Kenmerkend
NIEUWSBRIEF Nr. 6 - September 2009
Bescherming Bounty reep om zeep
Welke rechten kunnen er verbonden zijn aan een chocoladereep? Het woordmerk BOUNTY is natuurlijk goed beschermd. Mars,Inc. had er in 1998 aan gedacht de vorm van de reep als driedimensionaal merk te laten inschrijven. Echter, een concurrent, de Duitse firma Ludwig Schokolade GmbH & Co. KG vocht de geldigheid van de inschrijving aan bij het Europese Merkenbureau (OHIM). Deze firma Ludwig vond dat het merk geen onderscheidend vermogen heeft. Lees verder
Codicil Persoonlijkheidsrechten Het auteursrecht is naast het merk-, model- en octrooirecht een belangrijk instrument om inbreuk op uw intellectuele eigendom tegen te gaan. Om een beroep te doen op het auteursrecht heeft u geen registratie nodig. Het ontstaat namelijk van rechtswege mits uw werk vatbaar is voor weergave. Dit heeft als nadeel dat vele auteursrechthebbenden vergeten om regelingen te treffen over het persoonlijkheidsrecht in de 70 jaar volgend op hun sterfjaar. Lees verder
L’Oréal vs Bellure: goed nieuws voor bekende merken! Op 18 juni 2009 heeft het Europese Hof van Justitie uitspraak gedaan in een kwestie tussen L’Oréal en Bellure over de al dan niet toelaatbaarheid van het meeliften op het succes van een bekend merk. L’Oréal is de eigenaar van de bekende parfums Trésor, Miracle, Anaïs-Anaïs en Noa Noa en heeft diverse merkregistraties voor genoemde bekende merken. Lees verder
Modelrecht loopt op rolletjes Een “rolvoet” wordt door een concurrent iets anders uitgevoerd, een koffiezetapparaat en een zeepdispenser lijken op elkaar. Mag dat? Vormgeving kan worden beschermd door inschrijving als model. Hoe ver reikt de bescherming. Twee recente rechtszaken illustreren het belang van modelbescherming. Het “rolvoet”-conflict werd behandeld door de Rechtbank Assen. Het model in kwestie is een verrijdbare kunststof voet voor een reclamebordstandaard, die in 1999 als model in de Benelux is gedeponeerd. Wat was er aan de hand? . Lees verder
Nieuwsflitsen Benelux-merk bestaat al 40 jaar Domeinnaam-inbreuk Tamiflu Inbeslagname namaakartikelen Nog meer over domeinnamen
Bescherming Bounty reep om zeep Welke rechten kunnen er verbonden zijn aan een chocoladereep? Het woordmerk BOUNTY is natuurlijk goed beschermd. Mars,Inc. had er in 1998 aan gedacht de vorm van de reep als driedimensionaal merk te laten inschrijven. Echter, een concurrent, de Duitse firma Ludwig Schokolade GmbH & Co. KG vocht de geldigheid van de inschrijving aan bij het Europese Merkenbureau (OHIM). Deze firma Ludwig vond dat het merk geen onderscheidend vermogen heeft. Mars deed er uiteraard alles aan om de belangrijke inschrijving van het vormmerk in stand te houden en legde de kwestie uiteindelijk voor aan het Europese Gerecht van Eerste Aanleg. Als merkhouder benadrukte Mars bij het Gerecht de kenmerken die de chocoladereep onderscheiden, zoals de toepassing van ronde hoeken bij een langwerpige chocoladereep en de drie ribbels bovenop de reep. Volgens Mars heeft Ludwig niet aangetoond dat er andere repen zijn die een combinatie van zulke kenmerken bezitten. Beoordeling door het Gerecht van Eerste Aanleg Uit eerdere rechtspraak is al duidelijk geworden dat consumenten niet gewend zijn om de vorm van een product als een herkomstaanduiding (oftewel een merk) te zien. Een merk bestaat normaliter uit een woord of een grafisch element. Bovendien moeten vormen beduidend afwijken van hetgeen in de branche gebruikelijk is voordat ze als herkomstaanduiding kunnen worden aangemerkt. De BOUNTYreep bestaat – zoals zoveel repen – uit een langwerpige vorm. Dit is dus niets nieuws. Afgeronde hoeken zijn – zoals aangetoond door Ludwig – evenmin uniek voor dergelijke chocoladerepen. De ribbels bovenop de reep hebben meer een decoratieve aard dan dat ze als herkomstaanduiding gezien zullen worden. Ook is het waarschijnlijk dat de eindgebruiker meer aandacht zal besteden aan de verpakking van de reep en het merk dat daarop voorkomt dan aan de vorm van het product. De reep komt pas tevoorschijn als de verpakking is verwijderd. Met deze argumenten heeft het Gerecht korte metten gemaakt met de door Mars aangevoerde karakteristieken van het merk. Het Gerecht acht het uitgesloten dat de consument de vorm van deze reep kan onderscheiden van die van vormen van concurrenten. Het merk heeft dus geen onderscheidend vermogen. Hoe zit het dan met inburgering? Merken die geen onderscheid vermogen hebben, kunnen ingeburgerd zijn. Dit wil zeggen dat een teken na jaren van intensief gebruik door het publiek gezien wordt als merk. Een belangrijk argument van Mars was dan ook dat zij bij OHIM inburgering van de chocoladereep heeft aangetoond en dat OHIM de documenten niet juist heeft beoordeeld. Het Gerecht hierover: Mars moest aantonen dat het merk ten tijde van de aanvraag van inschrijving van het merk (in 1998) in de gehele EU (toen bestaande uit 15 lidstaten) was ingeburgerd. Voor elke lidstaat was dus bewijsmateriaal nodig. Dit ontbrak voor een aantal landen. Bovendien constateerde het Gerecht dat veel van het bewijsmateriaal betrekking heeft op het merk BOUNTY en niet zozeer op de vorm van de chocoladereep. Inburgering aantonen In zaken als deze is de bewijsvoering van het grootste belang. Een moeilijk punt is dat moet worden aangetoond dat het merk op het moment van de aanvraag is ingeburgerd. Dit brengt met zich mee dat een bedrijf diep in de archieven moet duiken. Uit voorgaande jurisprudentie is duidelijk dat inburgering moet worden aangetoond d.m.v. marktaandeel van het merk, de intensiteit, de geografische spreiding en de duur van het gebruik van dit merk, de hoogte van de reclamekosten van de onderneming voor het merk, het percentage van de betrokken kringen dat de waar op basis van het merk als afkomstig van een bepaalde onderneming identificeert, alsmede de verklaringen van de kamers van koophandel en industrie of van andere beroepsverenigingen. Ook een opinieonderzoek kan van belang zijn. Conclusie Het Gerecht van Eerste Aanleg ontzegde in deze zaak bescherming aan de vorm van de Bounty-reep. Dit betekent dat Mars vergelijkbare vormen van repen moet dulden, zolang de merken en de verpakking hiervan maar geen inbreuk maken op de overige rechten , zoals het bekende merk BOUNTY. Uit merkenrechtelijk oogpunt kan de vorm van de Bounty-reep een plaatsje innemen in de rij van eerdere vormen die niet als merk geaccepteerd werden, zoals het Lego bouwsteentje, het
Werther snoepje, een Philips scheerkop.. Gerecht van Eerste Aanleg, T-28/08, 8 juli 2009 Mars/OHIM
Codicil Persoonlijkheidsrechten Het auteursrecht is naast het merk-, model- en octrooirecht een belangrijk instrument om inbreuk op uw intellectuele eigendom tegen te gaan. Om een beroep te doen op het auteursrecht heeft u geen registratie nodig. Het ontstaat namelijk van rechtswege mits uw werk vatbaar is voor weergave. Dit heeft als nadeel dat vele auteursrechthebbenden vergeten om regelingen te treffen over het persoonlijkheidsrecht in de 70 jaar volgend op hun sterfjaar. Bij inbreuk op een merk, model en octrooirecht is het makkelijker om te bewijzen dat er sprake is van een recht omdat men een al dan niet geldige registratie kan laten zien. Aangezien er in geval van auteursrecht geen registratieverplichting is, het nog maar de vraag in hoeverre u zich succesvol kunt beroepen op het auteursrecht. Het is dan ook van belang voldoende bewijsmateriaal van het bestaan van uw auteursrecht op uw werk te verzamelen. Wij adviseren om in ieder geval uw werk goed te dateren en eventueel voor een dagstempel aan te bieden bij de belastingdienst of de notaris. Daarnaast is het zinvol om eens stil te staan bij wat er met uw werk gaat gebeuren als u er zelf niet meer bent. Het auteursrecht is in principe in handen van de maker, die daarnaast ook de persoonlijkheidsrechten heeft. Het auteursrecht kan worden overgedragen en uitgeoefend door een nieuwe houder. De persoonlijkheidsrechten blijven echter altijd bij degene die het werk heeft gemaakt zolang deze nog in leven is. Persoonlijkheidsrechten gaan niet over na het overlijden van de maker. De overdracht moet expliciet geregeld worden, bijvoorbeeld middels een verklaring hiertoe. Doet men dit niet, dan vervallen deze rechten en kunnen erfgenamen geconfronteerd worden met wijzigingen, ernstige verminking van het werk en het nalaten van naamsvermelding, zonder dat ze daar iets tegen kunnen doen. Om het verlies van dit belangrijke recht om te kunnen optreden te voorkomen hebben Boek9.nl en de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers (verder BNO) het zogenoemde Codicil Persoonlijkheidsrechten ontwikkeld. Op de website van de BNO is het codicil gratis te downloaden. Met het ondertekenen van dit codicil geeft u expliciet aan dat u uw persoonlijkheidsrechten na uw overlijden overdraagt aan één of meerdere aangewezen personen, zodat zij de persoonlijkheidsrechten kunnen blijven uitoefenen. Hoe de rechter in de praktijk zal omgaan met het Codicil is nog niet bekend, maar het is in ieder geval een belangrijke stap naar meer bewustwording bij makers om ervoor te zorgen dat auteursrechtelijk beschermd werk zo lang mogelijk beschermd wordt. Als u vragen heeft over auteursrecht of over andere vormen van intellectueel eigendom, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.
L’Oréal vs Bellure: goed nieuws voor bekende merken! Op 18 juni 2009 heeft het Europese Hof van Justitie uitspraak gedaan in een kwestie tussen L’Oréal en Bellure over de al dan niet toelaatbaarheid van het meeliften op het succes van een bekend merk. L’Oréal is de eigenaar van de bekende parfums Trésor, Miracle, Anaïs-Anaïs en Noa Noa en heeft diverse merkregistraties voor genoemde bekende merken. Bellure is een fabrikant van imitatieparfums en heeft o.a. een imitatie van het Trésor-parfum ontwikkelt en verkoopt dit onder de naam La Valeur. Zowel het flesje als de verpakking van La Valeur vertonen een zekere gelijkenis met die van Trésor. Daarnaast verkoopt Bellure ook een parfum genaamd Pink Wonder, welke een imitatie is van het Miracle-parfum van L’Oréal. Eveneens vertonen het flesje en de verpakking van Pink Wonder een zekere gelijkenis met die van Miracle. Ten behoeve van de verkoop van de imitatieparfums levert Bellure “vergelijkingslijsten” aan kleinhandelaars, zodat duidelijk is waarvan de luchtjes imitaties zijn. Zo staan alle bovengenoemde merken van L’Oréal op deze zogenaamde lijsten, waarbij de imitaties van Bellure naast de bekende parfums werden vermeld, zodat duidelijk is welke luchtjes de namaakversies zijn van de originelen. Omdat niet duidelijk is wanneer een partij ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het merk door gebruik van een teken dat overeenstemt met het bekende merk geeft het Hof nu nader uitleg hierover. Volgens het Hof kan er tegen dit ongerechtvaardigd voordeel worden opgetreden wanneer een derde door zijn gebruik “in het kielzog van het bekende merk probeert te varen om te profiteren van de aantrekkingskracht, de reputatie en het prestige van dat merk, en om zonder financiële vergoeding profijt te halen uit de commerciële inspanning die de houder van het merk heeft geleverd om het imago van dit merk te creëren en te onderhouden.” Daarbij is niet vereist dat tussen het bekende merk en het door de derde gebruikte teken een zodanige mate van overeenstemming bestaat dat daardoor bij het in aanmerking komend publiek verwarring kan ontstaan. Voldoende is dat het betrokken publiek een verband tussen het teken en het merk legt. Kortom, het is niet toegestaan om aan te haken om op dergelijke wijze te profiteren van het succes van het bekende merk, zonder dat daarvoor enige vergoeding wordt betaald. Goed nieuws voor alle bekende merkenhouders! Zij kunnen dankzij dit arrest van het Hof nu optreden tegen dit ongerechtvaardigd voordeel trekken indien zij erin slagen opzet om aan te haken te bewijzen.
Modelrecht loopt op rolletjes Een “rolvoet” wordt door een concurrent iets anders uitgevoerd, een koffiezetapparaat en een zeepdispenser lijken op elkaar. Mag dat? Vormgeving kan worden beschermd door inschrijving als model. Hoe ver reikt de bescherming. Twee recente rechtszaken illustreren het belang van modelbescherming. Het “rolvoet”-conflict werd behandeld door de Rechtbank Assen. Het model in kwestie is een verrijdbare kunststof voet voor een reclamebordstandaard, die in 1999 als model in de Benelux is gedeponeerd. Wat was er aan de hand? Van Raalte als exclusief licentiehouder, heeft de verrijdbare kunststof voet verkocht in de Benelux aan enkele grote ondernemingen. Van Raalte heeft in 2008 met de firma Herva uit België onderhandeld over de levering door Van Raalte van stoepborden. Dit heeft niet tot levering geleid. Begin 2009 werden in België gelijkende reclamebordvoeten gesignaleerd bij verschillende tankstations. Al gauw bleek dat de firma Herva deze had geleverd. De producten waren volgens Herva afkomstig van Sign Business Center uit Assen. In kort geding worden vervolgens door de modelhouder en de licentiehouder de Nederlandse firma Sign Business Center en de Belgische firma Herva gedaagd, waarbij onder meer de rechter gevraagd wordt om deze bedrijven op te leggen om de inbreuk op het model te staken en gestaakt te houden. Gedaagden bestrijden dat er sprake is van modelinbreuk en wijzen op de verschillen tussen de verrijdbare voeten. De voorzieningenrechter stelt echter vast dat er een grote mate van overeenstemming is. De verschillen die er zijn worden volgens de rechter niet opgemerkt door de geïnformeerde gebruiker. Het gaat dan vooral om een andere maatvoering, de pootjes, de vulopening en het handvat. Weliswaar zijn er nog andere rolvoeten in de handel, maar volgens de ter zitting getoonde afbeeldingen daarvan wijken deze veel meer af van de twee in het geding zijnde verrijdbare voeten. De rechter constateert dat er sprake is van inbreuk op de modelrechten van Staten en Van Raalte. In Arnhem vond de voorzieningenrechter dat een zeepdispenser van Aldi inbreuk maakt op het koffiezetapparaat dat wij onder het merk SENSEO kennen. Philips en Sara Lee/DE hebben het uiterlijk daarvan door een modelinschrijving laten beschermen. De rechter volgt de argumentatie van Philips dat Aldi geen enkele reden heeft om de belangrijke punten die het koffiezetapparaat zo herkenbaar maken, in de zeeppomp op te nemen. De esthetische elementen in de twee apparaten vertonen grote overeenkomsten en daarom legt de voorzieningenrechter Aldi een verbod op om de zeeppomp in de Benelux in de handel te brengen. Het gaat in dit geval om een voorlopige voorziening ter voorkoming dat producten op de markt gebracht worden die inbreuk maken op IE-rechten. De voorziening wordt nog gevolgd door een rechtszaak. Onder model wordt verstaan “het uiterlijk van een product” of “een deel van het uiterlijk van een product”. Het gaat om voorwerpen die industrieel of ambachtelijk zijn gemaakt. Een modelregistratie omvat een of meer foto’s of tekeningen van het product. Dit is wel zo gemakkelijk. In een conflict kan eenvoudig aan de inbreukmaker en aan de rechter worden getoond wat er beschermd is en sinds wanneer. Het is wel van belang dat de afbeeldingen duidelijk de details weergeven van het model. Deze kenmerken worden tenslotte vergeleken met de kenmerken van het inbreukmakende product. Zijn er enkele varianten van het product, dan kunnen deze in één inschrijving worden ondergebracht, een z.g. meervoudig depot. De juridische sectie geeft u graag informatie over de mogelijkheden.
Nieuwsflits Benelux-merk bestaat al 40 jaar Het Benelux-merk is in 40 jaar een begrip geworden. Op weinig gebieden is de Beneluxsamenwerking zo zichtbaar als op het terrein van merken. Op 1 juli 1969 werd het Benelux-Verdrag inzake de Warenmerken van kracht. België, Luxemburg en Nederland maakten daarmee een eind aan hun nationale merkenwetten en kozen voor één gezamenlijke wet. Dit was van belang voor het creëren van een gemeenschappelijke markt in de drie landen. Nu, 40 jaar later, wordt nog steeds vaak gebruik gemaakt van de Benelux-registratie voor een merk, ook al is het Gemeenschapsmerk een grote concurrent geworden. Bron: Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom.
Nieuwsflits Domeinnaam-inbreuk Tamiflu Beslissingen van WIPO Arbitration and Mediation Center laten vaak zien welke onderwerpen actueel of populair zijn. F. Hoffmann-La Roche AG trad met succes op tegen de domeinnaam tamiflu75.com De farmaceutische firma heeft wereldwijd registraties van het merk TAMIFLU voor preparaten tegen de griep. Toen zonder toestemming van Hoffmann-La Roche de domeinnaam tamiflu75.com in april 2009 werd geregistreerd, maakte het farmaceutische concern hiertegen bezwaar met als argument dat profijt werd getrokken van de bekendheid van het merk TAMIFLU. De houder van de domeinnaam nam niet de moeite om zich te verdedigen. Voor de arbiter van WIPO was er duidelijk sprake van het stichten van verwarring en het aantrekken van internetgebruikers voor commercieel gewin. De domeinnaam moet dan ook worden overgedragen aan Hoffmann-La Roche. Dit is in 2009 overigens niet de enige TAMIFLU-inbreukzaak die Hoffmann-La Roche bij WIPO aanhangig heeft gemaakt. Er zijn er tot dusver nog 10, waarvan de meeste resulteren in overdracht van de domeinnaam aan de rechtmatige eigenaar. Bron: WIPO Arbitration and Mediation Center Case D2009-0635, 1 juli 2009
Nieuwsflits Inbeslagname namaakartikelen – 2008 topjaar voor de Nederlandse douane De douane heeft de handen vol aan namaakgoederen. Vooral in Nederland is er een geweldige stijging te zien het aantal in beslaggenomen producten. Werden er in 2007 nog 4 ½ miljoen producten in beslaggenomen, in 2008 ging het om 65 miljoen. Het gaat om 37% van het totaal aantal nepproducten in de EU. Ter vergelijking, na Nederland komen Duitsland en Spanje met 15%. Bij zeetransport zien we het grootste aantal in beslaggenomen producten, daarna volgen wegvervoer en luchtvaart. In 2008 zijn er in de EU 49.000 gevallen geregistreerd van inbeslagname, tegen 43.000 in 2007. Populairste nepartikelen zijn Cd’s/Dvd’s gevolgd door sigaretten en kleding. Zorgelijk is ook dat er 20 miljoen producten in beslaggenomen zijn die schadelijk kunnen zijn voor gezondheid en veiligheid van de Europese burger. Het gaat om voedsel, producten voor persoonlijke verzorging, medicijnen en speelgoed. De meeste namaakproducten komen nog steeds uit China. Echter, namaakvoedingsmiddelen en dranken komen vooral uit Indonesië, namaakmedicijnen uit India en namaaksigaretten uit de Ver.Arabische Emiraten. In de meeste gevallen is sprake van inbreuk op het merkrecht, maar bij Cd’s / Dvd’s gaat het om auteursrechtinbreuk. Bron: rapport van de Europese Commissie van 9 juli 2009.
Nieuwsflits Nog meer over domeinnamen Het WIPO Arbitration and Mediation Center heeft dagelijks werk aan het beoordelen van conflicten tussen houders van domeinnamen. In de meeste gevallen wordt door houders van bekende merken opgetreden tegen derden die willen meeliften op het succes. Gelukkig kan op basis van merkenregistraties eenvoudig worden bewezen welke belangen er in het spel zijn. Inbreuk op merkrechten is snel aangetoond door te wijzen op de merkenregistraties. Enkele voorbeelden van zaken die in het voordeel van de merkhouder werden beslist: - British Airways tegen Wayne Nicholas/Beroca Holdings B.V.I. – de domeinnaam Britishairways.mobi moet worden overgedragen aan de rechtmatige eigenaar, British Airways (6 maart 2009). - Swarovski AG tegen Wang Xiao Ping uit China – de domeinnaam swarvski.com moet worden overgedragen aan Swarovski (4 maart 2009) - PRL USA Holdings, Inc vs Spiral Matrix, Kenia; deze laatste moet afstand doen van de domeinnaam ralphlaurenfabrics.org (10 maart 2009); - Eddy Merckx Rijwielen Cycles N.V. tegen Irfan Khalil uit de Verenigde Staten; deze laatste mag de domeinnaam eddymerckx.com niet langer voeren (12 maart 2009); - Chanel, Inc. tegen Domain Privacy Group uit Canada; Chanelsale.com behoort toe aan Chanel,Inc. (16 maart 2009) Bron: WIPO Arbitration and Mediation Center