Informatieblad voor studie en bescherming van vogels en andere wilde dieren ‘Mens & Vogel’ is een driemaandelijks tijdschrift dat wordt uitgegeven door Vogelbescherming Vlaanderen vzw. De organisatie zet zich in voor alle in het wild levende vogels en inheemse zoogdieren. Vooral vogels geven als geen andere diergroep de toestand van natuur en milieu aan. Gaat het slecht met een vogelsoort, dan is dat een signaal dat er iets mis is met haar leefomgeving. Vaak heeft het beschermen van vogels een positief effect op natuur en landschap. Vogelbescherming Vlaanderen werd op 28 juni 2002 onder auspiciën van het Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescherming van de Vogels (KBVBV) opgericht te Antwerpen. Lidmaatschap ‘Mens & Vogel’ wordt gratis toegezonden aan alle toegetreden leden. Er zijn verschillende lidmaatschapsbijdragen mogelijk. Lid: € 15,00 – Buitenlands lid: € 20,00 – Combilid Vogelbescherming + Opvangcentrum: € 18,00 (met vermelding ‘NIEUW LID VBV + VOC [naar keuze]) – Buitenlands Combilid: € 26,00. De jaarlijkse bijdragen kunnen gestort worden op rekening 001-4098773-17 van Vogelbescherming Vlaanderen, Schuttershof 14 te 9100 Sint-Niklaas. IBAN = BE61001409877317; BIC = GEBABEBB. Giften Als u naast uw lidmaatschapsbijdrage ook nog een gift wilt overmaken, gelieve dit dan per aparte overschrijving te doen, zeker als het gaat om giften van € 40,00 of meer waarvoor u graag een fiscaal attest zou willen ontvangen. Giften mogen dus niet gezamenlijk overgemaakt worden met een andere betaling zoals uw lidmaatschap of het betalen van producten uit de Groene Winkel. Dit is een nieuwe richtlijn van het Ministerie van Financiën. Gelieve als mededeling de vermelding GIFT te gebruiken a.u.b.
Vogelbescherming Vlaanderen vzw Maatschappelijke zetel, secretariaat, documentatiecentrum Schuttershof 14 B-9100 Sint-Niklaas (Nieuwkerken-Waas) Tel. +32 (0) 3 296 26 80 – fax: +32 (0) 3 296 26 82 Open van maandag tot vrijdag van 09:00 tot 12:30 uur en van 13:30 tot 17:00 uur. Voorzitter: André Verstraeten Secretaris: Paul Coeckelberghs Penningmeester: Vadim Blancquaert Algemeen directeur: Jan Rodts Algemeen coördinator: Katrien Philips
Elektronische post Algemene diensten:
[email protected] Voorzitter:
[email protected] Algemeen directeur:
[email protected] Algemeen coördinator:
[email protected] Educatief- en projectmedewerker:
[email protected] VOC-coördinator:
[email protected] Administratief medewerker:
[email protected] Boekhouder:
[email protected] Foto cover: Arie Ouwerkerk Een documentatiecentrum staat ter beschikking van onze leden en scholieren. Bezoek de Groene Winkel op onze website:
www.vogelbescherming.be
Advocaat van de fauna Voor een effectieve bescherming van vogels en hun leefgebieden zijn juridische middelen onmisbaar. Vogelbescherming Vlaanderen strijdt daarom voor het verkrijgen van een strikte uitvoering van de wetten en reglementen die de vogels beschermen. Zij ijvert ook voor de verbetering en verfijning van die wetgeving. En met succes. Via verzoekschriften bij de Raad van State hebben we al meerdere overwinningen behaald in het voordeel van de vogels en hun leefgebieden. Door koppig te blijven aandringen bij politici, justitie en publieke opinie hebben we verkregen dat de vogelvangst in Vlaanderen is afgeschaft en dat de ongelimiteerde jacht op in het wild levende dieren aan banden is gelegd. Door toedoen van alerte vogelbeschermers worden jaarlijks tientallen illegale vogelvangers en -handelaars, jagers en stropers die de wet overtreden, geverbaliseerd en voor de rechter gebracht. Vlaamse Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren (VOC) Vogelbescherming Vlaanderen coördineert een keten van tien Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren. Deze centra staan in voor de opvang, verzorging en revalidatie van noodlijdende, in het wild levende vogels en andere dieren. Elk jaar worden ruim 23.000 inheemse wilde dieren, waarvan 85% vogels, in onze opvangcentra opgenomen. De oorzaken van opname zijn verscheiden: wegverkeer, hoogspanningsmasten, jachtmisbruiken, botulisme, vergiftiging, stookolielozingen op zee, vogelvangst, enz. Gemiddeld 60% van deze slachtoffers kan na revalidatie met succes in vrijheid worden gesteld. Onze centra bewijzen niet enkel hun nut als opvang- en revalidatiecentrum voor gewonde wilde dieren, ze werken ook actief mee aan wetenschappelijke projecten van universiteiten en andere instellingen. De centra zijn erkend door de Vlaamse overheid. Natuureducatie Vogelbescherming Vlaanderen wil met haar educatief aanbod scholen en groepen aansporen om meer de natuur in te trekken om aan natuureducatie te doen. Men mag niet vergeten dat voor heel wat Vlaamse kinderen en jongeren het geen alledaags gebeuren is om op stap te gaan in de natuur. Een uitstap met de klas naar een natuurreservaat of natuurgebied is vaak een hele belevenis en kan een eerste stap zijn naar een ruimere natuur- en milieubeschermingsgedachte. Ons educatief aanbod vind je op onze website in de rubriek ‘Educatie’. Andere activiteiten vind je in de rubriek ‘Activiteiten op stapel’. Kerkuilwerkgroep Vlaanderen De Kerkuilwerkgroep Vlaanderen is een afdeling van Vogelbescherming Vlaanderen. Deze werkgroep heeft tot doel alle nog resterende broedplaatsen van de Kerkuil (Tyto alba) veilig te stellen en op potentieel geschikte plaatsen nieuwe broedgelegenheid te scheppen door het plaatsen van speciale nestkasten. De werkgroep heeft ook tot doel het voedselaanbod in de onmiddellijke omgeving van bestaande broedplaatsen te verhogen en de Kerkuil als broedvogel te behouden door een algemene landschapsbescherming, waarbij de soort een indicator is voor de kwaliteit van de biotoop waarin zij leeft. Verantwoordelijke uitgever ‘Mens & Vogel’: Jan Rodts, Schuttershof 14, 9100 Sint-Niklaas (Nieuwkerken-Waas)
2 Colofon
2011
49 juli
augustus
september
jaargang
Voorpagina
Slobeend
Vogelopvangcentra 1
Voorwoord
Tussen de vogels
4
De Slobeend
6
Vogelnieuws uit binnen- en buitenland Paspoort voor vogels Eén kopen, tweede gratis
Vriend van de Vos
58
Bomen voor de bijl
30
S.O.S. kustpolders
36
Natuurbeleving
Zwaan in nesten
60
Juridische dienst In de beklaagdenbank
64
Buitengewoon Warbirds
68
Column Geert Hoste
Natuurgidsen.eu
78
28
Natuurbehoud
VOC-adressenlijst
20
Groene winkel
74
12
Onderzoek
48
Uniek VOC-project
Waar gebeurd
Vogelperspectief
Noodlijdend in 2010
Campagne S.O.S. Vos
Op de voorgrond
En ze leefden nog lang
72
Cadeaulidmaatschap
Leuk om te geven,
nog leuker om te krijgen
80
44
3 Inhoud
Tussen de vogels Voorwoord
Sinds 2005 bevinden de maatschappelijke zetel, het secretariaat en de groene winkel van Vogelbescherming Vlaanderen zich in Sint-Niklaas, meer bepaald in de deelgemeente Nieuwkerken-Waas. De verhuis van Brussel naar het Waasland heeft onze vereniging geen windeieren gelegd; inmiddels groeide het aantal personeelsleden aan van twee naar zes en steeg het aantal aangesloten gezinnen/leden tot boven de achtduizend. Door deze spectaculaire groei barst onze vereniging uit haar voegen, vooral letterlijk. Het secretariaat in het Schuttershof is inmiddels veel te klein geworden. Het personeel vindt nog net voldoende ruimte om zijn werk naar behoren te kunnen uitvoeren. Het stockeren van materiaal, kantoorbenodigdheden, tentoonstellingspanelen, het archief en de vele producten van de groene winkel wordt een haast onmogelijke taak. Maar er is verandering op komst. Wellicht kan je ons eind dit jaar treffen in het stadspark van Sint-Niklaas. Op uitnodiging van het natuurbehoudsgezinde stadsbestuur krijgt onze vereniging de kans een schitterend pand te betrekken in de ‘achtertuin’ van het Kasteel Walburg. Naar schatting is de vloeroppervlakte er drie keer zo groot als de huidige. De onderhandelingen met het Sint-Niklase stadsbestuur bevinden zich in een eindfase. De nieuwe locatie biedt zoveel meer mogelijkheden om onze werking te optimaliseren. Het secretariaat zal een ‘open milieuhuis’ worden waar iedereen terecht kan met vragen over de natuur in het algemeen en de vogels en andere wilde dieren in het bijzonder. Ook onze vrijwilligerswerking kan dan een nieuwe vlucht nemen. Het park is een bijzonder aangename plek waar iedereen tot rust kan komen. Je bevindt je in hartje stad en toch midden in de natuur. Vogelbescherming Vlaanderen zit dan echt tussen de vogels …
Ik wens je een bijzonder fijne vakantie.
Algemeen directeur
4 Voorwoord
foto: Jan Rodts
Redactiecomité Walter Belis, Rika Berings, Suzanne Bodson, Nicolas Brackx, Inge Buntinx, Geert De Smet, Katrien Philips, Jan Rodts, Julie Teunen, Frederik Thoelen Hoofd- & eindredactie Jan Rodts Opmaak www.prospector.be Oplage 11.000 exemplaren Druk Drukkerij Van Lijsebetten, Entrepotstraat 27, B-9100 Sint-Niklaas Uitvoering met de steun van de Vlaamse overheid en de leden van Vogelbescherming Vlaanderen vzw Inhoud de redactie kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van bijdragen van derden Milieu dit tijdschrift is gedrukt op houtvrij en chloorvrij gebleekt papier en wordt verzonden in een biologisch afbreekbare folie, voor een minimale belasting van het leefmilieu. Werkten mee aan dit nummer Yves Adams, Walter Belis, Rika Berings, Suzanne Bodson, Peter Bossu, Nicolas Brackx, Inge Buntinx, Paul Cools, Dries Damiaens, Misjel Decleer, Adri de Groot, Erik de Koning, Geert De Smet, Michel Geven, Bart Goemaere, Werner Goussey, Geert Hoste, Patrick Janssens, Astrid Kant, Natuurhulpcentrum, Daniele Occhiato, Arie Ouwerkerk, Marcel Peeters, Katrien Philips, Jan Rodts, Mark Schuurman, Julie Teunen, Frederik Thoelen, Jan van der Greef, Jan Van Gils, Nico van Kappel, Frans Van Meensel, Peter van Rij, Dirk-Jan van Unen, Rollin Verlinde, Raf Vervoort.
Op de voorgrond De Slobeend
De Slobeend (Anas clypeata), een vrouwtje afgebeeld op de cover van deze editie, is wat kleiner dan de Wilde Eend maar erg goed herkenbaar aan de zware, spatelvormige snavel. In tegenstelling tot het kleurrijke mannetje is het vrouwtje – zoals nagenoeg bij alle eenden – onopvallend bruin gekleurd. Een volwassen slobeendmannetje heeft in de zomer een groene kop die op afstand eerder zwart lijkt, een pekzwarte snavel, knalgele iris, witte borst, helder kastanjebruine buik en flanken, een lichtblauwe voorvleugel (aan de bovenzijde) en een groene spiegel met witte voorrand.
foto: Astrid Kant / Buitenbeeld
De gigantische snavel van de Slobeend is speciaal aangepast aan haar manier van voedsel zoeken. Ze voedt zich onder andere met kleine diertjes die aan de op-
Slobeend ♀ en ♂
6 Op de voorgrond
pervlakte van een sloot of plas leven. Met behulp van lamellen in de snavel zeeft ze die deskundig uit het water. Van alle eendensoorten bezit de Slobeend het
Haar voedsel bestaat voornamelijk uit plankton (waterinsecten, kleine kreeftdiertjes, viskuit, muggenlarven, zoetwaterweekdieren en kikkerdril), allerlei groenwieren, zowel eendenkroos en vlotgras als zaden van bies, riet en fonteinkruid. Wanneer de hoofdschotel uit plankton bestaat, wordt er hoofdzakelijk ’s nachts geslobberd. Vele kreeftdiertjes zijn immers lichtschuw en komen dus ’s nachts in grotere hoeveelheden aan het wateroppervlak voor dan overdag. Wanneer je Slobeenden in kleine groepjes op het water ziet, zwemmen ze vaak dicht achter elkaar. Ondertussen onderzoeken ze de plantaardige en dierlijke resten (bodemhumus) die door het potenspel van hun voorgangers komen bovendrijven. In tegenstelling tot de meeste eenden die aan het wateroppervlak voedsel zoeken, grondelen Slobeenden zelden. Als ze het toch doen, is het om door het loswerken van modder ook voedsel naar de oppervlakte te brengen.
foto: Arie Ouwerkerk
meest volmaakte zeefapparaat. Bij het foerageren beweegt ze haar snavel heen en weer en zuigt ze tegelijkertijd water op via een onophoudelijke beweging van tong en kaken. Op die manier worden de eetbare deeltjes in de lamellen vastgehouden terwijl het gefilterde water langs weerszijden van de snavel er weer uitgeperst wordt.
Slobeenden
voedselrijke zoetwaterplassen met een rijke oeverbegroeiing. Ook open, vochtige heideterreinen met vennen zijn in trek. Vooral in weidegebieden kunnen de aantallen sterk schommelen naargelang de waterstanden in het voorjaar. Het broeden gebeurt van midden april tot juni en het nest bevindt zich op een open plaats nabij het water, meestal op een droge ondergrond. Slobeenden beperken zich tot één legsel per jaar.
Vochtig grasland Als broedbiotoop gaat haar voorkeur uit naar vochtige graslanden die doorsneden worden door sloten en ondiepe,
Het nest is een holle kom op de grond met enige beschutting van lage begroeiing. Bij uitzondering vindt men het zelfs bovenop een knotwilg. Het wordt bekleed met
7 Op de voorgrond
planten uit de onmiddellijke omgeving, met dons en enkele veren. Doorgaans worden acht tot twaalf eieren gelegd – zo nu en dan zeven tot veertien – die enkel door het vrouwtje bebroed worden. Ze legt één ei per dag en begint pas met broeden wanneer het legsel compleet is. De jongen komen uit na ongeveer 26 dagen. Het zijn donzige nestvlieders die gedurende zes tot zeven weken door het vrouwtje worden verzorgd.
Areaaluitbreiding
foto: Yves Adams / Vilda
De Slobeend is een algemeen voorkomende broedvogel in grote delen van Eurazië. De hoogste dichtheden worden bereikt in de gematigde klimaatzones. De totale Europese populatie – exclusief Rusland – wordt geschat op 30.000 tot
Slobeend ♀
50.000 broedparen. Meer dan de helft daarvan is te vinden in Finland (10.00012.000) en Nederland (8.000-9.000). In Vlaanderen wordt de populatie geschat op slechts 800 à 1.000 broedparen. Grote jaarlijkse schommelingen maken het moeilijk om een duidelijke trend af te leiden, maar in de meeste landen lijkt de populatie vrij stabiel tot lichtjes afnemend. In de eerste helft van de 20 ste eeuw was er een algemene toename en areaaluitbreiding van de soort in grote delen van Noord- en West-Europa. Deze wordt ondermeer toegeschreven aan klimaatveranderingen en een toegenomen voedselaanbod door eutrofiëring* van waterlopen en waterplassen. Ook in Vlaanderen is de Slobeend in die periode aan een opmars begonnen, hoewel concrete cijfers hierover ontbreken. Een
foto: Yves Adams / Vilda
Slobeend ♂
eerste schatting dateert van de jaren ’60 en leverde niet meer dan ca. 155 broedparen op. De jaren ’60 en ’70 waren in heel wat West-Europese landen een keerpunt. Broedpopulaties vertoonden vanaf dan vaak vrij grote jaarlijkse fluctuaties of namen lichtjes af. Zo daalde de Nederlandse populatie van 9.000-12.000 broedparen in 19731977 naar 8.000-9.000 eind jaren ’90. Waterpeilverlaging en bijbehorende veranderingen in de agrarische bedrijfsvoering worden als de belangrijkste oorzaken naar voren geschoven. De sterke toename in Vlaanderen gedurende de laatste 30 jaar wekt dan ook enige verwondering want ook hier hebben ruilverkavelingen en waterbeheersingwerken op grote schaal toegeslagen. Hoewel de kans reëel is dat de aantallen in de jaren ’70 wat onderschat werden, zijn het wellicht andere factoren die de recente hoge aantallen mee kunnen verklaren.
Liever nat dan droog Uit enkele telreeksen blijkt dat het aantal broedparen in weidegebieden in natte voorjaren tot meer dan 30% hoger kan liggen dan in droge jaren. Dit zou kunnen betekenen dat de totale Vlaamse populatie in drogere jaren misschien hooguit 500 tot 700 broedparen bedraagt. Welke gevolgen het uitzonderlijk zomerse en droge voorjaar van 2011 op de Vlaamse populatie Slobeenden heeft gehad, is voorlopig koffiedik kijken. De Vlaamse broedvogels overwinteren in Zuid-Europa en Noord-Afrika. De najaarstrek loopt van midden juli tot eind november met een piek van september tot midden november. De hooguit enkele duizenden Slobeenden die in Vlaanderen de winter doorbrengen, zijn hoofdzakelijk afkomstig uit noordelijker of oostelijker gelegen landen. Deze vogels bereiken ons land meestal vanaf midden augustus.
9 Op de voorgrond
foto: Erik de Koning / Buitenbeeld
Slobeenden
Hoezo jacht wild? Het is niet onmiddellijk wat je van het wettelijk statuut van de Slobeend verwacht, maar deze prachtige watervogel behoort volgens de bepalingen van artikel 3 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991 tot het waterwild. De jacht erop is echter al vele jaren gesloten; dit wil zeggen dat het bejagen en vervoeren van en de handel in deze vogelsoort verboden zijn.
Sinds 2009 is de Slobeend ook opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer, het zgn. ‘Soortenbesluit’. Daar valt ze onder Categorie 2 van Bijlage 1. Dit wil zeggen dat het een soort is waarop de basisbeschermingsbepalingen van toepassing zijn. Concreet betekent dit dat de vogels, evenals hun nesten, eieren en jongen onvoorwaardelijk beschermd zijn.
* In de biologie wordt hiermee het verschijnsel aangeduid dat door toevoer van een overmaat aan voedingsstoffen een sterke groei en vermeerdering van bepaalde soorten optreedt, waarbij meestal de soortenrijkdom of biodiversiteit sterk afneemt.
10 Op de voorgrond
Literatuur • BirdLife International, 2004. Birds in Europe: population estimates, trends and conservation status. Cambridge, UK: BirdLife International (BirdLife Conservation Series No. 12), p. 46. • Devos K., 2004. Slobeend. In: Vermeersch G., Anselin A., Devos K., Herremans M., Stevens J., Gabriëls J. & Van Der Krieken B., 2004. Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002, Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel, p. 150-151. • Harisson C., 1977. Elseviers Broedvogelgids, Nesten, eieren en jongen van alle in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten broedende vogels, Elsevier, Amsterdam/Brussel, 430 p. • Mullarney K., Svensson L., Zetterström D. & Grant P. J. 2005. ANWB Vogelgids van Europa. Tirion Uitgevers BV, Baarn, Nederland, 400 p. • Verheyen R., 1952. De eendvogels van België, Koninklijk Natuurhistorisch Museum van België, Brussel. • Vogels in Vlaanderen: voorkomen en verspreiding, 1989, Vlaamse Avifauna Commissie,
foto: Daniele Occhiato / Buitenbeeld
Bornem: I.M.P., 448 p.
Slobeend ♂
Vogelperspectief Vogel- en ander dierennieuws uit de wereld
In deze rubriek krijg je bondig vogel- en ander dierennieuws uit heel de wereld te lezen, doorspekt met korte reportages uit de vereniging. De internationale berichtjes werden verzameld en vertaald door vogelkenner en redactielid Walter Belis, de overige werden ons bezorgd door onze eigen medewerkers. Heb jij ook een leuk vogelberichtje voor deze rubriek of heb je zelf iets opmerkelijks met vogels meegemaakt? Stuur het dan naar
[email protected] of naar Vogelbescherming Vlaanderen, Redactie Vogelperspectief, Schuttershof 14, 9100 Sint-Niklaas.
Grote Karekiet geef t niet om vegetatie
foto: Yves Adams / Vilda
Onderzoekers gingen na in hoeverre het broedsucces van de Grote Karekiet (Acrocephalus arundinaceus) bepaald werd door de vegetatiestructuur. Hiervoor
Grote Karekiet
12 Vogelperspectief
vergeleken ze een vegetatie gedomineerd door Riet (Phragmites australis) en een andere, hoofdzakelijk bestaande uit Kleine Lisdodde (Typha angustifolia). De stengels van Riet waren dunner en langer en de dichtheid van de vegetatie was aanvankelijk dezelfde maar later in
foto: Rollin Verlinde / Vilda
Grote Lijster
het broedseizoen was de dichtheid van Kleine Lisdodde hoger dan van Riet. De nestbouw viel elf dagen eerder in de rietvegetatie en de dichtheid van de nesten was er ook hoger dan in de lisdoddevegetatie. Bovendien lagen de nesten in het riet dichter bij het water. Toch werden er geen verschillen vastgesteld in de overlevingskansen in beide vegetaties. (Ardea, 97 (1) 2009: 109-116)
Beperk te verdraagzaamheid Grote Lijsters (Turdus viscivorus) schrikken er in de wintermaanden niet voor terug om Merels (Turdus merula) te verjagen wanneer deze laatste de bessen van Hulst (Ilex aquifolium), waar de lijsters zich aan tegoed doen, te dicht naderen. Kramsvogels (Turdus pilaris) en Koperwieken (Turdus iliacus) ondergaan
13 Vogelperspectief
hetzelfde lot terwijl kleinere soorten als Groenling (Carduelis chloris) en Sijs (Carduelis spinus) getolereerd worden. In juni merkte een Britse ornitholoog uit Suffolk dat Grote Lijsters jacht maken op Junikevers (Amphimallon solstitialis). Ze stijgen bijna vertikaal van de begane grond op en zitten de kevers achterna. In amper 40 minuten waren 23 van de 28 pogingen succesvol. Achttien kevers werden aan de jongen gevoederd, de vijf andere werden door de ouders opgegeten. Terloops ving één van de lijsters nog een dikke nachtvlinder. (British Birds, 102, 2009: 283)
Megatocht in minimale tijdspanne
foto: Yves Adams / Vilda
Uit onderzoek is gebleken dat Rosse Grutto’s (Limosa lapponica) in het najaar
Rosse Grutto in winterkleed
in één ruk de Stille Oceaan oversteken. Negen individuen werden in Alaska met een satellietzender uitgerust en maakten de oversteek van 11.680 km in acht à negen dagen. Vier van de negen vogels maakten geen enkele tussenstop. De zenders waren met een chirurgische ingreep in de buikholte aangebracht om te voorkomen dat de luchtstroom onder het lichaam tijdens de vlucht zou verstoord worden. De gemiddelde snelheid bedroeg 60 km/uur. Hoe de vogels, zelfs met een serieuze vetreserve, deze afstand zonder eten, zonder herkenningspunten en zonder slapen kunnen afleggen, blijft een raadsel. De vogels halen voordeel uit de twee tot vijf cyclonen die zich in de Golf van Alaska voordoen bij hun vertrek. Hierdoor genieten ze van een stevige rugwind. Bovendien ontmoeten ze boven de oceaan geen roofvogels, die wel een gevaar zouden betekenen indien ze de
foto: Michel Geven / Buitenbeeld
alternatieve weg langs de Aziatische kust zouden volgen. Opvallend is wel dat de Rosse Grutto’s tijdens hun voorjaarstrek wel de kusten van het Aziatische continent volgen. De wetenschappers vermoeden dat ze dat doen omdat ze op de diverse pleisterplaatsen vetreserves aanleggen die hen een voordeel opleveren wanneer ze in hun broedgebied in Alaska arriveren. (Proceedings of the Royal Society, B276, 2009: 447-457)
Guido Gezelle achterna In maart 2008 observeerde een ornitholoog uit Kent hoe Tjiftjaffen (Phylloscopus collybita) over de 400 m² grote vijver in zijn tuin scheerden en gretig Schrijvertjes (Gyrinidae) van het wateroppervlak wegpikten. (British Birds, 102, 2009: 219)
Vissers zorgen voor stress Voor vogelsoorten die in Arctische gebieden broeden, is de winter van cruciaal belang voor de overlevingskansen. Zo werd het effect van menselijke verstoring nagegaan op de tijdsbesteding van Eiders (Somateria mollisima) die in het zuiden van Groenland overwinteren. Gedurende negen dagen werden alle voorbijvarende vissersbootjes in kaart gebracht. Op dagen met veel verstoring besteedden de Eiders tot 40% minder tijd aan foerageren dan op dagen zonder verstoring. Om dit te compenseren, moesten ze voedsel zoeken op minder geschikte momenten en tot vijf meter dieper duiken.
Tjiftjaf
foto: Yves Adams / Vilda
Eider ♂
Op dagen met veel verstoring werd het foerageren ook ‘s nachts voortgezet. Elders weten Eiders zich aan te passen. Deze soort voedt zich hoofdzakelijk met schelpdieren, insecten en stekelhuidigen. Plantaardig voedsel komt alleen in het dieet van broedende vrouwtjes voor. In Northumberland merkte een ornitholoog dat jonge Eidereenden verzot waren op chips. Ook restanten van in deegbeslag gebakken voedingswaren en vishuiden werden gretig tussen de ronddrijvende algen opgevist. De Steenloper (Arenaria interpres) is ook een soort die er niet voor terugdeinst om op een zeedijk etensres-
ten mee te pikken. Deze verandering in het voedselpatroon zou een verschuiving van het verspreidingsgebied kunnen veroorzaken. In het graafschap Cumbrië, in het noordwesten van Engeland, stelde men vast dat Grote Zaagbekken (Mergus merganser) zich vrij agressief mengden onder een groep Wilde Eenden (Anas platyrhynchos) en Kokmeeuwen (Larus ridibundus) toen voorbijgangers de vogels van op vier meter afstand brood toewierpen. Het is eerder ongewoon dat een visetende soort op brood overschakelt en elke vorm van timiditeit opgeeft. (Ardea, 97 (1) 2009: 99-107 en British Birds, 102, 2009: 279)
16 Vogelperspectief
Dwerguil schuif t op
foto: Rollin Verlinde / Vilda
In Frankrijk broedt de Dwerguil (Glaucidium passerinum) in de Vogezen, de Alpen en de Jura maar steeds boven de 1.000 meter hoogte, hoewel in de Vogezen enkele jaren geleden op 250 meter werd gebroed. Nu de Duitse populatie sterk is toegenomen, werd de soort ook reeds in Nederland gemeld in 2005 en in 2008 en de opmars houdt blijkbaar niet op. Bij het inventariseren van Ruigpootuilen (Aegolius funereus) in de Auvergne, in maart 2007, hoorden ornithologen een onbekend geluid. Nader onderzoek wees uit dat het om een mannetje Dwerguil
ging. In oktober van hetzelfde jaar bleek het mannetje een partner te hebben. Het paar was gevormd en op 16 februari waren de vogelkijkers getuige van de eerste paarpogingen en bijbehorende rituelen. Op 19 februari nam het vrouwtje haar intrek in de nestholte, een oud spechtennest, die grondig gekuist werd. Te oordelen naar het gedrag van het vrouwtje vond de eileg vermoedelijk rond 1 april plaats. Op 8 mei werden aan de voet van de nestboom uitwerpselen en eischalen aangetroffen en het eerste van de twee jongen verliet het broedhol op 3 juni. Mogelijk zijn er twee verklaringen voor het opduiken van de Dwerguil buiten het
Dwerguil
17 Vogelperspectief
klassieke territorium in Frankrijk. De toename in Duitsland, waarover hoger reeds sprake was, werd misschien versterkt door regelmatige influxen van zangvogels uit Noord-Europa. Mogelijk hebben de Dwerguilen hun prooien gevolgd. De Auvergne lijkt wel het geschikte biotoop te bieden voor noordelijke soorten zoals Ruigpootuil, Hazelhoen (Tetrastes bonasia) en nu ook Dwerguil. (Ornithos, 16 (2) 2009: 90-99)
In de natuur is niets toevallig
foto: Peter van Rij / Buitenbeeld
Door de eeuwen heen hebben verwante vogelsoorten, waarvan de ene trekt en de andere sedentair is, morfologische verschillen ontwikkeld in de vleugelstructuur. Tot deze bevinding kwamen wetenschappers die balgen van Citroenkanarie (Serinus citrinella) en Corsicaanse Citroenkanarie (Serinus corsicanus) onderzochten. De Citroenkanarie trekt en heeft langere en puntigere vleugels dan de sedentaire Corsicaanse Citroenkanarie. Dit verschil
Citroenkanarie
18 Vogelperspectief
is niet alleen het resultaat van een evolutie die gegroeid is uit de noodzaak tot migreren. Door hun kortere en meer afgeronde vleugels zijn Corsicaanse Citroenkanaries meer wendbaar in de dichte struikvegetatie waarin ze voortdurend verblijven. (Vie et Milieu, 58 (3-4), 2009: 277-281)
Zeevogels onder de hakbijl Uit studies naar de impact van windmolenparken, uitgevoerd in diverse Europese landen en de Verenigde Staten, blijkt dat roofvogels bovenaan op de slachtofferlijst prijken. Maar dat gaat waarschijnlijk veranderen. Ook in Nederland rijst de vraag naar enerzijds de noodzaak en het nut van windenergie en anderzijds naar de gevolgen ervan voor de avifauna. Het werkdocument Birds and windfarms (Madrid, 2007), opgesteld door vier Belgische onderzoekers, belicht de positie die de zuidelijke Noordzee inneemt voor trekkende zeevogels. In het
foto: Mark Schuurman / Buitenbeeld
Brandganzen
Nauw van Calais passeren jaarlijks 1 tot 1,3 miljoen vogels die allemaal de Noordzee aandoen. Indien de plannen voor een verdere uitbouw van het windmolenpark ongewijzigd worden uitgevoerd, zorgt dit weldra voor een massale slachting onder trekkende zeevogels.
er meer nesten geparasiteerd werden. Mogelijk heeft de Grauwe Klauwier in de loop der jaren geleerd een koekoeksei te herkennen en wordt dit ei uit het nest verwijderd. Ofwel wordt het nest in de steek gelaten nadat de Koekoek er een ei in gelegd heeft.
(Het Vogeljaar, 57 (2) 2009: 67-72)
(Ardea, 97 (1) 2009: 17-22)
foto: Yves Adams / Vilda
Slimmer of lakser Zowel in Tsjechië als in Hongarije werd in nesten van Grauwe Klauwier (Lanius collurio) een lagere parasiteringsgraad van Koekoek (Cuculus canorus) vastgesteld. In de 19de en 20ste eeuw behoorde de Grauwe Klauwier tot één van de algemene waardvogels van Koekoek in Midden-Europa. In Hongarije kwam daar reeds in de jaren ‘60 verandering in. De gegevens uit Tsjechië zijn recent. Daar stelde men vast dat naarmate de dichtheid van Grauwe Klauwier hoger was,
Grauwe Klauwier
Paspoort voor vogels Vogels merken om hun populaties beter te beschermen
Raf Vervoort Vogels werden voor het eerst voor wetenschappelijke doeleinden geringd in 1899: in Denemarken werden toen Spreeuwen uitgerust met metalen ringen door Hans Christian Cornelius Mortensen. Ringonderzoek is nog steeds een belangrijk instrument om informatie over vogelgedrag te verzamelen, zowel voor de wetenschap als voor het beleid. Jaarlijks worden in Europa bijna vier miljoen vogels geringd. Men schat het aantal Europese vogels dat tijdens de 20 ste eeuw geringd werd op 115 miljoen. Een duizelingwekkend aantal.
De nationale ringcentrales, gecoördineerd door Euring (www.euring.org), staan in voor het ringen. Oorspronkelijk werden vogels geringd om de vogeltrek beter te leren kennen. Hoewel de grote lijnen van de vogeltrek binnen Europa nu gekend zijn, blijven er nog steeds vele vragen onbeantwoord. Ook permanente inspanningen blijven nodig om de invloed van de wijzigende omgeving op vogelpopulaties te bestuderen. De ‘Euring Data Bank’ die onderdak krijgt van de ‘British Trust for Ornithology’ in het Engelse Thetford, bevat een schat aan informatie die gebruikt wordt bij onderzoek naar de verspreiding, populatiegrootte en -structuur, overlevingskansen en ecologie van vogels.
De ringen waarmee vogels worden gemerkt, kennen we wellicht allemaal. De eerste wetenschapper die vogels met metalen ringen uitrustte was de Deen Hans C. C. Mortensen. Hij ringde al in 1899 vogels met als doel er meer over te weten te komen.
20 Paspoort voor vogels
foto: Arie Ouwerkerk
Drieteenstrandlopers
Metalen pootringen Terugmeldingen van vogels met een metalen pootring zijn afhankelijk van hervangsten en van het vinden van dode individuen. Met behulp van kleurringen kunnen vogels ook in het veld met een verrekijker of telescoop herkend worden. Dit verhoogt de kans op terugmelding aanzienlijk. Door het gebruik van een combinatie van verschillende kleurringen of inscripties op ringen kunnen vogels zelfs individueel herkend worden. Dit vergemakkelijkt studies naar bijvoorbeeld partnerkeuze, foerageergedrag of wijziging van trekroutes. De website van de Vlaming Dirk Raes (www.cr-birding.be)
geeft een erg volledig overzicht van de Europese kleurringprojecten: voor 356 vogelsoorten zijn er in totaal 2.033 projecten lopende. Op deze website kan men terugvinden tot welk project een met kleurringen gemerkte vogel behoort en waar en hoe men een waarneming kan melden. Het is hierbij belangrijk te signaleren aan welke poot de ringen gezien zijn, of ze boven of onder het intertarsaal gewricht zijn aangebracht, of er naast een kleurring ook een metalen ring gebruikt werd, of er inscripties of zelfs strepen op de ring staan, hoe de inscripties gelezen moeten worden enzovoort.
21 Paspoort voor vogels
foto: Astrid Kant / Buitenbeeld
Soms gebruikt men naast ringen ook ‘vlaggen’, ‘vleugelmerken’ of ‘nekringen’. Er is een grote variatie aan kleuren die in het veld niet altijd even gemakkelijk te onderscheiden zijn. Men is best voorbereid op de vele mogelijkheden en combinaties: rood, oranje, geel, wit, lichtgroen (lime), donkergroen, zwart, bruin, donkerblauw, lichtblauw, violet, lichtroze, donkerroze. Aan de hand van eigen ervaringen belicht ik hierna een aantal Europese kleurringprojecten.
Kraanvogel Kraanvogels zijn grote vogels en hebben bijzonder lange poten. De kleurringen worden aangebracht boven het intertarsaal gewricht en ze zijn vaak goed te zien. De kleuren aan de linkerpoot geven aan in welk land de vogel als broedvogel geringd werd (kleurringen ontbreken wanneer de vogel in zijn winterkwartier geringd werd). Zo weet je meteen waar je een waarneming kan melden. Aan de ringen aan de rechterpoot kan men de Kraanvogel individueel herkennen (www. kraniche.de en www.grus-grus.eu). Ik zag acht gemerkte Kraanvogels in het noordoosten van Duitsland, in Mecklenburg Vorpommern. Men schat dat er elke herfst ongeveer 250.000 Kraanvogels over Duitsland trekken. Grote groepen slapen in het ondiepe water van de Oostzeekust bij het schiereiland Zingst. De meeste Kraanvogels die daar pleisteren, komen uit Zweden en Noorwegen; zo ook zeven van de acht geringde vogels die ik er observeerde. Elke dag
22 Paspoort voor vogels
Grutto
vliegen ze naar de omliggende akkers om te foerageren, wat tot conflicten met boeren kan leiden als nieuw ingezaaide akkers worden bezocht. Met het oog op compensaties is een goed begrip van het foerageergedrag belangrijk. Ringonderzoek is ook nuttig om veranderingen in het gedrag van Kraanvogels te helpen begrijpen. Men ziet bijvoorbeeld dat Kraanvogels hun trekroutes inkorten: vorige winter zijn vierduizend Kraanvogels in Duitsland gebleven, de winter daarvoor zelfs vijftienduizend! Een van de indivi-
foto: Yves Adams / Vilda
duen die ik zag, werd in 2008 in Duitsland geboren en is vorige winter verschillende keren gezien. Hij heeft Duitsland waarschijnlijk niet verlaten.
Bosruiter
Zwartkopmeeuw
27 werden teruggemeld. Dit lage aantal wordt toch als een succes gezien want het is een verdubbeling van het resultaat met klassieke, metalen ringen. Dit kleine aantal onderstreept nog eens het belang van het doorgeven van elke waarneming.
foto: Raf Vervoort
Een van de doelstellingen van ringonderzoek is het vaststellen van de overlevingskansen en de populatiestructuur van vogels. Zo weten we nu dat de Bosruiter die ik zag in mei 2010 al meer dan acht jaar oud was. Hij was immers geringd in april 2002 in Italië. Het Europese record voor de Bosruiter staat op elf jaar en zeven maanden en op naam van een vogel die in Zweden geringd werd. ‘Onze’ Bosruiter werd geringd in het kader van het project ‘Tringa glareola 2000’ van de ‘International Wader Study Group’ (www.waderstudygroup.org), met als doel de trekroutes van de Bosruiter door Europa en de overwintergebieden in Afrika beter te leren kennen. Meer dan 2.700 Bosruiters werden tijdens zes lentes en zeven herfsten geringd, slechts
Bosruiters
23 Paspoort voor vogels
foto: Yves Adams / Vilda
Zilvermeeuw
Kemphaan In Zuidwest-Friesland worden jaarlijks ongeveer 1.000 Kemphanen gekleurringd in het kader van onderzoek naar migratie en immuunfunctie. Dit gebeurt aan de Rijksuniversiteit Groningen, Nederland. Bij het verschijnen van een nieuwsbrief in 2009 waren al meer dan 5.000 Kemphanen gekleurringd, wat geleid heeft tot een zeer groot aantal terugmeldingen: meer dan 9.500 waarnemingen op 400 verschillende plaatsen in 24 landen. Ongeveer 60% van de geringde vogels is ooit teruggezien; 38% slechts één maal, maar sommige zeer vaak. Wanneer we
24 Paspoort voor vogels
op de Euring-website kijken naar alle terugmeldingen voor Kemphanen met klassieke aluminium ringen, dan zien we een totaal van slechts 1.700 dode en 498 levende vogels. Het grote succes van dit project heeft deels te maken met inspanningen van de Friese onderzoekers, zelf goed voor drie vierde van de waarnemingen. Een doelstelling van het project van de Rijksuniversiteit Groningen is de populatiestructuur en -omvang van de Kemphanen die tijdens de trek in Friesland pleisteren te doorgronden. Eén toepassing van de kleurringen is om een idee te krijgen van
de verblijftijd van individuele Kemphanen en zo te schatten hoeveel individuen van deze soort er tijdens een seizoen doortrekken. Toen men in 2008 op verschillende slaapplaatsen tot 6.140 Kemphanen telde, bleken er over het gehele voorjaar tot 10.000 doorgetrokken te zijn.
Sneeuwgors
foto: Paul Cools
De Sneeuwgors van het IJslandse ras die ik in december 2009 op de Oesterdam zag, werd in februari 2009 geringd te Kessingland Beach, Suffolk, aan de Engelse kust. Daar gebruikt men naast een metalen ring elk jaar een ringetje met een andere kleur. Vanaf dit jaar zullen de ringen ook een individueel nummer krijgen. Bij deze Engelse ringers werd nog nooit een Sneeuwgors met metalen ring buiten het ringgebied teruggemeld. Enkele vogels met een kleurring werden gezien aan de Engelse oostkust en vier in Nederland. De Sneeuwgors op de Oesterdam werd 23 maal gemeld door 17 waarnemers! Het grote aantal doorgegeven waarnemingen
Sneeuwgors
was nuttig om uit te maken dat deze vogel niet naar Oostvoorne trok, waar ook een Sneeuwgors met oranje ring gezien werd.
Grauwe Gans Informatie over ganzen en ringprojecten is te vinden op www.geese.org en www. goosetrack.nl. Op deze laatste website staan voorbeelden van de moeilijkheden die kunnen ontstaan bij het aflezen van de halsbanden: de ringen kunnen na verloop van tijd verkleuren, de cijfers zijn soms onvolledig zichtbaar, op grote afstand of zonder telescoop zijn sommige letters en cijfers moeilijk te onderscheiden en de verticale code moet van kop naar lichaam worden afgelezen; de code op de pootring moet dan weer van onder naar boven worden gelezen.
foto: Astrid Kant / Buitenbeeld
werd op het Duitse eiland Rügen geringd tijdens de rui in 2009. Ze werd al 16 keer teruggezien, maar onze waarneming is tot nu toe de enige buiten Duitsland.
Besluit
Grutto
foto: Yves Adams / Vilda
Onder de rubriek ‘Geschiedenis’ stellen de auteurs van www.geese.org de vraag: ‘Metalen ringen of kleurringen?’. Hun cijfers zijn duidelijk: van 924 op 966 Brandganzen geringd met een metalen ring werd nooit meer iets gehoord, terwijl dit voor slechts 5 op 576 Brandganzen met kleurringen wel het geval was! Via de site www.geese.org kan je waarnemingen invoeren, waarna je een kaartje en een rapport ontvangt met de voorgeschiedenis van deze gans. Onze Grauwe Gans
Lepelaar
26 Paspoort voor vogels
Het voorbije jaar zag ik twaalf vogels met een kleurring: acht Kraanvogels, één Bosruiter, één Kemphaan, één Sneeuwgors en één Grauwe Gans. De kleurringen waren niet altijd makkelijk te zien, in twee gevallen ontdekte ik ze pas thuis als ik mijn foto’s aan het bekijken was. De vogelliefhebber die zich bewust is van het grote aantal kleurringprojecten merkt waarschijnlijk meer geringde vogels op. Het slagen van deze projecten is sterk afhankelijk van de terugmeldingen. Voor de vogelkijker is het een leuke manier om bij te dragen aan zowel wetenschappelijk onderzoek als bescherming. Als kers op de taart ontvang je altijd gedetailleerde informatie over de vogel die je gemeld hebt.
foto: Yves Adams / Vilda
Juveniele Lepelaar
Literatuur • Baillie S., Bairlein F., Clark J., du Feu C., Fiedler W., Fransson T., Hegelbach J., Juillard R., Karcza Z., Keller L.F., Kestenholz M., Schaub M., Spina F. 2007. Bird ringing for science and conservation. Euring Brochure. • du Feu C.R., Joys A.C., Clark J.A., Fiedler W., Downie I.S., van Noordwijk A.J., Spina F., Wassenaar R. & Baillie S.R. 2009. EURING Data Bank geographical index 2009 (www.euring.org/edb). • Hooijmeijer J. et al. 2009. Newsletter Ruff Research 2009 (www.rug.nl/biologie/onderzoek/onderzoek groepen/dieroecologie/onderzoek/researchstudies/migratimmune). • Remisiewicz M. 2005. Current Stage and perspectives of the project ‘Tringa glareola 2000’. Ring 27, 1: 109-114 (www.waderstudygroup.org).
27 Paspoort voor vogels
Eén kopen, tweede gratis Vernieuwde boekenreeks ‘Vogels rondom ons’
De alom bekende en fel gesmaakte boekenreeks ‘Vogels rondom ons’ van gedragsecoloog dr. Jenny De Laet onderging vorig jaar een heuse facelift. Intussen rolden al drie inhoudelijk herwerkte boeken met die nieuwe, frisse lay-out van de drukpersen: ‘Spechten, roffelende bosbeheerders’, ‘Zwaluwen, dapper, frivool en bedreigd’ en ‘De Roodborst, dichtbij en ver weg’. Als je ’t ons vraagt, leuke lectuur om de vakantie door te komen …
De uitgever van deze boeken, Academic & Scientific Publishers (ASP/VUBPRESS), heeft momenteel een heel interessant aanbod* waarvan wij onze leden graag op de hoogte brengen. Koop je in onze winkel een boek uit de nieuwe reeks, dan krijg je er gratis een boek uit de oude reeks bovenop. Wie kan daar ‘neen’ tegen zeggen? De verzendkosten worden berekend volgens de tarieven van bpost. Voor de verpakking betaal je € 0,50.
Artikelnummer
Nieuwe reeks
Leden / Niet-leden
Artikelnummer
Oude reeks
00300
Spechten, roffelende bosbeheerders
€ 18,00 / € 20,00
00001
De vier seizoenen van de mezen
00003
Zwaluwen, dapper, frivool en bedreigd
€ 18,00 / € 20,00
K-00002
De roodborst, dichtbij en ver weg
00002
De Roodborst, dichtbij en ver weg
€ 18,00 / € 20,00
K-00003
Zwaluwen, dapper, frivool en bedreigd
00004
De ekster in zwart en wit
00005
Mussen, een groene partij
00006
Over merels en andere kerels
00008
Vinken vliegen zelden alleen
00009
Uilen, mannen van de nacht
00010
Kraaien, kwajongens van bos en veld
28 Eén kopen, tweede gratis
Hoe bestellen? Plaats jouw bestelling via telefoon, e-mail of fax en bezorg ons het artikelnummer van het boek dat je wilt aankopen (nieuwe reeks) én van het boek dat je gratis wilt ontvangen (oude reeks). Wacht nog even met betalen! Je ontvangt spoedig beide boeken in je brievenbus, samen met de factuur. Wij wensen jou alvast heel veel leesplezier! * Zolang de voorraad strekt
29 Eén kopen, tweede gratis
Bomen voor de bijl Massale bomenkap tijdens broedperiode
Jan Rodts & Katrien Philips Juridische dienst Vogelbescherming Vlaanderen heeft het voorbije voorjaar op verschillende locaties de kap van bomen verijdeld of tenminste aangeklaagd; en dit tijdens het Internationaal Jaar van de Bossen! Wereldwijd bestrijkt bos 31% van het landoppervlak. De Verenigde Naties willen iedereen bewust maken van het belang van bossen en het duurzaam beheer ervan. Maar daar was in Vlaanderen de voorbije maanden niet veel van te merken. Uit diverse gemeenten bereikten ons meldingen van het kappen van bomen en het rooien van bossen tijdens de voortplantingsperiode van vele vogels en andere dieren. Wist je dat in Vlaanderen dagelijks anderhalf voetbalveld aan bos voor de bijl gaat?
foto: Frans Van Meensel
Het Soortenbesluit van 15 mei 2009 verbiedt nochtans het opzettelijk en betekenisvol verstoren van beschermde soorten, in het bijzonder tijdens de perioden van de voortplanting en de afhankelijkheid van de jongen. Ook nesten van vogels en voortplantingsplaatsen van andere dieren mogen niet opzettelijk vernield, beschadigd of verstoord worden.
Tamme kastanjes in Meerhout Een eerste interventie vond plaats op 18 maart 2011 in de gemeente Meerhout bij Geel. Daar werd de illegale kap van honderden hoogstammige tamme kastanjes langs de Veedijk en de Heibloemstraat in de buurt van de E313 stilgelegd door de Bouwinspectie van de Vlaamse overheid. Voor 82 bomen kwam onze tussenkomst jammer genoeg te laat. De gemiddelde leeftijd van de bomen wordt geschat op 40 à 50 jaar; ze verkeren in uitstekende gezondheid en zijn al vele jaren kenmerkend voor het landschap. Toch begonnen gemeentearbeiders van Meerhout op 31 januari 2011 plots met het omzagen van de prachtige bomen. De milieuambtenaar van Meerhout verklaarde aan een verontruste bewoner
foto: Frans Van Meensel
Kastanjekap in Meerhout
dat dit gebeurde op vraag van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en dat daarvoor geen kapvergunning vereist was. Enkele plaatselijke bewoners groepeerden zich en verzochten de politie de kap stil te leggen maar die ging daar niet op in. Daarop maakten de buurtbewoners op 3 februari een eerste afspraak met de Meerhoutse burgemeester en milieuambtenaar. Op dat overleg werd beloofd de werken stil te leggen, wat ook gebeurde. Ondertussen lagen wel al 82 bomen tegen de vlakte. Een week later kwam de burgemeester echter om de een of andere reden op zijn belofte terug.
Stedenbouwkundige vergunning Een plaatselijke afgevaardigde van het AWV beweerde dat de vraag tot kapping afkomstig was van de gemeente Meerhout zelf. Als reden voor de kap riep de milieuambtenaar het verzekeren van de stabiliteit van het talud in (sic!). Door AWV werd aangehaald dat de kap zonder meer kon gebeuren op vraag van de gemeente en dat deze werkzaamheden ingedekt waren door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Volgens het ANB was een kapvergunning niet nodig omdat het een ‘houtkant’ betrof. Het hout zou bovendien ‘gratis’ als brandhout onder het gemeen-
31 Bomen voor de bijl
foto: Frans Van Meensel
Kastanjekap in Meerhout
tepersoneel verdeeld worden. Toch wel een eigenaardige gang van zaken gelet op het feit dat het gezonde hout van de 754 te kappen kastanjebomen een economische waarde vertegenwoordigt van minstens 112.000 euro!
inspectie de werken met onmiddellijke ingang stil te leggen. Er werd procesverbaal opgesteld en op diverse plaatsen werden schriftelijke bevelen tot onmiddellijke staking van de werken aangeplakt.
Vogelbescherming Vlaanderen is van mening dat er voor een dergelijke kap minstens een stedenbouwkundige vergunning nodig is conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Ongeveer 40% van de bomen heeft op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van meer dan één meter, sommige zelfs meer dan anderhalve meter. Voor het kappen van dergelijke bomen is een vergunning verplicht. Omdat de werken op maandag 21 maart zouden hervat worden, verzocht Vogelbescherming Vlaanderen de Bouw-
Ministers laten van zich horen
32 Bomen voor de bijl
Omdat de omgezaagde bomen deels op een weiland lagen en de landbouwer dat perceel wilde maaien, werden de stammen op 28 april door arbeiders van AWV ter plaatse in stukken gezaagd en op een vrachtwagen geladen. Daartoe werd toestemming verleend door het Agentschap Inspectie Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed. Voor het overige bleef het stakingsbevel onverminderd van kracht. Het AWV kreeg ook groen licht om het hout over te bren-
gen naar zijn depot in Geel – zogezegd om diefstal te voorkomen – maar dat gebeurde niet. De vrachtwagen reed een totaal andere richting uit om uiteindelijk te stoppen op een godvergeten plek langs de E313. Daar werd het hout ‘onbewaakt’ gedumpt, terwijl de kans op diefstal daar veel hoger was dan op het talud …
De Politiezone Noorderkempen legde op 21 april de kap van een prachtige bomendreef van 51 wilde kastanjes in de ‘Wereldakker’ te Hoogstraten stil. Aanleiding hiervoor was een vraag tot onmiddellijke stopzetting van de werkzaamheden door onze organisatie. Door het vellen van deze bomen tijdens het voortplantingseizoen ging bouwheer KORH (Katholiek Onderwijs Regio Hoogstraten) regelrecht in tegen onder meer artikel 14 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. Op het moment van de vaststellingen lag al een tiental bomen tegen de vlakte. KORH vzw schuift de slechte conditie van een aantal bomen en de openbare veiligheid naar voor als redenen om deze landschappelijk waardevolle dreef met de grond gelijk te maken. Amper de helft van de bomen zou lijden aan de kastanjeziekte, ook wel ‘bloedingziekte’ ge-
foto: Frans Van Meensel
De Vlaamse minister van Openbare Werken Hilde Crevits en die van Natuur en Leefmilieu Joke Schauvliege vinden de houtkap verantwoord: “Het AWV zal de werken echter niet aanvatten zolang de Bouwinspectie daarvoor geen toestemming geeft. Er zal wel overleg gepleegd worden over de stedenbouwkundige vergunningsplicht. Wanneer de inspectie zijn standpunt handhaaft, zal een regularisatieaanvraag ingediend worden.” Onze vereniging is er zich van bewust dat ze de kap niet eeuwig zal kunnen tegenhouden maar ze zal er alles aan doen om die niet tijdens het voortplantingsseizoen te laten plaatsvinden.
Wilde kastanjes in Hoogstraten
Kastanjekap in Meerhout
33 Bomen voor de bijl
foto: Frans Van Meensel
noemd. Vogelbescherming Vlaanderen is echter van mening dat de aanwezigheid van de bloedingziekte geen gegronde reden is om deze, en al zeker niet de gezonde bomen, te kappen. Volgens boomdeskundigen blijkt de weerstand of tolerantie van paardenkastanjes tegen de bloedingziekte zeer variabel te zijn: sommige bomen zijn zelfs in staat om een aantasting af te grendelen en te overwinnen.
En verder … Ook in Zele en Zottegem werd dit voorjaar lichtzinnig omgesprongen met motorzaag en snoeischaar. Respectievelijk de Gewestelijke Maatschappij voor Woningbouw en Infrabel, infrastructuurbeheerder van het Belgische spoorwegnet, kapten
foto: Frans Van Meensel
Ook voor het argument dat de dreef niet meer veilig zou zijn voor wandelaars en
fietsers kan al snel een alternatief in de vorm van periodieke controles en kleine ingrepen op tafel gelegd worden. Een algehele kaalkap acht onze vereniging dan ook voorbarig en niet in verhouding tot de graad van aantasting of het veiligheidsrisico. Wij vinden dat het College van Burgemeester en Schepenen van Hoogstraten een onvoldoende onderbouwde beslissing genomen heeft bij het afleveren van een stedenbouwkundige vergunning aan KORH vzw. Op 20 april diende onze advocaat bij de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen een beroepschrift in tegen deze vergunning. De hoorzitting vond plaats op 15 juni. Bij het ter perse gaan van dit tijdschrift was de uitslag echter nog niet bekend.
Kastanjekap in Meerhout
34 Bomen voor de bijl
foto: Frans Van Meensel
Kastanjekap in Meerhout
boomrijk gebied zonder stedenbouwkundige vergunning. Helaas bereikten de meldingen ons pas wanneer de bomen reeds geveld waren. Niettemin neemt onze vereniging ook dan haar verantwoordelijkheid. Ze verzocht het Agentschap voor Natuur en Bos procesverbaal op te stellen zodat klacht met burgerlijke partijstelling kan ingediend worden bij het gerecht.
Juridische dienst Onze juridische dienst heeft het bijzonder druk met de vele meldingen die ze te verwerken krijgt. Het gaat niet enkel over het illegaal kappen en snoeien van
bomen maar ook over zaken betreffende jachtmisbruiken, vogelvangst en -handel. In vele gevallen komt ook onze advocaat op het toneel en dat kost geld. Momenteel is ongeveer een vijftigtal rechtszaken lopende waarin onze vereniging zich burgerlijke partij stelde. Vind ook jij dat de juridische dienst van Vogelbescherming Vlaanderen belangrijk werk verricht en wil je financieel een handje helpen? Via IBAN: BE61001409877317 – BIC: GEBABEBB kan je met de vermelding ‘Juridische dienst’ een bijdrage overmaken. Die hoeft niet reusachtig te zijn want vele kleintjes maken een groot. Weet wel dat giften van 40 euro en meer fiscaal aftrekbaar zijn. Alvast bedankt!
35 Bomen voor de bijl
S.O.S. kustpolders Het vlakke, groene goud snakt naar bescherming
Peter Bossu Polderburger en milieuadviseur Toen ik nog een klein ventje was, spendeerde ik veel tijd aan het op alle mogelijke manieren actie voeren voor de berggorilla’s, het regenwoud, tegen de vogelvangst en voor onder meer de bescherming van de Houtsnip. Jaren later werd ik me langzaam maar zeker ook bewust van de nood aan de bescherming van biotopen die op het eerste gezicht minder spectaculair zijn dan bijvoorbeeld een regenwoud maar bij nader inzien toch ook heel wat ecologische waarde hebben. Een van mijn zorgkinderen is de kustpolder. Na jaren van actie en strijd voor de poldernatuur blijft deze biotoop smeken om erkenning van de overheid.
foto: Dirk-Jan van Unen / Buitenbeeld
De discussie rond het beschermen van de poldergraslanden sleept reeds decennia aan. Ook Vogelbescherming Vlaanderen dringt al vele jaren aan op een betere bescherming van de kustpolders (zie ook ‘Mens & Vogel’, 1/2009). Ten onrechte stellen sommige actoren de bescherming van de polders voor als een maatregel die gericht is tegen de landbouw. Voor de zoveelste keer wordt op die manier een vijandelijk beeld gecreëerd tussen natuur en landbouw en onterecht beweerd dat de landbouw uit de polders gaat verdwijnen als die duurzame bescherming van de poldergraslanden er effectief komt.
Landbouw en natuur hand in hand Kievit
36 S.O.S. kustpolders
Polders zijn van groot ecologisch belang. Het zijn ‘sponzen’, natuurlijke buffers tus-
Uitkerkse Polder
foto: Misjel Decleer / Vilda
foto: Michel Geven / Buitenbeeld
Kolganzen
foto: Yves Adams / Vilda
sen de kust en het achterland die enorme hoeveelheden water kunnen opvangen. Hierdoor vervullen ze een belangrijke rol in het voorkomen van wateroverlast. Bovendien vormen ze in het voorjaar een geschikte broedplek voor tal van bedreigde weidevogelsoorten en in de winter een ideaal overwintergebied voor tienduizenden ganzen en eenden.
Grutto
38 S.O.S. kustpolders
Vooral het ‘scheuren’ (omploegen) van de permanente poldergraslanden (= hooi- en weilanden die er al eeuwen liggen, een microreliëf hebben en daardoor biologisch heel waardevol zijn) is heel omstreden. Het omploegen van permanente poldergraslanden is even ingrijpend als een eeuwenoud bos kappen en vervangen door een monotone sparrenakker. In plaats van een biotoop die de ideale leefplek is voor talloze organismen, krijg je een steriele akker of in het beste geval een ingezaaid, biljartvlak grasland dat hoogstens nog wat insecten en mollen aantrekt. Uit een studie van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) blijkt dat tussen 1986 en heden minstens 3.500 hectaren permanent grasland uit de polders verdween. Het gevolg is dat de weide-
foto: Yves Adams / Vilda
foto: Nico van Kappel / Buitenbeeld
foto: Jan Rodts
vogels rake klappen krijgen en overwinterende ganzen minder ruimte hebben. In een aantal gevallen gaan die ganzen hun
voedsel zoeken op akkers met schade als gevolg voor de landbouw. Alleen al in 2008 waren er 35 geregistreerde overtredingen van gescheurde poldergraslanden. Dit is helaas maar het topje van de ijsberg want een groot deel van de poldergraslanden geniet helemaal geen wettelijke bescherming.
Wat doet de Vlaamse Regering Na jaren actie van de milieubeweging en na veel intentieverklaringen van haar kant, besliste de Vlaamse Regering op 27 maart 2009 om voor de kustpolders
Spreeuwen
een beschermingsplan op te maken. De Vlaamse minister van Leefmilieu en Natuur zou daartoe binnen het jaar een concreet voorstel neerleggen. De Vlaamse Regering erkende daarmee de nood aan een bijkomende bescherming van de polders. Die bescherming wordt al decennialang door diverse groepen en wetenschappers gevraagd. Er zijn tal van wetenschappelijke rapporten verschenen over het belang van de permanente kustpoldergraslanden, over het vermijden van ganzenschade door winterganzen, over de rol van de kustpolders als klimaatbuffer voor de kustzone, over de polders als belangrijke deelstructuur van onze biodiversiteit, enz.
Niet neuten, maar actie Het is merkwaardig dat sommige beleidsmensen zoveel angst hebben om de kustpolders duurzaam te beschermen. De wetenschappelijke gegevens tonen nochtans aan dat dit noodzakelijk is en dat een verbod op het omploegen van permanente polderweiden geen ramp hoeft te zijn voor de landbouw. Als de natuurbeweging pleit voor een bijkomende bescherming van de polders, dan vraagt ze geen scherpere mestnormen en geen beperkingen op de bouw en exploitatie van de bedrijfszetels. Enkel het behoud van de historische poldergraslanden wordt gevraagd. Het niet langer omploe-
41 S.O.S. kustpolders
foto: Jan van der Greef / Buitenbeeld
Spreeuwenzwerm
gen is in het belang van de tienduizenden ganzen die er overwinteren, de Grutto’s, Kieviten, Tureluurs en andere weidevogels die er broeden, de zeldzame planten, insecten en amfibieën die er leefruimte vinden, de klimaatbuffer die onze kustpolders vormen, enz.
42 S.O.S. kustpolders
In poldergebieden als de Uitkerkse Polder (Blankenberge), het weidegebied van Lampernisse en andere polders die beschermd zijn als Europees Vogelrichtlijngebied of als gerangschikt landschap, is reeds een verbod tot omploegen van gras- en hooilanden van kracht. In een
foto: Yves Adams / Vilda
groot aantal andere waardevolle polders is dit nog niet het geval. Zonder een verbod op het omploegen van alle permanente poldergraslanden zullen waardevolle polderweiden blijven verdwijnen en omgevormd worden tot bijvoorbeeld maïsakkers. Vogelbescherming Vlaanderen eist nu de wettelijke bescherming van de polders, het behoud van een gebied dat zo rijk en zo veelzijdig is. Vlaamse Regering, waarop wacht u nog?
Spreeuw
Opruimers van de polder weiden In de herfst- en winterperiode zijn de indrukwekkende zwermen Spreeuwen, van enkele honderden tot soms vele duizenden, in en rond vele poldergraslanden een fenomeen. In sommige kringen worden ze beschreven als een ‘plaag’ en in één adem vraagt men de bestrijding van de Spreeuw. De vraag is of deze grote groepen vogels voor de landbouw niet eerder een zegen dan een vloek zijn. Het spreeuwenbestand heeft zich de voorbije jaren wat hersteld. De populatie kreeg een vijftiental jaar geleden om onduidelijke redenen namelijk zware klappen. Dit herstel is eigenlijk een heel goede zaak. Spreeuwen voeden zich in hoofdzaak met alle mogelijke larven en wormen die ze op en in de bodem vinden. Een Spreeuw verorbert jaarlijks enorme hoeveelheden insecten, vaak soorten die voor het grasland schadelijk zijn. Het stapelvoedsel dat Spreeuwen aan hun jongen voeren, bestaat ondermeer uit emelten – de larven van langpootmuggen – die in weilanden aanzienlijke schade aanrichten door de graswortels aan te vreten. In Nederland is daar veel studiewerk naar verricht en daaruit is het nut van de Spreeuw gebleken. In Noord-Europa hangen landbouwers vaak grote nestkastappartementen op (met soms wel 100-150 aparte nestgelegenheden) om Spreeuwen aan te trekken. In het najaar vormen Spreeuwen grote zwermen die op vaste plaatsen overnachten. Het is een raadsel waarom ze exact die plaatsen – vaak langs op- en afritten van snelwegen – uitkiezen. Het vormen van een zwerm heeft veel te maken met veiligheid: in groep hebben ze immers minder kans ten prooi te vallen aan roofvogels. Om dezelfde reden vormen vissen scholen en allerlei wilde dieren in Afrika kuddes. Ik begrijp dat zwermen van duizenden Spreeuwen indruk maken. Maar als je een dergelijke zwerm ziet, sta dan even stil bij het gegeven dat zo’n groep Spreeuwen dagelijks vele kruiwagens aan schadelijke organismen verorbert.
43 S.O.S. kustpolders
Trek de natuur in Van de natuur genieten door weer en wind
Patrick Janssens Natuurgidsen.eu De Oostkustpolder is een mooie, uitgelezen regio om te genieten van het moois in de natuur. Je vindt er naast het alom bekende natuurreservaat het Zwin heel wat andere prachtige stukjes natuur, zoals de Uitkerkse Polder, de Baai van Heist, de Zwinduinen, de Kalfduinen, het Koningsbos, de Polders-met-oude-Zwinkreken van Knokke tot Brugge, enz. Vlak over de grens in Nederland is er ook heel wat te beleven. Er zijn nog oude zeedijken, er worden nieuwe natuurgebieden gecreëerd en aan de Schelde kan je honderduit genieten van zeehonden.
foto: Jan Rodts
Onze regio heeft heel wat te bieden, of je nu te voet bent, met de fiets of de auto. Je wordt steeds geconfronteerd met de prachtige, rijke natuur. Om je te helpen dit moois te ontdekken, hebben enkele enthousiastelingen zich verenigd in de vzw Natuurgidsen.eu, een initiatief van
onafhankelijke natuurgidsen met ervaring in rondleidingen in de natuur. We gidsen immers zo’n 400 wandelingen per jaar. In onze eigen stijl begeleiden we groepen à la carte. Wij vertellen over vogels, planten, paddenstoelen, zoogdieren, insecten, ... en verrassen je met leuke weetjes over van alles en nog wat. Het hele jaar zijn we actief. In het vroege voorjaar observeren we wintergasten en genieten we van de eerste bloeiende planten. In de lente is het druk. We zijn dan meestal vroeg uit de veren om bij het krieken van de dag de vogelzang te beluisteren, de voorjaarstrek te bekijken en de verdere bloei en groei van het plantenrijk te bewonderen. In de zomer genieten we van de schoonheid van de natuur in onze polders, schorren, duinbossen, voorhaven, ... en genieten we blootsvoets van een wandeling.
Regenwulp
foto: Yves Adams / Vilda
foto: Misjel Decleer / Vilda
Velduil
Niet enkel weidevogels profiteren van het rijke voedselaanbod in een kustpolder. Ook andere vogels zoals de Velduil komen er aan hun trekken. Dit individu werd gedurende een relatief lange periode jagend geobserveerd in de Uitkerkse Polder. Tientallen vogelkijkers zijn daarvoor speciaal naar dit prachtige gebied afgezakt.
De fiets helpt ons de streek wat ruimer te verkennen. De herfst duwt ons met de neus op de najaarstrek en in de bossen ontwikkelen zich prachtige zwammen. Op het einde van de herfst en aan de start van de winter verwelkomen we de vele wintergasten zoals de ‘vriezeganzen’ en allerlei eenden. We genieten met volle
46 Trek de natuur in
teugen van een avondwandeling om de slaaptrek van vogels te bekijken. We bereiden onze bezoekers steeds goed voor: we lichten hen in over de best te dragen kledij en schoeisel. We houden onze wandelingen immers zo comfortabel mogelijk. Een verrassende lunchstop,
een sprankelende verfrissing of iets warms om onze koude neus tijdens de vrieskou te ontdooien. Elk seizoen heeft wel iets te bieden om onze wandelaars te verwennen. Natuurlijk kennen we ook de beste plekjes van de regio om achteraf bij een glas en lekkere hap nog wat na te praten. Je merkt, niet alleen onze regio heeft heel wat te bieden, zelf proberen we zo goed mogelijk aan de wensen van onze gasten te voldoen.
Door weer en wind
www.natuurgidsen.eu
[email protected] Tel: +32 (0) 471 64 23 64
foto: Jan Rodts
Wil je onze vereniging beter leren kennen? Surf dan even naar www.natuurgidsen.eu en reserveer nu al een wandeling om er met familie, vrienden of collega’s op uit te trekken. Wij kijken er alvast naar uit om jullie te ontmoeten op een leuke tocht.
Maar misschien hebben we elkaar al eerder ontmoet op een wandeling van Vogelbescherming Vlaanderen? Sinds een paar jaar is deze actieve organisatie een van onze vaste ‘klanten’. Hou op hun website www.vogelbescherming.be de rubriek ‘Activiteiten op stapel’ in de gaten. Daarin vind je steeds de nieuwste activiteiten die zij voor hun leden en het grote publiek organiseren.
Patrick Janssens aan het gidsen
47 Trek de natuur in
Noodlijdend in 2010 Eivolle opvangcentra voor vogels en wilde dieren
Nicolas Brackx VOC-coördinator Met een totaal van 26.506 patiënten braken de Vlaamse Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren vorig jaar opnieuw het record. Elk jaar maakt Vogelbescherming Vlaanderen als koepel van deze centra de balans op en stelt ze vast dat het aantal opgevangen noodlijdende wilde dieren alsmaar toeneemt. Dit gaat uiteraard gepaard met een extra nood aan werkingsmiddelen. Helaas krijgen de VOC’s hiervoor bij de Vlaamse overheid relatief weinig gehoor. Integendeel, het budget voor 2011 kreeg een flinke deuk. De nabije toekomst van de opvangcentra ziet er dan ook niet bepaald rooskleurig uit.
foto: Dries Damiaens / NHC
Sinds 2004 stijgt het aantal opgevangen dieren elk jaar. Het overzicht van zes jaar geleden maakte nog melding van 13.636 noodlijdende, wilde dieren. Ondertussen is dat aantal net niet verdubbeld. Ten opzichte van 2009 steeg het totaal aantal
Jonge Eekhoorn
48 Noodlijdend in 2010
opgevangen dieren in 2010 met maar liefst 3.075 individuen. Europese vogels vormen zoals gewoonlijk de hoofdmoot met 22.173 patiënten. Het deel inheemse zoogdieren wordt elk jaar belangrijker; in 2010 werden er 4.182 verzorgd. Daar
foto: Dries Damiaens / NHC
naast werden ook nog 151 amfibieën en reptielen opgevangen. In totaal slaagden de centra erin om ca. 59% van alle patiënten terug in vrijheid te stellen, 28% overleefde ondanks de nodige zorgen de revalidatie niet en 9% kreeg een spuitje.
Hoogvliegers Dit jaar opnieuw geen verrassende top drie: de meest talrijke broedvogels in Vlaanderen claimen weer hun vaste stek bovenaan de lijst: Houtduif (2.830 ind.), Merel (2.424 ind.) en Wilde Eend (2.241 ind.). We stellen wel een wissel vast: de Houtduif wipt dit jaar over de Merel naar nummer één. De Wilde Eend bekleedt net zoals in 2009 opnieuw de derde plaats. Bij de zoogdieren is de Egel zoals altijd de absolute koploper met maar liefst 2.062 dieren. Het gros van de binnengebrachte Egels zijn jongen. Belangrijke andere oorzaken waaronder dieren in opvangcentra belanden, zijn ziekte, wegverkeer, ondervoeding/uitputting en verwondingen veroorzaakt door honden. In 2010 hadden veel binnengebrachte Egels last van longwormen. Dit is een listige aandoening die reeds vóór de geboorte via de placenta kan worden overgedragen. Behalve een hoestje zijn er doorgaans niet echt opvallende symptomen. Besmette Egels sterven vaak zonder enige duidelijke aanleiding. Andere vaak voorkomende gasten onder de zoogdieren zijn Wild Konijn (496 ind.), Ree (393 ind.), Gewone Dwergvleermuis (334 ind.) en Rode Eekhoorn (287 ind.).
Kerkuil
foto: Dries Damiaens / NHC
In 2010 vingen de Vlaamse Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren 393 noodlijdende Reeën op, ook reekalfjes die zogezegd door hun ouders ‘verstoten’ werden. Het is perfect mogelijk om dergelijke dieren met succes groot te brengen en ze met grote overlevingskansen terug aan de natuur toe te vertrouwen. Het is echter geen sinecure om ervoor te zorgen dat de vrijgelaten dieren opnieuw opgenomen worden in de roedel.
Hulpbehoevende reptielen en amfibieën vormen een beperkte groep in de opvangcentra. De zogenaamde inheemse ‘herpetofauna’ beperkt zich in Vlaanderen immers tot enkele soorten. De Bruine Kikker (92 ind.), de Alpenwatersalamander (16 ind.) en de Gewone Pad (16 ind.) waren in 2010 de belangrijkste slachtoffers.
50 Noodlijdend in 2010
Zeldzame gasten Sporadisch krijgen de VOC’s enkele opmerkelijke, zeldzame of minder vaak voorkomende gasten over de vloer. Zo ving het VOC in Merelbeke een Kraanvogel op die slachtoffer werd van het verkeer. Zowel in het opvangcentrum
van Zele als in het Natuurhulpcentrum te Opglabbeek kwam een Draaihals (een schaarse spechtensoort) binnen. Verder hadden maar liefst vijf verschillende opvangcentra samen tien Roerdompen te gast. Het Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum te Heusden-Zolder moest zich ontfermen over een Zwarte Wouw met een vleugelbreuk. In VOC Brasschaat passeerden 18 Zwartkopmeeuwen de revue met als oorzaak breuken (8 ind.), botulisme (6 ind.) en uitputting (4 ind.). Dit relatief grote aantal is te verklaren door een kolonie die zich in het drukke Antwerpse havengebied bevindt.
zien enkel voor rond de Kaspische en Zwarte Zee. Ook een aantal zeldzame zoogdieren werd voor verzorging in de opvangcentra opgenomen: zes Tweekleurige Vleermuizen, één Eikelmuis, drie Bevers en tien Dassen. Alle Dassen werden in het Natuurhulpcentrum te Opglabbeek verzorgd; zes individuen konden terug naar de natuur. Dassen die in het VOC binnengebracht worden, zijn vooral verkeersslachtoffers of individuen die verstrikt raakten in illegale stroppen of klemmen.
Overleven na het VOC Verweesde nestjongen vormen traditioneel het leeuwendeel van alle wilde dieren die in de opvangcentra terechtkomen. In
foto: Dries Damiaens / NHC
Een andere ongewone meeuw die in het Natuurhulpcentrum te Opglabbeek werd binnengebracht, was de Pontische Meeuw. Deze soort komt normaal ge-
Jong Konijn
51 Noodlijdend in 2010
foto: Dries Damiaens / NHC
2011’ verkozen Bosuil. Van deze soort werden 258 individuen opgevangen. Dit zijn er 87 meer dan het jaar voordien. Van het totaal aantal verzorgde Bosuilen betrof het aandeel jonge vogels maar liefst 37%. Jonge Bosuilen zijn donzige nestblijvers die het nest verlaten als ze een dertigtal dagen oud zijn. Wanneer ze het nest verlaten, kunnen ze nog niet meteen vliegen. Dit zijn dan de zogenaamde ‘takkelingen’. Het gebeurt vaak dat wandelaars de schijnbaar hulpeloze jongen aantreffen onderaan een boom en ze met goede bedoelingen meenemen naar een VOC. De meeste van deze jongen kunnen met succes terug in de natuur vrijgelaten worden. Voor de vogel zelf is dit uiteraard pas het begin van het verhaal.
Boomvalk
2010 vingen de VOC’s 10.097 jonge dieren (zowel vogels als zoogdieren) op. In 2009 waren er dat 8.327. De opvang van nestjongen is een karwei dat veel inspanning, geduld, maar ook heel wat specifieke kennis vereist. Jonge dieren worden er immers met de hand grootgebracht. De voorjaars- en zomerperiode zijn voor de opvangcentra traditioneel de drukste van het jaar. Vele extra handen zijn dan nodig om van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat de hongerige maagjes te vullen. Een opmerkelijke stijger bij de nestjongen is bijvoorbeeld onze tot ‘Vogel van het jaar
52 Noodlijdend in 2010
Zoals hoger gesteld, kost het met de hand grootbrengen van nestjongen heel wat tijd en energie. Ze worden in het begin tot tweemaal daags gevoerd met eendagskuikens en/of stukjes muis. Na enige tijd worden de juveniele uilen overgeplaatst naar een grotere kooi waar ze zich kunnen aanpassen aan andere klimatologische omstandigheden en waar ze hun vleugelspieren kunnen oefenen. Daarnaast worden ze getraind om levende prooien te herkennen en te vangen zodat ze hun plan kunnen trekken na hun introductie in de natuur. Critici stellen zich vragen bij de overlevingskansen van deze ‘wezen’ nadat ze in de natuur werden vrijgelaten. Engelse onderzoekers (Griffiths et al., 2010) konden echter vaststellen dat met de hand grootgebrachte bosuiljongen het doorgaans niet slecht doen. In twee verschillende
foto: Dries Damiaens / NHC
Knobbelzwaan
opvangcentra bracht men 57 jonge uilen groot volgens de hierboven vermelde procedure. Nadien werden ze vrijgelaten volgens een zogenaamde ‘hard-release’. Dit houdt in dat de uilen in een geschikt gebied worden vrijgelaten zonder de aanwezigheid van een schuiloord (eventueel met voedsel) waar ze voor een bepaalde tijd naar kunnen terugkeren. In het omgekeerde geval (waar dergelijke maatregelen wel worden voorzien) spreken we van een ‘soft-release’. Uit het onderzoek blijkt dat met de hand grootgebrachte uilen de eerste weken na hun vrijlating (zonder ondersteuning) ongeveer een even grote overlevingskans hebben als wilde jonge Bosuilen. Hoewel
een vrijlating mét ondersteuning iets hogere overlevingskansen biedt, kan men dit verschil niet significant noemen. Uit talrijke terugmeldingen van ringgegevens van in opvangcentra grootgebrachte Bosuilen (en andere soorten) weten we ook dat de dieren een reële kans hebben om te overleven. Bosuiljongen grootbrengen met de hand en terug vrijlaten, is dus zeker verdedigbaar. De uilen slagen er na hun vrijlating in hun jachtinstinct te behouden en passen zich schijnbaar goed aan. Ze ondernemen alsmaar langere vluchten wat erop wijst dat ze de omgeving waar ze zijn vrijgelaten stapsgewijs verkennen. Ze mijden ook uitkijkposten waar regel-
53 Noodlijdend in 2010
foto: Jan Rodts
Buizerd
matig mensen voorbijkomen. Dit geeft aan dat ze niet gehecht zijn geraakt aan hun verzorgers.
Overleven als VOC Zowel de opvangcentra als Vogelbescherming Vlaanderen werken nauw samen met het Agentschap voor Natuur en Bos dat instaat voor een belangrijk deel van de handhaving van de natuur- en milieuwetgeving. Er wordt ook samengewerkt met of in opdracht van lokale politiediensten, douane en de Federale Overheidsdienst Dierenwelzijn/
54 Noodlijdend in 2010
CITES. Vogels en andere wilde dieren uit het illegale circuit worden gerechtelijk in beslag genomen en vinden daarna een tijdelijk onderkomen in een opvangcentrum. Zodra de vogels door het gerecht worden vrijgegeven, kunnen ze, indien mogelijk, terug de natuur in. Het aantal dieren afkomstig uit gerechtelijke inbeslagnames liep het afgelopen jaar op tot 3.549 (tegenover 2.743 in 2009), bijna uitsluitend vogels. Net als het aantal binnengebrachte nestjongen, stijgt het cijfer ‘justitiedieren’ elk jaar. De ‘justitievogels’ uit alle opvangcentra komen samen overeen met ongeveer 16% (13,80% in
2009) van alle opgevangen vogels. Een niet onbelangrijk deel waarmee de VOC’s een belangrijke overheidstaak vervullen.
Parlementaire vraag
foto: Dries Damiaens / NHC
Jammer genoeg is deze boodschap bij de overheid nog steeds niet doorgedrongen. Het is het tweede jaar op rij dat de overheidssubsidies, waarmee een
Jonge Egels
belangrijk deel van de werkingskosten opgevangen worden, maanden te laat worden uitbetaald. Vorig jaar stuurde Vogelbescherming Vlaanderen een brief naar het kabinet van minister Schauvliege met de vraag om de subsidies op tijd uit te betalen. Uiteindelijk gebeurde dat vijf maanden te laat. Dit jaar moesten de opvangcentra opnieuw vier maanden op hun subsidies wachten. Bovendien schroefde de minister het subsidiebedrag
foto: Werner Goussey
gevoelig terug. Dit zonder enige aankondiging, verwittiging of overleg met de sector. In overleg met Vogelbescherming Vlaanderen stelde Vlaams parlementslid Dirk Peeters (Groen!) een vraag naar onder andere de reden van de laattijdige uitbetaling en naar de toekomst van de subsidies. Het antwoord op de eerste vraag luidde dat het aangevraagde subsidiebedrag hoger lag dan eerst werd ingeschat. Dit kwam door het feit dat enkele VOC’s in aanmerking kwamen voor een hogere betoelaging waardoor men op de valreep nog moest beginnen zoeken naar extra middelen. Dit is blijkbaar niet gelukt. Daarom werd er te weinig én te laat uitbetaald. Het door de VOC’s aangevraagde subsidiebedrag voor 2012 zal nog hoger liggen, terwijl opnieuw minder middelen in de begroting ingeschreven werden. Hoe de opvangcentra deze kloof zullen overbruggen is een groot vraagteken. Vogelbescherming Vlaanderen betreurt dat dergelijke besparende maatregelen zonder overleg genomen worden en hoopt dat de minister in de toekomst in samenspraak met de sector structurele oplossingen zal zoeken en extra middelen zal vrijmaken. De overheid moet immers inzien dat, indien de VOC’s collectief de deuren zouden sluiten, het grote publiek nergens meer terecht kan met noodlijdende, wilde dieren. De opvangcentra bezitten immers als enige de knowhow om beschermde, wilde dieren op te vangen en te verzorgen. Slechtvalk
56 Noodlijdend in 2010
foto: Dries Damiaens / NHC
Jonge Koolmees
Literatuur • Csermely, D. (2000) Behaviour of hand-reared orphaned long-eared owls and tawny owls after release in the wild. Italian Journal of Zoology, 67(1), 57-62. • Griffiths, R., Campbell, M., & Clubb, R. (2010) Survivorship of rehabilitated juvenile Tawny Owls (Strix aluco) released without support food, a radio tracking study. Avian Biology Research, 3(1), 1-6. • Harrison, C. (1977) Elseviers Broedvogelgids. Nesten, eieren en jongen van alle in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten broedende vogels. Elsevier, Amsterdam/Brussel. • Leighton, K., Chilvers, D., Charles, A., & Kelly, A. (2008) Post-release survival of hand-reared tawny owls (Strix aluco) based on radio-tracking and leg-band return data. Animal Welfare, 17(3), 207-214.
57 Noodlijdend in 2010
Vriend van de Vos Vossensticker om campagne kracht bij te zetten
Vogelbescherming Vlaanderen voert al zo’n half jaar intensief campagne voor een betere bescherming van de Vos in Vlaanderen. Onder de slogan ‘S.O.S. Vos’ informeren wij zowel de overheid als het grote publiek op een wetenschappelijk onderbouwde manier over de rol van de Vos in de natuur. Om onze campagne kracht bij te zetten, schenken wij jou als lid een gratis zelfklever ‘Vriend van de Vos’. Ben jij overtuigd van het nut van dit prachtige zoogdier en noem jij jezelf een vriend van de Vos? Kleef deze sticker dan op een goed zichtbare plaats en laat iedereen zien dat jij kan en wil samenleven met de Vos.
De Vos heeft altijd al onder vuur gelegen en dat zal in de toekomst niet anders zijn. Steeds zal een beperkte groep mensen alles uit de kast proberen te halen om aan te tonen dat de vossenpopulatie
door de mens in toom moet gehouden worden. Wij zijn ervan overtuigd – en dit staat wetenschappelijk vast – dat de Vos als natuurlijke predator een belangrijke rol vervult in onze natuur. Vossen hebben vooral een kwalitatieve en nagenoeg geen kwantitatieve invloed op hun prooidierpopulaties. Ze zullen proberen zo gemakkelijk mogelijk aan hun prooi te komen. Jonge, zwakke, oude en zieke dieren zullen het eerst worden gepakt. Predatie richt zich dus op de top en de basis van een bevolkingspiramide. De middenklasse is hen te snel af. Hierdoor waken Vossen als het ware over de gezondheid van hun prooidieren en vormen ze één van de pijlers onder de natuurlijke selectie. Wens je extra exemplaren van deze UV-bestendige sticker te ontvangen voor jouw familie, vrienden en kennissen?
58 Vriend van de Vos
foto: Jan Rodts
Schrijf dan minstens 1,50 euro over op rekeningnummer 0 01- 5 0 0 5 0 0 5 -75 van Vogelbescherming Vlaanderen voor de verzend- en verpakkingskosten. Als mededeling vermeld je ‘Vossensticker’ en wij bezorgen jou er enkele via de post. Met het kleven van deze sticker op jouw auto, brooddoos, fiets- of boekentas, laptop, enz. kan je een prijs winnen! Bezorg ons een digitale foto van jouw sticker nadat je hem ergens opgekleefd hebt, mail hem naar
[email protected] (in hoge resolutie) en wij maken in een volgende editie bekend wie een set van vier decoratieve vossenmokken gewonnen heeft.
59 Vriend van de Vos
Zwaan in nesten Lokeenden brengen Knobbelzwaan in problemen
Jan Rodts Algemeen directeur Dat jagers allerlei twijfelachtige en niet-weidelijke hulpmiddelen gebruiken om hun ‘prooi’ gemakkelijker voor de loop te krijgen, is alom geweten. Denk maar aan de zogenaamde duivencarrousel die tot voor enkele jaren massaal werd ingezet om Houtduiven naar een bepaalde plek te lokken om ze vervolgens vanuit schuilhutten naar de eeuwige jachtvelden te schieten. Gelukkig heeft het Benelux-Gerechtshof het gebruik van die toestellen verboden via zijn arrest van 25 juni 2008. Ook het Hof van Beroep van Antwerpen sprak zich via een arrest van 30 september 2009 tegen het gebruik van die tuigen uit. Wat niet verboden is bij de beoefening van de jacht, is het gebruik van kunststoffen en niet-levende lokvogels.
Ben je ooit al eens gaan wandelen in Noord-Frankrijk? Cap Gris-Nez en Cap Blanc-Nez in de regio Nord-Pas-de-
60 Zwaan in nesten
Calais bijvoorbeeld? Als je daar de kust verlaat en het binnenland intrekt, kan je je ogen niet geloven. Je treft er de ene
Dat die lokeenden op zich ook problemen kunnen veroorzaken bij in het wild levende dieren, bewijst het opmerkelijke verhaal van de redding van een vrouwtje Knobbelzwaan in Nederland. Het speelde zich
Knobbelzwaan
af op 7 februari 2011 in de Gelderwoudse Vaart, vlakbij het Zoetermeer. De zwaan was verstrikt geraakt tussen drie lokeen-
foto: Jan Rodts
Knobbelzwaan in de penarie
foto: vogeldagboek.nl
schiettent na de andere aan. In feite gaat het om betonnen bunkers die deels zijn ingegraven en die zich aan een kunstmatige vijver of andere waterpartij bevinden. Van daaruit schieten jagers op een laffe manier allerlei soorten eenden die tijdens de trek met behulp van lokeenden naar deze moordkuilen gelokt worden. Het gaat om kunststoffen vogels – vaak uit plastiek – die op ijzeren pinnen worden bevestigd of die gewoon op het wateroppervlak dobberen, vastgemaakt aan een touwtje en een pin die vastzit in de bodem van de plas. Als natuurliefhebber sta je machteloos …
61 Zwaan in nesten
foto: Jan Rodts
vliegpoging mislukte. Op de koop toe bleek een van de plastic eenden lek te zijn waardoor het gewicht dat ze met zich meezeulde steeds zwaarder werd.
Plastic lokeenden
foto: vogeldagboek.nl
den die met touwen aan elkaar waren geknoopt. Ze kon wel nog zwemmen, foerageren en zichzelf poetsen maar elke
Knobbelzwaan met lokeenden
62 Zwaan in nesten
Uiteindelijk kwam de dierenambulance van Rotterdam te hulp. Met behulp van een roeibootje en met de medewerking van de maker van deze foto’s, Adri de Groot – die trouwens in dit verhaal de kat de bel aanbond – kon de Knobbelzwaan en haar gevolg op het droge getrokken worden. De touwen waarmee de lokvogels aan elkaar bevestigd waren, zaten verstrikt rond nek en vleugels maar konden relatief gemakkelijk verwijderd worden. Dankzij de alertheid van een ware natuurliefhebber bleef deze zwaan gespaard van wellicht een langzame dood door verstikking. Zie je wel dat jagen voor niets goed is …
foto: vogeldagboek.nl
Johan van de Rotterdamse dierenambulance heeft zojuist de plastic lokeenden verwijderd, de Knobbelzwaan onderworpen aan een grondig onderzoek en na overleg met zijn collega beslist dat ze weer de natuur in kan. Kunststoffen lokvogels kan je natuurlijk overal vinden waar gejaagd wordt. Vogelbescherming Vlaanderen eist echter de strikte toepassing van artikel 19 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, nl. dat eender welk tuig dat geschikt is om jaagbaar wild te vangen, te doden of om het vangen of doden van dat wild te vergemakkelijken, te allen tijde en om het even waar verboden wordt bij de jacht en de bestrijding van dieren in Vlaanderen.
In de beklaagdenbank De juridische werking van Vogelbescherming Vlaanderen
Jan Rodts Algemeen directeur Volgens juristen en rechtsdeskundigen is Vogelbescherming Vlaanderen een van de weinige natuurverenigingen in het Vlaamse landsgedeelte die op de meest consequente wijze, naast de andere wegen, ook het juridische pad bewandelt om haar doel te bereiken. Onze organisatie stelt zich doorgaans burgerlijke partij bij misdrijven inzake vogelbescherming, jacht en natuurbehoud. Uit de tientallen vonnissen en arresten die in de databank ‘Milieurechtspraak’ opgenomen zijn, blijkt dat dit meestal met succes gebeurt.
Houtsnippen in de pot
beeld: VTM
In de juli-editie 2008 van ‘Mens & Vogel’ besteedde onze ambassadeur Geert Hoste in zijn column aandacht aan de klacht van Vogelbescherming Vlaanderen tegen een bekende chef-kok uit
64 In de beklaagdenbank
het West-Vlaamse Lissewege. In het VTM-programma ‘Telefacts’ van 21 mei 2008 was duidelijk te zien hoe in zijn restaurantkeuken drie dode Houtsnippen (Scolopax rusticola) uit een kartonnen doos werden gehaald en nadien boven een metalen emmertje werden gepluimd.
Houtsnip
foto: Yves Adams / Vilda
beeld: VTM
De Houtsnip in Vlaanderen is al sinds 1991 een beschermde vogelsoort en kan onder geen enkele voorwaarde bejaagd, gevangen, gedood, verhandeld of in bezit gehouden worden. Het pluimen van Houtsnippen, ze bereiden en opdienen is dus wettelijk verboden.
Houtsnippen komen immers niet zomaar uit de lucht vallen, zeker niet als ze met enkele samen in een kartonnen doos aan de voordeur liggen.
De chef-kok was nochtans op de hoogte van het beschermd statuut van deze vogelsoort, want op het ogenblik dat hij een van de Houtsnippen uit de doos haalde, zei hij: “Dit dit mag niet verkocht worden in Vlaanderen maar als dat hier aan de voordeur ligt dan kan je dat natuurlijk niet in de vuilbak gooien. Dus gaan we er vanavond een paar mensen extra blij mee maken”. Volgens Vogelbescherming Vlaanderen liet Danny H. zich bevoorraden door jagers uit de buurt. Vers geschoten
Zowel het Agentschap voor Natuur en Bos als de Lokale Politie van Brugge stelden in dit dossier proces-verbaal op wegens het plegen van inbreuken op de regelgeving inzake jacht, vogelbescherming en natuurbehoud. Onze vereniging diende klacht in bij het Parket van Brugge en stelde zich burgerlijke partij. De zaak werd pas in april 2011 afgesloten en een afschrift van het strafdossier werd ons toegezonden. Uit de processenverbaal blijkt nu dat de chef-kok met zijn
66 In de beklaagdenbank
Minnelijke schikking
‘optreden’ in Telefacts doelbewust een discussie op gang wilde brengen over waarom het jagen en verhandelen van Houtsnippen in zowel Wallonië als de ons omringende landen wel toegelaten is en niet in het Vlaamse Gewest.
beeld: VTM
Ondanks de duidelijke overtreding koos de Brugse Procureur des Konings ervoor om de strafvordering te doen vervallen door aan de verdachte voor te stellen een geldsom van 100 euro te betalen. Deze afhandelingswijze wordt aangeduid
met de term ‘minnelijke schikking’ en kan alleen voorgesteld worden voor de afhandeling van misdrijven waarop een geldboete en/of een gevangenisstraf staat van ten hoogste vijf jaar; dit zijn alleen de wanbedrijven en overtredingen. Financieel gezien komt de welgestelde en bekende chef-kok er buitengewoon goedkoop van af. De discussie die hij op gang wilde brengen, is nooit op gang gekomen en de Houtsnip is dus nog altijd een beschermde vogel in Vlaanderen.
67 In de beklaagdenbank
Buitengewoon Warbirds
Bart Goemaere Vogel zijn is een hard leven. Langs alle kanten ligt het gevaar op de loer: roofdieren, schurft, teken, vogelringers, slecht weer, de kat van de buren, voedselschaarste, vensterramen, vogelgriep, dolle jagers etc. Soms lijkt het wel of de hele wereld tegen ons pluimdragend volk is gekeerd. Af en toe zijn de rollen echter omgekeerd. Soms zijn zij het die de rammel uitdelen. En dat doen ze zoals steeds op hun eigengereide manier.
foto: Yves Adams / Vilda
Vogels zijn in de regel een vreedzame groep. Goed, je zal meteen argumenteren dat vogels die knaagdieren vangen, andere vogels binnenspelen, mekaar de pluimen uit het lijf rukken etc. niet meteen het label ‘vreedzaam’ verdienen. Eten en gegeten worden is echter een concept
Kleine Jager
68 Buitengewoon
dat onlosmakelijk deel uitmaakt van het leven zelf. Laten we dus een onderscheid maken tussen klappen uitdelen om te overleven en erop los rammen voor andere doeleinden. In de regel houdt niemand ervan om lastig gevallen te worden, niet?
foto: Yves Adams / Vilda
Tureluur
De meeste vogelsoorten reageren echter vrij passief op verstoring en maken in het ergste geval een hoop kabaal. Zeker, en bijna uitsluitend, in het broedseizoen. Kom je in de buurt van een merelnest dan gaan de oudervogels gegarandeerd een hoop lawaai maken. De meeste kleine zangvogels gaan er gewoon vandoor en zullen de gebeurtenissen van op een afstand gadeslaan. Weidevogels als Tureluurs en Scholeksters gaan luid krijsend boven je hoofd cirkelen en Kieviten hangen de mindervalide uit om je weg van hun nest te lokken. Sommige gaan echter in de tegenaanval: de ‘Warbirds’.
Geen pot tenkijkers Jaren terug wou ik met een vriend naar IJsland. Ons plan was simpel: van Oostende het kanaal over, van Londen naar Aberdeen, van Aberdeen naar Torshavn op de Faroër en tenslotte van die archipel naar Seydisfjördur op IJsland. Op de noordelijkste eilanden maakten we kennis met de inhoud van pagina’s 164 tot 167 van Svensson & Grants vogelgids: Grote, Middelste en Kleine Jagers. De eerste keer weet je echt niet wat je overkomt. “Die bruine vogels daar, wat zijn
69 Buitengewoon
foto: Yves Adams / Vilda
Noordse Stern
dat?”, vroeg mijn maat Michel me. “Grote Jagers jong, roofzuchtige meeuwen die niets liever doen dan andermans voedsel confisceren!”, antwoordde ik. Zolang je op een veilige afstand blijft, is er niets aan de hand, leerden we. Maar o wee als vriend ‘Bonxie’ – zoals hij ginds wordt genoemd – de lucht in gaat om een tel later een duikaanval op je hoofd in te zetten. ‘Renneuh!!!’ – Grote Jagers zijn bijzonder op hun privacy gesteld, leerden we ook. Ze dulden geen pottenkijkers. Onmogelijk op de been te blijven als zo’n forse meeuw op je neerduikt. Kleine Jagers zijn als het ware nog angstaanjagender. Ze zijn alert, snel, slim en wendbaar en hebben de gewoonte om in duikbommenwerperstijl luid krijsend langs achter op je neer te duiken. Je vergeet slechts één maal je hoed op te zetten. Een vogel die tegen 60 km per uur
70 Buitengewoon
in je schedel pikt, doet je meteen vergeten dat je lid bent van Vogelbescherming Vlaanderen. “Pas op, daar is weer zo’n smeerlap!”, werd de Shetlandse variant van “Oh kijk daar, wat een mooie vogel!” Bovendien werken die ‘smeerlappen’ samen. Net op het moment dat je gebukt denkt aan de aanval ontsnapt te zijn, maakt een tweede jager het werk van zijn voorganger af.
In de kont gebeten Nooit vergeet ik het moment dat ik wit van woede mijn rugzak liet vallen, er een volle fles cola uit griste en de bommenwerper op een enorme cola-explosie trakteerde. Wraak is zoet, heel letterlijk. Vaak zagen we deze vogels Papegaaiduikers achtervolgen om deze te dwingen – lees: erop inhakken – hun vangst te laten vallen. Niet
zelden stortten hun slachtoffers zwaar gehavend in zee. Zelden zo’n rauw vogelgedrag geobserveerd. Noordse Sternen laten zich evenmin onbetuigd. Ook zij hebben de gewoonte om indringers in guerrillastijl te lijf te gaan. De bezoekers van het sternenschiereiland in Zeebrugge kunnen erover meespreken. Andere zoogdieren kunnen eveneens delen in de rammel. Het is niet ongewoon om Eksters katten te zien verjagen als deze zich op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bevinden. Zelfs honden moeten het soms bekopen.
Niet alleen tegenover mensen weten sommige vogels zich te weren. Iedereen heeft wel eens Kraaien en Eksters een Buizerd of Sperwer zien lastig vallen en verjagen. Dagelijkse kost. Ook zwaluwen en piepers deinzen er niet voor terug om met hels kabaal, als toornige horzels, rond een Sperwer te zwermen, net zo lang tot deze laatste er vandoor gaat. When nature strikes back …
foto: Yves Adams / Vilda
Ook Sneeuwuilen zijn bijzonder snel in hun kont gebeten. Poolvossen die zich in de buurt van hun nest wagen, kunnen
gegarandeerd rekenen op een warm onthaal. Acht messcherpe klauwen in je rug is niet meteen stimulerend voor je appetijt. Zelfs onschuldige rendieren wagen zich niet in de buurt van deze immer waakzame vogels.
Sneeuwuil
71 Buitengewoon
Column Geert Hoste En ze leefden nog lang
Het was een uitstekend broedseizoen. Daar is iedereen het over eens. In de bijzonder zonnige en milde lente van 2011 hebben de vogels in Vlaanderen voor heel wat nageslacht gezorgd. De Ooievaar heeft een tandje moeten bijsteken om al die kleine kuikentjes uit te delen. Die kuikentjes zijn inmiddels allang uit het nest. Ze zijn gaan vliegen. In veel gevallen zijn moeder en vader al bezig aan een volgend rondje nageslacht. Zo gaat dat in de natuur. Geen hotel mama waar de kinderen blijven wonen en de was brengen. Niets daarvan: als je groot genoeg bent om voor je eigen voedsel te zorgen en je kunt fluiten en vliegen, dan is het tijd om op je eigen pootjes te staan.
foto: Jan Rodts
Gelukkig zijn er in Vlaanderen heel veel mensen die een beetje suikeroom en -tante spelen. Die vetbolletjes, zaadfles-
Jonge Pimpelmees
jes, waterbadjes en nestkastjes in de tuin voorzien. Die hun hof hier en daar wat laten verwilderen. Die zieke of gekwetste
dieren binnenbrengen in de Vlaamse Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren. Die helpen om de vogels en de andere in het wild levende dieren te beschermen. Als ambassadeur van Vogelbescherming Vlaanderen wil ik jullie hiervoor hartelijk danken, echt waar. De voorbije jaren heeft levende legende Jan Decleir in televisiespotjes en brochures opgeroepen om eens ‘met de notaris te praten’ over wat je kan doen voor het goede doel als je er zelf niet meer bent. Zo hebben vele van onze leden bij hun overlijden een legaat voorzien voor Vogelbescherming Vlaanderen. Dat helpt. Op die manier kunnen wij ons werk verder zetten en de vogels in Vlaanderen verdedigen, helpen en indien nodig opvangen. Groot en klein blijven motiveren en informeren over die prachtige in het wild levende dieren rondom ons, in de lucht en … onder de grond. Nog vele broedseizoenen lang … Voor meer informatie over testamenten en (duo-)legaten kan je uiteraard terecht op onze website (in het menu ‘Help mee’) en natuurlijk ook bij uw notaris.
73 Column Geert Hoste
Uniek VOC-project Kwetsbare mensen zorgen voor kwetsbare dieren
Nicolas Brackx VOC-coördinator Na het artikel ‘Noodlijdend in 2010’ op pagina’s 48-57 van deze editie, dat jammer genoeg een beetje in mineur eindigt, kunnen wij toch ook wat positief nieuws brengen. De jongste telg van de Vlaamse Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren – het Antwerpse VOC Brasschaat – wordt groot. Zo groot zelfs dat het na vijf jaar hard labeur uit de voegen barst en aan een wezenlijke uitbreiding toe is. VOC Brasschaat slaat de handen in elkaar met vzw De Rotonde en bezegelt daarmee een unieke samenwerking.
foto: VOC Brasschaat
Samen met zijn echtgenote Simone startte Marcel Peeters begin 2006 met een nagelnieuw opvangcentrum op zijn privéadres aan de Floris Verbraekenlei in Brasschaat. Al snel bleek dat de nood aan opvang en verzorging van hulp-
74 Uniek VOC-project
behoevende wilde dieren in het Antwerpse zeer groot is. Ook in dit centrum stijgt het aantal opgevangen dieren jaar na jaar. De eindbalans van het afgelopen jaar geeft maar liefst 2.775 wilde dieren aan. Een hechte ploeg van een 25-tal vrijwilli-
foto: VOC Brasschaat
Vrijlating van Torenvalken
Samen sterk Hoewel de VOC-medewerkers de ambitie koesteren om hun werking op verschillende vlakken verder uit te bouwen, moeten ze vaststellen dat de huidige accommodatie dit helaas niet toelaat. Bij het uitkijken naar een nieuwe locatie ontmoette Marcel Peeters op een dag Eric Avonts, directeur van ‘De Rotonde’. Deze Vzw stelt zich als opdracht een eigentijds
aanbod te creëren voor volwassen personen met een mentale en meervoudige handicap die – op basis van hun individuele zorgvraag – recht hebben op een continue of ruime ondersteuning wat betreft de inhoudelijke invulling van hun dagbesteding.
foto: VOC Brasschaat
gers zorgt voor de invulling van alle taken: verzorging en ophalen van dieren, bouw van nieuwe dierenverblijven, administratief werk en de opleiding en coaching van vrijwilligers en stagiairs. Daarnaast maken ze ook tijd vrij voor educatie in de vorm van het driemaandelijkse tijdschrift ‘De Snaveltjeskrant’, schoolbezoeken en infomomenten.
Vosje wordt onderzocht
foto: VOC Brasschaat
Dankzij zijn ervaring als professioneel schrijnwerker kan de VOC-verantwoordelijke Marcel Peeters handig overweg met hout. Momenteel is hij volop bezig met het maken van prefabconstructies voor de uiteindelijke bouw van fonkelnieuwe opvangkooien. Die worden dan gemonteerd op de zorgboerderij ‘De Sterhoeve’.
Op de zorgboerderij ‘De Sterhoeve’ in Kapellen – een afdeling van De Rotonde – is men voortdurend op zoek naar nieuwe, zinvolle manieren om de dagbesteding van haar bezoekers vorm te geven. De bewoners en bezoekers van het dagcentrum draaien mee op alle afdelingen van de boerderij: de zuivel, de slagerij, de keuken, de bakkerij, de dierenverzorging, de moestuin en de groenzorg. Alle producten zijn voor eigen gebruik en worden daarnaast bedeeld aan de andere woningen van De Rotonde. Deze locatie laat VOC Brasschaat toe om nieuwe stappen te zetten in de uitbreiding van zijn kwaliteitsvolle werking. De Sterhoeve is landelijk en rustig gelegen in een groene omgeving. Dit komt de
76 Uniek VOC-project
revalidatie van wilde dieren uiteraard ten goede. Een ander belangrijk aspect van de werking waarop het VOC wil inzetten, is de verdere ontwikkeling van zijn educatieve aanbod. De Sterhoeve biedt namelijk heel wat ruimte om enerzijds scholen en groepen te ontvangen en anderzijds een uitgebreid educatief pakket aan te bieden.
Plannen voor het najaar Op vrijdag 26 november 2010 werd de samenwerking tussen het VOC en De Rotonde onder heel wat persbelangstelling officieel ingeleid door zowel de burgemeesters van Kapellen en Brasschaat (resp. Dirk Van Mechelen en Dirk de Kort)
foto: VOC Brasschaat
als Eric Avonts en Marcel Peeters, de initiatiefnemers van het unieke samenwerkingsproject. Op dit moment is reeds een drietal bezoekers van het dagcentrum actief betrokken bij de dagelijkse werking van het VOC. Onder begeleiding van ervaren VOC-vrijwilligers timmeren ze nestkasten in elkaar, maken ze hokken schoon, stellen ze voeding samen voor de dieren of plooien ze kranten om op de bodem van de dierenverblijven te leggen. Het is de bedoeling dat het opvangcentrum in het najaar van 2011 volledig naar de Sterhoeve verhuist.
Operatie van Egel
Er moet eerst een volledig nieuw kooiencomplex gebouwd worden. Marcel, een gewezen schrijnwerker, is samen met zijn vrijwilligers begonnen aan de prefabconstructie van een tiental nieuwe opvangkooien. Vogelbescherming Vlaanderen juicht zowel de uitbreiding als de unieke samenwerkingsovereenkomst met De Rotonde toe en financiert daarom de aankoop van het benodigde materiaal. Waarschijnlijk zal het VOC bij de start van het nieuwe jaar al op volle toeren draaien, terwijl wij nu al uitkijken naar de eerste opendeurdag.
Opvangcentra voor Vogels en wilde Dieren Enkel Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren die aangesloten zijn bij Vogelbescherming zijn bekwaam en uitgerust om een wild dier in nood met grote kans op redding op te nemen. De centra beschikken eveneens over de nodige officiële vergunningen om beschermde vogels en andere wilde dieren ter verzorging onder zich te houden. De centrumverantwoordelijke en de meewerkende dierenartsen belasten zich met de verzorging, de revalidatie en het opnieuw vrijlaten van noodlijdende wilde dieren en dit in de beste omstandigheden. Coördinatie:
Vlaamse opvangcentra: Schuttershof 14, 9100 Sint-Niklaas Tel. 03 296 26 80 fax 03 296 26 82
Waalse opvangcentra: Veeweydestraat 43-45, 1070 Brussel Tel. 02 521 28 50 fax 02 527 09 89
Provincie West-Vlaanderen
Provincie Vlaams-Brabant
1
VOC Oostende Provinciaal Domein Raversijde Nieuwpoortsesteenweg 642 8400 Oostende Tel. 059 80 67 66
6
2
Katrien Werbrouck Provinciaal Domein Bulskampveld 8 8730 Beernem Tel. 050 79 09 59
Provincie Ant werpen
Provincie Oost-Vlaanderen 3 Nick De Meulemeester
Liedermeersweg 14 9820 Merelbeke Tel. 09 230 46 46
4
Nancy Van Liefferinge Filip Berlengee Hoge Buizemont 211 9500 Geraardsbergen Gsm 0478 88 47 74 Gsm 0475 25 40 75
5
Eddy De Koning Kreek 52 9130 Kieldrecht Tel. 03 773 34 86 Gsm 0472 36 51 03
78 Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren
Marc Van de Voorde Boeksheide 51 1840 Malderen Tel. 052 33 64 10
7
Marcel Peeters Floris Verbraekenlei 32 2930 Brasschaat Gsm 0473 48 48 97
8
Mieke De Wit Boeyendaal 74 2270 Herenthout Tel. 014 51 40 41
Provincie Limburg 9
Rudi Oyen Strabroekweg 32 3550 Heusden-Zolder Tel. 011 43 70 89
10
Sil Janssen Industrieweg Zuid 2051 3660 Opglabbeek Tel. 089 85 49 06
Provincie Henegouwen 11
Grégory Gallety Rue Basse 31 7911 Frasnes-lez-Anvaing Gsm 0474 47 57 00
12
Daniel Marlier Rue du Bourrelier 21 7050 Masnuy-St-Jean Tel. 065 23 59 75 Gsm 0475 92 38 11
Oostende
7
5
1
Brasschaat
Kieldrecht
2
8
Beernem
10
Herenthout
3
9
6
Merelbeke
Heusden-Zolder
Malderen
4
Geraardsbergen
15
Anderlecht
11
Frasnes-lez-Anvaing
12
Opglabbeek
16
Bousval
13
Masnuy-St-Jean Fontaine-l’Evèque
20
18
Wansin
Theux
17 Héron
19 Büllingen
14
Virelles
21 Tournay-Neufchâteau
13
Patiny Rue Jules Despy 96 6140 Fontaine-l’Evèque Tel. 071 52 33 53
14
Virelles-Nature Rue du Lac 42 6461 Virelles Gsm 0476 94 22 25
Brussels Gewest 15
Dominique Hoste Veeweydestraat 43-45 1070 Brussel (Anderlecht) Tel. 02 521 28 50 Gsm 0496 26 13 77
Provincie Waals-Brabant 16
Bernard Daune Allée du Trainoy 12-14 1470 Bousval Tel. 010 61 75 29
Provincie Luik 17
Jany Crispeels Rue Maison Blanche 5 4217 Héron Gsm 0475 96 00 94
18
Baptiste Delcour Boverie 6A 4910 Theux Tel. 087 22 22 04 Gsm 0496 76 83 55
22
Arlon
19
Marleen Thomahsen Ländegasse 4 4760 Büllingen Tel. 080 64 25 66 Gsm 0497 26 86 24
20
Vool Rue E. Permanne 7 4280 Wansin Tel. 019 63 44 01 Gsm 0475 64 48 72
Provincie Luxemburg 21
Cécile Bolly Rue du Village 12 6840 Tournay-Neufchâteau Tel. 061 27 84 74
22
Alain Watriquant Rue Sonnetty 4 6700 Arlon Tel. 063 22 37 40 Gsm 0498 23 07 38
79 Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren
Leuk om te geven, nog leuker om te krijgen! Cadeaulidmaatschap aan iemand die je dierbaar is Op zoek naar een origineel en verantwoord cadeau waar de ontvanger een jaar lang van kan genieten? Dan is een lidmaatschap van Vogelbescherming Vlaanderen zeker een optie. De gelukkige geniet 10% korting op de producten in onze Winkel en vindt om de drie maanden het tijdschrift ‘Mens & Vogel’ in de brievenbus en dit maar liefst tot eind 2012! Samen met een mooi verpakte kaart waarmee je het geschenk kunt overhandigen, ontvang je zelf een waardebon van € 5,00. Deze waardebon is geldig in de Winkel van Vogelbescherming Vlaanderen voor aankopen via telefoon, post, fax of e-mail of op het secretariaat te Sint-Niklaas. Een cadeaulidmaatschap aan iemand die je dierbaar is kan je activeren door 15 euro over te schrijven op het rekeningnummer van Vogelbescherming Vlaanderen (IBAN: BE61001409877317 – BIC: GEBABEBB) en een mailtje te sturen naar
[email protected] met vermelding van jouw gegevens en de gegevens van de persoon voor wie het lidmaatschap bedoeld is. Plaats zowel bij de overschrijving als in jouw e-mail de mededeling ‘cadeaulidmaatschap’.
Cadeaubon Groene Winkel Vanaf nu kan je als geschenk voor iedere natuurvriend ook een cadeaubon in de Winkel van Vogelbescherming Vlaanderen aankopen. Er is een bon beschikbaar ter waarde van 5, 10 en 20 euro. Een cadeaubon kan aangekocht worden via de webwinkel www.vogelbescherming.be/winkel, op het secretariaat te Sint-Niklaas of via telefoon, post, fax of e-mail.
Op zoek naar een ander geschenk? Bezoek onze webwinkel: www.vogelbescherming.be/winkel.
Met al jouw aankopen steun je de werking van Vogelbescherming Vlaanderen.