KE NAKO, HET IS TIJD HET WK VOETBAL 2010 Een project voor kinderen van groep 7 en 8
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun! www.ipcnederland.nl
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun! 1
2
www.ipcnederland.nl
Inleiding op het IPC Van 11 juni t/m 11 juli is de hele wereld weer in de ban van het voetbal. Het WK brengt niet alleen geweldige internationale teams van sporters samen, maar ook veel supporters uit veel verschillende landen. Dit jaar zal het WK voor het eerst in Afrika worden gehouden. Het is symbolisch dat het plaatsvindt in Zuid-Afrika, waar nog maar zeer kort geleden apartheid heerste. Ook aan uw leerlingen zal de WK-gekte niet voorbijgaan! Maak nu kennis met de IPC-manier van leren: zonder leerdoel kun je niet scoren. Voor u ligt het WK-project 'Ke Nako, Het is tijd' van het International Primary Curriculum (IPC) voor het basisonderwijs. Hiermee kunt u in groep 7 en 8 een week lang thematisch werken aan de hand van het WK voetbal. In deze inleiding leest u over de indeling van het WK-project, hoe u telkens het leerdoel centraal zet, wat u aan materialen nodig hebt en wat het IPC is. Achtergrondinformatie voor uzelf over het WK voetbal en Zuid-Afrika vindt u achterin bij ‘The Big Picture’. Tot slot hoort bij dit project ook een ouderbrief. Zo kunt u de ouders op een prettige manier bij het WK-project betrekken. Het International Primary Curriculum (IPC) is een vooruitstrevend curriculum voor groep 3 t/m 8 waarbij effectief leren centraal staat. Het curriculum biedt ruim 80 thema's en omvat alle vakken behalve taal en rekenen. Het wordt wereldwijd op meer dan 800 scholen in 52 landen gebruikt. Een paar kenmerken: thematisch onderwijs met structuur, heldere leerdoelen, geïntegreerde internationale leerlijn en meervoudige intelligenties. Met het IPC ervaren zowel leerlingen als leerkrachten in het primair onderwijs dat er doelgerichter en met plezier wordt geleerd. IPC houdt rekening met verschillende manieren waarop leerlingen informatie verwerken, de meervoudige intelligenties. Per activiteit vindt u welke intelligentie wordt aangesproken. Het IPC is ontwikkeld ter ondersteuning van de leerkrachten zodat vier hoofddoelen kunnen worden bereikt. Deze zijn: ■ kinderen helpen de vakkennis, vaardigheden en inzichten te leren die zij nodig hebben om de wereld om hen heen te begrijpen; ■ kinderen helpen de persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen die zij nodig hebben om actief deel te nemen aan de wereld gedurende hun gehele leven; ■ kinderen helpen een internationale mindset te ontwikkelen naast het bewustzijn van hun eigen nationaliteit; ■ deze doelen bereiken op een manier die rekening houdt met hedendaags onderzoek naar hoe kinderen leren en hoe zij kunnen worden aangemoedigd om een leven lang te leren.
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
3
Leerdoelen Alle themalessen zijn gebaseerd op helder gedefinieerde leerdoelen die de vakinhoudelijke, persoonlijke en internationale kennis, vaardigheden en inzichten beschrijven die kinderen nodig hebben gedurende de diverse fasen van het primair onderwijs. Een leerdoel is een specifieke uitspraak over wat kinderen van verschillende leeftijdsgroepen moeten ‘weten’, ‘kunnen’ of waarin ze ‘inzicht’ moeten verwerven. Het IPC bevat leerdoelen voor alle zaakvakken, persoonlijke ontwikkeling en ‘internationale oriëntatie’. U vindt de leerdoelen bovenaan de omschrijving bij de betreffende activiteit. De doelen voor ICT en de internationale doelen zijn geïntegreerd in de activiteiten.
Voorbeeld: ‘Ik kan de belangrijkste geografische kenmerken van Zuid-Afrika op een kaart aanwijzen.’ Let op! Aan het begin van elke les legt u het leerdoel in kindertaal uit en maakt dit zichtbaar in de klas. Leerlingen weten nu precies wat er van ze verwacht wordt. Gedurende en/of aan het eind van de les bespreekt u met de kinderen in hoeverre de leerdoelen zijn behaald. (In de lesomschrijving worden meerdere doelen genoemd. Dit betekent dat u selecteert welk doel u op dat moment voor uw klas centraal stelt.)
Vragen of tips? Wij zijn ervan overtuigd dat leren de belangrijkste gebeurtenis is op elke school en wij willen dat kinderen plezier hebben in het onderwijs dat via het IPC plaatsvindt. Wij willen tegelijkertijd dat ook de leerkracht plezier heeft in het werken met het IPC. Heeft u opmerkingen die ons kunnen helpen om het leren van kinderen te verbeteren en om hun en uw eigen plezier hierin te vergroten? Heeft u vragen over het toepassen van het WK-project op uw school? Neem dan graag contact met ons op via
[email protected] of 070 – 300 10 40.
Leerlingen bespreken een mindmap
‘Kinderen leren verbanden leggen, zijn veel meer betrokken bij de lessen en absoluut leergieriger.’ Jan Willem Helmink, directeur van OBS de Esdoorn in Elst
4
www.ipcnederland.nl
Structuur van het WK-project Het IPC heeft een veelomvattende maar simpele structuur: elk thema bestaat uit een startpunt, de kennisoogst, uitleg van het thema, onderzoeks- en verwerkingstaken en de afsluiting. Startpunt: Een startpunt bevat een startactiviteit waardoor leerlingen gemotiveerd worden om met het thema aan de slag te gaan.
Kennisoogst: Een specifieke activiteit die plaatsvindt in de beginfase van elke unit. De kinderen geven tijdens de kennisoogst antwoord op de vraag: wat weten we al van het onderwerp? Ook kunnen ze aangeven wat ze graag zouden willen leren. Dit biedt leerkrachten de gelegenheid om hierop voort te bouwen.
Uitleg van het thema: Bij deze activiteit helpt de leerkracht om de kinderen het grote geheel van het thema te laten zien voordat ze beginnen. De leerkracht informeert de kinderen over wat ze gaan leren aan de hand van de leerdoelen.
‘The Big Picture’: Een vast onderdeel van elke unit voor leerkrachten die hen vakgerelateerde achtergrondinformatie biedt over de onderwerpen binnen de unit.
Onderzoeksactiviteit: Een van de twee soorten activiteiten die aan bod komen. Bij onderzoeksactiviteiten maken kinderen gebruik van diverse methoden om uitgebreide informatie te verzamelen.
Verwerkingsactiviteit: Bij verwerkingsactiviteiten interpreteren kinderen de verzamelde informatie. Bij het verwerken maken ze gebruik van verschillende intelligenties.
Afsluiting: Ieder thema eindigt met een (feestelijke) activiteit, waarbij de kinderen de kans krijgen om terug te kijken op het thema en anderen kunnen laten zien wat ze geleerd hebben.
Tijdsindicatie Het WK-project duurt ongeveer een week, uitgaande van een besteding van 9 uur. (Circa 4x een schoolmiddag + 1 uur bewegingsonderwijs) Geschat aantal minuten Startpunt
90
Kennisoogst, Uitleg van het thema
30
Aardrijkskunde
90
Geschiedenis
90
Lichamelijke Opvoeding
60
Muziek
60
Afsluiting
120
Totaal in uren
9 uur
Deze tijdsindicaties zijn flexibel en hangen van uw specifieke situatie af. Voor scholen die meer tijd aan het WK-project kunnen besteden, zijn er enkele extra activiteiten.
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
5
Voor aanvang van het project Om de projectweek soepel te laten verlopen, is het handig de volgende zaken vooraf te regelen: ■ Ouders ruim van tevoren uitnodigen als supporter tijdens het Startpunt en de Afsluiting; (Zie ook de ouderbrief achteraan deze unit.) ■ Vijf ouders per groep vragen die bij de afsluiting een voetbalteam willen vormen; ■ In deze unit kijkt uw klas regelmatig naar een filmpje of foto op internet. Heeft u geen digiboard of beamer, bedenk dan bijtijds een oplossing; ■ De kinderen vragen met hun (groot)ouders te praten over herinneringen aan voorgaande WK’s (voorbereiding bij het Startpunt); ■ (Afrikaanse) trommels verzamelen; ■ De staat van de computers, internetverbindingen en printers controleren; ■ Eventueel extra handen in de klas regelen voor tijdens de Afsluiting.
‘Iedereen kan iets leren, want samen leer je heel veel. Over elk thema weet iedereen wel iets, daardoor kunnen we ook een goede kennisoogst maken.’ Maarten uit groep 4
6
www.ipcnederland.nl
Themakader Startpunt
Lesbeschrijving
Benodigd projectmateriaal
WK voorrondes in vijf-tegen-vijf-
Doeltjes, voetbal, afzetpionnen,
wedstrijden
scheidsrechtersfluitje, schmink, lang touw (voor een slinger)
Kennisoogst
Uitleg van het thema
Verzamelen van de aanwezige kennis en
Post-it-briefjes (notitiebriefjes en tape)
van de gewenste kennis d.m.v. een poster
Grote vellen papier
De leerkracht geeft een totaalbeeld van
Groot vel papier
wat de kinderen gaan leren d.m.v. de doelen en de activiteiten Onderzoeks-/ verwerkings-
Aardrijkskunde:
Atlas, wereldkaart, globe, grote vellen papier,
opdrachten:
Geografische gegevens opzoeken en
foto’s van Zuid-Afrika
verwerken
Evt. knutselmateriaal en geluidsopnamemateriaal afhankelijk van de soort verwerking
Geschiedenis:
Kartonnen stroken, voldoende computers met
Tijdlijn of woordweb van de geschiedenis
printer
van Zuid-Afrika maken Bewegingsonderwijs:
Sportmaterialen, afhankelijk van de oefeningen
Een mindmap maken met belangrijke
die u kiest
vaardigheden van een voetballer. Een eigen trainingsplan maken en uitvoeren Muziek:
Djembés en andere trommels
Kennismaken met twee Zuid-Afrikaanse
(Zie het alternatief bij de lesomschrijving in het
artiesten.
geval dat dit echt niet mogelijk is)
Oefenen met het trommelen van ritmes Afsluiting
De kinderen kijken terug op de week.
Sportoefenmaterialen (zie gymles)
Wat hebben ze geleerd?
Doeltjes, afzetmateriaal, voetbal, fluitje
Een eigen WK-finale is de feestelijke
Danskleding voor enkele leerlingen, vlaggen,
afsluiting van het project
fototoestellen, notitieblokken Geluidsinstallatie bij het speelveld, trommels, rugnummers en T-shirts voor de ouderteams, knutselmateriaal voor decoratie En verder alles wat u zelf wilt toevoegen aan deze ‘WK-finale’
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
7
Startpunt (90 min) Leerdoel De kinderen zijn gemotiveerd om meer over het onderwerp te gaan leren.
Voorbereiding De ouders: Stuur de ouders vooraf een uitnodiging om op de startdag aanwezig te zijn als ‘supporters’. Moedig hen aan om zich te ‘verkleden’ voor het evenement door middel van kleding in oranje, in de kleuren van Zuid-Afrika of in de kleur van het land dat hun kind vertegenwoordigt. (Zie de ouderbrief.) De klas: U houdt een week voor de startdag een bijeenkomst zodat de kinderen weten dat dit eerste WK-evenement de volgende week plaats zal vinden. Speel het themalied van het WK 2010 van K’naan, ‘Waving Flag’. http://www.youtube.com/watch?v=uYNVdVhW4iA&feature=related http://www.youtube.com/watch?v=ryRVLglcLac&feature=related http://www.youtube.com/watch?v=GbPZDEx-8-Q U legt uit dat de klas aan het WK-project gaat werken en dat het Startpunt een spannende middag zal zijn met korte wedstrijden als voorrondes van het WK. U verdeelt de kinderen in teams van vijf. Elk team gebruikt de naam van een van de 32 deelnemende landen als ‘hun’ team. De twee beste teams zullen in de finale bij de Afsluiting vertegenwoordigd worden door een ouderteam. In de week tussen het Startpunt en de Afsluiting zullen kinderen van alles over het WK en Zuid-Afrika leren. U vraagt of de kinderen met hun (groot)ouders herinneringen willen ophalen aan deze onderwerpen. U vraagt hen om voor bij het Startpunt sportkleding in de kleuren van het landenteam mee te nemen. Ze mogen ook versiermaterialen meenemen voor in de klas. (Bijvoorbeeld posters van voetballers, foto’s en souvenirs van vakanties naar Zuid-Afrika, etc.) Uzelf: Bedenk een eventuele outfit voor uzelf bij het Startpunt. Maak een competitieschema voor de vijf-tegen-vijf-wedstrijdjes. Zet het speelveld (of speelvelden) klaar met daaromheen genoeg ruimte voor de kinderen en supporters. Zorg op een warme dag voor genoeg water.
Materiaal Papier, stiften of potloden, lang touw, lijm Computer met beamer, digiboard, of meerdere computers waar kinderen omheen kunnen staan Voetbal, doeltjes en materiaal om een speelveld uit te zetten Schmink
Lesopbouw Sfeer opbouwen (20 min) WK-voorrondes (70 min)
8
www.ipcnederland.nl
Sfeer opbouwen (20 min) De kinderen maken elk een driehoekvlaggetje met de vlag van hun team. Alle vlaggetjes worden dubbelgevouwen en met een beetje lijm aan een lang touw bevestigd. Deze slinger wordt opgehangen bij het speelveld. De kinderen schminken hun gezicht in de kleuren van hun team. Ze trekken de meegenomen sportkleding in de landkleuren aan. Ze verzinnen een yell voor hun team. (Bijvoorbeeld: ‘Holland, Holland, Oranje is the best. Wij gaan winnen, wij verslaan de rest!’ )
WK-voorrondes (70 min) Om iedereen in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan de wedstrijden, moeten de wedstrijden kort zijn. Denk aan drie à vier minuten per helft. Er zitten vijf kinderen in een team. Als u volgens de officiële regels wilt spelen, kunt u de regels van het zaalvoetbal aanhouden. http://www.knvb.nl/watdoenwe/spelregelsenreglementen U kunt ook volgens makkelijke basisregels spelen. Bijvoorbeeld geen buitenspel, en ingooien van de bal die uit is (i.p.v. het inschieten zoals bij zaalvoetbal gebeurt). De grootte van het veld is afhankelijk van de mogelijk heden die u heeft, maximaal circa 18 m bij 38 m. Dit is de grootte van een binnenzaal. U kunt kiezen voor een zaal binnen, een afgezet deel van het plein of een grasveld in de buurt. U speelt zoveel wedstrijden als u mogelijk en wenselijk acht, zolang elke groep maar minimaal een keer speelt. Spreek met de kinderen af hoe de beste twee teams geselecteerd worden (afvalrace, puntensysteem of doelsaldo bijvoorbeeld). U kunt kinderen die op het moment niet spelen een taak geven zoals: scheidsrechter, commentator (als u een microfoon of gemaakte megafoon hebt), supporter (inzetten van een ‘wave’). De twee landen van de teams die het beste presteren, zijn de twee landen die bij de Afsluiting door de ouderteams vertegenwoordigd worden. Bespreek dit duidelijk met de kinderen. Hoewel deze unit alleen voor groep 7 en 8 bedoeld is, kan het startpunt een evenement zijn voor de gehele school en zo gemeenschapsgevoel creëren.
‘Het IPC maakt leerlingen verantwoordelijk voor hun eigen leerproces.’ Peter Wassink, directeur van de Hollandse School Limited in Singapore
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
9
Kennisoogst (20 min) Leerdoelen De kinderen activeren hun voorkennis en leggen dit vast. Ook geven ze aan wat ze zelf zouden willen leren.
Voorbereiding
Opzoeken van het filmpje op internet over Nelson Mandela: http://www.youtube.com/watch?v=7Kw97MET4fE
Materiaal Computer met beamer, digiboard of meerdere computers waar kinderen omheen kunnen staan Post-it-briefjes of notitieblaadjes en tape Grote vellen papier
Lesopbouw Inventariseren van aanwezige kennis Bekijken video
U geeft elk kind een aantal post-it-briefjes en vraagt ze om op elk briefje een woord op te schrijven dat zij associëren met Zuid-Afrika en het WK. Vervolgens laat u de kinderen de korte video van Nelson Mandela zien, waarin hij hen uitnodigt voor het WK. Geef na eenmaal kijken de Nederlandse vertaling. Laat ze nogmaals kijken. Nederlandse vertaling: 27 jaar lang was ‘vrijheid’ het enige waar ik van kon dromen. Vrijheid om je uit te drukken. Vrijheid om je te bewegen en te verplaatsen. Vrijheid om te spreken over je mening en ideeën. Weinig plaatsen in de wereld bieden je de speciale gastvrijheid waar Zuid-Afrikanen om bekend staan. We nodigen je uit in ons mooie land, met open armen. U bespreekt de video met de kinderen. ■ Weten ze wie deze man is? ■ Begrijpen ze alles wat Nelson Mandela zegt? Waarom zegt hij dit tegen hen? ■ Wat zegt deze video hen over het Zuid-Afrika van toen en nu? U vraagt hen na de video om opnieuw te kijken naar wat ze hebben opgeschreven. Laat ze de woorden onderstrepen die overeenkomen met dingen die zij in de video hebben gehoord of gezien. Vraag hen om in duo’s hun aantekeningen met elkaar te vergelijken. Vervolgens geeft u elke tafel of groep een vel papier. De kinderen plakken hun post-its op dit vel. U stimuleert de kinderen om de voorkennis van Zuid-Afrika en het WK die op de vellen geplakt wordt, thematisch te ordenen. (Bijvoorbeeld geschiedenis, landschappen, stadions, de FIFA) De posters worden centraal in de klas opgehangen. De verzamelde kennis over Zuid-Afrika en voetbal op de posters kan in de loop van de tijd worden aangevuld.
ICT-tip: ze kunnen ook gebruikmaken van Wallwisher: www.wallwisher.com
10
www.ipcnederland.nl
Uitleg van het thema (10 min) Leerdoelen De leerkracht informeert de kinderen over wat ze gaan leren aan de hand van de leerdoelen per vakgebied. De kinderen hebben een overzicht van wat ze gaan leren zodat ze beter in staat zijn nieuwe verbanden te leggen.
Voorbereiding Lees de doelen bij elke les en bedenk hoe u deze doelen bij uw kinderen in kindertaal introduceert. Schrijf de doelen die bij de diverse vakgebieden staan op een vel papier. Selecteer daarbij één doel per vakgebied waarop u het accent wilt leggen.
Materiaal Groot vel papier (met daarop de doelen)
Lesopbouw U legt de doelen uit per vakgebied in kindertaal U legt een link met de kennis en vaardigheden die bij de kennisoogst genoemd zijn U hangt de doelen op zodat deze voor iedereen zichtbaar zijn. De leerkracht staat centraal!
Leg de kinderen uit dat dit project zich richt op het WK en dat ze meer te weten zullen komen over voetbal en Zuid-Afrika. U legt hen globaal uit wat zij in de komende week gaan leren en gaan doen.
Tijdens aardrijkskunde: ■ gaan we meer te weten komen over hoe Zuid-Afrika eruit ziet ■ gaan we meer te weten komen over de stadions waar de voetbalwedstrijden worden gespeeld
Tijdens geschiedenis: ■ gaan we meer te weten komen over de eerdere WK’s ■ gaan we meer te weten komen over de recente geschiedenis van Zuid-Afrika
Tijdens lichamelijke opvoeding: ■ gaan we kijken wat een goede voetballer nu zo goed maakt ■ maken we ons eigen trainingsplan en gaan we daarmee oefenen met de bal
Tijdens muziek: ■ gaan we meer te weten komen over de muziek van twee Zuid-Afrikaanse artiesten ■ gaan we leren hoe we moeten drummen
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
11
Taken Aardrijkskunde (90 min) Leerdoelen De kinderen zijn in staat om aardrijkskundige vragen over Zuid-Afrika te beantwoorden. Hierbij maken ze gebruik van verschillende hulpmiddelen zoals een globe, een atlas, Google Earth en informatieve websites. De kinderen weten globaal waar de stadions zich bevinden. De kinderen zijn in staat om de belangrijkste geografische kenmerken van Zuid-Afrika op een kaart aan te wijzen.
Voorbereiding Zoek de betreffende sites op. Bepaal welke verwerkingsmogelijkheden u de kinderen wilt geven. Zet de zoekvragen op het bord.
Materiaal Computer met beamer, digiboard of meerdere computers waar kinderen omheen kunnen staan. Atlassen, een globe, een wereldkaart en computers met Google Earth (http://earth.google.com) www.landenweb.net/zuid-afrika en www.zuidafrika.nl Grote vellen papier en stiften Afhankelijk van de verwerkingsmogelijkheden die u kiest mogelijk ook: knutselmaterialen, opname-apparaat, foto’s van Zuid-Afrika
Lesopbouw Onderzoeksactiviteit 1:
Zuid-Afrikaanse geografie opzoeken (30 min)
Verwerkingsactiviteit 1:
Zuid-Afrikaanse geografie weergeven (30 min)
Onderzoeksactiviteit 2:
Voetbalstadions opzoeken (15 min)
Verwerkingsactiviteit 2:
Voetbalstadions verwerken (15 min)
Onderzoeksactiviteit 1: Zuid-Afrikaanse geografie opzoeken (30 min) U vraagt de kinderen om tweetallen te vormen. Elk tweetal krijgt één van de volgende hulpmiddelen: atlas, wereldkaart, Google Earth, Google Maps, www.landenweb.net/afrika of www.zuidafrika.nl. De leerlingen zoeken Zuid-Afrika op. Ze moeten de plaats van het Afrikaanse continent aangeven ten opzichte van Nederland. Vraag de kinderen vervolgens om de antwoorden op de volgende zoekvragen te vinden. Geef hen daarvoor een vaste tijd op. Niet iedereen hoeft elk antwoord te vinden. Wanneer hun hulpmiddel het antwoord niet kan geven, schrijven ze een X op. ■ Wat zijn de belangrijkste/grootste steden van Zuid-Afrika? ■ Aan welke zee en/of oceaan ligt Zuid-Afrika? ■ Welke buurlanden heeft Zuid-Afrika? ■ Welke rivieren lopen er door Zuid-Afrika? ■ Welke berg(ketens) lopen er door Zuid-Afrika? ■ Hoe groot is de bevolking van Zuid-Afrika? Hoe groot is de bevolking van Nederland? ■ Hoe groot is de oppervlakte die Zuid-Afrika beslaat? Hoe vaak zou Nederland daarin passen? En Europa? U bespreekt de antwoorden met de kinderen. Vraag de kinderen om hun ontdekkingen te delen. Er zijn verschillende hulpmiddelen gebruikt. Zijn er verschillen tussen verschillende kaarten, bijvoorbeeld in legendagebruik of schaal? Hoe eenvoudig zijn de kaarten te lezen? Welke informatie hebben de kinderen op de websites gevonden? Kon iedereen het antwoord op elke vraag door middel van zijn hulpmiddel vinden?
12
www.ipcnederland.nl
Verwerkingsactiviteit 1: Zuid-Afrikaanse geografie weergeven (30 min) (visueel-ruimtelijke, verbaal-linguistische intelligentie) De kinderen gaan in groepen hun bevindingen verwerken. Dit kan op de volgende manieren: ■ Een tabel maken. Bijvoorbeeld: Belangrijke
Belangrijke
Zeeën/
locaties
steden
oceanen
Rivieren
Bergen
■ Een eigen kaart van Zuid-Afrika tekenen met bijpassende legenda. ■ Met knutselmateriaal een eenvoudig 3D-model (maquette) maken waarop alle landschapskenmerken te zien zijn. ■ Het land beschrijven aan iemand anders en deze beschrijving op een digitale audiospeler inspreken en opnemen. ■ De informatie in een informatief opstel verwerken. ■ Een mindmap maken met woorden en tekeningen/foto’s. Geef de kinderen gelegenheid om even bij elkaar te kijken naar de producten.
ICT-tip: Vraag de kinderen een ‘Glogster’ te maken. Dit is een gratis visueel blog waar ze video’s, muziek, tekst en foto’s kunnen plaatsen. Het werk kan gedeeld worden met andere kinderen in de klas, met de ouders en/of met de andere klassen van de school. http://drop.io/4denpdx/asset/glogster-wtih-de-ppt Onderzoeksactiviteit 2: Voetbalstadions opzoeken (15 min) (logisch-mathematische intelligentie) U laat de kinderen op http://www.fifa.com/worldcup/destination/index. html zoeken naar alle tien stadions die voor het WK zullen worden gebruikt. Ze moeten in staat zijn deze aan te wijzen op de kaarten die bij onderzoeksactiviteit 1 zijn gebruikt. Hoe heten de stadions? Hoe heten de steden waarin deze stadions liggen? Laat ze schatten hoe ver deze stadions uit elkaar liggen. Vergelijk deze afstanden met de afstand van Amsterdam naar Rotterdam, van Ajax naar Feyenoord. Wat betekent de afstand voor de supporters en spelers van het WK?
Verwerkingsactiviteit 2: Voetbalstadions verwerken (15 min) Vraag de kinderen om de stadions aan hun eerdere werk toe te voegen.
Extra activiteit Indien u extra tijd heeft, kunt u kinderen de volgende onderzoeksopdracht geven. Stel: ze willen naar het WK en mogen een van de stadions kiezen waar Nederland in de voorrondes speelt. Hun beste vriend(in) mag ook mee maar heeft andere interesses dan voetbal. Welke argumenten gebruiken ze om hun vriend(in) ervan te overtuigen ook mee te komen naar Zuid-Afrika? Welk stadion kiezen ze met het oog op de omgeving? Vraag de kinderen om vooraf te beslissen welke categorieën ze zouden willen onderzoeken: ■ Sportparken ■ Water- en landsporten ■ Bekende gebouwen ■ Stranden ■ Bergen/heuvels, wandelingen in de natuur ■ Musea ■ Flora en fauna
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
13
Taken Geschiedenis (90 min) Leerdoelen De kinderen zijn in staat een tijdslijn te maken over de geschiedenis van Zuid-Afrika en ze kunnen hierbij uitleg geven. De kinderen weten wat apartheid is en welke invloed de apartheid op Zuid-Afrika heeft (gehad). De kinderen kennen de begrippen die samenhangen met apartheid: discriminatie, vooroordeel, racisme. De kinderen zijn in staat belangrijke historische gebeurtenissen en de timing van grote internationale evenementen aan elkaar te koppelen. (Bijvoorbeeld het ontbreken van het Wereldkampioenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog.)
Voorbereiding Lees ‘The Big Picture’ (uw achtergrondinformatie) goed door zodat u zelf de leerlingen een samenvatting van de geschiedenis van Zuid-Afrika kunt geven. Zoek eventueel extra informatie (zie ‘leer- en hulpmiddelen’). Zoek de aangegeven foto’s en filmpjes op internet op. Zet de data en winnaars van voorgaande WK’s op het bord. Check of u voldoende computers heeft voor de verwerkingsopdracht. Als dit niet het geval is, zullen kinderen gedurende de dag om en om op de computer moeten werken. Dit kan invloed hebben op uw dagindeling. Bekijk voor uzelf het computerprogramma op www.wordle.net.
Materiaal Kartonnen stroken voor het maken van tijdlijnen Computer met beamer, digiboard of meerdere computers waar kinderen omheen kunnen staan Voldoende beschikbare computers voor de kinderen om hun tekst op te typen
Lesopbouw Onderzoeksactiviteit:
Ontbrekende WK’s onderzoeken (30 min)
Onderzoeksactiviteit:
Apartheid onderzoeken (30 min)
Verwerkingsactiviteit:
Tijdlijn of woordwolk maken (30 min)
Onderzoeksactiviteit: Ontbrekende WK’s onderzoeken (30 min) ((verbaal-linguistische, interpersoonlijke intelligentie) Laat de video zien van het eerste Wereldkampioenschap in 1930 in Uruguay of het tweede in 1934 in Italië. http://www.youtube.com/watch?v=1RqlyrXZ4KM http://www.youtube.com/watch?v=_4tTDbh3zqI&feature=related U vraagt de kinderen wat ze opvalt aan de wedstrijd. Vraag waarom zij denken dat dit het eerste Wereld kampioenschap was. Laat de kinderen de openingsceremonie zien van het vorige WK in Duitsland in 2006. http://www.youtube.com/watch?v=rYg1UsGjmDU&feature=related http://www.youtube.com/watch?v=Q0vRxrVRJ6w Welke verschillen en overeenkomsten zien ze? Verdeel de kinderen in groepjes. Laat elk groepje een venn-diagram maken met de verschillen en overeenkomsten. Wijs de kinderen er in elk geval op dat er minder landen meededen bij de eerste WK’s en dat bijvoorbeeld Afrikaanse landen niet meededen. Vraag hen of ze kunnen bedenken waarom dat zo is.
14
www.ipcnederland.nl
1930
Uruguay
1978
Argentinië
1934
Italië
1982
Italië
1938
Italië
1986
Argentinië
1950
Uruguay
1990
West-Duitsland
1954
West-Duitsland
1994
Brazilië
1958
Brazilië
1998
Frankrijk
1962
Brazilië
2002
Brazilië
1966
Engeland
2006
Italië
1970
Brazilië
2010
?
1974
West-Duitsland
Laat de lijst met WK-winnaars op het bord zien. De kinderen schrijven op een kladblaadje wat hen aan dit lijstje opvalt. Dit vergelijken ze vervolgens met hun tafelgenoten. Tot slot laat u elke tafelgroep enkele opvallende punten noemen. Mocht niemand het genoemd hebben, dan wijst u de klas op het ontbreken van de jaartallen 1942 en 1946. U vraagt hen welke historische gebeurtenis hierop van invloed zou kunnen zijn. U vertelt kort over de Tweede Wereldoorlog en wijst hierbij op het feit dat niet alleen Nederland in oorlog was. Tot slot vraagt u of de kinderen van hun (groot)ouders herinneringen aan voorgaande WK’s gehoord hebben.
Onderzoeksactiviteit: Apartheid onderzoeken (30 min) (verbaal-linguistische, interpersoonlijke intelligentie) U herinnert de kinderen aan de video waarin Nelson Mandela het Wereldkampioenschap aankondigt. Laat ze een foto zien waarop Nelson Mandela uit de gevangenis komt. http://photography.nationalgeographic.com/ photography/photos/100-days-photo-gallery/nelson-mandela-release-photography.html U vraagt of de kinderen nog weten wat Mandela in het filmpje zei. Waarom had hij het over vrijheid? Wat heeft deze foto daarmee te maken? Vertelt u daarna de kinderen over apartheid in Zuid-Afrika, het effect ervan op de levens van de mensen en de rol die Nelson Mandela heeft gespeeld om het land richting vrijheid te helpen. Praat met de kinderen over de volgende begrippen:
Racisme: Het woord ‘racisme’ komt van het woord ‘ras’. Racisme betekent geloven dat mensen inferieur (minderwaardig) zijn omdat zij een andere huidskleur hebben of uit een ander land komen. Meestal bestaat racisme uit een combinatie van vooroordelen en macht.
Vooroordeel: Een oordeel (mening) over iemand of een groep mensen dat niet op feiten is gebaseerd. Discriminatie: Als je een persoon anders behandelt vanwege de vooroordelen die je over die persoon (of groep) hebt. Vertel de kinderen over de geschiedenis van Zuid-Afrika. Tijdens het vertellen maken ze aantekeningen. De geschiedenis toont aan hoe modern Afrika zich ontwikkeld heeft. Praat met de kinderen over de belangrijkste oorzaken van het ontstaan van apartheid. Begin bij de ontdekking van goud en hoe dit de beslissing heeft beïnvloed om Johannesburg in tien jaar tijd te bouwen.
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
15
Nadat u klaar bent met vertellen, maakt u tweetallen. De tweetallen vergelijken hun aantekeningen. Als er nog twijfels of onduidelijkheden zijn, kunnen zij het internet, u of eventueel boeken op de boekentafel als bron gebruiken.
Verwerkingsactiviteit: tijdlijn of woordwolk maken (30 min) (logisch-mathematische, visueel-ruimtelijke, lichamelijk-kinestetische intelligentie) De helft van de klas maakt in tweetallen een korte samenvatting van het verhaal dat u verteld hebt. Let op: deze moeten uiteindelijk op de computer getypt worden. Vervolgens voeren zij hun tekst in op www.wordle.net. Deze website maakt er een printbare woordwolk van. De andere helft van de klas maakt per tweetal een tijdlijn van de geschiedenis van Zuid-Afrika op kartonnen stroken. U hangt de tijdlijnen en de woordwolken van Wordle op in de klas. De kinderen krijgen de gelegenheid om elkaars producten te bekijken.
Taken Lichamelijke opvoeding (60 min)
Leerdoelen De kinderen zijn in staat goede (voetbal)prestaties te herkennen. De kinderen zijn in staat deel te nemen aan een vijf-tegen-vijf-voetbalwedstrijd. De kinderen zijn in staat een eigen trainingsplan te maken. De kinderen zijn in staat de eigen prestaties te verfijnen en te verbeteren op basis van hun kennis over de benodigde vaardigheden.
Voorbereiding Opzoeken van de filmpjes op internet. Kiezen van de oefeningen die u tijdens de gymles wilt aanbieden. De kinderen kiezen hieruit drie oefeningen die zij elk acht minuten doen. U heeft, afhankelijk van uw klassengrootte, minimaal zes oefeningen nodig. Zorg ervoor dat deze oefeningen verschillende vaardigheden van een voetballer vergen, zodat er ook werkelijk een keuze gemaakt kan worden die past in het individuele trainingsplan. (Zie de verwerking voor suggesties.)
Materialen Computer met beamer, digiboard of meerdere computers waar kinderen omheen kunnen staan Gymzaal, speelveld of plein voor de gymles Materialen passend bij de gymoefeningen die u kiest
Lesopbouw Onderzoeksactiviteit: Mindmap ‘een goede voetballer’ maken (10 min) Verwerkingsactiviteit: Trainingsplan maken (10 min) Verwerkingsactiviteit: Voetbaloefeningen doen (40 min)
‘We werken aan een thema totdat we er alles over weten en dan beginnen we weer aan een nieuw thema.’ Casper uit groep 4
16
www.ipcnederland.nl
Onderzoeksactiviteit: Mindmap 'Een goede voetballer maken' (10 min) (visueel-ruimtelijke intelligentie) U laat de kinderen een video zien met een compilatie van goede voetbalmomenten. De kinderen bestuderen de voetballers om erachter te komen wat er zo bijzonder is aan hun prestatie. http://www.youtube.com/watch?v=p2zFqqskFM4 Meer weten over mindmappen? Ga naar www.leraar24.nl en zoek op 'mindmap'.
Maak naar aanleiding van het filmpje met de klas een mindmap met de vaardigheden van een goede voetballer. Denk aan: balcontrole, afleidingstactieken, spelinzicht, overspelen, samenwerken en communicatie, precisie, consistentie, conditie.
Verwerkingsactiviteit: trainingsplan maken (10 min) (lichamelijk-kinestetische intelligentie) U laat de kinderen het volgende filmpje zien. Welk ‘huiswerk’ doet deze jongen en waarom? http://www.youtube.com/watch?v=xkQ4P3HQQr0 Elk kind evalueert zijn of haar eigen voetbalvaardigheden. Welke woorden van de mindmap passen al bij hem of haar? Welke vaardigheden wil hij of zij beter oefenen? U vertelt de kinderen welke oefeningen er in de gymles klaar staan. Elk kind kiest uit het aanbod drie oefeningen die passen bij de vaardigheden die hij of zij wil oefenen. Zij mogen acht minuten aan een oefening werken. Leg uit dat ze nu een ‘trainingsplan’ gemaakt hebben. Laat ze de voetbaloefeningen met bijbehorende doelen voor zichzelf opschrijven.
Verwerkingsactiviteit: voetbaloefeningen doen (40 min) (lichamelijk-kinestetische, interpersoonlijke intelligentie) Begin met een opwarmoefening om het goede voorbeeld te geven. Laat de kinderen vervolgens plaatsnemen bij een van de oefeningen van hun trainingsplan. Stimuleer de kinderen om elkaar te ‘coachen’ en vooral aan te moedigen. Na acht minuten draait elk kind door naar een andere activiteit die op zijn of haar trainingsplan staat. U zorgt ervoor dat aan het eind van de les elke oefening een keer voorgedaan wordt door een van de kinderen die ermee gewerkt heeft. Een deel van de klas zal namelijk bij de afsluiting een trainingsplan voor het ouderteam maken. Hiervoor hebben zij ideeën voor verschillende oefeningen nodig. Dit zijn enkele voorbeelden van oefeningen: ■ Bal opgooien en met de voet stilleggen. Hierbij gooit het kind de bal in de lucht, laat de bal stuiteren en legt deze stil met een voet bovenop de bal. U kunt hiermee variëren: de bal gooien, op de knie laten stuiteren en stilleggen, de bal trappen en vangen, de bal koppen. ■ In groepjes van drie: twee kinderen zijn aanvallers en één is de verdediger. De aanvallers moeten voorbij de verdediger dribbelen. De eerste aanvaller moet proberen de bal af te pakken en de tweede aanvaller moet beslissen waar en hoe hij/zij de eerste aanvaller kan ondersteunen. Draai de rollen om. ■ Dribbelen ■ Schieten ■ Pass geven ■ Koppen ■ Conditieoefening
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
17
Wie weet komen de kinderen zelf ook met ideeën voor oefeningen. Andere suggesties voor oefeningen kunt u ook op internet vinden: www.soccer-trainer.nl: Bevat enkele gratis voorbeeldoefeningen voor kleine groepjes, met een bewegende plattegrond. www.voetbalhuiswerk.be: Oefeningen voor alleen of in tweetallen, met videobeelden. http://tinyurl.com/y6los4r: Engelse website met laagdrempelige oefeningen, met tekeningen. http://www.grassrootscoaching.com/index.htm: Oefeningen voor gevorderden, in groepjes, met 3D-animatiebeelden.
Extra Als u de oefeningen in meerdere gymlessen wilt herhalen, kunt u de kinderen notities van hun trainingen laten maken en de sessies op video vastleggen. Ze kunnen hun notities en filmbeelden bekijken en hun trainingsplan voor de volgende gymles hierop afstemmen. Uiteraard kunt u de kinderen daarna nogmaals vijf tegen vijf laten spelen. Hierbij stimuleert u hen om de geleerde vaardigheden toe te passen in de wedstrijd.
Extra Geef de kinderen elk een paar post-its of notitiebriefjes met een stukje tape. Elk kind schrijft per briefje een voetbalregel op die hij of zij kent. Wat mag wel? Wat mag niet op het veld? Daag kinderen die lid zijn van een voetbalvereniging uit om de moeilijkere regels op te schrijven. Maak op het bord twee vlakken. Elk kind plakt zijn regel in het goede vlak. Wel doen
Niet doen
Geef kinderen van een voetbalvereniging de kans om de regels van het spel uit te leggen aan de hand van dit schema. Vergelijk deze regels met de regels uit ‘The Big Picture’.
18
www.ipcnederland.nl
Taken Muziek (60 min) Leerdoelen De
kinderen zijn in staat nauwkeurig en respectvol naar muziek uit een andere cultuur te luisteren.
De
kinderen weten wat 'a capella' is.
De
kinderen begrijpen dat muzikanten muziek gebruiken om gevoelens te uiten en gebeurtenissen te beschrijven,
en dat de gebruikte taal daarbij belangrijk is. De
kinderen zijn in staat simpele ritmes te trommelen.
Voorbereiding Het
opzoeken van de filmpjes op internet.
Bedenken Indien
welke ritmes u de kinderen wilt laten trommelen en, indien nodig, deze zelf oefenen. (Zie voor suggesties de verwerking.)
u voor het alternatief zonder trommels kiest: kiezen welk lied u wilt aanleren. (Zie de genoemde website.)
Materialen Computer Djembés
met beamer, digiboard of meerdere computers waar kinderen omheen kunnen staan
en andere trommels
Eventueel
cd’s van Friestalige bands of bands die in dialect zingen zoals Skik en Rowwen Hèze
Lesopbouw Onderzoeksactiviteit: Zuid-Afrikaanse muziek bestuderen (30 min) Verwerkingsactiviteit: Trommelen (30 min)
Onderzoeksactiviteit (30 min) (verbaal-linguistische, muzikaal-ritmische intelligentie) U legt uit dat muziek een belangrijke rol speelt in het Afrikaanse leven en dat er veel grote Zuid-Afrikaanse muzikanten zijn en zijn geweest. Luister naar ‘Homeless’ van Ladysmith Black Mambazo. http://www.youtube.com/watch?v=XZgVQqf2jbw (vanaf drie minuten, het begint met een Engels intro) (Achtergrondinformatie over deze groep vindt u op http://www.mambazo.com/biography.html). U laat de kinderen de volgende vragen beantwoorden: ■ Hoe worden de stemmen gebruikt om verschillende effecten te bereiken? ■ Op welke manier helpt het tempo (de snelheid) en het ritme bij het creëren van effecten? (Laat de kinderen eventueel meeklappen met het nummer.) ■ In welke taal zingen ze? (Zulu) U legt het concept van a capella-muziek uit en dat het mogelijk is ontstaan uit religieuze muziek die mensen in een kapel zongen met alleen hun stem als instrument. Bespreek de kracht en impact van de stem als muziekinstrument. Laat de kinderen ook een modern nummer van deze band horen. http://www.youtube.com/watch?v=GI25MCeQGZE&feature=related Herkennen ze elementen uit het a capella-nummer zoals het stemgebruik en koorzang?
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
19
Vervolgens bekijken de kinderen de YouTube-video van Miriam Makeba met ‘the Click Song’. U bespreekt de manier waarop ze haar stem gebruikt en leg uit dat ze Xhosa spreekt, een van de talen in ZuidAfrika. (http://www.youtube.com/watch?v=2Mwh9z58iAU: Hier legt ze ook haar taal uit, maar de beeldkwaliteit is laag.) http://www.youtube.com/watch?v=OHxkiXALQjU: Het nummer zoals dit werd gezongen in 1966. U herinnert de kinderen aan de titel van dit thema, Ke Nako, in de taal Sesotho. Vertel over het grote aantal officiële talen dat Zuid-Afrika kent. Waarom zouden mensen in hun moedertaal willen zingen? Kennen we ook voorbeelden uit Nederland? (Friese liedjes zoals van De Kast. Ook enigszins vergelijkbaar zijn liedjes in dialect zoals Rowwen Hèze en Skik.)
Verwerkingsactiviteit: Trommelen (30 min) (interpersoonlijke, lichamelijk-kinestetische, muzikaal-ritmische intelligentie) Laat de kinderen goed luisteren naar de trommels die Miriam Makeba begeleiden. De meeste Afrikaanse trommels worden met de hand bespeeld, hoewel er voor sommige soorten ook drumstokken worden gebruikt. Leg aan de kinderen uit dat het belangrijk is om eerst de handen en vingers te ontspannen bij het bespelen van de trommel. Laat eventuele ringen af doen. Houd de vingers dan dicht bij elkaar en sla op de bovenkant van de trommel. Na het slaan op de trommel moet de hand van de bovenzijde van de trommel veren zodat de trommel kan resoneren. Als de hand niet van de bovenkant van de trommel veert, slaat het geluid dood. Zorg voor een aantal trommels, het liefst uit Afrika. Geef de kinderen wat tijd om te experimenteren met de trommels en met verschillende ritmes. U kunt ook de klas in groepen verdelen en elke groep een ander ritme meegeven. Inspiratie voor ritmes vindt u in verschillende filmpjes online: http://www.youtube.com/watch?v=OxUjwRsZRRE (workshopmoment van een groep 5/6) http://www.youtube.com/watch?v=2T7_CuCRPSw&feature=PlayList&p=55F0CEBAED3A5208&playnext_ from=PL&playnext=1&index=3 (Engelse djembé-docent doet voor, de klas doet het tijdens de stilte na) Alternatief bij onvoldoende djembés: De kinderen trommelen op de tafel het ritme mee. De kinderen klappen mee en schudden met (zelfgemaakte) ritmekokers. U kiest voor een compleet andere verwerking. Zoals het aanleren van een lied. Op de website http://www.mamalisa.com/?p=418&t=ec&c=69 vindt u songteksten en voorgezongen liedjes uit Zuid-Afrika. U kunt hierbij kiezen voor liedjes met Engelse tekst, in het Afrikaans of bijvoorbeeld in Zulu.
‘Onze leerlingen zijn ontzettend betrokken en kunnen hun creativiteit en vindingrijkheid helemaal kwijt in de thema’s.’ Linda van Oosten, afdelingsleider Prins Willem Alexanderschool in Rotterdam
20
www.ipcnederland.nl
Afsluiting (120 min) Doelen De kinderen zijn in staat te vertellen wat ze de afgelopen week hebben geleerd. De kinderen vieren met de leerkracht en ouders het einde van het project.
Voorbereiding Zorg
ervoor dat de ouders ruimschoots van te voren een uitnodiging hebben voor de afsluiting. Tijdens deze afsluiting speelt het
ouderteam van groep 8 de WK-finale tegen het ouderteam van groep 7. Hiervoor zijn er vijf ouders per team nodig. Indien er niet voldoende beschikbare ouders zijn, kunt u er ook voor kiezen om de twee beste teams van het startpunt tegen elkaar de finale te laten spelen. De overige ouders kunnen het gemaakte werk bewonderen en supporten tijdens de WK-finale. Vraag Zorg
eventueel extra handen in de klas om te helpen bij de voorbereidingen.
ervoor dat de groepjes kinderen over voldoende ruimte beschikken om zich voor te bereiden en te oefenen. (Ook voor de dans
en coachgroep!) Zet
alvast het veld op het plein of sportveld af. Hiervoor gebruikt u de vlaggetjesslinger van het startpunt. Zet de geluidsinstallatie
met het nummer ‘Waving flag’ alvast klaar bij het speelveld. Verder kunt u het wedstrijdtoneel zo echt maken als u wilt. Dit is niet noodzakelijk. Het maakt de afsluiting wel extra feestelijk. Denkt u aan een podium, merchandising, een beker om te overhandigen, tribune, etc.
Materialen Geluidsinstallatie Rugnummers Eventueel:
bij het speelveld
en teamshirts voor de twee ouderteams
catering – eten, drinken en een ‘kraampje’
Voor
de coachgroep: oefenmaterialen, dezelfde als u bij de gymles gebruikt hebt
Voor
de decoratiegroep: knutselmaterialen (sneldrogend!) en schmink
Voor
de dansgroep: de clip behorend bij ‘Waving Flag’, vlaggen, afgestemde danskleding
Voor de reportersgroep: fototoestellen, notitieblokken, Eventueel: camera (voor tv-verslag) en audiorecording apparatuur (voor radioverslag) Voor
de scheidsrechters en grensrechters: vlaggetjes (voor grensrechters) en fluitje (scheidsrechter), evt. gele en rode kaart
Voor
de omroeper: microfoon en versterking of megafoon (eventueel zelfgemaakt van karton)
Voor
de muziekgroep: trommels (djembés), de trommelclip uit de muziekles
Lesopbouw Terugkijken: Wat
hebben we geleerd? (15 min)
Voorbereiden
(45 min)
De WK-finale
(60 min)
Terugkijken (15 min) U pakt de aantekeningen van de kennisoogst erbij (de posters) en de doelen zoals u die bij de uitleg van het thema aan de kinderen hebt verteld. U vraagt de kinderen wat ze de afgelopen week geleerd hebben. Hierbij gebruikt u de kennisoogst. De kinderen vullen deze aan met wat ze nu weten.
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
21
Voorbereiden (45 min) U vertelt de kinderen dat ze vanmiddag met u en de ouders gaan vieren wat ze geleerd hebben. De opzet is hetzelfde als bij het startpunt, behalve dat de kinderen nu de leiding nemen. Elke klas is verantwoordelijk voor een van de ouderteams (een groepje van vijf volwassenen). Het team vertegenwoordigt een van de twee landen die bij het Startpunt in de voorrondes het best scoorden. Voordat de finale van start gaat, moeten de volwassenen ‘trainen’ met behulp van het trainingsprogramma dat de kinderen tijdens lichamelijke opvoeding hebben ontwikkeld. Dit wordt door een ‘coachgroepje’ van kinderen gedaan. Hiernaast zijn er nog andere taken om de WK-finale tot een succes te maken. De groepen zijn: ■ coachgroep ■ dansgroep ■ muziekgroep ■ reportersgroep ■ decoratiegroep ■ scheids- en grensrechtersgroep ■ evt. cateringgroep U verdeelt de kinderen over de groepen. Hierbij kunt u eventueel de kinderen van groepen 7 en 8 mengen, behalve in de coachgroepjes. U geeft elke groep vijftien minuten om op elkaar af te stemmen en afspraken te maken. De volgende dertig minuten worden besteed aan oefening of optimale voorbereiding. De coachgroep laat het ouderteam aan de hand van de mindmap zien welke vaardigheden een goede voetballer moet bezitten. De kinderen selecteren in onderling overleg enkele van de oefeningen die zij tijdens de gymles hebben gedaan en laten deze oefeningen door de ouders uitvoeren. Ze coachen de ouders en moedigen hen aan nog beter hun best te doen. De dansgroep bereidt een dans voor met gebruikmaking van vlaggen op het nummer ‘Waving Flag’. De dans zal de finaleceremonie openen. http://www.youtube.com/watch?v=GbPZDEx-8-Q. Geef de groep de tip mee om naar de achtergronddansers in de clip te kijken. Ze kunnen bewegingen uit het voetbal als inspiratie gebruiken (een schop of kopbeweging naar een denkbeeldige bal). Ook de tekst kan inspireren tot bepaalde bewegingen: ‘I will be stronger’, ‘Like a waving flag’. In de reportersgroep sluiten ze met elkaar kort wie welke rol op zich neemt. Wie neemt de foto’s? Wie schrijft het verslag? Welke informatie hoort er in het verslag? Worden er interviews afgenomen? Wanneer doen ze dit? Hoe gaan ze hun verslag publiceren - schoolwebsite of papieren schoolkrant? Ze kunnen de overige tijd gebruiken om te oefenen of interviews af te nemen. De omroepers bereiden een introductiepraatje voor. Hierin kunnen zij een deel van de geleerde kennis laten zien. U geeft hen de opdracht om de finale te beginnen met een: ‘Welkom in Zuid-Afrika… het land van…’ Ook zetten ze de namen van de spelers en rugnummers op een rij, zodat ze de teams kunnen introduceren.
‘We werken niet altijd op papier, maar steeds anders.’ Annique uit groep 3
22
www.ipcnederland.nl
De muziekgroep zal de wedstrijd begeleiden met trommelmuziek. U laat hen oefenen met verschillende ritmes. De kinderen spreken af wie het ritme inzet en wie volgt. Zo kunnen ze tijdens de wedstrijd van ritmes wisselen. Laat de kinderen tekens afspreken om beurten door te geven (bijvoorbeeld knikken met het hoofd). Eventueel kunnen ze de video van de muziekles gebruiken ter inspiratie en oefening. De decoratiegroep maakt versiering in de landkleuren van de twee ouderteams. De ouderteams vertegen woordigen immers de twee landen die bij het Startpunt het beste scoorden. Denk eraan dat de decoratie direct opgehangen wordt en dus snel droog moet zijn. Mogelijke versieringen: vlaggen, schminken van de supporters, slingers. De leden van de scheidsrechtersgroep nemen met elkaar de spelregels nog eens door en inspecteren het veld. Ze verdelen de rollen. Ze oefenen de loting om de veldkant waar een wedstrijd mee begint. Wanneer u veel leerlingen heeft, kunt u ook nog een cateringgroep inschakelen die Zuid-Afrikaanse hapjes maakt en verkoopt voor een goed doel.
De finale (60 min) De omroepers introduceren Zuid-Afrika. De dansers openen het evenement. Vervolgens lopen de teams het veld op die door de omroepers worden geïntroduceerd. De scheidsrechter loot om wie de kant van het veld mag kiezen. De finale duurt tweemaal tien minuten. (Wanneer u ook een cateringgroep heeft, geeft u de gelegenheid om tijdens de rust iets te kopen.) Tijdens het spelen zorgen de trommelaars voor muzikale ondersteuning. De reporters lopen rond, schrijven een verslag en maken foto’s. Na de wedstrijd kunnen de ouders en kinderen nog even napraten in het klaslokaal waar de kinderen ook kunnen laten zien wat ze geleerd hebben.
Let op! De reporters hebben in de volgende week gelegenheid nodig om hun verslag te verwerken en te presenteren.
‘Doen wordt leren. Het IPC verbetert niet alleen het leerproces van kinderen, maar ook van de leerkracht, directie, de school als geheel.’ Hans Luijten, IPC-trainer
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
23
ICT & Internationale leerdoelen De leerdoelen ICT De
kinderen weten dat ICT gebruikt wordt om informatie te verzamelen en uit te wisselen.
De
kinderen zijn in staat informatie uit verschillende bronnen te combineren.
De
kinderen zijn in staat ICT te gebruiken om informatie in verschillende vormen te presenteren.
Internationale leerdoelen De
kinderen hebben een globaal idee van het leven van mensen in Zuid-Afrika.
De
kinderen weten hoe de ontwikkeling van Zuid-Afrika werd en wordt beïnvloed door andere landen.
De
kinderen zijn in staat de verschillen en overeenkomsten tussen de levens van mensen in Nederland en Zuid-Afrika aan te geven.
De
kinderen begrijpen dat zowel de verschillen als de overeenkomsten tussen landen waardevol zijn.
De
kinderen zijn in staat interesse en respect te tonen voor culturele uitingen als muziek, ook als die anders zijn dan de eigen
voorkeur.
Let op! Het WK-project bevat geen specifieke ICT-taken, maar ICT speelt wel een belangrijke rol tijdens het project. Er zijn voldoende gelegenheden om de doelstellingen te bewerkstelligen binnen de andere activiteiten. Er zijn tevens geen afzonderlijke internationale activiteiten omdat de internationale leerdoelen zijn ingebed in vrijwel alle andere activiteiten.
‘Omdat de wereld op allerlei manieren bij kinderen binnenkomt, zijn de internationale leerdoelen heel waardevol.’ Fred ter Heide, directeur christelijke Willem de Zwijgerschool in Monnickendam
24
www.ipcnederland.nl
The Big Picture (achtergrondinformatie) Geschiedenis van het voetbal De vroegste vorm van voetbal wordt toegeschreven aan de Chinezen en gaat terug tot de tweede en derde eeuw v. Chr. in China. Thu’ Chu werd gespeeld met een leren bal gevuld met veren en haar. De bal moest worden getrapt en spelers mochten hun handen niet gebruiken. Het doel was een net met een gat van slechts 30 à 40 cm breed dat tussen twee bamboepalen was gespannen van ruim 9 meter hoog. Om te scoren moest de bal door het gat in het net worden geschoten. Een andere vorm van voetbal was het Japanse Kemari, dat ongeveer vijf- à zeshonderd jaar later begon en nu nog steeds wordt gespeeld. De spelers stonden in een cirkel en moesten de bal naar elkaar schieten zonder de bal de grond te laten raken. Van de Oude Grieken is bekend dat ze een spel speelden met de naam ‘Episkyros’. Een van de basisregels was dat het was toegestaan om de handen te gebruiken. Hierdoor lijkt het in feite waarschijnlijk meer op rugby dan op voetbal. Het Romeinse spel Harpastum stond bekend als ‘het kleine balspel’. De bal die werd gebruikt was klein en hard en had waarschijnlijk ongeveer de grootte en stevigheid van een softbal. Harpastum was nog steeds een spel in rugbystijl (zowel handen als voeten mochten worden gebruikt); het veld was rechthoekig. In veel verschillende delen van de wereld speelden inheemse volkeren een aantal traditionele balspelen. De Inuït speelden een vorm van voetbal met de naam ‘Aqsaqtuk’. Australische Aboriginals speelden het spel Marn Grook. Sommige Native Americans speelden Pahsaheman. In de middeleeuwen werd een vorm van voetbal gespeeld met de naam ‘Shrovetide’. Een opgeblazen varkensblaas werd vaak als bal gebruikt. Het spel was echter vaak zo gewelddadig dat koning Edward III een einde aan het spel probeerde te maken door het aannemen van wetten. In 1815 werd een aantal spelregels vastgelegd door Eton College zodat Shrovetide minder gewelddadig werd en zich meer ontwikkelde tot een echte sport. In 1848 werden aan de Universiteit van Cambridge de zogenaamde ‘Cambridge Rules’ opgesteld. De in 1857 opgerichte Sheffield Football Club, die in het algemeen wordt beschouwd als ‘s werelds oudste voetbalclub, speelde volgens eigen regels van het voetbal: de ‘Sheffield Rules’. Andere clubs en verenigingen in het noorden van Engeland namen deze regels vervolgens over. Op 26 oktober 1863 werd de eerste voetbalbond opgericht, de Football Association. De FIFA is de internationale voetbalbond en werd in 1904 in Parijs opgericht. Het hoofdkantoor bevindt zich in Zürich (Zwitserland) en de huidige voorzitter is Sepp Blatter. De FIFA is verantwoordelijk voor het bepalen van spelregels, het houden van toezicht op internationale transfers van spelers, het opstellen van uniforme standaards op het gebied van arbitrage en het organiseren van internationale competities.
‘Kinderen krijgen door de IPC-aanpak een heel goede binding met de leerstof.’ Ed van Uden, leerkracht bovenbouw, OBS de Esdoorn in Elst
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
25
Geschiedenis van het WK Het eerste WK werd gehouden in Uruguay in 1930. Uruguay speelde in de finale tegen Argentinië en won met 4-2. De drijvende kracht achter het WK was de toenmalige voorzitter van de FIFA, Jules Rimet (naar wie de eerste, massief gouden WK-trofee werd vernoemd). Vijf landen hadden zich kandidaat gesteld voor de organisatie van het eerste WK. De vier afgevallen Europese landen weigerden direct om naar Uruguay in het verre Latijns-Amerika te reizen. Uiteindelijk deden slechts vier Europese landen mee: Frankrijk, België, Joegoslavië en Roemenië. De andere deelnemers waren allemaal afkomstig uit Noord-, Midden- en Zuid-Amerika: Uruguay, Argentinië, Brazilië, Chili, Mexico, Bolivia, Peru, Paraguay en de Verenigde Staten. De FIFA koos Italië als organisator van het tweede FIFA-WK en deze keer dienden er kwalificatiewedstrijden te worden gespeeld om op zestien finalisten uit te komen. Italië stond in de finale tegen Tsjechoslowakije en won in de verlenging met 2-1. Voor de eerste keer werd de finale uitgezonden via de radio. Hieronder vindt u de datum, plaats en uitslag van de daaropvolgende WK’s:
Jaar
Gastland
Finale
Uitslag
1938
Frankrijk
Italië - Hongarije
4-2
1950
Brazilië
Uruguay-Brazilië
2-1
1954
Zwitserland
Duitsland - Hongarije
3-2
1958
Zweden
Brazilië - Zweden
5-2
1962
Chili
Brazilië - Tsjechoslowakije
3-1
1966
Engeland
Engeland - Duitsland
4–2 (verlenging)
1970
Mexico
Brazilië - Italië
4-1
1974
Duitsland
Duitsland - Nederland
2-1
1978
Argentinië
Argentinië - Nederland
3–1 (verlenging)
1982
Spanje
Italië - Duitsland
3-1
1986
Mexico
Argentinië - Duitsland
3-2
1990
Italië
Duitsland - Argentinië
1-0
1994
Verenigde Staten
Brazilië - Italië
3–2 (verlenging en strafschoppen)
1998
Frankrijk
Frankrijk - Brazilië
3-0
2002
Korea en Japan
Brazilië - Duitsland
2-0
2006
Duitsland
Italië - Frankrijk
5–3 (verlenging en strafschoppen)
2010
Zuid-Afrika
‘Bij elk IPC-project kom je meer te weten, je wordt steeds slimmer.’ Bas uit groep 4
26
www.ipcnederland.nl
Voetbalterminologie http://www.nationmaster.com/encyclopedia/Image:Football-pitch-imperial.svg Aftrap
De aftrap wordt genomen vanaf de middenstip aan het begin van de eerste en tweede helft van de wedstrijd en nadat een doelpunt is gemaakt.
Middenstip
De stip in het midden van het veld; vanaf deze plaats wordt afgetrapt.
Hoekschop
Een vrije schop vanaf de hoek van het veld. Een hoekschop wordt toegekend wanneer de bal over de achterlijn is gegaan en het laatst is aangeraakt door een speler van de verdedigende partij. Een hoekschop wordt genomen vanuit de hoek die het minst is verwijderd van de plaats waar de bal over de lijn is gegaan.
Ingooi
De bal wordt ingegooid nadat de bal de zijlijn heeft overschreden. Een speler die een ingooi doet, moet met beide voeten op of achter de zijlijn staan, moet in contact blijven met de grond en moet de bal met beide handen achter het hoofd ingooien. Men kan niet rechtstreeks een doelpunt maken met een ingooi.
Directe vrije schop
Een vrije schop waarbij de speler die de vrije schop neemt, de bal rechtstreeks in het doel mag trappen.
Dribbelen
De bal aan de voet houden tijdens het rennen.
Overtreding
Elke onreglementaire actie.
Gele kaart
Een scheidsrechter trekt een gele kaart als waarschuwing bij een kleine overtreding (gele en rode kaarten werden voor het eerst gebruikt in het WK in Mexico in 1970).
Rode kaart
Een rode kaart wordt uitgedeeld aan een speler wanneer deze speler een ernstige overtreding heeft begaan of binnen dezelfde wedstrijd twee gele kaarten heeft gekregen. Wanneer de rode kaart wordt getoond door de scheidsrechter betekent dit dat de speler van het veld wordt gestuurd. De weggestuurde speler mag niet worden vervangen.
Vrije schop
Een vrije schop wordt toegekend aan een speler van de tegenpartij wanneer een speler een overtreding heeft begaan.
Strafschop
Een strafschop wordt toegekend wanneer een overtreding is begaan binnen het strafschopgebied. De speler die een strafschop neemt, heeft alleen de keeper als tegenstander.
Strafschopgebied
Het rechthoekige gebied voor het doel waarin de keeper de bal mag oppakken. Vanwege de afmetingen wordt het strafschopgebied ook wel het zestienmetergebied genoemd.
Strafschopstip
Een strafschop wordt genomen vanaf de strafschopstip; de gemarkeerde stip op elf meter afstand van het doel.
Doeltrap
Een doeltrap wordt toegekend aan het verdedigende team wanneer de bal door het aanvallende team over de doellijn wordt gespeeld. In principe kan elke speler een doeltrap nemen, maar meestal wordt deze genomen door de keeper.
Obstructie
Het veroorzaken van obstructie – het afhouden van een tegenstander met het lichaam – wordt bestraft met het toekennen van een (indirecte) vrije schop aan de tegenstander.
Buitenspel
Een speler staat in buitenspelpositie als hij dichter bij de doellijn van de tegenstander staat dan de bal en de voorlaatste tegenstander. Dit geldt niet wanneer de speler zich op zijn eigen speelveldhelft bevindt. De tegenstander krijgt vervolgens een (indirecte) vrije schop op de plaats waar het buitenspel heeft plaatsgevonden.
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
27
Geografie van Zuid-Afrika Officiële naam: Republiek van Zuid-Afrika Oppervlakte: 1.219.912 km2; dat is groter dan Texas en Californië samen. Hoofdstad: Pretoria Officiële taal: Elf officiële talen, waaronder Zulu, Xhosa (kho-suh) en Engels Klimaat: Koude winters en warme, vochtige zomers Producten: Goud, diamanten, ijzererts, platina, zilver, machinerie, maïs, tarwe, suikerriet en druiven Stadions Green Point, Kaapstad Moses Mabhida, Durban Nelson Mandela, Port Elizabeth Mmobela, Nelspruit Ellis Park, Johannesburg Soccer City, Johannesburg Loftus Versfeld, Pretoria Free State, Bloemfontein Royal Bafokeng, Rustenburg Peter Mokaba, Polokwane
‘We mogen veel kijken naar platen en filmpjes. Dan kun je het je beter voorstellen.’ Emma uit groep 3
28
www.ipcnederland.nl
Geschiedenis van Zuid-Afrika 15e eeuw
Zulu- en Xhosa-stammen stichten grote koninkrijken in de Zuid-Afrikaanse regio.
1652
De Nederlanders stichten de haven Kaapstad. Zij zijn de eerste Europeanen die zich vestigen in Zuid-Afrika.
1852
De Britten nemen de macht over in Kaapstad.
1886
De ontdekking van goud maakt Johannesburg een rijke stad.
1899-1902
Nederlandse kolonisten vechten tegen de Britten in de Boerenoorlog. De Britten krijgen uiteindelijk de macht over Zuid-Afrika.
1910
Zuid-Afrika wordt een onafhankelijke staat.
1918
Rolihlahla Dalibhunga Mandela wordt geboren op 18 juli in een klein dorp in Zuid-Afrika. Een leraar geeft hem later de Engelse naam Nelson.
1948
De apartheid wordt ingevoerd. Met behulp van wetgeving worden verschillende raciale groepen wettelijk en fysiek gescheiden.
1952
Het Afrikaans Nationaal Congres, een groep die strijdt voor de burgerrechten van de zwarte bevolking, start de campagne ‘Defiance of Unjust Laws’ als protest tegen apartheid. Nelson Mandela is een van de leiders van het ANC.
1960
Bij een demonstratie tegen de apartheid in de stad Sharpeville worden 67 Afrikanen gedood.
1962
Mandela wordt gearresteerd op verdenking van samenzwering tegen de regering. Hoewel hij politiek actief blijft, zal hij 27 jaar in de gevangenis verblijven.
1976
Honderden zwarte demonstranten worden gedood tijdens een opstand in Soweto.
1990
President F.W. de Klerk kondigt het einde van de apartheid aan. Mandela wordt vrijgelaten na een gevangenschap van 27 jaar.
1993
De Klerk en Mandela ontvangen gezamenlijk de Nobelprijs voor de Vrede.
1994
In Zuid-Afrika worden voor het eerst verkiezingen gehouden waarbij alle rassen kunnen stemmen. Nelson Mandela wordt gekozen tot president.
1999
Mandela treedt af als president.
2004
Het Afrikaans Nationaal Congres boekt een geweldige verkiezingsoverwinning en krijgt bijna 70 procent van de stemmen. Thabo Mbeki begint aan zijn tweede termijn als president.
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
29
Nelson Mandela Nelson Rolihlahla Mandela werd geboren op 18 juli 1918 en was president van Zuid-Afrika van 1994 tot 1999. Voor zijn presidentschap was Mandela een antiapartheidsactivist en was hij actief in het ANC. De ZuidAfrikaanse rechtbank veroordeelde hem tot 27 jaar gevangenschap op beschuldiging van sabotage en andere misdaden die hij had begaan in de tijd dat hij aan het hoofd stond van de anti-apartheidsbeweging. Na zijn vrijlating uit de gevangenis op 11 februari 1990 zette Mandela zich in voor verzoening en onderhandeling en droeg hij bij aan de overgang naar een multiraciale democratie in Zuid-Afrika.
www.spreekbeurtnelsonmandela.nl
Leer- en hulpmiddelen In deze leer- en hulpmiddelen vindt u meer achtergrondinformatie.
Websites http://www.fifa.com/worldcup/teams/ Website van de FIFA met profielen van de teams, informatie over de speeldata en de locaties van de stadions, in het Engels. http://www.ek-wk.nl/2010/speelschema/ Onder andere het speelschema en nieuws over het Nederlands Elftal. http://www.wkvoetbalinfo.nl/speelschema Onder andere het speelschema en nieuws over het Nederlands Elftal. http://www.landenweb.net/zuid-afrika/ Algemene achtergrondinformatie over Zuid-Afrika.
Video’s http://www.youtube.com/watch?v=X9BLycRfGIw Alle WK-stadions in Zuid-Afrika. http://www.youtube.com/watch?v=kyLoK0Hh0UY&NR=1 Promotievideo van een fan over het Nederlandse team dat zich gekwalificeerd heeft voor het WK. http://www.youtube.com/watch?v=nQCxDGoXnNY&feature=related Tijdlijn van alle WK-winnaars.
30
www.ipcnederland.nl
http://football.sony-asia.com/en/index.html#/fevacast Verschillende uitstekende video’s door Zuid-Afrikaanse commentatoren, mooi beeldmateriaal. http://www.zuidafrikaspecialist.nl/pages/video Nederlandse promotiefilm over Zuid-Afrika. http://www.touratrek.nl/zuid-afrika-namibie/fotos-en-video-zuid-afrika-en-namibie.html Toeristisch promotiefilmpje met veel verschillende landschappen en omgevingen van Zuid-Afrika. http://geschiedenis.vpro.nl/dossiers/26339929/ Uitgezonden informatie van VPRO over Zuid-Afrika, geschikt als achtergrond en verdieping voor de leerkracht.
Boeken Er zijn veel informatieve voetbalboeken in de handel. De boeken hieronder zijn slechts suggesties. Ik woon in Zuid-Afrika Redactie: Han Lans Twaalf kinderen met een totaal verschillende achtergrond vertellen hoe het is om in Zuid-Afrika te wonen. KIT Publishers | april 2002 Het Moderne Zuid-Afrika Auteur: Rob Bowden Deze serie geeft inzicht in hoe landen veranderen en de uitdagingen van de 21ste eeuw tegemoet treden. In elk deel vind je informatie en cijfers over belangrijke geografische onderwerpen. Interviews geven je een indruk van hoe mensen het verleden, het heden en de toekomst van hun vaderland zien. Ars Scribendi | 2009 Voetbal is kicken! Auteur: J.W. van der Horst Jij weet vast bijna alles over voetbal. Maar straks weet je nog veel meer. Heb jij bijvoorbeeld wel eens van het zogenaamde ‘lama-incident’ gehoord? En weet jij wie er als jongste speler ooit, voor het eerst in Oranje speelde? Of welke voetballer altijd met rugnummer 14 speelde? Uitgeverij Kluitman Alkmaar B.V. | 2006 Voetbal in een notendop Auteur: Harold de Croon Wist je dat je vroeger bij het voetbal je handen mocht gebruiken? En dat de eerste Nederlandse voetbalclub in 1879 werd opgericht? En dat een voetbal tussen de 410 en 450 gram moet wegen? Uiteraard komen de spelregels en het Nederlands elftal aan bod, maar de auteurs hebben meer over voetbal te vertellen. Deel uit de serie ‘Notendop junior.’ Van Goor | 2006 Beter in sport-serie: Voetbal Auteur: Clive Gifford In dit boek leer je stap voor stap alles over je favoriete sport. Ontdek hoe je je vaardigheden, tactisch inzicht en theorie kunt verbeteren – van beginnersniveau tot de officiële regels. NBD/Biblion | 2009 Voetballeesseries: Snelle Jelle, Auteur: Ad van Gils, Kluitman | 1991-1995 De Voetbalgoden, Auteur: G. Van Gemert, Clavis | 2007-2009
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
31
Voorbeeldbrief aan de ouders Deze brief is slechts als voorbeeldbrief bedoeld. U kunt de brief aanpassen aan uw eigen stijl en inhoudelijk aanvullen/wijzigen.
Geachte ouders, Van 11 juni t/m 11 juli is de wereld weer in de ban van het voetbal. Komende week gaan wij met de klas werken aan een project rondom het Wereldkampioenschap voetbal (het WK) in Zuid-Afrika. Hiervoor maken we gebruik van een lespakket dat beschikbaar is gesteld door IPC Nederland. Het International Primary Curriculum (IPC) is een internationaal curriculum dat alle vakken behalve taal en rekenen omvat. Het WK-project is uitdagend, doelgericht en heeft naast vakinhoudelijke doelen ook als doel het international perspectief van kinderen te ontwikkelen. Omdat deze manier van werken iets anders is dan u wellicht van ons gewend bent, willen we u graag informeren. Ook leest u in deze ouderbrief wat u als ouder rondom dit thema kunt doen. Het project begint met een startactiviteit waarbij de kinderen voetballen in de ‘voorrondes’ van het WK. U bent van harte welkom als supporter op … van … Wij vinden het leuk als u zich als supporter zou willen kleden. Na de start kijken we welke kennis de kinderen al hebben van Zuid-Afrika en van voetbal. Dit noemen we de kennisoogst; wat weten de kinderen al en wat willen ze leren? Vervolgens gaan we hard aan het werk bij activiteiten voor muziek, bewegingsonderwijs, aardrijkskunde en geschiedenis. De kinderen zullen klassikaal, alleen en in groepjes aan de slag gaan. Zij werken hierbij met informatie uit verschillende bronnen: van atlas tot YouTube, van de leerkracht tot een digitale foto. Het WK-project bestaat uit veelzijdige activiteiten waarin ze schrijven, discussiëren, trommelen, ontwerpen en uiteraard voetballen. We gaan het volgende leren:
Tijdens aardrijkskunde: ■ gaan we meer te weten komen over de stadions waar de WK-wedstrijden worden gespeeld ■ gaan we meer te weten komen over hoe Zuid-Afrika er geografisch uitziet
Tijdens geschiedenis: ■ gaan we meer te weten komen over de eerdere WK’s ■ gaan we meer te weten komen over de geschiedenis van Zuid-Afrika
Tijdens lichamelijke opvoeding: ■ gaan we kijken wat een goede voetballer nu zo goed maakt ■ gaan we ons eigen trainingsplan maken en oefenen aan de hand hiervan onze voetbalvaardigheden
Tijdens muziek: ■ gaan we meer te weten komen over de muziek van twee Zuid-Afrikaanse artiesten ■ gaan we leren hoe we moeten drummen
Vanuit een internationaal perspectief: ■ gaan we kijken naar de waardevolle verschillen en overeenkomsten tussen de levens van mensen in Nederland en Zuid-Afrika ■ gaan we met respect en interesse kijken naar Zuid-Afrikaanse culturele uitingen, zoals muziek ■ gaan we onderzoeken welke invloed andere landen op de ontwikkeling van Zuid-Afrika hebben (gehad)
32
www.ipcnederland.nl
Alle lessen zijn erop gericht om uw kind bovenstaande leerdoelen te laten behalen. Op …. om … bereiken we de afsluiting van het WK-project. Deze afsluiting zal bestaan uit een WK-finale waarin een ouderteam van groep 7 tegen een ouderteam van groep 8 zal strijden om de eerste plaats. De kinderen zullen de teams coachen, de ceremonie verzorgen en verslag van het evenement doen. We zoeken hiervoor vijf ouders die onze klas willen vertegenwoordigen tijdens de finale. U kunt uzelf opgeven bij … De andere ouders willen we van harte uitnodigen om met eigen ogen te zien wat de kinderen geleerd hebben. En om als supporter ons team aan te moedigen! We weten dat u geïnteresseerd bent in het schoolwerk van uw kind. Bespreek, indien mogelijk, regelmatig met uw kind wat hij/zij geleerd heeft. Misschien is het ook leuk als uw kind u eens lesgeeft over het onderwerp. We verwachten dat de kinderen met veel plezier en enthousiasme aan dit project zullen werken. Aan het eind van het WK-project hopen wij dat uw kind zich in alle leerdoelen heeft ontwikkeld. Als u vragen heeft over het werk van uw kind, neemt u dan even contact met ons op. Vriendelijke groeten, Het team van …
‘Het is leuk dat de muzieklessen ook passen bij het thema.’ Nazik uit groep 4
IPC - Great Learning, Great Teaching, Great Fun!
33
10 redenen om met IPC te werken 1. U heeft de regie Het IPC formuleert einddoelen en ondersteunt de leerkracht op de weg hiernaar toe door het bieden van een vaste structuur, boeiende projecten en praktische suggesties. Meer dan bij traditionele lesmethodes, bent u vrij om zelf de les in te vullen. Hoewel boeken als kennisbron gebruikt kunnen worden is het ‘volgen’ van een boek en een werkboek bij het IPC niet aan de orde.
2. Uw leerlingen leren doelgericht Kinderen die zaakvakken en creatieve vakken op de IPC wijze krijgen, leren doelgericht, zijn gemotiveerd en betrokken omdat ze zelf ook verantwoordelijk worden gemaakt voor het halen van hun persoonlijke leerdoelen. Scholen die met het IPC werken, geven aan dat kinderen door het IPC beter gaan leren.
3. Uw werk wordt aantrekkelijker Het IPC helpt de leerkracht zijn of haar rol als leerkracht op te pakken: structuur geven, loslaten en feedback geven. Omdat de lesstof wordt aangereikt op een wijze die thuishoort in de 21e eeuw en die kinderen motiveert en boeit, behoeft U lessen niet leuker te maken om leerlingen geïnteresseerd te houden.
4. U werkt hersenvriendelijk Door gebruik te maken van IPC werkt u heel concreet met meervoudige intelligenties (MI) en maakt u altijd gebruik van de laatste inzichten op het gebied van hersenvriendelijk leren. Deze zaken zijn praktisch verwerkt in de lesstof en opdrachten, zodat u ieder talent zo goed mogelijk kunt ontwikkelen.
5. U kunt scoren Zonder doel kunt u niet scoren. Achter alle activiteiten zitten duidelijk geformuleerde leerdoelen die zijn uitgesplitst in kennis-, vaardigheids- en inzichtdoelen. Iedere dag werkt u met een concreet leerdoel zodat u samen met uw leerlingen elke dag kunt scoren!
6. U bespaart tijd Door de thematische opzet van de projecten worden alle vakgebieden belicht. Scholen die werken met het IPC behandelen het onderwerp internationalisering/wereldburgerschap automatisch door de geïntegreerde internationale leerlijn. Aanvankelijk vraagt een nieuwe manier van werken misschien een tijdsinvestering, maar uiteindelijk bespaart u tijd.
7. U krijgt lucht in het lesrooster Scholen roosteren het IPC in op zes à acht uur. De meeste projecten zijn geschreven voor acht uur per week. Deze ruimte wordt gevonden door de ingeroosterde tijd voor zaakvakken te laten vervallen, door de tijd voor alle creatieve en zaakvakken te bundelen en door vakken als ICT en muziek in het IPC te integreren.
8. U bevindt zich in goed gezelschap Wereldwijd wordt het IPC al op meer dan 800 scholen in ruim 52 landen gebruikt. Het Nederlandse curriculum wordt op dit moment gebruikt op vijfendertig reguliere Nederlandse basisscholen en op 6 Nederlandse basisscholen in het buitenland.
9. U weet wat u wilt Scholen die met het IPC werken, doen dat omdat zij graag werken aan schoolontwikkeling en -verbetering waarbij leerkracht en leerling centraal staan. Ze kiezen het curriculum vanwege de aansluiting bij meervoudige intelligenties, de themagerichte aanpak of de toenemende aandacht voor wereldburgerschap/ internationalisering. De scholen die werken met het IPC willen doelgericht en creatief, aantrekkelijk en ambitieus zijn.
10. U maakt een verantwoorde keuze Het IPC sluit goed aan bij de kerndoelen op het gebied van de zaakvakken. De onderwijsinspectie heeft de inhoud van het IPC als dekkend verklaard voor de kerndoelen op verschillende deelterreinen. Met het IPC voldoet een school dus in één keer aan kerndoelen op die deelterreinen.
34
www.ipcnederland.nl
Colofon Concept en realisatie Intes BV, IPC Nederland Auteurs Fieldwork Education, Lenny Tamerus, Hans Luijten, Tekstredactie en communicatie Charlotte Wagenaar Ontwerp en opmaak KEPCOM Creatieve Communicatie, Delft
© 2010 Het gebruik van dit project is voorbehouden aan scholen voor educatief gebruik. Elk ander gebruik is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Intes BV. We hebben moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Wie meent aanspraak te kunnen maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met Intes BV.