Kernenergie: de toekomst?! Prof. Dr. Ir. F.W. Sluijter 20 april 2009 Het begrip duurzaamheid De vraag die ik u vanavond voorleg luidt: “Is kernenergie duurzaam? Dit is een moeilijke vraag. Het hangt namelijk sterk af van welk begrip van duurzaamheid u wilt hanteren. Duurzaamheid wordt op het ogenblik aan alle kanten misbruikt. U kunt bijvoorbeeld via uw bankrekening duurzaam beleggen en zo kunt u tegenwoordig van alles “duurzaam” doen. Wat er precies duurzaam aan bepaalde zaken is, is mij soms niet helemaal duidelijk. Er is overigens een formele definitie van duurzaamheid. Deze is ontleend aan het zogenaamde Brundtland report. Hier gaat het erom dat duurzame ontwikkeling aansluit op de behoefte van ons vandaag, zonder dat we kwaad doen aan de generaties die na ons komen, die ook in hun behoeften wensen te voorzien. Deze mogelijkheden voor de komende generaties mogen we niet in gevaar brengen. Als u hier goed over nadenkt dan begrijpt u meteen dat absolute duurzaamheid niet bestaat. Je zult altijd zaken doen die daardoor niet of minder beschikbaar zijn voor de toekomstige generaties. Ertsvoorraden raken bijvoorbeeld op, of je er nu kanonnen of windmolens van maakt. Duurzaamheid moet dus altijd met een zekere korrel zout worden genomen. Welke criteria worden vaak aangedragen als het om duurzaamheid gaat? Ik heb de 1 volgende criteria ontleend aan het adviesrapport van de SER. Enige tijd geleden is dat rapport verschenen, dat nog werd aangehaald door de heer Peer de Rijk, een kernenergie criticus. Dit rapport werd vertoond als zijnde het rapport van het meest gezaghebbende adviesorgaan van de regering. Ik bedacht dat de SER gezaghebbend is op sociaaleconomisch gebied, maar niet direct op wetenschappelijk gebied. Ik kwam laatst een van de leden van de SER tegen, de voorzitter van ABVAKABO FNV, die ook uitspraken over het SER-advies heeft gedaan. Ik vroeg de voorzitter hoe ze nu aan een oordeel over dat SERadvies gekomen was? Wat blijkt nu, dat oordeel blijkt nagepraat te zijn. De voorzitter kan daar niets aan doen, kernenergie is immers haar stiel niet. Het is echter wel gevaarlijk wanneer je autoriteit gaat toekennen ver buiten je eigen stiel. Een zelfde voorbeeld betreft standpunt café van NCRV. In dit programma, waarin de discussie over windenergie ging, veegde Lodewijk de Waal, oud-voorzitter van FNV, directeur van Humanitas en bovendien een beoefend debater, de vloer aan met een matige debater die wel veel kennis van windenergie had. Toen heb ik Lodewijk de Waal een brief geschreven waarin ik uiteenzette dat hij natuurlijk een leuke debater is, maar dat hij toch een groot aantal zaken over het hoofd gezien had. Het aardige is dat hij na een aantal weken terugschreef dat hij mijn brief had voorgelegd aan een aantal mensen waarvan hij het oordeel op prijs stelde en hem verzekerden dat er geen onzin in mijn brief stond. Volgens de SER is er sprake van duurzame energievoorziening wanneer de gebruikte energiebronnen in voldoende mate beschikbaar zijn. Verder moeten ze dat voor zeer lange tijd blijven. Bovendien moeten de effecten van energiegebruik voor mens en natuur beperkt zijn. Desalniettemin, u kunt zich vast beraden op discussie, ben ik een groot voorstander van kernenergie en juist wel omdat de effecten op mens en natuur gering zijn, maar daar kom ik later op terug. Het volgende criterium is dat de levering van energie betrouwbaar en veilig moet zijn. Daarnaast moeten de afnemers tegen een redelijke prijs toegang tot energie hebben en houden. Op dat punt ligt bij mij een grote bezorgdheid over een aantal van de zogenaamd wel erkende duurzame energiebronnen zoals wind –en zonne-energie. Ik vraag me af of deze bronnen wel een betrouwbare levering garanderen en dat de afnemers, de huishoudens en de bedrijven toegang blijven houden tot energie tegen een redelijke prijs. (1) Volledige rapport te vinden op http://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/20002007/2008/b26650.aspx
37
Wat is kernenergie? We kennen drie verschillende cycli binnen de kernenergie. De meest bekende gaat uit van uranium-235. Uranium wordt gewonnen als erts en na zuivering houd je een substantie over die voor het grootste deel bestaat uit het isotoop uranium-238. De substantie bestaat slechts voor 0,7% uit uranium-235. De reden daarvan is dat de halfwaardetijd van uranium-235 korter is en dus sneller vervalt dan uranium-238. Uranium-235 is echter wel direct splijtbaar. Dit was de grote ontdekking van Hahn, Meitner en Strassman. Men dacht aanvankelijk dat er bij het beschieten met een neutron slechts een scherfje van uranium afvloog, maar na lang zoeken vooral door Lise Meitner, die de Nobelprijs niet heeft gekregen, een schande voor de Nobelprijscommissie, is aangetoond dat uranium uiteenvalt in krypton en barium en daar komen weer drie neutronen bij vrij. Deze vrijgekomen neutronen openden de mogelijkheid om een nieuwe splijtingsreactie teweeg te brengen. Je moet er wel voor zorgen dat enkele neutronen opnieuw een uranium-235 atoom treffen, met een snelheid die overeenkomt met de temperatuur van het deeltje. Overigens kun je met behulp van voorgaand proces en een voldoende hoeveelheid uranium-235 een atoombom maken. Een van de ontdekkingen in WOII in Engeland was dat de hoeveelheid uranium-235 niet eens zo vreselijk groot hoeft te zijn om een atoombom te maken. Het vervelende van de uranium-235 cyclus, we komen dan aan bij de tweede cyclus, is dat uranium-238 ook een neutron kan invangen. In dat geval krijg je eerst uranium-239 en dat vervalt naar plutonium. Plutonium is zelf ook weer splijtbaar en daarmee is een kernreactie teweeg te brengen. Uiteindelijk was de atoombom die op Nagasaki geworpen werd van het type plutonium. Plutonium kun je echter ook gebruiken in een kerncentrale voor het opwekken van energie. Een andere cyclus gaat uit van thorium. Er is een tamelijk grote voorraad thorium op deze wereld. Na verval komt uranium-233, dat ook splijtbaar is, beschikbaar. Op deze manier is via thorium in principe ook een kerncentrale te bedrijven. Hoe werkt een kerncentrale? Van de drie neutronen die vrijkomen bij de splijting van uranium-235, mag maar één neutron opnieuw een splijting teweeg brengen. Wanneer meerdere neutronen opnieuw een splijting teweegbrengen dan zou de centrale kunnen ontploffen. Dat is in Tsjernobyl gebeurd. In Tsjernobyl hebben ze de centrale zodanig weten in te richten dat meerdere neutronen een splijting teweeg konden brengen. Dit wordt ook wel positieve reactiviteit genoemd. Zulke reactoren zijn in het westen nooit gebouwd want je kunt ook een centrale zodanig inrichten dat er een negatieve reactiviteit is. In dit geval kan geen aap hem laten ontploffen. Zo dient een centrale ook te worden ingericht. Een centrale dient nooit afhankelijk te zijn van regelmechanismen en menselijk handelen, zoals het geval was in Tsjernobyl. In Tsjernobyl zijn deze regelmechanismen een-voor-een uitgezet. De ramp had nooit kunnen gebeuren wanneer de reactor een negatieve reactiviteit zou hebben gehad. De rol van reactiviteit in een kernreactor is dus essentieel. Die met een positieve reactiviteit moet je niet hebben, moet je niet bouwen en ook niet willen bouwen. Het invangen van overbodige neutronen wordt bewerkstelligd door regelstaven. Meestal zijn dit staven van cadmium en deze vangen zoveel neutronen dat de kettingreactie stopt. De rol van koeling is als volgt. Niet alleen tijdens de splijtingreactie komt warmte vrij, zelfs wanneer de splijtingsreactie stopt dan gaat het verval van de gevormde splijtingsproducten nog een hele tijd door. Daar komt veel warmte bij vrij. De koeling moet dus onder alle omstandigheden blijven functioneren. Wanneer onvoldoende gekoeld wordt loop je het risico dat de kern van de reactor smelt. Dit is gebeurd met de centrale van Harrisburg, Pennsylvania. Daar was niet zozeer sprake van een ramp met het oog op het milieu of volksgezondheid, maar vooral sprake van een ramp voor de exploitant. Er was dan ook geen radioactiviteit naar buiten gekomen, maar de exploitant kon de centrale wel afschrijven. De volgende generatie centrales moeten deze smelting van de kern van de reactor voorkomen. De warmte die na het splijtingsproces nog
38
vrijkomt, dient op natuurlijke wijze en zonder geforceerde koeling afgevoerd te worden. In beginsel kun je dit bereiken en krijg je een zogenoemde inherent veilige kerncentrale. Duurzaamheid en de grote bezwaren tegen kernenergie Wat bepaalt nu de duurzaamheid van kernenergie volgens de criteria van Brundtland en de criteria van de SER? En wat zijn de grootste bezwaren van kernenergie? Achtereenvolgens komen de voorraad van kernbrandstof, de milieuvriendelijkheid van de ertswinning, de veiligheid van reactoren, het proliferatiegevaar en de problematiek rond kernafval aan de orde. Voorraden kernbrandstof Een vaak gehoord tegenargument is dat de voorraad uranium binnen een jaar of 60 opraakt. Dit is absoluut niet waar. In de hele discussie omtrent kernenergie wordt een enorme hoeveelheid misinformatie verspreid. De voorraad uranium is er een van. De thans bekende wereldhoeveelheid uranium bedraagt 4,5 miljoen ton. Deze voorraad geldt bij een prijs van 100 euro per kilo. Er is de afgelopen 20 jaar namelijk nauwelijks aan prospecting gedaan. De uraniumvoorraden die we 20 jaar geleden kenden zijn er nog altijd. Er was destijds genoeg uranium voorradig en het was niet rendabel om nog verder te zoeken. We weten dus dat er een grote hoeveelheid uranium voorradig is en wanneer je de hoeveelheid thorium erbij rekent, hebben we voor ver over de 100 jaar genoeg brandstof voor de huidige inzet van kernenergie. Daarbij is opwerking en hergebruik niet meegerekend. Hiermee bedoel ik dat je niets van uranium-238 gebruikt. De afgewerkte splijtstofstaven bevatten aanzienlijk minder uranium-235. Je kunt de overgebleven hoeveelheid uranium-235 opnieuw gebruiken. Daarnaast kun je het plutonium dat ontstaan is uit uranium-238 opnieuw gebruiken. Dit kan in beginsel gemengd worden met uranium en dan ontstaat MOX (Mixed Oxide Fuel) en dit kan zelfs door conventionele kerncentrales hergebruikt worden. Een andere mogelijkheid is het inrichten van een snelle kweekreactor. Deze maakt meer plutonium dan hij verstookt. Het plutonium wordt verspleten in een matrix van uranium-238 en levert uiteindelijk meer plutonium op dan hij verstookt. Dit is dus een voordeel met betrekking tot de duurzaamheid van kernenergie. Milieuvriendelijkheid ertswinning Verder is de milieuvriendelijkheid van de ertswinning belangrijk. Er zijn verschillende methoden om erts te winnen. Een van die methoden is open-pit mining, zoals bruinkool in Duitsland nog altijd wordt gewonnen. Je hoort daar niemand over. Duitsland wordt vaak aangehaald als voorbeeld dat men daar beter bezig is met groene energie, maar de bruinkoolwinning gaat rustig door. In Duitsland wordt zelfs een kleine toename van het deel van de elektriciteit dat opgewekt wordt door middel van bruinkool voorzien. Het aandeel kernenergie wordt kleiner, gas komt ervoor in de plaats en ook het aandeel steenkool blijft gelijk. Het aandeel bruinkool echter neemt zelfs een beetje toe en zoals u weet is bruinkool de meest vervuilende energiebron voor wat betreft CO2 -emissie en landschapsverwoesting. Er zijn verschillende soorten ertswinning in omloop en deze verschillen in milieuvriendelijkheid. Veiligheid kerncentrales De veiligheid van de reactoren en installaties is van belang. Ik kan u verzekeren dat de kernindustrie zo verschrikkelijk veilig is dat wanneer er iemand een reageerbuisje laat vallen het reeds op de voorpagina van de krant verschijnt. Veiligheid staat hoog in het vaandel. Wanneer je de veiligheidscriteria van kerncentrales zou moeten toepassen op de chemische industrie, zouden we waarschijnlijk geen chemische industrie meer hebben. In dit verband is het aantal slachtoffers van de giframp in Bhopal2 in India aanzienlijk groter dan de hoeveelheid slachtoffers die ons nu bekend is door de ramp in Tsjernobyl. Ik vind de perceptie van de veiligheidsrisico’s een eigenaardige zaak en kan daar als fysicus eigenlijk niets over zeggen. Mensen stappen zonder een ogenblik te aarzelen in een auto, maar een kerncentrale vinden ze eng. In de westerse wereld is echter nog nooit een noemenswaardig
39
ongeluk gebeurd met een kerncentrale. Waarom is men dan zo bang voor kernenergie? Dat zit hem in de haast mythische angst voor straling. Deze mythe wordt door misinformatie behoorlijk in leven gehouden. Wanneer u berekeningen ziet van hoeveel slachtoffers er door de ramp in Tsjernobyl wel niet zijn gevallen dan zijn dat niet slachtoffers die ze geteld hebben, maar het betreft uitkomsten van berekeningen die gebaseerd zijn op mensen die een hele hoge dosis straling hebben gehad. Vervolgens is lineaire extrapolatie toegepast op hele lage doses en vervolgens is vermenigvuldigd met het grote aantal betrokken mensen. De rapporten van de WHO over Tsjernobyl – Tsjernobyl wordt heel zorgvuldig gemonitord – concluderen dat het aantal directe slachtoffers betrekkelijk klein is en de grootste gezondheidsschade die geleden wordt van psychische aard is, omdat er een groot aantal mensen rondloopt dat onzeker is over zijn eigen gezondheidstoekomst. Dat is een veel grotere belasting dan eigenlijk nodig is. De perceptie van veiligheid is dus geweldig beïnvloed door Tsjernobyl. Wat betreft de getroffen kinderen in Tsjernobyl is bekend dat ze nogal gevoelig zijn voor radioactief jodium in de schildklier. De remedie bestaat uit het innemen van jodiumpillen, die het radioactieve jodium verdringt. Bovendien is schildklierkanker heel redelijk behandelbaar. Het aantal kinderen dat er aan is overleden in de afgelopen 20 jaar is verrassend klein als je het grote aantal kinderen dat blootgesteld is bekijkt. De meeste mensen weten echter niet dat er in Zwitserland ook een kernongeluk heeft plaatsgevonden. Het betreft hier het ongeluk met de Lucens reactor in de buurt van Lausanne in 1969. Hier heeft een meltdown plaatsgevonden. Het was een kleine, experimentele centrale die op natuurlijk (niet verrijkt) uranium werkte. In de centrale zat echter een ontwerpfout. De temperatuur in de centrale was CO2-gekoeld. De gastemperatuur werd zowel bij de ingang naar de splijtstaaf gemeten als bij de uitgang van de splijtstaaf, maar niet onderin. Daar heeft het smelten van de splijtstaaf plaatsgevonden. Verder hebben, in tegenstelling tot Tsjernobyl, alle veiligheidssystemen correct gefunctioneerd en was er geen gevaar voor de volksgezondheid. De centrale was irreparabel en de Zwitsers hebben in het vervolg maar een aantal kerncentrales besteld. Daardoor heeft Zwitserland nu een mooie score voor wat betreft CO2-vrije elektriciteitsproductie mede doordat de Zwitsers dit combineren met hydro-energie. Zoals eerder gezegd heeft er ook smelting plaatsgevonden in de centrale van Harrisburg, maar ook daar hebben alle veiligheidssystemen goed gefunctioneerd. De exploitant zit echter met de brokken, bijvoorbeeld omdat het lang duurt voordat je een dergelijke centrale kunt ontmantelen. Proliferatiegevaar Voor wat betreft de veiligheid voor de volksgezondheid is proliferatiegevaar van kernenergie ook een issue, omdat je in beginsel met plutonium kernwapens kunt maken. Kernwapens maken met plutonium is makkelijker dan met behulp van uranium-235, omdat je makkelijker kunt scheiden. Het plutonium dat je uit een energiecentrale haalt is niet direct geschikt voor het maken van een kernwapen. Tevens treden er moeilijkheden op door een aantal andere isotopen van plutonium. Plutonium-240 heeft de neiging om direct te splijten en daarmee lopen militairen het gevaar dat het kernwapen spontaan ontploft. Plutonium-238 vervalt met veel warmteontwikkeling zodat je kernwapens voortdurend moet koelen, een lastige eigenschap. Een kernwapen ontwikkelen met behulp van thorium is uitgesloten omdat er geen plutonium aan te pas komt. De reactie loopt immers via uranium-233 en daar kun je geen kernwapens mee ontwikkelen. Kernafval Van mijn vader heb ik vroeger altijd meegekregen - deze context is in Wageningen wel toepasselijk - dat wanneer je een koe koopt, je de stront en de darmen erbij krijgt. Dat is onverbrekelijk met elkaar verbonden. Dat is met kernenergie precies hetzelfde, namelijk de productie van radioactief afval. (2) http://nl.wikipedia.org/wiki/Giframp_Bhopal
40
Er is een hoeveelheid radioactief afval, de splijtingsproducten, die in de wereld komen door het splijten van atomen. Deze hebben een redelijke vervaltijd en we kunnen best wachten totdat het niveau van de radioactiviteit van het oorspronkelijke uraniumerts bereikt is. Dat is het criterium. Je hebt slechts last van radioactiviteit wanneer het stralingsniveau hoger is dan de natuurlijke straling. Aan dat laatste doe je toch niets. De natuurlijke radioactiviteit in bijvoorbeeld Devon is drie keer zo hoog als in Nederland. Toch heb ik nog nooit iemand gehoord die vanwege de natuurlijke radioactiviteit er niet op vakantie ging. Het afval wordt bij de COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval) in Vlissingen verwerkt en opgeslagen. De transurane elementen, de zogenaamde actiniden, zijn zware isotopen met een atoomnummer hoger dan uranium. Deze actiniden blijven erg lang radioactief wanneer je ze niet verwerkt omdat ze van dezelfde soort zijn als uranium zelf. Plutonium is er daar ook een van, een element dat duizenden jaren radioactief blijft. Plutonium heeft een zodanig lange vervaltijd dat het natuurlijk nog maar net niet meer voorkomt. Het heeft ooit als natuurlijk element op aarde bestaan, maar dit is allemaal vervallen. Ditzelfde geldt voor uranium-235, dat bijna volledig is vervallen. Er wordt echter hard gewerkt om van de actiniden af te komen. Door reacties met neutronen zijn de actiniden ook tot splijting te brengen. Na de splijting blijven producten over die veel korter radioactief blijven. Waarom gebeurt dit dan niet? Dat is een kwestie van economie. Het opbergen van radioactief afval is simpelweg veel goedkoper dan het opwerken van de actiniden. Daarom wordt er wel onderzoek gedaan naar hoe het opwerken van actiniden precies werkt, maar is er vanwege economische redenen weinig behoefte om dit te doen. Ik ben van mening dat de actiniden wel opgewerkt moeten worden en dat we moeten hopen dat er methoden worden gevonden die minder duur zijn om van de langlevende isotopen af te komen. Wat is nu de orde van grootte van het afvalprobleem? Dat hangt sterk af van welke definitie van kernafval je gebruikt. Wanneer de definitie van kernafval “datgene waar je niets meer mee kunt’ luidt dan is plutonium bijvoorbeeld geen afval omdat je het kunt hergebruiken. Tegenwoordig zijn de kerncentrales van het type generatie-drie reactor. Neem er een van 1000 mW elektrisch vermogen, het dubbele van Borssele. Dat geeft een productie van 1000 kg splijtingsproducten. Dat komt neer op ongeveer 3 m3 afval. Dat wordt weggezet in de COVRA installatie. Daarnaast komt er 200 kg plutonium vrij, dat gewoon hergebruikt kan worden. Tenslotte krijg je 30.000 kg uranium-238 en dit is ook weer her te gebruiken. Het “echte” afval komt dus neer op 3 m3 per jaar. Je zou zeggen dat daar mee te leven valt. De consequentie echter is dat wanneer je plutonium en uranium-238 wilt hergebruiken, je vastzit aan opwerking. Opwerken wordt niet overal gedaan en daar liggen dus economische redenen aan ten grondslag. Men vindt het simpelweg goedkoper om het plutonium en uranium-238 nauwelijks gebruikt op te bergen in het COVRA in plaats van het her te gebruiken. Ik vind dat je kernenergie fatsoenlijk en ethisch moet gebruiken. Niemand staat er echter bij stil dat een kolencentrale ook afval produceert. Naast de alom bekende CO2-emissie produceert een 1000 mW kolencentrale zo’n 80.000 m3 as. Een behoorlijk aantal orden van grootte groter dus. In de as bevinden zich zware metalen als arsenicum, kwik, cadmium en lood. De as wordt bovendien over een flinke omgeving rond een kolencentrale verspreid en dan rijst de vraag welke vorm van energieproductie nu eigenlijk duurzamer is, zelfs wanneer je de CO2-emissie af zou vangen. De toekomst van kernenergie De toekomstverwachting van kernenergie spitst zich voornamelijk toe op de ontwikkeling van de zogenaamde generatie-drie plus en generatie-vier reactoren. Deze reactoren kunnen circa 100 maal langer met dezelfde hoeveelheid uranium toe. Wanneer de prijs van uranium bovendien zou stijgen, kunt u er vergif op innemen dat er plotseling veel meer uranium wordt gevonden. Dat gold bijvoorbeeld ook voor koper. Daar staat tegenover dat de prijs van uranium nauwelijks invloed heeft op de elektriciteitsprijs van de centrale. De kosten van elektriciteit opgewekt door middel van kernenergie worden voornamelijk bepaald door de investering in de centrale. Dit in tegenstelling tot een gas- of kolencentrale, waar de brandstof een belangrijk deel vormt van de elektriciteitsprijs. Daarom stijgt de
41
elektriciteitsprijs als de gasprijs omhoog gaat. Het stijgen van de prijs van uranium heeft nauwelijks invloed op de elektriciteitsprijs. Het grote voordeel van de nieuwe generatie-vier reactoren is dat je zoveel langer met kernenergie toekunt dat je kunt spreken over tienduizenden jaren. Ik denk dat de SER dit dan wel duurzaam zal moeten gaan noemen. Economische aspecten Wat is het aandeel van kernenergie in de totale energieproductie in verschillende landen? Deze cijfers zijn ontleend aan de international energy agency. In Nederland levert die ene kleine kerncentrale in Borssele toch nog altijd 3,5 tot 4,0 % van de totale energieproductie. Dit aandeel is afhankelijk van hoeveel uren de centrale per jaar in werking is. Borssele heeft een hoge productiecoëfficiënt van 90 tot 95 %. Dit in schril contrast met de windturbine, zeker de onshore turbines. Deze turbines leveren maximaal 15 % van het nominaal vermogen. Aan de kust en op zee is dit percentage hoger. Ik reken altijd maar met een productiecoëfficiënt van 40%, maar ik ben er helemaal niet van overtuigd dat ze dit halen. Ik wil in discussies met voorstanders van windenergie wel rekenen met 40%, want met dit percentage kan ik ook aantonen dat windenergie niet deugt. Wat betreft het aandeel van kernenergie spant Frankrijk natuurlijk de kroon. Wanneer je enkel kijkt naar de productie van Électricité de France (EDF), de grootste productiemaatschappij van Frankrijk, dan kom je uit op 88%. Dit betekent dat 88% van de totale elektriciteitsproductie van EDF voortkomt uit kernenergie. Een deel van de overige 12% wordt opgewekt door stuwdammen. Overigens is de dambreuk bij Fréjus eigenlijk het ernstigste ongeluk met betrekking tot de energieproductie in West-Europa. Deze ramp voltrok zich in 1959 en er waren 421 doden te betreuren. Wat betreft energie-inhoud zijn een stuwdam en een kerncentrale met elkaar te vergelijken. De energie-inhoud van beide energieopwekkers is groot en daarom moet de veiligheid gegarandeerd zijn, want als er iets mis gaat heb je direct een enorme ramp. In figuur 1 zijn de kosten per kWh per energiesoort weergegeven.
Figuur 1. Kosten per kWh per energiesoort volgens verschillende rapporteren.
42
Hoe zit het met de kosten van investering, bedrijf en brandstof van diverse vormen van energieopwekking? Deze cijfers zijn in figuur 2 weergegeven. Tegenwoordig komen daar ook kosten bij die betrekking hebben op de CO2-emissie. Het leeuwendeel van de kosten bij kernenergie wordt gevormd door de investeringen, gevolgd door het onderhoud en de operationele kosten. Het kleinste deel van de kosten zijn de brandstofkosten. De investeringen en onderhoudskosten bij een gascentrale daarentegen zijn veel lager. Het leeuwendeel van de kosten wordt echter veroorzaakt door de kosten voor de brandstof. De investeringen in een kolencentrale tenslotte zijn weer wat groter, de kosten voor het onderhoud aan de centrale zijn wat hoger en de kosten van de brandstof zijn lager. Tegenwoordig moet men in het kostenplaatje van zowel de gas -als de kolencentrale, rekeningen houden met de kosten van CO2-emissie.
Figuur 2. Kosten van investering, bedrijf en brandstof met bijkomende kosten van CO2 emissie
Sociale en ethische aspecten van kernenergie In de eerste plaats is er de irrationele angst voor radioactieve straling zoals ik al eerder heb aangegeven. Pas hebben we weer gezien hoe mensen beïnvloedbaar zijn door indianenverhalen. Het gaat hier over de inenting tegen baarmoederhalskanker. De experts die het grondig hebben onderzocht gelooft men liever niet, maar de buurvrouw die een verhaal de ronde heeft horen doen, krijgt meer gehoor en aandacht dan de deskundigen. Zo gaat dat ook bij de irrationele angst voor radioactieve straling. De materie is echter wel degelijk ingewikkeld. Het hangt er vanaf om wat voor soort deeltjes het gaat, wat de intensiteit ervan is en wat de mogelijke schade van weefsel kan zijn. Er zijn bijvoorbeeld een heel aantal eenheden voor radioactieve straling zoals Bequerel (Bq), Sievert (Sv), Curie (Ci) en Gray (Gy). Deze eenheden hebben allen hun plaats om te beoordelen wat je nu met straling te doen hebt. Wanneer u hier meer over wilt weten kan ik u het boek “Radioactiviteit” van mijn collega’s Adriaan van der Woude en Rob de Meijer aanraden.
43
Er is een belangrijke relatie tussen de beschikbaarheid van energie en welvaart. Wanneer je wilt dat de derde wereld ook maar iets van ons niveau van welvaart meekrijgt dan is er een grote behoefte aan meer energie. De armoede in de derde wereld blijft wanneer deze energie er niet komt. Vroeger zei ik al dat wanneer je ontwikkelingshulp geeft, wij moeten ophouden met het verbruiken van fossiele brandstoffen. Er heerst in de derde wereld namelijk nog een sociale en maatschappelijke infrastructuur waarin het niet eenvoudig is om met kernenergie te werken. De westerse wereld heeft echter wel de sociale en politieke structuren, zoals de controle op en naleving van de veiligheid. De westerse wereld kan het zich dus veroorloven om kernenergie op grote schaal in te zetten. Wij zouden eigenlijk op moeten houden met het gemakzuchtige gebruik van fossiele brandstoffen en die moeten overlaten aan de zich ontwikkelende wereld, die ze dringend nodig heeft om enigszins uit de armoede te komen. Dit is een aspect van de discussie rond kernenergie, waarin soms wordt gezegd dat kernenergie onethisch is. Ik ben van mening dat wanneer je kernenergie in deze context plaats en kernenergie ziet als een substituut voor een groot stuk gebruik van fossiele brandstoffen, het inzetten van kernenergie buitengewoon ethisch is. Dit is een manier van kijken die kennelijk niet echt populair is, maar het is volgens mij de belangrijkste relatie tussen energie en welvaart. Conclusies Dit zijn nu mijn conclusies: Kernenergie komt tegemoet aan de behoefte van de huidige generatie. Kernenergie berooft toekomstige generaties niet van hun mogelijkheid tot gebruik ervan Het afvalprobleem is oplosbaar Er is enige zorg is over sommige methoden van winning van nucleaire brandstoffen Absolute duurzaamheid bestaat niet, maar in mijn opinie wordt kernenergie ten onrechte afgedaan als zijnde niet duurzaam.
44