Keuzecursus lentekriebels
Linda Verkooijen
Klas 2b
Inhoudsopgave Les Les Les Les Les
1 2 3 over internetgevaren over internetgevaren
blz. blz. blz. blz.
3 4 5 6
2
Lentekriebels. Les 1. Introductie op 10 februari. Introduceer de lessenserie met het voorlezen van een boek. Het boek heet: Oh, oh, wat vind ik je lief. Schrijver: Marianne Busser. Ik lees alleen het eerste hoofdstuk voor uit dit boek. Dat hoofdstuk heet: tante Tingelijn is verliefd. Het verhaal gaat over tante Tingelijn. Ze is verliefd op meneer Bollemans maar durft het niet te zeggen en schrijft daarom een briefje. Dat vind ze ook geen goed idee en ze verzint een smoesje om er naartoe te moeten. Ze maakt haar zelf eerst heel mooi. Ze vraagt hem of hij niet zal gaan lachen of boos zal worden. Daar is ze bang voor. Ze vraagt aan meneer Bollemans of hij wil trouwen. Een tijd later zegt hij dat hij dat ook al lang wilde maar het niet durfde te vragen. Na dit verhaal begin je een gesprek met de kinderen. Bespreek hierbij de volgende punten: • Waarom zou tante Tingelijn bang zijn? • Is het nodig dat tante Tingelijn hier bang voor is? • Zouden jullie het eng vinden om tegen iemand te vertellen dat je verliefd op hem / haar bent? • Waarom wel of niet? • Is een van jullie wel eens verliefd geweest? • Veel mensen die verliefd zijn op elkaar lopen hand in hand of zoenen met elkaar. Hoe denken jullie daar over? Na dit gesprek vraag je de kinderen of ze weten wat 14 februari voor dag is. Het is dan namelijk valentijnsdag. Bespreek hierbij het volgende: • Wat doe je met valentijnsdag? • Doet een van jullie aan valentijnsdag? • Zo ja, wat ga je dan doen? • Stuur je met valentijn alleen een kaartje naar degene op wie je verliefd bent, of ook naar iemand waar je van houdt? • Van wie houd je? • Wat is het verschil tussen van iemand houden en op iemand verliefd zijn? • Denk je dat papa en mama ook aan valentijn doen? Vraag dat maar eens na thuis en vraag wat ze dan doen. Hoe laten papa en mama aan elkaar zien dat ze verliefd zijn op elkaar? Tot slot vraag je de kinderen of zij het moeilijk vonden om hierover te praten. Waarom vonden ze het wel of niet moeilijk? Ook laat ik ze een paar boeken zien die ik in de klas laat liggen zodat ze deze kunnen lezen. Deze boeken zijn: ¾ Hoe overleef ik mijn eerste zoen? Francine Oomen ¾ Hoe overleef ik een gebroken hart? Francine Oomen ¾ Hoe overleef ik mijn eerste vriendje? (en hij mij!) Francine Oomen ¾ Een overdosis liefs Loes Hazelaar ¾ Hoe verliefd mag je zijn? KatrinavonBredow Als allerlaatste vertel je de kinderen dat we het volgende week hier verder over gaan hebben. Ook vraag je ze of ze nog over dit onderwerp na willen gaan denken. Vraag ze nog een keer niet te vergeten om het er thuis over te praten en als ze vragen hebben moeten ze deze opschrijven zodat we volgende keer deze vragen kunnen beantwoorden. Wens de kinderen tot slot een leuke valentijnsdag!
3
Les 2. Op 17 februari. Vraag of een van de kinderen kort kan vertellen waar we het de week ervoor over hebben gehad (Over verliefd zijn). Daarna introduceer je de les met het bekijken van een filmpje: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20040212_verkering01 Het filmpje heet: verkering wat is dat? Na dit filmpje vraag je de kinderen of ze het thuis over Valentijnsdag hebben gehad, dat was namelijk de opdracht, en of ze nog vragen hadden. Waarschijnlijk willen een aantal kinderen hier wel over praten. Hierna ga je praten over het filmpje. Praat samen met de kinderen over dat je dus niks moet doen wat je niet wilt zoals ze hier ook al zeiden. Je moet alleen doen wat je zelf wilt. Dat is voor iedereen verschillend en je moet dit dus ook zeggen tegen elkaar. Je moet dus nooit iets met tegenzin doen, want dan heb je er ook geen plezier van en voel je jezelf er alleen maar rot over. Verdeel nu de groep in twee groepen. Zet alle meisjes bij elkaar en alle jongens bij elkaar. Vertel dat de ene groep zo in de klas een knutselwerk gaat maken, en de andere groep zo met jou mee gaat. Leg eerst het knutselwerk uit: Iedereen krijgt een dun plankje met een hart erop getekend (ongeveer 3,5cm bij 3,5 cm), een figuurzaag en een schuurpapiertje. De kinderen zagen het hart uit en schuren het glad. Hierna mogen de kinderen het hart versieren met verf, letters van schuimrubber, hartjessnoepjes, gekleurde veren. Je laat dus telkens een groep in de klas en de andere groep neem je mee voor een gesprekje. Het maakt niet uit met welke groep je gaat beginnen. Voor de meisjes. Vraag ze of ze misschien al merken dat hun lichaam aan het veranderen is. Dit heet de puberteit. Dit krijgt iedereen, alleen is het niet bij iedereen tegelijk. De een zit dus eerder in de puberteit dan de ander. Vraag ze wat er veranderd (of gaat veranderen) aan hun lichaam. • Haargroei (vagina, oksels, benen en armen) • Borsten (soms groeit de een sneller dan de ander, maar dat is helemaal niet erg! Dat groeit vanzelf weer gelijk) • Ongesteldheid Praat ook met de meiden over de clitoris, seks en een orgasme. Laat het gesprek vanzelf op gang komen, voel dus goed aan tot hoe ver de meiden willen praten en wat ze je wel en niet willen vertellen. Voor de jongens. Ook met de jongens bespreek je de veranderingen aan hun lichaam en leg uit dat dit de puberteit is. Dit krijgt iedereen, zowel jongens als meisjes. Maar niet iedereen krijgt dit tegelijk. Vraag ze wat er veranderd (of gaat veranderen) aan hun lichaam. • Haargroei • Baard in de keel • Zaadlozing Laat het gesprek vanzelf op gang komen. Voel goed aan tot hoe ver de jongens willen praten en welke onderwerpen ze het meest interessant vinden. Hierna ga je weer met zijn allen weer terug naar de klas. Sluit de les af door nog gezamenlijk te praten over de puberteit. In de puberteit veranderd er dus van alles aan je lichaam. Ook gebeurt er wat met je gevoelens. Gelukkig ben je niet de enige. Leeftijdgenoten hebben er ook last van en ook alle volwassenen hebben er last van gehad. Je wordt onafhankelijker en verandert je relatie tot de mensen in je omgeving. Je wil zelf verantwoordelijk zijn en dat kan leiden tot ruzies met je ouders. Zij moeten er immers nog wat aan wennen.
4
Je gaat ook nadenken over je identiteit: wie ben ik en wat wil ik. Door de overgang naar je persoonlijkheid als volwassene kun je je soms eenzaam en verward voelen. Door de veranderingen van de hoeveelheid hormonen in je lichaam kun je je soms ongelukkig en somber worden. Je lichaam went eraan en jijzelf vanzelf ook. Ook heb je misschien wat weinig zelfvertrouwen, waardoor je je verlegen voelt. Bedenk dat anderen dit ook hebben al zal je het niet snel merken. Ze doen zich vaak groter voor dan ze zijn. In de puberteit maak je vaak echte vrienden. Toch hoef je niet alles te doen wat zij ook doen, vooral niet als je je daar onprettig bij voelt. Je gevoelens kunnen ook worden beïnvloed door lichamelijke veranderingen waarover je geen controle hebt. Laat de kinderen eventueel nog hun hartjes afmaken. Het ligt aan de lengte van de gesprekken of de hartjes af zijn of nog niet. Hang de hartjes die ze hebben gemaakt op in de klas. Les 3. Op 24 februari. Dit is de laatste les over dit onderwerp. Vraag of iemand wat wil vertellen over wat we vorige wee hebben gedaan. Degene die hierover willen vertellen mogen dat. Vraag of er nog vragen zijn. Deze mogen nu gesteld worden. Vraag of een van de meisjes wil vertellen waar het gesprek met de meiden over ging en of een van de jongens wil vertellen waar het gesprek met de jongens over ging. Sluit de lessenserie af met het spel ren je rot. Hieronder staan een aantal stellingen. We hebben zo drie plaatsen waar de kinderen heen kunnen rennen: waar, niet waar en weet niet. Het spel gaat over jongens en meisjes. Dit zijn de stellingen: • Alle kinderen komen tegelijkertijd in de puberteit. • Tijdens de puberteit veranderd je lichaam. • Tijdens de puberteit kan je stemming ineens wisselen. • Je kunt alleen maar houden van degene op wie je verliefd bent • Een maandverband heeft het voordeel dat je ermee kunt zwemmen. • Bij meiden treden de veranderingen van het lichaam vaak eerder toe dan bij jongens. • Je blijft groeien tot je ongeveer 30 jaar bent. • Alleen mannen krijgen in de puberteit meer haargroei. • Tijdens de puberteit groeien bij jongens de penis en de teelballen. • Vriendschap is ook liefde • Per zaadlozing komen er ongeveer 5 zaadcellen vrij. • Meer dan de helft van de pubers heeft of krijgt last van jeugdpuistjes. • Als je op iemand verliefd bent, moet je daar ook mee zoenen. • Het uiteinde van de penis heet de eikel. • Als een penis stijf wordt, noem je dit een erectie. • De clitoris is het gevoeligste plekje van een vrouw. • Een man heeft een keer in de maand de eisprong. • Over je lichaam en over het lichaam van het andere geslacht moet je hier lacherig en verlegen over doen. • Een zaadlozing tijdens je slaap heet een natte slaap. • Een ander woord voor een orgasme is klaarkomen. • De borsten van een vrouw worden tijdens de puberteit groter, de tepels blijven even groot. Deze groeien dus niet. • Als je partner toe is aan verder gaan dan zoenen en jij nog niet, ben je toch verplicht met hem mee te doen.
5
Gevaren van internet. Hyves, facebook, sugarbabes, twitter, er zijn tegenwoordig veel sites waarvan kinderen het gevaar niet in zien. Enkele risico’s die kinderen kunnen lopen bij zulke sites: • Vreemden kunnen gemakkelijker aan persoonlijke gegevens komen (zoals telefoonnummer, adres, achternaam). • Vreemden kunnen aan een foto van je komen en zij kunnen hier rare dingen mee doen, zoals de foto bijvoorbeeld bewerken. • Als je een vreemde ontmoet op het internet, kan hij zich of haar heel anders voor doen dan hij of zij werkelijk is. In het echt zou het namelijk wel eens een pedofiel kunnen zijn. • Er staan veel scheldberichten en agressieve teksten (flames) op het internet. Deze kunnen de kinderen lezen en zouden hier wel eens een mentale dreun van kunnen krijgen. • Kinderen kunnen verslaafd raken aan het internetten. Het contact met de buitenwereld wordt dan steeds minder. • Ook een gevaar, niet zozeer voor het kind maar meer voor de computer zelf, zijn virussen die je binnen kunt halen via het internet. 2 sites met tips voor de ouders over het gebruik van het internet van hun kinderen: http://www.jeugdwerknet.nl/info/jippies/kind.html Op deze site staan tips voor de ouders. Ik vind dat hier heel erg goede tips op staan, zoals bijvoorbeeld de computer in de huiskamer. Zo kun je je kind af en toe controleren op wat hij / zij doet op het internet. http://www.ouders.nl/xdiv9906.htm#nr2 Wat ik op deze site een hele goede tip vind, is het samen surfen. Samen met je kind op internet surfen lijkt mij een heel goed idee. Je kan je kind zo leren wat goede sites zijn. Ik vind zelf de tweede site een betere site. Ik vind hem veel overzichtelijker dan de eerste site. Er staat ongeveer het zelfde op, alleen op de tweede site staan nog een paar tips meer. Op de eerste site staat wel meer tekst, maar het staat daar erg uitgebreid en het komt meer op hetzelfde neer.
6
Een les over internet (gevaren) Introductie: Vraag de kinderen of ze wel eens gebruik maken van internet. Wat doen ze dan op het internet? Op welke sites zitten ze? Gebruikt er wel eens iemand hyves, facebook of twitter? Waarom gebruik je dit? Open nu op het digibord mijn eigen hyves zonder mezelf in te loggen. (thuis heb ik het afschermen even uitgezet). Vraag de kinderen wat ze nu eigenlijk allemaal over mij kunnen lezen! Vraag of ze dit wisten. Weet iemand hoe je je profiel kunt afschermen? Laat een kind die weet hoe het moet het voordoen op het digibord. Vertel de kinderen dat het erg belangrijk is je profiel af te schermen. Hierna verdeel je de klas in vijf groepjes. Je geeft elke groep een andere opdracht. De onderwerpen van de opdrachten zijn: 1. Persoonsgegevens 2. portretrechtschending 3. internet verslaving 4. profiel sites gevaarlijk Alle kinderen krijgen een opdrachtenformulier en gaan de vragen die op het formulier staan opzoeken met hun groepje. Ze krijgen hier ongeveer 25 minuten de tijd voor. Je hebt voor deze les dus een lokaal nodig met computers (bijvoorbeeld een verwerkingsruimte). Daarna presenteert elk groepje in het kort wat ze hebben gevonden over hun opdracht. En of ze dit van te voren al wisten of niet. Op de volgende pagina’s staan de opdrachten voor deze les.
7
Opdracht 1. Persoonsgegevens. Deze opdracht gaat over persoonsgegevens die je op het internet kunt vinden. Van deze gegevens kunnen mensen en bedrijven misbruik maken. Wat zijn persoonsgegevens eigenlijk? Persoonsgegevens zijn alle gegevens die beschrijven hoe jij heet, wie jij bent, waar je woont, wat je overdag of ’s avonds doet of hoe je er uit ziet. Het is handig om wat je vind op te schrijven. Je vertelt zo meteen in het kort, met eigen woorden, aan de rest van de klas wat je bij deze opdracht bent tegengekomen. Succes met de opdracht! 1. Zoek op www.google.nl naar de voor- en achternaam van jullie docent en schrijf vijf dingen op die je allemaal te weten kunt komen van zijn persoonsgegevens. 2. Zoek op www.google.nl naar site’s door alleen de voor- en achternaam van iemand uit je groepje in te typen. Krijg je geen hits? Typ dan alleen de achternaam in. Schrijf op welke informatie je hebt gevonden. 3. Neem het groepje naast je in gedachte. Zoek uit van welke leerling uit dat groepje je het meest op het internet kunt terugvinden. Schrijf deze informatie op. 4. Hoe zou je achter een telefoonnummer kunnen komen? Als je een telefoonnummer kunt achterhalen, zou je dan ook achter het adres kunnen komen? 5. Schrijf drie mogelijke gevaren op als je je identiteit op het internet zet. 6. Schrijf in een paar zinnen op wat je van deze opdracht hebt geleerd.
8
Opdracht 2. Portretrecht schening Bij deze opdracht gaan jullie op zoek naar informatie die gaat over het maken en op het internet zetten van foto’s van iemand tegen de wil van die persoon in. Zou dit wel eens voorkomen? En wat houdt het eigenlijk in? Het is handig om wat je vind op te schrijven. Je vertelt zo meteen in het kort, met eigen woorden, aan de rest van de klas wat je bij deze opdracht bent tegengekomen. Succes met de opdracht! 1. Zoek uit wat de term Portretrecht betekent. Maak gebruik van een zoekmachine. 2. Zoek een foto van een van jullie uit je groepje op bijvoorbeeld hyves of facebook. Probeer deze foto eens op je computer te zetten. Gaat dit gemakkelijk? 3. Stel, jij wordt gefotografeerd terwijl jij dat absoluut niet wilt. Deze foto komt op een site te staan. Een flink aantal bezoekers bezoekt jouw foto en stuurt deze door. Bedenk een manier om deze foto dan nog van het internet af te halen. 4. Zorg dat jullie met elkaar bepalen hoe groot jullie de schade vinden van een foto op het internet. 5. Schrijf in vijf zinnen op wat je van deze opdracht hebt geleerd.
9
Opdracht 3. Internetverslaving. Bij deze opdracht onderzoek je wat een internetverslaving is. Het is handig om wat je vind op te schrijven. Je vertelt zo meteen in het kort, met eigen woorden, aan de rest van de klas wat je bij deze opdracht bent tegengekomen. Succes met de opdracht! 1. Zoek op www.wikipedia.nl het spel habbo hotel. 2. Lees de beschrijving door zodat je weet hoe het werkt en wat je er allemaal mee kunt doen. 3. Schrijf twee redenen op waarom dit spel verslavend kan zijn. 4. Waaraan denk je aan iemand kan zien of hij of zij verslaafd is aan internet? Zoek op hoeveel procent van de jongeren verslaafd is aan internet. 5. Wat zouden je ouders kunnen doen om een internetverslaving te voorkomen of tegen te gaan? 6. Is het spel trouwens gratis? 7. Kent één van jullie iemand die een internetverslaving heeft? Kijk hierbij dus naar het aantal uur dat deze persoon in één week achter internet zit. Denk je dat deze persoon zelf ook doorheeft dat hij/zij verslaafd zou kunnen zijn? 8. Schrijf in vijf zinnen op wat je van deze opdracht hebt geleerd.
10
Opdracht 4. Profiel sites gevaarlijk? Bij deze opdracht ga je onderzoeken wat profiel sites zijn en wat de gevaren kunnen zijn. Het is handig om wat je vind op te schrijven. Je vertelt zo meteen in het kort, met eigen woorden, aan de rest van de klas wat je bij deze opdracht bent tegengekomen. Succes met de opdracht! 1. 2. 3. 4. 5.
Schrijf op wat eigenlijk een profiel / dating site als sugababes / superdudes is. Schrijf op hoeveel mensen hun profiel hebben aangemaakt. Wat is het verschil tussen de profielsites als sugababes/superdudes en hyves? Ga naar www.sugababes.nl en zoek uit wat kudos zijn en wat je ermee kunt. Wat doen sommige meiden en jongens zelfs om meer aandacht krijgen op sugababes? 6. Heeft een iemand uit jullie groepje hyves of op een andere site een profiel aangemaakt? 7. Ga dan naar deze site en probeer het profiel af te schermen zoals we aan het begin van de les ook hadden gedaan. 8. Ken je iemand die op een site als sugababes of hyves zit? Misschien jij zelf wel? 9. Zou jij er geld voor over hebben om meer aandacht te krijgen? 10. Schrijf in vijf zinnen op wat je van deze opdracht hebt geleerd.
11