Agrimondiaal Kennis verbindt ondernemende boeren
juli 2014
Vertrouwen in Chinese groenteteelt herstellen Van verkopers bedrijfsadviseurs maken Accountmanager Erik Meuleman van Agrifirm maakt plan van aanpak voor voervoorlichters van Keniaanse mengvoercoöperatie. Lees verder op blz.
Anton van Vilsteren, akkerbouwer in de Noordoostpolder en voorzitter van biologische telersvereniging Nautilus trainde Chinese federaties in het veilig telen van groenten en goede certificering. De Chinese consument heeft nog maar weinig vertrouwen in de binnenlandse voedselproductie, mede door de verschillende voedselschandalen in de afgelopen jaren. Aan de landbouwcoöperatie in China de uitdaging om het vertrouwen terug te winnen. ‘‘Met trots achter een veilig product kunnen staan, dat is belangrijk.’’
5
Lees verder op blz.
Liever vrouwen als coöperatie-lid
Bezoek aan Nederland inspireert
Kaasmakende boerin Marjon Verkleij over het belang van samenwerking en de rol van boerinnen in Nepalese coöperaties.
Boeren uit Peru en Bolivia zien nieuwe kansen voor eigen afzetmarkten na bezoek aan Nederlandse biologische initiatieven.
Lees verder op blz.
7
Lees verder op blz.
6
4
2
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
Voorwoord
Landbouw en kennis verbinden voor voedselzekerheid De wereldbevolking neemt sterkt toe en zal naar verwachting in 2050 9 miljard bedragen. In nog geen veertig jaar tijd komen er dus 2 miljard mensen bij die moeten wonen, werken en eten. Nu al hebben ruim 800 miljoen mensen structureel te weinig te eten. Eén op de acht mensen gaat iedere dag met honger naar bed. Om de millenniumdoelstelling, honger wereldwijd uit te bannen, voor 2015 te halen, zal er nog flink wat werk moeten worden verzet. Ons land is de op een na grootste voedsel- en groenexporteur ter wereld. Nederland speelt vanuit deze positie een belangrijke rol in de groeiende vraag naar gezond en veilig voedsel. Daarom blijven onze LTO-boeren en -tuinders innoveren: door duurzaam te produceren met minder energie, minder grondstoffen en minder emissie. Duurzaamheid in de ruimste zin van het woord.
In de komende 40 jaar moet de voedselproductie wereldwijd met 60% stijgen. De toename van landbouwgrond zal zeer beperkt zijn; de productiegroei zal moeten komen uit een hogere productiviteit. Deze groei zal vooral in ontwikkelingslanden moeten plaatsvinden. Om de voedselproductie wereldwijd gelijke tred te laten houden met de consumptie van voedsel en de eisen van duurzaamheid is volgens LTO Nederland het delen van kennis en innovatie noodzakelijk. Samenwerking is hierbij het sleutelwoord. Agriterra speelt hierbij een belangrijke rol. Zij stimuleert boeren de handen ineen te slaan voor een betere marktpositie. Met inzet van onze Nederlandse LTO-boeren en -tuinders steunt Agriterra deze boerenorganisaties in hun strijd tegen armoede. Het delen van onze kennis en kunde vormt de eerste aanzet om duurzaam meer te produceren. Belangrijk hierbij is om ook aan-
dacht te hebben voor transport, logistiek, opslag, verwerking, afzet en handel. De samenwerking tussen het Nederlandse agrarische bedrijfsleven en Agriterra is essentieel in het antwoord op de (groeiende) mondiale voedselproblematiek. Samen bieden we de mensen op het platteland in ontwikkelingslanden de instrumenten om zaken zelf op te pakken. Om de voedselproductie op gang te brengen en te houden, om een levensvatbaar inkomen te garanderen en vooral ook om samen te werken. Aan de boeren en tuinders in de wereld zal het niet liggen! Albert Jan Maat, voorzitter van Agriterra en LTO Nederland
Samenwerking is het sleutelwoord bij de groeiende mondiale voedselproblematiek, stelt voorzitter Albert Jan Maat.
Persreis werpt vruchten af
Colofon Agrimondiaal is een uitgave van Agriterra en verschijnt als bijlage in de landelijke uitgave van Nieuwe Oogst. Internet: www.agriterra.org E-mail:
[email protected] Concept: Agriterra Realisatie: Opraappers Communicatie b.v. Fotografie: Agriterra Eindredactie: Agriterra Vormgeving: Nieuwe Oogst (AgriPers) Druk: Wegener Apeldoorn Overname is toegestaan na toestemming van Agriterra en onder vermelding van de bron. © Agriterra Arnhem, juli 2014
Eind 2013 nodigde Agriterra journalisten uit diverse landen uit om te komen kijken bij boeren in Oeganda. Met als resultaat vele internationale publicaties en aandacht voor de vooruitgang die de boeren in Oeganda boeken.
3
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
Via de bodemvruchtbaarheid ook het watermanagement verbeteren De beschikbaarheid van water op het juiste moment is in veel landen het grootste knelpunt om voldoende voedsel te produceren. Ook in het tropische Cambodja is dit het geval. Arjan Reijneveld van BLGG AgroXpertus was in januari in het Aziatische land om via een betere bodemvruchtbaarheid meer vat te krijgen op het watermanagement.
waardoor het gewas te weinig water en nutriënten opnam. Verder was het organisch stofgehalte erg laag waardoor de bodem weinig water vasthield”, vertelt Arjan Reijneveld die als productmanager bij BLGG AgroXpertus verantwoordelijk is voor het grondonderzoek en bemestingsadvies. Vanwege zijn kennis van de materie en zijn ervaring met de kennisoverdracht richting boeren en voorlichters, kreeg hij het verzoek om een bezoek te brengen aan Cambodja.
Investeren in bemesting Het moessonklimaat in Cambodja kent jaarlijks een natte, maar ook een heel droge periode. LTO Noord en Agriterra werken in het project ‘Climate adaptive approach for food security’ samen met plaatselijke landbouworganisaties om het beschikbare water zo goed mogelijk te benutten. Om het water in de regenperiode op te vangen, zijn er waterbassins aangelegd. Een tweede pijler is dat Cambodjaanse boeren overschakelen van de waterslurpende rijstteelt naar het verbouwen van groenten.
Te weinig fosfaat Na deze omschakeling blijkt echter de opbrengst van groenten tegen te vallen. Daarop zijn grondmonsters genomen die BLGG in Wageningen onderzocht. “Het lage fosfaatgehalte bleek veelal de boosdoener. Wortels ontwikkelden zich niet goed
“Op basis van het grondonderzoek hebben we een bemestingsplan gemaakt”, vertelt Reijneveld. “Toen wij in januari aankwamen in Cambodja had de universiteit dit in het Khmer, de lokale taal, vertaald met daarbij achtergrondinformatie over de werking van fosfaat en organische stof in de bodem. Dat was een heel technisch verhaal. Ik heb aan de voorlichters laten zien hoe je de uitslag kunt interpreteren en hoe je het kunt vertalen naar een praktisch advies. Dit is in feite niet anders dan in Nederland. De voorlichter gaat de boer op om de uitslag van het onderzoek om te zetten in een bemestingsplan.” Bemesten aan de hand van grondonderzoek is nieuw voor Cambodjaanse boeren. Het lastigste is volgens Reijneveld om de vaak arme boeren ervan te overtuigen dat het zinvol is om te investeren in fosfaatbemesting. “Daarnaast kunnen ze door
Arjan Reijneveld van BLGG AgroXpertus maakte aan de hand van grondonderzoek een bemestingsplan met de Cambodjaanse boeren om het fosfaat- en organische stof gehalte in de bodem te verhogen. dierlijke mest te verzamelen en in te werken geleidelijk het organisch stofgehalte en daarmee het waterbergend vermogen van de bodem vergroten. Een aantal boeren doet dat nu al en je ziet hier al duidelijke verschillen.”
Toekomstige samenwerking Reijneveld ziet voor de Cambodjaanse boeren mogelijkheden om
grondonderzoek structureel uit te voeren zonder dat er enorme investeringen voor nodig zijn. “Bij grondonderzoek komt steeds minder chemie kijken. Als je een grondmonster goed droogt en maalt, kun je met relatief eenvoudige apparatuur ter plekke de samenstelling bepalen. Deze resultaten kunnen we in ons laboratorium in Wageningen digitaal inlezen, verwerken en vertalen
naar een bemestingsadvies. Zo kunnen ze in Cambodja profiteren van de uitgebreide kennis die we in huis hebben. Los van de voldoening die je krijgt van het enthousiasme ter plekke, sluit het aan bij de internationale ambities die we als BLGG AgroXpertus hebben. Het is een win-winsituatie geworden voor beide partijen en dat is de beste basis voor een vruchtbare samenwerking.”
Jonge boeren in beweging brengen terra nogmaals een adviesreis organiseerde. Ditmaal ging Den Besten met het management langs de zeven lokale coöperaties om duidelijke doelen te stellen. ‘‘Wij hebben focus aangebracht in bijvoorbeeld afzetmogelijkheden en marketing. Als de leden van de coöperatie op één lijn komen, kunnen ze gezamenlijk een duidelijke positie op de markt innemen.’’
‘‘Boer-zijn is in Kenia geen passie maar een manier om in leven te blijven,’’ vertelt Nils den Besten, melkveehouder en adviseur uit het Zuid-Hollandse Brandwijk. Als oud- bestuurder van het NAJK is zijn doel de jonge boeren in Kenia te stimuleren en te verenigen in een coöperatie. Afgelopen april bezocht hij voor de tweede keer de melkveecoöperatie Kieni Dairy Products. ‘‘Mooi om te zien dat concrete plannen ook echt uitgevoerd worden, we waren blij verrast bij terugkomst.’’
De coöperatie Kieni Dairy Products is een samenwerkingsverband van zeven lokale boerencoöperaties in Kenia. De melk van de ruim 10.000 aangesloten boeren wordt gekoeld en verkocht door de coöperatie. ‘‘Het probleem is dat boer-zijn gezien wordt als een lot, een manier van overleven. Als het even kan, zoeken jongeren hun inkomsten ergens anders. Op dit moment zijn er veel relatief oude bestuurders die minder focus hebben op ontwikkeling. De behoefte aan jongeren die toekomst zien in het boer-zijn wordt alleen maar groter’’, stelt Den Besten.
jaar bleken de voorgestelde jongerengroepen allemaal opgezet. ‘‘Onze missie was zeker geslaagd, de jonge boeren hadden er echt weer zin in. Goed om de mensen daar weer terug te zien, al is er nog genoeg werk aan de winkel.’’
Spijkers met koppen slaan Veel potentie van de coöperatie bleef liggen omdat een duidelijke focus ontbrak. Leden communiceerden nauwelijks waardoor onduidelijk bleef waar de speerpunten lagen. Dat was dan ook de reden dat AgriTwitter / Agriterra: Vanuit Kenia door @NilsdenBesten ...
Missie geslaagd Het doel van zijn eerste opdracht was de kloof tussen jong en oud verkleinen en de jongeren positieve energie geven om zelf ook boer te worden. Bij terugkomst na een half-
03-06-14 13:10
Zoeken
Agriterra @Agriterra
Heb je al een account? Inloggen
Volgen
Vanuit Kenia door @NilsdenBesten Bevlogen boeren bij zuivelcoöperatie Kieni, bestuurders mogen stapje extra zetten bit.ly/1jnQgsL Beantwoorden Retweeten Favoriet Meer RETWEETS
3 08:04 - 7 apr. 2014
Nederlandse bril afdoen ‘‘Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de wereldvoedselvoorziening. Als Nederlandse melkveesector lopen wij voorop, maar hoe kunnen wij onze kennis gebruiken in de rest van de wereld?’’ vraagt Den Besten zich af. ‘‘Nederlandse boeren weten over het algemeen van aanpakken en keuzes maken. Maar het is ook belangrijk om in de lokale context je ding te doen.’’ Den Besten ziet het als een uitdaging de kennis van hier op het boerenerf daar te krijgen en de jongeren te motiveren voor het boerenleven. ‘‘Niet onze Nederlandse bril ophouden, maar de boeren daar met praktische handvatten op gang brengen. De Keniaanse markt is het begin van een soort elastiek met heel veel groeipotentie voor de jongere generatie.’’
‘‘Ik zie het als een uitdaging de jonge Keniaanse melkveehouders te motiveren. Er is namelijk genoeg groeipotentie voor de jonge generatie om melk af te zetten’’, vertelt Nils den Besten over zijn bezoek aan de Keniaanse melkveehouders coöperatie Kieni Dairy Products.
4
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
‘‘Vertrouwen van de consument komt te voet maar gaat te paard’’ De Chinese consument heeft weinig vertrouwen in de lokale voedselproductie, waardoor het voor de boeren daar lastig is hun producten aan de man te brengen. Anton van Vilsteren, biologisch akkerbouwer in de Noordoostpolder en voorzitter van biologische telersvereniging Nautilus, ging afgelopen jaar voor Agriterra naar China om coöperatiebestuurders te trainen in certificering en verantwoorde productie. En om te onderzoeken of dit bestaande concept ook in andere Chinese provincies toepasbaar is.
China is één van de grootste importeurs van voedsel ter wereld. Door het bergachtige landschap en de woestijnachtige gebieden heeft China relatief weinig geschikte landbouwgrond. Op iedere vrije vierkante meter vindt voedselproductie plaats, ook op vervuilde grond, met vervuild water en in de smog van grote steden. De kans op vervuild voedsel is relatief groot, waardoor de consument geen vertrouwen heeft in lokale producten. Het is aan de boerencoöperaties om dit vertrouwen terug te winnen.
Vertrouwen herstellen Door certificering kunnen de boeren laten zien dat ze op schone grond veilige producten telen. ‘‘Het ‘Green label’ is een goed voorbeeld hiervan, maar ook naar biologische producten is ontzettend veel vraag’’, vertelt Van Vilsteren. Een bijdrage van de lokale coöperaties en goedkeuring door de Chinese overheid zijn hierbij
onmisbaar. ‘‘Met ruim vijf miljoen lokale coöperaties is het onmogelijk voor Agriterra om kennis over te brengen per coöperatie. Daarom leiden wij lokale trainers van federaties op, zodat deze zelf de kennis kunnen verspreiden bij de onderliggende coöperaties.’’
Meer monden dan hectares Door de hoge bevolkingsdichtheid in China is het van belang dat de producten die in eigen land geteeld worden ook daadwerkelijk geconsumeerd worden. ‘‘China heeft nu eenmaal meer monden om te voeden dan geschikte hectares om voedsel te telen. De Chinezen werken hard aan het verspreiden van kennis en het herwinnen van consumentenvertrouwen. Hier ligt een belangrijke taak voor de lokale coöperaties: zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Vertrouwen komt immers te voet maar gaat te paard’’, stelt Van Vilsteren.
‘‘Door het opleiden van lokale trainers kunnen we op een efficiënte manier bijdragen aan de ontwikkeling van de Chinese landbouw en daarmee het vertrouwen van de Chinese consument in de lokale voedselproductie weer herstellen’’, vertelt Van Vilsteren.
Lokale trainers trainen In de Chinese provincie Yunnan worden door Agriterra al trainingen gegeven. Van Vilsteren verwacht dat dit volgend jaar kan uitbreiden naar andere provincies. ‘‘Door het oplei-
Met kennis en humor organiseren Twitter / SuzanneRuesink: Presentatie gegeven over de ...
Het afgelopen jaar bezocht de 28-jarige melkveehoudster Suzanne Rue-
Suzanne
@SuzanneRuesink
coöperatie van melkveehouders te begeleiden. Deze coöperatie, Nyakyera
08:37 - 19 feb. 2014
supergoed idee. Er waren wel veel praktische dingen om te regelen.’’
Beantwoorden Retweeten Favoriet Meer
Cees van Rij @CeesvanRij · 19 feb. @SuzanneRuesink @Agriterra @DBGAJK Voor wie? En wat vond men ervan?
en doen. De Agriterra-medewerker die in Oeganda woont en werkt kan veel praktische dingen regelen die ik alleen niet had gekund.’’ Naast geen enkele update van Suzanne hetMis coördineren van de aankoop van een melktank, waren het opstellen van een ledendatabase en het boorDetails
Beantwoorden Retweeten Favoriet Meer
Suzanne @SuzanneRuesink · 19 feb. @CeesvanRij @Agriterra presentatie over de missie naar Oeganda voor ouderen in Aalten. Ze vonden het ontzettend leuk! Details
De Oegandese coöperatie Nyakyera ACE is voor lokale begrippen een relatief grote organisatie met zo’n 1500 leden. Dagelijks wordt de melk van de aangesloten melkveehouders met een pick-up opgehaald in melkbussen of jerrycans. Door de warmte en slecht begaanbare wegen is de melk regelmatig al zuur voordat hij aankomt bij de verderop gelegen unie. Het ontbreken van koeling is daarmee een rem op de uitbreiding van productie en verwerking door de zuivelcoöperatie.
Boerentrots Ruesink was direct enthousiast om haar kennis te delen. ‘‘De boeren daar pakken het meest op van zien
03-06-14 13:09
Volgen
het Afrikaanse Oeganda. Agriterra benaderde haar om een Oegandese ACE, wilde een gezamenlijke melktank aanschaffen. ‘‘Dat vond ik gelijk een
Beantwoorden Retweeten Favoriet Meer
delen van de potentie van de coöperatie belangrijke doelen van haar bezoek. Met name de gedrevenheid en trots van de betrokken boeren is iets wat de jonge melkveehoudster is bijgebleven. ‘‘Eigenlijk verschillen de boeren daar niet zoveel met hier. Al denk ik dat de Nederlandse boeren ook veel van hen kunnen leren; Oegandese boeren zijn zo gelukkig met wat ze hebben.’’
Registreer je vandaag nog op Twitter en volg wat jij interessant vindt! Volledige naam
E-mailadres
Wachtwoord
Sms follow SuzanneRuesink naar de snelcode van je provider
© 2014 Twitter Over
Registreren
Help Advertentie-informatie
https://twitter.com/SuzanneRuesink/status/436177681223520257
Cultureel NAJK Ter voorbereiding op een mogelijke adviesopdracht organiseerde het NAJK in samenwerking met Agriterra een training voor geïnteresseerde leden. Hierin kwam onder meer het omgaan met andere culturen aan bod. Na het volgen van deze tweedaagse training werd de Aaltense boerin benaderd door Agriterra om op werkbezoek te gaan naar Oeganda.
cering. Dit concept is zeker ook toepasbaar in andere provincies. Agriterra heeft een sterk netwerk, veel ervaring en boekt goede resultaten waardoor we inmiddels zo ver zijn gekomen.”
Heb je al een account? Inloggen
Presentatie gegeven over de missie naar Oeganda van @Agriterra . Nu in gesprek met #GroenLinks GLD, belangenbehartiging @DBGAJK
sink, als bestuurslid van het GAJK en fanatiek lid van het NAJK, boeren in
den van lokale trainers kunnen we op een efficiënte manier bijdragen aan de ontwikkeling van de Chinese landbouw. Boeren bewust maken van het belang van het telen van veilige producten en goede certifi-
Pagina 1 van 1
Melkproductie verhogen Tussen de bedrijven door hadden de Oegandese boeren tal van vragen over het verhogen van de melkproductie. Overtuigd dat iedere factor de productie direct doet stijgen. ‘‘Zo eenvoudig is het natuurlijk niet’’, stelt Ruesink. Al snel bleek dat humor een goede manier was om elkaar beter te begrijpen. Foto’s van het bedrijf van Ruesink zorgden zo voor grappen over faciliteiten als een koe-borstel.
Zaken op orde
‘‘Eigenlijk verschillen de boeren in Oeganda niet zoveel met de boeren hier. Ze zijn trots en werken hard’’, stelt Ruesink na haar werkbezoek aan de Oegandese melkveecoöperatie Nyakyera ACE.
In de toekomst zal een aantal Oegandese boeren naar Nederland komen om met eigen ogen te zien hoe de melkveehouderij hier werkt. Voorwaarde is dat het bestuur van de coöperatie op orde is en de eerste boeren hun financiële bijdrage hebben geleverd aan de melktank. Dit is een goede zaak vindt de GAJK-
De Oegandese boeren vonden de koeborstel op het bedrijf van Ruesink erg grappig. Humor bleek al snel een manier om elkaar beter te begrijpen.
bestuurder: ‘‘De boeren kunnen zo laten zien dat ze er echt voor gaan en hun zaakjes goed op orde te hebben. Agriterra stimuleert hiermee de lange termijn ontwikkeling van de coöperatie.’’
5
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
Met krachtvoer investeren in melkcapaciteit
column
Missie geslaagd! Eind 2012 sprak ik namens de Nederlandse vrouw en als onderdeel van de Nederlandse regeringsdelegatie, de algemene vergadering van de Verenigde Naties toe. Een bijzonder avontuur. Het thema: de rol en positie van de plattelandsvrouw in het uitbannen van honger en armoede wereldwijd. Mijn pleidooi: dagelijks werken miljoenen vrouwen voor ons dagelijks brood terwijl ze zelf nauwelijks genoeg hebben om van te leven. Met een groeiende wereldbevolking en groeiende behoefte aan voedsel moeten we investeren in de kracht en mogelijkheden van vrouwen. De meest gestelde vraag daarna was of hiermee mijn missie als VN Vrouwenvertegenwoordiger geslaagd was. Nou, nee. Amper een jaar eerder was ik directeur geworden van Vrouwen van Nu. Met circa 45.000 leden en 500 afdelingen de grootste vereniging voor vrouwen in Nederland. Een pracht club die diep is geworteld binnen de samenleving en haar oorsprong vindt op het platteland. Bovendien een geweldige mogelijkheid om met de kracht van tienduizenden vrouwen zaken daadwerkelijk in beweging te zetten. De missie: met de kracht van vrouwen de leefomgeving versterken. En dat is wat Vrouwen van Nu doet o.a. als mede-initiator van Agriterra. Vrouwen van Nu is trots op de oprichting van een zusterorganisatie in Wit-Rusland. Daar is nu plattelandsvrouwenorganisatie Selchanka actief die als volwaardig gesprekspartner voor de overheid fungeert. Een aantal vrouwen heeft samen een coöperatie gevormd. Ze verkopen harde kaas. De techniek hebben ze geleerd van onze leden. Een doorbraak in het dictatoriaal voormalig communistisch land. Via de agripool van Agriterra zetten meer leden zich in voor boer(inn)en wereldwijd. Van mens tot mens. Iets dat we van harte stimuleren. Vrouwen van Nu zijn praktisch. We pakken aan. Niet alleen praten maar er ook daadwerkelijk iets aan doen. Zorgen dat er iets gebeurt.
Erik Meuleman, accountmanager bij Agrifirm Feed, gaf Keniaanse voervoorlichters handvatten om een meer adviserende plaats in te nemen op het boerenerf.
De Keniaanse coöperatie Mukurweini Wakulima Dairy Ltd streeft naar verhoging van de melkproductie van haar veehouders om aan de stijgende vraag te voldoen. Om haar leden van kwalitatief krachtvoer te
In veel gevallen dachten de veehouders niet ver vooruit, en voerden ze dus wat er op dat moment beschikbaar was. Door bijvoorbeeld te gaan inkuilen, is de eerste stap gemaakt.’’
voorzien is de eigen veevoerfabriek Bora Feeds gestart. Erik Meuleman,
Handvatten geven
accountmanager bij Agrifirm Feed, bezocht de coöperatie om een plan
De meeste boeren hadden geen resultaten op papier staan, waardoor het onduidelijk bleef waar de verbeterpunten precies lagen. ‘‘Door gegevens bij te houden wordt duidelijk wat er terug te zien is in de melkproductie. Hier eerlijk mee omgaan zorgt voor bewijslast van resultaten. Dan pas kunnen de voorlichters een gedegen advies geven.’’ Meuleman stelde een plan van aanpak op om de specialisten meer handvatten te geven. ‘‘Het gaat niet om het maken van dikke plannen, maar om een praktische aanpak. Een student van de HAS in Den Bosch gaat het opgestelde plan verder uitwerken. Als de basis eenmaal goed is, dan volgt de rest vanzelf. Dan is mijn missie geslaagd.’’
van aanpak te maken voor de voorlichting van veehouders. De invloed van krachtvoer bleek hier nog niet bewezen.
De Keniaanse melkveehouders coöperatie heeft grote ambities voor de toekomst. Zij willen leider van de Keniaanse zuivelmarkt worden op het gebied van melkkwaliteit, koecomfort en duurzame melkveebedrijven. De aangesloten melkveehouders zijn echter vooral kleine boeren met een paar koeien en weinig financiële middelen. ‘‘Toch zijn de boeren daar hongerig naar vooruitgang. Met een open en kritische blik willen ze zich verder ontwikkelen. De specialisten van Bora Feeds kunnen hieraan bijdragen.’’
Beloofd rendement ontbreekt Meuleman bezocht verschillende melkveehouders van de coöperatie om de gang van zaken met eigen ogen te zien. Wat hem opviel, was dat veel boeren niet het beloofde rendement van krachtvoer zagen en daarom gestopt waren met het voeren ervan. ‘‘Dit kwam vooral doordat de specialisten van Bora Feeds erg gericht waren op verkoop en minder op advisering. Vaak ontbrak het aan bepaalde basisvoorzieningen zoals voldoende schoon drinkwater. Dan
kom je er niet met alleen krachtvoer.’’
Terug naar de basis Om een inhaalslag te maken wat betreft melkproductie moeten de Keniaanse boeren terug naar de basis, stelt Meuleman. ‘‘We hebben de jongens van Bora Feeds meegenomen naar de boeren om te laten zien waar de knelpunten lagen. Onderwerpen als ruwvoerproductie en kalveropfok werden bespreekbaar.
Uw kennis delen als agripooler Agriterra zoekt op diverse terreinen specialisten die hun kennis willen delen met lokale ondernemers in ontwikkelingslanden. Dit gebeurt veelal ter plekke tijdens werkbezoeken. Zo’n werkbezoek duurt gemiddeld 10 tot 14 dagen. Wij zorgen voor alle praktische zaken, zodat u zich op uw taak als agripooler kunt richten. U helpt mensen verder en krijgt er een schat aan ervaringen voor terug. Meld u aan via www.agripool.org of telefoon (026) 4455445.
Dat deden we met de Vrouwen van Nu FoodBattle. 1300 mensen drongen in drie weken tijd hun voedselverspilling terug met tientallen procenten. Het estafettestokje van de FoodBattle geven we door aan weer een andere organisatie. Op die manier gaan we niet alleen de verspilling van voedsel tegen, maar ook alle tijd en energie die miljoenen vrouwen wereldwijd aan ons dagelijks brood geven. Meer aandacht voor vrouwen in de keten van voedsel is niet alleen goed voor die vrouw maar ook voor jou. Vrouwen vormen immers de helft van de wereldbevolking. Dus daar wil je iets mee. Wanneer ieder van ons daar van bewust wordt en naar handelt, dán is de missie geslaagd. Anke Vervoord Directeur Vrouwen van Nu
6
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
Zuid-Amerikaanse biologische (vers)producten beter vermarkten
Inspiratie uit Nederlandse biologische ketens Zuid-Amerika heeft een aantal goed ontwikkelde exportketens
“De uitdaging zit in de verwerking en afzet van de biomelk” De melk die de gezinsbedrijven op de Andes-hoogvlakte produceren, voldoet volgens Kees van Zelderen in grote lijnen aan de criteria voor een predikaat ‘biologisch’. “Door de biologische afzetketens verder te ontwikkelen, creëren
voor grootschalig geteelde biologische koffie, bananen en cacao,
deze boeren kansen om hun inkomen daadwerkelijk te verbeteren. De uitdaging zit in de verwerking en afzet van de
maar de afzet van kleinschalig geproduceerde biologische (vers)
melk”.
producten staat nog in de kinderschoenen. De koepelorganisaties van biologische Andes-boeren zoeken daarom naar wegen voor het ontwikkelen van biologische landbouw en afzetmogelijkheden op de binnenlandse markt. Melkveehouder Ton Spijkerman (LTO Noord), projectleider Marjon Krol (ZLTO) en melkveehouder en bestuurder Kees van Zelderen (ZLTO en Biohuis) deelden op verzoek van Agriterra hun kennis en ervaring met leden van de boerencoöperaties. In Bolivia, Peru én in Nederland.
zeker zo belangrijk, het ontwikkelen van afzetkanalen. ”
Biologisch melkveehouder en bestuurder Kees van Zelderen droeg eind 2013 als trainer bij aan een cursus ‘Biologische melkveehouderij’ die de koepel van Boliviaanse biologische boeren, AOPEB, organiseerde. De cursus was met name gericht op de praktische kanten van het houden van biologisch melkvee.
Elkaar bestaansrecht gunnen
Certificeren: hoe en wat?
‘‘Bezoek aan Nederland zorgde voor inspiratie’’ ZLTO-projectleider Marjon Krol heeft ruim tien jaar ervaring met biologische ketens en multifunctionele landbouw in Nederland. Voor Agriterra bezocht Krol in 2013 Peru, waar de nationale koepel van boerenorganisaties ANPE naar afzetmogelijkheden zoekt voor biologische producten op de binnenlandse markt.
Biologische afzet “De boeren in Peru proberen de afzet vooral dichtbij te organiseren. Korte ketens en directe verkoop. Zo organiseren ze onder het label ‘Frutos de la Tierra’ biologische boerenmarkten. De nationale boerenorganisatie helpt hen met het ontwikkelen van het merk en de promotie.’’ Tijdens haar bezoek constateerde Krol dat er in de Peruviaanse supermarkten nauwelijks biologische producten te krijgen zijn. ‘‘Ter gelegenheid van het tegenbezoek van een gecombi-
neerde Peruviaanse en Boliviaanse boerendelegatie aan Nederland hebben we ze meegenomen naar verschillende initiatieven om eigen afzetketens te ontwikkelen.’’
Kansen zien De Zuid-Amerikanen bezochten verschillende boerderijwinkels, de sorteerlijn van fruitteler Harry van den Elzen (Biofruit), een distributiecentrum van biologische (vers)producten (UDEA), de biologische markt in Utrecht en ze maakten kennis met het ‘groente abonnement’. Het assortiment en merkenbeleid van de biologische supermarktketen Ekoplaza inspireerden de Boliviaanse en Peruviaanse producenten. Voor boeren in de buurt van grotere steden zagen ze nieuwe kansen in biologische groentetassen, webwinkels en thuisbezorging. Ook het gebruik van internet in de communicatie rondom de biologische boerenmarkten namen ze in hun inspiratiekoffer mee terug. Hun belangrijkste advies aan Nederlandse collega’s: zorgen dat je dicht bij je product en je ecologische principes blijft!
“Het voorbeeld van de Andes-boeren illustreert eens te meer het belang van een goede (markt)infrastructuur en ketenontwikkeling. In mijn beleving kan alle melk van de hooglanden met een paar kleine aanpassingen als biologisch op de markt worden gebracht. Daarvoor is kennis van certificering nodig maar ook,
‘‘Met certificering en ontwikkelde afzetkanalen kan vrijwel alle melk van de hooglanden als biologisch op de markt worden gebracht’’, stelt Kees van Zelderen.
“Je realiseert je dat ook deze boeren het recht hebben om voedsel te produceren voor hun eigen ‘regio’ en daarvan te kunnen bestaan. Daarvoor hebben ze toegang nodig tot hun binnenlandse markt en tot internationale markten. We hebben de kennis, ervaring en netwerken om deze boeren in de gelegenheid te stellen hun productie duurzaam te ontwikkelen. En dat is goed voor hen, voor de voedselzekerheid van de regio, voor het verantwoord gebruik van grondstoffen en voor de biodiversiteit, en daarmee ook voor ons.”
“Een boer met drie of vier koeien rijdt hier in een auto” Ton Spijkerman is in het dagelijks leven biologisch melkveehouder in het Drentse Wapserveen. Als lid van de commissie Internationale Samenwerking van LTO Noord ging hij begin 2014 naar Bolivia. De agripooler begeleidde hier een van de cursussen voor lokale melkveehouders.
“Tijdens mijn werkbezoek heb ik met de lokale mensen gekeken wat de mogelijkheden zijn om de biologische melkveehouderij naar een hoger plan te tillen, waarbij voor mij de focus lag op rundveevoeding. Zo’n 1 à 2 melkveehouders per gemeenschap kregen een week lang ’s ochtends theorie- en ’s middags praktijkles tussen de koeien.
Afzetpotentie De kwaliteit van de grond op de hoogvlakte is goed, de omstandigheden zijn gunstig, de verkaveling redelijk en de nabijheid van de hoofdstad La Paz biedt afzetpotentie. Wat ontbreekt, is kennis over
‘‘Biologische melkveehouderij in Bolivia biedt veel perspectieven, zeker als dat een extra goede melkprijs gaat opleveren’’, stelt Ton Spijkerman. ruwvoerkwaliteit en teelt van gewassen voor krachtvoer. “Ze verbouwen haver, gerst en beweidbare luzerne, maar vervolgens oogsten ze de haver op 1 meter hoogte. Vroeger oogsten zou de voederwaarde al aanzienlijk verbeteren. Wat betreft de wintervoorraad zou je goed ronde balen kunnen wikkelen. De trekkers zijn er, alleen een balenpers en wikkelaar ontbreken.”
Melkvee draagt zeker bij aan economisch perspectief. “Een boer met 3 à 4 koeien rijdt hier in een auto”, illustreert Spijkerman. Biologische landbouw biedt zeker mogelijkheden, helemaal als dat een extra goede melkprijs oplevert. Maar daarvoor moeten boeren op het gebied van houderij en afzetketens nog wel een aantal flinke stappen zetten.”
Nieuwe dynamiek voor ecologische melkveehouders Bolivia
Een Zuid-Amerikaanse boerendelegatie bezocht het afgelopen jaar verschillende biologische initiatieven in Nederland. Met name het assortiment en merkenbeleid in Nederlandse biologische winkels inspireerden de Zuid-Amerikanen.
Agriterra organiseerde, samen met de Nederlandse organisatie PUM, trainingen voor Boliviaanse ecologische melkveehouders. Op de slotdag van de derde en laatste trainingsweek ziet de nieuwe nationale Boliviaanse koepel het daglicht. “Een nieuw elan voor de hele ecologische zuivelketen”, vertelt Ninoska Gonzalez, relatiebeheerder bij Agriterra, trots. “Het initiatief voor de oprichting komt van de melkveehouders zelf. Ze willen hun krachten bundelen om specifieke kennis te verga-
ren en de keten verder te ontwikkelen. Dat geldt zowel voor de primaire productie als ook voor de verwerking, certificering en afzet van ecologische zuivelproducten. De nieuwe organisatie is een mooie stap voorwaarts in die richting. De Agriterra-aanpak, waarbij we boeren samenbrengen om hun eigen kansen te benutten én hun eigen problemen op te lossen, werpt ook hier zijn vruchten af.”
7
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
Samenwerking bankbedrijven biedt kansen Van spaar- en kredietcoöperaties gezonde en zelfstandig functionerende bankbedrijven maken: daaraan wil bankman Karel van Vugt graag bijdragen. In de zomer van 2013 bezocht hij een aantal Keniaanse boerenleenbanken. “We kijken op welke punten we individuele kredietcoöperaties kunnen versterken en hoe we de samenwerking tussen coöperaties op gang kunnen brengen. De Kenianen bewijzen ons op hun beurt dat basale coöperatieve principes nog steeds werken.”
Karel van Vugt, tot eind vorig jaar directievoorzitter van Rabobank Noord-Drenthe, kwam via AlbertJan Maat in contact met Agriterra. In 2012 maakte een accountmanager van zijn bank een bedrijfsanalyse bij een spaar- en kredietcoöperatie in Kenia, het vervolgbezoek nam Van Vugt voor zijn rekening. “We keken naar de vorderingen en de vervolgstappen. Daarnaast voerden we bij twee andere coöperatieve banken
een quickscan uit van een dag om te beoordelen of ze eventueel voor een complete bedrijfsanalyse in aanmerking komen.”
Eerst sparen, dan lenen “Als Rabobank hebben we veel te bieden bij de opzet en inrichting van een coöperatieve bank. Maar het is ook heel leerzaam om te zien hoe de Kenianen de basale coöperatieve principes hanteren: eerst sparen voordat je geld kunt lenen, inleggeld betalen om lid te worden en daarover vervolgens dividend uitgekeerd krijgen. En het werkt!” Tijdens de adviesreis bezocht Van Vugt één van de banken die zijn collega een jaar ervoor doorgelicht had. Hij sprak met bestuurders en met de raad van toezicht. “Omdat er veel dubieuze debiteuren waren, was het nodig het strategisch plan bij te stellen. Daarna hebben we samen met het management en het bestuur een actieplan opgesteld.”
‘Niet weten wat de buurbanken doen’ “Van de drie kantoren van deze bank was er maar één geautomatiseerd. Op dat vlak moeten de banken nog een grote slag maken. Wat wellicht kansen biedt, is dat iedereen al wel een mobiele telefoon heeft. Daar-
Karel van Vugt, voormalig directievoorzitter van Rabobank Noord-Drenthe, maakte een start met bedrijfsvergelijkingen van spaar- en kredietcoöperaties in Kenia om in kaart te brengen welke mogelijkheden samenwerking kan bieden. door kunnen ze misschien uiteindelijk wel veel sneller automatiseren dan wij in Nederland gedaan hebben.” Van Vugt was verbaasd dat de Kenianen zelf niet kijken naar organisatie en samenwerking tussen spaar- en kredietcoöperaties. “Ze vragen hun collega coöperatieve bank 30 kilometer verderop niet hoe
Kenia om met vier coöperatieve banken de aanpak en resultaten onderling te vergelijken. Beschouw het als een start van bedrijfsvergelijkingen. Het geeft voldoening om te zien wat we als agripoolers met een relatief kleine steuntje in de rug tot stand kunnen brengen.”
zij zaken aanpakken. Individueel zijn ze klein en missen daardoor de slagkracht en expertise voor een volgende ontwikkelslag. En die hebben ze nodig om hun agrarische achterban te kunnen versterken. Samenwerken biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van elkaars kracht. In juli ga ik opnieuw naar
Liever vrouwen als coöperatie-lid Marjon Verkleij is niet alleen kaasmakende boerin met melkvee, varkens en schapen maar zet zich ook in voor het Women for Water Partnership, een internationaal netwerk van vrouwenorganisaties zoals Vrouwen van Nu en ZijActief. Het afgelopen jaar ging ze voor Agriterra op adviesreis naar coöperaties in Nepal waar vrouwen een belangrijke rol spelen. Samen met Agriterra-medewerkster Bertken de Leede (zie pag. 9) ging ze hier het gesprek aan over het belang van samenwerking. Na een lange burgeroorlog krabbelt de economie van Nepal weer op. Om de economische positie van de boer te versterken, stimuleert de Nepalese koepel van landbouworganisaties (NACCFL) de boeren om samen te werken. Onder deze koepel vallen verschillende districten en zo’n 70 lokale coöperaties. ‘‘De boeren werken hard en grijpen kansen met beide handen aan. De coöperatie is
voor hen dé manier om de regio te versterken en meer te produceren’’, vertelt Verkleij.
Nieuwsgierig naar coöperatie Doel van de adviesreis was de ambities en stand van zaken van de boerencoöperaties in Makawampur en Dading in kaart brengen. De coöperatie in Makawampur was startende en kon op veel belangstelling van
Uw gift maakt het verschil Als u uw collega’s in ontwikkelingslanden ook wilt steunen, kunt u een gift overmaken naar rekeningnummer 1552.97.163 t.n.v. Agriterra – Arnhem, o.v.v. “gift”. Dat kan eenmalig of periodiek. Agriterra is erkend als ANBI (algemeen nut beogende instelling) waardoor u uw gift als aftrekpost bij de belasting kunt opvoeren.
de lokale bevolking rekenen. ‘‘De mensen daar waren erg nieuwsgierig naar wat de coöperatie voor hen kon betekenen. Op de eerste bijeenkomst kwamen meer dan honderd boeren en boerinnen af, dat was ver boven verwachting.’’
Boerinnen sparen beter Om de leden van de lokale coöperaties te stimuleren meer te produceren dan zij zelf nodig hebben, kunnen ze bij de boerenleenbank een lening krijgen voor uitbreiding. ‘‘Elke maand sparen ze 100 roepie om in aanmerking te komen voor een lening’’, vertelt Verkleij. ‘‘De vrouwen in Nepal blijken beter om te kunnen gaan met deze financiële verantwoordelijkheid dan de mannen, daarom stelt de coöperatie dat 95% van de leden vrouw moet zijn.’’
Samen sjouwen ‘Ik vind het mooi om te zien dat man en vrouw gelijkwaardig samenwerken. De vrouwen zijn niet alleen in naam lid van de coöperatie, maar ook echt boerin. Ze sjouwen gewoon mee, verzorgen de koeien en oogsten de gewassen. Ze werken hard voor een betere toekomst, met heel veel respect voor elkaar. De ontwikkeling kan hen niet snel genoeg gaan.’’
Gelijkwaardige gesprekken Om de lokale boeren en boerinnen het belang van coöperatief samen-
‘‘De vrouwen in Nepal blijken beter om te kunnen gaan met financiële verantwoordelijkheid dan de mannen. Daarom stellen de coöperaties dat 95% van de leden vrouw moet zijn’’, vertelt Marjon Verkleij. werken uit te leggen, vertelde Verkleij het verhaal over haar eigen thuissituatie. ‘‘Door foto’s te laten zien van mijn situatie thuis als boerin, ontstaan er heel gelijkwaardige gesprekken. Dat is ook de kracht van de werkwijze van Agriterra; mensen inzetten met echte kennis vanuit de sector. Hier in Nederland zijn we als vanzelfsprekend lid van verschillende coöperaties. Door opschaling zijn we nu uitgegroeid tot een land met wereldfaam wat betreft agrarische ontwikkeling. Door dit verhaal
in perspectief te plaatsen, kan ik het gesprek over samenwerking aangaan met de lokale bevolking, of dat nu mannen of vrouwen zijn.’’
Twitter / marjonverkleij: Vandaag bij @Agriterra voor ...
03-06-14 13:10
Marjon Verkleij @marjonverkleij
Heb je al een account? Inloggen
Volgen
Vandaag bij @Agriterra voor kennismaking met #FACT methodiek tool voor missies voor team #belangenbehartiging #ontwikkelingsamenwerking Beantwoorden Retweeten Favoriet Meer
01:40 - 7 apr. 2014
8
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
‘Wij hebben goede voorbeelden nodig’ Ethiopische overheidsdelegatie bezoekt Nederlandse coöperaties Ethiopië wil veranderen van een hulpbehoevend land in een exporteur van landbouwproducten. Daarbij moeten de talrijke boerencoöperaties die het land rijk is een belangrijke rol gaan spelen. Een zware overheidsdelegatie kwam dit voorjaar naar Nederland voor een door Agriterra georganiseerd programma rond modern coöperatief ondernemerschap.
EGBERT JONKHEER In maart ontving Agriterra een groep hoogwaardigheidsbekleders voor een intensief studieprogramma rond coöperaties. Minister van Landbouw Tefera Derebew en zijn collega’s wilden met eigen ogen zien hoe een coöperatie zich kan ontwikkelen en bezochten daarvoor onder meer FloraHolland, Cosun, FrieslandCampina en de Rabobank. “De kennis die jullie hebben opgebouwd over de coöperatieve bedrijfsvorm kunnen wij goed gebruiken”, zei Derebew op de slotbijeenkomst in Wageningen. “We hebben veel te bespreken als we thuis zijn.”
Profiteren van groei Derebew spreekt met trots over zijn thuisland. Het gaat goed met Ethiopië. Het land heeft een van de snelst groeiende economieën van Afrika en weet steeds meer buitenlandse investeerders te interesseren voor haar belangrijkste economische sector; de landbouw. De sector is de ruggengraat van de maatschappij, want meer dan 80 procent van de bevolking is er in werkzaam. Dat is tegelijkertijd een groot probleem, want 95 procent van de bedrijven bestaat uit kleine boeren die tot dusver nauwelijks profiteren van de vernieuwingen in het land. Miljoenen mensen
zijn zelfs nog structureel afhankelijk van internationale voedselhulp. Derebew: “Het is een gigantische taak om een land met 90 miljoen inwoners van voedsel te voorzien. Maar er is geen twijfel dat we het kunnen. Onze productie groeit met 8 procent per jaar en de potentie is enorm.” Om verdere ontwikkeling en hervorming van de landbouw in goede banen te leiden, zet de Ethiopische overheid in op twee sporen. Zij blijft ruimte geven aan de private sector, die tot dusver het meest aantrekkelijk is voor buitenlandse investeerders. Daarnaast wil zij coöperaties stimuleren om ondernemender te worden, zodat ook de kleine boer meer perspectief krijgt en de landbouw van onderaf kan hervormen. Vervolgens is het de kunst om die beide ontwikkelingen aan elkaar te knopen en te zorgen dat buitenlandse investeerders zaken gaan doen met lokale coöperaties.
Ledenbetrokkenheid Ethiopië is een echt coöperatieland. Maar liefst 14.000 agrarische coöperaties zijn er tot in de verste uithoeken actief. Het grootste deel hiervan is zowel aan- als verkoopcoöperatie en levert ook diensten aan de plattelandsgemeenschap. Die verwevenheid met de lokale politiek maakt het lastig om coöperaties te verande-
De Ethiopische overheidsdelegatie bezocht verschillende Nederlandse coöperaties om met eigen ogen te zien hoe die zich in de loop der jaren ontwikkeld hebben. ren. Vaak zijn het dezelfde mensen die de verschillende onderdelen van de coöperatie besturen. De betrokkenheid van de leden reikt vaak niet verder dan dat het ‘de coöperatie van ons dorp’ is. Op papier worden de coöperaties geleid door de boeren zelf, maar vaak weten de leden niet eens dat ze eigenaar zijn en dat ze daarmee ook een stem hebben. Modernisering is kortom hard nodig en daar wil de Ethiopische overheid via haar Federal Cooperative Agency ook aan werken. Dat kan onder meer door te helpen bij het aantrekken van mensen met specialistische kennis en het trainen van boerenleiders,
Groenten regionaal vermarkten De Ethiopische telerscoöperatie Meki Batu wil op termijn haar regio van groenten voorzien en spin in het web worden wat betreft kennis van groententeelt. Willem Rodenburg, manager coöperatiezaken bij telersvereniging Van Nature, bezocht in januari de coöperatie om te adviseren over marktgericht produceren. Meki Batu is een coöperatie met zo’n zevenduizend leden die vooral tomaten, uien en aardappelen telen voor de binnenlandse markt. ‘‘De telers produceren nu vaak zonder te kijken naar de markt’’, stelt Rodenburg.’’ Tijdens zijn werk-
geeft Derebew aan. “Als meer leden inzien wat een coöperatie voor ze kan betekenen, dan weten ze waar ze het voor doen. Alleen dan creëer je betrokkenheid en kan een coöperatie ook kapitaal aantrekken.” Zicht op een betere toekomst, daar gaat het om, en dat is eigenlijk niets anders dan waarvoor de Nederlandse coöperaties ooit werden opgericht.
Brouwgerst Voorbeelden van coöperaties die het goed doen, zijn er gelukkig steeds meer. Zo is er sinds vorig jaar een coöperatie die een lokale bier-
brouwer voorziet van brouwgerst. Deze grondstof werd eerder uit het buitenland aangevoerd, maar het gewas wil in de hoger gelegen delen van Ethiopië prima groeien. Derebew: “Ethiopië heeft een divers klimaat, voldoende water en nog miljoenen hectares ontgonnen land. Ik ben ervan overtuigd dat we op termijn kunnen uitgroeien tot een exporteur van landbouwproducten. Het potentieel van ons land is groot en we nodigen buitenlandse bedrijven – ook de Nederlandse coöperaties – van harte uit om de mogelijkheden samen met ons te ontwikkelen.”
Coöperatieleden meer betrekken
bezoek adviseerde de Zuid-Hollandse manager de Ethiopische telers over het verzamelen van marktinformatie en segmenteren van aanbod. ‘‘Zo hebben we gesproken over bijvoorbeeld het sorteren en verpakken van de groentes om zich zo te onderscheiden op de markt. Dit versterkt de onderhandelingspositie van de telers.’’ De samenwerking tussen Van Nature, Agriterra en Meki Batu zal ook in de toekomst verder gaan. ‘‘De insteek is niet de productie daar op gang helpen, maar een langdurige samenwerking in de vorm van kennisuitwisseling. Zo kunnen wij van hieruit bijdragen aan een stukje economische vooruitgang van de telers daar.’’
Johan Klompe in gesprek met Ethiopische coöperatiebestuurders over de betrokkenheid van leden. De Zeeuwse akkerbouwer Johan Klompe weet als geen ander hoe een coöperatie is opgebouwd. Als voorzitter van de raad van commissarissen bij CZAV en bestuurslid van suikerbieten-coöperatie Royal Cosun ging hij het afgelopen jaar op adviesreis voor Agriterra. Hij trainde Ethiopische coöperaties om het bestuur en de organisatie op orde te krijgen.
‘‘Met meer kennis van de markt kunnen de Ethiopische telers een betere prijs krijgen voor hun groenten’’, vertelt agripooler Willem Rodenburg.
Klompe bezocht verschillende Ethiopische coöperaties van boeren die vooral brouwgerst telen. Doel van zijn opdracht was het overbrengen van belangrijke organisatorische
aandachtspunten. ‘‘De boeren daar moeten nog wennen aan het idee dat zij als lid ook zelf verantwoordelijk zijn. Tegelijkertijd zit de coöperatie in een spagaat tussen het vergaren van vermogen en het bieden van een goede prijs voor de leden’’, vertelt Klompe. Hij adviseerde de bestuurders om leden meer te betrekken bij de coöperatie. ‘‘De telers weten heel goed wat belangrijk is. Coöperatief boeren is dé manier om sterker te staan. De interesse is er zeker. Alleen het besef wat het praktisch inhoudt, ontbreekt soms nog. Natuurlijk is dit niet in één klik veranderd, maar er is een aardige aanzet gemaakt.’’
9
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
‘‘Het voelt als thuiskomen bij Agriterra’’ aan Agriterra een bijdrage kan leveren. Zo is hij op dit moment actief betrokken bij een coöperatie van koffieboeren die hun koffie inzamelt, verwerkt en verkoopt op de landelijke veiling. Dit blijkt nog niet altijd de beste prijs op te leveren. ‘‘Dan stellen we samen een actieplan op om de coöperatie verder te ontwikkelen. Doelen voor dit bestuur zijn onder andere het gaan gebruiken van een boekhoudprogramma, Engels leren en inzicht krijgen in de meerwaarde van bijvoorbeeld biologische certificering.’’
Vanaf de oprichting al betrokken bij Agriterra, inmiddels bedrijfseconomisch adviseur in Tanzania: Alex Danissen zet zich in om bestaande boerencoöperaties verder te laten groeien. Als zoon van een melkveehouder voelt hij zich helemaal thuis tussen de boeren in Tanzania. ‘’De meeste stammen hebben hier een gemengd bedrijf, een beetje vee en wat kleinschalige akkerbouw.
Vat aan kennis
Door zich te verenigen in een co-
Voor Danissen is het prettig om regelmatig contact te hebben met zijn Nederlandse collega’s. ‘‘Je krijgt echt het gevoel deel uit te maken van een team. Agriterra heeft een vat aan kennis waar je te allen tijde een beroep op kunt doen.’’ De werkwijze van Agriterra is voor Danissen uniek: kennis overbrengen en coöperaties stimuleren om zichzelf te ontwikkelen en marktkansen te grijpen in plaats van financiële steun bieden. ‘‘Uit ervaring blijkt dat coöperaties die financiële steun kregen, hebben geleerd geld uit te geven in plaats van het zelf te verdienen. Een coöperatie heeft ambitie en een gedegen en transparant financieel management nodig om te groeien. Je kunt immers geen emmer vullen waar een gat in zit.’’
operatie, kunnen ze samen macht uitoefenen op de afnemers.’’
Danissen groeide op in Frankrijk tussen het vee. Zijn ouders werkten in de paardendrafsport en hadden een melkveebedrijf. Op twintigjarige leeftijd vertrok hij naar Nederland om Bos- en Natuurbeheer te studeren. Zijn kopstudie aan de VU gaf uiteindelijk invulling aan zijn internationale ambities. Hiermee is hij aan de slag gegaan bij NAJK, waar hij zich inzette voor internationale belangen. ‘‘Ik discussieerde veel over handelsbarrières en regelde internationale uitwisselingen om bij boeren thuis te kijken. Vanuit
Alex Danissen woont al zo’n veertien jaar in Tanzania en zet zich als bedrijfseconomisch adviseur bij Agriterra in om boerencoöperaties in Tanzania verder te laten groeien. een adviescommissie was ik hier al betrokken bij de oprichting van Agriterra.’’
Verschil in mentaliteit Inmiddels woont Danissen al zo’n veertien jaar in Tanzania, waar hij de eerste jaren werkte voor een Belgische organisatie. ‘‘Toen er
een vacature van Agriterra voorbij kwam, ben ik er gelijk ingesprongen, het voelde echt als thuiskomen.’’ Het grote verschil tussen Tanzania en Nederland is voor Danissen de mentaliteit. ‘‘De boeren in Tanzania zijn wantrouwend. Daarbij komt dat veel jongeren wegtrekken naar de grote steden. Het is een uitdaging boeren
vertrouwen te geven in de coöperatie, door goede communicatie en het bieden van prijszekerheid.’’
Actieplan maken Gemiddeld is Danissen de helft van zijn tijd actief bij lokale klanten. In zijn netwerk zoekt hij naar coöperaties die groei-ambities hebben waar-
Vanuit de basis adviseren Relatiebeheerder Bertken de Leede werkt vol overgave voor Agriterra om lokaal ondernemerschap te stimuleren. Ze adviseert boerenorganisaties in landen als Nepal, Bangladesh en Indonesië om dit te bereiken. Na jaren wonen in het verre buitenland, zet ze zich inmiddels al negen jaar, vooral vanuit Nederland, in voor Agriterra. ‘‘Een aantal keer per jaar ga ik naar Azië toe om echt te knallen. Face-to-face contact en met de voeten in de
ik mee werk. Het is goed om de realiteit daar te zien en te ervaren in het veld, waardoor je beter in staat bent maatwerk te leveren.’’
Ondernemerschap versterken Een mooi voorbeeld van haar werk vindt De Leede de samenwerking
met de Nationale Federatie van Agrarische coöperaties in Nepal. Er zijn twee districten gekozen om daar het agrarisch ondernemerschap te versterken. ‘‘Dit doen we door vanuit de basis, boerengroepen en primaire coöperaties op een praktische wijze te leren hoe
ze beter voor de markt kunnen produceren. De boerenleenbank geeft kleine boeren toegang tot financiering. Dit project loopt nog niet zo lang, maar de communicatie is heel open en de eerste resultaten lijken goed. Van dit soort samenwerkingen krijg ik echt energie.’’
klei helpt om mijn werk goed te kunnen doen.’’
Direct na haar studie bosbouw in Wageningen vertrok De Leede met haar man naar landen als Bolivia en Pakistan om te wonen en werken. ‘‘Voor mij is bosbouw heel nauw verweven met landbouw. Ik werkte via diverse projecten in beide sectoren. Van praktisch advies geven aan de boeren tot het aansturen van een projectteam.’’ Na de komst van de eerste twee kinderen besloot het gezin voor een tijdje terug te keren naar Nederland, dichter bij de familie. Na een half jaar thuis het gezin draaiend houden in combinatie met een studie, begon het als snel weer te kriebelen. ‘‘Ik vind werken leuk, en wilde dan ook graag weer aan de slag. Toen ik de vacature van Agriterra tegenkwam, werd ik vrij snel enthousiast en heb ik gesolliciteerd.’’
Twitter / Agriterra: Voor goede voorbereiding van ...
03-06-14 13:11
Agriterra @Agriterra
Heb je al een account? Inloggen
Volgen
Voor goede voorbereiding van landbouwmissie naar Vietnam, checken @sharon_dijksma en @MinPres vast eerst Agriterra bit.ly/1mmc7Ts Beantwoorden Retweeten Favoriet Meer RETWEETS
2 07:49 - 13 mei 2014
Heft in handen Volgens De Leede is Agriterra uniek doordat zij werkt met boerenorganisaties en adviseert via de boer tot boer benadering. Boeren worden betrokken in de besluitvorming en krijgen het heft in handen. ‘‘Ik ben trots dat ik hieraan een bijdrage mag leveren. Volgens mij is dit een veel duurzamere oplossing dan de boeren eenmalig iets geven.’’
Coach in Azië Een groot deel van de tijd adviseert en coacht De Leede contactpersonen via de mail. ‘‘Vanwege de vele verschillende nationaliteiten, taalbarrières en de stroomvoorzieningen die niet altijd optimaal werken, is e-mail de makkelijkste manier om contact te onderhouden. Dit geeft tijd om te reageren.’’ De Leede brengt in kaart over welke onderwerpen de boerenorganisaties advies kunnen gebruiken, waarna ze eventuele werkbezoeken coördineert. ‘‘Zo’n zes à zeven keer per jaar bezoek ik zelf de organisaties waar
‘‘Ik coach en begeleid, voornamelijk vanuit Nederland, lokale contactpersonen in Azië. Om mijn werk goed te kunnen doen, bezoek ik een aantal keer per jaar de organisaties waar ik mee samenwerk’’, vertelt relatiebeheerder Bertken de Leede van Agriterra.
10
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
Kennis delen maakt sterker Advisering op alle niveaus, van boer tot boer, van teelt tot lobby; dat is de essentie van het werk van Agriterra. De expertise van de agrariërs en het agrarisch bedrijfsleven hier in Nederland vormt de basis. Om agripoolers goed voor te bereiden op hun buitenlandse opdracht, projecten naar een hoger plan te tillen en agripoolers van elkaar te laten leren, organiseert Agriterra regelmatig agripooldagen. Zo zijn onlangs agripooldagen georganiseerd rondom de aardappelteelt in het Grote Merengebied in Afrika (Democratische Republiek Congo, Burundi en Rwanda) en rondom het thema belangenbehartiging.
Tweede Agripool-Aardappeldag
Advisering in Afrika begint in Nederland Lokaal ondernemerschap richt zich op ondernemende boeren en boerinnen die meer dan zelfvoorzienend zijn. Dat geldt ook voor de aardappeltelers in het Grote Merengebied in Afrika. De aardappelproductie in Afrika neemt enorm toe. Sinds eind jaren ‘90 reizen er dan ook regelmatig agripoolers naar het Grote Merengebied om daar de boeren en personeel van landbouworganisaties te adviseren over de aardappelteelt. Doel van de door Agriterra georganiseerde agripool-aardappeldagen is het uitwisselen van kennis en ervaringen. Gastspreker dit keer
was Prof. Dr. Ir. Anton Haverkort van de WUR. Relatiebeheerder Géke Appeldoorn vertelt: “We kijken samen welke adviezen de aardappelproductie en -vermarkting in Afrika ten goede zullen komen. Het is belangrijk onze ervaring met bemesting en gewasrotatie op eenduidige wijze verder te delen.” Gezamenlijk besluiten de agripoolers om bemestingsadviezen op te stellen, aangepast aan de omstandigheden en het teeltniveau daar. Om de toenemende infectiedruk van bruinrot aan te pakken, zal voor de volgende agripooldag kennisoverdracht over gewasrotatie hoog op de agenda staan”.
“Verbinding op alle kennisniveaus is belangrijk.” Naam: Anton Haverkort Leeftijd: 62 jaar Organisatie: WUR Plant Research International Agrosysteemkunde en diverse nevenfuncties waaronder voorzitter Vaste Commissies Pootgoed en Zaaizaden van de NAK Agripooler sinds: Geen agripooler, wel voor Agriterra weggeweest in 2009 naar een congres in Rwanda voor een research en development agenda vanuit de WUR en ministerie van LNV (nu EZ). “Boeren met boeren in contact brengen is de meest basale manier van kennisoverdracht. Tijdens zo’n agripooldag komen de verschillende kennisniveaus bij elkaar. Dat geeft een goede dynamiek in het van elkaar leren.”
“Leren van elkaar en kijken hoe we verdergaan.” Naam: Bernadet Neutel Leeftijd: 31 jaar Organisatie: Agriterra, sinds juni 2013 financieel administratief medewerker, werkgebied Franstalig Afrika “De Nederlandse kennis en expertise is groot. Daar speelt Agriterra op in. Tijdens deze agripooldag delen we kennis en ervaring. We kijken wat er nodig is om de aardappelteelt in Afrika naar een hoger plan te tillen en hoe agripoolers daaraan bij kunnen dragen. Deskundigen uit de Nederlandse land- en tuinbouwsector zijn van harte welkom om zich als Agripooler aan te melden.’’
“Er is een wereld te winnen.” Naam: Sam de Vlieger Leeftijd: 55 jaar Organisatie: AIKC Rusthoeve, algemeen bedrijfsleider Agripooler sinds: 2011 (Burundi, DR Congo) “Ik doe het vanuit een stuk idealisme en mijn specifieke kennis van het opzetten van toegepast onderzoek. Belangrijk is het omschakelen naar hun niveau van teelttechniek en vandaaruit de kansen en mogelijkheden benaderen.”
Eerste Agripooldag belangenbehartiging
Belangenbehartigers delen ervaring Een gunstig ondernemersklimaat is belangrijk om te zorgen dat boeren en landbouw zich kunnen ontwikkelen. Belangenbehartiging van Agriterra zet zich in voor boerenorganisaties die hun onderhandelingspositie willen versterken. Op 7 april jl. kwamen zeventien bestuurders en medewerkers van LTO Nederland, NAJK, ZijActief, Vrouwen van Nu, ZLTO, LTO Noord en de provinciale besturen voor het eerst bij elkaar in Arnhem. Samen kijken ze hoe ze met hun kennis en ervaring en Agriterra’s FACT-methode boerenorganisaties beter kunnen adviseren bij het professionaliseren van hun lobbyactiviteiten.
FACT zorgt voor breed draagvlak De agripoolers gaan tijdens de bijeenkomst actief aan de slag met Agriterra’s FACT-methode (Farmers Advocacy Consultation Tool). Deze methode is ontwikkeld op basis van jarenlange
ervaring met onder andere Latijns-Amerikaanse boerenorganisaties. “De problemen, ideeën en verwachtingen van de leden vormen het uitgangspunt voor breed gedragen en realistische lobbyvoorstellen”, licht teammanager Nellie van der Pasch toe.
Advieswerk ‘droog’ oefenen In een rollenspel leren de deelnemers om op basis van een checklist snel de stand van zaken in kaart te brengen en aandachtspunten te signaleren. In een interactief adviesspel dagen ‘klanten’ de agripoolers uit om hun adviseurscapaciteiten aan te scherpen aan de hand van vraagstukken uit de praktijk. Ze putten daarbij uit hun eigen (bestuurs)ervaring. “Het delen van ervaringen met collega’s is een onmisbare schakel in de Agriterra-aanpak”, aldus Van der Pasch. “Dat geldt voor boeren en bestuurders en ook voor de agripoolers.”
“Energie agripoolers werkt aanstekelijk.” Naam: Nellie van der Pasch Leeftijd: 54 jaar Organisatie: Agriterra, teammanager “Je merkt dat agripoolers, als mensen uit de praktijk, weten waar ze het over hebben. De praktische adviezen en het enthousiasme voegen daadwerkelijk iets toe. Dat geeft energie en dynamiek die heel waardevol is voor boerenbelangenbehartigers in ontwikkelingslanden.”
“Georganiseerde boeren bereiken meer voor sector en samenleving.” Naam: Joris Baecke Leeftijd: 36 jaar Organisatie: LTO Nederland, Portefeuillehouder Plantgezondheid Agripooler sinds: 2005 (Brazilië) “De uitwisseling met collega’s wereldwijd verbreedt je blik op de wereld. Daar heb je als ondernemer profijt van. Als georganiseerde boer kun je meer bereiken voor de sector en de samenleving, via belangenbehartiging richting beleidsmakers of coöperatie voor betere markttoegang. Kennis delen maakt je sterker.”
“Zorgen dat ondernemers een goed bestaan op kunnen bouwen.” Naam: Luc Groot Leeftijd: 32 jaar Organisatie: LTO Nederland, lobbyist Brussel, vanaf juni 2014 relatiebeheerder voor Agriterra Agripooler sinds: informele adviesreis Rwanda en Burundi (2012) “Zorgen dat ondernemers een goed bestaan op kunnen bouwen. Daar doe ik het voor. De Agriterra-aanpak past bij mij: het staat voor ontwikkelingssamenwerking van de 21ste eeuw. Nederlandse boeren mogen trots zijn op Agriterra.”
“Als agripooler ook zelf een spiegel voorhouden.” Naam: Kees van Zelderen Leeftijd: 56 jaar Organisatie: ZLTO, vakgroep Biologische Landbouw, bestuurslid Biohuis Agripooler sinds: 2013 (Bolivia) “Als agripooler krijg je voortdurend ook zelf een spiegel voorgehouden: hoe doen wij onze belangenbehartiging eigenlijk? De FACT-methodiek is een instrumentenkoffer om te zorgen dat je grip krijgt op witte vlekken en systematische terugkoppeling richting de achterban.”
“Ondanks taalproblemen zijn gesprekken met boeren daar hetzelfde.”
“Belangstelling voor agripool onder jonge boeren groeit.”
Naam: Piet de Graaf Leeftijd: 71 jaar Organisatie: LTO Noord, akkerbouwer sinds 1969; 80 ha pootaardappelen Agripooler sinds: 2000 vanuit de werkgroep Niger/DR Congo van LTO Noord (Rwanda, Kenia, Congo/Groot Merengebied) “Als belangenorganisatie van boeren in Nederland is het belangrijk ook verder te kijken. Om zo onze blik te verbreden en verschraling te voorkomen.”
Naam: Ria Wilzing Leeftijd: 44 jaar Organisatie: NAJK, projectleider NAJK Internationaal Agripooler sinds: 1996 (Peru), 2006 (Peru), 2013 (Oeganda) “Ik zie dat de belangstelling om ‘over de grenzen heen te kijken’ onder jonge boeren en boerinnen groeit. Het contact met andere culturen maakt je een rijker mens. Het is steeds een uitdaging om te kijken hoe je je collega’s daar vooruit kunt helpen.”
11
Agrimondiaal zaterdag 12 juli 2014
Internationaal recept
Wist u dat... …bananen krom zijn door de zwaartekracht?
Braziliaanse brigadeiros
Een bananenplant heeft geen stevige stam maar bestaat uit een soort cilinder van bladeren. Uit iedere bloemknop groeien zo’n 100 bloemen, die allemaal uitgroeien tot een banaan. De tros gaat steeds verder hangen door het toenemende gewicht van de groeiende bananen, maar de bananen blijven naar boven groeien (negatieve geotropie). Daarom zijn bananen krom.
Cacao is dé smaakbepalende stof in chocolade. Cacaobonen worden vooral geteeld in landen rond de evenaar, waar de omstandigheden voor de boon optimaal zijn. Als de bonen eenmaal rijp zijn, worden deze gefermenteerd en veranderen ze in vijf dagen van paars/rood naar bruin gekleurde bonen. Vervolgens worden de bonen gedroogd en zijn ze klaar voor verdere verwerking. Om cacaopoeder te maken wordt gebruik gemaakt van de cacaomassa van de boon. Onder hoge druk wordt de massa uitgeperst en ontstaan er cacaopoeder en -boter. Cacaopoeder is erg lekker en gezond om zelf te gebruiken in een recept. Braziliaanse brigadeiros zijn makkelijk te maken en heerlijk als toetje of tussendoortje.
… cacao heel gezond is? Cacao bevat stoffen die kunnen bijdragen aan de gezondheid, zoals het verlagen van de bloeddruk en verbeteren van de stofwisseling. Door het koud persen van de cacao blijven deze natuurlijke stoffen behouden. Tegenwoordig wordt cacao meestal verhit om er chocolade van te maken, en gaan de gezonde stoffen uit cacao grotendeels dus verloren.
Ingrediënten 1 blikje gecondenseerde melk (zoet) 125 gram margarine 2 eetlepels cacaopoeder Hagelslag/nootjes
Bereidingswijze 1. Meng de gecondenseerde melk, margarine en cacao in een ruime pan en breng het geheel aan de kook. Laat dit 4-5 minuten zachtjes koken en roer ondertussen goed. 2. Laat het mengsel op een plaat goed afkoelen (10-15 minuten) en maak er kleine balletjes van. 3. Rol deze balletjes door de hagelslag, nootjes of andere garnering. Serveer de brigadeiros in bonbonpapiertjes.
Doe mee en win Alle woorden uit de woordenlijst staan kriskras in het letterveld. De woorden lopen alle kanten op, ook diagonaal en achterstevoren. Letters kunnen meerdere keren gebruikt worden. Nadat u alle woorden heeft gevonden, vormen de resterende letters in de leesrichting de oplossing. Stuur deze oplossing o.v.v. naam, adres en leeftijd voor 1 augustus 2014 naar: Agriterra, Postbus 158, 6800 AD ARNHEM. Of mail de oplossing naar communicatie@ agriterra.org. Vanaf 5 augustus is de uitslag te vinden op www.agriterra.org. De winnaar ontvangt een leuke prijs.
aandachtspunten advies afrika afval agrarisch agripoolers agriterra armoede bevolking bewerking biobrandstof bodem boer cacao cacaobonen
V V A O K O I E R W F D A R K R W U A I L N I K T O E M I E T N K P L D I O M I A R A O T G E I K E
china chocolade consumptie cultuurgewas dorp duurzaam economie export faciliteiten focus geld gereedschap gesprek gezondheid handel
L A E R E L E S V E R W E R K I N G M M H T N T O
E N E D T E O I G E R R N N E E E O O S S L I A N
D B I D S G B B E W E R K I N G N E V M A K K S D
N B M J M E E I D O R A D E R I D C O A E N J I E
A E O I O L L R O U M O I E T E S K I R T T I N R
H V N W K O E V E B U Z E E S E E D P C S I L A N
O O O D R K I T O E R R E H C O N S C R T K E G E
herkomst inkomen innovatie internationaal kapmes kennis keten keuze kip kleinschalig klimaat kwaliteit landbouw lokaal man
N L C L E A S I L O D A Z T T O E U O A I L D R M
T K E E H A I A O R R S N A M G C I N A M E E O E
W I B R O L V V L T I Z C D A A A K S B U I T V R
I N O E T F F S U C O F I H S M C E U T L N S E S
K G D W A L A N D B O U W E A T A R M H E S R R C
K N E T E X P O R T T K I P N P O O P C R C E S H
E I M Z B D I E H R E V O E H I E F T U E H V C A
L V A E O K E U Z E D R R M T U N N I R N A W H P
melk mondiaal nut omzet ondernemerschap ontwikkelingsland oogst organisatie overheid regelgeving regio stimuleren suiker technologie teelt
I E R D T N M A N A E O A N I H C G E V E L I I L
N G R A E K D O R P R U T E C H N O L O G I E L I
G L E L E L O H E S A W E G R U U T L U C G K L N
S E T O L E E M E A A A N D A C H T S P U N T E N
L G I C T M A G R I P O O L E R S S E M P A K N G
A E R O O G S T E G D I N T E R N A T I O N A A L
N R G H C S I R A R G A N F A C I L I T E I T E N
thee toekomst verschillen verstedelijking verwerking visie voedingswaarde voedselvoorziening vrouw vruchtbaar wereldwijd wet zelfvoorzienend
D C A C A O B O N E N E D R A A W S G N I D E O V
…‘Derde Wereld’-landen niet-gebonden zijn? De term ‘Derde wereld’ stamt uit de Koude Oorlog van de vorige eeuw. De ‘Eerste Wereld’ waren de Westerse landen, de ‘Tweede Wereld’ het Oostblok, en de ‘Derde Wereld’ de landen die niet per se bij een van deze twee blokken hoorden: de zogenaamde niet-gebonden landen. ‘Derde Wereld’ is een term die men vaak ten onrechte gebruikt als over ontwikkelingslanden wordt gesproken.
… de helft van de Chinezen de nationale taal niet spreekt? De nationale taal in China is het MandarijnChinees. Van de 1,3 miljard Chinezen spreekt 47% deze taal niet. MandarijnChinees wordt met name in de grote steden en het oosten van China gesproken. In de andere delen van het land spreekt men vooral dialect of een andere taal.
… slechts 20 procent van de Sahara uit zand bestaat? Als men aan de Sahara denkt, zien de meeste mensen enorme zandvlaktes en grote zandduinen voor zich. In praktijk is echter maar 20% van deze woestijn zand. De rest is rots, steenpuin en grind en er zijn grote vlaktes met stof.
Koop uw boek via YouBeDo.com en steun Agriterra Koopt u uw boeken weleens via internet? Bestel uw boeken tegen dezelfde prijs bij YouBeDo.com en steun Agriterra met 10% van de verkoopprijs. Voor meer informatie ga naar www.YouBeDo.com.
Het ‘Agriterra-verhaal’ inspireert velen binnen maar ook buiten de agrarische sector. Directeur Kees Blokland was afgelopen voorjaar met zijn verhaal over Agriterra een van de inzenders voor de TEDxBinnenhof. Zijn pitch, waarin hij vertelt over zijn visie, haalde op internet de meeste publiekstemmen.
Visie Agriterra oogst bewondering
Kees Blokland inspireert met Agriterra-verhaal De rol van landbouw op de kaart zetten
Kees Blokland vertelt gepassioneerd over de drijfveren van ‘zijn’ Agriterra. Een gezonde landbouw ziet hij als de basis voor de ontwikkeling van een land. “En daar heeft landbouwland Nederland de wereld veel te bieden: hoogwaardige kennis om hoogwaardige producten te produceren, te verwerken en te vermarkten. Nederland heeft bovendien een sterke traditie van succesvolle coöperaties, landbouworganisaties en productiestructuren. Met deze ervaring kunnen wij een sleutelrol vervullen in de ontwikkeling van de landbouw in opkomende economieën.”
“Agriterra wil boeren in hun kracht zetten, zodat ze in staat zijn hun eigen belangen te behartigen en in te spelen op marktkansen. Wij dragen bij aan een goede infrastructuur en de mensen ter plekke pakken uiteindelijk zelf de handschoen op. De ondersteuning bestaat uit delen van de kennis en kunde door agrariërs en deskundigen uit het Nederlandse bedrijfsleven. Dat houdt in: met de laarzen aan mee het land in of met bestuurders aan tafel zitten en concrete plannen maken om de organisatie te versterken.”
Van ontwikkelingsland naar afzetmarkt
“Nederlandse bedrijven gaan tegenwoordig op zuidelijke continenten zoeken naar afzetmarkten, grondstoffen en investerings mogelijkheden. Door deze bedrijven in contact te brengen met lokale organisaties biedt dit mogelijkheden om de lokale economie te versterken. In toenemende mate zien we in Afrika een omslag van ontwikkelingsland naar afzetmarkt. Deze landen dragen zo bij aan de verdere ontwikkeling van de wereldeconomie. Daar profiteert uiteindelijk iedereen van. Ook de Nederlandse boer.”
Dit artikel is een samenvatting van het verhaal van Kees Blokland. Zijn originele pitch, in het Engels, kunt u bekijken op http://topfoodinnovators.nl/#pitches of via de QRcode.
@Agriterra Agriterra www.agriterra.org
Ondernemerschap in plaats van barmhartigheid