het magazine van verslavingszorg noord nederland
jaargang 3, nr. 4 2013
MIJN PLEK: ZORGBOERDERIJ ’T ACHTERHUUS IN ALTEVEER
RUST, RUIMTE EN STRUCTUUR VOOR STEFAN
IS GAMEVERSLAVING EEN ECHTE VERSLAVING?
COLOFON
Omslag is een magazine voor cliënten, medewerkers en relaties van Verslavingszorg Noord Nederland en wordt gemaakt onder verantwoordelijkheid van de afdeling Communicatie. Omslag verschijnt vier keer per jaar. HOOFD- EN EINDREDACTIE:
Eveline Molenaar (hoofdredacteur) Lianne Zijlstra (eindredacteur)
INHOUDSOPGAVE
6
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE:
Anita Veenema, Bart Looijestijn, Bas, Ermo van Doorn,
TERUGVAL LIGT ALTIJD OP DE LOER
Cliëntenraadslid Paul Coutinho over de verslaving die immer aanwezig is in zijn leven.
Fred van Dorp, Gert Jan Hartman, Joost Kerkhoff,
Jorrit Bosma, Maaike van Heuveln, Marja Gepken, Paul Coutinho, Richard van Dalen, Saffira Rijkee, Sjoerd Veenstra, Stefan en Theresa. FOTOGRAFIE Inge Jansen
Jeroen Horsthuis
Robert van der Molen
MIJN PLEK: ZORGBOERDERIJ ’T ACHTERHUUS IN ALTEVEER
VORMGEVING
De landelijke omgeving en de begeleiding doen cliënt Stefan goed.
Haagsblauw, Den Haag DRUK
Koninklijke Van Gorcum BV, Assen OPLAGE
3.100 exemplaren REDACTIEADRES
Verslavingszorg Noord Nederland Afdeling Communicatie
NOVAE BIEDT WERKENDE PROBLEEMDRINKERS AANBOD OP MAAT
Waarom de cliënten van kliniek Novae in Emmen veel te winnen én veel te verliezen hebben.
9
GAMEVERSLAVING:
Een gesprek met GZ-psycholoog Gert Jan Hartman en jongerenwerker Ermo van Doorn over gamers die amper nog daglicht zien en hun vakantie plannen rondom de updates van hun favoriete computerspel.
VERSLAVING EN ... MEDICIJNEN
Verslavingsarts Anita Veenema: ‘Antitrekmiddelen zijn de bergschoenen waarmee je de berg beklimt.’
Postbus 8003
9702 KA Groningen 050 - 364 89 86
[email protected] www.vnn.nl
Abonnee worden?
Stuur een e-mail naar
[email protected] Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaardt de redactie geen aansprakelijkheid. Publiceren onder pseudoniem is mogelijk, de echte namen zijn bekend bij de redactie. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, in fotokopie of anderszins, zonder voorafgaande toestemming. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
2
12
10
8
nr. 4 2013
14
KETENPARTNER: OFFICIER VAN JUSTITIE BART LOOIJESTIJN Bart Looijestijn: ‘Ik heb groot respect voor reclasseerders – het is een ondergewaardeerd beroep.’
TEAM CENTRAAL: TEAM RECLASSERING DRENTHE
‘Vanwege de grote maatschappelijke onrust rond het thema tbs-gestelden ligt ons werk altijd onder een vergrootglas’, zegt reclasseringswerker Marja Gepken.
18
nr. 4 2013
3
NIEUWS JONGERE DOK3 ZET SNELLE TIJD NEER BIJ 4 MIJL Verslaafd geweest aan cocaïne en dan de 4 Mijl lopen? De 22-jarige Bas, die in behandeling is bij DOK3 in Groningen, ging op 13 oktober de uitdaging aan en deed het met een tijd van 36 minuten en 21 seconden bepaald niet slecht. Bas is trots op zijn prestatie en ook zijn trainer, groepstherapeut Jordy Veldhuizen van DOK3, is vol lof over de inspanningen van Bas. ‘Op de trainingen wandelde Bas soms tussendoor, maar tijdens de 4 Mijl bleef hij maar rennen. Geweldig! Ik ben trouwens niet alleen trots op Bas, maar zeker ook op de twee andere jongeren van DOK3 die meededen.’
Bas (rechts) en Jordy (links)
DOK3 is een voorziening voor jongeren tot 23 jaar met meervoudige problematiek, waaronder verslavingsproblematiek. DOK3 is een samenwerkingsverband tussen Het Poortje Jeugdinrichtingen, Verslavingszorg Noord Nederland en orthopedagogisch behandelcentrum Driever’s Dale.
EERSTE MEELOOPDAG VOOR OUDERS BIJ DE BREEGWEESTEE Op 11 oktober heeft de Breegweestee in Eelde, verslavingskliniek voor jongeren van 18 tot 28 jaar, een meeloopdag voor ouders georganiseerd. Ouders werden al zoveel mogelijk betrokken bij de behandeling van hun zoon en dochter, maar het aanbod van onder meer familiedagen en oudergroepen is nu aangevuld met een meeloopdag voor ouders. Negen moeders en zeven vaders werden op 11 oktober door de bewonersgroep en het team ontvangen en na een introductie werden ze uitgenodigd om zich zoveel mogelijk te verplaatsen in de rol van groepslid. Elke ouder werd gekoppeld aan een andere bewoner dan hun zoon of dochter. Daarna konden de ouders kennismaken met een therapie en een module die hun kinderen volgen en vond er een gezamenlijke lunch plaats. Gezien de vele enthousiaste reacties van ouders, zal dit ongetwijfeld niet de laatste meeloopdag zijn die de Breegweestee georganiseerd heeft!
4
nr. 4 2013
NIEUWBOUW VNN IN EELDE KOMT DICHTERBIJ De nieuwbouw van VNN in Eelde begint langzamerhand dichterbij te komen. Plannen voor de indeling, aankleding en verlichting zijn de afgelopen weken aan de betrokken teammanagers van VNN gepresenteerd. De nieuwbouw vervangt de klinieken Hoog-Hullen en de Breegweestee in Eelde en de kliniek aan de Vondellaan in Groningen, inclusief jongerenkliniek Het Bauhuus. Nu de bouw- en kapvergunning voor het terrein zijn verleend, zal de komende maanden gestart worden met het bouwrijp maken van de grond. Als alles volgens plan verloopt, kan er vanaf 2014 met de daadwerkelijke bouw begonnen worden.
REIS DOOR HET VERSLAAFDE LEVEN Een kleine dertig VNN’ers die door middel van workshops hun kennis deelden over verslaving in de verschillende levensfases, met zo’n tachtig geïnteresseerde collega’s als toehoorders. Wat is schemagerichte therapie, hoe kun je trauma en verslaving tegelijkertijd behandelen, zijn spel- en creatieve therapie de oplossing voor hechtingsproblemen en wat zijn de risico’s voor kinderen van verslaafde ouders? Onder meer deze vragen kwamen aan de orde tijdens “Reis door het verslaafde leven” op 12 september in congres-
centrum Hanze Plaza in Groningen, op initiatief van klinisch psycholoog Wim Jan Trügg (foto) van VNN. Het enthousiasme onder de mede werkers van VNN over de workshops was groot. “Reis door het verslaafde leven” zal in 2014 dan ook zeker een vervolg krijgen.
nr. 4 2013
5
MIJN PLEK Anderhalf jaar geleden stond Stefan nog op de zogenaamde ‘veelplegerslijst’ maar daar is zijn naam nu vanaf. Tot 2015 staat hij nog onder toezicht van de reclassering. Klaas Berga, reclasseringswerker bij VNN in Emmen, heeft hem al een aantal jaren onder zijn hoede en hij heeft alle vertrouwen in Stefan.
tekst: Saffira Rijkee
fotografie: Inge Jansen
Sinds zijn vijftiende zat Stefan (21)
al een aantal keren in de gevangenis, met als langste een verblijf van tien
maanden. Op zijn achttiende werd hij veroordeeld voor een geweldsdelict. Zijn toekomst ziet er gelukkig een stuk zonniger uit.
Een paar jaar geleden zag het leven van Stefan er nog heel anders uit dan nu. ‘Doordeweeks blowde ik en in het weekend gebruikte ik harddrugs. Best leuk hoor, maar niet voor altijd. Toen ik vijftien was moest ik voor het eerst zitten. Thuis bij mijn moeder ging het niet goed. Ik heb een tijdje bij mijn oma gewoond, toen nog even bij mijn moeder en daarna kwam ik in de FPA in Franeker terecht (de Forensisch Psychiatrische Afdeling, een gesloten kliniek van GGZ Friesland, red.). Daar heb ik een jaar gewoond en toen hoorde ik van ’t Achterhuus.’ ’t Achterhuus is een zorgboerderij in Alteveer, achter Hoogeveen, waar intensieve begeleiding aan volwassen mannen met psychosociale problemen wordt geboden. Stefan woont hier samen met een medebewoner in zijn ‘eigen’ huisje. Hij was blij dat hij hier terechtkon, nu alweer bijna een jaar geleden. De begeleiding hier en de mensen om hem heen doen hem goed. Boven hangt een lijstje met dingen die hij moet doen zodra hij opstaat. Structuur. Dat geeft rust en ruimte in zijn hoofd.
Stefan zou graag nog eens op werkvakantie gaan naar dezelfde vakantiewoning. Overdag lekker klussen en ’s avonds vrij. Want hij is het liefst altijd bezig en werkt graag met zijn handen. Dan denkt hij niet aan drugs. Verveling zorgt maar voor trek. Voor hij in Franeker terecht kwam hing hij vooral op straat rond en had hij niks te doen overdag. In de FPA veranderde dat, daar had hij wel zes verschillende baantjes. Administratie, hout, groenvoorziening, inpakken, het klussenteam. Elke dag wat anders. ‘Dan heb je wat te doen hè.’ Hier in ’t Achterhuus heeft hij ontdekt dat hij graag met metaal werkt. Het liefst volgt hij daar straks ook een opleiding in. Doordeweeks werkt hij op de dagbesteding in Hoogeveen. Met auto’s en metaal. Hij bestraatte ook de parkeerplaats van ’t Achterhuus helemaal opnieuw. ‘Wat hij ziet dat doet ‘ie hoor’, valt Klaas hem bij. ‘Hij kan alles wat hij ziet, maken.’ Als bewijs haalt Stefan een eigengemaakte visstandaard van metaal op. Hij maakte er eentje voor zijn broertje en één voor het zoontje van zijn begeleider. Klaas is erg blij met de vorderingen die Stefan het afgelopen jaar heeft gemaakt. ‘Hij pakt alles aan en hij denkt na over de gevolgen van zijn gedrag. Hij heeft laatst een terugval gehad, maar als je dan duidelijk maakt dat hij straks onder een brug slaapt als hij dit kwijtraakt, dan ziet
‘TOEN IK HIER NET WAS KON IK ZOVEEL RONDJES LOPEN ALS IK WILDE, ZONDER IEMAND TEGEN TE KOMEN.’
’T ACHTERHUUS 6
nr. 4 2013
Rust vond hij hier sowieso door de natuur en de landelijke omgeving. ‘Toen ik hier net was kon ik zoveel rondjes lopen als ik wilde, zonder iemand tegen te komen.’ Hier loopt hij geen dealers tegen het lijf. En als hij iemand treft die hem iets aan probeert te smeren, in Hoogeveen bijvoorbeeld, dan lukt nee zeggen hem veel beter dan vroeger. Vissen is zijn hobby, aan de muur hangen een paar foto’s van Stefan met grote vangsten. En de natuur zegt hij nog een keer, daar houdt hij wel van. De directeur van Zorgroep ’t Achterhuus heeft een vakantiewoning in Tsjechië, waar Stefan met een aantal medebewoners al twee keer op vakantie is geweest. ‘Daar hebben ze hele mooie natuur. We zijn een berg omhoog gelopen. Over achthonderd meter deden we twee uur. Dat loopt heel anders hoor, dan hier.’
hij dat echt in, dat was vroeger wel anders. Momenteel zijn we aan het kijken waar Stefan na ’t Achterhuus terecht kan, in Hoogeveen heb je ook begeleid wonen.’ Dat lijkt Stefan wel wat, toewerken naar een eigen plekje met eventueel ambulante hulpverlening. Laatst vierde hij zijn eenentwintigste verjaardag. Stefan had zijn broertje, moeder en oma al een jaar niet gezien, maar op eigen initiatief haalde hij ze naar ’t Achterhuus. Dat was een paar jaar geleden ook ondenkbaar. Het was mooi, zijn verjaardag vieren met zijn familie. Met zijn broertje gaat hij af en toe vissen en vorige week gingen ze nog samen naar de film. Zijn toekomst ziet hij wel zitten. Hij heeft het aardig op de rit. Straks een opleiding in metaalbewerking. Op zichzelf wonen. Weer voetballen, net als vroeger. ‘Huisje, boompje, beestje.’ Stefan kan nog alle kanten op. ‘Gelukkig wel.’
nr. 4 2013
7
VEEL TE WINNEN
Ik zat een tijdje geleden te kijken naar National Geographic. Ik keek naar een documentaire over de Nguru guru-krater. Hier werd het leven van een jachtluipaard gevolgd en was te zien dat ondanks dat dit dier behoorlijk hoog op de voedselladder staat, hij altijd op zijn hoede moet zijn voor de sterkere roofdieren, met name de leeuw. Of het nou om zijn voedsel, zijn jongen of zijn eigen leven gaat, altijd moet hij scherp blijven op alles in zijn omgeving. Dit deed mij denken aan mijn leven na mijn opname in verband met mijn alcoholverslaving.
ÉN VEEL TE VERLIEZEN
NOVAE BIEDT WERKENDE PROBLEEMDRINKERS AANBOD OP MAAT
TERUGVAL LIGT ALTIJD OP DE LOER Ik voel me op dit moment dat jacht luipaard, ik voel me sterk en ben op jacht naar mijn toekomst, maar klim nog altijd even op de rots om op de uitkijk te staan voor de leeuw. De leeuw die altijd rondsluipt om toe te slaan als ik hem die kans geef. Mijn verslaving is altijd aanwezig in mijn leven. Hoe goed ik ook bezig ben met mijn werk, hobby’s en sociale leven, een terugval ligt altijd op de loer. Dit is mij dan ook twee keer overkomen. Ik gaf toe aan het lichamelijke en geestelijke oergevoel om even niks te willen voelen en nergens over na te hoeven denken, dus ik vluchtte in de alcohol. Onder andere door de geweldige staf op Hoog-Hullen, die mij hielp mijn focus weer terug te krijgen, mijn familie en ook mijn werk bij de Cliëntenraad kreeg ik mijn doel weer voor ogen. Ik wil iets positiefs doen met mijn leven en mensen die in dezelfde situatie zitten als ik, helpen.
Door mijn werk in de Cliëntenraad en invloed uit te oefenen op beleid, innovatie en cliëntenbelangen, heb ik de eerste stap hierin gezet. De implementatie van ervaringsdeskundigheid is hierin een belangrijk stuk. Ik ben ervan overtuigd dat ervaringsdeskundigheid een groot deel is van deze innovatie en vooral op het gebied van jeugd een positieve invloed kan hebben op de behandeling van de volgende generatie. Voorlichting en preventie zijn hierin natuurlijk een belangrijk stuk en voorlichting vanuit ervaring heeft wat mij betreft de voorkeur boven voorlichting vanuit boeken en studies. Verslaving is een continue strijd met jezelf en je omgeving, net als de strijd tussen het jachtluipaard en de leeuw. De kunst is om altijd scherp en gemotiveerd te zijn om het leven met beide handen aan te pakken en ervoor te gaan. Dit geldt wat mij betreft ook voor VNN. Ook VNN zal scherp, gemotiveerd en innovatief moeten zijn en de Cliëntenraad zal hier op toezien. Paul Coutinho, Cliëntenraadslid
8
nr. 4 2013
tekst: Jorrit Bosma
fotografie: Jeroen Horsthuis
Een op de twintig werknemers in Nederland heeft een alcoholprobleem. Slechts 10% is in beeld bij de hulpverlening. Novae probeert daar sinds mei 2013 verandering in te brengen. Onderschat probleem Werkende cliënten zijn bij VNN sterk ondervertegenwoordigd. Richard van Dalen nam daarom het initiatief voor een aanvullend aanbod: Novae. ‘Reguliere verslavingszorg roept vaak een beeld op van dakloosheid of criminaliteit, terwijl het private aanbod duur en ver weg is: in de Randstad of in het buitenland. Novae richt zich op de gemiddelde werknemer met een alcoholprobleem in het Noorden. Alcoholproblemen zorgen niet alleen voor grote schade aan gezondheid, relaties en gezinnen. Verminderd functioneren en hoger verzuim zijn ook een kostenpost, meer dan werkgevers vaak denken.’ Psychiater Joost Kerkhoff vult aan: ‘Alcohol is geen onschuldig genotmiddel. Op nicotine na is het de meest schadelijke drug. Voor de start van Novae leefde de verwachting dat werknemers meer geïntegreerd zijn en daardoor sneller te behandelen. Zorgverzekeraars dachten dat een ambulante behandeling vaak zou volstaan. Toch zien we ook ernstige afhankelijkheid met hoog terugval risico. Het is verbazingwekkend hoe lang mensen met een fors alcoholprobleem zich staande kunnen houden.’ Laagdrempelig en comfortabel Hulp zoeken bij verslaving is een drempel, zeker bij de groep werkenden. Vaak zijn cliënten zenuwachtig bij hun eerste telefoontje. Novae benadrukt vanaf het begin hoe goed het is dat cliënten zelf stappen zetten. Bij veel mensen valt hierdoor meteen spanning weg. Alle locaties zijn bovendien anoniem te bezoeken. Ook dat helpt bij eventuele drempelvrees in de beginfase. Het belangrijkste onderscheid zit hem in het flexibele aanbod en het hogere comfortniveau. De kliniek van Novae is gevestigd in het voormalige zorghotel in Emmen. Cliënten hebben een eigen badkamer, tv en radio. Directeur Fred van Dorp: ‘Cliënten betalen hiervoor een eigen bijdrage van 45 euro per nacht. Dat is betaalbaar, bij privéklinieken ligt het veel hoger. We zien ook dat de eigen bijdrage deze doelgroep motiveert. Mensen investeren in hun eigen herstel en ervaren meer regie.’ Aanbod op maat Flexibiliteit is het sleutelwoord bij Novae. Werknemers kunnen overdag gewoon naar hun werk blijven gaan, als ze dat willen en ertoe in staat zijn. Behandeling kan via internet (e-Health) en ambulant in de avonduren en weekeinden. Richard: ‘Wij zeggen altijd: kijk hoeveel je nog hebt
Van links naar rechts: Fred van Dorp, Richard van Dalen en Joost Kerkhoff
en blijf daarmee doorgaan. De cliënt krijgt tijdens de behandeling vanzelf door op welke terreinen in zijn leven veranderingen nodig zijn. Doorwerken is vaak belangrijk.’ Joost: ‘Deze groep heeft veel te verliezen én veel te winnen. Soms staan mensen op het punt alles te verliezen. Maar binnen korte tijd en met relatief geringe investeringen is enorme winst te behalen voor hun gezondheid en functioneren. Wij adviseren cliënten welke stappen het best bij hun situatie passen. Helemaal stoppen is het gezondst en aan te raden als minderen niet lukt. Toch zijn we niet te bevoogdend. De hulpvraag is leidend en wij geven deskundig advies en psycho-educatie.’ Samenwerking VNN Novae komt voort uit een samenwerking tussen zorgvernieuwer Omale en VNN. De samenwerking met VNN is hecht. Novae presenteert zich tijdens werkoverleggen en onderlinge doorverwijzingen lopen goed. Begin 2013 zijn werkgevers, bedrijfs- en huisartsen al benaderd met informatie en inhoudelijke symposia. Het aanbod van Novae is aan vullend op dat van VNN. Zo kan het zijn dat een cliënt na een ambulante behandeling het best past in de kliniek van Novae, om vervolgens terug te keren naar zijn ambulante VNN-begeleider. Per cliënt en per behandelstap wordt gekeken welk aanbod het beste past. Novae richt zich vooral op alcohol en werkenden, maar sluit bij voorbaat geen cliënten uit. Zo lijkt de aanpak ook geschikt voor gepensioneerden. Voor meer informatie www.novae.nu, 088 - 11 50 300,
[email protected] Locaties: Emmen, Assen, Hellendoorn, Groningen en Drachten
nr. 4 2013
9
‘NOG ÉÉN DRAAK VERSLAAN…’
tekst: Saffira Rijkee
fotografie: Robert van der Molen
Stel er zijn twee werelden. In de ene ben je een sociaal erg onhandige jongen, zonder vrienden. Op het schoolplein ziet niemand je staan. In de andere wereld ben je een sexy vrouwelijke tovenaar die draken verslaat, een hele groep vrienden heeft en telkens nieuwe avonturen beleeft. Welke wereld kies je? Het is een keuze waar gameverslaafden echt voor staan, al is dat voor veel mensen niet te begrijpen. Verslaafd raken aan drugs, alcohol en gokken, daar kunnen de meeste hulpverleners zich nog wel iets bij voorstellen. Maar een computerspelletje? Gameverslaving staat dan ook nog niet in de nieuwste versie van het psychiatrisch handboek (DSM-5). Onderzoeken zijn nog in volle gang, net als de discussie: is het een verslaving of niet? Gezondheidszorgpsycholoog Gert Jan Hartman en outreachend jongerenwerker Ermo van Doorn, achten de kans echter groot dat gameverslaving wel in een volgende DSM-editie staat. Want gameverslaving heeft wel degelijk overeenkomsten met elke andere verslaving. Avatar Robert van der Graaf Controleverlies en ‘craving’ bijvoorbeeld. Ermo: ‘In de klas al zitten wegdromen
10
nr. 4 2013
over wat je ’s middags moet doen in een missie. Of ’s nachts wakker worden en meteen je computer aandoen om verder te spelen’. Gert Jan: ‘Steeds meer gamen, je voornemen te stoppen en het toch weer doen. De hele dag met gamen bezig zijn, andere activiteiten verwaarlozen. Alles gaat voor gamen aan de kant, ondanks het feit dat het problemen oplevert. Dat begrijpen heel veel mensen niet: wat is er nou zo interessant aan zo’n game? Maar met gamen kun je, net als met alcohol en drugs, je stemming beïnvloeden. Het is een manier van coping’. In spellen als World of Warcraft ben je een bepaald karakter: een avatar. Nog een belangrijk kenmerk van gameverslaving is het nieuwe begrip ‘character attachment’: de band die je met je avatar hebt. Gert Jan: ‘Onlangs had ik een jongen in behandeling die een vrouwelijke tovenaar is in World of Warcraft. We hebben samen
uitgerekend dat hij achtenveertighonderd uur bezig is geweest zijn karakter uit te bouwen. Dat zijn tweehonderd dagen. Moet je je voorstellen hoe belangrijk zo’n karakter voor je wordt en hoe moeilijk het is ermee te stoppen’. Nooit meer buiten Diehard gamers zien vaak amper nog daglicht. Gert Jan had eens een cliënt die zijn vakanties plande rondom de updates van World of Warcraft: elke update nam hij twee weken vrij zodat hij zijn avatar snel weer op toplevel had en weer in zijn ‘guild’ (de groep spelers waar je bij hoort, red.) kon meespelen. Ermo: ‘Ik had contact met een jongen die inmiddels van school is gestuurd en al maanden niet meer buiten is geweest. Een andere jongere draaide zo door omdat de computer stil werd gezet, dat hij de Oxazepam die eigenlijk voor hem was bedoeld in één keer in zijn moeders mond probeerde te stoppen. Diezelfde jongen stopte zijn moeder na een ruzie over gamen in de gangkast’. Een groot probleem is het ’s nachts gamen. School en werk komen daardoor in de knel. Ouders zitten vaak met de handen in het haar en verbieden de hele boel. Ermo: ‘Ik had eens een jongen die gewoon
naar het tankstation fietste waar ze wifi hadden. Stond ‘ie daar de hele avond onder een lantaarnpaal met zijn telefoon’.
wordt dan gamen. Twee, drie uur per dag gamen als ontspanning moet kunnen, als je maar geen andere dingen verwaarloost’.
Eindelijk vrienden Net als alle middelen heeft gamen effect op het beloningscentrum in de hersenen: er komt dopamine vrij waardoor je je prettig voelt. Onthouding zorgt voor hoofdpijn en rusteloosheid. Gamers verwaarlozen vaak hun hygiëne en worden vaak zwaarlijvig. Ermo: ‘En ze houden bijvoorbeeld heel lang hun plas op. Daar krijg je problemen mee, maar als je niet goed meespeelt word je uit je guild gekickt, of je verliest bepaalde privileges. En dat is erger’.
Protocol uitrollen Gert Jan behandelt gameverslaafden vanaf ongeveer achttien jaar. Ermo ziet jongere gamers vanaf een jaar of twaalf, waarvoor MDFT (Multi Dimensionele Familie Therapie) wordt ingezet. Op het moment heeft Gert Jan zes gamers in behandeling, Ermo acht. Maar beiden zijn ervan overtuigd dat lang niet alle gameverslaafden in beeld zijn. Ze zijn moeilijk te bereiken en zelf trekken ze ook niet snel aan de bel.
Meekijken De behandeling van gameverslaving is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie en ‘community reinforcement approach’: het aanleren van andere gewoonten en activiteiten. Een veelgehoorde klacht bij Novadic Kentron was dat gameverslaafden zich niet serieus genomen voelden. Gert Jan gaat met zijn cliënten achter de computer zitten om het spel zelf te bekijken. Een benadering die gamers niet gewend zijn, maar die ze heel prettig vinden. ‘Ouders zouden eigenlijk ook mee moeten kijken en oprechte interesse moeten tonen’, zegt Gert Jan. ‘Dat is natuurlijk moeilijk als je alleen maar ellende
DRUGS, ALCOHOL EN GOKKEN, DAAR KUNNEN DE MEESTE HULPVERLENERS ZICH NOG WEL IETS BIJ VOORSTELLEN. MAAR EEN COMPUTERSPELLETJE? Het valt Ermo en Gert Jan op dat gameverslaafden vaak mensen zijn met autistische trekken. Ook is er vaak sprake van ADHD, een sociale fobie of ontwijkende persoonlijkheidstrekken. Ze hebben vaak een hoog intelligentieniveau en zijn eigenlijk altijd sociaal geremd of onhandig. De inbedding in een sociale hiërarchie speelt dan ook een grote rol in gameverslaving. Gert Jan: ‘Je krijgt status in die wereld. Een jongen die op het schoolplein nooit mocht meedoen begint online te gamen en hoort ineens ergens bij. Hij is onderdeel van een clan die samen opdrachten uitvoert en hij wordt gevraagd, want hij is zo goed als tovenaar. Ineens willen mensen met je praten. Dat is het verslavende: je bouwt iets op in die virtuele wereld, je bent belangrijk’. Op zich niet negatief, het gevoel hebben dat je ergens bij hoort. Gert Jan: ‘Gamen is ook niet alleen negatief. Het ruimtelijk inzicht verbetert en het reactievermogen neemt toe, dat is wetenschappelijk bewezen. En de taalvaardigheid wordt vergroot: veel gamers hebben online Engelse vrienden. Onderdeel van de behandeling is dan ook kijken wat je wilt vasthouden van je verslaving. Met als inzet dat je echte leven weer belangrijker
Los van elkaar begonnen Gert Jan en Ermo zich een paar jaar geleden bezig te houden met gameverslaving. Ermo kreeg steeds meer vragen vanuit scholen. Gert Jan kwam er mee in aanraking toen VNN meedeed in een onderzoek naar een behandeling van gameverslaving. Gert Jan: ‘Novadic Kentron (verslavingszorginstelling in Brabant, red.) heeft het protocol voor de behandeling van gameverslaving en problematisch internetgebruik ontwikkeld. VNN deed mee in een onderzoek naar het protocol. Zo kwam ik in beeld. Ik heb een training gevolgd in Antwerpen, met een collega van Ermo.’ Ermo: ‘Eerst wist behalve Gert Jan niemand binnen VNN nog iets van het protocol. Mensen hadden al wel eens geprobeerd iets met gamen te doen, maar dat kwam niet van de grond. Ik heb toen volgehouden dat we er echt iets mee moesten’. Afgesproken werd dat Ermo en Gert Jan in het kader van onderzoek vijf cliënten zouden aanleveren. Gert Jan behandelde er vier, Ermo één, en met alle vijf is het goed gekomen. Het protocol voor de behandeling van gameverslaving en problematisch internetgebruik wordt binnen VNN verder uitgerold. Gert Jan heeft daarvoor op 28 november een eerste training gegeven.
ziet voortkomen uit die computer, maar het belangrijkste is dat je contact houdt met je kind. Mijn cliënten zijn allemaal bij hun ouders op schoot begonnen met gamen. Dat was gezellig, educatief. Dat element moet je terug zien te halen.’ Ermo: ‘Voordeel is dan ook dat je weet wat het spel inhoudt en daar afspraken over kunt maken. Nog één draak verslaan en dan naar bed!’ Succesvol Het is van belang dat behandelaren ook de positieve gevolgen van gamen weten te onderscheiden. Gert Jan: ‘Stoppen is gemakkelijker dan gecontroleerd gebruik, maar voor sommigen is gamen gewoon goed. De kern van de behandeling is het aanleren van andere activiteiten die hetzelfde plezier opleveren. Mensen moeten vooral leren werkelijke contacten te maken en uit die virtuele wereld te stappen. De echte contacten zijn vaak heel mager, dus we kijken welke contacten uit de virtuele wereld ook in het werkelijke leven waarde hebben. Ik durf wel te zeggen dat we tot nu toe aardig succesvol zijn. Het is een behandeling die we meestal binnen de daarvoor gestelde tijd kunnen afronden.’
nr. 4 2013
11
VERSLAVING EN… MEDICIJNEN Cliënten van de verslavingszorg gebruiken regelmatig medicijnen, zowel tijdens het ontwennen (afkicken), om de onthoudingsverschijnselen te verminderen, als daarna, om de zucht naar het verslavende middel te onderdrukken. Maar wat voor medicijnen zijn dat, wat is hun werking en is het wel slim om medicijnen voor te schrijven aan mensen met een verslavingsprobleem? Verslavingsarts Anita Veenema, werkzaam bij de Heroïnebehandelunit in Leeuwarden: ‘Welke medicatie je als arts in de verslavingszorg voorschrijft, hangt af van de cliënten met wie je werkt’.
tekst: Lianne Zijlstra fotografie: Inge Jansen
voorschrijven van aversiemiddelen. ‘Een middel als Refusal is potentieel gevaarlijk en zeker niet voor iedereen geschikt. Je moet het bijvoorbeeld niet voorschrijven aan mensen die depressief zijn of de gevolgen van het gebruik niet in kunnen schatten. Persoonlijk zie ik het als een middel dat slechts voor een beperkte groep mensen voor een beperkte tijd zinvol kan zijn.’
‘NIET VOOR ELK VERSLAVEND MIDDEL
IS EEN MEDICIJN BESCHIKBAAR DAT DE ZUCHT ERNAAR ONDERDRUKT’
12
‘Omdat ik bij de Heroïnebehandelunit werk, heb ik te maken met een heel specifieke doelgroep. Ik schrijf veel heroïne (diacetylmorfine) en methadon voor, maar ook Suboxone, een alternatief voor methadon met een minder sterke werking. Bij mensen met een alcohol verslaving die aan het ontwennen zijn, schrijf ik veel thiamine (vitamine B1) en benzodiazepinen (slaap- en kalmeringsmiddelen, red.) voor, zoals Librium.’
omdat je bij dit middel clean moet zijn van methadon en heroïne en mijn cliënten bij de Heroïnebehandelunit zijn dat vanzelfsprekend niet. Naltrexon werkt met name goed bij mensen die familiair belast zijn met verslaving en bij bingedrinkers, mensen die in korte tijd heel veel drinken. Als je alcohol drinkt in combinatie met het gebruik van Naltrexon, ontstaat er geen roes, wat het drinken minder aantrekkelijk maakt.’
Naltrexon ‘Verder zijn Campral en Naltrexon veelvoorgeschreven antitrekmiddelen bij de behandeling van alcoholverslaving. Naltrexon kan overigens ook gebruikt worden als antitrekmiddel bij heroïne verslaving. Zelf schrijf ik het nooit voor,
‘Als verslavingsarts ben je vrij beperkt in wat je kunt voorschrijven. Lang niet voor elk verslavend middel is een medicijn beschikbaar dat de zucht ernaar onderdrukt, geen wetenschappelijk bewezen medicijn, tenminste. Voor alcohol- en heroïneverslaving zijn ze er wel, maar om
nr. 4 2013
de zucht naar cocaïne te onderdrukken, bestaan bijvoorbeeld alleen nog maar experimentele middelen.’ Antitrekmiddelen De medicijnen die gebruikt wordt om de zucht naar alcohol of drugs (craving) tegen te gaan, zijn onder te verdelen in antitrekmiddelen, ook wel zuchtremmers genoemd, en aversiemiddelen. Bij het ontstaan van afhankelijkheid van alcohol of drugs speelt de werking van de hersenen een rol. Het brein went aan het verslavende middel waardoor er een sterke hunkering (zucht) ontstaat als het niet meer wordt gebruikt. Antitrekmiddelen zorgen ervoor dat de zucht naar het middel onderdrukt wordt,
waardoor de kans dat iemand terugvalt in gebruik afneemt. Voor alcohol zijn er verschillende bewezen effectieve antitrekmiddelen, maar voor de meeste drugsverslavingen – op heroïneverslaving na – bestaan deze niet. Steuntje in de rug Cliënten gebruiken antitrekmiddelen in het eerste jaar nadat ze gestopt zijn met het verslavende middel. Na deze periode is de zucht doorgaans verdwenen. Anita: ‘Antitrekmiddelen zijn steuntjes in de rug, maar zeker geen wondermiddelen. Ik noem het altijd de bergschoenen waarmee je de berg klimt. Bergschoenen geven geen garantie dat je de top haalt, maar het loopt wel makkelijker!’ Aversiemiddelen Aversiemiddelen, zoals Refusal, zorgen ervoor dat iemand ziek wordt als hij het middel gebruikt in combinatie met alcohol. Het aversiemiddel zorgt ervoor dat de afbraak van alcohol door de lever wordt vertraagd. Hierdoor hoopt zich een stof (aceetaldehyde) op in het lichaam die giftig is. Anita is zeer terughoudend in het
Methadon versus heroïne, de ene verslaving inruilen voor de andere? VNN heeft een groot aantal methadoncliënten, die vaak al jarenlang methadon gebruiken. Is methadon dan niet verslavend? Anita: ‘Zeker wel! Maar het voordeel van methadon is dat het langer werkt en dat je er niet van in een roes komt, wat met heroïne wel het geval is. Bovendien is heroïne, met uitzondering van de heroïne die bij de Heroïnebehandelunit wordt voorgeschreven, niet legaal te verkrijgen.’ Methadon en heroïne zijn probleemloos lang te gebruiken. Met methadon- en heroïnegebruik kun je rustig tachtig worden. ‘Medicinale, zuivere, heroïne is niet slecht voor je lichaam’, vertelt Anita. ‘Wat slecht is, is de manier van gebruiken: het spuiten en de levensstijl van de verslaafde, die vaak niet goed voor zichzelf zorgt. Door het spuiten loop je bijvoorbeeld risico’s op bloedvatontstekingen en hartklep ontsteking, omdat je mogelijk bacteriën mee de bloedbaan in spuit. En als je vuile spuiten gebruikt, heb je natuurlijk kans op hiv en hepatitis B en C.’ Suboxone ‘Zelf vind ik Suboxone een beter middel dan methadon. Suboxone gebruik je bij afhankelijkheid van heroïne of methadon
en is op recept verkrijgbaar. Suboxone werkt vooral goed bij mensen die nog nooit methadon hebben gehad en mensen die je anders een lage dosering methadon zou geven. Het gebruik van Suboxone geeft minder problemen dan het gebruik van methadon. En een voordeel voor ons als instelling’, voegt Anita toe, ‘is dat Suboxone niet zo geliefd is op de zwarte markt. Bij methadon zijn we er alert op dat het niet verhandeld wordt, maar met Suboxone kun je vanwege de minder sterke werking op de zwarte markt niet zoveel.’ Verslavende medicijnen Bepaalde medicijnen, zoals slaap- en kalmeringsmiddelen, kunnen verslavend zijn. Kunnen deze medicijnen wel voorgeschreven worden aan mensen die kampen met een verslaving? Anita: ‘Jawel, want lang niet alle medicijnen zijn verslavend. Campral, een antitrekmiddel bij alcohol verslaving, bijvoorbeeld helemaal niet, maar benzodiazepinen, kortweg benzo’s, weer wel. Daarom schrijf je die ook niet langdurend voor. Voor een korte periode kunnen benzo’s effectief zijn, omdat ze rustgevend werken en er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen beter kunnen slapen.’ Nieuwe middelen Een middel dat verslaving tegengaat is er weliswaar niet, maar er komen wel steeds nieuwe geneesmiddelen bij, die bewezen effectief zijn in de strijd tegen verslaving. Anita Veenema: ‘Een voorbeeld van zo’n nieuw middel is Selincro (nalmefene), een middel om alcoholgebruik te verminderen, dat geschikt is voor mensen die niet helemaal willen stoppen, maar gecontroleerd willen drinken.’
‘ANTITREKMIDDELEN ZIJN DE BERGSCHOENEN WAARMEE JE DE BERG BEKLIMT’ nr. 4 2013
13
Het OM
KETENPARTNER
Het Openbaar Ministerie vormt samen met de Rechtspraak de rechtelijke macht. Het is de enige instantie die kan besluiten een persoon te vervolgen voor overtredingen en misdrijven. De hoofdtaken van het OM zijn opsporing, vervolging en toezicht op uitvoering van strafvonnissen. Het OM kan straffen eisen (boete, taakstraf, celstraf) of vragen een bijzondere maatregel op te leggen (TBS, ISD).
‘NUCHTERE VELDWERKERS’ OM WAARDEERT WERK VNN Bart Looijestijn is officier van justitie. Tot voor kort was hij veelplegerofficier van Drenthe en werkte hij nauw samen met VNN. Via de nieuwe ZSM-aanpak heeft hij ook veel met de verslavings reclassering te maken. ‘Ik heb groot respect voor reclasseerders – het is een ondergewaardeerd beroep.’
tekst: Jorrit Bosma fotografie: Inge Jansen
14
nr. 4 2013
Zo Spoedig Mogelijk De ZSM-aanpak is dit jaar ingevoerd en wil veel voorkomende criminaliteit zo snel mogelijk afhandelen. Het gaat bijvoorbeeld om winkeldiefstallen, vernieling, overlast en eenvoudige mishandeling. Een ZSMteam bestaat uit een officier van justitie, politie, reclassering, Slachtofferhulp Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming. Het team zit in één ruimte van het politiebureau aan de Rademarkt in Groningen en is zeven dagen per week van 8.00-22.00 uur operationeel. Op een digiboard kunnen ketenpartners zien welke zaken openstaan en wanneer informatie aangeleverd moet zijn. Bart Looijestijn: ‘De lijnen zijn heel kort, letterlijk een paar meter. Ik loop zo even naar een
collega van VNN als er sprake is van middelengebruik. We erkennen elkaars expertise en door de intensieve samenwerking vertrouw je nog meer op elkaars werk en oordeel. De reclassering kent verdachten vaak het best als het niet hun eerste vergrijp is. Zij komen bij mensen over de vloer en proberen hen te motiveren. We harken met de ketenpartners alle informatie bij elkaar en beslissen in veel gevallen nog dezelfde dag. Het kan zijn dat ik de verdachte direct een strafvoorstel doe voor een boete of een taakstraf. Soms gaat dat via telehoren: een cameraverbinding met een ander bureau, in Leeuwarden bijvoorbeeld. Verdachten met een wat uitgebreider strafblad krijgen een dagvaarding en moeten voorkomen. Speelt er
Begin 2013 zijn lokale parketten samengevoegd tot regionale. In Noord-Nederland zijn de drie provinciale parketten gefuseerd tot één noordelijk parket. Hetzelfde geldt voor de politieorganisatie.
Reclassering Drie organisaties houden zich bezig met reclassering. • VNN, Justitiële Verslavingszorg (verslaafden) • Leger des Heils (dak- en thuislozen, jongeren) • Reclassering Nederland (overige doelgroepen)
een hulpvraag, dan krijgt de reclassering opdracht een voorlichtingsrapport te schrijven over de verdachte met een plan van aanpak. Dit is voor mij heel belangrijk bij het bepalen van de strafmaat, want dan zie ik wat de reële mogelijkheden voor hulpverlening zijn. Strafrecht is voor mij het uiterste redmiddel. Gerichte hulpverlening is bewezen effectiever dan kaal afstraffen. De motivatie van een verdachte is daarbij doorslaggevend.’ Veelplegers en de badkuiptheorie Een kleine groep veelplegers is verantwoordelijk voor een groot deel van de misdaad en overlast. Vaak is er ook verslaving in het spel. Veelplegers komen op een aparte lijst wanneer ze tien keer
een proces-verbaal hebben gehad in vijf jaar. Ze krijgen dan een brief dat politie en justitie hen met extra aandacht volgen. Jarenlang was Bart Looijestijn de veelplegerofficier van Drenthe, tegenwoordig is er één veelplegerofficier voor heel Noord-Nederland. Maandelijks overlegde Bart met politie en hulpverleners over veelplegers. Het accent van de aanpak verschilt per leeftijdsgroep. Een grafiek van leeftijd en intrinsieke motivatie van verslaafde veelplegers heeft de vorm van een badkuip. Bart Looijestijn: ‘Vroeg ingrijpen bij adolescenten (18-25 jaar) voorkomt dat ze afglijden van de rand naar de bodem van de badkuip. Daarom
vermogen nodig en moeten om kunnen gaan met terugval en agressie. Zelf heb ik een veilige positie. Verdachten moeten hun mond houden als ik ze in toga toe spreek in de rechtszaal. VNN’ers zijn betrokken veldwerkers, maar ook nuchter. Ik vind hun rapportages realistisch. Ze geven een goed beeld van de reële mogelijkheden en opties en erkennen ook wanneer een ISD-maatregel nodig is. VNN is steeds meer geprofessionaliseerd. Wat me wel opvalt in de hulpverlening in algemene zin is de versnippering. Het systeem van financieren werkt in de hand dat organisaties “hun” cliënten bij zich houden. Ik zie een verandering op gang
‘GERICHTE HULPVERLENING IS BEWEZEN EFFECTIEVER DAN KAAL AFSTRAFFEN’ zetten we maximaal in op hulpverlening en begeleiding. Het primaat ligt bij VNN. Het strafrecht is dan een kapstok om dwang uit te oefenen en voorwaarden te stellen. De groep van 25-40 jaar vormt de bodem van de badkuip. Pogingen tot hulpverlening en afkicken zijn vaak mislukt en motivatie ontbreekt. Het accent ligt dan op maatschappijbeveiliging. Ik kan dan pleiten voor twee jaar opsluiting in een Inrichting Stelselmatige Daders (ISD). We blijven de hand uitsteken en schrijven mensen niet af. Als de veroordeelde meewerkt en motivatie toont, komt hij eerder in een volgende fase met meer privileges. De derde groep verslaafden is ouder dan 40/45 jaar. Het lichaam raakt op, de eindstreep komt in zicht. De verslaafde beseft vaak dat het zo niet verder kan en is weer ontvankelijker voor hulpverlening. Het accent van reclassering en OM ligt dan weer meer op hulpverlening en begeleiding.’ Nuchtere veldwerkers ‘Ik heb veel respect voor VNN’ers. Ze moeten leuren en sleuren om cliënten te motiveren wat van hun leven te maken en af te kicken. VNN’ers hebben inlevings
komen. Op ketenoverleggen kijken organisaties over elkaars schutting. Cliënten komen vaker op de beste plek terecht. Wat bij het OM beter kan is de interne communicatie en overdracht. De veelplegerofficier doet niet alle zittingen. Helaas komt het wel eens voor dat zijn collega-officier er pas op zitting achter komt dat een rapportage ontbreekt. Het is belangrijk afspraken goed over te dragen en te bewaken.’ Toekomst ‘Iedereen moet bezuinigen, ook het OM. In 2020 moeten we 25% bespaard hebben. Fusie van de drie noordelijke parketten heeft al tot besparingen geleid. Auto matisering en de ZSM-aanpak zorgen ook voor meer efficiency. Maar ons budget bestaat voor 95% uit personeelskosten. Ik denk dat het lastig zal zijn kwaliteit en kwantiteit helemaal te behouden. Een andere trend is dat de huidige wetgever inzet op harder straffen. Kreeg een cliënt de afgelopen vijf jaar een taakstraf en pleegt hij een gelijksoortig vergrijp? Dan is een tweede taakstraf niet mogelijk en volgt gevangenisstraf. Dit heeft invloed op de werkwijze van OM en reclassering.’
nr. 4 2013
15
ce
eed
are
Buzz
OPVALLEND
Slash Dot
DALING RISICOGEDRAG BIJ JONGEREN Reddit
Newsvine
Margreet de Looze van de Universiteit van Utrecht heeft onderzoek gedaan naar risicogedrag bij scholieren van 11 tot 16 jaar in Europa. Ze constateerde een daling in de periode van 2002 tot 2010 van drinken, roken, blowen en riskant seksueel gedrag. Twitter
Jongeren in Europa zijn minder gaan drinken. Dit geldt ook voor Nederland. Volgens de onderzoekster komt dit omdat Nederlandse ouders strenger Delicious zijn gaan letten op het alcoholgebruik van hun kinderen. De norm dat drinken onder de StumbleUpon 16 jaar voorkomen moet worden, is gaandeweg algemeen geworden. Opvallend is dat als ouders streng zijn Facebook in het stellen van regels ten aanzien van alcoholgebruik en roken, de jongeren ook Skypeof riskant seksueel minder vaak blowen gedrag vertonen. Dit komt overeen met
Retweet
de uitkomsten van een recent Amerikaans onderzoek waaruit bleek dat niet cannabis, maar alcohol de belangrijkste ‘instapdrug’ is voor jongeren. Naarmate jongeren Flickr eerder beginnen met drinken, meent de kans toe dat ze later gaan roken of drugs Digg gaan gebruiken. Het uitstellen van de Delicious Flickr leeftijd waarop mag worden gedronken blijkt juist een gunstig effect te hebben op later rookgedrag of gebruik van drugs. MySpace Het loont dus als ouders streng zijn.
Twitter
Mixx LinkedIn Slash Dot
Reddit
App Store Delicious StumbleUpon
FriendFeed
YouTube
LinkedIn
SlideShare
Yahoo Buzz
MSN Retweet
Amazon FlickrDigg
YouTube
Vimeo MySpace Technorati
SlideShare
Google
16
MobileMe Yahoo
nr. 4 2013
Microsoft
Yahoo Buzz MSN
Google Talk
Het gebruik van drugs is nooit zonder risico. Risico’s van drugsgebruik kunnen worden verminderd als consumenten weten waar ze mee bezig zijn. Daarom is het voor consumenten mogelijk drugs te laten testen bij VNN. In elke provincie Netvibes AOL waar VNN haar werkzaamheden uitvoert (Groningen, Friesland en Drenthe) is een testservice voor uitgaansdrugs. In het afgelopen jaar zijn er door testcentra in andere delen van het land met regelmaat xtc-pillen aangetroffen die de stof PMMA bevatten. PMMA is Apple MobileMe een stof die lijkt op xtc, maar een veel groter risico vormt. Zeker bij hogere doseringen. Gelukkig heeft PMMA in het noorden van het land nog niet voor grote narigheid gezorgd, maar de testers van VNN blijven zeer alert op het signaleren van deze stof.
Last.fm Mister Wongwél te Een probleem waarmee we in het Noorden Twittermaken hebben, zijn extreem Retweet hoog gedoseerde
Apple
Viddler StumbleUpon
Virb Digg
Blogger Skype
Posterous Technorati
Deviant Art YouTube Twitter
Design Bump LinkedIn Retweet
Google Talk
Soms weten ouders amper waar hun kinderen mee bezig zijn, Als basis voor dit boek dienden interviews met jongeren, ouders want de ontwikkelingen en deskundigen. De auteurs leggen uitBehance wat social media zijn, Netvibes volgen elkaar in razend AOL tempo op. Design Float Ongeveer zes procent van de jongeren blijkt Newsvine zo verslingerd welke betekenis ze hebben en laten jongeren en ouders aan het Reddit FriendFeed SlideShare Google Google Talk Flickr aan social media dat ze moeite heeft om te stoppen. De angst woord over voor- en nadelen. Tot slot wordenDelicious er tips gegeven iets te missen houdt sommigen zo gekluisterd aan computer aan jongeren, ouders en docenten. of telefoon, dat andere zaken erbij inschieten. Mayke Calis Yahoo Yahoo Buzz Netvibes AOL en Herm Kisjes hebben hierover een boek geschreven: Meer informatie of het boek bestellen? www.socialbesitas.nl “Socialbesitas: Sociale Media, van vertier tot verslaving”.
Apple
Google
LinkedIn
Google Google Talk Tumblr Social media, een vloek of een zegen? In ieder geval een bron van zorg voor veel ouders enMixxWordPerss Slash Dot Reddit FriendFeed YouTube LinkedIn leerkrachten. Zelf zijn ze opgegroeid in een tijdperk zonder internet en nu zien ze zichzelf voor de taak gesteld het gedrag van kinderen op social media bij te sturen of aan banden te leggen. Newsvine
VERVUILDE EN STERKE XTC BAART ZORGEN
niet als een probleem en zijn juist blij met sterke pillen. Het is in dat geval de taak van de voorlichter van de testservice om consumenten te waarschuwen voor de mogelijke gevolgen van het innemen van een hoge dosering. Deze gevolgen kunnen namelijk zeer vervelend zijn en zelfs gevaarlijk. Een bijkomend verschijnsel is dat een xtc-pil tegenwoordig erg goedkoop is: zo tussen de twee en vijf euro per stuk. Deze combinatie van een lage prijs en een hoge dosering beschouwt VNN als een zorgelijk verschijnsel.
Technorati Qik Facebook Skype
Mixx
FriendFeed
Technorati
pillen. Veel consumenten zien dat in eerste instantie
Skype
SOCIALBESITAS
Skype
Proefschrift M. de Looze: ‘Young, wild and free? The social and cultural context of StumbleUpon Digg adolescent risk behaviour’
Technorati Toch laat het onderzoek van De Looze Facebookverschillen zien tussen MySpace aanzienlijke
Slash Dot YouTube
Yahoo
Europese landen. Sociaal-economische omstandigheden blijken van grote invloed. Volgens De Looze komt dit mogelijk omdat rijkere landen meer investeren in preventieTwitter Retweet programma’s. Zij pleit dan ook voor meer onderzoek naar de groeiende sociaalMicrosoft economische ongelijkheid in Europa.
Mixx
Friendster Newsvine Netvibes Facebook
Bebo SlideShare AOL MySpace
MobileMe
Squidoo Share This Google Google Talk StumbleUpon Digg
HOE HERKEN JE EEN VERSLAVING? De vraag hoe je een verslaving herkent is voor jeugdzorgwerkers niet altijd goed te beantwoorden. Hogeschool Windesheim heeft daarom – in opdracht van kenniscentrum Resultaten Scoren – speciaal lesmateriaal gemaakt voor studenten die later in de jeugdzorg willen gaan werken. Daarmee kunnen ze leren hoe ze als jeugdzorgwerker in een vroeg stadium een verslaving kunnen herkennen bij kwetsbare jongeren. Kwetsbare jongeren zijn jongeren die bijvoorbeeld kampen met ADHD,
psychische problemen of een combinatie daarvan. Uit onderzoek blijkt dat een combinatie van risicofactoren bij de jeugd zoals ADHD, angst- en depressieklachten en vroegtijdig alcoholgebruik, de kans op verslaving aan alcohol, drugs of gamen tot tien keer zo groot kan maken. Het lesmateriaal is digitaal beschikbaar en bestaat uit een groot aantal filmpjes en PowerPoint-presentaties waarin ervaringen van verslaafden centraal staan. Bron: www.windesheim.nl
nr. 4 2013
17
Marja Gepken en Maaike van Heuveln zijn allebei reclasseringswerker en gespecialiseerd in het toezicht houden op en begeleiden van tbs-gestelden. Het belangrijkste doel van de verslavingsreclassering is het terugdringen van recidive (herhaling van het strafbare feit). ‘Niet enkel de cliënt is ons uitgangspunt, maar vooral de veiligheid in de maatschappij en het voorkomen van nieuwe delicten.’
tekst: Lianne Zijlstra fotografie: Robert van der Molen
TEAM CENTRAAL
TEAM RECLASSERING
Staand: Klaas Berga, Marja Gepken-Wijtsema, Wilma Smid, Rosalie Zomer, Linda de Vries, Maaike van Heuveln, Peter van den Maagdenberg, Ingrid Venema, Miranda Verweij, Ludmila Stolk, Mirthe Kefalas, Kees Hoogeveen, Mellanie Slomp, Stanley Lapré, Jeroen Hinneman, Hamida Hamouda en Frank School. Gehurkt: Karen Huisman, Jose Kuik, Meréte Palmen, Harmen de Jonge en Anet van Middelaar. Niet op de foto: Angelique Beimers, Margot Huisman en Dorien Bekker.
DRENTHE
Wat doet de reclassering? Maaike: ‘De verslavingsreclassering is op verschillende momenten betrokken bij verdachten of daders. Daarbij moet er altijd een link zijn tussen het strafbare feit en het gebruik van alcohol en/of drugs. De reclassering biedt bijvoorbeeld vroeghulp op het politiebureau, kort na de aanhouding, waarna een reclasseringsadvies uitgebracht wordt. Ook brengt de reclassering de risicofactoren wat betreft delictgedrag in beeld, houdt toezicht op de vooroordeelde bij een voorwaardelijke straf of taakstraf en ondersteunt de veroordeelde bij de terugkeer in de maatschappij. Tot slot verzorgt de reclassering trainingen die gericht zijn op het veranderen van gedrag, de zogenaamde gedragsinterventies. Binnen ons team hebben we twee subteams: Diagnostiek & Advies en Toezicht & Interventies.’ Marja: ‘De reclassering heeft verschillende opdrachtgevers, namelijk de rechtbank, het Openbaar Ministerie, het gevangeniswezen en tbsklinieken. De reclassering werkt met verschillende doelgroepen waaronder veelplegers, tbs-gestelden, jongvolwassenen en mensen met een lichte verstandelijke beperking.’ Wat doen jullie precies? Marja: ‘Maaike en ik begeleiden tbs-gestelden, we adviseren onder andere aan rechtbanken en overleggen met verslavings- en forensische
18
nr. 4 2013
klinieken. We voeren gesprekken met de tbs-cliënten, over hoe we de kans op een nieuw delict kunnen verkleinen, maar gaan soms ook mee naar instanties als een woningbouwvereniging of sociale dienst. En het klinkt misschien gek, maar voor ons is niet enkel de cliënt het uitgangspunt, maar vooral de veiligheid in de maatschappij en het voorkomen van nieuwe delicten. Vanwege de grote maatschappelijke onrust rond het thema tbs-gestelden, ligt ons werk altijd onder een vergrootglas.’ Wie zijn jullie cliënten? Marja: ‘Onze cliënten zijn veelal mensen met zowel verslavingsproblemen als ernstige psychiatrische stoornissen, bijvoorbeeld persoonlijkheidsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen of schizofrenie, vaak met beperkte verstandelijke vermogens. Verreweg de meeste cliënten zijn mannen. Er is altijd een relatie tussen het delict dat ze gepleegd hebben en hun verslaving, bijvoorbeeld omdat het delict is gepleegd terwijl iemand onder invloed was van alcohol of drugs.’ Waar bezoeken jullie de cliënten? Marja: ‘Waar wij de cliënt bezoeken hangt af van waar hij op dat moment verblijft en wat zijn vrijheden zijn. De meeste cliënten komen bij ons op kantoor, maar soms spreken we ze bij hen thuis of in een van de forensische psychiatrische klinieken, bijvoorbeeld de FPK in Assen.’
Is jullie werk gevaarlijk? Tbs’ers zijn tenslotte geen lieverdjes. Marja: ‘Gevaarlijk vind ik het niet, maar we zijn ons altijd wel erg bewust van onze eigen veiligheid, die gaat voor alles. Zo gaan we nooit op huisbezoek als we de cliënt niet kennen, of we gaan met z’n tweeën, en soms besluiten we om dat helemaal niet te doen. Wat scheelt is dat tbs-gestelden gedurende het eerste deel van hun behandeling altijd in een tbs-kliniek verblijven, niet alleen een veilige omgeving voor de cliënt, maar ook voor ons. En als ze daarna thuis zijn en wij ze daar bezoeken, zijn ze alweer een stuk verder in hun behandeling.’ Maaike: ‘Ik neem ook mijn eigen onderbuikgevoel serieus, dat is er vaak niet voor niets. Je moet bovendien niet vergeten dat er meestal al een uitgebreide ‘handleiding’ van een cliënt beschikbaar is, als wij hem zien. Verder kunnen we altijd overleggen met de tbs-werkbegeleider of een casus inbrengen in het zogenaamde “TBS Casus Overleg”. Dat helpt je de verantwoordelijkheid te delen.’ Binnen VNN wordt er vaak gesproken over de kloof tussen reclassering en zorg. Ervaren jullie die kloof ook? Marja: ‘Wat ik merk is dat wij binnen het tbs-werkveld eigenlijk meer met de GGZ te maken hebben dan met VNN. De GGZ heeft een groter aanbod op het gebied van forensische zorg. Onze cliënten stromen dan ook vaker uit naar de GGZ dan naar VNN.’
Maaike: ‘Mijn ervaring is dat de forensische zorg binnen VNN volop in ontwikkeling is. Het is prettig om te merken dat er vanuit de organisatie aandacht uitgaat naar de forensische zorg.’ Wat is het leukste van jullie werk? Maaike: ‘Dat je samen met de cliënt stappen kunt zetten op weg naar een delictvrij en stabiel bestaan. Mensen laten daarbij soms ook hun kwetsbare kanten zien, dat kan me zeker raken. Tbs-gestelden zijn echt niet altijd monsters, zoals de media ze zo vaak schetsen.’ Marja: ‘Dat cliënten hun leven weer op orde krijgen, dat ze weer wat gelukkiger worden, dat vind ik een mooi aspect van mijn werk. Niemand kiest voor zo’n leven, moet je je bedenken. Je moet ook een beetje geluk hebben met waar je wieg staat.’ Tot slot… Maaike: ‘Ik ga altijd met plezier naar mijn werk. We hebben niet de makkelijkste cliënten, maar het proces wat je doormaakt met een cliënt maakt veel goed.’ Marja: ‘Het motto van de reclassering, reclasseren met zorg, geeft goed aan wat wij doen. De persoon van een dader is niet zo zwart-wit; ieder mens heeft goede en slechte kanten.’
nr. 4 2013
19
Dit was een groepsopdracht, waarbij ik ben begonnen met een strandhuisje, de duinen en de zee, mijn groepsgenoten hebben het aangevuld met de zon, bloemen en nog een huisje. Ik heb gekozen voor een paarse achtergrond, omdat paars voor mij kracht en trots symboliseert. Het gevoel van kracht en trots werd ook steeds intenser tijdens mijn behandeling op De Borch. Door mij volledig te focussen op mijn gezin, kom ik elke dag meer in mijn kracht. Daardoor voel ik steeds meer de liefde voor mijn kinderen en word ik steeds trotser. Mijn eerste vakantie met de kinderen, tijdens de opname, was het begin van de bewustwording dat het om mij en mijn kinderen gaat. Dat ons fundament, de basis, sterk en stabiel is.
Theresa