BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
300-400
Bezoek de website van Stichting Maashorst
kinderen
Wilt u meer weten over Stichting Maashorst? Breng dan eens een bezoek aan de website. Ga naar www.stichtingmaashorst.nl voor uitvoerige informatie over het brede zorg- en ondersteuningsaanbod van Maashorst.
uit
de
hele
regio
worden jaarlijks geholpen door
BRABANTS DAGBLAD
de medewerkers van Maashorst
www.brabantsdagblad.nl - ook voor het laatste regionale nieuws
REGIO NOORDOOST NOORD-BRABANT
MAASHORST ZET DEUREN OPEN
MAASHORST IS EEN ONDERDEEL VAN KORAAL GROEP
REEK - Zorginstelling Maashorst heeft haar deuren geopend voor het Brabants Dagblad. Dit heeft een serie verhalen opgeleverd over wat de jeugdzorg doet: kinderen en gezinnen helpen. De verhalen zijn verzameld in deze speciale uitgave. Maashorst is een zorginstelling voor jeugd- en opvoedhulp en speciaal onderwijs. De instelling biedt hulp aan gezinnen met veelal jonge, in principe normaal begaafde kinderen, die te maken hebben met (ernstige) ontwikkelings-, gedrags- en/of leerproblemen en met gezinsproblemen. Maashorst geeft jeugd- en opvoedhulp aan het kind en aan zijn of haar gezin en leefomgeving. Zie verder pagina 4
Het werkgebied van Maashorst omvat de regio Noordoost Noord-Brabant. In dit gebied liggen onder andere de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Boxtel, Oss, Landerd, Cuijk, Boxmeer, Veghel, Uden, St. Oedenrode en Heusden.
Maashorst helpt kinderen verder! Het hulpaanbod van Stichting Maashorst is breed. Zo kunnen ouders en gezinnen bij Maashorst terecht voor hulp in de thuissituatie. Daarnaast is er deeltijdbehandeling voor kinderen die intensieve behandeling nodig hebben en er is 24-uurs zorg. Een bijzondere dienstverlening is het Omgangshuis. Hier krijgen gescheiden ouders, die niet zelf tot een omgangsregeling kunnen komen, professionele ondersteuning door een omgangsbegeleider.
SITTARD - Maashorst maakt deel uit van Koraal Groep, een stichting die werkt voor mensen met een verstandelijke beperking en/of psychosociale belemmeringen in Limburg en Noord-Brabant. De stichting is op 1 juli 2006 ontstaan uit een fusie tussen de Stichtingen St. Anna (Limburg) en Saltho (Noord-Brabant). Koraal Groep bestaat uit elf stichtingen die samen een aanvullend hulp- en ondersteuningsaanbod bieden. We noemen dit het bieden van full service. Dat wil zeggen dat cliënten voor hun hulpvragen op het gebied van gehandicaptenzorg, jeugdzorg, onderwijs, arbeidsparticipatie en maatschappelijke opvang haast altijd ergens binnen Koraal Groep terecht kunnen.
CONTACTGEGEVENS Stichting Maashorst Mgr. Suysstraat 8 5375 AG Reek
[email protected] www.stichtingmaashorst.nl T 0486 - 49 29 29 F 0486 - 49 29 44
2
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
3
Voorwoord
O
p een mooie zomerdag in 2011 raakte ik onder het genot van een kop koffie aan de praat met Joris Roes. Hij is chef redactie Oss en omgeving van het Brabants Dagblad. Nu kun je het op mooie zomerdagen zo ongeveer overal over hebben, maar wij kregen het over ons werk. Het spitste zich toe op jeugdzorg en speciaal onderwijs en de rol van de pers in de regionale samenleving. We kregen het over deze onderwerpen omdat er door het kabinet Rutte voorstellen zijn gedaan om te komen tot grote veranderingen (en kortingen) betreffende de jeugdzorg en het speciaal onderwijs. Beide sectoren zijn de afgelopen jaren enorm gegroeid. Niet alleen kost dit erg veel geld, maar het duidt ook op iets anders. Er is iets aan de hand in de samenleving. Ondanks het feit dat Nederlandse burgers en hun kinderen tot de gelukkigste mensen van de hele wereld horen is er een groep waar we niet goed mee overweg kunnen. En waarbij dan specialistische hulp en onderwijs wordt ingeschakeld. In ons gesprek stonden we stil bij die veranderingen. Het is de bedoeling dat de gemeenten verantwoordelijk worden voor de jeugdzorg en nog nadrukkelijker betrokken raken bij de kinderen die het in het gewone onderwijs niet redden. Ze krijgen geld om die hulpverlening te gaan organiseren. Nu gaat dat geld nog naar de provincies, of wordt de zorg betaald vanuit de AWBZ. Het Ministerie van Onderwijs bekostigt het speciaal onderwijs. Het is goed dat de gemeenten aan zet komen. Veel meer dan de rijksoverheid of de provincies heeft de gemeente weet van problemen die burgers hebben. Als er minder geld beschikbaar komt is dit wel de bestuurslaag die kan zorgen dat de middelen zo slim mogelijk worden ingezet. Problemen die ouders hebben gaan immers zelden alleen over opvoeden. Er kan van alles aan de hand zijn waardoor dit niet lukt.
Wij zaten lekker in de zon en vroegen ons af of gemeenten en burgers wel weten wat er allemaal op ze afkomt, waar ze binnenkort verantwoordelijk voor worden? Is er wel voldoende kennis bij gemeentebestuurders en ambtenaren? Toen kregen we het dus over de regionale pers, Joris’ wereld. Het Brabants Dagblad kent de regio als geen ander. Journalisten en correspondenten komen overal en weten wat er leeft. Zo ontstond het idee om een medewerker van het Brabants Dagblad eens kritisch en onafhankelijk bij Maashorst naar binnen te laten kijken. Op basis daarvan kan er dan worden opgeschreven wat jeugdzorg en speciaal onderwijs doen. Hoe ze kinderen en ouders helpen problemen op te lossen en het leven weer op de rails te krijgen. We hebben ons gesprek afgerond, maar niet na elkaar de belofte te hebben gedaan dat we ons idee zouden gaan uitwerken. Wij hebben woord gehouden. Joris heeft me geïnterviewd om in beeld te brengen welke veranderingen er komen. Kitty Schaap, één van de zorgdeskundige medewerkers van het Brabants Dagblad, is met allerlei medewerkers en cliënten van Maashorst gaan praten. Het is een reeks mooie verhalen geworden, beschreven vanuit onze praktijk. Dankzij de moed van iedereen die is geïnterviewd en de fijnzinnige manier waarop Kitty dit heeft opgeschreven kan iedereen die dit leest een goed beeld krijgen van het werk van Stichting Maashorst. Naast Kitty, Joris en Ton Rooms (hoofdredacteur van het Brabants Dagblad) wil ik iedereen die heeft meegewerkt in woord en daad danken voor het getoonde lef en vakmanschap om dit boekje mogelijk te maken. En uiteraard de Raad van Bestuur van Koraal Groep, die dit financieel heeft ondersteund. Veel leesplezier toegewenst! Henk Reimert Directeur Stichting Maashorst
4
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
‘Bij Maashorst staat alleen het kind centraal’
Gemeenten worden de komende jaren verantwoordelijk voor de jeugdzorg in Nederland. Maar wat is jeugdzorg precies? Het Brabants Dagblad wierp een blik achter de schermen van Stichting Maashorst, actief in de hele regio Noordoost Noord-Brabant. In dit artikel: kennismaken, een gesprek met directeur Henk Reimert. Maashorstdirecteur Henk Reimert op het terrein van de stichting in Reek.
door Joris Roes
H
ij maakt zich enigszins zorgen over de komende jaren. “Ik ben voorstander van wat er nu gebeurt, als het maar geen organisatorisch gedoe en machtsspelletjes oplevert.” Henk Reimert is directeur van Stichting Maashorst in Reek, een zorginstelling voor jeugd- en opvoedhulp en speciaal onderwijs. De komende jaren heeft hij zijn handen vol aan de overgang van de jeugdzorg van provincie naar gemeenten. Het kabinet heeft besloten dat de jeugdzorg vanaf 2015 onder verantwoording van de gemeenten komt.
Een wijs besluit, denkt Reimert. “De provincie heeft een goed werkend jeugdzorgsysteem ontwikkeld in Brabant. Kinderen die het niet redden, worden goed geholpen. Maar de provincie staat wel wat ver van de dagelijkse praktijk. Dat vinden zowel jeugdzorg als overheid.” De gemeenten zijn al verantwoordelijk voor jeugdgezondheidszorg (zoals de GGD) en jeugdbeleid. Nu worden ze dat ook voor jeugdzorg. “Jeugdzorg is voor kinderen die in hun ontwikkeling belemmerd worden. Dat kan allerlei redenen hebben. Er kan met de kinderen iets niet goed zijn, of de ouders zijn om een of andere reden (tijdelijk) niet in staat ze op te voeden. De gemeenten gaan nu regisseren wie
foto Ruud Rogier
welke zorg moet krijgen. Die kopen ze in bij instellingen zoals de onze.” Het heeft nogal wat consequenties, denkt Reimert. “De provincie heeft veel deskundigheid ontwikkeld. Dat moeten de gemeenten de komende jaren ook gaan doen.” De operatie moet gepaard gaan met een bezuiniging van 300 miljoen euro. Reimert: “Natuurlijk zeggen wij dat dat niet kan. Aan de andere kant: de jeugdzorg kent nogal wat schotten en bureaucratie. Daarvan kan best wat wijken.” Het fundament voor wat nu Stichting Maashorst in Reek is, werd gelegd in 1966 toen in een vleugel van een basisschool een klein kinderhuis geopend werd. Daaruit ontwikkelde zich De Vlinder, een school voor speciaal onderwijs.
5
STICHTING MAASHORST • Maashorst is een zorginstelling voor jeugd- en opvoedhulp en speciaal onderwijs. • De instelling biedt hulp aan gezinnen met veelal jonge, in principe normaal begaafde kinderen, die te maken hebben met (ernstige) ontwikkelings-, gedrags- en/of leerproblemen en met gezinsproblemen. Maashorst geeft jeugd- en opvoedhulp aan het kind en aan zijn of haar gezin en leefomgeving. • Ouders en gezinnen kunnen bij Maashorst terecht voor hulp in de thuissituatie. • Daarnaast is er deeltijdbehandeling voor kinderen die intensieve behandeling nodig hebben en er is 24-uurs zorg.
In 1994 gingen het Kinderhuis in Reek en de dagvoorzieningen in Den Bosch op in de stichting Maashorst. In Reek biedt Stichting Maashorst verschillende vormen van jeugdzorg. “24-uurs zorg aan kinderen die niet thuis kunnen wonen, omdat de ouders niet in staat zijn er voor te zorgen. Bijvoorbeeld omdat de ouders verstandelijk gehandicapt zijn, verslaafd of omdat ze in de gevangenis zitten.” De 24-uurs zorg die het Kinderhuis biedt, is dure zorg en daarom tijdelijk. Reimert: “Stel, er gebeurt in een gezinssituatie iets waardoor de ouders veel verdriet hebben. Bijvoorbeeld door het overlijden van hun eigen ouders. Het kan dan
• Een bijzondere dienstverlening is het Omgangshuis in Den Bosch. Hier krijgen gescheiden ouders, die niet zelf tot een omgangsregeling kunnen komen, professionele ondersteuning door een omgangsbegeleider. • Bij Stichting Maashorst werken zo’n 250 mensen, verdeeld over 120 fte. Zij helpen tussen de 300 en 400 kinderen per jaar. • Maashorst maakt deel uit van Koraal Groep, een stichting die behandeling, begeleiding en (speciaal) onderwijs biedt voor mensen met een verstandelijke beperking en/of psychosociale belemmering in Limburg en Noord-Brabant.
zijn dat ze tijdelijk hun eigen kinderen niet op kunnen voeden. Dan bieden wij hulp.” De 24-uurs zorg wordt in de regel maximaal een jaar geboden. “Dan moeten kinderen in principe terug naar een gezinssituatie. Hun eigen gezin, of een pleeggezin.”
‘Het kan zijn dat ouders even hun kinderen niet kunnen opvoeden’ De 24-uurs zorg is bedoeld voor zware gevallen. Het streven is om kinderen die om welke reden dan ook hulp nodig hebben, zoveel mogelijk
in de eigen omgeving te helpen. “Als kinderen via het Bureau Jeugdzorg of het Centrum voor Jeugd en Gezin bij ons worden aangemeld, gaan wij eerst thuis bij het kind praten. Wat is er mis, hoe kunnen we ouders in hun rol als opvoeders helpen. Het kan zijn dat het volstaat dat we de ouders thuis bijstaan, door er een paar keer per maand te gaan praten.” Het kan ook zijn dat de kinderen overdag of na schooltijd worden opgevangen en behandeld in Reek. “Kinderen vanaf 2 jaar kunnen hier terecht in ons Medisch Kleuter Dagverblijf. Daar proberen we ze klaar te krijgen voor het onderwijs. Maar als ze leerplichtig worden en ze kunnen tóch niet naar een reguliere school, hebben we hier dus onze school voor speciaal onderwijs.” Het kan ook zijn dat kinderen naar een reguliere school gaan en na schooltijd een paar uur opgevangen worden in Reek. “Dat zijn kinderen die een extra behandeling nodig hebben. Dat heeft altijd met het sociaal functioneren of het gedrag te maken.” In Den Bosch heeft De Maashorst nog een aparte tak: het Omgangshuis. “Daar helpen we ouders tussen wie het contact na een scheiding erg moeizaam verloopt. Vaak raakt één van de ouders dan uit beeld. Maar voor kinderen is het erg belangrijk dat zij contact houden met beide ouders. Dat is beter voor hun ontwikkeling en het helpt ze bij het verwerken van de scheiding. We proberen dan het contact met de ouder die uit beeld geraakt is te herstellen.” Er is, vertelt Reimert, steeds meer vraag naar hulp van het Omgangshuis. “Tegenwoordig gaan meer mensen scheiden. Veel mensen doen dat op een volwassen manier. Maar het gaat ook vaak mis. Dan komen ze bij ons terecht. Het kind mag er nooit de dupe van worden. Daar zijn we als samenleving verantwoordelijk voor. Of zoals ze in Afrika zeggen: It takes a village to raise a Child.”
6
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
‘Niet de hele wereld kan om Jordy draaien’ door Kitty Schaap
AMBULANTE BEGELEIDING
E
en ochtend op pad met ambulant begeleider Marjorie Bierings is een genoegen. Of, zoals ze het zelf mooi weet te omschrijven: “Mijn werk is een feestje.” De achtenveertigjarige is medewerker van de Stichting Maashorst in Reek en bezoekt dagelijks een paar gezinnen in de regio om ze op een praktische en positieve wijze meer grip op de opvoeding te laten krijgen. Soms gaat dat met vallen en opstaan. In Uden bezoeken we samen Jessica Janssen en haar achtjarige zoon Jordy van der Wielen. Terwijl we in haar gezellige flat om de tafel gaan zitten met een bak koffie verdwijnt het gespreksonderwerp schielijk naar zijn kamer om daar te gaan computeren. Kennelijk wordt de grond hem wat te heet onder de voeten.
• Ambulante begeleiding vindt plaats op advies van Bureau Jeugdzorg. • Er wordt een indicatie voor een bepaalde periode afgegeven. • De begeleiding vindt thuis bij het gezin plaats. • Een van de gebruikte methodes is Triple P: positief pedagogisch programma. • Het doel is de ouder(s) weer grip te laten krijgen op de opvoeding van hun kind.
staan. Dit stelt zijn moeder regelmatig voor zeer onaangename verrassingen in de vorm van plotselinge woedeaanvallen.
Prima, wat Bierings betreft. “Kunnen we rustig praten zonder dat hij er met zijn grote oren bij zit.” Er komt een stapel paperassen te voorschijn, het huiswerk voor vandaag. Jessica heeft een flink aantal vragenlijsten over haar opvoedingsstijl ingevuld. Een hele klus. Voor haar op tafel ligt het handboek voor het gezin.
Bierings bladert de papieren door. De methode is gebaseerd op het bekende Triple P: positief pedagogisch programma. “Het is af en toe wel een beetje stijl Bierings, hoor. Sommige dingen vind ik wat minder van deze werkwijze. Er is vrij weinig ruimte voor de emotionele kant van het opvoeden. En het geeft een hele papierwinkel, zoals je ziet. Dus hier en daar improviseer ik wat. Noem het maar Triple P Plus.” Ze straalt rust en ervaring uit, en uit alles blijkt respect.
‘Uit deze lijsten kan ik heel goed opmaken hoe je stijl als opvoeder is, Jessica’
“Uit deze lijsten kan ik goed opmaken hoe je stijl als opvoeder is, Jessica. Hier en daar ben je iets te toegeeflijk, en heb je de neiging te veel tegen Jordy te praten.”
Ter verduidelijking: Jordy is een heel ingewikkeld jongetje. Hij heeft McDD, de afkorting voor multiple complex developmental disorder: een mooie omschrijving voor een lastige vorm van autisme, waarbij hevige angsten en onvoorspelbare emoties op de voorgrond
Er volgt een uitleg waarom dat op hem kennelijk niet goed werkt. “Ik merk nu wel wanneer ik dat doe. Dan komt mijn boodschap niet over.” “Heb je van de week nog een bijzonder probleem ontmoet?, vraagt Bierings terloops. “Jordy heeft een stuiterbal door de winkel gegooid. Hij was
• Een ambulant begeleider bezoekt maximaal drie gezinnen per dag. • Het totale bestand van één begeleider beslaat twintig gezinnen. • Ook vanuit het MKD kan deze vorm van begeleiding geboden worden. • De hulp valt onder de Stichting Maashorst/Koraal Groep.
al ergens boos over, en ineens escaleerde dat. Gelukkig was er niets kapot. Het is wel heel moeilijk om op zo’n moment goed te reageren. Iedereen kijkt, je schaamt je rot.” De twee overleggen samen hoe je zo’n situatie mogelijk een volgende keer kunt voorkomen. Het blijkt dat zoonlief de hele dag al geïrriteerd was door de aanwezigheid van een ander kind. “Misschien had je hem thuis even naar zijn kamer moeten laten gaan, als je zoiets voelt aankomen,” suggereert Bierings. “Dan kun je zo’n bui misschien de kop indrukken.” Nu is Jordy niet bepaald moeders makkelijkste. Sommige dingen werken niet op hem, zoals de gedragskaart. Het blijft een zoektocht naar andere oplossingen. Zo blijkt de straf om twintig eurocent te betalen bij bepaalde overtredingen juist uitstekend te werken, ook al is het niet helemaal volgens het handboek. “Als het maar helpt. Dan doet dat er gewoon niet toe.” Het bestrafte gedrag is sindsdien niet meer opgetreden. De huisregels hangen op een groot papier in de gang. Niet met de deuren slaan, één kind per keer te spelen vragen en geen boeren
7
Jessica Janssen met haar zoon Jordy die de ambulante begeleiding krijgt. Bij een woedeaanval gaat Jordy trampolinespringen of scheten laten. De laatste toevoeging is een grapje. “Toch zijn er veel dingen die beter gaan”, constateert de ambulant begeleider tevreden. “Je hebt al veel meer grip op je zoon. Denk je overigens wel genoeg aan jezelf?” De hamvraag. “Pas ben ik een week alleen geweest, toen paste mijn vriendin op. Af en toe schilder ik weer.” De bewijzen hangen overal in huis. “Dat bevalt goed. Al is het soms wel heel moeilijk als hij op visite zo ontzettend vervelend doet.” Dat gedrag negeert ze tegenwoordig gewoon. Met succes. “Rot voor hem dat hij het bezoek aan mijn
vriendin niet leuk vindt. Ik geniet er gelukkig wel van.”
‘Je hebt nu veel meer grip op je zoon. Denk je overigens genoeg aan jezelf?’
“Juist,” is het antwoord. “Niet de hele wereld kan om Jordy draaien. Jij bent er ook nog.” Al met al is er dus volop reden tot tevredenheid. “Wat je vooral heel goed doet is je inleven. Nu nog wat meer leiding geven. En dan hopen
foto Jeroen Appels/Van Assendelft
dat je kind gaat meebewegen.” Ze bergt de formulieren op in haar tas. Ze gaat vandaag nog twee andere gezinnen bezoeken. In totaal heeft ze er twintig ‘in portefeuille’, met de bijbehorende administratieve rompslomp op haar werkplek. Hier ontmoet ze ook haar twaalf collega’s. Graag zou ze wat allochtone medewerkers begroeten. “Die zijn hard nodig. Voor ons zijn die gezinnen toch een beetje een puzzel.” De tijd bij dit gezin is voorbij gevlogen. Ze maakt een nieuwe afspraak met Jessica, en bespreekt de volgende les met het bijbehorende huiswerk. En dan op naar een volgende familie.
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
8
‘Ouders willen altijd het beste voor kind’
Het team van het Omgangshuis bij elkaar aan tafel: Ad de Gouw, Sandra van der Heijden en Betty van Acqouoy. Het vierde teamlid, Patricia van Baak, ontbreekt op de foto vanwege vakantie.
door Kitty Schaap
E
en verhaal zonder herkenbare hoofdpersonen. Op papier ontbreken zij in ieder geval, de ouders die het Bossche Omgangshuis bezoeken. Verwacht van hen hier geen foto’s, persoonlijke uitspraken of beschrijvingen. Het is te precair. De net weer opgebouwde banden zijn soms broos, zeer broos. En die wil het vierkoppige team van het Omgangshuis beslist niet in de
waagschaal stellen. Nooit. Toch is dit verhaal doordesemd van de moed die ouders hebben om na een moeizame scheiding weer met elkaar in gesprek te gaan. “Zeg maar gerust lef”, vindt Betty van Acquoy, bemiddelaar. “De ouders die hier komen zijn vaak al lang geleden op ronduit pijnlijke wijze gescheiden. Een van de twee ziet zijn of haar kind nooit meer. Heeft het soms zelfs nog nooit gezien. Om wat voor reden dan ook. Vind dan maar weer eens vertrouwen in elkaar. Dat geef ik je te doen.” Hoe? Daar kan het team eigenlijk geen pasklaar antwoord op geven.
foto Roy Lazet
Ze zitten vandaag met zijn drieën aan tafel, Ad de Gouw, Sandra van der Heijden en Betty van Acquoy. De vierde ‘man’ ontbreekt. Patricia van Baak is op vakantie; ze hoort er uitdrukkelijk bij, vandaar hier haar naam. “Een plan kun je niet van tevoren bedenken, het gaat altijd weer anders. Er is geen succesformule. Een pasje vooruit, tien passen terug. Kleine stapjes, in een kleine ruimte.” Het is een tweesporenbeleid: de ‘ontbrekende’ ouder gaat zijn kind weer zien en bovendien gaan ouders
9
HET OMGANGSHUIS • Het Omgangshuis is een neutrale ontmoetingsplek voor gescheiden ouders en kinderen. • Er is gespecialiseerde begeleiding aanwezig. • Er kunnen acht tot tien keer contacten tussen ouder en kind plaatsvinden. • Ouders krijgen steun om samen een oplossing te vinden voor de problemen. • De rechter kan naar het Omgangshuis verwijzen via een uitspraak. • Ook Bureau Jeugdzorg kan ouders op deze voorziening attent maken. • De begeleiding start meestal via een intakegesprek met ouders afzonderlijk. • Er zijn duidelijke huisregels die gerespecteerd dienen te worden. • In de meeste provincies is deze vorm van omgangsbegeleiding mogelijk. • De Bossche voorziening is onderdeel van Stichting Maashorst/Koraal Groep.
proberen begeleid met elkaar in contact te komen. Een soort schuifspelletje, waarbij je de stukjes met beleid moet verschuiven. “Mág ik je stukje verschuiven?” corrigeert De Gouw. “Ik kan niet genoeg benadrukken dat opvoeden een zaak van ouders is. Wie zijn wij dat we mogen beoordelen hoe de opvoeding eruit hoort te zien? Ouders die hier komen, willen het beste voor hun kind.” Altijd? “Ja, absoluut altijd. Soms hebben ze de instrumenten niet. Maar de wil is er. Eigenlijk is dat het enige dat ze gemeen
hebben als ze hier komen.” Hij moet daar nog even iets over kwijt. “Wij willen ons in dit land er volgens mij te veel mee bemoeien hoe de ideale opvoeding eruit hoort te zien. Als ik een vader vraag of hij wel eens met zijn kind speelt, houdt dat al een waardeoordeel in. Dat je met je kind moet spelen, terwijl die ouder er iets anders mee wil doen dat misschien even waardevol is.”
´Het vraagt lef om na een moeizame scheiding toch weer in gesprek te gaan´ Met andere woorden: de oplossingen moeten gezocht worden binnen de mogelijkheden van ouders. Er moet een proces op gang komen waarvan de inhoud aansluit bij hun opvoedvisie. Dat kunnen ze alleen maar zelf. “Soms krijg je toch ineens wat balletjes aan het rollen,” vertelt Van der Heijden. Zij begeleidt de omgang tussen ouder en kind. “Dan ben je trots.” “Op de ouders,” vullen de anderen aan. “Nooit op onszelf.” Het team zou het liefst bescheiden in de coulissen blijven. Een foto kost hen al de nodige moeite. “Het gaat in dit verhaal helemaal niet om ons.” Met zijn viertjes vormen ze een hechte club. “We kunnen altijd bij elkaar terecht, even figuurlijk uithuilen, bijtanken, nieuwe mogelijkheden zien. Zonder elkaar zou het niet lukken.” Hoewel het zelfs mét elkaar wel eens moeizaam verloopt. Al moeten we ons niet voorstellen dat de vier daar zwaar onder gebukt gaan. “Je denkt wel eens ‘poepoe,’ en de temperatuur stijgt hier wel eens ettelijke graden. Maar het zijn de ouders voor wie het zwaar is.” Loodzwaar. Ga je kind maar eens op last van de rechter naar het Omgangshuis brengen, waar je ex boven zit. Als het te beladen is, brengt een teamlid het kind naar boven, naar een van de twee gezellig ingerichte kamers met speelgoed, boekjes en een groot tafelvoetbalspel. Er staat een huiselijke,
ronde tafel, er is een keukenhoek. “Gezelllig, schrap dat maar. Stel je voor dat je hier voor het eerst sinds jaren je kind gaat zien, met één van ons als pottenkijker op de achtergrond. Dat kun je moeilijk leuk spelen noemen.” Daar houdt zelfs een boom van een kerel het vaak niet droog bij. De zakdoeken staan dan ook onopvallend voor het grijpen. “Ooit is er toch na al die jaren een klik,” zegt Van Acquoy. “Dat is prachtig. En soms lukt het gewoon niet. Daar moeten we dan eerlijk in zijn. Dan zien alle partijen uiteindelijk in dat ze het voorlopig beter kunnen laten rusten. Daar hebben ze dan toch vrede mee.” Een suikerzoet happy end à la Amerikaanse film kun je maar zelden verwachten. Het verbroken partnerschap herstellen is dan ook geen doel. “We zijn blij met kleinigheden. Weer wat afspraken met elkaar kunnen maken. Een beetje hersteld vertrouwen. Dat soort dingen. Dat een vader zijn kind weer even mee kan nemen, het weer mag komen ophalen.”
´De vraag of een vader wel eens met zijn kind speelt is al een waardeoordeel´ Daar is een heel proces voor nodig. “Ooit zegt een kind na een aantal bezoeken spontaan dat het fijn met mamma komt spelen. Dat zijn de mooie momenten”, mijmert Van der Heijden. Een andere keer is alles weer terug bij af. “Nee, dat is toch eigenlijk nooit het geval”, vindt De Gouw, de man die er veertig jaar hulpverlening op heeft zitten. “Er is altijd iets gebeurd. Ze hebben elkaar afgetast, even gezien. Stilletjes een moment van hun kind genoten. Misschien heeft dat toch voor later iets teweeg gebracht. Is er toch ooit een moment om het weer op te pakken. Dat hopen wij oprecht, als team.”
10
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
‘Zelfs hun pyjama’s vouwen ze nu zelf op’ door Kitty Schaap
S
oms zou je jonge kinderen achter het behang willen plakken. Gillen om een banaan in de supermarkt, met viltstift op de muren schrijven, om de haverklap uit bed komen: iedere ouder herkent het. Meestal gaat het gewoon over, maar soms groeit het uit tot een serieus gedragsprobleem. Geen nood, er is nu Triple P. Een praktisch pedagogisch programma, geschikt voor iedere ouder. Heel eenvoudig, en het werkt. Alberdien Veldhuizen, gezinsbegeleider bij stichting Maashorst, kan dat beamen. “Het is vooral een praktische methode. Voor ouders is het overzichtelijk en gestructureerd. Het geeft weer positieve energie.” Dat kunnen de opvoeders die deze avond aan de cursus Triple P meedoen, goed gebruiken. Half acht staat de koffie klaar in een bovenzaaltje van de Bossche GGD aan de Vogelstraat. Veldhuizen ontvangt de deelnemers samen met haar collega’s Saskia van Egmond, gezinsbegeleider en Janne Kee Martens, trainer in opleiding.
Even later druppelen zeven ouders binnen, het gekleurde handboek onder de arm. Er volgen hartelijke begroetingen. “We zijn vanavond met wat minder mensen,” verontschuldigt Veldhuizen zich. “Het is toch het begin van de vakantie.” Jammer, want het is vanavond de laatste avond van een serie van acht cursuscontacten, waarvan drie intensieve telefonische. Iedereen vertelt hoe het de afgelopen week gegaan is, en of de doelstellingen zijn gehaald. “We bieden de cursisten eerst positieve vaardigheden aan. Het is een soort gereedschapskist waarmee je aan de slag kunt. Duidelijk het goede gedrag benoemen en prijzen bijvoorbeeld. Pas in de vierde les gaan we met negatieve ervaringen aan de slag.” Het blijkt een prettige aanpak. Ouders hebben van tevoren op een vragenlijst kunnen aangeven wat ze in de opvoeding van hun kinderen belangrijk vinden. “Zo krijgen we een beetje inzicht in de diverse opvoedingstijlen.” Reken maar dat ze verschillend zijn, de stellen die vanavond meedoen. Uit alle lagen van de bevolking. Toch zit iedereen eensgezind aan tafel: Triple P kijkt niet naar ras of stand.
TRIPLE P • Triple P (drie keer P) staat voor positief pedagogisch programma. • Het is bedacht door de Australische professor Matthew R. Sanders. • Al 25 jaar verricht hij onderzoek naar alle facetten van dit programma. • Binnen Triple P zijn zeventien opvoedstrategieën, gebaseerd op vijf principes. • De doelstelling is het verkrijgen van competenter opvoedingsgedrag.
• Er zijn vijf verschillende interventieniveaus. • Het programma is geschikt voor alle leeftijden. • Het is mogelijk het programma individueel te volgen. • Stichting Maashorst/Koraal Groep verzorgt de Bossche cursus. • Website: triplep-nederland.nl
De ervaringen met de time out komen aan de orde. De meesten hebben op advies van de leiding een strafplek ingesteld in het halletje, of op de onderste tree van de trap. Kinderen weten waar ze aan toe zijn: bij echt ongewenst gedrag moeten ze daar even gaan zitten. “Ideaal,” vind Corry Lueben, de enige oma in het gezelschap. “Mijn kleindochter loopt er nu al zelf naar toe.”
´Als je zoveel oppast, is het eigenlijk opvoeden. En dat viel me niet mee.´ Bij Mark en Jacqueline Thijssens ligt het nog iets moeilijker. “Simon gooide in eerste instantie de hele inboedel door de gang als hij boos was. Zelfs de droogloopmat moest er aan geloven. Nu hebben we dit onderdeel redelijk onder controle, maar het vraagt nog wel veel energie.” Een van de anderen heeft kans gezien met behulp van een beloningenkaart zoonlief voor het eerst de hele nacht in zijn eigen bed te laten slapen. Vader Siegfried Perts heeft tot nu toe weinig gezegd. Hij is met schoonmoeder Corry meegekomen; een bijzondere combinatie. Maar wel een slimme. “Om mijn dochter Heidi in de gelegenheid te stellen vier dagen per week te werken, pas ik op mijn kleindochters Daniek (9) en Merel (6). Als je zoveel oppast, is het eigenlijk opvoeden. En dat viel me niet mee. Mijn dochter heeft de knoop doorgehakt en is naar jeugdzorg gegaan.” Die geeft - evenals het Centrum voor Jeugd en Gezin - een indicatie af voor de cursus. “Het gaat geweldig,” vindt Corry. “Ze vouwen nu zelfs hun pyjama’s op.” Al kon Siegfried nog best wat consequenter zijn. “Ja, straf geven kan ik slecht,” beaamt hij. “Ik kom uit een groot Surinaams gezin van veertien kinderen. Voor alles kregen we straf. Surinaams praten
11
De Triple P-bijeenkomst in het gebouw van de GGD in Den Bosch. Ouders leren aan de hand van een handboek hoe zij hun kinderen zo goed mogelijk op kunnen voeden.
in plaats van Nederlands, vervelend doen: een flink pak slaag. Ook op de nonnenschool ging het er hard aan toe.” Hij denkt dat hij daarom is doorgeschoten naar de andere kant. “Eigenlijk ben ik daarom juist veel te goed. Knuffelen met mijn kinderen vind ik ook moeilijk. Dat deed je niet bij ons thuis.” Het gaat hem nu een stuk beter af. “Aanstaande maandag ga ik het beloningensysteem invoeren,” zegt Corry vastberaden. “Het is vakantie, dus een mooi moment.” Inmiddels hebben de deelnemers
zich over een door Jacqueline voorgestelde risicovolle situatie gebogen. Simon is een keer van het strand weggelopen. Zijn moeder stond daar met de twee in paniek geraakte andere kinderen en de strandspullen, terwijl de jongste richting druk bereden dijk rende. Hoe pak je zo’n risicovolle situatie aan, en hoe voorkom je het een volgende keer? Wat spreek je van tevoren af? In groepjes van drie werken de deelnemers volgens de Triple P methode aan het probleem. Rollenspellen maken soms ook deel uit van de cursus. Nog wat laatste raadgevingen om
foto Roy Lazet
terugval te voorkomen, voor de deeelnemers hun certificaat in ontvangst mogen nemen. “Het handboek moet eigenlijk altijd op je nachtkastje liggen,” vertellen de leidsters de groep. “Hoewel het natuurlijk niet de bedoeling is dat je kinderen er zelf in gaan lezen.” Simon staat er duidelijk nog niet helemaal achter. In een onbewaakt ogenblik heeft hij met een mes in de kaft van het handboek gesneden. Protestgedrag? “Hij moet duidelijk nog even aan de goede nieuwe aanpak wennen,” constateren de deelnemers lachend.
12
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
‘Een goede morgen op groep Pino vandaag’
Petra van Tilburg, Lara Helder, Debbie Ruesem en Delano van Delft (vlnr) kliederen met scheerschuim.
door Kitty Schaap
E
r staat ‘kliederen met scheerschuim’ op het programma voor de vijf kinderen van groep Pino. De activiteit is door leidster Petra van Tilburg en stagiaire Debbie Ruesem van het Medisch Kleuter Dagverbijf De Kleine Hoogen duidelijk aangekondigd en
het betreffende pictogram staat nu vooraan; de plaatjes van de vorige onderdelen ‘fruit eten’ en ‘buitenspelen’ zijn teruggedraaid. Handig voor Delano, die net wat onthutst is teruggekomen van zijn bezoek aan een nieuwe school, en daardoor het eerste deel van het programma gemist heeft. Nu weet hij in een oogopslag waar hij aan toe is. De twee leidsters spuiten bergjes scheerschuim op de tafel, en dan kunnen Lara, Beau, Luuk,
foto Jeroen Appels/Van Assendelft
Delano en JayJay aanvallen. Op de achtergrond een kalm klassiek muziekje. Alles is op rust en duidelijkheid ingesteld op het Reekse MKD. Een gezellige, overzichtelijke ruimte met aan de muur een staatsieportret van -hoe kan het anders- de blauwe struisvogel Pino uit Sesamstraat. Niet voor niets klinkt hier iedere ochtend zijn goedemorgenlied. “In deze groep
13
zitten maar vijf kinderen tussen drie en vijf jaar”, licht Van Tilburg toe. “Ze zijn extra kwetsbaar en prikkelgevoelig, met complexe problemen. De andere groepen hebben elk tien kinderen.”
´Het is belangrijk dat we nadrukkelijk benoemen wat de kinderen goed doen, en dat ook prijzen’.´ De tafel is inmiddels helemaal ondergesmeerd, en ook de armen van Van Tilburg moeten er aan geloven. Het MKD is vaste klant bij het Kruidvat. “We beginnen hier op Pino altijd met een observatieperiode. De door jeugdzorg geselecteerde peuters en kleuters krijgen van tevoren een uitgebreid onderzoek door logopedist, fysiotherapeut en psycholoog. Er zitten soms kinderen met een ontwikkelingsstoornis bij, al zijn die niet bij uitstek onze doelgroep. Maar ook vaak peuters met autisme of ADHD, soms met een hechtingsstoornis.” Het is tijd om op te ruimen. De knoeipotten gaan onder leiding van Debbie handen wassen in de kinder-wc. Van Tilburg vervolgt: “We observeren iedereen drie maanden, en hebben dan een grote bespreking. Dan stellen we met zijn allen een behandelplan op.” Bij deze jonge groep gaat het nog niet om onderwijs, al laat men geen gelegenheid onbenut om ze van alles te leren. Wie er allemaal zijn, de kleuren, de seizoenen, wat voor dag van de week het is. “Vandaag is het de groene dag”, vertelt de leidster terloops. “Dat is donderdag”, roept er een. “Het is ook belangrijk dat we nadrukkelijk benoemen wat de kinderen goed doen, en dat ook prijzen. Delano heeft bijvoorbeeld daarnet met wat tegenzin toch zijn druiven gedeeld; dan verdient hij een pluim. Of een sticker op zijn dikke-duimenkaart. Zo komen er toch heel wat verbeteringen tot stand, en dat is nu precies de
MKD • MKD is een afkorting voor Medisch Kleuter Dagverbijf. • Men biedt een dagbehandeling aan voor kinderen tot ongeveer zes jaar. • Het is bestemd voor in principe normaal begaafde kinderen met ontwikkelings- en gedragsproblemen • Bureau Jeugdzorg verstrekt de indicatie. • Naast behandeling van het kind is er begeleiding van het gezin. • Het MKD in Reek heet De Kleine Hoogen. Het Bossche MKD heet De Kleine Cauw. • Er is plaats voor 25 kinderen. • De MKD’s zijn onderdeel van Stichting Maashorst/Koraal Groep.
bedoeling: tenslotte moet er duidelijkheid komen naar welke vorm van onderwijs een kind straks kan doorstromen.” Dit alles lukt niet zonder de ouders er intensief bij te betrekken. “Ze komen met enige regelmaat naar Reek, en we hebben voor elk kind een heen-enweerschriftje, waar we allebei de belangrijke dingen inschrijven. Ook krijgen ouders een thuisbegeleider toegewezen. Die richt zich op de grotere zaken, zoals financiën, taakverdeling in het gezin en het creëren van een netwerk van familie en kennissen zodat ze er niet alleen voorstaan.” Al die beetjes helpen. Leonie Pijnenburg is zo’n moeder die bijna aan het eind van haar Latijn was. Nu zoon Tigo van vijf alweer een half jaar op het MKD zit, heeft ze de zaken weer aardig op de rails. “We zaten er finaal doorheen, zo
moeilijk was hij. Via het consultatiebureau kregen we van de huisarts een spoedverwijzing voor Herlaarhof in Vught. Wat bleek? Hij had een trauma, en daarnaast angstproblematiek en selectief mutisme.” Dit betekent dat Tigo wel kan, maar niet wil praten. “We kregen te horen dat het MKD de beste oplossing was. We zagen wel in dat het echt nodig was, want we hebben nog een oudere zoon die er haast aan onderdoor ging.” Op De Kleine Hoogen ontdekten ze dat je Tigo het best kon benaderen als een autistisch kind: alles van tevoren voorbereiden en uitleggen. “Dat werkte, en hij ging ook meer zeggen. Hij vertelt nu af en toe dat hij ergens niet heen wil. Vroeger sleepten we hem mee, met alle ellende van dien. Nu weet je tenminste dat je hem daar geen plezier mee doet. Dan kun je er in ieder geval rekening mee houden.”
´Maar het is geweldig dat we zo’n enorme vooruitgang zien, echt heel positief.´ Het onbegrip van de omgeving is nog altijd moeilijk. “In het begin weet je jezelf haast geen houding te geven. Tegenwoordig vraag ik wel eens of ze hem een dagje willen lenen. Dan zeggen ze meestal niks meer.” Als het zo doorgaat mag hij straks naar een geschikte school. “We zijn nog op zoek wat het beste voor hem is. We zouden graag zien dat hij in Reek naar De Vlinder gaat, maar stel je voor dat het vervoer straks niet meer vergoed wordt. Maar het is geweldig dat we zo’n enorme vooruitgang zien, echt heel positief. Al blijft het wel heel hard werken voor hem. Soms rolt hij bijna slapend uit de taxi.”
14
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
‘Dankzij Boddaert weer een geweldig kind’ door Kitty Schaap
A
ls een rasechte voorzitter opent Cool Kid Shivani de jaarlijkse Boddaertfeestdag. In haar mooie paarse, met pailletten versierde outfit spreekt ze de aanwezige ouders en kinderen geroutineerd toe. Geen spoor van zenuwen. Niet te geloven dat de elfjarige een jaar geleden nog een onzeker meisje was. Dankzij het aan de Bossche Rijnstraat gevestigde Boddaertcentrum staat er nu een mondige meid. “We zijn heel trots op onze Cool Kids,” vertelt teamcoördinator Debby Slomp. “Het idee is van onze medewerkers afkomstig. We zoeken binnen onze twee groepen kinderen die het leuk vinden om hier in het centrum met ons mee te denken. Ze helpen mee om nieuw buitenspeelgoed uit te kiezen, ontwerpen een folder voor de nieuwkomers en organiseren samen met ons deze feestdag. Daar leren ze ontzettend veel van. De naam Cool Kids hebben ze zelf verzonnen.” Al moeten we natuurlijk niet uit het oog verliezen dat het hier om speciale kinderen gaat. Ze hebben stuk voor stuk flinke gedragsproblemen met als onderliggende oorzaak ADHD, autisme of een hechtingsstoornis. En bovendien vaak problemen thuis. “De kinderen, die allemaal tussen de zes en twaalf jaar zijn, komen hier op advies van Bureau Jeugdzorg. Drie dagen in de week bezoeken ze na schooltijd ons centrum. We gaan hier intensief aan het werk om ze na een jaar met een gerust hart weer naar huis te sturen.” Dat lukt prima, dankzij het ervaren personeel. “We hebben twee groepen, de Kanjers en de Spetters, met elk twee begeleiders, en vaak ook stagiaires. De leiding is ontzettend op elkaar ingespeeld. Heel belangrijk, want zo ontstaat er hier een prettige en rustige opvoedkundige sfeer.
Soms gaat er wel eens iets mis, is er een kind boos. Maar de medewerkers zijn prima in staat dat bij te sturen.” De omgangsregels staan dan ook duidelijk op het bord. Handen thuishouden, respect voor elkaar, eerlijk zijn, keurig met de spullen omgaan. “Naast alle gezellige activiteiten is er een groepsprogramma. We brengen de kinderen sociale vaardigheden bij, zorgen dat ze netjes eten, naar elkaar luisteren. Daarnaast begeleiden we ouders, zodat de kinderen straks thuis weer goed functioneren. Door te proberen ze opvoedkundig meer op een lijn te krijgen bijvoorbeeld.” Voor Shivani zit haar tijd er zo langzamerhand bijna op. En dat vindt ze zelf ook. “Die Cool Kids vind ik leuk, dan mogen we bedenken wat we op ons feest zullen eten, als we er tenminste goed over nadenken of het niet veel te duur is, of niet zo erg lekker. Dus je moet goed op het geld letten, want het moet wel uitvoerbaar zijn. Zo zijn we op pannenkoeken gekomen. Verder heb ik er gewoon héél erg genoeg van, dat mag
je gerust opschrijven want iedereen weet het hier inmiddels wel. Ik haat Boddaert.” Toch geeft ze schoorvoetend toe dat ze heel wat opgestoken heeft. “Ik ben niet meer zo snel boos. Al heb ik dat vooral geleerd uit de ‘Hoe overleef ik’-boeken van Francine Oomen. Daar staat in hoe je even weg kunt lopen en als je niet meer kwaad bent weer terug kunt komen. Dat werkt hoor.” Hoe dan ook, ze droomt van een mooie toekomst als choreograaf of actrice.
´De hele dag liep ik commando’s te geven, en gezellig was het nooit.´ Haar moeder Radha Lalay heeft die enorme verandering van Shivani aan zien komen. “Ik ben echt heel trots. Kijk hoe ze binnenkwam, en hoe ze het nu doet. Een groot verschil.” Ook over de leiding is ze vol lof. “Als ik bel staan ze
BODDAERTCENTRA • De Boddaertcentra danken hun naam aan freule Elisabeth Boddaert. • Zij startte in 1903 haar eerste ‘opvanghuis voor moeilijke jeugd’. • Rond 1970 herontdekte men het concept en groeide het aantal centra. • Momenteel zijn er 106 centra in Nederland, waar plaats is voor 1600 kinderen. • De opvang is vooral bestemd voor kinderen tussen 6 en 12 jaar. • Er is meestal sprake van gedragsproblemen.
• Bureau Jeugdzorg geeft een indicatie af. • De kinderen bezoeken het centrum drie keer per week. • In een groep is plaats voor acht kinderen. • De gemiddelde behandelduur is veertien maanden. • Tijdens de behandelperiode krijgen de ouders hulp. • Het Bossche Boddaertcentrum valt onder Stichting Maashorst/Koraal Groep. • Website: www.boddaertcentra.nl
15
Feest in het Boddaertcentrum van Stichting Maashorst in Den Bosch. Shivani Moese met haar moeder Radha Lalay en Mariëlle van Berkel met haar zoon Joey (vlnr) doen zich te goed aan de pannenkoeken.
altijd voor me klaar. Het overleg is geweldig, je krijgt veel steun van ze. Mijn kinderen hebben veel meegemaakt in hun jonge levens, en ik sta er alleen voor. Mijn jongste dochter Payal zit hier ook. Het is fijn om te horen dat ik het ondanks alles goed doe.” De kleinste is nog maar zes, dus zij heeft nog even te gaan. Radha Lalay heeft er alle vertrouwen in. Ze laat zich door Payal meetrekken naar de andere zaal, waar de kinderen hun tentoonstelling hebben ingericht. Inmiddels zijn de activiteiten daar in volle gang. De feestvierders laten zich schminken en maken
glittertattoos. Een meisje voorziet haar vader met een stift van een gigantische zwarte snor met krullen aan het eind. Een stel oma’s kijkt goedkeurend toe. En dan zijn de pannenkoeken klaar. Mariëlle van Berkel doet zich samen met haar zoontje Joey te goed aan het lekkers. Een lief, welopgevoed ventje zo te zien. “Dat was vroeger wel anders. Hij had angstaanvallen en driftbuien, we begrepen elkaar echt niet meer. De hele dag liep ik commando’s te geven, en gezellig was
foto Gérard Damoiseaux
het nooit. Zie hem nu eens: hij eet netjes, praat niet met volle mond, kan op zijn beurt wachten en schreeuwt niet steeds om aandacht. Zelf heb ik geleerd om rustig te reageren, en dat krijg je automatisch ook weer terug.” Als alleenstaande moeder vindt ze het fijn om af en toe even de zorg aan anderen te kunnen overlaten. “Joey en ik kunnen eindelijk samen door één deur. Niets dan goeds over de medewerkers hier. Dankzij Boddaert heb ik weer een geweldig kind.”
16
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
‘Een verdrietig verhaal, maar met een happy end’ door Kitty Schaap
H
et is woensdagmidddag, en de zesjarige Jewel Flohr heeft even lekker vrij van school. Tijd om een beetje de persoonlijke aandacht van haar moeder Wendy op te eisen, en wat te knuffelen met de drie jonge Franse bulldogjes, die piepend en keffend over de grond buitelen. Moeder hond houdt haar kroost ondertussen nauwlettend in de gaten vanaf de bank. Jewel sjouwt nog even rond met een bolle donkere pup en vertrekt dan naar buiten, waar een horde speelkameraadjes op haar wacht. De puppies gaan ondertussen door met het slopen van het een en ander. Hangen enthousiast in broekspijpen of bijten in veters. Zomaar een doodgewoon tafereeltje in een rijtjeshuis in een doorsnee Osse wijk. Maar toch heel bijzonder. Want Jewel is eindelijk weer thuis. Nadat ze noodgedwongen ruim drie jaar van haar moeder gescheiden is geweest.
´Aan de zijlijn staan als moeder, niets te vertellen hebben. Oké, het is voor pleegouders natuurlijk ook niet altijd makkelijk om met moeders om te gaan´ “Zoiets wil je absoluut nooit meemaken als ouder,” vertelt Wendy Flohr zodra haar dochter buiten gehoorsafstand is. Haar eerlijkheid is opvallend. “Al mijn vier kinderen werden acuut uit huis geplaatst. Ik heb het daar nog altijd moeilijk mee; kan er nog niet achter staan hoe het bij Jeugdzorg allemaal gelopen is. En dan overkomt je dit. Bijna niet te verdragen voor een moeder.” Een ukkepuk van twee jaar, de drie broers waren ouder. “Je weet dat ze goed voor de kinderen zorgen in een crisisgezin, dat staat
Moeder Wendy, haar zesjarige dochter Jewel en één van de bulldogjes.
foto’s Sandra Peerenboom
17
DE 24-UURS ZORG • Deze zorg is bestemd voor kinderen die niet thuis kunnen of mogen wonen. • Het betreft normaal begaafde kinderen. • Ze hebben gedrags, leer/ en of ontwikkelingsproblemen. • Voor toelating is een indicatie van Bureau jeugdzorg nodig. • In Kinderhuis Reek is plaats voor kinderen van 2 tot 12 jaar. • Er zijn zes groepen van elk zes kinderen. • Er is ook een vestiging in Boxtel. • Hier kunnen ook jongeren tot zestien jaar terecht. • School De Vlinder verzorgt in Reek het basisonderwijs. • Er is een breed aanbod aan therapieën. • De 24-uurs zorg valt onder Stichting Maashorst/Koraal Groep • Website: www.stichtingmaashorst.nl
buiten kijf. Maar verder is het hartverscheurend. Geen zeggenschap, nauwelijks contact. Het moederschap is me ontnomen. Dat is zó moeilijk.”
er een nieuwe uitspraak: plaatsing in de 24-uurs zorg van Kinderhuis Reek. Een neutraal terrein, met de mogelijkheid het contact te herstellen. “Een fijn vooruitzicht. Ze kwam daar in een huis met in totaal zes kinderen, De Vissekom.”
‘En wat zo fijn was: vanaf het eerste contact ben ik als ouder gerespecteerd.’ Er volgde de gebruikelijke observatieperiode. “Ze dachten dat mijn kind toch erg te lijden had gehad van de narigheid. Tijdens een evaluatiegesprek stelden ze een behandelplan voor; ze zouden gaan werken aan het claimende gedrag, en aan de emoties. Daar kon ik me in vinden. En wat zo fijn was: vanaf het eerste contact ben ik als ouder gerespecteerd. Een wereld van verschil. Ik kon altijd iets vragen, en de leiding luisterde ook echt naar mij. Als ik het ergens niet mee eens was bijvoorbeeld. Soms vonden ze dat ik wel een punt had. Dan pasten ze op mijn verzoek iets aan.” Wat nog fijner was: herstel van contact. “Eerst was het nog niet zo vaak, maar we hadden bijvoorbeeld vaste belmomenten. Daar konden we allebei echt naar uitkijken.”
Na de crisisopvang verkasten de vier naar hetzelfde pleeggezin. Al gauw bleek dat het voor de kleinste het moeilijkst was. “Ze miste mamma, gedroeg zich lastig, riep om mij, had problemen met hechten. Daar kwam bij dat ik het zelf eenvoudig niet kon accepteren. Aan de zijlijn staan als moeder, niets te vertellen hebben. Oké, het is voor pleegouders natuurlijk ook niet altijd makkelijk om met moeders om te gaan.”
Ze zagen elkaar steeds vaker. “Echt, het was daar ondanks alles leuk. Je zult mij nooit een kwaad woord over Reek horen zeggen. Er waren feesten en uitstapjes, heerlijk speelgoed. Al breekt je hart soms toch wel eens. Toen Jewel voor het eerst naar school De Vlinder ging. Zonder mij. Terwijl je er natuurlijk bij wilt zijn, zien hoe ze daar op een stoeltje zit. Net als bij de eerste stapjes van je kind. Er valt een gat, en je kunt het nooit meer inhalen.”
Met de jongens ging het beter. Ze waren ook allemaal ouder, de oudste twee zelfs al bijna pubers. “Ze zijn inmiddels ook allemaal op hun plek, hebben de ellende beter doorstaan dan hun kleine zus.” Gezien de situatie van Jewel kwam
Geleidelijk aan ging het beter. “Op een gegeven ogenblik begonnen ze over een thuiskomst te praten. Mocht ze een dagje komen logeren thuis. En toen was het zover: ze kon terug naar ons. Teamcoördinator Lara Kluijtmans herinnert het
zich ook als een succesmoment. “De moeder van Jewel knokte zó voor haar dochter, deed er echt alles aan om haar terug te krijgen. Het is een verdrietig verhaal, maar gelukkig met een ‘happy end’. Een lekker normaal kind, dat straks weer naar een gewone basisschool in Oss gaat. Dat gunnen we haar. De kroon op ons werk.” Niet altijd verloopt het allemaal zo voorspoedig. “We hadden vroeger veel autistische kinderen, momenteel zijn er ook met hechtingsstoornissen. Vaak zijn de problemen complex. Soms een ongelukkige samenloop van allerlei omstandigheden. Gezinnen met problemen, kinderen die net iets moeilijker leren. “Dit meisje is echt een uitzondering. Niets mis met haar. En een moeder die erg gemotiveerd is.” Een ding is duidelijk: dit zal in huize Flohr nooit meer gebeuren. “Niets dan lof over het kinderhuis. Maar een uithuisplaatsing willen we nooit meer meemaken. Jewel vindt het best om af en toe nog even in Reek te spelen, maar er blijven? Nooit. Houdt ze me stevig vast, en zegt ze dat ze niet meer bij me weggaat.”
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
18
‘Voor jongens als ik is zo’n school toch wel het allerbeste’ door Kitty Schaap
E
en boomlange puber, die Dani Smith. Nog maar dertien jaar, en toch al minstens één meter vijfentachtig. Vlotte bril, beugel. Dani is autistisch. Al voelt hij dat zelf helemaal niet zo. “Ik heb er geen last van. Ik bedoel, van binnen voel ik mij gewoon. Net als ieder ander denk ik. Heel normaal dus.” Zijn moeder Chantal ervaart dat toch anders. “Nou, Dani, wij vinden jou toch niet altijd hetzelfde als andere kinderen,” vertelt ze, gezeten aan de tafel in hun knusse huis in het Vughtse centrum. “Als we vroeger wel eens naar de Efteling gingen, was het soms niet zo’n succes. Dan rende jij zonder om te kijken voorop, en kwamen wij ergens achteraan.” Zoonlief haalt zijn schouders op. “Dat weet ik echt niet meer.” Op zulke momenten laat zijn geheugen hem opvallend in de steek. Maar het is me ook wat, als je als puber je ziel moet blootleggen. Zoals over die school De Vlinder in Reek, waar hij zijn hele basisschoolperiode heeft
doorgebracht. “Of het daar leuk was? Weet niet. School is school, je moet er gewoon heen.” Zijn moeder somt de vele gezellige dingen van De Vlinder op. “Feesten, uitstapjes, schoolreisjes en zwemmen. Je hebt hier ook nog ergens een surprise hangen.” Een geneerde blik. “O ja toch, de taxi was leuk. We hadden een heel aardige chauffeur. Altijd dezelfde. Ik spreek hem nog op Hyves.”Vanaf zijn vierde jaar ging hij dagelijks met die taxi naar Reek; daarvoor bezocht hij in Den Bosch het MKD.
´Dat vind ik fijn. Dat ik nu gewoon eigen baas ben. Na schooltijd ga ik met vrienden basketballen.’ “Wij merkten al snel dat hij anders was. Maar wat, daar konden we geen grip op krijgen. Hij praatte laat, zijn motoriek was minder goed. Ook was hij niet sociaal. Zo belandde hij al op tweeënhalfjarige leeftijd in de hulpverlening. Daar kwamen ze voorzichtig aan met de diagnose autisme. Ze vonden hem toen nog te jong om
DE VLINDER • De Vlinder is een school voor speciaal basisonderwijs. • Het speciaal onderwijs is onderverdeeld in 4 clusters. • De Vlinder is een cluster 4-school. • Leerlingen hebben ernstige gedrags-, ontwikkelings en/of psychiatrische problemen. • Er is bijzonderer expertise op het gebied van ADHD, autisme en hechtingsstoornissen.
• Een regionaal expertisecentrum (REC) verzorgt de toelating. • In een klas zitten 12 leerlingen. • Aan de school is onder andere een orthopedagoog verbonden. • Er is ook een schoolmaatschappelijk werker. • De Vlinder valt onder stichting Maashorst/Koraal Groep • Website: www.stichtingmaashorst.nl
het met zekerheid te stellen.” Uiteindelijk bleek het wel te kloppen. “Later verfijnden ze het nog iets, heette het stoornis van Asperger.” Bovengemiddeld intelligente kinderen, niet sociaal, vaak met een opvallend wijs taalgebruik en een grote, doch eenzijdige belangstelling. Dani beantwoordt duidelijk aan deze beschrijving. Bijzonder welbespraakt voor zijn leeftijd; zit in 2 havo-vwo van De Zwengel, een Vughtse school voor speciaal voortgezet onderwijs. Hier zit hij helemaal op zijn plek. En dat is misschien wel het beste bewijs hoe goed hij in Reek begeleid is: de overgang naar de huidige school is optimaal verlopen. Iedere dag fietst hij er nu zelf heen. “Dat vind ik fijn, dat ik nu gewoon eigen baas ben. Na schooltijd ga ik met vrienden basketballen.” Zus Lara van tien komt even binnengewipt en ratelt een gezellig verhaal af. “Kijk, dat deed jij nu vroeger nooit, Dani. Jij vertelde nooit uit jezelf iets. Dat was anders.” Emoties zijn moeilijk. Af en toe gebruikt hij ingewikkelde vergelijkingen, die wijs aandoen. Over een roos in een veld tulpen. “Je moet die mevrouw recht aankijken,” zegt hij ploseling streng tegen zijn moeder. Dat heb ik geleerd. Het hoort zo.”
´Eigenlijk had ik het allerliefst een doodgewoon kind willen zijn. Op een normale school’ Ontzettend veel heeft hij inderdaad op dit gebied geleerd. Ze doen er op De Vlinder alles aan om de merendeels autistische leerlingen gevoelens te onderwijzen. “Daar zijn we op gespecialiseerd,” vertelt Hanneke Thoonen, onderwijzeres van groep 6/7. “Hoewel we momenteel ook veel kinderen met hechtingsstoornissen hebben.
19
Mede dankzij de begeleiding van De Vlinder in Reek verliep de overgang naar het voortgezet onderwijs optimaal voor de dertienjarige Dani Smith.
Ik krijg de indruk dat veel ouders van autistische kinderen tegenwoordig dankzij een persoonsgebonden budget de zorg goed in de hand kunnen houden.” Ze kan zich Dani Smith nog best herinneren. “Hij was toen al groot. Maar het is lang geleden hoor.” Ze laat zien met welke methode de school werkt. “We gebruiken hier de PAD-methode: Programma Alternatieve Denkstrategieën. Het is belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ze leren bijvoorbeeld te benoemen
hoe ze zich voelen. Daar zijn speciale kaartjes voor.” Voor noodgevallen is er de Padplek; een stoeltje met een tekening erboven. “Wie zich niet fijn voelt kan daar even gaan zitten. Of zich zelfs even helemaal terugtrekken. Verder hebben we de gebruikelijke onderwijsmethoden, en zijn we een doodnormale school.” Wel met fysiotherapie, en logopedie. “Heel handig,” vindt Chantal Smith. “Het kan allemaal onderschooltijd. Ideaal voor ouders.” Een klein minpuntje is het contact. “Je kunt er jammer genoeg door de afstand niet dagelijks op de stoep staan. Dat is bij de school
foto Sandra Peerenboom
van Lara toch veel handiger, daar loop je nog eens binnen. Hier verliep de eerste jaren het contact vaak wat omslachtig via een heen- enweerschriftje. Toen kwam gelukkig de mail, dat maakte het allemaal een stuk makkelijker.” Hoe ideaal het ook allemaal klinkt; Dani had helemaal niet in Reek willen zitten. “Eigenlijk zou ik het allerliefst een doodgewoon kind zijn. Op een normale school. Soms kan het nu eenmaal niet anders, daar ben ik dan wel redelijk in. De Vlinder is voor zulke autistische jongens als ik toch wel het allerbeste.”
20
BRABANTS DAGBLAD - STICHTING MAASHORST EDITIE
‘Als journalist kreeg ik de kans om ook achter de schermen te kijken bij Maashorst’ door Mehlika Schopen
H
et Brabants Dagblad publiceerde een reeks artikelen over Maashorst. Auteur van deze serie is Kitty Schaap. Van huis uit arts in de kinderpsychiatrie, maar sinds een jaar of vijf ook helemaal verknocht aan het journalistieke vak. Kitty schreef zeven artikelen over Stichting Maashorst en belichtte daarin verschillende onderdelen van de stichting. “Ik werk al een aantal jaren als correspondent bij het Brabants Dagblad. Tot voor kort combineerde ik dat met mijn werk als arts in de kinderpsychiatrie. Op dit moment richt ik mij echter helemaal op de journalistiek. Ik vind het een prachtig vak. Je komt heel verschillende mensen tegen en hoort vaak bijzondere verhalen. Aanvankelijk schreef ik over uiteenlopende onderwerpen, maar de laatste tijd gaan mijn artikelen steeds vaker over de zorg. Zo combineer ik mijn twee vakgebieden met elkaar en dat is eigenlijk heel erg leuk. Het plaatje werd helemáál rond toen de chef van het Brabants Dagblad mij vroeg of ik de serie artikelen over Maashorst wilde schrijven. Hij had zelf het inleidende artikel, een interview met directeur Henk Reimert, geschreven en stelde voor dat ik de vervolgverhalen zou doen. Ik zei uiteraard meteen en volmondig ‘ja’. Als arts zie je meestal alleen de voorkant van een instelling, maar als journalist kreeg ik de kans om ook achter de schermen te kijken. En die kans werd mij in alle opzichten geboden. Zo ben ik een keer met een ambulant begeleider mee op huisbezoek geweest en heb ik een aantal uren doorgebracht bij de kinderen van het Medisch Kleuter Dagverblijf. Een arts komt daar in principe nooit. Ik vond het dan ook bijzonder om de dagelijkse praktijk van een instelling als Maashorst van heel dichtbij mee
Kitty Schaap combineert de vakgebieden journalistiek en zorg.
te maken. Voor mijn artikelenreeks heb ik erg veel hulp gehad van Linda Heutink. Zij droeg onderwerpen aan en zorgde ervoor dat ik overal gemakkelijk binnenkwam. De medewerkers die in interviewde, waren heel open. De gesprekken verliepen in een prettige en positieve sfeer. Ik denk dat de lezers van het Brabants Dagblad dat ook in de artikelen terugzagen. Evenals de goede zorg die Maashorst de kinderen biedt en de liefde van de medewerkers voor hun vak.”
foto Marc Bolsius
COLOFON Tekst Foto’s Vorm Druk
Kitty Schaap, Joris Roes, Mehlika Schopen, Henk Reimert Ruud Rogier, Jeroen Appels, Roy Lazet, Gérard Damoiseaux, Sandra Peerenboom, Marc Bolsius Robin Schmitz, Sittard Schrijen Lippertz, Voerendaal