weinig beeld (visie) hebben van juridische procedures en rechtsverhoudingen? Dus dat de visie vanuit de advocaat komt en de wensen en verwachtingen (echt iets anders) uit de cliënt(en)? • geven advocaten geen adviezen aan hun cliënten, adviezen die soms als dwingende instructies worden overgedragen? [D] het staat beklaagde vrij die mening te hebben, ondergetekende heeft een andere mening. Misschien is dat niet van belang, misschien is de mening van u van belang … Tenminste, zo heeft ondergetekende uw rol in deze casus begrepen.
Op de zitting van 12 juli 2010 vraag mr. N. Huijgen of er geen andere oplossingen waren, hij doelt op overleg, “in de minne schikken”. Beklaagde stelt dat met ondergetekende niet te praten valt … en klaar is het “onderzoek” van mr. N. Huijgen.
1
Repliek op mr. R. Ester (29 september 2013)
3 van 8
Punt [F]: Beklaagde schrijft hier ALLE betrokkenen. Waarmee ook de initiële cliënte van beklaagde en de kinderen van ondergetekende! Op 3 maart 2013, de datum van haar brief, bestond bij ondergetekende dit vermoeden, maar er was geen zekerheid. Een recent voorval, gemeld in een (persoonlijke) brief aan mr. P Wilmink (deken) op 23 september 2013 schrijft ondergetekende: Centraal wil ik stellen dat ik positief ingesteld ben. Ik geloof in leven en laten leven, geven en nemen (in die volgorde) en eerlijkheid. Als het over mijn ex-partner Patty gaat, haar zie ik bij voorkeur gelukkig. Ten eerste omdat ik dat elk mens gun, ten tweede omdat ze vijfentwintig jaar lang mijn maatje is geweest en ten derde omdat haar geluk voor mijn kinderen van belang is. Of Patty momenteel gelukkig is, dat betwijfel ik ernstig. Mijn indruk is dat zij minstens zoveel onder de scheiding geleden heeft als ik. Afgelopen vrijdagavond heb ik getracht vakantie-giften voor mijn dochters Maud en Marle te overhandigen. Getracht, want toen zij mij herkende werd ze agressief. Wilde de deur dichtgooien en krijste: “jij bent gestoord”. Het “overhandigen” werd “achterlaten”. Al-met-al niet het gedrag van een vrouw (psychologe) die lekker in haar vel zit.
Dit gaat over dezelfde vrouw, die samen met ondergetekende op 10 september 2006 een de basisovereenkomst heeft opgesteld voor het convenant. Samen en zonder de advocaten omdat het “niet opschoot” tijdens een half jaar raad van de raadsvrouwe ter discussie. Deze basisovereenkomst is door mr. Jan van Halder uitgewerkt tot een convenant, omdat de partijen in hem vertrouwen hadden! Daarna mocht beklaagde het resultaat (convenant) bij de rechtbank indienen. Nu beklaagde zelf toegeeft dat haar cliënten verwerkingsproblemen hebben en gezien het voorval hierboven, is het van belang bij de ernst en oorzaak stil te staan. Ondergetekende durft te beweren dat “nog niet zijn verwerkt” gelezen mag worden als “betrokkenen hebben trauma’s opgelopen” en komt hier nog op terug. Punt [G]: Er staat intensief overleg. Misschien is het dan goed aan beklaagde te vragen hoe het overleg met de kinderen is geweest. Of hier de moeder, die duidelijke eigen belangen had, bij aanwezig was? En in welke mate de moeder de kinderen geheel vertegenwoordigde.
De karaktermoord weerlegt Zoals beklaagde vele malen heeft aangegeven is ze niet tot overleg bereid, zelfs het beantwoorden van brieven bleek te moeilijk. Misschien dat de kamer van de Raad van Discipline, beklaagde de vraag wil voorleggen, waarom zij de reactie op haar allereerste uitvoerige brief niet heeft beantwoord. Haar aankondiging, ondertekende voor een (eenzijdige) echtscheidingsprocedure te dagen, met daarin diverse uitgewerkte (dwingende) details en diverse vragen. De reactie van ondergetekende ging op elk detail in, gevraagde stukken zijn geleverd (o.a. testamenten) en er werden ook vragen gesteld. De laatste paragraaf typeert hoe ondergetekende er in stond: Ter afsluiting voor mij het meest belangrijke. Al het bovenstaande is ter verdediging. Liever was ik niet gedaagde geweest. Ik geloof dat dit anders en beter kan en ben 100% bereid daar aan mee te werken. Zelf geef ik nog genoeg om Patty om ook de relatie hersteld te willen zien. Ik merk dat zij dat momenteel emotioneel niet aan kan. Met nadruk wil wel de illusie ontnemen dat, zoals nu wordt ingezet, de kans bestaat mij te dumpen alsof ik vuil ben.
Repliek op mr. R. Ester (29 september 2013)
4 van 8
Ik sta open voor een mondeling overleg, ben overdag te bereiken op 024-3284424. Het heeft mijn voorkeur om uw brief en mijn reactie als niet verzonden beschouwen en een betere start maken.
Maar beklaagde meende winst te halen met een monoloog richting ondergetekende, dat was begin 2006 haar initiële houding en ze heeft zich hierin verstard. Tijdens processen was 50% of meer van de argumentatie gericht op hoe ondergetekende zou zijn: • beschuldiging van email stalking. Kon gelukkig aantonen dat ex-partner meer verstuurd had. Jammer genoeg is er niet inhoudelijk naar de teksten gekeken. Maar dat kan alsnog, mijn archief is redelijk op orde. • beschuldigd van de psychische gevolgen van de strijd voor de kinderen. Dit terwijl expartner de kinderen “voorlichting” heeft gegeven over discussies. • beschuldigd dat er met ondergetekende niet te praten valt, een uitspraak die zonder enige een poging (lees concrete ervaring of poging daartoe) tot stand is gekomen. Het volgende voorval illustreert hoe ik werkelijk ben in conflictsituatie. Op 6 december 2012, 19:02 werd ik gebeld door mijn leidinggevende. In het kader van economisch ontslag wil mijn werkgever, Royal Haskoning, na 21 jaar dienstverband van mij afscheid wilde nemen (dus een andere scheiding). Ik was één van de 66 personen in die ronde, er zijn nog diverse ontslagrondes gevolgd. De economische grond was evident, de keuze van mijn persoon minder. Laat ik zeggen: er was creatief gewerkt met taken, waardoor het afspiegelingsbeginsel een bepaalde uitkomst gaf. Ik vermoed dat mijn functioneren sinds de scheiding minder was en dat dit meespeelde. Het management was relatief nieuw en “had weinig met mij”. Ik heb de oneigenlijke ontslaggrond (geen juiste afspiegeling) ter discussie gesteld. Het resultaat is dat ik vier maanden langer gewerkt heb (=19.000 euro bruto, 11.000 netto + pensioensopbouw) en de ontslagvergoeding is verhoogd met 2.000 euro. Omdat ik getekend heb voor geheimhouding, kan ik er niet meer over kwijt. Een dergelijke uitkomst is bij een internationaal opererend bedrijf met 3500 personeelsleden alleen mogelijk als de opstelling reëel is: vooral niet op de spits drijven. Ik heb dit zonder advocaat kunnen regelen en heb per email bevestiging gekregen dat men de manier waarop ik de zaak aanpakte kon waarderen (algemeen directeur, eigen directeur & PZ). Dat was opkomen voor recht in een professionele omgeving met personen die inhoudelijk durven te zijn. Voor geïnteresseerde wil ik graag namen van de gesprekspartners overhandigen, voor als u in referenties geïnteresseerd bent.
Interessante vraagstellingen Inhoudelijk gezien roept het verweer van beklaagde meer vragen op dat dat het antwoorden geeft: 1. Waarom op geen enkel punt een inhoudelijke reactie? 2. Ze betoogt dat ze conform de wil en wens van haar cliënten gehandeld heeft, maar: • Ex-partner: haar initiële cliënte heeft beroep op haar gedaan om de scheiding snel te regelen. Natuurlijk zal de huwelijksproblematiek (frustraties) aan de orde zijn geweest, maar juridisch lag daar geen punt van belang. De “strategie” om ondertekende te domineren zal zeker goedkeuring hebben gekregen, maar zal geen vraag van haar cliënte geweest zijn. • Maud, oudste dochter, heeft een hoge loyaliteit naar haar moeder. Drs. Leoni Zijderveld (psychologe), die ondergetekende een jaar gecoached heeft, is van mening dat een dergelijke loyaliteit blind is (zij gebruikte onvoorwaardelijk). Repliek op mr. R. Ester (29 september 2013)
5 van 8
•
• •
Hiermee lijkt de visie aangebrachte “visie” te zijn. Beïnvloedt door de huwelijkse ruzies, waarvan specifieke details buiten proporties zijn opgeblazen. Het is de vraag of de belangen van cliënt dan eenvoudig vast te stellen zijn. Daarnaast wordt het een uitdaging de belangen van kind en de ouder te isoleren (gedragsregel 7). O, nee ... foutje: dat geldt alleen op een detail niveau dat beklaagde te boven lijkt te gaan. Op het globale niveau, gemeenschappelijke gecreëerde vijand aanvallen, is er geen verstrengeling. Marle: Het klachtschrift (klaagschrift) gebruikt op pagina 5 de term: geronseld. Bijlage 1 geeft hier duidelijkheid over; Het deurwaarderbevel van 14 augustus 2010, volgens ondergetekende heeft beklaagde hier ernstig fout gehandeld, zie bijlage 2; Waarom is het tot de zitting van 16 januari 2012 gekomen, was dat nodig? Details staan in bijlage 3.
De deken, mr. P. Wilmink, heeft ondergetekende in een persoonlijk gesprek op 20 augustus 2012 verzekerd: “uw ex-partner heeft dit zo gewild”. Hiervan is al melding gemaakt in het klachtschrift (klaagschrift) pagina 7. De deken staat nu niet ter discussie, maar deze opmerking staat op uiterst gespannen voet met gedragsregel 9 sub 1. De opmerking van de deken typeert echter wel de cultuur. Ondergetekende zal de deken “helpen” door hierbij de garantie te geven dat “de ex” zich binnenkort in juridisch procedure mag verantwoorden voor haar rol. Het inzetten van kinderen in een strijd die tussen ex-partners is maatschappelijk gezien not-done. Elke poging daartoe is volledig in strijd met gedragsregel 1: De advocaat dient zich zodanig te gedragen dat het vertrouwen in de advocatuur of in zijn eigen beroepsuitoefening niet wordt geschaad.
Het resultaat getotaliseerd Van de inspanningen van beklaagde ben ik niet overtuigd, dat die op enig gebied mijn ex-partner en/of mijn kinderen voordeel hebben bezorgd. Bij een scheiding gaat dat over de boedel en het vermogen. Het huwelijk was in gemeenschap van goederen gesloten, dus moeilijk was het niet. Dat mijn ex-partner bij de scheiding een groot bedrag (33.312,50 euro netto, 66.625,00 euro uit de gemeenschap) heeft gekregen, in de onderhandeling in het weekend van 10 september 2006 heeft niets te maken met de “inspanning” van beklaagde, in tegendeel. Op chantage en oneigenlijke dwang reageer ik altijd tegengesteld. Wel was de reden: Dat mijn kinderen al sterk beïnvloed waren door mijn ex-partner. De logica was ook erg simpel: “oma (die jullie niet gekend hebben) heeft in haar testament al het geld aan mij gegeven en jullie vader heeft dat toch te respecteren.” Mijn kinderen stonden toen niet open voor mijn reactie, waarbij ik er op wees dat de nabestaanden dan een plicht hebben dat geld niet te vermengen met de gemeenschap. De executeur-testamentair, de oudste zwager, was een jurist, die had correcte voorlichting kunnen geven, maar hij deed het tegenovergesteld, schenkingen waren aan beiden (eenmaal schriftelijk vastgelegd waarbij mijn handtekening “genoeg was”). Iedereen, dus hij, de opa, mijn ex-partner hebben jarenlang (>20) voor de vermenging met de huwelijks gemeenschap gezorgd. Daarbij was ik gedurende die tijd hoofdkostwinner …
Repliek op mr. R. Ester (29 september 2013)
6 van 8
Dus in verband met “de lieve vrede”, om in de toekomst hierover geen gezeur te krijgen en het besef dat dit geld gedurende ons huwelijk ons mogelijkheden heeft gegeven, besloot ik royaal te zijn. Achteraf, door een rekenfoutje, zelfs erg royaal.
Verzoeken aan de Raad van Discipline In het klachtschrift (klaagschrift) wordt gerefereerd naar periodes, waarvan de laatste in de startfase verkeert. Het verzoek aan de kamer van de Raad van Discipline om zich uit te spreken over de volgende vragen: 1. Heeft beklaagde zich in de periode A (de echtscheiding) gedragen zoals dat van een advocate mag worden verwacht en is beklaagde er in geslaagd de belangen van haar cliënte voldoende te verdedigen, waaronder ook het tijdspad? Hierbij aandacht voor: o bestaat er een benoembaar voordeel dat zij voor haar cliënte bereikt heeft? o het traject heeft haar cliënte hoge kosten opgeleverd. Voor de scheiding op moment van ondertekening van de gezamenlijke overeenkomst had haar cliënte 11000 euro uitgegeven, ondergetekende slechts 6500 euro. Gelukkig voor haar cliente ook voor de financiële scheiding, dus ondergetekende heeft de helft betaald. 2. Heeft beklaagde zich in de periode B (de afhandeling goederen en herdefinitie studiebijdrage) gedragen zoals dat van een advocate mag worden verwacht en is beklaagde er in geslaagd belangen van haar cliënte voldoende te verdedigen? Hierbij aandacht voor: o de uiteindelijke financiële consequenties; o de afhandeling van de goederen; o de totale duur van het “getouwtrek”, te weten van september 2007 tot aan mei 2009 (21 maanden) o de psychische consequenties en de kosten voor de geleverde bijstand voor haar cliënte en de indirecte consequenties naar ondergetekende, die als “oorzaak” wordt gezien. 3. Met betrekking tot de periode C (de studiebijdrage van mijn kinderen), de volgende vragen: o Ondergetekende stelt dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vast dat beklaagde dochter Marle proactief geworven heeft, wordt dit standpunt gedeeld? o Deelt u de mening van ondergetekende, dat er eerst, met voldoende geduld, andere oplossingen geadviseerd hadden moeten worden? o Hoewel u geen psycholoog bent, deel u de mening van ondergetekende dat het zeer aannemelijk is dat deze strijd vergaande psychische gevolgen voor de kinderen (cliënten van beklaagde) heeft gehad? o Deelt u de mening, dat de kans op het verkrijgen van de volledige studiebijdrage met de ingezette techniek juist verkleind is? o Ter info: omdat mr. N. Huijgen in zijn vonnis van 26 juli 2010 een index-“termijn” vergeten is, is de toen opgelegde verplichting lager dan wat ik spaar. Mijn “extra” reservering is: Maud 3.126,87 euro, Marle 686,83 euro. o Welke invloed heeft deze procedure voor het verder leven van haar cliënten? Maud wil graag kinderen, zal ze daar geen opa voor willen? 4. Deelt de kamer van de Raad van Discipline de mening, dat er voldoende aanwijzingen zijn om serieus nader details te onderzoeken? Ik stel mijn archief volledig ter beschikking, maar zoals ik in mijn klachtschrift (klaagschrift) verwoorde: wie zoekt moet durven te vinden.
Repliek op mr. R. Ester (29 september 2013)
7 van 8
Want met nadruk niet aan de Raad van Discipline verzocht wordt! 1. Vanuit mijn kinderen Maud en Marle de voorliggende casus te benaderen. Motivering: Mijn kinderen houd ik van op de hoogte van diverse zaken in mijn leven. Het is hun keuze in deze levensfase contact uit de weg te gaan en niet te reageren. Dat mijn voorlichting binnenkomt, weet ik zeker. Dat toont hun reacties op informatie over hun oma. Maud en Marle zijn nu geen partij, dus steunen zowel mij als beklaagde niet. Het kan echter verkeren, het zijn slimme leuke meiden, zie bijlage 4 2. Vanuit (inleving) ouderschap de zaak te benaderen. Motivering: het ontbreekt aan veel objectieve informatie. Een keuze die de deken en de Raad tot op heden zelf gemaakt hebben! Ik heb er een aantal malen op aangedrongen. De vraag, welke vader het zijn kinderen aandoet, zolang over details te vechten, is even legitiem als de vragen: • welke moeder zet haar eigen kinderen in een echtsscheidingsstrijd? • welke advocaat genereerd omzet met conflicten die zij zelf creëert en voor haar pionnen (Maud & Marle) vergaande financiële en psychische consequenties heeft. 3. Vanuit eigen praktijkervaring de zaak te benaderen. Motivering: de landelijke deken, mr. W. Hendriksen, formuleerde op het Jonge Balie Congres 2005: De norm is dat de advocaat moet handelen zoals dat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in gelijke omstandigheden verwacht mag worden. Ik ben het hier mee oneens. Een dergelijke normering is over de tijd niet waardevast, daarbij kunnen in onze veranderende maatschappij ook veranderende (hogere) eisen gesteld moet worden. Niet waardevast zal ik motiveren: een vergelijkende norm als deze heeft een behoorlijke “spelling”. Referentie is een inschatting. Dergelijke inschattingen zullen met en zekere marge gedaan worden (redelijkheidsbeginsel), waarmee de norm over te tijd (marge op marge) vervaagd.
Getekend
Emile Gemmeke Nijmegen, 29 september 2013 (digitale versturing ongetekend)
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514
[email protected]
Repliek op mr. R. Ester (29 september 2013)
8 van 8
De “vooravond” van de rechtszaak op 12 juli 2010
Bijlage 1
Ik neem u even mee terug in de tijd, eind februari 2010. Marle, mijn jongste dochter, komt bij mij langs. Dat gebeurde regelmatig en die keer was het ‘s avond samen eten; overnachting en ’s ochtend samen ontbijt. Dan is het 1 maart 2010. Marle is net 19 jaar geworden en studeert in Utrecht farmacie (eerstejaars). Op dat moment is de scheiding al weer 3,5 jaar oud en de tijd dat mijn ex-partner en ik uit elkaar zijn ruim 4,5 jaar. De email waarin we de afspraken maken geeft een goed beeld van het contact, let vooral op haar taalgebruik (bijlage 1A). Het leven van Marle is de maanden hiervoor niet zo gemakkelijk geweest. Ze moest nog haar draai vinden in Utrecht. Ze is (te) serieus met haar studie bezig en met haar (eerste) vriendje is het net uit. Voor Pasen, op 1 april hebben we nog contact, het voornemen van Marle is om met haar vriend (het is weer aan) bij mij te slapen (zie bijlage 2A), uiteindelijk is het niet doorgegaan, de reden weet ik niet.Daarna wordt het aardig stil en ik heb een vermoeden: er speelt iets op de achtergrond, haar zus Maud gaat haar bachelor halen, iets wat ik mogelijk niet mag weten en/of bij zus en moeder loopt de irritatie op dat ik Maud haar studiebijdrage heb stilgezet (ik spaar dit geld totdat Maud een open en eerlijk gesprek aandurft). Verder is in april er meestal een familiedag en van zo’n dag enige jaren geleden herinner ik mij een opgewonden telefoontje van mijn oudste dochter Maud.Dus, voor mijn gevoel: Marle voelt zich mogelijk tussen partijen. Hoe dan ook, het contact wordt minder en ik meen een oorzaak te weten. Eind april besluit ik de automatische overschrijving studiebijlage in te trekken en te wachten dat Marle contact op neemt. Dat gebeurd op zaterdag 8 mei (16:05), ik krijg een email, gewoon vriendelijke vraag. Mogelijk is Marle op dat moment bij haar moeder, waar ze regelmatig is het weekend is. In de studentenflat is het “stil” in het weekend. Een week later maak ik het geld over met daarbij een email waarin ik uitleg vraag. Hierop krijg ik pas een week later (weer zaterdag, misschien bij haar moeder) een reactie. Marle vind het jammer dat zaken moeilijk gaan en voelt zich door mij onder druk gezet. Een hoop details met een belangrijke tijdlijn: Het goede contact van jaren, zeg maar sinds geboorte, wordt in twee maanden (april-mei) duidelijk minder en natuurlijk heb ik daar ook een rol in. “Ook”, dus niet alleen en in mijn optiek zeker niet de hoofdrol. Op 5 juni 2010 (weer zaterdag) reageert Marle op een email van mij: Hoi papa, Ik vind het heel erg moeilijk wat er nu allemaal gebeurt. Ik begrijp ook niet waarom dit gebeurt. Ik wil er afstand van houden, omdat het voor mij allemaal heel erg moeilijk is. Voor mijn gevoel wordt het onmogelijk gemaakt nu langs te komen. Groetjes, Marle
Twee dagen later stuurde een ex-zwager een soort van dreigbrief. Hierin de opmerking dat als ik niet binnen 8 dagen het geld overmaak, er juridische stappen worden genomen (dit tevens namens de moeder, mijn ex-partner). Ik reageer per email op 9 juni 2010 (18:22) naar Marle. Haar zus Maud en beklaagde krijgen een kopie1. In mijn optiek heeft beklaagde in 2009 redelijk wind zitten zaaien en ik voel de tijd om de storm te oogsten naderen. Vandaar dat ik beklaagde de kans geeft om aan rust te werken of-te-wel: de wind te laten gaan liggen. Voor gewone mensen, zijnde niet juristen heet dat: normaal overleg stimuleren. In ons convenant is opgenomen, door beklaagde bij de rechtbank in Arnhem ingediend, en bij beschikking van de Rechtbank d.d. 19 oktober 2006 deel uitmakend van de echtscheiding: 2.2.
Verblijfplaats minderjarige en contact Marle zal vooralsnog bij haar moeder blijven wonen in Malden. De ouders spreken af, dat zij bevorderen dat tussen Marle en haar vader, overigens net als tussen Maud en haar vader, goed en regelmatig contact zal bestaan.
In die lijn was het redelijk geweest als mijn ex-partner een andere oplossingsrichting had gestimuleerd. We wonen 30 minuten fietsen uit elkaar en Marle maakte die tocht vaak. Dus gewoon: ga even bij je vader langs. Maar het gaat anders, beklaagde gebruikt de informatie en geeft proactieve advies, ik zal dat aantonen: • 13 dagen (9 werkdagen) later, op 21 juni 2010, heb ik een dagvaarding voor een zitting (kort geding) op 12 juli 2010; • Dit zonder van beklaagde de verplichte aankondiging tot voornemen het hebben ontvangen (met inachtname van een redelijke termijn (gedragsregel 19). Hierin opgenomen als tweede eis: dat informatie tussen partijen wordt uitgewisseld zoals de Voorzieningenrechter redelijk acht.
met de argumentatie: 5.
6.
De vader zet de dochters oneigenlijk onder druk om contact met hem te hebben en te houden op zijn voorwaarden. De dochters hebbend dit als zeer bedreigend ervaren, mede door hun wetenschap over de opstelling van de man in de vraagstukken in de echtscheidingsprocedure (geestelijk en lichamelijk geweld tegen de moeder en niet afhouden procedures). De dochters achten het desondanks redelijk dat zij hun vader informeren over de vorderingen van hun studie. Zij zullen deze informatie hem doen toekomen, doch wensen niet door hun vader te worden benaderd, noch schriftelijk noch per telefoon, noch in persoon.
De moeder zal de kinderen tijdens de zitting vertegenwoordigen.
Gezien de tijden, termijnen, de beperkte communicatie mogelijkheden, de volle studieagenda’s, de afstanden, het feit dat mijn kinderen mevrouw Ester alleen in 2006 kort gezien hebben voor een handtekening hun moeder te machtigen, de bedenktijd die mijn ex-partner normaal nodig heeft, ligt het voor mij in de lijn der verwachtingen dat mevrouw Ester proactief gehandeld heeft op basis van deze email. In het kort geding heb ik hier rechtstreeks naar gevraagd en haar antwoord was: voor mij een weet voor u een vraag. Jammer was dat mr. N. Huijgen de vraag niet herformuleerde. 1
Vindt de kamer van de Raad van Discipline het aannemelijk dat Marle: • een jonge intelligente zachtaardige studente farmacie van 19 jaar; • die dagelijks druk met haar studie in Utrecht bezig is; • jaren leuk contact met haar vader had; • het jaar ervoor (14 mei 2009) nog 2677,38 euro van haar vader heeft gekregen. Tijdens de zitting door haar vader aangeboden, en vastgelegd, om haar te compenseren voor een financiële voordeel dat haar zus Maud heeft gehad; • die op haar spaarrekening zo’n 19500 euro had staan; binnen één maand, zelfstanding, vanuit haar innerlijke gevoel haar vader zonder enige persoonlijke waarschuwing voor de rechter haalt om: (1) de maandelijkse bijdrage van 350 euro af te dwingen en tevens … (2) een omgangsverbod aan de rechter vraagt? Daarnaast zijn er elke verdachte feiten: • dat intensief overleg, genoemd in het verweer van mevrouw ([G]), wanneer heeft dat plaatsgevonden? Utrecht-Nijmegen is niet “om de hoek” en binnen Nijmegen is het kantoor van mevrouw zo’n 45 minuten lopen vanaf het station. Marle was op werkdagen aan het studeren. • Waarom zitten de machtigingen van Maud en Marle aan de moeder, niet bij de dagvaarding? Die handtekening had tijdens zo’n intensief gesprek eenvoudig geplaatst kunnen worden. • Antwoord: omdat die handtekening toen nog niet waren gezet! Immers datum op machtiging is vrijdag 2 juli 2010 (Marle) en zaterdag 3 juli (2010 Maud) en te Utrecht. • Op maandag 5 juli 2010: De ondergetekende, mr. R.B.Ester, advocaat en procureur te Nijmegen/Lent, verklaart hierbij dat bovenstaande handtekening voor echt is erkend. De verklaringen zijn dus per post verstuurd of de moeder heeft koerier gespeeld. Ik geloof wel dat de kinderen werkelijk getekend hebben, maar zo hoort dit niet te gaan! Ze hadden persoonlijk met legitimatie aanwezig moeten zijn en moeten tekenen in het bijzijn van “hun” advocate. Hoe interpreteert de kamer van de Raad van Discipline met deze feiten in ogenschouw nemend de tekst van Marle in haar email van 5 juni, dus 16 dagen daarvoor? Ik doel op: “Ik wil er afstand van houden”. Ik souffleer: “er” staat voor de problemen tussen de moeder en mij en/of Maud en mij. Deze heldere wilsuiting, die in lijn ligt met andere emails en haar opstelling gedurende jaren, zie ik niet meer terug, ze is er ruw tussenin geplaatst. De strijd lijkt om de belangen van de kinderen te gaan (studiebijdrage). Maar die bijdrage lag met een beetje openheid, eerlijkheid en communicatie voor het oprapen! Maud wist dat ik het geld spaarde en ik spaar nog steeds en hen. Saldi per 19 september 2013: Maud 10744,40 euro; Marle 8861,00 euro. Dus een juridisch strijd was zeker niet nodig. Vandaar dat ik concludeer: beklaagde heeft Marle geronseld.
Het contact valt volledig weg, de kinderen reageren niet meer op mijn emails, maar blijken ze wel te lezen. Anderhalf jaar later, op 23 augustus 2011 (20:20) bel ik bij Marle aan om te kijken of we niet tot elkaar kunnen komen zegt ze: dat ze niet met mij mag praten. Die uiting klopt niet met de vrije geformuleerde email op 5 juni 2010. Van wie komt het verbod? Als het van haar moeder kwam, had ze (volgens mij) dit werkwoord niet gebruikt. ----Ik neem u even mee vooruit in de tijd, zo ergens rond 2030. Marle heeft een zoontje van 10 jaar en die vraagt naar “de andere opa”. Zoals een kind dat doet: “Mama, jij hebt toch ook een papa, net als ik een papa heb? Waarom zie ik die nooit?” Zal Marle dan antwoorden: “Ja, dat klopt, dat was een lieve vader, maar toen ik 19 jaar was heb ik hem voor de rechter gehaald. Dat vond oma een goed idee. Later had ik een beetje spijt, maar oma werd woest als ik er maar over begon … eigenlijk was het niet goed … maar ik durfde niet anders”. “Ik wilde wel afstand houden, maar ben er toch ingetrokken. Eerst voelde het alsof mijn papa zat te trekken, maar misschien heeft oma wel harder getrokken.” ----Waarheid controleren …. Concept van dit document heb ik op vrijdag 27 september 2013 (13:18) aan mijn dochter Maud gezonden, met als onderwerp “Reflectie verzoekje …” en als tekst: Hoi Maud, Ik wil eerlijk zijn en alleen zaken opschrijven die kloppen. Als in de bijlage teksten zitten die onjuist zijn, dan hoor ik dat graag. Daarmee help jij je moeder (denk ik). Liefs, Paps n.b. het is nog een concept en gaat waarschijnlijk zondag “de deur uit”
Om haar er extra op te wijzen dat ze de email moet lezen een SMS: Hoi Maud, je net een email gestuurd, hoop voor jou dat je deze leest, liefs paps De deken, mr. P. Wilmink heb ik dit emailtje doorgestuurd, nu twee dagen later, zelfde tijd is er nog geen reactie binnengekomen. Maud die met zo krachtig kan zijn als ik, reageert niet. -----
OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland Mr. p. M. Wilmink,Deken
PER FALKCOURIER PERSOONLIJK / VERTROUWELIJK Mevrouwmr. R.B. Ester
Wisentstraat 1 6 5 3 2A N N I J M E G E N
Arnhem,2 oktober2013 BetÍeft:dhr.E. Gemmeke / mr.R.B.Esterll (K13/129) mh/am
Geachtecollega, jl. waarvanik u hierbrjeen kopie"doetoekomenreageerdede Bij briefd.d.29 september heerGemmekenogmaals in dezezaak. Middelsdezereactiewordtde klachtnaderonderbouwd maarookuitgebreid met een extraonderdeel ( zie bijlage1 tweedepagina: handelenin strijdmethetbepaaldein gedragsregel 19). Uw schriftelijke reactíeop hetgesteldein de brief(en in hetbijzonder op genoemde uitbreiding) zietde dekengraagin tweevouden uitêrlijkbinnendriewekenna heden tegemoet. Eenkopievandezêbriefzendik ter kennisname aan de heerGemmekedie ik heden schreefconformbijgaande kopie-. Hoogachtend, namensmr. P.M.Wilmink
i,
lz-.',AD vl AwcleL2..----.-----
Mr. M-L.A.J.Hoppenbrouwers .bijlagen(2)
Postbus4152 6803ED Arnhem
Telefoon:026 - 389 07 66 TeleÍax: 026 - 389 07 17
OrdevanAdvocatenin hetarrondissement Gelderland Mr. P. M. Wilmink.Deken
/ VERTROUWELIJK PERSOONLTJK De heerE. Gemmeke De Geerkamo 1014 6545HB NIJMEGEN
Arnhem,2 oktober2013 / mr.R.B.Esterll (K13/129) dhr.E. Gemmeke BetreÍt: mh/am
GeachteheerGemmeke, jl. van uw briefd d 29 september Namensde dekenbevestigik hierbijde ontuangst Zodra waarvanik hedeneen kopiezondaan mr. Estermetvezoekdaaropte reageren. tjJgJ;ágoe réáóiièis óntvangenverneemtu nacjer.Éenkóplé-vánmijnbrieíaan mr. Estertreftu hierbuaan. en voorteleggenaande Raadvan Discipline U vraagtde dekênde klachtonmiddellijk 46" op art. doelt uw verwijzing aan dat lk neem Advocatenwet. naarde verwlsidaartoe aande Raad wordtvoorgelegd dat de zaakonmiddelllk dat b'epaalt lid 1 Advocatenwet artikelstaatechterook: van Discipline alsde klagerdaaromvraagt.In datzelfde lid'. "onverminderd hetbepaaldein art.46c,wveede klacht." in naarelkebij hemingediende Datartikelluidt:"Dedekenstelteên onderzoek hetgevolgdat de deken praktisch doorzending gezienheeftuw verzoekom onmiddellijke de zaak en nietprobeert doorstuurt van hetondezoekde klachtonmiddelltjk na afrondino te schikken. Eenkopievandezebriefzendik pergeliikepostaanmr. Ester. Hoogachtend, Namensmr. P.M.Wilmink
Mr.M-L.A.J.Hoppenbrouwers .bijlage
Postbus4152 6803ED Arnhem
- 38907 66 TeleÍoon:026 Telefax: 026 - 389 07 17
ADVOCATENKANTOOR
É,*u' mr. reinaester advocaatvfasscheidingsbemiddelaar familierechtspecialist
NederlandseOrde van AdvocatenArrondissmentGelderland t . a . v . m r . P . M . W i l m i n k ,d e k e n P o s t b u s4 1 5 2 6803 ED ARNHEM
Nijmegen,14 oktober 201 3 Inzake : Klacht Gemmeke/Ester O n s k e n m e r k: Uw kenmerk : K131129 Geachteconírère. In reactieop de reactievan de heer Gemmeked.d. 29 september2013 in bovengenoemde zaak berichtik u het navolgende. Op de opmerkingverwijzendnaargedragsregel19, berichtik u dat voor zover al tegen deze regel is gehandeld(hetgeenik bestrijd),dit is geschiedals gevolgvan de te maKen keuzesin een conÍlict'-,anclichten. Geprevaleerd heeÍt steedshet belangvan cliënten. lk verzoeku deze zaak thans voor te leggenaan de Raadvan Disciplinezodat na mondelingebehandelingtot e'enafrondingkan worden gekomen. Met vriendelijkegroet,
R . B .E s t e r
Wisentstraatl 6 5 3 2A N N i j m e g e n
r a24 35590 93 F o 2 43 o o o o 8 7
www.advocaten kantoor-ester.n I info@advocaten kantooÊester. nI
l e d e r ea a n s P r a k e l L j k hdei s b e p e r k tt o t h e t b e d Í a gd a t i n d e d e s b e t í e f f e n d ek w e s t i eo n d e rd e a a n s p r a k ei j k h e i d s v e Í z e k e Í i nwgo r d t L r i t b e t a a l d
Gelderland OrdevanAdvocatenin het arrondissement M r . P . M . W i l m i n kD . ekên
PERSOONLIJK / VERTROUWELIJK De heerE. Gemmeke De Geerkamo 1014 6545HB NIJMEGEN
Arnhem, 15oktober 2013 Betreft: dhr.E. Gemmeke/ mr. R.B.Esterll (K13/129) mh/am
GeachteheerGemmeke, Hierbijdoe ik u ter kennisname een kopie*van mijnbrieívan hedenaan de Griffiervan de Raadvan Discipline toekomen.De bijlagensluitik nietbij,aangezien dezereedsin uw bezitzijn,met uitzondering van bijlage22 (briefd.d. 14 oktober2013van mr. Esteraan mr. Wilmink),waarvanik u hierbiieo-nkcpie*teazend Deze zaak is wat de dekenbetrefthiermeeaígedaan.De Griffiervan de Raadvan DisciDline zal u naderberichten. Van dezegelegenheid maakik graaggebruikom u enigeinformatie* te doentoekomen overde behandeling van klachtendoorde Raadvan Discipline. Hoogachtend, Namensmr. P.M.Wilmink,
I'
VWUzp<<2-Mr. M-L.A.J.Hoppenbrouwers adjunct-secretaris
.bijlagen(3)
Postbus4152 6803ED Arnhem
026- 38907 66 TeleÍoon: TeleÍax:026- 38907 17
OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland MÍ. P. M. Wilmink,Deken
PERSOONLIJK / VERTROUWELIJK Aan de Griffiervan de Raadvan DisciDline Arnhem/Leeuwarden, afdelingZuid Mevrouwmr. H.A.M.RÍtsma-Hartman Postbus30214 6803AE ARNHEM
Arnhem,í5oktober2013 Betreft:de heerE. Gemmeke/ mr. R.B.Êsterll (K 13/129) mn/am
GeachtemevrouwRitsma-Hartman, Namensde dekenvan de OrdevanAdvocatenin het arrondissement Gelderland, mr. P.M.Wilmink,brengik hierbrjter kennisvan de Raadvan Discipline de klachtvan de heerE. Gemmeke(adres:De Geerkamp1014,6545HB Nijmegen)tegenmevrouw mr. R.B.Ester(adres:Wisentstraat 1, 6532AN Nijmegen),advocaatte Nijmegen. Bij briefd.d. 19 augustus20 t 3 werddezeklachtingediendbij de deken.De klachtwerd uitgebreidbij briefd.d.29 september2013. Een schikkingin der minnebleeknietmogelijken klagervezocht bij indiening van de klachten laterin de correspondentie om de klachtonmiddelliik ter kennisvan de Raad van Discipline te brengen. Eerderwerd bij briefd.d. í3 maart2013een klachtingediendmet betrekking tot dezelfde onderliggende zaak.Dezeklachtwerd bij briefd.d. 13 juni 20.13(bijlageA.) ier kennisvan gebracht.Dezezaakis doorde Raadvan Discipline de Raadvan Discipline niet behandeldomdatde klachtbij briefvan 16juni 2013 door klagerwerdingetrokken De klachtbetrefthet optredenvan mr. Esterin de periodevan 2006tot hedenals advocaatvan de wederpartij, de ex-echtgenole van klager(mevrouwBroekman), met betrekking tot de echtscheiding c.a.van partijen. Kortweergegeven luidtde klacht:mr. Esterheeftzich nietgedragenzoalseen goed advocaatbetaamtdoor: '1. in strijdmet het bepaalde in cedragsregel3 te handelennamelijk: (a) nooitte reagerenen daarmeeelke mogelUkheid tot overlegte írustreren,(b)dit terwijler wel mogelijkheden warenblijkenshet initiatiefin 2006van partijen,(c) voorte stellenaan haar clÍëntedat zij aísprakenzou negerenen zodanig te acterendat de wederpartij
Posibus4152 6803ED Arnhem
- 38907 66 Telefoon:026 Telefax:026- 38907 17
ORDEVANADVOCATENIN HETARRONDISSEMENT GELDERLAND
2. 3.
4.
5.
6.
7.
zichgenoodzaakt zou voelenaf te haken,(d) proactiefte advisereneen rechtszaak aanhangigte makentoen in juni 2010een discussieontstondtussendejongste dochteren haarvader/klager (terwijldaartoegeen noodzaakbestond,daarmee voorbugaand aan hetgeenaan de ordewas in de mediationen doorop 2i ioni 2010 een procedureop 12juli 2010 aante kondigenen hiermeenieuwecliënten( de dochtersvan klager)te werven); in strijdmet het bepaaldein Gedragsregel 7 te handelen,namelijk:de kinderente misbruiken vooreen onnodigerechtsstrijd tussende oudersdie bovendienveel íinancieelnadeelheeftopgeleverd; in strijdmet het bepaaldein Gedragsregel 30 te handelen,namelijk:te íantaserenen te liegenen nooitcorrectte antwoorden op vragenen nooitte erkennenwanneer bleekdat er onjuistheden warenverkondigddoor (a) in stukkenaan deurwaarders en rechtbanken onwaarheden te poneren,(b)jegensde rechtbankte stellendat met klagernietgepraatkanwordenen (c) in het kadervan het ondezoekvan de eerste klachtin strijdmet de waarheidte stellendat klagerhaarfysiekheeftaangevallen; in strijdmet het bepaaldein Gedragsregel 19 te handelen,namelijk:doorna het vonnisd.d.26 juli 2010binnentweewekenen zondervooraankondiging doorde deuruaardereen beveltot betalingte doen uitbrengenzonderdaarbijook een rekeningnummer te vermelden; in strijdmet het bepaaldein Gedragsregel 23 te handelennamelijk:(a) doorin een beveltot betalinggeencorrecteberekening te makenen niette reagerenop een klachtdaaroveren (b) nietde verlangdebetalingswuze (rekeningnummer) te vermelden; in strijdmet het bepaaldein Gedragsregel 1 te handelen,namelijk:door machtsmisbruik, met namewaar het betrefthet tweedebetalingsbevel dat zonder toestemming van haarcliëntevia de deurwaarder uitging,hetgeenook een vermogensdelict oplévert; in strijdmet het bepaaldein Gedragsregel 19 te handelen,namelijk:doorop 21 juni geding op í2 juli 201Oaante kondigenzonderhet 20í0 een procedure/kort voornemendaartoeaan te kondigenmet inachtnamevan een redelijketermijn.
Mr. Esterheeftgemotiveerd verweergevoerd-Kortweergegeven luidtdit veMeer: mtj pastgeen (tuchtrechtelijk) verwijt. lk ontkenhetgeenklagermij verwijt.Als advocaatvan de wederpartij heb ik binnende grenzenvan de vruheiddie ik als advocaatvan de wederpartijheb,de belangenvan mijn cliëntenaarbehorenbehartigd zonderdaarbijde wederpartijonnodigof ontoelaatbaar te schaden.Voozover ik al gehandeldzou hebbenin strijdmet een voormUgeldende gedragsregel is dat geschiedals gevolgvan de te makenkeuzesin een conflictvan olichten. Het dossiervoorzoverrelevant,bestaatuit de volgendestukken: bijlageA: brieíd.d. 13juni 2013 van mr- M-L.A.J.Hoppenbrouwers aan de grifíiervan de Raadvan Discipline; 1. brief,met bÍlagen,d.d. 19 augustus2013van de heer E. cemmekeaan mr. P.M.Wilminken mr. Hoppenbrouwers; 2. briefd.d. 22 augustus2013van mr. Hoppenbrouwers aan de heerGemmeke;
ORDEVANADVOCATENIN HETARRONDISSEMENT GELDERLAND
3. 4. 5.
briefd.d.22 augustus2013van mr. Hoppenbrouwers aan mr. R.B.Ester; brÍefd.d.23 augustus2013van mr. Esteraan mr. Hoppenbrouwers; brÍeíd.d.24 augustus2013van de heerGemmekeaan mr. Wilminken mr. Hoppenbrouwers; 6. briefd.d.27 augustus2013van mr. Hoppenbrouwers aan de heerGemmeke; 7. brief,met bijlagen,d.d.28 augustus2013van mr. Hoppenbrouwers aan de heer Gemmeke; 8. briefd.d. 1 september20í 3 van de heerGemmekeaan mr.Wilmink; 9. briefd.d.10 september 2013van mr.Wilminkaande heerGemmeke; 1O. briefd.d. 10 september2013van mr.Wilminkaan mr. Ester; 11. briefd.d.1í september 2013van mr. Esteraanmr.Wllmink; 12. briefd.d.13 september 2013van mr.Wilminkaande heerGemmeke; 13. briefd.d.14 september 2013van de heerGemmeke aanmr.Wilmink; 14. briefd.d.17 september 2013van mr.Wilminkaanmr.Ester; 15. briefd.d.í 7 september 2013van mr.Wilminkaande heercemmeke; 16. maild.d.19 september 2013van de heerGemmeke aanmr.Wilmink; 17. bríef, met bijlage,d.d. í2 september2013van de heerGemmekeaan mr. Wilmink; '18. briefd.d.20 september2013van mr. Wilminkaan de heer Gemmeke; 19. brief,met bijlagen,d.d.29 september2013van de heerGemmekeaan mr. Wilmink en mr. Hoppenbrouwers; 20. briefd.d.2 oktober2013van mr. Hoppenbrouwers aan mr. Esteri 21. briefd.d.2 oktober20í 3 van mr. Hoppenbrouwers aan de heerGemmeke: 22. briefd.d.14oktober2013van mr. Esteraanmr.Wilmink. Kopieën'van gênoemdestukkenzijn bij dezebrieígevoegd. Een kopievan dezebrief,zondèrde bijlagenA en 1Um21, aangeziendeze reedsin het bezitvan partijenzijn,zend ik per gelijkepostaan de heerGemmekeen mr. Ester. Een kopievan bijlage22 (briefvan mr. Esteraanmr.Wilminkd.d.14 oktober2013)zend ik aan de heerGemmeke,aangeziendeze briefnog níetaan hemwerddoorgezonden. Hoogachtend, namensmr. P.M.Wilmink, L
o/--t
V-W)t?(-/
,-"-1
'-
mr. M-L.A.J.Hoppenbrouwers adjunct-secretaris *bijlagen
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
de griffier van Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden mr. H. Ritsma p/a Kamer H. 3.43 Postbus 30214 6803 AE Arnhem Nijmegen, 23 oktober 2013
Uw referentie: 13 - 251 Onderwerp: klacht ingetrokken
Geachte mevrouw Ritsma, In mijn brief van 18 oktober 2013 heb ik u gevraagd de klacht 13-251 even aan te houden. Gezien weigering van de deken op mijn verzoek (eindelijk eens) onderzoek te doen naar wat zich heeft voorgevallen, heb ik besloten mijn klacht (opnieuw) te herformuleren. Vandaar dat ik de huidige klacht intrek. Het geeft te denken welk belang de deken denkt te dienen met zijn houding. Hij is niet in staat om mij telefonisch of op schrift argumenten te geven anders dan uiterst algemeen: dit is mijn werkwijze en daar moet u het mee doen (dit is geen citaat). Het geeft te denken dat uw voorzitter tot op heden geen actie heeft ondernomen, terwijl hij hiervoor wel wettelijke middelen heeft. Waarmee de vraag zich opdringt, welk belang de Raad van Discipline dient. U kunt van mij te zijner tijd een nieuwe klacht verwachten. In de aanloop daartoe zal ik “aan de boom blijven schudden”, iets wat in dit seizoen mogelijk tot meer effecten leidt. Indien de Raad van Discipline, mogelijk bij monde van een van de (vice)voorzitters, behoefte hebben aan uitleg, verantwoording of discussie, sta ik daarvoor open. Vertrouw er op u hiermee correct te hebben geïnformeerd. met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document)
OrdevanAdvocatenin hetarrondissement Gelderland Mr.P. M. Wilmink,Deken
PERSOONLIJK / VERTROUWELIJK De heerE. Gemmeke De Geerkamp1014 6545HB NIJMEGEN
2013 Arnhem, 25oktober / mr. R.B.Esterll (K13/129) Bètreft: dhr.E. Gernmeke mn/am
GeachteheerGemmeke, Hierbijbevestigik de ontvangstvan uw e-mailberichtvan 23 oktober2013,waarbiju mij een kopiezendtvan uw briefvan diezelfdedatumaan de griffiervan de RaaCYen DisciÉine€veï de intrekkingvan uw klachttegen mr. Ester. Ëj brieÍ 'Í :r. i I -iftÍober 2ol:, Feb k Tariaten weien iat dez'.'za?i !'jai e* dÈi'-èrï;cii€fi was afgedaan. aan de Raadvan Discipline metde doorgeleiding De dekensluitdit dossier. Hoogachtend, namensmr. P.M.Wilmink. I
VlWap"-e-=-Hoppenbrouwers mÍ.M-L.A.J. / advocaat adiunct-secretaris
Postbus4152 6803ED Arnhem
Teleíoon:026 - 389 07 66 Telefax: 026 - 389 07 17
-