Klaar voor de start… Schooljaar 2009 - 2010 Werkboek voor leerlingen van groep 8 Naam:
Dit werkboek verschijnt in het kader van het project “doorlopende leerlijn basisonderwijs - voortgezet onderwijs” van de stichting IJsselgraaf en het Rietveld Lyceum.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd in enige vorm, zonder schriftelijke toestemming van de makers.
Voor informatie: Joost van Campen
[email protected]
Maarten Brinkhof
[email protected]
Klaar voor de start…
Beste leerling van groep 8, Dit boekje is gemaakt om ervoor te zorgen dat je zo soepel mogelijk van een groep 8-er een brugklasleerling wordt. Het boekje is in verschillende maanden verdeeld. Elke maand staat in het teken van een bepaald onderwerp. September : Agendagebruik 1 Oktober
: Wie ben ik en wat wil ik?
November : De ideale school December : De verschillende niveaus Januari
: De open dagen en de schoolkeuze, agendagebruik 2
Februari
: Het onderwijskundig rapport
Maart
: Informatie zoeken over je nieuwe school
April
: Vergelijk groep 8 met de brugklas
Mei
: Survival tips, agendagebruik 3
Juni
: Hoe zie je jezelf als brugklasser
Wij hopen dat de lessen die erin staan jullie helpen om je op-en-top voor te bereiden op de brugklas. Heel veel succes en plezier! De projectgroep doorlopende leerlijn BO-VO
Klaar voor de start…
3
September
September
Jullie hebben allemaal een agenda gekocht of gekregen, maar weet je ook wat je er allemaal mee kunt doen? Dit ga je deze maand leren. We gaan samen met de groep stap voor stap de agenda invullen.
1. Schrijf je persoonlijke gegevens in jouw agenda. 2. Schrijf de schoolgegevens in jouw agenda. 3. Neem het jaarrooster van school over tot en met de kerstvakantie. 4. Schrijf de adressen van je klasgenoten op. 5. Schrijf de verjaardagen van je familie, vrienden en klasgenoten op. 6. Schrijf het lesrooster op. 7. Schrijf ook in de agenda wanneer je trainen, muziek, dans enz hebt. 8. Schrijf de boekbesprekingen, spreekbeurten enz op bij de dag dat je die hebt. 9. Bij de cijferlijst schrijf je de vakken op die je dit jaar hebt, wanneer je een cijfer hebt gekregen kun je deze erachter zetten. 10. Spreek met je juf/meester af wat je elke week in je agenda gaat zetten, bijvoorbeeld de toetsen
4
Klaar voor de start…
Oktober
Oktober
Je kent jezelf natuurlijk al erg goed, je kent jezelf immers al zo’n elf of twaalf jaar! Toch is het helemaal niet zo gemakkelijk om van jezelf te zeggen wat je goed kunt en wat nog niet echt. Maar het is wel héél erg handig als je dat weet, want dan weet je waar je op moet letten. Tijd voor een kijkje ‘in de spiegel’ Info! Je bent op school om te leren… Maar natuurlijk ook om een fijne tijd te hebben. Vaak is het zo dat als het goed met je gaat op school, dat het ook goed met jou gaat. Je zit tenslotte elke dag urenlang op school. Om zo goed mogelijk te werken is het handig als je jezelf goed kent. Je weet dan wat je sterke punten zijn en waar je nog aan kunt werken om beter te worden.
Werk in een groepje 1. Wat lijkt je handig om goed te kunnen in de brugklas? Schrijf zoveel mogelijk dingen op. Er staan al twee voorbeelden.
Vrienden maken
Handig in de brugklas
Kunnen plannen
Klaar voor de start…
5
Werk alleen 2. Onderstaande uitspraken gaan over samenwerken. Toch moet je deze opdracht alleen doen om er achter te komen hoe jij bent met samenwerken. Dus niet overleggen! Kleur bij onderstaande uitspraken alle cirkeltjes van de uitspraken die goed bij je passen. u Ik werk vaak het liefst alleen u Ik werkt het liefst samen met iemand. u Ik werk het liefst in een groepje. u Ik kan eigenlijk altijd met iedereen goed samenwerken. u Ik kan maar met een paar mensen samenwerken. u Ik vind het leuk om te overleggen over dingen. u Ik heb vaak goede ideeën over hoe je iets moet doen. u Ik voer het liefst ideeën van anderen uit. u Ik word een beetje boos als anderen niet naar me luisteren. u Als iets niet gaat zoals ik het wil, loop ik het liefst weg. u Als er ruzie in een groepje is probeer ik het op te lossen. u Ik vind het belangrijk om goed samen te kunnen werken. u Ik zeg het meteen als ik het ergens niet mee eens ben. u Ik zeg het niet als ik het ergens niet mee eens ben. u Anderen hebben altijd betere ideeën dan ik. u Ik vind het belangrijk om ergens goed over na te denken voordat ik iets doe. u Ik begin meteen en denk daarna (of terwijl ik bezig ben) pas na.
Werk alleen 3. Als je dat zo van jezelf ziet wat je bij 2 hebt ingevuld. Wat zegt dat dan vooral over jou denk je? Kies uit de volgende vier ‘types’ en zet een kruisje voor de beste omschrijving. Pas jij eigenlijk niet in een van onderstaande types? Schrijf dan zelf op wat je denkt. - Ik werk het liefste samen bij opdrachten. Het maakt niet echt uit met wie. Ik ben een beetje een ‘leider’ en heb een boel ideeën. Ik wordt ongeduldig als er niet goed naar mijn ideeën geluisterd wordt.
6
Klaar voor de start…
- Ik werk graag samen, liefste met mensen waar ik goed mee kan samenwerken. Ik heb wel ideeën, maar ik vind het ook prima om ideeën van anderen uit te voeren. Ik zeg het als ik het ergens niet mee eens ben want we moeten het allemaal eens zijn in ons groepje. - Ik vind samenwerken wel OK, maar ik werk net zo lief alleen. Ik voer het liefst ideeën van anderen uit. - Ik vind samenwerken niet fijn. Het is dat het soms moet, maar ik werk het liefst alleen. Overleggen vind ik niet fijn. -
Werk in tweetallen 4. Hoe zien anderen dat van jou? Ruil je boekje met een klasgenoot. Vul nu voor elkaar de lijst in over samenwerking. Niet spieken wat die ander zelf had ingevuld en niet overleggen!!! u Ik werk vaak het liefst alleen u Ik werkt het liefst samen met iemand. u Ik werk het liefst in een groepje. u Ik kan eigenlijk altijd met iedereen goed samenwerken. u Ik kan maar met een paar mensen samenwerken. u Ik vind het leuk om te overleggen over dingen. u Ik heb vaak goede ideeën over hoe je iets moet doen. u Ik voer het liefst ideeën van anderen uit. u Ik word een beetje boos als anderen niet naar me luisteren. u Als iets niet gaat zoals ik het wil, loop ik het liefst weg. u Als er ruzie in een groepje is probeer ik het op te lossen. u Ik vind het belangrijk om goed samen te kunnen werken. u Ik zeg het meteen als ik het ergens niet mee eens ben. u Ik zeg het niet als ik het ergens niet mee eens ben. u Anderen hebben altijd betere ideeën dan ik. u Ik vind het belangrijk om ergens goed over na te denken voordat ik iets doe. u Ik begin meteen en denk daarna (of terwijl ik bezig ben) pas na.
Klaar voor de start…
7
Werk alleen 5. Bekijk de ingevulde lijst van opdracht 2 en 4. Klopt het een beetje met wat je zelf dacht? Tel hoeveel keer jullie hetzelfde hadden aangekruist: En hoe vaak heeft de ander iets aangekruist wat jij niet had? Welke uitspraak heeft de ander aangekruist die jij niet echt bij jezelf had verwacht?
Werk alleen 6. Ken u zelf! Hoe erg passen deze uitspraken bij jou? Zet een kruisje onder de nummertjes. Een 1 als het helemaal niet bij je past en een 5 als het heel erg bij je past. 1 2 3 4 5 Ik kan goed zelfstandig werken. Ik kan me goed een langere tijd concentreren Ik kan goed alleen werken Ik kan goed in een groepje werken Ik vraag het als ik iets niet begrijp Ik zoek zelf oplossingen als ik een probleem heb Ik kan goed met klasgenoten opschieten Ik kan goed met de juffen en meesters opschieten Ik kan goed plannen wanneer ik aan leerwerk moet beginnen voor een toets. Ik begin als ik thuis kom metéén aan huiswerk en/ of leerwerk. Ik weet hoe ik moet leren als ik een toets heb. Ik vergeet nooit om dingen mee naar school te nemen (gymspullen, agenda, leesboeken, broodtrommel, etc.) Ik kan goed opletten Ik snap uitleg van de juf of meester altijd behoorlijk snel
8
Klaar voor de start…
Als ik zelfstandig moet werken doe ik dat ook goed en ga ik niet eerste zitten kletsen of iets anders doen. Ik let goed op als er iets wordt uitgelegd Ik doe liever maakwerk dan leerwerk Ik vind het fijn als iemand me overhoort Ik kan goed inschatten of ik een toets goed gemaakt heb of niet Ik vind school leuk en wil het graag zo goed mogelijk doen. Ik ben tevreden over hoe ik op school werk. Ik doe echt mijn uiterste best voor alles.
7. Kleur alle uitspraken waar je een 5 bij hebt aangekruist geel. Schrijf op welke van de gele uitspraken handig voor je zijn in de brugklas.
8. Kleur alle uitspraken waar je een 1 hebt aangekruist rood. Schrijf op waar je aan wil gaan werken om dat te veranderen.
9. Wat is een sterk punt van jou dat handig is op school. (Denk aan, ik kan goed dingen onthouden, of ik kan me goed concentreren, etc.). Schrijf het hier op. Vraag ook aan anderen wat ze een sterk punt van je vinden.
Klaar voor de start…
9
10. Wat is je zwakke punt, dus waar moet je volgend jaar in de brugklas een beetje op gaan letten? (Denk aan, ik ben snel afgeleid, ik laat me makkelijk meeslepen door anderen, ik flap er te snel dingen uit, etc.). Vraag ook aan anderen wat ze een zakker punt van je vinden.
11. Stel je voor! Vandaag is de dag dat je beslist wat je later wil worden. Welk beroep (of welke beroepen) komt dan het eerste in je op?
12. Wat is handig om te kunnen in dit beroep? Kruis aan en vul aan! l Zelfstandig werken
l Makkelijk vrienden maken
l Goed kunnen samenwerken
l Stressssssbestendig zijn
l Beslissingen nemen
l Goed met dieren kunnen werken
l Creatief zijn
l Goed problemen kunnen oplossen
l Een leider zijn
l Goed kunnen plannen
l Goed kunnen luisteren
l
l Handig zijn
l
l Goed met computers werken
l
l Een groep mensen toespreken
l
Kleur de hokjes rood die jij al kunt.
13. Hoe zie je er uit als je eenmaal aan het werk bent in dat beroep? Teken of maak een collage van jezelf over zo’n acht of tien jaar als je aan het werk bent. Wat voor auto heb je dan? Welke kleren draag je? Wat heb je bij je? Hoe woon je? Etc. Werk op een apart blaadje.
10
Klaar voor de start…
November
November
Een school moet leuk zijn en gezellig met fijne lokalen en een goed schoolplein en computerruimtes en een leuke aula en genoeg ruimte en schone toiletten enzzz… Bestaat zo’n ideale school wel? Info! Een architect is iemand die gebouwen ontwerp. Een huis, een kantoor, een winkel of bijvoorbeeld een school. Hij of zij bekijkt wat de beste indeling van de ruimte is, berekent waar de muren moeten komen, hoe het dak er op moet, en hoe de boel gebouwt moet worden zodat het niet bij het eerste zuchtje wind instort of bij de eerste regebui blank komt te staan. Een creatief beroep dus! Maar architecten moeten zich altijd aan allerlei regeltjes en voorschriften houden. Dat maakt het wel wat ingewikkelder soms. Werk bij deze opdrachten in een groepje 1. Jij gaat met je groepje een hele nieuwe middelbare school ontwerpen! Ga eerst brainstormen met elkaar. Schrijf op wat er allemaal in de school aanwezig moet zijn. (denk aan, toiletten, aula, computerlokaal, etc.)
2. Jullie maken natuurlijk geen gewone school, maar een ideale school. Ofwel, bedenk samen wat een school ideaal zou maken. Een zwembad erbij? Of een supermarktje in de school? Of een achtbaan? Het maakt niet uit wat, als het er maar voor zorgt dat jullie school de meest ideale school van de wereld wordt.
3. Pak een flink vel wit papier en schets samen jullie eerste ontwerp van de school. Kies of je dat van bovenaf doet of van de zijkant (of allebei). Schrijf erbij wat de ruimtes zijn. Zorg ervoor dat jullie het allemaal eens zijn met het ontwerp!
Klaar voor de start…
11
4. Tijd voor commentaar! Geef allemaal je schets aan een ander groepje. Bekijk elkaars ontwerp en geef er commentaar op. Bekijk de schets en let op de volgende punten: - ziet de school er aantrekkelijk uit? - zijn er toiletten? - is er een kamer voor de leraren? - is er een computerlokaal? - is er een schoolplein? - is er een aula met kantine? - is er een muzieklokaal? - zijn er gewone lokalen? - klopt de schets? Zijn er geen doodlopende gangen? Of lokalen zonder deuren en ramen? Let op! Commentaar geven doe je altijd zo: Zeg eerst wat er goed is. Zeg daarna wat er beter kan. Schrijf je commentaar op en geef de schets en het commentaar terug aan het groepje. 5. Ontwerpen deel 2! Bekijk het commentaar van het groepje en probeer het te verwerken in een nieuwe schets.
6. Kiezen en uitwerken. Jullie gaan nu aan de slag met jullie ontwerp. Je mag de school werkelijk bouwen (met doosjes en ander kosteloos materiaal) of je meekt een mooie tekening van jullie ideale school.
7. Presentatie! Presenteer jullie ideale school aan de rest van de klas. Laat zien wat jullie gemaakt hebben en vertel erbij wat er te zien is en waarom dat zo ideaal is.
12
Klaar voor de start…
December
December
Je hebt in de maand oktober al gekeken wat je kunt en wat je leuk vindt. Nu moet je weten naar welke school je mag. Er zijn verschillende niveaus, Vwo, Havo en het Vmbo. Wat deze niveaus betekenen gaan we je nu uitleggen.
Het Vmbo: wat is het en wat kun je ermee? Vmbo betekent: Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Het woord zegt het al, deze opleiding bereidt je voor op iets dat je later wilt gaan doen. Dat kan een vervolgopleiding in het MBO (Middelbaar Beroepsonderwijs) zijn of een baan. Ook kun je met het hoogste niveau van het Vmbo overstappen naar de vierde klas van het Havo. Ruim 60% van alle jongeren zit op het Vmbo. Je begrijpt dat in die grote groep nogal wat verschillen zitten. De één kan beter leren dan de ander, maar ook de interesses zijn verschillend. Binnen het Vmbo heb je daarom vier verschillende niveaus. Die heten leerwegen. Er zijn dus vier leerwegen. Binnen iedere leerweg kun je kiezen uit vier verschillende sectoren: • Techniek • Zorg en welzijn • Economie • Landbouw
De Havo: wat is het en wat kun je ermee? Havo betekent: Hoger algemeen vormend onderwijs. Deze opleiding duurt vijf jaar. Op de Havo krijg je meer vakken en het is ook moeilijker dan het Vmbo. De 4e en 5e klas wordt het studiehuis genoemd. In deze klassen krijg je minder les van de docenten en moet je zelfstandig werken. Met de Havo kun je naar het Hbo (Hoger Beroeps Onderwijs). Je kunt na de Havo ook overstappen naar de 5e klas van het Vwo.
Het Vwo: wat is het en wat kun je ermee? Vwo betekent: Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Deze opleiding duurt zes jaar. Op het Vwo is de leerstof moeilijker dan op de Havo. De docenten behandelen de stof sneller en je moet ook meer zaken zelf uitzoeken. De proefwerken op het Vwo zijn moeilijker en langer dan op de Havo. Met het Vwo kun je naar de Hbo en naar de universiteit.
Klaar voor de start…
13
Universiteit
HBO
MBO
VMBO (4 jaar)
VWO (6 jaar)
HAVO (5 jaar)
Theoretische Gemengde leerweg leerweg
Kader beroepsgerichte leerweg
Basis Beroepsgerichte leerweg
Praktijk onderwijs (6 jaar)
Je weet nu wat de verschillende niveaus betekenen. Havo en Vwo zijn moeilijker dan het Vmbo. Jouw meester of juf weet waar jij goed in bent en geeft je een schooladvies. Hij/zij kijkt dan naar je rapporten, hoe je in de klas bent en hoe je de toetsen gemaakt hebt. 1. A: Wie geeft jou een schooladvies?
B: Wat is dat eigenlijk: ‘een schooladvies’?
C: Waardoor wordt het schooladvies bepaald?
14
Klaar voor de start…
2. Hieronder zie je de omschrijving van drie verschillende leerlingen uit groep 8. Lees de verhaaltjes Esther
Maikel
Josephine
Esther is goed in taal, ze
Maikel is graag lekker
Josephine is vaak als
schrijft leuke verhalen.
bezig. Hij vindt het stil
eerste klaar met haar
Met een groepje uit haar
zitten op school niet
werk. Ze heeft dan
klas doet ze aan toneel.
leuk. Ook vindt hij het
ook vaak moeilijkere
Ze regelt de kleding en
leren van proefwerken
opdrachten dan de
ook het maken van een
moeilijk.
rest van de klas. Ze
decor vindt ze geinig.
Hij is wel erg tech-
vindt leren erg leuk
Leren is best leuk vindt
nisch. Als er iets mis
en als ze huiswerk
Esther, maar tegelijker-
is met de computer
heeft, begint ze er
tijd wil ze ook bezig zijn
vraagt de juf of hij het
meteen aan.
met andere dingen en
wil maken. Hij vindt
omdat ze best makkelijk
klusjes voor de juf
leert, lukt dat ook wel.
leuk om te doen.
A: Probeer een schooladvies te geven aan deze drie kinderen. Mijn schooladvies voor Esther is:
Mijn schooladvies voor Maikel is:
Mijn schooladvies voor Josephine is:
B: Op wie van de drie lijk jij het meest? Ik lijk het meest op
Omdat
Klaar voor de start…
15
3: Je hebt nu een schooladvies gegeven aan Esther, Maikel en Josephine. Geef nu een schooladvies aan jezelf. Mijn schooladvies is: Omdat
4. Trek een lijn vanaf de zin naar het bijbehorend onderwijs. l Deze school duurt 4 jaar. VMBO
l Met deze school kun je naar het Hoger Beroepsonderwijs. l Deze school duurt 5 jaar.
VWO
l Met deze school kun je naar het Middelbaar Beroepsonderwijs. l Deze school duurt 6 jaar
HAVO
l Met deze school kun je naar de Universiteit. l Met deze school kun je naar het VWO
16
Klaar voor de start…
Januari
Januari
Je moet deze maanden een keuze maken naar welke school je straks gaat. Aangezien je er toch wel een aantal jaren door moet brengen, wil je vast wel weten hoe het op die school toe gaat. In deze maand zijn op de meeste scholen de open dagen. 1. Welke scholen wil je gaan bezoeken en wanneer zijn de open dagen? School
Datum en tijd
2. Welke school heeft jouw voorkeur en waarom?
3. Wat wil je graag weten over de school die je gaat bezoeken?
4. Wat verwacht je te zien tijdens de open dagen?
5. Waar ga je heel erg op letten tijdens het bezoek aan een school?
Klaar voor de start…
17
6. Welke vragen ga je stellen?
7. Je hebt de afgelopen weken enkele scholen bezocht. Schrijf hieronder over elke school kort een verslagje.
18
Klaar voor de start…
8. Alle scholen hebben heel erg hun best gedaan om te proberen om jou te overtuigen dat je vooral voor hún school moet kiezen. Welke “schoolreclame” vond je erg goed en waarom?
9. Hoe moeilijk het misschien ook is, je zult een keuze moeten gaan maken. Hoe ga je die keuze maken?
10. Wanneer het heel lastig gaat worden om te kiezen is het wel handig om een lijstje te gaan maken met de voor- en de nadelen per school. School
Voordelen
Nadelen
11. Welke school gaat het worden???????
12. Wat zijn de redenen dat je voor deze school kiest?
Klaar voor de start…
19
Agendagebruik: In september hebben we een begin gemaakt met het agendagebruik, daar gaan we nu mee verder. 1. Schrijf de tweede helft van het jaarrooster op in je agenda. 2. Schrijf de data van de open dagen op. 3. Schrijf achter ieder woord de afkorting. maken
paragraaf
leren
tekstboek
lezen
werkboek
aantekening
hoofdstuk
opdracht
schriftelijke overhoring
opgave
mondelinge overhoring
vraag
proefwerk
oefening
tot en met
woordenlijst
voorbeeld
bladzijde
meenemen
4. Welk vak past bij de afkorting? Du
=
Lo
=
Vz
=
Wi
=
En
=
Ak
=
Fa
=
Ned =
20
Mu
=
Gs
=
Bio
=
Te
=
Klaar voor de start…
5. Waarom is het belangrijk dat je afkortingen gebruikt om je huiswerk in je agenda te zetten?
6. Waarom is het belangrijk de juiste afkortingen te gebruiken?
Woordzoeker K
T H N S M L W T N E N E K E
P
R A K
F
J
E
A R
J
K E A C D R A M A
S N U P
E D F O E M X U A
S N B
R X N P
O M W I S
I
T W A B E
R O A T L
T
I
I
R
R A E N S
I
X Z A
I O L O G
I
E
E D O M N O S
S K U N D E
N E D E
D E
T
I
I
I
I
D
E N
H B K E
H C S E G U U N G
E D N U K S K
J
I
R D R A A
L O K A A
L
R
E
T
S O O R S E
O M D S
D R
T
E
P
B D Y S R
E
J
R Q E
I
R O E H T
O E N G E
L
S
T U D
I
E
S
T
I
L
L
E Z U A P M L
E
S R
U D B Z D M L G V U E B R
D N G M E N T O R C E W I
N K E
I
L
E S
N H C E
E Z H P T
I
I
S
Zoek de volgende woorden: nederlands wiskunde gym
engels biologie
studieles
huiswerk
frans muziek
mentorles
agenda
lokaal
duits
geschiedenis
techniek
tekenen
drama
economie
theorie
praktijk
aardrijkskunde verzorging lesrooster
Klaar voor de start…
pauze
21
Februari
Februari
In deze maand gebeurt er erg veel. De CITO toets gaat gemaakt worden, misschien komen er al de adviesgesprekken, of moet er nog een school bezocht worden. Veel te doen dus. De opdracht voor deze maand houden we dan ook maar kort, maar misschien wel een lastige opdracht. 1. Je hebt al verschillende scholen bezocht, die erg hun best deden om ervoor te gaan zorgen dat jij voor hen zal kiezen. Maar nu mag jij aan die school vertellen waarom ze toch vooral heel blij moeten zijn met jou als nieuwe leerling! Vertel in het kort wat over jezelf:
22
Klaar voor de start…
2. De basisschool stuurt een soort rapport over jou naar je nieuwe school. De mentor weet dan al enkele dingen over jou. Maar hoe zie jij jezelf Vul de volgende vragen in en laat eventueel een klasgenootje het ook over jou invullen. Vraag:
Jouw antwoord:
Antwoord klasgenoot:
Hoe goed ben je in: Begrijpend Lezen Lezen Taal Spelling Rekenen Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur Welke vakken vind je leuk? Doe je altijd je huiswerk? Lever je alles op tijd in? Vind je het leuk op school? Ga je graag aan het werk? Hoe vind je jouw groep? Heb je vrienden in de groep? Welk niveau denk je aan te kunnen?
Klaar voor de start…
23
Maart
Maart
Je weet naar welke school je volgend jaar gaat. Je bent er vast al een keer geweest en je weet misschien ook al een aantal dingen over je nieuwe school. Maar er is nog een heleboel te ontdekken! Als je deze opdrachten gedaan hebt, kun je jezelf een expert van je nieuwe school noemen! Info! Jouw basisschool heeft vast een website met daarop foto’s van jullie kamp, of van een feest en informatie voor de ouders en adresgegevens en nog veel en veel meer. Reken maar dat jouw nieuwe school ook een website heeft! Die kun je gebruiken om de volgende vragen te beantwoorden. Als je een antwoord niet op de site kunt vinden laat je die vraag open. Je kunt dit heel goed samendoen met je klasgenoten die naar dezelfde school als jij gaan.
De ‘webquest’
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1. Welke vakken krijg jij allemaal in de brugklas? Vul ze hier in.
Welke vakken lijken je leuk? Kleur de vakjes groen. Welke vakken lijken je moeilijk? Zet een rode stip in het vakje.
24
Klaar voor de start…
2. Hoeveel brugklassen zijn er dit jaar op jouw nieuwe school?
3. Kijk eens naar het rooster van een brugklas. Je mag zelf kiezen welke klas. Print het rooster uit en plak het hier op.
Klaar voor de start…
25
4. Welke vakken heeft deze klas op donderdag?
5. In hoeveel verschillende lokalen zit deze klas op dinsdag?
6. Hoe lang duurt één lesuur?
7. Hoe vaak heeft deze klas pauze op maandag?
8. Hoe laat is deze klas uit op vrijdag?
9. Wat betekent ‘roosterwijzigingen’?
10. Wat is het adres van je nieuwe school
Telefoon:
26
Klaar voor de start…
Er staat vast nog veel meer op de site en vast ook van alles waar jij niks aan heb, zoals informatie voor bovenbouwleerlingen. Maar kijk gerust of er nog iets is wat je wil weten. Heb je nu het idee dat je jouw nieuwe school begint te kennen? l Ja!
l Nee!
Poster Jullie zijn vast benieuwd naar elkaars nieuwe scholen. Daarom ga je, in een groepje, een informatieposter maken over je nieuwe school. Zorg er voor dat iedereen meteen kan zien dat het een waanzinnig leuke school is en geef ook belangrijke informatie. Tips voor op de poster! - Gebruik foto’s en tekeningen, dat ziet er meteen leuk uit! - Zet het adres ergens. - Laat iets zien van de verschillende vakken. Als iedereen de poster af heeft hang je hem op in het lokaal. Je kunt dan bij elkaar gaan kijken naar de nieuwe school.
Klaar voor de start…
27
April
April
Vorige maand heb je informatie opgezocht over je nieuwe school. Misschien zijn veel vragen die je had al beantwoord, maar er zijn vast ook nog wel dingen die je aan een brugklasser zou willen vragen, dat zijn tenslotte de experts! Info! Wanneer je na de zomervakantie naar je nieuwe school gaat zal het je opvallen dat er veel dingen anders zijn dan op de basisschool. Sommige veranderingen kun je misschien al wel bedenken, maar er zijn ook vast dingen anders die je misschien niet verwacht. Doe de volgende opdrachten om nóg meer te weten te komen over volgend jaar!
Maak opdracht 1 t/m 6 eerst voor jezelf. Praat er daarna over met je groepje. “Zoek de verschillen” 1. Wat denk je dat er anders zal zijn in de brugklas dan in groep 8? Vul de tabel in. Er staan al wat voorbeelden om over na te denken. Wat?
Zo is het in groep 8
Zo gaat dat in de brugklas
Lesboeken Klaslokaal Lestijden
2. Wat lijkt je leuk van de brugklas?
28
Klaar voor de start…
3. Wat lijkt je minder leuk van de brugklas?
4. Wat ga je missen van de basisschool?
5. Zijn er ook dingen die niet gaan veranderen?
6. Hoewel je al veel gelezen en gehoord hebt over de brugklas, is het toch nog spannend om straks zelf een brugklasser te zijn. Is er iets waar je tegenop ziet? Waar krijg jij kriebels van in je buik (en dan bedoelen we niet die leuke jongen of dat leuke meisje!)
Werk nu in een groepje. 7. Om echt álles te weten te komen, kun je het beste vragen stellen aan een expert, een brugklasleerling dus. Bedenk samen minstens 10 vragen die je aan een brugklasser wilt stellen. Maak “open” vragen. (Ofwel, begin je vragen met wat, waar, wie, waarom, wanneer, hoe) 1 2 3 4 5
Klaar voor de start…
29
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
8. Interview met een groepje een brugklasser van jouw nieuwe school. Gebruik de vragen van 7. Misschien bedenk je tijdens het interview wel nieuwe vragen, stel die ook! Schrijf de antwoorden op een apart blaadje. Werk daarna de antwoorden netjes uit en schrijf ze hier op. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
30
Klaar voor de start…
9. Wat vond je het meest opvallende antwoord?
10. Wat had je nou nooit verwacht?
11. Hoe kijk je er nu tegenaan? Heb je al een idee hoe het leven van een brugklasser er uitziet? Heeft het interview ook wat spanning voor de brugklas weggenomen?
Klaar voor de start…
31
Mei
Mei
Niet al je schoolboeken meenemen, alleen die je voor die dag nodig hebt… Stop je gymspullen in je kluisje, anders loop je er de hele dag mee te sjouwen… Niet stoerder proberen te doen dan je bent… Zomaar wat tips voorbrugklassers. Je kent er zelf vast ook nog wel een boel! Info! Al jarenlang gaan er elk jaar hele hordes brugklassers voor het eerst naar de brugklas. En omdat dat elk jaar weer spannend en nieuw is, zijn er tientallen boeken met tips en adviezen. 1. In het boek “Hoe overleef ik de brugklas?” van Francine Oomen staan allerlei survivaltips voor brugklassers. Hieronder staat een fragment uit dit boek met een aantal survivaltips. Van: Rosa van Dijk
[email protected] Aan: Jonas de Leeuw
[email protected] Verzonden:
1 september 2000 06.05
Onderwerp: brugbibbers Ha die Jonas, Vroege meel, hè? Jij ligt vast en zeker nog lekker te knorren in je bedje. Ik ben zo vroeg op, omdat het vandaag mijn eerste dag in de brugklas wordt. Rosa wordt brugpieper! (Brugmug, brugkabouter, brugbanaan, weet jij er nog meer?) Ik vind het best eng om naar een nieuwe school te gaan. Gelukkig zitten Sascha en Lidwien bij mij in de groep. Sascha is mijn beste vriendin. Zij durft alles en je kunt hartstikke met haar lachen. Ze heeft zes ringetjes in haar linkeroor en drie in haar rechter! Cool hè? Ik mag er geen een tot ik zestien ben. Mama denkt zeker dat ik dan pas hersens genoeg heb om voor mezelf te denken! Belachelijk. Ze doet vaak net alsof ik nog een klein kind ben. Ze bood zelfs aan om me te helpen met boeken kaften! Alsof ik dat zelf niet kan!
32
Klaar voor de start…
Dat klopt dus, ik kan het niet. Ik ben er gisteren mee begonnen en ik heb wel zes rollen papier verprutst. Maar het zal me lukken! Ik had er alleen eerder mee moeten beginnen. Als je naar de brugklas gaat, heb je wel 14 verschillende vakken en voor elk vak een paar boeken en werkschriften en die moeten allemaal worden gekaft! (En als ze gekaft zijn moeten ze ook nog normaal open en dicht kunnen, en dat lukte dus steeds maar niet!) Ik zal eens opnoemen welke vakken ik allemaal heb: Levensbeschouwing
1 uur
(Wat zou dat zijn? Hoe vindt u het leven? Wat gaat u ermee doen?)
Nederlands
4 uur
Frans
3 uur
Engels
3 uur
Geschiedenis
2 uur
Aardrijkskunde
2 uur
Wiskunde
4 uur
Biologie
2 uur
Muziek
1 uur
Tekenen
2 uur
Handvaardigheid
1 uur
Lichamelijke opvoeding 3 uur
(Wat een raar woord. Alsof ze me gaan opvoeden……..)
Techniek
2 uur
(Wat zou dat zijn?)
Studieles
1 uur
(?)
Elke les duurt 50 minuten en een pauze duurt 20 minuten. Ook de middagpauze. En ik heb zes of zeven lessen per dag. En een keer vijf. Dat is dan tot tien voor half twee. Gek hè, dat alles zo per uur gaat. Op de basisschool is dat heel anders. En je moet dus voor elke les naar een ander lokaal. O jee, als ik het maar vind, want die school is kei-groot! Hier zijn alvast wat survivaltips voor brugklassers. Survivaltip 1: Begin op tijd met boeken kaften. Survivaltip 2: Volg eerst een boekenkaft-cursus. Survivaltip 3: Koop minstens 50 rollen kaftpapier.
Klaar voor de start…
33
De opdrachten Dit stuk tekst uit het boek gaat over de morgen voordat Rosa voor het eerst naar de brugklas gaat. 1. Welk probleem heeft Rosa in dit stuk?
2.Hoeveel verschillende vakken heeft Rosa?
3. Hoeveel uur per week moet Rosa naar school?
4. Wat vind jij van de survivaltips van Rosa? Heb je er iets aan? Of wist je het al lang?
5. Weet jij hoe je boeken moet kaften? Pak allemaal een boek en een stuk kaftpapier (of inpakpapier) en kaft je boek. Wie heeft de handigste manier?
34
Klaar voor de start…
Nu volgt een verslag van Rosa aan Jonas over haar eerste dag op het voortgezet onderwijs. Van: Rosa van Dijk
[email protected] Aan: Jonas de Leeuw
[email protected] Verzonden:
2 september 2000 06.15
Onderwerp: rampramp! Ha Joon Bruineboon! Ik was gisteren te moe om terug te melen. Wat een dag, je zult het niet geloven! Het ging helemaal mis en dat kwam door die stomme Sascha. Het is dat ze mijn beste vriendin is, maar anders….. Het begon dat we een speurtocht hadden en in ons groepje zat een stomme stoere jongen, Danny, voor wie ze zich ontzettend uitsloofde. En ook een meisje, Esther. Die Esther had heel maffe kleren aan en dat was voor Sas natuurlijk een goede reden om haar eens even flink te pesten. We verdwaalden en toen kwamen we op een enge, donkere spinnenwebbenzolder terecht. Sas en Danny probeerden ons bang te maken met een skelet op wieltjes. Nou, dat lukte aardig en toen ben ik tegen een kast met glazen potten met dode dingen erin aangelopen en de hele boel ging tegen de grond. Een puinzooi dat het was! Overal glibberden klompen hersens, onthoofde ratten en opengesneden konijnen over de vloer! Niet te filmen! En Esther had een snee in haar hand, maar gelukkig viel dat mee. Ik schrok me wel dood, al dat bloed! Toen zijn we betrapt door de conciërge en die was WOEDEND toen hij die troep zag! De zolder bleek streng verboden terrein te zijn, maar hoe konden wij dat nou weten? Toen moesten we naar de conrector (dat is de onderbaas van de school) en daar kregen we een enorme preek. Omdat het de eerste dag was, kregen we geen straf, maar hij zei dat hij ons in de gaten zou houden. Leuk begin op de nieuwe school! Dank je wel, Sas. Nou, toen mochten we naar huis, want het was alleen maar een introductiedag. Lidwien en ik zouden met Sascha naar MacDonald’s gaan, maar die flauwerik ging met Danny mee en liet ons gewoon zitten. Kon me niks schelen, want ik was toch kwaad op haar. Ik heb net mijn boekentas gewogen. Zestien kilo! Hoe krijg ik dat ding ooit naar school gesleept?
Klaar voor de start…
35
Puisten Pesthumeur Problemen Ik heb een enorme pukkel op mijn neus en ook een op mijn voorhoofd. Balen! En ook een pesthumeur. En problemen genoeg. Groetjes van Roos
Survivaltip 4: Haal geen rare streken uit op de eerste dag op de nieuwe school. Ga vooral niet op avontuur! Survivaltip 5: Puisten moet je pas uitdrukken als ze rijp zijn. Dat kan je zien aan een wit puntje. Dan zeggen ze plop! Als je erop drukt. (Dat had ik vanmorgen dus. Het zat op de spiegel. Getver.) Survivaltip 6: Daarna moet je camouflage-plamuur van je moeder erop smeren, dan zie je er niks meer van. Avocado’s helpen ook.
Dit stuk gaat over Rosa’s eerste schooldag als brugklasser. 6. Wat heeft Rosa allemaal meegemaakt op haar eerste schooldag?
7. Wat verwacht jij van jouw eerste schooldag?
36
Klaar voor de start…
8. Sascha probeert indruk te maken op Danny en laat Rosa vallen. Hoe zou jij je voelen als het bij jou gebeurde? Zou jouw beste vriend of vriendin dat ooit doen? Zou jij dat zelf ooit doen?
9. Wat vind je van de survivaltips tot nu toe?
10. Jullie gaan met de klas een survivalboek voor aanstaande brugklassers maken. Schrijf eerst in een groepje op een kladblaadje alle survivaltips die jullie kunnen bedenken. Bespreek daarna alle tips met de hele klas. Kies samen de beste tips uit voor in het boekje. Elk groepje maakt een bladzijde met survivaltips. Zorg er voor dat jullie bladzijde er tip-top uitziet, met mooie letters en bijpassende plaatjes.
Klaar voor de start…
37
Agendagebruik: We zijn bezig geweest met het invullen van de agenda voor dit schooljaar. Nu weet je wat wel en niet handig is in een agenda. Het is belangrijk dat je goed nadenkt over de keuze van jouw agenda. Het is het boek dat je het meest zult gebruiken!
1. Ontwerp de voorkant van jouw ideale agenda.
38
Klaar voor de start…
2. Je agenda gebruik je om je huiswerk in op te schrijven. Waarvoor kun je een agenda nog meer gebruiken, bedenk nog 6 dingen. 1 2 3 4 5 6
3. Hieronder staat een rooster van iemand uit de brugklas. H1D Ma 1 Edz. ML
Di
Wo
Do
Vr
021 Dks
GS
136
Nav
EN
135
Joo
FA
133
Hms. ZU
110
Nav
ZU
110
Snij
ML
021
2 Joo
FA
133
Joo
FA
133
Snij
ZAP 021
Hup
TE
Z4
Nav
EN
136
3 Vdr NASK 031
Edz
WI
138
Ern
NE
133
Ern
NE
137
Ode
BI
033
4 Edz
WI
137
Ern
NE
133
Weij DR
Z3
Wan LO gym1
Edz
WI
137
5 Ern
NE
133
Pos
TC
Z2
Edz
WI
137
Hup
TE
Z4
6 Snij
ZAP 021
Vdr NASK 030
Nav
AK
138
Dks
GS
136
Ode
Nav
EN
138
7
Nav
AK
138
BI
031
Wan LO gym2
8
4. Stel je voor: Een leraar wiskunde zegt aan het einde van de les: ‘Dinsdag 26 september het 3e uur moet je leren: oefening 4 t/m 8 en de aantekeningen. Je maakt op bladzijde 30 oefening 9 en 10. Lees ook bladzijde 31 en 32.’ Wat denk je dat het handigst is? l
A: Ik schrijf het huiswerk op bij de dag waarop ik het gekregen heb.
l
B: Ik schrijf het huiswerk op bij de dag waarop ik het af moet hebben.
Omdat:
Klaar voor de start…
39
5. Als je nu kijkt in je agenda op de 2de dinsdag van mei op de derde regel, dan zie je dat dit er nooit oppast! Hoe kunnen we dit nu oplossen? Juist! Je gebruikt afkortingen om alles zo kort mogelijk op te schrijven. Probeer het huiswerk van opdracht 5 zo kort mogelijk op te schrijven.
Je hebt nu voor de 2de woensdag van mei huiswerk voor de volgende vakken: -
Je hebt het eerste uur geschiedenis, daarvoor moet je lezen bladzijde 10 tot en met 15, je moet daarvoor maken bladzijde 8 tot en met 13.
-
Het tweede uur heb je huiswerk voor frans, daarvoor moet je leren hoofdstuk 6, lezen bladzijde 38 tot en met 40 en maken bladzijde 25 en 26.
-
Het vierde uur heb je een proefwerk nederlands van hoofdstuk 4.
-
Voor het vijfde uur heb je techniek daarvoor moet je maken opdracht 23, 24, 25, 26, 29 en 30. Je moet voor techniek ook bladzijde 40 tot en met 45 lezen.
-
Het zevende uur heb je een schriftelijke overhoring van aardrijkskunde van hoofdstuk 6.
Woensdag …… mei 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
40
Klaar voor de start…
Juni
Juni
Je kunt jezelf al een aardige expert noemen over jouw nieuwe school. Misschien heb je ondertussen ook al je nieuwe klas en je mentor ontmoet. Info! Op je nieuwe school komen er leerlingen van allerlei basisscholen overal vandaan. Ze worden door je nieuwe school in brugklassen ingedeeld. Iedereen zit op het best passende niveau. Je komt waarschijnlijk met een boel kinderen in de klas die je nog niet kent. Spannend… maar vooral ook leuk! Iedereen wil namelijk zo snel mogelijk nieuwe vrienden maken en iedereen vindt het wel spannend. Een goede start dus!
De opdrachten 1. In welke klas kom jij?
2. Welke kinderen uit je groep 8 komen er bij je in de klas?
3. Heb je met de kennismakingsdag iemand ontmoet waar je wel vrienden mee zou willen worden? Nee / Ja, namelijk
4. Hoe zou jij dat aanpakken? Nieuwe vrienden maken?
5. Hoe heet je mentor?
Klaar voor de start…
41
6. Wat doet een mentor?
7. Kijk eens naar jezelf! a. Pak twee kladblaadjes. Schrijf op een kladblaadje ‘ik’ en op het andere blaadje ‘jij’. Vouw beide papiertjes dubbel en schrijf op de ene helft goede eigenschappen en op de andere helft minder goede eigenschappen. b. Werk samen met een klasgenootje. Eerst vul je allebei het kladblaadje met ‘ik’ in. Schrijf vijf goede en vijf minder goede eigenschappen van jezelf op. Daarna doe je hetzelfde, maar dan op het papiertje met ‘jij’ en je schrijft over je klasgenootje. c. Nu geef je allebei het papiertje met ‘jij’ aan je klasgenootje. Vergelijk de eigenschappen met wat je zelf had opgeschreven. Klopt het een beetje? Kies de vijf beste eigenschappen en vul ze in onderstaande tabel in. Kies daarna de vijf minste eigenschappen en vul ze ook in. Goede eigenschappen
Minder goede eigenschappen
1.
1.
2.
2.
3.
3.
4.
4.
5.
5.
Waarom is het handig om je eigen goede en minder goede eigenschappen te weten?
42
Klaar voor de start…
Plak hier een foto van je nieuwe school.
8. Hoe ver is je nieuwe school van je huis?
9. Hoe ga je naar volgend jaar naar school toe?
10. Hoe lang doe je erover van huis naar school?
11. Ga je alleen of samen met iemand? Als je samen gaat, met wie ga je dan?
12. Hoe laat moet je van huis weg als je het eerste uur les hebt?
Klaar voor de start…
43
13. Wat een geluk, je hebt het eerste uur vrij! Hoe laat moet je nu van huis weg?
14. Schrijf de route op van huis naar je nieuwe school:
15. Op de basisschool liggen alle boeken en schriften die je nodig hebt in het lokaal. In de brugklas moet je elke dag alles wat je nodig hebt voor een les, meenemen. Je zult vast wel gehoord hebben dat je een hele zware rugzak mee moet nemen. Als je op de fiets naar school gaat, hoe neem je dan die tas mee?
16. Als er op jouw school kluisjes aanwezig zijn, wat zou jij daar dan in doen?
17. In de brugklas eet je tussen de middag op school. Meestal is er een kantine waar je kunt zitten en waar dingen te koop zijn. Wat neem jij mee naar school om te eten?
Ga jij je brood opeten of iets in de kantine kopen?
44
Klaar voor de start…
18. Voordat je echt kunt beginnen in de brugklas, zul je eerst nog een heleboel inkopen moeten gaan doen. Je krijgt van je nieuwe school een lijst waarop alles staat. Wat denk jíj dat je nodig zult hebben?
19. Wanneer ga je die spullen kopen, denk je?
20. Ga je schriften of multomap gebruiken?
21. Heb je al een mooie rugzak/tas gezien? Zo ja, hoe zag die eruit?
22. Je weet nu al best een heleboel over de brugklas. Maar natuurlijk zullen de eerste dagen spannend zijn. Hoe denk jij dat je je zult voelen die eerste dag?
Klaar voor de start…
45
23. Als je al een foto van je nieuwe klas hebt, plak hem dan hier op. Vraag je juf/meester om een kopie te maken, zet daar bij elk kind een nummer op en onder de foto de naam van het kind.
Mijn nieuwe klasgenoten:
46
Klaar voor de start…
Op deze pagina ga je jezelf tekenen zoals jij denkt dat jij er als brugklasser uit zult zien. Denk daarbij aan je kleding, je tas en hoe je je voelt. Teken jezelf in je nieuwe school.
Klaar voor de start…
47
Klaar voor de start…