Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes J.J.A. Goeverneur
bron J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes. A.W. Sijthoff, Leiden ca. 1870-1880
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/goev001kind04_01/colofon.php
© 2011 dbnl
i.s.m.
t.o. 1
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
t.o. 3
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
3
Feestrijmpjes. [Gelukzalig Nieuwjaar] Gelukzalig Nieuwjaar, Trek de kat bij het haar, Trek den hond bij den start, Dan heb je alle jaar wat.
[Op Nieuwejaarsavond] Op Nieuwejaarsavond, De bakker sloeg zijn vrouw Al met een dikke knuppel Zoo danig op haar lijf; De knuppel en woû niet breken, De vrouw en woû niet spreken; De knuppel die brak, de vrouw die sprak; De vrouw kroop in den oven. De bakker haar achternaar; Zij waren zoo bestoven. Een zalig Nieuwejaar!
[Driekoningen, Driekoningen!] Driekoningen, Driekoningen! Koopt mij een nieuwen hoed, Mijn oude is versleten; Mijn vader mag 't niet weten, Mijn moeder heeft geen geld. Is dat niet slecht gesteld?
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
4
[Palm-, palm-paschen] Palm-, palm-paschen; Een haantje op een stokje, Een gaatje door zijn rokje, Een stukje van zijn linkerpoot: Nu is 't heele haantje dood.
[Sinterklaas, goed heilig man!] Sinterklaas, goed heilig man! Trek jou besten tabberd an; Rijd er meê naar Amsterdam, Van Amsterdam naar Spanje, Appeltjes van Oranje, Pruimpjes van de boomen; Sinterklaas zal komen.
[Sinterklaas kapoentje] Sinterklaas kapoentje, Geef wat in mijn schoentje, Geef wat in mijn laarsje; Dank je, Sinterklaasje.
[Sint-Nikolaas] Sint-Nikolaas Dat is een baas Voor kinders en voor menschen; Naar hem is al ons wenschen.
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
t.o. 4
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
t.o. 5
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
5
[Kloêntje, kloêtjen garen] Kloêntje, kloêtjen garen, Een meisje van zeven jaren, Keer omme, keer omme; Mooi Jantje keer je eens omme. Mooi Jantje heeft zich al ommegekeerd, Dat heeft hij van dat meisje geleerd; Keer omme, keer omme, Mooi meisje keer je eens omme; Mooi meisje heeft zich omgekeerd, Dat heeft ze van haar broertje geleerd; Keer omme, keer omme, Mooi meisje keer je eens omme.
[Haken en oogen] Haken en oogen, Tikke-takke-togen, Goud papier, Tirelirelier.
[Jantje] Jantje, Wide, wadde, wantje, Wide, wadde, winkel, tenkel, tantje; ‘Hip!’ zei Jantje.
[Pieter] Pieter, Wide, wadde wieter, Wide, wadde, winkel, tenkel, tieter, ‘Hip!’ zei Pieter. enz.
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
6
[Koekoek] Koekoek, Trouw knecht, Zeg recht, Zeg waar: Hoeveel jaar Zal ik nog dat kransje dragen? Koekoek! hoelang zal ik leven?
[Ooievaar] Ooievaar, Lepelaar; Takkedief, Ooievaar heeft de kindertjes lief.
[Ooievaar, lepelaar] Ooievaar, lepelaar, Met je lange bekke, Wanneer zal je thuis komen? Als de muis piep zeit. Piep, zei de muis, Ooievaar komt van avond thuis.
[Dertig dagen heeft November] Dertig dagen heeft November, April, Juni en September, De andre hebben dertig en een Uitgenomen Februari alleen; Want die heeft er viermaal zeven, 't Schrikkeljaar nog één daarneven.
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
t.o. 6
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
7
[De daagjes, die gaan lengen] De daagjes, die gaan lengen, De nachtjes, die daar strengen.
[Aprilletje zoet] Aprilletje zoet Sneeuwt nog wel een witten hoed.
[April doet wat hij wil] April doet wat hij wil.
[Maart roert zijn staart] Maart roert zijn staart.
[Een sneeuwtje in de slijk] Een sneeuwtje in de slijk, Een vorstje aan den dijk.
[Sneeuw op slik] Sneeuw op slik, Binnen drie dagen ijs, dun of dik.
[Avondrood] Avondrood Mooi weêr aan boord; Morgenrood, Water in de sloot.
[Een kring om de maan] Een kring om de maan, Dat kan gaan; Maar een kring om de zon, Daar schreien vrouwen en kinders om.
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
8
[Almanak] Almanak Leugenzak Komt van Delft, Liegt de helft; Komt van Aalsmeer, Liegt nog veel meer; Komt van Dordt, Liegt dat hij zwart wordt; Komt van Zwartewaal, Liegt het allemaal.
[Naatje!] Naatje! Papegaaitje! Hoe laat is 't? Elf uren! Wie zeit dat? Klein muisje! Waar zit die? In zijn huisje. Wat doet hij? Hij werkt! Voor wie? Voor de kleine Poppedeine En de groote Bombam; Goeien avond, speelman.
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes
t.o. 8
J.J.A. Goeverneur, Kinderdeuntjes en wiegeliedjes. Feestrijmpjes