Hét Kennis- en Praktijkcentrum voor natuureducatie
NACC meeting: inspireert en verbindt
Hét Kennis- en Praktijkcentrum voor natuureducatie
September 2011 Amersfoort-Berlijn
Inleiding
In september 2011 vond in Amersfoort en Berlijn de tweede Europese conferentie over ‘Early childcare and nature education’ plaats. Deze werd georganiseerd door Veldwerk Nederland, in samenwerking met de Europese leiders van het internationale platform Nature Action Collaborative for Young Children (NACC): Claire Warden (Schotland) en Helle Nebelong (Denemarken). De missie van het NACC is kinderen wereldwijd weer in contact te brengen met natuur, doo r ontwikkelingsgerichte natuureducatie een duurzaam en verrijkend onderdeel te laten vormen in het dagelijkse leven van kinderen. Mensen en organisaties wereldwijd worden uitgenodigd zich aan te melden als lid, waarmee ze het initiatief ondersteunen en op de hoogte worden gehouden van wereldwijde relevante ontwikkelingen.
In Amersfoort (Nederland) en Berlijn (Duitsland) deden circa 30 pedagogen, ontwerpers en professionals uit de natuureducatie inspiratie op rond het thema kinderen en natuur. Lezingen, presentaties, reflectiemomenten, natuuractiviteiten en locatiebezoeken vormden de hoofdbestanddelen van het unieke programma. Tussen de verschillende programma onderdelen door was er genoeg tijd voor ontspanning en kennismaking met de beide, zo verschillende, steden. Eén ding hebben Amersfoort en Berlijn echter gemeen: het zijn beiden voorlopers als het gaat om beschikbare speelnatuur voor kinderen.
Hét Kennis- en Praktijkcentrum voor natuureducatie
De conferentie Dag 1 Op maandag opende Marc Veekamp (Veldwerk Nederland, lid leadership team NACC), de bijeenkomst. Hij schetste de doorsnee situatie in Nederland rondom kinderen en natuur: veel grijze stoeptegels, voor veel kinderen een grote afstand tot groen, angst voor uiteenlopende risico’s en beperkte toegankelijkheid van natuur. Tegelijkertijd liet hij ook zien welke veelbelovende ontwikkelingen er gaande zijn, met name in de kinderopvang. Elly Singer (ontwikkelingspsycholoog, Universiteit van Amsterdam en Utrecht, Nederland) gaf een inhoudelijke ‘aftrap’ door een pleidooi te houden voor het geven van tijd aan kinderen: laat programma’s niet leidend zijn, maar volg het tempo van de kinderen.
Helle Nebelong (voorzitter Danish Playground Association, tevens lid leadershipteam NACC en ontwerper, Denemarken) liet zien hoe in Denemarken kinderen betrokken worden bij het ontwerp van groene speelruimtes. Daarna vertelde Alfred Cybulska (Waldkindergarten Waldmäuse, Berlijn, Duitsland) hoe in zijn praktijk wordt omgegaan met risico’s en veiligheid. Genoeg input voor een flinke discussie in kleine groepen in de middag. De deelnemers, afkomstig uit Nederland, Duitsland, Engeland, Schotland, België, Denemarken, de Verenigde Staten en Australië, gebruikten in de discussie veelvuldig het zelf meegebrachte materiaal: foto’s, natuurlijke producten, werk van kinderen, foldermateriaal, etc. Daardoor kwam de uitwisseling tussen de deelnemers goed op gang. In de namiddag werd in twee groepen een natuurwandeling gemaakt in de nabijgelegen Soesterduinen. Onder leiding van Annelies Andringa en Meike Bulten (beiden werkzaam bij Veldwerk Nederland) werd een tweetal belevingsactiviteiten uitgevoerd. Dag 2. Dinsdag bezocht de groep drie bijzondere locaties in Amersfoort. De eerste locatie was kinderdagverblijf Klein Amersfoort van de SKA Amersfoort. Een paar jaar geleden zijn natuur en natuurlijke speelplaatsen belangrijke speerpunten binnen deze organisatie geworden. SKA werkt volgens de visie van ‘Groen is gras’, een project van Veldwerk Nederland. ‘Groen is Gras’ propageert dat natuurbeleving in de breedte wordt opgepakt: visie, beleid, werkplannen, inrichting, scholing, oudercommunicatie. Inmiddels zijn 8 van de 15 locaties van SKA Amersfoort voorzien van natuurlijke speelplekken. De andere locaties worden de komende jaren
Hét Kennis- en Praktijkcentrum voor natuureducatie
aangepast aan dit beleid. Om de medewerkers te bekwamen en te ondersteunen om de visie uit te kunnen dragen hebben zij trainingen gevolgd. De enthousiaste presentatie door SKA Amersfoort leverde stof tot discussie. Basisschool ’t Anker, met peuterspeelzaal en bso, was de tweede inspirerende locatie. De school heeft twee ontdektuinen, waarvan een moestuin en waterpartijen deel uitmaken. Zeker het Kleine Anker (groep 1 en 2), dat al een aantal jaren geleden een natuurlijke speelplaats kreeg, sprak enorm tot de verbeelding. Maar ook het Grote Anker (groep 3 t/m 8) is een voorbeeld voor scholen die werk willen maken van een groene speelomgeving. Hier staat de natuur in de tuin nog onder grote druk door het speelgedrag van de kinderen Derde locatie, die werd bezocht, was de openbare natuurspeelplaats Schothorst. Deze speelplaats is drie jaar geleden geopend en kinderen uit de hele stad kunnen de speelplaats bezoeken. Samen met de ernaast gelegen middeleeuwse boerderij gaf deze plek de deelnemers een gevoel van rust, ruimte en vrijheid. Met een rondvaart door de middeleeuwse binnenstad en een bezoekje aan één van de vele terrassen, werd het bezoek aan Amersfoort afgesloten. Dag 3. Woensdag werd er aan de hand van foto’s teruggekeken op de locatiebezoeken. De groene speelplekken in Amersfoort hebben een diepe indruk achtergelaten, en iedere deelnemer heeft inspiratie opgedaan voor de eigen werkplek. Claire Warden (Mindstretchers, Schotland, lid leadershipteam NACC) gaf een impressie van de afgelopen dagen in Amersfoort en de toekomst van het NACC. Claire vulde het betoog van Elly Singer aan om te pleiten voor het volgen van het tempo van kinderen. Daarnaast benadrukte zij het belang van het geven van vrijheid aan kinderen om zelf te ontdekken en te leren. Deze ochtend werd afgesloten door Gjalt Jellesma (voorzitter Boink Nederland, Belangenvereniging voor ouders in kinderopvang). Hij pleitte voor kwaliteit in de kinderopvang, door natuur een stevige plek te geven. Rond het middaguur reisden circa 20 deelnemers van
de conferentie per trein naar Berlijn, waar het programma werd voortgezet onder leiding van Serv Vinders en Ed Hoekstra (Childcare International, Nederland).
Hét Kennis- en Praktijkcentrum voor natuureducatie
Dag 4 Serv Vinders en Alfred Cybulska begonnen het programma met een introductie over de kinderopvang in Berlijn en de positie van natuur binnen de kinderopvang. Er werd onder andere ingegaan op de verschillende vormen van kinderopvang. De kinderopvang in Duitsland is opgedeeld in drie blokken: • • •
Voor kinderen van 0-3 jaar noemen ze de opvang ’Krippen’. Voor 3-6 jarigen zijn er Kindertagestatten (Kita’s) Gedurende de basisschoolperiode (kinderen van 6-12 jaar) is er de Hort (de buitenschoolse opvang)
De kinderopvang is, net als het onderwijs in Duitsland, een verantwoordelijkheid van de Länder (er zijn 17 verschillende Länder (deelstaten), zoals Nordrhein-Westfalen maar ook Berlijn). De Bondsregering heeft beperkte bevoegdheden ten aanzien van de kinderopvang. Alleen raamwetgeving ligt binnen hun verantwoordelijkheden. Voor het overige zijn de Länder autonoom. Deze taakverdeling heeft onder andere tot gevolg dat de kinderopvang in Duitsland zeer verschillend is gerealiseerd. Kinderen in de leeftijd 3 tot 6 jaar hebben recht op kinderopvang. Alle kinderen gaan 5 dagen in de week voor ongeveer 5 uur per dag naar de opvang. De ouders kiezen zelf naar welke opvang ze gaan. Voor kinderen in de leeftijd van 1 tot 3 jaar is de kinderopvang een recht, als allebei de ouders werken. Meer dan 95% van de kinderen in de leeftijdscategorie 3 tot 6 gaat naar de kinderopvang. Serv Vinders vertelde dat er in Duitsland veel gewerkt wordt aankwaliteits-verhoging van de pedagogisch medewerkers. Zo is er op vijf hogescholen een HBO opleiding leidster kinderopvang gestart. Daarnaast moeten studenten, die een MBO studie willen volgen, een ‘Abitur’ hebben, dat wil zeggen een middelbaar schoolniveau (men is dus 18 jaar). Door het hogere instapniveau te eisen wil men betere professionals in de kinderopvang brengen, zonder over te gaan tot een HBO niveau voor alle leidsters.
Hét Kennis- en Praktijkcentrum voor natuureducatie
Na de introductie was het tijd om naar de eerste locatie in Berlijn te gaan: Waldmaüse, de groene dagopvang van Alfred Cybulska.Waldmaüse heeft drie groepen: de Spielmaüse (1-3 jaar) en de Wurzelkinder en de Waldtrolle (3-6 jaar) Waldmaüse heeft een binnenlocatie maar men is zoveel mogelijk in het bos met de kinderen. Het team bestaat uit acht medewerkers met een natuurpedagogische achtergrond, of een onderwijsachtergrond. Een kokkin verzorgt de lunch van de kinderen. De deelnemers beleefden tijdens een boswandeling, met kinderen en pedagogen, de sfeer en werkwijze van deze speciale vorm van kinderopvang. Wat opviel was de houding van de pedagogisch medewerker en het zelfvertrouwen van de kinderen. De medewerkers straalden een enorme rust uit, ze lieten de dingen gebeuren en lieten de kinderen vrij. Ze durfden de structuur los te laten en gingen ontspannen om met veiligheid en risico’s. De kinderen kregen veel ruimte om dingen te doen zonder dat er iemand meteen ingreep. De medewerkers waren positief, vrolijk en erg kindgericht. Ze waren liefdevol met de kinderen bezig en gaven de begeleiding als dit nodig was. Het zelfvertrouwen van de kinderen viel eveneens op. De kinderen waren veelal zelfstandig buiten bezig en durfden veel, zoals timmeren, in bomen klimmen en vuur maken. De natuurlijke en vrije wijze waarop de kinderen zich in het bos begaven sprak tot ieders verbeelding. Na een warme maaltijd in het bos bezocht de groep Bauspielplatz Moorwiese in het oude Oost-Berlijn. Moorwiese is een naschoolse plek voor kinderen van 6 tot 14 jaar. In totaal kunnen er 20 tot 50 kinderen worden opgevangen. Moorwiese is zes dagen per week open en wordt financieel ondersteund door de deelstaat Berlijn. Het terrein beslaat 1.500 m2. Er is een groot meer waar de kinderen in kunnen vissen. Binnen Moorwiese is er veel aandacht voor vuur, bouwen en schieten (met bijvoorbeeld pijl en boog). Deze vierde conferentiedag werd afgesloten met een bezoek aan een BSO in Grünewald, die vanuit een mooie, houten caravan het omliggende bos als natuurlijk speelgebied gebruikt. In de avond hebben de deelnemers de voorstelling“Wunderkammer” in een Berlijns theater bezocht, waarmee de kennismaking met swinging Berlin een extra dimensie kreeg.
Hét Kennis- en Praktijkcentrum voor natuureducatie
Dag 5 De tweede dag in Berlijn bezochten de deelnemers drie uiteenlopende locaties. De eerste was een natuurkinderopvang in het noorden van de stad. Een deel van de groep liep met de jongste kinderen (1-3 jaar) een oud stadspark in, het andere deel reisde met de oudere kinderen (3-5 jaar) per bus naar een natuurgebied, waar ruim tijd was om kennis te nemen van de werkwijze van deze natuurkinderopvang. Veel indruk maakte de demonstratie van een 3-jarige over het omgaan met een zakmes, het enige materiaal dat de kinderen gebruiken. De natuur levert al het andere materiaal. Een bezoek aan een natuurspeelplaats van het initiatief Grün macht Schule en een kinderopvang in een oude, verbouwde parkeergarage in Kreuzberg, vormden de afsluitende twee locatiebezoeken. Bijzonder aan de parkeergarage was niet alleen de mooi vormgegeven binnenruimtes maar zeker ook het groene dakterras.
Deze succesvolle meeting in Nederland en Berlijn krijgt een vervolg in 2013. Het NACC organiseert dan de Europese meeting in Denemarken