‘Geven jullie hun maar te eten!’ Preek over Marcus 6:30-44 (dankdag 2011) Toen ik vanavond de kerk binnenkwam zag ik dat er weer veel voedsel en andere producten zijn ingeleverd voor de Dorcas-actie. Als je daaraan meegedaan hebt, of je gaat dat nog doen, dan heb je goed begrepen wat dankdag is. Dankdag is geefdag. Dat ontdekten ook de leerlingen van Jezus in de geschiedenis die we net lazen. Dat Jezus volgen geven is. En dát hadden ze niet gedacht. Ze zouden al blij geweest zijn als ze zelf eindelijk iets zouden krijgen: rust en een beetje eten (vs. 31). Maar Jezus heeft een plan met hen en met jou. Daar gaan we het vanavond over hebben. Ik verklap alvast dit: Jezus volgen is radicaal. Jezus ontketent (1) een revolutie en (2) Hij zoekt jou als leider. De revolutie [dia 1] Hier zie je een plaatje van het gebied waar dit zich allemaal afspeelt. Jezus heeft de leerlingen erop uitgestuurd om de mensen oproepen tot bekering en om in Jezus’ naam zieken te genezen en onreine geesten te verjagen. Opvallend detail: zij mochten daarbij geen extra brood meenemen (6 vs. 8). Maar als ze dan bij Jezus terugkomen en bij hem verslag uitbrengen in Betsaïsa (Luc. 9:10) dan het is zó druk dat ze geen rust krijgen en zelfs geen tijd hebben om te eten. Jezus neemt ze mee naar een eenzame plaats. Maar de mensen horen ervan en verzamelen zich (via het land) op de plaats waar Jezus en zijn leerlingen aankomen met de boot. Het moet gaan om een korte afstand (Jezus en zijn leerlingen nemen vanwege hun privacy de boot), want de mensen zijn over land sneller dan Jezus en de leerlingen met de boot. Je moet hier meteen maar even afstand nemen van allerlei romantische voorstellingen die je misschien hebt bij dit verhaal. Het gaat hier niet om een gezellige picknick. Er hangt iets anders in de lucht.
Marcus vertelt direct voorafgaand aan dit verhaal over de moord van Herodus op Johannes de doper. Dat is natuurlijk geen toevallig detail. We bevinden ons hier in het gebied van de Zeloten, van het actieve verzet tegen de Romeinse bezetter. [dia 2 – leeg scherm] Marcus laat dit verder een beetje in het vage, maar Johannes vertelt ronduit in zijn verslag van deze gebeurtenis dat de mensen Jezus met geweld koning willen maken. Er hangt iets in de lucht. Een Galileese lente. Er zijn veel mensen ontevreden maar er zijn geen leiders. Johannes is dood maar gelukkig hebben de mensen Jezus nog, die met zijn leerlingen de taak van Johannes overneemt. Had Johannes zoiets zelf ook niet gezegd? In ieder geval, de mensen voelen dat aan. Hier zijn geen gezinnen bij elkaar gekomen voor een picknick, maar een opstandig volk voor een revolutie. Vandaar ook dat er (waarschijnlijk) alleen verslag wordt gedaan van mannen. Dat kan zijn omdat alleen de familiehoofden geteld werden. Het kan ook – en ik denk dat dat waarschijnlijker is, want wie gaat er met zijn gezin naar de woestijn zonder iets te eten mee te nemen – dat het gaat om een opstand waarbij vooral mannen zijn komen opdagen. Het blijkt ook uit een ander detail uit het verhaal. Jezus voelde een diep medelijden omdat ze leken op schapen zonder herder. Die schaap – herder metafoor is niet in de eerste plaats, zoals wij hem vaak begrijpen een pastorale vergelijking. Maar Jezus citeert Mozes bij de aanstelling van Jozua: ‘Moge de HEER […]iemand over het volk aanstellen die het kan leiden en de troepen kan aanvoeren, zodat het volk van de HEER niet wordt als een kudde schapen zonder herder.’ De herder is hier geen gezellige pastor maar een politiek leider. Jezus ziet dat dus. Hij voelt aan wat er in de lucht hangt. En Hij gaat er ook in mee. Maar in plaats van de mensen te trainen met wapens, begint hij te trainen met woorden. Marcus vertelt dat het eerste dat Jezus doet als Hij de mensen ziet, medelijden heeft, ziet in hun verlangens, langdurig onderwijs geven.
De geur van ontevredenheid, van revolutie hang ook vandaag in de lucht (occupy, protest, Arabische lente). Mensen willen dat het beter wordt. Beter met normen en waarden, beter met inkomen en met pensioenen, beter met verzorging en gezondheidszorg, enz. En dan zegt Jezus: oké. Die verlangens die zie Ik. En Ik begrijp ze. Alleen jullie hebben onderwijs nodig. Training in Gods evangelie. Jezus laat ook zien wat voor evangelie dat is. Hij geeft de brood. Brood, zeker in die tijd, was leven. Geen voedsel voor de ziel alleen. Maar echt eten: brood, tandpasta, olie, meel. Hele aardse dingen. Dat is één. Tegelijk neemt Jezus óók de tijd om mensen te laten ontdekken wat ze echt nodig hebben. We zitten in de omgeving waar de bergrede ook is gehouden: ‘Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden’, zegt Jezus (Matt. 5 vs. 6). Echte gerechtigheid: honger naar God. Jezus leidt zijn revolutie met woord en brood. Achter al die onvrede, ook vandaag, zit ten diepste onvervulde honger naar het koninkrijk van God. En dat klinkt dan weer heel geestelijk, maar let op: het koninkrijk van God is heel aards. Het begint niet alleen hier en nu met echt brood maar het wordt ook volmaakt op een hele aardse, maar wel perfecte manier. Op de nieuwe aarde. De leiders De leerlingen begrijpen er niks van. Brood kopen voor zoveel mensen is haast niet te doen (of in ieder geval erg duur, 2/3 van een jaarsalaris!). daarom doen de leerlingen een redelijk voorstel. Laat iedereen voor zichzelf brood kopen. Het is zelfs heel wijs en de-escalerend in een situatie die uit de hand dreigt te lopen! Maar Jezus zegt: ‘geven jullie hen maar te eten!’ Jezus zegt eigenlijk: geven jullie maar leiding aan al die mensen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Maar dat kan natuurlijk niet! Of wel? Jezus laat zijn leerlingen ontdekken dat Hij in zijn revolutie werkt met ongeschikte mensen. Met mensen die tekort schieten. Dat doet Hij expres, bewust. Hij werkt ook in deze wereld niet ondanks ongeschikte mensen. Zo van, ‘o hebben jullie niks?, dan tover ik wel wat bij.’ Het is eerder andersom. Hij werkt juist dankzij ongeschikte mensen!
Hij werkt mét onze tekorten. Dáár kan Hij wat mee! Met onze horkerigheid, met jouw onzekerheid, met jouw armoede. Je kunt nooit te arm zijn om Jezus te volgen. Wel te rijk. Jezus laat zien wat dankdag is en geeft daarmee zowel een voorbeeld als een opdracht. Jezus – vs. 40 – kijkt naar de hemel, zegent het eten, breekt het en geeft het aan zijn leerlingen om uit te delen. Hier zitten twee dingen in. Het is een les over wat Hij zelf zal gaan doen. Elke revolutie begint ergens mee. De één op het Taghirplein. De ander, die van ons, op Golgotha. Jezus keek ook daar omhoog (Vader, in uw handen beveel in mijn Geest), Hij zegende (vergeef hen, zij weten niet wat zij doen en Hij brak. Dat is de gerechtigheid die mensen nodig hebben. Het is ook een les over wat de leerlingen moeten doen. En jij, als je bij Jezus wilt horen. Het moet een behoorlijk raar gezicht geweest zijn, toen. Een rebellenleger van 5000 man in groepen van 50 en 100. Maar zonder wapens. Dat leger leert hier een hele belangrijke les: niet op eigen kracht, maar met het Woord en het brood van Jezus kom je verder. Jezus kiest expres mensen uit die te weinig hebben. Dat doet Hij met opzet. Juist als je denkt ‘dat kan ik nooit’ dán kan Jezus beginnen door jou te werken. Jezus werkt – veelzeggend – met het voedsel van de mensen zelf en via de leerlingen. Hij had het ook zelf kunnen doen met voedsel uit de hemel. Maar Hij wil het zo, op die manier. Jezus zegt eigenlijk: kijk maar eens wat je zelf hebt. Is het te weinig? Ook in de kerk is veel gebrek aan organisatie, gebrek aan mensen, gebrek aan geld, vooroordelen van buiten. En dan zegt Jezus: ‘mooi, daar kan ik wat mee.’ Pas als je erop uit gaat, wetende dat er een wonder nodig is om mensen te overtuigen, te voeden, om echt een verschil te maken, pas dan .. zegt Jezus, werk je in mijn kracht en kan God zijn werk doen. Het gaat natuurlijk niet alleen over Dorcas. Het gaat ook geven. Van geld en in relaties. Als je geeft, word je niet sterker maar zwakker. Je wordt kwetsbaarder. Je breekt, ergens. Zoals de graankorrel, je weet wel. Maar dat is Jezus’ revolutie. Het is juist de bedoeling! Jezus daagt jou vanavond uit: wil je weten waar dankdag over gaat? Wil je het echt ontdekken in je leven?
Kijk goed naar Jezus die omhoog keek, zegende en brak. Hij is alles dat je echt nodig hebt. En kijk dan in je eigen voorraadkast. Of in je portemonnaie. En probeer het maar. Zijn leven voor het jouwe. En nu jouw leven uit het zijne …