De Nationale
DenkTank kennismaken zonder kaders
december 2012
: t o t r a a b d u o h e t s n i Ten m
2030 boer
verwerker
supermarkt
dstoffen consument gron
Duurzamere voeding is een echte uitdaging Hoe stimuleer je elke partij in de voedselketen tot duurzaamheid? Dat is de opgave waar de Nationale DenkTank 2012 voor staat.
Het is laat geworden en je haalt snel een kant-en-klaar pizza. Waar komen alle ingrediënten vandaan en wat is de impact op mens, dier en milieu? Duurzaamheid blijkt niet bovenaan ons boodschappenlijstje te staan. Supermarkten en de industrie zijn er wel mee bezig, maar er gebeurt te weinig of het gaat te langzaam. De DenkTank focust op vier thema’s waarvan de eerste de complexiteit van samengestelde maaltijden is. Hoe duurzaam is zo’n maaltijd eigenlijk? Laten we aan de hand van onze pizza met kip kijken wat er nodig is om die op ons bord te krijgen. De pizza is thuis opgewarmd nadat die ingevroren heeft gelegen in de supermarkt, tijdens transport en in de fabriek. Uit onderzoek van de Zweedse Voedsel-
Ideale kip
pagina 4
Biologische kip, scharrelkip of reguliere kip. Welke kip is het beste om te eten? Als een kip meer uitloop heeft, is het produc tieproces dan ook beter voor het milieu?
en Warenautoriteit uit 2009 blijkt dat zo wereldwijd ongeveer 25 procent van de broeikasgasuitstoot te herleiden is tot voedselproductie, transport en consumptie. Aanbod van pizza moet altijd gegarandeerd zijn, terwijl onzeker is hoe vaak pizza op het menu staat. Dit leidt tot overproductie en verspilling. Thuis verdwijnt er vaak nog een deel van die pizza in het afval.
Ruwe schattingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie geven aan dat in Nederland tot 30 procent van al het geproduceerde voedsel verloren gaat. Met dit voedsel en via onze ontlasting verdwijnen waardevolle en schaarse grond stoffen zoals fosfor uit de voedselketen.
pagina 5
Bijmengen
De Nationale DenkTank 2012 lanceert Het Bijmengprincipe. Door duurzame en niet duurzame producten in dezelfde keten te mengen, heb je maar één productie keten nodig in plaats van twee.
Het tweede thema van de DenkTank is het minimaliseren van afval en het maximaal benutten van bestaand afval en grond stoffen. De vraag naar vlees, zoals kip op pizza, stijgt door bevolkingsgroei en toenemende welvaart. Hierdoor moet er steeds meer en efficiënter worden geproduceerd. De DenkTank onderzocht als derde thema hoe productie kan worden verduurzaamd terwijl je continu de balans tussen dierenwelzijn en milieubelasting moet afwegen. Het minst bekend zijn misschien de effecten van het veevoer dat dieren eten om het vlees en zuivel op onze pizza te produceren. Het vierde thema waar de DenkTank naar heeft gekeken is soja als voorbeeld van de internationale effecten van voedsel-
pagina 8
What’s opp
Een app die je voorraden bijhoudt en een boodschappenlijstje opstelt. In de toekomst is dat mogelijk. De app voorkomt dat je overbodige producten koopt die later onge bruikt in de afvalbak verdwijnen.
consumptie. De enorme vraag naar soja zorgt ervoor dat wereldwijd jaarlijks de oppervlakte van België wordt omgezet in landbouwgrond met enorme gevolgen voor natuur en biodiversiteit. De Nationale DenkTank presenteert in deze krant haar analyses en innovatieve oplos singen om consumenten te bewegen duurzamere beslissingen te nemen, super markt en industrie een voortrekkersrol te geven, grondstoffen maximaal te benutten en terug te winnen en duurzaamheid en economie hand in hand te laten gaan. We hopen dat deze krant inspireert om niet alleen duurzaam te denken maar vooral duurzaam te doen. Zo kunnen we in Nederland in 2020 van een duurzame pizza genieten waar geen nare nasmaak aan zit.
pagina 11
Gratis advies
Wat zijn de groenten van het seizoen en welke vleesproducent respecteert het dierenwelzijn? De Groene Gastheer in de supermarkt adviseert de consument en maakt ter plekke smoothies.
pagina 11
Bioplastic
Plastic bloempotten van bietenloof en isolatiemateriaal van aardappel schillen. We ontdekken steeds meer mogelijkheden van reststromen, zo dat biomassa fossiele brandstoffen kan vervangen.
2 | De Nationale DenkTank | Duurzaamheid in de voedselketen Is biologisch ook beter voor het milieu?
Duurzaamheid is een breed begrip De term ‘duurzaamheid’ kom je overal tegen: duurzame kleding, duurzame elektronica, duurzaam ondernemen en duurzaam voedsel. Wat bedoelen we er eigenlijk mee en kun je het meten?
Wat betekent het om voedsel zodanig te produceren dat we rekening houden met toekomstige generaties? Is een tomaat die in een Nederlandse kas gekweekt is, duurzamer dan een tomaat die in Spanje op het land geproduceerd is en naar Nederland is getranspor teerd? Vallen onder duurzaamheid ook sociale aspecten, zoals werkomstandigheden hier of in andere delen van de wereld? Om deze vragen te beantwoorden, zijn naast een definitie handvatten
Amy:
Annemarieke:
Gelvin:
‘Duurzaamheid, daar word ik op school mee doodgegooid. Het moet niet schadelijk zijn voor het milieu en lang meegaan.’
‘Kwalitatief goede producten die lang meegaan. Dit kan niet los staan van milieu en klimaat.’
‘Producten die minder energie gebruiken en het milieu minder belasten, bijvoorbeeld spaarlampen, zijn duurzaam.’
‘Duurzame producten gaan lang mee en zijn goed voor het milieu. Wat eten betreft denk ik eerder aan biologisch dan aan duurzaam.’
onderwerpen zoals groene stroom, spaarlampen en elektrische auto’s. Duurzaamheid is vanuit verschil lende invalshoeken te benaderen. Een ecoloog vindt het bijvoorbeeld belangrijk dat we gif niet in zee lozen en een klimatoloog legt de focus op het beperken van broeikasgasuitstoot. Dit maakt het bijzonder lastig om een algemene definitie voor duurzaamheid te formuleren, waarin alle aspecten ondervangen worden.
De Nationale DenkTank heeft daarom gekozen voor de definitie van de Brundtland Commissie van de Verenigde Naties. Het rapport Our common future uit 1987 riep voor het eerst op tot duurzame ontwikkeling.
nodig: indicatoren waardoor duurzaamheid gemeten kan worden.
it een rondvraag van de Nationale DenkTank op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam, blijkt hoe breed het begrip duurzaam is. Veel mensen geven aan dat duurzaam voor hen betekent dat een product lang meegaat. De link met voedsel wordt niet direct gelegd.
Bij de vraag naar de betekenis van duurzaam voedsel, blijkt dat consumenten hierbij meestal aan biologische producten denken. Bezoekers van de markt associëren duurzaamheid ook met milieuzaken zoals klimaatverandering en CO2uitstoot, of energiegerelateerde
DenkTank 2012
Eigenlijk gaat het erom dat we grondstoffen en omgeving zodanig gebruiken dat onze achterachter kleinkinderen ook nog op een behoorlijke manier kunnen leven.
De commissie definieerde duurzaamheid als ‘ontwik keling die aansluit op de behoefte van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te kunnen voorzien in gevaar te brengen.’ Ondanks een eenduidige definitie bleef de DenkTank met vragen zitten.
Leslie
De Denktank heeft de indicatoren van de Verenigde Naties over genomen: landgebruik, watergebruik, uitstoot van broeikasgas en biodiversiteit in aantal soorten. De problemen die de DenkTank tijdens het traject tegenkwam, werden echter niet volledig gedekt door deze vier indicatoren. Daarom heeft de DenkTank extra aspecten in ogenschouw genomen: dierenwelzijn, de mate waarin kringlopen gesloten zijn en grondstoffen behouden blijven
in de voedselketen en vervuiling van het milieu door pesticiden en chemicaliën. Deze toevoegingen maken het nog duidelijker waar we uiteindelijk naar toe willen: een voedselketen die toekomstige generaties kan voeden, zonder dat hierbij mens, milieu, dier of economie geschaad worden. Het blijft lastig hoe om te gaan met oplossingen die een verbetering realiseren op het gebied van één indicator en tegelijkertijd een
Levent: ‘To use all our resources wisely, so we don’t disturb the environment and other species.’
achteruitgang betekenen voor een andere. Welke aspecten het belangrijkst zijn, is een subjectieve kwestie waarover zowel binnen als buiten de DenkTank verschillende visies zijn. De definitie van Brundtland zegt niets over de afweging. De DenkTank heeft daarom gezocht naar een verzameling van oplossingen waarbij op alle vlakken verduurzaming plaatsvindt. Manieren om dit te bereiken, zijn bijvoorbeeld Het Bijmengprincipe voor eindproducten (pagina 5), een alternatief voor soja als veevoer (pagina 9), minder consumeren plus ongebruikt weggooien en het hergebruiken van afval (pagina 11).
20 getalenteerde academici De deelnemers analyseren een maatschappelijk probleem en bedenken nieuwe oplossingen Elk jaar selecteert Stichting de Nationale DenkTank twintig getalenteerde academici met uiteenlopende studieachter gronden. Deze masterstudenten, pas-afgestudeerden en promovendi analyseren in drie maanden tijd een maatschappelijk probleem en komen met vernieuwende inzichten en oplossingen voor wetenschap, bedrijfsleven en overheid. Het voornaamste doel is de samen werking tussen deze drie pijlers te verbeteren en informatie, inzichten en uitvoerbare ideeën te genereren.
De kracht van de DenkTank ligt in de onbevangen blik van jonge, ondernemende mensen die met verschillende visies naar hetzelfde maatschappelijk thema kijken. Dit levert naast een gedegen analyse vooral innovatieve voorstellen op die de samenleving vooruit kunnen helpen. De DenkTank komt zowel met praktische als visionaire oplossingen. Een aantal voor beelden van ideeën die werke lijkheid werden: • Deelnemers uit 2006 Lars Gierveld en Thomas Schippers zetten ‘ZegelGezond’ op: een onafhankelijke stichting die mensen helpt snel en gemakkelijk betrouwbare gezondheids informatie op het internet te vinden.
• In 2010 hebben 215 scholen een aanvraag ingediend voor een ‘Persoonlijk Assistent Leraren’, een advies uit de DenkTank 2007 om het lerarentekort op de korte en lange termijn aan te pakken. • De SIRE campagne ‘Handen af van onze hulpverleners’, die respect voor hulpverleners wil vergroten, ging mede op initiatief van de DenkTank 2010 dit voorjaar van start. • In september van dit jaar is ‘JO Cadeau’ gelanceerd door Josje Damsma, deelnemer uit 2011. JO Cadeau biedt een platform waar mensen de diensten van een zzp’er cadeau kunnen geven. Dit stimu leert de lokale economie, helpt zzp’ers aan meer klanten, en consu menten aan een origineel cadeau.
Jesse Arnon, Economie, London School of Economics • Selmer Bergsma, Europees recht, RUG • Lydia Boktor, Chemical Engineering,
De Nationale Denktank | Duurzaamheid in de voedselketen | 3
wie durft het voortouw te nemen? Een voedselproducent weet vaak niet hoe zijn leverancier omgaat met het milieu en dierenwelzijn. Daardoor kan hij de consument niet informeren. Ooit was de pizza een van de meest duurzame gerechten denkbaar. Oud brood werd gecombineerd met wat overgebleven pastasaus en groenten van de dag ervoor. De realiteit van nu is anders. Jaarlijks worden er in Nederland 66 miljoen pizza’s gegeten. Pizza’s zijn complexe samen gestelde massaproducten waarop gemiddeld wel vijftien ingrediënten van verschillende leveranciers van over de hele wereld samenkomen. Waar begin je met het verduurzamen van zo’n complex product? De eerste stap naar verduurzaming is, inzichtelijk maken hoe duurzaam een product is. Na interviews met verschillende ketendeelnemers, kwam de Nationale DenkTank tot de conclusie dat niemand weet hoe duurzaam een pizza precies is: de supermarkt niet, de samensteller niet, de producthandelaren niet, de duurzaamheidsexperts niet. Deze conclusie lijkt op het eerste gezicht verrassend, maar heeft een logische oorzaak. Een samensteller van een pizza kent zijn leveranciers, maar heeft geen inzicht in hun productieproces. Een samensteller heeft al helemaal geen kennis over de boeren die bijvoorbeeld tomaten voor de saus verkopen aan deze leverancier. Zijn dit bespoten tomaten? Hoeveel water wordt er gebruikt? Wat zijn de arbeidsomstandigheden? Is er natuurgebied vernietigd? De transparantie van een productieproces neemt af naarmate een voedselketen langer
en complexer wordt. De totale impact van een eindproduct op mens, natuur en milieu is daardoor niet meer te achterhalen. Dit gebrek aan transparantie veroorzaakt twee grote problemen die verduurzaming van de hele voedselketen remmen. Ten eerste realiseren maar weinig spelers in de voedselketen zich welke rol zij spelen in de duurzaamheidsproblematiek. De urgentie om te verduurzamen wordt daarom niet altijd gevoeld, terwijl die er wel degelijk is.
Met een groeiende wereldbevolking en wereldwijd stijgende welvaart is de verwachting dat onze voedsel productie met 70 procent zal moe ten groeien in de komende 40 jaar. Dit blijkt uit het rapport How to feed the World in 2050 uit 2009 van de Food and Agricultural Organisation. Ten tweede overziet niemand de totale omvang van de impact die een product op mens, milieu en dier heeft, aangezien niet één enkele ketenpartij verantwoordelijk is voor het hele probleem. De vraag die vanzelf opkomt is: wie zet de eerste stap richting verduurzaming? De Nationale DenkTank vroeg dit aan verschillende ketendeel nemers, van boer tot consument, maar ook aan wetenschappers en de overheid. Een grote meerderheid (77 procent van de ondervraagden) wees naar een andere schakel in de keten. De industrie legt de verantwoordelijkheid vooral bij de supermarkten, de supermarkten wijzen met
name naar industrie en consument en zowel de boer als de wetenschapper wijzen hoofdzakelijk naar de overheid. Begint een beter milieu dan toch echt bij de ander? Een verbetering op het gebied van duurzaamheid vergt vaak een investering in een nieuwe techniek, productiemethode of werkwijze. Doordat partijen naar elkaar wijzen om te verduurzamen, hebben bedrijven niet de mogelijkheid om deze kosten door te berekenen aan de volgende schakel in de voedselketen. Drijvende kracht hierachter is uiteindelijk de consument. Een supermarkt juicht het toe dat een producent stappen maakt om duurzamer te produceren, maar kan die kosten niet altijd doorberekenen aan de consument zonder zijn concurrentiepositie te schaden. Het volledige risico voor de investering komt daarmee bij de uitvoerende ketenpartij te liggen, waardoor veel duurzame initiatieven een zachte dood sterven. Duurzaamheid is echter een probleem van de gehele keten. Het is daarom essentieel om collectief over te gaan tot actie. Een hoopvol teken is dat van alle onder vraagden ongeveer een kwart aangeeft dat verduurzaming ook bij hen dient te beginnen. Tevens zijn consumenten zich de afgelopen jaren steeds bewuster geworden van het belang van duurzaamheid. Dit heeft supermarkten en producenten de mogelijkheid gegeven productieprocessen te verduurzamen en duurzame niche producten op de markt te brengen waarvoor een deel van de consumenten bereid is meer te betalen. Verduurzamen van een gehele productie keten vergt een heel andere aanpak, met name bij een complex product als een pizza. De Nationale DenkTank laat zien dat met creatief denken al heel veel mogelijk is.
Waarom is een pizza eigenlijk rond? Een vierkante pizza past in een kleinere doos bij hetzelfde gewicht waarmee karton wordt bespaard. Er passen meer pizza’s in een vrachtwagen waardoor de CO 2 -uitstoot daalt. Als een pizza vervolgens zo wordt geproduceerd dat deze een minuut korter in de oven kan, bespaart dat al 7 procent CO 2 op het hele proces van productie tot consumptie van de pizza. Duurzame initiatieven zijn alleen op grote schaal te realiseren als ze ketenbreed gecoördineerd worden met maximale transparantie van alle betrokken partijen. Van dergelijke initiatieven zijn helaas nog te weinig voorbeelden. De overheid moet hierin een duidelijke rol spelen om alle relevante partijen, zoals industrie en retail bij elkaar te brengen, minimale eisen te stellen en duurzaamheid inzichtelijk te maken. Want verduurzaming is mogelijk, maar alleen als we het met z’n allen doen. Waar wachten we nog op? Voedselpaspoort De Nationale denktank 2012 stelt voor om het traject dat voedsel van boer tot bord aflegt, vast te leggen in een voedsel paspoort voor de voedselindustrie. Op die manier weten alle schakels in de keten door welke handen het voedsel is gegaan, hoe het verwerkt is en wat de duurzaam heidsimpact is. In het paspoort staan milieu-indicatoren, zoals waterverbruik, landgebruik en CO2. De boer maakt het paspoort aan en vult de indicatoren in. Elke schakel die het product in handen heeft, voegt informatie toe over de hoeveelheid water, land en CO2 die in de productiestap is gebruikt. Zo is de milieu-impact van hele ketens inzichtelijk. De voedselverwerkende industrie kan daadoor beter duurzamere keuzes maken en de consument beter informeren.
TU Delft • Laura de Landgraaf, Social and Developmental Psychology, Universiteit van Cambridge • Huub Dekkers, Culture, Organi
4 | De Nationale DenkTank | Duurzaamheid in de voedselketen De veelzijdigheid van kip
Welzijn en milieu Volgens de radio- en televisiespotjes, is kip het meest veelzijdige stukje vlees. In ieder geval is het een van de milieuvriendelijkste vleessoorten en dat is minder bekend bij het publiek. De impact van vleesproductie op het milieu wordt met name bepaald door de ontginning van land om veevoer te telen. Om één kilogram vlees te kweken, heeft een dier een bepaalde hoeveelheid voer nodig, de voederconversie. In 2009 heeft de Universiteit van Wageningen de voederconversie van kip, rund en varken vergeleken. Het resultaat: een kip heeft voor één kilogram vlees veel minder voer nodig dan varken of rund. Het produceren van kip legt dus minder beslag op landbouwgrond die nodig is om veevoer te verbouwen.
dan een gewone kip. Biologische kip is dus slechter voor het milieu dan gewone kip, blijkt uit het rapport uit 2011 Duurzaamheid in eieren en kippenvlees van ABN Amro en Blonk Milieu Advies. Moeten we massaal kip gaan eten? Helaas ligt het niet zo simpel. Voor het voer dat een kip eet, is nog steeds meer landbouwgrond nodig vergeleken met de hoeveelheid grond die gebruikt zou worden als niemand vlees zou eten. Daarnaast blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond in 2007 dat de ‘milieuvriendelijke’ kip veel slechter scoort op welzijn dan rund en varken. Dit komt volgens een onderzoek van de Universiteit Utrecht uit 2009 met name door de mobiliteitsproblemen die de kip door het snelle groeien in de laatste levensfase doormaakt. De kip wordt minder mobiel en raakt hierdoor gefrustreerd. Dus voordat de kip het meest verantwoorde stukje vlees is, moet haar welzijn, zeker aan het eind van de levensfase, sterk omhoog.
Biologisch vlees of toch scharrel? De vleesetende consument staat in de winkel voor een aantal dilemma’s: welk dier gaat hij eten en voor welk van de vijf keurmerken kiest hij dan? Moet hij kip kopen omdat dit beter is voor het milieu dan rund of varken? Of moet hij toch kiezen voor het diervriendelijkste stuk vlees en welk vlees is dat dan? Als de keuze voor kip eenmaal is gemaakt, moet de consument dan kiezen voor diervriendelijke kip? Ook als dit ten aanzien van het milieu slechter scoort?
Uit een survey onder 900 mensen van de Nationale DenkTank 2012 in samenwerking met NewCom blijkt dat al die keurmerken grote verwarring veroorzaken, want wat betekenen ze nou precies en hoe maak je vervolgens een goede afweging? Eenderde van de kopers geeft aan dat er teveel keurmerken zijn. Meer dan driekwart van de ondervraagden kijkt niet naar keurmerken bij het kiezen van kip en ruim eenderde vindt het onduidelijk wat ze betekenen.
Hoe komt dat? Een kuiken kan in circa zes weken uitgroeien tot een vleeskip van zo’n twee kilogram. Het dier zet een groot deel van het voer zeer efficiënt om in het aangroeien van vlees. Kippen leven binnen, zodat de boer mest- en gasuitstoot kan opvangen en (laten) verwerken. Biologische kip groeit langzamer en beweegt meer dan reguliere kip. Daardoor heeft de biokip voor dezelfde hoeveelheid vlees meer voer nodig
Biologisch is duurder
De ideale kip
Een van de obstakels waar de kipketen tegenaan loopt, is het investerings- risico van boeren.
Biologische kippen hebben meer ruimte nodig, leven langer en hebben een lager gewicht. Hoewel de groei van het marktaandeel van biologische kip indrukwekkend is, besloeg het aandeel in 2011 ongeveer 2,5 procent van de totale markt aldus het Productschap Pluimvee en Eieren. Eén reden voor dit lage marktaandeel is dat de prijs van biologische kip vier keer zo hoog is, vergeleken met de reguliere kip. Hoe komt dat? Ten eerste kan een boer jaarlijks minder biologische dan reguliere kippen leveren, omdat biologische kippen meer ruimte nodig hebben en langer leven. Ten tweede zit om het bot van een biologische kip minder vlees, waardoor ze minder aantrekkelijk is voor de consument. Daarom komt meestal alleen de kipfilet van de biologische kip in de winkel. De filet moet de kosten van de gehele kip dekken en heeft een veel hogere kiloprijs. Niet voor niets wordt de biologische kip ook wel de grachtengordel-kip of de elite-kip genoemd. Uit een survey onder 900 consumenten van de Nationale DenkTank 2012 en NewCom blijkt dat biologische kip ruim drie keer vaker door huishoudens met een hoog inkomen wordt gekocht, dan door huishoudens met
In de supermarkt wemelt het van de keurmerken voor vlees. Alleen al voor kip kun je kiezen tussen scharrel, biologisch, Beter Leven Kenmerk, Maïskip en Omega Balanskip. De Omega Balanskip is een ‘gewone kip’ die speciale voeding krijgt voor betere omega vetzuren in het vlees. De scharrelkip heeft meer ruimte en daglicht nodig dan de reguliere kip. Alle kippen zijn IKB gecertificeerd door middel van controles bij productie, transport en verwerking. Deze certificering is opgesteld door de keten zelf, en richt zich voornamelijk op de gezondheid van mens en dier. IKB is niet opgesteld om tot verduurzaming te komen op het gebied van milieu. De uitstoot van fijnstof en gas is in aparte wetgeving vastgelegd.
een laag inkomen. Door het grote prijs verschil, blijft de vraag naar reguliere kip dominant. Pluimveehouders willen best overstappen naar een diervriendelijkere kip, maar ze krijgen deze kip simpelweg niet goed verkocht omdat de gemiddelde consument niet zoveel voor hun kip kan of wil betalen. Er is nog een barrière voor de boer om te verduurzamen. Hij heeft een hogere prijs nodig om investeringen in duurzaamheid terug te verdienen. Het verschil tussen kippen is uitsluitend duidelijk door keurmerken. Kip met keurmerk blijft echter op de nichemarkt hangen. Het gaat er juist om die 95 procent reguliere kip stapsgewijs te verduurzamen. Nu is het óf keurmerk óf regulier onduurzaam. Een stap ertussen krijgen kipproducenten nauwelijks terugverdiend. Energiebesparing bijvoorbeeld wel. Dat levert direct geld op.
Universiteiten en andere instituten zijn al jaren bezig met het samenbrengen van dierenwelzijn en het verlagen van milieudruk in de pluimveesector. Boeren die nu willen verduurzamen, moeten grote investeringen doen die zij moeilijk kunnen terugverdienen. Een oplossing van de Nationale DenkTank voor dit probleem staat beschreven op pagina 5: Het Bijmengprincipe voor eind producten. Met dit concept van geleidelijke verduurzaming zijn de investeringen voor de boer lager en makkelijker terug te verdienen. Daarnaast zijn er volop technische mogelijk heden om het productieproces van kip te verduurzamen, zoals een duurzamere stal en een efficiëntere productie. Het stalconcept Windstreek verbetert bijvoorbeeld het dierenwelzijn door meer ruimte, verschillende temperaturen en een overdekte uitloop. Het concept heeft ook een gunstige invloed op het milieu: minder
fijnstof, een forse reductie van de uitstoot van ammoniak en de stal is energieneutraal. Een ander voorbeeld is kippenboer Marcel Kuijpers uit Heeswijk-Dinther. Hij pleit voor het huisvesten van de productieketen van kippen onder één dak. Dus het uitbroeden van de eieren, het opgroeien van de vleeskuikens en het slachten van de kippen allemaal op één locatie, waardoor transport nagenoeg overbodig is en menselijk ingrijpen tijdens het proces minimaal is (kuijperskip.com). Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de kip. Als er transport nodig is naar de slacht, zoals nu het geval is, vangen mensen de kippen met de hand en komen ze in kratten aan op de slachterij. Dit proces is voor de kippen stressvol en niet goed voor hun gezond heid. Dat blijkt uit een onderzoek uit 2010, gepubliceerd in Poultry Science 89. Voor het geval één locatie niet mogelijk is, heeft het concept Windstreekstallen een oplossing tegen de stressvolle handmatige vangst: de kippen gaan met een langzaam draaiende lopende band uit de stal om op transport te gaan. Door dit soort technische oplossingen te combineren met het verlagen van de investeringsdrempel bij boeren, gelooft de Nationale DenkTank dat het mogelijk is om in 2030 in heel Nederland 100 procent duurzame kip te produceren, waarbij zowel het milieu als het welzijn van de kip erop vooruit zijn gegaan.
zation and Management, VU • Anne Marie Droste, Natuurwetenschappen en Innovatiemanagement, UU • Daan Elders, Geschiedenis,
De Nationale Denktank | Duurzaamheid in de voedselketen | 5 Import en export als kwaliteitsmerk
Het potentieel van Nederland Ons land heeft een voortrekkersrol op het gebied van voedselproductie, kennis en innovatie. Op het eerste gezicht is ons land een klein stipje op de kaart in vergelijking met andere voedselproducerende landen. Het ligt dan ook voor de hand je af te vragen wat de verduurzaming van de Nederlandse voedselketen voor impact heeft wanneer omringende landen zich niet of nauwelijks committeren aan een betere voedselproductie. Maakt het uit dat een kleine speler als Nederland minder duurzaam produceert? Als andere landen niet duurzaam produceren, zijn onze inspanningen dan niet dure tijdsverspilling?
export gaat naar Europa, met name naar onze directe buurlanden. Volgens de Wageningen UR bestaat ruim driekwart hiervan uit halffabricaten en (niet-) verse eindproducten uit onze innovatieve verwerkingsindustrie. Niet alleen op grootte kan de Nederlandse voedselsector concurreren, maar ook op
Column efficiëntie en kwaliteit. De toegevoegde waarde per hectare Nederlandse landbouwgrond is bijna vijf keer zo hoog als het gemiddelde van Europa. Zowel de landbouw als de levensmiddelensector hebben slechts beperkte krimp laten zien tijdens de economische crisis. Ons land is bovendien een belangrijk kenniscentrum en we hebben daarin een voortrekkersrol op internationaal gebied. Onderzoeksinstituten zoals de Wageningen UR genieten internationale allure. Met meer dan 1.450 voedselbedrijven, 21 onderzoeksinstituten en 69 wetenschappelijke organisaties is ons land een spin in het web van de internationale voedselproductie. Ook wat betreft het ontwikkelen van nieuwe, innovatieve, duurzame technieken en ideeën, kunnen wij dus op wereldschaal iets teweeg brengen. Dat een klein land als Nederland op het gebied van voedselproductie een speler van formaat is, betekent dat de Nederlandse verduurzamingslag internationale impact kan hebben. Door het actief vervullen van onze internationale voortrekkersrol, kunnen wij het pad naar een wereldwijde duurzame voedselketen vrijmaken. Via een importbeleid kunnen we bijvoorbeeld meewerken aan de verduurzaming van soja.
Integendeel! In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is ons land wel degelijk een belangrijke speler op de internationale voedingsmarkt. Nederland is bijvoorbeeld de op twee na grootste importeur van soja na China, blijkt uit het rapport Soja doorgelicht van de Nederlandse Sojacoalitie uit 2006. Nederland heeft een aandeel van circa 7.5 procent van de wereldproductie van voeding en is hiermee de op één na grootste exporteur van agrofoodproducten ter wereld, volgens de cijfers van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Meer dan 80 procent van deze
Een duurzaam exportproduct is ook een ideaal internationaal kwaliteitsmerk; onze voorbeeldfunctie zorgt ervoor dat Nederlandse innovaties op het gebied van duurzaamheid – ook die van de Nationale DenkTank - geëxporteerd kunnen worden. Zo kunnen we onze belangrijke handelspositie verder uitbouwen, duurzaam en wel.
De weg van de geleidelijkheid
Het Bijmengprincipe De Nationale DenkTank 2012 lanceert ‘Het Bijmengprincipe’ voor eindproducten, verduur zamen voor een brede doelgroep zonder de huidige hoge kosten. Wie denkt aan duurzame voeding, ziet vaak producten zoals eko-tomaten of fair-trade chocola voor zich. Dit zijn niche producten met een hoge prijs waardoor ze een klein marktaandeel hebben met een beperkte impact op het duurzaamheidsprobleem. Het creëren van een duurder product is vaak de enige manier om kosten voor verduurzaming te ondervangen. Het investeringsrisico smoort veel goede initiatieven in de kiem. De Nationale DenkTank wil dit investeringsrisico wegnemen zodat duurzaam consumeren iets is waar iedereen aan kan bijdragen en dat voor iedereen bereikbaar is. Het Bijmengprincipe voor eindproducten is een nieuwe vorm van bijmengen. In de grondstoffenhandel wordt het principe al toegepast, bijvoorbeeld in de sojaketen. Het systeem is gebaseerd op het mengen van duurzame en niet duurzame producten in dezelfde productieketen. Door het percentage bijgemengde duurzame producten langzaam op te voeren, kan een
geleidelijke overgang naar een volledig duurzame keten plaatsvinden. Dit systeem scheelt tot 90 procent van de meerprijs die de huidige duurzame keuze in de supermarkt zo kostbaar maakt. Dat komt door het gebruik van één productieketen in plaats van twee gescheiden ketens. Vrijwel alle kosten die niet direct aan verduurzaming gerelateerd zijn, worden zo voorkomen. De DenkTank 2012 heeft uitgewerkt hoe Het Bijmengprincipe eruit zou kunnen zien voor kippenvlees.
Op het schap ziet de consument dat de supermarkt ernaar streeft om binnen 5 jaar al het vlees te vervangen met duurzame alternatieven, zonder significante prijsstijging. Consumenten zien aan de verpakking voor reguliere kip niet of dit stukje kip wel of niet duurzaam is geproduceerd maar als je het koopt, draag je hoe dan ook bij aan verduurzaming van alle kip. Gegarandeerd biologisch vlees blijft beschikbaar voor die consumenten die bewust hiervoor kiezen en bereid zijn de meerprijs te betalen. Supermarkten kunnen concurreren op hoeveel kip zij bijmengen, hoe duurzaam die is en hoeveel ze doorberekenen aan de consument. Zo kunnen zij in eigen tempo voldoen aan de doelstellingen van het Vlees Beter Initiatief waarin zij zich hebben
gecommitteerd aan een volledig duurzaam vleesassortiment in 2020. Tevens halen ze de meerderheid van consumenten binnen die bereid is ongeveer 10 procent meer te betalen voor een duurzaam alternatief. Die bereidheid blijkt uit het onderzoek Animal Welfare gepubliceerd in Economics and Policy in 2004 De verwerkende industrie zou haar verduurzamingsagenda kunnen realiseren door de kipstromen te mengen, zowel voor de supermarkt als voor samengestelde producten. Minder populaire onderdelen van de duurzame kip die nu verloren gaan, zijn in Het Bijmengprincipe bruikbaar om toe te voegen. Boeren zijn gegarandeerd van een afzetmarkt waardoor hun investeringsrisico wegvalt. Uiteindelijk kunnen we op deze manier per jaar 490 miljoen Nederlandse kippen duurzaam produceren. Eerste berekeningen van de DenkTank laten zien dat integraal duurzaam kippenvlees via deze weg 10 tot 15 procent duurder wordt, in tegenstelling tot huidige alternatieven die 25 tot 400 procent de reguliere vleesprijs kosten. Themapartners FNLI en CBL steunen het idee en zijn bereid mee te denken over implementatiemogelijkheden. De DenkTank roept ook alle andere keten partijen op de handen ineen te slaan om duurzaam kippenvlees te realiseren. Na kip waarom geen koe, melk, pasta, eieren….
Dat lossen we even op Deelneemster Charlotte van Leeuwen is oprichtster van WE CANTEEN een duurzaam cateringsbedrijf. Een probleem oplossen. ‘Dat moet geen probleem zijn’, dachten de meesten van ons. We waren immers gewend aan complexe vraagstukken vanuit onze verschil lende studieachtergronden van antropologie tot wiskunde. Want hoewel je ergens wel weet dat de verduurzaming van de voedselketen waarschijnlijk ingewikkelder is dan een gemid delde derdegraadsvergelijking, begin je toch met de volle overtuiging dat dit varkentje wel te wassen moet zijn. Twintig gemotiveerde, geïnspireerde jonge mensen: dan móet het gewoon lukken om in Nederland de voedselketen te verduurzamen. Misschien maar goed dat we met zo’n overmoedige instelling begonnen want in no time zakte de moed ons in de schoenen. De voedselketen verduurzamen bleek niet een kwestie van even een paar simpele stappen zetten in de goede richting. Over alleen al de definitie van duurzaamheid bleken vele geleerden zich jarenlang te hebben gebogen en geen eenduidig antwoord te hebben. Experts spraken elkaar op alle mogelijke fronten tegen, de hele voedselketen bleek zo ondoorzichtig als een bakstenen muur en nog een hele reeks andere decepties brachten ons terug naar de realiteit. De realiteit is helaas dat we niet in drie maanden het wereldvoedsel probleem gaan oplossen. Toen we die teleurstelling eenmaal hadden doorgeslikt, verschenen er toch weer stipjes hoop aan de horizon. Een heel groot probleem kun je namelijk in kleine stukken hakken. En met één stuk kun je best morgen beginnen. We kunnen zorgen dat de voedselketen transparanter wordt en meer gaat samenwerken. En dat er verdien modellen komen die een positieve drive geven aan duurzame produc ten. Dan zetten we in ieder geval een paar simpele stappen in de goede richting die op de lange termijn uitgroeien tot iets groters dan we ons vooraf konden voor stellen.
Leiden/Parijs/Oxford • Floris Freeman, Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, TU Delft • Dirk Haen, Wijsbegeerte, UM • Aniek Ivens,
6 | De Nationale DenkTank | Duurzaamheid in de voedselketen
Samenvatting Samenvatting van van de de bevindingen bevindingen
lege lege
partijen betrokken partijen betrokken Boer Boer Verwerker Verwerker Supermarkt Supermarkt Consument Consument
kringloop SluiTen kringloop SluiTen
Grondstoffen, zoals fosfaat, worden via afval en ontlasting weggegooid; ze zijn daarna niet terug te winnen. Grondstoffen, zoals fosfaat, worden via afval en ontlasting weggegooid; ze zijn daarna niet terug te winnen. Mensen weten niet dat deze grondstoffen opraken en nodig zijn in kunstmest voor de voedselproductie. Mensen weten niet dat deze grondstoffen opraken en nodig zijn in kunstmest voor de voedselproductie. Geen enkele ketenpartij heeft financieel baat bij het herwinnen van deze grondstoffen, omdat herwinnen duur is. Geen enkele ketenpartij heeft financieel baat bij het herwinnen van deze grondstoffen, omdat herwinnen duur is. Wetgeving maakt het hergebruik van deze grondstoffen moeilijk. Wetgeving maakt het hergebruik van deze grondstoffen moeilijk.
analyse analyse
grondSTof op de agenda grondSTof op de agenda
Mensen kunnen via agendering bewust worden gemaakt van het belang van het behouden van grondstoffen. Mensen kunnen via agendering bewust worden gemaakt van het belang van het behouden van grondstoffen. grondSToffenneuTraal laBel grondSToffenneuTraal laBel
Producten die volledig met herwonnen grondstoffen gemaakt zijn kunnen een eigen label krijgen. Producten die volledig met herwonnen grondstoffen gemaakt zijn kunnen een eigen label krijgen. BelaSTing onTTrokken waarde BelaSTing onTTrokken waarde
Op onduurzame producten kan een hogere belasting geheven worden. Op onduurzame producten kan een hogere belasting geheven worden.
Voorstel Voorstel
landenminaS landenminaS
Landen moeten zich verantwoorden over hoeveel grondstoffen ze importeren en exporteren. Landen moeten zich verantwoorden over hoeveel grondstoffen ze importeren en exporteren. SCheurzak SCheurzak
Een scheurrandje op afvalzakken kan scheiden makkelijker maken. Een scheurrandje op afvalzakken kan scheiden makkelijker maken.
minder VerSpillen minder VerSpillen
Jaarlijks gooit een huishouden voor 405 euro voedsel weg, waarvan driekwart onnodig. Jaarlijks gooit een huishouden voor 405 euro voedsel weg, waarvan driekwart onnodig. Consumenten hebben weinig overzicht over hun voorraad en koken altijd een beetje te veel. Consumenten hebben weinig overzicht over hun voorraad en koken altijd een beetje te veel. Aan voedsel geven mensen maar 12 procent van hun inkomen uit, dus weggooien kost relatief weinig geld. Aan voedsel geven mensen maar 12 procent van hun inkomen uit, dus weggooien kost relatief weinig geld.
Boe Bo
analyse analyse
whaT’S opp whaT’S opp
Een ‘Voorraad-management-App’ kan consumenten helpen hun voorraad eten thuis te beheersen. Een ‘Voorraad-management-App’ kan consumenten helpen hun voorraad eten thuis te beheersen. porTiegrooTTe porTiegrooTTe
Supermarkten kunnen producten in variabele porties aanbieden, passend bij elke maag. Supermarkten kunnen producten in variabele porties aanbieden, passend bij elke maag.
Voorstel Voorstel
afValraCe afValraCe
Gemeenten kunnen wedstrijden organiseren waarin weinig afval weggooien beloond wordt. Gemeenten kunnen wedstrijden organiseren waarin weinig afval weggooien beloond wordt.
ConSumenT ConSumenT leren waarderen leren waarderen
Verduurzaming is voor consumenten nauwelijks een criterium bij het boodschappen doen. Verduurzaming is voor consumenten nauwelijks een criterium bij het boodschappen doen. Consumenten weten niet wat een duurzaam voedselpatroon is en kunnen het aanbod hierop niet beoordelen. Consumenten weten niet wat een duurzaam voedselpatroon is en kunnen het aanbod hierop niet beoordelen. Consumenten zijn zich weinig bewust van de impact van voedsel op milieu en dier. Consumenten zijn zich weinig bewust van de impact van voedsel op milieu en dier. Kinderen leren thuis en op school weinig over de oorsprong, productie en bereiding van voedsel. Kinderen leren thuis en op school weinig over de oorsprong, productie en bereiding van voedsel.
analyse analyse
VoedSelSTadhuiS VoedSelSTadhuiS
Superm Superm
Steden kunnen ontmoetingsplekken creëren waar mensen voedsel leren waarderen. Steden kunnen ontmoetingsplekken creëren waar mensen voedsel leren waarderen. menu Van de ToekomST menu Van de ToekomST
Voedingscentrum en Nationale DenkTank kunnen een publiekscampagne voeren voor een makkelijk duurzaam menu. Voedingscentrum en Nationale DenkTank kunnen een publiekscampagne voeren voor een makkelijk duurzaam menu. ConSumenT Van de ToekomST ConSumenT Van de ToekomST
Scholieren zetten hun oplossingen voor een duurzame voedselketen op de maatschappelijke agenda. Scholieren zetten hun oplossingen voor een duurzame voedselketen op de maatschappelijke agenda.
Wat Wat ss De De Nat Nat DenkTank DenkTank om om de de voe voe te te verduur verduur
Voorstel Voorstel
eeTleSSen eeTleSSen
Voedsel- en kookles kunnen een vast onderdeel worden van het curriculum op de basisschool. Voedsel- en kookles kunnen een vast onderdeel worden van het curriculum op de basisschool.
impaCT Van de VoorSTellen Van de naTionale denkTank impaCT Van de VoorSTellen Van de naTionale denkTank
Het vleesaanbod van supermarkten is in 2020 volledig duurzaam en blijft betaalbaar. Het vleesaanbod van supermarkten is in 2020 volledig duurzaam en blijft betaalbaar. Eiwitrijk veevoer wordt helemaal duurzaam: het bestaat uit 70 procent duurzame soja en 30 procent alternatieve eiwitbronnen. Eiwitrijk veevoer wordt helemaal duurzaam: het bestaat uit 70 procent duurzame soja en 30 procent alternatieve eiwitbronnen. Twee voorwaarden voor verduurzaming - eenduidige indicatoren en openbaarheid - zijn in 2020 een feit. Twee voorwaarden voor verduurzaming - eenduidige indicatoren en openbaarheid - zijn in 2020 een feit. In 2020 wordt 20 procent van de reststromen hoger verwaard dan nu en is het totale volume 10 procent gedaald. In 2020 wordt 20 procent van de reststromen hoger verwaard dan nu en is het totale volume 10 procent gedaald. Duurzaamheid is een overweging bij iedere aankoop. Duurzaamheid is een overweging bij iedere aankoop. Vijf miljoen Nederlanders raken per jaar geïnspireerd om hun voedselpatroon te verduurzamen. Vijf miljoen Nederlanders raken per jaar geïnspireerd om hun voedselpatroon te verduurzamen. Nederland gooit jaarlijks 20 procent minder voedsel weg, dat is 16 miljoen kilogram en dus 520 miljoen euro. Nederland gooit jaarlijks 20 procent minder voedsel weg, dat is 16 miljoen kilogram en dus 520 miljoen euro. Het terugwinnen van fosfor dat nu wegspoelt kan alle soja die onze veestapel eet bemesten. Het terugwinnen van fosfor dat nu wegspoelt kan alle soja die onze veestapel eet bemesten.
in opdracht van: in opdracht van:
Boer Boer Verwerker Verwerker Supermarkt Supermarkt Consument Consument
ToeliC ToeliC
De analyse en voors De analyse en voors komen van De Natio komen van De Natio met bijdragen van met bijdragen van Zij bedanken alle Zij bedanken alle hun mede hun mede *De voorstellen va *De voorstellen va verduurzaming ho verduurzaming ho milieu, dier e milieu, dier e
De Nationale Denktank | Duurzaamheid in de voedselketen | 7
nn van van de de nationale nationale denkTank denkTank 2012 2012
enda enda
n bij de uitvoering: n bij de uitvoering:
Verduurzaming rendaBel maken Verduurzaming rendaBel maken
ngo ngo overheid overheid wetenschap wetenschap
analyse analyse
stellen op deze kaart stellen op deze kaart onale DenkTank 2012, onale DenkTank 2012, n vele deskundigen. n vele deskundigen. deskundigen voor e deskundigen voor ewerking. ewerking. an de denktank voor an de denktank voor ouden rekening met ouden rekening met en economie. en economie.
Duurzame producten geleidelijk bijmengen in het reguliere aanbod, geeft duurzame boeren een afzetgarantie. Duurzame producten geleidelijk bijmengen in het reguliere aanbod, geeft duurzame boeren een afzetgarantie. de VerTiCale CoöperaTie de VerTiCale CoöperaTie
De hele keten kan eigenaar zijn van het eindproduct, om zo het risico en de opbrengst te delen. De hele keten kan eigenaar zijn van het eindproduct, om zo het risico en de opbrengst te delen.
ander VeeVoer geBruiken ander VeeVoer geBruiken
Sojaproductie leidt elders tot vervuiling, uitstoot van broeikasgas, verlies van biodiversiteit en landconflicten. Sojaproductie leidt elders tot vervuiling, uitstoot van broeikasgas, verlies van biodiversiteit en landconflicten. Soja is een bulkproduct dat op prijs wordt ingekocht, hierdoor wil de boer veel en goedkoop verbouwen. Soja is een bulkproduct dat op prijs wordt ingekocht, hierdoor wil de boer veel en goedkoop verbouwen. Consumenten weten niet dat soja in veel productieprocessen wordt gebruikt. Consumenten weten niet dat soja in veel productieprocessen wordt gebruikt. Internationale afspraken en regels verhinderen de productie van alternatief eiwitrijk veevoer in Europa. Internationale afspraken en regels verhinderen de productie van alternatief eiwitrijk veevoer in Europa.
analyse analyse
eendenkrooS en inSeCTenmeel eendenkrooS en inSeCTenmeel
Vee kan gevoed worden met duurzamere alternatieven voor soja, zoals eendenkroos, insectenmeel en algen. Vee kan gevoed worden met duurzamere alternatieven voor soja, zoals eendenkroos, insectenmeel en algen.
Voorstel Voorstel
geCerTifiCeerde Soja geCerTifiCeerde Soja
Veevoerproducenten kunnen duurzamere gecertificeerde soja inkopen. Veevoerproducenten kunnen duurzamere gecertificeerde soja inkopen.
TranSparanTie Verhogen TranSparanTie Verhogen analyse analyse
Verwerker Verwerker
Voorstel Voorstel
Ketenpartijen weten weinig over de duurzaamheid van producten die ze inkopen, tenzij die gecertificeerd zijn. Ketenpartijen weten weinig over de duurzaamheid van producten die ze inkopen, tenzij die gecertificeerd zijn. Ketenpartijen hebben geen belang bij het openbaar maken van informatie over hun productieproces. Ketenpartijen hebben geen belang bij het openbaar maken van informatie over hun productieproces. Ketenpartijen hebben geen eenduidige indicatoren en definities om duurzaamheid van producten te meten. Ketenpartijen hebben geen eenduidige indicatoren en definities om duurzaamheid van producten te meten. Ketenpartijen voelen zich niet verantwoordelijk om het voortouw te nemen in het verhogen van transparantie. Ketenpartijen voelen zich niet verantwoordelijk om het voortouw te nemen in het verhogen van transparantie. VoedSelpaSpoorT VoedSelpaSpoorT
De overheid en verwerkers kunnen zorgen dat voor elk (tussen)product de milieu-impact inzichtelijk is. De overheid en verwerkers kunnen zorgen dat voor elk (tussen)product de milieu-impact inzichtelijk is.
reSTSTromen BenuTTen reSTSTromen BenuTTen analyse analyse
Bruikbare reststromen die vrijkomen bij de productie van voedsel worden niet optimaal benut. Bruikbare reststromen die vrijkomen bij de productie van voedsel worden niet optimaal benut. Verwerkers denken vanuit het product dat ze maken, niet vanuit de grondstof die ze gebruiken. Verwerkers denken vanuit het product dat ze maken, niet vanuit de grondstof die ze gebruiken. Afval van individuele verwerkers mist volume en continuïteit voor rendabel hergebruik door andere verwerkers. Afval van individuele verwerkers mist volume en continuïteit voor rendabel hergebruik door andere verwerkers. Wat verwerkers weggooien is onduidelijk, door verschillende definities en gebrek aan transparantie. Wat verwerkers weggooien is onduidelijk, door verschillende definities en gebrek aan transparantie. herVerwaarding herVerwaarding
markT markT
ChTing ChTing
heT Bijmengmodel heT Bijmengmodel
Voorstel Voorstel
er oer
stelt stelt tionale tionale 2012 2012 voor voor edselketen edselketen rzamen*? rzamen*?
Voor het gros van de boeren is investeren in -beschikbare- technologie voor duurzame productie te riskant. Voor het gros van de boeren is investeren in -beschikbare- technologie voor duurzame productie te riskant. Boeren komen niet aan kapitaal, door gebrek aan eigen vermogen, subsidies en leningen van de bank. Boeren komen niet aan kapitaal, door gebrek aan eigen vermogen, subsidies en leningen van de bank. Consumenten willen beperkt extra betalen voor duurzaamheid, dus de afzetmarkt is beperkt. Consumenten willen beperkt extra betalen voor duurzaamheid, dus de afzetmarkt is beperkt. Boeren moeten hun duurzame producten als nicheproduct, met een hogere verkoopprijs, in de markt zetten. Boeren moeten hun duurzame producten als nicheproduct, met een hogere verkoopprijs, in de markt zetten.
Voorstel Voorstel
Bakkerijen kunnen onverkocht brood gebruiken om nieuw brood mee te maken. Bakkerijen kunnen onverkocht brood gebruiken om nieuw brood mee te maken. worST worST
De overheid voert een Wet Openbaarheid Reststromen (WORST) in die verwerkers verplicht informatie te delen. De overheid voert een Wet Openbaarheid Reststromen (WORST) in die verwerkers verplicht informatie te delen. reSTromanCe reSTromanCe
Handelaren kunnen vraag en aanbod van reststromen van verwerkers aan elkaar koppelen. Handelaren kunnen vraag en aanbod van reststromen van verwerkers aan elkaar koppelen.
duurzame keuzeS STimuleren duurzame keuzeS STimuleren analyse analyse
Een groot deel van het aanbod in de supermarkt kan duurzamer worden geproduceerd. Een groot deel van het aanbod in de supermarkt kan duurzamer worden geproduceerd. Verduurzaming is voor veel consumenten geen criterium bij het boodschappen doen, smaak en prijs zijn dit wel. Verduurzaming is voor veel consumenten geen criterium bij het boodschappen doen, smaak en prijs zijn dit wel. Consumenten weten niet wat een duurzaam voedselpatroon is en kunnen het aanbod hierop niet beoordelen. Consumenten weten niet wat een duurzaam voedselpatroon is en kunnen het aanbod hierop niet beoordelen. Goedkope en onduurzame producten trekken klanten van de ene supermarkt naar de andere. Goedkope en onduurzame producten trekken klanten van de ene supermarkt naar de andere. groene gaSTheer groene gaSTheer
Een supermarktmedewerker kan consumenten informeren over duurzame producten en derving beperken. Een supermarktmedewerker kan consumenten informeren over duurzame producten en derving beperken.
Voorstel Voorstel
greenmileS greenmileS
Consumenten kunnen de mogelijkheid krijgen om waardepunten te sparen voor duurzaam (koop)gedrag. Consumenten kunnen de mogelijkheid krijgen om waardepunten te sparen voor duurzaam (koop)gedrag. VleeSminderen VleeSminderen
Recepten op producten kunnen duurzamer worden, zoals door vlees te vervangen door meer groente. Recepten op producten kunnen duurzamer worden, zoals door vlees te vervangen door meer groente. mogelijkheden SupermarkT mogelijkheden SupermarkT
Supermarkten kunnen met nieuwe verdienmodellen verduurzaming mogelijk maken. Supermarkten kunnen met nieuwe verdienmodellen verduurzaming mogelijk maken.
gemaakt door: gemaakt door:
2012 2012
8 | De Nationale DenkTank | Duurzaamheid in de voedselketen Genieten van eten en kennis delen
Advies op maat
Voedselstadhuis
Voorraad app What’s opp
De Nationale DenkTank 2012 wil de kennis over voedsel met een breed publiek delen via Voedselstadhuizen. Een plek in de stad die mensen met voedsel én met elkaar verbindt. Uiteraard zijn er smaakvolle duurzame maaltijden verkrijgbaar.
Altijd en overal weten wat je nog in huis hebt met Whats Opp: de voorraad app. In de toekomst houdt de telefoon je voorraden bij. Wie herkent het niet: je loopt in de super markt en je hebt een bepaald ingrediënt nodig. Maar had je dat nou nog in huis of was het op? Eén van de redenen dat een gemiddeld huishouden honderden euro’s per jaar weggooit aan voedsel, is de slechte kennis van de eigen voorraad.
De Nationale DenkTank is ervan overtuigd dat verduurzaming van de voedsel keten alleen een draagvlak kan vinden in de samenleving als burgers en consumenten meer weten over de waarheid én waarde van eten. Niet alleen waarde in euro’s maar ook op het gebied van gezondheid en wat er allemaal nodig is voordat voedsel op ons bord terecht komt en deels in de vuilnisbak belandt. Het Voedselstadhuis nodigt vooral uit om te genieten van eten. Daarnaast heeft het centrum als doel om kennis over voeding bij het publiek te verbreden en de betrokkenheid bij de productie van voeding te vergroten.
Stel je eens voor dat je via de app What’s Opp altijd en overal op je telefoon zou kunnen zien wat je nog in huis hebt. Via scansystemen in je klantenkaart, je koelkast en je vuilnisbak wordt je voorraad bijgehouden. What’s Opp adviseert over maaltijden op basis van wat je nog hebt en zorgt dat je geen onnodige boodschappen in huis haalt. Je hoeft niet eerst langs huis om een lijstje te maken. Onderzoekers zijn bezig met het ontwikkelen van deze app. Het duurt nog even voordat we de app kunnen gebruiken. Er zijn namelijk nieuwe technieken nodig om de voorraad thuis te kunnen scannen. Tot die tijd iedere ochtend een foto van de inhoud van je koelkast maken!
In het Voedselstadhuis komen stedelingen samen om duurzaam, lekker en betaalbaar te eten, om te leren koken en proeven tijdens workshops, om voedsel te leren verbouwen in een moestuin of een film te bekijken over duurzame voeding. Daarnaast biedt het centrum onderdak aan innovatieve ondernemers die werken aan duurzamere voeding. Kortom, het Voedselstadhuis bundelt en versterkt duurzaamheidsinitiatieven door activiteiten en ervaringen te integreren en te initiëren. De Nationale DenkTank 2012 heeft voor het Voedselstadhuis een ondernemings plan en is in gesprek met mogelijke partijen, zoals het World Food Center, om dit idee verder te ontwikkelen. Het Voedselstadhuis moet een social enterprise worden: een onderneming die haar maatschappelijke diensten bekostigt met meer winstgevende onderdelen zoals een horecaonderneming en de verhuur van ruimtes. Een team van vier DenkTankers maakt zich er hard voor om het Voedselstadhuis na afloop van de DenkTank 2012 op de markt te brengen. Voor meer informatie:
[email protected]
Hoe bewust consumeert een DenkTanker?
‘Ik besef nu de waarde van voedsel’ energieverbruik. De urgentie om te verduurzamen is onduidelijk en de afwegingen die we in de supermarkt maken voor bijvoorbeeld kip of samengestelde producten als pizza, zijn complex. Ze gelooft dat we vooral moeten inzetten op het inspireren van mensen. Niet alleen informatie verstrekken, maar ook actieve vormen aanbieden zoals kooklessen en schooltuinen. Ze weet nog dat ze zelf een schooltuintje had en met kilo’s rode bieten thuis kwam. Haar moeder vroeg haar ‘wat moet ik ermee?’, om er vervolgens dagen van te koken.
Lydia Boktor Student Chemical Engineering aan de TU Delft, 24 jaar. Duurzaamheid is volgens Lydia vaak gedegradeerd tot het verhogen van efficiëntie, ‘meer met minder’. In een wereld waar de vraag naar voedsel toeneemt, zal de voedselproductie geïntensiveerd en geoptimaliseerd moeten worden. Volgens haar bereiken we dat niet alleen met technische oplossingen. Het is van groot belang dat alle partijen meedoen. De keuze van de consument zal ook moeten veranderen. Het grote publiek ziet niet dat er een link is tussen voedsel en klimaatverandering maar legt de link tussen voedsel en
Lydia heeft van huis uit meegekregen om te leren koken met de spullen die in de koelkast liggen en de kliekjes te bewaren. Het taboe op verspilling verbaast haar daarom ook. Er zijn genoeg aanwijzingen dat we gigantisch veel verspillen, zowel consumenten als bedrijven, maar hiervan zijn maar weinig mensen zich bewust. Bedrijven zijn hierover ook niet altijd transparant. Sinds de DenkTank probeert Lydia haar vrienden uit te dagen om minder eten weg te gooien en eet ze zelf minder vlees. Ze is bewuster van haar eigen koopgedrag. We besteden vaak weinig tijd in de supermarkt en willen ons eten zo snel mogelijk bereid hebben. Maar om duurzamer te consumeren, moeten we meer tijd nemen voor eten. Leer je eten meer waarderen en verspil minder.
Nationale DenkTank is hij gaan inzien dat hij als consument zo ook zijn persoonlijke milieu-impact kan verkleinen. Hij heeft er dus een goede reden bij gekregen om geen vlees meer te eten.
Dirk Haen Promovendus Filosofie en Voedselethiek, aan de Universiteit Maastricht, 31 jaar. Over voedselvraagstukken denken we vaak in termen van efficiëntie en getallen volgens Dirk. Hij vindt dat zelf ook belangrijk maar vreest dat we daarmee voorbijgaan aan een bredere maatschappelijke discussie over onder andere de waarde van eten, goede smaak en waarom we gemak toch zo belangrijk vinden. Verduurzaming gaat niet alleen over technologische oplossingen, maar is ook een kwestie van eetcultuur. In het ideale geval, vullen deze twee elkaar aan. Dirk is zelf al vijftien jaar vegetariër. In eerste instantie omdat hij dierenwelzijn belangrijk vond, maar tijdens het onderzoek van de
Toch heeft Dirk tijdens zijn deelname aan de Nationale DenkTank wel iets veranderd in zijn eetpatroon. Vóór het project nam Dirk dagelijks de tijd om samen met zijn vriendin Susanne lekker te koken en uitgebreid te genieten van een lekkere maaltijd. In de drukke werkweken van de DenkTank was daar geen tijd meer voor en koos hij geregeld voor de snelle kant-en-klaarmaaltijd die hij achter zijn bureau wegwerkte. Dat is de ironie, legt Dirk uit: De tijd die ik stak in het onderzoeken en praten over duurzaam eten, ging uiteindelijk ten koste van de aandacht die ik had kunnen besteden aan koken en het eten zelf. Terwijl een duurzame omgang met voedsel juist begint met aandacht voor eten en de bereiding ervan. Door het intensief samenwerken werd het belangrijk om niet in je eentje te besluiten wanneer, wat en hoe je eet, maar dit juist af te stemmen met je collega’s. Want tijd voor eten kun je nemen, maar moet je elkaar ook geven. Gelukkig hebben we toch nog tijd gevonden om samen te eten, zegt Dirk. Want als je wil verduurzamen, dan moet je niet alleen de waarheid maar ook de waarde van voedsel kennen en kunnen uitdragen.
Theoretische Biologie, RUG en Universiteit van Kopenhagen • Anna Levie, Culture, Organization and Management, VU • Charlie Minter,
De Nationale Denktank | Duurzaamheid in de voedselketen | 9 Sojateelt verwoest natuur
Prachtboon met problemen Door de hoge eiwit-opbrengst is soja zeer geschikt als veevoer. Oerwouden en savanne zijn de dupe van onze honger naar vlees. Veel consumenten hebben geen notie van de productie-omvang van soja op de wereldmarkt en weten al helemaal niet welke problemen er zijn. Bij de industrie en retail staat het verduurzamen van soja gelukkig steeds hoger op de agenda. In 2006 is bijvoorbeeld de Round Table for Responsible Soy opgericht. Deze organisatie onderneemt actie om te zorgen dat soja op grote schaal op verantwoorde wijze wordt verbouwd.
Nederland is na China de grootste importeur van soja. Waar gebruiken we die soja dan voor? Soja is een typisch verborgen ingrediënt. Soja zit in producten als shampoo, bier, koekjes en brood. Soja zit vooral in veevoer: 94 procent van alle soja (1,8 miljoen ton) die we in Nederland importeren, voeren we aan onze varkens,
kippen en koeien. Soja aan beesten voeren om die beesten vervolgens op te eten, is niet efficiënt: door één hamburger te eten, eet je eigenlijk drie sojaburgers. Er is geen onderscheid te maken tussen verschillend geproduceerde sojabonen. Doordat er geen mogelijkheid is om je kwalitatief te onderscheiden, is een lage prijs de enige manier om te concurreren. De sojaboer kan dan ook alleen winst maken door meer soja te verbouwen op zo goedkoop mogelijk land. Bij de zoektocht naar goedkoop land, valt het oog in Brazilië en Argentinië al snel op gebieden als het Amazone oerwoud en de savanne in de Cerrado. Elk jaar komt er een oppervlakte zo groot als België bij aan sojalandbouwgrond. Hoewel het bos niet uitsluitend wordt gekapt voor soja, oefent de enorme sojaexpansie wel een grote druk uit op de natuur. Dit blijkt uit het rapport Sojahandel en ketenrelaties uit 2006 van stichting Landbouw-Economisch Instituut (LEI). Het verwoesten van belangrijk natuurgebied, monoculturen en de enorme
Soja is een prachtboon: hij heeft een hoge eiwitopbrengst en de sojaboon en soja-olie zijn in heel veel producten verwerkt. Soja verbouwen we niet lokaal omdat er internationaal afspraken zijn gemaakt dat Europa niet investeert in eiwitgewassen als soja. Een 0 procent importheffing garandeert dat soja goedkoop kan worden ingekocht van buiten de EU, vooral vanuit Brazilië en Argentinië.
met producten waar soja in zit, bijvoorbeeld shampoo, bier, koekjes en brood.
recept
Meel van insecten
De meest directe manier om de problemen van soja tegen te gaan, is het verbruik te verminderen. Dit kunnen we doen door minder vlees te eten (en dus indirect minder soja) of door alternatieven voor veevoer te verzinnen. Twee potentieel succesvolle alternatieven zijn eendenkroos (het groene gewas dat in de sloot drijft) en insectenmeel, gemaakt van gemalen insecten. Eendenkroos is met een eiwitgehalte van meer dan 40 procent zeer eiwitrijk. Bovendien groeit eendenkroos op mest waardoor er geen landbouwgrond nodig is. De waardevolle grondstoffen uit mest kunnen zo direct terug de voedselketen in. Deze voordelen blijken uit een haalbaarheidsstudie van Stichting Sustenable Forum uit 2010. Er is een opschaling nodig om het concept groot in de markt uit te zetten.
Er zijn veel initiatieven genomen om soja te verduurzamen en het gebruik te verminderen door alternatief veevoer. De Nederlandse ketenpartners hebben afgesproken om vanaf 2015 voor alle sojaproducten op de Nederlandse markt 100 procent verantwoorde soja te gebruiken. Als andere organisaties deze ambities op grote schaal overnemen, kunnen we wereldwijd onduurzame sojaproductie vervangen door een systeem met aandacht voor mens en milieu en door het gebruik van alternatieven.
Je kunt een winkelwagen vullen
Alternatief veevoer
Insectenmeel en eendenkroos kunnen soja vervangen als veevoer. Daar is een aanpassing van de wet voor nodig.
schaalvergroting zorgen voor een verlies aan biodiversiteit. De gewasbeschermings middelen die gebruikt worden voor de sojateelt zijn schadelijk voor de natuur en zorgen voor gezondheidsproblemen voor de lokale bevolking. Het economische belang van sojateelt brengt ook sociale problemen met zich mee. Mensen worden van hun land verdreven en in de sojabusiness vinden praktijken plaats die te vergelijken zijn met moderne slavernij, aldus het rapport Soja doorgelicht van de Nederlandse Sojacoalitie uit 2006. Deze organisatie kijkt kritisch naar de productiemethode van soja.
Wil je niet meer bijdragen aan de onduurzaamheid van soja en eens proeven hoe het voor ons vee zou zijn om insecten te eten in plaats van soja? Probeer dan eens onderstaand recept!
Insecten, ook zeer eiwitrijk, groeien op GFTreststromen. Hierbij heb je dus hetzelfde voordeel als bij eendenkroos, blijkt uit het rapport Insects as a sustainable feed ingredient in pig and poultry diets uit 2012 van Universiteit Wageningen. Wetgeving staat echter nog in de weg. Dieren mogen namelijk niet zo maar aan dieren worden gevoerd. Insecten staan nu nog officieel geregistreerd als dier in plaats van geleedpotige. Hierdoor is het wettelijk niet toegestaan insecten aan vee te voeren, blijkt uit publicatie C 294 E van de Europese Commissie in 2011. Naast het ontwikkelen van alternatieven, is het belangrijk om de sojaproductie te verduurzamen. Door een certificaat toe te kennen aan de spelers die op een duurzame manier soja produceren, bied je de mogelijkheid om de huidige prijsdruk op soja te doorbreken. Door concurrentievoordeel kunnen inkopers collectief kiezen voor duurzame soja. De DenkTank adviseert alle belangrijke spelers rondom soja om zich te committeren aan de eisen voor gecertificeerde soja en dat de retail en verwerkers in hun inkoop-
voorwaarden aangeven dat ze uitsluitend gebruik willen maken van producten met gecertificeerde soja.
Menu van de Toekomst De Nationale DenkTank 2012 lanceerde samen met het Voedingscentrum het Menu van de Toekomst: een lekker, ge zond, makkelijk en duurzaam menu voor de jonge generatie. Met kleine aanpas singen in je eetpatroon boek je al een groot resultaat: bijna 30 procent minder uitstoot van broeikasgassen die nodig zijn om een maaltijd te produceren, aldus het rapport ‘Milieudruk van ons eten’ van Blonk Consultants. Met simpele ezels bruggetjes maken wij het de consument makkelijk om duurzame keuzes te maken. Denk bijvoorbeeld aan: 1) Eet minder vlees en zuivel. Eet meer plantaardig zoals peulvruchten. 2) Eet lokale seizoensproducten: lekker, afwisselend en vaak goedkoper. 3) Verspil geen geld: koop niet meer dan je eet en verspil minder.
Havermoutkoekjes met buffalo-wormen 150 g boter 200 g havermout 25 g buffalo-wormen 60 g rozijnen of gedroogde cranberry’s 150 g suiker 2 theelepels bakpoeder 1 ei 2 eetlepels bloem snufje zout rasp en sap van 1 citroen bakplaat met bakpapier 35 minuten in de oven 200 0 Bereiding: Doe de boter in een steelpan en laat deze op een laag vuur smelten. Doe alle overige ingrediënten in een beslagkom en roer ze even met een spatel door elkaar. Voeg nu de gesmolten boter toe en meng het geheel goed. Laat het deeg opstijven in de koelkast en rol het daarna uit op het bakpapier. Verwarm de oven voor op 170 °C. Bak de koek af in ± 20 minuten. Na het bakken snijd u de nog warme koek in stukjes van het gewenste formaat en laat ze afkoelen. Bron: Het insectenkookboek, Atlas 2012
Bouwkunde, TU Delft • Dennis Ramondt, University College Utrecht • Linet Tanke, Farmacie, RUG • Marc van der Schee, Geneeskunde,
10 | De Nationale DenkTank | Duurzaamheid in de voedselketen Voorkom schaarste fosfor
Hergebruik mest en rioolsib
E=energie F= fosfor
E
Maar waar haalt het brood fosfor vandaan? Brood is gemaakt uit tarwe. Tarwe groeit dankzij zon en water, maar vooral ook door het fosfor dat de plant uit de bodem haalt. Ook de kaas die op je boterham ligt, bevat fosfor. Die komt uit de melk van de koe en die haalt het weer uit planten als maïs en soja.
En hoe komt het fosfor in de bo dem? Van oudsher gebeurt dat met dierlijke mest, maar in de huidige landbouw vaak met kunstmest. De fosfor die in kunstmest zit, komt uit mijnen in de Westelijke Sahara en China. Maar die zijn misschien over 100 jaar leeg (Kennislink.nl 2012). De voedselzekerheid komt daardoor in het geding en dat moeten we voorkomen. De fosfor komt dus uit de mijn, via plant en dier op je bord, in je mond of in de prullenbak. Via onze poep stroomt het uiteindelijk de wc in. De as van het verbrand de rioolslib komt in asfalt of beton terecht. Het is niet nodig om al dat fosfor te verliezen, hergebruik kan ook. Compost in de moestuin
E
F F
E
F
F
E
Er zijn geen alternatieven die de essentiële functie van fosfor in voeding kunnen overnemen. Door de stijgende bevolkingsgroei bestaat de kans dat de fosfaatmijnen uitgeput raken. Eten is zo normaal dat we soms vergeten hoe belangrijk het is. Tot je honger krijgt. Dan merk je dat je een boterham met kaas nodig hebt om te kunnen functioneren. Ook heb je eten nodig voor de bouw stenen van je lichaam. Eén van die bouwstenen is fosfor, basis van DNA en essentieel voor al het leven op aarde.
E
F
is hiervan een voorbeeld, net als technieken om fosfor terug te winnen uit afval, mest of uit het slib van de rioolwaterzuiverings installatie. Door deze specifieke reststromen in de Nederlandse economie te benutten als fosfaat bron, ontstaat er een duurzame markt. Hiervoor is wel ondersteunend beleid nodig van de overheid. En bedrijven die weigeren via hun producten fosfor uit mijnen in te kopen. En burgers die hergebruik normaal vinden. Zodat het straks niet te laat is en we een groot deel van onze fosforvoorraad kwijt zijn. Zodat we nog genoeg te eten kunnen produceren voor de 9 mil jard mensen die er in 2050 zijn.
F
F F
De kringloop van fosfor
Fosfor op de agenda Het behouden van grondstoffen is cruciaal voor een duurzame voedselketen. De Nationale DenkTank 2012 levert een bijdrage aan het besef van deze problematiek door te werken aan het bewustzijn en de agendering van fosfaat. DenkTankers hebben een brief geschreven die gepubliceerd is in NRC Handelsblad met de boodschap: het behouden van grondstoffen moet op de nationale agenda. Daarnaast wisselt de Nationale DenkTank ideeën uit met Nutrient
P P P
platform. Dit platform brengt het fosfaatprobleem onder de aandacht en verbindt betrokken partijen. De door de DenkTank gemaakte conceptversie voor een Youtube filmpje, kan als basis dienen voor professionelere mediaprojecten. Het filmpje staat op de website van de Nationale DenkTank: www.nationale-denktank.nl.
Opinie Duurzaam leven is niet makkelijk. Sterker nog, dat is een contradictio in terminis.
Foto: Jeroen Oerlemans
Je bent het duurzaamst als je dood bent, dan wordt je lichaam weer gerecycled en consumeer je niets. Misschien wel dé oplossing voor de toenemende wereldbevolking en de onzekerheid over hoe we al deze mensen in de toekomst gaan voeden. Maar het hele idee van duurzaamheid is dat natuur en leven juist kunnen blijven voort bestaan. Grondstoffen en het consumeren ervan, zijn essentieel om te kunnen leven en dus ook om duurzaam te kunnen leven.
Beetje bij beetje Mensen die de wereld duurzamer willen maken, komen onvermijdelijk ook uit bij zichzelf, betoogt Louise Fresco. Hoe cliché het ook is, wie de wereld wil verbeteren moet beginnen bij zichzelf.
We doen allerlei pogingen om duurzaam te consumeren, of althans minder onduurzaam. Dus zoeken we naar alternatieven. Er zijn al spaarlampen in plaats van gloeilampen, tassen en truien van petflessen, afbreekbare koffie bekers, biologisch afwasmiddel en afwassen met de hand enzovoort. Daarnaast zijn er veel initiatieven voor nieuwe ideeën om de wereld duurzamer te maken, zoals gerecycled brood, verdienmodellen voor duurzame producten en het terugbrengen van afval in de eeuwige cyclus van materiaal. Maar zo eenvoudig is dat niet. Als
je kijkt naar de hele levenscyclus van de spaarlamp of het koffiebekertje, dan is het nog niet eens zo duidelijk wat de milieuvriendelijkste optie is. Goed, een fiets is duurzamer dan een auto of een vliegtuig, maar ze hebben niet dezelfde functie, dus de vergelijking gaat mank. Tussen de plastic en de papieren koffiebeker en de permanente mok is de afweging al veel moeilijker. Duurzaamheid richt zich per definitie op de toekomstige generaties, dus in oplossingen verzinnen heeft het geen zin om in het verleden te blijven hangen. Eigenlijk zouden we in de toekomst moeten kijken, maar zeker in deze tijd is die heel onvoorspelbaar. Toch moeten we naar nieuwe innovatieve ideeën zoeken die technologische ontwikkeling stimuleren, economisch haalbaar zijn en waarbij we onze band met ons eten behouden. Dit op zichzelf is al geen gemakkelijke opgave, en zeker wanneer goed doordachte oplossingen tegen het gevoel van de meeste mensen indruist, kan brede acceptatie in de maat schappij een barrière zijn. Geen wonder dat de meeste mensen er de brui aangeven, omdat duurzaam leven moeilijk is. Dat is echter onzin, want er is één
ding dat iedereen kan doen en dat echt zoden aan de dijk zet. Dat is gewoon minder consumeren: minder eten kopen en dus minder eten weggooien, niet vaker vlees eten dan nodig is, minder lang onder de douche, niet meer water opzetten voor de thee dan nodig, planten met spoelwater begieten, ramen dicht als de verwarming aan staat, de verwarming niet hoog zetten als je ook een trui aan kunt doen (tenzij je kleine kinderen of poezen hebt die anders kou vatten), en vooral geen nieuwe spullen aanschaffen - computers, telefoons, meubels en kleren - als de oude nog voldoen. Toegegeven, het zijn kleine beetjes, en ze gaan in tegen het heersende paradigma dat er meer geconsumeerd moet worden om de crisis te over winnen, maar ze helpen wel.
Meer consumeren is geen oplossing voor de lange termijn, zoeken naar kwaliteit en duurzaamheid wel. Louise Fresco is landbouw- en voedseldeskundige en sinds 2006 als universiteitshoogleraar verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, met als aandachtsgebied de grondslagen van duurzame ontwikkeling in internationaal perspectief.
VU • Esther van Duin, Neurobiologie, UvA • Charlotte van Leeuwen, Natuur- en Sterrenkunde, UvA • Jules van Oven, Technische
De Nationale Denktank | Duurzaamheid in de voedselketen | 11 Jaarlijks gaat 9,5 miljoen ton voedsel voor mensen verloren
Afval of geld?
Jaarlijks verdwijnt er in Nederland 1,2 miljoen ton voedsel in de vuilnisbak aan huis. Dat is 11 procent van het ingekochte voedsel voor menselijke consumptie. Deze cijfers komen uit het rapport uit 2010 van CREM, Bepaling voedselverliezen bij huishoudens en bedrijfscatering in Nederland. Uit hetzelfde rapport en berekeningen van de Nationale DenkTank blijkt dat een gemiddeld huishouden in Nederland 405 euro kan besparen, als het zorgvuldiger met voedsel omgaat. Van boer tot supermarkt, gaat eetbaar voedsel verloren. Volgens het Ministerie van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie gaat het jaarlijks in totaal om 9,5 miljoen ton voedsel. Daarvan gaat 15 procent bij de boer verloren, 65 procent bij de verwerkende industrie, 5 procent bij de supermarkten en 15 procent bij de consument. Precieze cijfers bestaan niet omdat de deelnemers in de voedselketen verschillende definities en meetmethoden gebruiken en er verschillende manieren zijn voor het hergebruik van reststromen. Daarnaast is er een gebrek aan onderlinge transparantie bij bedrijven vanwege angst voor imagoschade of het weggeven van concurrentiegevoelige informatie. De
genoemde cijfers zijn gebaseerd op meerdere bronnen: het CREM-rapport uit 2010, een analyse van de Nationale DenkTank 2012 en gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek en Eurostat. Door goede afzetafspraken met de rest van keten, kunnen voedselverliezen op het land van de boer worden teruggedrongen. Door openheid van zaken te geven, kan de industrie reststromen combineren en efficiënter herbewerken tot humane voeding of veevoer. Supermarkten kunnen derving tegengaan door goed voorraadbeheer en het verstrekken van informatie aan de klant. De consument kan verspilling voorkomen met creatief koken en goede kennis van zijn voorraad. Hij kan daarnaast zijn afval nog beter scheiden zodat de afvalverwerker meer voedselafval kan vergisten of composteren. Als iedere ketendeelnemer stappen zet, kunnen we samen voedselverliezen terugdringen. Oud brood voor nieuw brood Oud brood, daar valt een boterham mee te verdienen. Twee op de tien gebakken broden worden niet opgegeten, blijkt uit het rapport Voedselverspilling van Milieu Centraal uit 2011. Daarvan komt de helft
in veevoer terecht, aldus het onderzoek uit 2009 Prijsvorming van voedingsproducten van het LEI. Broodverbeteraar Sonneveld ontwikkelde een manier om niet verkocht brood tot desem te verwerken. Als de bakker dit desem bij nieuw deegmengsel voegt, kan hij er weer vers brood van maken. De DenkTank steunt dit initiatief door bakkerijen te laten zien dat hergebruik rendabel is. De DenkTank probeert op die manier bakkerijen over te halen om onverkocht brood te hergebruiken. Gratis advies in de supermarkt De Nationale DenkTank is voorstander van een Groene Gastheer in de supermarkt. De gastheer of -vrouw fungeert als vraagbaak voor duurzaamheidskwesties. De consu ment die duurzaam wil inkopen kan bij hem terecht. Hij adviseert over slim kopen, koken én bewaren en stimuleert om duurzame inkopen te doen. De Groene Gastheer geeft suggesties voor recepten met lokale- en seizoensproducten of duurzame alternatieven, prijst etenswaren aan die bijna de houdbaarheidsdatum overschrijden en maakt daar ter plekke smoothies en soepen van.
Snij-afval als nieuwe grondstof
Creatief met aardappel
Kurk van schillen, verf van zetmeeI en plastic gemaakt van bietenloof. Reststromen bieden volop mogelijkheden. Reststromen zijn bijproducten die vrijkomen bij productie, bijvoorbeeld snij-afval bij groente- en fruitbewerking. Deze bijproduc ten vormen in de voedselindustrie een probleem omdat het laten verwijderen door erkende afvalverwerkingsbedrijven veel geld en energie kost. Voor een oplossing is het goed om niet vanuit het eindproduct, zoals de suikerklont, te denken maar vanuit het beginproduct, de suikerbiet in dit geval. Door de waardevolle stoffen die er in een biet zitten optimaal te benutten, wordt de biet meer waard. Dit is goed voor het milieu en economisch aantrekkelijk: een voorma lige kostenpost kan op deze manier winst gaan opleveren. Je gebruikt immers materia len die er al zijn. De aanpak van de Suikerunie is een helder voorbeeld van deze visie. Het streven van het bedrijf is om alle reststromen volledig te benutten. De Suikerunie vergist de bieten pulp die niet afgezet kan worden op de veevoedermarkt, op eigen terrein. Een biet bestaat voor 75 procent uit water en dat
water is weer bruikbaar in het wasproces. Het overschot aan biogas dat ontstaat bij vergisting, pompt de Suikerunie in het gasnet. Rondom de fabriek komt een kassencomplex waar niet organische reststromen als warmte en CO2 van nut zijn. Het bietenloof kan in de toekomst gebruikt worden voor bioplastic om onder meer bloempotten van te maken. Het afval van aardappelen blijkt ook bruikbaar te zijn. Van aardappelschillen kun je een soort kurk maken voor isolatie- en bouwmateriaal en ze kunnen dienen als afdeklaag voor planten. Het zetmeel uit de reststromen is toepasbaar in de chemische industrie voor de productie van papier, lijm, verf en vele andere stoffen. Deze voorbeelden komen uit een rapport van Food Valley, Goud voor Oud uit 2012. Het zijn inspirerende stappen in de richting van een economie waarin biomassa voor een deel de plek kan innemen van fossiele brandstoffen.
Philip den Ouden Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI)
Marc Jansen Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL)
‘Op grote schaal kleine stappen zetten’ Hoe denken de themapartners van de Nationale DenkTank 2012 zelf over duurzamere voeding? Marc Jansen (CBL): ‘De betekenis van duurzaamheid is een onderlinge afspraak. In Frankrijk gaat het vooral om het verminderen van de CO 2 -uitstoot. In Nederland winnen dierenwelzijn en fairtrade-keurmerken momenteel het maatschappelijke gevecht om aandacht. De supermarktbranche wil het reguliere assortiment steeds duurzamer maken, daarnaast is er al volop keuze uit duurzame producten. Daar hoort ook goede informatie bij, want de consument maakt uiteindelijk zijn keuze. Je kunt mensen duurzaamheid niet door de strot duwen.’ Daar is Philip den Ouden (FNLI) het mee eens. ‘Consumenten hebben het recht om te weten welke verduurzamingsstappen producenten nemen, zodat ze een keuze kunnen maken.’ Hij vindt het daarbij belangrijker om te focussen op verduurzaming van processen, en niet op verduurzaming van individuele producten. ‘Uiteindelijk moet de consument geen keuze meer hebben, omdat in alle ketens alle mogelijke verduurzamingsstappen zijn gezet. We zijn op de goede weg, maar grootschalige verduurzaming vraagt in onze complexe economie om enorme transformaties van productieketens.’ Jansen en Den Ouden zoeken de ratio en de nuance in het maatschappelijke debat over verduurzaming. Grofweg twee kampen domineren volgens hen het debat. Aan de ene kant believers in klein, lokaal, biologisch en aan de andere kant wordt groot, industrieel, hoogefficiënt gepropageerd. Den Ouden: ‘Beide kanten hebben hun waarde. We zouden het beste van deze twee werelden vaker moeten combineren. Lokaal kunnen we bijvoorbeeld het bewustzijn van de waarde van voedsel versterken. Tegelijkertijd is intensieve, efficiënte voedselproductie hard nodig, zowel nationaal als wereldwijd.’ Jansen: ‘Schaalvergroting in de retail heeft ook verduurzamingsvoordelen. Wanneer je op grote schaal kleine stappen zet, maak je al een groot verschil. Er is niet één oplossing om de afstand tussen de twee kampen te overbruggen.’
Natuurkunde, TU Delft • Perijne Vellekoop, Geneeskunde, UU • Wouter Vink, Wiskunde, UU • Annet Westhoek, Biologie, WUr
12 | De Nationale DenkTank | Duurzaamheid in de voedselketen Visie Nationale DenkTank Ons huidige voedselsysteem is onhoudbaar. In Nederland consumeren we met z’n allen ruim twee keer zoveel als de aarde ons kan leveren, aldus het rapport Living Planet uit 2012 van het Wereld Natuur Fonds. Als we zo doorgaan, kunnen we de groeiende wereldbevolking niet voeden, zonder dat we natuurlijke hulpbronnen verder uitputten en het klimaat en ecosystemen voorgoed uit balans brengen. De schade kan onomkeerbaar zijn, als we niet in de komende twee decennia een omslag maken. We moeten ons nú inzetten voor een duurzame toekomst, voordat wij en de generaties na ons te maken krijgen met de gevolgen. Om te bereiken dat iedereen blijvend lekker, voldoende en gezond kan eten, willen wij dat in 2030…
2.
Lekker duurzaam eten in 2030!
…verspilling van voed sel niet meer voorkomt, zodat we al het voedsel dat we produceren ook eten.
3.
…iedereen tevreden is met voldoende in plaats van over vloed, zodat de we de aarde niet meer overvragen.
1.
…iedereen de waarde van voedsel en de noodzaak tot verduurzaming inziet, zodat elke handeling duurzaam is.
…de beste kennis en technologie overal ter wereld is ingezet, zodat optimale productie binnen de grenzen van ecosystemen plaatsvindt.
5.
.…voedsel niet meer een onbeperkt machts- of winstmiddel is, zodat iedereen toegang heeft tot voedsel.
8.
…kringlopen gesloten zijn en elementen optimaal gebruikt worden, zodat alle grondstoffen voorradig zijn.
themapartners
Overheid gebruik beleid en wetgeving om verduurzaming te stimuleren en obstakels weg te nemen. Zorg bijvoorbeeld dat: • het is toegestaan om stoffen die zijn teruggewonnen uit mest, menselijke feces en afval opnieuw te gebruiken • het terugwinnen van fosfor uit reststromen verplicht is • duurzaamheid een vaste plek heeft in het onderwijs. Bedrijfsleven maak duurzame groei en innovatie de standaard, handel vanuit lange termijn perspectief en met openheid van zaken. Zorg bijvoorbeeld voor: • transparante samenwerking met behulp van een voedselpaspoort • geleidelijke verduurzaming bij boeren, ondersteund door het bijmengprincipe • het optimaal benutten van reststromen • inzet van kennis over koopgedrag in supermarkten om consumenten duurzame keuzes te laten maken.
4.
6.
Met inzet van kennis en innovatie en aanhoudende wil, is het mogelijk alle toekomstige monden te voeden. Wij als DenkTankers gaan deze uitdaging in ieder geval aan en zullen blijven prikkelen, adviseren en aansturen, nu en in de toekomst, waar we ons ook bevinden. Wij roepen de overheid, het bedrijfsleven, de wetenschap én de consument op om zijn of haar verantwoordelijkheid te nemen. Want we kunnen al veel verschil maken door op grote schaal kleine stappen te zetten. Net zo lang tot duurzaamheid aan de basis staat bij iedereen, iedere dag en bij iedere hap.
7.
…opbrengsten rechtvaardig zijn verdeeld en er genoeg geld beschik baar is voor duurzame investeringen, waar ze ook nodig zijn.
…iedereen in de voedselketen zijn verantwoordelijkheid neemt, zodat we samen op een eerlijke en open manier verduurzamen.
Partners
Wetenschap creëer met zowel fundamen teel als toegepast onderzoek de basis voor continue verduurzaming en zet nieuwe kennis altijd in op de juiste plekken in de samenleving. Zorg bijvoorbeeld voor: • het doorrekenen van zoveel mogelijk producten op duurzaamheid en het delen van de uitkomsten met een breed publiek • verder onderzoek naar de opschaling van veevoeralternatieven, zoals insecten meel en eendenkroos • ontwikkeling van technologie om informa tie over duurzaamheid bij consumenten binnen handbereik te brengen, zoals een voorraad-app.
Colofon
Deze krant is op 10 december 2012 uitgegeven door Stichting de Nationale DenkTank bij de eindpresentatie van de deelnemers.
De makers van de krant: Tekst: Deelnemers Nationale DenkTank, RESEARCH & CONSULTANCY
Lotte Wendt en Louise Fresco Projectbegeleiding en eindredactie: Noor van Manen Ontwerp en vormgeving: Studio Veer Fotografie: Charlie Minter, Dirk Haen, Shutterstock Productie: Prezco en Bold Productions
Stichting de Nationale DenkTank Postbus 94582, 1090 GN Amsterdam
[email protected] www.nationale-denktank.nl Deze krant is gedrukt op 100 procent gerecycled papier dat gebleekt is zonder optische witmakers of chloor (PCF).