Kenniscafé Duurzaamheid Verslaglegging Dialoogtafels 13 september 2011
Tafel 1: Klimaat en Energie, casehouder Maarten Strengers van Green Link (ronde 1+2)
Green Link gebruikt in haar werkwijze de zg. Trias Methode. Deze methode is gebaseerd op de onderdelen: 1. energie besparen 2. energie opwekken via duurzame mogelijkheden 3. efficiëntie verhogen van het gebruik van energie 3b extra toevoeging: bewustwording bij de gebruiker Voorbeeld: Zorgboerderij Nieuw Bureveld die kiest voor zonne-energie via zonnepanelen Voorbeeld: In een ruimte met veel computers gaat de omgevingstemperatuur ophoog door de warmteproductie. Vaak zie je dat er een airconditioning in de ruimte wordt geplaatst om de warmte weer af te voeren. De gemiddelde computer gebruikt veel energie (100-150 Watt). Er zijn inmiddels computers te koop die vanaf 8 Watt energiegebruik een volwaardig alternatief zijn, waardoor ook die airconditioning niet meer nodig is. Bewustwording, het overstappen naar een andere leverancier zijn mogelijke knelpunten voor verandering. Echter er is ook de onbekendheid, de vraag van “waar kan ik zulke producten vinden als ik niet weet dat ze bestaan” en “waar kan ik terecht voor een onafhankelijk advies”? Een goede PR ontbreekt nog. Discussiepunten: - Warme truiendag: op zich goed initiatief maar de mens zou zich in het algemeen minder dik moeten aankleden en het lichaam moeten laten “werken” via een hogere verbranding. Voordeel: minder energieverbruik en tegelijkertijd natuurlijk afslanken. - Wat zou je doen als je de baas van Nederland zou zijn? • de economie moet gebaseerd zijn op “groen” • vergroening van het belastingstelsel om duurzame oplossingen te stimuleren - Is de overheid altijd nodig om “duurzaam” te stimuleren? • Nee; voorbeeld Urgenda waarbij de burger collectief zonnepanelen inkoopt, daarmee een lagere aanschafprijs bedingt, vervolgens zelf een onafhankelijke groene energieleverancier kiest. • Deels wel. Kijk naar Duitsland waar 20% van het energieverbruik bestaat uit duurzame energie. In Nederland is dat ca. 3%.
-
Het onderwijs is dé kweekvijver om de nieuwe generatie vertrouwd en bewust te maken van alle facetten rondom duurzaamheid. Wat doet de gemeente De Bilt zelf om duurzaamheid te stimuleren binnen de gemeente? Er wordt gekeken of er draagvlak is voor het collectief inkopen van energie. Met de prijswinst zou een voorziening kunnen worden gecreëerd die duurzame initiatieven binnen gemeente financieel mogelijk maakt.
Tafel 2: Duurzame Bedrijfsvoering, casehouder Ad van Zijl en Marcel Jeths van Woonstichting SSW
SSW investeert in stenen (renovatie, nieuwbouw en vastgoed) en in mensen (leefbaarheid en goed woonklimaat). Duurzaam vraagstuk: hoe de huurhuizen zo energetisch mogelijk toerusten, geldt vooral voor bestaande huizen (ook wel “intelligent” renoveren) om van energielabel G naar A+ te komen. SSW is gebonden aan convenant woningbouwcorporaties met de overheid: doel is 20% energie besparen in 2017. Echter daar heeft SSW niet veel invloed op want SSW geeft de huurder de mogelijkheid om energie te besparen; vraag is wat de huurder doet (hoe is de bewustwording, verandert de huurder zijn gedrag?) Dilemma: de verhuurder investeert in energiebesparende maatregelen en de huurder incasseert (is minder geld kwijt aan energiekosten). Bovendien zijn de energiekosten de afgelopen tijd zodanig gestegen dat het voor de huurders niet meer een zichtbare winst oplevert. En voor veel huurders zit de motivatie in de portemonnee. Voordat SSV een energiebesparend project kan uitvoeren moet er draagvlak en toezegging vanuit de huurders komen, dat kost veel tijd en informatieoverdracht. Voorbeeld in Duitsland: alternatieve energie is een groot succes doordat de overheid er goed in investeert (goed voorbeeld doet daar volgen). In Nederland doet de overheid te weinig en loopt daardoor de boot mis. Nederland heeft veel ingewikkelde en tegenovergestelde regels (je mag zelf energie opwekken (bv zonne-energie) maar alles wat je niet verbruikt en je op het net wilt plaatsen kost jou geld). Wat doet SSW binnen aan duurzame bedrijfsvoering; - Energiezuinige bouw - Medewerkers bewustwording - Quick wins: dubbelzijdig kopiëren, toner cartridges inzamelen, fietsen binnen De Bilt (ipv de auto pakken)
-
Bewustwording huurders (gedrag helpen veranderen door directe feedback te geven op energieverbruik ipv wachten op eindfactuur energieverbruik)
Tafel 3 Duurzaamheid en Onderwijs Casehouder ronde 1 Martin van Veelen/st. Delta de Bilt
Voor Stichting Delta is de keuze voor duurzaamheid een gezonde combinatie van de keuze voor de planeet met daarbij het verkrijgen van een financiële prikkel. Deze financiële prikkel maakt het mogelijk en interessant om daadwerkelijk de keuze te maken voor de inzet van bv zonnepanelen, led verlichting en een WarmteTerugWin installatie. Tevens is er gekozen voor aansluiting bij het platform respectvol samenleven om er nog mee gewicht aan te kunnen geven. De uitdaging voor Stichting Delta is nu om de leerlingen het duurzaam leven mee te geven en dit te integreren in het onderwijs. Het vraagstuk wat naar voren komt in de groep is hoe draag je je duurzame beleid uit aan leerlingen in gedrag en in de les. In het gedrag kan het beginnen met kleine zaken als het afval scheiden en hier op een positieve wijze op sturen. Het opruimen van het schoolplein is nu nog een straf en moet in het kader van duurzaam bezig zijn een feestje worden voor de leerlingen. De vraag is wel hoe ver voer je de rol door in je onderwijs om deze gedachtegang mee te geven aan de leerlingen, waar ligt de verantwoordelijkheid van de school en waar die van de ouders. Waar maak je de leerlingen deelgenoot van de verantwoordelijkheid voor de planeet. Het merendeel van de groep vindt dat je als school echt een voorbeeldrol kunt aannemen en op laagdrempelige wijze laten zien wat de mogelijkheden zijn. Te denken valt aan het verweven van duurzame voorbeelden in de lessen; van het inzichtelijk maken van het eten van seizoensgroenten tot het bekijken van een film over de voedselketen, maar het zit ‘m ook in extra informatie geven over zonnepanelen, ledverlichting tot het hebben van meubelstukken in school van gerecycled materiaal. Het idee ontstaat om op school een week van de duurzaamheid of een fairtrade week te organiseren waarbij het bewustwordingsproces op gang gebracht kan worden en/maar waarbij zowel ouders als het bedrijfsleven ook een rol zouden moeten spelen. Ter afsluiting van dit gesprek werd nog kort ingezoomd op hoe de bedrijven die aan tafel zaten kijken naar de duurzame verantwoordelijkheid die zij voelen naar hun medewerkers toe. Zij zien het evengoed als een verantwoordelijkheid en beseffen dat je als bedrijf die MVO op de agenda heeft staan, je ook kunt onderscheiden en het commercieel kunt gebruiken. Dit is alleen voor hen ook nog best zoeken, bepaalde keuzes liggen hierin voor de hand als het scheiden van afval en de inzet van duurzame goederen, maar hierin kan ook nog een slag geslagen worden. Hierbij wordt aangegeven dat er nog een rol voor de overheid ligt door een evt. financiële prikkel.
Casehouder ronde 2 : Jos Heuer/De Werkplaats Kindergemeenschap
Welke linkjes kunnen gelegd worden om zoveel mogelijk partijen deelgenoot te maken van duurzaamheid en fairtrade. Als onderwijsinstelling wil de Werkplaats meer meegeven aan leerlingen dan alleen primair onderwijs. Tevens wil de school uitdragen dat men staat voor duurzaamheid. Er is al een aardige start gemaakt met leerlingen informeren over fairtrade en de betekenis hiervan. Simpele handelingen zijn reeds verricht door bv de standaard frisdranken op evenementen van de school te verruilen voor een natuurlijke vruchtensap. Andere quick wins zitten ‘m in plastic bekertjes vervangen door papieren, het scheiden van afval tot de inzet van fairtrade koffie. Hiermee ziet de Werkplaats al een gedragsverandering plaatsvinden. Wat wel blijkt is dat het scheiden van afval en het opruimen van troep op het schoolplein nog steeds één van de corveediensten is die een leerling krijgt, om het scheiden van afval leuk te maken moet dit anders. Er moet aangeleerd worden wat duurzaamheid is op een leuke manier en het moet zichtbaar gemaakt worden. Om dit gedegen in te zetten zal er gekeken moeten worden wat het rendement is voor de school, hier is nog een grote winst te behalen. Bij velen blijkt dit erg onbekend.
Tafel 4: Duurzame inkoop/verkoop Casehouder: Jan de Groote van Huussen Elektro (ronde 1).
Elektro/elektrotechnisch installatiebedrijf voor bedrijven en particulieren (bijv. airconditioning, verlichting, elektrotechniek,inbraaksignalering). Duurzaamheidsdoelen: Terugdringen van energieverbruik (ventilatie) Energiebesparing/levensduur verlengen (verlichting) Streven is om bij de inkoop van producten bij toeleveranciers zoveel mogelijk te kiezen voor duurzame producten, echter: In de praktijk blijkt dat de particuliere sector niet bereid is om hier een hogere prijs voor te betalen, ondanks het feit dat men door Huussen goed wordt geïnformeerd omtrent de voordelen op de lange termijn. Bij aanbestedingsopdrachten wordt toch altijd uiteindelijk gekozen voor de laagste prijs, waarbij duurzame producten dan niet geleverd kunnen worden. Bedrijfsleven staat meer open voor duurzame producten. Conclusie van dialoog: Uiteindelijke verkoopprijs remt de duurzaamheidsdoelen van Huussen en de toeleveranciers. Consument (overheid en ook bedrijfsleven) moeten doordrongen worden van de noodzaak om over te stappen op duurzame producten… De deelnemers aan de dialoogtafel waren het unaniem met elkaar eens dat het erg moeilijk blijft om tot een definitie van duurzaamheid te komen!!
Tafel 4: Duurzame inkoop/verkoop Casehouder: Martin Pietersma van Plus Retail (ronde 2).
Plus is een coöperatie bestaande uit 270 zelfstandige verkooppunten. Iedere ondernemer is eigen baas. Plus Retail werkt voor deze verkooppunten: zij maken het beleid en dragen zorg voor het uitdragen van Plus naar buiten toe (imago vormgeven). Een van de vier merkwaarden van Plus (tot uitdrukking gebracht in het klaverbladlogo van Plus) is het aandacht besteden aan duurzaamheid. Er is sprake van een omgeving die verandert. Plus wil de consument ‘triggeren’ om naar Plus te komen; met duurzame producten onderscheidt Plus zich van de discountsupermarkten. Plus wil haar verantwoordelijkheid nemen in de maatschappij; open en eerlijk zijn over de herkomst van producten. Met hetgeen bovenstaand geformuleerd in het achterhoofd, heeft Plus Retail besloten om de overstap te maken van de verkoop van reguliere bananen naar alleen nog maar fairtrade bananen. Omzetcijfers laten zien dat de consument hier positief op heeft gereageerd. Sinds kort zijn er bij Plus ook alleen nog maar fairtrade ananassen te verkrijgen!!