K w a r t a a l u i t g a v e
v a n
h e t
O n d e r z o e k s i n s t i t u u t
O T B
Ontbreken van ‘thuisgevoel’ beperkt betrokkenheid bewoners bij eigen buurt
Keuze woonbuurt voor lage inkomens zeer beperkt De ongelijke verdeling van goedkope woningen over buurten beperkt het aantal buurten waartussen woningzoekenden met lage inkomens kunnen kiezen. Dit betekent dat de kans groot is dat zij in een buurt terechtkomen waar zij eigenlijk niet willen wonen. De leefbaarheid van de armste buurten in de grote steden staat onder druk en de mate van keuzevrijheid onder lage-inkomensgroepen lijkt daar alles mee te maken te hebben.
Is het mogelijk tevreden te zijn over je buurt als je er tegen wil en dank in terecht bent gekomen? En willen bewoners zich inzetten voor zo’n ‘minimum-choice’-buurt? Die vragen staan centraal in een buurtonderzoek, onderdeel van het zogenoemde ‘woonkeuze-onderzoek’. Op grond van drie criteria (het aandeel lage inkomens, de tevredenheid met de woonsituatie en geplande
‘Thuisgevoel’ van groot belang voor de leefbaarheid grootschalige herstructurering), zijn twee arme buurten geselecteerd in Amsterdam, de Indische Buurt en de Van Lennepbuurt, en twee in Den Haag, Transvaal en Moerwijk. Gevangen in slechte buurt Arme huishoudens, de huishoudens met een net-
Informatie Het woonkeuzeonderzoek wordt uitgevoerd door Marco van der Land en Wenda van der Laan Bouma-Doff onder de vlag van Corpovenista (‘corporaties vernieuwen de stad’), een samenwerkingsverband van negen grote woningcorporaties, Aedes (de vereniging van woningcorporaties), het Onderzoeksinstituut OTB (TU Delft) en onderzoeksgroepen van de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. Voor meer informatie over het onderzoek, zie http://www.corpovenista.nl.
to maandinkomen van duizend euro of lager, bleken veel vaker dan andere huishoudens geen andere keuze te hebben op het moment dat zij in de buurt kwamen wonen. Dat kwam bijvoorbeeld door de sloop van hun vorige woning, gezondheidsredenen of andere urgente redenen. Zij ervoeren hun keuzevrijheid als beperkt. Dit wijst op een kwetsbare positie op de woningmarkt, waarbij arme huishoudens vaker ‘gevangen’ zijn in ‘slechte’ buurten. Zo blijken bewoners die geen andere keuze hadden, de verhuizing naar een nieuwe buurt vaker als een achteruitgang te beschouwen. Maar liefst 35 procent ziet de nieuwe buurt als een achteruitgang, terwijl onder de andere bewoners – die wél het gevoel hadden een keuze te hebben – maar 20 procent dat vond. Negatieve buurtbeleving Huishoudens die geen andere keuze hadden, blijken een significant lager rapportcijfer aan de buurt te geven dan de huishoudens die wel konden kiezen (een 5,4 tegenover een 6,5). Wat vooral in het oog springt, is dat de eerste groep huishoudens zich veel minder vaak thuisvoelt in de buurt. Ook voelen zij zich minder gehecht aan de buurt, geven zij minder vaak aan dat men in de buurt prettig met elkaar omgaat en hebben zij een minder intensief contact met de directe buren. Hun negatieve woonkeuze houdt dus op de een of andere manier verband met hun negatieve buurtbeleving. Of bewoners kort of lang in de buurt wonen, maakt daarbij niets uit. Vervolg op pagina 2
Arme gezinnen hebben een woning niet voor het uitkiezen.
Inhoud Keuze woonbuurt voor lage inkomens zeer beperkt 1 Efficiënt beheer van ontmanteling en recycling van afgedankte vliegtuigen 2 Morgen gezond weer op of ziek van je eigen huis? 3 Nieuwe incompanycursus van start gegaan 4 OTB-cursussen en -studiedagen 2007 5 Van de pers 6 Internationale ENHR-conferentie 2007 6
2 0 0 6
OTB
& omgeving
december 2006
Duurzaamheid groeiende verantwoordelijkheid in transportsystemen
Efficiënt beheer van ontmanteling en recycling van afgedankte vliegtuigen De nieuwe uitdaging voor de luchtvaart wordt het efficiënte Een vliegtuig in de end-of-life-fase.
beheer van ontmanteling en recycling van vliegtuigen. De
FOTO: DERK-JAN VAN HEERDEN (AELS)
meeste partijen in de luchtvaartbranche blijken echter nog niet over de juiste deskundigheid te beschikken.
I
n de afgelopen twee decennia zijn we getuige geweest van een toenemend bewustzijn van duurzaamheidskwesties in de vervoerssector, parallel aan de vraag naar duurzame ontwikkeling. Deze kwesties hebben onder meer betrekking op filevorming, vervuiling (CO2-uitstoot, geluidsoverlast) en grondstofverspilling. De Europese Commissie (EC) is zeer actief in het opstellen van milieuwetgeving voor transportsystemen en besteedt in dat kader ook aandacht aan het luchtvervoer. De EC steekt geld in een gezamenlijk project met Airbus voor het ontmantelen van vliegtuigen. Dit project, PAMELA geheten, zou de norm kunnen stellen voor Europese regelgeving op het gebied van de end-of-life van vliegtuigen. Andere belangrijke spelers in de luchtvaartwereld zijn nauw betrokken bij deze nieuwe ontwikkelingen: Boeing steunt het internationaal samenwerkingsverband Aircraft Fleet Recycling Association (AFRA) voor het verbeteren van end-of-life recovery; Rolls&Royce gaat daar misschien binnenkort ook aan deelnemen.
Vervolg van pagina 1
2
Thuisgevoel Ongeacht allerlei andere zaken die het gevoel van verantwoordelijkheid voor de buurt bepalen, bleek het ‘thuisgevoel’ een sterke invloed te hebben op de potentiële inzet van bewoners voor hun buurt. Thuisgevoel is dus van groot belang voor de leefbaarheid. Een andere indicatie dat dit belangrijk is, betreft de samenhang met de verhuiswens van bewoners. Bewoners die zich thuisvoelen in hun buurt hebben aanzienlijk minder vaak verhuisplannen dan bewoners die zich er niet thuisvoelen en dat eerste komt de stabiliteit van de buurt ten goede. Bewoners die zich
Uit de roulatie: en dan? Als een vliegtuig uit de roulatie wordt gehaald, wordt het doorgaans ofwel direct doorverkocht aan een andere luchtvaartmaatschappij, ofwel ergens gestald tot er een koper voor is gevonden. In de toekomst zal het steeds moeilijker worden een koper te vinden, aangezien de markt voor tweedehands vliegtuigen wordt overspoeld met steeds meer toestellen die uit de omloop zijn gehaald. Dat komt enerzijds doordat veel vliegtuigen de kritieke leeftijd van dertig jaar bereiken en anderzijds doordat milieuregels het gebruik van bepaalde vliegtuigen bemoeilijken; het geluidsniveau en andere vormen van vervuiling van deze toestellen liggen boven de gestelde normen. Een vliegtuig simpelweg stallen is niet goedkoop: rond de 2.000 euro per maand. Bovendien kan de waarde van een vliegtuig in
OTB neemt deel in onderzoekspartnership materiaal en onderdelen best hoger zijn dan de end-of-life prijs. Het ontmantelen van een vliegtuig aan het einde van zijn levensduur kan zowel vanuit economisch als milieutechnisch oogpunt een voordeel opleveren, waarbij waarde en middelen worden benut die anders verloren zouden gaan. De initiatieven PAMELA en AFRA zijn echter bei-
meer thuisvoelen in hun buurt voelen zich tegelijkertijd ook vaker verantwoordelijk voor de leefbaarheid van de buurt. Kiezen voor keuze Als verruiming van keuzeruimte een beter leefklimaat in buurten ten gevolge blijkt te hebben, dan is het zaak goed te kijken naar hoe en waar die verruiming dan mogelijk is, bijvoorbeeld van het aanbod en de verdeling van woningen. Daarnaast is het van belang om het beleid te richten op versterking van het thuisgevoel van bewoners, omdat daarmee ook het verantwoordelijkheidsgevoel van bewoners kan worden vergroot.
de nog maar heel recent en roepen verschillende vragen op: in welke mate verminderen deze initiatieven de invloed van vliegtuigen op het milieu? Als de wetgeving wordt aangenomen, hoe is die dan van invloed op deze recente initiatieven voor end-of-life management in de luchtvaart? En zijn er conflicten met bestaande regelgeving en productiegewoonten? Recycling Er is geschikte recyclingtechnologie nodig en op dit gebied moet men nog moeilijkheden overwinnen. Er worden veel composietmaterialen, zoals koolstofvezels, in vliegtuigen toegepast omdat ze het totale gewicht met 40 tot 60% verminderen. Deze gewichtsafname zorgt voor besparing van brandstof en verlaging van de uitstoot. Helaas is het recyclen van composieten nog zeer moeilijk. Milled Carbon, lid van AFRA, heeft een procédé ontwikkeld om de grondstoffen te onttrekken aan koolstofvezels en in dit geval is het resultaat van hoge kwaliteit. Volgens de huidige regels is het echter niet toegestaan andere dan oorspronkelijke stoffen te gebruiken bij de productie van vliegtuigen, wat inhoudt dat deze materialen moeten worden afgevoerd naar andere markten. Er rijzen veel problemen bij het beheren van de end-of-life van een vliegtuig, waarvoor de meeste partijen in de luchtvaartbranche nog niet de juiste competenties in huis hebben. Doordat de behoefte aan nieuwe competenties toeneemt, verschijnen er bedrijven op de markt die gespecialiseerd zijn in end-of-life management van vliegtuigen. Een van die innovatieve bedrijven is AELS (Aircraft-End-of-life-Solutions), een Nederlands bedrijf dat diensten op dit gebied levert. Om antwoord te krijgen op de eerder genoemde vragen, werkt het Onderzoeksinstituut OTB samen met de RSM-Erasmus Universiteit en AELS. Het belangrijkste doel van het project is erachter komen wat de cruciale competenties en technologische voorwaarden in de levenscyclus van een vliegtuig zijn om end-of-life recovery levensvatbaar te maken.
Informatie Marisa P. de Brito,
[email protected]. Meer resultaten van dit project zijn beschikbaar vanaf begin 2007.
OTB
& omgeving
december 2006
Gedrag bewoner van grote invloed op gezondheid
Morgen gezond weer op of ziek van je eigen huis? De meeste bewoners zijn het grootste deel van hun tijd thuis en bijna veertig procent van een mensenleven wordt in de slaapkamer doorgebracht. Daardoor kunnen bewoners langdurig blootgesteld zijn aan vervuilde binnenlucht, aan geluidhinder en ongevalrisico, aan comfortproblemen en gebrek aan privacy. Het is een uitdaging om omstandigheden te herkennen die gezondheidsrisico veroorzaken. Dan kan de woning verbeterd worden en het woongedrag aangepast worden.
Voor zijn promotie op 7 december 2006 verdiepte Evert Hasselaar zich in het onderwerp ‘gezondheidsrisico binnenshuis’. Doel was de relatie tussen woning, bewoning en gezondheid beter te begrijpen en instrumenten te ontwikkelen die gezond wonen bevorderen en bij woningbeheer en renovatie kunnen worden ingezet. Huis vol gevaar Hasselaar: “Mensen kunnen ziek worden van hun woning. Ze koken, douchen, doen de was en klussen heel wat af. Hoe meer bewoners, hoe meer vuil en vocht wordt geproduceerd en hoe meer het binnenmilieu belast wordt met huisstofmijt en schimmel. Veel bewoners slapen ‘s winters zonder te ventileren en zij stellen zich ongemerkt bloot aan vervuilde lucht. Het matras is een ideale plek voor de huisstofmijt en daardoor ook een oorzaak van luchtwegirritaties. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen is bijna niet te vermijden. Het gebruik van de romantische open haard, de emissie van het makkelijk te reinigen vinyl op de vloer of van de keurig hangen-
al aanzienlijk”, stelt Hasselaar. “Maar veel bewoners zijn zich niet bewust van de gezondheidsaspecten van de woning, of kiezen voor comfort in plaats van voor gezond wonen. Vaak is de ventilatie te gering vanwege tocht, omdat er dan lawaai van buiten binnendringt of omdat het kouder wordt. De natte douche droogstrippen kost teveel moeite. Er wordt gerookt in aanwezigheid van kinderen. Zwangere vrouwen klussen volop in babykamers en stellen zich bloot aan chemische stoffen. Slechte ventilatie veroorzaakt een hogere concentratie van vervuiling. Dit alles verhoogt het gezondheidsrisico. Verhoogd risico door technische kenmerken Woningen zitten vol kenmerken die gezondheidsrisico veroorzaken. Vochtproblemen komen nog veel voor en veroorzaken een hogere concentratie van huisstofmijtallergeen, schimmels en bacteriën. Verf, zachte plastics en plaatmateriaal veroorzaken chemische vervuiling, die in concentratie toeneemt bij slechte ventilatie. Veel ventilatievoorzieningen zijn niet gebruiksvriendelijk, bijvoorbeeld omdat ze lawaai produceren en te weinig lucht doorlaten, of slecht regelbaar zijn, of niet inbraakveilig. Slechte binnenlucht wordt ook door slechte kwaliteit en gebrek aan onderhoud van ventilatiesystemen veroorzaakt. We bouwen steile open binnentrappen met gladde treden. Het warmwaterapparaat geeft risico op legionella-besmetting na een paar dagen niet gebruikt te zijn. Bewoners met mobiliteitsproblemen zijn extra gehandicapt als de badkamer of de slaapkamer slecht bereikbaar zijn.
van gezond wonen: de Toetslijst Ventilatie (uitgave Woonbond), de Module EPA+Gezond (uitgave OTB/TU Eindhoven) en de Toetslijst Gezond en Veilig Wonen (uitgave Woonbond en SBR). In de praktijk is daarmee ervaring opgedaan en dat levert een strategie op voor nieuwe toetsen. Een kenmerk van deze strategie is dat er onderscheid wordt gemaakt naar de woning en het gebruik ervan, om beter inzicht te krijgen in de verdeling van verantwoordelijkheden voor gezondheidsrisico’s. Ook wordt het binnenklimaat per kamer apart beoordeeld en krijgt de slaapkamer veel aandacht. Communicatie tussen huurders en verhuurders over kwaliteit is de basis voor verbeteracties. Met de Toetslijst Gezond en Veilig Wonen kunnen consumenten zelf kritisch naar de woning en naar woongedrag kijken.
Woningcorporaties blijven helaas terughoudend met gezondheidstoetsing van woningen de gesteven gordijnen zorgen al voor een verhoging van het gezondheidsrisico. De kans op vallen, stoten en snijden wordt beïnvloed door het ontwerp en de inrichting van de woning. De mogelijkheid tot zelfredzaam wonen voor ouderen hangt met afmetingen, met toegankelijkheid en met toezicht samen. Iemand met gevoelige luchtwegen heeft bijvoorbeeld behoefte aan een woning met goede luchtkwaliteit en mensen die slecht tegen geluidshinder kunnen, verlangen een stille omgeving. Hier ligt een belangrijke relatie tussen wonen en gezondheid: de gezondheid van de bewoners bepaalt waaraan een huis moet voldoen en als daarvan geen sprake is, veroorzaakt het wonen gezondheidsproblemen.” Risico’s door bewonersgedrag Toch hangt de blootstelling aan gezondheidsrisico’s ook voor een groot deel van de bewoners af. “Voldoende ventileren en regelmatig schoonmaken verminderen het risico van ongezonde lucht
Indicatoren en instrumenten Hasselaar is op zoek gegaan naar indicatoren van blootstelling aan gezondheidsrisico’s. Indicatoren worden gebruikt om de gezondheidsprestatie te beoordelen, zodat bij klachten een betrouwbare diagnose mogelijk is en de juiste maatregelen voor verbeteringen gekozen kunnen worden. Hasselaar heeft in het kader van zijn promotieonderzoek meegewerkt aan het ontwikkelen van drie instrumenten voor het beoordelen
Evert Hasselaar: “Veel bewoners verkiezen comfort boven gezond wonen.”
Informatie Zie voor bestelinformatie van het proefschrift ‘Health performance of housing. Indicators and tools’ pag. 6. Bezoek ook www.toetslijstgezondwonen.nl.
3
OTB
& omgeving
december 2006
Onderzoeksinstituut OTB actief met cursussen op maat
Nieuwe incompanycursus van start gegaan Iedereen kent wel de reclame van de NVM-makelaar die van werk thuis komt, waarbij dochterlief vraagt “Papa, moet je niet aan je huiswerk?” en hij met een smile achter zijn boeken duikt om zijn kennis bij te spijkeren. Incompanycursussen zijn bij uitstek het middel om vakinhoudelijke kennis van medewerkers actueel te houden.
Het Onderzoeksinstituut OTB organiseert cursussen op maat voor klanten die een specifieke inhoud, tijdstip of locatie wensen. Zo is dit najaar de Arcadis Mastercourse Urban Development, een nieuwe incompany-opleiding voor medewerkers van Arcadis, van start gegaan. “In deze cursus staan alle aspecten van gebiedsontwikkeling centraal. De medewerkers wordt kennis bijgebracht van planeconomische, civieltechnische en bestuurlijk-juridische tools die nodig zijn om complexe gebiedsontwikkelingsprojecten tot stand te brengen. Daarbij komt aan de orde welke rollen overheden en marktpartijen kunnen kiezen en wat de daarbij horende bevoegdheden zijn”, vertelt Herman de Wolff, OTB-projectleider van de cursus. “We hebben deze cursus, met wekelijkse bijeenkomsten van vier uur gedurende anderhalf jaar, samen met Arcadis ontwikkeld. Arcadis wil aan deze onderwerpen aandacht besteden omdat de praktijk steeds vaker vraagt om adviseurs die hun klanten van dienst kunnen zijn vanuit een integraal perspectief op gebiedsontwikkeling.”
4
Andere incompanycursussen Het Onderzoeksinstituut OTB heeft de afgelopen jaren meerdere incompanycursussen verzorgd, zoals ‘Vastgoedeconomie voor de Rijksoverheid’ die dit jaar voor de vierde keer van start is gegaan. Deze opleiding van 11 bijeenkomsten gedurende ruim een half jaar is ontwikkeld samen met de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid en bereidt cursisten voor op de grotere rol die de rijksoverheid wil spelen bij gebiedsontwikkeling en vastgoedontwikkeling. Daarbij komt met name de financiële kant van gebiedsontwikkeling in relatie tot vastgoedontwikkeling aan bod. Wat maakt deze opleiding tot een succes? De Wolff: “De opleiding is als pilot gestart en wordt door constante evaluatie en nauw overleg met de opdrachtgever aangepast aan de wensen van de deelnemers en aan nieuwe ontwikkelingen. Ook is er ruimschoots gelegenheid voor cursisten om hun ervaringen uit te wisselen.” Er zijn ook kortere incompanycursussen van enkele dagdelen mogelijk. De cursussen over Strategisch Voorraadbeleid van Henk Heeger, adviseur op dit gebied bij het OTB, zijn hiervan een
Problemen uit de eigen praktijk komen makkelijker aan bod. voorbeeld. Heeger is verantwoordelijk voor de reguliere vierdaagse cursus ‘Strategisch Voorraadbeleid en beheerplannen bij woningcorporaties’, die dit jaar voor de twaalfde keer gegeven is, maar krijgt daarnaast regelmatig verzoeken om hiervan afgeleide incompanycursussen samen te stellen. “Opdrachtgevers hebben dan als wens bepaalde onderdelen van de vierdaagse cursus uitgebreider of juist minder uitgebreid te behandelen en te reageren op een eigen concrete situatie. De aanleiding kan ook zijn dat men niet wil wachten op de volgende geplande reguliere cur-
Veel onderwijservaring beschikbaar sus of dat deze cursus altijd al snel volgeboekt is”, vertelt hij. Voor corporatie Woonstede Ede werd een cursus ontwikkeld met onderwerpen die toegespitst waren op hun eigen voorraadbeleidsplan en de gewenste daarin verder te ontwikkelen stappen. Het Amsterdams Steunpunt Wonen, een overkoepelende bewonersorganisatie, moet vaak reageren op het strategisch voorraadbeleid van woningcorporaties en zocht daarom de juiste instrumenten om adequaat te kunnen reageren. De tweedaagse incompanycursus die voor hen werd ontwikkeld, voorzag daarin. Voordelen OTB-incompanycursus “Het Onderzoeksinstituut OTB heeft op de vraag van Arcadis kunnen inspelen omdat het via het praktijkgerichte en het meer fundamentele onderzoek, goed op de hoogte is van zowel actuele ontwikkelingen in de praktijk als innovatieve werkwijzen op het gebied van wonen en de
gebouwde omgeving. Daarnaast werken we samen met faculteiten binnen de TU Delft, waardoor bij ons veel onderwijservaring aanwezig is. Via ons netwerk kunnen we deskundige docenten inzetten. Verder hebben we de afgelopen jaren ruime ervaring opgedaan met het organiseren van reguliere cursussen en incompanycursussen. In overleg met de opdrachtgever worden onderwerpen gedefinieerd, waarbij wij enthousiaste sprekers en docenten zoeken”, aldus Herman de Wolff. Tijdens een incompanycursus is het voor de deelnemers vaak makkelijker om in openheid en vertrouwen concrete problemen uit hun eigen praktijk te bespreken die ze in een reguliere cursus met verschillende organisaties niet snel naar voren zouden brengen. Verder kan het goedkoper zijn om met meerdere medewerkers deel te nemen aan een incompanycursus dan aan een reguliere cursus. In overleg is het moment te kiezen waarop de incompanycursus kan plaatsvinden, wat bij reguliere cursussen niet het geval is. Ten slotte kan de cursus worden gegeven bij de opdrachtgever waardoor de deelnemers geen extra reistijd hebben.
Inlichtingen Indien u geïnteresseerd bent in de mogelijkheden van een incompanycursus kunt u contact opnemen met het Bureau Opleidingen en Kennisoverdracht, tel. 015-2783560 of 015-2783625. Zie daarnaast www.otb.tudelft.nl voor onze activiteiten en cursussen.
OTB
OTB-Cursussen 2007
van GPS. Een GPS is een satellietontvanger ter grootte van een mobieltje, waarmee continu de 4-daagse cursus Strategisch voorraadbeleid en exacte locatie op aarde wordt gepeild. Omdat deze beheerplannen bij woningcorporaties methode volop in ontwikkeling is, organiseert het 14/15 maart en 11/12 april 2007 Onderzoeksinstituut OTB een studiedag over dit Locatie: Conferentiecentrum Kaap Doorn, Doorn onderwerp. Doelgroep: corporatiemedewerkers De huidige gangbare methoden vragen van Deelnamekosten: € 1.995,- excl. overnachting respondenten om in een dagboekje hun verplaatsingsgedrag te noteren. Nadeel hiervan is dat 2-daagse cursus Actuele thema’s in de woonverplaatsingen, reistijden en locaties niet altijd even ruimteverdeling nauwkeurig worden opgegeven. Bovendien is de beNajaar 2007 lasting voor de respondent vrij hoog, zodat meestal Locatie: nog onbekend niet voor meer dan één of twee dagen gevraagd Doelgroep: professionals (management en beleidswordt het dagboekje in te vullen. medewerkers) bij woningcorporaties, woonwinkels, Indien een respondent een GPS met zich meegemeenten en regionale samenwerkingsverbanden draagt, biedt dat aantrekkelijke extra’s. Alle ritten Deelnamekosten: € 1.095,- excl. overnachting en routes worden opgeslagen, inclusief de tijd en de exacte locaties. Daarnaast kan de respondent het 4-daagse cursus Herstructurering van naoorGPS langer met zich meedragen, waardoor men een logse woonwijken beeld van wekelijkse patronen verkrijgt. Oktober/november 2007 Dankzij deze informatie kunnen beleidsmedewerkers Locatie: nog onbekend beter de effecten zien van ingrepen in de stedelijke Doelgroep: gemeenteambtenaren, corporatiemedestructuur en de verkeersinfrastructuur. Ook knelpunwerkers, projectleiders, opbouwwerkers, ontwikketen in routes kunnen beter worden opgespoord. laars, makelaars, ontwerpers, adviseurs en leden van Omdat het GPS wel de xy-coördinaat op aarde regibewonersorganisaties streert, maar niet wat deze locatie voorstelt, heeft Deelnamekosten: € 1.895,- excl. overnachting het OTB een intelligente applicatie ontwikkeld die de GPS-data combineert met persoonlijke gegevens van de respondent en talloze ruimtelijke en vervoersgegevens die zijn opgeslagen in een geografische database. Men verkrijgt hierdoor een gedetailleerd beeld van het individuele verplaatsingsgedrag. Studiedag GPS en verplaatsingsgedrag Op de studiedag wordt ingegaan op de mogelijkheApril of mei 2007 den, beperkingen en verwachtingen over GPS-dataverzameling. Deskundigen op het gebied van verHet verzamelen van gegevens over verplaatsingsplaatsingsgedrag, ruimtelijke ordening en GIS/GPS gedrag krijgt een stevige impuls door het gebruik komen aan het woord. Daarnaast komen praktijk-
OTB-Studiedagen 2007
& omgeving
december 2006
voorbeelden aan de orde en geven enkele bedrijven, die in de sector werkzaam zijn, presentaties. Studiemiddag Openbare registers en kadaster 10 mei 2007 Locatie: omgeving Den Haag Doelgroep: makelaars, notarissen, advocaten en anderen die zich professioneel bezig houden met onroerendgoedtransacties Bij de voorbereiding van onroerendgoedtransacties spelen vele zaken een rol. Het verkrijgen van informatie uit het kadaster over objecten en hun rechthebbenden wordt steeds eenvoudiger. De studiemiddag Openbare registers en kadaster geeft een overzicht van de (on)mogelijkheden op dit gebied. Wat zijn de belangrijkste bronnen van informatie en welke betekenis kan aan die informatie worden gehecht? Meer bepaald staan vraagstukken rond zaak, grens en perceel (verjaring en bewijs, overdracht gedeeltelijk perceel, kadastrale kaart) centraal. Docenten: Hendrik Ploeger en Jaap Zevenbergen.
Informatie en aanmelding Ongeveer twee maanden voor aanvang van een cursus of studie(mid)dag is uitvoerige informatie over het programma en de sprekers beschikbaar. Mocht u een specifieke programmafolder toegestuurd willen krijgen, stuurt u dan een e-mail aan Angélique Dersjant:
[email protected]. Ook kunt u kijken op onze website www.otb.tudelft.nl/agenda. Natuurlijk kunt u voor het aanvragen van informatie eveneens gebruikmaken van de invulstrook.nl.
Ik wil graag meer informatie over: o 4-daagse cursus Strategisch voorraadbeleid en beheerplannen bij woningcorporaties, 14/15 maart en
11/12 april 2007 o Studiedag GPS en verplaatsingsgedrag, april of mei 2007 o Studiemiddag Openbare registers en kadaster, 10 mei 2007 o 2-daagse cursus Actuele thema’s in de woonruimteverdeling, najaar 2007 o 4-daagse cursus Herstructurering en beheer van naoorlogse woonwijken, oktober/november 2007
o Ik wil graag op de verzendlijst komen van OTB & Omgeving o Ik wil standaard op de hoogte gehouden worden van alle OTB-cursussen en -studiedagen o Ik wil standaard op de hoogte gehouden worden van alle OTB-publicaties (alleen mogelijk per e-mail)
Naam : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instelling : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdeling/dienst : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Soort instelling/organisatie : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Adres : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Postcode/Plaats : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-mail : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
U kunt dit strookje faxen of in een ongefrankeerde enveloppe sturen aan: Onderzoeksinstituut OTB Afdeling Voorlichting en Publiciteit t.a.v. Angélique Dersjant Antwoordnummer 10178 2600 VB Delft fax (015) 278 44 22
5
OTB
& omgeving
december 2006
VAN DE PERS Klaufuss, Christien, De steden en de bouwers. Veranderingen in volkswoningbouw en sociale verschuivingen in Riobamba en Cuenca, Ecuador, 357 blz., ISBN 90-316-0043-7, Amsterdam (Dutch University Press). Prijs: €32,50. Studie naar twee groepen stadsbewoners – professionals en bewoners – en hun betrokkenheid bij de volkswoningbouw. Bestellen via www.dup.nl en tel. (020) 6255429. Hasselaar, Evert, 2006, Health performance of housing. Indicators and tools, 250 pag.,
Sustainable Urban Areas 10, ISBN 1-58603-689-0, Amsterdam, IOS Press, imprint: Delft University Press. Prijs: €50. Onderzoek naar indicatoren van blootstelling aan gezondheidsrisico’s in woningen. Deze worden gebruikt om de gezondheidsprestatie te beoordelen, zodat bij klachten een betrouwbare diagnose mogelijk is en de juiste maatregelen voor verbeteringen gekozen kunnen worden. Meijer, Arjen, 2006, Improvement of the life cycle assessment methodology for dwellings, 160 blz., ISBN 1-
58603-690-4, Amsterdam (IOS Press), imprint: Delft University Press. Prijs: €50. Proefschrift over het verbeteren van de methodiek voor milieu-analyse van gebouwen, door de schade aan de gezondheid van bewoners als gevolg van emissies uit bouwmaterialen en door lokaal verkeer mee te nemen. Kauko, T., 2006, Urban housing patterns in a tide of change. Spatial structure and residential property values in Budapest in a comparative perspective, 163 blz., Sustainable Urban
Areas 8, ISBN 1-58603679-3, Amsterdam (IOS Press), imprint: Delft University Press. Prijs: €40. Innovatieve economische analyse van de woningmarktstructuur, toegepast op Budapest. Centraal staat de relatie tussen de woningmarkt en fysieke en sociaal-demografische kenmerken, prijzen en regulering. Bestellen Alle in dit nummer genoemde publicaties zijn te bestellen bij IOS Press, tenzij anders vermeld. Fax (020) 6203419, www. dupress.nl. Vermeld bij de bestelling van elk boek het ISBN.
Internationale ENHR-Conferentie, Rotterdam Van 25 t/m 28 juni 2007 wordt de jaarlijkse internationale conferentie van het European Network for Housing Research (ENHR) georganiseerd met als thema ‘Sustainable Urban Areas’. De conferentie, die onder andere wordt gesponsord door het Ministerie van VROM, vindt plaats in Congrescentrum De Doelen in Rotterdam. Deze stad is bij uitstek geschikt voor het thema vanwege de grootstedelijke problematiek en de grote transformatieopgaven. Daarnaast is het Rotterdamse beleid volop in beweging. Naast de wetenschappelijke insteek van het congres, zorgen de voorbeelden in Rotterdam voor een interessante mix van theorie en praktijk. Het ENHR kent een groot aantal werkgroepen die verschillende thema’s op het gebied van ‘housing’ beslaan. Deze werkgroepen gebruiken de workshops om ontwikkelingen in hun onderzoek te presenteren. De volgende ENHR-thema’s komen in de workshops aan de orde: • Housing finance • Migration, residential mobility and housing policy • The residential context of health • Housing economics • Poverty neighbourhoods • Welfare policy, homelessness and housing exclusion • Housing renewal and maintenance & physical aspects of design and regeneration • Residential environments and people • Legal aspects of housing, land and planning • Home ownership and globalisation • Metropolitan dynamics: urban change, market and governance • Housing market dynamics
• Housing and minority ethnic groups • East European housing & urban policy • Urban renewal & housing transformation • Housing and urban sustainability • Institutional and organisational change in social housing organisations in Europe
Colofon OTB & Omgeving is een kwartaaluitgave van het Onderzoeksinstituut OTB Onderzoeksinstituut OTB Jaffalaan 9 2628 BX Delft Tel. (015) 2783005 e-mail:
[email protected] http://www.otb.tudelft.nl Redactie Peter Boelhouwer, Dirk Dubbeling, Helen Jager, Christel Swarttouw-Hofmeijer en Eveline Vogels Vormgeving Ontwerpburo Cyril Strijdonk, Gaanderen Druk Nivo, Delft
Onderzoeksinstituut OTB Het Onderzoeksinstituut OTB is onderdeel van de TU Delft en bestaat sinds 1985. Het is gespecialiseerd in onafhankelijk onderzoek op het gebied van wonen, bouwen en de gebouwde omgeving. Er werken ongeveer 150 mensen, waaronder planologen, sociaal-geografen, bouwkundigen, economen, geodeten, bestuurskundigen en woonecologen. De directie bestaat uit Peter Boelhouwer (wetenschappelijk directeur) en Willem Korthals Altes (directeur). De onderzoekers zijn verdeeld over zeven secties: Duurzaam Woningvoorraadbeleid en Kwaliteitszorg (coördinator Henk Visscher) l Geo-informatie en Grondbeleid (coördinator Willem Korthals Altes) l GIS-technologie (coördinator Peter van Oosterom) l Stedelijke en Regionale Ontwikkeling (coördinator Kees Maat) l Stedelijke Vernieuwing en Wonen (coördinator Marco van der Land) l Vervoer en Infrastructuur (coördinator Bart Wiegmans) l Volkshuisvesting en Woningmarkt (coördinator Harry van der Heijden). Daarnaast is er een ondersteunende sectie Methodologie en Informatica (coördinator Henny Coolen). l
Naast deze onderwerpen komen ook andere thema’s aan bod: de duurzame stad (ontwikkeling en herstructurering van de binnenstad), de duurzame omgeving/regio (verstedelijking van het landschap) en manieren om huisvesting en stedelijke processen mogelijk te maken (GIS, kadaster). Voor alle workshops geldt dat internationale onderzoekers wetenschappelijke papers presenteren. De ENHR-conferentie is bedoeld voor wetenschappers en professionals die werkzaam zijn op het gebied van ‘housing’, met de nadruk op het thema van het congres ‘Sustainable Urban Areas’. Naast Europese deelnemers, worden ook wetenschappers uit Azië, Afrika en de Verenigde Staten verwacht. Meer informatie over het thema en het programma is te vinden op www.enhr2007rotterdam.nl. Ook kunt u informatie opvragen via
[email protected]. Registratie is mogelijk vanaf december 2006 via dezelfde website.