KIRIKOU
en de wilde dieren
FILM EN EDUCATIE...
INHOUDSTAFEL
... in het vertoningscircuit van Lessen in het Donker, in het kader van het festival Open Doek, een workshop ingericht door Jekino, een film in de klas... Film kreeg een plaats in het lessenpakket van heel wat scholen en wij zorgen graag voor een goede programmatie en pedagogische omkadering. Daarbij spelen we in op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. We maken jaarlijks een fijne selectie van een 30-tal films uit het afgelopen seizoen, richten op heel wat plaatsen vertoningen in en zorgen voor kant en klare lesmappen voor een boeiende verwerking in de klas. In elke lesmap wordt aandacht besteed aan een filmtechnische en inhoudelijke benadering van de film. We stimuleren jullie graag om de film met een frisse blik te bebekijken. Bij elke film uit het aanbod leggen we de focus op één filmterm. We wensen jullie een boeiend filmjaar toe! www.lesseninhetdonker.be www.opendoek.be www.jekino.be
Algemene doelstellingen van de filmvisie + bespreking •
De beeldtaal en het gebruik van geluid bij bepaalde
scènes analyseren
•
Meer inzicht krijgen in de thema’s en de personages uit
de film
•
De dieper liggende betekenis achter een verhaal
vinden
•
Stilstaan bij een aantal waarden en kritisch denken
stimuleren
•
Uiten van een eigen standpunt of mening
Filmfiche
Synopsis
Technische fiche
Vóór de film * Interessant om te weten
5
De regisseur Michel Ocelot
5
De film
6
De personages
8
Interview
11
Volgens de pers
15
De geschiedenis van de animatiefilm
17
Na de film
19
Even vooraf
19
Wat vond je van de film?
Kleuren in de film
Specifieke doelstellingen •
Werken rond emoties
•
Ontdekken wat harde, zachte, koude en warme kleuren
zijn
•
Beseffen dat kleuren een bepaalde emotie kunnen
versterken
•
Een emotie tonen door het gebruik van een kleur
•
Leren reflecteren op tekeningen van anderen
•
Voor de iets ouderen: nadenken over de verwachtingen
die men heeft bij een film uit andere culturen
4
20 21
Vóór de film
Filmfiche
Interessant om weten
Synopsis Grootvader vertelt: “Het verhaal van Kirikou en de heks was niet lang genoeg. Ik kreeg de kans niet om alles te vertellen wat Kirikou voor mekaar kreeg. En omdat hij mooie en goede dingen heeft gedaan die zeker niet vergeten mogen worden, vertel ik ze jullie nu.” Via het verhaal van Grootvader kom je te weten hoe de vindingrijke Kirikou niet alleen tuinman wordt, maar ook detective, pottenbakker, reiziger en dokter, en hoe hij ondertussen steeds opnieuw bewijst de kleinste en dapperste van alle helden te zijn.
Michel Ocelot, geboren in 1964 aan de Côte d’Azur, woonde als kind – van zijn 6de tot zijn 12de - in Guinee, verhuisde daarna met zijn ouders naar Anjou, om uiteindelijk in Parijs terecht te komen. Na kunst te hebben gestudeerd, richtte Ocelot zijn carrière op de animatiefilm. Zes jaar lang was hij voorzitter van de ASIFA (Internationale Associatie van de Animatiefilm). Van bij zijn debuut baseerde hij zich op eigen gecreëerde scenario’s en tekeningen. Aanvankelijk verwierf Ocelot, met zijn kortfilms en korte series, beperkte bekendheid. Hij waagde zich pas op latere leeftijd aan een lange animatiefilm: ‘Kirikou en de heks’ (1998), wat meteen een schot
Technische fiche
in de roos was. In 2000 verraste hij met ‘Prinsen en Prinsessen’, een bundeling van korte verhalen, gepresenteerd volgens de principes van het schaduwtheater. Het was wachten tot 2005 vooraleer de populaire Kirikou
Kirikou en de wilde dieren Frankrijk – 2005 – 75’ Regie Muziek
DE REGISSEUR MICHEL OCELOT
opnieuw te zien was in een verhaal: ‘Kirikou en de wilde dieren’. Nog eind 2006 kunnen we zijn vierde lange animatiefilm ‘Azur en Asmar’ verwachten.
Michel Ocelot en Bénédicte Galup Manu Dibango, Youssou N’Dour, Rokia Traoré
Scenario Philippe Andrieux, Bénédicte Galup, Marie Locatelli, Michel Ocelot Distributie Alternative Film
“Eigenlijk doe ik nu nog altijd wat ik deed toen ik tien was: tekenen, knippen, plakken, knutselen, verhalen vertellen en mooie dingen maken.
Sinds ‘Kirikou en de heks’ heb ik het gemakkelijk, maar voordien leefde ik jarenlang een hard artiestenbestaan. Overleven was soms moeilijk. Ik had misschien veel eerder een lange animatiefilm moeten maken, maar ik voelde toen die behoefte niet. Ik kon mijn ei kwijt in de kortfilm.”, vertelt Ocelot. “Ik had ook niet de intentie een tweede Kirikou te maken maar het kind Kirikou heeft mijn mening niet gevraagd. Hij heeft zich opgedrongen. Het is een vreemde ervaring, aan de ene kant een beetje voorbijgestoken te worden door je eigen creatie, aan de andere kant terug bij het eind aangekomen te zijn, klaar om opnieuw te beginnen zoals de eerste keer. ‘Kirikou en de wilde dieren’ is immers geen vervolg op de geschiedenis waarin Kirikou een man werd. Kirikou bleef in ieders herinnering die kleine, naakte, resolute, levendige, goedhartige jongen. Nee, in ‘Kirikou en de wilde dieren’ krijg je een stukje leven te zien dat nog geen kans kreeg om verteld te worden. Ik heb er enorm veel plezier aan beleefd om de minuscule held opnieuw tot leven te brengen.”
Hoewel ‘The Lion King’ en ‘Tarzan’ zich in een Afrikaans decor afspelen, gaat het niet om een verhaal over Afrika of Afrikanen. Michel Ocelot misbruikt het exotische Afrika niet en maakt films waarvan de ziel en het uitzicht op en top Afrikaans zijn. Ocelot toont zijn personages in hun natuurlijke omgeving. Alle planten en dieren die je te zien krijgt in de film, vind je ook echt in Afrika terug. Het in okertinten gepenseelde huttendorp is er een zoals hij er gezien heeft. De veelkleurigheid maakt de zoete herinnering aan de bonte feestvreugde weer levendig. Ook de natuurdecors (gele savanne, smaragdgroene woud, de groene rivier,...) refereren aan zijn gelukkige kindertijd. Toch haalde hij zijn figuratieve inspiratie elders. Afrika heeft een eeuwenoude traditie in decoratieve kunst maar staat minder sterk in het figuratieve. Ocelot opteerde er daarom voor Westerse voorbeelden te kneden naar Afrikaans vormen. Zo stonden de werken van Henri Rousseau, één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de naïeve-kunst, als voorbeeld voor het decor van de achtergronden. De fetischen zijn wél geïnspireerd op de Afrikaanse kunst, de enige juiste keuze volgens Ocelot. De bruine, halfnaakte lichamen van de personages hebben een sprookjesachtige bekoring tegen de kleurrijke achtergronden. Voor de vormgeving van de figuurtjes grepen de makers terug naar de stilering van de menselijke figuur in de Egyptische schilderkunst. Geen karikaturale schets dus maar eerder knappe individuen die onmiddellijk in het oog springen. Dit zelfgekozen primitivisme uit zich ook in de manier waarop de vrouwenfiguren getekend worden. Het vrouwenlichaam domineert het uitzicht van deze proto-Afrikaanse leefwereld. “De Afrikanen waren vroeger absoluut niet beschaamd over hun lichaam. Dit was één van de prachtige dingen van Afrika”, aldus Ocelot. “Schaamte voor het lichaam is een uitvinding van het Midden-Oosten en het Westen, een gevoel dat jammer genoeg ook Afrika is binnengedrongen.”
DE FILM ‘Kirikou en de heks’ zou je de eerste Afrikaanse lange animatiefilm kunnen noemen.
De decors van Kirikou mankeren geen kleuren: de warme tonen van het dorp en de savane (vurig rood en okergeel) en de koude tinten, het blauw als van kristal, van de grot van de heks en alle kleuren grijs in haar koninkrijk. Elk plantje in de
film, ook al was het diep in het woud verborgen, moest een klein meesterwerkje zijn. Geen gewone bloemen en bomen die andere animatiefilms voorschotelen, maar gestileerde, sprookjesachtige planten. Elk plantje, gemaakt naar echte tropische planten, werd afzonderlijk uitgewerkt in gouaches en aquarellen. Ocelot geeft in tegenstelling tot in gekende Disneyproducties als ‘The Lion King’, ‘Tarzan’, ‘Jungle Book’, enz. geen menselijk gezicht aan dieren. Zij blijven dieren.
vendig. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij na ‘Kirikou en de heks’, wat uitgroeide tot een echte cultfilm, opnieuw een hoofdrol mag spelen op het witte doek. Kirikou is een held die iedereen achter zich laat en de tijd uitdaagt; een piepkleine jongen die van binnen een heel grote, wijze man is. Hij spreekt, denkt, lost raadsels op en is enorm moedig. Hij beschermt zelfs een heel dorp. Zijn leeftijd, stand en cultuur hebben hier weinig mee te maken. Dit maakt het zo makkelijk voor iedereen om zich met hem te identificeren. Door de veiligheid van de ouderlijke omgeving te verlaten, worden zijn
Net zoals in zijn eerste Kirikou is ook nu de muziek weer gecomponeerd door Afrikanen, iets wat voor Ocelot niet anders kan. “Het gaat tenslotte om een Afrikaans verhaal.” Youssou N’dour, die tekende voor de soundtrack van ‘Kirikou en de heks’, kreeg voor de ‘wilde dieren’ versterking van Manu Dibango en Rokia Traoré.
avonturen onze avonturen, zijn vragen, onze vragen. Ook de verhalen die hij beleeft zijn heel herkenbaar. Ze zijn modern en tegelijk tijdloos omdat ze vertellen over wat iedereen beleeft binnen zijn
DE PERSONAGES
omgeving. Het zijn de verhalen die ons deden dromen, die ons bang maakten. We kunnen ons dus volledig inleven in zijn personage. Toch blijft het verhaal geheimzinnig en vol magie.
Kirikou is een klein ventje dat bijzonder goed weet wat hij wil, zelfs nog voor hij geboren wordt. Hoe hard de andere groepsbewoners ook proberen hem in het gareel te laten lopen, hij blijft onafhankelijk en dapper in zijn strijd tegen de heks. Tegen wie slecht spreekt over hem, of tegen wie zijn gedrag afkeurt, blijft hij bijzonder genereus. In zijn strijd tegen Karaba is zijn kleine gestalte eerder een hulp dan een handicap. Het stelt hem in staat om te komen waar anderen niet kunnen geraken; zo kan hij zich vermommen als een fetisj. Toch is hij niet tevreden over zijn kleine gestalte en over zijn ‘anders zijn dan de andere kinderen’. Hij droomt ervan groot te zijn. Kirikou onderscheidt zich niet enkel door zijn kleine gestalte van de anderen; hij voelt geen angst voor de heks en haar bovennatuurlijke krachten. Hij aanvaardt niet zomaar cliché-uitspraken, maar gaat op zoek naar antwoorden op zijn vele vragen. Tegenover de aardse, statige vrouwenfiguren brengt de kleine Kirikou een luchtig en beweeglijk contrapunt. Kirikou is het soort (naïeve) held waar iedereen zich mee kan/wil identificeren. Zijn legende en aantrekking blijven, bijna 8 jaar na zijn eerste optreden, enorm le-
Karaba is een machtige, boze, maar heel mooie vrouw (in tegenstelling tot de bleke, vertrokken Disney-griezels). Ze is beladen met juwelen. Ze leeft geïsoleerd, enkel omringd door haar fetisjen, in een soort van kolossale hut aan de rand van het dorp. De weg naar de heks Karaba toont een progressieve verschraling van de natuur. Ook de lucht voorspelt
duidelijk steeds minder goeds. Waar de heks Karaba voorbijkomt stopt het leven en verdort de natuur ter plekke. Karaba, schitterend als altijd, is enkel heks deze keer en je kan merken dat deze buitengewone vrouw de buitengewone Kirikou enorm intrigeert.
De Fetisjen zijn Karaba’s veelvormige, gevreesde slaven en dienaars. Zij wonen bij haar en geven blind gevolg aan haar bevelen. Het zijn robotachtige wezens met typische Afrikaanse maskers als hoofd. Voor deze figuren heeft Ocelot zich helemaal laten inspireren door de Afrikaanse beeldhouwkunst.
Kirikou’s moeder is een waardige vrouw, alleenstaand zoals veel vrouwen in het dorp (bijna alle mannen zijn betoverd door de heks). Men laat haar én haar zoon een beetje links liggen. Ze wordt niet echt betrokken in het dorpsleven. Onafhankelijkheid en openheid van geest zijn twee eigenschappen die ze haar zoon meegaf. Ondanks de gebruikelijke moederlijke bezorgdheid heeft ze weinig problemen met de vroegtijdige autonomie van haar zoon. Ze laat hem begaan en staat hem bij wanneer hij haar nodig heeft.
Interview Kirikou: geboren op een Franse tekenplank, naverteld in Afrika
De Oude Wijze, tevens Kirikou’s grootvader, leeft in de verboden berg. Hij is een tedere en inschikkelijke man. Hij staat voor de serene, weldoende en nobele ouderdom, in tegenstelling tot de bange, betweterige en roddelende oude man uit het dorp.
10
Zes jaar geleden veroverde de Franse animatiefilmer Michel Ocelot heel wat kinderharten met ‘Kirikou en de heks’, een fabel over een hypersnel Afrikaans jongetje dat zijn dorp van de banvloek van een heks redt. Sinds kort draait een tweede film, ‘Kirikou en de wilde dieren’, in onze zalen. Het minuscule figuurtje leidt ondertussen zijn eigen leven en duikt zelfs op in de verhalen van Afrikaanse vertellers. Ook als er niemand in de buurt ooit van de film gehoord heeft. In Frankrijk alleen al lokte ‘Kirikou en de heks’ meer dan anderhalf miljoen toeschouwers, de verkoop van dvd en boeken liep eveneens als een trein. Maar Michel Ocelot (56) dacht eerst niet aan een nieuwe film. “Ik had het verhaal verteld dat ik wilde vertellen, maar na het succes van
11
het Kirikouboek wilde de uitgever per se een tweede. Dat leek me makkelijker dan een film met 300.000 beelden. Het werd opnieuw een verkoopsucces en de producenten vonden het te dom om die goudmijn stil te laten liggen. Ik ben beleefd opgevoed en ik had geen zin om neen te blijven zeggen. Vandaar mijn akkoord voor twee korte tv-films in een regie van Bénédicte Galup. Ik zou superviseren. Ondertussen was er interesse van een filmdistributeur en voor een dvd. Het project bleef maar groeien en ik vond dat ik niet langer aan de kant kon blijven. Ik zei tegen mezelf: “Kirikou dat ben ik. Ik moet dat opvolgen.” Maar het is ook een beslissing van het publiek, want veel kinderen vroegen me ernaar.”
kaanse volksvertellers, brengen het verhaal. Ze voegen er eigen dingen en herinneringen aan andere sprookjes toe. Onlangs was er nog een Frans-Guineese ngo, actief op het gebied van kinderchirurgie. Ze waren naar een sympathieke naam op zoek die de Guineese kinderen
De fictieve Kirikou is vrij geïnspireerd op de Afrikaanse sprookjes die in 1912 verzameld werden door
zou aanspreken. Ze speelden met de naam Kirikou. Toen een Franse chirurg hen vroeg of ze de film gezien hadden, vielen ze uit de lucht. “Welke film?” Het verhaal doet er mondeling de ronde. Dat maakt me
Francois-Victor Equilbecq, een administrator van de Franse kolonies. Voor de grafische stijl greep hij terug naar het werk van schilders als Henri ‘Le Douanier’ Rousseau, Ingrès, Alexandre Iacovleff en sculpturen uit Kongo en Gabon. Ocelot bracht een groot deel van zijn
gelukkig. In de films heb ik het over dingen die niet in de traditionele Afrikaanse sprookjes voorkomen, zoals vergiffenis en het weigeren van
kindertijd in Guinee door. Zijn ouders gaven les in de hoofdstad Conakry. Ook ‘Kirikou en de wilde dieren’ is een warme blik op het zwarte Afrikaanse continent, gekleurd door zijn jeugdherinneringen. “Deze film is anders. Hij is rustiger. De eerste was een legende. Dit is meer een mooie wandeling door de fauna en flora van zwart Afrika.” Ocelot zweert opnieuw bij de pure ambachtelijke, handgetekende animatietraditie. Dat heeft volgens de regisseur niets met fetisjisme te maken. “We hebben Kirikou en de wilde dieren volgens de principes van de vorige film gemaakt. De ervaring en de knowhow waren er. Trouwens, mijn volgende film zal digitaal zijn. ‘Azur et Asmar’ wordt een vijftiendeeeuws sprookje over immigranten, als metafoor voor het huidige Europa, en zal digitaal zijn, ook al zitten computerbeelden nog in hun prehistorie. Maar de grotten van Lascaux zijn heel mooi, nee?” Bij ‘Kirikou en de heks’ ontstond een hele polemiek omdat Ocelot blote vrouwenborsten liet zien. Producent France 3 dreigde er indertijd zelfs
12
mee om de productie stil te leggen als Ocelot de vrouwen geen bh zou aandoen. Anderen opperden dat Kirikou’s piemeltje verborgen moest worden. “Dat was vooral uit vrees dat de film geen kans zou maken in de Angelsaksische landen, de VS op kop. De VS en Engeland hebben de film als een van de laatste gekocht. In Amerika is hij heel beperkt uitgekomen, maar ik ben ervan overtuigd dat hij een succes zou zijn geweest met een normale pers- en promotiecampagne. De Afro-Amerikanen die hem gezien hadden, waren vol lof.”
Van een echte release in Afrika is er, vanwege de gebrekkige infrastructuur, uiteraard geen sprake. Wel circuleerden er heel wat piraatcassettes. Volgens Ocelot verspreidt Kirikou er zich ook zo. “De griots, West-Afri-
geluksbrengers. En alle Afrikanen denken dat het een Afrikaanse film is. Voor Guinee is het nog een stuk ontroerender, want ze beschouwen Kirikou als een Guineese held, terwijl ze niet weten dat hij door een blanke uitgevonden is die er samen met de lokale kinderen in het Guinee heeft leren lezen en schrijven.” Kirikou is een soort alter ego van Ocelot, maar hoe moeten we dat juist interpreteren? “Kirikou staat voor alles waar ik van hou: onafhankelijkheid, generositeit en het verwerpen van bijgeloof. Kirikou heeft een beetje mijn karakter, maar hij is een geslaagdere versie. Hij loopt sneller, maar ik loop ook graag. Elke dag rollerskate ik naar mijn werk. Ik hou ervan dat Kirikou in de eerste film onmiddellijk zegt:
13
“Ik heet Kirikou en ik beslis.” Op dat moment knipt hij ook zelf zijn navelstreng door, al blijft hij zijn hele leven lang aan zijn moeder gehecht. Ik heb het portret van een ideaal persoon gemaakt en tegelijk ben ik ook de moeder en de grootvader. Alles wat die drie personen zeggen, daar geloof ik in.” In tegenstelling tot de eerste film, wordt de release deze keer vergezeld van heel wat merchandising, van Kirikoupoppen tot hygiënische producten. Ocelot liet het merk Kirikou deponeren en hij denkt eraan om bijvoorbeeld net als Hergé bij Kuifje het personage te beschermen, zodat niemand na zijn dood er nog aan kan. “Ik vind dat heel pretentieus, maar ik heb zin om het te doen. Na lang aarzelen heb ik die merchandising aanvaard, omdat het geld kan opbrengen om nieuwe, onafhankelijke films te realiseren. Het kan ook tot een soort prostitueerol leiden, maar ik heb de dingen beperkt. Alles passeert via mij en totnogtoe speelt het productiehuis het spel correct. Maar het is ongelooflijk wat men soms durft voorstellen. Er was zelfs een multinational die met het idee kwam van een haarontkruller onder de merknaam Kirikou. Dat is het tegenovergestelde van de geest van de film, waarin men juist niet verlegen is dat men zwart is. En bovendien, Kirikou’s moeder heeft zoveel krullen op haar hoofd, daar is geen beginnen aan.” De Morgen - december 2005 – Luc Joris
Volgens de pers Levenslessen op zijn Afrikaans Kirikou en de heks (1998) was een magnifieke Afrikaanse fabel die opviel door de verleidelijke grafische stijl en het betoverende kleurenpalet. De film was een grote hommage aan het traditionele, met sprookjes doordrongen Afrika, maar de onbetwistbare held was Kirikou, een authentiek personage dat je zou kunnen omschrijven als het Afrikaanse equivalent van Speedy Gonzales of Road Runner. Het ventje, dat nog niet tot aan de helft van het scheenbeen van een volwassene reikt, is immers verschrikkelijk snel. Samen met zijn intelligentie, lef en doorzettingsvermogen is die fysieke gave het voornaamste wapen van dit charismatische jongetje. Hij wendt dat talent vooral aan in de strijd tegen Karaba, de mooie heks die zijn huttendorp terroriseert. Kirikou en de wilde dieren is niet echt een vervolg, maar een soort aanvulling. De tandem Michel Ocelot en Bénédicte Galup heeft deze keer geopteerd voor vier afzonderlijke verhalen waarin de kleine, handige held een beklemmend avontuur beleeft met daarin telkens een kleine levensles… … Grafisch ligt dit tweede Kirikouavontuur, opnieuw opgeluisterd met muziek van ondermeer Youssou N’Dour, in de lijn van zijn voorganger: naïeve tableaus à la Henri Rousseau met schitterende, heldere kleuren en beperkt, maar vloeiend in de animatie van de figuren (de animatie gebeurde zowel in studio’s in Frankrijk als Letland en Vietnam). Ocelot heeft in dit kwartet verhalen veel meer aandacht voor de fauna en flora van Afrika en precies als in het veelgeprezen origineel vinden we hier zijn juiste en serene kijk op Afrika terug, waarbij hij het Afrikaanse exotisme nooit exploiteert en zijn film het naïeve folklorisme gemakkelijk overstijgt. Luc Joris – De Morgen- december 2005
14
15
Afrikaanse Uilenspiegel
DE GESCHIEDENIS VAN DE ANIMATIEFILM
In Frankrijk is Kirikou een nationale held. De kleine Afrikaanse hummel loopt rond in zijn blootje, maar hij heeft de hersens van een professor, het lef van een held, de sluwheid van Tijl Uilenspiegel en het hart van de liefste jongen ter wereld. Zijn eerste avontuur, de klassieker Kirikou en de heks (1998), leerde de Fransen dat de Amerikanen geen monopolie hebben op het maken van animatiefilms, en dat ze Disney niet hoeven te kopiëren om succesvol te zijn. De bedrieglijk eenvoudige stijl, de originele toon, de aanstekelijke levensvreugde, de muziek... het was allemaal even uniek als het hoofdpersonage en de locatie: donkerzwart Afrika.
Zoals wel eens gezegd wordt, bestond de tekenfilm al vóór de cinema. Heel wat jaren voor de presentatie van de cinématograaf van de gebroeders Lumière, aan het eind van de 19de eeuw, projecteerde Emile Raynaud al animatiebeelden op een scherm in een klein Parijs theater met een praxinoscope. In 1908 slaagde Emile Cohl er in tekeningen vast te leggen op pellicule. De eerste gesproken animatiefilm kwam er in 1930. Tegenwoordig neemt de 3D animatiefilm een steeds belangrijkere plaats in in de wereld van de tekenfilm, wat niet wegneemt dat de traditionele animatiefilm nog steeds heel erg populair is.
Hoe maak je een tekenfilm? Voor een vervolg hield de animatiefilmer Michel Ocelot lang de boot af, maar uiteindelijk zwichtte hij toch, en tekende hij samen met Bénédicte Galup een vervolg: Kirikou en de wilde dieren… …De verhaaltjes zijn leuk, maar niet zo meeslepend en betoverend als de eerste keer. Het telkens weer herbeginnen resulteert in een hortend ritme. De fans zullen blij zijn hem terug te zien, maar deze keer zullen alleen zij de zaal dansend en zingend verlaten, zoekend naar de dichtstbijzijnde djembé. www.destandaard.be woensdag 21 december 2005 (nr)
Hoewel iedereen in zijn leven wel al eens een tekenfilm heeft gezien, beseffen maar weinigen hoeveel tijd en handen het kost om zo’n film te maken. Tekenfiguren maken, vraagt heel veel geduld en is een enorm precisiewerk. Vaak zijn 10-tallen tekenaars wel enkele jaren bezig met het afwerken van één film. Dit is begrijpelijk als je weet dat je voor één minuut tekenfilm ruim 1200 tekeningen nodig hebt. Tel maar eens uit hoeveel dat er zijn voor een film als ‘Kirikou en de wilde dieren’, die 75 minuten duurt! Een menselijk oog kan een beeld in zich opnemen in een fractie van een seconde. Een film op pellicule wordt in een filmzaal afgespeeld met een frequentie van 24 beelden per seconde. Dit ritme geeft ons de illusie dat de tekeningen bewegen. In feite gaat het om een aaneenschakeling van statische prenten. Indien de beelden slechts met een frequentie van 12 beelden per seconde geprojecteerd zouden worden, zou het beeld voor ons oog schokkend bewegen. Er moeten dus tussen de 12 en 24 opeenvolgende tekeningen voorzien worden voor 1 seconde ‘vloeiende beweging’. Aan een tekeningfilm werken vaak 10-tallen tekenaars mee. Meestal krijgt elke tekenaar slechts 1 personage toegewezen. Het is dus niet verwonderlijk dat een cineast heuse audities houdt voor tekenaars om er, net zoals dat bij acteurs gebeurt, die tekenaar uit te pikken die het personage het karakter kan meegeven dat de cineast voor ogen heeft.
16
17
Na de film Even vooraf… Pas wanneer de hele film is getekend en gemonteerd, wordt hij voorzien van een geluidsband. De dialogen worden zo precies mogelijk geknipt en geplakt bij de mondbewegingen van de tekenfiguren. Het is hier dat de échte acteurs erbij gehaald worden. In een volledig geluiddichte kamer spreken zij de tekst van hún personage in. Muziek moet ervoor zorgen dat bepaalde emoties op het juiste moment uitvergroot worden en dat de film sfeer en ritme krijgt.
Een film als ‘Kirikou en de wilde dieren’ lijkt een heel authentieke, exotische uitstraling te hebben. Het is dan ook niet ondenkelijk dat hij het beeld dat wij in het westen toch nog steeds hebben over Afrika, kan versterken of bevestigen. Vrouwen met ontblote borsten, kinderen die volledig naakt lopen, hutten en bijgeloof, het creëert een sfeer waarvan we menen dat ze een waarheidsgetrouwe weergave is van eender welk Afrikaans dorp. Zoals je in het interview al kon lezen stuitte deze uitgesproken portrettering op heel wat kritiek. Toch koos Ocelot er resoluut voor zijn personages op deze manier af te beelden. Met iets oudere kinderen kan je misschien een discussie opzetten over het waarom van deze keuze.
- Is je opgevallen dat er zoveel personages half naakt waren in de film? - Wie had er bijvoorbeeld weinig of geen kleren aan? - Waarom zou de regisseur zijn personages zo getekend hebben? - Is dit omdat ze in Afrika allemaal écht zo leven? - Is dit de keuze van een kunstenaar omdat hij het zo wil en niet anders? - Welke keuze zou jij maken? Waarom?
We geven je nog een bedenking mee van Jimmie Durham, een Cherokee Indiaan (°1940, VS). Na jarenlang dierenschedels te hebben versierd en beschilderd, stopte hij hier resoluut mee. Volgens Durham kwam hij hiermee té veel tegemoet aan het beeld dat de Westerse dominante cultuur heeft van Indiaanse kunst. Dit beeld zorgt er volgens hem voor dat bv Indiaanse of Afrikaanse kunstenaars aan verwachtingen ‘moeten’ voldoen en zo in een etnografische context blijven. “Authenticiteit is een racistisch concept dat functioneert om ons opgesloten te houden in ‘onze’ wereld, voor het gemak van de dominante maatschappij. Ik ben een Cherokee-kunstenaar die vecht om ervoor te zorgen dat de Cherokee-kunst zou beschouwd worden als universeel en onbegrensd, zoals de kunst van gelijk welke blanke wordt beschouwd…”
18
19
KLEUREN IN DE FILM
- Is dit zo? Zou je het ok vinden als Kirikou zou lijken op een Disneyheld? Of zou de film dan niet meer ‘Afrikaans’ genoeg zijn? Hoe moet een Afrikaanse film er uit zien voor jou? En een film uit Hollywood, moet die anders zijn? Hoezo?
‘Kirikou en de wilde dieren’ is, net als ‘Kirikou en de heks’, een enorm kleurrijke prent. Om de nabespreking van de film werkzaam te houden voor de kleinsten, focussen we op het kleurgebruik in de film. Omdat we ons met deze werkvorm vooral op de kleinsten richten, hebben wij er voor gekozen geen ‘leerlingenbundel’ te maken.
Wat vond je van de film? Waarschijnlijk zullen de kinderen honderduit praten over de film en Kirikou. Wat zijn hun reacties?
- Was er iemand bang? - Of was de film net heel erg grappig? - Had je Kirikou meteen herkend toen de film begon? Hoe wist je wie Kirikou was?
Kirikou is klein van gestalte, ziet er ietsje donkerder uit dan de anderen en als hij in beeld komt, wordt er vaak ‘Kirikou, Kirikou’ gezongen. Als je het personage van Kirikou verder wil uitdiepen kan je de informatie, die je terug vindt onder de titel ‘personages’ er bij halen. Kleuren zijn overal om ons heen maar welk effect hebben kleuren op ons? Hoe voelen we ze aan, welke sfeer creëren ze en hoe geven ze uitdrukking aan emoties? Kleuren hebben evenals klanken en overheersende vormen een enorme impact op onze gemoedstoestand. Een van de bekendste experimenten met kleur binnen een sociale context is het experiment van sigarettenmagnaat Peter Stuyvesant. Hij liet een aantal kantoorruimtes respectievelijk blauw, geel en rood verven en keek hoe werknemers daarop reageerden. In de blauwe kantoorruimte bleken werknemers erg ontspannen te worden. Na verloop van tijd zelfs een beetje té ontspannen waardoor het prestatieniveau onder het gemiddelde zakte. In de rode kamer werd een stuk harder gewerkt. Hier ontstonden echter veel sneller
- Wie zou er graag Kirikou willen zijn? Waarom? - Zou jij durven wat Kirikou allemaal durft? Wat wel en wat niet? - Bedenk jij wel eens een slim plan? Vertel eens… -…
dan normaal conflicten en ruzies. In de gele werkruimte bleek men zich het prettigst te voelen en het beste te presteren. Via korte open vragen leid je een gesprek met de jonge kinderen over
20
21
kleur, sfeer en kleurcombinaties, om daarna zelf aan de slag te gaan. Er is in de film namelijk op een heel opvallende manier met kleur gewerkt.
Welke kleuren zag je vooral bij Kirikou? - Wanneer je met Kirikou op wandel bent in zijn dorp of de wijde omgeving, vallen de zachte, warme kleuren op. Het beeld oogt heel levendig en krijgt een vrolijke, opgewekt uitstraling.
1. Weet je nog welke kleuren je allemaal gezien hebt in de film? Alle antwoorden zijn hier goed. De film steekt immers boordevol kleuren. Misschien kan je met de kinderen op gaan zoek naar verschillende kleurnuances. Welke kleuren geel, rood, groen, blauw kennen ze allemaal? zacht geel, zonnig geel, eigeel, fluorescerend geel, okergeel,… - bladgroen, grasgroen, smaragdgroen, kaki en donkergroen,… - appelblauwzeegroen, helder blauw, nachtblauw, hemelsblauw, marineblauw, turkoois, licht blauw,… - vuurrood, donkerrood, bordeaux, roze, paars, oranje,…
- Je mag 1 kleur kiezen waarvan dat jij vindt dat ze bij de heks past. Welke kleur kies je? Waarom?
2. Waren de kleuren in het dorp van Kirikou dezelfde als die in de grot van Karaba?
4. Soorten kleuren
Wil je meer achtergrondinfo dan je hier bij de vragen vindt, kijk dan even terug in de bundel, onder de titels: ‘de film’ en ‘de personages’
3. Kleuren kiezen - Laat de kinderen uit een mengelmoes van gekleurde wasco’s of kleurpotloden kleurgroepen maken. Wat hoort samen en waarom? - Je mag 2 kleuren kiezen die je gezien hebt in het dorp waar Kirikou woont. Welke kleuren kies je? Waarom?
Laat de kinderen de kleurtjes terug leggen bij de hoop. Weet je wat ‘zachte of warme kleuren’ zijn? Kies er eens twee. - Heb je die kleuren in de film gezien? - Weet je nog waar dat was? - Wat kan er nog allemaal deze kleur hebben?
Welke kleuren zag je vooral bij de heks? - Wanneer je in de buurt van het terrein van Karaba komt merk je dat de kleuren zwaarder en somberder worden. Ook harder. Zwart en andere donkere kleuren gaan overheersen. Daarnaast zie je veel grijs en felrood in de grot. Elke kleur heeft een eigen karakter en is weloverwogen gekozen. De grijze en zwarte tinten in het woongebied van Karaba, bijvoorbeeld zijn een associatie met de dood en vernieling. De binnenkant van haar hut is rood als de brandende hel.
Weet je wat ‘harde of koude kleuren’ zijn? Neem er eens twee waarvan jij denkt dat ze ‘hard’ zijn. - Heb je die harde of koude kleuren in de film gezien? - Weet je nog waar je die gezien hebt? - Kan je een paar dingen noemen die een harde of koude kleur hebben? 5. Kleuren en gevoelens
Hoe zag Karaba er uit? Vond je haar mooi of lelijk? Kon jij aan de kleuren zien dat Karaba boos was? Hoezo? Haar ogen gloeiden rood op en haar mond veranderde.
Voelt een kleur altijd het zelfde aan? Vind je geel altijd vrolijk of blauw altijd zacht? Wanneer wel of wanneer niet?
22
23
- Welke kleur staat voor jou voor ‘boos zijn’? - Welke kleur staat voor jou voor ‘bang zijn’? - Welke kleur staat voor jou voor ‘vrolijk zijn’? - Welke kleur staat voor jou voor ‘lief zijn’?
6. Tekeningen Nu kan je met de kinderen aan de slag! Ze kunnen bijvoorbeeld blije, wilde, zachte, vrolijke, droevige tekeningen maken. Laat hen per tekening 1 of 2 kleuren kiezen. Lukt het al om hen zelf te laten kiezen of ze een blije, wilde, zachte, vrolijke, droevige tekening maken? Dan is dit zeker aan te raden. Hang de tekeningen op in de klas en bespreek ze met de klas. - Welke tekening vind jij een vrolijke tekening?
Enkele algemene koppelingen van kleuren aan emoties - geel: zonnig, sprankelend, warm, stimulerend, bevordert het denken - bruin: verfijnd, elegant, veiligheid, er zijn zowel warme als koele nuances - rood: krachtig, hartstochtelijk, warmte, intimiteit, uitnodigend
- een droevige tekening? - een zachte tekening? -…
- groen: kalmerend, verfrissend, ontspannend, verzachtend, geeft kracht en energie - blauw: ontspannend, rustig, zeer krachtig - oranje: vurig, euforisch, stimulerend, sterk verwant aan geel - wit: zuiver, dynamisch, de waarheid, onschuld, reinheid. Wit is kalm en koel. - zwart: strak, somber, geeft schaduw, slorpt licht op. Zwart in combinatie met rood geeft een zekere spanning.
- Is er ook een tekening bij waar je bang van wordt? Hoe komt dat? Vergeet niet naar het waarom van de antwoorden te vragen. Vraag ook telkens aan de maker van de tekening of hij inderdaad een blije/ droevige/zachte/… tekening maakte.
In de kleurenleer zijn er drie primaire kleuren: geel, blauw en rood. Door twee van deze drie primaire kleuren in gelijke hoeveelheden met elkaar te mengen, krijg je de secundaire kleuren: oranje (geel + rood), violet (rood + blauw) en groen (blauw + geel). Door een primaire kleur te
Misschien kan je dit uitproberen met de kinderen? In de kleurenleer spreekt men ook van warme en koude kleuren. De kleuren geel, oranje en rood zijn warme kleuren. Groen, blauw en violet zijn koude kleuren. Wit, grijs en zwart vallen niet onder koude of warme kleuren. Warme kleuren zijn voorgrondkleuren. Ze springen met een in het oog. Veel warme kleuren bij elkaar, geven een drukke sfeer.
24
lay-out:
[email protected]
mengen met een secundaire kleur die ernaast ligt, krijg je een tertiaire kleur.
25