1 Kennis en kunde Praktijkboek voor levenswijsheid Subtitel Het blauwe boekje van Plume
Praktische informatie voor jongeren (en iedereen) In het blauwe boekje ‘Kennis en kunde’ worden, voor jongelui die op eigen benen komen te staan, maar ook voor anderen belangrijke zaken voor het leven beschreven. De kernachtig en gemakkelijk leesbare uiteenzettingen in dit naslagwerkje staan op slechts enkele pagina’s per onderwerp. Kennis van zaken is vergelijkbaar met goed gereedschap. Denk maar aan die domme houthakker, die van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat met een botte bijl stond te kappen; hij gunde zich geen tijd zijn bijl te slijpen. En hij verloor daardoor juist méér tijd. Nuttige kennis moet gemakkelijk toegankelijk zijn; …. is zelfs onmisbaar in de maatschappij van nu. Voor het gebruik van een apparaat krijg je een instructie; echter om te weten hoe je moet handelen bij wat je allemaal kan overkomen ontvang je maar amper informatie. In dit internetboek zijn praktische handleidingen beschreven voor vele kwesties in het leven. Naar een onderwerp in dit boek gaan, gaat gemakkelijk met het bladzijde nummer van het gekozen onderwerp. Direct een onderwerp uitprinten doe je door dat te selecteren en vervolgens dat met je printer af te drukken met Ctrl+P of via het menu file → print.
2 In de inhoudsopgave hieronder is naast het onderwerp steeds het bladzijde nummer vermeld. geluk-4; liefhebben-10; trouwen-19;opvoeden-24; communicatie-35; vergaderen-40; toespraak-43; onderhandelen-45; huishoudbudget-48; verzekeren-52; conflicten-56; echtscheiding-63; voeding-68; gezondheid-74; conditie-78; slapen-84; roken-89; alcohol-92; drugs-96; hartkwalen-101; kanker-103; stress-109; overlijden-114; emoties-117; angst-122; verdriet-127; sollicitatie-131; carrière-135; veiligheid-140; time management-143; plannen maken-147; beslissen-151; nipselalbum-157; trefwoorden-161; informatie-161 Bedankt voor jouw bezoek. Heeft een onderwerp je speciaal aangesproken? Wil je dan het adres van deze site:< www.hplume.nl >, s.v.p. mailen naar vrienden? Het auteursrecht wordt daardoor niet geschonden. Een tekstvoorstel in zo’n mail is: Vele kernachtig en gemakkelijk leesbare uiteenzettingen in dit naslagwerkje staan op slechts enkele pagina’s per onderwerp en worden beëindigd met ervaringsuitspraken. Eventueel kun je jouw bericht aanvullen met een eigen aanbeveling. PS.: Zet dat adres <www.hplume.nl> wel helemaal bovenin je browser; met zoeken via Google verschijnt er namelijk reclame van veel naamgenoten van Plume. Kennis en ervaring behoren toch ook gratis ter beschikking te zijn? Wil je dit project ondersteunen dan kun je een vrijwillige bijdrage van één euro storten voor research en onkosten op bankrekening 3745297 Het adres voor discussie en / of verbeteringen is <
[email protected] > NB: Ter voorkoming van misbruik door geautomatiseerde zoekmachines is het e-mailadres uitgebreid met de letters GEENSP AM; die letters moeten natuurlijk worden weggehaald. Om de juiste weg te vinden bij reizen, fietsen of wandelen blijkt telkens hoe belangrijk, ja onmisbaar een goede routebeschrijving of een gedetailleerde landkaart is. Zo is het nu ook in het leven; het kunnen beschikken over informatie is heel praktisch en in feite onontbeerlijk. In 'Kennis en kunde' staat beschreven hoe je kunt omgaan met allerlei zaken. In wezen kun je de problematiek van het vinden van de juiste weg dan ook heel goed vergelijken met kwesties in het leven. Enkele voorbeelden daarvan zijn: Je wordt smoorverliefd, de hormonen gieren door je lijf, maar is het wel echte liefde? Lees het hoofdstuk over liefhebben. Hoe omgaan met conflicten en met kritiek geven / ontvangen? Het hoofdstuk over conflicten kan je goed op weg helpen. In het bos zien we een hinde (wijfjeshert) links en rechts kijken of de kust veilig is, en ja hoor, dan loopt ze verder en achter haar aan komt een hertenkalfje. Voorbeeldgedrag zoals die hinde deed - is kindvriendelijk bij het opvoeden. Hoofdstuk opvoeden gaat daarover. Te hoge werkdruk of onvoldoende mentale weerbaarheid kan je flink te pakken hebben. Wonderolie bestaat hiervoor niet, maar in het hoofdstuk over stress staat daarover veel
3 zinnigs. - Hoe ga je om met onaangenaam werk? Hoofdstuk carrière kan je de ogen openen. Verschillende mogelijkheden bedenken en daaruit kiezen maakt beslissen altijd gemakkelijker, of het nu gaat om aanschaf van een auto, een huis, of het aangaan van een relatie. Zie hoofdstuk beslissen. Een echt blitse auto van mijn heit zie je aan het einde. Met alcohol kun je gemakkelijk de verkeerde weg inslaan, en dan moet je een héél eind lopen! Hoofdstuk alcohol moet je beslist eens doornemen.
Het oude spreekwoord 'Goed gereedschap is het halve werk' geldt zéker ook bij vraagstukken in de praktijk van het leven. 'Kennis en kunde' is een soort naslagwerkje voor je levenspad. Het is niet bedoeld om erachter te komen hoe het móét, maar om te weten te komen hoe het kán! Wist je: In kennis investeren levert nog steeds de hoogste rente op. (Benjamin Franklin 1706 – 1790 o.a. uitvinder van de bliksemafleider.) Doen wordt ervaring en dat wordt kunde. (Plume) © Deze praktische info voor de jongeren die het ouderlijk huis verlaten is uitdrukkelijk auteursrechtelijk beschermd. Elke aansprakelijkheid voor schade als gevolg van eventuele fouten, onvolledigheden of onjuistheden wordt afgewezen. De genoemde instanties dragen geen verantwoordelijkheid voor de respectievelijke inhoud van de onderwerpen. Jongste revisiedatum 7-6-2014
4 Geluk Geluk is hetgeen we anderen toewensen bij allerlei gelegenheden. Trouwens, ook wij zelf streven ernaar, en 't liefst naar dát van duurzame aard. Deze drang zit in ieder mens. Is rijkdom, bezit, kennis, genot, of maatschappelijke positie het “einde”, of is het juist een goede gezondheid die ons gelukkig maakt? De maat is essentieel, want óngelukkig kan men zich ook voelen terwijl men zeer rijk is; en een geléérd mens kan toch diep ongelukkig zijn. Met andere woorden: het lijkt niet alleen van materiële zaken of van kennis afhankelijk te zijn. Is creativiteit of zelfontplooiing uiteindelijk het belangrijkste? Of is afwezigheid van ongeluk al geluk? Dergelijke vragen zijn van alle tijden. Toch heeft niemand er ooit een algemeen aanvaard antwoord op gevonden. Om enige vat op dit thema te krijgen, wordt hier wat dieper ingegaan op dit begrip. De meest bekende betekenissen zijn: Gunstig toeval. Fortuin in de zin van gunstige loop der omstandigheden. De aangename toestand waarin men al zijn wensen en verlangens bevredigd ziet. De laatste betekenis spreekt ons wellicht het meest aan. Bij nadere beschouwing is er echter, wat bereikbaarheid betreft, overeenkomst met de kwestie: “Hoe ontvlucht iemand zijn schaduw”. Immers, alle wensen bevredigd willen zien, is zowel materieel als geestelijk een nooit eindigend verlangen. Je blijvend gelukkig voelen is één van de moeilijkste levenshoudingen. Bij kansspelen hoopt men op een gunstig toeval; bij “geheim” geluk bepalen bovennatuurlijke krachten het moment of de omstandigheden voor het fortuin. Tevreden zijn: het “geluk van het genoeg”, zou een kunst genoemd kunnen worden. Is succes afdwingbaar, zoals dit in de zakenwereld wordt genoemd? Positief denken is een wezenlijke bouwsteen voor het geluksgevoel. Brengt het werk van de filosofen ons verder? En ten slotte: valt het je in de schoot of moet je eraan werken? Over die onderwerpen gaat het in dit hoofdstuk. Geluk van het kansspel: De belangstelling voor loterijen, casino’s en gokkasten wordt gevoed door onze hebzucht. Reclame voor kansspelen prikkelt juist die begeerte. In totaliteit zetten de spelers veel meer geld in dan er ooit uitgekeerd wordt. Er blijft namelijk heel wat aan de strijkstok hangen. De individuele speler denkt de hoofdprijs, of desnoods een troostprijs te winnen. De kans op de hoogste prijs is echter uiterst klein. Bij enkele bekende loterijen is deze slechts: 1 op 2.500.000 en 1 op 3.000.000 (drie miljoen). Spelers sluiten hun ogen voor dit geringe uitzicht op geluk. Er zijn overigens daarbij wel twee dingen bijna zeker, namelijk: Verlies; het gemiddelde verlies is vaak wel 30 tot 50% van de inzet, en: Illusie; omdat het geluk toch wel een kéér zal toeslaan, worden luchtkastelen alvast gebouwd. Die droombeelden worden duur betaald! “Geheim” Geluk: Het geloof in bovennatuurlijke krachten is ook in onze westerse wereld wijd verspreid. Enkele bekende voorbeelden van mogelijk onheil zijn: vrijdag de dertiende is een ongeluksdag. Onder een ladder doorlopen brengt een ramp. In de sterren staat mijn
5 toekomst beschreven. Met deze talisman voorkom ik onheil. Daarnaast zijn er ook fortuin brengende bovennatuurlijke krachten: Een hoefijzer als symbool voor geluk. De meest gunstige beslissing nemen met behulp van tarotkaarten. Door astrologen laten uitrekenen wanneer het tij gunstig is voor een bepaalde activiteit. Wie er niet in gelooft, beschouwt al dat soort voorspellingen als toverkunst. Wie er wél waarde aan hecht, kent de stelling dat er meer is tussen hemel en aarde dan wat we kunnen waarnemen. Duiding op genoemde manier zal dan ook wel juist zijn vinden zij. Een overtuiging veranderen betreffende al of niet geschiktheid van deze methode voor prognose, is bijkans onbegonnen werk. Geluk van het genoeg: Indien alle wensen gehonoreerd zouden zijn, zou je kunnen spreken van “het geluk van het genoeg”. De behoeften van de mens hebben een hiërarchie; eerst moeten lagere behoeften bevredigd worden, voordat hogere aan de beurt komen. Volgens Maslow (A. Maslow, 1908 - 1970, Amerikaans psycholoog) kan men zijn mogelijkheden tot zelfverwerkelijking pas ontwikkelen, nadat voldaan is aan zijn basisbehoeften. Zelfverwerkelijking houdt in: het streven naar kennis, creativiteit en zelfontplooiing. Het bereiken van deze situatie is een gecompliceerd proces. Zelfverwerkelijking is in feite een ontwikkeling naar volwassenheid in alle opzichten. Uiteindelijk ontstaat er een meer complete en rijpere persoonlijkheid. De rangorde van eerder genoemde behoeften wordt weergegeven in de “driehoek” of “piramide” van Maslow:
Hogere behoeften 5 Z e l f v e r w e r k e l ij k i n g 4 Zelfrespect, respect voor anderen 3 Liefde, saamhorigheid, communicatie 2 Bescherming, veiligheid en zekerheid 1 Lich. behoeften (eten, drinken, warmte, slapen) ----------------------------------------------------------BEHOEFTEPIRAMIDE
Pas wanneer de lagere behoeften voldoende bevredigd zijn (men genoeg heeft), is men toe aan hogere. Een logische vraag is dan: Hoeveel is genoeg? Die vraag is niet objectief te beantwoorden. In een bepaalde situatie zal iemand na een minimale hoeveelheid eten al verzadigd zijn, terwijl een ander in diezelfde omstandigheid “luxe” eist om voldaan te zijn. Met andere woorden: het genoeg voor de één kan voor de ander lang niet voldoende zijn. Wat genoeg is, weet men pas, als men dat zélf ervaren heeft. Afdwingbaar geluk: Een toenemend aantal lieden in handel en industrie is de mening toegedaan dat zakelijk geluk kan worden afgedwongen. Om te leren hoe dat moet, worden er vele dure seminars gehouden. Behalve een passend en goed product is de allerbelangrijkste voorwaarde voor succes: Persoonlijkheid en vooral: …. persoonlijke uitstraling, zo wordt onderwezen.
6
De drie bouwstenen voor die houding zijn: Fit en vitaal zijn. Je hebt dan een helderder en creatievere kijk op potentiële kansen. Geloof en vertrouwen in je activiteit. Laat onzekerheden niet blijken, maar straal sterke wilskracht en standvastigheid uit. Gebeurtenissen positief interpreteren. Richt je aandacht op de bruikbare aspecten van het voorval. Neem veiligheidsmaatregelen tegen gevaren die erdoor kunnen ontstaan. Laat nooit, door welke gebeurtenis dan ook, je stemming bederven. Het vorenstaande is in het bijzonder gericht op de positieve kant van een zaak. Dat is precies waar de reclame voor een product op inspeelt. Deze laat immers ook altijd alleen maar de positieve kanten of gewenste eigenschappen zien. Geluk van positief denken: Kort na de wereldoorlog II werd door Norman Vincent Peale het boek “De kracht van positief denken” gepubliceerd. Men leert daarin het zelfvertrouwen verhogen, aan het eigen geluk te werken, persoonlijke problemen op te lossen, te ontspannen, en waardering te verkrijgen. Hij stelt daarin: “Positieve gedachten wekken positieve krachten op, die op hun beurt positieve resultaten geven.” Dagelijkse problemen en gevoelens van wrok of falen kunnen overheersen. Ze bevorderen dat men zich ongelukkig gaat voelen. Natuurlijk kent het leven naast goede, ook kwade tijden. Soms komt er wel erg veel op je af. In plaats van nare gevoelens over tegenspoed kan geleerd worden ze desondanks mentaal te beheersen. Het opnieuw, en anders onder woorden brengen van de oude wijsheid van filosofen, dat de gedáchte over een feit bepalend is voor het gevoel daarover (hetzij ongelukkig, of angstig), deed na kennisname hiervan velen steigeren. Kunnen we feiten door denken veranderen? Welnee, natuurlijk niet. Het gaat erom hóé we ermee omgaan. Het feit zélf kan niet veranderd worden. Blijven staan bij de vervelende gedachtegang maakt teleurstellingen alleen maar erger. “Op verzuurde grond wil niets meer groeien”, wordt wel gezegd. Met positief denken kan de knop omgezet worden; kun je er het beste van maken. Dat is het principe dat Norman Vincent Peale, en velen na hem, ons leerden. Het is veel meer een houding: hoe ga je met feiten om, in plaats van al of niet “objectieve” interpretatie ervan. Zowel op het werk als thuis moet je positief denken praktiseren, op straffe van innerlijke gespletenheid. Dat wil zeggen dat je moet leren negatieve gedachten te negeren. – Bijvoorbeeld zoiets van: “Gedachte, je bent er wel, maar het is nu even niet jouw beurt.” – Daartoe moet langdurig getraind worden in de richting van het positieve. Feiten blijven feiten; de ogen sluiten voor de realiteit is zeker niet de bedoeling. Als de zon schijnt, is er een zonkant en een schaduwzijde. Alleen het accentueren van het nuttige aspect vindt plaats bij positief denken. Training van deze denktrant kan als volgt plaatsvinden: input: andere kijk erop output: nieuw oordeel met perspectief; input: ander oordeel output: gevoel zonder wrok, angst, schuld;
7 input: ander gevoel
output: groei naar harmonie.
Zorg ervoor dat de vroegere onbalans, de negatieve interpretatie, met wortel en tak uitgeroeid wordt, opdat een dergelijke afbrekende gedachte niet tóch weer de kop opsteekt. Zorgelijkheid, wrok, gebrek aan zelfvertrouwen, egoïsme en aarzeling; jaag ze allemaal weg uit je hoofd. Zoek naar creativiteit, enthousiasme, blijheid, opgewektheid en moed. En vooral: glimlach tegen vandaag: Dit is de eerste dag van de rest van je leven! Geluk in de filosofie: Oudgriekse filosofen (Plato, Aristoteles, Epicurus en anderen) betoogden dat het goede leven ligt in evenwicht en harmonieuze realisatie van al onze capaciteiten, in een rationele levenswijze en in het beheersen van wensen en impulsen. Geluk is een onderwerp waarmee filosofen zich sinds mensenheugenis hebben beziggehouden. De toestand van totale levensvervulling en bevrediging gold bij de oude Grieken als doel voor het handelen, waarbij men aannam dat deugd gelukkig maakt. Kant (Immanuel Kant 1724 - 1804 filosoof) heeft eerder plichtsbetrachting dan het streven naar gelukzaligheid als norm voor levenswandel willen stellen. Er werden drie begrippen gehanteerd: Plezier, genot, lust (hèdonè) Welzijn, welbevinden (eudaimonia) Gelukzaligheid (makariotès) 1 Bij het eerstgenoemde begrip, hedonisme, is de opvatting dat het enkel genot zoeken (genot, plezier, lust, bevrediging van behoeften) geluk betekent. De tegenwoordige samenleving is helemaal doordrongen van bevrediging van materiële en immateriële wensen. Men is voornamelijk sterk gericht op het hebben. De reclame zorgt er wel voor dat de begeerte naar al die zaken voortdurend aangewakkerd wordt. 1 Gehecht zijn aan wat dan ook of onvervulde verlangens (begeerten) zijn er vaak de oorzaak van dat je je niet gelukkig voelt. Een hertaald Oosters verhaal over dat verknocht zijn aan bezit is leerzaam in dit verband. Het verhaal gaat als volgt: In de toeristenstad op een van de vele bankjes zit Hein. Aan zijn houding en gezicht is te zien dat er wat schort. Als Malloot langs komt en vraagt wat er aan de hand is zegt Hein openhartig: “Ik ben zo arm als Job, daarom ben ik zo ongelukkig. Mijn enig bezit is wat in die tas daar zit.” “Ach zo” zegt Hein. Even is het stil. Dan ineens grijpt Malloot de tas en gaat er op een draf vandoor!! Nauwelijks bekomen van de schrik gaat Hein de dief achterna. Na korte tijd, en Hein wordt al moe, ziet hij zijn eigen tas op straat liggen. “Wat een geluk, wat ben ik blij dat ik mijn spullen weer terug heb.” roept hij. Daarop komt Malloot uit een steegje, waar hij zich verborgen had, en constateert: “Eigenaardig, daarnet was je diep ongelukkig met hetzelfde en nu ben je weer blij ermee!” Je staat er vaak niet bij stil dat je geen pech hebt:
1 Koopziekte is er een uitwas van
8 Wat voel je je rot als je kiespijn hebt. Geluk is dan ver te zoeken. Je voelt je werkelijk ongelukkig. Naderhand vind je het natuurlijk heel gewoon geen kiespijn te hebben. Eigenlijk is dat toch ook geluk nietwaar? De les van deze twee schetsen is: Hoe je erover denkt is doorslaggevend. In oude islamitische culturen zie je woningen met prachtige inpandige tuinen. Een gedachte daarachter is: Als het binnen bij jou er maar goed uitziet. Welzijn zit ook in je binnenste. Geluk vinden we vast niet door verlangens te koesteren en aan te wakkeren, maar juist door begeerten te verminderen. Anders gezegd: door te onthechten. In oude tijden werden de “geneugten” door Augustinus en zijn volgelingen in een kwaad daglicht gesteld. In China werd vroeger (?) schamper opgemerkt, dat in het Westen talloze onnodige dingen te koop zijn. Gelukkig wint belangstelling voor welzijn geleidelijk terrein. “Het bezit van de zaak is immers vaak ook het einde van het vermaak. 2 Welzijn staat voor welvaart, goede lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het woord welbevinden komt daar eigenlijk nog dichter bij en heeft verwantschap met gevoelens en wensen. Totale ontplooiing van je mogelijkheden, waardoor ook een meer complete en rijpere persoonlijkheid ontstaat, is de meest ideale toestand voor het creëren van geluk. Dat is een nú meer gehoorde opvatting. 3 Gelukzaligheid vooronderstelt een tweedeling van lichaam en geest. Het heeft betrekking op geluk van de voortlevende ziel en is het hoogste doel van het menselijk leven in de opvatting van het geloof. De kern van genoemde drie begrippen is op de keper beschouwd verwant met de werkwoorden: “hebben, zijn, worden”. Men vindt in de literatuur van de filosofie talrijke beschouwingen over geluk en hoe dat te bereiken is. (Zie literatuuropgave.) In het kader van dit werk kan niet dieper worden ingegaan op de diverse vroegere− en moderne opvattingen. Werken aan geluk: “Geluk is niet te koop, je moet het hebben” en “als je geluk hebt, kun je met een kwartje de wereld rond”. Dit zijn beide uitdrukkingen die een kern van waarheid bevatten, zoals dat met gezegden meestal het geval is. Eensdeels schijnt het niet van jezelf afhankelijk te zijn zoals bij loterijen; anderdeels lijkt het een gevolg te zijn van jouw gedachte daarover. (Zie Citaten) Er zijn kennelijk meerdere invalshoeken voor de condities van geluk. Gezegd wordt dat geluk op de rug van activiteiten komt; je moet er als het ware vóór en áán werken. Men meent vaak dat geluk afhankelijk is van omstandigheden, van anderen, van karakter, van mogelijke tegenslag of van je gevoel. Ten slotte zou ook de invloed van bereikt succes, en vooral van liefde niet onderschat mogen worden. Ziedaar een schets van de vele, vermeende omstandigheden voor geluk. In Chinese literatuur vind je de stelling: Geluksgevoel is gebaseerd op harmonie. Dat wil zeggen dat je op basis van evenwichtigheid weet om te gaan met de realiteit en met het immateriële. Het werken hieraan houdt in: je richten op harmonie met de eerder genoemde omstandigheden. Het vinden van een juiste balans erin is een moeilijk en langdurig proces.
9
De voldoening die bereikt wordt wanneer een klein pasje voorwaarts is gezet op deze weg, betekent zeker geluk. Wie daaraan stapje voor stapje moet gaan werken, en welke hulp daarbij ingeroepen kan worden, zijn uiterst belangrijke vragen.
Wellicht helpt je daartoe de aanschaf van een klein spiegeltje........... om de eerstverantwoordelijke en tevens de allesbepalende werker te ontdekken!
Citaten: Het geluk is weliswaar met de domme, maar om gelukkig te zijn, dáár heeft men verstand voor nodig. (Fliegende Blätter) Men lijdt meer aan niet te hebben wat men verlangt, dan men geniet van iets dat men heeft. (Rémy Montalée) Tevredenheid gaat boven rijkdom. (Spreekwoord) Geluk is er al, pluk het maar. (Plume) Slechts hij is gelukkig, die denkt dat hij het ís. (Seneca, Romeins dichter en wijsgeer; stoïcijn) Het geheim van het behoud van geluk is: elke dag voedsel geven aan onze liefde. (Thich Naht Hanh)
Literatuur: SISO-nummer 172
(zie inleiding)
* Filosofie van het geluk - Het Spectrum - Henk Vos - ISBN 90 274 5558 9 * De kracht van positief denken - Norman Vincent Peale - ISBN 90 6057 831-7
Jongste revisiedatum 3-6-2014
10 Liefhebben en vriendschap Als tiener denk je dat niets zo gemakkelijk is als liefhebben. Plotseling overvalt liefde je voor een vriendje als een uiterst opwindend gevoel; je hart gaat sneller kloppen en er komt een geluksgevoel in heel je lijf en leden. Verliefdheid ontstaat niet op iemand die aan al je eisen voldoet, maar bij wie je alle eisen vanzelf loslaat. In dit hoofdstuk wordt liefhebben en de ontplooiing daarvan tot ware liefde beschreven. Vriendschap is in principe met liefhebben verwant, daarop wordt aansluitend nader ingegaan. Liefhebben Hierboven werd geduid op verliefdheid van een jong stelletje. De rozengeur en maneschijn van het prille begin (het amateurisme) kan heel goed overgaan in werkelijke liefde (het vakmanschap), mits je die kunst verstaat. “Liefhebben is een kunst” schrijft Erich Fromm in een van zijn boeken. (Zie literatuuropgave.). Om die kunst meester te worden is theorie nodig en daarnaast oefening in de praktijk, en bovenal de wil je ervoor in te zetten. Theorie Het is belangrijk te weten hoe prille verliefdheid naar ware liefde toegroeit. De theorie luidt: Je spreekt van liefde als een relatie gericht is op groei in het samenleven, zorgdragend voor het geluk van elkaar, waarbij ieder zijn integriteit (onkreukbaarheid) en zijn individualiteit (eigen aard, persoonlijke karakter) bewaart. Dat betekent dus een liefdesverhouding tussen gelijkwaardige personen. Je kunt het ook zo zeggen: Twee mensen groeien tot een éénheid en blijven toch twee. Een zaak, een ding, een dienst kun je kopen, ware liefde is voor geen prijs te koop; het is er alleen als je het samen wilt. Schoonheid en aantrekkelijkheid, genot en uitstraling werken weliswaar als een magneet, maar zijn geen duurzaam fundament voor een goede relatie. Het gaat om het innerlijk, om het wezen van die persoon! Liefhebben heeft twee onafscheidelijke kanten, liefde geven en bemind worden. Het ene kan niet zonder het andere. Creativiteit en voortdurende groei zijn noodzaak. Ware liefde is namelijk in wezen niet een gevoel, maar een activiteit die de beste eigenschappen bij beiden stimuleert. Deze kan slechts in vrijheid worden beoefend, maar nooit afgedwongen. Het kan beschouwd worden als geven. Dit is één van de mooiste menselijke vermogens. Als het gedaan wordt uit liefde maakt het je blij en gelukkig; je stroomt ervan over. Vreugde, maar alles, ook verdriet en alle andere gevoelens wil je samen delen. Geven voelt hier waarachtig als ontvangen. Behalve liefdesverklaringen in allerlei toonaarden zijn er een vijftal meer concrete manieren van geven aan je geliefde. Het zijn onderstaande blijken van genegenheid elk met enkele voorbeelden:
11
Interesse Echt luisteren Aandacht geven Medeleven tonen
Activiteit Hoffelijk zijn Iets doen Hulp verlenen
Schenken Cadeautjes Bloemen Sieraden
Gevoel Aanraking Omarming Er zijn
Bewondering Complimenteren Prijzen Aanmoedigen
Wát een heerlijk gevoel geeft, is voor iedereen weer anders; en weet: Verrassing gaat boven sleur. Het is trouwens een leuke bezigheid dat uit te proberen. Wat je partner op prijs stelt is bijna altijd iets anders dan waar jij van houdt. Ook bij de meest intieme daad, de geslachtsdaad, staat het geven voorop. Bij de paring gééft de man tijdens het orgasme zijn zaad aan de vrouw. De vrouw gééft toegang tot het centrum van haar vrouw zijn voor haar orgasme. Samen beleven ze de “eenwording”. De fijnste gevoelens voor elkaar worden ermee bezegeld. (Zie in “Gezondheid” hygiëne safe seks) De meest fundamentele hartstocht, nodig voor de instandhouding van de mensheid, dient een uiting van liefde te zijn. Het respecteren van de verlangens van elkaar dient hierbij voorop te staan. De wil van de ander, laat staan de eis, om iets op te geven of op te offeren behoort niet tot het bedoelde geven. Indien iets al nagelaten zou moeten worden, moet het besluit daartoe door jou zélf, en in volle vrijheid genomen worden. Een onwaarachtige vorm van de kunst van liefhebben is die, waarbij één van tweeën zich onderwerpt aan de ander, alles accepteert en zelf zodoende het zelfrespect verliest. Je maakt je dan tot instrument van je “liefhebber” en behoeft zelf niet meer creatief bezig te zijn. In feite ben je dan verworden tot een lustobject. Trouwens, ook het tegenovergestelde, de (over)heersende vorm, waarbij je de ander uitbuit, vernedert of tot werktuig maakt, is respectloos en van hetzelfde laken een pak. Om een ster te worden in liefhebben volgen hier vijf fundamenten en vier bekwaamheden. Fundamenten Geven
Respect
Inzicht
Liefde moet van beide kanten komen. Liefde geven en ontvangen is alsof de warmte van de zon aan twee kanten gevoeld wordt. Liefhebben is gegrondvest op vijf fundamenten aangegeven rondom de ster hiernaast. Na het al besproken geven worden de andere punten
12 Zorg
Verantwoordelijkheid
hieronder kort verduidelijkt.
Respect hebben voor de ander, betekent je vriend(in) in zijn/haar waarde laten; hem/haar aanvaarden zoals hij/zij is. Als een gedraging echter de ander hindert, mag er best een inspanning geleverd worden om de scherpste kantjes daarvan glad te strijken. Jezelf veranderen is al uiterst moeilijk, je partner veranderen is een heksentoer. Toon begrip voor elkaar en gun elkaar de tijd. Het is beter een succesje in verandering te roemen dan elke misser te verdoemen. Achting voor elkaar groeit zelfs na een heuse confrontatie gevolgd door verzoening. Inzicht; de drie fundamenten: zorg, verantwoordelijkheid en respect kunnen niet zonder inzicht in het wezen van die kameraad, elkaar werkelijk kennen. Dit is annex met het motto “ken uzelf” van Delphi. Net als jezelf kennen is dat een vrijwel levenslange opgave om voor de ander liefdevol begrip op te brengen. Zorg, bezorgdheid voor het welzijn, het welbevinden van de ander, kan misschien vergeleken worden met de zorg van de moeder voor haar baby; zij heeft het beste voor met haar kind. Maar pas op, overdaad net als bij de opvoeding staat groei naar volwassenheid in de weg. Zorg bij liefhebben betekent dat de mogelijkheden van je vriend(in) verwerkelijkt kúnnen worden. Verantwoordelijkheid in dit verband heeft met antwoorden op de behoeften van de geliefde te maken. Dit mag echter niet ontaarden in uitersten. Te ver gaat bijvoorbeeld het denken voor de ander, of bij overdrijving: bedillerigheid. Dat zou in strijd zijn met respect. “Soort zoekt soort” is een gezegde dat zou inhouden dat geliefden “gelijk” zouden moeten zijn. Dat stoelt niet op een theorie; het is wel een vaak gehoorde mening. Het ten diepste kennen/begrijpen van elkaar is van groot belang voor de vraag of je bij elkaar hoort. Zo verduidelijkt heeft het gezegde toch wel waarde, mede in het besef dat je allebei “een mens op weg” bent. In elke relatie vormt de ontwikkeling van genoemde vijf fundamenten een nooit eindigende activiteit. Ze dienen natuurlijk wel in onderlinge samenhang geleerd te worden. Over geen enkel ander onderwerp is zoveel gedicht en geschreven – en ook op muziek gezet – als over liefde en liefhebben. Daaruit blijkt dat ieder mens ernaar hunkert. Of het nu gaat om liefde tot je partner of de medemens, of religieuze toewijding; in alle gevallen is het streven universeel. Evenals groei naar een evenwichtige persoonlijkheid, is harmonieus liefhebben afhankelijk van je wil, je toewijding tot die kunst. Met nadruk moet hieronder langdurige en voortdúrende toewijding worden verstaan. Het nú vurig wensen is slechts één facet. Net als bij een diamant heeft beminnen vele facetten. Al die aspecten steeds verder ontwikkelen versterkt de onderlinge band. Bezig zijn met verdieping van het liefhebben maakt je ook gelukkig. Het werken eraan doet je beseffen dat er nog veel te leren is en dat het opdoen van ervaring essentieel is. Praktijk
13 Hoewel praktijk geleerd wordt door oefening en niet beschreven kan worden, valt er toch wel iets over te zeggen. Net als bij de opleiding tot vakman is het nodig je enige vaardigheden eigen te maken. Een elektricien die de wet van Ohm kent, moet tevens door oefening leren een apparaat goed aan te sluiten. Ook bij liefhebben is training noodzaak, en wel in 4 bekwaamheden: Bekwaamheden Ook deze bekwaamheden zijn alle vier van wezenlijk belang om die bijzondere kunst meester te worden. Er bestaat beslist geen maat of norm voor. Geen mens, en ook geen relatie is immers gelijk. Je wilt elkaars rechterhand zijn
Om misverstanden te voorkomen worden deze vier begrippen ook enigszins toegelicht. Toewijding: betekent met volledige overgave zich geven aan je geliefde; andere woorden in dit verband zijn: er een heilige zaak van maken; eeuwig volhouden; echt willen. Deze instelling heeft net als een plant voeding en tijd nodig om tot bloei te kunnen komen. Liefdevolle loyaliteit betekent ook dat rekenschap aan elkaar afgelegd kan worden voor alle daden. Concentratie: bundeling van al je aandacht op de ander. Doeltreffend is het je te richten op één punt van aandacht. Studeren met een interessant programma op de TV lukt niet; je wordt daardoor geheid teveel afgeleid. Bij concentratie op één gedachte, één mening wordt je denken als het ware vastgespijkerd op dat onderwerp. Dit werkt cumulatief, ongeveer zoals men vaak denkt dat een sneeuwbal op een helling uitgroeit tot een lawine. (Lawines ontstaan echter hoogstwaarschijnlijk door afschuiving van massa's.) Ongetwijfeld geldt: oefening is de beste leermeester. Discipline: acht uren arbeid per dag wordt met discipline verricht omdat je vindt dat het zo hoort. Jezelf ertoe zetten is beslist nodig om iets goed, beter, of zelfs op zijn best te doen. Het hoort zo, om welke reden dan ook. Regelmaat die je jezelf gedisciplineerd oplegt, ervaar je na verloop van tijd zelfs als prettig, gemakkelijk en als een goede gewoonte. Geduld: geen enkele vaardigheid waait je zomaar aan. Evenals in de sport en in je vak is het ook bij liefhebben nodig je voortdurend en geduldig te blijven bekwamen. “Oefening baart kunst”. Eigenlijk heeft een kind dat leert lopen van nature veel geduld; het valt telkens en gaat toch stug door om deze kunst meester te worden. Bijzonder in dit voorbeeld is dat niet de moeder stimuleert, maar het kind zélf wil leren lopen. Voor jongelui is geduld één der moeilijkste vaardigheden; je leert het alleen door gestadig en bestendig volhouden. De wil je ervoor in te zetten
14 De wil je te verdiepen in de theorie (de vijf fundamenten) en het leren van de praktijk (de vier vaardigheden) moet echt uit je hart voortkomen. Je moet het zélf willen. Beslist niet omdat het zo hoort, of je geliefde het zo wil; nee, je moet er volledig achter staan. Na het begin van verliefdheid, waarbij een innerlijke kracht je naar de ander trekt, is het van belang dat deze kracht ondersteund wordt door je verstand. Voor de bestendigheid van liefhebben is het zelfs onontbeerlijk dat je je er geheel voor wilt inzetten. Dat is zeker nodig als de liefdesband tijdelijk wordt aangevochten. Training van de fundamenten en vaardigheden, zo nodig in een afkoelingsperiode, kan een relatie weer op het goede spoor helpen. Opgemerkt moet worden dat jouw (jullie) inzet niet moet leiden naar overdrijving van één van de eerder genoemde aspecten. Dit kan zelfs kwade kanten hebben; daarop is al eerder terloops gewezen; de gulden middenweg is ook hier van belang. Het gaat altijd om de gehele persoon. Conflicten Het is een vergissing dat men als geliefden twistpunten dient te vermijden. Omdat liefhebben zich richt op het samen één – het gelijkwaardig – zijn, is het ten diepste kennen van elkaar noodzaak; juist óók door moeilijkheden heen. Achteraf beschouwd kan een botsing zelfs leiden tot wederzijds begrip, zodra men ook de échte (niet te verwarren met de vermeende) oorzaak kent. Immers voor elk gevolg is een oorzaak te vinden; het kennen van de juiste oorzaak is een vereiste om verbeteringen te starten of een compromis te sluiten. Vanzelfsprekend is er moed en inschikkelijkheid nodig om een conflict bespreekbaar te maken. Veel trammelant is op te lossen door het juiste signaal op het juiste moment af te geven. Bij een probleem in de omgang met iemand gaan we namelijk vaak uit van een aantal verkeerde veronderstellingen, die de opheffing ervan in de weg staan. Bijvoorbeeld: De ander zal wel weten: Æ dat ik een probleem heb; Æ dat hij daarin een rol speelt; Æ wat hij eraan zou kunnen doen bij herkenning van het feit. Reacties van jou kunnen zijn: Æ er het zwijgen toe doen en .... kwaad zijn; Æ schijnbaar erg assertief, zelfverzekerd reageren ... en hem op zijn nummer zetten; Æ of ten slotte, en dat is het beste, de ander een signaal geven dat jij last hebt van wat hij deed, of hoe hij dat deed. Meestal maken we de ander duidelijk dat híj de moeilijkheid veroorzaakt, in plaats van te zeggen dat we zélf een probleem hebben. Men is in het algemeen wel bereid te helpen, mits dat niet op een dreigende manier naar voren wordt gebracht. “Ik zit met een kwestie.” komt minder scherp over dan de uitdrukking “Jij bent een probleem voor mij.” Het is ook beter te verklaren wat zijn rol bij het ontstaan van de zaak is geweest, en verder ook hoe hij dit zou kunnen oplossen. Belangrijk bij een dergelijk signaal is dat jij het beschouwt als een probleem van jezélf, en niet van de ander. De kwestie onderling bespreekbaar maken, vraagt zonder meer stuurmanskunst. Wanneer je een voor beide partijen bevredigend compromis bereikt, geeft verzoening zeker een goed gevoel. (Zie ook “Conflicten.”) Besluit: Niets in het leven is heerlijker dan liefhebben zoals hiervoor beschreven. Het stimuleert de fijnste gevoelens en de edelste gedachten in ons. Tevens bevordert
15 harmonieus liefhebben de gezondheid van lichaam en geest. De overeenkomst tussen een lange bergwandeling en liefhebben is verrassend: De wandeling leidt naar een onvoorstelbaar hoge top; gaat soms via moeilijke passages. Juist dat samen zwoegen geeft je genoegen; je kent momenten van heerlijk genieten en ...... door je inspanning bereik je een steeds hoger niveau.
Vriendschap Op grond van de fundamenten en vaardigheden, zoals die beschreven zijn in voorgaande paragraaf, is er geen verschil tussen vriendschap en liefhebben. Tussen vrienden onderling zijn ook de vermelde punten: geven, zorg, verantwoordelijkheid, respect en het ten diepste kennen de theoretische basis voor echte sympathie. Om dit in praktijk te brengen is eveneens training nodig in: discipline, concentratie, geduld en uiterste toewijding. Een summiere toelichting van de fundamenten en vaardigheden vind je hiervoor onder liefhebben. Bij een vriend voel je je veilig, je kunt er “gewoon” zijn; je vertrouwt elkaar. Echte vriendschap kan tegen een stootje. Wanneer een vriend iets vervelends meemaakt, kan hij er met jou over praten. In die situatie is meestal geen raad of oordeel nodig, maar een luisterend oor, medegevoel, of bevestiging. In wezen is dit toch óók geven, namelijk geven om iemand. Een oude legende over verantwoordelijkheid luidt: De Ander gaat zich te buiten aan zichzelf verrijkend gedrag (“Ikke, ikke en de rest kan stikke.”) Als deze Ander dood is en in de hel zit, komt heer Ik op bezoek en toont diep medelijden met hem. Heer Ik zegt op vriendelijke toon: “Wat jammer dat je hier zit, ik heb vaak gehoopt dat je tot inkeer zou komen en je medemens meer zou liefhebben.” Het antwoord van Ander luidt: “Waarom heb je dat niet gezegd toen ik nog leefde en nog kon veranderen?” De legende maakt ons erop attent dat verantwoordelijkheid voor een vriend niet vernauwt tot uitsluitend aardig zijn. Kritiek met tact gebracht, zal de onderlinge band zelfs
16 versterken. Tact wil zeggen: met gevoel voor wat in die situatie passend is. Vrienden verwerven We zullen nog wat nader ingaan op wat men wel “sociale vaardigheden” noemt; dat wil zeggen bekwaamheid in de omgang. Een aandachtspunt is: Hoe krijg je vrienden. Als je jezelf afsluit voor de buitenwereld zul je niet gemakkelijk “ontdekt” worden. Met andere woorden: als je vrienden wilt hebben, zul je ervoor moeten zorgen dat je gezien, gehoord of opgemerkt wordt. Een advertentie in een plaatselijke krant is ongebruikelijk. Er zijn voor het leggen van contacten eenvoudiger middelen. In je vrije tijd bijvoorbeeld kun je deelnemen aan sport of je aansluiten bij een club. Ook kun je aan meer incidentele activiteiten meedoen, bijvoorbeeld een musical bezoeken, naar evenementen gaan, of deelnemen aan een daartoe geschikte vakantiereis. Natuurlijk moet dit dan wel je belangstelling hebben. Dergelijke gelegenheden bieden namelijk meer kansen voor contact. Beginnen met positieve opmerkingen scoort altijd beter dan afbrekende kritiek. Ook gevoelens delen of ervaringen uitwisselen is een effectieve start. Enige durf is wel een vereiste; door het te proberen ontwikkel je dat. Een kind leert lopen door het vallen te negeren.... . Ook in de werksituatie kan vriendschap gesloten worden. Zakelijke, organisatorische en andere belangen kunnen echter een rol spelen, waardoor dit minder gewenst geacht wordt. En om die soms niet uitgesproken reden kan nader contact dan vermeden worden. Algemeen geldt dat, als je (meer) vrienden wilt hebben, je daar in principe altijd zélf wat voor zult moeten doen. Een afwachtende houding aannemen is niet het juiste signaal. Kan iets gedaan of gezegd worden dat de potentiële vriend(in) waardeert of opvalt? Vriendschap sluiten is te vergelijken met het scheppen van een beeldhouwwerk. De ruwe steen heeft iets aantrekkelijks. Door eraan te werken krijgt hij vastere vorm. Er ontstaat iets eigens in. Je hebt er een band mee. Soort vrienden Vriendschap ontstaat tussen mensen met gelijke interesses. Dat maakt het boeiender voor beide partijen. Hoewel de emancipatie gelukkig aardig vergevorderd is, zal in de praktijk vriendschap vrijwel steeds seksegebonden zijn, omdat er bij een contact tussen man en vrouw bijna altijd – van tiener tot senior – een zeker spanningsveld aanwezig is. Bovendien zijn de activiteiten van jongens vaak gericht op het doel en die van meisjes juist meer op de manier waarop dit bereikt wordt; het spel. Vrienden behouden Vrienden krijgen is één ding, ze behouden is vers twee. Hoe je dat doet, is een goede vraag. Voor de beantwoording ervan is het nuttig de vijf fundamenten en de vier vaardigheden te bestuderen en na te gaan in hoeverre jij daaraan voldoet en in tweede instantie pas of je vriend eraan voldoet. Bedenk dat men de splinter in andermans oog duidelijker ziet dan de balk in eigen oog. Vriendschap dient voor beide partijen iets boeiends te hebben.
17 Als redelijk denkend mens is het een goede zaak je eens af te vragen wat jij voor de ander doet, voor de ander betekent. Kan er wellicht meer aandacht besteed worden aan één der minder sterke fundamenten of vaardigheden? Terugkijken of je doen en laten in overeenstemming is met je persoonlijke voorkeuren kan nuttig zijn om te beoordelen of dat aanpassing vraagt. Het beoordelen van een vriendschapsrelatie moet slechts sporadisch plaatsvinden, want bij regelmaat is mogelijke onzekerheid een te hoge prijs. Per slot van rekening: “Je doet wat je doet.” Toen Socrates in Athene wandelde sprak een kennis hem aan en zei: “Over ons beider vriend heb ik je iets te vertellen”. “Ho, eens even”, onderbrak Socrates hem, “als het over onze vriend gaat: ….. heb je nagegaan of het door de roddelzeef valt? ” Is het waar of van horen zeggen? Is het iets goeds of is het kwaadsprekerij? Is het noodzakelijk dat ik het weet? Zo niet vergeet het dan en belast mij er niet mee”. 2 In onze cultuur zijn we niet erg gewend onze waardering voor de ander uit te spreken. Iemand stimuleren in zijn doen of laten, een schouderklopje geven of een complimentje maken, zijn uitingen die slechts weinig moeite kosten en kostbare vriendschap bevorderen. Vrienden staan elkaar met woord en vooral ook met daad terzijde. In principe is die hulp in een of andere vorm wederkerig in onze westerse maatschappij. Maak echter nooit de fout alles op een goudschaaltje te wegen. Je voelt je meer tevreden als je iets voor iemand betekent dan handel te drijven in daden van vriendschap. “Voor wat hoort wat” past beter in het zakelijke verkeer. De “hoogste” vriendschapsdaad ooit is de tijdelijke gevangenschap van Damon van Syracuse. Damon stelde zich namelijk borg voor zijn boezemvriend Phintias toen deze door Dionysius ter dood veroordeeld was en uitstel had gevraagd om zijn zaken te regelen. Phintias keerde nog juist bijtijds terug, waarop de tiran beiden in leven liet en verzocht als derde in hun vriendschapsverbond te worden opgenomen. Vriendschap in stand houden lijkt enigszins op tuinieren. Beide vragen ze: aandacht, zorg (voor de “planten”) en wieden (van “onkruid”.) En verder: Æ Behandel de ander zoals je dat jezelf zou wensen. Æ Probeer ongewenste daden van de vriend te begrijpen eer ze te veroordelen. Æ Respecteer andere inzichten; roddel niet en blijf altijd eerlijk. Het groepsverschijnsel In menige groep mensen komen “excentriekelingen” of “pesters” voor. Het excentriek zijn kan zich op allerlei terrein voordoen, zoals kleding, uiterlijk, gedrag of welstand. Je hebt dan het gevoel dat er meer op jou gelet wordt; jíj mág geen fouten maken. Aan dát feit op zich kun je niets veranderen, maar aan je eigen gevoelens daarover wél. Vooropgesteld dat je aan het bedoelde onderscheid niets kunt of wilt veranderen, is de enige mogelijkheid je dénken daarover te wijzigen. Makkelijk gezegd; je moet maar die bochel hebben of dat rode haar. Acceptatie van het feit zoals je bént, is beslist de enige weg, al is dat absoluut 2
Socrates zou de spreker vragenderwijs tot inzicht over roddelen gebracht hebben.
18 niet zo eenvoudig. Je mág jezelf ook liefhebben; “De ander liefhebben als jezelf” houdt dat ook in! Het wordt in deze bekende tekst zelfs voorondersteld! Anders denken over jouw onderscheid vraagt liefde, acceptatie en zelfvertrouwen. Waarachtig een moeizame weg. Tegenover de anderen kun je een houding aannemen van afsluiting voor hun kwalijke aanmerkingen; je kunt er eventueel ook creatief mee omgaan. Bijvoorbeeld het nadeel/onderscheid zien als een pluspunt, of indien het in je aard ligt, er zelfspot mee drijven. Welke houding het best past, wordt bepaald door je persoonlijkheid en de situatie. Pesten heeft soms met het voorgaande een duidelijk verband. (Zie ook “Conflicten”.) In het algemeen kan gezegd worden: hoe meer je reageert, hoe meer je de pester “beloont”. Door jouw reactie van geraaktheid wordt de treiteraar namelijk juist gestimuleerd door te gaan. De reactie die het best bij jou past, moet je kiezen uit: niet reageren (een plant die niet gevoed wordt, verdort vanzelf); een gevatte, ludieke opmerking maken, of ten slotte een gesprek aangaan, waarin je duidelijk maakt wat jouw probleem is omtrent zijn gedrag. Boosheid of terugpesten is, als reactie, weinig effectief, behalve als je een aanzienlijk machtsoverwicht hebt en daar ook gebruik van wilt maken.
Rake gezegden: Wie karig zaait, zal karig oogsten. (Bijbel: 2 Korintiërs 9 - 6) Liefde zoekt slechts één ding: het geluk van de ander. (Thomas Merton) Je allerbeste vriend is degene, die het beste in je naar boven brengt. (Henry Ford) ‘Si vis ameri, ama’ → Geliefd zijn begint met liefhebben. (Seneca ) Liefde is de enige slavernij die mensen graag op zich nemen. (George Bernard Shaw) Literatuur: SISO-nummer 415.3 (bibliotheek-rubricering ) * Liefhebben: een kunst, een kunde – Erich Fromm – ISBN 90 6131 554 9
Jongste revisiedatum 4-6-2014
19 Trouwen Opmerkelijk is het dat men zich op een bepaalde leeftijd plotseling voelt aangetrokken tot de andere sekse. Verliefdheid overrompelt je, je denkt de hele dag aan je geliefde en wilt wel alles in het werk stellen bij die ander te kunnen zijn, liefst dag en nacht. Dat laatste, ongehuwd gaan samenwonen, is sinds de jaren 1980 steeds meer gewoonte geworden. Je hoeft niet meer te wachten tot de trouwdatum om het proces van het wennen aan elkaar te starten. Verliefdheid maakt je blind voor de minder gewenste gewoonten, nukken en grillen van je partner. Na langere tijd van samenwonen leer je deze kennen en ze al of niet te accepteren. Elkaar trouw beloven in goede en kwade dagen was in het verleden een onderdeel van de trouwbelofte bij huwelijkssluiting. De vraag is echter of men zonder ervaring enig idee had van de betekenis daarvan. Deze ondervinding opdoen, als verliefdheid overgaat in werkelijke liefde, zou je ook een doel van het samenwonen kunnen noemen. Leren respect voor elkaar te hebben in woord én daad, kan bijvoorbeeld een van de doelen zijn. Een oude legende laat zien dat zaken precies tegengesteld kunnen zijn aan wat jezelf veronderstelt, jouw waarheid is, zoals jij denkt. Nitwit wist niet van het bestaan van vissen. Toen hij de eerste keer een vis op “apegapen” zag liggen in het water, dacht hij: “O......O....... pas op, die verdrinkt” Vlug pakte hij de vis en legde hem op het droge ............... Onenigheid komt in élke relatie voor; ga daar met respect, vertrouwen en genegenheid voor elkaar mee om, het bevordert een duurzame band. Bij discussie over een heikel punt moeten de volgende valkuilen vermeden worden: een verkeerde manier van kritiek geven; de ander kleineren; de vijf V's hanteren. (Zie “Conflicten”.) Proberen je levensgezel te veranderen is heel moeilijk; aangeraden wordt elkaar echt te leren kennen, begrijpen, accepteren en respecteren. Er achter komen welke doelen de partner nastreeft en wat hij het meest vreest is uiterst praktisch. Voortdurende bevestiging van wat de vriend voor jou betekent geeft een onderling gevoel van verbondenheid. Elkaar in alle opzichten te leren kennen, vooraf, tijdens samenwonen of trouwen is van groot belang. Voor een juiste keuze uit deze drie vormen van samengaan is het zeker van belang een gefundeerd oordeel over het onderscheid daartussen te vormen. (Zie ook checklist hierna)
Gevoelsmatige verschillen: De belangrijkste verschillen in de twee vormen van samenwonen zijn naast juridische en fiscale (belasting) vooral gevoelsmatige zaken. Wat betekent het voor jóú een meer vaste band te hebben in een huwelijk in vergelijking met de minder zekerheid biedende verhouding in een samenlevingsrelatie, daar gaat het om. Het oordeel van anderen daarover is van minder belang. Je moet uitsluitend bij jezelf te rade gaan. De gouden regel daarbij is dat je jezelf voldoende tijd (1 á 2 jaar is een praktische richtsnoer) moet gunnen voor het nemen van een besluit. (Tip: Lees samen het hoofdstuk Liefhebben.)
20 Een langdurige relatie heeft invloed op je leven in al zijn facetten. Zij beïnvloedt bewust of onbewust je persoonlijkheid, indirect je werk en meer direct je vrije tijd. Begrippen als geborgenheid, solidariteit, tevredenheid, vriendschap, warmte en kameraadschap kunnen in beide vormen tot bloei komen. Gevoelsmatige overwegingen zijn niet te beredeneren, ze hebben te maken met ieders unieke gevoel. Respect hebben voor de ander en vertrouwen in elkaar zijn absolute voorwaarden voor elke goede relatie. Gezonde twijfel in de beginperiode is een normaal verschijnsel; ga daar evenwichtig mee om. Alleen objectieve feiten die het respect, het vertrouwen of je gevoel schaden, zouden aanleiding mogen zijn tot een breuk. Het gevoelsmatige hangt natuurlijk ook samen met de duur van de relatie. Het idee dat het eventueel verbreken ervan bij samenwonen gemakkelijker is, snijdt alleen hout in het prille begin. Echtscheiding en het uit elkaar gaan na meerdere jaren van samenwoning maakt vrijwel áltijd diepe wonden. Terzijde: Zo'n ingrijpende gebeurtenis verwerken, d.w.z. beseffen dat het bij jou hoort, kost lange tijd. Zegt de vorm van de relatie jou iets over de sterkte van jullie band? Geeft een huwelijk je een gevoel van zekerheid? Wil je kinderen? Wat zijn in dat geval de voordelen van huwelijk met betrekking tot bezittingen, schulden, ouderlijk gezag, onderhoudsplicht en erfrecht? Dit zijn erg belangrijke zaken om er nu of langzamerhand een antwoord op te vinden. Verschillen in belasting, uitkering, etc.: Voor samenwonen behoef je niet te voldoen aan formaliteiten, ook niet wanneer je dat wilt beëindigen. Het feit op zich heeft wel gevolgen op fiscaal−, sociaal−, verzekerings−, justitioneel gebied. Bij trouwen zonder het opmaken van huwelijkse voorwaarden, worden alle bezittingen van beide partners sámen, dus een fifty-fifty verdeling van het gehele vermogen. Vooraf kun je notarieel in die voorwaarden bijvoorbeeld huis, kapitaal of andere zaken uitsluiten. En ten slotte: afhankelijk van de duur van de relatie geeft het ook morele verplichtingen. De regels voor belasting zijn voor samenwonenden grotendeels gelijk aan die voor gehuwden, mits aantoonbaar is dat gedurende een periode van meer dan zes maanden in dat kalenderjaar sprake is geweest van een gezamenlijke huishouding. Het paar wordt dan aangemerkt als fiscale partners. Aan te bevelen is advies in te winnen bij een deskundige, zeker als er aanzienlijke inkomensverschillen, of vermogens (in 2013 was heffingsvrij: € 21.139,- per persoon), of buitengewone uitgaven, of giften in het geding zijn. Het tijdstip (voor of na 1 januari / 1 juli) van samengaan is in dit verband van groot belang. 3 Als huurder van een woning heeft de samenwonende partner pas na twee jaar enig recht, mits tijdig een verzoek is ingediend bij de verhuurder tot erkenning van de partner als medehuurder. Voor toepassing van de algemene bijstandswet worden samenwoners als economische eenheid behandeld. Dat betekent dat geen bijstand wordt verleend aan de partner, indien de ander voldoende inkomen of vermogen heeft. Kinderen: De juridische positie van kinderen van een ongehuwd paar verschilt in meerdere opzichten van die uit een huwelijksrelatie (tenzij in dat laatste geval ook wettig vaderschap ontkend wordt), te weten: naam, gezag, financiële− en erfrechtelijke zaken. Voor actuele belastingregels en vrijstellingen: zie een recente belastingalmanak. Er verandert bijna jaarlijks iets.
3
21 Wet en rechtspraak hebben in de tachtiger jaren voor grote veranderingen gezorgd 4. Men spreekt van een wettig kind bij een huwelijksrelatie; van onwettig bij ongehuwd samenwonen. Een wettig kind heeft een familierechterlijke betrekking met de vader en moeder, een onwettig kind heeft dat alleen met de moeder. Een onwettig kind kan door de verwekker (of ook door een andere man) erkend worden, mits met toestemming van de moeder. Erkenning bij de Burgerlijke Stand dient liever vooraf tijdens de zwangerschap plaats te vinden dan op het moment van de aangifte. Het kind verkrijgt daarmee ook een familierechterlijke relatie met de “vader” (sinds 1982). Het opmaken van de akte van erkenning bij de Burgerlijke Stand is kosteloos. Als de moeder trouwt met een man die het kind vóór of op de dag van het huwelijk erkent, wordt dat kind gewettigd. Óók adoptie leidt overigens hiertoe. Sinds 1998 bestaat naast het huwelijk en het samenlevingscontract het geregistreerd partnerschap. Deze mogelijkheid staat ook open voor partners van hetzelfde geslacht en geeft vrijwel dezelfde rechten en plichten als het huwelijk (onderhoudsplicht, alimentatie en erfrecht), maar verschilt in de betrekking tot kinderen. Voor kinderen zijn gangbare -, fantasie - en buitenlandse voornamen momenteel toegestaan. Beperkingen hierbij zijn: een onbehoorlijke naam en een die gelijk is aan de achternaam. Sedert de wetswijziging 1998 kunnen ouders samen de achternaam van hun kind(eren) kiezen, óf die van de moeder óf die van de vader. Deze keuze is bepalend voor eventueel volgende kinderen. Gehuwden of geregistreerde partners kunnen sindsdien kiezen voor één of beide achternamen. Dat betekent echter niet dat hun officiële naam verandert. Verder kan een kind bij meerderjarigheid een verzoek indienen tot wijziging van de achternaam. (Dat is niet kosteloos.) De moeder, de gehuwde vader, de erkenner, en ook de verwekker hebben allen onderhoudsplicht ten opzichte van hun kinderen. Die geldt tot 21 jaar; en na meerderjarigheid alleen indien het kind behoeftig is. Wanneer geen testament is opgemaakt, worden wettige, stief én onwettige kinderen aangemerkt als erfgenamen van de moeder, de vader en de erkenner. Een onwettig kind erft niet van de (niet erkennende) verwekker, wel van de erkennende vader. Bij het ontbreken van een testament wordt de erfenis van één der partners – bij huwelijk is dat de helft van het totale vermogen (tenzij in huwelijkse voorwaarden anders is overeengekomen) – gelijkelijk verdeeld over alle kinderen en de achterblijvende partner. Maar pas op: in 2003 en 2010 is het erfrecht wettelijk aangepast; de achterblijvende partner betaalt meestal geen successiebelasting meer over zijn deel, maar vaak wel over hetgeen de kinderen verkrijgen. Bij een notaris is de juiste informatie verkrijgbaar. Een testament kost wat, maar het regelt ook jouw wensen. Regeling van praktische zaken: De belangrijkste raadgever op het juridische terrein is de notaris. Voor fiscale vragen kun je je eventueel ook wenden tot een belastingconsulent. Een eerste oriënterend gesprek van hooguit een half uur is meestal gratis. Informeer echter altijd vooraf – bij welke adviseur dan ook – naar de kosten, om niet nadien verrast te worden door een pittige rekening. Ter voorbereiding van dit gesprek is het altijd een goede zaak je zo goed mogelijk vooraf te verdiepen in de materie. De tabel hierna en internet kan daarbij een goed hulpmiddel zijn.
4
Zie het verhelderende boekje: “Niet trouwen, wel kinderen” (details in de literatuurlijst).
22 Een samenlevingsovereenkomst moet je maken als het goed gaat, ze wordt pas gebruikt als dat niet meer het geval is, en kan dán uiterst nuttig blijken. Citaten: Zoals het goud in het vuur wordt beproefd, zo blijkt trouw in tegenspoed. (Ovidius) Applaus vereist altijd twee. (Plume) Met onzichtbare draden wordt men het stevigst gebonden. (Friedrich Nietzche)
Literatuur: SISO-nummer 397 12, 397 19 (Bibliotheek rubricering) * Samenlevingscontract of huwelijksvoorwaarden (gratis folder van het notariaat) * Niet trouwen, wel kinderen – Mr. Ineke de Hondt – ISBN 90 60955560 Jongste revisiedatum 5-6-2014 Checklist voor de keuze tussen samenwonen, samenlevingscontract, of huwelijk Onderwerp Samenwonen zonder Samenwonen met een Gehuwd voor de Burgerlijke enige overeenkomst samenStand op het Gemeentehuis levingscontract Kosten van de Volgens (te maken) Volgens Wederzijdse huishouding onderlinge afspraak, overeenkomst onderhoudsplicht (alle kosveelal elk de helft ten). Eveneens bij geregistreerd partnerschap. (Afspreken welke kosten: autokosten? uitgaan? hobby?) Bank− en giroIeder voor zich; men is Meestal ieder voor Een en/of rekening is rekening niet aansprakelijk voor zich; aangebruikelijk; indien gewerkt elkaars tekort sprakelijkheid voor wordt met een elkaars tekort wordt huishoudbudget zijn veelal uitgesloten. meerdere rekeningen aan te bevelen. Men is allebei aansprakelijk voor tekorten. Eigen woningen Volledig gescheiden. Regeling via een Alle bezittingen zijn hypotheek NB Waardestijging of – notaris gemeenschappelijk, (elk de daling tijdens relatie? (bijv. als partner zou helft), tenzij “Huwelijkse overlijden). Voorwaarden” Huurwoning Samenwonende “niet-huurder” is geen medehuurder; tenzij: (zie tekst). voor ZakenDringend wordt aangeraden vooraf notarieel te regelen hoe lusten en lasten mensen verdeeld worden bij onvoorzien faillissement of huwelijksprobleem. Inkomsten Verhouding hoogte Overeenkomst maken Inkomen van beide inkomen kan leidraad bij notaris tussen partners samen is het gezinsinkomen;
23
Kinderen
Scheiding
zijn voor de verdeling van kosten.
beide vormen hiernaast
Zie tekst en literatuur. “Onwettig” kind erkennen? Achteraf regelen: woongenot, gemeenschappelijke goederen, herinrichting woning vertrekker, vrijwillige alimentatie?
Zie tekst en literatuur.
Pensioen
Ouderdomspensioen en wezenpensioen ieder voor zich.
Overlijden/erven (zie ook tekst)
Vererving naar familie of kinderen (niet naar partner). Rechter
Geschillen
Verzekering (zie Verzekeren)
Elk apart wettelijke aansprakelijkheid (WA)-, opstal− en inboedelverzekering.
In contract te regelen: woongenot; gemeenschappelijke goederen; schulden; herinrichting woning vertrekker; alimentatie. Te regelen: een partnerpensioen. Dat kan bij enkele pensioenfondsen bedongen worden In contract vererving regelen t.o.v. partner en kinderen. Contractueel vastleggen hoe geschillen worden opgelost. WA-, opstal− en inboedelverzekering (apart of gezamenlijk afhankelijk van Verz.Mij)
NB Indien er ondernemersrisico is, eventueel faillissement afdekken. Zie tekst.
Woongenot, bezittingen, schulden, herinrichting woning vertrekker en alimentatie met hulp van deskundige regelen,
Ouderdomspensioen, weduwepensioen en wezenpensioen zijn gezamenlijk eigendom Is bij wet geregeld. Echtgenoot en kinderen erven. Is geregeld in het huwelijksrecht
Eén WA verzekering, opstal− en inboedelverzekering
24 Opvoeden De groei naar volwassenheid kan bij wijze van spreken beschouwd worden als maidentrip (de eerste grote “reis”) van 's mensen leven. Welke tocht men ook uitstippelt, op zijn minst moet de (eind)bestemming bekend zijn. Verdwalen tijdens de “reis” is anders niet denkbeeldig. De te volgen route behoeft minder aandacht dan het reisdoel: vorming van een volwassen mens. Zegt het oude spreekwoord niet: “Er zijn vele wegen die naar Rome leiden”? Zo kan men op verschillende manieren zijn bestemming bereiken. Ter vergelijking: Het zeilschip “De Goede Verwachting” verliet de haven en hees het grootzeil bij een stevige bries. Na een lange en zware reis bereikte men eindelijk een haven. Helaas bleek het die van vertrek te zijn. Op weg naar een evenwichtig, zelfstandig functionerend mens vraagt opvoeden een goede begeleiding van de pupil. Een ideale methode met uitgebreide regels bestaat niet. 5 Veel informatie over verantwoord opvoeden kan men ook vinden op de site opvoedingscanon. (Zie: www.opvoedingscanon.nl ) Beschreven zijn daar 51 onderwerpen. Dit hoofdstuk is gebaseerd op praktische levenservaring. De opvoeding begint al wanneer de baby de moederbuik verlaat; het einde ervan is echter veel minder scherp afgebakend. Wettelijk bestaat in ons land voor ouders de onderhoudsplicht tot de leeftijd van 21 jaar (langer als het kind behoeftig is). Dat moment zou men min of meer als eindpunt kunnen aanmerken. De periode waarin alle karakteristieken, goede en slechte eigenschappen zich ontwikkelen omvat meerdere jaren. Overigens eindigt geestelijke groei nooit. Directe verantwoordelijkheid van de opvoeder echter stopt op zijn laatst bij het bereiken van de eenentwintigjarige leeftijd. In de praktijk heeft het kind trouwens al tijdens de pubertijd meer zelfstandigheid. De opvoedingsperiode benoemen met “groei naar volwassenheid” is een treffende typering. De opvoeder schept voorwaarden en draagt verantwoordelijkheid, maar het kind zélf groeit op, wordt zélf volwassen. De taak van de ouders is hun kind te helpen zich te ontwikkelen tot een lichamelijk en mentaal volgroeid mens. Liefde, waarbij de belangen van het kind voorop staan, zich uitend in geven (zonder daarvoor iets terug te ontvangen; daarom dienen zonder verdienen), is de wezenlijke basis van de opvoeding. De ouders dragen zorg voor het wel en wee van het kind, zolang het dat zelf nog niet kan. Zeer veel zaken vragen speciale aandacht zoals: gezonde voeding, kinderziekten, scholing op velerlei gebied, conditie en lichaamshouding, sport en spel, zelfredzaamheid, maatschappelijke vorming, goede manieren, culturele ontwikkeling en
De deskundigen op dit terrein verschillen van inzicht. Spok: Baby and childcare 1946; Leach: From birth to age 5 1977; en Sanders: Positief pedagogisch programma ± 2010; ze hebben alledrie verschillende theorieën ontwikkeld. Er is geen manier van opvoeden, die alom als beste wordt aanvaard. Dat hangt samen met het feit dat het kind en de opvoeder ieder unieke personen zijn. Ze verschillen in het samenstel van eigenschappen en zeker in de mate waarin die hoedanigheden naar buiten treden.
5
25 het omgaan met verslavende middelen (roken, alcohol, gokken). Het zijn alle zaken die met steun (direct of indirect) van de opvoeder geleerd moeten worden. De stelregel rust, reinheid en regelmaat staat als het ware in de grondwet voor babyzorg. Ouders die zelf trouw zijn aan deze regel vervullen een niet te onderschatten voorbeeldfunctie voor hun kinderen. Het gedrag zal vast en zeker af en toe bijsturing vragen. De aard, het karakter van een kind, is te vergelijken met de koers van een olietanker; ondanks grote inspanning zal bijsturing slechts heel geleidelijk kunnen plaatsvinden. Voor aanpassing zijn er verschillende manieren; de ene werkt beter bij jouw kind dan de andere. De meest bekende zijn: 1.
Gewenning
2.
Gewoontevorming
3. Voorbeeldfunctie (van de opvoeder) 4.
Stimulering
5. Beloning (van de prestatie i.p.v. de persoon) 6. Bespreking (kennis, begrip, motief) 7. Aanmaning (verantwoordelijkheid)
8.
Gezag
9. Dwang (spaarzaam hanteren) 10. Bestraffing (voorzichtig toepassen)
Leerling, opvoeder, moment en situatie bepalen de meest geschikte werkwijze. Vasthoudendheid aan goede regels en vastberadenheid van ouders zijn van groot belang; ze geven duidelijkheid voor het kind. En indien de opvoeding door meerdere personen plaatsvindt, is onderlinge afstemming van afspraken natuurlijk noodzakelijk (“Eenheid van commando”). Religie en godsdienst zijn ongetwijfeld aspecten die aandacht verdienen voor een levensvisie. Welke de opvattingen van de ouders ook zijn, religieus − uitgaande van de universele eenheid –, godsdienstig − uitgaande van een bepaalde geloofsleer –, agnostisch (weet het niet) of atheïstisch (erkent het niet), tot ongeveer de pubertijd dient de zienswijze van de opvoeder als richtsnoer. Voor het jonge kind is de voorbeeldfunctie van de ouders dan zeer bepalend. Of adolescenten in de voetsporen van de ouders treden, is lang niet zeker. Het is niet vreemd dat jongelui gaan onderzoeken of de “aangeboren” religie wel bij hen past. Weliswaar is educatie een belangrijke factor, maar ook zelf verworven kennis, levenservaring en persoonlijkheid zijn van wezenlijke betekenis. Leren respect te hebben voor andere inzichten van de jeugd is voor ouders een niet te onderschatten opgave. Daarbij geduld oefenen getuigt van wijsheid. In alle religies (christendom, islam, hindoeïsme, jodendom, boeddhisme, confucianisme), en ook in de ethiek, geldt de gulden regel: “Zoals jij niet behandeld wilt worden, doe dat zelf ook niet met een ander.” 6 In godsdiensten heeft men tevens opvattingen over vergeving, genade, voortbestaan van de geest en over reïncarnatie. Er is al eerder op 6
De formulering verschilt, waar het op aan komt is hetzelfde.
26 gewezen: respect tonen voor denkbeelden van het kind en geduld oefenen wordt meer aanbevolen dan de puber met dwang, in welke vorm dan ook, tot andere inzichten te brengen. Vanwege wederzijds respect behoeft de opvoeder zijn eigen geloofsovertuiging natuurlijk niet te verloochenen; men hoeft zijn licht niet onder de korenmaat te zetten. In oorsprong zijn er tientallen, misschien wel meer dan honderd vijftig verschillende karaktertrekken in elk mensenkind aanwezig. Men zou zich kunnen voorstellen dat al die kenmerken in de kiem in zijn bolletje opgeslagen zijn. Tijdens de groei naar volwassenheid ontwikkelen bepaalde kenmerken zich tot dominant herkenbare hoekpunten. Kenmerken zijn bijvoorbeeld: Aandachtig accuraat afgunstig angstig begerig beheerst beleefd berekenend bescheiden betrouwbaar bitter blij boosaardig dankbaar deemoedig deugdzaam dominant driftig dwingerig eerlijk eigengerechtig eigengereid egoïstisch enthousiast fatalist fatsoenlijk feestvierder gastvrij geestkrachtig gehoorzaam gelovig gelukkig genadig genoeglijk genieter gevat gevoelig gewelddadig gewetensvol gezagsgetrouw gierig goedaardig goedig gul haatdragend harmonieus hartstochtelijk hebzuchtig heerszuchtig hoogmoedig hoopvol huichelachtig idealist ijdel ingetogen intelligent jaloers kameraadschappelijk karaktervol karakterloos kenner kleinzielig kwaadwillig kwelgeest kwetsbaar laf lawaaischopper leep leugenachtig lichtekooi lichtzinnig lief liefdadig lijdzaam luidruchtig lui lusteloos lustig machtig mannelijk moedig moorddadig onafhankelijk nederig netjes nijdig nijver offervaardig onafhankelijk onbaatzuchtig onbeschoft ongevoelig onkreukbaar onmatig oordeelkundig ootmoedig opdringerig opgewekt ordelijk perfectionist plichtsgetrouw rechtvaardig respectvol roekeloos ruziezoekend schaamteloos schuldbewust seksgericht sentimenteel slap slordig sober spaarzaam sportief spilzuchtig superioriteit tevreden tobberig toegewijd tolerant traag trots trouw verdrietig vergevend verleidend uitbuitend verantwoordelijk verraderlijk vertrouwelijk verzoener vlijtig vredig vreedzaam vreugdevol vriendschappelijk vrijheidslievend vrolijk vroom vrouwelijk waardig waarheidlievend wedijverend weelderig weemoedig weldadig wellevend willoos wijs wraakzuchtig zachtmoedig zelfbewust zelfgenoegzaam zelfsaboterend zelfzuchtig zuinig zorgvuldig zorgzaam zwaarmoedig. Eigen kiemkracht én omstandigheden bevorderen de ontplooiing van het karakter. Begeleiding daarbij is de taak van de opvoeder. Wordt een deugd te sterk benadrukt door de opvoeder, dan werkt dat dikwijls averechts, zo blijkt uit ervaring. Lang geleden stelde Aristoteles: “Elke deugd houdt het midden tussen twee verwerpelijke uitersten.” Het samenstel en de dominantie van de karaktertrekken tekenen de unieke persoon, die uit het kind groeit. De ene eigenschap is meer gewenst dan de andere. Sommige hebben scherpe kantjes; het gladstrijken daarvan is in het belang van het kind. Vorming is een uiterst verantwoordelijke opgave. Een oude wijsheid voor vorming is: Zaai een gedachte – oogst een handeling Zaai een handeling – oogst een gewoonte Zaai een gewoonte – oogst een karakter. (NN)
27
wijs eenheid sentimenteel gevoel gierig begeerte
zorgzaam lichaam
idealist intellect
respectvol begrip
sportief vitaliteit
Model voor karaktertrekken – Plume © Bij elk van de 7 hoekpunten staat een kenmerkende karaktertrek en een voorbeeld. (Eerder genoemde “150” zijn te rangschikken in deze zeven groepen.) Het bevorderen van de groei naar een goed functionerende volwassene die tegen een stootje kan, is te vergelijken met het kweken van een boom. Veel geduld en goede omstandigheden zijn in de eerste plaats nodig. Bovendien is verantwoorde begeleiding belangrijk. Dat laatste vraagt scherpe waarneming. Daarbij is objectiviteit moeilijk en des te lastiger bij eigen “loten”. Bij voorkeur moet de eigen ontwikkeling ongemoeid gelaten worden, behalve wanneer dat leidt tot ongewenst gedrag. Bijsturing kan plaatsvinden met een van de eerder genoemde tien methoden. Op een correctie behoort altijd een evaluatie te volgen om na te gaan of deze effect gesorteerd heeft. Zelfs geringe vooruitgang mag best geprezen worden, mede om het kind te stimuleren tot verdere verbetering. In de beeldspraak van bomen kweken, moet men tijdens de opvoeding waken voor: − Het kweken van een leilinde: te ver gaande begeleiding kweekt onzelfstandigheid. − Het kweken van een knotwilg: het beknotten van elk initiatief belemmert eigen ontwikkeling en creativiteit. − Het toelaten van wildgroei: voorkom misgroei door zinvolle regels en grenzen te stellen. Dreigt er iets mis te gaan (zoals het extreem veel huilen van een baby, overmatige drift van een kind of misbruik van alcohol door een tiener), dan kan het wenselijk zijn vóór verdere ontsporing ook deskundigen te raadplegen. Natuurlijk wil je als ouder hen met raad en daad bijstaan, maar niet altijd is dat mogelijk. Zelfs kan men zich afvragen of dat wel altijd wenselijk is (bij hardleersheid, drugs bijvoorbeeld). Het klinkt vreemd, maar kinderen moeten zich soms eerst een buil vallen om te leren hoe het niet moet. “Gun” hun die kans; ervaring is de beste leermeester. ! 7
Mutatis mutandis geldt eveneens: Ouders hebben bij de opvoeding ook recht op hun dwalingen; naar ideeën van Isaiah Berlin (1909-1997)
7
28 Waarschuw natuurlijk wél voor ernstige en zeker voor rampzalige builen Zelfvertrouwen is uiterst belangrijk voor het goed functioneren van kinderen Het is even hard nodig voor ouders bij hun verantwoordelijke taak. Enkele adviezen daartoe zijn: Bevorderend
Belemmerend
− Ontwikkel een positief zelfbeeld. (Je kunt veel meer dan je misschien wel denkt. Die prestatie was echt klasse!) − Denken bepaalt hoe je je voelt. (Gezond denken, zie “Emoties”.) − Initiatieven waar mogelijk aanmoedigen. − “Klaag-marietje” en “Kan-niet” liggen op het kerkhof. − Zelfredzaamheid. (Hulp nodig? Kijk eerst naar het einde van je eigen armen.)
− Slecht over zichzelf denken. (Dat is het grootste kwaad, volgens Goethe.) − Voortdurend benadrukken dat iets verkeerd gedaan wordt. − Het kleineren van zijn/haar eigen denken en daden. − Indien iets fout gaat de schuldvraag stellen, i.p.v. zoeken naar een oplossing. − “Ik (ouder) doe het wel even”, in plaats van: Vertrouwen geven. (“Probeer het, het zal je best lukken”.)
Petje af als men geduld zoals een boomkweker opbrengt bij het stimuleren van zelfvertrouwen. Het denken, het gevoel en de wil zijn drijfveren van ons bewust handelen. Het zijn deze drie aspecten in het bijzonder die verdere ontwikkeling nodig hebben. Overigens is het onderscheid tussen die begrippen niet altijd even duidelijk, want soms denk je rationeel te handelen terwijl je je onbewust laat leiden door je gevoelens. Het denken Denken is gericht op het vinden van oplossingen van vraagstukken, op herinnering en op verbeelding of fantasie, en verder speelt het een rol bij het vastleggen en combineren van informatie. Het is een hersenactiviteit, die veel energie vraagt en dus zeker vermoeiend is. In onze maatschappij is het oplossen van problemen van groot belang. Aan dat laatste wordt in het onderwijs dan ook veel aandacht besteed. Begrippen beheersen, inzicht hebben en problemen kunnen oplossen, zijn vaardigheden van ons denkvermogen. Naarmate men genoemde bekwaamheden beter kan hanteren, slaagt men gemakkelijker in de maatschappij. En ten slotte is het een onmisbare voorwaarde voor groei in zelfrealisatie – het zichzelf ontwikkelen tot de grens van het mogelijke –. Naast die schoolse opleiding kan de opvoeder ook veel betekenen voor de vorming van het denken van zijn kind. De kunst van het waarnemen en herinneren kan al heel jong ontwikkeld worden. Het trainen van het herkennen van beelden en geluiden bevordert dat vermogen. En al snel daarna komt het uitgebreider stimuleren van het denken, namelijk dan, wanneer het kind met zijn rechterhand over het hoofd zijn linker oor kan vastpakken – het is dan circa 5 jaar oud – . Concentratie bij leerprocessen neemt toe door ervoor te zorgen dat de leerling er aardigheid aan beleeft. Regelmaat bij de studie van jongeren is voor bijna iedereen efficiënter dan heel hard studeren op het laatste moment. Bij leren geldt: “Drie maal een uur studie is beter dan eenmaal drie uur”. Verankering van leerstof vraagt ook voor de
29 bolleboos herhaald opnieuw bestuderen in plaats van een lesje erin stampen. Feedback van de opvoeder in welke vorm dan ook moedigt het studeren aan (concrete aandacht, bevestiging van inspanning of stimulering van de aanpak; een slecht repetitiecijfer is een kans om het leerproces te verbeteren). En pas op: pressie van ouders werkt bijna altijd averechts. Lange tijd kan men de opgroeiende scholier nog ondersteunen door met hem in gesprek te zijn; uitleg van het geleerde (door student of leraar) bevordert het verankeren van de leerstof. Het gevoel Uitingen hiervan zijn o.m. huilen en lachen. Een baby maakt er opvallend vanzelfsprekend gebruik van. De moeder herkent aan de manier van huilen direct wat er aan de hand is. Wij volwassenen voelen vaak onmiddellijk aan wat iemand (van ons) wil. De kunst met andere mensen om te gaan vereist echter behalve inlevingsvermogen ook tact. Iemands succes in relaties en contacten met anderen wordt grotendeels bepaald door zijn emotionele intelligentie (EQ). Lichamelijk en geestelijk is men beter in balans bij een goed ontwikkeld gevoelsleven. De groei ervan begint altijd met het leren waarnemen en het kunnen benoemen (bij jezelf en bij anderen) van emoties. Het betreft o. a.: − Angst, boosheid, verdriet, machteloosheid, schuld en schaamte; − De subtielere emotie: zich ongemakkelijk voelen, met “zekerheid” aanvoelen hoe anderen over je denken; − De negatieve emotie: overdreven eigen schuldgevoel, iets onaangenaams altijd wijten aan anderen; − En ten slotte gelukkig ook: opgewektheid, vreugde en liefde. Na waarneming en het ervaren ervan wordt het pas vertaald in gedrag. Anders gezegd: na het kennen/erkennen volgt het overdenken en pas daarna komt het handelen. Gevoel is onbewust aan denken gekoppeld; daardoor wordt het gevoel persoonlijk gekleurd. Iemand die denkt dat geen mens hem aardig vindt, voelt dat ook zo. Als iemand later komt dan afgesproken, kan men ongerust zijn; het kan irritatie of nieuwsgierigheid opwekken, en men kan ook denken: hij houdt geen rekening met mij. Invloed hierop hebben ook andere mensen in de omgeving. Arm kan men zich voelen naast rijke buren, rijk ten opzichte van mensen uit de derdewereldlanden. Een en ander hangt, naast de ervaring die je hebt, af van je eigen visie. Het speelt verder vaak een hoofdrol bij belangrijke keuzes in het leven; o.a.: op wie word ik verliefd, wat vind ik plezierig, wat opwindend of kalmerend. Het bedriegt ons trouwens ook wel eens. We weten dat de aarde een bol is, maar we ervaren hem als vlak. Tijdens de opvoeding moet het kind door dialoog, en door ons voorbeeld, geleerd worden emoties te herkennen en te benoemen; en de reden ervan te achterhalen. In tweede instantie dient het te leren hoe zich te gedragen en daarbij bedreven te raken schadelijke gevolgen te beperken en de ontwikkeling van zijn welbevinden te bevorderen. Opvoeders moeten bij die hulp aanvoelen wat het meest passend is voor het betreffende kind, rekening houdend met zijn specifieke gevoeligheid. Soms is meegaan in gevoelens en uitingen geboden, in een ander geval juist relativeren. Het is een hele klus voor ouders! Een overmaat aan schaamte, angst of schuldgevoel is even ongewenst als een tekort
30 hieraan. Het luistert nauw. Eigen normen en waarden van de leermeester zijn de meest voor de hand liggende ijkpunten. Het is beter sentimenten serieus te nemen en er vooral beheerst mee te leren omgaan. Al zijn gevoelens soms denkbeeldig en onwerkelijk, ze zijn er immers! − Leren ze onder woorden te brengen, kan het kind helpen ze te beheersen. Laat hem/haar er voldoende tijd voor nemen; wegstoppen is onverstandig. Besteed die tijd bijvoorbeeld aan het beeoordelen van de redelijkheid van die gevoelens. − Afstand van het eigen ik nemen, en als het ware met je denkbeeldige andere ik bespreken wat de situatie is (helicopter vieuw). Kan ook anders gereageerd worden? − Een ander zicht op de emotie of gebeurtenis kan leren er evenwichtig mee om te gaan. Blozen (van schaamte), schreeuwen (van boosheid), beven (van angst) en lachen (van vrolijkheid) zijn lichamelijke uitingen van plotseling opkomende, ongeremde reacties. Vooral bij ongewenste emoties is drie keer diep ademhalen, een ontwapenende beweging maken, of: tot tien tellen meer op zijn plaats. Dit is erg moeilijk, maar oefening baart kunst! (Zie gedragstherapie in “Stress”). Bij goed ontwikkeld zelfvertrouwen is men niet zo spoedig gekwetst en kleurt men gebeurtenissen niet direct negatief in. (Nuttige literatuur is: De RET-methode in “Stress”, en: Positief denken van Norman Vincent Peale in “Geluk”). Op gevoel belangrijke zakelijke beslissingen nemen, wordt afgeraden, omdat afweging van meerdere aspecten dan onvoldoende plaatsvindt. Meer passend is middels het denkproces de zaken op een rij te zetten en daarna gemotiveerd te besluiten. (Zie “beslissen”) Daarentegen geeft ons gevoel aan of we iets plezierig vinden of juist onprettig. Het uiten ervan is dikwijls een nuttige uitlaatklep. De wil Ook onze wil kan het handelen bepalen. Deze motivator wordt gestuurd door een vorm van begeerte naar bezit, of door drang naar een gewenste situatie (nu of later). Wilskracht, doorzettingsvermogen en tijd zijn nodig voor het verwezenlijken van ingrijpende plannen. Als je vóóraf al twijfelt aan succes, is de kans groot dat het inderdaad niet lukt. Vertrouwen en/of hoop zijn nodig om doorzettingsvermogen te bevorderen. Iemands wil wordt versterkt door oefeningen waarbij eerst niet moeilijke opdrachten uitgevoerd worden. Bij succesvol verloop volgt beloning door een schouderklopje of iets dergelijks. Langzamerhand kan daarna de moeilijkheidsgraad opgevoerd worden. Het tegenovergestelde, het verzwakken van een drammerige wil, gaat vergelijkbaar. Ondanks tegenslagen kan een gewenst doel met een sterke wil toch bereikt worden. Maar pas op, er zit een gevaarlijke kant aan (de mogelijk daarachter liggende) begeerte naar succes; ze veroorzaakt steeds weer nieuwe wensen. Men zegt wel: “Het meer raakt nooit vol.” Een ruiter zit achteloos op het driftig stappend paard. Een oude wandelaar vraagt: “Waar gaat u naar toe?” Het antwoord dat iedereen zal verbazen luidt: “Ik weet niet waar het paard naar toe gaat.” Net als in dát beeld zal je kind door toevalligheden geleid worden als het geen doel, geen ideaal heeft. Een toevalligheid of dát paard moet niet bepalen welke richting je uitgaat, maar jij moet het einddoel en de richting bepalen!
31
Het gezin “Goed voorbeeld doet goed volgen”; deze oude waarheid geldt vooral ook in het gezin. Ten opzichte van elkaar deugdzaam, respectvol en rechtvaardig handelen is een belangrijke bouwsteen van het opvoeden. Hoe ouders in de dagelijkse praktijk met elkaar omgaan is een patroon dat zeker navolging oproept. Kinderen kunnen al op heel jeugdige leeftijd helpen met eenvoudige karweitjes. Elk gezinslid kan een bijdrage leveren aan de diverse taken in de huishouding. Naar vermogen het groepsbelang dienen stimuleert bovendien goede manieren in de maatschappij. Taken en verantwoordelijkheden zijn al heel jong te leren. Ze lijden daar niet onder, maar leren ervan. Bij “nieuwe” zaken wordt het jonge kind natuurlijk geholpen, maar al spoedig is het te proberen taken toe te vertrouwen. Een tiener is bijvoorbeeld te typeren als inspirator, uitvoerder, intellectueel, technicus, organisator, handelaar of idealist. Het is zaak die “natuurlijke” karakteristiek te begeleiden. Overige adviezen 1 De relatie ouder/kind is tijdens de groei aan verandering onderhevig, namelijk van gezagsdrager naar kameraad; eerst liefdevol sturend, later een band door dik en dun vormend. In de baby− en kleuterfase, de instructiefase, heeft voorrang: − Ouderliefde, − Juiste voeding, − Vaardigheden van zintuigen ontwikkelen en − Praten met het kind; Daarna komt de educatiefase, waarin het kind geleidelijk geleerd wordt ook zelf antwoorden te vinden. Probeer het jonge kind te leren hóé te denken in plaats van wát te denken. Eigenlijk is dat begeleiding van vraag en antwoord naar logisch redeneren. − Ouders zijn er niet uitsluitend voor de kinderen en kinderen niet voor de ouders; met andere woorden: aandacht en tijd behoren in balans tussen partner en kind(eren) verdeeld te worden. Sta bijvoorbeeld niet toe dat de kinderen uw gesprekken onnodig onderbreken. Stuur de kleuters tijdig naar bed en neem tijd voor jezelf. − Geef leiding aan het jonge kroost en bedenk dat niet alles uitleg behoeft. Een enkele keer is het geen zonde als je gebruik maakt voor jonge kinderen (< 6 á 8 jaar) van: “Het moet omdat ik het zeg.” of van een: “Schrikeffect” en zo nodig van een: “Een pedagogische tik om ellende te voorkomen”. − “Beloon” ongewenst gedrag niet door teveel aandacht. Dat gedrag kan natuurlijk ook een oorzaak hebben; let daar op. − Positief gedrag mag / moet wel bevestigd worden. − “Nee” leren accepteren. Het is zelfs een nuttig soort “opvoedvitamine”. − Beperk overdadig veel speelgoed; eigen creativiteit stimuleren is belangrijker. Kinderen ontwikkelen vanzelf fantasie. (Te veel computerspelletjes doen en TV kijken bevorderen creativiteit niet.) 2 −
Vele sociale en morele zaken moeten geleerd worden; belangrijke zijn: Het verschil tussen het mijn en dijn.
32 − Afspraak is afspraak, en regels zijn regels. (Houd jezelf altijd daaraan!) − Ontwikkeling mentale weerbaarheid. (Een manier om begeerten, verlangens, impulsen en daden die niet toelaatbaar zijn omzetten in wel aanvaardbare; en ook leren daar op een gepaste manier mee om te gaan.) − Schoonheid van natuur en kunst. (Bijv.: muziek, literatuur, beeldhouwwerken.) − Seksualiteit (via directe / indirecte weg), moraal en kennis. − Kunnen leven met winst, maar ook met verlies; teleurstellingen kunnen verwerken. − Opgewassen zijn tegen plagen en pesten. Kinderen gaan vanzelf wel uitproberen hoever gestelde grenzen strekken, dus dat hoeft niet geleerd te worden. 3 Bij een probleem in de opvoeding kan men beter het volgende scenario volgen dan “stante pede” de “fout” (denken) te weten. Het omvat: − Beschrijving hoofdzaken van het ongewenste gedrag. (Aanleiding, frequentie, reactie opvoeders.) − Analyse. (Ligt de vermoedelijke oorzaak bij het kind, de opvoeder of de omstandigheden?) − Handelen om het gedrag te veranderen. − Evaluatie (beoordeling). 4 De effectiviteit van studeren kan verbeteren door herhaling, zeker van nog onbekende materie. − Vlak voor de toets nog snel even de stof in het hoofd stampen, lijkt op het gedrag van het mannetje in onderstaand rijmpje: Er was eens een mannetje dat was niet wijs. Hij bouwde zijn huisje al op het ijs. Toen begon het te dooien en niet te vriezen, En moest het mannetje zijn huisje verliezen. Pas vlak voor de deadline nog even leren en je zakt gemakkelijk (door het ijs). Deugdelijk leren door herhaling van de materie is te vergelijken met hoe in je geheugen een ‘weg’ ontstaat: Bij het leren loop je de eerste keer als het ware over een grasveld, de keer daarop zijn de vorige stappen zichtbaar, en daarna wordt het al gauw een pad, en op den duur is het een ‘weg’ in jouw brein geworden. (het zit er dan gebeiteld in) Modern hersenonderzoek bevestigt deze laatste opvatting. 5 De tiener (puber) betreedt allerlei nieuwe gebieden waarbij een “coach” wenselijk is. Voorbeelden daarvan zijn: roken, stappen, alcoholgebruik en het hebben van een vriendje of vriendinnetje. Tips voor die coach zijn: − Leg uw bezorgdheid betreffende eventuele risico's uit en onderhandel over een afspraak; misschien is een experiment een mogelijkheid; laat blijken dat u de tiener vertrouwt. − Zo nodig het gedrag corrigeren en niet de persoon. − Kan het weer goed gemaakt worden als er iets is misgegaan? (bij ruzie bijvoorbeeld) − Werkelijke interesse tonen, écht luisteren en soms complimenten geven zijn hulpmiddelen tegen mogelijke onzekerheden van de adolescent.
33 − Tracht te zijner tijd de keuze van een “levenspartner” te respecteren tot het tegendeel blijkt. 6 Ten slotte, basisprincipes voor verantwoord opvoeden zijn: Duidelijkheid en voorspelbaarheid bieden, grenzen en structuur behouden, goed gedrag belonen, bij een “nee” het kind te leren dát te accepteren. Een gedicht: Uw kinderen Uw kinderen zijn uw kinderen niet Zij zijn de zonen en dochters van 's levens hunkering naar zichzelf. Zij komen door u, maar zijn niet van u. En hoewel ze bij u zijn, behoren ze u niet toe. Gij moogt geven van uw liefde, maar niet van uw gedachten. Gij moogt hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen. Want hun zielen toeven in het huis van morgen, dat gij niet bezoeken kunt; zelfs niet in uw dromen. Gij moogt proberen hun gelijk te worden maar tracht hen niet aan u gelijk te maken. Kahlil Gibran Opvoeding van kinderen is één van de dankbaarste levensopgaven. Optimale inzet van ouders daarbij is de beste investering voor hun toekomst! Volkswijsheid: Kinderen hebben meer behoefte aan voorbeelden dan aan kritiek. (Joseph Joubert) Men kan niemand iets leren; men kan alleen helpen het binnen zichzelf te vinden. (Galilei) Het doel waarnaar de ouders ten opzichte van hun kinderen hebben te streven is dit: zichzelf overbodig te maken. (P.H. Ritter jr.) Een klop op de schouder werkt vaak beter dan een tik op de vingers. (Plume)
Literatuur: SISO-nummer 433 (Bibliotheek rubricering) * Een toekomst voor u en uw kinderen. Dr. W. Dyer – ISBN 90 229 8229 7 * Stap voor stap – over begeleiding van opvoeders – Drs. B. P. Uitenbogaard – ISBN 90 6665 178 4 * Opvoedingscanon site - (www.opvoedingscanon.nl )
34
Ontwikkeling van denken, voelen en willen wordt net als groei van een boom bevorderd door goede omstandigheden.
Jongste revisiedatum 4-6-2014
35 Communicatie Onder communicatie verstaat men voornamelijk het uitwisselen van gedachten met woorden; maar ook lichaamstaal behoort ertoe, en is daar zelfs een uiterst belangrijk onderdeel van. We communiceren heel wat af en staan er nauwelijks bij stil hoe we dat doen. In het algemeen heeft de zender de bedoeling een bericht over te brengen. Duidelijk zijn als je spreekt, betekent echter nog niet dat je begrepen wordt; en daar gaat het toch om? Voor een goede communicatie gelden enkele basisregels, namelijk: I Beperk informatie tot wat op dat moment nodig is voor het beoogde doel. II Doe de waarheid geen geweld aan. III Een bijdrage moet ter zake zijn. IV Duidelijkheid, zonder breedvoerig te zijn, verdient de voorkeur. V Beide, het spreken én het luisteren, zijn eisen voor een goed samenspel. Een boodschap kan overgebracht worden met of zonder woorden; bewust of onbewust. Zij kan vier verschillende soorten informatie bevatten, wat het best verduidelijkt kan worden met een bekend voorbeeld: Een echtpaar zit te ontbijten; de man zegt: “Het water kookt.” 1 Het zakelijke, inhoudelijke aspect is: het feit dat wordt verteld. 2 De man is gehaast, het expressieve element is: “Zet nu eens thee!” (gevoelens van de spreker) 3 In een relatie, een gezagsverhouding kan de boodschap vriendelijk, verwijtend of gebiedend zijn. Dat is de relationele kant ervan. (het sturende aspect) 4 Van een appellerende inhoud is sprake wanneer het de bedoeling is invloed uit te oefenen op de ontvanger, zodat deze iets doet of nalaat. (gevoelens van de toehoorder) Hoe het bericht opgevat wordt, hangt van de zender af (toon, houding, enzovoort), maar eveneens van de ontvanger (o.a. verwachtingspatroon, ervaring). Vaker interpreteren we wat iemand zegt naar eigen gevoel of denkpatroon in plaats van objectief waar te nemen wat precies gezegd is. Welke van de vier mogelijke soort berichten betreft het? Bij onduidelijkheid is navraag doen naar de feitelijke bedoeling belangrijk. Een vraag kan “open” of “gesloten” zijn. In het eerste geval wordt alle ruimte gegeven aan de beantwoorder; in het tweede is het antwoord beperkt, vaak ja of nee. Bijvoorbeeld: “Wat ga je doen?” is een open vraag; “Ga je tennissen?” is een gesloten vraag. Het stellen van open vragen biedt de ontvanger meer mogelijkheden zich vrijelijk te uiten. Het geeft ook meer blijk van échte belangstelling. Ter vergelijking: “Hoe was jullie vakantie?” en “Wat hebben jullie allemaal gezien?” met: “Heb je een fijne vakantie gehad?” en “Was het leuk?” De keuze van het soort is afhankelijk van de situatie, zoals de beschikbare tijd en het doel van het gesprek. Lichaamstaal (non-verbale communicatie) vindt plaats via gelaatsuitdrukkingen, stembuigingen, lichaamshoudingen en gebaren. Vooral gevoelens worden non-verbaal geuit. Ze zijn, soms ongewild, voor anderen herkenbaar. Gelijkgestemdheid wordt bevorderd door het zogenaamde spiegelen, d.w.z. gelijke lichaamshouding aannemen. Even verveeld wegkijken maakt de gesprekspartner onzeker; opstaan terwijl de ander
36 doorpraat, doet vaak het gesprek beëindigen. Knikken is bij ons een bevestiging, maar niet overal. Pas daarom op: elke cultuur heeft én een eigen taal én eigen gebaren. Er worden verschillende stijlen gebruikt. Deze zijn min of meer cultuurgebonden. Bij oorspronkelijke Nederlanders wordt overwegend een stijl toegepast die behoort bij de zogenaamde ik-cultuur, terwijl die bij allochtonen (12% in ons land is etnisch van niet Nederlandse oorsprong) veelal past bij een wij-cultuur. (Macht van de man soms.) Onmiddellijk moet hier opgemerkt worden dat er geen scherpe scheiding bestaat; elk individu is uniek en gebruikt een mengvorm ervan. Ik-cultuur: – direct, expliciet (uitdrukkelijk) – verbaal (woordelijk) – accent op inhoud – individuele normen en waarden
Wij - cultuur: – indirect, impliciet (stilzwijgend) – non-verbaal (niet met zoveel woorden) – accent op onderlinge betrekking, relatie – groepsnormen, familietrouw en –verplichtingen
Waar geen taalbarrière bestaat en men een gelijke achtergrond heeft, kan communicatie tussen mensen al misverstanden opleveren: het zogenaamde langs elkaar heen praten in plaats van mét elkaar. Zeker als taal en achtergrond verschillen, is extra inspanning nodig om te communiceren. Knikken of ja zeggen betekent lang niet altijd dat men het ermee eens is, of dat men begrepen heeft wat er gezegd is. Het is in voorkomende gevallen nuttig, soms noodzakelijk, een en ander te checken. Luisteren is bij communicatie minstens zo belangrijk als spreken. Dat is altijd van groot belang, maar zeker als de ander zeer geëmotioneerd of boos blijkt. Beide omstandigheden zijn gemakkelijk door de attente luisteraar vast te stellen. Men kan dan enkele regels hanteren, die bijna altijd doelmatig zijn en bij boosheid zelfs ontwapenend. De manieren vertonen enige overeenkomst en kunnen gebruikt worden afhankelijk van de persoon en de situatie. 1: Waarnemen zonder oordeel. Niet interpreteren, en dat is moeilijk. We hebben meestal direct ons oordeel of onze mening klaar. 2: Gevoelens herkennen, en zeker ook erkennen. Als gevoelens van de ander herkend en erkend worden, weet hij dat de boodschap overkwam. Een bruikbare tekst is: Ik heb begrepen dat je ......... bent, dat je ......... wilt, dat je ......... vindt. 3: Verplaats je in de situatie van de ander. Pas daarna kan je mening met tact, en gefundeerd, zo nodig uitgesproken worden. 4: Harmonie of genegenheid tonen. Dat is meestal effectief; verschil van mening of inzicht kan echter altijd bestaan en dient wederzijds gerespecteerd te worden. 5: Bespreek het onderwerp. Ga er eventueel over onderhandelen. 6: Spreek waardering uit. Nuances daarin zijn: een glimlach, dankjewel zeggen, of in een relatie een kus geven. I: Eerst alleen maar luisteren is ook van belang bij boosheid van de ander. Laten uitbulderen is dan een meer probaat middel dan tegengas geven. Jouw agressie zou namelijk nog meer agressie van de ander oproepen.
37 II: Aan het einde van het “betoog” kan bijvoorbeeld gezegd worden: Heb ik goed begrepen dat je boos bent omdat ......... ? Is er nog méér dat je dwars zit? De bedoeling van deze methode is dat de opgeblazen ballon eerst helemaal leeg moet zijn, voordat redelijk overleg mogelijk is. III: Direct of later kunnen dan diverse gezichtspunten besproken worden. Soms is het bespreekbaar dat iemand het boos worden ontwikkeld heeft en het ontwikkelen van het weer goed maken verwaarloosd heeft. Zie ook “Conflicten”. Van communicatie tussen twee personen is sprake bij verschillende gelegenheden, zoals tijdens een vriendschappelijk contact, of bij informatieoverdracht. Ook vindt het plaats bij overleg omtrent zakelijke aangelegenheden; hiervoor wordt verwezen naar “Onderhandelen”. Een bijzondere vorm daarvan is communicatie tussen klant en leverancier. Bij alle vormen van communicatie zijn er steeds drie fasen te onderscheiden, namelijk: de voorbereiding het gesprek zelf de evaluatie (waardering / beoordeling) Voorbereiding: Verplaats je eerst in de gedachtewereld van de ander. Werkelijk contact ontstaat pas als je dáár begint waar de ander in gedachten is. Dat je op dezelfde golflengte zit, kun je als ontvanger laten blijken door met eigen woorden weer te geven wat de zender zei. Dit geeft het gevoel begrepen te worden. Bij de voorbereiding is het van wezenlijk belang te overdenken: Wat wil ik ter sprake brengen, en wat zijn de onderwerpen die aan de orde (kunnen) komen. De eigen onderwerpen, maar zo mogelijk ook die van de ander, moeten doordacht worden. Soms is spontaniteit op zijn plaats, maar wanneer dat niet het geval is, zal het “denkwerk vooraf” zijn nut opleveren. In het gesprek behoort men de flexibiliteit op te brengen te luisteren en zo nodig bereid te zijn het ingenomen eigen standpunt op grond van nieuwe argumenten aan te passen. Bij een te bespreken verandering is het een vereiste mogelijke afweermechanismen te (h)erkennen en daarop een antwoord te hebben. Hulpmiddelen ter verduidelijking, de omgeving en de verzorging moeten natuurlijk correct worden voorbereid. Gesprek: Startfase: De manier van kennismaking en de aanloop van het onderhoud zijn belangrijke zaken om de ander een goed gevoel te geven. Denk daarbij aan het ezelsbruggetje: “G A V E”. Dat staat respectievelijk voor: G limlach; A andacht; V ertrouwen wekken; en E mpathie, (het meevoelen, het zich in de plaats van hem/haar stellen, om houding en reactie te begrijpen). Het gesprek:
38 Bij een vriendschappelijk contact is voortzetting van eerder besproken onderwerpen vaak een binnenkomer; soms wordt alleen gesproken over de drie K's “kinderen, keuken en kwalen”. Verdere onderwerpen zijn bijvoorbeeld een gemeenschappelijke interesse, een hobby e.d. of wat men recentelijk heeft beleefd, gelezen, of op de TV gezien, Tracht tijdens het contact af en toe wel na te gaan of je gesprekspartner (nog) geïnteresseerd is in het onderwerp! Goed luisteren, voorkomt irritatie bij de ander en helpt jezelf hem beter te begrijpen. Bij een bespreking als hulpverlener begint men met een probleemverheldering, of herformulering ervan. Besteed hieraan de nodige tijd en kom vooral niet meteen met oplossingen. Goed luisteren is veel belangrijker, en wel omdat je in nood in eerste instantie je begrepen wilt voelen. Bedenk dat het effect van de oplossing van een probleem afhankelijk is van de kwaliteit van het advies, maar vooral óók van de acceptatie door de tegenpartij. In gezamenlijk overleg wordt vastgesteld: De te nemen actie(s); De tijdsplanning daarvan; Eventuele verdere afspraken. Wanneer een gesprek niet volgens wens verloopt omdat de ander te langdradig verhaalt, een onderwerp aanroert dat je niet zint, of ondertussen naar de TV kijkt, is het lastig daar iets van te zeggen. Mogelijkheden voor een wending zijn onder meer: begin zelf op een geschikt moment een ander onderwerp, of zeg dat je dit liever (nu) niet bespreekt, liever niet naar de TV kijkt, etc. Het is beter je gevoelens te laten blijken dan jezelf later ongelukkig of schuldig te voelen omdat je niet hebt ingegrepen. Andere belangrijke adviezen: Overeenkomsten Het is verstandig als er overeenkomsten gemaakt zijn, deze kort en bondig te bevestigen. Bij het uit elkaar gaan moet voor beiden duidelijk zijn wat men gaat doen. Halve of onduidelijke afspraken maken meer kapot dan je denkt! Luisteren Is meer dan horen…. Luisteren is tijd durven verliezen, de ander laten uitpraten. Geen oplossingen kunnen geven, maar stapvoets met de ander op weg gaan. Niet jouw tempo opdringen, maar dat van de ander volgen. Niet jouw antwoord geven, maar de ander het zelf laten vinden. Wie durft te luisteren voelt niet meer de dwang om de ander te verlichten; maar begint te geloven dat het luisteren zelf al licht is. Ontroerende boodschap Als iemand een verblijdend of bedroevend bericht verteld is het beter de spreker volledig uit te laten spreken. Eigen ervaring met een nog blijer of droeviger voorval doet afbreuk van de emotie van de verteller. Wees vrolijk met de blijden en treurig met de bedroefden is een oude wijsheid. Buitenlanders Communicatie met mensen die onze taal onvoldoende beheersen, vereist extra vaardigheid. Het Centrum van Buitenlanders heeft praktische tips gepubliceerd; enkele hoofdzaken hiervan zijn
39 Stel geen vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden; beter is: Wat moet u nu doen? of wat heeft u niet begrepen? Check gegeven informatie, bijvoorbeeld door een samenvatting of door na te vragen. Indien het gaat om beantwoording van een vraag: nagaan of dit ook gebeurd is. Spreek langzaam en duidelijk. Evaluatie: Ga na of het onderhoud over en weer aan de verwachtingen heeft voldaan. Dit kan tijdens het gesprek sámen plaatsvinden, of moet in ieder geval achteraf door jezelf gedaan worden. Een ander doel van evalueren is het streven naar verbetering van je manier van communiceren. Bepaal aan de hand van reacties in spreek− of lichaamstaal of je eventuele boodschap begrepen is. Voortdurende verbetering van communicatie is een goede zaak voor jezelf en voor je gesprekspartner. Een uitstekende manier jouw manier van communiceren te checken is opname op een geluidsband en eventueel video, of eenvoudiger: met spiegel. Uitspraak, spreeksnelheid, toon, intonatie en houding zélf beoordelen, levert bijna altijd eerst een teleurstelling op. Dat wetend, kan zo'n check het leereffect toch positief maken. Door je af te vragen hoe het een volgende keer beter kan verlopen wordt jouw vaardigheid in het voeren van gesprekken vergroot. Zeker wanneer deze manier ondersteund wordt door bestudering van een boek, zoals hierna genoemd. Treffende uitspraken: Spreken is zilver, zwijgen is goud; maar echt communiceren is platina. (Naar een bekend spreekwoord) Zeg niet steeds alles wat je weet, maar weet wel steeds wat je zegt. (Mathias Claudius) Vragen staat vrij, maar ook weigeren hoort daarbij. (Spreekwoord) Een goed gesprek lijkt op het kaartspel waarbij iedereen om de beurt een kaart op tafel legt. (Mme. de Staël) Literatuur: SISO - nummer 499.4 en 305.8 (Bibliotheek rubricering) * Een goed gesprek – Susanne Gerritsen – ISBN 90 5712 033 X * Expressiever en gemakkelijker spreken – MC Dinger, e.a. ISBN 90 62 831 141
Jongste revisiedatum 2-6-2014
40 Vergaderen Vergaderen heeft als doel dat een groep deelnemers informatie of standpunten uitwisselt, of besluiten neemt. Het overleg kan gericht zijn op een actie, verdieping van inzicht of het oplossen van een probleem. Een onmisbaar hulpmiddel hierbij is een goede communicatie. (Zie Communicatie.) In de praktijk moet deze meestal in juiste banen geleid worden. Daarvoor zijn algemene regels, en aanvullend soms afspraken nodig. Achtereenvolgens worden enkele richtlijnen beschreven. Algemeen: Taken die behoren bij het uitschrijven van een vergadering zijn: Agenda samenstellen; (Opening, notulen, ingekomen stukken, rondvraag, onderwerp(en) en sluiting zijn gebruikelijke agendapunten) Datum, tijdstip van aanvang, en liefst ook de duur aangeven; Vergaderruimte reserveren; Zorg dragen voor verzending van de uitnodiging aan de deelnemers, mét de agenda en eventueel benodigde stukken. Het is praktisch gebleken te beginnen met een rondvraag (Let wel: niet bedoeld voor discussies, maar voor korte vragen) en deze te houden in een van tevoren afgesproken beperkte tijd. Men kan daarna dan meer ontspannen deelnemen aan het hoofddoel. Komen er meer tijd vragende punten in de rondvraag aan de orde, dan kunnen deze in overleg later (apart) behandeld worden. De voorzitter: Het doel van een groepsdiscussie moet duidelijk zijn voor alle deelnemers. Deze regel is als het ware onmisbare smeerolie voor elk overleg. De ervaring leert dat het doel van een vergadering niet alleen in de agenda dient te worden genoemd, maar dat daarnaast vermelding hiervan door de voorzitter zinvol is. Elk agendapunt kan daartoe worden ingeleid met een uitleg van wat er van de deelnemers verlangd wordt. Hierbij is gebruik van een van de volgende zinnen mogelijk: Van elke deelnemer willen we graag een samenvatting horen hoe dat en dat verlopen is. Het probleem zus en zo moet op korte termijn worden opgelost; van de aanwezigen wil ik graag vernemen hoe. En wilt u ook aangeven tijd, kosten en …. ? Er moet een besluit genomen worden over dat en dat. We willen uw inbreng meenemen in de beslissing. Of: We zullen besluiten bij meerderheid van stemmen. Enzovoort. De lichaamstaal van de deelnemers verdient zeker aandacht van de voorzitter. Zelfs ongeoefend kan men instemming, tegenstand, of reactie gemakkelijk waarnemen. En natuurlijk spelen eigen houding en gebaren van de voorzitter ook een belangrijke rol. In een discussie is het van belang argumenten en personen gescheiden te houden. Een aanval die gericht is op een persoon in plaats van op een zaak, moet door de voorzitter zo mogelijk vermeden, en als het toch heeft
41 plaatsgevonden, niet beloond worden door erop in te gaan. Dit zou tegenaanvallen kunnen uitlokken. Kritiek op daden en meningen van personen is natuurlijk wél toegestaan. Doel en middelen mogen nooit verward worden. Het resultaat is immers bijna altijd belangrijker dan de weg waarlangs het doel bereikt wordt. In een groep kan men deelnemers aantreffen die de communicatie niet bevorderen. Ze zijn bijvoorbeeld te typeren als betweter, veelprater, zwijger, of als iemand met een negatieve instelling. Respecteer die personen en probeer daar als voorzitter, of als deelnemer creatief, of ludiek op te reageren. Kraak nooit iemand publiekelijk af, maar bespreek kritiek onder vier ogen. Iemand op zijn nummer zetten in het openbaar werkt vaak contraproductief. Ook is er een groep die respect en waardering toekomt. Deze kan men aanmerken als organisator, kritisch denker (nuttig bij evaluatie), animator, opbouwer, of helper. Indien men gebruik maakt van hun bijdrage is het logisch en juist dat ook in het openbaar daarvoor bedankt wordt. Als voorzitter van een groepsdiscussie staat dienstbaarheid voorop en is voortdurende alertheid van zijn kant geboden. Een vergelijking met een herder en zijn kudde is toepasselijk. Hoofdtaken van de voorzitter tijdens de discussie zijn: Het doel bewaken, Alle deelnemers bij het gesprek betrekken, en Zo nodig de kwestie van een andere kant belichten. Dat laatste kan ook gevraagd worden aan een daarvoor geschikte deelnemer. Op grond van de ingebrachte argumenten kan alleen een besluit genomen worden, als de deelnemers daartoe ook mandaat (volmacht) hebben. Een vergadering heeft dit lang niet altijd; met andere woorden: is niet altijd gerechtigd tot beslissen. Indien het mandaat geweld wordt aangedaan, is de volgende constructie te gebruiken: “de groep .. beveelt aan......”, of een formulering zoals: “de vergadering van … vindt het wenselijk .....”, enzovoort. Over het al of niet hebben van mandaat ontstaan vaak heftige discussies. Verwijs met tact naar de statuten of het reglement. Tijdens het overleg moeten ook de consequenties van een besluit onder ogen worden gezien. En indien van toepassing, dienen plannen gemaakt te worden voor de uitvoering van het besluit. Een lijst met actiepunten, die vóór een deadline uitgevoerd moeten worden, is daarbij een prima hulpmiddel. De deelnemers: Al denk je zelf gelijk te hebben, het is een hele toer in een vergadering ook gelijk te krijgen. Het juist brengen van argumenten voor jouw stelling is een kunst. Het verwijzen naar feiten, die door ieder geaccepteerd of geconstateerd zijn, of naar principes, die algemeen aanvaard worden, is altijd zeer doeltreffend. “Ik vind .....” is veelal een zwakker motief. Verder is het belangrijk dat de deelnemer aangeeft wat op dit moment zijn standpunt is over het probleem of het te nemen besluit. Voor het éérst noemen van de argumenten en daarna het standpunt, of andersom, is evenveel te zeggen. Beperk echter argumenten tot enkele doorslaggevende, omdat minder ter zake doende bewijsgronden mogelijk getackeld worden. De notulen:
42 Het verslag wordt opgemaakt door de secretaris en kan óf het verloop van de discussie weergeven, óf beperkt worden tot de besluiten. Dat laatste is aan te bevelen bij verslaggeving van vele vergaderingen. Het geeft het resultaat weer van de bijeenkomst en “beloont” niet indirect het minder efficiënt vergaderen. Het verdient aanbeveling de motivering van het besluit te vermelden, eventueel beperkt tot de belangrijkste argumenten ervan. Het beschrijven van het verloop van de discussie bij politieke vergaderingen is juist wél zinvol. Het dient dan om de inbreng van de deelnemers te rechtvaardigen tegenover de achterban. Notulen zijn altijd van groot belang; het is daarom zaak dat hieraan voldoende aandacht wordt besteed. Besluiten, besproken onderwerpen en data liggen erin vast. Deze kunnen ook later nog van dienst zijn. Rake woorden: Men hoeft niet te zeggen wat men meent, als men maar meent wat men zegt. (Koos J. Versteeg) De natuur heeft ons twee oren gegeven doch slechts één mond. (Benjamin Disraeli )
Literatuur: SISO-nummer 499.4 (Bibliotheek rubricering) * Vergaderen en onderhandelen – Klaas Schermer, Marcel Wijn – ISBN 90 313 1368-8
Jongste revisiedatum 5-6-2014
43 Toespraak Retorica is de oude naam voor welsprekendheid, ook wel redekunst genoemd. In de literatuur is deze kunst, een redevoering houden, soms beschreven onder massacommunicatie. Retorica speelde in de oudheid een belangrijke rol, omdat in een rede persoonlijke overredingskracht doorslaggevend was. Het overtuigen met retoriek, je bewering aanvaard krijgen, is nog steeds aan de orde vooral bij politieke beslissingen. Wanneer men een boodschap naar het publiek wil overbrengen, is altijd het je trefzeker uitdrukken van belang, maar meer centraal staat nu of de mededeling het publiek ook overtuigt. Anders gezegd: Het ontvangen is belangrijker geworden dan het zenden. Een goede voorbereiding is het halve werk en dat geldt zeker voor het houden van een toespraak. Van het verhaal “huiswerk”, en nog eens “huiswerk” maken, is even belangrijk als schijnbaar ontspannen de redevoering houden. In dit hoofdstuk worden algemene aanwijzingen gegeven voor onervaren sprekers. Doe alsof je gewoon iets vertelt, maar wéé je gebeente als je de inhoud niet dóórdacht of uitgewerkt hebt. Bedenk hoe je als spreker overkomt, klopt je redenering en welke gevoelens weet je bij het publiek los te maken. Bij het maken van een redevoering is de aanpak als volgt: 1 Bepaal het onderwerp, 2 Maak er een schema van, 3 Leer het betoog van buiten (desnoods met steekwoorden of met uitgeschreven grote tekst), 4 En ten slotte: oefen praktisch voor een spiegel of in het bijzijn van een toehoorder. Het schema van je verhaal bij een probleem kan bestaan uit de vijf volgende onderdelen of enkele daarvan: I Voorwoord, II Feitelijke gebeurtenissen, III Probleemstelling, IV Oplossing en bewijsvoering, V Epiloog (het slotwoord). Een rede behoort afgestemd te zijn op de toehoorders, met andere woorden: er moet rekening gehouden worden met de behoeften, voorkennis, frustraties, motieven, vooroordelen en mogelijke reacties van het luisterend publiek. Het is belangrijk af en toe de interesse van het gehoor te wekken en/of in te spelen op identificatie van de groep met het te berde gebrachte. Het verhaal doorspekken met een amusant gegeven boeit vaak luisteraars meer dan strikte logica. “Ik schrijf je een lange brief, want tijd voor een korte brief ontbreekt me.” is een uitspraak die aangeeft, dat er méér voorbereidingstijd nodig is om iets beknopt, maar duidelijk weer te geven. Een luisteraar is namelijk bijna altijd kortere tijd geboeid dan de spreker in zijn enthousiasme veronderstelt. Enkele praktische aandachtspunten zijn: De eerste zin moet, evenals vuurwerk, eruit knetteren; dat heeft twee functies: aandacht van de toehoorders trekken en de spanning van de spreker reduceren.
44 Leer en beoefen deze start hardop. Geef bij de aanvang eventueel aan: - Wie de spreker is, vooral: wat verteld wordt - Wanneer er gelegenheid is voor het stellen van vragen en hoe de huishoudelijke zaken geregeld zijn. (koffie, roken, pauze, etc.) - Al of niet beschikbaarheid van de tekst of samenvatting en de duur van de lezing. (NB Houd je aan die belofte!!!) Spreek in korte, directe zinnen en maak gebruik van lichaamstaal, zoals gebaren, mimiek, en dergelijke. De krachtigste presentatiemiddelen zijn nog altijd: Stilte, oogcontact en glimlach, applaus; mits ze in het verhaal passen natuurlijk. Een logisch verhaal, de goede volgorde en er zelf helemaal achter staan zijn van groot belang. In bijna alle gevallen is het nuttig in het slotwoord de hoofdzaak nog eens kort samen te vatten. Het is verstandig de feiten en het commentaar daarop duidelijk te scheiden. Discussie over feiten vindt later meestal niet plaats, of het gaat om aanvullende, mogelijk andere feiten. Echter, een mening over de zaak kan wel afwijken; houd hiermee rekening in het verhaal. Een spreekwoord zegt: Feiten zijn heilig, de méning daarover kan verschillen. Indien de tekst voorgelezen wordt, is het handig: Deze uit te typen met een groot lettertype, Elke zin op een nieuwe regel te laten beginnen en niet uit te spreken instructies/gebaren met een: Totaal andere letter weer te geven. Een rede moet uitgesproken worden alsof die ter plekke bedacht is. Praktische tips ter beperking van podiumvrees zijn: Heb begrip voor zenuwachtigheid, laat een uiting ervan gewoon toe. Kijk zo nu en dan enkele (dezelfde) toehoorders in de zaal aan, alsof je ze al jaren kent. Richt je ogen op hun haardos of er net boven. En ten slotte een dwingende raad: Oefen altijd vooraf praktisch met je stem en de te gebruiken bijzondere hulpmiddelen!
Citaten: Het is een slechte redevoering, als men er niets van onthoudt. (Pierre Nicole) Wat redenaars aan diepte ontbreekt, geven zij aan lengte. (Montesquieu) (Deze Franse staatsman pleitte voor scheiding van de drie bestuursmachten.) Literatuur: SISO-nummer499.4 (Bibliotheek rubricering) * Presenteren – David Bloch – Samson – ISBN 90-14-05027-5
Jongste revisiedatum: 5-6-2014
45 Onderhandelen Het doel hiervan is te trachten het eens te worden over een zaak, of mogelijk zelfs te komen tot een overeenkomst. Communicatie in de meest uitgebreide zin is hét middel bij uitstek bij het onderhandelen. (Zie “Communicatie.”) Behalve spreken en luisteren is ook lichaamstaal hierbij een belangrijk onderdeel. In ieders leven doen zich situaties voor, waar duidelijke tegenstellingen hanteerbaar gemaakt, of mogelijk tot oplossing gebracht moeten worden. Dan is deze vorm van overleg nodig voor een acceptabel resultaat. Bij onenigheid of ruzies is het van het grootste belang compromissen te bereiken waarmee beide partijen vrede hebben. In Indonesië onderhandelt men op de markt over de meest eenvoudige zaken, bijvoorbeeld de prijs van een brood; men noemt dat “táwarren”. Algemeen aanvaard in ons land is, dat men onderhandelt bij grotere aankopen, zoals van een huis, een auto, meubels, of andere dure zaken. Enige bekwaamheid daarin is gemakkelijk aan te leren. Een gevoel alsof je een oor is aangenaaid, is toch hoogst vervelend. Móét iedereen je aardig vinden, zelfs wanneer je opkomt voor eigen belangen? Het getuigt eerder van wederzijdse sympathie als beide partijen respectvol met elkaar omgaan. Professioneel onderhandelen over allerlei zaken is weliswaar een complexe communicatieve vaardigheid, maar de basis principes zijn beslist eenvoudig. Gedegen vooronderzoek is absoluut een vereiste. Het opsporen en benoemen van voordelen voor beide partijen werkt bijzonder succesvol. Stel verder vast wat het minimum is, dat je wilt accepteren. Deze fase is onvermijdelijk en uitermate nuttig, neem er dus de tijd voor. Vertrouwen uitstralen in het bereiken van een bevredigend resultaat overtuigt ook de tegenpartij. Ga zo nodig wel checken of de ander bevoegd is een overeenkomst te sluiten. Praktisch en doelmatig is het: Zo hoog mogelijke eisen, die te beargumenteren zijn, in te zetten; Werkwijze (strategie) van tevoren te bepalen: samenwerken / onderhandelen / “vechten”; Een poging te doen de argumenten van de tegenpartij te voorzien; Standvastig te zijn t.a.v. eisen, het doel; flexibel t.a.v. oplossingen, de weg ernaar toe; Het gesprek zo nodig te onderbreken als bijvoorbeeld een wens niet vervuld wordt. Vraag tijd om na te denken, bedenk een “gewenste” tegenprestatie; Te beseffen dat beantwoording van vragen niet altijd noodzakelijk is; Één of twee argumenten te hanteren, een minder sterke argument kan de tegenpartij mogelijk misbruiken; Niet te laten merken hoever je wilt gaan en wanneer je precies wilt beslissen; Tijdsdruk ook te benutten in je voordeel. Begin bij de aanschaf van dure zaken met een informatiefase: Zoek uit wat de concurrentie biedt. Bepaal het maximum te besteden bedrag.
46 Pas het WOB-denkproces toe bij uiterst belangrijke zaken. (Dat uitermate nuttige denkproces is beschreven in “Beslissen”) Bij de aankoop, de tweede fase, is het van belang: Van tevoren argumenten te bedenken voor eigen condities: korting, onkosten, levertijd, etc. (Indien ik dat ........., nader te noemen product, zou kopen, ben ik gunstiger uit wat betreft: ......... ; bijv. prijs, technische kwaliteiten, gebruikskosten, service, garantie of grotere korting.) Te laten blijken dat je echt wilt kopen. (Bijv.: doe een reëel bod, maar bouw enige ruimte in, zodat je de verkoper ook een succesje kunt gunnen. Weinig ruimte tussen vraagprijs en bieding overtuigt beter!) Optimale onderhandel omstandigheden te kiezen. (Een rustig moment, vroegtijdig, zonder toehoorders.) Eventueel met een partner, die het onderhandelingsspel kent, vooraf het te volgen rollenpatroon te bespreken. (Een partner kan instemming of afwijzing laten blijken en aldus stimulerend of afkeurend werken.) De strategie (manier) van onderhandelen zit in de meeste gevallen tussen samenwerken en “vechten” in. Voor het maken van een keuze volgt hierna een beschrijving: Samenwerken heeft een open karakter en leidt tot oplossingen, die over en weer getoetst worden op consequenties. Eventueel wordt hierbij de hulp ingeroepen van een deskundige. Bij “vechten” is superioriteit en macht (het veinzen ervan) een middel; men schuwt dreiging, verwarring en schokeffecten niet. Afglijden in de spiraal naar destructief “vechtgedrag” kan voorkomen worden door je te richten op belangen, en niet op posities of personen, en te zoeken naar oplossingen in beider belang. Strategie en fasering van acties worden gedetailleerder besproken in “Conflicten”, vooral in de paragrafen: Strategieën en Conflicthantering. Voor effectief overleggen is een heel arsenaal van vaardigheden beschikbaar. Hoewel ze ook uit boeken kunnen worden geleerd, is het meer doeltreffend je die bekwaamheid eigen te maken via training in de praktijk. Met anderen de betreffende onderhandeling ter oefening spelen is bovendien uiterst leerzaam. Gevoelens, manier van communiceren, emotie en zienswijze van de gesprekspartner mogen je nooit beïnvloeden. Geef zelfs gelegenheid stoom af te blazen, een dergelijk symbolisch gebaar is een dankbare investering. Bij het onderhandelen behoort men personen of gevoelens gescheiden te houden van zaken. Anders gezegd: voorkom concessies om persoonlijke relaties, of wederzijds vertrouwen, en geef niet toe aan dreiging of druk van de tegenpartij. Daar niet op reageren is namelijk óók een antwoord. Stel steeds belangen centraal, zoek oplossingen in het voordeel van beide partijen. Benadruk objectieve criteria en probeer iets beters te bedingen dan zonder overleg mogelijk zou zijn. Misschien zijn er zelfs opties waarbij beiden winnen. De volgende zinnen zijn vaak bruikbaar: Als ik me vergis, moet u het zeggen, u zegt ...., stelt ....., vindt ....., overweegt .... Mag ik een paar vragen stellen om te zien of ik het goed heb ........ Het gaat ons/me om redelijkheid ........
47 Laat mij u eens vertellen waarom ik uw redenering niet helemaal kan volgen… Tegenspel dat in verhouding staat tot de urgentie van de zaak dwingt respect af en behoeft de onderlinge verstandverhouding niet nadelig te beïnvloeden. Het eindresultaat dient eenduidig te worden vastgelegd. Dit kan verschillende zienswijze of interpretatie in een later stadium voorkomen. Een contract opgemaakt bij “goed weer” biedt bescherming bij “slecht weer”!!! De beschreven werkwijze wordt steeds meer toegepast in deze tijd verzakelijking. Het geeft na een gedane transactie bij juist gebruik ondanks het “onderhandelen” wederzijds een voldaan gevoel.
Pittige spreuken: Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op de neus. (Spreekwoord) Door anderen te overtuigen, overtuigen wij ons zelf. (Junius)
Literatuur: SISO-nummer 499.4 (Bibliotheek rubricering) * Succesvol onderhandelen – Fischer en Ury – Veen's Uitgevers – ISBN: 90254 0113 9. * The social psychology of bargaining and negotiation – Rubin & Brown
Jongste revisiedatum 4-6-2014
48 Huishoudbudget Om effectief met een budget te werken moet je in de eerste plaats gemotiveerd zijn. Het nut ervan is dat het inzicht geeft en een enorme hulp is bij het wegwerken van een tekort. Maar het belangrijkste is dat het je in staat stelt daarmee een keuze te maken voor de besteding van je geld. Het vereist wel discipline voor het bijhouden van bijzondere uitgaven. (Dat betreft een zeer beperkte registratie.) De beloning is echter groot, omdat deze werkwijze ervoor zorgt dat het geld wordt besteed aan die zaken, waarvoor je zélf kiest. Hoe een “huishoudbudget” kan worden opgezet en bewaakt is hierna weergegeven. De opzet van het budget, de eerste fase, vraagt eenmalig veel uitzoekwerk. De volgende fase, het plussen en minnen, komt neer op het maken van een verantwoorde keuze waaraan het geld wordt besteed. En de laatste, het bewaken, betekent dat je met behulp van een beperkte registratie je uitgaven met regelmaat toetst aan het eerder gemaakte plan. A Opzet van het budget Omdat veel inkomsten en uitgaven een maandelijks karakter hebben, is het handig alles om te rekenen naar maandbedragen. Een bedrag per week wordt herleid tot een maandbedrag door het te vermenigvuldigen met 13 en te delen door 3; een bedrag dat eens per jaar voorkomt wordt gedeeld door 12. Inkomsten: Netto besteedbaar per maand: salaris(sen) [of inkomen zelfstandige] Overwerk (gemiddeld; laag schatten) Kinderbijslag·(kwartaal: 3) Bijverdiensten man (week x 13 : 3) ,, vrouw Vakantietoeslag (als extra reserve aanhouden, dus nu niet meerekenen) (Pro Memorie > ter herinnering) Overige (vaste extra's) Gratificatie(s) en 13e maand (NB herleiden naar een maandbedrag) Subsidie En verder(?) Totaal per maand te besteden inkomsten
€ .......... € ........... € .......... € .......... € .......... P.M. € .......... € .......... € .......... € .......... +
Zijn er onderdelen, die beïnvloedbaar zijn? Mogelijk kan er zelfs onderscheid gemaakt worden in “gemakkelijk”, “met enige inspanning” en “niet” te beïnvloeden. Deze manier van beoordeling moet zeker ook toegepast worden op de hierna genoemde uitgaven. Uitgaven: Vaste lasten per maand Woonlasten (incl. brand− en inboedelverzekering) Energie (gas, elektra, water, etc.) Verzorging (ziektekosten, hulp, levensverzekering)
€ .......... € .......... € ..........
€ ......... X
49
Ontwikkeling /ontspanning Communicatie (telefoon, kijkgeld, gids, krant, tijdschrift, bibliotheek, centrale antenne, e.d.) Vervoer (auto-, bromfietsverzekering, wegenbelasting, kentekenbewijs, lidmaatschap ANWB, afschrijving, onderhoud, abonnement openbaar vervoer) NB alle vaste uitgaven per maand berekenen! Maatschappelijke verplichtingen (kerkbijdrage, alimentatie, WA-verzekering personen, vakbond, e.d.) Belastingen (inkomsten -, onroerend zaak -, e.d. p/m) Afbetalingen ## (persoonlijke lening, doorlopend krediet, afbetalingen, huurkoop, overige) Overige regelmatige vaste lasten? Totaal van de vaste lasten per maand Huishoudgeld (Het is praktisch hiervoor een vast wekelijks bedrag te nemen en dat ook per week van de bank op te nemen.) Omrekening naar maand » x 13 : 3 Reiskosten (variabele deel, zoals benzine, treinkaartjes, enz.) Reserveringen (per maand voor aankopen die incidenteel plaatsvinden) kleding (jaarkosten: 12) Huishoudelijke apparatuur (defecten / vervanging) Fietsen / tuin / hobby / interieur Totaal reserveringen: (Reserveringen op een spaarrekening te zetten en uitsluitend daarvoor naar behoefte geld opnemen.) Totale uitgaven: (optellen van de vier posten)
€ .......... € .......... € ..........
€ ..........
€ .......... € ..........
€ .......... +
€ .......... € ..........
€ .......... € ..........
€ .......... € ..........+
€ ........ +
## Afbetalingen: vaak wordt een budgetsysteem pas gestart wanneer er al schulden zijn. Schuldeisers zijn meestal wel bereid een regeling te treffen. Hulp daarbij kan mogelijk verleend worden door de gemeentelijke sociale dienst (vragen naar: Schuldenproject of Schuldsanering). Het is daarbij absoluut een vereiste dat men het opbrengt het uitgavenpatroon te veranderen; wilskracht en aanzienlijke inspanning van álle betrokkenen zijn daarbij noodzakelijk. Een praktische raad: vul alles eerst met potlood in en zorg dat er gum bij de hand is, zodat de beïnvloedbare posten gemakkelijk kunnen worden herzien. B Plussen en minnen Nu komt het plussen en minnen van de diverse posten. Dit is een belangrijk onderdeel van het maken van een budget. Om de eindjes aan elkaar te knopen moet het bedrag van
€ ......... Y
50 de totale uitgaven Y in overeenstemming worden gebracht met het bedrag van de totale inkomsten X. Dit vraagt overleg met iedere betrokkene. Succes is afhankelijk van onderlinge overeenstemming! Besteed hieraan veel tijd, want het bepaalt je nee zeggen tegen wensen, die misschien wel redelijk, maar (nu nog) niet realiseerbaar zijn. Een keuze maken wordt vergemakkelijkt door eerst prioriteiten te stellen en daarna verlangens te schrappen. Van Goethe is het gezegde: “In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister”, d.w.z. in de beperking blijkt pas het meesterschap. C Bewaking De laatste stap is het praktische gebruik van een budget na bovengenoemde opzet met keuzemogelijkheid. Het is niet nodig vaste, niet beïnvloedbare bestanddelen van inkomsten of uitgaven van dag tot dag te registreren. In de praktijk komt het erop neer dat slechts enkele zaken met discipline dagelijks genoteerd moeten worden. Het zijn die posten die gemakkelijk of in belangrijke mate (kunnen) afwijken. Een eenvoudige zakagenda is meestal voldoende. Een vast bedrag voor de huishouding per week is heel nuttig en voorkomt veel geschrijf. De hoogte hiervan kan ontleend worden aan gegevens van het Nibud of bepaald worden naar eigen inzicht. De ervaring leert spoedig of het bedrag juist is. Haal dat elke week van de bank. Daarmee moet je uitkomen. Kun je door gebruik te maken van speciale aanbiedingen daar nog wat van sparen, dan heb je een appeltje voor de dorst. Met het tegenwoordige pinnen is elke week geld van de bank halen minder praktisch, maar ook daarvoor zijn oplossingen. Een aparte rekening bij een bank met pinpas is een mogelijkheid (bij pinnen voor contant geld kun je het saldo opvragen). Een ander alternatief sinds 1997 is een chipknip van de bank. Als je op deze manier werkt, hoef je niet elke (kleine) uitgave voor de huishouding te noteren. Voor de posten kleding, hobby, overwerk en bijverdiensten e.d. zul je wél registratie moeten bijhouden. Zorg dat dit altijd bij is vóór het naar bed gaan, omdat het gemakkelijk vergeten wordt wanneer je het uitstelt. (Van uitstel komt afstel.) Naschrift: Herziening van de cijfers moet van tijd tot tijd plaatsvinden. Doe dat echter in het begin niet vaker dan eens per kwartaal, en na het eerste jaar eens per jaar, vooropgesteld dat je bij de opzet van goede gegevens bent uitgegaan. Wijs gezegde: Die toestand is het gelukkigst, waar het overtollige niet verlangd wordt en het noodzakelijke niet ontbreekt. (Plutarchus, Griek, leefde tijdens het begin van onze jaartelling) Literatuur: SISO-nummer 627.21
(Bibliotheek rubricering)
* Rondkomen volgens plan – G.Gunneweg – NIBUD-ISBN 90 70683 06 7 Informatie: N I B U D –Utrecht; internet: <www.nibud.nl>; Tel. 030−2 391 350
51
Jongste revisiedatum 4-6-2014
52 Verzekeren Gevaren kunnen leiden tot ongelukken; de daarbij ontstane schade kan je draagkracht ver te boven gaan, vandaar: verzekeren. Vergoeding bij een strop vindt uitsluitend plaats in de vorm van geld. Al in de veertiende eeuw bestond er een voorloper van het tegenwoordige systeem; kooplieden waren bereid tegen hoge premie het risico te dragen van het vergaan van het schip. De werking van een verzekering is als volgt: Alle deelnemers betalen (regelmatig, of eenmalig) premie; lijdt nu iemand schade, dan wordt die vergoed uit de opgebouwde gezamenlijke buffer. Het principe is in feite risicospreiding. Het is zinvol heel goed te overwegen waarvoor je wel een verzekering moet afsluiten en waarvoor dat minder nodig is. Daarbij speelt een belangrijke rol de vraag of de grootte van het risico dat je loopt door jezelf te dragen is. Is in verband hiermee dekking tegen eventuele glasschade wél noodzakelijk of kun je zoiets zelf betalen? Maar je kunt niet zónder een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering; want een ongeluk door jou veroorzaakt, kan een enorme schadeclaim tot gevolg hebben. Wat betreft praktische regels in de doolhof van deze materie kan dit hoofdstuk enige helderheid bieden. Dat is zelfs noodzakelijk in verband met de vaak opdringerige reclame van de diverse maatschappijen. Men onderscheidt: Schadeverzekeringen: o.a. voor wettelijke aansprakelijkheid of voor brand. Levensverzekeringen: bieden op bepaalde leeftijd pensioen of een kapitaal. Sociale verzekeringen (overwegend via de overheid): tegen ziektekosten, werkeloosheid, invaliditeit, etc. Alvorens een verzekering af te sluiten is het altijd heel belangrijk voldoende tijd te besteden aan het grondig bestuderen van de polisvoorwaarden, onduidelijkheden en onbegrepen woorden aan te kruisen en de aanbieder te vragen een en ander in begrijpelijke taal toe te lichten. Immers, juist de beruchte kleine letters kunnen later aanleiding zijn tot grote teleurstelling. Een doublure leidt zo goed als nooit tot dubbele uitkering. Het is daarom zaak mogelijke overlapping na te gaan. Vaak komt dit namelijk voor bij ziektekosten thuis en die tijdens vakantie; en verder ook nogal eens met betrekking tot sieraden, en ook eventuele schade veroorzaakt door de caravan. Enige overlapping is niet altijd te voorkomen maar een doublure betekent wel te veel premie betalen. Bij een “eigen risico” wordt geringe schade niet vergoed, bijvoorbeeld tot een bedrag van € 300,-. Deze voorwaarde verlaagt de premie aanzienlijk, omdat de verzekeringsmaatschappij voor die betrekkelijk geringe schade relatief hoge kosten zou moeten maken. Het antwoord op de vraag welke je wél moet afsluiten, is afhankelijk van persoonlijke voorkeur. Geen enkel risico nemen en dan ook alles verzekeren is duur. Aan enkele verzekeringen ontkomt men echter niet, deels omdat ze verplicht zijn, of omdat het risico onbetaalbaar is als de ramp je treft. Deze gevaren behoor je wel af te dekken. In de tabel hierna is een uitgebalanceerde keuze gemaakt uit: mogelijke, wenselijke, noodzakelijke en verplichte dekkingen. Nadrukkelijk wordt erop gewezen dat ieder zelf een keuze maakt. De
53 hier gegeven adviezen en informatie zijn van vrijblijvende aard. De betreffende polis geeft exact weer wat de dekking inhoudt. Zo nodig kan de contactpersoon onduidelijkheden verhelderen. Het is handig een overzicht te maken van alle polissen. Daarin moet vermeld worden: soort verzekering, polis nummer, naam van de maatschappij, contactpersoon, verzekerde som, premie, premiedatum, afloop - en opzegdatum. Bewaar verzekeringspolissen, diploma's en andere waardevolle papieren op een vaste plaats in een schooltas of iets dergelijks. Waardevolle zaken zoals bankpas, geld en sieraden dienen daarvan gescheiden bewaard te worden. Bij woninginbraak zou men anders mogelijk beide missen. Een goede brandwerende vaste kluis voor genoemde zaken is trouwens aan te bevelen. De verzekering moet strekken tot vergoeding van de wérkelijk geleden schade en mag niet leiden tot voordeel van de cliënt. Deze clausule (bepaling) wordt in elke polis in een of andere vorm vermeld, en houdt in dat men geleden schade “als goed huisvader” moet opgeven, niet te hoog, maar ook niet te laag. Denk daarbij aan directe én indirecte schade; met dat laatste wordt bedoeld: kosten die het gevolg zijn van het voorval. (Bijvoorbeeld: vervangende woonruimte huren als je huis afgebrand is.) Men is onder - of oververzekerd als de actuele waarde respectievelijk lager of hoger is dan het verzekerde belang. Dat heeft gevolgen wanneer schade optreedt. In het eerste geval krijgt men te weinig uitgekeerd, in het tweede betaalt men teveel premie. Het is daarom een goede zaak de hoogte van de verzekerde waarde juist vast te (laten) stellen. Krijgt men een te lage vergoeding uitgekeerd dan bestaat de mogelijkheid tot inschakeling van de ombudsman. Alvorens hiertoe over te gaan dient men beslist eerst contact op te nemen met de betrokken maatschappij. De weg naar de ombudsman is pas dán vrij, indien daarna nog onenigheid tussen beide partijen bestaat over de gronden van de genomen beslissing. Het adres kan worden opgevraagd bij de betreffende maatschappij. NB. Bewaar zorgvuldig kopieën van alle documenten, eigen brieven en ontvangen stukken. Waarheden: Niet wat wij beleven is ons lot, maar hoe wij het dragen. (Baer-Oberdorf) Rechten om een kalf, kost een koe (Spreekwoord) 't Is beter zonder schä, dan met zijn schä te leeren. (Joost van den Vondel)
Literatuur: SISO-nummer 379 rubricering)
(Bibliotheek
* Verzekeringsgids – Consumentenbond – ISBN 90215-2914-9
54 * Meer profijt van uw geld – Consumentenbond – Kosmos Z&K – ISBN 90-215-2916-5. Jongste revisiedatum 5-6-2014
Verzekering AVP ---
Opstal ---
Glas --Inboedel ---
Kostbaarheden --Auto en motor ---
Bromfiets ---
Reis ---
Annulerings --Ziektekosten --Arbeidsongeschiktheids ---
Toelichting Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren. Verzekert schade door ondoordachte, onvoorzichtige daden van u of uw gezin. Zo'n schade kan gemakkelijk oplopen tot wel € 1 000 000,- . NB. Kinderen vanaf 14 jaar kunnen aansprakelijk gesteld worden. Een eigen huis behoort verzekerd te zijn tegen schade door brand, en is wenselijk tegen schade door storm en inbraak. Een huurhuis wordt niet verzekerd door de bewoner. Behoudens bijzondere omstandigheden is een glasschade betaalbaar. Brand− en inbraak risico's worden afhankelijk van de polisvoorwaarden min of meer uitgebreid gedekt. Het is wel belangrijk de “kleine letters” te bestuderen. In de inboedelverzekering zijn de sieraden slechts verzekerd tot een beperkt bedrag (zie polis). Wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (vaak € 2,5 miljoen) dekt schade teweeggebracht aan anderen. Volledig cascoverzekering (allrisk) dekt schade aan eigen auto, vaak met een “eigen risico”. Premie is afhankelijk van het aantal schadevrije jaren. N.B. Inzittende verhaalt schade op AVP van bestuurder of op de tegenpartij, behalve bijvoorbeeld bij bijzondere weersomstandigheden. Wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (minimaal € 1 miljoen) dekt schade teweeggebracht aan anderen. Verzekeringen zoals die thuis gelden, geven in veel gevallen geen dekking op vakantie. Dekking: bagage, geneeskundige kosten, onvoorziene kosten en ongevallen kunnen (elk) verzekerd worden. NB: Let op doublures. Keert uit wanneer de vakantie niet kan doorgaan om in de polis omschreven redenen. Ziektekostenverzekeringen dekken (deels) de kosten voor huisarts, tandarts, ziekenhuis en medicijnen. Inkomensverzekering wanneer men niet meer in staat is met arbeid een inkomen te verwerven. NB: Kleine letters! In loondienst gedekt door de sociale verzekering; Voor een kleine zelfstandige sinds 1998 door de WAZ.
Aanbeveling Noodzakelijk. Daar kan niemand zonder! Meeverzekeren dus!
Noodzakelijk, en bij hypotheek meestal verplicht. Mogelijk. Wenselijk.
Mogelijk bij kostbare zaken. Verplicht. Wenselijk voor nieuwe auto (tot 4 jaar), daarna beperkt casco (4 tot 8 jaar), alleen WA 8 jaar en ouder. Verplicht.
Noodzakelijk.
Mogelijk. Verplicht, anders: noodzakelijk. Wenselijk.
55 Rechtsbijstands ---
Overlijdens --Levens ---
Dekt de kosten van advocaten, nodig of nuttig bij een rechtszaak, bijvoorbeeld bij verkeersongeval of arbeidsconflict; een vakbond biedt ook juridische hulp bij arbeidsconflicten. Dekt kosten bij overlijden. (Bijvoorbeeld bij hoge schulden.) Een kapitaal dat uitgekeerd wordt op een bepaalde leeftijd of bij voortijdig overlijden. Vaak in samenhang met een hypotheek. Pensioen betekent een regelmatig inkomen boven 65 jaar. (Of tegenwoordig op een andere leeftijd.)
Wenselijk.
Mogelijk. Mogelijk Noodzakelijk.
56 Conflicten Onder dit begrip wordt verstaan een botsing tussen tegengestelde meningen, wensen, of manier van doen. De “strijd” die daarmee gepaard kan gaan, loopt van een eenvoudige woordenwisseling tot zelfs misdadige handelingen. In dit hoofdstuk beperken we ons tot directe en indirecte conflicten tussen individuen; aanvaringen tussen meerdere personen vallen buiten het kader van dit internetboek (groepsconflict, politiek geschil, oorlog). Ieder mens heeft onvermijdelijk van tijd tot tijd onenigheid met zijn omgeving. Wellicht is dat zelfs natuurlijk: als er geen dwarsliggers onder de spoorstaven zouden zijn, kan een trein ook niet op de rails blijven. Van groot belang is dat men leert er op gepaste wijze mee om te gaan en ongewenste escalatie weet te voorkomen. Dat vraagt invoelend vermogen omtrent de emoties van de ander en juiste inschatting van diens reacties op jouw woorden, daden of gebaren. Hier geldt dus behalve “Ken uzelf” ook zeker “Ken de ander”. Consequent twistpunten vermijden is een manier van je kop in het zand steken en leidt vroeg of laat dikwijls tot heftige uitbarstingen. Bespreking van een meningsverschil kan juist heel inzichtverdiepend zijn en zelfs vaak tot succesvolle oplossingen leiden. Botsingen komen voort uit allerlei belangentegenstellingen, zoals strijd om goederen of vaker nog om macht, gezag, status of prestige; ook kritiek kan ruzie veroorzaken. Al dan niet contact over het geschil is van grote invloed op het verdere verloop; het kan namelijk niet opzettelijk zijn ontstaan. Als de zaak op de spits gedreven wordt (een beoogd doel doordrijven), kan de bui duidelijk in volle hevigheid losbarsten. Een conflict is in het begin altijd makkelijker te stoppen dan het te laten voortmodderen tot blijvende onmin. Effectief omgaan met conflicten is een kunst. Op sommige scholen wordt een vaardigheidstraining gegeven “Rots en Water“ (zie website www.rotsenwater.nl). Men leert daar in een groep, beslist niet (rots), én juist wel (water) met elkaar rekening te houden. Wellicht kan men in dit hoofdstuk enkele ideeën opdoen om een geschil beter hanteerbaar te maken. Een dreigende toon, zoals bij schelden, een intimiderende houding of bang makende beweging, kunnen de directe aanleiding zijn. En ook een discussie kan gemakkelijk uitlopen op een twistgesprek door de manier van communicatie. Een belangrijk onderdeel ervan is ons taalgebruik, maar ook toon en houding zijn medebepalend voor het verloop. Reacties op agressie kunnen zowel kwalijke gevolgen oproepen maar ook juist voorkomen. Communicatie waarin we onze gevoelens laten blijken, kan als geweldloos, maar ook als gewelddadig worden ervaren. Kritiek, waarmee we het doen en laten van de ander willen beïnvloeden, kan opbouwend of afbrekend zijn. De destructieve vormen, gewelddadige communicatie en afbrekend commentaar, kunnen gemakkelijk leiden tot escalatie. Geweldloze communicatie Wat kunnen we zelf doen ter voorkoming van communicatie die conflicten oproept? Door te oordelen, te vergelijken, te classificeren, te interpreteren en te veroordelen ontstaan onze eigen gevoelens. Uitsluitend zélf zijn we voor die gevoelens verantwoordelijk. De verantwoordelijkheid op de ander afschuiven is gewelddadig zegt Rosenberg in zijn boek “Geweldloze communicatie”. (Zie literatuuropgave.)
57 1 Nare gevoelens kunnen ontstaan door uitspraken mét een oordeel. Een voorbeeld zonder oordeel: “Jan is weggegaan.” (geweldloze communicatie) en met een oordeel: “Piet liep boos weg.” (gewelddadige communicatie). 2 Onze emoties kunnen we leren herkennen en ze vervolgens uitspreken zonder oordeel over het gedrag van de ander. “Ik voel me ongelukkig omdat jij weggaat.” is een voorbeeld zonder mening over de ander (geweldloze communicatie). Je kwetsbaar opstellen blijkt ontwapenend te zijn en is geweldloos. Jouw gevoelens niet uitspreken of zelfs onderdrukken is jezelf als het ware buiten spel zetten; de gevolgen daarvan kunnen zeer pijnlijk zijn. 3 We zouden ons moeten realiseren dat achter elk gevoel een behoefte verborgen zit. Om deze vervuld te krijgen moeten we die herkennen en actie ondernemen. Door zo te handelen nemen we verantwoordelijkheid voor onze gevoelens. Dus niet: “Ik ben kwaad, omdat jij ….” (gewelddadige communicatie), maar: “Ik toonde me boos omdat ik graag wil dat ….” (geweldloze communicatie) 4 Ten slotte, wanneer we iemand iets verzoeken, dan is het belangrijk dat de ander zich niet verplicht voelt tot de gevraagde actie over te gaan, want dan zou het een eis zijn. Geweldloos iets vragen van een ander vereist dat we hetgeen we van de ander willen dan ook net zo nauwkeurig verwoorden. Bijvoorbeeld in plaats van te zeggen: – “Ik wil dat je bij mij blijft” (eis), – “Ik zou graag willen dat je bij mij blijft, omdat ik .….” . Het doel van geweldloos een verzoek doen is een relatie op te bouwen, gebaseerd op openheid en wederzijds begrip; de methode is er niet op gericht het gedrag van de ander te veroordelen of je zin te krijgen. Kritiek Beredeneerd de handelingen van anderen beoordelen en daarop invloed willen uitoefenen, noemen we kritiek hebben. Hier is onze rede de belangrijkste raadgever in plaats van ons gevoel zoals bij het voorgaande. Vaak wordt commentaar ervaren als een aanval op de persoon, omdat er (onbewust) een oordeel aan verbonden wordt: “je mag me niet meer” – “je vindt dat ik volledig heb gefaald”– “dat ik waardeloos ben.” Te verwachten is dat een reactie dan ook heftig zal zijn. Het geven van kritiek Er zijn meestal twee elementen te onderscheiden, namelijk een persoonsgebonden oordeel en de beschrijving van het doen of laten van de ander. Men wil bereiken, of vindt het prettiger, dat de bekritiseerde het anders zou doen. (“Jij hebt slecht werk geleverd.” – “Je luistert niet.”) Door voorzichtig te zijn om niet te kwetsen, of het commentaar enige tijd in te slikken, kan de bom plotseling barsten en de opgekropte frustratie de zaak extra doen opblazen. Opbouwende kritiek houdt naast het eigen oordeel ook het advies tot verandering in. Zonder dat laatste noemen we het mopperen of afkraken. Het goede moment is van grote betekenis voor constructief commentaar; niet te lang na de actie en zonder oude koeien uit de sloot te halen. Beschouw de ander als gelijke, superioriteit is uit ‘den Boze’. Richt je op de kwestie, het probleem. Luister met aandacht naar de reactie van de bekritiseerde; ga na of begrepen is waar het om gaat, en overleg eventueel over een verbetering.
58 Ten slotte: geef nooit aan iemand publiekelijk persoonsgerichte kritiek. Ook schriftelijk 8 je ongenoegen laten blijken wordt afgeraden. Is de oorzaak van jouw misnoegen misschien een onbewuste daad, een misvatting of onbegrip? Iets wat geschreven is, bemoeilijkt herstel van de relatie. Reageer vanuit jouw persoonlijke visie (Spreek in de ik-vorm) en benoem daarbij de vier G's: Gebeurtenis (gedrag, handeling, uitspraak; zeg bijvoorbeeld: “Ik zie …, ik merk …, ik hoor ...”) Gevolg (“Daardoor ….”) Gevoel (“Ik ervaar dat als …”) Graag willen dat …. (verzoek tot verandering). Bespreek ze alle vier impliciet. Gebruik nooit algemene termen, zoals: “Iedereen vindt …”, “Jij moet steeds …” Doe het kort na de gebeurtenis en met gevoel voor wat in die situatie passend is (dus met tact). Een voorbeeld: “Je hebt alcohol gehad; de coördinatie van handelingen en de reactiesnelheid verslechteren daardoor. Ik voel mij dan onveilig in onze auto: zullen we een taxi nemen?” Een oordeel geven is doeltreffender wanneer men de hierna genoemde tips in acht neemt: Bevorderend Ik-vorm De vier G's Recente gebeurtenis Vragen i.p.v. oordelen Tact
Bemoeilijkend Stemverheffing Slecht luisteren naar elkaar Kort door de bocht / langs omwegen Ongenuanceerdheid
Het ontvangen van kritiek Dit is moeilijker dan het geven ervan. De reactie erop kan één van de vijf V's zijn: Vechten (je bent zelf ......<een beschuldiging>), Verdedigen (ontkennen, noodweer), Vluchten (ontwijken, omstandigheden noemen), Verstommen (sprakeloos worden, dichtslaan, met de mond vol tanden zitten, verlammen van schrik), Verontschuldigen (zelfkritiek, dom van me) Het zijn alle manieren van doen die begrijpelijk zijn bij sterk op de man gericht oordelen, maar meestal geen van beiden en zeker niet beide personen verder helpen. Constructief reageren, begint met goed luisteren en laten merken dat je gehoord hebt wat de ander zegt, meent of vindt ….… . Vraag je daarom af wat precies gezegd werd; let op, dat is vaak iets anders dan je eigen interpretatie van de boodschap. Ga het gehoorde zo nodig checken. De ander is ontevreden ergens over en wil iets veranderen. Kom pas daarna met jouw commentaar en zeg wat je van plan bent ermee te doen. Ga desgewenst onderhandelen over een acceptabele oplossing voor beiden. Dankbaarheid tonen voor de samenwerking bij je streven de zaken steeds beter te doen is een goede investering in de relatie.
Die “boze” brief schrijven is een prima actie om stoom af te blazen, maar verstuur hem echter niet!!!
8
59
Bij het ontvangen van commentaar kan men onderstaande tips hanteren: Wat vergemakkelijkt: Nauwgezet luisteren Wat doe je ermee Lerende houding Zo nodig bedenktijd vragen
Wat belemmert: Boosheid De vijf V's Bedoeling snel interpreteren Onverzettelijkheid
De strategieën Ondanks geweldloze communicatie, opbouwende kritiek en welke andere voorzorg ook, kan er toch een conflict ontstaan. Pogingen een aanvaring tot elke prijs te voorkomen, te onderdrukken of te camoufleren, ontnemen de mogelijkheid van een figuurlijke kruising van de degens, die bijzonder verhelderend kan werken. De oorzaak ervan opsporen is verstandig wanneer men invloed op het ontstaan ervan wil uitoefenen. Al te gemakkelijk kan men anders in boosheid vervallen, of zelfs in een schuldcomplex ten onder gaan. Door de conflictstof duidelijk naar buiten te brengen kan een geschil juist beheerst en bestuurd worden. Training van sociale vaardigheden en sensitivity-training zijn lessen die preventief toegepast worden. Is de bom eenmaal gebarsten, dan helpt alleen overleg, bemiddeling of arbitrage voor het bereiken van een oplossing. Beide laatste vragen assistentie van een derde. De tussenpersoon behoort natuurlijk wel door beiden geaccepteerd te worden. Door de inhoudelijke component en het gevoelselement tot een gezamenlijk probleem te maken en te bespreken, wordt voorkomen dat het een wedstrijd wordt met een winnaar en een verliezer, of dat er iets blijft zitten dat later meestal nog heftiger naar buiten komt. Via echt luisteren, begrip en respect kan een conflict uit de gevarenzone naar een keuze uit andere mogelijkheden geleid worden. Ten aanzien van voortgezet overleg zijn er in principe vijf strategieën: Doordrijven: Dit is gebaseerd op macht of op de wil te winnen. Men maakt gebruik van hiërarchie of van het beter kunnen argumenteren. Doordrijven kan ook betekenen “opkomen voor je rechten.” Het is toe te passen in noodsituaties en bij impopulaire maatregelen. (Macht bestaat niet uit het vaak of hard “slaan”, maar uit raak slaan.) Toegeven: Dat is het tegenovergestelde van doordrijven; men verwaarloost dan eigen belangen. Het kan echter ook uit edelmoedige overwegingen toegepast worden. Soms wordt het gehanteerd met het oogmerk: “Een kleine vis geven om een grotere te vangen.” Dan benut je het om krediet op te bouwen. Toegeven is van groot belang als je bij nader inzien ongelijk hebt. (Liever buigen dan barsten.) Ontwijken: Hieronder valt het zich onttrekken aan een bedreigende situatie of het onderwerp uitstellen tot een beter moment. Te hanteren om tactische reden, of als belangen niet zwaarwegend zijn. (Wie niet kan of wil bijten, moet zijn tanden niet laten zien.)
60
Verkennen: Aan het zoeken van een oplossing wordt hierbij door beide partijen veel energie besteed. Dit vraagt een open houding, waarbij men bereid is zijn (deel)belangen te kwantificeren (belangrijkheid benoemen). Men tracht een oplossing te vinden waarbij beiden winnen. Hanteer het als beider belangen uiterst belangrijk zijn en er niet veel tijdsdruk is. (Twee weten meer dan één.) Schikken of een compromis zoeken: Hierbij wordt een overeenkomst beoogd, waarbij eventueel gedééltelijke bevrediging van belangen wordt geaccepteerd. Een compromis zit in feite tussen alle voorgaande vier manieren in. Men doet concessies of gaat het verschil delen. Te gebruiken als partijen genoegen nemen met een onderhandelingsresultaat. (Beter een half ei dan een lege dop.) Conflicthantering Besproken zijn enkele aanleidingen tot conflicten en mogelijkheden van erop reageren. Helaas bestaat er geen pasklare methode agressie in de kiem te smoren. Zowel voor “dader” als “slachtoffer” gelden immers eigen geaardheid, emoties en ook ieders motief. Creatief onmiddellijk anders reageren dan verwacht werpt vaak een nieuw licht op de zaak en doet ontsporing voorkomen. Een probaat middel is tijd winnen. Een “time out” doet wonderen bij escalatie; “Onderschat de geduchte invloed van geduld op de wederpartij niet. ” (Thucydides, Griekse geschiedschrijver) Het komt er op aan voldoende tijd te nemen het probleem systematisch te benaderen. Elk conflict is anders; er is zeker geen bepaalde manier die in elk voorkomend geval te verkiezen is. De keuze van de soort strategie hangt behalve van de situatie ook af van de vaardigheid die men ermee heeft. Bij een vastzittende zaak is voor élk van de volgende punten aandacht noodzakelijk. 1 Stand van zaken. Begin zo exact en feitelijk mogelijk met het omschrijven ervan. Wat werd precies gezegd, gedaan? Wat was de oorzaak of zou dat kunnen zijn? Wat is wenselijk en waarom? Welke belangen spelen mogelijk een rol? Richt de aandacht op de hoofdzaken en formuleer een en ander kort en bondig. 2 Het doel. Dit kan het twistpunt betreffen, maar ook de relatie, het gezag of prestige. Concreet beschrijven van het doel of de voorwaarden waaraan de oplossing moet voldoen, bevordert een consequente benadering. En dat laatste verhindert overigens ook onduidelijkheid voor de ander. 3 Vinden en beoordelen van alternatieven. Soms liggen ze voor de hand, soms minder. Kan de zaak van een heel andere kant benaderd worden? “Oog om oog maakt beide blind.”
61 Meer aan te bevelen is misschien: de “dader” in zijn eigen vet laten smoren, of er “boven staan”. “Champignons groeien het best in het donker” Let ook op de consequenties nu en later en beschrijf altijd de voor− en nadelen. Beoordeel ten slotte nog de haalbaarheid. 4 Besluiten. Kies voor het beste alternatief, lettend op betrouwbaarheid van de informatie en de gevolgen op korte en op lange termijn. 5 Uitvoering. Volg de meest effectieve methode om het doel te bereiken. Of jijzelf en de andere partij gevoelsmatig of beredeneerd ingaan op een oplossing bepaalt mede de wijze van aanpak. Herlezing van de vijf strategieën en de manier van communiceren zoals eerder beschreven, kan nuttig zijn. Als agressief gedrag voortvloeit uit onvrede of frustratie (de dader heeft het gevoel dat hem/haar tekort is gedaan), dan is geduldig luisteren en begrip tonen gewenst. Stel zo mogelijk vragen ter verduidelijking. Is de oorzaak gedram (de zin willen doordrijven), dan is vastberadenheid aan te bevelen; eigen agressie is ongewenst; zeg dat schelden/schreeuwen geen basis voor overleg is. Alcoholisten kunnen onverhoeds woedend worden. Geef duidelijk je grenzen aan en maak onder deze omstandigheden geen verwijten. Nu geduld oefenen, een “time out” realiseren is wellicht te verkiezen. Om escalatie te voorkomen bij genoemd gedrag zijn desinteresse tonen, geduld verliezen, kortaf zijn en verwijten maken af te raden. Erken het probleem en gebruik gezond verstand voor acceptabele oplossingen. Voor het hanteren van conflicten (ontstaan en ontsporing) bestaat geen ideale strategie, geen perfecte methode, noch haarlemmerolie, maar men kan wel léren het gedonder te matigen. Is een fundamenteel conflict tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing gekomen, dan is het tijd voor verzoening. Het is aan te bevelen met woorden daaraan ook werkelijk aandacht te besteden. Pas daarna komt er tijd voor vergeving, zwijgen over het verleden, eventueel erkenning van persoonlijke tekortkomingen en “gezamenlijke” verantwoording nemen voor de problemen die ontstonden. “Chapeau”! als je in de ander ook het goede ziet. Een gedicht: Ware vriendschap Een vriend, die mij mijn feilen toont, gestreng bestraft, en nooit verschoont, heeft op mijn hart een groot vermogen; Maar... 't laag gemoed, dat altoos vleit, verdenk ik van baatzuchtigheid; Ik kan zijn bijzijn niet gedogen.
62 Die zélden prijst, spreekt vriendentaal: Die altoos vleit, liegt menigmaal. H. van Alphen (1746-1803) Volkswijsheid: Er is minder karakter nodig gebreken van anderen te ontdekken, dan ze te verdragen. (John Petit-Senn) Ontsporing van een conflict in een wedstrijd geeft één winnaar, en wekt bij de verliezer wraak gedachten. (Plume) Problemen zijn net als citroenen: je kunt er ook limonade van maken. (Anoniem) Twisten zijn als fuiken, men komt er gemakkelijk in, maar geraakt er moeilijk weer uit. (Friedrich von Longau) Literatuur: SISO-nummer 307 4 (Bibliotheek rubricering) * Geweldloze communicatie – M.B. Rosenberg – ISBN 90 5637 1215 * Bemiddelen – Liet de Vries-Geervliet – ISBN 90 6665 241 1
Jongste revisiedatum 3-6-2014
63 Echtscheiding Beschreven worden drie stadia van een huwelijksrelatie in moeilijkheden. Uit statistische gegevens blijkt dat één op de drie echtparen terechtkomt in het derde stadium, dat van duurzame ontwrichting. Helaas, want dat gaat gepaard met veel leed, in het bijzonder emotionele pijn. Ter inleiding van dit delicate onderwerp volgen enkele typerende anekdotes. Een vrouw stofte en boende het hele huis, elke dag opnieuw; ze zag elke ongerechtigheid op tafels, stoelen, vloeren en sanitair. Medelijden met zichzelf vanwege het vele werk, en zelfs inwendige woede op andere gezinsleden die steeds het huis bevuilden, beheerste haar denken. Een gevoel van wrok overspoelde haar. Die ongeremde schoonmaakdrift had haar in zijn macht. Haar oog kon zich enkel nog richten op onreinheden. Van een jong echtpaar was de vrouw een ochtendmens, de man een slechte starter. Herrie in de tent 's ochtends kon niet uitblijven. Wijze woorden van de vroege vogel waren: Als jij 's morgens een stapje sneller doet, zal ik het wat rustiger aan doen. Zo kwamen ze elkaar tegemoet. Het eerste verhaal laat zien dat men gefocust kan zijn op wat niet deugt; het tweede hoe verschillen opgevangen kunnen worden. De voorbeelden staan model voor uitersten in de kans op ontwrichting van een relatie. Natuurlijk neemt elke partner in het huwelijk zijn aard, emoties en gewoonten mee, en dat kan best hinderlijk zijn. Ernstiger zaken dan schoonmaakdrift vormen aanleiding voor meer fundamentele geschillen. Vaak doen echtparen trouwens hun uiterste best hun huwelijk toch in stand te houden. Daartoe wordt heel wat afgestreden, afgetobd, gepraat, geslikt en aanvankelijk verzwegen voor de buitenwereld. Niet van de ene op de andere dag raakt een echtverbintenis in een crisis. 1 In het eerste stadium is er vooral onenigheid. Onvrede daarover kan zich op zijn minst uiten in een “koele” relatie; men legt zich er maar bij neer. Er kunnen daardoor gemakkelijk allerlei vage lichamelijke klachten ontstaan (psychosomatische klachten). Pasten in het begin potje en dekseltje precies op elkaar, later kan er aardig druk op de ketel komen. Met man en macht het deksel op de ketel houden, maakt de kans op uitbarsting zelfs groter. Flink stoom afblazen in een voor beiden veilige situatie kan geen kwaad. Wanneer daarbij gebruik van geweld niet denkbeeldig is, dienen moment en omgeving bijzonder zorgvuldig gekozen te worden. Als je naar de ander wijst, zijn er drie vingers op jezelf gericht. (NN) Onbehagen over ongewenst optreden van de ander behoort bij voorkeur direct uitgepraat te worden. In het begin te kennen geven dat men last heeft van het gedrag, of van de manier van uiten van de partner, maakt bijsturing gemakkelijker dan wanneer men alles oppot en op een later tijdstip alle frustraties als een lawine over de ander uitstort. Moet dan op elke slak zout gelegd worden of is het gewenst letterlijk alles van de partner te accepteren? De ideale houding ligt daar natuurlijk tussenin.
64 Vanzelfsprekend heeft ieder mens er behoefte aan in zekere mate zichzelf te kunnen en te mogen zijn, ook in het huwelijk. “Liefde is lankmoedig en verbittert niet” is een oude wijsheid, maar de tolerantie wordt begrensd door wat de ander nog kán respecteren. Er is dus sprake van een soort vrijheid in gebondenheid. Elk behoort zo te handelen dat in volle openheid rekenschap afgelegd kan worden aan elkaar. Voor beiden geldt dat relatiebedreigende kritiek op karakter of persoonlijkheid natuurlijk áltijd moet worden vermeden. Hatelijkheden en minachting, zeker in het bijzijn van anderen, drijven de zaak eerder op de spits en verlagen beider naam en faam. Bij ingrijpende geschillen, waarbij een beiderzijds aanvaardbaar compromis uitgesloten is, kan in onderling overleg een afkoelingsperiode afgesproken worden; wellicht werkt men op elkaars zenuwen. Te hete soep koelt vanzelf af. (Zie hoofdstuk “Conflicten.”) Conflicten in relaties zijn gebruikelijk, er respectvol mee omgaan door begrip en acceptatie van verschillen bevordert een duurzame verhouding. De scherpe kantjes van elkanders manier van leven veranderen vraagt lange tijd en uiterste toewijding. (Zie: “Liefde”, m.n. “Vriendschap”.) 2 In een latere fase, het tweede stadium genoemd, heerst voortdurende woede, prikkelbaarheid en verlies aan respect voor de ander; vaak gepaard gaand met subtiele vernedering in gezelschap. De onenigheid – wat een passend woord hier – kan veroorzaakt worden door tegenstrijdigheid van denken, doen, gevoelens of mogelijk door enorme verschillen in verwerking van een ernstig verlies. De reden kan ook ernstige misdraging zijn: Drankmisbruik, mishandeling of ernstige belediging, gokken, koopziekte, egoïsme, seksueel misbruik of vreemdgaan; zaken waarvan de feiten door de dader nogal eens ontkend of gekleineerd worden. De teleurgestelde is vaak te goeder trouw en verwacht dat wangedrag totaal niet. De menselijke begeerte die achter deze wandaden zit, is mogelijk te begrijpen, maar maakt dat optreden zeker niet aanvaardbaar! Het is bijzonder moeilijk voor de levensgezel de begeerte 9 welke een reusachtige kracht uitoefent, in te tomen; zolang het verlangen nog steeds gevoed wordt. Het denken en het eraan toegeven zijn beide buitengewoon te duchten verleiders; eigen verzet daartegen verloopt moeizaam. Gedachten bijsturen met zeer boeiend ander (denk)werk, en het zwichten vermijden, zijn de bekendste afleidingsmethoden. Dikwijls wordt door de beledigde partij steun gezocht bij vriend(inn)en; er wordt min of meer openlijk over gepraat. Maar, pas op, praten met een buitenstaander leidt gemakkelijk alleen maar tot medelijden en bevestiging van jouw gelijk – “meehuilen met de wolven in het bos” ; reparatie van de relatie is er bijna nooit mee gediend. Daadwerkelijke verbetering van de relatie kan door de partner bereikt worden door: Bespreking op een passend moment. (Zie: “Conflicten”: de vijf V's en de tips.) Vermijding van “gevaarlijke” situaties. Het duidelijk stellen van grenzen waaraan niet getornd wordt! Zo nodig tijdig hulp te vragen van een ter zake deskundige. Men dient uit zelfrespect de grens aan te geven van zijn draagkracht. Een onverbiddelijk nee is vele malen beter dan toegeeflijkheid, die de dader niet werkelijk doet veranderen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden! Zelfvertrouwen uitstralen bevordert dat de gestelde grens gerespecteerd wordt. Geef de ander het voordeel van de twijfel. Begeerte gericht op een goed doel of met een edel motief is acceptabeler dan wanneer het voor of ten behoeve van eigen baat (zelfzuchtig) is.
9
65
Een relatietherapeut of mediator kan de “wedstrijd” (bij een echte wedstrijd is er maar één de winnaar) veranderen in probleemoplossend gedrag: en …een sámen respectvol zoeken naar gemeenschappelijke belangen. Daartoe tracht hij ruimte te creëren in enkele gesprekken. Het eerste onderhoud is soms individueel (het intake gesprek); de volgende zijn, waar mogelijk, gezamenlijk. Vooropgesteld dat beide de instandhouding van het huwelijk op zijn minst niet uitsluiten, is er gerede kans dat men leert omgaan met de gerezen problematiek. Is het leven niet een voortdurend leerproces? Enkele terreinen die bij relatietherapie behandeld worden, zijn: conflicten, communicatie, intimiteit, onderlinge band, enzovoort. Gestreefd wordt door een deskundige dat beide partners fatsoenlijk verder kunnen leven, en met name in harmonie met eventuele kinderen. Wat passend optreden bij een alcoholist betreft, is het advies voor de levensgezel op te houden met klagen, smeken of schelden, en daarnaast de partner absoluut niet langer te helpen de gevolgen te maskeren. Hij/zij heeft de wilskracht te stoppen immers allang verloren. De alcoholist(e) is “ziek”. Deskundige hulp voor hem of haar en het gezin is bittere noodzaak. Bij flirt en overspel zijn begrip en schuldgevoel dikwijls fataal; men bereikt meer met liefdevolle hardheid en handelend optreden. Alleen als beiden, echtbreker én slachtoffer, de wil hebben bijeen te blijven, is de weg naar verbetering van de relatie begaanbaar. De oorzaak van het overspel wordt gezocht in wat er ontbrak in het huwelijk; of de vlucht in een buitenechtelijke relatie door omstandigheden. Doorgaans wordt dan door een hulpverlenende instantie aanbevolen consequent eisen en grenzen aan te houden. Bij mishandeling door de man ontstaat bij de vrouw het dilemma wanneer de grens bereikt is wat betreft eigen veiligheid en die van de kinderen. (NB Maak een vluchtkoffertje klaar en plaats dat bij vrienden.) Ook hier maakt een zachte heelmeester stinkende wonden! Voor alle duidelijkheid: deskundige hulp is onontbeerlijk bij ernstige misdragingen. In vele gevallen kan de huisarts behulpzaam zijn als eerste aanspreekpunt. De dokter kent zo nodig ook de verschillende hulporganisaties voor die problematiek. Getracht moet worden antwoord te vinden op de vragen: Welke fouten zijn te vergeven? Zal wat je dwarszit verbeteren? Hoe belangrijk is het seksleven? Is verbreking van je huwelijk uiteindelijk beter of slechter voor jou, of in het belang van de opvoeding van kinderen? 3 In het derde stadium is er, althans bij één van beiden, een vaststaand besluit tot echtscheiding. Laat men geestelijke of lichamelijke mishandeling of genoemde misdragingen maar over zich heenkomen, dan kan dat op den duur de draagkracht te boven gaan. Op een gegeven moment wordt het einde van het kunnen bereikt. Figuurlijk doet de laatste druppel de emmer overlopen. Onzekerheid en/of angst gaat dan over in: “Nu hak ik de knoop door!” Eenduidig duurzame ontwrichting van een huwelijk omschrijven is onmogelijk. Ter oriëntatie kan gesteld worden dat al lange tijd (een of meer jaren) verwacht wordt dat het nooit meer goed komt. Duur en ontwrichting zijn vanzelfsprekend persoonlijke interpretaties. Onderlinge geschilpunten betreffen dikwijls minder de feiten dan de uitleg ervan. Omdat in dergelijke situaties de communicatie meestal moeizaam verloopt, is het verstandig een
66 deskundige in te schakelen. Het is ook veiliger en meer doeltreffend in aanwezigheid van een derde aan elkaar te melden dat men wil scheiden. Wettelijk moet bij de tegenpartij de wens tot scheiding bekend zijn en eveneens zijn begrepen. Als slechts één der partners uit elkaar wil, is dat overigens voor de rechter al voldoende. De geestelijke nood van een gelovige christen in verband met het gebod: “Gij zult niet echtbreken” mag hier niet onbesproken blijven. De kerkelijke opvatting hierover noodzaakt overleg voor een beslissing naar eer en geweten. Bij echtscheiding, zeker als het huwelijk langere tijd standgehouden heeft, moeten vele zaken geregeld worden. Keuze van een geschikte bemiddelaar kan heel wat ellende tijdens de procedure voorkomen. Juridische touwtrekkerij is duur en vergt veel tijd; het betekent bovendien veel narigheid voor allebei. Gemeten naar de wensen van partijen kan een mediator meer bevredigende resultaten bereiken, o. a. wat betreft de hierna genoemde items. Als voorbereiding van onderstaande zaken door beide partners mogelijk is, bespaart dat veel kosten. Verzorging van de kinderen; kosten van opvoeding; regeling van bezoek. Duur, hoogte en verloop van de alimentatie. (óf volgens een schikking, óf volgens wettelijke regels. Zo nodig bij een onwillige partner via loonbeslag opgenomen in de rechterlijke beschikking) Verdeling van alle goederen en het samen opgebouwde vermogen. {Pensioen(en) – NB. Binnen twee jaar regelen! – Meerwaarde van eigen woning [via taxatie]. Conversie of afkoop van kapitaalverzekering, enz.} Wanneer zal financiële overdracht van de “eigen” woning plaatsvinden. (fiscale consequenties!) Wie blijft in het huis wonen. (of geen van beiden) (NB. Hypotheekrenteaftrek via een overgangsregeling, tenslotte alleen voor de bewoner.) Herinrichting van een verblijf voor de “vertrekker”. Vaststelling van de peildatum voor genoemde onderdelen; de scheiding is officieel wanneer de echtscheiding is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Opstelling van een scheidingsconvenant is geen eenvoudige zaak! Het vraagt enorm veel tijd – soms vele jaren – na scheiding deze ingrijpende gebeurtenis te verwerken. Het ‘alleen zijn’ kan bijzonder zwaar vallen. Het huis is ineens anders, ook al blijf je in hetzelfde huis wonen. Vooral de eerste tijd is een normaal levensritme noodzakelijk. (Dit betreft o. a.: tijdstip van opstaan en naar bed gaan, gezond eten, en waken voor verslavingen: zoals roken, snoepen, alcohol of slaapmiddelen.) Op velerlei gebied moet een nieuw evenwicht gevonden worden: (ik ben .… in plaats van: wij zijn.…). Echtscheiding raakt je hele essentie ten diepste. Ineens sta je overal alleen voor, zijn er tegenvallers van het inkomen, is het elders wonen behelpen, is de omgang met kinderen anders, laten vrienden het afweten. Het door de hevige storm op drift geraakte schip moet zijn koers hervinden en dat kost veel geestkracht. Natuurlijk is het verstandig eens terug te kijken. Had ik anders moeten handelen, heb ik er zelf ook schuld aan? De affaire heeft schrikbarend veel leergeld gekost; ik heb ervan geleerd.
67 Bedenk dat het verleden niet opnieuw geleefd kán worden. Vraag je ten slotte eens af of je wel steeds wilt blijven terugkijken naar het gebeurde. Het is jouw scheiding, of anderen al of niet partij kiezen doet niet ter zake. Als er kinderen zijn, is dat vaak een reden nog min of meer regelmatig de ex-partner te (moeten) benaderen. Men kan die contacten het best zakelijk houden en consequent blijven. Het uiten van eigen interpretaties en/of gevoelens dient te worden vermeden. Tegenover de kinderen is het een vereiste eerlijk te zijn: “Het ging niet meer tussen ons” is beter dan verwijten te uiten. Kinderen zullen zelf, als ze volwassen zijn, wel een eigen mening vormen. Tegenover de kinderen behoort men niet over de partner te klagen om te voorkomen dat ze in een loyaliteitsconflict komen. Ga je ‘volwassene’ problemen niet met je kinderen delen en maak geen ruzie in het bijzijn van je kinderen. Kinderen hebben het recht van beide ouders te houden, ook als die ouders niet meer van elkaar houden. Maar al te vaak worden kinderen ingezet in conflicten tussen ouders. Dat kan hen blijvende schade berokkenen. Een andere valkuil is je kind teveel verwennen uit schuldgevoel. Na verloop van tijd komt er een gevoel van opluchting over de beëindiging van het huwelijk. Bedachtzamer door de levenservaring wordt stellig een nieuwe invulling aan het bestaan gegeven. Ongetwijfeld moet men daarbij bij zichzelf te rade gaan: Op welke wijze kan ik aan mijn huidige leven een positieve wending geven? Hiervoor ruim tijd nemen en geen overhaaste acties ondernemen wordt alom aanbevolen. Sterke eigenschappen aanwenden voor nieuwe activiteiten en de veranderde situatie aanvaarden, is het devies.
Pittige citaten: Als men een rechtsgeding begint, is men van niets zeker behalve van hoge kosten. (Samuel Butler) Van de stijfkop en de zot, spekt de advocaat zijn pot. (Spreekwoord) Het is vooral aan zichzelf dat men trouw moet blijven. (André Gide) Literatuur: SISO-nummer 397 12, 418 2, 607 43 en 615 52 (Bibliotheek rubricering) * De zeven pijlers van een goede relatie Dr. John Gottman ISBN 90 2158 9141 * Gelukkig getrouwd, gelukkig gescheiden GP Hoefnagels ISBN 90 204 5844 2 * Scheiden: financiële en juridische gevolgen in kaart gebracht Consumentenbond. * Heel alleen: verder leven na een scheiding Rosa Wouters en Anders Pieters ISBN 90 215 2032 X
Jongste revisiedatum 3-6-2014
68 Voeding Op zekere dag zul je – als je “uitvliegt” – zelf voor het eten moeten zorgen. Je moet dan een keuze maken uit het rijke aanbod in de winkels. In de natuur is smaak en reuk een veilige leidraad voor juiste voeding. Dieren in het vrije veld eten bijvoorbeeld beslist geen giftige planten. In onze westerse maatschappij is heel veel voorbewerkt, geconcentreerd, of op onze smaak aangepast voedsel te koop. Het is echter de vraag of dat wel zo gezond is; met andere woorden: het is riskant alleen te vertrouwen op wat we lekker en gemakkelijk vinden. Op vroegere langdurige zeereizen van ons land naar Indonesië werd alleen voedsel meegenomen dat houdbaar was; vriezers waren er toen nog niet. Vanwege gebrek aan vers vitaminerijk eten kreeg de bemanning van die schepen scheurbuik, een ziekte als gevolg van een tekort aan vitamine C. Door onze koene zeevaarders werd toen in Zuid Afrika een tussenhaven, halverwege de lange reis, gesticht. Daar kon men verse groente en vers fruit bunkeren. Daarmee werd voldaan aan de behoefte aan deze onmisbare stoffen. De student die af en toe aanschuift aan moeders pappot voor gezonde en lekker klaargemaakte voeding, lijkt een slimme rekenaar. Maar hij doet er wat zijn gezondheid betreft wel degelijk goed aan! Dat neemt niet weg, dat hij natuurlijk zelf ook voor gezonde voeding zal moeten zorgen. In dit hoofdstuk wordt voor de beginneling in de keuze voor gezond eten enige basiskennis beschreven. Waar moet een jongere van ongeveer duizend weken nu zoal op letten? Dat betreft zeven terreinen, namelijk: – 1 variatie – 2 zetmeel, vezels en groente – 3 vet en zout – 4 vitaminen, etc. – 5 drinken – 6 hygiëne, bereiding en houdbaarheid – 7 lichaamsgewicht. Bij het Voedingscentrum in den Haag <www.voedingscentrum.nl> kun je terecht voor uitgebreide informatie over goede voeding (vragen stellen en brochures aanvragen per email kan ook). Over elk van de genoemde zeven aandachtspunten worden hierna enige algemene richtlijnen gegeven. 1.
Variatie. Gezond eten betekent dat je alle nodige voedingsstoffen binnenkrijgt. Er is niet één product dat ze alle in voldoende mate bevat. Eet daarom gevarieerd, zodat je de ene dag wat meer van dit gebruikt en de andere dag van dat. Wanneer er gezorgd wordt voor afwisseling in onderstaande groepen dagelijkse kost, ontstaat er geen tekort: Brood en aardappelen (of rijst, macaroni, peulvruchten). Groente (gekookt of rauw) en fruit. Melk, kaas, (of andere melkproducten), vlees, vleeswaren, kip, vis, ei, tahoe.
69 Halvarine, olie of boter. En bovendien per dag ten minste anderhalve liter (gezond!) drinken. Verantwoorde voeding bestaat uit: koolhydraten, eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen, voedingsvezels, sporenelementen en water. Een praktische lijst van aanbevolen hoeveelheden per dag luidt: Brood Aardappelen Groente Fruit Melk en melkproducten Kaas Vlees, vis, kip, ei, tahoe Vleeswaren Boter op brood Idem voor bereiding Vocht
5 - 8 sneetjes 4 - 6 stuks 3 - 4 groentelepels 2 vruchten 2 - 3 glazen 1 - 2 plakken 100 gram rauw 1 - 2 plakjes 5 gram per sneetje 15 gram minimaal 1,5 liter
(volwassenen één snee minder) Met opmerkingen [HvdV1]: 200 á 300 gram (volw. 175-250) 150 á 200 gram 200 gram 300 á 450 ml 20 á 40 gram 75 gram gaar 15 á 30 gram (bij voorkeur halvarine) (bijv. plantenmargarine of olijfolie) Met opmerkingen [HvdV2R1]:
2.
Zetmeel, vezels en groente. Brood, aardappelen, rijst, spaghetti, macaroni en peulvruchten leveren behalve zetmeel en vezels ook eiwitten, B vitaminen en mineralen. De vezelstoffen zorgen voor een goede darmwerking en stoelgang. Verder geven ze ook een gevoel verzadigd te zijn. Nu minder vet eten algemeen wordt aanbevolen, komen allereerst zetmeelproducten in aanmerking voor het verschaffen van energie. Suiker wordt veelal gebruikt als smaakmaker. Vanwege het dik makende effect en het verhoogde risico van tandbederf is het verstandiger het gebruik ervan te beperken. Groente en fruit zijn onontbeerlijk voor de behoefte aan vitaminen en mineralen. Variatie geldt voor alle etenswaren, maar met nadruk hier. De natuurlijke weerstand tegen ziekte wordt erdoor vergroot en de kans op hart - en vaatziekten en kanker verkleind. 3.
Vet en zout. Vetten leveren het essentiële zuur dat nodig is voor de aanmaak van lichaamscellen. Ze bevatten vitaminen A, D en E. In onze westerse maatschappij nemen we er vaak teveel van: in het bijzonder van het type verzadigde vetzuren. In dierlijke producten, zoals vet vlees, vleeswaren, volvette zuivelproducten, harde margarines, kokosvet en palmolie, komen vetten van het ongunstige verzadigde type voor. Onverzadigde vetten (in het bijzonder de z.g. cirrusvetten) vindt men in plantenmargarine, zonnebloemolie, maïsolie, olijfolie, en sojaolie. Een praktische regel is: vet dat in de koelkast hard wordt, is af te raden; als het zacht of vloeibaar blijft is goed. Ook in vis, makreel, zalm en haring is het vet in orde. Vis is daarom gezonder dan vlees. Van zout gebruiken we veelal 4 tot 8 maal de benodigde hoeveelheid; een reden om ook dat drastisch te beperken. Een belangrijk deel van het zout komt namelijk voor in producten als soep, kaas en vleeswaren. Extra zout vervangen door kruiden is daarom raadzaam. 4
Vitaminen, etc.
70 Gedurende het hele jaar zijn vitaminen, mineralen en sporenelementen onmisbaar. Het zijn werkzame stoffen, elk met specifieke taken. In tegenstelling tot wat de reclame suggereert, krijgen we er normaal voldoende van binnen. Antioxidans (vitamine A, C, E en het sporenelement Selenium) maken de vrije radicalen onschadelijk. (Vrije radicalen ontstaan o.a. door chemische middelen en bij de binnendringende ziekteverwekkende bacteriën en virussen.) Men vindt antioxidans o.a. in groente en fruit. Als de R in de maand voorkomt, kan een beperkte, uitgebalanceerde aanvulling (gebaseerd op een deel van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid >ADH), bestaande uit vitaminen, mineralen en sporenelementen, geen kwaad. In grote hoeveelheden ingenomen zijn ze echter eerder giftig dan gezond. Twee keer goed is hier verkeerd, vooral van in vet oplosbare vitaminen (zie bijsluiter). Zoals gesteld, wanneer men gevarieerd eet, ontstaat er geen tekort. Mineralen (o.a. calcium, natrium, kalium, magnesium en chloor) en de sporenelementen (bijv.: ijzer, jodium, fluor, koper, mangaan, zink en seleen) hebben een functie bij de stofwisseling, de enzymsystemen en in hormonen. Bij goede variatie krijgt men ook hiervan voldoende. De bekendste tekorten in verband met bepaalde omstandigheden zijn: calcium (kalk: botbreuken ontstaan erdoor), ijzer (leidt tot bloedarmoede), jodium (kan aanleiding zijn tot vergroting van de schildklier) en fluor (verhoogt het risico van tandbederf). In bijna alle kookboeken staat aangegeven waarin die specifieke stoffen overvloedig voorkomen. 5 Drinken. Uitdroging en onvoldoende afvoer van afvalstoffen kan het gevolg zijn van te weinig drinken. Minimaal anderhalve liter per dag wordt geadviseerd. Indien er extra vochtverlies optreedt, zoals bij hevige transpiratie, is een aanzienlijk grotere hoeveelheid noodzakelijk. Water (dat heeft de voorkeur), thee, koffie, melk en vruchtensappen tellen hierbij mee. Kies frisdrank met suiker met mate, als je op je gewicht moet letten. Bij tropische temperaturen (>30°C) is meer vocht nodig (mogelijk bouillon). Om het lichaam te ontgiften en voor ouderen is het verstandig genoemde hoeveelheid (1½ liter) te vergroten naar 2, tot 2½ liter gewoon Nederlands kraanwater; controle is makkelijk met voorraadflessen. (“Trinken kann man üben“ > Drinken leert men door oefening). Natuurlijk is alcoholische drank ook vocht, maar wel met kwalijke kanten: verslaving, overmoedigheid en leverziekten zijn de bekendste. De gunstige eigenschappen: een goed gevoel, gezelligheid, het maskeren van onzekerheid en het verminderen van de kans op hartinfarct, worden trouwens nogal eens overbelicht. (Zie:“Alcohol”.) 6
Hygiëne, bereiding en houdbaarheid. Reinheid is uiterst belangrijk voor al wat in direct contact komt met voedsel. Gedeeltelijk ontsnapt de kans op voedselvergiftiging helaas aan onze directe waarneming. Door zorgvuldig handelen kunnen echter nare gevolgen, zoals misselijkheid, buikkrampen of diarree, voorkomen worden. Bacteriën vermeerderen zich hoofdzakelijk bij temperaturen tussen 5 en 65°C, maar het snelst tussen 30 – 37°C. Ze komen voor op rauw vlees, (vooral varkensvlees en kip), in vocht van ontdooide diepvriesproducten, op keukengerei en mogelijk op rauwkost. Daar besmetting gemakkelijk ontstaat, is voorzichtigheid geboden. Contact met risicovolle producten moet vermeden worden. (Hetzelfde mes niet gebruiken voor rauw vlees en iets anders.) Natuurlijk is hygiënische reiniging van alle keukengerei noodzakelijk. {Flink heet water >70°C, ( 50°C voelt al heet), schoon keukentextiel en snijplankje zonder groeven}. Ruim afval direct op en gooi verdacht voedsel liever weg dan het risico van
71 voedselvergiftiging te lopen. Maak er een gewoonte van de handen degelijk te wassen, zowel vóór het eten, alsook vóór het bereiden ervan. Omdat het klaarmaken van een warme maaltijd moeilijk uit een boekje te leren is, wordt de beginnende kok aangeraden de kookkunst thuis onder het toeziend oog van iemand met ervaring te beoefenen. Als die mogelijkheid ontbreekt, is aanschaf van een goed kookboek ook daarom al gewenst. NB. Een goede kok neemt voor het eten klaarmaken beslist voldoende tijd. Er gelden enkele vaste regels; ze luiden: Houd de aandacht steeds in hoofdzaak gericht op het koken, dat voorkomt droog koken en aanbranden, en hierdoor wordt bevorderd dat het eten precies voldoende gaar is. Volg de gebruiksaanwijzing of het recept exact en niet ongeveer. (Bij geen ervaring is die nauwgezetheid noodzaak.) 7
Lichaamsgewicht. Controleer eens per maand je gewicht en onderneem zo nodig direct actie; later afslanken is bijzonder moeilijk. Het gewicht van personen ouder dan 18 jaar, uitgedrukt in kilogrammen, kan getoetst worden aan de Quételet – index, de zogenaamde BMI index (body mix index). Deze wordt als volgt verkregen: het aantal kilogrammen dat men weegt, gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters. [Voorbeeld m.b.v. rekenmachine: 75 kg : 1,85 m : 1,85 m = 21,9.] Als de uitkomst ligt tussen circa 18,5 en 25, is er sprake van een gezond lichaamsgewicht. Geadviseerd wordt het gewicht tussen die grenzen te houden door verantwoorde (niet overvloedige) voeding in combinatie met voldoende lichaamsbeweging. Meten is weten! (Zie ook: “Conditie”) De risico's op langere duur zijn bij overgewicht o.a. hoge bloeddruk, diabetes, hart− en vaatziekten, gewrichtsproblemen, enz. Je lichaamsgewicht wordt door leeftijd, geslacht, genen, maar vooral bepaald door je levensstijl. Als je meer calorieën inneemt dan verbruikt, kom je vanzelfsprekend aan. Het ongewenste pondje vestigt zich bij mannen meestal rondom de buik, bij vrouwen rondom heupen en billen. Het calorieverbruik is leeftijdsafhankelijk, hoog bij jongeren en laag bij senioren. En let op: ook alcoholische dranken bevatten veel calorieën. Keukentermen. Hierna zijn voor het bereiden van een maaltijd enkele bewerkingen beschreven, die in recepten vaak als bekend verondersteld worden. Overige praktische zaken. Wees zuinig met vet, in het bijzonder van het verzadigde type. Veel tussendoortjes bevatten juist dit soort vet! Die zuinigheid moet, zoals gesteld, ook betracht worden met zout. Voor het stillen van honger zijn brood en aardappelen de ideale basis voor een gezonde voeding. Ze zijn rijk aan zetmeel en vezels en bevatten van zichzelf bijna geen vet. Koelkasten en andere bewaarplaatsen van voedsel moeten regelmatig gereinigd worden.
72 Ontdooi bevroren voedsel in de koelkast of magnetron, opdat bacteriegroei minder kans krijgt. Bij vlam in de pan direct het gas uitdraaien, deksel op de pan, en er nooit mee gaan lopen. Filter van afzuigkap elk jaar vervangen in verband met brandgevaar en hygiëne. Ten slotte: kauw goed (bevordert de vertering), eet matig (stop als je eigenlijk nog trek hebt) en spoel het eten niet weg met drinken. Gezegden: Honger kost weinig, kieskeurigheid veel. (Seneca) Gezondheid is de grootste schat. (Spreekwoord) Men eet om te leven, maar men leeft niet om te eten. (Socrates)
Lekker is maar een vinger lang.
73
Keukentermen: Afschuimen: bijv. van peulvruchten; met schuimspaan afscheppen van uit gevlokte eiwitten. Au bain-marie: gerecht warm houden in kom, die staat in een pan met kokend water. Bakken: bij hoge temperatuur snel gaar maken in olie, boter of vet. Binden: dikker maken van saus met papje van bloem en melk of van bloem en water. Blancheren: voorbewerking, namelijk enkele min. in kokend water dompelen en afspoelen met koud water. Blussen: water of wijn toevoegen bij braden, dan wordt 't niet té bruin. Braden: vlees langzaam garen in boter. Croûton: stukjes knapperig brood in soep of in spinazie. Dichtschroeien: eerste braadhandeling, in hete olie of boter. Dressing: koude, vaak zure, saus voor salades. Flamberen: in de brand steken van de damp van warme sterke drank (>40%) Frituren: bakken in olie van hoge temp. Fruiten: Zachtjes bakken van uisnippers op matig vuur. Gratineren: bestrooien met paneermeel en geraspte kaas, besprenkelen met gesmolten boter en dan bruin korstje in oven maken.
Larderen: dunne reepjes spek door mager vlees rijgen. Marineren: uren of dagen laten staan van wild in geurig gekruid mengsel van wijn, vruchtensap. Mirepoix: kleine blokjes groente, spek voor de soep of saus. Paneren: vóór het bakken vlees / vis omhullen met paneermeel voor een krokant korstje. Pocheren: bijv. vis garen in kokend heet water. (behoud van smaak en uiterlijk) Pureren: fijnmaken van aardappelen, groente en vlees. Ragoût: kleine stukjes vlees, kip, soms met groente in dikke kruidige saus. Rijzen: volume toename door gist bij 25 à 35°C. Roux: mengsel van gesmolten boter en bloem voor gebonden saus of soep. (blanke roux: geel papje maken en dan water, melk of bouillon; bruine roux: eerst boter bruinen) Spatelen: voorzichtig met spatel of houten lepel doorscheppen van bloem of slagroom. Stoven: langzaam op laag vuur garen van vlees Sudderen: idem op uiterst zwak pitje Wellen: langzaam en zachtjes garen in water tegen de kook aan. (van gedroogde vruchten)
Literatuur: SISO-nummer 629.2 en 628 (Bibliotheek rubricering) * Goed van eten en drinken – Voedingscentrum, den Haag * Eerstejaars koken – C. Kroonenberg – ISBN 90 215 2097-4 Jongste revisiedatum 5-6-2014
74 Gezondheid – ziekte Voor een goede gezondheid en juiste bestrijding van ziekten zijn passende maatregelen nodig. Beide zaken zijn van zodanig levensbelang dat iedereen én daarvan het essentiële moet weten, én het nodige eraan moet doen. Beschouw je lichaam maar als een VIP (“very important person”). Een VIP krijgt een eersteklas behandeling en dat komt óók jouw lichaam toe. De basis daartoe is: 1 Gezond eten en drinken. 2 Werken en rusten met elkaar in balans brengen. 3 Voldoende nachtrust nemen. 4 Ziekte voorkomen, c.q. goed behandelen. Voor het eerste punt van zorg wordt verwezen naar “Voeding.” Het tweede punt van aandacht is de besteding van de beschikbare tijd tussen eten én slapen; zo geformuleerd omdat deze twee zaken van levensbelang zijn en altijd voorrang hebben. Zowel voor ons lichaam als voor ons denkvermogen is het afwisselen van werken en ontspannen een absolute noodzaak. De balans tussen inspanning en ontspanning is voor ieder verschillend. De verhouding tussen die twee kan door training wel verlegd worden. Kun je het studeren of het werken aanvankelijk maar kort achtereen volhouden, na training is dat best op te voeren tot drie á vier uur. Ter voorkoming van stress is regelmatige ontspanning steeds nodig. Hoe men ontspant is minder belangrijk. Hoofdzaak is dat ten minste twee á drie keer per dag even gas teruggenomen wordt. Beweging daarbij in de buitenlucht is gezond voor lijf en leden. Die activiteit moet het liefst zonder prestatie− of wedstrijd element zijn. Dat men tijd voor zichzelf vrijmaakt is net zo noodzakelijk voor de gezondheid van de geest als die van het lichaam. Is de verhouding tussen werken en rusten langere tijd uit balans, dan treedt overspanning (stress) op. Aanvankelijk is daar zelf nog wel wat aan te doen. (Zie: “Stress”) Is men echter in een dieper dal terechtgekomen, dan is externe hulp via huisarts of psycholoog geboden. Het derde aandachtspunt is voldoende nachtrust. Zonder deze rust is leven niet mogelijk. De opknapbeurt die lichaam en geest hierbij ondergaan, is voor iedereen een must. Edison zei maar enkele uren te slapen, maar deed overdag wel meerdere dutjes. Voor de meeste volwassenen (90%) is acht á negen uur slaap wenselijk. De kwaliteit daarvan is vanzelfsprekend beter in een rustige omgeving ('s nachts), en verder is ook een comfortabel bed belangrijk. Het doen van dutjes is voordelig als men minder tijd heeft om te slapen. Twee keer een kwartiertje dutten vermindert de behoefte aan nachtrust met anderhalf uur. Wat slaapmiddelen betreft is een waarschuwing op zijn plaats. Ze veroorzaken namelijk vaker een (andere) moeilijkheid, dan dat daardoor het slaapprobleem wordt opgelost; zeker als gebruik langer dan enkele weken aanhoudt. (Zie ook “Slapen.”) Het vierde punt: Beschrijving van ziekten en de bestrijding ervan in het kader van dit boek, zou gemakkelijk kunnen leiden tot een onjuiste vaststelling (diagnose) van een ziekte, met als gevolg een verkeerde behandeling (medicatie), en dat is nog erger. Daarom ben je voor
75 een juiste diagnose aangewezen op de huisarts. Verkeerde zelfmedicatie, of het maar op zijn beloop laten, kan een kwaal verergeren en tijdige effectieve behandeling in de weg staan. Natuurlijk is het wel verstandig ook zelf na te gaan wat de oorzaak van een ongemak is. Luisteren naar signalen van je lichaam is wijs en kan erger voorkomen. Bij de zorg voor je gezondheid is het nuttig te weten wanneer je de dokter dient in te schakelen, en in welke gevallen je je kunt behelpen met een pijnstiller. Wenst men meer zelfredzaam te zijn, dan kan het boekje “Zelf dokteren” van de consumentenbond geraadpleegd worden; voor details zie de literatuuropgave. Bij korte of hevige pijnen, die niet langer dan één of enkele dagen aanhouden, verzachten paracetamol bevattende pijnstillers goed. Deze zijn te gebruiken bij oorpijn, kiespijn, hoofdpijn, spierpijn en menstruatiepijn. Voor velen is de helft van een tabletje van 500 mg per inname al voldoende. Zes tot acht hele tabletten per etmaal is het toegestane maximum. Als een beroep op pijnstillers vaak nodig is, is een bezoek aan de huisarts noodzakelijk. Bij niet langdurige en niet hevige maagpijn kun je een maagzuurbinder of een maagzuurremmer gebruiken en bij keelpijn is gorgelen met zout water aan te bevelen. Overigens wordt keelpijn in vele gevallen ook enigszins verlicht door te zuigen op een snoepje. Pijnlijke buikkrampen, gevolgd door herhaald toiletbezoek, betekent dat het lichaam met diarree reageert op een infectie, veroorzaakt door bacteriën of virussen. Minstens een etmaal niets eten, maar wel veel drinken, is dan geboden. Slappe thee zonder suiker, bosbessensap zonder suiker, of rijstwater zijn het meest doeltreffend. Rijstwater wordt gemaakt door twee eetlepels rijst in een liter water twintig minuten te laten koken. Veel klachten gaan vanzelf weer over; duurt een klacht echter langer, dan is een bezoek aan de huisarts aan te raden. Een verkoudheid duurt ongeveer vijf etmalen en verdwijnt zonder enige behandeling daarna vanzelf. Vitamine C en drop bekorten die duur slechts tot vijf dagen; ze zijn alleen maar profijtelijk voor de winkelier. Afdoende middelen tegen verkoudheid zijn er helaas (nog) niet. Koorts is, net als pijn, een zinvol signaal van het lichaam dat er iets niet in orde is. Als de koorts van volwassenen hoger is dan 38° graden Celsius, is het verstandig de dokter te raadplegen. Een langer durende geringe verhoging van de lichaamstemperatuur is eveneens een reden om naar de dokter te gaan. Bij bezoek aan een arts is het meer aan te bevelen de verschijnselen (pijn, last) te vermelden dan de vermoedelijke kwaal. Er worden vaak vragen gesteld, zoals: Wanneer precies is de pijn of klacht begonnen en was dat plotseling? Waar zit de pijn; is dat exact aan te wijzen? Heb je er vaker last van gehad? Zo ja, gebruikte je toen medicijnen? Welke? Wat is er recent veranderd (eten, slapen, emoties, stoelgang, etc.), verband houdend met de klacht? Noteer de antwoorden hierop, voeg er eventueel zelf nog eigen vragen aan toe, zodat je tijdens het gesprek met de dokter niets vergeet.
76 Het is ook verstandig een soort logboek bij te houden, waarin alle ziekten van jou vermeld zijn; met een overzicht van de gebruikte medicijnen. Het is goed dat de behandelende (vreemde) arts over deze gegevens kan beschikken. Ziekten zijn ten dele te voorkomen door gezonde voeding en zorg voor een goede hygiëne. In het kader van dit boek worden alleen de meest primaire beginselen voor algemene hygiëne besproken: De noodzaak van het handenwassen (dat is meer dan afspoelen) vóór het eten en na het toiletbezoek, is voldoende bekend. Een goede wasbeurt vóór het eten klaarmaken is even noodzakelijk. Dit is om de handen en vooral ook de nagels zo goed mogelijk te ontdoen van ziektekiemen. Etensresten zijn een ideale broedplaats voor deze kiemen. Het is daarom verstandig direct na gebruik alle eetgerei schoon te maken. (Aangekoekte etensresten laten gemakkelijker los na enkele uren inweken! Een tip is: Schuren en schoon steken voorkom je door inweken.) Vaatdoekjes en schuursponzen zijn eveneens echte kweekplaatsen voor bacteriën; daarom is reiniging ervan met zeer heet water nodig. Trouwens, het frequent wassen van álle keukentextiel is beslist een noodzaak. Houd rauwe en gekookte etenswaren strikt gescheiden. Beperk bacteriegroei zoveel mogelijk door diepvriesproducten te ontdooien in koelkast of in magnetron. Het is bekend dat onbeschermde geslachtsgemeenschap grote risico's voor overdracht van allerlei infecties – van geringe tot zeer ernstige – met zich kan meebrengen. Is zwangerschap ongewenst...? Voor safe seks is het daarom aan te raden tijdig het gebruik van een condoom af te spreken. In onderling overleg kan besloten worden voorlopig elkaar met de hand te bevredigen (elkaar t0t orgasme brengen; ook wel mutueel masturberen genoemd). Ter voorkoming van infecties van vagina en urinewegen (o.a. blaasontsteking) is het voor vrouwen noodzakelijk na de ontlasting zich van vóór naar achteren te reinigen. Ten slotte een enkele opmerking over de hygiëne van het denken. Een probleem dat niet direct op te lossen is, kan piekeren, en na enige tijd zorgelijk tobben tot gevolg hebben. Dit legt verkeerd beslag op het denken. Realiseer je dat het zich richten op oplossingen altijd effectiever is dan het tobben over oorzaken. Soms kan een oplossing gevonden worden door het probleem eens van een andere kant te bekijken, of het met een ander te bespreken. Een zaak onder woorden brengen, vergemakkelijkt het logisch denken. Natuurlijk is niet élk probleem oplosbaar. Aanvaarding van dat feit, en daarmee leren omgaan, is helaas soms de enige keus. Indien normaal functioneren gedurende langere tijd onmogelijk is, omdat het probleem je gedachten helemaal in beslag neemt, kan dat je gezondheid ernstig schaden. Professionele hulp (via de huisarts) is dan geboden. Treffende uitspraken: · Een ons voorzorg is evenveel waard als een pond medicijnen. An apple a day keeps the doctor away. (Engels spreekwoord)
77
Literatuur: SISO-nummer 604 (Bibliotheek rubricering) * Zelf dokteren – Gertjan Huis in 't Veld – ISBN 90 246 0141-X. * Voeding als medicijn – Rob Oppedijk – ISBN 90 215 9518 4.
Jongste revisiedatum 3-6-2014
78 Conditie en houding Helaas wordt er meer aandacht besteed aan het bestrijden van euvels en kwalen van het lichaam, dan aan de preventie ervan. Fit zijn en een goede conditie hebben, kan veel narigheid voorkomen. Op school wordt minder dan 10% van de tijd besteed aan gymnastiek, terwijl tijdens die lessen nauwelijks gelet wordt op houding en beweging. In dit hoofdstuk zal daarom enige informatie gegeven worden over maatregelen die je kunt nemen om fit en in conditie te blijven. Uitgangspunt hierbij is dat er al voldoende aandacht is voor: Juiste voeding (zie: “Voeding”), Gezondheid (zie: “Gezondheid”), Mentale gezondheid (zie: “Stress”). Dagelijks gerichte aandacht voor juiste beweging en houding is ongetwijfeld even noodzakelijk als eten en slapen. Twee á drie keer per dag actief een of andere bewegingsoefening uitvoeren, bevordert de fitheid en is tegelijkertijd ook nog een gezonde ontspanning. Een verkeerde manier van bewegen leidt pas op de lange duur tot klachten. In het begin kan zich dat uiten in wat spierpijn en je denkt dat het vanzelf wel weer overgaat. Niets is minder waar. Bekend zijn bijvoorbeeld: - rugpijn als gevolg van een verkeerde manier van tillen, die veroorzaakt wordt door het belasten van de rugspieren in plaats van de beenspieren - een pijnlijke “muisarm”, veroorzaakt door een te krampachtige houding van hand en arm tijdens het computeren. Correct bewegen en een juiste houding kunnen narigheid en ongemak op latere leeftijd voorkomen. Bovendien bevordert veel bewegen de gezondheid en beperkt de kans op ziekten! (Hart− en vaatziekten, borst− en prostaatkanker en botontkalking.) Gewicht: Zonder dat lichamelijke activiteit verricht wordt, bedraagt het energieverbruik van een volwassene per etmaal circa 6.000 tot 7.500 kJ (1.400 tot 1.800 kcal) 10. Veel energie is er dus al nodig voor onze passieve levensprocessen. Relatief weinig extra energie vraagt bewegen, want voor een wandeling van 4 km is slechts ongeveer 800 kJ (~ 200 kcal) nodig. Een wielrenner in de “Tour de France” verbruikt echter heel wat meer: zelfs wel het zevenvoudige van de energie bij rust. Met berekeningen de energiebalans van je lichaam in evenwicht houden is praktisch ondoenlijk. Eenvoudiger is het je lichaamsgewicht met vaste regelmaat in het oog te houden. Weeg je daartoe wel steeds op hetzelfde tijdstip van de dag. Vochthuishouding, eten en uitscheiding kunnen gemakkelijk tot verschillen leiden, zelfs van bijna een kilogram. Regelmatige activiteit is van vitaal belang om je fit te voelen. Bovendien wijzen statistieken uit dat je dan minder risico loopt hart− en vaatziekten te krijgen. Tevens wordt het uithoudingsvermogen door spierarbeid bevorderd. Vermoeidheid na een kortdurende werkzaamheid wordt niet veroorzaakt door energietekort, maar door gebrek aan zuurstof De eenheid van energie kJ (kilo Joule, spreek uit ‘zjoel’) is de vervanger van de vroegere, veel grotere kcal (kilocalorie) 4,12 kJ ≈ 1 kcal
10
79 (bij de omschakeling van anaerobe op aerobe energie), of door teveel afvalproducten (voornamelijk melkzuur), die naast warmte als bijproduct van het bewegen ontstaan. Om overgewicht te voorkomen is weinig energie opnemen – minder eten – op zichzelf een juiste gedachte; maar dat kan gemakkelijk leiden tot ongewenste bijwerkingen, omdat de onderlinge verhouding van voedingsstoffen in die situatie onjuist kan zijn. Inspanning op zich vraagt natuurlijk meer energie, en dan is het van minder belang wát je eet. De onderlinge verhouding van voedingsstoffen mag bij een grotere hoeveelheid liever geweld worden aangedaan. Veel slankmakers danken hun werking aan vochtafdrijvende middelen. Doelmatig is afslanken alleen indien op den duur de balans van inname en het verbruik van energie in evenwicht wordt gebracht. Overigens acceptatie van bijzondere lengte, dikte of vorm is nodig voor een goede mentale balans. Streven naar een reëel gewicht is verstandiger dan onbereikbare slankheid te verlangen. Lichamelijke arbeid en matig eten ook van “tussendoortjes 11” zijn nog altijd de meest effectieve en tevens de gezondste maatregelen om je lichaamsgewicht te beheersen. Zitten: We maken vaak langdurig gebruik van een starre of verkeerde zithouding. Regelmatig gaan verzitten en de houding binnen kleine marges veranderen betekent al minder ongemakken. Een juiste stand van hoofd, rug en benen verdient daarbij bijzondere aandacht. - Een correcte stand van het hoofd is niet alleen bij het zitten van het grootste belang, maar in feite altijd, ook bij het staan en lopen. Het hoofd behoort recht op de romp te rusten. Het is verrassend hoeveel mensen zich daarvan niet bewust zijn. Kijk maar eens in de spiegel naar jezelf; dat zal je de ogen openen. De nek mag niet strak gespannen staan. Spanning in die spieren leidt mogelijk tot hoofdpijn. Het is ook goed hierbij te letten op je kin. Die moet ontspannen zijn, zoals bij glimlachen, en niet te ver naar achteren of naar voren wijzen, omdat dan de keel wordt dichtgedrukt of uitgerekt, en essentiële zaken (o.a. een goede doorbloeding) in de knel komen. - Een rechte rug tegen een iets (18°) achterover hellende rugleuning is een goede zithouding. Een holle, en ook een schuin naar links of rechts gebogen rug is uit den Boze. De rugleuning minder naar achteren laten hellen mag eventueel. Zo nodig kan in die positie met de armen steun geboden worden. Alleen in de juiste houding is onbelemmerde ademhaling mogelijk en is er eveneens voldoende ruimte voor onze hals− en buikorganen. Ook de zenuwen die de wervelkolom verlaten, worden in dat geval niet afgekneld. - Ten slotte: de benen. De bovenbenen moeten bijna geheel op de zitting van de stoel rusten om vermoeidheid zo lang mogelijk uit te stellen. De onderbenen moeten praktisch verticaal staan. De voeten dienen plat op de vloer te rusten. Koude voeten tijdens het zitten voorkom je door af en toe de tenen, en zo mogelijk de voet, in de schoen te bewegen. De
NB Het gebruik van ‘tussendoortjes’ afleren is net zo moeilijk als stoppen met roken. De methode met mentale voorbereiding, zoals beschreven in ‘Roken’, is bijna altijd succesvol.
11
80 benen over elkaar leggen of uit elkaar spreiden, wordt afgeraden. Het bemoeilijkt een goede doorbloeding, en afgezien daarvan is het ook onesthetisch. Urenlang bewegingloos zitten blokkeert de doorbloeding en werkt daardoor vermoeiend. Regelmatig verzitten of gaan staan of lopen is daarom aan te bevelen. In de auto is de hier beschreven zithouding (met uitzondering van de stand van de onderbenen) het minst vermoeiend. Vaak wordt hierbij echter gezondigd tegen het voldoende ondersteunen van de bovenbenen. De zitting verder naar achteren verschuiven kan prima helpen zolang de armen licht gebogen bij het stuur kunnen. Misschien kan daartoe de helling en hoogte van de zitting versteld worden. Zonder de aandacht te verliezen voor de weg en het verkeer, is het wijs je hoofd af en toe binnen kleine marges te bewegen. (Krampachtig vooruitkijken is erg vermoeiend.) Het hoofd voor verandering van rijstrook duidelijk bewegen, is behalve noodzakelijk om verkeer in de dode hoek van de autospiegels waar te nemen, ook een goede massage van de nek. Daarbij ziet de oplettende andere verkeersdeelnemer ook nog jouw voornemen. De hoofdsteun heeft alleen een gunstig effect, wanneer de ruimte tussen deze en hoofd hoogstens een paar centimeters is. Tijdens lange autoritten om de twee uur een kwartiertje ontspannen en bewegen is geen overbodige luxe voor het behoud van een goede conditie van chauffeur en passagiers. Op de fiets wordt de zithouding erg bepaald door de maat van het frame, de zadelafstelling en de stand van het stuur. Daarom enkele algemene regels: De framemaat is juist als de horizontale bovenbuis (of de fietszadelmof) 2 á 3 cm lager is dan je kruis als je gewoon staat. De hoogte van het zadel is correct als je met de bal van de voet de trapper in de onderste stand zonder moeite kunt aandrukken. Voor de sportieve rijder moeten zadel en stuur verder uit elkaar staan dan voor de rijder die meer rechtop wil zitten. Tot slot prefereren dames een horizontale zadelstand, en heren een iets achterover hellende zadelstand. De vakman heeft professionele apparatuur die de maat van frame en instellingen berekent bij aanschaf van een fiets. Maak wel een proefrit; persoonlijke voorkeur verschilt. De stand van de wervelkolom is juist wanneer deze vanuit het bekken in een lichtgekromde lijn naar voren gebogen is. Met lichtgebogen ellebogen kan enig gewicht van het bovenlichaam op het stuur rusten. Traditioneel zit een fietser al iets voorover, maar een sportieve rijder buigt nog verder naar voren om minder luchtweerstand te ondervinden. Op zich is die laatste houding voor een zwakke rug minder aan te bevelen. Lopen: Er zijn mensen die enigszins achteroverhellend lopen in plaats van heel licht voorover, zoals wordt geadviseerd. Het gewicht rust dan op de hielen in plaats van op de voorvoet. In een etalageruit of grote spiegel bewust naar je manier van lopen kijken is vaak een openbaring. Let daarbij maar eens op het volgende: De gestrekte rug mag op zich niet bewegen; het bekken behoort niet te schommelen; het licht samenknijpen van de billen zorgt dat het bekken enigszins gekanteld wordt. De nek uitgerekt, naar voren kijkend; het hoofd rechtop in de “wolken priemen”.
81 De ademhaling behoort natuurlijk te zijn, dat wil zeggen onbelemmerd door knellende kleding. Ze moet ruim baan hebben en liever niet beïnvloed worden door spanningen, zoals door gedachten over een moeilijk probleem. De stap dient niet te groot te zijn, dat maakt de gang onnatuurlijk. Veel gaan en staan op hoge hakken wordt sterk afgeraden – i.v.m. misgroei van voorvoeten! De voet moet van hiel tot voorvoet geheel afgewikkeld worden. Dit is lastig te beoordelen in een spiegel. Een eenvoudige controle hierop kan plaatsvinden door met blote, natte voeten op een gladde vloer te lopen. De voetafdruk dient iets naar buiten te wijzen en mag in het midden alleen aan de buitenkant de vloer raken. Aandacht voor een natuurlijke gang is zeer zinvol, omdat men in zijn leven heel wat afloopt. Beschrijving van deze beweging is moeilijk, ze is daarvoor te gecompliceerd. Gemakkelijker is het je gang te (laten) observeren of een video-opname van jezelf te bekijken; trouwens met een spiegel of via een etalageruit kom je ook al een heel eind. Het zich gracieus voortbewegen geeft een vrouw aantrekkelijkheid en wijst op zelfvertrouwen. Een ingesleten foute wijze van lopen is beslist niet gemakkelijk te veranderen. Het aanwennen van de juiste manier vereist veel training en volharding. Staan: Verwezen wordt naar wat hiervoor is opgemerkt over de houding van het hoofd bij het lopen. De wervelkolom mag hoogstens 1 à 2 centimeter naar voren gekromd zijn. (Met behulp van een lat die aanligt tussen de schouders en op de onderste wervels is dat te meten; wanneer die ruimte veel te groot is, geeft dat vroeg of laat rugklachten. Het bekken enigszins kantelen door de billen licht samen te knijpen, verandert de kromming. Dit vraagt regelmatige oefening!) De binnenzijde van de voeten moet een V vormen. (Vóór iets verder van elkaar af dan achter) Tillen: Bij het tillen en bukken wordt vaak de rug als hefboom en als verlengstuk gebruikt. Dat is funest voor de wervelkolom. Die is daarop niet berekend. De gewrichten en spieren van de rug kunnen dat zelfs na training amper aan. Een voorwerp optillen is veel minder schadelijk wanneer daarbij de beenspieren het eigenlijke werk doen. De afstand van het lichaam tot het voorwerp zo klein mogelijk maken verlicht nog verder de inspanning. Beide bereik je door bij het bukken de knieën te buigen en het voorwerp zo dicht mogelijk te houden bij de verticaal van je heup – de lijn die een vastgehouden draad met daaraan een gewicht volgt –. Tillen met een holle rug is ook vragen om problemen. En ten slotte: een scheve houding bij het tillen dient zeker te allen tijde voorkomen te worden. Besluit: Preventief is er regelmatig gevarieerd werk aan de winkel om je conditie in goede staat te houden. “Use it or lose it” geldt voor spieren en gewrichten. Het is te vergelijken met een tuin die enkel floreert als er regelmatig gewied wordt. Wat passend is voor de één aan lichaamsoefeningen, is onvoldoende voor de ander. Daarom is de volgende raad slechts een indicatie; je moet zelf bepalen hoe je voor je eigen lichaam zorgt. Voor je conditie en je figuur te weinig bewegen is een algemene kwaal.
82 Aanbevolen oefeningen: Tegenwoordig wordt eenvoudige beweging van gewrichten als start aanbevolen. Daarna dagelijks enkele oefeningen doen met de spieren van benen, armen, nek, schouder en romp. De betreffende spieren mogen nooit met een ruk gespannen en ontspannen worden. Begin met oefeningen, die je je herinnert uit gymnastieklessen op school. Het is zaak al snel enige variaties hierin aan te brengen. Deze zijn te beluisteren via een radioprogramma, te vinden in tijdschriften, en natuurlijk te beoefenen via fitnesscentra. Ongetwijfeld is resultaat al na enkele dagen merkbaar. Besteed ook dagelijks aandacht aan je ademhaling; een aantal keren diep ademen geeft al spoedig meer lucht. Het is aan te raden meer te lopen, de fiets te gebruiken, en in plaats van de lift de trap te nemen. Drie keer per week gedurende een kwartiertje een steviger belasting van je spieren bewerkstelligen is een goede zaak. Houd daarbij altijd een goede opbouw in het oog. Een verantwoorde samenstelling hiervan bestaat uit: 1 “Warming-up”, enige lichte oefeningen ter voorbereiding, de gewrichten losmaken en de bloedstroom versnellen. 2 “Actie(s)” zie enkele voorbeelden hierna. 3 “Cooling-down”, geleidelijk terugkomen in de normale situatie; ook uitlopen genoemd. Voorbeelden van een intensievere actie zijn: Hardlopen, verhoging fietstempo, touwtje springen, hardlopen op de plaats, of ten slotte sporten in clubverband. Doelbewust de belaste spieren na afloop strekken gedurende 12 tellen voorkomt de volgende dagen spierpijn. Bij intensieve training zonder deskundige leiding kan er nogal wat mis gaan; zoals verkeerd trainen met holle rug; de nekwervels of kniebanden te zwaar belasten. Dat kan voorkomen worden door gebruik te maken van de vele mogelijkheden voor conditietraining onder leiding. Met iemand uit je omgeving samen een sport bedrijven is bijzonder stimulerend en voorkomt voortijdig afhaken. Om je houding te verbeteren, kun je informatie putten uit de hierna genoemde literatuur. Eventueel kun je je ook laten behandelen door een oefentherapeut. Zeker als er een of ander euvel aan het licht komt, dat verband zou kunnen hebben met houding of beweging, is in een vroeg stadium deze hulp gewenst. Oefeningen worden daar veelal voor een grote spiegel uitgevoerd om bewustwording en correctie van jouw manier van bewegen te bevorderen.
Volkswijsheid: Arbeid heeft bittere wortels, maar zoete vruchten. (Duits spreekwoord) Jong geleerd, oud gedaan. (Nederlands spreekwoord) Stilstaan bij je conditie spoort aan tot meer bewegen. (Plume)
83 Literatuur: SISO-nummer 612.3
(Bibliotheek rubricering)
* De Alexandermethode – Felix Riemkasten – ISBN 90 6325-306.0. * Caesartherapie – J. Gazenbeek-Schat – ISBN 90 389-0022-8. * Mensendieck – Lidy de Weijze – ISBN 90 6076-420-X
Jongste revisiedatum 2-6-2014
84 Slapen (welterusten) Men kan uren ongewild wakker in bed liggen; terwijl we tijdens het besturen van een auto soms juist in slaap dreigen te vallen. (Dat laatste is levensgevaarlijk! Stoppen en passende maatregelen treffen!) Beide zijn voorbeelden van de moeilijke sturing van slaap. Slapen is een primaire levensbehoefte en even hard nodig als eten en drinken; maar die laatste twee kunnen we wél zelf regelen. Als we ons realiseren dat we ongeveer één derde deel van ons leven slapen, dan is er alle reden daar aandacht aan te schenken. Een goede nachtrust is verkwikkend en zelfs hard nodig om lichaam en geest regelmatig een opknapbeurt te geven. Proeven hebben aangetoond dat wij mensen niet buiten slaap kunnen. Enkele etmalen zonder, en we raken totaal oververmoeid. Wanneer we slecht geslapen hebben, merken we dat meteen. Ontevredenheid over inslapen, doorslapen of te vroeg ontwaken komt veel voor, in het bijzonder bij vrouwen. Geklaagd wordt dan over vermoeidheid, hoofdpijn, geïrriteerdheid, verminderd concentratievermogen en moeilijk inslapen – bijv. meer dan een half uur wakker liggen. – Gelukkig is er wel wat aan te doen. Slaap gaat gepaard met vermindering van het bewustzijn. Het uit zich in vertraging van hartslag en ademhaling en verlaging van bloeddruk en lichaamstemperatuur. Het eerste teken van naderende slaap is een licht branderig gevoel in de ogen, wat een gevolg is van verminderde traanproductie – het zandmannetje van Klaas Vaak –. Een normale slaap bestaat uit drie fasen: de oppervlakkige−, de diepe− en de droomslaap, ook wel Remslaap 12 genoemd. Onderzoek met de e.e.g-techniek 13 toont aan dat deze drie stadia in een gemiddelde nachtrust wel vier tot vijf maal worden doorlopen. In de loop van de nacht duurt de Remslaap steeds langer. Wanneer men in die periode gewekt wordt, kan men dromen goed navertellen. De diepe slaapstadia zijn nodig om vermoeidheid op te heffen. Na zware lichamelijke inspanning slaapt men vaak uitstekend en men voelt zich nadien goed uitgerust. De diepe slaapperioden zijn dan langer. Na een rustdag kan men vaak juist minder goed slapen. De servicebeurt die alle organen en spieren in de nacht ondergaan, heeft tot gevolg dat we de volgende dag met een schone lei kunnen beginnen.
percentage
Voor de duur van een goede nachtrust bestaat absoluut geen norm, hoewel vélen dat ten onrechte denken. De een heeft namelijk meer slaap nodig dan de ander. We verschillen toch ook in vele opzichten van elkaar. Uren in bed ± ½ uur Onderscheid bestaat er in lengte, figuur, en 60 50 activiteit: de een is een ochtendmens, de ander 40 een avondmens. Het slaappatroon van 30 volwassenen is als volgt: 20 6% ligt gem. 10 uur in bed en slaapt ± 9 uur; 10 38% ligt 9 uur in bed; bij 0 42% is dat 8 uur; en van 5 6 7 8 9 10 11u 10% is dat 7 uur; de resterende 4% ligt langer of korter in bed. We hebben overigens niet steeds dezelfde behoefte; verschillen van ongeveer een uur per keer zijn bekend. Meer van belang is echter de kwaliteit van nachtrust. Wanneer men deze REM komt van ‘Rapid Eye Movements’, die optreden bij gesloten ogen. E.e.g. staat voor elektro-encefalo-gram, waarbij de elektrische spanning geregistreerd wordt, die met het functioneren van de hersenschors gepaard gaat. Meting vindt plaats met op het hoofd geplakte elektroden.
12 13
85 waardeert met cijfers van 0 tot 10, dan is 7 uur slaap met een kwaliteit van 10 even goed als 10 uur met een waardering 7. Tijdens de pubertijd – met de dan plaatsvindende hormonale veranderingen – heeft de tiener meer slaap nodig. Dat verklaart het vele gapen en het lange uitslapen van jongeren. Zestigplussers hebben echter vaak minder nachtrust nodig. Desondanks doen senioren nogal eens een middagdutje van een kwartier tot een uur. Zij volgen, ontslagen van de arbeidsdwang, een natuurlijke behoefte. Hazen slaapjes verkorten de benodigde nachtrust: Bij twee keer een kwartier is anderhalf uur minder slaap nodig. En bij twee keer drie kwartier wordt dat drie uur. Wanneer we ontevreden zijn over onze slaap kunnen we daar zelf veel aan doen. In de eerste plaats is het sterk aan te bevelen duidelijk(er) verschil te maken tussen rust 's nachts en activiteit overdag. Begin de dag met de imitatie van een ontwakende poes, door je voor het opstaan flink uit te rekken. Doe na het opstaan minstens 3 minuten bewegingsoefeningen (gewrichten gangbaar maken, de bloedcirculatie verhogen door intensief te bewegen, bijv. hardlopen op de plaats). Overdag is regelmatig bewegen goed voor de algemene conditie, maar het bevordert beslist ook een betere slaap. Bij een slaapprobleem is het verstandig er een analyse van te maken. Maak gedurende een week dagelijks een verslag van het slapen. Op grond hiervan kan de best passende methode gevonden worden. Noteer daarbij: – de bezigheid tijdens het laatste uur vóór het naar bed gaan, – het tijdstip van het naar bed gaan, – inschatting wanneer men inslaapt; – het moment van het wakker worden, – de duur van de slaaponderbreking en eventuele activiteit dan (van denken of doen), – evenzo van de tweede en mogelijk volgende slaapcyclus. Deze analyse opent soms de ogen voor de oorzaak van de misère al. De registratie van een en ander is ook goed bruikbaar als informatie aan een eventuele hulpverlener. Er bestaan er drie verschillende mogelijkheden tot verbetering van de nachtrust, namelijk: A het scheppen van goede voorwaarden; B het treffen van therapeutische maatregelen; C het innemen van medicijnen. Bij het nemen van maatregelen wordt dringend aanbevolen: te beginnen met het gedisciplineerd uitvoeren van het genoemde onder A, daarna B, en ten slotte pas C! A Goede voorwaarden In eerste instantie kan men een aantal gedragsregels in acht nemen. Want hoewel slaap niet echt stuurbaar is, kunnen we wel gunstige(r) voorwaarden voor een goede nachtrust scheppen. Zeven “voorschriften”: 1 Zorg voor een goed bed en een rustgevende omgeving met een temperatuur van 16 à 18°C. 2 Voorkom het laatste uur vóór het naar bed gaan hoofdarbeid en emoties oproepende zaken. (ruzie, gepieker) Beperk intensieve lichamelijke arbeid. (Seks kan tot weldadige rust leiden.) 3 Houd vaste tijden aan voor het naar bed gaan én voor het opstaan; daartussen behoort men 80 à 90% van de tijd te slapen. 4 Dutjes en middagslaapjes verminderen de behoefte aan nachtrust aanzienlijk.
86 5 Stress, pijn en psychische klachten kunnen oorzaak zijn van onvoldoende nachtrust. Mogelijk is daar (via huisarts) wat aan te doen. 6 Vermijd de laatste uren vóór het slapengaan gebruik van cola, koffie (cafeïne), tabak (nicotine), of meer dan twee glazen alcoholische drank. 7 Verlaat het bed als je niet kunt slapen, omdat anders de slaapkamer geassocieerd wordt met angst voor niet kunnen slapen. Zeven “aanbevelingen”: 1 Voldoende beweging overdag is niet alleen goed voor lichaam en geest maar ook voor een gezonde nachtrust. 2 Doe vooraf ontspanningsoefeningen, luister naar relaxmuziek, of neem een bad. (Een douche werkt vaak averechts.) 3 Zonlicht is een stimulator van het dag/nachtritme, jetlag verstoort dat. (NB: Gevolgen van jetlag beperk je door tijdens de reis te vasten tot de gebruikelijke tijd van eten op het reisdoel). Het is nuttig gebruik te maken van het effect van zonlicht. 4 Een volle maag en meerdere alcoholische consumpties hebben een ongunstige invloed. 5 Suikers, zout en producten van wit meel moet men het laatste uur vóór de nacht vermijden. Gebruik liever melk, walnoten, een banaan, of een ei om de slaap op te wekken. 6 Het tobben en piekeren kun je mogelijk verdrijven door schaapjes te tellen of te trachten een verhaal van een boek te reconstrueren. Emoties, zoals angst of spanning doen stoffen aanmaken, die je alert doen zijn en je daardoor wakker houden. 7 Tegen snurken bestaan nauwelijks afdoende maatregelen; voor de partner rest daarom acceptatie, oordempers of een andere kamer. (Operatie of een bit wordt niet aanbevolen.) B Therapeutische maatregelen Is een slechte slaap regelmaat en niet een bijverschijnsel van een kwaal, dan is een tweede mogelijkheid het volgen van een cursus; onder andere georganiseerd door kruisverenigingen / thuiszorgorganisaties, of het volgen van een therapie. Professionele hulp daarbij kan zo nodig ingeroepen worden via de huisarts. Men kan er echter ook zélf aan werken. Het vraagt wel doorzettingsvermogen. Meestal vermindert vermoeidheid door de zogenaamde diepe slaap; maar slaap is niet het enige middel daartoe; bij goede gezondheid heeft men immers ook baat bij rusten. Inspanning en ontspanning in balans brengen is een probaat middel. De drie hierna genoemde methoden betekenen beperking van de verblijfsduur in bed. Grotere tevredenheid over de nachtrust vraagt beoefening van de gekozen therapie gedurende langere tijd, bijvoorbeeld een maand. Het is praktisch dan een logboek bij te houden van de resultaten. De therapieën kunnen als volgt kort worden omschreven: Stimulatiemethode: Pas dán naar bed gaan als je werkelijk slaap krijgt. Als je na een half uur nóg wakker bent, opstaan en een nieuwe poging doen als je weer slaap krijgt. Ondanks de mogelijk late start toch een vaste tijd van opstaan handhaven. Restrictiemethode: De verblijfsduur in bed wordt wekelijks telkens met een half uur bekort totdat men praktisch de gehele nacht slaapt, desnoods op ± een half uur na. Nachtwakermethode: Men zet zich tot het uiterste in om wakker te blijven en gaat pas naar bed wanneer men bijna “omvalt” van de slaap. Desondanks toch opstaan op de vaste tijd.
87 De een helpt het in de extra tijd leuke dingen te doen; de ander prefereert juist het lezen van een moeilijk boek. De best passende manier is heel persoonlijk en hangt samen met de individuele behoefte. Genoemde methoden zijn minder effectief bij chronische gebruikers van slaapmiddelen. Ontwenning daarvan duurt erg lang. Een nadeel van de hierboven genoemde methoden is dat het gelijktijdig naar bed gaan en opstaan van partners er mogelijk door in de war raakt. C Medicijnen Als laatste redmiddel kan gebruik gemaakt worden van medicijnen. Dat is hét aangewezen hulpmiddel na een schokkende gebeurtenis, een operatie of een bijzondere omstandigheid. Meestal is het noodzakelijk hiervoor de huisarts te consulteren; trouwens, ook om andere redenen is dat verstandig. Slapeloosheid kan namelijk ook een signaal zijn van een kwaal. Gebruik medicijnen op eigen initiatief slechts als je drie nachten heel slecht geslapen hebt, en stop er weer mee als er drie acceptabel zijn geweest. Vroeger werden barbituraten – herkenbaar in de medicijnnaam of vermeld op de bijsluiter – meestal voorgeschreven; tegenwoordig zijn ze taboe vanwege het verslavingsgevaar. Met de nieuwe middelen op basis van trypofaan (gevaarlijke bijwerking) en melatonine is nu (2003) nog onvoldoende ervaring opgedaan. Thans schrijft men meestal benzodiazepinen voor; deze hebben bij kortdurend gebruik effect. De nadelen daaraan verbonden zijn dat ze niet een optimaal slaapproces bewerkstelligen en ontwenningsverschijnselen hebben die vervelend zijn. Beschreven zijn onder andere angst en overgevoeligheid voor licht, geluid en aanraking. Als laatste wordt valeriaan genoemd (zonder doktersrecept verkrijgbaar). Hiermee slaapt men gemakkelijker in, bijwerkingen zijn niet bekend; toch wordt langdurig gebruik afgeraden. NB. Aangeraden wordt voor medicijnen meer op je huisarts te vertrouwen dan deze en internet informatie. Slaapmiddelen hebben vaak overdag een versuffende en spierverslappende werking, waardoor allerlei ongevallen kunnen ontstaan. (Eén op de zes heupfracturen ontstaat mede door gebruik van slaapmiddelen.) In feite zijn medicijnen vaker oorzaak van een nieuw probleem, dan afdoend geneesmiddel tegen slapeloosheid. Het is een kunst als je overdág weet om te gaan met opwinding, boosheid, frustratie, eenzaamheid, vreugde, stress, overdreven bezorgdheid, afbrekende kritiek of niet gerechtvaardigde hoge verwachtingen! Dat soort emoties 's avonds een uur voor het slapen gaan van je afzetten is niet eenvoudig. Toch zal dát moeten, hoe moeilijk het ook is. Overdag tijd vrijmaken om een manier te vinden waarop je met die emotie omgaat is, zoals jezelf wel weet, verstandiger. Bij de overweging al of juist niet tot actie over te gaan, is het goed een keuze te maken uit alle bedenkbare verschillende mogelijkheden. (Bij spanning zie ook: “Stress”.) Slapeloosheid kan ook veroorzaakt worden door pijn of andere medische klachten. De huisarts kan misschien behulpzaam zijn de pijn draaglijk te maken, of door te verwijzen naar een pijnkliniek of een specialist. Jammer genoeg is er niet altijd een afdoend kruid voor gewassen.
88 De sterkte van de ketting is gelijk aan die van de zwakste schakel. Van een goede gezondheid spreken we wanneer we tevreden zijn over de vijf onderdelen: voeding, activiteit, gevoel en intermenselijk contact, en vooral ook rust. Een goede kwaliteit van de nachtrust is noodzaak. Verbetering gaat meestal slechts stapje voor stapje. Gebruik je energie, je creativiteit en je veerkracht om tot een betere situatie te komen. De methode waarbij de een baat heeft zal lang niet altijd effectief zijn voor de ander. In het belang van de gezondheid is het alleszins de moeite waard passende actie te ondernemen voor een goede nachtrust!
Citaten: Slaap is de enige vriend die niet komt wanneer je hem roept. (Comtesse Diane) Slapen is geen geringe kunst: men moet er een hele dag voor wakker blijven. (Friedrich Nietzsche) Literatuur: SISO-nummer 415.9 (Bibliotheek rubricering) * Stress en ontspanning – Jane Madders – ISBN 90 03 92020 6 * Goed slapen kun je leren – Ed. Klip – ISBN 90 76141 07.X * De helende kracht van slaap – S. Lavery (Tirion) – ISBN 90 5121 696 * Slapen als een roos – Rosemary Nicol – ISBN 90 6010 667 0
Jongste revisiedatum 4-6-2014
89 Roken Helaas went onze smaak aan de vreemde ervaring van de eerste sigaret. Met de voorzichtige trekjes in het begin, nog niet inhalerend, voelen we ons lang niet op ons gemak. De reden dat we toch gaan roken is verschillend: erbij willen horen, stoer doen, al volwassen willen zijn, je een houding willen geven, ..... . Dat je steeds weer naar de volgende sigaret verlangt, komt door de verslavende werking van tabak. Voor je het weet is roken een blijvende gewoonte. Weliswaar heeft het, net als cafeïne in koffie, een opwekkend effect, maar helaas – naast teervervuiling van je ademhalingscircuit – ook levensbedreigende (!) consequenties. Bij het roken ademt men een mengsel in van nicotine en stoffen met de verzamelnaam teer. De bekendste voorbeelden van “rokersziekten” zijn longkanker, hart− en vaatziekten, chronische bronchitis en longemfyseem. Men kan er voor 100% van verzekerd zijn dat zich na verloop van tijd chronische bronchitis (rokershoest) ontwikkelt. De longfunctie vermindert en de kans op verkoudheid en longontsteking wordt steeds groter. Daarbij komt nog dat door versnelde eiwitafbraak in het longweefsel kans bestaat op emfyseem. (Dat brengt ernstige ademhalingsmoeilijkheden met zich mee, vaak leidend tot de dood.) De risico's worden met dooddoeners – argumenten die absoluut geen steek houden – gekleineerd: Mijn grootvader rookte en werd 91 jaar. – Drugs, alcohol en verkeer eisen meer slachtoffers. – Ik gebruik sigaretten met filter en/of met laag teer− en nicotinegehalte. – Ik inhaleer niet. – Ik rook sigaren. (De twee laatste betekenen wel gevaar voor kanker van mond, slokdarm of bovenste luchtwegen!) Om er niet mee te hoeven stoppen, worden heel wat argumenten verzonnen. Enkele van dergelijke uitvluchten zijn: Ik moet wel roken, anders ga ik snoepen en word ik daar weer te dik van. – Och, eentje meer of minder maakt toch niets uit. – Als ik stop met roken, kan ik mijn zenuwen niet de baas. – Mijn ontwenningsverschijnselen zijn zo erg dat mijn omgeving daar niet mee kan leven. – Ik heb al zo vaak een poging gedaan, zonder resultaat; niets (?) helpt. Veel mensen zijn ermee begonnen toen ze jong waren; iedereen deed het en als je niet rookte was je een doetje, ongezellig en hoorde je er niet bij. Nicotine roept dwangmatige afhankelijkheid op. Het verslavende effect brengt grote risico's teweeg voor lichaam én geest. De nadelige gevolgen komen sluipend met grote trefkans en zijn deels onvermijdelijk. Met minderen haalt men zich strijd op de hals, omdat men dan telkens opnieuw zal moeten afkicken. Ermee stoppen is zeker niet gemakkelijk, maar beslist wél mogelijk en levert vele voordelen op. Reacties genoemd in een onderzoek waren o.a.: – Zich ’s ochtend s fitter voelen, – Niet meer hoesten, betere smaak, scherpere reuk, – Gezondere huidkleur, méér zelfrespect, – Méér lucht krijgen, kortom: een betere conditie! Ten slotte, op langere termijn gezonder. Ook was men opgelucht dat het eindelijk lukte. Afkicken van een verslaving in tien stappen
Het is geen man die niet roken kan
90 Een succesvolle manier is tien dagen lang je elke dag één van de hierna genoemde gedachten eigen te maken, en wel gedurende de gehele dag. Zo'n mentale voorbereiding maakt de kans van slagen namelijk aanzienlijk groter. Proberen te minderen is enkel jezelf kwellen. Tijdelijke uitstel van een sigaret bij deze methode is wél een flinke stimulans – binnen 5 minuten is het verlangen weggeëbd; noteer die overwinning –. Het verzinnen van uitvluchten vermindert elke dag met 10%! Langzamerhand wil je zelfs niet meer “vluchten” en kún je het volhouden. Veronderstel dat je van plan bent na een weekend te starten met deze tiendaagse methode, dan volgt hierna voor elke dag een thema. Het helpt daarbij een woord van het dagmotto op een in het oog vallende plaats te schrijven, bijvoorbeeld met balpen op de binnenkant van je hand. Tijdens deze aanloopperiode train je eveneens gedurende korte perioden uitstel van roken. ma Bewustwording van een gewoonte die last (zie hiervoor) bezorgt.
risico/last
di
gewoonte
Gedachten die daartoe aanzetten in jezelf leren herkennen.
wo Erkennen dat je die inval hebt en beseffen dat dit leidt tot de daad.
automaat
do Inzien dat je er beter aan zou doen te stoppen en je denken richten op iets anders. Een gedachte is het zaad van de daad wordt gezegd. Denk aan het doel, het waarom; i. p. v. het niet meer roken. vr Dat niet alleen beseffen, maar bovendien – lettend op je toekomst – tot het inzicht te komen: Ik stop er mee vanwege mijn gezondheid; Brits onderzoek toonde aan: niet rokers leven 10 jr. langer, stoppen op 50 leidt tot zes jaar langer leven. Je plan (voor volgende week woensdag) ook werkelijk uitvoeren.. za Het besluit staat dus vast; een ommekeer kan nu zonder enige twijfel plaatsvinden.
aan iets anders denken
zo Ondanks het besef dat stoppen beter zou zijn, kun je toch nog onderhevig blijven aan verleidingen, twijfel, en schuldgevoelens, wanneer het maar niet lukt. Laat afkeer je vastberadenheid echter versterken. ma Ertoe kunnen komen jezelf te begrijpen; inzien dat vastgeroeste gewoontes verleidende en misleidende gedachten bij je opkomen. di Jezelf trainen in de overweging dat dergelijke denkbeelden begrijpelijk en logisch zijn, maar – ze herkennend – deze laten voor wat ze zijn; namelijk verleidend. Er niet aan toegeven omdat je er zo langzamerhand achter gekomen bent waarom en waartoe je wilt stoppen. Door op glad ijs staande te blijven groeit je zelfrespect. wo Vroeg of laat, door schade en schande wijs geworden, afstand nemend van je halfslachtige gedrag, zul je uiteindelijk tot het vastberaden besluit komen, geen gezeur meer, geen uitvluchten meer: “just do it”! Gooi het nog aanwezige rookgerei weg, opdat er een barrière overwonnen moet worden bij een later zwak moment.
gezondheid
roer omgooien
begrip
vast besloten
ik ben ik
stoppen
91 Het afleren van een gewoonte bevordert het gevoel van eigenwaarde en het besef dat je jezelf in de hand hebt. Je ervaart gaandeweg dat dit feit op zich al een goed gevoel met zich meebrengt en energie vrijmaakt om gezonder te leven. Ieder mens beslist uiteindelijk zelf of hij al of niet wil afkicken. Zolang hij de noodzaak daarvan niet inziet, niet de overtuiging heeft of niet gemotiveerd is, blijft het een ijdele wens. Ondanks situaties, zwakkere momenten, waar je hartstochtelijk verlangt (een enkele keer) weer te beginnen, is het zaak koppig vol te houden. Een troost is dat de aanvechtingen op den duur sporadisch en minder hevig worden. Illustratief voor het gezegde “De aanhouder wint” is het Oosterse verhaal: Twee kikkers waren terechtgekomen in een grote ton met volle melk. Na geruime tijd zei de een: “Hier kom ik nooit uit, ik laat het afweten.” Hij verdronk in de melk. Ondanks de hopeloos lijkende situatie bleef de ander volhouden. En na lange tijd bemerkte hij met zijn lange pootjes vastigheid. (Al zwemmend had hij – zonder dat hij het wist – de room tot boter gekarnd) Met een laatste krachtinspanning kon hij op de boterklont klimmen en uit de ton springen! De eerder beschreven methode met mentale voorbereiding is gebaseerd op de eigen wil, op overtuiging en niet op een vrome wens. Deze werkwijze is daardoor het meest effectief. Dat blijkt uit onafhankelijk consumentenonderzoek. De bovenstaande methode is ook een bruikbare manier voor andere verslavingen, zoals: gokken, alcohol, snoepen of koopziekte 14. Externe hulp hierbij, hoewel minder effectief, kan desgewenst bestaan uit: Gebruik van nicotinekauwgum, −pleisters, of van reductiefilters, medicament zyban slikken; het volgen van een cursus, raadplegen van de huisarts, ondergaan van acupunctuur of gedragstherapie. Trouwens ook daarbij is de eigen wil steeds dé bepalende factor. Je maakt bij wijze van spreken gebruik van een hulpmotor aan je fiets, maar je moet natuurlijk wel zelf sturen. Ten slotte is het een goede zaak dagelijks in je agenda het resultaat van je actie te noteren. Dat geeft een gevoel van: “Goed gedaan jochie.” Zo'n eigen schouderklopje stimuleert! Zo is het maar krek: Ons lichaam is onze tuin, waarvan onze wil de tuinman is. (William Shakespeare) Volharding is geconcentreerd geduld. (Thomas Carlyle) Literatuur: SISO-nummer 614.71 (Bibliotheek rubricering) * Stoppen met roken – Allen Carr – ISBN 90 225 1348 3 * Cast Away is een film uit 2000. De film gaat over een man die neerstort met zijn vliegtuig en moet zien te overleven op een onbewoond eiland; zijn gehechtheid aan de volleybal ‘Wilson’ in de film kan gezien worden als een verslaving. Hoe overleef je? De film is een bewerking van het boek over Robinson Crusoe . Jongste revisiedatum 4-6-2014 14
Het bezit van de zaak is vaak ook het einde van het vermaak!
92 Alcohol De aanleiding of de reden van alcoholgebruik verschilt nogal. Een gelegenheidsaspect of een regelmatig terugkerende situatie kan aangegrepen worden om te drinken. Voorbeelden zijn: – een feestje vieren, – drinken op het nieuwe jaar, – om je een houding te geven en verder als beloning, – of het vaak gebruikte motief: voor de gezelligheid; ten slotte is het gebruik een (dwingende) beweegreden als ontspanning of om je behaaglijk te voelen. Alcohol werkt in op lichaam en geest. Allerlei functies, inclusief het zenuwstelsel, worden erdoor beïnvloed. Frequent gebruik creëert zelfs het branden van verlangen opnieuw te drinken. De reactiesnelheid, vooral de nauwkeurigheid en de coördinatie daarvan, wordt geschaad. In het bijzonder wordt juiste samenwerking van verschillende spiergroepen bemoeilijkt; met name: lopen, spreken en deelname aan het verkeer. Psychische effecten zijn: vermindering van zelfkritiek en “verkleuring” van de nuchtere werkelijkheid. Remmingen, angsten en schuldgevoelens verdwijnen min of meer, waardoor eventuele onderdrukte agressieve of seksuele neigingen versterkt worden. Bij dronkenschap heeft men vaak het gevoel originele gedachten te hebben; men beseft echter niet dat verwante ideeën en de afweging daarvan juist worden onderdrukt. Een “beestachtige” beeldspraak over het aantal borrels luidt: De eerste maakt je een huichelende vos (die vleit en fleemt), de tweede een blaffende hond (die bluft en bazelt) en de volgende een vies zwijn (dat zwamt, zweeft en vunzige taal gebruikt). Shakespeare vermeldde destijds over de combinatie van seks en alcohol: “Alcohol provokes the desire, but takes away the performance”. Het gebruik van alcoholische drank betekent bovendien dat men een grote hoeveelheid ongunstige calorieën binnenkrijgt. De energie van één pilsje bedraagt: 450 kJ. Ter vergelijking: een matig belegde boterham staat voor ± 800 kJ. Gebruik van alcohol veroorzaakt schade aan het lichaam, zoals: vetlever (het “buikje” boven de riem; bij stoppen verdwijnt dat), levercirrose (vernietigt de werking van de lever en is ongeneeslijk), maagslijmvliesontsteking (waardoor oprispingen, maagzuur, braken en mogelijk maagbloedingen kunnen ontstaan), en ontsteking van de alvleesklier (leidt tot ernstig gewichtsverlies). Ook sterfte aan kanker komt voor enkele procenten op rekening van alcohol. Verder is er een verhoogde kans op hoge bloeddruk, hartritmestoornissen en hartspierzwakte. Om de opsomming van de gevolgen compleet te maken komen er ook nog tekenen van dementie voor (verlies van het korte geheugen). Bij geringe schade aan het geheugen is bij stoppen herstel mogelijk; bij ernstige schade ontstaat het Wernicke-Korsakov-syndroom. Ogenschijnlijk is men kerngezond; er is echter verlies te constateren wat betreft het vasthouden van nieuwe waarnemingen. Veelal ontstaat na eenmalig overmatig gebruik een kater met één of meer van de volgende verschijnselen: hoofdpijn, oog pijn door scherp licht, maagzuur, braakneiging, duizeligheid, en/of transpiratie. Deze gaan vanzelf over, maar vragen langere tijd. Met het “verjagen” ervan door opnieuw te drinken, zakt men steeds dieper in het moeras.
93 Tegenover al deze narigheid heeft alcohol een matigende invloed op hartinfarcten bij enkele glazen per week (Plume noemt deze limiet: “Fun & Feel Fit” ). Dat is aanmerkelijk minder dan het maximum volgens Anstie van twee standaard glazen per dag. (F.E. Anstie, medicus in Londen, circa 1850) De site op internet alcoholdebaas hanteert een ruime vuistregel als volgt: Mannen maximaal 15 glazen per week én ten minste twee dagen per week niet drinken en bij voorkeur niet meer dan drie standaardglazen per dag. Vrouwen maximaal 10 glazen per week én ten minste twee dagen per week niet drinken en bij voorkeur niet meer dan twee standaardglazen per dag. Wellicht zijn deze limieten het best hanteerbaar, indien je alcoholgebruik op zich niet afzweert. De laatste tien, twintig jaar wordt aangenomen dat matig drinken gezonder is dan niet drinken. Voor de meeste mensen (notoire alcoholisten en jongeren uitgezonderd) is nú de mening van medici dat matig gebruik hun kans op een hartaanval, op een beroerte, op suikerziekte en dementie juist verlagen. In tal van studies zijn voordelen bij bescheiden gebruik aangetoond zoals een gunstig effect op de vaatwand, minder snel klonteren van bloedplaatjes, zich beter voelen; enz. Glazen van gebruikelijke grootte bevatten ongeveer evenveel pure alcohol (8 − 12 cc); een glas bier, wijn of een borrel komen dus wat dat betreft overeen. De eigen maat van het genoeg verandert gemakkelijk in de tijd; de “FFFlimiet” en het “Anstie-maximum” en de genoemde vuistregel van alcoholdebaas zijn echter altijd constant. Afbraak van alcohol vindt uitsluitend plaats door onze lever en vergt 1,5 uur per glas. Koffie, hartige hap en dergelijke hebben hierop geen enkele invloed. Verslaving kan gemakkelijk leiden tot een allesoverheersende behoefte aan alcohol en controleverlies over het gebruik. Bij stoppen zijn de onthoudingsverschijnselen mild bij ± 20 glazen verdeeld over een week, tot ernstig bij omvangrijker drankgebruik. Het vaststellen of men afhankelijk is van drank is eenvoudig. Neem een periode helemaal geen alcohol. Wanneer men er moeite mee heeft of zich niet lekker voelt, is men op weg naar verslaving, of reeds verslaafd. Eigen notitie van het aantal consumpties geeft duidelijkheid. Bij overschrijding van het “Anstie-maximum” is het ondernemen van actie zeker nodig. Deze kan bestaan uit de methode die beschreven is bij het onderwerp “Roken”. Eigen wilskracht versterken geeft je de voldoening van een persoonlijke overwinning. Als na enige tijd een kater optreedt, neem je je stellig voor het nooit meer zover te laten komen. Echter, bij de volgende gelegenheid valt het plan in duigen en worden de nare gevolgen verdoezeld. Ingeslepen gedrag veranderen is niet eenvoudig. Is verleiding vermijden voor jou een optie - de blauwe knoop gedachte: Helemaal geen druppel drank - ? Jouw inspanning, je vastberadenheid en wilskracht te versterken om die verleiding te weerstaan wordt overigens flink beloond; het geeft een gevoel van fitheid en meer zelfrespect. Bewondering of afkeuring door vrienden doet jou niets, het zegt namelijk iets van die kameraden.
94 In het verkeer is alcoholvrij rijden een must, omdat alcohol het waarnemings− en reactievermogen vermindert. Het leidt tot blikvernauwing, zelfoverschatting en roekeloosheid. Volgens objectieve waarnemingen belemmert het bij iedereen altijd de coördinatie van handelingen! Verslaafd worden gaat bijna vanzelf, afkicken van een verslaving is wellicht de zwaarste opgave voor iedereen. De gebruiker beschermen (vanzelfsprekend met zijn volledige instemming) door de bereikbaarheid van alcohol moeilijk, c.q. onmogelijk te maken is nog altijd de beste eerste aanpak. Een mogelijkheid voor afkicken van alcoholmisbruik is ook hulp vragen van je beste vriend(in). Hierbij moet echter gewaarschuwd worden voor afhankelijkheid en het op het spel zetten van die vriendschap. Zet in plaats hiervan liever zélf de stap naar professionele ondersteuning. Hulp zoeken is eerder een kracht, dan dat het beschouwd moet worden als krachteloosheid. Is men zelf gemotiveerd voor hulp van derden, dan bestaat deze – na uitvoerig overleg met een deskundige – uit het voorschrijven van medicamenten, of een vorm van psychotherapie, eventueel in combinatie met sociale maatregelen. Het medicijn veroorzaakt na inname, bij het toch gebruiken van alcohol onaangename sensaties. Het meest voorgeschreven middel is disulfiram, verkrijgbaar in de vorm van tabletten, injecties en geïmplanteerde capsules. Bij psychotherapie wordt getracht de problematiek waardoor het drinken veroorzaakt wordt duidelijk te maken. De alcoholist wordt hierbij geleerd zijn probleem op andere wijze op te lossen dan met drank. Bij gebruik van een andere therapie wordt de wilskracht versterkt en tevens bestendigd. Aanvullend wordt door consultatiebureaus voor alcoholisme hulp geboden, in het bijzonder indien de sociale omstandigheden van de alcoholist mede oorzaak zijn. Ten slotte zijn er onderlinge hulpgroepen; de meest bekende is de A.A. (Anonieme Alcoholisten); de deelnemers bespreken regelmatig de problematiek van het drinken en verlenen daarmee elkaar steun en inzicht. Voor huisgenoten, en die lijden er meer onder dan de verslaafde zelf, bestaan lotgenotengroepen. Adviezen zijn o.a. – Bescherm de alcoholist niet langer, – zeg wat je doet en doe wat je zegt. Dat laatste kan de (zieke) alcoholist al lang niet meer. Bij ernstige verslaving (die is moeilijk zelf te erkennen; een vuistregel is meer dan twee consumpties per dag!) is professionele begeleiding dringend aan te bevelen. Hulp is nodig voor het maken van een keuze uit medicamenten en therapieën, die .... óf het onbehagen..... óf de wil versterken. Als eerste aanspreekpunt buiten de eigen kring kan men in de directe omgeving terecht bij de huisarts, het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs, of de vereniging A.A.
95 Rake citaten: Wie zijn leven door onmatig drinken verkort, drinkt zowel meer als minder. (Zipoli) Een benevelde ziet de werkelijkheid gekleurd. (Plume) Er verdrinken meer mensen in een klein glaasje dan in de grote oceaan. (Jean Paul) Literatuur: SISO-nummer 614.72 (Bibliotheek rubricering) * Feiten over alcohol – Bureau Alcohol Voorlichtingsplan, Rijswijk. (1 ex gratis verkrijgbaar, tel 070-340 74 04) * Wat doet drank met u – NIGZ 1999. (gratis via Alcohol Infolijn, tel 0900-500 20 21) Informatie: NIGZ – Woerden; Internet: < www.alcoholvoorlichting.nl> Alcohol de baas: <www.alcoholdebaas.nl> Jongste revisiedatum 1-6-2014
96 Drugs Hieronder verstaat men verdovende of hallucinerende middelen, (hallucinatie = zinsbegoocheling, visioen, droomgezicht) die om verschillende redenen worden gebruikt. De stoffen hebben een zeer uiteenlopende werking, maar bij alle wordt de werkelijkheid geweld aangedaan. De feiten over deze middelen zijn in een tabel samengevoegd. De gegevens van dit overzicht zijn afkomstig van het Consultatiebureau voor alcohol en drugs. Ook de bekende en toegestane(?) drugs cafeïne, nicotine en alcohol zijn daarin opgenomen. Er bestaat veel literatuur over verslavende (verdovende) middelen. Het valt daarom niet mee om snel inzicht te verkrijgen in de effecten en de bijwerkingen ervan. Inzicht wordt ook bemoeilijkt door de verschillende namen die men ervoor gebruikt. Een goede definitie is beschreven in het boek van J.H. van Epen en luidt: “Drugs zijn stoffen, die een verandering van het menselijk bewustzijn veroorzaken en die om deze reden worden gebruikt.” Sommige kunnen gekozen worden als medicament en tevens misbruikt om een verandering van het bewustzijn tot stand te brengen. Morfine is daar een voorbeeld van. De eerste categorie drugs noemt men verdovende middelen; ze hebben een vernauwing van het bewustzijn tot gevolg, een lome toestand. Het zijn opiaten, zoals morfine, heroïne en methadon. Ook tot deze groep behoren de tranquillizers, zoals valium en librium en ten slotte eveneens alcohol. (Zie: Alcohol.) De tweede categorie wordt gevormd door opwekkende middelen; ze veroorzaken een vergroting of verruiming van het bewustzijn. Je bent dan extra alert, wakker, opgepept. Ook komen ze voor als doping in de sport. Hiertoe behoren de zeer gevaarlijke middelen speed (wekaminen), cocaïne en XTC, maar tevens de minder gevaarlijke: cafeïne en nicotine. De derde categorie bewerkstelligt een verdergaande verandering van het bewustzijn; denken en waarnemen verandert, men beleeft een zogenaamde “trip” en ervaart zichzelf en de wereld anders, hallucinaties treden op. Voorbeelden hiervan zijn LSD, paddo's en het middel marihuana. Marihuana, ook wel hasj of weed genoemd, wordt tot de softdrugs gerekend. Verslaving is een gewoonte, die niet of slechts met grote moeite kan worden nagelaten. Je kunt verslaafd zijn aan eten, roken, gokken, maar ook aan drugs. Het bereiken van welbevinden in het leven is een hele klim, met deze middelen glijdt je bergafwaarts, of erger val je in het ravijn. Van geestelijke afhankelijkheid spreekt men, wanneer men zonder het middel niet meer goed kan functioneren. Onder gewenning en tolerantie wordt verstaan dat het lichaam zich aanpast en er steeds grotere hoeveelheden nodig zijn om hetzelfde effect te bereiken. Er zijn weinig mensen die nooit gebruikmaken van drugs, immers alcohol en kalmeringstabletten, maar ook koffie en tabak behoren hiertoe. Incidentele gebruikers hebben wel eens een stickie, een sigaret, of een biertje geprobeerd. Voor een gelegenheidsgebruiker is heroïne uiterst risicovol, omdat dit snel verslavend werkt. LSD en verwante tripmiddelen veroorzaken aanvankelijk vaak angstreacties. Dat is een schokkende ervaring! Regelmatige gebruikers lopen aanzienlijke risico's. Dit zijn – zoals de tabel laat zien – geen onschuldige zaken.
97 En incidenteel: Dat ene pilletje / jointje ????? En de volgende !!!! Van marihuana zijn weliswaar minder lichamelijke problemen te verwachten, maar hoe kun je normaal functioneren als je “stoned” bent......! (Zie voor de gevolgen van roken ook het hoofdstuk over Roken in dit internetboek.) Onze hersenen besturen ons handelen en de lichaamsprocessen; onder invloed van drugs mag je daar weinig goeds noch een juiste balans van verwachten. Bij een verslaving word je geconfronteerd met: Afwisseling van lust− en onlustgevoelens. De gebruiker kiest voor het lustprincipe en “vlucht” voor de onlustgevoelens en de frustraties van het normale leven. Schuldgevoel. Dat wordt het zwijgen opgelegd door (weer) te gebruiken. Ik-verzwakkende hersenbeschadiging. Hierdoor treedt verlies op van zelfbeheersing en wilskracht, want men kan geen verstandige keuzes meer maken. (Vooral alcoholisten!) Conflicten met de omgeving. Ze leiden tot uitstoting, stigmatisering. Het contact met soortgenoten wordt erdoor bevorderd; men komt dan gemakkelijk in een uitzichtloze situatie terecht. In de drugshandel gaan enorme sommen geld om. Men vermoedt in Rotterdam alleen al ongeveer een half miljoen euro per dag. Het hiervoor benodigde geld verwerven heeft menigeen in de goot gewerkt. “Onderzoek alle dingen en behoud het goede” luidt een oud gezegde; maar als ergens een gezegde beslist niet opgaat, dan is het hier. Met buitengewoon agressieve verkoopmethoden probeert een pusher (detailhandelaar) markten te veroveren. Een waarschuwing is hier ongetwijfeld op zijn plaats. Gebruikers van drugs, welke dan ook, zijn geneigd zich de positieve gevoelens mooier voor te stellen dan deze in werkelijkheid zijn. De psychische effecten kunnen nogal uiteenlopen, omdat ze afhankelijk zijn van de hoeveelheid van het middel, de persoonlijkheid van de gebruiker en ook van zijn stemming en verwachting op dat moment. De termen “high” (aangename opgewekte gemoedstoestand), “kick” (aangename emotie), “stoned” (bewustzijnsverruiming) worden genoemd voor de aangename emoties. “Agressiviteit” (destructief gedrag), “bad trip” (angstige, verwarrende ervaring), “freak out” (hallucinatie), en “flippen” (averechts effect) zijn benamingen van onaangename bijwerkingen. Ouders en relaties van (aankomende) verslaafden kunnen door onbekendheid in paniek raken. Iemand dwingen zijn (kortzichtig) “genot” in te ruilen voor een gezondere leefwijze is bijkans ondoenlijk. De, altijd verkeerd uitwerkende, beschermende houding van liefdevolle ouders en andere relaties wordt maar al te vaak misbruikt. Kameraadschappelijke hardheid onder het motto: “Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten”, is doorgaans veel effectiever. Alertheid van ouders is geboden bij veranderend gedrag van de puber: kleine rode ogen, of abnormale vermoeidheid. Het is dan beter “on speaking terms” met ze te blijven, dan ernstig tekeer te gaan. Naast de professionele hulp kan aan “De Landelijke stichting ouders van drugsgebruikers” in Zutphen hulp of raad gevraagd worden. (Tel 0900 515 22 44) Hulp zoeken is eerder een kracht, dan dat het beschouwd moet worden als zwakheid. Afkicken: Voor het ontwennen van het gebruik van alcohol en het roken van tabak en hasj wordt verwezen naar de hoofdstukken Roken en Alcohol.
98
Niets is echter moeilijker dan van een verslaving aan gevaarlijke drugs af te komen. Ken in dit verband je eigen beperkingen! Het is daarom een must deskundige hulp in te schakelen, mede omdat het afkicken én afhangt van de drug, én van het individu. Een zeer dringend devies is: Hulp zoeken voor drugs Verslaving !!! Volkswijsheid: Steek geen vuur aan dat je niet kunt doven. (Chinees spreekwoord) Wie een verkeerde weg inslaat, moet een heel eind lopen. (Voltaire)
Literatuur: SISO-nummer
614.73
(Bibliotheek rubricering):
* De drugs van de wereld, de wereld van de drugs – J.H. van Epen – ISBN 90 6016 7775 – Samson Stafleu
Invloed van “verkeerde” vrienden? Jongste revisiedatum 3-6-2014
De effecten van verslavende middelen Bron: o.a. Consultatiebureau voor alcohol en drugs. Afhankeli Gewenn Duur Effecten op korte Gevolgen op Belangrijk Wettel jkheid ing v. termijn langere ijk Toleran werki termijn toegest tie ng aan Alcohol bij Matige Ja Varia Verdovend, Schade aan Rij alcoholvrij. Ja. sociaal geestelijke bel aantasting oordeel− lever. gebruik afhankelijkhe en reactievermogen, id. zelfoverschatting. Alcohol bij Lichamelijke Ja Varia Verdovend, Schade aan Verkeersdeeln Ja. intensief en geestelijke bel aantasting oordeel− lever, ame is gebruik afhanen reactievermogen, hersenen, hart roekeloos kelijkheid agressie, en maag. onverkan zeer sentimentaliteit, antwoord en groot zijn. zelfoverschatting. riskant.
99 Cafeïne (koffieplant )
Lichamelijk gering, geestelijk niet problematisc h. Lichamelijk matig tot groot, geestelijk meestal zeer groot. Lichamelijk matig tot groot, geestelijk meestal zeer groot.
Ja.
Varia bel
Toename concentratie, vermoeidheid wordt onderdrukt.
Bij grote hoeveelheden slapeloosheid, rusteloosheid.
Ja.
Varia bel
Opwekkend, snelle hartslag, hoesten.
Ja.
Varia bel
Slaapverwekkend, kalmerend. Sufheid, aantasting oordeelvermogen.
Lichamelijk niet, geestelijk meestal gering, maar kan zeer groot zijn.
Nee
2-3 uur
Cocaïne (cocaplant)
Lichamelijk niet, geestelijk soms zeer groot.
Nee
10 – 30 minu ten
Ontspannend, versterkt gevoelens, vermindert concentratie− en reactievermogen. Hoge dosering: angst paniek, soms bewustzijnsverlies. Stimulerend, onderdrukt vermoeidheid en honger.
Hart- en vaatziekten, bronchitis, longkanker, slechte conditie. Geprikkeldhei d, gewichtsverlie s, ernstige onthoudingsverschijn selen. Longkanker
Heroïne (morfine)
Zeer snel en zeer groot, lichamelijk en geestelijk.
Ja
4-6 uur
Vermindering pijn en angst, korte euforie, braken, hoofdpijn.
Speed (synthetisch)
Lichamelijk niet, geestelijk vaak groot en snel optredend. Lichamelijk niet,
Ja
8 uur
Nee
8 uur
Toename concentratie, onderdrukt vermoeidheid, slaap en eetlust, zelfoverschatting. Versterking gevoelens, visuele
Nicotine (tabaksplan t)
Slaapmidde len (barbiturat en, veronal, luminal, soneryl, enz.). Hasj en Weed (henneppla nt, marihuana, stuff, stick, joint, grass)
LSD (semisynthetisch )
Bij grote hoeveelheden: risico's voor hart en bloedvaten.
Ja.
Ja.
Kan de rijvaardigheid beïnvloeden.
Allee n op dokt ersrece pt.
In combinatie met alcohol worden effecten alcohol versterkt.
Nee, wel gedoog d.
Nee.
Rusteloosheid, irritatie, gewichtsverlie s, angst, agressiviteit.
Depressie na het stoppen van intensief gebruik. Rookbare variant (crack) is qua gevolgen zwaar. Risico's van ondervoeding, met allerlei ziektes als gevolg. Uitputting lichaam, gevaar voor hart− en vaatziekten.
Angsten, psychosen.
Bij te sterk gebruik (trip)
Nee.
Gewichtsverlie s, slapeloosheid, angsten, versnelt hartslag en verhoogt bloeddruk, uitputting. Ziekten, infecties (vieze spuiten), verslaafde baby's.
Nee.
Nee.
100 geestelijk zelden.
XTC (ecstasy, synthetisch )
Lichamelijk niet, geestelijk soms.
Dee ls
4 uur
hallucinaties, vervorming van beleving tijd en ruimte. Oppeppend, zelfoverschatting, gevoelens van intimiteit met directe omgeving.
Paddo (paddestoel )
Lichamelijk niet, geestelijk mogelijk.
Onb eken d
4-6 uur
Werkt hallucinerend
ontstaat ernstige paniek: het “flippen”. Nog onbekend.
Gevaarlijk bij hart− en vaatziekten, suikerziekte, epilepsie en alcohol. Eventueel “speed-effect”. Kan bijwerkingen hebben bij hoge temperaturen.
Kan ademhaling bemoeilijken, invloed op hartslag en bloeddruk. GHB (party Lichamelijk Ja 3-4 Stevige Dosering gaat Jaarlijks een drug / en geestelijk uur alcoholachtige vaak mis. twintigtal verkrachernstig roes.Seksueel Heimelijke fatale overtingsdrug) verslavend. opwindend toediening in doseringen Sterke zoute smaak drankje Afhankelijkheid en tolerantie: Van drugs kan de gebruiker lichamelijk en geestelijk afhankelijk worden. Lichamelijke afhankelijkheid blijkt uit tolerantie en onthoudingsverschijnselen. Tolerantie wil zeggen dat het lichaam went aan de stof en steeds meer nodig heeft om het gewenste effect teweeg te brengen. Onthoudingsverschijnselen zijn de lichamelijke reacties op het minderen of stoppen van/met gebruik. Van geestelijke afhankelijkheid is sprake als de gebruiker steeds sterker naar het middel gaat verlangen en zich niet meer prettig kan voelen zónder.
Nee.
Nee.
Nee
101 Hartkwalen Het meest beweeglijke en volcontinu werkende orgaan, ons hart, maakt meer dan 100.000 slagen per etmaal. De totale hoeveelheid bloed van circa 5 liter (dat is een emmer halfvol) wordt daarbij ongeveer 2000 maal per etmaal door de bloedvaten gepompt. Behalve die enorme prestatie kan het ook nog zeer flexibel aan de wisselende vraag naar vers bloed voldoen. Bij goede zorg kan het soms wel honderd jaar doorwerken. Bij het tijdig bemerken van een defect kan met de moderne reparatietechnieken een dreigend kortere levensduur nog aanmerkelijk verlengd worden. Het hart is wel kwetsbaar als de zorg verwaarloosd wordt, of wanneer signalen van gebrekkig functioneren genegeerd worden. Reden genoeg om aan deze twee zaken aandacht te besteden. Storingen in ons hart− en vaatsysteem (deze horen bij elkaar vanwege de vele gelijksoortige oorzaken van gebrekkig functioneren) zijn doodsoorzaak nummer één. Op de tweede plaats komt kanker. De meest bekende defecten zijn: dichtgeslibde aders, lekkende tussenschotten, niet goed sluitende kleppen, de eigen stimulator disfunctioneert, totale uitval van de hartfunctie. De laatste decennia zijn gelukkig de reparatietechnieken danig verbeterd en ook beschikbaar gekomen in de westerse maatschappij. Zelfs een donorhart kan de plaats innemen van de eigen pomp. Voor zover het falen ervan niet bepaald is door erfelijke factoren kan men trachten de risico's, die de betrouwbare werking verhinderen, zoveel mogelijk te beperken. Uit langdurig Amerikaans onderzoek blijkt dat de beste voorzorg bestaat uit de volgende regels: 1 Niet roken. Het is gebleken dat rokers een verhoogd risico lopen. Na stoppen duurt het zelfs meerdere jaren (wel 5 tot 15 jaar) voordat het gevaar helemaal verdwenen is. 2 Gezond eten. Cholesterolarm voedsel (niet te zout en te vet, maar wel vitaminerijk) om de kans op een defect te verkleinen. Overgewicht voorkomen, in het bijzonder wanneer dat zich concentreert rondom de taille. Veel drinken, minimaal anderhalve liter vocht per dag, en het gebruik van alcohol beperken. (Zie: Alcohol; “Fun & Feel Fit”) 3 Bloeddruk beheersen. Niet altijd zijn er signalen van een te hoge bloeddruk, zoals duizeligheid en hoofdpijn. Daarom is het raadzaam met enige regelmaat boven− en onderdruk te (laten) meten. Een verstandige leefwijze, zoals in voorgaande punten beschreven, geniet hierbij de voorkeur boven beteugeling met medicijnen. 4 Veel bewegen. Dagelijks minstens een half uur intensief bewegen, bijvoorbeeld hardlopen, fietsen, (ochtend)-gymnastiek of stevig wandelen. De mate ervan is kostelijk, knipogen als oefening is onvoldoende; maar nadien langer moe zijn dan de helft van de inspanningsduur is ook weer niet nodig.
102 5 Stress reguleren. Langdurige spanning kan hoge bloeddruk, hartritmestoornis en hartinfarct veroorzaken. Frequent voorkomende veroorzakers zijn: het opkroppen van gevoelens, te hoge eisen aan jezelf en of anderen stellen. Signalen zijn bijvoorbeeld: gespannenheid, hartkloppingen, voortdurende vermoeidheid of slapeloosheid. Het is dan hoog tijd passende actie te ondernemen. In balans brengen van inspannende− en ontspannende activiteiten is dan een dwingende eis. Zeker indien hart− en vaatziekten in de familie op jonge leeftijd voorkomen, dient men genoemde leefregels nauwkeurig in acht te nemen. Uit recent onderzoek blijkt dat bacteriën (chlamydia pneumoniae) of virussen de kans op een hartinfarct vergroten. Of men geïnfecteerd is met bacteriën kan vastgesteld worden via bloedonderzoek. Zo ja, dan kan dat aanleiding zijn de vijf risicofactoren 1 tot en met 5 stringenter te hanteren. Jammer genoeg voelen we in het vroegste stadium de meeste defecten niet. Klachten als pijn op de borst, kortademigheid, moeheid, hartkloppingen, onwel worden en opgezette voeten of buik kunnen op een hartafwijking wijzen, maar ook duiden op een andere kwaal. Bemerkt men bij grotere lichamelijke inspanning een druk op de borst, dan is het verstandig een arts te raadplegen. Angina pectoris geeft meestal een beklemmend en drukkend gevoel achter het borstbeen, dat uitstraalt naar de kaken en de linkerarm. Trouwens, ook bij gerede twijfel is een bezoek aan de dokter verstandig. Geen enkel onderzoek, noch een consult van een hartspecialist verschaft absolute zekerheid over het toekomstig functioneren van het hart. (Men heeft slechts garantie tot de deur.) Toch kan de medicus signalen als druk op de borst en snelle vermoeidheid onderzoeken en tevens de risicofactoren in kaart brengen. Heeft een reparatie plaatsgevonden of is een extra risico aanwezig, dan is het zaak de vijf leefregels met gezond verstand toe te passen. Je te krampachtig aan regels onderwerpen kan ook stress of onrust gevoelens oproepen. Op hun beurt zijn ook die risicovol voor de hartfunctie. Juiste zorg voor je lichaam houdt het midden tussen over bezorgdheid en roekeloosheid. Citaten: Het hart van de mens is als het kleed van de arme: op de plek waar het hersteld is, is het 't sterkst. (Paul Brulat) Men moet zijn hoofd niet in zijn hart hebben, noch zijn hart in zijn hoofd. (Joseph Roux) Literatuur: SISO-nummer 605.12
(Bibliotheek rubricering)
* De meest gestelde vragen over hart− & vaatziekten – Strengholt – ISBN 90-6010-895-7 * Psychologische hulpverlening aan mensen met hart− en vaatziekten Paul Bennet – ISBN 90-5189-398-1 Informatie: Nederlandse Hartstichting – den Haag – tel 0800-300 0 300 Idem via internet <www.Hartstichting.nl> Jongste revisiedatum 4-6-2014
103 Kanker Aanhoudende ongebreidelde productie van cellen is het belangrijkste kenmerk van deze ernstige ziekte. In ons lichaam sterven onder normale omstandigheden oude cellen af en andere delen zich. Bij kanker is de celdeling ontregeld. Deze vindt dan versneld plaats en er ontstaat een groep kwaadaardige cellen; een plaatselijke woekering, die de werking van organen verstoort. Een kwaadaardig gezwel kan ook uitzaaien naar delen van het lichaam die veraf liggen van de plaats waar de kanker begon. Men noemt dit metastasering of uitzaaiing. Vooral in het lymfsysteem – de afvoerkanalen van het lichaam – dringen ze vaak binnen, maar ook via het bloed vindt verspreiding plaats. De organen die in volgorde het vaakst worden getroffen door deze sluipmoordenaar zijn bij mannen: longen, prostaat, dikke darm, blaas en maag en bij vrouwen respectievelijk: borst, dikke darm, longen, eierstok en baarmoeder. Een gunstige prognose voor overleving (de eerste vijf jaar) hebben mannen bij prostaat−, dikke darm− en blaaskanker, en vrouwen hebben dat bij baarmoeder−, borst− en dikke darmkanker. Voedingspatroon en leefwijze zijn vaker oorzaak van kanker dan specifieke erfelijke eigenschappen. Men zegt dat circa 80% van de gevallen te wijten is aan factoren die in principe te vermijden zijn. Maar zelfs al is een duidelijke oorzaak bekend – zoals roken van sigaretten – sluit men daarvoor toch vaak de ogen. Nare gevolgen komen namelijk pas vele jaren later tevoorschijn. Er zijn vele soorten kanker. De meeste ontwikkelen zich in meerdere jaren (10 tot 20 jaar), maar soms voltrekt het groeiproces zich in versneld tempo. In verband met grotere kans op genezing is een vroegtijdige behandeling sterk aan te bevelen. Vaststelling via bloed− of urinetest is (nog) niet mogelijk; helaas moet men het doen met nader onderzoek op basis van (vaak vage) klachten. De meer uitvoerige diagnose via het medische circuit is lastig, maar weegt ruimschoots op tegen de betere levensverwachting wanneer in het vroegste stadium ontdekking plaatsvindt. Meestal geldt dat er niets bijzonders aan de hand is, maar kanker kan de boosdoener zijn. Alleen een medicus kan dat vaststellen, soms met behulp van DNA-onderzoek. Eén van de hierna genoemde verschijnselen kan een signaal ervan zijn. Jouw eigen oordeel, – waarbij je dikwijls het fenomeen kleineert of doktersbezoek zelfs bij aanhoudende klachten uitstelt – toetsen aan dat van een ter zake kundige medicus is beslist noodzakelijk. Goede redenen een arts te raadplegen zijn: 1 Meer dan zes weken last van heesheid of hoest. (Rokers dienen hierop attent te zijn, zie ook 6.) 2 Een wond of zweer die niet binnen 2 à 3 weken blijvend geneest. 3 Het ontstaan van een wratachtig knobbeltje of een moedervlek en elke verandering aan een moedervlek (kleurverandering, plotselinge groei, bloeding of zweervorming, aanhoudende jeuk in een moedervlek). 4 Slikklachten (pijn bij het slikken, het gevoel dat het eten blijft steken in de slokdarm). 5 Bij een knobbeltje in de borst of ergens anders is huisartsbezoek binnen enkele dagen gewenst. Een zwelling van een klier in de hals, in een oksel of lies, die lang aanhoudt (± vier weken) maakt eveneens een bezoek aan een arts noodzakelijk.
104 Vrouwen doen er goed aan na hun achttiende jaar maandelijks na de menstruatie zelf hun borsten te onderzoeken. Er is een brochure over “Borstzelfonderzoek” verkrijgbaar bij de meeste huisartsen. 6 Ongewoon bloedverlies en abnormale afscheiding vragen eveneens om aandacht. Bijvoorbeeld een streepje bloed in opgehoest slijm (rokers); bloed in de urine of ontlasting; en bij vrouwen vaginaal bloedverlies of abnormale uitscheiding tussen de normale ongesteldheid of na de overgang. 7 Blijvende verandering van het patroon in de stoelgang zonder aanwijsbare reden. 8 Gewichtsverlies zonder duidelijke aanleiding. N.B. Angst is altijd een slechte raadgever, daarom wordt aangeraden bij twijfel absoluut een deskundige te raadplegen. Aangezien kanker een groep van meerdere ziekten is, bestaat er geen uniforme therapie. Drie manieren om het te lijf te gaan zijn: operatief ingrijpen, bestraling (radiotherapie) en behandeling met medicijnen (chemotherapie). De exacte vorm, de combinatie en het schema van de behandeling hangen af van verschillende zaken. De belangrijkste hiervan zijn: Plaats van het gezwel, Eventuele uitzaaiing naar andere delen van het lichaam, Stadium van de ziekte, Algemene conditie van de patiënt. Iedere patiënt wordt individueel beoordeeld en de kankerspecialist (oncoloog) werkt samen met chirurgen, artsen en radiotherapeuten om tot de meest effectieve behandelingsmethode te komen. De belangrijkste vooruitgang in de bestrijding is te verwachten van nieuwe manieren het immuunsysteem van het lichaam zelf te versterken. Bepaalde lichaamscellen, de lymfocyten in het bloed en de lymf, herkennen kankercellen als abnormaal en vernietigen deze onder bepaalde omstandigheden. Als deze cellen van het immuunsysteem zouden kunnen worden gescheiden en kunstmatig vermenigvuldigd, zou de behandeling mogelijk doelgerichter kunnen plaatsvinden. Een effectievere geneeswijze wordt bevorderd wanneer men de ziektehaard nauwkeuriger kent; gen onderzoek van tumor− en gezond weefsel kan daarbij goede diensten bewijzen. Volgens enkele wetenschappers (Esther Sternberg – Washington; Tjerk Huppes – Groningen) wordt het menselijk afweersysteem gestimuleerd door mentale kracht; hoe dat precies werkt is nog niet bekend. Behalve het zieke behandelen, is ook het gezonde bevorderen (de mentale kracht) aan te bevelen. (Moed verloren is al verloren.) Ook stamcel onderzoek (een stamcel kan zich ontwikkelen tot elke soort lichaamscel) kan wellicht nieuw licht op de ongebreidelde celdeling van kanker werpen. De nieuwe therapieën zijn echter nog in een experimenteel stadium (2010). Preventieve maatregelen van onszelf om het risico te beperken zijn: – niet roken, – verstandig zonnen, – matig zijn met alcohol, – voldoende bewegen. – gezond eten, Roken Geen sterveling durft meer te beweren dat nooit bewezen is dat roken kanker veroorzaakt, zelfs sigarettenfabrikanten niet. Als niemand in Nederland zou roken, zou dat
105 kanker verminderen met 1/3. Behalve longkanker lopen rokers ook meer risico op andere soorten kanker zoals mond−, keel−, slokdarm− en blaaskanker, en eveneens hartinfarcten. Stoppen of er niet aan beginnen zijn de meest waardevolle adviezen. Ons lichaam heeft meerdere jaren nodig reeds opgelopen nadelige gevolgen te overwinnen, het is derhalve zaak niet lang te wachten als je wilt stoppen. (Zie: “Roken.”) Alcohol Drink slechts met mate bier, wijn of andere alcoholhoudende drank. Dit is een raad die niet in de wind geslagen dient te worden. De kans op mond −, keel − of slokdarmkanker is groter wanneer veel alcohol gebruikt wordt. Een standaard glas bier, wijn of jenever bevat een gelijke hoeveelheid pure alcohol; twee glazen per dag is toch wel het maximum. In druivensap, uien en groene thee komen dezelfde fenolen 15 voor waaraan rode wijn zijn beschermende werking tegen kanker (en hart - en vaatziekten) ontleent. Daarom: tel altijd het aantal alcoholische consumpties per dag. En de volgende dag als je nuchter bent het gebruik heroverwegen! (Zie: “Alcohol.”) Gezond eten Eén derde van alle gevallen van kanker hangt samen met voeding. Elk risico uitsluiten is onmogelijk. Geadviseerd wordt royaal groenten en fruit (van elk 200 gr), en een verantwoorde hoeveelheid brood, aardappelen en/of zilvervliesrijst te eten. En verder matig te zijn met alcohol; vet te beperken en een verantwoord gewicht na te streven. Daardoor worden de meest optimale voorwaarden geschapen om het risico te minimaliseren. Vitaminepillen en voedingssupplementen kunnen gezonde voeding niet vervangen; ze bevatten slechts enkele van de vele stoffen die nodig zijn. Een relatief hoog gehalte aan kankerverwekkende stoffen bevatten gerookt, geconserveerd en geroosterd vlees. (Zie: “Voeding.”) Verstandig zonnen Bij zonnen en werken in de zon moet men de huid beschermen; bij gebruik van de zonnebank geldt dat de toegestane duur zeker in acht dient te worden genomen. Ultraviolette straling is op zich nuttig, maar ongemerkt wordt de grens overschreden. Het risico van huidkanker en rimpels is groter dan de meeste mensen vermoeden. De gevoeligheid ervoor verschilt per type aanzienlijk; iemand die getint is (donkere haren en ogen) kan vijf keer zo lang zonnen als iemand met een zeer lichte huid (lichtblond haar, blauwe ogen). Gelukkig is de trend “zwart verbrand” van vakantie terugkomen nu achterhaald. Voldoende bewegen Zoals bekend is dit gunstig voor hart en bloedvaten. Het effect ervan op kanker is nog in onderzoek, maar darmkanker (en mogelijk borstkanker) komen in dat geval minder voor. Overigens, mensen die bewegen om gezondheidsredenen, leven vaak ook bewuster. Ze roken niet, eten verantwoord, zijn matig met alcohol, letten op een goed gewicht. Zonder uitzondering zijn dit factoren die het risico beperken! Het Koningin Wilhelmina Fonds te Amsterdam (gironummer 26 000) geeft talrijke publicaties uit voor patiënten en belangstellenden. Verder financiert het veel onderzoek op
De fenolen remmen de werking van kankerverwekkende stoffen; ze komen ook voor in wortelen, peterselie, broccoli, koolsoorten, tomaten, aubergine, paprika, citrusvruchten en thee.
15
106 het gebied van nieuwe behandelingsmethoden. Het fonds accepteert graag giften, periodieke schenkingen, legaten of erfenissen. De organisatie heeft ook een hulp− en informatietelefoonlijn, namelijk 0800-022 66 22 (gratis); en is te vinden op internet: <www.kankerbestrijding.nl>
Volkswijsheid: Ziekten komen te paard en gaan te voet. (Nederlandse zegswijze) Een ons voorzorg is evenveel waard als een pond medicijn. (Engels spreekwoord) Wanneer men wil genezen, is men reeds half gezond. (Seneca) Literatuur: SISO-nummer 605.91 (Bibliotheek rubricering) * Op weg naar herstel – O. Carl Simonton – ISBN 90 266 1739 9 * Over ziek zijn – Ruth Miltenburg – ISBN 90 215 3252 2 Jongste revisiedatum 4-6-2014
107 Stress (Drukte) Ik heb het druk, ik heb het zo druk, ik heb geen tijd voor mezelf. Dat is wat men tegenwoordig bijna iedereen hoort zeggen. Eerlijk gezegd wil niemand zich steeds te druk voelen. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over “stress” (verstoord evenwicht van de bio fysiologische functies in het lichaam). Het doel is meer te weten over signalen en – wat belangrijker is – te beschikken over informatie hoe dit te verminderen, of zelfs te voorkomen is. Om goed te kunnen functioneren is spanning nodig; bij het ontbreken hiervan bereiken artiesten geen goede “performance”, wordt gezegd. Totale afwezigheid ervan zoals bij saai en eentonig werk, kan trouwens ook tot spanning leiden. Teveel spanning en te weinig ontspanning gedurende langere tijd leidt onherroepelijk tot stress. Het gaat erom dat een gezond evenwicht bestaat tussen deze twee. Die balans is echter voor iedereen verschillend en zelfs per individu niet steeds hetzelfde. Wanneer treedt overspanning op? Omdat we niet gelijk denken over situaties in het dagelijks leven, thuis en op het werk, ze verschillend interpreteren, bestaat er geen norm voor. Stress is namelijk een toestand in denken en voelen van het unieke individu en wordt veroorzaakt door te grote en te langdurige spanning. Altijd verkeren in opperste staat van paraatheid en jezelf geen rust en ontspanning gunnen, leidt onvermijdelijk op den duur tot een “burn-out” (overspannen zijn). Oorzaken zijn onder andere: het meegezogen worden in onze moderne gehaaste manier van leven, met het overaanbod van informatie, voortdurende onenigheid met anderen, of ernstige traumatische ervaring(en). De belangrijkste oorzaak zit meestal in de persoon zelf. Het gaat dan om spanning. Die stress ontstaat o.a. door: opgekropte gevoelens; een irrationele (zie verder) denkwijze; onzekerheid en angst; te hoge perfectie waarbij je teveel eist van jezelf en veelal ook van anderen. Kan men optredende stress onvoldoende hanteren, dan ontstaan allerlei lichamelijke en psychische klachten. Bij overschrijding van de belastbaarheid wordt het lichaam automatisch in de verdedigingsfase gebracht; het hele lichaam komt op scherp te staan. Er vindt verhoogde productie plaats van bijnierhormonen (adrenaline). Ten slotte raken bij langere onbalans de verdedigingsbronnen uitgeput en treedt er een alarmtoestand in. Het lichaam reageert hierop door het afgeven van signalen. De aard daarvan is verschillend en bestaat meestal uit meer dan één van de volgende symptomen: – concentratieproblemen, – slaapproblemen, – hoofdpijn, – huilbuien, – abnormale spraakzaamheid (veel praten of juist extra stil zijn), – prikkelbaarheid, – voortdurende vermoeidheid, – lichamelijke klachten, – hartkloppingen, – geen behoefte aan seks, – angst, – lusteloosheid, – geheugenverlies, – gevoel geen toekomst te hebben, etc. Zonder uitzondering alle symptomen die kúnnen wijzen op overspanning. Luisteren naar bovengenoemde signalen van je lichaam en niet alsmaar doordraven is van het grootste belang om het begin van stress (het verstoorde evenwicht) vroegtijdig te
108 herkennen. Opheffing van de oorzaak is namelijk minder ingrijpend in het vroegste stadium. Is de grens van hanteerbaarheid overschreden, dan duurt herstel geruime tijd; een indicatie is dat de hersteltijd de helft is van die van grote overbelasting. Bij ernstige klachten, zowel ten aanzien van bovengenoemde lichamelijke signalen als van stress, moet je niet zélf blijven “dokteren”, daar is immers de dokter voor. Men kan heel veel doen 16 om (over)spanning te voorkomen of te verminderen. Die zelfwerkzaamheid is gericht op het bereiken van een nieuw evenwicht van de mentale belasting. Meer concreet: door het verlágen van spanning; óf veroorzaakt door werkdruk, óf denken en voelen. Respectievelijk door het verhógen van de invloed van bewust ontspannen. In de volgende paragrafen worden daarvan praktische voorbeelden beschreven. Beheersing van werkdruk Indien je vastgesteld hebt dat de drukte je teveel wordt en je verandering wilt aanbrengen in de te grote werklast – of die nu afkomstig is van je baas of van het eigen “moeten”. Je kunt (in beide gevallen) een keuze maken uit de hierna genoemde acties. Immers, wanneer de werkdruk aanhoudt verergeren je lichamelijke klachten. Redenen genoeg dat er wat móét gebeuren. Per slot van rekening is het zoals het Friese gezegde luidt: “Jo kinne net (niet) heger skite as jins kont sit. ” Netter verwoord: “De draaglast kan niet groter zijn dan de draagkracht. ” Een keuze moet – zo nodig in overleg met je baas – gemaakt worden uit één of meer van de volgende acties: Omvang van het werk verkleinen Is (een deel van) dat werk wel echt noodzakelijk? Kan een karwei efficiënter aangepakt worden? Helpt een tijdelijk noodverband? Is een deel van het werk later uit te voeren? Indien het de aard van de persoon is (een bezige bij), dan is het nuttig en uiteindelijk doelmatiger te leren ontspannen; dat vereist wel training (zie verder). NB. Samengestelde en ingewikkelde werkzaamheden moeten eerst in eenvoudige (deel) acties ontleed worden. Samenhang en mogelijke uitbesteding zijn dan beter te beoordelen. Uitvoerder van (een deel van) het werk vervangen Behoort een deel ervan wel tot jouw taak? Kan een deel van het werk uitbesteed of gedelegeerd worden? Delegeren is een kunst die men kan aanleren: Geef eerst een eenvoudige opdracht. Is deze goed uitgevoerd, dan kunnen ingewikkelder acties overgedragen worden.
We kunnen namelijk kiezen er iets aan te doen door er hoe dan ook een weg in te vinden; echter, doen alsof er niets aan de hand is, is ook een te respecteren keuze, mits deze overdacht en verantwoord is.
16
109 Is het verwachtingspatroon van anderen, dat jij het vele werk wel zult klaren, reëel? Breng dat ter sprake. (zie “communicatie” en “onderhandelen”.) Kan nee gezegd worden op een vraag iets te doen? Nee - zeggen in dit verband is voor bijna iedereen moeilijk. Een beproefde methode je nee kracht bij te zetten is één van de onderstaande manieren: (in de literatuur wordt dit beschreven onder “assertiviteit”) - Herhaling van het niet willen / niet kunnen. (In het jargon: kapotte grammofoonplaat); - Een beroep doen op regels / normen / gewoonten. - Onduidelijk zijn over de redenen / mogelijkheden. (In het jargon: misten). Het vaak overdreven gevoel van onbehagen bij “nee-zeggen” zou best wat mogen verminderen! (Her)beoordeling van de opleverdatum (deadline) van het werk Kunnen delen van het product, het rapport, elders verkregen worden? Kan volstaan worden met een minder hoge kwaliteit? Wat gebeurt er als het kritische tijdstip overschreden wordt en hoe erg is dat dan? (Meld verandering vroegtijdig aan de opdrachtgever.) Het stellen van prioriteiten De werkzaamheden naar belangrijkheid in de juiste volgorde zetten. Dat doet de hoeveelheid werk niet verminderen, maar helpt wel het aller-noodzakelijkste tijdig of eerst te doen. Het goed stellen van prioriteiten is beschreven in “time management”. Het richten van de aandacht op één activiteit Je aandacht op meerdere activiteiten of aandachtsvelden tegelijk richten werkt spanning verhogend en ook vermoeiend. Het is voor jezelf en ook voor de kwaliteit van de te leveren prestatie van groot belang maar met één zaak gelijktijdig bezig te zijn! Mentale weerbaarheid versterken De stoïcijn Epictetus 17 (Romeins wijsgeer, 50−138) beweerde toen al dat niet de feiten zelf, maar de wijze waarop je erover denkt, zoals je ze voelt, je angstig of zenuwachtig kan maken. Het een of ander kan je soms behoorlijk dwarszitten en je zelfs helemaal beheersen. Gelukkig kunnen we zelf, of met hulp van anderen, daar wel iets aan doen en een wending bewerkstelligen. Maar pas op, het denken en voelen veranderen is te vergelijken met de koers van een mammoettanker, een enorm groot schip. Zijn vaarrichting kan slechts met veel energie geleidelijk gewijzigd worden; een plotselinge ommezwaai is zelfs onmogelijk. In de literatuur wordt een drietal hoofdoorzaken van spanning beschreven: Je denkt dat je (altijd) ......(iets) moet doen of nalaten. Je vindt dat iedereen aardig tegen jou moet zijn (jou zo moet vinden); Dat je......(iets)...... niet bereikt of krijgt, wat je graag wilt.
Van al het bestaande hebben wij sommige dingen in onze macht, andere niet. Onze meningen, ons streven, onze begeerte en afkeer kunnen we zelf bewerkstelligen. Bezit, aanzien, ambten en ons lichaam hebben we niet in onze macht.
17
110 Het is zeker niet gemakkelijk het denken en voelen te laten voor wat het is. Goed bedoelde adviezen van vrienden in de zin van de boel maar de boel te laten, werken vaak averechts en kunnen beter achterwege blijven. Voor dwangmatige handelingen, zelfsaboterende gedachten/zelfvernedering, irreële wensen, faalangst, depressiviteit, e.d. bestaan in de psychotherapie als behandelmethode drie hoofdstromen, namelijk: Klassieke psychoanalyse: zoekt naar oorzaak, uit het verleden, of de jeugd van betrokkene; Gedragstherapie: daarmee leert men stapje voor stapje ander gedrag aan; Ratiomethode: gebaseerd op “denken stuurt het gevoel”. De eerstgenoemde therapie, psychoanalyse, vraagt én deskundigheid, én veel tijd (sessies) en is niet geschikt voor zelfhulp. De patiënt lijdt dan aan stemmingen (depressies 18, manies), aan gestoorde waarneming (waanbeelden), aan storingen in relatie met anderen. Het gaat daarbij om ernstige vormen hiervan. In bijna alle gevallen wordt dan ook gebruik gemaakt van geneesmiddelen. De behandeling is erop gericht de cliënt beter inzicht te verschaffen in zijn innerlijk leven en de oorzaak van zijn stoornissen. Soms is daarbij opname in een “ziekenhuis” noodzakelijk. Onvrijwillige opname is alleen mogelijk indien dat nodig is ter bescherming van zijn omgeving of van de patiënt zelf. Gedragstherapie wordt door psychologen gebruikt, maar kan ook bij zelfhulp toegepast worden. Ongewenst gedrag (angsten, fobieën, dwangmatig / afwijkend gedrag) kan afgeleerd worden, het is immers ook aangeleerd. Een veel gebruikte manier is (angst)prikkels in toenemende sterkte in een volkomen ontspannen situatie te leren beheersen. Dat werkt als volgt: Eerst kleine stapjes (laten) maken met gemakkelijke opdrachten richting het ongewenste. (Laten) opschrijven wat en wanneer dit gelukt is. Tussentijds de stand op maken (begeleider: bemoedigen en prijzen). Steeds moeilijker opdrachten (doen) uitvoeren, en schriftelijk (laten) vastleggen en vervolgens evalueren. “De gestage druppel holt de steen” is een typering van deze veel gebruikte manier. (Zie ook in “Angst” de paragraaf, Gedragstherapie.) Een nieuwere methode tegen de verlammende angst, persoonlijke onvrede en een gevoel van wanhoop is “mindfulness”, een training van aandacht voor dit unieke moment. Vechten, de eerste impuls, werkt juist verkeerd. Aspecten ervan zijn: elk moment bewust ervaren, niet oordelen, geduld oefenen, accepteren, niet strijden, loslaten en mogelijk humor. Ook in professionele kring wordt deze succesvolle methode nu vaak gebruikt. “Mindfulness “ (in volle aandacht) maakt mede daardoor een enorme opgang. John Kabat-Zinn zegt: mensen die lijden aan depressies of stress zijn voortdurend met de problemen van gisteren of morgen bezig. (NB. nadenken is iets anders dan erover tobben.) Beleving van het hier en nu is hen vreemd. En juist dáár ligt de oplossing van hun immense lijden. Nare gevoelens probeert men kwijt te raken door ze te verdringen, maar daardoor lopen ze juist vast, wordt het probleem vastgespijkerd. “Mindfulness” helpt je om volledig “in aandacht” te zijn bij alles wat je doet; aandacht voor hetgeen zich nú afspeelt. Bijvoorbeeld met volle aandacht ademhalen, lopen, eten, enzovoort. Deze manier van Depressie: de neiging alles aan jezelf te wijten, jezelf laag te waarderen, je terug te trekken uit de dagelijkse gang van zaken, nergens zin voor opbrengen, onvermogen de eenvoudigste dingen te doen.
18
111 bewust leven vereist serieuze inspanning. Je moet aandachtig zien, horen, proeven, of voelen. De eerste stap naar beter behoud van je balans kan de aanschaf van het boek “Beter nu” zijn. (zie literatuur). Voor het inslijpen van deze methode is meer nodig dan met deze beknopte beschrijving mogelijk is. Er wordt voor het bedreven raken ook gebruik gemaakt van ademhalingsoefeningen en meditatie. Deskundigen gebruiken ook verschillende andere therapieën. Een voorbeeld daarvan is de confrontatie methode; men spreekt de betrokkene sterk aan op zijn “onhebbelijkheid” en tracht daarmee de gewenste verandering te bereiken. De derde therapie, de ratiomethode, is gebaseerd op de stelling van Epictetus, waarmee deze paragraaf is begonnen. De Amerikaan Albert Ellis, de belangrijkste grondlegger van de RET-methode, benadrukt dat de cliënt zelf hier een actieve rol moet (willen) spelen om zijn problemen de baas te worden. De werkwijze richt zich op: R ationaliteit 19: verstandelijk beredeneert. E moties: “juiste” gevoelens op het juiste moment ervaren. T herapie: behandeling om functioneler en effectiever gedrag te ontwikkelen. De therapie gebruikt voor het opsporen en veranderen van ongelukkig makende gedachten het A B C systeem. Voor A staat “activating event” – de gebeurtenis; voor B: “beliefs” – de gedachte daarover; voor C: “consequences” – de emotionele en gedragsmatige consequenties. Kort samengevat komt het erop neer dat A>B>C vervangen moet worden door A>b>c (b staat voor een ander oordeel / idee over de gebeurtenis; c staat voor andere consequenties). Dit lijkt heel simpel; het blijkt in veel gevallen ook nog bijzonder effectief. De gedachte, het oordeel (B) is gebaseerd op de herinnering / ervaring van gebeurtenissen. Het (nieuwe) andere idee/oordeel (b) moet de persoon helpen, zijn nare en ongewenste gevoelens op te heffen, of effectief om te gaan met eventuele moeilijkheden. Het begrip “juiste” gevoelens, eerder genoemd bij E, vraagt om nadere toelichting. Bedoeld wordt dat er geen onwerkelijke meningen aan ten grondslag liggen, maar een andere kijk op de zaak; anders gezegd: het is geen verknipte denkwijze: Ik behoor “zus” te denken, maar eigenlijk voel ik het “zo”. Een voorval kan bijna altijd van meerdere kanten bekeken worden; je dat realiseren en in de praktijk brengen kan leiden tot andere emoties. Met training leidt deze methode geleidelijk tot betere beheersing van stress. Bij wijze van spreken hadden voorheen negatieve oordelen grote aantrekkingskracht; op de andere manier kun je je aanleren meer ontvankelijk te zijn voor positieve zienswijzen. Je zou het zo kunnen noemen “je magneet ompolen”. (Zie ook: ”Geluk”, de paragraaf “Geluk door positief denken”.) Ontspannen Rationeler, maar ook wel dege lijk grote aandacht voor gevoelens. 19
112 Niet iedereen raakt ontspannen op dezelfde manier. De één komt tot rust door een activiteit; of dat nu tuinieren is, wandelen, vissen, of een andere sport; de ander door oefeningen van het gehele lichaam. Hoe men ontspant is van minder belang dan dat men ten minste twee á drie keer per dag even gas terugneemt. Dat men zich een moment van rust gunt en tijd voor zichzelf vrijmaakt, is normaal, ja zelfs noodzakelijk. Beweging in de buitenlucht is naast ontspannend, ook nog gezond voor lijf en leden. De activiteit moet zonder prestatie− , zonder wedstrijdelement zijn en geheel anders van aard dan waarvan men stress ervaart. Overbelasting door het tegenwoordige informatiebombardement kan trouwens ook heel goed bestreden worden door te luisteren naar muziek die je kalmeert. Afwisseling in werk en ontspanning is voor iedereen absoluut noodzakelijk. Van het eten zegt men: verandering van spijs doet eten. Die spreuk geldt ook voor activiteiten, of dat nu werkzaamheden of oefeningen zijn. Voor rekenmeesters is 2 x 1 hetzelfde als 1 x 2; maar voor ons gevoel is dat duidelijk niet zo. Bijvoorbeeld in twee keer één karwei verrichten en daar tussen door iets anders doen, is veel gemakkelijker dan bekaf te worden van “alles ineens” te doen. Is beweging in de buitenlucht niet mogelijk, dan is een alternatief ten minste drie keer per dag een kwartiertje een spierontspanningsoefening. Veel huisartsen hebben folders met informatie daarover. Een veel gepropageerde methode is: Ga op een gewone rechte stoel zitten met de (onder)rug tegen de leuning, voeten plat op de vloer, onderbenen verticaal, onderarmen op de leuning of handen op de dijen, schouders losjes naar beneden, nekspieren ontspannen, ogen losjes dicht. Schenk vervolgens aandacht aan elke spiergroep van je gehele lichaam “van teen tot top”. Begin bij je tenen, daarna je voeten, benen, billen, romp, armen, handen, vingers, schouders, nek, hals, wenkbrauwen en gezicht. Laat eventuele spanning wegvloeien. Span de spieren in elk lichaamsdeel minstens 5 tellen; ontspan ze daarna. Ondertussen steeds rustig, diep ademhalen en opkomende gedachten niet verdringen, maar “in de wachtkamer zetten”; desnoods ze met een steekwoord even noteren. Denk als afsluiting aan een mooie, aangename omgeving en blijf zo 5 á 10 minuten zitten. Kom daarna geleidelijk weer in actie. Verder kunnen negatieve gevolgen van stress mogelijk ook geneutraliseerd worden door buikademhaling. Dat kan op twee manieren: Op de rug liggend met een boek op de buik; diep inademen via de neus zodat het boek omhoog gaat; bij het uitademen moet het boek weer zakken. Hetzelfde kan rechtop zittend; één hand op de borst, de andere op de buik ter controle van de buikbeweging. Het tempo is 5 seconden inademen, 5 seconden uitademen. Doe dit dagelijks drie keer gedurende een halve minuut. Ten slotte kan spanningshoofdpijn verminderd worden door gezond te leven, genoeg te bewegen, te zorgen voor frisse lucht en te ontspannen, zoals door bijvoorbeeld met: Sporten. Problemen uit te praten. Nek− en schouderspieren te ontspannen en enigszins te rekken (rechtopzittend, hoofd naar rechts bewegen, rechterhand over het hoofd het hoofd ietsje verder naar rechts trekken, NB ietsje!, idem naar links).
113
Besluit Wellicht heeft men baat bij het zich elke dag heel bewust herinneren van een enkel moment van bemoediging, van een positief bericht, gebaar of daad. Dat doet een gevoel van moedeloosheid of eenzaamheid verminderen en bevordert een nieuwe balans. Een deskundige op dit gebied schreef eens: “Wie aan stress lijdt, heeft dit aan zichzelf te wijten, Hij is er zelf verantwoordelijk voor. De mens kan immers kiezen, hij kan zelf beslissen wat hij doet. Opgelopen stress veroorzaakt moeilijkheden. In dat geval kán men zich voornemen: · zoiets wil ik nooit meer meemaken; hoe zal ik voortaan omgaan met mezelf?” Basisvoorwaarden om stress te voorkomen zijn: Gezonde voeding, lichaamsbeweging en voldoende nachtrust. Daarenboven een juiste balans tussen activiteiten, sociale contacten en ontspanning. Ten slotte alertheid op misbruik van medicijnen, alcohol en andere drugs.
Pittige uitspraken: Je kunt beter geheel blind zijn, dan een zaak slechts van één kant bekijken. (Indisch spreekwoord) Ik láát me niet opjagen – ik wìl niet op de vlucht – ik bén bezig. (Oostenrijkse spreuk in een “Gaststube”) Steek niet te veel energie in problemen; daar worden ze alleen maar groter van. (N.N.) Literatuur: SISO-nummer 604.6 / 415.9 / 367 1 (Bibliotheek rubricering) * Een werkmaat voor maatwerk – Leon Algra – Comm. Projecten – ISBN 90 75827 01 6 * RET Gezond verstand als therapie – Verhulst e.a. – ISBN 90-265-1194-9 * Ik kan denken/voelen wat ik wil – René Diekstra – ISBN 90 265-0238P-9 Beter nu: * Breng mindfulness in je leven – Rob Brandsma – ISBN 97890-5594-5580
Jongste revisiedatum 4-6-2014
114 Overlijden (praktische zaken) Het liefst willen we bovengenoemde problematiek zo ver mogelijk van ons afschuiven. Niettemin worden we er vroeg of laat, en vaak onverwacht mee geconfronteerd. Voor nabestaanden of direct betrokkenen van een overledene is het verwerken van de emotionele schok dé hoofdzaak. Bovendien zijn er ook direct veel praktische zaken te regelen. Omdat de gedachten juist in de eerste dagen overspoeld worden door verdriet is een opsomming van aandachtspunten een goed hulpmiddel. De meest betrokkene(n) moet(en) namelijk al direct handelend optreden. Daarom worden activiteiten voor direct en later systematisch beschreven. Bij uitval van de werking van het hart en de ademhaling is men klinisch dood. Van hersendood spreekt men wanneer er geen enkele elektrische activiteit in de hersenen meer kan worden aangetoond op het EEG. Biologisch is iemand dood wanneer alle voor het leven noodzakelijke lichaamsfuncties zijn gestopt, zoals de bloedcirculatie, de ademhaling, de hersen− en zenuwwerking en de celstofwisseling. Ter voorkoming van misverstanden is in ons land vaststelling van het levenseinde door een arts noodzakelijk. Deze geeft een verklaring van overlijden af (formulier a) en maakt een verklaring over de doodsoorzaak (formulier b). Directe acties: Zo spoedig mogelijk sluite men de ogen. Verstijving van de spieren treedt al na een à twee uur op. (Na ongeveer twee dagen worden de spieren overigens weer slap.) Het is daarom raadzaam voor het afleggen van de overledene snel een uitvaartondernemer te waarschuwen. (Zo nodig legt men zelf het stoffelijk overschot in de gewenste houding en ondersteunt men de kin met een opgerolde doek om te voorkomen dat de mond open blijft staan.) De verklaring van overlijden wordt door een arts opgemaakt en is onder andere nodig voor aangifte bij de Burgerlijke Stand in de gemeente van overlijden. Wel of niet thuis opbaren is een vraag die onverwacht snel om antwoord vraagt. Evenals de vraag over de aanwezigheid van een codicil (in verband met al of niet afstaan van organen). De naaste familie moet geïnformeerd worden. Directe confrontatie met de feiten is daarbij aan te bevelen in plaats van het bericht te “verpakken”. Zeg dus direct wat het bericht inhoudt. Voor het regelen van de uitvaart moet gedacht worden aan het volgende: Vaststelling soort kist en kleding van de overledene. Keuze tussen crematie en begrafenis. Overleg met ambtsdrager(s) bij een kerkelijk verzorgde uitvaart. Opstelling rouwbrief en drukwerk. Adreslijst van familie, vrienden, buren en bekenden. Plaatsing advertentie al of niet in dagblad(en). Regeling spreker(s) en muziek tijdens de uitvaartplechtigheid (indien gewenst). Eventueel overleg betreffende bloemen of krans (mét of zonder lint). Zo nodig onderlinge afspraak over kleding van de naastbetrokkenen. Op zijn minst moeten (huis)arts en uitvaartondernemer zo snel mogelijk gewaarschuwd worden. De laatste heeft een gedegen ervaring en kan – in onderling overleg – veel werk uit
115 handen nemen. (Overleg over kosten is tegenwoordig gebruikelijk; gêne daarvoor is beslist overbodig.) Spoedeisende zaken: Voor eventuele jonge kinderen moet kinderopvang en/of gezinshulp geregeld worden. Om allerlei officiële instanties te informeren, heeft men een kopie van de akte van overlijden nodig. Deze akte wordt verkregen bij aangifte bij de Burgerlijke Stand. Dit onderdeel van de Gemeentelijke Dienst verwittigt vele overheidsinstanties. Met een minder officieel document kan trouwens vaak worden volstaan bij verenigingen enz. De volgende zaken vragen onmiddellijke aandacht: Uitvaartverzekering, indien men verzekerd is. (Het is praktisch een kopie van het voorblad van de polis mee te zenden.) Levensverzekering. (Zo mogelijk een kopie van het voorblad van de polis meezenden) Notaris, als er een testament bestaat; bij onbekendheid wat dat betreft kan men informatie inwinnen via het speciale telefoonnummer 070-346 9393 (van 9 tot 14 uur). De notaris kan een verklaring van erfrecht of executie opstellen, eventueel met boedelvolmacht. Een en ander is nodig voor het deblokkeren van rekeningen bij banken, het innen van uitkeringen en wijziging van tenaamstelling van de bankrekening. Bank(en) op de hoogte stellen (zo nodig met een verklaring van erfrecht); bankzaken regelen, zoals uitvoering betalingen en beschikking over het tegoed. De werkgever en/of uitkeringsinstantie informeren en navraag doen naar een mogelijke overlijdensuitkering. Aanvragen van een (aanvullende) sociale uitkering, of eventueel een tegemoetkoming in de studiekosten van kinderen. Verzoek verlaging belastingtarief of verhoging huursubsidie. Weduwepensioen / weduwnaarspensioen aanvragen. NB. Dat kan bij meerdere pensioenfondsen zijn. Alle instanties waar de overledene geregistreerd staat inlichten, zoals verzekeringen, ziekenfonds, enzovoort. Bij overlijden ten gevolge van een verkeersongeval, kan de tegenpartij aansprakelijk zijn. In dat geval is deze verplicht (via WA-verzekering) tot vergoeding van de kosten van de uitvaart, het verlies van de bijdrage aan het levensonderhoud van het gezin, de kosten voor ambulance en geneeskundige hulp. Meestal is hierbij hulp aan te bevelen van een letselschadeadvocaat (LSA - advocaat). Adressen ervan zijn verkrijgbaar via Slachtofferhulp. Latere activiteiten: Tot meerderjarigheid is bij overlijden van een der ouders aanwijzing van een toeziend voogd verstandig; voogdij is noodzakelijk als beide ouders zijn overleden. Informatie over kinderbijslag en studiefinanciering inwinnen. Inventarisatie van het banksaldo per overlijdensdatum. Automatische afschrijvingen van bankrekening(en) en regelmatige betalingen heroverwegen en eventueel afzeggen. Innen van verzekeringsuitkeringen. Bankkluis openen; effectendepots nagaan en beheer van onroerend goed en effecten regelen. Aangifte doen bij de belastingdienst voor successiebelasting. Vier tot zes weken nadien verstuurt men desgewenst dankbetuigingen.
116 Wel of geen gedenkteken op het graf / in de urnentuin. Overgaan tot boedelscheiding; in verband daarmee zo nodig taxatie huis, auto, caravan en eventueel inboedel. (Verkoopwaarde van inboedel is vaak nihil tot uiterst gering.) Overschrijving van auto op naam nieuwe eigenaar (eigendom, verzekering).
Rouwverwerking is van groot belang; dat is beslist iets anders dan vergeten. Tijd heelt wonden nooit geheel; verliesverwerking vraagt een lange periode. Opvang van direct betrokkenen is van groot belang voor de verwerking. Meestal is luisteren dan meer gewenst dan spreken. Verder kan hulp verleend worden door bijvoorbeeld: dominee, pastoor, huisarts, maatschappelijk werker of psychotherapeut. Een gespreksgroep voor rouwverwerking kan ook heel zinvol zijn. In “verdriet” wordt een handreiking geboden voor verwerking van een dergelijke gebeurtenis. Citaat: Zij zijn niet werkelijk dood, die in ons hart leven.(P.A. de Genestet) Literatuur: SISO-nummer 173
(Bibliotheek rubricering)
* Eenvoudig uitvaart handboek– C.Vredenberg-Schouten– ISBN 90 242 9424 x * Enkele aspecten van rouw – H. Bijleveld enz. – ISBN 90 6087 097 2 * Stilstaan: grafteksten – A. A. Bosker – ISBN 90 804492 1
Jongste revisiedatum 4-6-2014
117 Emoties Blijdschap, verdriet, vluchten, vechten, angstzweet en hartkloppingen zijn verschillende uitingen van emoties. Daarover het een en ander te weten te komen en te begrijpen, is nodig om te kunnen omgaan met allerlei gevoelens. Aan de ontwikkeling van verstandelijke vermogens wordt veel tijd en aandacht besteed; dit in tegenstelling tot beheersing van emoties (emotionele vaardigheid). Toch zou ook dát voor ons welbevinden heel nuttig zijn. Zelfkennis en communicatie samen zijn daarbij hét middel om je deze bekwaamheid eigen te maken. Theorie: Opvattingen over oorzaak en gevolg waren aanvankelijk tegengesteld: heeft een lichamelijke reactie als consequentie een gevoel, of is het net andersom? Tegenwoordig is men algemeen de mening toegedaan dat waarneming en beoordeling bepalend zijn. Erfelijke factoren spelen daarbij een rol, maar in nog sterkere mate: wat is aangeleerd. Emoties volgen pas wanneer een omstandigheid als bedreigend, verdrietig, of juist als aangenaam wordt opgevat. Na een impuls volgen welgeteld zes fasen van een emotieproces (naar de cognitieve emotietheorie van Marga B. Arnold). Hieronder is een model ervan weergegeven; de karakteristiek van het proces vertoont verwantschap met het domino-effect. De lange pijlen gelden bij noodsituaties.
prikkel waarneming (vluchten/lachen?)
beoordeling
emotie
lich. reactie
gewaarwording
actie
Gevoelens hebben bij acties soms prioriteit. In plaats van het “redelijk” denken, is het de emotie die tot handelen aanzet. Bijvoorbeeld: wanneer je ziet dat je kind te water raakt, spring je het na, ook al kun je niet zwemmen. In dit geval wint deze impuls het van de tegenpool, de kunst “verstandig” te handelen. Wanneer men echter (zonder iets te laten blijken) een opkomende woede-uitbarsting beheerst, is het de rede die kennelijk de sterkere is. (Emotieregulatie genoemd door N.H.Frijda.) In de praktijk zijn angst, schuldgevoel, jaloezie, woede, somberheid en verdriet wel degelijk te beïnvloeden. Evenzo kunnen de plezierige sensaties: geluk, enthousiasme, liefde en voldoening, aangewakkerd worden. Vaardigheid daarin versterkt het zelfvertrouwen en verbetert de balans. Natuurlijk bestaat er geen norm wát je moet voelen en ook niet voor de intensiteit ervan. Het gaat om de eigen interpretatie. Er zijn inderdaad mensen die een teveel van de ongewenste soort hebben of te weinig van de meer plezierige soort bezitten. Voor een angsthaas, bullebak, huilebalk of koude kikker is de weg naar een redelijk evenwicht gelukkig niet afgesloten. Te gemakkelijk afglijden naar negatieve overdrijving is hinderlijk, niet in de laatste plaats voor jezelf. Het feit, de prikkel, is niet te veranderen; maar de aangeleerde denkgewoonte en het gedrag wel. Zoals al opgemerkt: een algemeen aanvaarde standaard bestaat niet; de wereld zou ook al te eenvormig worden.
118 Trouwens, of gevoelens goed zijn of slecht, is niet aan de orde, ze zíjn er immers. (Ze kunnen bijvoorbeeld prettig, vervelend, angstaanjagend zijn.) De kunst is ze correct te relativeren; er op gepaste wijze mee te kunnen omgaan. Ze tonen is oprechter dan afwezigheid te huichelen. Zich zorgen maken over iets zonder er wat aan te (kunnen) doen, is verspilde energie. Is er misschien tóch alsnog invloed op uit te oefenen? (Werkelijk iets doen, wat zeggen of bezorgdheid tonen is wellicht mogelijk.) Vijf elkaar beïnvloedende belevingswerelden zijn bij emoties richtingbepalend: Gebeurtenis of situatie, Gedachten (mening, opvatting, beoordeling, ervaring), Lichamelijke reactie (blozen, angstzweet, vermoeidheid, slapeloosheid), Gevoelens (zorgen, verdriet, stemming, sfeer), Gedrag (agressie, wraak nemen, zich terugtrekken, drankgebruik). Het verband kan verduidelijkt worden met een voorbeeld: Je hebt de indruk dat men jouw redenering niet gelooft (gedachte); je wordt boos (gedrag); jouw vriendschap bekoelt (gevoelens). Om verandering te bereiken moet je een of meer van genoemde belevingswerelden aanpakken. Het tweede punt, het denken is van die vijf de meest doortrapte misleider: ik denk dat de ander zus of zo denkt (is dat wel zo?) en dat voel ik als................ “Your focus is your reality” (jouw kijk op de zaak is jóúw waarheid), maar pas op: Jouw mening kan heel goed gebaseerd zijn op slechts enkele feiten, het is jóúw visie. Dat onze waarneming ons af en toe danig bedriegt, heeft Plato in de oudheid al boeiend beschreven in “De Staat”. Het verhaal gaat in essentie over een groep mensen die in een grot zat en maar naar één kant, een vlakke wand, kon kijken. Achter hen was een vuur, dat de wand verlichtte. De veelvuldig voorbij gedragen beelden tussen hen (de vastgebonden mensen) en het vuur wierpen schaduwen op de vlakke wand. Op den duur kende men de diverse schaduwen, men maakte er zelfs personen met namen van, mede omdat ze ook gewoon “spraken”. Na lange tijd werd één van hen van zijn boeien bevrijd. Rondkijkend weigerde hij aanvankelijk te aanvaarden dat de ruimtelijk gedragen beelden de oorzaak van de schaduwen zouden zijn. De nieuwe werkelijkheid van de bevrijde man bleef voor de geboeiden echter absoluut ongeloofwaardig vanwege hun eenzijdige waarneming. Nog steeds zien ze immers met eigen ogen de beelden op de wand, en daarom kunnen ze die nitwit niet langer uitstaan. “Vermoord die ketterse rakker!” wordt geroepen. (Die fundamentele afwijzing van een zeer “abnormale” gedachte is ons eigen. Denk maar aan vergelijkbare reacties bij Copernicus, die de zon centraal stelde i.p.v. de aarde en ook aan Luther, vergeving i.p.v. aflaathandel, enz.) Deze levenswijsheid van Plato komt in feite overeen met het krasse Indische gezegde, dat een mens maar beter blind kan zijn, dan de zaak alleen van één kant bekijken. Door te leren emoties te beheersen, word je daar ook steeds meer bedreven in. Het is niet nodig te weten waaróm men zich zo voelt. Bij contacten met anderen is het goed te luisteren naar, en te reageren op behoeften van anderen. Daarmee zijn vriendschappelijke
119 en respectvolle relaties te bereiken. Ten slotte wordt ook ons algemeen welbevinden erdoor gesterkt. Praktijk: Zelf eraan werken kan op de volgende wijze: 1 Leer de eigen emoties kennen. In eerste instantie is het de kunst, ze te begrijpen, ze aan te voelen en ze met eigen woorden weer te (kunnen) geven. Het betreft o.a.: angst, boosheid, verdriet, machteloosheid, schuld, nachtmerries, schaamte, zich ongemakkelijk voelen, met “zekerheid” weten hoe anderen over je denken, overdreven eigen schuldgevoel, iets onaangenaams altijd wijten aan anderen, en natuurlijk ook voldoening, belangstelling, opgewektheid, vreugde en genegenheid. 2 Het bewust worden van de invloed van emoties, vooral de nadelige gevolgen daarvan, is de tweede stap. Vaardigheid wordt vooral in de praktijk ontwikkeld door het uiten van gevoelens. Let op: door uitstraling en demonstratie van emoties creëert men ook reacties. Vraag je daarbij af: welke kan ik nu al ongehinderd tonen, welke beter voorlopig enigszins temperen? Tracht de invloed in te schatten en controleer dat af en toe ook daadwerkelijk. Hierna volgt oefening met meer gevoelige punten, zoals woede, angst of schuldgevoel. Wanneer je deze bekwaamheid wilt verfijnen, is oefening met een vriend(in) heel efficiënt. NB. Het doel is natuurlijk dat je zelf groeit en niet op een slinkse manier de ander bijstuurt! 3
Ingesleten beelden, zoals: “Mij lukt nooit iets. Iedereen heeft een hekel aan me. Dat soort mensen is niet te vertrouwen. Die collega maakt altijd fouten. Ik zal het wel weer opknappen.” enzovoort, gaan zichzelf versterken door selectief te kijken naar gebeurtenissen. Zie je wel, ik heb gelijk; het idee wordt als het ware daarmee vastgespijkerd. Let echter eens op tegengestelde signalen die het tegendeel van de eigen visie aantonen. Zo kan dan stapsgewijs het gebruikelijke patroon mogelijk veranderd worden. Dit vraagt wel doorzettingsvermogen. 4 Een andere wending aan je gedachten geven door afleiding kan ook een probaat alternatief zijn. 5 Strijden tegen negatieve emoties betekent energie erin steken; dat maakt “er los van komen” nog moeilijker. Een “fout” een keertje toestaan, hélpt je zelfs je probleem aan te pakken. Een enkele keer tegen jezelf (of zelfs tegen een ander) zeggen: Zal ik eens tonen dat ik flink kan blozen, kan somberen, kan “blunderen” bij seks (impotentie/frigiditeit). Dat werkt meestal afdoende. “Angst is de moeder van negatieve emoties.” (Paradoxale intentie – logotherapie Viktor E. Frankl.) 6 Eventuele schade bij derden is te herstellen door zelf de verantwoordelijkheid te nemen, het weer goed te maken, of door vergeving te vragen. (In verdediging gaan is bijna altijd contraproductief.) En ten slotte, ga alles nog eens toetsen en afstemmen met die ander. Probeer aan te voelen waar hij/zij nu staat; ga daar respectvol mee om.
120 7 Daarop volgend komt het ontwikkelen van empathie (het zich kunnen verplaatsen in de gevoelens of de gedachtegang van een ander). Gevoelens van anderen leren herkennen. Ga altijd na of jouw inschatting wel juist is; de eerder genoemde valkuil kan je parten spelen: Ik denk dat jij denkt dat ....... etc. Eenvoudige navraag op een geschikt moment leert signalen (non verbaal of met woorden) van anderen herkennen. Empathie bevordert vriendschap doordat men er een teken van verbondenheid in ervaart. Men ontwikkelt hiermede een bekwaamheid voor samenwerking, waarbij het beste uit de mens naar voren wordt gehaald. Dat geeft trouwens ook macht. (Bij een psychopaat is er sprake van totale afwezigheid van empathie, hij kan liegen, stelen of afpersen zonder schuldgevoel.) Dikwijls heeft men bij ongewilde gevoelens al baat bij toepassing van: Een heftige emotie bij jezelf herkennen, Het onbehaaglijke ervan erkennen, Een stapje opzij doen om ernaar te kijken, Het bespreken van de problematiek, De opwelling aanvaarden, Maar wel overgaan tot de orde van de dag. Ten slotte kan onder begeleiding van een ervaren coach of therapeut gebruik gemaakt worden van de methode “Rogers” (Carl Rogers, 1902-1987 Amerikaans psycholoog). De deskundige accepteert je zoals je bent, observeert en verduidelijkt, maar interpreteert en adviseert niet. Je moet zelf je problemen ontdekken en oplossen. De coach is daarbij tot steun, maar zelf ben je het middelpunt. Je leert hierdoor meer op eigen benen te staan. In het voorgaande is slechts summier het leerproces weergegeven om emotionele vaardigheid te vergroten. Dat meer bewust leren, door te letten op eigen ervaringen van emoties is nog altijd een heel goede training. Praktische suggesties zijn: Vriendschappelijke contacten en relaties gaan opbloeien, wanneer je er emotioneel steeds opnieuw in investeert. Het uiten van (positieve) gevoelens staat voorop, evenals het aan de ander de kans geven dit voorbeeld op een bij hem/haar passende manier te volgen. Signalen van vriendschap zijn bijvoorbeeld: het tonen van respect, waardering, dankbaarheid, opgewektheid, liefde, tolerantie, acceptatie en begrip. Laten weten dat men beantwoording met een gebaar op prijs stelt, is effectiever dan als een waakhond op “passende” reacties te wachten. (Zie: “Liefde – Vriendschap”.) Bij belediging, frustratie of bedreiging, is boosheid of irritatie een normale reactie; maar pas op voor overdreven of hevige woede, het brengt veelal meer ellende dan de aanleiding waard is. Zie hierboven: “Dikwijls heeft men …..”. Opzet of slechte bedoelingen van de ander behoren niet je eerste gedachte te zijn. Laat wel/liever blijken dat je de daad van de ander niet kan waarderen en vraag (i.p.v. te eisen) het in het vervolg anders te doen. Zet zelf de eerste stap naar samenwerking, dat voelt voor beide partijen beter dan wraak! Demonstratie van de gedachte dat je vriendschap (kameraadschap, liefde) waard bent, roept bij de ander vaak navolging op, Deze wetmatigheid (inductie) geldt trouwens ook voor negatieve gevoelens.
121 Elke dag gewenste stemmingen aanmoedigen, benoemen of opschrijven, doet ze op natuurlijke wijze groeien en bloeien. Wijze woorden: Niets is onverstandiger dan een leven van enkel verstand. (Jacob Israël de Haan) Zoals de schaduw het lichaam volgt, zo worden we wat we denken. (Boeddha) Gevoelens laten zich wekken door gedachten en vervagen door afleiding. (Plume)
Beren op je weg ? Literatuur: SISO-nummer 415.3 (Bibliotheek rubricering) * Emotioneel in balans – Fred Sterk & Sjoerd Swaen – ISBN 90 215 3316 2 * Emotioneel vaardig worden – Claude Stein & Paul Perry – ISBN 90 295 3730 2 Jongste revisiedatum 3-6-2014
122 Angst Spontaan optredende lichamelijke reacties hierbij zijn duidelijk herkenbaar. Een bonzend hart, klamme handen, beven, transpireren, een wee gevoel in de maagstreek en kippenvel zijn er voorbeelden van. Voor een examen, een noodzakelijk bezoek aan de tandarts of misschien bij een levensbedreigende situatie, heeft iedereen dat wel eens ervaren. Van de vier primaire gevoelens: geluk, verdriet, woede en angst, kent vooral het laatste veel lichamelijke reacties. Bij een reëel gevaar kan angst je overvallen. Het lichaam wordt dan als het ware in een alarmtoestand gebracht. Er worden op zo'n moment onmiddellijk stoffen door het hormoonstelsel aangemaakt, die een buitengewoon grote activiteit mogelijk maken. Er kan ineens veel meer en sneller gepresteerd worden. Dat is heel effectief, onder andere bij naderend gevaar, waarbij het verstandig is te vluchten (voor de vijand of een loslopende beer). In dit soort situaties is het dan ook een uitermate nuttige emotie. Behalve bij bovenstaande praktische situaties kan dit gevoel behoorlijk hinderlijk zijn. Meer dan één miljoen mensen in ons land lijdt aan een of andere angststoornis. De gevolgen ervan: rusteloosheid, snel vermoeid zijn, concentratie− of geheugenproblemen, prikkelbaarheid, verhoogde spierspanning en/of slaapmoeilijkheden zijn verschijnselen, die soms langdurig optreden. Van een stoornis wordt gesproken wanneer in combinatie met hevige angst meer dan drie van deze fenomenen gedurende langere tijd (> ½ jaar) optreden. Er is dan passende actie of wellicht medische hulp geboden; temeer omdat het kan ontaarden in allesoverheersende paniek en gepaard kán gaan met hyperventilatie. Depressiviteit op den duur is eveneens niet uit te sluiten. Hoogtevrees, angst voor spinnen, straatvrees, bang zijn voor ziekte, faalangst, smetvrees, benauwdheid door dwanggedachten of −handelingen, groepsangst (sociale angst) zijn gevoelens, waarbij aanwijsbare zaken een rol spelen. Doorgaans is dat ook het geval bij paniek. (Zie ook Emoties.) Lichamelijke verschijnselen kunnen trouwens ook optreden zonder dat men zich bewust is van de eigenlijke aanleiding. Is neurose (tussen de oren zittend) de oorzaak, dan begrijpt de betrokkene vaak volstrekt niet waarom hij zo angstig is. Ook een fobie is neurotisch en wordt door de betrokkene niet begrepen. Stressstoornis is de medische naam van verwante gevoelens, die ontstaan nadat men in aanraking is gekomen met een zeer schokkende gebeurtenis. Voorbeelden zijn: oorlog, natuurramp, levensbedreigend voorval, ernstig geweld, verkrachting, verkeersongeluk, e.d. Een voorspelbaar rustig leven verandert dan ineens in een situatie, gekenmerkt door machteloosheid, nachtmerries en ontwrichting van het levensritme. Een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) kan er een voortvloeisel van zijn. Enkele (deels gelijktijdig optredende) effecten zijn: schrik, angst, slaap− en concentratieproblemen, wantrouwen, woede, hoofdpijn, vermijdingsgedrag, lusteloosheid, eenzaamheid, gevoel van onveiligheid, vermoeidheid of veelvuldige huilbuien. Door een deskundige kan worden vastgesteld of men een PTSS heeft opgelopen; of een acute vorm ervan, ASS (Acute Stress Stoornis) genoemd. Genoemde verschijnselen komen namelijk ook wel voor onder andere omstandigheden. Via de huisarts is in dat geval doorverwijzing naar een psycholoog noodzakelijk.
123
Bij een psychose (geestesziekte) is er eveneens sprake van angst; de inhoud van wanen en hallucinaties kan zeer beangstigend zijn. De behandeling ervan is in de eerste plaats gericht op de erachter liggende problematiek. Hiervoor is psychotherapie bijna altijd onvermijdelijk. Met hulp van een gekwalificeerde EMDR therapeut is het onder condities mogelijk heftige angstklachten gebaseerd op schokkende ervaringen die steeds een heftige paniekreactie oproepen in een paar sessies afdoende te behandelen. Als het ware wordt de traumatische gebeurtenis dan overschreven, zoals in een computertekst. De vier belangrijkste theorieën over de oorzaken van angst stellen dat het een gevolg is van: Ervaringen uit de eerste levensjaren; Een “ongelukkige” samenloop van omstandigheden; Een verkeerde manier van denken; Indirect door hyperventilatie (verkeerd ademhalen) bij paniek en ruimtevrees. Erkennen dat je buitengewoon angstig bent, betekent dat gezocht kan worden naar een van de vier mogelijke oorzaken. Herkenning kan de weg vrijmaken voor genezing. Angst overwinnen is helaas altijd een lange en moeizame weg. Het verlichten van de verlammende last daarvan is gelukkig in belangrijke mate mogelijk door zelfwerkzaamheid. Goedbedoelde opmerkingen dat je niet bang behoeft te zijn, werken echter meestal averechts. Bij levensbedreigende problemen is natuurlijk wel doorverwijzing (via de huisarts) naar een op dit terrein deskundige psycholoog aan te bevelen. De mening dat er geen oplossing voor je angstprobleem zou zijn lijkt op de blinde vlek van vliegen wanneer ze in een vliegenvanger zitten. (Een vliegenvanger bestaat uit een glazen bol met onderin een opening en er binnen zoetigheid.) De gevangen insecten vliegen na verzadiging alsmaar naar de bovenkant van de glazen bol; ze “weten” de toegangsopening onderin niet meer. De weg naar bevrijding ligt open via een voor hen niet voor de hand liggende manier. Proberen niet angstig te zijn is bepaald niet de oplossing. Alle energie steken in het zwemmen tegen de stroom in is onverstandig; liever met de stroom meegaan en je krachten gebruiken voor een aanvaardbaar doel. Schud de nare gevoelens van je af, zoals een eend zijn veren droog maakt. Een angstervaring verwerk je door: Wel doen: Erover te praten met iemand die wíl en kán luisteren, amper raad geven. De tijd nemen, overdenken wat je het meest raakte. Uitdrukking geven aan het gebeurde, dat beschrijven, tekenen, erover musiceren. Zo veel mogelijk het normale leven hervatten, zoals eten, werken, bewegen, slapen. Niet doen: proberen te vergeten, je afsluiten voor de buitenwereld, gebruik van alcohol of drugs, als ondeskundige zelf medicijngebruik bepalen. Men kan de nare gevoelens ook reduceren of geheel bedwingen via: Gedragstherapie
124 Dit leerproces vraagt veel tijd en geduld. Ondersteuning van een huisgenoot daarbij werkt meestal bevorderend. Omstandigheden van belang tijdens die training zijn: Een ontspannen, gemoedelijke sfeer. Vermoeidheid, zorg en overbelasting werken ongunstig; ze bewerkstelligen afvalstoffen in het bloed. Opruiming daarvan wordt bevorderd door een (geleidelijk opgebouwd) dagelijks programma van veel bewegen en nadien ontspannen. Aanbevelingen ter beperking van overbelasting zijn beschreven in “Beheersing werkdruk” van het hoofdstuk “stress”. Ook gevoelens van (eigenlijk) moeten, dwang (van anderen) en noodzaak (door omstandigheden) moeten vermeden worden. (Behalve bij bestrijding van dwangneurose.) Tijdens het leerprogramma wordt het pijnpunt als het ware geleidelijk opgezocht. Angst in verband met aanwijsbare zaken is aangeleerd, en kan daarom ook afgeleerd worden. Voor de training moet een lijst opgemaakt worden van een tiental situaties (minstens meerdere) met opklimmend angstgevoel. Als voorbeeld kan men bij hoogtevrees beginnen met een foto (van een opstapje of trapje); een volgende situatie is angstwekkender. Het is praktisch die lijst te maken met de eerder genoemde vertrouweling, en er vooral veel tijd aan te besteden. (Dat heeft een gunstig effect op het resultaat; het is tevens een mentale voorbereiding.) Per dag beoefent men nu een situatie in een comfortabele omgeving en prettige sfeer. Na afloop worden gevoelens en resultaat besproken. De vriend(in) luistert en geeft (waar enigszins mogelijk positieve) reacties. Is bovenstaande naar wens verlopen dan wordt de volgende keer een moeilijker opdracht beoefend. Wanneer die te moeilijk blijkt, is een tussenstap wenselijk. Deze methode is bij de twee eerstgenoemde oorzaken van angst meestal succesvol. Anders denken “Verkeerd denken” (als gevolg van: angst voor angst, schuld, schaamte, woede, irritatie of jaloezie) is helaas een niet zelden voorkomend verschijnsel. Hierin verandering aanbrengen is niet eenvoudig. Op commando lukt dat misschien met toverkunst. Onder geschikte omstandigheden, zoals bij de vorige methode, kan dit fenomeen doorgaans toch overwonnen worden. Bij het veranderen van ongewenste gevoelens is er een treffende overeenkomst met de manier waarop een muur verrijst, namelijk door stapsgewijs de ene steen op de andere te stapelen. Aan veel mensen geeft spierarbeid juist nieuwe energie. Wandelen, zwemmen, fietsen, hardlopen of tuinwerk, doen een beroep op je lichamelijke kracht; je geestelijke moeheid wordt hierdoor als het ware overtroefd. Omdat denken het gevoel beïnvloedt, is het verstandig jezelf eens op allerlei zaken te ondervragen. Een treffende vraag voldoende laten bezinken en de suggestie niet direct verwerpen, is dikwijls bijzonder nuttig. Misschien is je mening toch wel te herzien. Het volgende valt te overwegen: Is de gedachte die je bang maakt wel realistisch? Kun je het van een andere kant bekijken? Kun je het probleem analyseren en een systematische aanpak bedenken, eventueel met hulp? Is het conflict hanteerbaar te maken? (Zie: “Conflicten”.) Wíl je beslist op tegenspoed rekenen? Wanneer gebeurde er achteraf gelukkig niets vervelends? Waarom zou het noodlot jóu nu treffen? Is je minderwaardigheidsgevoel wel reëel? Hinder of benadeel je anderen? Angst dat iets je zal overkomen blijkt vaak ongegrond. (– Ik hoor dat er een inbreker is. – Zij zullen me ongetwijfeld uitlachen. – Die lui zijn vast onaardig tegen me.) Test de
125 bruikbaarheid maar eens. Achteraf valt het vaak reuze mee, zeker wanneer werkelijk levensgevaar wordt betrokken in het gevoel. Een probleem kan men ook (leren) zien als een hanteerbaar te maken uitdaging. In plaats van ontlopen, kan men het meester worden. Het beïnvloeden van het denken is wel degelijk mogelijk, al vraagt het wilskracht en geduld. Door oefening worden weerbaarheid en zelfvertrouwen vergroot. De werkwijze verloopt volgens het denkproces: analyse (wat, waarom, wanneer), het zoeken naar mogelijke oplossingen, keuze daaruit, uitvoering (starten met oefenen?) en na een periode (een maand bijv.) beoordeling van het effect. Een andere denkwijze teweegbrengen volgens de RET-methode is beschreven in het hoofdstuk “stress” onder “Mentale weerbaarheid versterken”. Een nieuwe zienswijze helpt nare en ongewenste gevoelens weg te werken. Een fatalistische stemming is aangrijpend verwoord op een oude verrotte plank voor een café in Guillestre (F):
“Het verleden heeft me teleurgesteld, het heden kwelt me en de toekomst beangstigt me.” Voorwaar een jammerlijke stemming! Volgens Epictetus (stoïsch filosoof ± 50-130 n.Chr) hebben we zonder meer in onze macht: Onze meningen, ons streven, onze begeerte en afkeur. En wat we niet in onze macht hebben is: Ons bezit, aanzien, lichaam en onze macht. Afgaand op zijn wijsheid kunnen we onze mening over verleden, heden en toekomst veranderen. We kunnen ons eindoordeel zélf wijzigen. Teleurstelling, kwelling en angst zijn er; maar vast zijn er ook plezierige, wenselijke gedachten. Als die door omstandigheden wat op de achtergrond zijn geraakt kun je die eens naar voren halen. En dan ziet het er al wat beter uit. Wellicht is het niet zo gek je daar op te richten en daar een gewoonte van trachten te maken. Probeer het maar eens! Bewust ademen Hyperventilatie is te snel en/of te diep ademen, zonder noodzaak daartoe. Er ontstaat een tekort aan koolzuur, waardoor allerlei “vreemde” klachten optreden. Bijvoorbeeld: ademnood, een bonzend hart, duizeligheid, beven, transpireren of een doof gevoel. Een drietal keer uit− en inademen in een plastic zak is een bekend middel om de koolzuurspanning te verhogen. Nervositeit of angst verdwijnt dan zienderogen. Geneesmiddelen Niet voor elke benauwdheid wordt een medicijn gegeven. Alleen wanneer er sprake is van een regelmatige angst, een onbekende oorzaak of buitenproportionele angst wordt een kalmerend middel voorgeschreven. Trouwens, in sporadische gevallen van podiumangst of examenvrees wordt mogelijkerwijs een bètablokker gegeven. Zonder psychologische begeleiding is regelmatig gebruik absoluut niet zinvol. In plaats daarvan is vertrouwen op jezelf, en je een misser toestaan, gezonder. Medicijnen zijn vaker oorzaak van weer een nieuw probleem dan een afdoend hulpmiddel. Besluit
126 Een passende actie om de angststoornis terug te dringen voorkomt dat men vervalt in een nutteloze wanhoopsdaad. Is het niet een betere optie werkelijk te berusten in het onvermijdelijke? Wat onafwendbaar is gebeurt immers toch; daar is geen ontvluchten aan. Naar het treffende oosterse verhaal daarover maakte P.N. van Eyck (1887-1954) het beroemde gedicht: “De tuinman en de dood”. Een Perzisch edelman: Vanmorgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik, mijn woning in: “Heer, Heer, één ogenblik! Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot, toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood. Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant, maar zag nog juist de dreiging van zijn hand. Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan, voor de avond nog bereik ik Ispahaan!” Vanmiddag (lang reeds was hij heengespoed) heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet. “Waarom,” zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt, “hebt gij vanmorgen vroeg mijn knecht gedreigd?” Glimlachend antwoordt hij: “Geen dreiging was 't, waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast, Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan, die ik 's avonds halen moest in Ispahaan.” Rake spreuken: Wie gebeten is door een slang, wordt angstig voor een stuk touw. (Joods Spreekwoord) Strijd tegen angst is niet alleen afmattend, het spijkert het probleem zelfs vast. (Plume) Wie nergens bang voor is, wordt door het gevaar verrast. (NN)
Literatuur: SISO-nummer 415.3 (Bibliotheek rubricering) * De angst de baas – dr. Frits Winter – ISBN 90 5513 223 3 * Angsten en fobieën – dr. J.P.C.M. Hoevenaars – ISBN 90 6611 095 Jongste revisiedatum 2-6-2014
127 Verdriet
(“Na een schokkend voorval”)
Leed en verdriet zijn begrippen die een intense emotie omschrijven. Dat gevoel treedt op na een droevige, schokkende, of ernstige gebeurtenis. Hoe je dat ervaart en of je er over kunt praten is heel persoonlijk. Een onverwachte nare gebeurtenis roept altijd gevoelens van onmacht en onzekerheid op. Er over lezen neemt het verdriet natuurlijk niet weg, maar bevordert wel de verwerking ervan. Dat laatste is net zo nodig als het verzorgen van een wond; verdriet is te beschouwen als een psychische wond. Verdriet overkomt je. Je zou wensen altijd blij en gelukkig te kunnen zijn; je altijd te voelen als een sporter na behaald succes, of als een trotse moeder met háár baby. Maar helaas, op ieders weg kan zich plotseling een rampzalig gebeuren voordoen. Ernstig verdriet als gevolg van een schokkend feit overkomt jammer genoeg bijna iedereen in het leven. Het kan gaan om het betreurenswaardige verlies van bezit, het nog maar net ontsnappen aan de dood, het overlijden van je kind of levenskameraad (je bent daardoor gewond geraakt) of om andere aangelegenheden, zoals het uitraken van een relatie, het verlies van je baan (je bent daardoor verwond). Na zo'n voorval volgt een heftige emotie. Het verdriet, zoals dat jou zelf treft, is voor anderen nauwelijks aan te voelen. Jouw hele wezen wordt pijnlijk getroffen. De eerste uren/dagen leef je in een soort droomtoestand, je vraagt je af of het wel écht gebeurd is, je bent verdoofd. Je leeft de eerste ogenblikken als het ware op de automatische piloot, je beseft het nauwelijks. Maar in stille ogenblikken dringt de harde werkelijkheid pas echt tot je door. Hoe erg het je aangrijpt is voor iedereen verschillend. Het komt des te harder aan als je kort geleden ook al met een treurig feit geconfronteerd werd. Nieuw zeer roept altijd ook oud zeer weer op. Echter, de op een dergelijke emotie volgende verwerking komt voor ieder min of meer overeen. Het is daarom goed kennis te nemen van veel voorkomende gevoelens. Het verlies geeft veel pijn, verwarring en angst. Je voelt je kwetsbaar en je toekomst is ineens onvoorspelbaar; je voelt je machteloos. Woorden van werkelijke troost zijn er niet; sympathie en blijken van medeleven is het enige wat je van anderen mag verwachten. Die ander hoeft er alleen maar te zijn om je hand vast te houden (letterlijk of figuurlijk). Je hebt nu geen behoefte aan oordeel, hulp of advies. Voor jou is het belangrijkste: een luisterend oor. Misschien kun je zeggen: “Ik wil graag mijn gevoelens eens onder woorden brengen.” Wordt er niet gezegd: “Samen verdriet delen doet het leed helen”? Trouwens groepsgesprekken met lotgenoten werken vaak ook zeer heilzaam. De afweer− en verwerkingsmechanismen, die er zijn om denken en voelen na een extra moeilijke situatie weer in een stabiele toestand terug te brengen, werken pas op langere termijn (maanden/jaren). Net als het genezen van een wond is de duur van herstel bij ieder mens verschillend. Men ervaart verschillende gevoelens, waarvan de volgorde en ook de sterkte wisselen. Beseffen dat het bij jou hoort is de eerste stap op een heel lange weg. Pas daarna kan er genezing plaatsvinden. De vijf gevoelens zijn:
128 Ontkenning, woede, onderhandelen, crisis en
aanvaarding.
Daarnaast is er ook, weliswaar van andere aard, hoop. De hoop dat er toch nog iets onvoorziens zal plaatsvinden; dat alles ten goede zal keren. Daarmee wordt misschien het voorval ontkend. En dat schokkende feit heeft helaas wél plaatsgevonden, zoals je op andere momenten zelf kunt vaststellen. Richten we ons op het aanvaarden, dan werkt het – zoals ervaring leert – het best als je jezelf daarin herkent. Met andere woorden: dat het gebeurde van jezelf wordt, dat je het een plek geeft; anders gezegd: dat de gebeurtenis bij jóú hoort. Hoe bereik je dat en waarom zou dat moeten? Niet de moeilijkste van deze dubbele vraag is het waarom. In de praktijk blijkt dat, als je het ondervonden leed een plaats in je denken en voelen, in jouw zelfbeeld gegeven hebt, het omgaan ermee duidelijk beter verloopt. Begrijp goed dat vergeten, er overheen zijn, helemaal niet aan de orde is; het gebeurde is een levenservaring van jóú. Het is te vergelijken met een last; en deze moet in evenwicht gebracht worden met jouw draagkracht. Dat is het doel van het verwerken en daarmee bereik je, dat het feit een plaats in jouw levensverhaal krijgt. De tweede vraag is de kernvraag: Hoe bereik je het aanvaarden van wat je overkomen is? Verwerking van een schokkend gebeuren wordt in hoge mate mede bepaald door je eigen aard. Iedereen verwerkt dat verschillend. Het op een of andere manier uiten van gevoelens van verdriet is trouwens heel belangrijk. Als verwerking ervan stagneert, kan dat later oorzaak zijn van allerlei lichamelijke en psychische stoornissen, zo blijkt uit onderzoek. Ervoor zorgen dat het verdrietige voorval bij jou hoort, wordt bevorderd door het schrijven, en meerdere keren herschrijven van een (nooit geposte) brief. Verwerking van een ernstig verlies, een hartverscheurend leed, verloopt in stadia. In dit hoofdstuk worden vier fasen benoemd. 1 Diepe smart, een gevoel van verdoving overheerst. 2 Verdriet. 3 Heling, herstel en verdriet wisselen elkaar af. 4 Aanpassing aan de nieuwe situatie. Het is beslist niet vreemd dat het verwerken één of meerdere jaren duurt. In de eerste tijd van diepe smart is het verstandig alle andere zaken op een laag pitje te zetten. Je hoofd staat er niet naar belangrijke beslissingen te nemen; je zou vergissingen kunnen maken. Het enig belangrijke is: bekomen van de schrik en ervoor oppassen niet oververmoeid te raken. Verdriet vreet energie. Uitstel van zaken die kunnen wachten, is het parool. De tweede fase wordt gekenmerkt door het nemen van afscheid van de vroegere vertrouwde situatie. Anderen beseffen vaak niet dat dit langere tijd kan duren. Het verlies, de ervaring inpassen in je leven, vraagt gewenning en duurt langer dan de eerste fase. Toekomstgericht zaken op een rij zetten is een gedachte die je nog niet ten volle overziet. Je weet dat die zaken op je afkomen, maar je bent er nog niet helemaal aan toe. Je wordt voortdurend teruggeworpen op het leed, het verlies, het gebeurde.
129
Beleef die twee werelden, het dagelijkse en toekomstgerichte, en het verdriet apart. Dit laatste moet je veelal in je eentje ervaren, terwijl de dagelijkse zaken en de toekomst mogelijk met anderen besproken kunnen worden. (Beleving en de verwerking ervan is heel verschillend. Voor jouw tempo is mededogen van de omgeving gewenst; mogelijk is dat bespreekbaar te maken. Het verwerken is eigenlijk het gebeurde verder van je af zetten, terwijl je er toch toegang toe blijft houden.) Nachtrust en voedingspatroon moeten weer in een normaal ritme komen. Het is goed nu jezelf af en toe een spiegel voor te houden en je af te vragen: Is dát wat ik nu doe, ook datgene wat ik wens? De stadia van ontkenning, woede, onderhandelen, crisis en soms aanvaarding beleef je in deze periode van tijd tot tijd. De ene keer is het de woede die de boventoon voert, dan weer de crisis of een ander stadium. Het is goed dat ook te uiten tegenover een vertrouweling. Meld hem of haar dat je over je verdriet wilt praten en niet zozeer om raad vraagt. Een luisterend oor is het enige wat je nodig hebt in deze situatie. Een waarschuwing voor allerlei verslavingen is juist hier op zijn plaats. Voorbeelden zijn: overdreven veel eten of maaltijden overslaan, misbruik van alcohol, roken, voortdurend gebruik van slaapmiddelen, e.d. In de derde fase, de heling, zijn er perioden van herstel, afgewisseld met het onverwacht weer toeslaan van momenten van ernstig verdriet. Bedenk dat tranen ook een wassende werking hebben. Deze fase vraagt meestal nog meer tijd dan de vorige. Het lichaam herstelt zich van de emotionele pijn en herwint zijn normale activiteit. De natuurlijke hunkering naar voortleven gaat nu weer een rol spelen. Iemand in die situatie vertelde dat zij zich optrok aan de zegswijze: “Tijdens de verbouwing (de verandering) gaat de verkoop (het leven) door.” Bij het verwerken van haar leed probeerde zij zich open te stellen voor wat er nu op haar weg kwam. Een begrijpelijke reactie aanvankelijk is het zich in je schulp terugtrekken. Er is voor iedereen een drempel om het “gewone” leven weer op te pakken. Bedenk dat die drempel op den duur een berg wordt. Op sommige momenten zie je zelfs de opgetreden crisis als een kans iets nieuws te beginnen. Ook kunnen schuldgevoelens de kop opsteken over het feit dat het verlies je (nu) niet raakt, of dat je momenten van geluk kunt beleven. Zijn die negatieve gevoelens wel reëel? Het verleden ís niet het heden. Ontspanning werkt helend voor je verdriet en versterkt je draagkracht en uithoudingsvermogen. De laatste fase is de periode van aanpassing; je denken en voelen komen in rustiger vaarwater. Je richt je weer meer op anderen. De gebeurtenis vergeten zal nooit, nee nooit plaatsvinden; het heeft te diepe sporen nagelaten. De kruistocht van verwerken is eenzaam en niet gemakkelijk. Het verlies zal voorgoed diep in je hart bewaard blijven, in je eigen schatkamer. Met de opgedane levenservaring kun je een rijker mens geworden zijn en anderen, die iets dergelijks in hun leven meemaken, van dienst zijn. Het oude vertrouwde maakt plaats voor het nieuwe. Een crisis is óók een keerpunt. Dit zijn gedachten die zo langzamerhand in je opkomen en je nieuwe kracht geven.
130
Opgemerkt moet worden dat de beschreven stadia niet altijd even duidelijk te onderscheiden zijn. Ze treden soms gelijktijdig op, men valt terug in een eerdere fase. Het doel van het benoemen ervan dient hoofdzakelijk ter herkenning van eigen gevoelens en verleent daaraan zijn functie. Een vergelijking met een verlies dat nog verdrietiger zou zijn, is absurd; het gaat er immers om hoe jij dit zelf beleeft. Inzicht in eigen gedrag en eigen gevoel hierover, kan groei in levenservaring betekenen. In veel landen zegt men in eigen landstaal: Verdriet houdt je levend door de herinnering te blijven koesteren; als verdriet slijt, slijt ook de herinnering. Bede 20: Geef ons de Rust om te aanvaarden wat niet te veranderen is; De Moed om te veranderen wat veranderd moet worden; En de Wijsheid het ene van het andere te onderscheiden.
Een gedicht: Ik heb mijn moeder niet verloren, daarvoor gaf ze mij teveel. Wat zij me zei, dat blijf ik horen, van wat ik ben is zij een deel. Ik kom haar overal nog tegen, in wat ik doe en wat ik laat. Zij was en blijft voor mij een zegen, waarvan het spoor nog steeds door gaat. (N.N.) Volkswijsheid: Als men jong is heeft men tranen zonder verdriet, als men oud is heeft men verdriet zonder tranen. (Joseph Roux) Blijvend treuren baat de dode niet, het voedt van de levende het verdriet. (naar Joost van den Vondel) Als je verloren hebt waar je van hield, houd dan van wat je nog wél hebt. (naar Marcus Aurelius) Literatuur: SISO-nummer 418.7 (Bibliotheek rubricering) * Lessen voor levenden / Gesprekken met stervenden – Elisabeth Kübler-Ross – ISBN 90 263 0103 0 * Loslaten met liefde – Nancy O'Connor – ISBN 90 6325 247 1 * Crisis als kans – Verena Kast – ISBN 90 6069 678 6 Jongste revisiedatum 5-6-2014
De Engelse tekst luidt: Grant me the courage to change the things I can, serenity to accept the things I cannot change, and wisdom to know the difference.
20
131 Sollicitatie Een (betere) baan zoeken is een hele klus. Op zichzelf ís dat eigenlijk al een baan; zeker als je dat voor het eerst doet. Na afronding van de studie of bij werkeloosheid kom je voor zo'n situatie te staan. Solliciteren is een karwei waarbij je “eigen baas” bent. Dat geeft vrijheid, maar pas op, je moet jezelf wel aan het werk zetten. Het is een dringende noodzaak een afspraak met jezelf te maken voor een doortimmerd plan. Hoeveel werktijd wil je aan het solliciteren besteden; hoe wil je het aanpakken; welke functie ambieer je; wáár in het land; bij een groot of klein bedrijf. Zonder uitzondering alle zaken die om een systematische aanpak vragen. Het zijn geen vragen waarop je direct een antwoord hebt. Daarom zal hierna stapsgewijs beschreven worden, hoe je de weg naar de meest geschikte baan succesvol kunt bewandelen. 1 Omdat je nu eigen baas bent is het verstandig met jezelf af te spreken: ik werk er elke week een x-aantal uren aan; bijvoorbeeld 20 uur; – iedere “werkdag” 's morgens en 's middags elk 2 uur –. Het is echt nodig jezelf een stuk discipline op te leggen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat je moet léren je tijd volgens een vast ritme te besteden, vooral als je een langere periode werkeloos bent geweest. In die situatie lijkt het, alsof je geen gelegenheid meer hebt voor de veel tijd vragende zoekactie die solliciteren is. De lat te hoog leggen wat betreft de tijdsbesteding aan sollicitatie, is een valkuil. Je afspraak moet je ook kunnen nakomen! Training van een vast arbeidsritme is een goede zaak, want dat ritme staat je ook te wachten wanneer je een baan hébt. 2 Als je je ervoor wilt inzetten de meest ideale baan te vinden, zal dit karwei uitgevoerd dienen te worden met uiterst hoge eisen voor kwaliteit. Half goed is in dit werk eerder helemaal fout dan bijna goed. De baan is voor meerdere jaren bedoeld en daarmee is het belang duidelijk. Alle onderdelen van de sollicitatie moeten aan deze standaard voor kwaliteit voldoen. (Zie de volkswijsheid aan het einde van dit hoofdstuk.) 3 In het vroegste stadium is het goed eens te gaan rondkijken welke mogelijkheden er voor jou zijn. Soms kun je als vakantiewerker of volontair al enige ervaring opdoen in een bedrijf of instituut. Wellicht heb je dat zelfs al vóór of tijdens je opleiding gedaan. Het snuffelen aan het werk dat je straks elke dag gaat doen, is in elk geval heel praktisch. In personeelsadvertenties: in de krant, bij het arbeidsbureau, bij uitzendbureaus of op internet is te zien wat er in jouw branche aan personeel gevraagd wordt. In eigen kennissenkring zijn er misschien werknemers die het soort werk doen waar jij voor voelt; steek daar je licht eens op. Deze periode van oriëntatie gaat in feite vooraf aan het aantal geplande uren per week dat je aan de sollicitatie besteedt; maar als je er voordien nog geen aandacht voor had, is dat natuurlijk alsnog in te halen. 4 Tijdens een sollicitatie probeert de werkgever erachter te komen welke capaciteiten een sollicitant in huis heeft. Wie zou dat beter weten dan jijzelf. Het is handig zelf jouw
132 bekwaamheden eens op een rij te zetten. Maak daartoe – in eerste instantie voor eigen gebruik – een overzicht van o.a. de volgende punten: Opleiding: school, vakkenpakket, scriptie, cursus, seminar, specialisatie, enz. Noteer ook het jaartal van diploma's en getuigschriften. Leeftijd: geboortedatum en andere persoonlijke gegevens. Godsdienst en politieke gezindheid behoef je niet bekend te maken bij sollicitatie. Talenkennis: Nederlands, uitdrukkingsvaardigheid, bekwaamheid in stijl en spelling, vreemde talen in woord en/of geschrift of alleen leesvaardigheid. Ervaring: opgedaan in een werksituatie of in vrije tijd. Vaardigheden: zaken waarin je handig/bekwaam bent. Informatica: kennis van informatietechnologie, o.a. tekstverwerken, “database”, “spreadsheet”, of netwerken. En verder ..........? maak een analyse van enkele opvallende eigen kenmerken, bijvoorbeeld: ambitieus, analyserend, behulpzaam, besluitvaardig, collegiaal, creatief, daadkrachtig, “doenerig”, efficiënt, enthousiast, inspirerend, impulsief, invoelend, kritisch, open, probleemoplossend, realistisch, rechtvaardig, resoluut, spontaan, standvastig, stressbestendig, tolerant, uitdrukkingsvaardig, verantwoordelijk, ijverig, zelfstandig. (Meer kenmerken vind je in hoofdstuk Opvoeden.) Licht die kenmerken toe met een voorbeeld; is het een sterke kant of een beperking? Specifieke zaken: welke prestatie(s) leverde je? (Steeds toelichten, voorbeelden.) welk(e) succes(sen) boekte je? waarop ben je trots? waarvan heb je spijt? wat vond je een belangrijke ervaring? Vervoer: welke wensen, mogelijkheden en beperkingen zijn er voor jou. Heb je een rijbewijs, een auto? Verhuizen: bereidheid? Salaris: zoek vergelijkingsmateriaal; er zijn in bijna alle sectoren salarisschalen. Men is vaak bereid je niet op het laagste niveau in te passen. Arbeidsbureaus en uitzendorganisaties kunnen je goed op weg helpen je positie te bepalen; verder kunnen ook (toekomstige) collega's mogelijk informatie geven. 5 Na de zelfanalyse van punt 4 is het tijd je wensen te verwoorden. Gelet op jouw kennen en kunnen is de vraag nu: In welke richting zoek je, met welke inhoud, waar, bij welk soort bedrijf, e.d. Naarmate je meer wensen hebt, is het vinden van een baan natuurlijk moeilijker. Om de keuze te vergemakkelijken, volgt een opsomming van mogelijkheden: ontwikkeling, productie, verkoop, administratie, planning, onderhoud, algemene dienst; specialist, generalist, controleur, kwaliteitsbewaker, teamwerker of solist; grote of kleine organisatie; regio, Nederland, buitenland; volledige werktijd of parttime, dagdienst of ploegendienst. 6 Vacatures worden op allerlei manieren bekendgemaakt. Het is mede van de functie afhankelijk waar en hoe de werkgever op zoek gaat naar nieuw personeel.
133 Personeelsadvertenties en internet zijn nog altijd de meest gebruikte bronnen. Verder kan een persoonlijk contact, een open sollicitatie of een bezoek aan een uitzendbureau zinvol zijn voor het verwerven van een baan. Langs welke weg je de markt voor banen benadert is van minder belang. Hoofdzaak is dat het professioneel gebeurt. De eerdergenoemde hoge kwaliteitseisen zijn nodig; de eerste indruk die een werkgever van jou krijgt, blijft heel lang hangen! Het is praktisch een ordner of schrift aan te leggen, waarin je alle mogelijke vacatures verzamelt. Probeer wat meer te weten te komen dan hetgeen in de advertentie vermeld werd. Een telefoontje of internetbezoek kan zinvolle inlichtingen opleveren. Noteer als je belt direct: naam van de persoon, datum en korte inhoud van het gesprek, en ....... bedank áltijd voor de informatie/aandacht. Het arbeidsbureau is een heel goede bron voor allerlei inlichtingen. Deze zijn veelal gratis. Naast vacatures heeft men informatie over beroepen. Tevens wordt vaak de mogelijkheid geboden tot training voor sollicitatie. Hoe beter beslagen je ten ijs komt, hoe meer kans op succes je hebt. 7 De sollicitatiebrief en het CV (“curriculum vitae”: de levensloop) worden in dit hoofdstuk niet behandeld. In schoolboeken, allerlei publicaties, in de bibliotheek, bij het arbeidsbureau en op internet is daar veel belangwekkends over te vinden. Tenzij men uitdrukkelijk vraagt om een handgeschreven sollicitatie en CV, is het aan te bevelen beide uit te (laten) typen; een pseudo-handschriftkundige zou verkeerde conclusies kunnen trekken. 8 Indien je wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek is het zaak dat heel goed voor te bereiden. Ga in verzorgde, nette kleding, zoals dat gebruikelijk is in de betreffende branche. Daarmee geef je aan dat je in die omgeving past. Neem de advertentie, je sollicitatiebrief, CV, pen en papier mee. Maak van tevoren alvast een keer het tochtje naar het bedrijf om ongewenste verrassingen te voorkomen. Zorg in elk geval dat je op tijd bent. Het is beter in de buurt te moeten wachten dan te laat op de afspraak te komen. Kijk bij het handen schudden de gastheer/−vrouw aan, ga rechtop zitten en spreek duidelijk. Een sollicitatie is gedoemd te mislukken als je tijdens het gesprek kritiek uit op dat bedrijf, overdreven zelfverzekerd bent, je huidige baas of collega's afkraakt, of ten slotte je je niet houdt aan de regel: luisteren > denken > praten. Bereid je voor op mogelijke vragen. Ze beginnen vaak met: Waarom ....., hoe precies ....... . Stel zelf enkele steekhoudende, ter zake doende vragen, bijvoorbeeld over promotiemogelijkheden of verdere scholing. Vraag aan het einde van het gesprek zo nodig naar de verdere procedure. 9 Pas aan het einde van de sollicitatie komt meestal het primaire punt “salaris” aan de orde. Onderhandelen over deze belangrijke zaak lijkt onaangenaam, maar het dwingt vaak ook respect af indien dit met tact gebeurt. (zie hiervoor punt 4 “Salaris” en het hoofdstuk “Onderhandelen”.)
134 Behalve basissalaris en toeslagen zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden van belang zoals: auto van de zaak, reiskosten, onkostenvergoeding, bedrijfskleding, inkomen tijdens ziekte of ongeval, studiekostenvergoeding, spaarregelingen, eindejaarsuitkering, pensioen, VUT, etc. Vraag ten slotte naar een berekening van het netto salaris. (Worden premies ingehouden voor pensioen, ziekte, etc.?) 10 Op je vingers kun je natellen dat slechts één van alle sollicitanten de baan krijgt. Toch is het jammer wanneer jij degene bent die afgewezen werd. Het is altijd efficiënter niet bij de pakken te gaan neerzitten, maar te proberen de reden van de afwijzing te achterhalen. Moet je iets aan je presentatie verbeteren, of was de baan achteraf minder passend? Een telefoontje kan soms opbouwende kritiek opleveren, zeker als je de kans krijgt erover door te vragen. Ten slotte, vergeet nooit degenen die je in deze periode op de een of andere manier geholpen hebben, te bedanken. Solliciteer je om van baan te veranderen dan is het raadzaam de oude werkgever pas te informeren als je zekerheid hebt over de nieuwe baan. Chefs interpreteren jouw eventueel vertrek mogelijk ongunstig. Een motief voor de sollicitatie is bijvoorbeeld: een nieuwe uitdaging, een nieuwe functie, een andere omgeving, etc. Houd de verstandhouding met de oude baas goed, dat is ook nuttig voor een goede referentie.
Volkswijsheid: Die eieren vergaren wil, moet zich het kakelen der kippen getroosten. Kwaliteit gaat voor kwantiteit. (Spreekwoorden)
Literatuur: SISO-nummer 499 6 (Bibliotheek rubricering) * Beter naar een nieuwe baan – G. van Beckhoven, e.a. – ISBN 90-313-1374-2
Jongste revisiedatum 4-6-2014
135 Carrière Wanneer je eens uitrekent hoeveel tijd in beslag genomen wordt door werken, dan schrik je. Als je een derde van een etmaal slaapt, dan ben je van het restant ervan aardig meer dan de helft bezig met werk; zeker als je daarbij ook betrekt: reistijd, pauzes en thuiswerk. Het is dan ook van het allergrootste belang dat je tevreden bent over je werksituatie. Weliswaar hoef je je ook weer niet elk moment af te vragen of dit wel de baan is die je wilt. Want natuurlijk is er overal wel eens iets wat je niet zint. De essentiële vraag naar het gevoel over je baan uit de weg gaan, is jezelf bedriegen. Elke dag met frisse tegenzin naar je werk gaan, dat houdt geen mens lang vol. Daarom is het goed op gezette tijden eens te overwegen: Geeft mijn functie mij nog wel voldoening en wil ik dit blijven doen de komende tijd? En, ben ik niet toe aan een verandering? Ik zit al .... jaar op deze post. In de volgende beschrijving wordt ervan uitgegaan dat je een baan hebt met superieuren én ondergeschikten. Wat niet van toepassing is, negeer je maar. Het zware geschut – verandering van baan – moet natuurlijk niet ingezet worden voor kleinere frustraties. Bedenk dat, wanneer je met één vinger naar de ander wijst, er ook drie op jezelf gericht zijn. Een zo objectief mogelijke beoordeling van de feiten en mogelijkheden kan je op het spoor van een meer acceptabele oplossing zetten. Bij voortdurende en ingrijpende ergernissen zou je die situatie graag onmiddellijk willen veranderen. Gebruik van de botte bijl hierbij is echter gevaarlijk. Een soort strategie ontwikkelen om verbeteringen aan te brengen, heeft beslist de voorkeur. De werkwijze van een dergelijk proces is in zes stappen hierna weergegeven. N.B. Het is verstandig deze analyse schriftelijk vast te leggen in een soort rapport, uitsluitend voor privé gebruik. Analyse 1: Jouw situatie. Een praktische manier is zelf – alsof je buitenstaander bent – naar je functioneren te kijken en dat kort te beschrijven. Als er een functiebeschrijving is, staan daarin de hoofdzaken van de taak. Hoe voer je deze uit? Let op een hoeveelheidelement (aantal per dagdeel tellen), op het kwaliteitsaspect (per klus zelf kwaliteit beoordelen), en verder ook op zaken als: samenwerking, communicatie, klantgerichtheid, kostenbewustheid, inzet en eveneens de bereidheid iets meer te doen dan vereist wordt. Welke kennis heb je nog extra verworven? Kijk ook naar punt 4 van het hoofdstuk “Sollicitatie”, waarin een zelfanalyse is beschreven. Heeft de organisatie voldoende profijt van jou als werknemer? Hoe beoordeel je het salaris – een belangrijke reden tot werken voor bijna iedereen – en de extra's in vergelijking met collega's die dezelfde prestaties leveren? Wat zeggen anderen over jou in beoordelingen of functioneringsgesprekken en welke kritiek heeft men op jou? Op welke punten ben je het daarmee eens? Wat doe je of heb je eraan gedaan? Welke vooruitzichten zijn er op korte termijn en welke mogelijkheden zijn er voor jou op de langere duur? Analyse 2: Jouw relatie met superieuren.
136 Goede samenwerking met de leiding is slechts mogelijk indien beide partijen elkaars functioneren bevorderen. Dit betekent dat de onderlinge relatie een tweerichtingsverkeer is! Dat houdt niet in: de chef naar de mond praten, nooit kritiek hebben, maar ook niet alleen maar je eigen gang gaan. Samenwerken in het belang van de onderneming/afdeling, is het doel. Voorwaarde daarbij is dat je het eens bent, of tracht te worden, over wát het belang of doel van de unit precies is. Afspraken niet nakomen of te laat afwijkingen daarvan motiveren, tegenvallers niet melden of deze afschuiven op anderen, en ten slotte het passeren van de chef, zijn zaken die de samenwerking met je superieur gemakkelijk bederven. Veel gehoorde kritiek op bazen is: hij is te bemoeiziek, te belerend, te druk, te formeel, te kritisch, te wantrouwend, of niet openhartig. Als je zoiets constateert zijn er twee voor de hand liggende mogelijkheden: trachten dat gedrag te beïnvloeden of ermee leren omgaan. Voor een goede verhouding met je chef is het nooit doeltreffend te klagen bij collega's, laat staan bij ondergeschikten. Hoogstens streelt dat je eigen gevoel, zeker als anderen het ook zo ervaren. Het lost écht helemaal niets op. Gedrag van een superieur veranderen is niet zo eenvoudig; het vráágt nogal wat! Probeer te analyseren wat jouw echte ergernis [E] is, wat volgens jou de aanleiding [A] is dat de chef zo handelt, en ten slotte: wat het gevolg [G] van een en ander is. Aan een ergernis gaat een aanleiding/stimulans vooraf. (Ezelsbruggetje: EAG > Eerst Analyse van ‘t Gedonder. ) Eerst het voorval, de aanleiding ervan, [A] beïnvloeden is vaak heel praktisch. Wellicht is de aanleiding een actie van jou, of juist het ontbreken ervan. Kun je daar wat aan veranderen? De taak “beter” uitvoeren, de stand van zaken anders melden, reageren op andere wijze; het zijn verstandige pogingen om een wending in het gedrag van je chef te bevorderen. Ter vergelijking: een kat zal telkens weer achter dat weggegooide balletje aanhollen en nooit de oorzaak beïnvloeden. Mensen kunnen wel de oorzaak bedenken en dat doende, mogelijk zelfs beïnvloeden. Daartoe moet je de aanleiding (van jou), de handeling (van degene die de ergernis oproept) en het gevolg analyseren. In de praktijk zul je het “anders doen” daarna moeten uitproberen, meestal is navraag onmogelijk. De proef is beslist noodzakelijk om te controleren of je eigen analyse/conclusie wel volstrekt juist is. (Jouw gedachte over andermans motief kan een doortrapte misleider zijn!) Bijstelling (op basis van nieuwe waarnemingen) is in menig geval noodzakelijk. Met de handelwijze en de ergernis leren omgaan, is een alternatief. Ze spreekt voor zich, maar is wel de moeilijkste. Ergernis inruilen voor verwondering is een optie die in dit geval van nut kan zijn.
137 Analyse 3: Jouw omgang met ondergeschikten. Dit vraagt bijzondere alertheid, omdat ondergeschikten niet gemakkelijk geneigd zijn je direct te laten weten, hoe ze over je denken. Langs indirecte weg moet je erachter zien te komen. Hierbij schuilt altijd een gevaar van gekleurde waarneming, hetzij positief, hetzij negatief. Zelfkennis is hier zeker nodig. Als hulp bij dit onderzoek worden enkele extreme kenmerken benoemd: “ze” geven je steeds gelijk; “ze” bieden nooit tegenstand; “ze” bieden je al of niet hulp bij het leidinggeven; “ze” gaan hun eigen gang; “ze” werken je altijd tegen; “ze” bekritiseren je uitsluitend achter je rug; Het maakt natuurlijk wel uit of het een op zichzelf staand signaal is, of dat het van meerdere kanten, onafhankelijk van elkaar, komt. Door de beperking sinds de jaren negentig van het aantal management lagen wordt tegenwoordig leiding gegeven aan grote groepen medewerkers (30 tot wel 80). De vereiste grote “span of control” als gevolg hiervan vraagt daarbij meer emotionele intelligentie. Sociale vaardigheden zoals functioneringsgesprekken voeren, het leiden van een vergadering en vooral het coachen van medewerkers zijn dan belangrijk. Analyse 4: Kansen en bedreigingen. Na de hiervoor beschreven analyses moet je nog bekijken welke veranderingen in je omgeving van invloed kunnen zijn:. Is er waarschijnlijk verbetering in de nabije toekomst? Zijn er mogelijkheden tot groei in functie of van het salaris? Is er kans op faillissement, opheffing, of juist op expansieve groei van de unit? Welke bedreiging is er van binnenuit, en welke van buitenaf? Stevige, maar opbouwende kritiek – met enige regelmaat – van iemand in je omgeving die als coach optreedt, is aan te bevelen. Ga uiteindelijk dát doen, waarin je zelf gelooft. Aan een bedreiging of een kans, die pas werkelijkheid wordt als aan twee mogelijkheden voldaan wordt – als dit gebeurt én als dan ook nog dat plaatsvindt – behoef je niet veel aandacht te besteden. De kans is dan namelijk gering. Bedenk verder dat je onder acute dreiging ineens ook veel meer kan presteren. Analyse 5: Jouw carrière. Niets is moeilijker dan de toekomst voorspellen. Je kunt immers nooit weten wat er op je weg komt. Toch is het verstandig eens te overwegen wat je toekomstideaal is, en in het bijzonder wat je carrière betreft. Het is echt klasse jezelf de vraag te stellen: Wat wil ik over 10 jaar? Wil ik een “job hopper”, een “carrièrejager” of een “baanklever” zijn? Een en ander is natuurlijk mede afhankelijk van de situatie. In de aanvang van de loopbaan heeft men meestal maar 3 tot 5 jaar dezelfde functie. Een reden tot verandering in het begin is vaak de hoogte van het salaris; later kan bovendien de inhoud van de functie een belangrijke rol spelen. Het is verstandig ook zelf de hoogte van het salaris, de emolumenten en het pensioen in de gaten te houden en zo nodig bij de chef over aanpassing te beginnen. Ga daartoe altijd eerst alle argumenten verzamelen, zoals jouw inzet, groei van de hoeveelheid werk, taakuitbreiding, hogere kwaliteitseisen, grotere verantwoordelijkheid,
138 meer kennis of kunde verworven voor jouw taak. Kennis of ervaring waarmee het bedrijf, de afdeling, erop vooruitgaat, is een goed argument. Op zijn beurt kan de chef daarmee jouw promotie motiveren bij de hogere leiding. Bereid het gesprek goed voor en neem zelf het initiatief. Betrek bij de voorbereiding ook je bekwaamheden (zie: “Solliciteren”, sub 4). Heel belangrijk is het verder het juiste ogenblik te kiezen voor het maken van de afspraak. Let daarbij in het bijzonder op emoties en tijdsbesteding van de chef. Overleg afspreken direct na een misser van jou is onhandig; tactischer is een moment enkele dagen na een persoonlijk behaald succes. Vraag iets meer dan de minimum salarisverhoging waarmee je tevreden zou zijn, en bestudeer vooraf nog eens hetgeen beschreven is in Onderhandelen. Respecteer de regel: luisteren > denken > praten. Houd altijd emoties onder controle en ga nooit dreigen. Maak zo nodig een nieuwe afspraak. Overigens kan jouw toekomstideaal behalve in het werk natuurlijk ook buiten het werk liggen. Vanzelfsprekend is het ook respectabel om werk als een noodzakelijke bezigheid te beschouwen om te kunnen genieten van andere dingen. Positieverbetering Bij gewenste positieverbetering is het raadzaam een onderzoek in te stellen naar meerdere en/of verschillende mogelijkheden: Binnen de eigen organisatie door groei in kennen en kunnen; Buiten deze organisatie door onderzoek naar passende alternatieven. Andere banen zijn te vinden, behalve in advertenties voor personeel, op internet en eventueel via uitzendbureaus. Zet tijdens deze speurtocht meerdere potjes op het vuur, want een keuze kunnen maken vergemakkelijkt een besluit. In “Plannen maken” en “Beslissen”, is een bijzonder nuttige methode beschreven om systematisch te werken bij deze toets. Van je werk meer wérk maken is een ideaal dat het nastreven beslist waard is. Een reorganisatie, gedwongen functieverandering, overplaatsing of het ergste, ontslag zijn feiten, die tegenwoordig bijna elke werknemer treffen. Kun je daarmee leren omgaan? … Ja, dat kun je jezelf aanleren; zelfs nádat een dergelijke gebeurtenis plaats heeft gevonden. Emotionele vaardigheid is heel goed op een hoger peil te brengen. Het gaat om drie zaken, namelijk: 1 dat gevoel te (h)erkennen; 2 de wil er iets aan te doen en 3 te beseffen dat een laag zelfbeeld, faalangst en afhankelijkheid gebaseerd zijn op jóúw ervaring. Probeer je aan te wennen eens uitsluitend te letten op positieve zaken. Dat zorgt ervoor dat je eigen ervaring aangevuld wordt. Let hoofdzakelijk op wat wel goed gaat en wat je prima doet. Stel daarbij je eisen vooral in het begin niet te hoog, doe er iets langer over, handel het af op jóúw manier, doe het stapje voor stapje. Eerder genoemde feiten zijn beter te tackelen wanneer je het volgende bedenkt: Je raakt dieper in de put door:
De negatieve spiraal buig je om met:
139
– Ik ben te oud, niemand zit op mij te wachten. – Ervaring telt niet meer, ze willen alleen maar diploma's zien. – Ze zullen me wel belachelijk vinden.
– De omstandigheden zitten me niet mee, maar wat kan ik nu wel doen. – Hoe kan ik 't best reageren op de nieuwe situatie. – Ik doe mijn stinkende best.
Waarom zou je bij de pakken neer gaan zitten, jij kunt het zelf sturen! Ook “Emoties” bestuderen kan nuttig zijn. Citaten: Men ga in zijn beroep op, niet onder. (C.J. Wijnaendts Francken) Een mens is tot veel meer in staat dan hij in eerste instantie denkt. (N.N.) Wie de eindjes aan elkaar wil knopen, moet voortdurend in touw zijn. (Alexander Pola) Literatuur: SISO-nummer 367.2 (Bibliotheek rubricering): * U en uw baas, tegenwerking of samenwerking – R.H. Mulder – ISBN 90 265 1285 6 * Over de arbeid van de mens – C. Schavemaker & H. Willemsen – ISBN 90 14 033559 Jongste revisiedatum 2-6-2014
140 Veiligheid Verreweg de meeste ongevallen vinden plaats in de privé sfeer. Daartoe moet jaarlijks in ons land wel 800 000 maal medische hulp geboden worden. Letsels waarvoor een beroep op een arts gedaan wordt, bestaan uit afgesneden vingertopjes (aardappelmesjes), gebroken benen (ondeugdelijke opstapjes), brandwonden (hete vloeistoffen / vlam in de pan) en allerlei andere blessures. Kinderen en senioren zijn binnen en buitenshuis relatief vaker slachtoffer. Zou men ook de ongevallen waaraan geen dokter te pas komt meetellen, dan loopt het aantal in ons land wel op tot een paar miljoen per jaar. Iemand die een ongeluk overkomen is, denkt vaak achteraf: “Had ik het maar niet zó gedaan”, of: “Die onveilige situatie had ik toch direct moeten opheffen”. Elk voorval met ongewenste afloop voorkomen, zal wel een utopie blijven. Vele ongelukken zijn echter wél te verhinderen, zelfs met geringe moeite en enige zelfdiscipline! Het lofwaardige streven “riskant handelen vermijden en gevaarlijke situaties tijdig opruimen” wordt maar al te vaak genegeerd. Het schijnt dat deze ambitie alleen voor anderen geldt……!. Behalve bij ongevallen wordt de term veiligheid ook gebruikt in verband met het tegengaan van misdrijven (diefstal− , gewelds− en zedendelicten) en verkeersongevallen. De ellende die daaruit voortvloeit, is heel wat moeilijker te voorkomen. Maar het staat wel vast dat, naarmate men meer aan preventie doet, de kans op rampspoed geringer wordt. Op korte termijn onderzoek doen naar mogelijk gevaar in en om het huis is nodig, vóórdat er iets vervelends gebeurt. Wanneer je kunt bedenken dat het mis kán gaan, zal dat ook ooit een keer gebeuren. En dat moment komt altijd ongelegen. Onderzoek je directe omgeving maar, dan zul je zien! Kamers: Op vloeren kan men uitglijden door een onveilige combinatie van (deur)mat en harde vloer, of van bepaald schoeisel en vloer. Is er nú wat aan te doen? Struikelen kan men over voorwerpen die in een looproute liggen. Een looppad behoort altijd zonder obstakels te zijn; dat er tijdelijk wel eens iets ligt, is een beruchte oorzaak. Door scherpe dingen op te bergen en nooit op de grond te laten slingeren wordt voorkomen dat men in iets scherps kan trappen. Ramen zemen, of een ander karweitje verrichten op een ondeugdelijke stellage, houdt het risico van vallen in. Ouderen breken daarbij nogal eens een heup. Overvolle kasten of gebrekkige bevestiging aan wanden moeten vanzelfsprekend worden vermeden; vallen of losschieten van allerlei dingen is dan niet denkbeeldig. (Is iets een jaar lang niet nodig geweest, bewaar het dan niet langer. Pas op voor “museumamateurisme”!) Zet enkel kunstbloemen op de TV of radio, als je dáár bloemen wilt hebben. Het water voor echte bloemen kan bij lekkage kortsluiting veroorzaken. Het onnadenkend wegleggen van brandende sigarettenpeuken kan aanleiding zijn tot brand. Onvoorzichtigheid is oorzaak van 16% van het aantal huisbrandjes. Brandwonden dient men onmiddellijk te koelen met stromend water, en vastzittende kleding mag dan nooit losgetrokken worden. Brandmelders in huis zijn geen overbodige luxe, ze signaleren in een vroeg stadium brand en dan is vluchten, wellicht zelfs blussen nog mogelijk. De ontstane hitte bij brand trekt altijd naar boven; daarom is het in een
141 dergelijke noodsituatie vaak beter te kruipen dan rechtop lopen. Het is onverstandig een deur, die heet aanvoelt, bij brand te openen; dat zou er onder meer voor zorgen dat extra zuurstof naar de brandhaard stroomt. Onmiddellijk het alarmnummer 112 thuis of bij de buren bellen is vanzelfsprekend essentieel. Medicijnen moeten veilig opgeborgen worden, zodat kinderen er niet bij kunnen; hetzelfde geldt voor flessen met gevaarlijke vloeistoffen. Duidelijke etikettering is trouwens een vereiste. Keuken: Een warme maaltijd bereiden is een bron van potentiële ellende. Vlam in de pan (27% van alle brandwonden), een gaspit die niet is ontvlamd, het vergeten van ingeschakelde elektrische kookplaten, oliën en vetten die oververhit worden, een afzuigkap, waarvan het filter niet jaarlijks vervangen wordt (brandgevaar); kortom allemaal zaken hierop bijzonder alert te zijn. Ook na afloop van het eten klaarmaken dien je altijd te checken of alles in orde is. De toebereiding van etenswaar (berucht om het achteloze gebruik van messen) is beslist niet vrij van risico's. Bezigheden in de keuken vereisen alle aandacht, zonder afleiding door het lezen, klusjes doen, of door anderen! Bezig zijn met één activiteit leidt tot betere kwaliteit en geeft bovendien minder stress. Gangen en trappen: Loszittende vloerbedekking en onvoldoende verlichting kunnen rampzalig zijn. Eén hand voor eigen veiligheid, één voor de zaak is het devies op ladder en trap. Badkamer: Het is zondermeer raadzaam antislipvoorzieningen aan te brengen op de bodem van de douchebak en/of het bad. Verder kan de vloer van de badkamer bij natheid ook erg glad zijn. Verwarmingsapparatuur: Laat alle gasapparatuur regelmatig (via een abonnement) controleren; ontploffingen en ander onheil zijn de besparing op de kosten ervan niet waard. Een in gebruik zijnde schoorsteen heeft eveneens onderhoud nodig door een erkend bedrijf. Een vonkenvanger voor de open haard voorkomt dat brandend materiaal te ver weg spat. Laat het vuur na afloop altijd volledig doven onder toezicht. Elektriciteit: Of installatie en aansluitingen van alle verbruiksapparatuur wel de toets der kritiek voor veiligheid kunnen doorstaan is alleen vast te stellen door een ter zake deskundige. (NB: Zijn de snoeren en stekkers veilig, is de aarding en de isolatiewaarde van de leidingen voldoende?) Buitendeuren en ramen: Om woninginbraak te beletten is het zaak dat hang− en sluitwerk deugdelijk zijn. In vele regio's geeft de politie (meestal gratis) advies over gepaste beveiliging. Zet de voordeur altijd op het nachtslot en neem de sleutel eruit, inbraak is dan moeilijker. Algemeen:
142 Bevestig aan sleutels geen label met naam en adres; bij verlies zou je een oneerlijke vinder gemakkelijk de weg wijzen naar jouw eigendommen. En neem bij ziekenhuisopname geen waardevol sieraad, duur horloge of meer geld dan strikt nodig mee. Bewaar buitenshuis portemonnee en waardevolle zaken liever in een binnenzak en nooit in een schoudertas of polstasje; bij afwezigheid ervan is een tip: bevestig een washandje in de jas. Recente gebeurtenissen tonen aan dat geweld en zedenmisdrijven niet altijd te voorkomen zijn. Preventief kan men alleen maar zo goed mogelijk gevaarlijke situaties vermijden en natuurlijk zo weinig mogelijk aanleiding geven tot die misdrijven. Vrij van enig risico is het helaas daarmee niet. Verkeer: Verkeersregels zijn vooral gericht op veiligheid van alle weggebruikers, dus inclusief jezelf. Is het dan niet verstandiger je er altijd aan te houden, ook al is er in geen velden of wegen een agent te zien?
Gezegden: Een ongeluk zit in een klein hoekje. (Spreekwoord) Wantrouwen is de moeder van de veiligheid. (Jean de La Fontaine) Beter “safe” dan “sorry” (NN)
Literatuur: SISO-nummer 614.3
(Bibliotheek rubricering)
* Klusboek Beveiliging – Consumentenbond – ISBN 90 246 4833 5 * Brochures van “Consument en Veiligheid” Tel. 020 511 4511.
Waarom iets onveilig doen, als het ook veilig kan.
Jongste revisiedatum 5-6-2014
143 Time management Tijd is geld, zegt een alom bekend spreekwoord. Maar hoe slordig desondanks in bedrijven, in huishoudingen en elders met tijd omgesprongen wordt, is opmerkelijk. En dan te weten dat er, naar men zegt, met goed beheer gemiddeld maar liefst 30% tijd gewonnen kan worden! Door het effectief te beheersen ervan kan aanmerkelijke winst geboekt worden. Bijna iedereen gaat naar de supermarkt met een boodschappenlijstje, maar niet veel mensen maken een plan voor de besteding van hun tijd. Het boodschappenlijstje vermeldt de echt noodzakelijke dingen; en dat doet een tijdsplan ook. Om praktische redenen geldt dat er enige speelruimte dient te zijn voor de “aanbieding van de week”, dat wil zeggen voor een toevallige omstandigheid. Wordt door deze laatste de beschikbare ruimte echter overschreden, dan zal dat een reden moeten zijn tot afwijzing of tot uitstel. In bijzondere gevallen kan natuurlijk een nieuw plan opgezet worden in het besef dat men afwijkt van het voorgaande. Dit hoofdstuk is bedoeld als handreiking om in plaats van slaaf......., baas van je tijd te worden. Wanbeheer ervan is één van de grootste veroorzakers van stress. Het is daarom van belang tijdig tot evenwichtig beheer te komen. Een gevoel van spanning is behalve van omstandigheden van buitenaf, ook afhankelijk van hoe je zélf ermee omgaat. Wanneer je datgene wat van buiten komt in de macht hebt, heb je al veel gewonnen. In tegenstelling tot het blussen van brand, dat alleen achteraf plaatsvindt, moet je het gebruik van tijd vóóraf bepalen. Nadien vaststellen dat deze is omgevlogen, is nét te laat en zorgt zelfs voor spanning. Efficiënt gebruik van tijd is van grote betekenis voor zowel managers, als voor iedereen die in een korte periode veel problemen, vragen of werkzaamheden op zich ziet afkomen. Alvorens de vierdaagse in Nijmegen te kunnen lopen, moet je met kortere afstanden beginnen. Met het plannen van tijd is dat niet anders. Je dient eerst een plan te maken voor een korte tijdspanne, bijvoorbeeld een halve of hele dag. Daarbij helpt het alle activiteiten daadwerkelijk op te schrijven. Naast kortere, langere, wezenlijke en bijkomende bezigheden zullen er vast ook tussenzitten die in wezen niet tot de eigen taak behoren. Dan is er wellicht durf en eerlijkheid nodig om vast te stellen, of met je baas te bespreken, welke onderdelen dit precies zijn. De beste start voor de oplossing van dit probleem is het als zodanig onderkennen. Dat alleen al vermindert getob over te grote werkdruk; temeer als het gevolgd wordt door een plan van aanpak. Tijdsplanning komt in hoge mate neer op het doen van juiste keuzen. Een van de methoden daartoe is gebaseerd op het maken van een prioriteitenplan en wordt hierna uitvoerig beschreven. Een tweede methode is de matrix, die met het volgende overzicht werkt. Deze vergemakkelijkt een logische keuze naar urgentie in tijd en belang van de zaak. In de vier vakken met de kleine letters, die de prioriteit aangeven, schrijft men de karweien. (De grootte van de vakken kan men naar behoefte aanpassen.) Matrix
zeer belangrijk
niet belangrijk
zeer urgent
Nu !! .........................................
Delegeren ..........................................
144 niet urgent
Plannen .........................................
Laten liggen ..........................................
Voor het beheren van tijd volgens een prioriteitenplan zijn de volgende vijf stappen nodig: Stap 1: inventariseer je activiteiten Schrijf al je werkzaamheden op (zaak en werkwoord); bijvoorbeeld: brief schrijven – eten klaarmaken – ramen lappen – berekening opstellen – instructie geven – plan voor tijdsbesteding maken – . Hierbij moet je trachten concrete doelen te omschrijven in plaats van vage, moeilijk meetbare, zoals: aandacht geven, leidinggeven, en dergelijke. Stap 2: maak een afweging van belangen De tweede stap na de inventarisatie is van zeer grote betekenis omdat jij zélf – of in overleg met je baas – afweegt hoe belangrijk het ene ten opzichte van het andere is. Aandachtspunten hierbij zijn: 1 de omvang van de activiteit; 2 de ernst of urgentie ervan; 3 wie is de opdrachtgever; 4 het schatten van de groei van het probleem in de tijd; 5 de deadline; 6 het kosten-/batenelement; 7 andere voor jou van belang zijnde aspecten. (aangename/nare karweien; nut; plicht, moraliteit) Aan elk van de genoemde punten kun je een weegfactor, waarmee vermenigvuldigd wordt, toekennen. Daardoor telt het ene aspect zwaarder dan het andere. Men gebruikt weegfactoren van 1 tot 10. Bijvoorbeeld: groei = 9 x , deadline = 5 x , etc. Groei krijgt daarmede meer punten dan de deadline. Bij minder dan een tiental activiteiten is een weegfactor niet strikt nodig. Stap 3: stel de prioriteit vast Op grond van het gewogen belang in de voorgaande stap volgt nu een keuze van de activiteitenvolgorde naar prioriteit; geef ze een opeenvolgend nummer. Het werkt voor bijna iedereen praktisch en stimulerend in het begin van het plan een paar kleine karweitjes op te nemen. Dat is doelmatig – denk aan het voorbeeld van de snelkassa in de supermarkt voor wachttijdbeperking – en het is ook stimulerend, omdat succes motiveert. Het herschrijven daarna in de juiste volgorde is nuttig om je goed in te leven in het prioriteitenplan. Stap 4: uitvoering van de activiteiten Het is nu zaak gedurende de tijdspanne waarin je naar prioriteit wilt werken, het gemaakte plan precies uit te voeren. Een inbreuk door derden daarop dient voorkomen te worden. Probeer de extra gevraagde activiteit uit te stellen (Kan dat om …. uur. Mag ik terugbellen. Ik kom langs om ….. uur. e.d.). Het is beslist van groot belang een verstoring van het plan te voorkomen of te beperken. Stap 5: evaluatie en voortzetting Aan het einde van de planperiode (begin met een halve of hele dag, later een langere tijd) moet nagegaan worden in hoeverre plan en werkelijkheid achteraf kloppen. Het belang van dit evalueren is het leereffect ervan. Tevens vormt de oude opzet mede de basis voor het volgende prioriteitenplan, dat na opgedane praktijkervaring veelal vereenvoudigd
145 kan worden, soms tot de grootte van een visitekaartje of een gele kleine memo. Ook is een onderverdeling naar soort activiteit praktisch. Een veel gebruikte methode hierbij is: Telefoon .................. Schrijfwerk .................. Overleg met .................. over ............. Vergaderen .................. ?................. …………….. Mogelijkheden voor het wegnemen van oorzaken die het werken volgens een prioriteitenplan bemoeilijken, zijn in eerste aanleg goed zelf te bedenken. Het oplossen van de verstoring bestaat soms uit verscheidene acties. Er moet gewerkt worden aan deeloplossingen, omdat opheffing van een probleem vaak een proces met meerdere aspecten is. Verbeteringen worden in de praktijk veelal slechts met kleine vorderingen bereikt. Enkele veel voorkomende oorzaken van een falend prioriteitenplan zijn: Te gunstige schatting van de nodige tijd voor de diverse activiteiten; Enthousiasme en optimisme leiden vaak tot te korte doorlooptijden; een proef wijst de weg naar betrouwbaarder tijden. Een belangrijk advies is: bewerkstellig haalbare doelen, vermijd perfectionisme en besef dat gestage arbeid bij een grof plan effectiever is dan iets doen op het laatste nippertje. Het vereiste kwaliteitsniveau komt niet overeen met de beschikbare tijd; De capaciteit om de activiteiten uit te voeren is onvoldoende; Er is geen reserveruimte in het plan opgenomen. Ga voor het oplossen van belemmerende oorzaken ook zeker het overleg met de opdrachtgever of de baas niet uit de weg. Bereid dat dan wel systematisch en gedetailleerd voor om een optimaal resultaat te bereiken (Zie: “Communicatie” en “Onderhandelen” .) Ten slotte: Besteed aan het einde van elke werkdag 5 minuten aan het noteren van enkele prioriteiten: “Dat ga ik morgen zeker doen.” Het is handig dit bijvoorbeeld met steekwoorden aan te geven op een kartonnetje ter grootte van een visitekaartje, dat je bij je draagt. Spendeer vergelijkbaar elke week enige tijd aan het programma van de volgende week. Deze systematiek is uitermate bruikbaar gebleken. Tip Een realistisch plan geeft rust. Dat geldt zeker ook voor het aanleren en inslijpen van deze methode. Werk bijvoorbeeld een week met het hiervoor genoemde visitekaartje voor enkele karweitjes om ervaring op te doen. Spreek daarna met jezelf af wanneer je tijd vrijmaakt voor de hiervoor genoemde eerste drie stappen. Ga daarna de stappen vier en vijf uitvoeren.
Pittige spreuken: Indien tijd geld is, leeft iedereen boven zijn stand. (Ludwig Fulda) Elke dag een half uur voor korte karweitjes voorkomt veel stress. (Plume) De tijd gaat snel, gebruik haar wel. ( N.N.)
146 Verloren tijd vind je nooit terug. (Benjamin Franklin) Literatuur: SISO-nummer 367.7 (Bibliotheek rubricering) * Schat, het wordt wat later – Phil H. Kleingeld – ISBN 90 246 4793 2 * “The time trap” – Meer doen in minder tijd – R.A. Mackenzie – ISBN 90 14 013119 X
Jongste revisiedatum 5-6-2014
147 Plannen maken De juiste volgorde van een karwei is: Eerst denken, dan doen. Is dat ingewikkeld, samengesteld of risicovol, dan is het denkwerk het best weer te geven in een plan, zodat de diverse onderdelen elk voldoende aandacht krijgen. Een gedetailleerd plan maken kost veel werk. Het is verstandig die energie pas te besteden aan een werkelijk te realiseren klus. Want indien er verschillende alternatieven zijn, is het aan te raden eerst een keuze te maken uit alle mogelijkheden. Het meest aanbevolen systeem daartoe is de WOB-methode, beschreven in “beslissen”. (Deze methode voert systematisch naar een optimale keuze. Ze maakt moeilijke beslissingen tot een verantwoorde keuze.) Daarna komt de uitwerking van het beste plan aan de orde. Men onderscheidt van het begin tot het einde de volgende hoofdelementen: 1 Idee; 2 Hoofdzaak; 3 Details; 4 Risico's, preventie en alarmsysteem; 5 Uitvoering; 6 Toetsing. Bij minder samengestelde plannen is enig denkwerk, besteed aan genoemde punten, al voldoende. Bij een zeer belangrijke zaak is een betere fundering van het plan wenselijk en in dat geval vraagt elk element meer aandacht. 1
Idee: In de eerste fase speelt de wens of de wil een hoofdrol. Dat kan bijvoorbeeld de aanschaf van het een of ander zijn, het aangaan van een relatie, het schrijven van een verhaal, of ook het verkrijgen van passend werk. Het is zaak in deze fase niet te veel beren op de weg te zien, want dan kom je nooit tot iets. Een nieuwe toepassing van een of ander principe leidt vaak tot een verassende oplossing. Pas wanneer het idee wat vastere vorm aanneemt, komen de meer uitgekristalliseerde hoofdzaken aan de orde. 2
Hoofdzaak: Hierbij is sprake van: eisen, wensen, beschikbare middelen, en mogelijke risico's. Basis van elk voornoemd onderdeel is in dit stadium eigen deskundigheid en gemakkelijk bereikbare informatie. Wat beslist gewenst is wordt een eis; met andere woorden: dit is een must. Voorbeelden zijn: a) bij aankoop van een huis: 3 slaapkamers; b) bij het aangaan van een relatie: het moet klikken; c) bij het verkrijgen van een baan: promotiekansen. Wensen zijn minder harde verlangens dan eisen, maar ze zijn wel van belang voor het uiteindelijke plan. Met betrekking tot wat voorhanden is, kan bij een aanschaf gedacht worden aan geld of te verkrijgen leningen; bij een nieuwe relatie aan beider gevoelens en bij een nieuwe activiteit aan eigen capaciteiten.
148
Het is verder heel belangrijk mogelijke risico's al in een vroeg stadium te onderkennen. De hoofdzaken moeten kernachtig en eenduidig beschreven worden. Exacte formulering van eisen, wensen, middelen en ook van risico's wordt bevorderd door dit schriftelijk uit te werken. Helaas kunnen onvoorziene zaken een storende invloed hebben tijdens de uitvoering. Ook in dit stadium is het nuttig te bedenken wat er kan misgaan. Bij gewichtige zaken is het van grote waarde meerdere mogelijkheden in onderlinge vergelijking te overwegen. Daarom ook werd al in het begin van dit hoofdstuk verwezen naar de WOB-methode beschreven in “beslissen”. 3 Details: Het gedetailleerde plan is een herhaling van het voorgaande, echter nu worden naast eigen deskundigheid ook externe bronnen aangeboord. Eveneens dient de betrouwbaarheid van de informatie beoordeeld te worden. Inlichtingen afkomstig van ván elkaar onafhankelijke bronnen verhoogt deze. Mede ter motivatie van de uitvoerder(s) is het nuttig de eisen, de wensen en eventueel de middelen ook hierin te vermelden. Het doel en de wijze van realisatie moeten diepgaand in detail worden uitgewerkt. Deze informatie mag niet misverstaan kúnnen worden en dient te worden verstrekt in de vorm van teksten, tekeningen en eventueel andere hulpmiddelen, zoals video− , audio− , of computerregistraties. Het project dient te worden opgedeeld in overzichtelijke kleine acties, eventueel gesplitst naar specialisme. Een vereiste is dat dit vooral duidelijk is voor degene(n) die het tot stand moet(en) brengen. Tevens dient het mogelijkheden te bieden voor de sturing van het project. Omschrijving van de volgende punten is hierbij nodig: wie, wat, waar, wanneer, en hoe (de manier), en eventueel waarom en hoeveel (de omvang). (derhalve zeven elementen) 4 Risico's etc.: Elk onderdeel van het plan kan bij realisatie een zeker risico inhouden. Systematisch moet onderzocht worden wát er mis zou kunnen gaan. De drie soorten te stellen vragen zijn: orkomen worden? Verschillende soort acties worden na de risicovergelijking genoemd. De diverse risico's kunnen onderling vergeleken worden. Afhankelijk van een waardeoordeel kan men verder besluiten al of niet actie te ondernemen. Belangrijke elementen bij de beoordeling zijn:
149 Men kan ze waarderen met H (hoog), M (matig), L (laag). “Voorzieningen vooraf” en “kosten nadien” kan men wellicht beter in een geldbedrag weergeven. Een matrix zou er als volgt kunnen uitzien:
Risico 1 Risico 2 Risico 3
waarschijnlijkheid ....... ....... .......
ernst ....... ....... .......
voorzieningen vooraf ....... ....... .......
kosten nadien ....... ....... .......
Mogelijke veiligheidsmaatregelen dienen ter voorkoming van een afwijking of ter beperking van de gevolgen en kunnen bestaan uit verschillende soort acties. Een brandblusactie uitvoeren bij een zaak die om onmiddellijk ingrijpen vraagt, en waarbij de tijd ontbreekt om de oorzaak op te zoeken of die te bestrijden. Een correctie aanbrengen als de uitvoering een groot risico inhoudt, of een risico dat ernstige gevolgen heeft. Een preventieve maatregel in het plan opnemen om een waarschijnlijke oorzaak te voorkomen (bijvoorbeeld een rookverbod instellen bij brandgevoelige situaties). Een beschermende actie erin aangeven om ongewenste gevolgen te vermijden (bijvoorbeeld zwemvesten aan op een tocht op zee met een plezierjacht). Een aanpassing bedenken als de mogelijke afwijking onverhoeds kan optreden (o.a. vervangend vervoer verzekeren bij een vakantiereis met auto). In een voortgangsrapport dient men markante punten te melden. Dit zijn in 't oog vallende acties, en momenten waarop de uitvoering ervan in een kritieke fase is gekomen. Vooraf is meestal vastgelegd door wie en aan wie, welke informatie gegeven moet worden en wanneer berichtgeving dient plaats te vinden. Alarmering is nodig wanneer maatregelen getroffen moeten worden in verband met aanzienlijke afwijkingen van het plan. 5 Uitvoering: Voortdurende alertheid van de leider is geboden wat betreft: eventuele afwijkingen in kwaliteit, tijdsplanning, kosten en veiligheid. Acties van bijzondere aard, zoals genoemd bij risico's (zie 4), behoren te worden gerapporteerd. Verder moet de leider natuurlijk ook initiëren, instrueren, commanderen, begeleiden, controleren en vooral luisteren naar de directe uitvoerders. 6 Toets Ten slotte is deze als controle gewenst, en wel onmiddellijk na de uitvoering en tevens enkele maanden later. Het doel daarvan is enerzijds de effectiviteit van het beoogde te beoordelen en anderzijds de kosten van de voor− en de nacalculatie te vergelijken. Het laatste dient zeker ook op details naast elkaar gezet te worden, omdat voordelige uitschieters nadelige kunnen maskeren. Citaten: Goed ingezeept is half geschoren. (William Hone) Wie met beide benen op de grond blijft staan, komt geen stap vooruit. (NN)
150 Literatuur: SISO-nummer 366.3 (Bibliotheek rubricering) * Het doel – E.M. Goldratt / J. Cox – Het Spectrum/Marka – ISBN 90 274 2938 3 * Productie en logistiek – hoofdstuk 7 – K. Boskma – Wolters-Noordhoff ISBN 90 01 09590 9 Jongste revisiedatum 4-6-2014
151 Beslissen (auto, relatie, werknemer) Dikwijls zijn we er ons niet eens van bewust dat we een beslissing nemen (naast wie ga ik zitten in de trein) en soms hebben we zelfs niet de tijd er lang over na te denken (uitwijken in het verkeer bijvoorbeeld). Toch zijn er vele situaties waar wel een analyse gemaakt kan worden voor het beste resultaat, dan is “bezinnen vóór beginnen” beter. Het proces, waarmee bij het beslissen een keuze gemaakt wordt uit meerdere mogelijkheden, noemen we een Wel Overwogen Beslissing, afgekort een WOB. Besluiten, waarbij rationaliteit en belangen zwaar wegen, lenen zich hiervoor. De methode behoort na veel gebruik zelfs een automatisme te worden, omdat ze de kwaliteit van de besluitvorming aanzienlijk verbetert. De WOB is dan het beste alternatief, de minst slechte keuze. Zelfs wanneer je in eerste instantie denkt dat er alleen maar keuze is van ja of nee, kan deze werkwijze gebruikt worden, want na enig denkwerk zijn er in de regel toch meerdere mogelijkheden. Zij ondersteunt bij belangrijke beslissingen het systematisch bedenken van voorwaarden, eisen, wensen, alternatieven en risico's. Een voorwaarde voor juiste besluitvorming is, dat ze gebaseerd moet zijn op waarheidsgetrouwe en volledige informatie, omdat je anders op het verkeerde been gezet kunt worden. Dit bleek onlangs uit een krantenartikel. In een tempel in New Delhi waren kandelaars omvergegooid en heilige geschriften verscheurd. De ene religieuze groepering, op gespannen voet levend met de andere, werd beticht van die schanddaad. Bij de ontstane gevechten werden drie mensen gedood. Later bleek dat apen door een open raam de tempel waren binnengeslopen en de chaos hadden aangericht. De aanvankelijke informatie was correct, immers de aangerichte chaos was waarheid, maar niet de hele. De getrouwheid ervan werd ook geen geweld aangedaan, maar de inlichtingen waren beslist onvolledig. Bij zeer belangrijke beslissingen zal de WOB - methode uitstekend van pas komen, mits ze gebaseerd is op volledige en juiste gegevens. Beslissingen kunnen uiterst belangrijk zijn naar verschillende aspecten, zoals: de omvang (Aankoop van een auto of een huis.) de tijd (In het korte, moeizaam tot stand gekomen gesprek de nadruk op de juiste punten leggen.) de latere gevolgen (Bij een relatie aangaan; personeel aanname; aankoop goederen.) de manier van uitvoering (Een werkmethode toepassen, waaraan grote risico's verbonden zijn.) het belang (Algemeen belang, groeps− of eigen belang.) En allereerst komt natuurlijk de vraag aan de orde: “moet ik beslissen?” Wil de werkwijze optimaal toepasbaar zijn, dan dient het antwoord bij alle drie onderstaande vragen ja te luiden: moeten er maatregelen getroffen worden? (ja/nee); ben ik daarvoor verantwoordelijk? (ja/nee); moet ik beslissen? (ja/nee). Bij een drievoudig ja kan het WOB - denkproces succesvol toegepast worden. Met ik bedoelt men één persoon, maar het kan in deze procedure ook het bestuur of de leiding betekenen.
152 Het denkproces van een WOB wordt onderverdeeld in zes stappen: 1 Vaststellen van het doel. 2 Vaststellen van de voorwaarden. 3 Vinden en beoordelen van alternatieven. 4 Nemen van een voorlopige beslissing. 5 Beoordeling van eventuele nadelige gevolgen hiervan. 6 Nemen van het definitieve besluit. Genoemde zes stappen in het denkproces moeten precies en volledig, en niet halfslachtig gezet worden. 1 Het doel Beschrijf kort en duidelijk wat het doel van de beslissing is. Dat mag niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. (Vermijd dus kwalificaties als mooier, beter, gemakkelijker, enz.) Hiermee wordt bereikt dat alle aandacht op het hoofddoel gericht blijft en alle feitelijke informatie daartoe ingewonnen wordt. (Pas op voor die “apen”; de waarheid – de hele waarheid.) 2
De voorwaarden Bij elke beslissing spelen voorwaarden een rol, bijvoorbeeld: een huis kopen/huren met minstens drie slaapkamers; een baan zoeken binnen een reisafstand van x km, etc.; deze hebben betrekking op: oor beschikbaar zijn (Wat men heeft, geld, eigenschappen, voordelen.) De voorwaarden voor het gewenste resultaat en de beschikbare middelen kunnen o.a. gevonden worden door vragen te stellen die beginnen met: wie, wat, waar, wanneer, hoe, welke en hoeveel. Uitgaande van het gewenste doel en de middelen kan men letten op: Bij relaties gewenste duur, activiteiten, ervaringen, getoonde trouw in relaties. Voor aanname personeel geschiktheid, in team passen, mogelijk rendement, risico. En bij het inruilen van een auto valt bijv. denken aan: doelen Inruilen huidige auto tegen één die niet ouder is dan drie jaar Moet een caravan kunnen trekken van 1250 kg. N.B. Bepalend zijn de gegevens in het kentekenbewijs, ook het gewicht van de auto speelt een belangrijke rol als caravantrekker. Middelen: maximale bijbetaling € 8.000,(incl. trekhaak, en het eerste jaar geen kosten voor banden, accu, uitlaat en APK-keuring.) wensen Zo laag mogelijke maandelijkse totale kosten. Weinig mankementen. Zo hoog mogelijke score in enquête naar tevredenheid van gebruikers. Een lokale dealer met goede naam en faam. N.B. In dit voorbeeld wordt voorbijgegaan aan andere wensen, zoals airco, automaat, radio, open dak, of wat dan ook. Het gaat hier uitsluitend om de methodiek te verduidelijken. Betrouwbare informatie over de eerste drie wensen is te vinden in recente
153 publicaties. Zie bijvoorbeeld Consumentengids, ANWB-Kampioen, Autokampioen, Autoweek, enz. Met een dergelijke beschrijving weet men precies de grenzen met betrekking tot het doel van de beslissing. Deze moeten nu nog geordend worden naar de relatieve belangrijkheid en voorzien van een weegfactor van 0 tot 10. Meestal zijn er onvoorwaardelijke eisen, en daarnaast zijn er belangrijke wensen. Voorwaarden vallende onder eisen sluiten alternatieven die hieraan niet voldoen uit; deze moeten éénduidig gedefinieerd, duidelijk begrensd, meetbaar en reëel zijn; een blitse auto voldoet daar niet aan, een bijbetaling van € 8.000,- wel. Ga spaarzaam om met eisen, want ze beperken het aantal andere mogelijkheden. In het voorbeeld zou men tot de volgende voorwaarden kunnen komen: Eisen:
– – –
bijbetaling maximaal € 8 000,caravan kunnen trekken van 1250 kg niet ouder dan drie jaar
Wensen:
– – – –
lage kosten per maand weinig mankementen tevredenheid gebruikers goede kwaliteit garage
weegfactor 10 8 3 5
Van belang zijnde aspecten moeten ingedeeld worden naar eisen of wensen. En in sommige gevallen is het ook praktisch om aanwezige minpunten apart te benoemen en te waarderen. Bij aanschaf van een auto biedt een proefrit informatie over uitrustingsdetails of wegligging. Bij het kopen of inruilen van een auto worden wensen en eisen nogal eens vastgesteld nadat men zijn zinnen gezet heeft op een bepaalde wagen. Besluit en WOB zijn dan in de verkeerde volgorde gezet; er is in dat geval meer sprake van “verliefdheid” dan van rationaliteit. 3
Vinden en beoordelen van alternatieven Soms liggen deze voor de hand, soms minder. Als je solliciteert, is beoordeling met deze methode van verscheiden mogelijkheden raadzaam. De formulering van het einddoel, de middelen, de eisen en de wensen bepalen in belangrijke mate of er gemakkelijk opties te vinden zijn. In elk geval behoort te worden voldaan aan de eisen en in enige mate aan de wensen. Moet in de handel gereageerd worden op een actie van een concurrent, dan is zoeken naar een passende reactie geboden. Overigens, ook niet reageren, moet dan worden overwogen. De mate waarin de alternatieven voldoen aan de wensen, wordt gehonoreerd met een waarderingscijfer van 0 tot 10. In de beoordelingstabel van de alternatieven wordt het product van weegfactor en waardering opgeteld (weegfactor x waardering = product).
154 In het voorbeeld wordt meer waarde gehecht aan lage maandelijkse kosten voor de auto dan aan tevredenheid van gebruikers; daarom het eerste vermenigvuldigen met een hoog waarderingscijfer, het andere met een laag cijfer. Oefening met praktische voorbeelden is leerzaam. In het bijzonder het vaststellen van eisen en wensen levert af en toe problemen op. Een eis mag men nooit laten vallen, echter een wens kan ..... óf zelfs helemaal niet, ..... óf slechts gedeeltelijk, vervuld worden. Door aanvankelijk ook voor minder belangrijke zaken deze werkwijze te gebruiken, wordt het “wobben” een ingesleten gewoonte. Het zelfvertrouwen gaat er door groeien. De methode kan het best toegelicht worden met een beschrijvend en een uitgewerkt voorbeeld. Wat maandelijks beschikbaar is voor de auto kan gevonden worden met behulp van de methode zoals beschreven in Huishoudbudget. Beslissingsmatrix Eisen : (beslist aan te voldoen) Wensen : (eigenschappen die ze niet alle hebben / wel raadzaam zijn) weegfactor van een bepaalde wens: a weegfactor van een andere wens: b Optellen producten
Alternatief mogelijkheid 1 Eis 1 Eis 2 Eis 3 / ? informatie waardering vermenigvuldig: over de onderling; weegfactor x wens op de hori- waardering zontale rij
c
d (uitkomst van de som) ........
Alternatief mogelijkheid 2
informatie over de wens
waardering onderling; op de horizontale rij
vermenigvuldig: weegfactor x waardering
a x c = .....
e
a x e = .....
b x d = ..... +
f
b x f = ..... + ........
En in het uitgewerkte voorbeeld voor drie auto's: Autokeuze Eisen:
Auto A akkoord
Bijbetaling Wensen:
7 600 Informatie ↓
weegfactor Maand. kosten 10 Mankementen 8
Auto B akkoord Waardering
Product
7 800 Informatie ↓
Auto C akkoord Waardering
Product
8 000 Informatie
↓
Waardering
Product
465
8
80
570
6
60
427
9
90
3x-
8
64
2x-
9
72
1x-
10
80
155 Autogids score 7 Garage 4 Opgeteld:
56
3
21
63
7
49
61
6
42
+
9
36
++
10
40
+/–
8
32
201
221
PS In het voorbeeld is de aanschafprijs van auto A € 400,- voordeliger; dat bedrag is om te rekenen naar een maandbedrag als men de vermoedelijke gebruiksduur schat. (Bij 3 jaar is € 400,- : 400/36 = € 11,- per maand; de maandelijkse kosten worden daarmee € 454 i.p.v. € 465. Het lagere maandbedrag kan het uiteindelijke waarderingscijfer van de auto's beïnvloeden.) 4 Nemen van een voorlopig besluit Een voorlopige beslissing voor inruil van de auto valt op het alternatief met het hoogste aantal punten (244). Zijn de verschillen gering dan kan de volgende stap wellicht uitsluitsel geven. In een dergelijk geval kan men de twee beste alternatieven meenemen naar de volgende stap in het denkproces. 5 Nadelige gevolgen Consequenties van het voorlopige besluit beoordelen, ook wel risicoanalyse genoemd. Een nu genomen besluit heeft gevolgen op kortere of langere termijn. Ingrijpende beslissingen vragen meer aandacht voor de risico's tijdens of na de uitvoering. Wat kan er mis gaan en hoe groot is de kans daarop? (zie risico analyse in
) Nagegaan moet worden: De betrouwbaarheid van: – de gegevens; – de bronnen; en daarmee verband houdend: Zijn ze afkomstig van van elkaar onafhankelijke bronnen; Is het de “hele” waarheid (denk aan die “apen”); Controleer de gegeven antwoorden op: wie, wat, wanneer, hoeveel; Besef dat de tevredenheid over eigen exclusief en/of prijzig bezit vaak wordt vertekend. Vaar daarom niet blind op tevredenheidsonderzoeken en de informatie van een kennis, die zijn keus rechtvaardigt. Bestaan er al of niet gewenste gevolgen op korte en op lange termijn; Kunnen omstandigheden veranderen; Wat is de waarschijnlijkheid en ernst van nadelige gevolgen; Zijn er voorzorgsmaatregelen te treffen? 6 Het definitieve besluit Deze voldoet beslist aan de eisen, en is de beste keus als rekening wordt gehouden met de wensen en nadelige gevolgen. Het beschreven denkproces wordt én in de industrie, én in de medische praktijk steeds meer toegepast. Het werkt als Haarlemmerolie bij beslissingen van grote importantie.
244
156 Hoe gedetailleerder het voorwerk gedaan wordt, hoe beter het besluit beantwoordt aan de vraag. De manier waarop besloten is bepaalt in sterke mate de bestendigheid ervan. Soort besluit Met behulp van de WOB - methode neemt men goed gefundeerd de meest optimale beslissing. Een “uitglijer” wordt voorkomen.
Treffende uitspraken: Besluiteloosheid is een zwakheid, maar niets is moeilijker dan een besluit nemen. (Napoleon Bonaparte) Gewichtige beslissingen vragen: − gedegen voorbereiding, − gebruik van de WOB – systematiek, − en een nachtje er over slapen. Gedrieën bepalen ze de kwaliteit van het besluit. (Plume) Literatuur: SISO-nummer 340.6 (Bibliotheek rubricering) * Beslissen – C. Rameau – Samson – ISBN 90 14 02684 6
Een “blitse” auto (1924)?
Jongste revisiedatum 2-6-2014
157 KNIPSELALBUM -Desiderata -De Boeddha spreuk -Gebed van moeder overste -Geboorte en dood -Rouwen -Hoop Desiderata In de St. Pauls Cathedral, Baltimore, Zuid Ierland vond men onderstaande tekst. Het manuscript is gedateerd 1692. De inhoud is nog steeds actueel. Fundamenteel is er in die driehonderd jaar niets veranderd ! Kies kalm je weg te midden van het rumoer en de haast en bedenk hoe vredig de stilte kan zijn. Sta met iedereen op goede voet, zoveel mogelijk met behoud van je eigen karakter. Spreek rustig en duidelijk de waarheid, en luister naar anderen, ook naar hen die dom en onwetend zijn; ook zij hebben hun verhaal. Mijd luidruchtige en agressieve mensen, zij zijn een kwelling voor de geest. Indien je je met anderen vergelijkt, zou je ijdel of verbitterd kunnen worden; want er zullen altijd mensen zijn die je mindere of meerdere zijn. Geniet van wat je hebt bereikt en nog wilt bereiken. Blijf belang stellen in je eigen ontwikkeling, maar blijf bescheiden; bij alle wisselvalligheden van de tijd is dat je werkelijke bezit. Wees behoedzaam in zaken, want de wereld is vol bedrog. Maar laat je hierdoor niet afleiden van de werkelijke waarden. Veel mensen streven naar hoge idealen en overal kun je heldendom om je heen zien. Wees je zelf. Veins geen genegenheid, maar wees ook niet cynisch ten aanzien van de liefde, want bij alle dorheid en desillusie is zij eeuwig als het gras. Aanvaard blijmoedig het klimmen der jaren en doe met gratie afstand van je jeugd. Ontwikkel geestkracht om je te wapenen tegen onverwachte tegenslagen, maar maak je geen zorgen om hersenschimmen. Veel angsten komen voort uit vermoeidheid en eenzaamheid. Houd je aan gezonde zelfdiscipline, maar wees daarbij mild voor jezelf. Je bent een kind van het heelal, niet minder dan de bomen en de sterren; je hebt het recht er te zijn. En of je het begrijpt of niet, twijfel er niet aan dat het heelal zich ontvouwt zoals het moet volgens haar wetmatigheden. Leef daarom in vrede met God, wat voor beeld je ook van Hem hebt. En wat je ook doet of nastreeft houd in de luidruchtige verwarring van het leven vrede met je ziel. Ondanks alle onoprechtheid, gezwoeg en teleurstellingen is dit nog steeds een prachtige wereld. Wees zorgvuldig.
Streef naar geluk.
De Boeddha spreuk De gedachte manifesteert zich in het woord, het woord manifesteert zich in de daad,
158 de daad ontwikkelt zich tot een gewoonte, en de gewoonte stolt tot een karakter. Sla dus acht op de gedachte en waar ze u brengt, en laat haar voortkomen uit liefde ontstaan uit het begaan zijn met alle wezens, Zoals de schaduw het lichaam volgt, zo worden wij wat we denken. Alles wat een begin heeft, heeft ook een einde. Sluit daar vrede mee en alles komt goed. Timmerlieden bewerken het hout; pijlenmakers maken pijlen; de wijze vormt zichzelf. Mens worden is een kunst (Novalis) Gebed van moeder overste Uit ‘De kunst van het opvoeden’ door drs. H. van Praag. Het meesterlijke gebed van de ouder wordende mens, die zó de risico’s van de hoge leeftijd beseft: ‘Heer, Gij weet beter dan ikzelf dat ik ouder word en eens oud zal zijn. Maak dat ik niet praatziek word, en niet in de fatale gewoonte verval te denken, dat ik bij iedere gelegenheid en over elk onderwerp iets moet zeggen. Bevrijd mij van het verlangen ieders moeilijkheden te willen oplossen. Houd mijn geest vrij van de verleiding om eindeloze details te vertellen – geef mij vleugels om snel tot de kern van de zaak te komen. Verleen mij voldoende wellevendheid om te kunnen luisteren naar de verhalen over andermans kwalen. Help mij ze met geduld te verdragen. Maar verzegel mijn lippen over mijn eigen kwalen en pijnen – ze worden steeds erger en het genoegen dat het mij schenkt ze op te sommen, neemt toe met de jaren. Leer mij de glorieuze les dat het een enkele keer mogelijk zou kunnen zijn, dat ik me vergis. Maak dat ik in redelijke mate vriendelijk blijf. Ik wil geen heilige zijn – sommigen van hen zijn zo moeilijk om mee te leven – maar een verzuurd oud mens is één van de meesterstukjes van de duivel. Laat mij nadenkend zijn maar niet humeurig; behulpzaam maar niet bazig. Als ik denk aan alle wijsheid die ik vergaard heb, lijkt het jammer om het niet allemaal in praktijk te brengen. Maar Gij weet Heer, dat ik tegen het einde van de weg nog een paar vrienden nodig zal hebben.’ Het komt er niet op aan, hoe oud men is, maar hoe men oud is. (Fliegende Blätter) Geboorte en Dood bewerkt, naar Henri Nouwen Deze parabel kan opgevat worden als één van de twee cruciale levensstappen van ons bestaan.
159 Na de geboorte komen we in een ‘nieuw’ leven; zo zal na onze dood ons ook een nieuw leven wachten; en zoals onze moeder na onze geboorte voor ons zal zorgen, zo kunnen we ervan uitgaan dat ‘God’ na onze dood voor ons zal zorgen. De geboorte Een tweeling, nog ongeboren in de moederschoot, discussieert: Geloof jij in een leven na de geboorte? Natuurlijk. Er moet iets zijn. Misschien is ons bestaan hier, niet meer dan een voorbereiding op het leven na de geboorte. Flauwekul! Er is geen leven na de geboorte. Hoe stel jij je dit dan voor? Ik weet het niet precies, maar ik stel me heel veel licht voor. En wij zullen lopen met eigen voeten, en eten met eigen mond. Wat een onzin: Zelf lopen en eten! Hoe kom je erbij? Voor lopen is hier geen plek en voor eten hebben wij de navelstreng. Die is wel erg kort. Dat kan toch niet alles zijn! Ik ben er van overtuigd dat er na de geboorte iets heel nieuws begint, iets wat wij gewoon nog niet kennen! Maar er is nog niemand teruggekeerd na de geboorte. Het leven eindigt hier in deze nauwe donkere omgeving. Ik weet niet precies hoe het leven na de geboorte zal zijn, maar we zullen zeker onze moeder ontmoeten en zij zal voor ons zorgen. Een moeder? Geloof jij in een moeder? En waar is volgens jou die moeder dan? Overal om ons heen natuurlijk. Zonder haar zouden wij er niet zijn. Ik geloof er niets van! Ik heb nog nooit een moeder gezien, dus bestaat ze niet! Misschien is ze niet te zien. Maar zo nu en dan, wanneer wij helemaal stil zijn, kan ik haar horen zingen en voel ik haar hand onze wereld strelen. Volgens mij begint het leven pas na de geboorte! Als ik iets niet begrijp, is dat geen reden om te zeggen dat het verkeerd is, het is veeleer een bewijs van mijn onwetendheid. (Cicero) Rouwen Artikel geschreven door Inayat Khan. Als de mens is overgegaan naar een hoger leven. Treur niet over de dood van uw geliefde. Roep de reiziger niet terug, die op weg is naar zijn bestemming. Want gij weet niet wat hij zoekt. Door over de dode te wenen, bedroeft gij de ziel van hem, die niet tot de aarde terug kan keren. Door naar gemeenschap met hem te verlangen, kunt gij niet anders dan hem hinderen. Hij is gelukkig in die plaats, waar hij is aangeland. Het verlangen naar hem toe te gaan, helpt hem niet. Uw levensdoel houdt u nog op de aarde. Geen schepsel dat ooit is geboren, heeft in werkelijkheid aan een ander toebehoord. Iedere ziel is de geliefde van God. Heeft God niet lief, zoals wij mensen dat niet kunnen? De dood doet daarom niet anders dan de mens met God verenigen. Want aan wie de ziel in werkelijkheid toebehoort, tot hem keert zij vroeger of later terug. Waarlijk, achter de sluier van de dood is een leven verborgen, dat het begrip van de mensen op aarde te boven gaat. Indien gij de vrijheid van die wereld kende en wist hoe de bedroefde harten er van hun last worden bevrijd; indien ge wist hoe de zielen daar worden genezen en de wonden worden geheeld, indien ge de vrijheid kon begrijpen, die de ziel ervaart, naarmate zij zich van dit aardse leven verwijdert, gij zoudt niet meer treuren over hen die zijn heengegaan, maar bidden voor het geluk en de vrede van deze zielen op hun verdere reis.
160 Pijn over het verlies wordt verzacht als je inziet dat het verlorene toch onmogelijk bewaard had kunnen blijven. (Spinoza) Hoop “Hopen is de grootste kwelling die er bestaat en niet-hopen het grootste geluk.” Samkhyasutra IV,11; In M. Eliada, De bronnen van Yoga, 2009 “Hoezo is hopen slecht? Het is toch juist goed hoop te hebben? Dat geeft toch energie en vertrouwen om door te gaan? Mis, zeggen de oude hindoegeschriften, want zolang er hoop is, is er verlangen en ligt teleurstelling op de loer. “Zo bekeken zijn we gelukkiger als we dingen leren te accepteren zoals ze zijn en niet alles langs de meetlat leggen van onze verlangens, principes, overtuigingen en wat al niet. “Dan blijven we vergelijken en daar wordt inderdaad niemand gelukkig van. Of we proberen er wat aan te doen en blijven gevangen in een poging anderen en het hele leven naar onze hand te zetten. Sorry, maar daar is het leven iets te groot en zijn wij daar iets te klein voor!” Happinez, spirutuele scheurkalender, 8 februari 2013 Het leven accepteren zoals het zich aan ons voordoet; ‘ja’ te zeggen tegen het leven zoals het zich aan ons voordoet – ook tegen onze gedachten daarover - dat wordt ons inderdaad aan alle kanten voorgehouden. Waarom? Waartoe? Het lijkt een opdracht, maar in feite is het niet zozeer een opdracht, maar zou het – vanwege de universele wet van oorzaak en gevolg – een vanzelfsprekende houding van ons moeten zijn: het is zoals het is en niet anders, en vervolgens gaan we over tot de orde van de dag. Het Leven zorgt voor ons – hoe dan ook, en op welke manier dan ook. Dus: vertrouwen, vertrouwen, vertrouwen. (A. J.)
Jongste revisiedatum 4-6-2014
161 Trefwoord aankoop auto aankoop huis ademen < bewust alcohol alcoholgebruik < norm angst angststoornis auto zithouding behoeftepiramide beslissing < nadelige gevolgen beslissingsmatrix bètablokker bovennatuurlijke krachten buikje boven riem carrière communicatie < geweldloze communicatie: 4 soorten info conficthantering conflict: strategie overleg denken < anders leren denken denken < meest doortrapt depressiviteit drugs dwanggedachte -handeling echtscheiding echtscheiding: voorbereiding emotie < evenwichtige emotie oorzaken emoties Epictetus eten < verantwoord faalangst fiets zithouding fobie gedragstherapie gedragstherapie geluk geluk afdwingen geluk en filosofie gewicht hart > prestatie hart > storingen hart > voorzorg hoogtevrees huishoudbudget hyperventilatie
Hoofdstuk Beslissen Beslissen Angst Alcohol Alcohol Angst Angst Conditie Geluk Beslissen Beslissen Angst Geluk Alcohol Promotie Conflicten Communicatie Conflicten Conflicten Angst Emoties Angst Drugs Angst Echtscheiding Echtscheiding Emoties Emoties Emoties Angst Voeding Angst Conditie Angst Angst Stress Geluk Geluk Geluk Conditie Hartkwalen Hartkwalen Hartkwalen Angst Huishoudbudget Angst
Paragraaf hele artikel hele artikel paragraaf 3 hele artikel alinea 5 hele artikel alinea 3 paragraaf 2 geluk v. h. genoeg hele artikel hele artikel paragraaf 4 geheim geluk alinea 3 analyse 5 paragraaf 1 derde alinea paragraaf 3 paragraaf 2 paragraaf 2 alinea 6 alinea 3 hele artikel alinea 4 hele artikel paragraaf 3 paragr. Praktijk alinea 5 hele artikel paragraaf 2 hele artikel alinea 4 paragraaf 2 alinea 4 paragraaf 1 paragraaf 2 hele artikel afdwingbaar geluk geluk in filosofie paragraaf 1 alinea 1 alinea 2 alinea 3 alinea 4 hele artikel alinea 3
162 kanker kanker < 8 signalen kanker preventie kansspel keuze: eisen / wensen kritiek leidinggeven < taken levenswijze, wenselijke liefhebben lopen Maslov Mindfulness neurose Norman Vincent Peale oefeningen onderhandelen aankoop onderhandeltips ongeluk > preventie ontspannen opvoeden < baby opvoeden > doel opvoeden > kenmerk/karakter opvoeden > religie opvoeden > zelfvertrouwen opvoeden algemeen overlijden < aandachtspunten paniek plan maken positief denken positief denken afkicken van rokershoest samenlevingscontract samenwonen schokkende gebeurtenis seks > safe seks en alcohol
Kanker Kanker Kanker Geluk Beslissen Conflicten Plannen maken Knipselalbum Liefhebben Conditie Geluk Stress Angst Geluk Conditie Onderhandelen Onderhandelen Veiligheid Stress Opvoeden Opvoeden Opvoeden Opvoeden Opvoeden Opvoeden Overlijden Angst Plannen maken Geluk Geluk Promotie Angst Informatie Time management Angst Alcohol Toespraak Echtscheiding Plannen maken Roken Roken Roken Trouwen Trouwen Angst Gezondheid Alcohol
hele artikel signalen van kanker alinea 10 kansspel voorwaarden paragraaf 2 paragraaf 5 Desiderata eerste sectie paragraaf 3 geluk v. h. genoeg paragraaf 2 alinea 4 geluk v.h. pos. denken paragraaf 7 tweede fase praktisch en doematig hele artikel paragraaf 2 alinea 2 - 8 alinea 1 alinea 12 - 17 alinea 9 - 11 bevorderend / belemmerend hele artikel hele artikel alinea 3 hele artikel geluk v.h. pos. denken geluk v.h. pos. denken positieverbetering alinea 6 via pdf 5 stappen alinea 7 alinea 2 hele artikel par. 2 alinea 2 paragraaf 4 hele artikel paragraaf afkicken alinea 2 hele artikel hele artikel alinea 5 alinea hygiëne < 6 Shakespeare
163 slaapproblemen slapen > goede voorwaarden slapen > stadia van slapen > therapeutisch slapen > verbetering van slapen en medicijnen smetvrees sollicitatie < afwijzing sollicitatie < banenmarkt sollicitatie < bekwaamheden sollicitatie < tijdbesteding staan straatvrees stress < mentale weerbaarheid stress RET methode stress stressstoornis
Slapen Slapen Slapen Slapen Slapen Slapen Angst Sollicitatie Sollicitatie Sollicitatie Sollicitatie Conditie Angst Stress Stress Stress Angst
hele artikel paragraaf A alinea 2 paragraaf B alinea 5 paragraaf C alinea 4 paragraaf 10 paragraaf 6 paragraaf 4 paragraaf 1 paragraaf 4 alinea 4 paragraaf 2 paragraaf 2 hele artikel alinea 5
studeren succesvoorwaarde tijdwinst halen tillen toespraak houden trouwen verdriet verdriet > 4 fasen verdriet > 5 gevoelens vergaderen > algemeen vergaderen > deelnemer vergaderen > notulen vergaderen > voorzitter verslaving < afkicken verzekeren > wat? vriendschap werkdruk werksituatie analyseren WOB zitten
Opvoeden Geluk Time management Conditie Toespraak Trouwen Verdriet Verdriet Verdriet Vergaderen Vergaderen Vergaderen Vergaderen Alcohol Verzekeren Liefde Stress Promotie Beslissen Conditie
punt 4 afdwingbaar geluk hele artikel paragraaf 5 hele artikel hele artikel hele artikel halverwege het artikel eerste helft artikel hele artikel paragr. Deelnemer paragr. Notulen paragr. Voorzitter bij total loss auto hele artikel tweede sectie paragraaf 1 analyse 1,2,3,4 alinea 1 paragraaf 2
Jongste revisiedatum 5-6-2014
164 Informatie H. Plume, * 1931, begon zijn carrière als ingenieur meet en regel techniek (o.a. koolmonoxide meting in de Velsen-tunnel). In de papier en karton industrie klom hij op tot algemeen manager; later werkte hij als bestuurder in een grote Sociale Werkplaats. Na zijn pensionering deed hij vrijwilligers werk bij Slachtofferhulp en bij Senioren-computerhulp.
Sinds zijn pensionering schreef hij over allerlei onderwerpen op basis van ettelijke gelezen boeken uit de bibliotheek. Eerst vooral bedoeld voor zijn kinderen. Later zijn die artikelen samengevoegd tot het boek ‘Kennis en kunde’. Dat boek is in eigen beheer uitgegeven onder ISBN nummer 90 901 62 67-4. Dit zogenaamde blauwe boekje is nu uitverkocht; maar de gehele inhoud is op internet gezet. Op de site www.hplume.nl kan men de recent geüpdate artikelen op internet bekijken. Wilt u beschikken over een geprint hoofdstuk ga dan op deze site de link alleskennisenkunde.pdf aanklikken om het bestand ofwel in de browser te openen, ofwel het bestand te downloaden en het offline te bekijken. Het pdf bestand is 2 MB groot, vervolgens is een hoofdstuk na selectie uit te printen. (pdf bestanden zijn te openen met het gratis programma Adobe Reader) De artikelen in ‘Kennis en kunde’ zijn een neerslag van vijf à tien boeken over dat onderwerp, eigen praktische ervaring en discussie met mijn vrouw (gesprekspartner tijdens onze dagelijkse wandelingen). Ik ben ook veel dank verschuldigd aan Coby voor haar taaladvies en aan Wim voor de gemoderniseerde opmaak. Bedankt voor jouw bezoek. Heeft een onderwerp je speciaal aangesproken? Wil je dan het adres van deze site: www.hplume.nl s.v.p. mailen naar vrienden? Het auteursrecht wordt daardoor niet geschonden. Ouders en grootouders willen graag dat uitvliegende kinderen de kunst verstaan zich in de maatschappij te handhaven en zichzelf te ontwikkelen tot evenwichtige mensen en tot verstandige volwassenen die weten om te gaan met allerlei kwesties in het dagelijks leven. Dit handboek van H. Plume kan hen daarbij helpen en geeft antwoord op talrijke praktische zaken. Levenservaring moeten jongeren die uitvliegen uiteindelijk natuurlijk wel zelf opdoen. Lezersbijdragen om dit boek verder te perfectioneren worden bijzonder gewaardeerd. U kunt mailen naar: < [email protected] > (Zie NB. hieronder) Natuurlijk is de behandelde materie hier en daar gevoelig voor verschillen van inzicht; de m.i. meest gangbare opvatting is beschreven. Voor eventuele aanvullingen en
165 verbeteringen ben ik u bij voorbaat dankbaar. Nieuwe bijdragen/onderwerpen moeten gericht zijn op verhoging van inzicht en levenswijsheid. Uw artikel kan per e-mail worden verzonden naar: < [email protected] > Na toetsing vindt opname op deze site plaats. Veelal weten we precies hoe anderen hun problemen moeten oplossen; voor onze eigen problemen blijkt dat veel moeilijker. Konden we onze problemen dus maar met elkaar ruilen ….. nietwaar? Als je naar de ander wijst, zijn er drie vingers op jezelf gericht. (NN)
H. Plume, april 2013 NB: Ter voorkoming van misbruik via zoekmachines, die geautomatiseerd e-mail adressen opsporen is het adres uitgebreid met de letters GEENSP AM, die letters moeten natuurlijk worden weggehaald.
Jongste revisiedatum 6-6-2014