KANTDRACHT EN KANTLUXE, DOOR H. BACCAERT EN ANT. CARLIER. Van alle vrouwentooisels is de kant on- Frankrijk, dat toen als nu toongevend was tegenzeggelijk het fraaiste. Door de vrouw op het stuk van mode. Dit is licht te vervoor de vrouw geschapen verleent niets haar klaren niet alleen uit Frankrijks haast onmeer bekoorlijkheid, doet niets de zachtheid onderbroken staatkundig overwicht op de harer huid, de teerheid en de slankheid van hare omliggende landen tot het begin der 19e eeuw, vormen beter uitkomen dan dit fijn en luchtig maar ook en vooral doordien de Franschen, weefsel. Dat de vrouw dit, van de hoogste dank zij hun ingeboren pronkzucht, de overige oudheid af, met de natiën haast voor al haar eigen scherpde drachten vooruit zinnigheid, vatte, waren. Voegen wij blijkt uit tal van bedaar nog bij den scheiden en vondinvloed der dusgesten. Wij stellen ons naamde modehier niet voor eene poppen, welke volledige of wijdde Parijzische modestrekkende studie bladen vooraf ginte schrijven over gen. mode en weelde in Mercier (2e helft kant door de eeuwen 18e eeuw) meldt in heen ; wij willen enzijn ,,Tableau de kel nagaan onder Paris" : „Het is van wat al verscheiden Parijs uit dat de gedaanten de kant mode hare wetten gedragen werd en aan het heelal afwelke spitsvondigkondigt. De befaamheid de eeuwige de kostelijke ledenooit bevredigde pop . . . reist iedere zucht naar bevalligmaand van Parijs heid aan den dag naar Londen en verlegde gedurende de spreidt van daar uit vier jongste eeuwen hare bevalligheid en vooral sinds i 500, l'RIXS F R E D E R I K - H K N D K I K VAN N A S S A U . M O D E I1KR M A N C H E T T E N over heel de wereld. tijdstip sedert hetZij gaat van Noord welk de kant zich op korten tijd tot een thans naar Zuid, dringt Constantinopel en Petersnog moeilijk te overtreffen graad van vol- burg binnen, en de plooi welke eene Fransche maaktheid verhief, waar zij niet langer bleef hand gegeven heeft, wordt herhaald door bestaan uit -smalle strooken passement, band, alle natiën, nederige volgelingen van den galon en uitgesneden linnen, maar zich tot smaak der rue Saint-Honoré." De modepop, fijn met naald of klos dooreengevlochten welke reeds in de 14e eeuw gekend was, garen- of zijdenwerk ontwikkelde. Daar het kwam vooral in aanzien onder Lodewijk XIV. niet in ons bestek ligt het onafgebroken Zij werd gekleed in het hotel de Rambouillet. ebben en vloeden der modeluimen telkens Er waren tweeërlei poppen: de dusgenaamde van meet af aan opnieuw na te gaan in alle Gr o o te P a n d o r a gaf al de luimen der landen, hebben wij ons beperkt tot de opperkleeding aan; de K l e i n e P a n d o r a geschiedenis van kantenmode en -luxe in die van het ondergoed. Soortgelijke poppen XXXIX. ElseviersXo.6.
mochten, zelfs bij oorlogstijd, vrij en onbelast de grenzen over en waren doorgaans met schatten in kant bekleed. Naar alle waarschijnlijkheid dient Italië als de bakermat der naaldkant beschouwd. Wij laten, bij het uiten van deze meening, in het midden of, als de Spanjaarden bij de Mooren van Grenada en Sevilla, de Italianen in Byzantie of bij de Sarracenen uit Sicilië in de leer waren. Vast gaat het dat, van het midden der 15*-' eeuw af, rijke naaldkanten in Italië gemaakt werden en dat op het einde der zelfde eeuw het uit Vlaanderen afkomstig kloswerk er eveneens vervaardigd werd. De bekendste fabricage-middens waren Venetië (naaldkant), Genua (vl. kloskant), en Milaan, waar de luxe der kanten zoo groot was dat tot in de 1 S« eeuw tot de nederigste ambachtslieden toe er met goud geborduurde en met fijne kanten afgezette manchetten droegen. De stijl der oudste Italiaansche kanten, welke wezenlijk dien naam verdienen, was GoGISTAAF ADOLF. MOllK VAN' thisch; weldra echter, onder invloed der Renaissance, vertoont hij allerlei sierlijke slingers en krullen; daar uit ontstond de fraaie guipure. Uit de toenmalige modelboeken zijn ons de verschillende in Venetië gewerkte kanten bekend. Een schrijver somt acht soorten op welke door de rijkste verscheidenheid in de samenstelling en de bewerking gekenschetst zijn. Xu is het uitsnijvverk (point coupé), dan klos- of naaldvverk, of nog knoop- en bandwerk, soms plat, dan weer met het mooiste relief versierd. 362
Het kunst- en weeldelievend Florentijnsche geslacht der Medici schonk in 1540 eene harer afstammelingen, Catharina de Medici, tot vrouw aan Frankrijks koning, Hendrik II. Weldra kon men, tengevolge van dit huwelijk, in Frankrijk eene groote ingenomenheid met de Italiaansche mode der kanten vaststellen, welke ingenomenheid zich al spoedig in al de naburige hoven openbaarde. Hendrik II had, ter verberging van een litteeken in den hals, een breeduitstaanden gepijpten halskraag doen vervaardigen, welke, doordien hij op het darmscheil (Fr. fraise) van het kalf geleek, al spoedigspottenderwijs fraise geheeten werd. Zooals zulks doorgaans het geval is droeg welhaast, om den koning te believen, heel de adel dergelijke fraises. In den aanvang bestonden zij eenvoudig uit linnen dat dan allengerhand met fijne Clunyguipure of met passement afgezet was. Met den dag werden de fraises rijker en namen zij meerderlei gedaanten aan. Men droeg o. m. kleine en llF.N LIGGKN'DFN" TIAI.SKRAAC. groote fraises, frais e s a c o n f u s i o n , aldus genaamd ter oorzake van de ordelooze schikking der pijpen, waaiervormige fraises en karrewiel-fraises. De mode der gepijpte halskragen breidde zich over heel westelijk Europa uit. Licht ware de geschiedenis op te maken en de indeeling aan te geven van de verschillende fraises door middel van gelijktijdige portretten van Duitsche, Spaansche, Engelsche, Fransche en Nederlandsche vorsten en edellieden, zoo mannen als vrouwen.
In Vlaanderen overtrof de gegoede burgerij den adel door de luxe harer fraises. In Holland, waar de levenswijs eenvoudiger en de kleeding doorgaans stemmig en zwart was, droeg men een tijdlang, al werd er veel kant gewerkt, bij voorkeur eenvoudige linnen onversierde halskragen. Wie echter het Amsterdamsen Rijksmuseum bezoekt zal kunnen opmerken, dat de Hollanders weldra, wat betreft de pracht hunner kanten manchetten en halskragen, bij geene natie hoefden achteruit te staan. Thans nog immers wordt een groote kraay Holland: Prins Mauritskraa»
teeren, wat hem den spotnaam van „plooier van de kragen zijner vrouw" deed geven. Omstreeks 1576 hadden de halskragen zoodanigen omvang gekregen, dat de dragers ervan nog ternauwernood het hoofd konden wenden. In Engeland zijn ze rijk versierd met paarlen, gouden loovcrtjes of edelgesteenten, en zoo groot dat zij er m o n u r a e n t e n van v e r w a a n d h e i d geheeten worden. „Waar iemand zich omdraait wijkt een ieder achteruit, uit vrees van diens fraise te schenden", spot ondeugend de S a t i r e M é n i p p é e. Zij waren een derde els breed, verklaart een gelijktijdig o schrijver, en een geheeten, terwille ander noemt ze van de wijduit,.zoo groot als mostaande fraises wellensteenen". Ook ke onder bedoelin de andere landen roemruchtieen den werd er duchveldheer (1569 — tig den draak mede 1625) gedragen gestoken. Onze werden. En was plaat bewijst ten men soms niet andere afdoende scheutig met kant dat al die schimpop de kleedij, zoo scheuten niet onwerd zij, in de 17e gewettigd waren eeuw, des te kwisen het ons niet tiger tot versiering moet verbazen, te van allerhande vernemen dat kovoorwerpen geningin Margaretha bruikt. Schrijvers een lepel van twee uit gemeld tijdperk voet gebruikte om verhalen dat, ter de soep van haar bekendmaking van bord naar haren eene geboorte, de mond te voeren deurklopper met zonder haren pijpPKINSF.S AMAI.I.A. M u D K DF.K C R O O T K KKA1SK. een grooten kankraag te kreuken. ten strik getooid De spotternij ging zoover dat, toen Hendrik werd; de meubelen waren er rijkelijk mede gesmukt; bedpannen staken in een kanten III, in 1579, op de jaarmarkt te St. Germain kleed, deurknoppen en andere koperen voor- verscheen, een groepje met papieren fraises uitgedoste studenten hem toesnauwde: „Aan werpen werden er mede behangen. de fraise kent men het kalf!", welke vrijIn Frankrijk bleven de gepijpte halskragen postigheid hun duur te staan kwam, maar in zwang tot op het einde der i6<" eeuw. Ziehier in welke omstandigheden zij er uit ook het afschaffen van den vaak bespottelijken halstooi na zich zou sleepen. In Spanje bleef verdwenen: Hendrik III (1551 — 15S9) was er een groot de fraise nog lang in de mode, en de Duitsche bewonderaar van; hij achtte het niet beneden Luthcraansche ministers droegen ze nog zijne waardigheid zelf het plooiijzer te han- einde 18e eeuw. 363
Hendrik IV (1553 —1610) die, in den ge- in de mode; bij bruiloften is het al kant waar reformeerden eeredienst opgevoed, eenvoud het oog ook blikt; nieuwjaarsgeschenken beminde, en met leede opgen zag hoe de Fran- staan hoofdzakelijk uit kanten voorwerpen en de hoveling-dichter, Philip sche adel hoopen gouds Sidney vindt niets geschikuit overdreven praalzucht ter, om zijne vorstin te verspilde, spande al zijn behagen dan haar — wat krachten in om het kwaad een up-to-date Engelschte keer te gaan. Zijne beman op zijn minst shocmoeiingen bleven echter king zou heeten — een vruchteloos. Maria de Mekanten hemd te vereeren, dici die hij in 1600 gewaarmede de begiftigde huwd had, gaf immers zelf erg in haar schik was. het slechte voorbeeld. Ja, toen zij, bij den dood van En nu wij op het hemharen gemaal, zelf het bedenkapittel zijn, moeten wij wind in handen kreeg, vermelden dat de Venetinam de luxe eene tot noef aansche schoonen zoo toe ongekende vlucht. groot een belang aan geToen was het dat de reumeld kleedingstuk hechtzige waaiervormige kanten ten dat zij er een spreekhalskragen in de mode woord op nahielden dat kwamen, mode welke alluidde: H e t h e m d voor weer heel Europa door den rok. Of daarin de opgang maakte, en wel oorsprong ligt van onze MMK DE HERTOGIN IJ E MONTHAZAN. voornamelijk in Engeland nuchter-verstandige volksMODE VAN DEN LIGGENDKN KRAAG. waar reeds voor Elisabeth's spreuk weten wij niet. regeering de kant zeer geliefd was. Door Onze folkloristen dienden dat eens na te eaan gemelde vorstin (zie plaat bl 366) werd het volk Ook in Spanje was de zorg voor het onderhet dragen van kant ontzegd ; zelfs den adel goed zeer groot. Dienaangaande bericht eene poogde zij er Fransche dame van te spenen uit de tweede waarin zij echter helft der 17e niet slaagde. eeuw in hare Zij zelf toonde Lettres(i676): voor kostelijke ,,Onder een kant eene voorvertugadin van liefde welke alle zwart taf dragen grenzen overde Spaansche schreed. Zij bevrouwen een dozat niet minder zijn rokken, weldan drie duizend ke gemaakt zijn kleedingstukuit de rijkste ken, die gemaakt stof en versierd waren uit of vermet gouden en sierd met uitzilveren kanten. snijwerk, passeMODE DER CANONS, PLATTE KRAGEN EN HANDMOUWEN. Te allen tijde ment, lacet, Ita( I 7 E EEUWSCHE GRAVURK). dragen zij ook liaansche naaldeen s a b e n q u a en Vlaamsche kloskant. Tijdens hare regeering geheeten wit kleedingstuk uit allerfijnste Enkomt het vereeren van kanten doophemden gelsche kant, melende 4 ellen in omtrek. Ik 364
heb sabenqua's gezien, die vijf a zeshonderd oorsprong vindt is geene zalf. De oude daalders kostten . . . Zij zijn zoo pronkzuchtig Koningin-moeder neemt geen notitie van dat zij het bezit van eene kanten sabenqua vorstelijke bevelen. Na het overlijden van verkiezen boven dat van twaalf gemeenten, haren gemaal wordt Anna van Oostenrijk en zij houden het bed tot ze gewasschen regentes. De hofpartij en de aanhangers van is of gaan eenvoudig zonder hemd uit, wat de Fronde streven er naar om elkander, op vaak gebeurt." het stuk van de kant, naar de kroon te steken. Onder Lodewijk XIII bleef kant het geDe rijke b e r t h e ' s komen op en maken liefkoosd sieraad; Richelieu die met leed- onmiddellijk furore; de lubben worden met vermaak naging hoe de adel uit praalzucht den dag kostelijker; de als kuipen zoo breeder gansche fortuinen aan verspilde, werkte het gapende openingen der laarzen zijn met drie, kwaad in de hand. De onder Maria de Medici vier rijen Genueesche kant aangevuld. De (1573—1642) gewijzigde fraise wordt nu voor onmatige weeldezucht van Lodewijk XIV was goed vervangen door den natuurlijk niet van aard liggenden kanten kraag, de vereischte bezadigdwelke door de vrouwen heid in het dragen van gedragen werd op een kanten garnitures te belaag uitgesneden jak wat werken. Wel intesfeno den boezem bloot liet, deel! Reeds voor zijne (zie pi. Mme. de Monttroonsbestijging had hij bazan, en het portret van van eene groote voorGustaaf Adolf op bl. liefde doen blijken voor 362), en groote manchetdedusgenaamde canons, ten of handlubben komen sieraad dat wij reeds in de mode. Van bijzaak anno 1606 in eene rekeals de kant vroeger was, ning van Jacob I van wordt zij nu haast hoofdEngeland vermeld vonzaak in de kleeding. Alden. Het waren lange les wordt er uit gemaakt, van de knieën afhangende er mede afgezet, of bestrooken kant, welke tot legd. Men vervaardigt er 7000 livres het paar koskousebanden uit en grooten wat de parures, bete rozetten voor de schoestaande uit gemelde canen ; het haar der dames nons benevens kraag en •is er mede doorvlochten MARIA TIIKKKSIA. manchetten, op 12 a MODE DHR COUDKX OF HLAIUV KROCATKN MET of zij wordt in vorm van 13000 daalders bracht. KANT ISEDEKTF. KLEEDEREN. huifje als kapsel gebruikt; De mode der c a n o n s zij dient als tusschenzetsel of boordsel viel in 1682 eensklaps in ongenade, dit ingevoor de schorten, welke o. m. in Engeland, volge de toenemende verslingerdheid op zwarte tot de staatsiekleedij der dames behoorden Spaansche kanten die op kleederen in zilveren, en het lang bleven. gouden of blauw brocaat gedragen werden, Op zijne beurt wordt de liggende kraag een opschik die van lieverlede in zwang was het slachtoffer van de wispelturigheid der mode. gekomen sedert het huwelijk van den Roi Alles is, sedert het huwelijk van Lodewijk S o l e i 1 met de infante Maria-Theresia (1660). XIII, in 1615, met Anna van Oostenrijk, Daar destijds de voorkeur aan de mooie Philips III van Spanje's oudste dochter, op Genueesche en Venetiaansche kanten was en Spaansche leest geschoeid. 's Konings verordeningen niet bij machte Edict op edict wordt weldra uitgevaardigd waren om aan de overigens gemeene Fransche om de overdreven pracht te keer te gaan, stropkant (torchon) de eerste plaats te doen maar voor het euvel dat in het hof zelf zijn verleenen, besloot de wakkere minister Colbert 365
KI.ISA !'.!•; I'll
VAN
KXCKI.A XI). G R O O T K
(JEIMJI'TE
KRA1SK,
KAN'I'KX
MAXCIIETTKX
KX
SI.UIFR.
eene manufactuur van inlandsch werk tot werden stellen kant uit de Koninklijke manustand te brengen. Tot nu toe had de kant facturen vereerd. zich wel in een steeds groeienden bijval De nieuw-modische c r a v a t e s * ) , uit kant mogen verheugen ; nooit had men er echter gemaakte of neteldoekcn met kant versierde in Frankrijk aan gedacht het vervaardigen halsdassen vielen mede fel in den smaak. er van tot een bloeienden nationalen nijver- (Zie Colbert's portret, bl. 368). In den aanvang heidstak te maken. Colbert zou dit met waren zij zorgvuldig over de borst uitgespreid. goed gevolg beproeven. Hij ontbood uit Aldra echter veranderde de mode en wel, Italië kundige arbeidsters en na korten tijd als doorgaans het geval is, uit vorstenvleierij kon hij eene manufactuur inrichten welke en slaafsche naaping: zoo met de S te inLodewijk XIV zoozeer bevredigde, dat hij de k e r k e n , zoo later nog met de F o n t an ges. producten ervan onder zijne hooge bescherDe Steinkerker-dassen vonden haren oorming nam en de nieuwe kant: P o i n t de sprong in den slag van gemelden naam (1692). F r a n c e heette. liet was een uit breede, De prinsen die, als overigens de meeste edelregelmatige, zeskantige lieden, hun kanten kleemaliën gewerkte naalddertooi zelfs bij den kant waarop bloemen strijd niet aflegden, in relief gestikt waren. knoopten, toen de aanUit de P o i n t dc val geblazen werd, inF r a n c e , die, als koderhaast hunne mooie mende uit de Koninkdassen los om den hals, lijke manufactuur, op vlogen ten kamp en Lodewijks bevel aan behaalden, aangeleid het hof diende gedradoor den maarschalk gen en aldus de Italivan Luxemburg, de zege aansche kanten gedeelop den prins van Oranje. telijk in de schaduw Tot aandenken daarvan stelde, ontstond, de bleven mannen en vrouprachtige Alenc.onkant, wen hunne lange kandie, op hare beurt aanten dassen gedurende leiding gaf tot het maeen aantal jaren ,,a la ken van A r g e n t an. Steinkerque ' dragen, d. Het werken van Point i. met bevalligen zwier de France werd weldra om den hals geslagen MARIE Li •:CZIN:->KA. eene ware goudmijn MODE DER C.ORCERETTKS OF KANTEN KKKI.HAN DEN en losweg op de borst voor het land. Een vastgehecht. vennootschap tot exploitatie ervan De hoogerbcdoelde mode der Fontanges tot stand: na enkele jaren rentten decwam aan- kwam op omstreeks 1680 doordien, bij eene deelen 50 t. h. ; na 10 jaar, in 1678, was het jachtpartij, de lokken der schoone hertogin kapitaal uitgekeerd. Op verschillende plaatsen van Fontange in de war geraakten door het rezen Koninklijke manufacturen op; noemen breken van het lint dat ze bijeenhield. wij: Argentan, Lc Quesnoy, Valenciennes, Inderhaast wikkelde 's Konings minnares ze Aurillac, Reims, Sedan, Meziéres, Charleville. in haar fijn kanten zakdoekje, wat haar zoo Duizenden handen waren er mede bezig; lief stond, dat de vorst er haar een vleiend kantmaken werd het geliefkoosd tijdverdrijf der rijke dames ; kerkgewaden waren er mede kuam in Frankrijk in gebruik in de versierd; zij werden gebruikt onder de ge- ie •*)helftlietderwoord 17c eeuw en vindt zijn oorsprong in den naam daante van bruidssluiers en doopkleeren; Cravatte. Nul. Kroatië. De Kroatische soldaten droegen rokken, mantels, schortjes, slabbetjes, sokjes om den hals een band stof waaraan een amulet hing dat waren er mede gesmukt; vreemde gezanten hen. naar zij meenden, kon vrijwaren voor verkondingen. Van.laar de mode der cravates.
367
complimentje over deed. 's Anderendaags de levenslust schuimt op als champagne; er waren al de dames van het hof a la Fontange is nog geld voorhanden: genieten is het gekapt. De Fontange behield niet lang hare ordewoord. oorspronkelijke gedaante. Men maakte ze „De portretten van dien tijd, zegt R. Muther, hooger en hooger en weldra zag men zich in zijn G e s c h i c h t e d e r M a l e r e i , toonen verplicht de verschillende op elkaar gemon- aan dat plots een gansch nieuwe maatschappij teerde strooken kant door een vormpje van op het tooneel komt. Geene trotsche generijn koperdraad op te houden. Het kapsel ralen, geene waardigheidsvolle aartsbiswas dusdoende zoo omvangrijk geworden dat schoppen en gehoorverleenende ministers men het in Engeland spottenderwijs Com- meer. Er zijn nog slechts mannen der mode m o d e heette en bij den klokketoren van en der elegantie. Allen gaan galant, spreken Bow vergeleek. De dames schenen er grooter galant, glimlachen galant, kennen de fijnste mede dan de mannen, wat de toenmalige complimentjes en dier uitwerksel op de Spectator ondeugend deed zwakke kunne. Niet meer zeggen: „Bij hen vergelediepzinnig maar week en ken zijn wij nog slechts rozig zijn de trekken, niet sprinkhanen." Het viel dan meer imponeerend maar ook in ongenade. hoofsch en zwierig is de In 1688 komen, benehouding." vens de t o u r n a n t e s , De luxe neemt dan ook zijnde breede strooken kant nog toe, vooral wat de welke in horizontale richmannendracht betreft. De ting rondom mouwen of afhangende kanten mourokken lagen, de e n g awen, ,.p l e u r e u s e s " geg e a n t e s op. Het waheeten, nemen kolossale ren korte damesmouwtjes, afmetingen aan. Hoewel meestal uit Mechelsche beweerd wordt dat zij kant gemaakt; zij mogen door dieven werden uitniet verward met de dusgedacht om het bedriegen genaamde onder Lodewijk bij het kaartspel te vergeXIII gedragen pagodemakkelijken, worden zij mouwen, welke zeer lang zoo gezocht dat, naar luid waren. De aardige dracht van toenmalige bescheider engageantes bleef in den, de heeren liever een J. I). COLUKRT (1OO9—1633). zwang tot aan de omMODE VAN DE KANTEN CRAVATK. vuil hemd droegen dan wenteling-. vuile handmouwen. InvenT ^ -, v i l / " ? ' T "" ^ " ^ ™ torisopgaven ™>en uit uit dat dat heele heele fortuinen fortuinen aan aan Lodewijk XIV af te sluiten, de baduitrustingen manchetten en mouwen besteed werden Hand vermelden, bestaande uit een badmantel, een mouwen in Valencijn vergden een jaar arbeid en breeden volant die langs de boorden der kostten tot 4000 livres. In eene wolk van kant badkuip neerhing, servetten en een vloer- gehuld onthaalt de pas bevallen vrouw hare kleedje, alles u,t fijn Point de France. Deze vriendinnen; lakens, oorkussens bedspreien luxe vindt zijne verklaring in het feit dat de der rijke lui zijn met breede E p i s c h e kanten transche schoonen bezoek ontvingen niet afgezet. De bruidskorf van Lodewiik X V , alleen terwijl zij nog te bed waren, maar oudste dochter bevat voor 625 000 f linnen ook bij het nemen van hare baden. en kant. Swinburne vermeldt in zijn Cou De groote Alleenheerscher sterft en Frankrijk of E u r o p e (1786): „Mejuffer de M a t r o n ' s ademt weer vnj nu geen kniezen, geen bruidskorf zal 100.000 daalders kosten" voor onderworpen huichelen meer, verveling dient 5000 pond sterling kant en linnen T met langer achter kanten waaiers uitgegeeuwd, is ten andere niets ongemeens in F 368
Alengonkant wordt overdag; Valencijn bij aan. Alleen de b a r b e s of kanten strooken, nacht gedragen. welke voortdurend het voorwerp van bijzondere Onder Lodewijk XIV's achterkleinzoon, etiketsvoorschriften uitgemaakt hadden, bleven Lodewijk XV, hadden de Fransche voort- in zwang. Uaarbuiten was het nog slechts brengselen erg te kampen met Engelsch en de kerk welke aan de fraaie kant getrouw Mechelsch werk. Wel kunnen we hier wijzen bleef. Getuige kardinaal de Rohan die, telop de lieve g o r g e r e t t e ' s of keelbandjes, kens hij te Versailles officieerde, een kooreigl. lange kanten fichu's welke de vrouwen hemd droeg dat op 100.000 livres geschat werd. boven hare kanten mutsjes droegen en die Altijd, wij zagen het reeds, was de kathoonder hare kin vastgeknoopt werden, (zie lieke kerk eene der grootste afneemsters van portret van Marie Leczinska, bl. 367), maar de kant geweest. In Spanje bv., waar, uitzonlieve Marie Antoinette zou weldra immers hare dering op de overige Europeesche hoven, de voorkeur betuigen voor lichte weefsels waarbij adel door de Koninklijke edicten tot een beteere kanten behooren. trekkelijken eenvoud geBloemen en veeren brendwongen was en niet altijd gen het hare bij om de gelijken tred hield met de rijkversierde kant van liein den vreemde steeds verlede op den achterwisselende mode's, werd grond te dringen, en hier de kant van den beginne stuiten wij op een dier af, voornamelijk ten dienverdoken, maar niet te ste van de kerk gewerkt. loochenen voorteekenen Op altaar- en communieeener aanstaande volkskleederen was zij overheerschappij : de toon wordt vloedig aangebracht; de allengerhand niet meer priestergewaden slorpten aangegeven door den adel, mede een aanzienlijk deel niet meer door de vrouw : der productie op ; de taldeze begint gedwee het looze O. L. Vrouw- en oor te leenen aan wat heiligenbeelden hielden er kapper, modiste en kleereigen kleedij en kanttooi maakster haar inblazen. op na; Sint-Antonius te Marie Antoinette's beroemValencia stond bekend om de kapper, Monsieur Leode pracht van zijn gewaad, nard, houdt niet van rijke met inbegrip van hoed K O N I N C I X MA KIK AMKI.IK. kant; de tot dan toe zoo en manchetten. De kant KANTKN OMSLACDOKK MET KRWTIKS. nijvere werksters dienen waarmede de O. L. Vroudan ook, ingevolge Monsieur Leonard's luim, wenbeelden prijkten was zoo kostelijk en betere dagen te verbeiden. Bertin, zoo overvloedig dat, op het einde der 18e Marie Antoinette's modiste, heeft eene voor- eeuw, de markiezin van Cogalhudo aangesteld liefde voor Indische mousseline, gestikt werd als bewaarster van den kleederschat batist en sluierdoek. Berthe's en kragen van O. L.-Vrouw van Soledad, te Madrid, worden nu vervangen door lichte gazen met een ambt dat zeer nagejaagd was. tallooze erwtjes bezaaide fichu's, een soort I/89. De Omwenteling breekt los. Een groote kanten omslagdoeken waarmede hals, wilde storm holt over Frankrijk; de vlam schouders en borst bedekt werden. *) (Zie laait, het bloed rookt; de oude maatschappij Plaat). Droeve tijden braken voor de kant zakt ineen. Van adel is een tijd lang geen spraak meer; het woord is aan het volk. De *) De benaming f i c h u , welke voor de 18e eeuw onbemanufacturen blijven gedurende 12 jaar bekend schijnt in de beteekenis van halsdoek, is afgeleid sloten. Kant wordt niet meer gedragen. van het verl. deehv. van se f i c h e r d. i. van iets den brui geven, slordig, ongegeneerd gekleed gaan. Slechts in i8or komt zij van lieverlede weder 369
op, maar de oude stijl is tegen een nieuwen ingeruild. De kanten zijn nu lichter, teerder, leniger. Zij vinden een beschermer in Napoleon I wiens voorliefde gaat naar Alengon.sch-, Brusselsch-, Chantilly- en vooral Mechelsch werk. Het dragen van kant wordt verplichtend voor de hofdames; het kunstbedrijf beleeft onder het eerste Keizerrijk een grooten bloei. Tot de fraise toe komt weder in de mode en de dusgenaamde Amadismouw valt fel in den smaak. Deze kanten mouw omving een gedeelte van den voorarm en werd om den pols vastgeknoopt. Zij dankte haren naam aan het bekend stuk: A m a d i s de G a u l e , dat van 1684 af te Parijs en Versailles gedurende meer dan eene halve eeuw grooten bijval genoot en waarin de hoofdrollen soortgelijke mouwen droegen. De bedgordijnen van de beroemde M»>e de Récamier zijn uit de schoonste Brusselsche kant gewerkt; hare oorkussens met het rijkste Valencijnsch afgezet. Ongesteld zijnde, drijft zij de coquetterie zoover hare gasten te ontvangen, uitgestrekt op een sofa en gehuld in een kleed van Engelsche kant. Was het onder den invloed van het Schrikbewind, hetwelk heel Europa in beroering bracht, dat het verval der kantindustre in Frankrijk gepaard ging met een soortgelijk verschijnsel in Engeland ? In ieder geval was de ommekeer er zoo diep dat de kant er slechts in het midden der 19e eeuw weer opleefde. Napoleons val werkte natuurlijk terug op de luxe der kanten. Voegen wij daar nog bij den nadeeligen invloed van de uitvinding der machine-tule. Het beginsel hiervan werd, omstreeks 1768, gevonden door zekeren Hammond uit Nottingham. In 1S09 werd de machine door twee Engelsche ambachtslieden, Heathcoat en Lurdley verbeterd. In den beginne werden op bewusten machine-netgrond uit de hand de meest verscheiden sieraden gewerkt. In 1837 kwam men echter op het denkbeeld het dusgenaamd Jacquardsystecm toe te passen op den tuleweefstoel waardoor het mogelijk werd kant ineens met de machine te vervaardigen. Gelijk de bekende Parijzische fabricant A. Lefébure terecht deed opmerken, voorzag 370
bedoelde uitvinding volkomen in eene behoefte van de toenmalige democratie welke uit haar lood was geslagen door het opkomen van spoorwegen en stoomvervoer. Daardoor verdwenen alle vaste gebruiken en inzonderheid plaatselijke drachten. De beweging had een aanvang genomen met het hoofd, waar de hoed de mooie mantilla of de kanten muts vervangen had; zij breidde zich uit over heel de kleedij. De kamerjuffer verlangt een toilet als dat van de kasteelvrouw. Er diende dus gezorgd voor die schijnrijke pronksters. Niets kwam ooit beter op zijn tijd dan de machinekant. Zij vond machtig veel afneemsters die er op belust waren zich van boven tot onder te smukken met veel valsche kant en mits weinig kosten. Nu dwaalde de voorheen in de paleizen der rijken geherbergde, vertroetelde, ja aanbeden schoone naar de arme wijken terug waar zij uit nederige handen was ontstaan. De volksvrouwen tooiden er hare mutsen mede; zij vond verder een onderkomen op den buiten, voornamelijk daar, waar, wellicht ingevolge afzondering en verwijdering van alle nieuwsoortige verkeerswegen en -middelen, de oude zeden in eere bleven. Wat al specimens van kanten hoofdtooisels treft men er al niet aan 1 Hoe afwisselend en verscheiden is de mode der mutsen bij de buitenbevolking der verschillende landen. De eenvoudige witte kap der schamelste vrouwtjes is met een vingerbreed kantje afgezet; de muts der Kempische boerin is gansch uit kant gemaakt; de mooie Hollandsche boerenmeisjes dragen de welbekende uit Rijsselschc pottekanten gewerkte vleugelkappen van dewelke de fraaiste specimens in ZuidBeveland, Vo'.endam en het zuid-westelijk deel van Vlaanderen aangetroffen worden. Hoewel in vele streken de kanten muts bij de volksvrouw hoog in aanzien staat, kan wellicht geen enkel land met Frankrijk wedijveren wat de pracht en de bevalligheid van gemeld hoofdtooisel betreft. 'Daar vinden wij de Do uar n e n é s i e n ne, een huifje in geborduurd netwerk door de vrouwen uit Douarnenez gedragen; de Boul o n n a i s e , langs voren breedopstaande kap der matrozenvrouwen uit Boulogne-aan-Zee;
de door de boerinnen uit de Bresse ge- jaar, om in den jongsten tijd weer stilaan dragen P a d d e n s t o e 1 ka p'; de met Valencijn op te komen. afgezette „ P a p i l l o n d ' A v r a n c h e s " , de uit Rijsselsche of Mechelsche kant gewerkte ,,Coi ff e A ng e v i n e " der vrouwen uit Anjou ; de torenhooge B o u r g o g n e , lievelingskap Bewonderend poozen wij soms, in het der Normandische boerinnen; dan nog de Museum voor Schoone Kunsten te Brussel, C a u c h o i s e , de F a l a i s i e n n e , de aardige vóór X. Maas' „Pei n z e n d v r o u w t j e " (La kornetjes der Bretoensche schoonen, de Songeuse). Dit puik stukje verbeeldt eene Li s i e n n e, de P i e r r o t s, de S t r i k van oude speldenwerkster die haar kussen van zich Caen. af geschoven en haar bijbel op Amos geOok de halsdoeopend heeft. Moeken bleven in endeloos laat zij de kele streken van handen in den het nijverheidsdooschoot rusten; hare oogen zijn geloken dend ostracisme en rimpels van verschoond. En overweging liggen hier kunnen wij op haar voorhoofd. vooral wijzen op Denkt zij na over de mooie dracht de woorden van der mooie Spaanden profeet die het sche m a n t i l l a ' s . volk van Israël De met kant vertoeriep: „Wee aan sierde of uit kant u die weeldig zijt gemaakte mantilla in Sion en uw beis nog steeds de trouwen op den bij uitstek natioberg van Samaria nale hoofdtooi der stelt; gij, de grooSpaansche vrouw. ten, de hoofden Deze houdt er, ja, van het volk, die drie soorten op met pracht in het na: de eerste, uit huis van Israël witte blonde, voor gaat. . . . Die op feestelijke gelegenelpenbeenen sponheden a. d. z. geden slaapt en in boorteverjaringen, wellust ligt op uwe stieren-gevechten legersteden." Had MET KANTEN VF.KSIF.R1) KlIURIIKMli. en tweede Paaschzij een duister voordag; de tweede, uit zwarte blonde met breeden volant; de gevoel van den nakenden storm; voorzag zij dat hare kindskinderen eerlang de slachtderde, m a n t i l l a de t i r o geheeten, uit offers zouden worden van eene ramp wier zwarte zijde gewerkt en met fluweel gegarvoorteekenen zij uit woord en schrift harer neerd, voor het dagclijksch gebruik. tijdgenooten waarnam. Het dragen van geborduurde of kanten omslagdoeken is overigens eene der taaiste De kantnijverheid beleefde ja, nog goede mode's der verleden eeuw geweest. Zij duurde dagen ; er was nog middel voor de werksters van 1808 tot 1869, d. i. van de laatste jaren om een mooien stuiver te verdienen. Zij van het eerste tot het einde van het tweede hadden nog hare vaste zeden en gebruiken; Keizerrijk. Geboren uit de ,.M c r v e i 1- hare gezellige bijeenkomsten op bepaalde l e u s e s " , verdwenen zij omstreeks gemeld tijden van het jaar; hare beroepsliedjes en 371
DE STRIK VAN CAF.N.
ontspanningen. En de kant-markten werden nog veelvuldig bezocht. Frankrijk had de hare te Guibran, te Beaucaire, te Bordeaux ; Italië te Novi; Duitschland te Franckfort; Engeland te Sturbridge en Vlaanderen
te Rijssel. Het bezoeken van de kantmarkt gaf telkens aanleiding tot teest en jolijt. Op St-Niklaas-dag, patroon der Vlaamsche speldenwerksters, trokken deze er heen, gezeten op bebloemde wagens, met in haar midden eene voor die gelegenheid gekozen koningin. En vermakelijk dat het er toeging! De kost smaakte lekker; de drank was zoet; aan het zingen scheen geen einde te zullen komen. Het uitzicht van een dergelijk klosjesfeest (Fète du broquelet) heeft de Vlaamsche meester Watteau ons nagelaten in een beroemd schilderij dat in het Rijsselsch museum bewaard wordt. Ontleding ervan schijnt ons overbodig; het volsta hier te wijzen op het klosje dat, op den laatstkomenden wagen, aan een bloemenstruik hangt (Zie bl. 375)
heemsche kant te voorkomen, maar ook om de dwaze afdwalingen der mode te keer te gaan. Onder het huis der Valois, van 1549 tot 1583, telt men er niet minder dan tien. Desniettemin woekert het kwaad voort. Hendrik IV voegt het voorbeeld bij de leering. Hij draagt een eenvoudig grijs met taf gevoederd kleed zonder sieraad of kant. Men lacht hem vierkant uit: „Hij riekt naar de elllende der Ligue," spot men. Lodewijk XIII vaardigt edict op edict uit. In caricaturen en schotschriften wordt met hem en zijne bliksems den draak gestoken. Zoo gebeurde het ook in de omliggende landen. Twee scharen stonden tegenover elkaar. Zij die de luxe der kant warm verdedigden, en zij die er hevige tegenstanders van waren en bij iedere wending der mode hun gal uitbraakten. Een der belangrijkste berijmde strijdschriften tegen Lodewijk XIV's edict van 1660 was de: R é v o l t e d e s P a s s e m e n s (Paris, chez Ch. de Sercy, 1661), waarin al
Wij spraken daar zooeven van voorteekenen eener ramp. Inderdaad: men gunde den eenvoudigen hunne onschuldige ontspanningen wel, en niemand zag met nijdig oog op hen neer omdat zij hun broodje wonnen, doch, naarmate de kantdracht en de kantluxe zich buitensporiger aanstelden, hakte de kritiek met verdubbelde slagen op den wansmaak toe. Wij wezen hooger op de veelvuldige schimpscheuten welke den val der fraises tot eevole o
o
hadden; ook repten wij reeds een woord over de dusgen. E d i t s s o m p t u ai res, in Frankrijk, en de Koninklijke edicten elders, er niet alleen toe strekkende den invoer van uit372
1»K Hun.o.NNAISK.
de toenbestaande kanten worden opgesomd de kamer en welks inhoud de volgende is: Al de ver- der gemeenschillende kanten teekenen verzet aan tegen ten eene bedoeld edict. Zij houden vergadering en, na rede uit teharen nood geklaagd, hare belangen besproken gen de overen hare wenschen geuit te hebben, nemen dreven kantzij een koen besluit: elk zal naar hare respec- luxe, en intieve geboortestreek terug trekken. Cupido zonderheid bepleit echter hare zaak bij het hof en slaagt tegen,,deroer ten slotte in hare rechten te doen waar- zetten welke borgen, waarop het geschil vereffend wordt zelfs door en de kanten van haar besluit afzien." leden van ParleSgaranelle daarentegen, in Molière's E c o 1 e het d e s M a r i s ( I 6 6 I ) trok vinnig partij voor ment gedragen worden bewust edict. en meer kosOh! trois et quatre tb is soit béni eet edit. ten dan heel Par qui des vêtements Ie luxe est interdit! een rok hunLes peines des maris ne seront pas si grandes, vadeEt les femmes auront un (rein a leurs demandes. ner DE ,,norKi;u<;sK" DER Oh! que je sais au roi bon gré de ses decris! ren." VROUWEN UIT NORMANDIË. Kt que pour Ie repos de ces mêmes maris Addison's Je voudrais bien qu'on fit de la coquetterie ,,Spectator" vergelijkt de met kant geComme de la guipure et de la broderie! tooide vrouwen van zijn tijd aan Friesche Tijdens de regeering van Jacob I, van hoenders. Engeland, bedreigde Jozef van Hall, bisschop Gansche kolommen konden wij vullen met van Exeter, in een heftigen uitval, de uit- uitvallen van uitheemsche satirische schrijvers vinders der kant en zij die ze werkten, met en vermeldingen van spotprenten waarin met de vlammen der hel. Onder Karel I, Jacobs de overdreven kantluxe een loopje genomen opvolger, (1625 —1649) spreekt een lid van wordt. Wij dienen echter niet buiten de Xederlandsche gewesten te gaan om voorbeelden daarvan aan te treffen. WasHuyghens. in zijn ,,Kostelick Mal" niet heftig uitgevaren tegen de waaiervormige halskragen welke de borsten der vrouw onbedekt lieten: Ken open Memmen-hol, trots wind en winters wonden; (Treft eener niet te recht dit onbeschaemde moy, Zijn d'Hoenders niet te koop, wat doen sy uit de koy ?) Ken stege Walvisch-romp, plat achter, spits van voren; Ken op-getroste krans, trots eenig'Kloeken-toren; Ken omgehoepte pack, trots eenig Keernenvat; Kn k weet niet langer hoe, al wist ick langer wat.
DE
DOUARNKNESI EX NE-KA 1'.
In het prentenkabinet der Koninklijke Bibliotheek te Brussel bevindt zich een prent van den bekenden Vlaamschen plaatsnijder Vander Borcht, met dewelke men zich eene goede voorstelling kan vormen van de dracht der fraises, handmouwtjes en kanten haarbanden der Nederlandsche schoonen uit de i6^ eeuw. Men ziet er tevens den thans noo-
373
in zekere streken van Holland door boerenen schippersvrouvven gedragen vvrongel, waarmede, volgens Huyghens' beeldende uitdrukking, de vrouwen op eene karnton geleken. De versjes boven en onder aan de prent zijn echt vermakelijk; wij schrijven de Xederlandschc over: Verciert my met cU momaensicht als ist onreyne, lek moet dickwels spreken dat ick niet en meyne. Coopt vry momaensichten en breynaet *) met hoopen Thooft moet verciert syn, al waer themde vol knoopen. Compt proper dierkens wilt op dese fatsoenê letten, lek sal u mager billen wat int ronde setten. Ick moet een cachenfan 7) als ander dragen My en roeckx wat cost mach ick tvolck behagen. 1 )it's craem van de Venus dieren, Van Ydelheyt en hoveerdicheyt met hoopen, Die hun siel oneeren en d' lichaem vercieren Ende alsoo den duyvel hun siel vercoopen. N. MAAS. ,.I'K1N/.KN1) VROUWTJE"
Zooals men ziet deed de kritiek geene handschoenen aan. Een tweede prentje van denzelfden graveerder geeft ons een volledig overzicht van het toebereiden der fraise. Wij zien er hoe deze gewasschen, gesteven, gestreken, gepijpt, gedroogd en opgewerkt wordt. Aardig genoeg, «) Breynaet = passemeiitwerk. f) C a c h en fa 11 beteekent hier den hooger besproken wrongel die ook vertugadin, verdegale en fardegalijn geheetcn wevd. Hij diende oorspronkelijk, evenals de latere crinoline voor de coquette's, die zich /.ekeren belangwekkenden toestand schaamden of om een misstap te verbergen.
374
^>
al deze verrichtingen worden gedaan door apen (zie bl. 376). Onderaan staat te lezen: Hier oock dat lieflick volck, die schoone simme wyfven, De lobben schoon en net waschen en drooghen en styfven. Hoogerbesproken nijverheidscrisis, welke vooral veroorzaakt was door maatschappelijke en huishoudkundige factoren, liet onuitwischbare sporen na zich. De vele pogingen, gedurende haast gansch eene eeuw aangewend om verbetering in dien toestand te brengen en het euvel te verhelpen, mochten niet ten volle aan de verwachtingen beantwoorden welke men koesterde. Stellig werd er nooit meer kant gedragen dan in onzen tijd, maar de hoeveelheid doet schromelijk afbreuk aan de hoedanigheid. Het werken van groote stukken fijne kloskant als Mechelsch en Valencijnsch neemt ontegenzeggelijk af. Engelschen en Ameri (KONINKLIJK MrSEIWI, liRfSSEI.). kanen nemen soms een stuk mede naar huis om het als eene aardigheid uit vreemde streken te toonen; nog slechts smalle strooken zijn evenwel tot het gewoon gebruik bestemd. Grof kloswerk, als stropkant (torchon) vindt nog aftrek omdat het goedkoop is. Het wordt gebruikt ter garneering van gordijnen, tafellakens, bedünnen en vrouwenondero-oed De voorkeur gaat naar de naaldkant: Hrusselsche applicatie, Venetiaansch werk, handwerk, Brusselsen en Brugsch bloemwerk, Vlaandersch, Engelsch en Alengonsch werk. En dan nog. hoevele dames koopen valsch goed
voor echt! Men houde maar een oogenblik gegoede dames er zich niet blijven bij bestil voor een van de uitstallingen der menig-- palen de arme werksters met haar aalmoes vuldige kantwinkels van dewelke men er in te steunen, en niet zelf kussen en klos ter groote steden in iedere straat van belang op hand nemen, door ervaring de mooiheid zijn minst een paar aantreft. Tegen spot- van het edel weefsel leeren inzien en dit prijzen kan men er zich soms allerlei cols, opnieuw als een onmisbaar sieraad van haren manchetten, sluiers, ja heele jakken, waaiers, opschik leeren beschouwen. Dan zal het rijk vlinders, dassen en dies meer aanschaffen; der valsche kant weldra een einde hebben; alles echter in naaldkant. Herhalen wij het dan neemt het speldenwerk, thans versmade met diep hartzeer: de fijne kloskant gaat schoone, weder, naast het naaldwerk, eene stilaan te niet. eereplaats in.
1'. WATTKAi:. HET KI.OSJESFEEST. (i.A FKTE DU BROnUKLET).
Het zij hier, voor de zooveelste maal, uitdrukkelijk betuigd, spijts al de tot instandhouding en verbetering van de eens zoo bloeiende vrouwen-industrie aangewende pogingen; spijts vergunning van toelagen aan oude en inrichting van kweekscholen voor jonge werksters; spijts herhaald beroep op den smaak der rijken, spijts geschrijf en geharrewar naakt met rassche schreden de tijd waarop het werken van echt-schoone kloskant een doode kunsttak zal geworden zijn, zoo
Laten wij dit opstel sluiten met eene zeer gegronde aanmerking van eene Duitsche vakkundige, Bertha von Jurie, over kant als mannendracht : ,,Zou de zeere plek misschien hierin bestaan dat het hier juist een kunsttak der vrouw voor de vrouw geldt? Afgezien van het handelsstandpunt stelt de man er haast geen belang meer in; vroeger droegen de mannen evenals de vrouwen kanten, doch bijna gelijktijdig met de opkomst der machine375
voortbrengselen legden zij de mode der kanten leelijk en weinig duurzaam goed dat na een hommen af. Mag dit niet in éen verband seizoen versleten is, terwijl de echte kant, hoewel duurder, tesaamgebracht toch blijvende worden ? En kan waarde heeft; men dit feit dezelfde kanten slechts hierdoor kunnen in de wettigen dat de afwisselendste man eens en vormen immer voor goed aan opnieuw opleallen pronkvaarven en gedragen wel zegde ? Ik worden. Er zijn meen het niet; dames die ware want het gesteschatten van ouven bovenlinnen de kant bezitten, is, hoe eenvouen op hare kleedig het er ook deren slechts uit ziet, buitenvalsche dragen; gemeen duur; zij voeren schokbovendien verMODE DER FRAISKS, MANCHETTEN, MOMMEN, WRONGELS. schouderendaan slijt het snel. (SPOTPRENT DOOR VAN DER BORCHT). De kleeding dat met ze eenvan den man is over het algemeen sterker en maal te dragen ze zouden bedorven zijn, en deugdelijker, de stof ervan dichter, alle koopen eene moderne echte kanten wijl zij uiterlijke schijn er te veel oude wordt erbij verbezitten. De lomeden ; en daargica gaat in dit om ben ik overgeval mank." tuigd dat, zoo Zoo is het, heden ten dage, ja; laten wij ingevolge modehopen dat het luim of schoonzoo niet blijheidsgevoel, de ven zal en de hommen bij de kant, evenals mannen weder andere modein zwang- kwaartikelen in de men, geen elemoderne richgant man op ting gestuwd, het idee kwam, weldra herbomachinekant te ren uit hare dragen. De monverkwijning opdaine vrouw fleure, tot handHET WASSCIIEN, STIJVEN, STRIJKEN, H.OOIEN, DROOGEN, OPWERKEN geeft daarentehaving van den VAX DE FRAISES. i Sl'OTI'RKNT VAN VAN DER BORCHT). gen telken jare grootcn en al•een deel van haar toiletgeld uit voor valsch, ouden kunst-roem der Nederlanden
• •
376
•