Kinderen en hun kennis over overgewicht Hanzehogeschool Groningen Renate Rolfes 301738 Klas 2G
Samenvatting onderzoek: Elk jaar wordt de groep mensen met overgewicht en obesitas groter en groter. Steeds meer jongere kinderen krijgen overgewicht en dit kan al vroeg leiden tot grote gezondheidsproblemen. De kans dat een tienjarige met overgewicht dik blijft is wel 70%. Maar waar komt dit vandaan? Hoe kan het dat kinderen minder sporten en bewegen dan 25 jaar terug? Is het tegenwoordig maar normaal om dik te zijn? In dit onderzoek wordt gezocht naar de kennis die kinderen hebben over gezondheid en sport. Dit gebeurd door de BMI gegevens van zowel de kinderen als de ouders te vragen en vervolgens wordt, door een quiz, de kennis van de kinderen getest. Deze quiz antwoorden worden naast de BMI gegevens van hun en hun ouders gelegd. Is er een relatie te vinden tussen de kennis van de kinderen en de BMI gegevens van thuis? Er blijkt echter wel een relatie te zijn. Zodra de kinderen zelf overgewicht hebben en hun ouders ook, scoren zij minder goed op de quiz dan de kinderen met een goed BMI en waarvan minimaal één van hun ouders ook een goed BMI heeft.
Pagina | 0
Inhoudsopgave Aanleiding ................................................................................................................................................ 2 Vraagstelling/deelvragen .................................................................................................................... 6 Methode .................................................................................................................................................. 7 Onderzoekspopulatie .......................................................................................................................... 7 Meetinstrumenten .............................................................................................................................. 8 Validiteit .......................................................................................................................................... 8 Betrouwbaarheid............................................................................................................................. 8 Procedure ............................................................................................................................................ 9 Data analyse ........................................................................................................................................ 9 Resultaten ............................................................................................................................................. 10 Discussie ................................................................................................................................................ 13 Hoofdvraag/deelvragen .................................................................................................................... 13 Beoordeling eigen onderzoek ...................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Geciteerde werken ................................................................................................................................ 16
Pagina | 1
Aanleiding De groep mensen die met overgewicht te maken heeft wordt steeds groter. Mensen worden simpel weg steeds dikker (Cijfers 2013 door CBS, 2013). Dit fenomeen gebeurt niet alleen bij oudere mensen maar vooral ook bij de jongeren (M.M.Boere-Boonekamp, 2008).In de afgelopen 30 jaar is het percentage volwassenen met overwicht met 50% gestegen en bij de jongeren 40%. Het is interessant om de bron van het probleem te vinden. Komt dit door gebrek aan kennis of is wordt het steeds normaler dat mensen dik worden. Veel dingen krijgen kinderen van huis uit geleerd, maar valt hier het stukje een gezonde leefstijl ook onder? Want juist thuis leert en ontwikkelt het kind eet- en bewegingsgewoonten en –patronen. (Rütten, 2009). Gebeurt dit in de realiteit ook of schuiven ouders dat af op de school? Weten de ouders wel dat een gezaghebbende opvoedingsstijl beschermend is, terwijl een restrictieve en een permissieve, verwaarlozende stijl de kans op overgewicht en obesitas vergroten. (M. P. L’Hoir)
Relevantie Volgens de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg wordt in Nederland naar schatting een bedrag van €505,4 miljoen per jaar besteed aan de directe gevolgen van ernstig overgewicht – circa 1,6% van de totale kosten van de gezondheidszorg voor volwassenen van 20 jaar en ouder. De indirecte kosten als gevolg van overgewicht worden geschat op €2 miljard per jaar. De cijfers van de RVZ zijn dus grofweg in lijn met de internationale analyse van McKinsey. (Company, 2013 ) We leven nog steeds in een crisis, constant moet er op ‘de centjes’ gelet worden (Marcoeconomische politiek voor een uitweg uit de crisis (deel II) , 2013). Niet alleen de mensen moeten dit doen, ook de regering moet opletten waar zij hun geld in willen investeren. Overal moet worden in gesneden, in de gezondheidszorg, de studiefinanciering van studenten, bedrijven moeten het met minder personeel doen kortom alles wordt duurder. De kosten die obesitas indirect met zich meebracht in 2002 werd geschat op twee miljard euro per jaar (MP Jans, 2007). Dit moet verminderd kunnen worden. Als deze mensen allemaal gaan afvallen, wordt dit gigantische bedrag namelijk steeds minder. Een voorbeeld hiervan is dat mensen met obesitas vaak leiden aan één of meerdere chronische ziektes. Chronische ziektes die vaak voorkomen bij mensen met obesitas zijn diabetes, artrose en hart- en Tabel 1: diabetes vaatziektes. Een voorbeeld hiervan is dat bijna 16% van alle mensen met diabetes lijden aan obesitas en 7% aan overgewicht tegenover 2% die geen overgewicht heeft (CBS: steeds meer mensen met diabetes, 2014) . Hierdoor moeten zij vaak naar het ziekenhuis en hebben zij veel medicijnen nodig, dit kost een hoop geld. Stel dat dit al met de helft wordt verminderd scheelt het de overheid al weer 1 miljard euro per jaar! Het nadeel hieraan is wel dat hiervoor eerst een investering gedaan moet worden, wat later pas weer terug verdiend kan worden.
Pagina | 2
Dikke baby’s en peuters hebben 25% kans om dik te blijven. De kans dat een tienjarig kind met overgewicht dik blijft is zelf 70% (Rütten, 2009) Vaak wordt er gezegd dat voorkomen beter is dan bestrijden. In het artikel van Rütten is dit ook zeker weer terug te vinden. Daarom is het ook belangrijk om het probleem vanaf het begin, of daarvoor, al aan te pakken.Als kinderen op vroeg leeftijd geen tekenen van overgewicht vertonen is de kans ook relatief klein dat zij obesitas krijgen. Volgens Jack H Willmore zouden de mensen, en vooral de kinderen, niet de schuld afschuiven op de erfelijke aanleg. Recent onderzoek bevestigt dat er een significante genetische component is in de etiologie van obesitas. Maar het is mogelijk om obees te zijn onder een familiegeschiedenis(erfelijke aanleg) voor obesitas, voornamelijk door keuzes in leefstijl. Het is ook mogelijk om relatief mager te zijn, zelf met een erfelijke aanleg voor obesitas, door goede voeding en lichamelijke activiteit. (jack H. Wilmore, 2009) Ouders van kinderen spelen een grote rol bij het aanleren van gezond gedrag van kinderen (Sport & bewegen in de buurt, 2014). Ouders hebben veel invloed op het eet-en beweeggedrag van hun kind, ook hebben ze daardoor veel invloed op het gewicht van hun kind(eren). Kinderen leren op verschillende manieren van hun ouders, één van deze manieren is simpelweg het kopiëren van hun gedrag. Ouders zijn namelijk rolmodellen voor de kinderen. Wil een interventie op langere termijn effectief zijn bij kinderen dan moet het hele gezin zich bewust worden van de noodzaak (en mogelijkheden) van gezond gedrag (Sport & bewegen in de buurt, 2014).
Theoretisch kader en operationaliseren begrippen In het onderzoek staan een aantal belangrijke begrippen centraal. Het eerste begrip is leefstijl. Leefstijl kan met verdelen onder de BRAVO-factoren. B = bewegen R = roken A= alcohol V = voeding O = ontspanning Een combinatie van weinig bewegen, veel roken, veel alcohol, slechte voeding en veel stress veroorzaakt een zeer slechte leefstijl (Bravo Wijzer ). Aan de hand van een aantal vragen zou men kunnen kijken hoe het gesteld is met de leefstijl van een ander. Voor bijvoorbeeld bewegen en voeding staan een aantal normen voor waar men aan moet voldoen (De schijf van vijf , 2015) (Beweegnorm, 2015), zo kan men snel zien of dit positief is voor de leefstijl of negatief. Des te meer negatieve punten in de BRAVO-factoren des te slechter de leefstijl is. De volgende begrippen zijn overgewicht en obesitas. Deze begrippen zijn toch het meest belangrijke in het totale onderzoek. Het enige probleem is hoe kan men duidelijk maken wat precies overgewicht en obesitas inhoudt? Hiervoor kan men een simpele berekening gebruiken, namelijk het BMI (body mass index). BMI = gewicht in kilo / lengte in meters ² Pagina | 3
Tabel 2: BMI
BMI Score BMI onder 18.5 BMI tussen de 18.5 en 24.9 BMI tussen de 25 en 29.9 BMI tussen de 30 en 39.9 BMI hoger dan 40 (Uw BMI, 2012)
Categorie Ondergewicht Normaal gewicht Licht overgewicht Overgewicht Zwaar overgewicht
Voor kinderen is er een andere schaal van BMI. Er is te zien dat elk jaar voor een kind de BMI scores veranderen, dit blijft zo tot de 18e levensjaar. (BMI jongens en meisjes, 2010). In de tabel wordt duidelijk dat de kinderen een lager BMI moeten hebben, maar ze groeien langzaam richting de BMI schalen voor volwassenen. Voor de gekozen doelgroep ligt het BMI ongeveer tussen de 14.5 en 21.5. Er is al vaker onderzoek gedaan naar de preventie van overgewicht bij kinderen. Een mooi voorbeeld hiervan is het wetenschappelijk artikel ‘Overbruggingsplan voor kinderen met overgewicht’ (BulkBunschoten, 2005). Een aantal jaren later, in 2009, kwam er een nieuw overbruggingsplan (Nederlands Jeugd Instituut, 2009). Dit plan richtte zich op vijf elementen (BBOFT). Het ging hier om zowel primair als om secundaire preventie. De vijf elementen zijn -
Bevorderen van borstvoeding Meer buiten spelen en bewegen Regelmatig en goed ontbijten Het verminderen van gebruik van gezoete, frisdranken Minder voor de TV of computer zitten Een verstoring van de energiebalans (meer energie-inname en minder energieverbruik) leidt tot toename van het gewicht. Een dagelijks klein energieoverschot heeft grote gevolgen op de gewichtstoename op de langeretermijn. Deze energiebalans wordt vooral beïnvloed door gedrags- en omgevingsfactoren. Genetische, metabole en/of endocriene oorzaken voor overgewicht en obesitas hebben slechts in een klein aantal gevalleninvloed op het gewicht (Bulk-Bunschoten et al, 2005).
Zoals hierboven in wordt verwezen spelen gedrags- en omgevingsfactoren een belangrijke rol bij een gezonde leefstijl. Een gezonde omgeving is bevorderend voor een gezonde leefstijl bij het kind. Onder de omgevingsfactoren vallen onder andere school, thuis en vrienden. Als er gekeken gaat worden naar de kennis van de kinderen en de leefstijl van de ouders moet er eerst gekeken worden waar de kinderen hun kennis vandaan halen. Er zijn drie verschillende leertheorieën over hoe mensen leren.
Figuur 1: Klassiek conditioneren
Pagina | 4
1. Klassiek conditioneren van de Russische fysioloog Ivan P. Pavlov. Het bekendste experiment hiervan is met de hond. Zodra de hond een bak met eten krijgt gaat hij kwijlen. Als vervolgens voor het eten gegeven wordt een belletje laat rinkelen en dit vaak genoeg herhaald zal de hond uiteindelijk al beginnen met kwijlen bij het horen van het belletje, zonder dat hij het eten ziet. Dit gebeurd omdat de hond verwacht dat zijn eten komt. Op dezelfde manier kan men menselijke reacties aanleren bij bepaalde signalen. 2. Operationeel conditioneren van de Amerikaanse psycholoog Berrhus F. Skinner. Operationeel conditioneren omvat een proces waarin het gedrag van een mens verandert als gevolg van de consequenties die dat gedrag heeft. Hiermee wordt ongewenst gedrag bestraft en gewenst gedrag beloont. Een simpel voorbeeld hiervan is wat kinderen meekrijgen vanuit school. Als iemand een toets heeft gemaakt en geen voldoende heeft gehaald, zal als straf misschien extra werk moet worden gemaakt, terwijl iemand met een voldoende extra lang buiten mag blijven spelen. 3. Social learning theorie van Canadese psycholoog Albert Bandura. Bij de social learning wordt er gebruik gemaakt van het kopiëren van gedrag. Kinderen krijgen dit dus al op zeer jonge leeftijd mee. Dit heeft erg te maken met dit onderzoek. Kinderen leren dus via de social learning theorie om naar hun ouders te kijken en nemen dit gedrag over. Naast deze leerstijlen leren kinderen op school wat goed en wat minder goed eten is bijvoorbeeld. Tijdens het onderzoek wordt kort gekeken naar de invloed die ouders hebben op hun kinderen. Weten de kinderen die overgewicht hebben dat het niet goed is, of is het misschien net als hun ouders, heel normaal om zwaarder te zijn want ‘het zit in de genen’? En wat weten kinderen, waarvan de ouders geen overgewicht hebben, over een gezonde leefstijl of krijgen ze dit niet mee omdat iedereen binnen het gezin alles maar kan eten zonder te dik te zijn? Dit wordt voornamelijk teruggevonden in hun omgevingsfactoren. Tijdens het onderzoek wordt er gekeken naar de laatste twee leertheorieën. Wat heeft een kind op school geleerd door bijvoorbeeld projecten als Lekker fit! en het school project gezonde school, en wat krijgt het kind van huis uit mee door te kijken wat hun ouders doen? Naast de kennis van de kinderen zal er gekeken worden naar de leefstijl van hun ouders. De leefstijl ouders wordt geoperationaliseerd door drie kenmerken 1. Een gezonde BMI (18,5 en 24,9) 2. niet rokend 3. sportend of heeft in het verleden gesport Hierbij wordt er voornamelijk naar de BMI gegevens gekeken. Het rook- en sportgedrag speelt hierbij een minder grote rol, echter er wordt hierbij ook naar een verband gezocht. Naast deze begrippen is er nog één belangrijke determinant waarover veel gesproken zal worden en ook een aantal vragen over voorkomen in de quiz. Het betreft het begrip sport. Sport heeft in dit onderzoek de volgende betekenis: Een fysieke bezigheid waarbij een specifiek doel leidend is zoals gezondheidsverbetering en verbeteren in de uitgeoefende sport.
Pagina | 5
Vraagstelling/deelvragen ‘is er een relatie tussen de kennis van de kinderen over leefstijl en leefstijl van de ouders?’ Heeft de manier van leefstijl van ouders invloed op de kennis die kinderen hebben over leefstijl? Waardoor worden kinderen steeds dikker? Komt dat door het gebrek aan kennis van de ouders of aan het gebrek aan kennis van de kinderen?
Pagina | 6
Methode Om te onderzoeken in welke mate er een relatie bestaat tussen de kennis van kinderen over een gezonde leefstijl en de leefstijl van de ouders zullen er een aantal instrumenten gebruikt worden. Dit is een empirisch onderzoek omdat er gebruik zal worden gemaakt van een eigen enquête. Voor dit onderzoek zullen zowel de ouders als de kinderen mee moeten werken. Dit onderzoek zal een kwantitatief onderzoek zijn. Dit omdat er minimaal twee groepen vergeleken zullen worden, het onderzoek heeft een objectief karakter en er zal een poging gedaan worden tot generaliseren. Dit onderzoek zal voornamelijk een primair onderzoek zijn, maar zal met secundaire bronnen worden vergeleken.
Onderzoekspopulatie De onderzoekspopulatie bestaat uit kinderen met de leeftijd van negen tot en met 12 jaar, dit is te vergelijken met groep zes, zeven en acht van het basisonderwijs. In totaal zijn er 3 jongens die de quiz hebben gemaakt en 9 meisjes. De gemiddelde leeftijd ligt tussen de 11 en 12 jaar, met één meisje van 9 jaar en één meisje van 14 jaar. Bijna alle kinderen die de enquête hebben ingevuld komen uit de gemeente Emmen. Deze kinderen zijn gekozen omdat rond deze leeftijd het logisch denken goed ontwikkeld is en kinderen genoeg taalvaardigheid het ontwikkeld om meer complexe begrippen en redenaties onder woorden te brengen. (cognitieve ontwikkeling) Kinderen zijn beter in staat om abstract te denken, over situaties die zij niet zelf hebben meegemaakt. Ook kunnen ze zich inleven in verschillende standpunten (cognitieve ontwikkeling) Voor dit onderzoek is meer nodig dan alleen de kennis van het kind. Ook de ouders zouden een kleine bijdrage moeten leveren om de onderzoeksvraag goed te kunnen beantwoorden. Het blijkt dat vooral het voorbeeld van de ouders belangrijk is. Zowel bij bewegen als overgewicht. ‘Als ouders aan sport doen gaan de kinderen meedoen (Kinderen krijgen te weinig beweging, 2015) Uit het bovenstaande onderzoek is gebleken dat de rol van ouders daadwerkelijk wel invloed heeft op het gedrag van de kinderen ten opzichte van sporten. Ook werd er gezien dat kinderen waarvan de ouders nooit gingen ontbijten, de kinderen dit zelf ook niet gingen doen. Hieruit blijkt dat kinderen veel via de social learning theorie leren in hun eerste levens jaren. Door dit allen spelen ouders dus ook een belangrijke rol in dit onderzoek. Wat opviel was dat beide ouders van de kinderen meewerkte aan de enquête. De gemiddelde leeftijd van de moeders was 42 jaar en de gemiddelde leeftijd van de vaders was 45 jaar.
Pagina | 7
Meetinstrumenten Als meetinstrument is gekozen voor een eigen gemaakte enquête. Deze kan zowel schriftelijk als online ingevuld worden. Deze enquête bestaat uit twee gedeeltes. Het eerste gedeelte is om te kijken naar de BMI van de ouders, het rookgedrag en sport gedrag. Het tweede gedeelte bestaat uit een quiz voor de kinderen om hun kennis te testen over sport, voeding en gezondheid. Het eerste gedeelte van de enquête gaat om de ouders en het BMI van het kind. Voor het BMI is de leeftijd, lengte en gewicht van belang. Verder wordt er kort gekeken naar het sportgedrag en rookgedrag van de ouders, dit is om te kijken of er verder nog een verband te vinden is tussen de ouders en kennis van hun kinderen. Het tweede gedeelte van de enquête, de quiz, bestaat uit verschillende onderdelen. 1. Sport/bewegen (5) 2. Gezonde voeding (5) 3. Open vragen (2) 4. Gevolgen overgewicht (1) 5. BMI (2) In het begin wordt er gekeken wat de kinderen weten wat sport is en waarom sporten belangrijk is. Vervolgens wordt er gekeken naar de kennis over voeding, weten de kinderen wat ze moeten eten en wat gezond is? Tijdens de open vragen wordt de kennis over voeding op een toepassende wijze gevraagd. Weten de kinderen de (on)gezonde producten om te zetten in een maaltijd? Er wordt afgesloten met vragen naar BMI, weten de kinderen wat het is en inhoud? Validiteit Door de duidelijk vraagstelling in het eerste gedeelte van de enquête worden gegevens verkregen, lengte en gewicht, om de BMI mee te berekenen. In de quiz worden er voornamelijk veel meerkeuze vragen gesteld en weinig open vragen zodat de kinderen niet te veel konden afdwalen van het goede antwoord. De enquête is van te voren ook getest en met feedback terug gekomen, hierdoor konden er dingen worden aangepast die toch nog niet duidelijk genoeg waren en de validiteit verbeterde van de quiz. Door de meerkeuze vragen is het makkelijk om tot een totale score te komen. Betrouwbaarheid De BMI wordt niet berekend door de testgezinnen zelf. Hierdoor is de betrouwbaarheid hoger als wanneer de testgezinnen dit zelf doen. De betrouwbaarheid van de lengte en gewicht is niet hoog. Helaas heeft niet iedereen een weegschaal in huis waardoor ze hun gewicht kunnen schatten. Verder weten wij niet welke weegschalen er gebruikt worden waardoor de betrouwbaarheid van de gewicht gegevens niet als zeer betrouwbaar kunnen worden gesteld. Ook zullen er mensen zijn die al lange tijd hun lengte niet hebben gemeten en dit gaan schatten of een verouderde lengte zullen gebruiken, hierdoor is de betrouwbaarheid ook niet hoog. De betrouwbaarheid van de quiz is echter anders. De betrouwbaarheid van de quiz ligt deels aan het gedrag van de ouders. Omdat de quiz thuis via het internet gemaakt kan worden, zonder enig toezicht, bestaat de mogelijkheid er dat ouders hun kinderen gaan helpen bij het invullen van de quiz of dat kinderen naar antwoorden gaan vragen. De betrouwbaarheid zal echter groter zijn als de kinderen de quiz onder toezicht zouden maken in plaats van thuis. Pagina | 8
Procedure Het eerste wat ontworpen is, is de vragenlijst. Deze lijst bestaat uit twee gedeeltes, één gedeelte voor de ouders, en het andere gedeelte voor het kind. Bij de ouders wordt er naar hun leeftijd, lengte en gewicht gevraagd en hun rook- en sportgedrag. Voor het kind wordt er ook eerst naar hun leeftijd, lengte en gewicht gevraagd, maar krijgen zij vervolgens het tweede gedeelte van het onderzoek. Het tweede gedeelte bestaat uit een quiz met een aantal vragen over sport, (on)gezond eten en gezondheid/leefstijl. Zodra de quiz af is wordt hij getest door iemand die binnen de doelgroep past, een kind tussen de 10 en 12 jaar. Hierbij wordt er ook om feedback gevraagd, zijn de vragen te makkelijk of juist te moeilijk? Na aanleiding van de feedback wordt de quiz waar nodig aangepast en aangemaakt in www.Thesistools.com. Deze website zal de volledige enquête afnemen bij de doelgroep. Zodra er voldoende enquêtes zijn binnengehaald worden deze verwerkt en geanalyseerd. Dit wordt verder besproken in het volgende hoofdstuk, Data analyse. Na afloop van de data analyse worden er subgroepen gemaakt en wordt er gezocht naar verbanden in de verkregen resultaten.
Data analyse De vragenlijst bestaat uit twee onderdelen. De leefstijl van ouders en kind en een quiz. Het eerste gedeelte wordt getest door het meten van hun BMI, dit is ook hun score. Deze BMI scores wordt gebundeld in een Exel bestand. Vervolgens wordt er gekeken of er verschillende subgroepen te vinden zijn. Deze subgroepen hangen af van de BMI van de ouders en de BMI van de kinderen. Wie van de ouders heeft geen gezond BMI en wie wel en daarnaast gebeurd hetzelfde met de kinderen. Er zijn hieruit drie verschillende groepen geconstateerd: -
Groep 1: Kind met een goed BMI en minimaal 1 van de ouders ook. Groep 2: Kind en ouders een te hoog BMI Groep 3: Kind met een goed BMI maar beide ouders niet
Het tweede gedeelte bestaat uit een quiz voor de kinderen. Deze quiz bestaat uit verschillende onderdelen waarmee de kinderen punten kunnen scoren. 1. Meerkeuze vragen (11) 2. Open vragen a. Schijf van 5 b. Gerechten c. Gevolgen overgewicht d. BMI Elk goed antwoord is 1 punt waard. Hierdoor krijg kan je dus 13 punten halen op de open vragen, 5 op de schijf van 5, 1 voor de BMI en voor de gevolgen van overgewicht tot maximaal 5 punten. Hiermee kan iedereen een score halen van maximaal 29 punten. Een uitzondering hierop is 2b. Dit zijn toepassingsvragen en worden niet meegerekend in het punten aantal. De gegevens van de leefstijl worden gebundeld in een tabel in Exel, net als de punten die de kinderen scoren voor de quiz. Deze gegevens zijn terug te vinden in tabellen in het hoofdstuk resultaten.
Pagina | 9
Resultaten Er zijn in totaal 16 formulieren ingevuld. 12 daarvan voldeden aan de voorwaarden, alles ingevuld, de andere vier waren niet volledig ingevuld en zijn daardoor ook niet mee genomen. In dit hoofdstuk wordt weergegeven wat er in het hoofdstuk ‘Data analyse’ is beschreven en zijn de resultaten gebundeld naar de belangrijkste bevindingen.
Gebundelde resultaten In tabel 3, BMI gegevens gezin, is te zien wat de BMI van de ouders zijn en daarbij van hun kind. Dit is nodig om subcategorieën/subgroepen te maken. Tabel 3: BMI gegevens gezin
BMI gezin 45
40 35 30
BMI
25 20
Moeder Vader
15
Kind 10 5 0
1
Moeder 35,9
2
3
26
25
4
5
32,9 27,2
6
7
25
29
8
9
19,1 22,4 32,7 25,6 24,9 26,9 32,1 20,4 25,6
Kind
27,3 21,5 20,2 23,2
21,4 20,4
11
12
32,3 32,5 36,8 37,1 22,2
Vader
20
10
18
23
41
25,6 34,3
24,6 15,4 20,7
Test gezin
Hieruit is dus gebleken dat de volgende subgroepen zijn geconstateerd: -
Pagina | 10
Groep 1: Kind met een goed BMI en minimaal 1 van de ouders ook. o Bestaande uit test gezin 2, 8 en 12 Groep 2: Kind en ouders een te hoog BMI o Bestaande uit test gezin 4, 9 en 10 Groep 3: Kind met een goed BMI maar beide ouders niet o Bestaande uit test gezin 3, 5, 6, 7, en 11
Naast dat er gekeken wordt naar de BMI van zowel de kinderen als hun ouders is de quiz ook afgenomen en hebben de kinderen een score gekregen op hun quiz. In tabel 4 wordt weergegeven hoe de kinderen van het test gezin hebben gescoord op zowel de gesloten als open vragen. Tabel 4: quiz scores gesloten vragen
Quiz scores 20 18 16 14
Score
12 BMI 10
gevolgen overgewicht
8
schijf van 5
6
meerkeuze
4
2 0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Test gezin
Hierin is te zien dat er een duidelijk verschil te merken is tussen de kennis van de kinderen. Deze gegeven worden gebruikt om een gemiddelde score aantal te gaan geven per subgroep die gemaakt is uit de BMI gegevens
Opvallende antwoorden bij de openvrage n over gezond en ongezond eten. (8 en 10 hebben geen gerechten opgeschreven) Naast de gegevens uit tabel 4 hebben de kinderen ook nog een toepassingsopdracht gehad. Ze moesten 5 verschillende gezonde en ongezonde maaltijden opschrijven. Wat opviel was dat veel kinderen hetzelfde bij de ongezonde gerechten opschreven de top 3 hiervan was 1. Pizza 2. Patat 3. Pannenkoeken Wat bij de gezonde maaltijden opviel was dat vele geen maaltijd wisten op te noemen maar wel veel soorten groentes. Het blijkt dus dat kinderen het toepassen van alle gezonden producten in één gezonde maaltijd lastig is.
Pagina | 11
Generaliseren Dit onderzoek is geschreven om te onderzoeken of er een verband is tussen de leefstijl van de ouders en de kennis van hun kinderen over leefstijl. Hierbij zijn al eerder drie verschillende categorieën geconstateerd. -
Groep 1: Kind met een goed BMI en minimaal 1 van de ouders ook. o Bestaande uit test gezin 2, 8 en 12 Groep 2: Kind en ouders een te hoog BMI o Bestaande uit test gezin 4, 9 en 10 Groep 3: Kind met een goed BMI maar beide ouders niet o Bestaande uit test gezin 3, 5, 6, 7, en 11
Naast dat deze subgroepen zijn gemaakt is er vervolgens een gemiddelde kennis score uitgerekend per groep en deze zijn gebundeld in tabel 5. Tabel 5: gemiddelde quiz-score per subgroep
Groepen Groep 1 Groep 2 Groep 3
Pagina | 12
Gemiddelde score 16.67 15.67 16.20
Discussie In dit hoofdstuk komen een aantal verschillende vlakken aan bod. Zo wordt er antwoord gegeven op de hoofdvraag en daarbij de deelvragen door middel van de gegevens uit het hoofdstuk Resultaten. Daarnaast worden deze gegeven vergeleken met bestaande literatuur en onderzoeken die gevonden zijn in de loop van dit onderzoek. Daarnaast zal er kort terug geblikt worden op de uitvoering van dit onderzoek en worden er aanbevelingen gedaan voor een eventueel vervolg onderzoek of een aanbeveling richting de ouders na aanleiding van de gevonden resultaten. Er zal worden afgesloten met een kort en bondige conclusie.
Hoofdvraag/deelvragen ‘is er een relatie tussen de kennis van de kinderen over leefstijl en leefstijl van de ouders?’ Er is een verband te vinden tussen de kennis van de kinderen en de leefstijl van hun en hun ouders. Er zijn drie groepen gemaakt namelijk; 1. Kind en één van de ouders heeft een gezond BMI 2. Kind én beide ouders hebben geen gezond BMI 3. Kind heeft wel een gezond BMI maar zijn of haar ouders niet. Als we vervolgens de gemiddelde scores van de kennis quiz erbij betrekken komen we op de volgende scores: 1. 16.67 2. 15.67 3. 16.20 Hieruit wordt geconcludeerd dat wanneer kinderen en hun ouders een goed BMI hebben, het kind hoger scoort op de kennis quiz dan kinderen waarvan zijzelf en hun ouders een ongezond BMI hebben.
1. Kind en één van de ouders heeft een gezond BMI •16.67 2. Kind heeft wel een gezond BMI maar zijn of haar ouders niet. •16.20 3. Kind én beide ouders hebben geen gezond BMI •15.67
‘ Heeft de manier van leefstijl van ouders invloed op de kennis die kinderen hebben over leefstijl?’ De leefstijl van ouders heeft daadwerkelijk wel invloed op de kennis van kinderen over leefstijl. Zelfs de kinderen waarvan hun ouders overgewicht of obesitas heeft, en zij zelf niet, scoren lager.
Pagina | 13
‘Waardoor worden kinderen steeds dikker? Komt dat door het gebrek aan kennis van de ouders of aan het gebrek aan kennis van de kinderen?’ Er is evidentie dat de opvoedingsstijl van ouders samenhangt met het ontstaan van overgewicht bij hun kind (M.P. L’Hoir, 2008) Eet- en leefgewoontes van het hele gezin moeten bij de behandeling van jonge kinderen met overgewicht worden betrokken. Dit omdat ouders een belangrijke rol spelen bij het aanleren van gezonde eet- en leefgewoontes van hun kind. Ook is uit een ander onderzoek gebleken dat kinderen uit een middel- en lage SES vaker te maken hebben met overgewicht. Opvallend is dat bijna twee derde van de 2-jarigen met overgewicht weer een normaal gewicht heeft op 6-jarige leeftijd. Deze kinderen hadden vaker een hoogopgeleide moeder dan de kinderen die overgewicht behielden (47% versus 29%). Volwassenen met een lage sociaaleconomische status (SES) hadden bij de beginmeting een hogere body mass index (BMI) dan de totale groep. De gewichtsstijging voor personen met een lage SES was echter gelijk aan die voor de totale groep. Verschillen in BMI komen dus waarschijnlijk vóór het 20e levensjaar tot stand (SW van den Berg, 2006). Verder richt Sport impuls kinderen sportief op gewicht (KSG) zich voornamelijk op de ouders. Hieruit is ook gebleken dat ouders een positief effect hebben op het aanleren van gezond gedrag bij hun kinderen. Ook zorgen de ouders ervoor dat de kinderen het volhouden van de veranderde, gezonde leefstijl beter gaat wanneer zij medeverantwoordelijk worden gemaakt. Ook is uit een onderzoek van het RIVM gebleken dat er aanwijzingen zijn dat onder andere de kennis die ouders hebben over leefstijlthema’s van invloed kan zijn op interventies bij kinderen. Het lijkt bijvoorbeeld zinvol om kennis van ouders over een gezonde leefstijl te vergroten en hen te helpen hoe ze die bij de opvoeding kunnen inzetten. Zo is het van belang dat zij thuis regels stellen. Daarnaast is het van belang dat ouders bewust worden gemaakt van hun voorbeeldfunctie, en van het besef dat ze daarmee het gedrag van hun kind kunnen beïnvloeden. (RIVM, 2014) Ook uit eigen onderzoek is gebleken dat de kinderen, van ouders met overgewicht, en zelf ook overgewicht hebben minder wisten over gezondheid dan de kinderen zonder overgewicht en waarvan hun ouders, minimaal één, ook geen overgewicht heeft.
Kritische terugblik Sterktes Een sterkte uit dit onderzoek is dat er een duidelijk conclusie kon worden getrokken aan het einde. De zelf gemaakte quiz was een succes. De meeste kinderen snapten en wisten de vragen, en ze waren over het algemeen niet te moeilijk voor hun leeftijdscategorie. Ook was de quiz niet te lang voor de kinderen, waardoor ze nog makkelijk de aandacht erbij konden houden en ze alles invulde.
Pagina | 14
Zwaktes Een grote zwakte in dit onderzoek was het niet kunnen vinden van een school die mee werkte aan dit onderzoek. Elke school had wel iets waardoor ze niet deelnamen aan het onderzoek. Er was bijvoorbeeld geen tijd voor, geen interesse of ze wilde de ouders hier niet mee confronteren. Hierdoor moest de enquête deels via internet ingevuld worden waardoor de betrouwbaarheid van de enquête gegevens, de quiz, er minder op werden. Dat was het grootste zwakte punt van dit onderzoek. Het enige positieve hieraan was wel dat de quizzen veelal wel echt door de kinderen zijn ingevuld, dit was duidelijk te zien aan de spellingsfouten die er waren gemaakt bij de open vragen. Verder was het een zwakte dat er bijna alleen maar meisjes de quiz gemaakt hadden en de onderzoekspopulatie te klein was om ook het verschil tussen de jongens en de meisjes nog te vergelijken. Aanbevelingen De eerste aanbeveling naar aanleiding van het onderzoek is dat de onderzoekspopulatie moet worden vergroot en de betrouwbaarheid beter moet worden gewaarborgd. Dit kan zijn dat de enquêtes op bijvoorbeeld basisscholen zal worden afgenomen. Het beste zal hier ook nog in zijn dat het verschillende basisscholen uit verschillende wijken zal bestaan zodat er ook gekeken kan worden naar de sociaal economische status van de wijk. De laatste aanbeveling zal gaan richting de ouders. Ouders zouden meer moeten weten over wat hun gedrag overgenomen wordt door hun kinderen. Het is hieruit gebleken dat ouders daadwerkelijk een grote rol spelen bij de kennis van de kinderen over leefstijl, dit zou kunnen leiden tot overgewicht bij deze kinderen. Hierdoor zal het preventief erg positief zijn als ouders de gevolgen van hun leefstijl voor hun kinderen kan hebben.
Conclusie De complete conclusie is dat de ouders veel invloed hebben op de kennis van hun kinderen over overgewicht en indirect daardoor ook veel invloed uitoefenen op het gewicht van hun kind. Om overgewicht te bestrijden en te voorkomen spelen de ouders een cruciale rol.
Pagina | 15
Geciteerde werken ‘Ouder moet kind achter beeldscherm weghalen’. Hoe lang mag een kind achter de computer? (2014, mei ). Opgehaald van Gezondheid en co : http://www.gezondheidenco.nl/ouder-moet-kindachter-beeldscherm-weghalen-hoe-lang-mag-een-kind-achter-de-computer/ Beweegnorm. (2015). Opgehaald van Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen: http://www.nisb.nl/weten/normen.html BMI jongens en meisjes. (2010). Opgehaald van voedingscentrum: http://www.voedingscentrum.nl/professionals/kindervoeding-0-4jaar/babyenkindervoeding/bmi-jongens-en-meisjes.aspx Bravo Wijzer . (sd). Opgeroepen op 2013, van CZ : http://www.cz.nl/cz-bravo-wijzer.pdf Bulk-Bunschoten, A. M. (2005). overbrugginsplan voor kinderne met overgewicht. . 78. CBS: steeds meer mensen met diabetes. (2014, november). Opgehaald van Centraal bureau voor de statestiek : http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/gezondheidwelzijn/publicaties/artikelen/archief/2014/2014-4173-wm.htm Cijfers 2013 door CBS. (2013). Opgehaald van convenant gezond gewicht: http://www.convenantgezondgewicht.nl/cijfers/cijfers_2013_door_cbs cognitieve ontwikkeling. (sd). Opgeroepen op juni 2015, van samenspel op de BSO: http://www.samenspelopdebso.nl/handleiding/cognitieve-ontwikkeling/ Company, M. &. (2013 , augustus 9). overgewicht wordt grootste kostenpost . Opgeroepen op 2013, van laco.eu : http://www.laco.eu/overgewicht-wordt-grootste-kostenpost.html De schijf van vijf . (2015). Opgehaald van voedingscentrum : http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijf-van-vijf/schijf.aspx eet veel groente, fruit en brood . (2015). Opgehaald van voedingscentrum : http://www.voedingscentrum.nl/nl/schijf-van-vijf/eet-veel-groente-fruit-en-brood.aspx (2009). obesitas, diabetes en lichamelijke activiteit . In D. L. jack H. Wilmore, inspannings- en sportfysiologie (p. 541). Kinderen krijgen te weinig beweging. (2015). Opgeroepen op 2015, van DRS-online: http://www.drsonline.nl/artikel.php?ID=993 KNVB wil meer vrouwelijke scheidsrechters. (2009, januari). Opgehaald van nu: http://www.nu.nl/voetbal/1992251/knvb-wil-meer-vrouwelijke-scheidsrechters.html M. P. L’Hoir, M. B.-B. (sd). Kansrijke elementen in de preventie van overgewicht bij jonge kinderen. kindergeneeskunde. M., B.-B. M., P., L. M., M., B., J., B., N., D., & C., E. A. (2008). overgewicht en obesitas bij jonge kinderen . Nederlands tijdschrift voor gezondheid , 324-330.
Pagina | 16
M.M.Boere-Boonekamp, M. M. (2008). Overgewicht en obesitas bij jonge kinderen (0-4 jaar): gedrag en. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde . M.P. L’Hoir, M. B.-B. (2008). Kansrijke elementen in de preventie van overgewicht bij jonge kinderen. Kindergeneeskunde, 199-204. Marco-economische politiek voor een uitweg uit de crisis (deel II) . (2013, oktober). ESB Groei Conjunctuur , pp. 636-639. mens en samenleving. (2013, oktober 3). Opgeroepen op 2013, van http://mens-ensamenleving.infonu.nl/communicatie/25509-journalistiek-de-krant-hetdagblad.html#bronnen_en_referenties Mia Hamm for FIFA president. (2015). Opgehaald van social footbal lab 2020: http://www.socialfootballlab2020.com/?p=585 MP Jans, S. v. (2007, Mei). Overgewicht, obesitas en verzuim in de Nederlandse werkende bevolking. TSG, pp. 268-273. Myths, Presumptions, and Facts about Obesity. (2013). Opgehaald van The new England journal of medicine : http://www.nejm.org/doi/full/10.1056/NEJMsa1208051#t=article Nederlands Jeugd Instituut. (2009). Overbruggingsplan voor kinderen met overgewicht . Amsterdam. Oorzaken en gevolgen . (sd). Opgeroepen op juni 2015, van Nederlands Instituut voor sport en bewegen : http://www.nisb.nl/weten/kennisgebieden/overgewicht/oorzaken-engevolgen_.html Presentain. (2015). Opgehaald van ICT idee: http://ict-idee.blogspot.nl/2015/03/211-presentain-zetpresentaties-online.html RIVM. (2014, juni 23). Met de steun van ouders slagen leefstijlinterventies op school eerder. Opgehaald van RIVM: http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Nieuwsberichten/2014 /Met_de_steun_van_ouders_slagen_leefstijlinterventies_op_school_eerder Rütten, D. J. (2009). Overgewicht en obesitas bij kinderen: werken we met de ouder, met het kind of met ouder én kind? Bohn Stafleu van Loghum. Sport & bewegen in de buurt. (2014). Kernelement: Opvoedingsondersteuning en ouderparticipatie . Sport en Bewegen in de Buurt (SBB) in samenwerking met Partnerschap Overgewicht. stapsgewijs een verhaal bedenken . (2015, februari 10). Opgehaald van schrijven online : http://www.schrijvenonline.org/schrijftips/stapsgewijs-een-verhaal-bedenken-vanonderwerp-naar-hoofdplot SW van den Berg, S. S. (2006). Overgewicht bij jonge kinderen en. RIVM. Topscheidsrechter. (2015). Opgehaald van VPRO: http://www.vpro.nl/lees/gids/extra/2014/wk/scheidsrechter.html Pagina | 17
Uw BMI. (2012). Opgehaald van bariathischcentrum: http://bariatrischcentrum.nl/obesitas/uwbmi.html voorkomen van overgewicht bij kinderen . (2015). Opgehaald van mijn kinderarts : http://www.mijnkinderarts.nl/thuis-en-school/gezondheid-van-kinderen/voorkomen-vanovergewicht-bij-kinderen.htm Vrouwelijke arbitrage in profvoetbal blijft zeldzaam. Zeker in Nederland. (2015, maart ). Opgehaald van Sport&Strategie online: http://www.sportenstrategie.nl/2015/topsport/betaaldvoetbal/vrouw-in-de-arbitrage-profvoetbal-blijft-zeldzaamheid/
Pagina | 18