Kinder.praat Periodiek met kort nieuws over kinderopvang voor het lokaal bestuur Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten 10 oktober 2008, Nr. 4 Hebt u suggesties of nieuws: mailto:
[email protected] U neemt een abonnement door een mail te sturen met uw gegevens naar
[email protected] 1 Vlaamse Regering bereikt een akkoord over besteding van 72,8 miljoen extra in de kinderopvang in 2009 2 Minister Vanackere wijzigt regels voor initiatieven voor buitenschoolse opvang 3 Afscheid van de erkenning op niveau IBO-vestigingsplaats 4 Besluit over wijziging personeelsnorm in Diensten voor Onthaalouders nog niet ondertekend 5 Minister Vanackere geeft meer juridische zekerheid aan de zorgverleners tewerkgesteld bij een welzijnsvoorziening 6 Versnelde indexering kostenvergoeding onthaalouders 7 Vergoeding voor flexibele opvang door onthaalouders een feit 8 Meer buitenschoolse kinderopvang tijdens de voorbije grote vakantie (en ook tijdens herfst- en kerstvakantie) 9 Centra voor Kinderopvang kunnen nog een jaar langer proefdraaien 10 Brandveiligheid op gelijke wijze gegarandeerd voor alle kinderen in kinderopvang 11 Doe-dagen regionale ondersteuningspunten kinderopvang 2008 12 Regionale Ondersteuningspunten Kinderopvang 2009 13 Week van het IBO 14 Kort nieuws 15 Inspiratiedag “Kinderopvang in de praktijk” 16 Regionale ondersteuningspunten kinderopvang 2009
1 Vlaamse Regering bereikt een akkoord over besteding van 72,8 miljoen extra in de kinderopvang in 2009 Tijdens de recente begrotingsbesprekingen voor 2009 besliste de Vlaamse Regering om ook volgend jaar extra middelen uit te trekken voor kinderopvang. Uitbreiding kinderopvangaanbod Ten eerste zijn er middelen voor uitbreiding van het kinderopvangaanbod. Minister Vanackere zet - bovenop de huidige middelen voor uitbreiding van het kinderopvangaanbod in kinderdagverblijven en diensten - opnieuw 15 miljoen euro in voor de uitbreiding van het aantal opvangplaatsen. Met het oog op een zo laagdrempelig mogelijke ondersteuning voor kwetsbare gezinnen, zal 5 miljoen euro besteed worden aan de uitbreiding van de occasionele kinderopvang. Of die plaatsen voor occasionele opvang gerealiseerd zullen worden in bestaande kinderdagverblijven en IBO‟s of in lokale diensten voor buurtgerichte kinderopvang is nog de vraag. Ook voor kinderen met specifieke zorgbehoeften omwille van een handicap moeten er voldoende opvangplaatsen beschikbaar zijn. Als stimulans voor initiatiefnemers om ook voor deze kinderen de zorg op te nemen, voorziet minister Vanackere in bijkomende financiering ten belope van 800.000 euro. Voor uitbreiding en omkadering van de buitenschoolse kinderopvang wordt 1,7 mio euro aangewend. Het betreft hier de middelen die Vlaanderen inzet in het kader van het Generatiepact - zie bericht in Kinderpraat nr. 3 van 13 juni 2008 over de middelen uit Generatiepact voor buitenschoolse kinderopvang. Voor uitbreiding in de gesubsidieerde kinderdagopvanginitiatieven voorziet minister Vanackere 5,5 miljoen euro. Een bedrag van 2 miljoen euro wordt voorbestemd voor de uitbreiding met nieuwe onthaalouders. Werksituatie onthaalouders Met ruim 30 700 opvangplaatsen zijn de 7 300 onthaalouders in Vlaanderen veruit de grootste aanbieder van kinderopvang. De versterking van de werksituatie van de onthaalouders is noodzakelijk om dit opvangaanbod te behouden en om dit beroep aantrekkelijk te houden. Minister Vanackere wil hier dan ook een belangrijke financiële inspanning leveren ten bedrage van 10 miljoen euro. Of deze tien miljoen zal ingezet worden om specifieke vergoedingen te installeren (bijvoorbeeld een vormingsvergoeding voor onthaalouders) ofwel voor een algemene verhoging van de onkostenvergoeding ligt nog ter discussie. Proeftuinen dienstencheque kinderopvang
Conform het uitgangspunt van het actieplan flexibele en occasionele kinderopvang hebben de proeftuinen als doel om binnen het instrument dienstencheques én aanvullend op het bestaande aanbod collectieve kinderopvang een nieuw aanbod kinderopvang uit te werken. Met een globaal budget van 5,3 mio euro zullen vier steden en gemeenten onderzoeken of en hoe de dienstencheque zinvol kan ingezet worden in de kinderopvang. De steden Kortrijk en Mechelen zullen elk 1,9 mio euro ontvangen, voor Tienen en Ronse is een bedrag van 750.000 euro voorzien. De komende dagen en weken zullen de besprekingen met deze lokale besturen starten. Alle voorbereidingen en de ontwikkeling van een plan van aanpak moeten resulteren in convenanten tussen deze proeftuingemeenten en de Vlaamse Regering. Bedoeling is dat de proeftuinen effectief opstarten vanaf 1 januari 2009. De proeftijd loopt tot 31 december 2009. Inkomensgerelateerde financiële bijdrage in de zelfstandige kinderopvang Vandaag betalen ouders in een gelijkaardige leefsituatie verschillende prijzen voor de voorschoolse opvang van hun kind al naargelang de initiatiefnemer die de opvangplaats aanbiedt. Om een betere stroomlijning in deze financiële bijdrage van de ouders te bekomen, zonder het vrij initiatief te beknotten, gaf de Vlaamse Regering op 3 oktober groen licht voor de principes van een inkomensgerelateerde bijdrage in de zelfstandige kinderopvangsector. Met de inzet van 42,5 miljoen euro wil minister Vanackere voor meer ouders een betaalbare kinderopvang garanderen. Kind en Gezin zal in het najaar de nodige administratieve procedures ontwikkelen, zodat ook dit systeem zo snel mogelijk kan geïmplementeerd worden. Nog voor het einde van het jaar zou een oproep gericht aan de zelfstandigen moeten opgemaakt zijn. De Vlaamse Regering heeft ook beslist de financiële ondersteuning van zelfstandige kinderopvang en knelpunten rond fiscaliteit aanhangig te maken bij het Overlegcomité Federale Regering, gemeenschaps- en gewestregeringen. De Vlaamse Regering stimuleert zelfstandig ondernemen in de kinderopvang door financiële tegemoetkomingen. Deze lijken hun effect te missen omdat de vergoedingen belast worden. Bovendien heerst er onduidelijkheid over het specifieke statuut van de vergoedingen. VVSG heeft er op aangedrongen dat ook de financiële tegemoetkomingen die lokale besturen vandaag aan zelfstandige ondernemingen geven fiscaal zouden vrijgesteld worden. 2
Minister Vanackere wijzigt regels voor initiatieven voor buitenschoolse opvang
De Vlaamse ministerraad keurde op 18 juli op initiatief van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Steven Vanackere het besluit goed dat enkele voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang versoepelt. Met deze nieuwe maatregelen wil minister Vanackere aan bestaande voorzieningen meer ruimte en flexibiliteit geven om met de beschikbare middelen een kwalitatieve goedgeorganiseerde opvang voor meer kinderen te creëren. Vestigingsplaatsen met maximum 21 plaatsen krijgen tijdens het schooljaar en de vakantie de mogelijkheid om permanent 30% meer kinderen dan de erkende capaciteit op te vangen. Voor vestigingsplaatsen met meer dan 21 plaatsen wordt de mogelijkheid tot 30% meer opvang uitgebreid naar zowel één uur voor de opvang van de school als één uur na het einde van de school. Zo komt de minister tegemoet aan de druk op de sector om op de piekmomenten, tijdens het schooljaar en de vakantie, binnen het reglementair kader meer kinderen te kunnen opvangen met dezelfde infrastructuur- en personeelsnormen. De regel vervalt dat een locatie exclusief beschikbaar moet zijn voor kinderopvang. Locaties die op andere tijdstippen voor andere activiteiten worden gebruikt, mogen nu tijdens de opvanguren ook voor kinderopvang gebruikt worden. Vestigingsplaatsen kunnen een uitzondering krijgen op de regel dat elke voorziening van buitenschoolse kinderopvang moet beschikken over een buitenspeelruimte, vlakbij de voorziening en voor de kinderen gemakkelijk bereikbaar. In stedelijke omgevingen is een dergelijke ruimte immers niet altijd evident beschikbaar. Het op 18 juli 2008 goedgekeurde besluit wijzigt het Besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang. Ook het Besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende de algemene voorwaarden inzake het organiseren van buitenschoolse opvang wordt opgeheven. De nog van kracht zijnde resterende artikels (het kwaliteitscharter) zijn integraal opgenomen in het BVR van 23 februari 2001. Alle wijzigingen op een rijtje vind je op de website van VVSG (www.vvsg.be, naar Welzijnsvoorzieningen en Nieuws). 3
Afscheid van de erkenning op niveau IBO-vestigingsplaats
Vanaf 1 juli 2008 zijn de erkenningsbeslissingen voor initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO‟s) per initiatief geformuleerd en niet meer per vestigingsplaats. De nieuwe erkenningsbeslissing bevat: (1) het aantal erkende plaatsen, uitgedrukt in het equivalent aan volle plaatsen, voor het gehele initiatief; (2) het aantal gesubsidieerde plaatsen, uitgedrukt in het equivalent aan volle plaatsen, voor het gehele initiatief; (3) een opsomming van de vestigingsplaatsen en het maximaal aantal toegelaten plaatsen per vestigingsplaats en (4) de openingsmomenten van het IBO. Een IBO kan nu flexibel inspelen op veranderingen in opvangnoden in een vestigingsplaats of naargelang het opvangmoment en hoeft hiervoor geen wijziging van de erkenning aan te vragen. Een IBO moet wel nog een
wijziging van de erkenning aanvragen in volgende gevallen: (1) om de totale capaciteit van het initiatief te wijzigen; (2) om het maximaal aantal plaatsen voor een vestigingsplaats te wijzigen. Wanneer een IBO in een vestigingsplaats over voldoende ruimte beschikt en er is behoefte aan bijkomende opvang, dan kan het een wijziging van de erkenningsbeslissing aanvragen om het maximaal aantal toegelaten plaatsen voor die vestigingsplaats te verhogen. Het toegelaten maximum aantal plaatsen per vestigingplaats is een bovengrens, het impliceert niet dat je deze opvang effectief moet realiseren; (3) bij verhuis van een vestigingsplaats; (4) bij wijziging van de openingsmomenten van het IBO. Een IBO moet Kind en Gezin informeren over waar de opvangplaatsen worden ingezet en gedurende welke opvangmomenten en gebruikt hiervoor de „fiche over de realisatie van de capaciteit‟. Bij wijzigingen in het aantal opvangplaatsen of opvangmomenten in een vestigingsplaats, moet een IBO Kind en Gezin binnen de 2 weken informeren. Kind en Gezin gebruikt deze gegevens om de evoluties rond kinderopvang op te volgen. Deze veranderingen in de formulering van de erkenningsbeslissing hebben geen gevolgen voor de grootte van het subsidiebedrag. Het subsidiebedrag houdt rekening met het aantal erkende opvangplaatsen van het IBO, maar niet met het maximaal aantal opvangplaatsen per vestigingsplaats. 4 Besluit over wijziging personeelsnorm in Diensten voor Onthaalouders nog niet op regering goedgekeurd Organiserende besturen van diensten voor onthaalouders kregen op 1 april 2008 een mededeling van Kind en Gezin over de verbetering van de personeelsnorm. Daarin staat onder meer dat zowel de invulling van het minimale personeelskader in een dienst, als de verhoging van de subsidies zullen ingaan vanaf 1 juli 2008. "Dit betekent concreet dat vanaf 1 juli 2008 je dienst de eventueel bijkomend vereiste minimale personeelsfractie - 0,25 VTE dienstverantwoordelijke per 26,5 plaatsen in de plaats van per 28 plaatsen - in dienst moet hebben en de subsidieverhoging wordt toegepast vanaf het subsidievoorschot voor het derde kwartaal 2008." staat te lezen in de betreffende omzendbrief. Voor de aanpassing van de personeelsnorm en het subsidiebedrag is een wijzigingsbesluit nodig. En alhoewel er geen inhoudelijke discussie is over de verhoging van de personeelsnorm in de diensten en het wijzigingsbesluit zelf, blijft het toch nog wachten op het besluit zelf. De aanpassing van het erkennings- en subsidiebesluit is opgenomen in een ontwerp van wijzigingsbesluit dat ook heel wat andere zaken regelt, onder meer de voorrangsregels aanpast, de bepalingen inzake kleine vestiging van een KDV, etc. Dit besluit volgt momenteel de gewone procedure. Aangezien het wijzigingsbesluit niet voor 1 juli 2008 getekend werd, heeft Kind en Gezin voorgesteld de wijzigingen toepasbaar te maken in het Besluit van de Vlaamse Regering met terugwerkende kracht tot 1 juli 2008. De Vlaamse Regering besliste het immers al principieel op 22 februari 2008. Het ontwerp van het wijzigingsbesluit vermeldt dus als ingangsdatum 1 juli 2008. Indien de ingangsdatum op 1 juli 2008 blijft staan (wat Kind en Gezin wel verwacht), zullen de diensten dus de verhoogde subsidie ontvangen vanaf 1 juli 2008, en in principe moet het desgevallende extra personeelslid er dus ook vanaf 1 juli zijn. Dit laatste is evenwel moeilijk afdwingbaar wanneer het besluit pas in het najaar getekend wordt, en er aldus pas dan juridische zekerheid is. Een soepele regeling zal nodig zijn. Dit neemt niet weg dat de diensten op basis van de mededeling op 1 april 2008 reeds het nodige konden doen om zich hier op voor te bereiden, nog volgens Kind en Gezin. 5 Minister Vanackere geeft meer juridische zekerheid aan de zorgverleners tewerkgesteld bij een welzijnsvoorziening In het Vlaams Parlement werd het decreet betreffende de zorg- en bijstandsverlening goedgekeurd. Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Steven Vanackere wil met dit decreet meer rechtszekerheid bieden aan verzorgenden, opvoeders, begeleiders en kinderverzorgers tewerkgesteld bij een welzijnsvoorziening. Er bestond nogal wat juridische onzekerheid omdat in de huidige federale regelgeving voorzien is dat enkel beoefenaars van de gezondheidszorg, zoals dokters en verpleegkundigen, bepaalde zorgtaken, hoe eenvoudig ook, mogen uitvoeren. Via het goedgekeurde decreet heeft minister Vanackere de nodige rechtszekerheid gegeven aan zorg- en bijstandsverleners in de welzijnssector om de zorgtaken die zij dagelijks opnemen te kunnen blijven uitvoeren. Het gaat dan in concreto om zaken als het nemen van de koorts bij een ziek kind, een gehandicapt kindje helpen bij het eten en drinken, het toedienen van voorgeschreven medicijnen. Voor alle duidelijkheid: er komen geen nieuwe zorgtaken bij en evenmin wijzigt het aandeel van de zorgtaken binnen het globale takenpakket van de verzorgenden, opvoeders en begeleiders. 6 Versnelde indexering kostenvergoeding onthaalouders Via een snelinfo van maandag 22 september laat Kind en Gezin het volgende weten: "Omwille van de stijgende levensduurte besliste minister Vanackere om de kostenvergoeding van de onthaalouders tussentijds te verhogen. We kondigden dit al aan met een snelinfo van 15 juli 2008. Op 15 september 2008 werd het ministerieel besluit daarover ondertekend. Dit betekent dat je dienst aan de onthaalouders vanaf 1 juli 2008 een kostenvergoeding kan uitbetalen van 15,70 euro voor een volle opvangdag (100%). Dit is 6,28 euro voor 1/3 dag (40%), 9,42 euro voor 1/2
dag (60%) en 25,12 euro voor dag-en-nachtopvang (160%). Je dienst ontvangt in de komende dagen de middelen hiervoor en de begeleidende betalingsbrief. Het besluit en de bijhorende rondzendbrief zelf, sturen we je eveneens eerstdaags toe." Het Ministerieel Besluit is per 10 oktober 2008 evenwel nog steeds niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. 7 Vergoeding voor flexibele opvang door onthaalouders een feit Het Ministerieel Besluit betreffende de vergoeding voor aangesloten onthaalouders en voor diensten voor onthaalouders is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 september 2008. En dus kan de vergoeding voor flexibele opvang gepresteerd door aangesloten onthaalouders op korte termijn uitbetaald worden. De flexibele opvang die via dit besluit wordt vergoed is elke opvang gepresteerd door aangesloten onthaalouders minstens gedurende 30 minuten voor 7 uur, minstens gedurende 30 minuten na 18 uur, opvang op een wettelijke feestdag of opvang op een weekenddag. Onthaalouders ontvangen van de dienst een vergoeding van 2,5 euro voor flexibele opvang per opvangdag met een flexibele prestatie per kind. Als er nog budget overblijft na de betaling van de vergoeding voor flexibele opvang van 2,5 euro aan de onthaalouders en na de betaling van de vergoeding voor flexibele opvang van 4 euro aan de diensten ontvangen de onthaalouders een bijkomende vergoeding van 0,50 euro per opvangdag met een flexibele prestatie. Indien er nog budget overblijft na de betaling van deze extra vergoeding van 0,50 euro en na de betaling van een bijkomende vergoeding van 1 euro per jaar per opgevangen kind aan de diensten ontvangen de onthaalouders van de dienst een percentage van het restbedrag, op basis van de gerealiseerde flexibele opvangprestaties. Welke vergoeding krijgen de diensten? Diensten ontvangen van Kind en Gezin een vergoeding voor flexibele opvang van 4 euro per jaar per opgevangen kind (of per kinddossier). Als er na de betaling van (1) de vergoeding van 2,5 euro aan de onthaalouders voor flexibele opvang en (2) de vergoeding van 4 euro aan de diensten per opgevangen kind en (3) een bijkomende vergoeding van 0,50 euro aan de onthaalouders voor flexibele prestatie, nog budget overblijft, ontvangen de diensten van Kind en Gezin een bijkomende vergoeding van 1 euro per jaar per opgevangen kind. Het jaarlijks beschikbare budget bedraagt 1,283 miljoen euro. Het besluit gaat in met terugwerkende kracht tot 1 juli 2007 en dus wordt alle flexibele opvang gepresteerd door aangesloten onthaalouders vanaf 1 juli 2007 aan de onthaalouders vergoed en hebben ook de diensten vanaf dan recht op de vergoeding voor flexibele opvang. De uitbetaling kan nu met terugwerking van start gaan. Dit zal gebeuren als volgt: (1) voor de periode 1 juli tot 31 december 2007: de diensten die de flexibele prestaties van hun onthaalouders reeds instuurden, zullen de vaste vergoeding voor de onthaalouders en de vaste vergoeding voor de dienst eerstdaags uitbetaald krijgen. De verdeling van het eventuele restbudget kan pas gebeuren als alle diensten de gegevens over 2007 hebben ingestuurd. De dienst die dit nog niet deed, doet dit best zo snel mogelijk, en zeker vóór 31 oktober 2008. We kunnen geen rekening meer houden met registratiegegevens die ons na deze datum bereiken. Het eventuele restbudget 2007 wordt dan verdeeld en uitbetaald vóór 31 december 2008. (2) voor 2008: Elk kwartaal ontvangt de dienst een voorschot, gebaseerd op de gegevens flexibele opvang van de dienst in het voorgaande kalenderjaar. Het voorschot bedraagt telkens 95% van ¼ van de subsidies flexibele opvang van dat voorgaande jaar. Vóór 1 april van het volgende jaar wordt het saldo verrekend op basis van de ingestuurde gegevens flexibele opvang. (3) concrete uitbetaling nu: Omdat 2008 al ver gevorderd is, worden de kwartaalvoorschotten voor flexibele prestaties in 2008 in één keer betaald samen met de subsidies flexibele opvang voor 2007. Dit gebeurt nà de betaling van de verhoging onkostenvergoeding. In de betalingsbrief van Kind en Gezin die volgt de week na de storting, zal de dienst duidelijk kunnen afleiden op welke flexibele prestaties in welk kwartaal en jaar de ontvangen subsidies betrekking hebben. Het saldo van de vergoedingen 2008 wordt voor 1 april 2009 uitbetaald. 8 Meer buitenschoolse kinderopvang tijdens de voorbije grote vakantie (en ook tijdens herfst- en kerstvakantie) Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Steven Vanackere, kondigde voor de grote vakantie aan dat hij aan de initiatieven voor buitenschoolse opvang (IBO) en buitenschoolse kinderopvang meer middelen gaf om tegemoet te komen aan de grote vraag naar opvang voor kinderen tijdens de zomermaanden. Minister Vanackere reserveerde 810.000 euro zodat elke IBO en buitenschoolse opvang in aparte lokalen van kinderdagverblijven extra personeel kon aanwerven, mits er substantieel meer ruimte gecreëerd zou worden die aansluit bij de normaal geldende normen. Elke voorziening van Kind en Gezin die aan de gestelde normen beantwoordde kon een aanvraag indienen om één extra voltijdse begeleider gesubsidieerd te krijgen gedurende minstens één maand. Terugkijkend op de zomervakantie werden in totaal 162 voltijdse eenheden aangeworven zodat 1600 bijkomende opvangplaatsen konden worden aangeboden. Uitgaande van de regel dat elke plaats ongeveer 2,5 kinderen opvangt betekent dit dat er door deze maatregel 4000 kinderen meer gebruik hebben gemaakt van deze opvang. Minister Vanackere is opgetogen over dit resultaat. In overleg met de administratie en de sector zal hij deze maatregel evalueren zodat de duurzaamheid van deze maatregel kan worden verzekerd. Extra middelen kunnen al aangevraagd worden voor de
komende herfst- en kerstvakantie. Maar het ziet er ook naar uit dat deze maatregel een vervolg zal kennen volgend jaar. 9 Centra voor Kinderopvang kunnen nog een jaar langer proefdraaien In april van dit jaar maakte Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Steven Vanackere, de resultaten bekend van een onderzoek over het zoekproces van ouders naar kinderopvang in Vlaanderen. Eén van de beleidsconclusies was dat de lokale en regionale afstemming moest verbeteren. De 16 proefprojecten “Centrum voor kinderopvang” (CKO‟s), opgestart in mei 2007, verspreid over Vlaanderen en in Brussel kunnen hierin een cruciale rol opnemen. Een “Centrum voor Kinderopvang” is een groep van opvangvoorzieningen die lokaal of regionaal samenwerken om hun opvangaanbod af te stemmen op de lokale of regionale behoeften. De afgelopen 16 maanden werden de mogelijkheden en de grenzen van het werken als CKO in een aantal geselecteerde proefprojecten uitgetest. Omdat uit een permanente evaluatie binnen Kind en Gezin is gebleken dat in een sector in volle beweging, de proefprojecten iets meer tijd nodig hebben om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken, geeft minister Vanackere aan de CKO‟s de mogelijkheid om een verlenging van het proefproject tot einde 2009 aan te vragen. De doelstellingen voor de proefprojecten blijven dezelfde: een opvangproject realiseren in functie van lokale en regionale opvangbehoeften, een transparant opnamebeleid uitwerken en een systeem ontwikkelen voor registratie en behandeling van de opvangvragen. De proefprojecten zijn goed gevorderd op de weg van meer en betere samenwerking. Daarom vindt minister Vanackere het aangewezen en verantwoord om dit vernieuwingsproces alle kansen te geven en de proefperiode met een jaar te verlengen (tot 31 december 2009). 10 Brandveiligheid op gelijke wijze gegarandeerd voor alle kinderen in kinderopvang Momenteel hebben erkende kinderdagverblijven, voorzieningen voor buitenschoolse opvang en minicrèches in Vlaanderen een verschillende regelgeving inzake brandveiligheid. De Vlaamse Regering keurde daarom op vraag van minister Steven Vanackere een besluit over de normen voor brandveiligheid in de voorzieningen voor kinderopvang definitief goed. In het nieuwe besluit worden de drie bestaande regelgevingen vervangen door één enkel besluit. Ook de zelfstandige kinderdagverblijven, die tot nu toe geen specifieke regelgeving over brandveiligheid hadden, worden opgenomen in het besluit. Hiermee is veiligheid van de kinderen overal op een gelijkaardige manier gegarandeerd, ongeacht of het kind wordt opgevangen in een erkend kinderdagverblijf, een initiatief voor buitenschoolse opvang of een zelfstandige voorziening. De normen voor alle voorzieningen voor groepsopvang (opvang van 9 of meer kinderen) zullen gelijk zijn en enkel afhankelijk van de aard en omvang van het risico. Tevens wordt de nadruk gelegd op preventieve maatregelen zoals rookdetectie, evacuatiemogelijkheden en brandbestrijdingsmiddelen. Het was nodig om de normen voor de diverse voorzieningen beter op elkaar af te stemmen. De voorzieningen ondervonden bij toepassing van de verschillende regelgeving immers problemen om in de praktijk aan de normen te voldoen. Er bestond onduidelijkheid over de toepassing van de verschillende besluiten. De brandweerdiensten die een voorziening controleren, moesten soms navraag doen over welk soort van voorziening het gaat, (een erkend kinderdagverblijf, een buitenschoolse opvang of een zelfstandige voorziening) en welk van de drie besluiten zij op die voorziening moesten toepassen. Maar ook voor de voorzieningen zelf was het vaak niet duidelijk welke regelgeving op hen van toepassing is. Dit besluit gaat in vanaf 1 januari 2009. Er is een overgangsmaatregel van 2 jaar voorzien. Voor VVSG is vooral de haalbaarheid van de eisen in dit besluit voor de samenwerkende onthaalouders onder één dak een groot vraagteken. Wie het besluit wil lezen: http://www.wvg.vlaanderen.be/juriwel/gezinopvang/vezo.htm#brandveiligheid 11 Doe-dagen regionale ondersteuningspunten kinderopvang 2008 In de regionale ondersteuningspunten kinderopvang komen in de intervisievergaderingen een aantal problemen – van taakgebonden tot persoonsgebonden – aan bod. Tijdens de intervisiebijeenkomsten worden vaak handvaten geboden, al dan niet verpakt in een theorie of model. Soms is het echter moeilijk met deze handvaten daadwerkelijk aan de slag te gaan in de werkrealiteit. Tussen weten en kunnen of doen is er immers soms veel verschil. Daarom bieden we – aansluitend bij de ROK‟s – extra doe-dagen aan voor diensten voor onthaalouders en kinderdagverblijven. De doe-dagen zijn dagen waarin een bepaald handvat of een bepaalde vaardigheid grondig aan bod komt. Na het oefenen tijdens een dergelijke dag, kan je het geleerde meteen effectief toepassen in de praktijk. Als deelnemer aan de regionale ondersteuningspunten kinderopvang kan je vrijblijvend kiezen en krijg je voorrang om deel te nemen aan één van de georganiseerde doe-dagen. Ook verantwoordelijken van kinderdagverblijven, diensten voor onthaalouders en van initiatieven voor buitenschoolse opvang kunnen zich inschrijven. Inschrijvingsformulieren vind je op de website. Het aantal deelnemers per doe-dag wordt beperkt tot 14. Kostprijs voor deelnemers regionale ondersteuningspunten en leden cel kinderopvang: 75 euro. Kostprijs niet-leden of niet-deelnemers aan regionale ondersteuningspunten: 150 euro. Heb je interesse, maar kan je niet op één van de
geselecteerde lokaties of data, laat het ons zeker weten. Meer inlichtingen of vragen:
[email protected] of
[email protected]. Volgende doe-dagen worden georganiseerd: Moeilijke gesprekken Efficiënte communicatie is voor leidinggevenden en verantwoordelijken in de kinderopvang levensnoodzakelijk. Zeker voor moeilijke gesprekken is het belangrijk dat de boodschap goed wordt aangebracht, d.w.z. dat de ander ze wil horen en ze begrijpt zoals jij ze effectief bedoelt. Op deze doe-dag “Moeilijke gesprekken” werken we rond het duidelijk en verteerbaar brengen van boodschappen. Hoe breng je zowel positieve als negatieve boodschappen over aan ouders, onthaalouders en medewerkers. We oefenen bovendien in het constructief omgaan met weerstand. Op het einde van de dag heb je een kader en middelen om effectief de moeilijkere gesprekken aan te gaan. Wanneer? Maandag 15 december van 9.30 uur tot 16.00 uur Waar? Europahotel, Gent Voor wie? Verantwoordelijken van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders Door wie? Lieve Baeyens, trainer Point3 Team-Building De sfeer en de manier van samenwerken in je kinderdagverblijf heeft een grote invloed op hoe de medewerkers zich voelen op het werk, op de kwaliteit van je dienstverlening en de kinderopvang. Op deze doe-dag “Team-Building” leggen we de nadruk op jouw rol en mogelijkheden als leidinggevende en verantwoordelijke van een kinderdagverblijf. Hoe kan je de sfeer en samenwerking tussen de medewerkers beïnvloeden. We kijken samen welke stappen jij in jouw team(s) kan ondernemen. Op het einde van de dag heb je concrete handvaten en tools om “thuis” te gaan (verder) bouwen aan een gouden team. Wanneer? Donderdag 27 november van 9.30 uur tot 16.00 uur Waar? Europahotel, Gent Voor wie? Verantwoordelijken van kinderdagverblijven Door wie? Geert Borms, trainer Point3 Samenwerken in Diensten voor Onthaalouders Onthaalouders werken in principe alleen. Toch is het nuttig voldoende samenwerking en uitwisseling te hebben tussen onthaalouders onderling, tussen dienst en onthaalouder en tussen ouder en onthaalouder. De realiteit leert ons, dat onthaalouders hiervoor slechts weinig tijd kunnen of willen vrijmaken. In deze doe-dag “Samenwerken in Diensten voor Onthaalouders” gaan we op zoek naar manieren om de onthaalouders te motiveren tot samenwerking en te ondersteunen. We kijken welke gemeenschappelijke projecten je kan opzetten en hoe je ze in goede banen kan leiden. Op het einde van de dag heb je concrete handvaten en tools om met de onthaalouders aan de slag te gaan. Wanneer? Maandag 1 december van 9.30 uur tot 16.00 uur Waar? Europahotel, Gent Voor wie? Verantwoordelijken van diensten voor onthaalouders Door wie? Geert Borms, trainer Point3 Time Management Herken je dit gevoel? Je dreigt te verdrinken in stapels werk, er wordt steeds meer van je verwacht en dan zijn er nog altijd weer die dringende zaken die onmiddellijk een oplossing vragen. In deze doe-dag “Time-management” onderzoeken we hoe je als verantwoordelijke van een kinderdagverblijf of dienst voor onthaalouders je tijd zo efficiënt mogelijk kan gebruiken. We gaan aan de slag met je eigen prioriteiten en planning. Op het einde van de dag ben je weer meer meester over je eigen agenda. Wanneer? Dinsdag 4 november van 9.30 uur tot 16.00 uur Waar? Europahotel, Gent Voor wie? Verantwoordelijken van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders Door wie? Steven Heyselberghs, trainer Point3 Coachen van medewerkers – kinderdagverblijven Je wil als verantwoordelijke van een kinderdagverblijf het beste uit je medewerkers naar boven halen. Als leidinggevende en verantwoordelijke is het je opdracht de medewerkers in hun groeiproces te stimuleren en te begeleiden. In deze doe-dag “Coachen van medewerkers” verdiepen we ons in jouw rol als coach. Hoeveel, wanneer en hoe kan je de medewerkers ondersteunen en structuur bieden om tot een optimaal resultaat te komen. Op het einde van de dag ben je in staat voor elke medewerker een coachingsplan op te maken en uit te voeren. Wanneer? Dinsdag 9 december van 9.30 uur tot 16.00 uur Waar? Europahotel, Gent
Voor wie? Verantwoordelijken van kinderdagverblijven Door wie? Steven Heyselberghs, trainer Point3 Coachen van onthaalouders – Diensten voor onthaalouders. VOLZET. Je wil het beste uit je onthaalouders naar boven halen. Als dienstverantwoordelijke is het je opdracht, hen in hun groei-proces te stimuleren en te begeleiden. In deze doe-dag “Coachen van onthaalouders” verdiepen we ons in jouw rol als coach. Hoeveel, wanneer en hoe kan je onthaalouders ondersteunen en structuur bieden om tot een optimaal resultaat te komen. Op het einde van de dag ben je in staat voor elke onthaalouder een coachingsplan op te maken en uit te voeren. Wanneer? Maandag 8 december van 9.30 uur tot 16.00 uur Waar? Europahotel, Gent Voor wie? Verantwoordelijken van diensten voor onthaalouders Door wie? Steven Heyselberghs, trainer Point3 12 Week van het IBO Jaarlijks zet het Vlaams Platform Buitenschoolse Opvang alle Initiatieven voor Buitenschoolse Opvang aan om deel te nemen aan de “Week van het IBO”. Hiermee wil men de buitenschoolse opvang en in het bijzonder de IBO‟s positief onder de aandacht brengen. De Week van het IBO staat dit jaar in het teken van bewegen! In de inspiratiemap vinden de voorzieningen allerlei creatieve ideeën en voorstellen om het ganse IBO of BOKDV in beweging te zetten. Verder zijn er tips voor interessante lectuur over het onderwerp, een aanbod met promotiemateriaal en meer uitleg over de wedstrijd. Wie een spreuk of slogan in verband met het thema heeft gemaakt, maakt kans op een Beweeg!-koffer, boordevol beweeg-materiaal. Het Vlaams Platform heeft ook beleidsmakers uitgenodigd om in beweging te komen voor de IBO‟s. In het bijzonder voor: (1) een uitbreiding van het gesubsidieerd aantal plaatsen in de initiatieven voor buitenschoolse opvang; (2) administratieve lastenverlaging; (3) gelijke subsidie voor alle voorzieningen en (4) uitbreiding personeelskader. Vlaamse volksvertegenwoordigers uit de commissie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin èn de directie en stafmedewerkers van Kind en Gezin werden dan ook persoonlijk uitgenodigd voor een korte inleefstage in een IBO. Tijdens deze stage zullen zij de dagelijkse werking van een IBO ervaren: de flexibele inzetbaarheid van de medewerkers, de werkbelasting, de onderbroken uurroosters, de gezinsonvriendelijke uren, de drukte, maar ook de pedagogische aanpak, de bezieling van de medewerkers voor hun job en de aanpak waarbij het kind centraal staat. Wie komt er allemaal stage lopen in een IBO? (1) Tom Dehaene, Vlaams parlementslid, Keerbergen, ibo Zandjan, dinsdagmorgen, 7u ; (2) Cindy Franssen, Vlaams volksvertegenwoordiger, Wortegem-Petegem, vzw Knipoog, maandagmorgen, 7u; (3) Bart Caron, Vlaams volksvertegenwoordiger, Gullegem, vzw Mokio, donderdagmorgen, 7u; (4) Elke Roex, Vlaams volksvertegenwoordiger, Sint Joost Ten Node, ibo Sapperdeboere, vrijdagnamiddag, 16u; (5) Paul Delva, Vlaams volksvertegenwoordiger, Laken, ibo Nekkersdal, maandagnamiddag, 16u; (6) Katrien Verhegge, administrateur- generaal K&G, Asse, IBO Spinibo, donderdag vf. 16u; (7) Will Verniest, afdelingshoofd K&G, Blankenberge, ibo ‟t Loavertje, donderdag vf. 14.30u; (8) Sandra Cooreman, stafmedewerker kwaliteit K&G, Dendermonde, donderdag vf. 15.15u; (9) Els Pauels, stafmedewerker kwaliteit K&G, Hove, ibo Mikado, donderdag vf. 15u; (10) Christele Van Nieuwenhuyzen, stafmedewerker beleid K&G, Buggenhout, ibo Mallejan, donderdagmorgen, 7u en (11) Nathalie Reyntens, stafmedewerker buitenschoolse kinderopvang, Berchem, ibo Napewaki, woensdag vf. 12u. 13 Kort nieuws Overleg Kind en Gezin kwaliteitszorg erkende kinderopvang Kind en Gezin organiseerde eind september een overleg met de sectorvertegenwoordigers om het kwaliteitsdecreet van 1997 te evalueren. Bedoeling was om voor zowel de diensten voor onthaalouders, de kinderdagverblijven als de initiatieven voor buitenschoolse opvang de verschillende ministeriële besluiten te evalueren aan de hand van een aantal criteria. Maw van elk artikel van de verschillende MB van 12 juni 2001 tot bepaling van de kwaliteitszorg werd nagegaan worden of dit zinvol of noodzakelijk is, realiseerbaar of haalbaar, duidelijk, inspecteerbaar door de overheid, of het ten aanzien van de voorzieningen voldoende responsabiliserend werkt en of er bepaalde zaken ontbreken in de kwaliteitsregelgeving. Legionella De Vlaamse regering heeft begin 2007 een nieuw besluit goedgekeurd waarin bepaald wordt welke voorzieningen maatregelen moeten nemen om legionella of de veteranenziekte te voorkomen. Concreet betreft het het Besluit van de Vlaamse regering van 9 februari 2007 betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen. Wanneer je het besluit leest zou je kunnen vermoeden dat kinderopvangvoorzieningen matigrisicoinrichtingen zijn en dus afhankelijk van het aantal personen dat dagelijks blootgesteld wordt in de inrichting meer of
minder vergaande maatregelen moeten nemen. Maar dat is niet zo. Kind en Gezin liet dit ook al aan de voorzieningen weten in een mededeling van 4 augustus 2008. Tussen Kind en Gezin en de afdeling Toezicht volksgezondheid van het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid dat de naleving van het besluit controleert is een afspraak gemaakt zodat het besluit enkel van toepassing is op die voorzieningen die een capaciteit van 15 of meer plaatsen hebben voor nachtopvang. Kinderen zijn weinig gevoelig voor de legionellabacterie, waardoor de kans op een besmetting zeer klein is. Gids voedselveiligheid kinderdagverblijven Kind en Gezin en ONE werken nog altijd aan de gids voedselveiligheid. In de loop van de maand oktober zal de gids inhoudelijk afgerond zijn. Alvorens de gids officieel in te dienen bij het FAVV (die de gids moet goedkeuren) zal er nog feedback gevraagd worden aan medewerkers in de kinderopvang en moet de gids nog vertaald worden. Na de indiening bij FAVV zal de erkenningsprocedure minstens 6 maanden in beslag nemen en en kan ze tot 1 jaar duren. In de tussentijd kunnen voorzieningen verder een beroep doen op de Gids Grootkeukens (die ondertussen wel al herwerkt en vernieuwd is). Het FAVV bevestigt echter dat de kinderopvangvoorzieningen niet verplicht zijn om de nieuwe gids grootkeukens aan te schaffen omdat er een Gids Kinderopvang onderweg is. In afwachting van de officieel goedgekeurde Gids Kinderopvang doen voorzieningen dus best verder zoals eerder het geval was. Uitnodiging: studiedag Kind en Gezin over inclusieve opvang van kinderen met specifieke zorgbehoefte Op 23 oktober en 6 november organiseert Kind en Gezin in de Kind en Gezin-academie te Brussel een studiedag over inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte. De studiedag heeft de bedoeling opvangvoorzieningen inhoudelijk te ondersteunen door goede praktijkvoorbeelden van inclusieve opvang zichtbaar te maken en een uitwisseling van ervaringen te stimuleren. Meer info: www.kindengezin.be Opnieuw Buitenspeeldag in 2009 Op woensdag 1 april 2009 zal de tweede editie van de Buitenspeeldag plaatsvinden. Een bevraging bij de Vlaamse jeugd- en sportdiensten wees uit dat 1 april 2009 met een duidelijke meerderheid de voorkeur wegdroeg. Woensdagnamiddag 25 juni 2008 werd in Vlaanderen de eerste Buitenspeeldag georganiseerd. Vlaams minister van Jeugd Bert Anciaux en kinderzender Nickelodeon bundelden de krachten om het voor kinderen mogelijk te maken buiten te spelen en te sporten als leuk alternatief voor de televisie of computerspelletjes. Lokale besturen werden opgeroepen om creatieve spel- en sportactiviteiten te organiseren. Maar liefst 106 gemeenten gingen op deze vraag in en trakteerden hun jongste inwoners op allerlei fijne activiteiten. mailto:
[email protected] De Blauwe hond van minister Vanackere Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Steven Vanackere lanceert een campagne om het risico dat kinderen door honden worden gebeten te verkleinen. “De Blauwe Hond” is een uniek preventieproject dat werd opgesteld door een multidisciplinair team van dierenartsen, artsen, ethologen, kinderpsychologen en kunstenaars en reeds wereldwijd op effectiviteit werd getest. Jaarlijks krijgen 100.000 Belgen een beet die medische verzorging eist. Kinderen zijn dubbel zo vaak het slachtoffer van bijtongevallen dan volwassenen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat kinderen het vaakst thuis en door honden die ze kennen worden gebeten. In 86% van de gevallen blijkt de beet uitgelokt door het kind. Om deze redenen ondersteunt minister Vanackere het initiatief van “De Blauwe Hond” dat ouders het standpunt en het perspectief van de hond beter wil leren kennen, zodat ze begrijpen waarom een hond in bepaalde situaties agressief reageert. Anderzijds wil het kinderen leren hoe ze met honden moeten omgaan, om het risico te verkleinen dat ze hondenbeten uitlokken. Hiervoor werd een preventiepakket uitgewerkt dat bestaat uit een interactief spel op CD-ROM voor kinderen van 3 tot 7 jaar. Het spel is opgebouwd rond Max, een blauwe hond die in een gezin woont met twee kinderen, Simon en Sara. Aan de hand van verhaaltjes met verschillende situaties leren kinderen hoe ze met Max moeten omgaan. Bij de CD-ROM hoort een handleiding voor ouders. Federaal overleg statuut onthaalouders Op 10 oktober was er een tweede overleg op het kabinet Milquet over het sociaal statuut van de aangesloten onthaalouder. Er lagen een aantal voorstellen ter tafel om de aangesloten onthaalouders een volledig sociaal statuut te geven met een loon variërend tussen 1.068,14 euro netto en 1.232,98 euro. Om dit alles op sporen te zetten zal in de besprekingen over de federale begroting 2009 – het zogenaamde begrotingsconclaaf - gevraagd worden alvast een bedrag te reserveren. Het is de bedoeling om de voorgestelde maatregel gefaseerd in te voeren. 14 Inspiratiedag “Kinderopvang in de praktijk” Op 2 oktober organiseerde VVSG een succesvolle inspiratiedag “Kinderopvang in de praktijk”. Helaas was het maximaal toelaatbaar aantal deelnemers snel bereikt en hebben wij veel mensen moeten weigeren. Spijtig. Volgende week komen de teksten van de inspiratiedag op de website van VVSG en zal u inhoudelijk dus niets moeten missen. Wordt vervolgd volgend jaar.
15 Regionale ondersteuningspunten kinderopvang 2009 Wil je er volgend jaar ook bij zijn en deelnemen aan de regionale ondersteuningspunten kinderopvang, surf dan volgende week zeker naar de website van VVSG. Meer info over en het overzicht van de in 2009 geplande regionale ondersteuningspunten vind je op www.vvsg.be, via Welzijnsvoorzieningen en Kinderopvang. Redactie:
[email protected] ©VVSG