KANSSPELCOMMISSIE
.be
Goochelaar Jeronimus Bosch (rond 1495)
Dit verslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 16 van de wet van 7 mei 1999 en bestrijkt de periode van 1 januari tot 31 december 2006. Het geeft een samenvatting weer van de gegeven adviezen en de gepubliceerde Koninklijke Besluiten, alsook een overzicht van de werkzaamheden van de Kansspelcommissie en haar secretariaat. Het verslag werd door de Kansspelcommissie goedgekeurd tijdens haar vergadering van 9 mei 2007. Het is beschikbaar op de site : http//www.gamingcommission.fgov.be. 2
INHOUDSTAFEL INLEIDING…………………………………………………………………………………….…6 HFST. I. VOORSTELLING VAN DE KANSSPELCOMMISSIE……………………………8 HFST. II. WETSWIJZIGINGEN 2.1. Herhaling van de algemene principes van de wet………………………………………..11 2.2. Goedkeuring van het koninklijk besluit betreffende de televisiespelletjes…….………...13 2.3. Ontwerp voor wetswijzigingen……………………………………………………….….13 HFST. III. SITUATIE VAN DE WERELD VAN HET KANSSPEL IN BELGIË 3.1. Reglementaire situatie…………………………………………………………………...16 3.2. Situatie op het terrein…………………………………………………………………….17 3.2.1. Vergunningen klasse A 3.2.1.1. Algemene situatie…………………………………………………………....21 3.2.1.2. Het casino van Brussel……………………………………………………...22 3.2.1.3. De pokertoernooien in Spa, Namen en Oostende…………………………...22 3.2.1.4. Het pokerspel………………………………………………………………..23 3.2.1.5. Het belastingstelsel dat op het pokerspel van toepassing is…….…………..24 3.2.1.6. Getroffen maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld………...25 3.2.1.7. Het koninklijk besluit van 3 december 2006…………………………………27 3.2.2. Vergunningen klasse B 3.2.2.1. Algemene situatie……………………………………………………………28 3.2.2.2. De wachtlijsten……………………………………………………………...30 3.2.2.3. Audits………………………………………………………………………...31 3.2.3. Vergunningen klasse C 3.2.3.1. Algemene situatie……………………………………………………………32 3.2.3.2. De hernieuwing van vergunningen………………………………………….33 3.2.3.3. Het loket……………………………………………………………………..34 3.2.3.4. Weigering om een gunstig advies toe te kennen….…………………………35 3.2.3.5. De zelfstandige zaakvoerder………………………………………………...35 3.2.3.6. Bingotoestellen met animatie………………………………………………..35 3.2.3.7. De elektronische identiteitskaart………………………………………….…36 3.2.4. Vergunningen klasse D 3.2.4.1. Algemene situatie……………………………………………………………37 3.2.4.2. De opleidingen………………………………………………………………39 3.2.4.3. De hernieuwing van vergunningen………………………………………….40 3.2.5. Vergunningen klasse E 3.2.5.1. Algemene situatie……………………………………………………………40 3.2.5.2. Audits………………………………………………………………………..42 3.3. Financiële aspecten 3.3.1. Solvabiliteitsratio’s en audits……………………………………………………...42 3.3.2. Overdracht van aandelen – fusies…………………………………………………44 3.3.3. Faillissementen…………………………………………………………………….45 3.3.4. Nota over de leasing……………………………………………………………….45 3.3.5. Administratieve vereenvoudiging………………………………………………….46 3.4. Standpunt van de Commissie over verschillende kwesties 3.4.1. Brief van het parket-generaal over debetkaarten…………………………….……47 3.4.2. Samenwerking met de FOD Financiën…………………………………………….47 3.4.3. Windhondenrennen: juridisch statuut……………………………………………...48 3
3.4.4. Kansspelen in het vliegtuig………………………………………………………...50 HFST. IV. BESCHERMING VAN DE SPELERS 4.1. Studie over het dienstenaanbod………………………………………………………….52 4.2. Lijst met uitgeslotenen…………………………………………………………………..52 4.3. Werking van het EPIS-systeem………………………………………………………….55 4.4. Andere activiteiten……………………………………………………………………….56 4.5. Het spelbeleid van de overheid……………………………………………………….….57 HFST. V. CONTROLE EN SANCTIES 5.1. Controles 5.1.1. Inleiding………………………………………………………………………………..59 5.1.2. Samenwerking met de parketten en politiediensten……………………………………60 5.1.3. Opleiding en informatieverstrekking ………………………………………………….61 5.1.4. Samenwerking met de Cel voor Financiële Informatieverwerking……………………61 5.1.5. Samenwerking met de FOD Economie – de Afdeling Metrologie…………. …………61 5.1.6. Samenwerking met de FOD Financiën………………………………………………...61 5.1.7. Samenwerking met andere diensten……………………………………………………62 5.1.8. Conclusies……………………………………………………………………………...62 5.2. Strafrechtelijk beleid………………………………………………………………….….63 5.3. De sancties……………………………………………………………………………….64 HFST. VI. BIJDRAGEN VAN DE FOD ECONOMIE – DIENST METROLOGIE 6.1. Situering van de “Dienst Kansspelen”…………………………………………………...65 6.2. Opdrachten van de “Dienst Kansspelen”………………………………………………...65 6.3. Modelgoedkeuring……………………………………………………………………….65 6.4. Controles…………………………………………………………………………………66 6.4.1. Eerste ijken………………………………………………………………………...66 6.4.2. Herijken……………………………………………………………………………66 6.4.3. Bezoeken aan de kansspelinrichtingen………………………………….…………66 6.4.4. Elektronische handtekening………………………………………………………..66 6.5. Goedkeuringsprotocollen………………………………………………………………...67 6.6. Testtoestellen…………………………………………………………………………….67 6.7. Lijst met toegelaten spelen voor de inrichtingen van klassen I, II en III………………...68 6.8. Opleiding van kandidaat-licentiehouders D……………………………………..………68 6.9. Laboratorium…………………………………………………………………….………68 6.10. Vergaderingen…………………………………………………………………..………68 6.11. Personeel………………………………………………………………………..………68 6.12. Opdrachten……………………………………………………………………………...68 6.13. Website van de “Dienst Kansspelen”…………………………………………………..69 HFST. VII. REGLEMENTAIRE ONTWIKKELINGEN EN RECHTSPRAAK 7.1. Reglementaire ontwikkelingen…………………………………………………………..70 7.1.1. Advies aan de regering………………………………………………………….…70 7.1.2. Koninklijke besluiten………………………………………………………………70 7.1.3. Protocollen………………………………………………………………………...70 7.2. Rechtspraak………………………………………………………………………………71 HFST. VIII. HET SECRETARIAAT EN ZIJN MIDDELEN 8.1. Het secretariaat van de Commissie………………………………………………………77 8.2. Het budget……………………………………………………………………………......77 4
8.3. De informatica…………………………………………………………………………...78 HFST. IX. SAMENWERKING EN MEDEWERKINGEN 9.1. Samenwerkingen…………………………………………………………………………….……80 9.2. Medewerkingen………………………………………………………………...………..89 CONCLUSIE…………………………………………………………………………………….91 BIJLAGEN Samenvatting……………………………………………………………………………….93 Parlementaire vragen………………………………………………………………….…..102 Organigram………………………………………………………………………………..105 Contactpersonen…………………………………………………………………………..106
5
INLEIDING - WOORD VAN DE VOORZITTER De Kansspelcommissie heeft als opdracht advies te geven aan de regering en het parlement over alles wat met kansspelen te maken heeft. Het jaar 2006 was op het vlak van kansspelen een rijk gevuld jaar. De Commissie werd vernieuwd. Er werden keuzes gemaakt voor de toekomst van het kansspelbeleid. De Commissie heeft de regering geadviseerd om de weddenschappen en de spelen die via instrumenten van de informatiemaatschappij worden aangeboden, te reglementeren. De grote lijnen van dat advies waren geïnspireerd op de principes uiteengezet in het kansspelbeleid van de overheid. In juli 2006 besloot de regering een wetsontwerp in te dienen. Het is belangrijk en hoognodig dat de wetgever voor rechtszekerheid zorgt in de domeinen waar strafrechtelijk beteugelde verbodsbepalingen met de voeten worden getreden zonder enige reactie van de bevoegde overheid. Dat wetsontwerp voorziet tevens in nieuwe instrumenten om een coherent kansspelbeleid effectief te maken. Wetsovertreders, de uitbaters van illegale spelen, zullen kunnen worden verplicht om boetes te betalen aan het fonds ter bestrijding van overmatige schuldenlast. Het ontwerp richt zich ook tot weddenschappen. In de loop van 2006 zijn tal van wedkantoren opengegaan zonder de verplichtingen na te leven die hun werden opgelegd. De Commissie heeft slechts een beperkte bevoegdheid om tegen hen op te treden. Een initiatief van de wetgever met betrekking tot de spelen op het internet en de weddenschappen zou zeker voor meer duidelijkheid zorgen. De regering nam een koninklijk besluit aan dat een wettelijk kader voor televisiespelletjes voorziet waarover sinds 2004 een groot aantal klachten werd ontvangen. Dat koninklijk besluit werd op 1 januari 2007 van kracht en is het gevolg van een aanpassing van de wet van 7 mei 1999 die door de programmawet van december 2004 werd ingevoerd. De aanvragen tot goedkeuring om deze spelen te exploiteren zullen in 2007 worden onderzocht. De Kansspelcommissie handelde tal van dossiers af en zette haar operationele opdrachten onverminderd voort. Het pokerspel werd door een aantal prominenten uit de showbusiness gepromoot waardoor het een ware rage werd die tal van vragen oproept bij zowel de spelers als de organisatoren. De Commissie tracht het spel te sturen, zodat jongeren die door dit fenomeen worden aangetrokken, beschermd zijn. Ook het fiscale karakter van pokerspelen zal worden aangekaart. Dit verslag geeft een overzicht van de economische, technische en juridische situatie van kansspelen in België. Het behandelt de evolutie van casino’s, hun samenwerking in de strijd tegen het witwassen van geld en hun financiële resultaten. De situatie van de vergunningen van klasse II wordt vanuit het oogpunt van de solvabiliteit bestudeerd. De drankgelegenheden trokken opnieuw de aandacht van de Commissie, aangezien zelfstandige zaakvoerders het café uitbaten. Binnen de Commissie werd tevens beraadslaagd over de behandeling van documenten die aan de voor het publiek opengestelde diensten werden bezorgd. Er zal een kort overzicht worden gegeven van de betrekkingen met de parketten en politiediensten. Op federaal niveau heeft het parket-generaal van Luik een rondzendbrief opgesteld over clandestiene spelinrichtingen en wil het van die strijd een absolute prioriteit maken om de sector te saneren. De Commissie heeft altijd bijzondere aandacht besteed aan de bescherming van de speler en dit verslag is opnieuw een bewijs van die bekommernis.
6
De werkzaamheden van de Kansspelcommissie kunnen alleen tot resultaten leiden als ze door de dienst kansspelen van de metrologie worden ondersteund. Deze bijdrage wordt summier besproken. De hoven en rechtbanken, evenals de Raad van State hebben uitspraken gedaan met betrekking tot de sector. Zoals in de vorige verslagen wordt de rechtspraak samengevat, zodat de sector op de hoogte is van de evolutie in de sector van de kansspelen. Er wordt ook een overzicht gegeven van de werkzaamheden van het secretariaat van de Commissie. Een volgend hoofdstuk vat de nationale en internationale contacten van de Kansspelcommissie samen. Het resultaat van de werkzaamheden van de Commissie hangt af van een verstandige en verantwoordelijke samenwerking met alle betrokken sectoren: politieke gezagdragers, magistraten, overheidsinstanties van de omliggende landen, politie, universiteiten, verenigingen tot bescherming van de spelers, casino’s, speelzalen, drankgelegenheden, leveranciers, personeel van de vergunninghouders, vakverenigingen … De resultaten in dit verslag zijn een weergave van deze samenwerking en van de samenwerking die zich op alle niveaus blijft uitbouwen.. Het afgelopen jaar was bijgevolg een keerpunt voor het overleg rond het openbare kansspelbeleid en voor de concrete oplossing van tal van belangrijke uitdagingen. E. MARIQUE Voorzitter
7
HOOFDSTUK 1 - VOORSTELLING VAN DE KANSSPELCOMMISSIE De Kansspelcommissie, hierna Commissie genoemd, is een beslissingsorgaan. Ze wordt bijgestaan door een secretariaat waarvan de functionarissen van de Federale Overheidsdienst Justitie afhangen. Ze bestaat uit een gelijk aantal Franstalige en Nederlandstalige vertegenwoordigers van de zes ministers die in de Kansspelcommissie een vertegenwoordiging hebben. Eind 2006 liepen de mandaten van de leden van de Commissie af. Hun vernieuwing moest bijgevolg worden voorzien. Voor wat betreft de Voorzitter, werd zijn mandaat verlengd krachtens het koninklijk besluit van 18 mei 2006 houdende benoeming van de voorzitter van de Kansspelcommissie met ingang vanaf 1 januari 2007. Samenstelling van de Commissie: KABINET MINISTERIE VOORZITTER Gewoon lid:
JUSTITIE Gewone leden:
OF Zittende leden tot en met 15 Zittende leden vanaf 15 oktober oktober MARIQUE Etienne (Fr) Raadsheer bij het Hof van beroep van Brussel
MARIQUE Etienne (Fr) Raadsheer bij het Hof van beroep van Brussel
NUCHELMANS Didier (Fr) Lid van de Strategische cel van de vice-eerste minister en minister van Justitie
BLERO Bernard (Fr) Adjunct-directeur bij de Strategische cel van de vice-eerste minister en minister van Justitie
DE SMET Marc (Nd) Adjunct-directeur bij de Strategische cel van de vice-eerste minister en minister van Justitie
DE SMET Marc (Nd) Sociaal bemiddelaar bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Plaatsvervangende leden: GILLARD Claude (Fr) Adviseur bij het Directoraatgeneraal Strafwetgeving en de Rechten van de mens
FINANCIËN Gewone leden:
MARENNE Henri (Fr) Adviseur bij het kabinet van de viceeerste minister en minister van Justitie
GALLE Nina (Nd) Attaché bij het Directoraatgeneraal Strafwetgeving en de Rechten van de mens
GALLE Nina (Nd) Attaché bij het Directoraat-generaal Strafwetgeving en de Rechten van de mens
FONTINOY Jean-Claude (Fr) Expert bij de Strategische cel van de minister van Financiën
DEMARCH Charles (Fr) Adviseur bij het kabinet van de viceeerste minister en minister van Financiën
8
SIX Carlos (Nd) Administrateur Kleine en Middelgrote Ondernemingen
SIX Carlos (Nd) Administrateur Kleine en Middelgrote Ondernemingen en belast met de algemene leiding van de Administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit
Plaatsvervangende leden: PREVOST Jean-Marie (Fr) Directeur bij de Administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit
MONSEU Claude (Fr) Expert bij het kabinet van de viceeerste minister en minister van Financiën (Fiscale cel)
VANDEVELDE Ludo (Nd) Adviseur bij de Beheerscel van de FOD Financiën
VANDEVELDE Ludo (Nd) Adviseur bij de Beheerscel van de FOD Financiën
GALLOY Geneviève (Fr)
VAN DEN BERG Bénédicte (Fr) Adviseur bij de Cel wetenschapsbeleid van het kabinet van de minister van Economie
DELEU Frans (Nd) Adviseur bij de Dienst Metrologie
PITTEVILS Ivan (Nd) Directeur bij de Strategische cel van het kabinet van de minister van Economie
ECONOMIE Gewone leden:
Plaatsvervangende leden: PONCIN Jean-Marie (Fr) Adviseur-generaal bij de Dienst Metrologie
BINNENLANDSE ZAKEN Gewone leden:
DERYCKERE Francis (Nd) Adviseur-generaal bij de FOD Economie, Afdeling consumenten en ondernemingen
DERYCKERE Francis (Nd) Adviseur-generaal bij de FOD Economie, Afdeling consumenten en ondernemingen
DENIS Pierre (Fr) Adviseur-generaal bij de Algemene Directie van de Wetgeving en van de Nationale Instellingen
NICOLET Christian (Fr) Attaché voor juridische geschillen van de federale politie
MERCKX Lutgardis (Nd) Adviseur bij de Strategische cel van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
CALLU Marc (Nd) Hoofdinspecteur bij de federale politie, gedetacheerd als expert bij de Kansspelcommissie
Plaatsvervangende leden: FRERE René (Fr) Adviseur bij de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
1
PONCIN Jean-Marie (Fr) Adviseur-generaal bij de Afdeling Reglementering en Controlebeleid van de FOD Economische Zaken1
CAPRON Bernard (Fr) Attaché bij de Gewestelijke diensten van het Rijksregister (Hainaut)
De afdeling die van de FOD Economie afhangt, is van naam veranderd. 9
OVERHEIDS BEDRIJVEN Gewone leden:
PANNEELS Laurent (Nd) Adviseur bij de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
VOSSEN Béa (Nd) Adviseur voor Veiligheid en Preventie bij het kabinet van de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
JACQUIJ Philippe (Fr) Administrateur Grote Ondernemingen
JACQUIJ Philippe (Fr) Administrateur Grote Ondernemingen
DEMEYERE Frank (Nd) Adviseur bij de Strategische cel van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
DEMEYERE Frank (Nd) Adviseur bij de Strategische cel van de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven
Plaatsvervangende leden: DEROUBAIX Anne-Noëlle (Fr) Attaché voor het gezondheidszorgbeleid
VOLKSGEZONDHEID Gewone leden:
DEROUBAIX Anne-Noëlle (Fr) Attaché voor het gezondheidszorgbeleid
LOCQUET Koen (Nd) Expert in duurzame ontwikkeling bij de Strategische cel
LOCQUET Koen (Nd) Hoofdadviseur bij de CREG
BELOT Michèle (Fr) Inspecteur bij de Belastingadministratie
DU VILLE Pierre (Fr) Lid van de Strategische cel van het ministerie van Volksgezondheid
BOERS Kris (Nd) Adviseur bij de Stafdienst P&O van de FOD Volksgezondheid
BOERS Kris (Nd) Adviseur bij het kabinet van de minister van Werk en Informatisering
IBOURKI Karim (Fr) Plaatsvervangende leden: DU VILLE Pierre (Fr) Lid van de Strategische cel van het Persattaché bij het kabinet van de minister van Sociale Zaken en ministerie van Volksgezondheid Volksgezondheid VANVLAENDEREN Ilse (Nd) VANVLAENDEREN Ilse (Nd) Lid van de Strategische cel van het Dierenarts ministerie van Volksgezondheid
10
HOOFDSTUK 2 – WETSWIJZIGINGEN 2.1. HERHALING VAN DE ALGEMENE PRINCIPES VAN DE WET De wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers heeft de casino’s een juridisch statuut gegeven en een einde gemaakt aan het tolerantiebeleid ten opzichte van dergelijke inrichtingen. Bijgevolg heeft de wet hun situatie geregulariseerd door hen als ‘kansspelinrichtingen’ te erkennen. Allereerst wijzen we er nogmaals op dat de Kansspelcommissie een onafhankelijk orgaan is met een viervoudige opdracht: • advies geven aan het Parlement en de Regering; • de vergunningen beheren; • controleren dat de wet en haar uitvoeringsbesluiten worden nageleefd; • de spelers beschermen; De wet geeft de toestemming om in negen Belgische gemeenten, namelijk Brussel, KnokkeHeist, Oostende, Blankenberge, Middelkerke, Namen, Dinant, Spa en Chaudfontaine, een casino uit te baten. Die gemeenten moeten op voorhand een concessieovereenkomst met de exploitant afsluiten, voordat de Kansspelcommissie een exploitatievergunning kan toekennen. Een gelijkende voorwaarde geldt voor de speelautomatenhallen (convenant). Wat de drankgelegenheden betreft, moet de burgemeester van de gemeente een advies geven over het voldoen aan de wettelijke voorwaarden voor exploitatie. Naast de vergunning van klasse I (A) voor casino’s, bepaalt de wet van 7 mei 1999 nog vier andere vergunningen: • de vergunning van klasse II (B) die de exploitatie van een speelautomatenhal toelaat. De wet beperkt hun aantal tot 180 voor het Belgische grondgebied; • de vergunning van klasse III (C) die de exploitatie van maximaal twee bingo’s of oneballs in een drankgelegenheid toelaat. Hun aantal wordt niet door de wet beperkt; • de vergunning D laat toe dat een beroepsactiviteit wordt uitgeoefend in de inrichtingen van klasse I en II; • de vergunning E laat de verkoop, verhuur, productie, terbeschikkingstelling, het onderhoud en de uitrusting van kansspelen toe. De wet omvat geen (art. 3 en 3bis): • weddenschappen op resultaten van sportwedstrijden, met inbegrip van paardenrennen en windhondenrennen; • spelen die aan de speler of gokker geen ander voordeel opleveren dan het recht om maximaal vijf keer gratis verder te spelen; • kaartspelen en gezelschapsspelen, evenals spelen uitgebaat door pretparken of door kermisexploitanten die slechts een zeer beperkte inzet vereisen en een geringe winst opleveren; • loterijen in de zin van de wet van 31 december 1851, en evenmin spelen die door de Nationale Loterij worden georganiseerd; • televisiespelletjes die een totaal spelprogramma inhouden op voorwaarde dat deze aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 voldoen. Wat de televisiespelletjes betreft, bepaalt het koninklijk besluit dat de organisatie ervan op voorhand door de Kansspelcommissie moet worden goedgekeurd. Die kwestie wordt echter in een afzonderlijk hoofdstuk behandeld. 11
Er moet worden op gewezen dat er in België drie vormen van het spel ‘bingo’ bestaan. De eerste vorm is de speelautomaat die in cafés en spelinrichtingen van klasse III staat. De ‘oneball’ behoort tot dezelfde spelcategorie. Over het algemeen voorziet een ‘bingo’ vijf balletjes en een ‘one-ball’ slechts één. Om dit spel te kunnen exploiteren, is een vergunning van klasse III nodig. De tweede vorm van het bingospel is het spel dat in casino’s wordt georganiseerd. Enerzijds is er het automatische spel dat ‘keno’ wordt genoemd en anderzijds is er het tafelspel, of ‘livespel’, dat ook ‘bingo’ wordt genoemd. Die laatste vorm is een trekkingsspel dat zich over het algemeen in een aparte, speciaal daarvoor voorziene zaal afspeelt. De regels zijn dezelfde als die van de derde vorm van bingo, die hierna wordt besproken. De derde vorm is het traditionele bingospel, dat in België ook ‘kienen’ wordt genoemd. Het is een soort kansspel dat onder de wet van 31 december 1851 op de loterijen valt. Die vorm van bingo lijkt op de laatste vorm van het voorgaande punt. Volgens een arrest van het Hof van Cassatie van 3 mei 1993 wordt het kienspel bovendien beschouwd als een ‘loterij’ of ‘tombola’. Dergelijke spelen mogen dus volgens dezelfde voorwaarden worden georganiseerd. Enkel loterijen of kienavonden die uitsluitend bestemd zijn voor vroomheids- of weldadigheidsinstellingen, ter bevordering van de nijverheid en de kunsten, en elk ander doel van openbaar nut zijn toegelaten. De wet bepaalt bovendien dat een toelating nodig is van de FOD Binnenlandse Zaken als de loterij meer dan één provincie van het Rijk betreft, van de bestendige deputatie als ze slechts één provincie betreft, van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als ze meer dan één provincie van dat gewest betreft, of door het College van burgemeester en schepenen als er slechts één gemeente bij betrokken is. Wat de weddenschappen betreft, uitgezonderd de ’ onderlinge sportweddenschappen die onder de wet van 26 juni 1963 vallen en de weddenschappen die niets met sportbeoefening te maken hebben en die bijgevolg onder de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen vallen, zijn alle andere weddenschappen, tegen vaste of onderlinge notering, genomen op wedstrijden of sportieve evenementen die zich in België of het buitenland afspelen, onderworpen aan het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen en aan de voorafgaande goedkeuring van de Belastingadministratie. Alle andere kansspelen die niet door de wet zijn bepaald, zijn bijgevolg verboden en de exploitatie ervan kan met een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en een boete van 100 frank tot 100 000 frank, of een van beide straffen, worden bestraft. De wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wijzigt immer de wet van 1902. De nieuwe wet bevat momenteel een ruime definitie van een ‘kansspel’ en een spel wordt als dusdanig beschouwd als de volgende drie elementen aanwezig zijn: een inzet, een verlies of winst en het toeval, ook al is de aanwezigheid van dat laatste element slechts bijkomstig. De bescherming van de spelers is een van de bijzondere accenten in het kansspelbeleid met als voornaamste voorbeelden het toegangsverbod voor jongeren onder de 21 tot inrichtingen van klasse I en II, en voor jongeren onder de 18 in kansspelinrichtingen klasse III, de registratieverplichting in inrichtingen van klasse I en II, de mogelijkheid om zichzelf de toegang te ontzeggen in inrichtingen van klasse I en II , de invoering van beperkingen met betrekking tot het soort speelautomaten en het gemiddelde uurverlies in de inrichtingen van klasse I, II en III, de verplichting om folders tegen gokverslaving ter beschikking te stellen, de technische controle van de spelen. Er moet worden op gewezen dat de wet van 7 mei 1999 de exploitanten verbiedt om 12
krediet te verlenen of geld voor te schieten. Andere kredietvormen worden in punt 3.4.1 besproken. 2.2. GOEDKEURING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE TELEVISIESPELLETJES De Kansspelcommissie gaf reeds in 2004 advies naar aanleiding van een groot aantal klachten over het eerlijke verloop van televisiespelletjes en de bedragen van sommige gefactureerde sommen. Dat advies was bedoeld om een omkadering te voorzien voor de televisiespelletjes die een totaal spelprogramma vormen en die volgens de Commissie de gevaarlijkste soort zijn. Op 10 oktober 2006 werd een koninklijk besluit houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma' s via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, waarvoor het toegelaten is om van de oproeper, naast de prijs van de communicatie, ook de betaling van de inhoud te vragen, doch beperkt tot deze reeksen waarop het eindgebruikertarief geen functie is van de tijdsduur van de oproep en die een totaalprogramma inhouden dienen te voldoen, krachtens de wet van 7 mei 1999, afgekondigd. Het werd op 1 januari 2007 van kracht. De organisatoren van dergelijke spelletjes moeten voortaan een dossier indienen bij de Kansspelcommissie vooraleer ze hun spelletjes op de televisie mogen uitzenden. De Commissie geeft een advies na de Dienst Metrologie van de FOD Economie te hebben geraadpleegd. De Commissie heeft vanaf de ontvangst van het volledige dossier 60 dagen de tijd om het dossier te analyseren en zich erover uit te spreken. Het betreft hier een pilootproject; in geen enkel ander Europees land werd al een dergelijk initiatief genomen. Alle schijnwerpers zijn dus op België gericht. De spelletjes en de manier waarop de winnaars worden geselecteerd, moeten op voorhand door de Commissie, op advies van de Dienst Metrologie, worden goedgekeurd. Er kunnen ter plaatse controles worden georganiseerd om na te gaan of ze eerlijk verlopen. Dat koninklijk besluit bevat ook verschillende maatregelen om de transparantie ten opzichte van de deelnemers te bevorderen, waaronder de verplichting om het spelreglement op de teletekstpagina’s te zetten. In dit reglement moet worden vermeld dat klachten bij de Commissie kunnen worden ingediend. Er is ook de verplichting om een aantal gegevens op het scherm te vermelden, zoals het hoogst mogelijke tarief per deelname, het deelnameverbod voor minderjarigen, de te winnen prijzen en de manier waarop ze kunnen worden gewonnen, het aantal bellers in realtime. Daarnaast bepaalt het koninklijk besluit ook de gedragslijnen voor de presentatoren en de invoering van een systeem om de oproepen te controleren en zo volumebellers op te sporen. Deze volumebellers worden van hun groot verbruik verwittigd. 2.3. ONTWERP VAN WETSWIJZIGINGEN In oktober 2005 kwam aan het licht dat er in de Belgische voetbalcompetitie wedstrijden waren vervalst, dat het aantal niet-toegelaten weddenschappen was toegenomen en dat het aanbod van de kansspelen op internet, evenals de reclame daaromtrent, een steeds grotere uitdaging vormden. 13
De Commissie adviseerde de minister van Justitie, Laurette Onkelinx, om de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers opnieuw te wijzigen, om de exploitatie van dergelijke spelen beter te kunnen omkaderen. De studie van de K.U. Leuven over de ‘juridische definitie van het kansspel’ bracht reeds de juridische lacunes van de wet van 7 mei 1999 aan het licht, door uit te gaan van de definities van de woorden ‘spel’, ‘inzet’, ‘winst’ en ‘verlies’, en ‘kans’, evenals het gebrek aan een coherent kansspelbeleid in België. Volgens die studie gebeuren de controle en exploitatie van de kansspelen nog steeds te fragmentarisch. Daarnaast is het absoluut noodzakelijk dat een enkele controle-instantie de vergunningen aflevert en voor een gezonde exploitatie van de kansspelen en de bescherming van de spelers zorgt. De studie geeft ook aan dat de Commissie door haar activiteiten en expertise het best geplaatst is om die vergunningen te behandelen. Er werd bijgevolg een werkgroep op poten gezet, bestaande uit protagonisten van de betreffende Federale Openbare Diensten. In de loop van de maand februari werd ook de sector geraadpleegd. De verschillende protagonisten maakten van die gelegenheid gebruik om hun bekommernissen en verzuchtingen te formuleren. Die verschillende bijeenkomsten hebben geleid tot het advies dat bij het ontwerp van wetswijziging hoort. Op 20 juli 2006 keurde de regering het ontwerp van wetswijzigingen dan ook goed. Dat ontwerp werd onmiddellijk aan de Raad van State voorgelegd, voordat het in december 2006 in de Kamer werd ingediend. Op 3 augustus 2006 werd het ontwerp eveneens bekendgemaakt bij de Europese Commissie en bijgevolg bij alle andere lidstaten, krachtens richtlijn 98/34/EG die van toepassing is op alle ontwerpen voor technische voorschriften voor producten en diensten met betrekking tot de informatiemaatschappij. Want zodra dergelijke voorschriften onverantwoorde handelsbelemmeringen kunnen veroorzaken, kunnen de kennisgeving in de ontwerpfase en de evaluatie van de inhoud ervan dat risico beperken. Een dergelijke procedure maakt de controle en transparantie van die nationale regelgevingen mogelijk. De Europese Commissie had tot 6 november 2006 de tijd om haar opmerkingen te formuleren. Er werd om verduidelijking gevraagd wat betreft de reikwijdte van het ontwerp, met name in verband met de aflevering van ‘betrouwbaarheidscertificaten’, zonder dat de termijn om het document te bestuderen daarvoor echter werd verlengd. De krachtlijnen van die wetswijzigingen spelen op twee niveaus. In de eerste plaats moet er voor meer coherentie worden gezorgd in het vergunningsbeleid voor de sector van de weddenschappen die door afzonderlijke en uiteenlopende bepalingen wordt geregeld en van verschillende autoriteiten afhangt. Binnen dezelfde Belastingadministratie wordt op verschillende afdelingen een beroep gedaan naargelang het soort weddenschap of naargelang de plaats waar de evenementen zich afspelen waarop weddenschappen worden afgesloten. Vanuit het oogpunt van de kanalisering van het spel moet de exploitatie van de kansspelen vervolgens mogelijk zijn via een elektronisch communicatienetwerk, in het bijzonder via internet. De wet breidt de soorten toegelaten weddenschappen ook uit naar weddenschappen op evenementen, aangezien weddenschappen op paardenrennen, windhondenrennen, duivenwedstrijden en op de resultaten van sportwedstrijden momenteel als enige toegelaten zijn. Er moet worden opgemerkt dat dergelijke weddenschappen al illegaal in België worden georganiseerd. Zoals hierboven al werd aangehaald, staan in tal van cafés immers machines waarmee weddenschappen kunnen worden geplaatst op echte wedstrijden (rennen), waarvan de resultaten al op voorhand bekend zijn en waarvan het eerlijke verloop niet kan worden gecontroleerd. Maar er zijn ook andere voorbeelden, zoals de weddenschappen die in sommige winkels worden aangeboden. Met de nieuwe wet zal bijgevolg een echte controle van elk soort 14
weddenschap, bookmaker en totalisator mogelijk zijn. Het aantal nieuwe kantoren zal ook beperkt worden. Ook de onlinespelletjes zijn al wijd verspreid. Er vonden al verschillende bijeenkomsten met de Federal Computer Crime Unit (FCCU) en de Cel Internetbewaking van de FOD Economie plaats om te bepalen op welke manier de onlinespelletjes zullen worden bestreden. Daaruit bleek dat die voortdurende strijd geen prioriteit is in de strijd tegen de cybercriminaliteit en dat de beteugeling ervan allesbehalve efficiënt is. In het wetsontwerp is ook sprake van de aflevering van ‘betrouwbaarheidscertificaten’. Om dat certificaat te verkrijgen, moeten online casino’s aan een bepaald aantal voorwaarden voldoen, onder andere op het vlak van bijvoorbeeld de registratie en de maximale inzetten. De server moet zich tevens in België bevinden, zodat het eerlijke verloop van de spelen kan worden gecontroleerd. Die bepalingen worden in de uitvoeringsbesluiten verduidelijkt. Er kunnen ook andere bepalingen worden overwogen wat bijvoorbeeld de elektronische identiteitskaart betreft of de mogelijke medeplichtigheid van banken en andere uitbetalingsinstellingen in verband met transacties naar websites met onlinespelletjes, zoals in de Verenigde Staten gebeurt. Deze vorm van vergunning maakt het tevens mogelijk om veel sneller te reageren op het moment dat een overtreding wordt vastgesteld. Bij dergelijke vaststellingen kan het certificaat bovendien onmiddellijk worden ingetrokken door het gewoonweg te verbreken. Daarnaast wordt aan de houders van een dergelijke vergunning geen garantie van de duur gegeven. De begunstigde van een certificaat zou dus minder rechten hebben dan een vergunninghouder. De Commissie had voorgesteld om de vergunning voor online kansspelen te koppelen aan de vergunning voor de exploitatie van traditionele spelen. De regering meende echter dat met de sociologische realiteit diende rekening te worden gehouden. Het Belgische recht voorziet momenteel immers geen vergunningen voor internetsites, waardoor de bescherming van de speler niet verzekerd is. Het systeem van betrouwbaarheidscertificaten geeft het voordeel van een omkadering van online spelen. In 2006 hebben de diensten van de Commissie zeven proces-verbalen opgesteld tegen websites waarop kansspelen worden aangeboden. Ze werden aan de bevoegde procureurs des Konings overhandigd. Toch werd in 2006 geen enkele website van het internet gehaald, aangezien ze in bijna alle gevallen in het buitenland zijn gevestigd. Eén onderneming heeft echter na een opmerking van de Commissie een onlineweddenschap uit haar aanbod gehaald. Het ging om een weddenschap op evenementen die de wet op de kansspelen niet toelaat en die dus verboden blijft. In dit ontwerp blijft de filosofie van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen behouden. Ook hier zullen de certificaten worden toegekend op basis van criteria als transparantie, solvabiliteit en professionaliteit. Het wetsontwerp bevat ook andere kleinere veranderingen. Zo kan de Commissie onder andere administratieve boetes opleggen en zijn de exploitanten verplicht om hun fiscale verplichtingen na te komen.
15
HOOFDSTUK 3 – SITUATIE VAN DE WERELD VAN HET KANSSPEL IN BELGIË 3.1. REGLEMENTAIRE SITUATIE De automaten die in België worden geëxploiteerd, moeten aan een bepaald aantal technische normen beantwoorden voordat ze kunnen worden geëxploiteerd. Die normen hangen eveneens af van de plaats waar de automaten zullen worden geëxploiteerd. Zo zijn er onder andere normen voor het gemiddelde uurverlies en de spelduur. De wetgever heeft de zwaarte van de regels willen koppelen aan de gemakkelijke toegang tot verschillende soorten inrichtingen die kansspelen aanbieden. De wet legt ook vast hoeveel automaten er per soort inrichting zijn toegelaten. De onderstaande tabel vat de regels samen waaraan de exploitatie van de kansspelautomaten moet beantwoorden. Deze gegevens zijn sinds 2004 onveranderd gebleven. Soort van inrichting
Gemiddeld Spelduur uurverlies (in euro)
Aantal toegelaten automaten
Drankgelegenheden
12,5
• 25 sec. (voor de 2 eenheden (bingo of one-ball) one-balls) • 80 sec. (voor de bingo’s)
Speelzalen
25
45 terminals • van 3 tot 6 sec. • 60 sec. (voor een ofwel 30 automaten waarvan 3 multiplayers van maximaal 6 terminals multiplayer)
Casino’s
70
3 sec.
Dit aantal is niet bepaald, maar hangt samen met het aantal open speeltafels2; een tafel die gedurende minstens 5 uur open is, geeft recht op de exploitatie van 15 automaten
2 Onder een open tafel wordt een tafel verstaan die voor de speler onmiddellijk toegankelijk is omdat er een croupier aanwezig is en er speeljetons beschikbaar zijn.
16
De onderstaande tabel vat samen hoe groot de inzet en winst van de speelautomaten per soort inrichting kunnen zijn. Klasse I Met progressieve prijs Waarde van de progressieve prijs (indien die bestaat) Klasse II
Voor 1 speler Voor multiplayers
Klasse III
Zonder extra bal Met extra bal
Minimale inzet Maximale inzet (door het protocol (geen wettelijke grens) bepaald) € 0,01
Minimale inzet (door reglementering bepaald)
Maximale winst
-
€ 25.0003
-
€ 10.0004
Maximale inzet Maximale winst de (door de reglementering (door de reglementering bepaald,) bepaald)
van € 0,10 tot € 0,25
maximaal € 25
€ 500
van € 0,10 tot € 0,25
maximaal € 150
€ 2000
Minimale inzet (door reglementering bepaald)
Maximale inzet Maximale winst de (door de reglementering (door de reglementering bepaald) bepaald)
€ 0,25
€ 6,25
€ 500
€ 0,25
€ 6,25+ 6,25 €5
€ 500
3.2. SITUATIE OP HET TERREIN Een van de taken van de Commissie is het beheer van de vergunningen die krachtens de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen zijn toegestaan. We kunnen zeggen dat 2006 een vrij stabiel jaar was, waarin we niettemin een aantal evoluties kunnen vaststellen. Die evoluties hebben voornamelijk te maken met de sterke afname van het aantal vergunningen C en E, en de stijging van de aanvragen om vrijwillige uitsluiting. Ook de lijst met toegestane vergunningen B is vervolledigd. 3
Er is geen wettelijke limiet vastgelegd. Het betreft een vaststelling van de situatie op het terrein.Het maximum dat kan worden gewonnen bovenop de waarde van de maximale winst van de machine. Het informaticaprotocol vermeldt dat het progressieve gedeelte dit bedrag niet mag overtreffen. 4 Het protocol van de dienst metrologie vermeldt dat het progressieve gedeelte de 10.000,00 EUR niet mag overtreffen. Het betreft het maximum bedrag dat kan worden gewonnen bovenop de waarde van de maximale winst van de machine. 5 Het betreft de waarde van de bijkomende bal (waarvan de prijs de basisinzet niet mag overtreffen). 17
In 2006 ging onze aandacht hoofdzakelijk naar de consolidatie van de procedure aan het loket voor de toekenning van vergunningen C, evenals naar de hernieuwing van die vergunningen. De onderliggende ratio legis van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen was om het aantal toegestane kansspelinrichtingen te relateren aan het aantal inwoners in België. De tabel op pagina 19 vermeldt het aantal actieve vergunningen in 2006 per soort en per aantal inwoners van het Rijk, de gewesten en de provincies. De tabel op pagina 20 geeft op zijn beurt een overzicht van het kansspelmilieu in de verschillende gerechtelijke arrondissementen in 2006, per soort vergunning en per aantal inwoners. Uit die tabellen maken we op dat: •
het aantal vergunningen A losstaat van de bevolking. Dit valt te verklaren door het feit dat de exploitatieplaatsen van de vergunningen A strikt bij wet zijn bepaald;
•
het aantal vergunningen B in verhouding staat tot de grootte van de bevolking, uitgezonderd sommige arrondissementen zoals Aarlen en Veurne waar in verhouding meer vergunningen B zijn toegekend. Dit valt te verklaren doordat de grensbevolking van Frankrijk of Luxemburg, of de bevolking die in de zomer door de kust wordt aangetrokken, deze inrichtingen bezoekt. In vergelijking met 2005 werden in 2006 3 extra vergunningen toegekend; één vergunning op de 180 toegestane werd nog niet toegekend;
•
het aantal vergunningen C gespreid is volgens de grootte van de bevolking. De hoogste verhouding wordt teruggevonden in het arrondissement van Moeskroen, met 30 vergunningen voor 20.000 inwoners. We merken in 2006 een aanzienlijke daling van het aantal actieve vergunningen C op. De daling is in de 3 gewesten van het land waar te nemen;
•
het aantal vergunningen D in verhouding staat tot het aantal inwoners. De hoogste verhouding wordt teruggevonden in het arrondissement van Oostende, met 219 vergunningen voor 100.000 inwoners. De vergunningen D zijn in 2006 met 101 eenheden toegenomen in vergelijking met 2005, en dat hoofdzakelijk in het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest en in Wallonië. In Vlaanderen is het aantal vergunningen daarentegen met 103 eenheden gedaald ten opzichte van 2005;
•
het aantal vergunningen E verhoudt zich eveneens tot het aantal inwoners. De hoogste verhouding wordt teruggevonden in het arrondissement van Brussel-Hoofdstad, met 4,52 vergunningen voor 100.000 inwoners. We merken in 2006 eveneens een aanzienlijke daling van het aantal actieve vergunningen E op, namelijk van 201 in 2005 naar 192 in 2006 (het verschil met onderstaande tabel valt te verklaren door stopzettingen in 2006 die slechts in de eerste vergadering van 2007 werden geacteerd);
•
wat het aantal vrijwillige uitsluitingen betreft, bedraagt het gemiddelde voor het Rijk 46,25 uitsluitingen voor 100.000 inwoners. Dat cijfer is toegenomen ten opzichte van het jaar 2005 waar 28,76 uitsluitingen werden geregistreerd. De hoogste verhouding wordt teruggevonden in Bergen met 97 personen voor 100.000 inwoners.
18
TOEGEKENDE VERGUNNINGEN PER KLASSE EN PER INWONER Gegevens 2006 Administratieve eenheden
*=buiten België
Populatie 2006
Vergunning A
Vergunning B
/1.000.000 inw
/100.000 inw
Vergunning C
Vergunning E
/10.000 inw
/100.000 inw
Vergunning D
Uitsluitingen
/100.000 inw
/100.000 inw
HET RIJK
10.511.382
9
0,86
179
1,70
7162
6,81
187+7*
1,85
3441+124* 33,91
4562+300* 46,25
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
1.018.804
1
0,98
11
1,08
807
7,92
46
4,52
534
52,41
726
71,26
VLAAMS GEWEST
6.078.600
4
0,66
81
1,33
3651
6,01
73
1,20
1291
21,24
1789
29,43
Provincie Antwerpen
1.688.493
19
1,13
1134
6,72
18
1,07
180
10,66
608
36,01
Provincie Vlaams-Brabant
1.044.133
16
1,53
518
4,96
13
1,25
147
14,08
247
23,66
Provincie Limburg
814.658
13
1,60
478
5,87
10
1,23
90
11,05
283
34,74
Provincie Oost-Vlaanderen
1.389.450
11
0,79
985
7,09
23
1,66
141
10,15
388
27,92
Provincie West-Vlaanderen
1.141.866
4
3,50
22
1,93
536
4,69
9
0,79
733
64,19
263
23,03
WAALS GEWEST
3.413.978
4
1,17
87
2,55
2704
7,92
68
1,99
1616
47,33
2047
59,96
Provincie Waals-Brabant
366.481
5
1,36
144
3,93
5
1,36
79
21,56
107
29,20
Provincie Henegouwen
1.290.079
41
3,18
1195
9,26
26
2,02
560
43,41
866
67,13
Provincie Luik
1.040.297
28
2,69
846
8,13
27
2,60
574
55,18
838
80,55
Provincie Luxemburg
258.547
8
3,09
190
7,35
4
1,55
48
18,57
82
31,72
Provincie Namen
458.574
5
1,09
329
7,17
6
1,31
355
77,41
154
33,58
2
2
1,92
4,36
19
Weerslag van het kansspelmilieu in de arrondissementen in 2006 Oostende
14
34
12 26 127
Aarlen
314 14
7 18 9 28
Hoei
Verviers Dinant Borgworm
29
Thuin Aalst Aat Hasselt Antwerpen
12
28
15 18 18 13
21 44
9
11 28
22
10 34
Dendermonde Mechelen
12 23 32
1011
33
49
15 22
19 9 17 14 4
Diksmuide
1010 25
9
413 21
84
7 13 20
65
Marche-en-Famenne Philippeville Tongeren Leuven Neufchâteau Tielt
4 511
Turnhout
Sint-Niklaas
Meer ten opzichte van 2005
12 3
Gent
Kortrijk
Vergunning D / 100.000 inw.
13
5 17
12 22
Uitsluitingen / 100.000 inw.
14 -3
1015
21 9 24
Vergunning C / 20.000 inw.
31
12 10
Ieper
Eeklo
Vergunning B / 1.000.000 inw.
21 14
Virton
Roeselare
7 17
16 12
22
22
Vergunning E / 100.000 inw.
15 15
32
14 8 29
49 14 19 2 412 21
Vergunning A / 1.000.000 inw.
12 5
44
26
13
14 13
54
14 13
22
19 17
46
14
23
43 26
33
21
8
44
23
Nijvel
54
50
Oudenaarde
Bastogne
33
75
20
30
44
62
15
34
-22
77
10 1013 23
45 39
4
52
69
Halle-Vilvoorde
Maaseik
93
15
4 22
51
99
18
11 24
61
71
17 16
Zinnik
97
42
111 16 21
61
94
30 22
98
16
Brugge
Charleroi
73
19
46 76
67
48 2 29
-5
78
73
22
30
Namen
Brussel-Hoofdstad
9
71 28
Bergen Luik
19
102
Veurne Doornik Moeskroen
219
77
17 19 8 5 18 11 11 -2 5 12 16 8 15 6 11 14 6 9 11 14 32 712 6 10
20
3.2.1. VERGUNNINGEN KLASSE A 3.2.1.1. Algemene situatie
De afgelopen jaren hebben we gemerkt dat almaar meer grote buitenlandse groepen in Belgische casino’s investeren. Zo is er het Franse Partouche (voor de casino’s van Knokke, Oostende en Chaudfontaine) dat die casino’s uitbaat samen met de familie Verdonck, of ook met Lucien Barrière (voor het casino van Dinant), maar ook de Britse groep Rank (voor de casino’s van Middelkerke en Blankenberge). De groep Casinos Austria International Holding GmbH heeft op zijn beurt het volledige kapitaal van het casino van Brussel in handen. De netto-inkomsten van deze sector voor 2006 op basis van de bij de Administratie van financiën gerapporteerde cijfers, met andere woorden hetgeen de spelen de exploitanten opbrengen vóór de betaling van de lonen of alle andere kosten, met inbegrip van de belasting op de spelen en weddenschappen, worden geschat op 84,5 miljoen euro, wat overeenkomt met een drop6 van ongeveer 279 miljoen euro. Dat bedrag is bijna het dubbele van het cijfer dat in 2005 werd bereikt. Dit valt te verklaren door de opening van het casino van Brussel. Op 31 december 2006 werden in de 9 casino’s 778 speelautomaten geëxploiteerd. Net als vorig jaar vindt u hieronder een overzicht van de toegevoegde waarde van de 8 Belgische casino’s voor 2005. Daarnaast wordt het aantal vaste voltijdse equivalenten vermeld, uitgezonderd tijdelijke werkkrachten en studenten. Aangezien de eindresultaten van de ondernemingen pas enkele maanden na de afsluiting van hun boekjaar worden gepubliceerd, hebben deze cijfers betrekking op het jaar 2005. U vindt er ook de omzet van 8 casino’s. Het casino van Brussel werd niet in deze tabel opgenomen, omdat het in december 2005 nog niet open was. De toegevoegde waarde meet de verrijking die door de onderneming wordt verwezenlijkt en onder de werknemers, kapitaalverschaffers (schuldeisers en aandeelhouders) en de Staat (belastingen) wordt verdeeld. In dit geval wordt ze bepaald als het verschil tussen de omzet en de waarde van het intermediaire verbruik (aankoop van uitrusting, evenals verleende diensten). Plaats
Onderneming
Omzet
Oostende
CASINO KURSAAL OOSTENDE GAMBLING MANAGEMENT CASINO DE SPA MIDDELKERKE CASINO KURSAAL BLANCAS E.C.K. SOCIETE D' ANIMATION TOURISTIQUE DE DINANT CHAUDFONTAINE LOISIRS
Namen Spa Middelkerke Blankenberge Knokke-Heist Dinant Chaudfontaine Totaal
6
11.256.000,00
Toegevoegde waarde 8.813.000,00
Personeel 94
16.674.000,00
12.517.000,00
131
4.407.104,00 9.835.000,00
3.623.268,00 7.721.000,00
52 107
8.889.000,00 8.005.000,00 3.824.000,00
7.068.000,00 6.746.000,00 1.889.000,00
94 101 72
5.117.000,00
3.911.000,00
67
68.007.104,00
52.288.268,00
718
De drop komt overeen met het totaalbedrag waarvoor jetons en fiches in een kansspelinrichting werden gekocht. 21
Er moet rekening worden gehouden met het feit dat kansspelen niet de enige activiteit van de casino’s is. Andere activiteiten, zoals het aanbieden van hotelkamers of de organisatie van evenementen zoals Miss België, moeten ook in de analyse van deze resultaten in aanmerking worden genomen. 3.2.1.2. Het casino van Brussel
Het casino van Brussel opende op 19 januari 2006 officieel de deuren. De vergunninghouder is de onderneming Casinos Austria International Holding GmbH. Het casino heeft een bezoekersaantal van zo’n 250.000 personen en een omzet van 25,7 miljoen euro bekendgemaakt. Dat laatste cijfer houdt niet alleen rekening met de opbrengst van de spelen, maar ook met de opbrengst van de andere activiteiten van het casino. Daarnaast gaf het ook zo’n 9,5 miljoen euro aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan als gewestelijke belasting op de spelen en weddenschappen. 3.2.1.3. De pokertoernooien in Spa, Namen en Oostende
Zoals de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers voorschrijft, mag elk casino jaarlijks een pokertoernooi organiseren. De toernooien van het ‘Belgisch pokerkampioenschap’ dat van 11 mei tot 26 november 2006 in Namen en Spa werd georganiseerd, en die van het ‘Flemish Poker Challenge’ dat van 11 oktober tot 5 november in Oostende werd georganiseerd, kenden een zeer groot succes. De twee toernooien werden georganiseerd volgens de regels van het pokerspel van het type ‘No limit Texas Hold’em’, het meest verspreide tijdens dergelijke toernooien. • Namen en Spa:
Tijdens dit toernooi namen zo’n 1583 mensen aan de kwalificatie (20 wedstrijden in totaal) en 253 aan de finale deel. Naast de spelers die uit de kwalificatiewedstrijden kwamen, kon iedereen zich voor een bedrag van 1100 euro voor de finale inschrijven. Ter informatie: 7 van de 30 eerste laureaten van het toernooi hadden zich gewoon voor de finale ingeschreven, de andere kwamen uit de kwalificatiewedstrijden. Tijdens het toernooi van Namen en Spa bedroegen de gespeelde inzetten een totaal van 278.300 euro. De voorspelde totaalprijs van het toernooi was 120.000 euro op basis van 120 deelnemers. Om te weten hoeveel de ‘prize money’ bedraagt die opnieuw wordt verdeeld, moeten van elke wedstrijd de inschrijvingskosten, de kosten overeenkomstig het saldo dat het casino ontvangt en die 7 % bedragen, evenals het aan de belastingoverheid betaalde voorschot worden afgetrokken. In totaal werd er dus 225.170 euro verdeeld, en dat in verschillende loten gaande van 59.670 euro voor de winnaar, tot 33.775 euro voor de tweede, 25.894 voor de derde en tot slot nog 1396 euro voor de dertigste laureaat. • Oostende:
Dit toernooi telde zo’n 214 deelnemers. Er werden drie kwalificatiemanches georganiseerd. Naast de spelers die uit de kwalificatie kwamen, kon iedereen zich ook hier voor een bedrag van 215 euro rechtstreeks voor de finale inschrijven.
22
Voor het toernooi van Oostende bedroeg de totale inzet 13.470 euro. De totaalprijs van het toernooi bedroeg 11.250 euro, dat in verschillende loten werd verdeeld gaande van 4554 euro voor de winnaar, 2484 euro voor de tweede, 1782 euro voor de derde tot uiteindelijk nog 270 euro voor de zevende laureaat. • Conclusie:
Bij poker kan een speler, in tegenstelling tot bij andere traditionele tafelspelen of aan speelautomaten, een hele avond spelen met een beperkte inzet, wanneer het spel in het kader van toegelaten toernooien wordt georganiseerd. De gemiddelde inzet voor een speler tijdens het toernooi van Namen en Spa bedroeg 300 euro per sessie. In Oostende was dit 50 euro tijdens de kwalificatiewedstrijden en 200 euro tijdens de finale. Over het algemeen beschikken de spelers bij het begin over een aantal jetons dat overeenkomt met een deel van het inschrijvingsgeld. Nadien worden ze uitgenodigd om een bepaald aantal jetons bij te kopen, ‘re-buy’ genaamd. Tijdens het eerste deel mogen ze een onbeperkt aantal jetons bijkopen, tijdens het tweede deel is er slechts één ‘add-on’. Deze regels kunnen echter van toernooi tot toernooi verschillen. Voor de casino’s zijn dergelijke toernooien een uitstekende gelegenheid om reclame te maken, animatie in hun salons te voorzien en nieuwe activiteiten aan hun klanten aan te bieden. Dit soort evenement trekt ook klanten aan die anders geneigd zouden zijn om in een niet-beveiligde omgeving, zoals bijvoorbeeld in obscure speelhuizen, te spelen. Naast een toename van de fooien voor het personeel, werd ook een toename van de totale ‘drop’ vastgesteld; voor het casino van Spa bedroeg die drop zelfs drie keer meer dan in de weekends zonder toernooi. De mentaliteit van de spelers tijdens dergelijke toernooien is ook heel anders dan die van de vaste spelers. De sfeer is heel hoffelijk en meermaals werden spelers door andere deelnemers toegejuicht, zowel voor een goede slag als na hun uitschakeling. Voor de casino’s is deze ervaring zeker voor herhaling vatbaar. 3.2.1.4. Het pokerspel
Op wereldniveau kent het pokerspel almaar meer succes. Het bewijs is de exponentiële groei tussen 2000 en 2006 van websites op het internet met aantrekkelijke aanbiedingen, maar eveneens de media-aandacht van Belgacom TV of Canal+ voor grote toernooien als de ‘World Series of Poker’ en de ‘World Poker Tour’, of de oprichting van de ‘European Poker Tour’. In België zien we dat er verschillende spelwebsites voor Franstalige spelers werden opgericht, zoals Poker770, Everest of PokerFR, en dat er zelfs een Belgisch kampioenschap voor onlinepoker wordt georganiseerd. Zowel in de Verenigde Staten als in Europa installeren de operatoren duizenden pokermachines, die ook ‘videopokermachines’ worden genoemd. Er bestaan verschillende vormen van poker: Stud, Draw, Omaha en tot slot Texas Hold’em. Dat laatste type is veruit het meest bekende in België. Reglementair gezien mag het traditionele tafelpoker in België enkel door de casino’s worden georganiseerd. De organisatie van pokertoernooien in de casino’s is beperkt tot één per jaar. Sinds de invoering van de wet van 1999 heeft de Commissie de nadruk gelegd op de strijd tegen de illegale organisatie van het spel in de cafés en andere clandestiene inrichtingen. Met het oog op de omkadering van deze activiteit werd beslist om ze enkel in casino’s toe te laten. Bijgevolg zijn de spelregels duidelijk. De toegang is beperkt tot spelers boven de 21 jaar. 23
Het koninklijk besluit van 17 september 2005 tot vaststelling van de lijst van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen van klasse I laat op zijn beurt ook de exploitatie van speelautomaten van het type ‘videoroulette’, ‘videoblackjack’ en ‘videopoker’ toe. De installatie van speelautomaten van het type ‘videopoker’ in inrichtingen van klasse II was al sinds 2000 toegelaten. De organisatie van pokertoernooien moet bijgevolg door de Kansspelcommissie worden goedgekeurd. Het reglement moet op voorhand aan de Commissie worden bekendgemaakt. Ter plaatse houden belastinginspecteurs toezicht op het tellen van de inzetten en het verdelen van de winsten. Dankzij de tussenkomst van de Commissie is onder andere verhinderd dat er in België een pokertoernooi zonder inzet werd georganiseerd dat door een niet-toegelaten gokwebsite werd gesponsord. De Commissie ontving talrijke aanvragen van particulieren, maar ook van televisiezenders om dit spel te exploiteren of te organiseren. De Commissie was resoluut in haar antwoord op de kwestie, aangezien de bedoeling was om het spel te kanaliseren en binnen officieel erkende ruimtes te houden. Het moet worden opgemerkt dat de rentabiliteit van die ‘cash games’ beperkt blijft. Per tafel zijn de inzetten en de bedragen in de ‘kelder’ (aanleg van aanvankelijke voorraad) beperkt, waardoor kan worden gedacht dat de socio-economische risico’s minder groot zijn. Livepoker is ook aanzienlijk trager dan het poker dat op de meeste websites wordt aangeboden en gaat bijgevolg gepaard met een beperkt verliespercentage per uur. 3.2.1.5. Betreffende het belastingstelsel dat op het pokerspel van toepassing is
Volgens de FOD Financiën, overeenkomstig artikel 43 WGB7 wordt de belasting op de spelen en weddenschappen in beginsel geheven op het brutobedrag van de inzetten. Voor de casinospelen heeft de wetgever, omwille van de moeilijkheden die in het verleden rezen bij de toepassing van voorgaand principe, andere grondslagen voor de belasting voorzien. Bij het baccaraspel chemin de fer en het roulettespel zonder zero wordt respectievelijk de winst der bankiers en de winst van de spelers als grondslag genomen (artikel 45 WGB). Deze maatregel werd destijds ingevoerd om het spel niet te hinderen. Bovendien wordt een lager tarief dan het algemeen aanslagtarief toegepast omdat de belastingheffing volgens het algemeen principe zeer zwaar was wegens het feit dat de taxatieverrichting zich in de loop van de avond voortdurend herhaalde (telkens een gewonnen bedrag opnieuw werd ingezet, werd opnieuw belasting geheven). Voor de andere niet nader omschreven casinospelen wordt de belasting geheven op de brutoopbrengst van de spelen (artikel 35 en 35bis KB/WGB). Deze wijze van taxeren werd ingevoerd toen in 1978, ten gevolge van de buitenlandse concurrenten aangevangen werd met nieuwe casinospelen. Daar deze nieuwe spelen verschilden van de bestaande (roulette zonder zero en baccara chemin de fer) in die zin dat de casino-exploitant nu zelf deelneemt aan het spel (hij kan bijgevolg zoals de andere spelers winnen of verliezen), diende in een nieuw taxatiesysteem te worden voorzien, waarbij, zoals in het buitenland, de bruto-opbrengst van het spel voor de casino-exploitant wordt aangeslagen.
7
Inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen 24
De pokertornooien zoals die momenteel door de casino’s worden georganiseerd, bezitten echter niet de karakteristieken van casinospelen. Grosso modo beschreven, worden deze tornooien immers gespeeld met een bepaald aantal spelers die een bepaald bedrag moeten betalen om deel te nemen. Deze inzet (bijvoorbeeld 50 euro) geeft recht op een bepaald aantal jetons (bijvoorbeeld 500) en wordt dan door het casino verdeeld in een bedrag (het grootste gedeelte) dat bestemd is voor de prijzen van de winnaars , een klein bedrag voor het casino (bijvoorbeeld 5 euro) en een klein bedrag voor drankjes en verfrissingen (eveneens 5 euro). In de loop van het spel kunnen vervolgens een zeer beperkt aantal keren, onder bepaalde voorwaarden nieuwe inzetten worden gedaan evens tegen een vooraf bepaald vast bedrag (van bijvoorbeeld opnieuw 50 euro), die opnieuw recht geven op een aantal jetons en waarvan het grootste deel opnieuw naar de prijzenpot gaat en het overige deel op gelijkaardige wijze als hiervoor wordt verdeeld. Winnaar is diegene die op het einde van het tornooi overblijft met alle jetons. De persoon die laatst werd geëlimineerd wint de tweede prijs enz. tot alle prijzen zijn toegekend. De spelers nemen dus deel aan het tornooi tegen een welbepaald vast bedrag (ook de mogelijkheden tot “rebuy” zijn vast bepaald), de winnaars ontvangen prijzen en het casino is bovendien geen deelnemende partij, maar stelt enkel haar infrastructuur ter beschikking. De pokertornooien kunnen dus niet als casinospelen worden beschouwd. Daar in de wet geen specifiek aanslag is bepaald voor pokertornooien, moeten ze worden belast volgens de algemene principes en tegen het tarief bepaald in artikel 43 WGB. Bij een pokertornooi moet dan ook de belasting geheven worden op het brutobedrag van de inzetten. 3.2.1.6. Getroffen maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld
De Kansspelcommissie is de controlerende en toezichthoudende instantie inzake witwaspraktijken in de zin van artikels 21 en 22 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld. Gezien de omvang van de geldbedragen die in dergelijke inrichtingen kunnen circuleren, wordt er bijzondere aandacht aan besteed. Doordat de technieken zijn geëvolueerd, kan een regelmatig toezicht worden gegarandeerd, waardoor de Commissie de toepasselijkheid van de huidige procedés kan beoordelen en eventuele aanpassingen kan overwegen. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 6 mei 1999 tot uitvoering van artikel 14bis, § 2, tweede lid, van de wet van 11 januari 1993, moeten alle exploitanten van casino’s in de eerste plaats onmiddellijk aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking melden wanneer zij weten of vermoeden dat een verrichting verband houdt met het witwassen van geld. Daartoe wordt aanbevolen om de lijst met objectieve criteria te gebruiken die door de CFI werd opgesteld. Aan de hand daarvan kan worden nagegaan welke verrichtingen in het bijzonder voor het witwassen van geld in aanmerking komen of welk gedrag niet overeenstemt met dat van een normale speler. Die lijst wordt in datzelfde koninklijk besluit vermeld. Om te weten hoeveel kennisgevingen er in functie van die verschillende criteria bij de CFI werden gedaan, evenals hoeveel dossiers er in 2006 aan de parketten zijn overgemaakt, verwijzen wij u naar het jaarverslag van de CFI voor 2006 dat op het volgende adres beschikbaar is: http://www.ctif-cfi.be/index.html.
25
• Individuele controles:
In 2006 werd elk casino gezamenlijk door de CFI en de Kansspelcommissie gecontroleerd. Na elke controle werd een individueel verslag per casino opgesteld. De voornaamste opmerkingen die uit de verschillende verslagen naar voren komen, werden op 2 juni 2006 naar de Kansspelcommissie verstuurd. De opmerkingen en aanbevelingen in die brief betreffen onder andere: 1) de opleiding en sensibilisatie van het personeel (art. 9 van de wet), met name door de overmaking van dienstmededelingen over de wet van 11 januari 1993 en haar uitvoeringsbesluiten. De toepassingsregels moeten regelmatig aan het betreffende personeel worden herhaald. 2) het registreren en bewaren van gegevens met betrekking tot verrichtingen in euro (art. 7 van de wet) zou niet langer manueel maar elektronisch moeten gebeuren, waardoor de controle efficiënter en performanter wordt. Het moet immers mogelijk zijn om de aan- en verkoop van jetons per speler en per verrichting te volgen, hetgeen nog niet in alle casino’s het geval is. In sommige casino’s zijn enkel de totalen per dag beschikbaar. Door dit systeem te verbeteren, moet een betere controle a posteriori van de aan- en verkoop van jetons per speler en per verrichting mogelijk zijn. 3) in bepaalde casino’s werd ook vastgesteld dat de Cel niet werd verwittigd (art. 14bis §2 van de wet) of dat er vertraging was bij het overmaken van de kennisgevingen. 4) in meerdere casino’s werden de bepalingen in verband met het registreren en bewaren van gegevens met betrekking tot verrichtingen in buitenlandse valuta (art. 7 van de wet) niet nageleefd. 5) in het verleden was het niet vereist om de gegevens met betrekking tot verrichtingen aan de gokautomaten (art. 7 van de wet) te registreren en te bewaren, omdat die bedragen zelden de 10.000 euro overschreden. Door de invoering van magnetische speelkaarten, zoals voor de casino’s van Chaudfontaine en Brussel, is de situatie echter veranderd. Die kaarten kunnen aan de centrale kassa worden opgeladen, maar ook aan de gokautomaten of aan de daarvoor voorziene terminals. Biljetten van 500 euro worden aanvaard. De inzet wordt automatisch van de kaart afgehouden, zonder dat er met muntstukken of jetons moeten worden gewerkt. De opgeladen en gespeelde bedragen kunnen theoretisch gezien dus veel groter zijn. Er moet dan ook een systeem worden ingevoerd waarmee een gedetailleerd overzicht kan worden opgesteld van de bedragen die door een speler op zijn magnetische kaart werden gezet en waarmee de grote spelers kunnen worden gevolgd. De cel is van oordeel dat het registreren en boeken van verrichtingen aan gokautomaten over het algemeen per klant moet worden bekeken, in samenspraak met de Commissie. 6) Sommige casino’s hebben verliezen opgetekend. Die situatie kan hun financiële onafhankelijkheid hypothekeren en vereist dus bijzondere aandacht. • Informatieve nota:
Op 5 juli 2006 werd een informatieve nota over de voorschriften van de wet van 11 januari 1993 inzake witwaspraktijken naar alle casino’s gestuurd. Dat gebeurde naar aanleiding van het verslag van de CFI over de controles die in de loop van de maanden maart, april en mei 2006 in samenwerking met de controlecel van de Kansspelcommissie in de 9 casino’s van ons land werden uitgevoerd. De informatieve nota stipuleerde onder andere dat: 1- de kennisgevingen aan de CFI zeer precies door de verantwoordelijke ‘witwaspraktijken’ van de inrichting moeten gebeuren. Die verantwoordelijke moet worden geïdentificeerd en de gegevens moeten beschikbaar zijn. Elke kennisgeving moet tevens het bedrag van 26
2345-
de ‘valse drop’ bevatten als dat bekend is. Wanneer er geen kennisgeving wordt verstuurd terwijl dat wel nodig is, kan dat tot een administratieve sanctie of boete leiden. een duidelijke dienstmededeling over de voorschriften van de wet van 11 januari 1993 aan de Kansspelcommissie en aan het personeel moet worden bezorgd. de Kansspelcommissie aanbeveelt om de aan- en verkoop van jetons via de computer te registreren. de registratie van de wisselkoersen van buitenlandse valuta moet worden bewaard. Volgens artikel 7 van de wet van 11 januari 1993 moeten die transacties in de toekomst kunnen worden gereconstrueerd. Ze moeten op een informaticadrager worden bewaard. voor de speelautomaten de verrichtingen via een cashless systeem moeten worden geregistreerd. Een speler kan niet anoniem blijven en elke speler kan maar over één speelkaart beschikken. Een uitzondering wordt toegelaten als elke kaart aan een bepaalde speler kan worden gekoppeld en als het totaal van de aan- en verkoop van jetons kan worden gecontroleerd.
De casino’s moeten de inhoud van deze nota in een dienstmededeling aan hun personeel omzetten. 3.2.1.7. Het koninklijk besluit van 3 december 2006
In november 2003 vonden meerdere bijeenkomsten plaats tussen de vertegenwoordigers van de Belgische casino’s en de Kansspelcommissie om het koninklijk besluit van 10 maart 2003 betreffende de werkingsregels en de nadere regels inzake de boekhouding en de controle van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegestaan in de kansspelinrichtingen klasse I te bespreken, te evalueren en, indien nodig, te verbeteren. Dat koninklijk besluit bepaalt, naast enkele algemene regels, de manier waarop het casino zijn boekhouding van die spelen en de technische tussenkomsten moet organiseren. Uit die besprekingen en de dagelijkse praktijkervaring bleek dat een grondige wijziging van dat koninklijk besluit hoognodig was. In de eerste plaats bevatte de tekst tal van administratieve vereisten waardoor de exploitanten van kansspelinrichtingen van klasse I niet alleen heel wat formaliteiten moesten doorworstelen, maar er ook enorm veel papier werd verbruikt. Het feit dat bepaalde gegevens op papier moesten worden gezet, was nutteloos en overbodig, aangezien ze eveneens in het passende informaticasysteem werden ingegeven, overeenkomstig artikel 33, 5, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, en overeenkomstig het koninklijk besluit van 23 mei 2003 betreffende de regels van toezicht op en de controle van de kansspelen in de kansspelinrichtingen van klasse I, inzonderheid door middel van een passend informaticasysteem en het overeenkomstige protocol van de Kansspelcommissie. Vervolgens kunnen de gegevensdragers en gebruikte materialen voor de tafelspelen en speelautomaten verder ontwikkelen dankzij de onophoudelijke evolutie van de technologische mogelijkheden. Het is beter om dergelijke toekomstige evoluties toe te laten aan de hand van een open tekst, op voorwaarde dat de nodige garanties worden gegeven, in plaats van een gesloten tekst op te stellen die nieuwe mogelijkheden al van tevoren uitsluit. Wat de gegevensdragers betreft, worden de nodige garanties gegeven door de vermelding van het “passende informaticasysteem” in artikel 33, 5, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, en in het koninklijk besluit van 23 mei 2003 betreffende de regels van toezicht op en de controle van de kansspelen in de kansspelinrichtingen van klasse I, inzonderheid door middel van een passend informaticasysteem en het overeenkomstige protocol van de Kansspelcommissie. Artikel 52 van
27
de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, dat bepaalt dat alle gebruikte materialen door de Dienst Metrologie van de FOD Economie moeten worden gecontroleerd, biedt voldoende garantie. Daarenboven moet het koninklijk besluit in overeenstemming worden gebracht met het koninklijk besluit van 19 juli 2001 tot vaststelling van de lijst van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen van klasse I. Het koninklijk besluit van 24 november 2004 tot wijziging van dat koninklijk besluit werd in het Belgisch Staatsblad van 8 december 2004 gepubliceerd en bevat drie wijzigingen: 1. Naast het mini punto banco, worden ook het midi en maxi punto banco toegelaten; 2. De Caribbean Stud Poker wordt door het poker vervangen; 3. Het bingospel verdwijnt uit de lijst van speelautomaten en wordt toegevoegd aan de traditionele tafelspelen. Het koninklijk besluit van 17 september 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 tot vaststelling van de lijst van kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen van klasse I laat de exploitatie van videopoker, videoblackjack en videoroulette in de casino’s toe. Het koninklijk besluit en zijn bijlagen preciseren eveneens de spelregels tot in de kleinste details. De standaardregels voor de kansspelen in casino’s worden vastgelegd door het internationale gewoonterecht. Alleen de bijkomende inzetmogelijkheden kunnen van land tot land, en zelfs van casino tot casino, verschillen. Het volstaat dat de casino’s hun spelregels aan de Kansspelcommissie bezorgen, die ze zal goedkeuren om voldoende controle op de aangeboden spelen te behouden. Het algemeen geldende principe kan in het koninklijk besluit worden vermeld. Tot slot moeten er een aantal tekstuele wijzigingen worden aangebracht. Sommige woorden werden in het Nederlands vertaald, terwijl in de praktijk alleen de Franse of Engelse termen in de casino’s worden gebruikt. We raden bijgevolg aan om in de Nederlandse versie overal de term ‘orphelins’ te gebruiken in plaats van de letterlijke vertaling ‘wezen’.
3.2.2. VERGUNNINGEN VAN KLASSE B 3.2.2.1. Algemene situatie
In 2005 bedroeg de totale toegevoegde waarde8 van de vennootschappen met een vergunning B 70.944.883 euro9. In de meeste gevallen hebben de vennootschappen met een dergelijke vergunning als voornaamste activiteit de exploitatie van speelzalen van klasse II. Sommige kunnen echter nog andere bijkomende activiteiten hebben.
8 9
Om te begrijpen wat er met de notie ‘toegevoegde waarde’ wordt bedoeld, verwijzen we u naar blz. 21. Dit cijfer werd ons gegeven door de boekhoudkundige afdeling van de Commissie. 28
Het onderstaande schema geeft een overzicht van de evolutie van het vergunningsaanvragen dat sinds het ontstaan van de Commissie in 2001 werd behandeld.
aantal
Evolutie van de vergunningen klasse B 180 160 Intrekkingen van de vergunning
140
Totaal
120
Stopzetting na toekenning van de vergunning Toegekende en ingetrokken of stopgezette vergunningen Toegekende en actieve vergunningen Totaal
100 80 60 40 20
Toegekende en actieve vergunningen
0
2001 2002 2003 2004 2005 2006
De onderstaande grafiek toont de evolutie van de beslissingen van de Commissie wat betreft de 590 aanvragen voor een vergunning B die sinds het ontstaan van de Commissie in 2001 werden ingediend. Beslissingen van de Kansspelcommissie voor de 590 vergunningsaanvragen klasse B - Speelzalen 1000
Toegekende en actieve vergunningen Toegekende en ingetrokken of stopgezette vergunningen
188
100 70 74
Stopzettingen voor toekenning
44 36
30
27
Stopzettingen na toekenning van de vergunning
25
13
10
10
10
9
8
6
9 5
Intrekkingen van de vergunning
4
2
1
1
2001
2
2
1
2002
2003
Weigering van vergunning
2
1
2004
2005
1
2006
We stellen vast dat er in 2006 9 nieuwe vergunningen B werden toegekend en dat er 5 stopzettingen waren na toekenning van de vergunning. Er werd slechts één vergunning geweigerd. Het totale aantal actieve vergunningen op 31 december 2006 bedraagt 179.
29
Op onderstaande kaart wordt de geografische spreiding van de vergunningen B weergegeven in functie van de gerechtelijke arrondissementen. De kaart geeft eveneens een overzicht van de evolutie van de toekenning van de vergunningen.
6 -1
5 -1 -1 5
1
2
3 2
2
4
3
1
12
1 -1
11
-1 1 3
7
2
5 3
4
3
Vergunning van klasse B 1 per gerechtelijk arrondissement
1
3
13 2
10
3
13
1
5
1 1 17
6
9 1
5
1
Gegevens 2006 +/- 2005
7
3.2.2.3. Wachtlijsten
Aangezien het maximum aantal van 180 vergunningen klasse B nog steeds is bereikt, blijft het systeem van wachtlijsten, zoals aangenomen in 2004, behouden. In het begin bestonden twee wachtlijsten, met name een prioritaire en een gewone lijst. - de prioritaire lijst: Deze lijst was gereserveerd voor kansspelinrichtingen die konden genieten van de overgangsperiode zoals voorzien bij artikel 19 van het Koninklijk Besluit van 22 december 2000 betreffende de werking en het beheer van de kansspelinrichtingen klasse II, de wijze van aanvraag en de vorm van de vergunning klasse B. In 2006 was geen enkel dossier meer in behandeling dat aan de voorwaarden voldeed om te kunnen genieten van de overgangsperiode. Het laatste dossier dat op de prioritaire wachtlijst stond, werd vergund eind 2005. - de gewone wachtlijst: Op de gewone wachtlijst staan kandidaat vergunninghouders, waarvan het dossier volledig is, die nog niet uitbaten. Alle voorwaarden om een vergunning te verkrijgen worden opnieuw onderzocht vooraleer er effectief een vergunning wordt toegekend. Er zijn geen rechten verbonden aan de inschrijving op de wachtlijst. Een uitzondering is voorzien voor kansspelinrichtingen die dienen te verhuizen binnen een zelfde gemeente op vraag van een derde. De uitbater dient hiervan het bewijs te leveren. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de oude vergunning ingeruild voor de nieuwe. Dit heeft geen invloed op de wachtlijst. Aangezien het een nieuwe vergunning betreft, is de jaarlijkse bijdrage verschuldigd voor beide dossiers. 30
In het kader van een transparant beleid, wordt de wachtlijst gepubliceerd op de website van de kansspelcommissie. 3.2.2.3. Audits
Nadat de solvabiliteitsratio’s voor het boekjaar 2004 - 2005 werden bestudeerd, bleek dat 72 vennootschappen met een vergunning B de door de Commissie vastgelegde ratio van 30 % (zie punt 3.3.1.) niet behaalden. Wanneer daarin het aan de Kansspelcommissie gestorte waarborgbedrag werd opgenomen, veranderde dat aantal van 72 in 28. Naar de 28 vennootschappen met een vergunning B en een ratio onder de 30 % werd een brief gestuurd en daaruit blijkt dat: - 12 vennootschappen tot een herkapitalisering overgingen bestaande uit een inbreng in natura (hetzij een schuldvordering, hetzij een leverancierssaldo). Die inbreng was het voorwerp van een wijziging van de statuten die in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd; - de ratio voor 9 vennootschappen 27,5 % bedroeg, omdat rekening werd gehouden met de aan de Kansspelcommissie gestorte waarborg. De omzet nam toe van 5 % tot 10 % in 2005, de aflossingslasten namen met een derde af en de winst van het boekjaar vóór belastingen nam evenveel toe. Als die vennootschappen in 2006 dezelfde winst realiseren, kunnen ze de door de Commissie vereiste ratio van 30 % bereiken; - 4 vennootschappen hebben geantwoord, maar niet hebben geherkapitaliseerd; - 3 vennootschappen niet hebben geantwoord. De vennootschappen werden gecontroleerd om de transparantie van hun activiteiten te verifiëren en om de procedure voor de intrekking van een vergunning in gang te kunnen zetten.
31
3.2.3. VERGUNNINGEN KLASSE C 3.2.3.1. Algemene situatie
In 2006 bedroeg het aantal houders van een vergunning C 7162, wat een daling is ten opzichte van 2005 toen er 7546 vergunningen waren. Het onderstaande schema geeft een overzicht van de evolutie van het aantal behandelde vergunningen C sinds 2001. Evolutie van de vergunningen klasse C 9000
Intrekkingen van de vergunning
8000 7000
Stopzetting na toekenning van de vergunning
6000 5000
Toegekende en ingetrokken of stopgezette vergunningen Toegekende en actieve vergunningen
4000 3000 2000
Totaal
1000 0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
We merken hier op dat het aantal stopzettingen, weergegeven door de zwarte lijn, in 2006 is toegenomen. De onderstaande grafiek toont de evolutie van de beslissingen van de Commissie wat betreft de 21.536 aanvragen voor een vergunning C die sinds 2001 werden ingediend. Beslissingen van de Kansspelcommissie voor de 21536 vergunningsaanvragen klasse C 10000 3691 2208
1614 1000
1593
2327
2433
1220
568 366
100
132
130
510 338
2245 2196
2828 2229
299 261 232
404
1006 402 268 203
131 87
67
Toegekende en actieve vergunningen Toegekende en ingetrokken of afgestane vergunningen Afstanden voor toekenning van de vergunning
116 73
Afstanden na toekenning van de vergunning Intrekkingen van de vergunning
10 6
Weigering van vergunning
1
2001
2002
2003
2004
2005
32
2006
Het aantal toegekende vergunningen is niet zo zeer toegenomen van 2245 in 2005 tot 2828 in 2006 door de invoering van nieuwe aanvragen, als wel door de vernieuwing van zo’n 895 vergunningen in 2006. We merken eveneens op dat het aantal stopzettingen na de toekenning van de vergunning is toegenomen, van 2196 in 2005 tot 2229 in 2006, net als het aantal toegekende en ingetrokken of stopgezette vergunningen, van 261 in 2005 tot 404 in 2006, en het aantal geweigerde vergunningen, van 67 in 2005 tot 116 in 2006. Het aantal stopzettingen vóór de toekenning is dan weer afgenomen, van 299 in 2005 tot 73 in 2006. Er werden in 2006 geen vergunningen ingetrokken. Op onderstaande kaart wordt de geografische spreiding van de vergunningen van klasse C weergegeven in functie van de gerechtelijke arrondissementen. De kaart geeft eveneens een overzicht van de evolutie van de toekenning van de vergunningen.
126 89 51 16 47 -6
33 63 7
49 -1
2 1
127 107 -1 2 153 -12
339 -33
65 -4
56 -12
Vergunning klasse C
281 -10
623 -37
136 -7 160 236
7 108
230 258 -9
807 -60 260 -18 144 -12 199 143 -27 -7
148 -6
251 -20
119 -7
56 -2
164 -4
-11 76
389 204 -13 -6 56 -2
550
44 -3
69 -13
25 -7
per gerechtelijk arrondissement 31 -8
Gegevens 2006 (+/- 2005)
90 -14
3.2.3.2. De hernieuwing van vergunningen
De wet van 7 mei 1999 kent een vergunning van klasse C altijd voor een periode van 5 jaar toe. Aangezien de eerste vergunningen in 2001 werden toegekend, moesten 1174 vergunningen van klasse C in de loop van 2006 worden hernieuwd. Het onderzoek van de dossiers hield het volgende in: - de controle van de betaling van de jaarlijkse bijdragen; - de controle van het strafregister; 33
- de inschrijving van de houder en de inrichting als drankgelegenheid bij de Kruispuntbank van Ondernemingen; - het advies van de burgemeester. Per 31 december 2006: - worden 98 dossiers om diverse redenen nog steeds behandeld (ontbrekende documenten, verzoek tot uitstel door de burgemeesters, …); - werden 895 vergunningen hernieuwd; - zijn 102 vergunningen afgelopen; - werden 30 hernieuwingen geweigerd; - maken 18 vergunningen het voorwerp uit van een uitstel; - werden 31 vergunningen stopgezet. 3.2.3.3. Het loket
Dit jaar werd de toekenning van vergunningen via een voor het publiek toegankelijk loket verdergezet. In 2006 werd 29,7 % van de vergunningen, of een totaal van 841, op die manier toegekend. De procedure werd ook vaak door plaatsers gebruikt die ermee instemmen om dergelijke formaliteiten voor hun klanten af te handelen. De procedure heeft duidelijk ook voordelen voor de Kansspelcommissie, doordat de administratieve last erdoor wordt beperkt en er minder tijd moet worden besteed aan de behandeling van aanvragen en de toekenning van vergunningen. De onderstaande grafiek geeft aan hoeveel vergunningen er via het loket werden toegekend in vergelijking met het aantal vergunningen dat via de gewone procedure werd toegekend.
Verhouding van vergunningen C toegekend via het loket et de gewoone procedure 466 319
323
295
298 182
36
33
131
83 0
43
68 0
Ju li Au gu st us Se pt em be r O kt ob er N ov em be r D ec em be r
0
Ju ni
41
57
M ei
40
Ap ril
72 50
M aa rt
7783
131
Ja nu ar i Fe br ua ri
500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0
Loket
Commissie
34
0
3.2.3.4. Weigering om een gunstig advies toe te kennen
Op 22 augustus 2006 liet een burgemeester via een brief weten dat het schepencollege had beslist om voortaan systematisch een negatief advies te geven op elke aanvraag om een kansspel te installeren. Zonder dat daarover bijzondere studies bestaan, stelt het college de automaten verantwoordelijk voor tal van rampzalige situaties binnen gezinnen. De Commissie heeft aan de stad gevraagd om haar standpunt meer te motiveren, maar er werd geen gemotiveerd antwoord ontvangen. De Raad van State heeft zich al meermaals over de kwestie uitgesproken: de gemeentes zijn niet bevoegd op het vlak van familieconflicten. Voor de Kansspelcommissie volstond die motivering bijgevolg niet en de vergunning van klasse C werd dan ook toegekend aan de aanvragers met activiteit op het grondgebied van de stad in kwestie. 3.2.3.5. De zelfstandige zaakvoerder
In de drankgelegenheden kunnen er tussen de eigenaar van het café en de eigenlijke uitbater verschillende soorten overeenkomsten bestaan. Wanneer een zelfstandige zaakvoerder de drankgelegenheid uitbaat, moet hij in het bezit zijn van een vergunning van klasse C, wat ook de rechtsvorm is van de eigenaar van de handelsonderneming (vennootschap of natuurlijke persoon). Wanneer de eigenaar de handelsonderneming ter beschikking van een derde heeft gesteld in ruil voor een retributie, wordt en is die derde verantwoordelijk voor de exploitatie (nachtlawaai, exploitatie van ontucht, drugverkoop, illegale spelen …). Die derde moet dan ook een vergunning aanvragen. Die derde, zelfstandige zaakvoerder genaamd, moet ook bij de Kruispuntbank van Ondernemingen zijn ingeschreven. In dit geval heeft het geen zin dat de eigenaar van de handelsonderneming een vergunning aanvraagt. Als de uitbater een vennootschap is waarvan de zaakvoerder persoonlijk voor de exploitatie zorgt, volstaat de vergunning die aan de vennootschap werd toegekend. Hetzelfde geldt als de vennootschap de inrichting door een personeelslid laat uitbaten. De toekenning van de vergunning van klasse C heeft enkel waarde voor de zaakvoerders of bestuurders van de vennootschap en hun loontrekkende personeel. 3.2.3.6. Bingotoestellen met animatie
Het feit dat bingo’s en one-balls nu ook animatie mogen bevatten, paste in een plan om de toestellen te moderniseren. In de versie 2.0 van de nota van de Dienst Metrologie van 1 maart 2004, die in samenspraak met de Kansspelcommissie werd opgesteld, werd besloten dat de animatie van het ‘slottype’ zou worden toegelaten op voorwaarde dat de prijzen die in de ‘slotmodus’ worden uitgereikt op basis van het resultaat van de gespeelde bal worden toegekend, dat de gemiddelde waarschijnlijkheid om de prijs van het ‘slotspel’ te winnen niet meer dan 35 % bedraagt, dat die kans wordt berekend door het aantal winnende gaten te delen door het totale aantal gaten en dat er geen rekening wordt gehouden met de waarschijnlijkheden in tweede orde, namelijk na een ‘ball return’. 35
Het woord ‘slot’, dat enkel naar de toegelaten spelen in de inrichtingen van klasse I en II verwijst, was het voorwerp van tal van discussies. Sommige fabrikanten brachten toestellen op de markt waarvan het bijkomstige spel belangrijker werd dan het oorspronkelijke spel; de animaties vormden een spel op zich. Vervolgens werd de bijkomende nota nr. III/2.0/1 van 15 november 2004 opgesteld. Die nota bepaalt dat de animaties of alternatieve spelen zijn toegelaten op voorwaarde dat ze niet verwijzen naar een spel dat toegelaten is in de kansspelinrichtingen van klasse I of II. Het basisspel moet een spel van het type ‘bingo’ of ‘one-ball’ blijven. Het speloppervlak, ook ‘playfield’ genaamd, waarop de ballen worden gespeeld, moet groter zijn dan dat waarop het alternatieve spel of de animatie verschijnt. Bovendien moet de animatie of het alternatieve spel neutraal blijven en mag het het gemiddelde uurverlies van de machine niet beïnvloeden. Indien de speler een keuze kan maken, is de machine verplicht om de verschillende keuzes die de speler kan aanvaarden of wijzigen aan hem voor te stellen. De testen voor het gemiddelde uurverlies van de machine worden uitgevoerd aan de hand van de keuzes die standaard door de machine worden voorgesteld. Net als voor de eerste nota, moeten de prijzen die gedurende de animatie of het alternatieve spel worden gewonnen, worden toegekend op basis van het resultaat van de gespeelde bal. De gemiddelde waarschijnlijkheid om de prijs voorgesteld door de animatie of het alternatieve spel te winnen, mag de 35 % niet overschrijden. Die waarschijnlijkheid wordt berekend door het aantal ‘winnende’ gaten te delen door het totale aantal gaten. Tot slot moet er geen rekening worden gehouden met de waarschijnlijkheid van de tweede orde, namelijk na de ‘ball return’. De verklarende nota preciseert dat vanaf 1 januari 2005 animaties van het ‘slottype’ niet meer zullen worden goedgekeurd. De reeds afgeleverde modelgoedkeuringen zullen echter niet worden ingetrokken. De momenteel goedgekeurde machines, bestaande of nieuwe, uitgerust met een ‘slotanimatie’ zullen nog in uitbating kunnen worden gezet op voorwaarde dat de vergunning afgeleverd door de Kansspelcommissie geldig blijft. Het tijdschema met betrekking tot de toekenning van ‘slotanimaties’ wordt als volgt vastgelegd: - tot 1 januari 2005 was het mogelijk om een toelating voor een toestel met ‘slotanimatie’ te ontvangen; - tot 16 maart 2006 was het mogelijk om een toelating te ontvangen voor een variant van een toestel met ‘slotanimatie’, maar alleen als de variant geen gelijkenis vertoont met het grafische ontwerp of de modus operandi van de ‘slotanimatie’; - tot 1 januari 2007 kon er een ‘upgrade’ (correctie van een bug) worden bekomen voor de software van een machine met ‘slotanimatie’; - tot 1 januari 2009 kunnen toestellen met ‘slotanimatie’ nog worden uitgebaat. Na die datum dient de ‘slotanimatie’ te worden stopgezet. In de praktijk zijn de toestellen dan toch economisch afgeschreven of reeds op non-actief gezet doordat er geen variant meer mogelijk is. 3.2.3.7. De elektronische identiteitskaart
De Commissie heeft laten weten dat ze een project wil ontwikkelen om de elektronische identiteitskaart en de bingo’s met elkaar in verband te brengen. Ze is er momenteel namelijk van overtuigd dat tal van minderjarigen ondanks het wettelijke verbod nog toegang hebben tot dergelijke toestellen. 36
Om het gevaarlijke tij te keren, wil de Commissie de technologie van de elektronische identiteitskaart gebruiken om de leeftijd van de spelers te controleren. De leidende gedachte zou zijn om een kaartlezer in het toestel te voorzien, evenals een systeem voor de leeftijdscontrole dat afhankelijk van de gegevens op de identiteitskaart het toestel al dan niet beschikbaar stelt. De Commissie stuurde daartoe een brief naar verschillende fabrikanten en plaatsers van bingotoestellen om hun te vragen alle suggesties en voorstellen vóór 15 december 2006 naar haar terug te sturen. Het project blijft hangende, omdat er nog heel wat vragen zijn, zoals de prijs om het systeem in te voeren, het feit dat pas in 2009 alle Belgische staatsburgers over een elektronische identiteitskaart beschikken en ook het feit dat de buitenlanders zo’n kaart niet hebben. Er worden dan ook nog steeds andere pistes bestudeerd. Er wordt ook overwogen om de elektronische identiteitskaart te verbinden met de EPIS-databank, zodat uitsluitingen ook op bingo’s betrekking kunnen hebben. De uitvoeringsmodaliteiten van een dergelijk systeem moeten echter nog worden besproken.
3.2.4. VERGUNNINGEN KLASSE D 3.2.4.1. Algemene situatie
Op 31 december 2006 waren er 3571 actieve vergunningen van klasse D. In 2006 werden er in totaal 883 vergunningen toegekend. Er moet worden opgemerkt dat de Commissie meer aanvragen ontvangt uit het Franstalige deel van het land. Daar zijn meerdere oorzaken voor: vaker toevlucht tot tijdelijk werk, grotere circulatie van personeel, enz. … Ook de aanvragen door Europese staatsburgers zijn toegenomen, in het bijzonder wat de werknemers van het casino van Brussel betreft.
37
Het onderstaande schema geeft een overzicht van de beslissingen van de Commissie in verband met de 4639 aanvragen van vergunningen van klasse D die sinds haar ontstaan bij de Commissie zijn ingediend.
Spreiding van de 4639 aanvragen van vergunningen D die tot eind 2006 werden ingediend 1%
2% 1% 1%
9%
9%
77% Stopzetting voor toekenning Intrekking van de vergunning Niet toelaatbaar Geldige vergunningen
Stopzetting na toekenning Weigering van de vergunning Lopende
Op onderstaande kaart wordt de geografische spreiding van de vergunningen D weergegeven in functie van de gerechtelijke arrondissementen. De kaart geeft eveneens een overzicht van de evolutie van de toekenning van de vergunningen.
26 -12 323 57 10 15 -1
-1
273 -57
7 -1
10 -4 39 -6
51 53 69 -2
19 -1
87 -7
140 -12
16
14 -5
19 -4 121
534 191
6
17 2
48 -10 3 26
15 3
7
28
4
77 3
6
per gerechtelijk arrondissement 2 -1
Gegevens 2006 (+/-2005)
36
38
147 -7
34 3
185 271 9 -18
3
362 19
31 -1
79 4
127 47 13 6
Vergunning van klasse D
27 -10
Het onderstaande schema geeft een overzicht van de leeftijd van de houders van een vergunning klasse D. Leeftijdspiramide van de houders van een vergunning D in 2006
100
50
0
50
100
150 1934 1940 1945 1950
Vrouwen
1955 1960
Mannen 1965 1970 1975
3.2.4.2. De opleidingen
In de loop van 2006 hebben 579 personen een opleiding D gevolgd. De formule voor opleidingen in kleine groepen werd gehandhaafd, waardoor er meer medewerking en interactie tussen de sprekers en deelnemers mogelijk is. De opleiding duurt één dag. Dit jaar werden 24 opleidingsdagen voorzien. De cursus haalt verschillende domeinen aan: uitleg bij de belangrijkste principes van de wet; de controles; de technische aspecten; de problematiek van de gokverslaving. De twee eerste onderwerpen werden door de Commissie uitgewerkt. De technische aspecten worden door een personeelslid van de Dienst Metrologie uitgelegd. De problematiek van de gokverslaving wordt door specialisten uit de hulpverlening aangekaart. De bedoeling is om zo snel mogelijk een opleiding te organiseren zodra een aanvraag voor een vergunning klasse D is ingediend. De organisatie hangt echter van het aantal ontvangen aanvragen en de beschikbaarheid van verschillende sprekers af.
39
3.2.4.3. De hernieuwing van vergunningen
De wet bepaalt dat er aan de houders van een vergunning D om de vijf jaar een nieuwe opleiding moet worden gegeven. Die nieuwe sessies zullen begin 2008 moeten worden georganiseerd. Er moet een specifiek cursusprogramma worden samengesteld om zo goed mogelijk aan de verwachtingen van het publiek te beantwoorden. De Commissie is van plan haar ervaring voor opleidingen in kleine groepen voort te zetten, om ze veel interactiever te maken.
3.2.5. VERGUNNINGEN KLASSE E 3.2.5.1. Algemene situatie
De toegevoegde waarde van alle houders van een vergunning van klasse E bedraagt 106,5 miljoen euro. In dat cijfer zitten echter niet de resultaten van de 7 vennootschappen in het buitenland, noch van de 2 nieuwe vennootschappen die hun cijfers niet hebben gepubliceerd, noch de resultaten van de 31 zelfstandige houders van een vergunning E, aangezien zij niet verplicht zijn om hun resultaten te publiceren. Er moet worden opgemerkt dat de berekening van de toegevoegde waarde van die vennootschappen rekening houdt met al hun activiteiten, die zeer uiteenlopend zijn, ondermeer de fabricatie van ontspanningstoestellen of zelfs elektronische huishoudtoestellen, maar bijvoorbeeld ook activiteiten in de vastgoedsector. Dat cijfer geeft dus niet het economische deel van de fabricatie, plaatsing of het onderhoud van de kansspelen van die vennootschappen weer. Momenteel wordt er nagedacht over een betere manier om in het bijzonder die gegevens te verzamelen. Een onderneming die kansspeltoestellen wenst ter beschikking te stellen, te verkopen, te fabriceren, of die het onderhoud ervan wenst uit te oefenen, moet over een vergunning klasse E beschikken. Ook ondernemingen die de uitrusting van kansspelen verzorgen, zoals bijvoorbeeld het informaticasysteem, de camerabewaking, enz. hebben een vergunning nodig. Op 31 december 2006 zijn 192 vergunningen klasse E actief. Van deze 192 ondernemingen zijn er 15 ondernemingen die kansspelen fabriceren en verkopen. Onder die 15 ondernemingen zijn er 14 Belgische firma’s en een buitenlandse firma. Zes ondernemingen hebben de vorm van een BVBA aangenomen. De andere negen ondernemingen hebben de vorm van een NV. In de loop van het jaar 2006, werden 10 nieuwe vergunningen klasse E uitgereikt. 8 vergunningen werden in 2006 stopgezet, waaronder, 6 Nederlandstalige en 2 Franstalige vergunningen. Eén aanvraag voor een vergunning E werd geweigerd omdat de aanvrager niet het bewijs kon leveren van zijn kredietwaardigheid en financiële draagkracht, en niet de inlichtingen verstrekte waardoor de transparantie van de exploitatie gecontroleerd kon worden.
40
De onderstaande grafiek toont de evolutie van het aantal aanvragen van vergunningen E dat sinds 2001 werd behandeld. We stellen vast, zoals hiervoor werd aangehaald, dat het aantal actieve vergunningen afneemt.
Evolutie van de vergunningen van klasse E 250 Intrekkingen van de vergunning
200
Stopzettingen na toekenning van de vergunning
150
Toegekende en ingetrokken of stopgezette vergunningen
Totaal
100
Toegekende en actieve vergunningen
50
Totaal
0
2001
2002
2003
2004
2005
2006
De onderstaande grafiek toont de evolutie van de beslissingen van de Commissie wat betreft de vergunningen E die sinds het begin van de Commissie in 2001 werden toegekend.
Beslissingen van de Kansspelcommissie voor de 331 aanvragen van een vergunning van klasse E 1000
Toegekende en actieve vergunningen Toegekende en ingetrokken of stopgezette vergunningen
176 100
Stopzettingen voor de toekenning 38 30
Stopzettingen na de toekenning van de vergunning
20 10
12
14 10
14
13
10 8
8 4
3
3
2
2
4
2
5
Weigering van de vergunning
2
Niet ontvankelijk
1
1
2001
2002
2003
1
2004
2005
41
Intrekkingen van de vergunning
2006
Op onderstaande kaart wordt de geografische spreiding van de vergunningen E weergegeven in functie van de gerechtelijke arrondissementen. De kaart geeft eveneens een overzicht van de evolutie van de toekenning van de vergunningen.
2
1
-1
4
8 2
3
10
3
1
5
5
7
-2
6
2
1
46
1
6
3
7 -1
21
5
2 8 -1
4
-2
2
4 3
9 -1
Vergunning van klasse E
1
1
2
-1 1
1
per gerechtelijk arrondissement Gegevens 2006 (+/-2005) 3
3.2.5.2. Audits
57 vennootschappen met een vergunning E hadden een solvabiliteitsratio van minder dan 30 % voor het boekjaar 2004 en 2005. Wanneer daarin het aan de Kansspelcommissie gestorte waarborgbedrag wordt opgenomen, verandert dat aantal van 57 in 28. Van de 28 vennootschappen: - hebben er 10 geherkapitaliseerd; - hebben er 4 niet op de brief geantwoord;deze zullen aan een controle worden onderworpen; - vertonen de andere, ondanks een ratio dat net onder de 30 % ligt, een evolutie van hun omzet, nettowinst en cashflow. In 2007 zullen zij dit ratio dus kunnen behalen of overschrijden.
3.3. FINANCIËLE ASPECTEN 3.3.1. Solvabiliteitsratio’s
Bij de toekenning van vergunningen van klasse A, B en E controleert de Kansspelcommissie of de houders voldoende solvabel zijn om hun activiteiten uit te oefenen. Ze beschouwt de solvabiliteitsratio als een alarmsignaal dat een zeker aantal vragen oproept, wanneer hij voor de vergunningen van klasse B en E onder de 30 % of voor de casino’s onder de 35 % duikt, namelijk: heeft de onderneming de nodige middelen om haar voortbestaan te verzekeren? Wat zijn de huidige financieringsmiddelen? Zowel aan de externe als de economische toestand van de 42
onderneming moet aandacht worden besteed. Met andere woorden, alle sterke en zwakke punten van de onderneming moeten worden bestudeerd. 3.3.1.1. De vergunningen klasse A
Tussen december 2001 en januari 2002 werd door een onafhankelijk kabinet van revisoren een studie gedaan in verband met de financiële situatie van acht aanvragers van een vergunning van klasse A. Op basis van die studie heeft de Kansspelcommissie beslist dat een solvabiliteitsratio van 35 % moet worden bereikt alvorens de vergunning kon worden toegestaan. Het gaat om de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal van alle middelen van de onderneming. De cijfers afkomstig van ECODATA (FOD Economie) op basis van de balansen na winstverdeling van alle Belgische niet-financiële ondernemingen tussen 1984 en 1997 geven een gemiddelde solvabiliteit van 35 %. Voor de casino’s wordt een solvabiliteitsratio van 35 % behouden. Omdat het hier toch om grote ondernemingen gaat, hebben zij voldoende eigen middelen om een buffer te vormen en geleden verliezen, waardeverminderingen van de activa of waardeverlies in geval van volledige of gedeeltelijke verkoop van activa te compenseren. Indien een kansspelinrichting van klasse I onder die drempel gaat, moet de Commissie een beslissing nemen zodat de ratio opnieuw het gewenste niveau bereikt. Tussen 2002 en 2004 overschreed 60 % van de casino’s ruim de drempel van 35 %. 3.3.1.2. De vergunningen klasse B en E
In tegenstelling tot de inrichtingen van klasse I beginnen de kansspelinrichtingen van klasse II en de houders van een vergunning E met beperkte eigen middelen. Ze hebben meestal ook geen andere keuze dan materieel te huren of schulden aan te gaan om de uitrusting te kopen die voor de exploitatie nodig is. De Commissie wil dat de houders van een vergunning van klasse B en E, ongeacht de grootte van hun onderneming, minstens een solvabiliteitsratio van 30 % bereiken. Op die manier wordt een reële concurrentie bewaard en een monopolie van de grote ondernemingen vermeden. De vergunninghouder moet op zijn beurt het bewijs leveren aan de Commissie dat zijn onderneming solvabel is en over voldoende financiële middelen beschikt. Hij moet ook de nodige inlichtingen verstrekken om de transparantie van de onderneming te garanderen, alsook een inzicht te verschaffen in het aandeelhouderschap en moet eventuele latere wijzigingen dienaangaande melden.
43
Andere aspecten in de balans die kunnen helpen om de solvabiliteitsratio te bereiken; Indien de minimumratio niet wordt bereikt, onderzoekt de Commissie de balans. 1- De gestorte waarborg bij de Deposito- en Consignatiekas betekent voor de onderneming een geblokkeerd kapitaal dat in rekening moet worden gebracht in de eigen middelen bij de berekening van de solvabiliteitsratio; 2- Na incorporatie in het kapitaal wordt de rekening-courant van vennoten of beheerders van het passief gebruikt om de eigen middelen aan te dikken, aangezien dit over het algemeen een permanent karakter heeft. Dat wordt dus ook opgenomen in de berekening van de solvabiliteitsratio. Indien het bedrag echter nog niet in de laatste goedgekeurde jaarrekening werd geïntegreerd, verhoogt het balanstotaal, wat de ratio beïnvloedt; 3- Indien tot een kapitaalsverhoging werd overgegaan, zal het niet-opgevraagde deel fictief worden toegevoegd aan de eigen middelen van de laatste goedgekeurde jaarrekening; 4- Indien de solvabiliteitsratio, berekend op basis van de laatste jaarrekening, niet werd bereikt, aanvaardt de Commissie dat de berekening gebeurt op basis van een voorlopige jaarrekening, goedgekeurd door een buitengewone algemene vergadering en neergelegd bij de Balanscentrale. Evolutie van de solvabiliteitsratio voor 2004-2005-2006 Er werd een lijst opgesteld van alle ondernemingen met een vergunning B en E waarvan de solvabiliteitsratio over twee boekjaren (2004-2005) minder dan 30 % bedraagt. Op basis daarvan is de Commissie nagegaan of er in 2006 een evolutie werd geregistreerd. Sommige ondernemingen beantwoordden in 2006 nog altijd niet aan het criterium van 30 %. Die ondernemingen werden via een brief gewaarschuwd om zich te rechtvaardigen en een oplossing voor te stellen om de gevraagde ratio te bereiken. Aan de ondernemingen die in moeilijkheden verkeren, wordt een financieel plan gevraagd met een voorspelling om de vereiste 30 % te bereiken. De herkapitalisering moet door de algemene vergadering worden goedgekeurd en de termijn om een dergelijke operatie te realiseren, liep tot 15 februari 2007. Een van de doelstellingen van de Commissie was om meer transparantie te verkrijgen; vanaf 2007 moeten er bijgevolg meer boekhoudkundige controles worden uitgevoerd. 3.3.2. Overdracht van aandelen - fusies
Het principe is dat de vergunning niet overdraagbaar is. Operaties om een overdracht te verhullen, zijn niet toegelaten. De Commissie is niet gekant tegen voorstellen tot splitsing voor zover die overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen worden uitgevoerd en er: • bij de creatie van twee nieuwe ondernemingen, een gedetailleerd financieel plan voor elk van hen wordt opgesteld; • bij een gedeeltelijke splitsing, een financieel plan wordt bezorgd door de nieuwe onderneming en de solvabiliteit van de oorspronkelijke onderneming na de splitsing boven de 30 % blijft. In het tegenovergestelde geval zal een strafprocedure worden ingesteld op basis van artikel 35 van de wet van 7 mei 1999.
44
Vanuit hetzelfde oogpunt is de Commissie niet gekant tegen voorstellen van fusies voor zover de solvabiliteitsvoorwaarden worden nageleefd. 3.3.3. Faillissementen
Wanneer de waarborg door een derde (dus een ander dan de vergunninghouder) wordt gestort, dan beschouwt de Commissie de gestorte waarborg als toegekend aan de uitgereikte vergunning (ongeacht de oorsprong van de betaling). Ze betaalt die waarborg bijgevolg terug aan de curator van het faillissement, na aftrek van de verschuldigde bijdragen. Als we ons op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen baseren, moet het geld immers ten gunste van de curator worden gestort. Want die wet bepaalt dat de persoon die de waarborg betaalt dat vrijwillig en zonder enige wettelijke verplichting doet, wat in strijd is met de wet op de faillissementen. Zodra de plaatser de waarborg voor rekening van zijn klant betaalt, wordt hij de gewone schuldeiser van die laatste, zelfs als die kan bewijzen dat hij de waarborg feitelijk heeft ingelegd. De Deposito- en Consignatiekas is op haar beurt van mening dat de bedragen aan de derden moeten worden terugbetaald, wanneer zij de betaling voor de vergunninghouder hebben gedaan. Wanneer de gefailleerde bij het faillissement van een natuurlijke persoon door de rechtbank ‘verschoonbaar’ wordt verklaard, kunnen de schuldeisers wat hun na het vonnis verschuldigd is, niet blijven opeisen. Om dat te bevestigen, baseert de Commissie zich op artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997 dat het volgende bepaalt: “Indien de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, kan hij niet meer vervolgd worden door zijn schuldeisers.” 3.3.4. Nota over de leasing
Artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 november 1967 tot regeling van het juridische statuut der ondernemingen gespecialiseerd in financieringshuur noemt de kenmerken van de financieringshuur op. Hoofdstuk III, artikel 25 van de wet van 7 mei 1999 laat financieringshuur toe voor houders van een vergunning van klasse E. De houder van de vergunning van klasse E, ofwel de leasingmaatschappij, en de houder van de vergunning van klasse A (casino) of B (speelautomatenhal) zijn elk de respectieve jaarlijkse bijdragen verschuldigd. De eerste voor de activiteit van financieringshuur, de tweede voor de exploitatie van deze kansspelen. Om te vermijden dat er in eenzelfde jaar twee jaarlijkse bijdragen worden betaald, moet de overeenkomst op 31 december aflopen. Op 31 december zal het aantal toestellen in leasing worden gevraagd om de jaarlijkse bijdrage te berekenen, zodat een juiste schatting kan worden gemaakt. Voor de kansspelinrichtingen klasse II wordt de jaarlijkse bijdrage niet beïnvloed door het aantal toestellen. Deze inrichtingen betalen een vaste jaarlijkse bijdrage. De jaarlijkse bijdrage van de vergunningen klasse A en E wordt echter wel berekend in functie van het aantal machines. De situatie van de leasingmaatschappijen is vergelijkbaar met die van de spelfabrikanten. Die betalen 45
ook een jaarlijkse bijdrage voor de spelen die ze aan de plaatsers verkopen (en die plaatsers betalen op hun beurt hun jaarlijkse bijdragen per schijf van 50 geïnstalleerde spelen). Overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 november 1967 dient het contract ten behoeve van de huurder in de mogelijkheid te voorzien op het einde van de huur de eigendom van het gehuurde materieel te verwerven, tegen betaling van een prijs die in het contract wordt bepaald, een prijs welke dient overeen te stemmen met de vermoedelijke restwaardevan dat materieel. Zolang de houder van de vergunning van klasse A, B of E de eigenaar van het goed blijft, doet er zich geen enkel probleem voor. Zodra hij dit goed wenst te verkopen, moet hij verplicht een voorafgaandelijke toestemming bekomen van de Commissie. Dit wordt bepaald door artikel 27 van de wet van 7 mei 1999: “De houders van een vergunning klasse A, B of C kunnen kansspelen, bestemd en gebruikt voor de exploitatie van een kansspelinrichting klasse I, II en III en die als dusdanig werden of worden afgeschreven, overdragen om niet of onder bezwarende titel, mits voorafgaandelijke inlichting en toestemming van de commissie.” 3.3.5. Administratieve vereenvoudiging (CDC)
De terugbetaling van de waarborg voor de stopgezette vergunningen klasse C zijn vaak problematisch. Dit heeft twee redenen. Ten eerste is de kansspelcommissie niet altijd in het bezit van het inschrijvingsbewijs bij de Deposito-en Consignatiekas. Bij een terugbetaling is dit originele document, ofwel een verklaring van verlies, steeds vereist. Dit rode document werd vroeger verstuurd naar degene die de waarborg effectief betaalde. Deze laat echter vaak na dit document terug op te sturen, waardoor geen terugbetaling kan plaatsvinden. Sinds 2004 wordt dit document steeds naar de kansspelcommissie gestuurd, waardoor dit probleem grotendeels is opgelost. Ten tweede stuurt de kansspelcommissie een strookje op om het rekeningnummer te achterhalen waarop de waarborg mag worden teruggestort. Dit strookje dient ondertekend te worden door zowel de café-uitbater als de leverancier. Vaak wordt dit strookje niet teruggestuurd, waardoor de waarborg niet kan worden terugbetaald. De kansspelcommissie pleegde overleg met de Deposito-en Consignatiekas om een oplossing te zoeken voor dit probleem. Er werd afgesproken niet langer met ‘de strookjes’ te werken, maar de waarborg steeds terug te betalen aan degene die op het inschrijvingsbewijs als borgsteller staat aangeduid. Dit betekent dat geen rekening meer wordt gehouden met regelingen tussen caféuitbater en leverancier onderling. Indien de waarborg via de post werd betaald, kan echter niet worden achterhaald wie de borgsteller is. In dit geval gaat de kansspelcommissie ervan uit dat de café-uitbater de borgsteller is, tenzij er een ‘melding van betaling van borg’ wordt opgestuurd waaruit blijkt dat een derde de waarborg heeft betaald. Deze melding dient ondertekend te worden door zowel de café-uitbater als degene die de borg betaald. Eind 2006 werden de leveranciers per brief van deze procedure op de hoogte gebracht. De nieuwe procedure gaat in vanaf 1 januari 2007.
46
De Commissie heeft aan de minister van Justitie een advies geformuleerd om de waarborg af te schaffen. Ze stelt voor om deze waarborg te vervangen door een bijdrage die vóór de toekenning van de vergunning, en vervolgens om de vijf jaar moet worden betaald.
3.4. STANDPUNT VAN DE COMMISSIE OVER VERSCHILLENDE KWESTIES 3.4.1. Brief van het parket-generaal van Luik over debetkaarten
Op 3 januari 2006 schreef het parket van Brugge een brief naar de procureur-generaal belast met het kansspelenbeleid om verduidelijking te vragen over het gebruik van debet- en kredietkaarten en over de plaatsing van geldautomaten in de kansspelinrichtingen van klasse A, B en C. Die brief werd vervolgens naar de Strategische cel van de minister van Justitie, en nadien naar de Kansspelcommissie voor advies doorgestuurd. In haar antwoord maakt de Commissie een onderscheid tussen debet- (Mister Cash, Bancontact of Proton), krediet- en accreditatiekaarten (Visa, Eurocard, Mastercard). Dat laatste betaalmiddel werd door een arrest van het Hof van Beroep van Antwerpen van 1989 betreffende Eurocard erkend als betaalkaart met de mogelijkheid van een bijkomend krediet, dat eerder wordt bepaald door de termijn tussen het moment van de uitgave en het moment van de betaling , dan door de reële wil van de partijen. De Commissie stelt eveneens dat de strafwet en in het bijzonder art. 58 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen op een strikte manier en in het voordeel van de speler moeten worden geïnterpreteerd. Daarom mogen de hybride- of accreditatiekaarten, evenals de Franse creditcards niet in de speelzalen van klasse II10 en in de drankgelegenheden worden gebruikt. Art. 58 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen is slechts gedeeltelijk van toepassing op de casino’s, daar in de programmawet van 8 april 2003 een artikel werd goedgekeurd dat het gebruik van kredietkaarten toelaat, om witwaspraktijken beter te kunnen bestrijden.. Men moet echter voor ogen houden dat het enige verbod van belang bepaalt dat niemand aan de spelers en de gokkers enige vorm van lening of krediet mag toestaan of met hen een geldelijke of materiële transactie mag aangaan ter betaling van een inzet of een verlies. Er is bijgevolg geen sprake van een verbod op het gebruik van debetkaarten in om het even welke kansspelinrichting. De wet verbiedt de aanwezigheid van geldautomaten in de kansspelinrichtingen van klasse I, II en III. 3.4.2. Samenwerking met de FOD Financiën
De samenwerking met de FOD Financiën werd in 2006 voortgezet. Die administratie is immers ook geïnteresseerd in het toezicht op de spelverrichtingen. De besprekingen tussen de Belastingadministratie en de Commissie hadden als doel één efficiënt en betrouwbaar systeem voor het toezicht op de spelverrichtingen uit te werken, dat bruikbaar is voor beiden .
10
Wij herinneren eraan dat de Commissie in 2001 aan de exploitanten heeft gevraagd om haar een bewijs te bezorgen dat hun contract met hun kredietinstelling was verbroken. 47
Daarom werd tijdens die bijeenkomsten het gebruik van nieuwe informatietechnologieën, gezien hun perfectie, en in het bijzonder van videosystemen vermeld om het toezicht op de spelverrichtingen in de casino’s te verbeteren (zie punt 5.6). Een ander punt betreft de aanmaak van risicoprofielen voor de inrichtingen van klasse I en II. Het is de bedoeling een lijst te maken van alle voordelen en ongemakken van het huidige controlesysteem voor de boekhouding van casino’s en speelzalenDaaruit zullen conclusies worden getrokken om het systeem te verbeteren. De informatisering en automatisering van boekhoudsystemen zijn mogelijkheden die voor de toekomst in aanmerking moeten worden genomen. Er werden nu al data vastgelegd om die besprekingen voort te zetten en ze in de praktijk te brengen. 3.4.3. Windhondenrennen: juridisch statuut
De windhondenrennen moeten worden beschouwd als een sport of meer specifiek als ‘spelen die met sportbeoefening te maken hebben’, zoals art. 3.1 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen voorschrijft. Bijgevolg mogen de weddenschappen die daaruit voortvloeien op hun beurt niet als kansspelen in de zin van de wet van 7 mei 1999 worden beschouwd. Er werden meermaals vragen over windhondenrennen aan de Commissie gesteld en meer in het bijzonder over de weddenschappen die daaruit voortvloeien. Die vragen zijn het gevolg van de terminals die in bepaalde openbare plaatsen worden geëxploiteerd. Tot nog toe ging de Commissie ervan uit dat het om weddenschappen ging, waardoor ze niet onder de wet van 7 mei 1999 vielen. Sommige aspecten dienen echter te worden verduidelijkt om precies te weten waar dit fenomeen thuishoort en in het bijzonder met het oog op eventuele reglementaire ontwikkelingen. • Moeten windhondenrennen als een sport worden beschouwd? Wanneer een activiteit in België als ‘sport’ wil worden erkend, moeten de regels van die sport worden gegarandeerd door een federatie die door de regering van de verschillende Gemeenschappen wordt erkend. De wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn van dieren11 laat in het bijzonder voor drie diersoorten wedstrijden toe: paarden, duiven en honden. Hondenrennen worden in België hoofdzakelijk in Westerlo, St.-Gillis-Waas, Beringen en Awans georganiseerd. Het reglement van de Koninklijke Maatschappij Sint-Hubertus laat het aannemen van weddenschappen op die rennen echter niet toe, omdat ze ervan uitgaat dat het in België maar om een amateursport gaat.
Bovendien vermeldt de lijst van handelsbedrijvigheden van de Kruispuntbank van Ondernemingen voor code 9262102: ‘de activiteiten i.v.m. sportwedstrijden met dieren (paarden, windhonden, duiven, enz.)’. Die activiteiten bevinden zich onder code 9262 met betrekking tot ‘overige sport’. Deze lijst komt overeen met de lijst NACE-BEL 2003 die door de Europese Commissie werd goedgekeurd. In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië gaat het om een ‘industrie’, oftewel een economische activiteit die op weddenschappen betrekking heeft. BLOSO, de Vlaamse organisatie die voor sport bevoegd is, bevestigt op haar beurt dat een sport “een fysieke activiteit (is) met een cardiovasculair of trainingseffect en met een competitief, 11
BS van 21/10/1998 48
recreatief of demonstratief karakter, die individueel, in groep of binnen een specifieke organisatie in gezonde, ethische en medisch verantwoorde omstandigheden wordt beoefend en waarbij fysieke inspanningen centraal staan”. • Moeten windhondenrennen als een ‘spel dat met sportbeoefening te maken heeft’ worden beschouwd? Alhoewel het tegenstrijdig is met artikel 1966 van het Burgerlijk Wetboek12, werd tijdens de parlementaire werkzaamheden rond de goedkeuring van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen een amendement ingediend om het toepassingsgebied van de wet uit te breiden naar weddenschappen op sportwedstrijden en honden- of windhondenrennen. Dat amendement werd niet goedgekeurd, omdat het wetsvoorstel over ‘kansspelen’ en niet over ‘sportbeoefening’ ging. Wat sportbeoefening betreft, primeren lichaamsoefening en behendigheid13. Mutatis mutandis zijn de windhondenrennen ‘spelen die met sportbeoefening te maken hebben’ en bijgevolg vormen de weddenschappen op die spelen een uitzondering op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen. • Het standpunt van de FOD Financiën Uit de commentaar van de FOD Financiën van 31 december 1990 betreffende het koninklijk besluit van 12 september 1990 tot wijziging van de bepalingen van hoofdstuk III, titel III van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (p.3) blijkt duidelijk dat de dienst een andere mening is toegedaan. Hij houdt rekening met een nieuwe categorie, die van de evenementen verenigbaar met de openbare zedelijkheid, waarmee evenementen worden bedoeld, andere dan sportevenementen of paardenrennen, die niet tegenstrijdig zijn met de openbare zedelijkheid, zoals bijvoorbeeld windhondenrennen. In dat opzicht zouden weddenschappen op windhondenrennen moeten worden verboden, aangezien de weddenschappen op evenementen niet als uitzondering in de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen zijn opgenomen. • Een andere denkpiste Er zouden eveneens weddenschappen kunnen worden afgesloten op de trainers of eigenaars van de honden (geldt eveneens voor duiven), maar daardoor zou ook met de menselijke factor van de behendigheid moeten worden rekening gehouden. • Conclusie Er bestaan argumenten om de hondenrennen en de weddenschappen erop te beschouwen als ‘spelen die met sportbeoefening te maken hebben’, hetgeen dan eveneens geldt voor vergelijkbare spelen zoals duivenwedstrijden en paardenrennen. Het gevolg daarvan zou zijn dat de Kansspelcommissie er niet bevoegd voor is. Er moet echter ook worden vastgesteld dat er in cafés en andere openbare plaatsen terminals kunnen worden geplaatst waarop weddenschappen op echte wedstrijden worden aangeboden. Beperkingen voor de omvang van de inzetten of het aantal toegelaten toestellen worden daarbij niet vastgelegd. Daarnaast wordt er ook niet gecontroleerd op welke manier en op welke datum dergelijke wedstrijden zich afspelen. Zo kan het immers gebeuren dat oude wedstrijden worden geprogrammeerd waarop vervolgens weddenschappen worden aangenomen. Dergelijke spelen vertonen duidelijke gelijkenissen met de spelen die in de inrichtingen van klasse II zijn toegelaten. Het ethische aspect van de weddenschappen op wedstrijden met dieren kan er eveneens toe bijdragen dat dergelijke wedstrijden eerder als een evenement dan als een sport worden gezien, op voorwaarde dat het burgerlijk recht de overhand heeft. 12
De wetgever maakte in artikel 1966 van het Burgerlijk Wetboek een uitzondering voor spelen die behendigheid en lichaamsoefening bevorderen, voor zover deze ertoe bijdragen gezonde en sterke mensen te vormen. 13 Doc. Senaat 1998-99, 27 oktober 1998, n. 1-214, 6241 49
Gezien de hierboven uiteengezette punten en in het licht van een eventuele wetswijziging, zou het nuttig kunnen zijn om in de toekomst de tekst van artikel 3.1 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen op de volgende manier aan te passen: ‘de sportbeoefening waarvan de toepasselijke spelregels geen toeval/kans inhouden’. We stellen echter vast dat spelen die geen toevalsfactor bevatten en die bijgevolg een perfecte beheersing vereisen, niet bestaan. 3.4.4. Kansspelen in het vliegtuig
Het wettelijke stelsel dat van toepassing is op overtredingen van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, begaan in vliegtuigen die in België zijn geregistreerd, evenals in vliegtuigen die in andere landen zijn geregistreerd maar over het Belgische grondgebied vliegen, wordt als volgt samengevat: krachtens de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, en in het bijzonder de artikels 63 en volgende, en krachtens de wet van 27 juni 1937 betreffende de regeling der luchtvaart, en in het bijzonder artikel 36, alinea 1, kunnen alle overtredingen van de wet van 7 mei 1999 begaan in luchtvaartuigen die in België zijn geregistreerd in ons land worden vervolgd. Wat buitenlandse luchtvaartuigen betreft, is de kwestie iets complexer. Ze wordt geregeld door artikel 36, alinea 3 van de wet van 27 juni 1937 waarin de artikels 6 tot 13 van de wet van 17 april 1878 zijnde de aan het Wetboek van Strafvordering voorafgaande titel worden herhaald. Die artikels bepalen de gevallen waarin strafbare feiten die buiten het Koninkrijk worden gepleegd toch in ons land kunnen worden vervolgd. De hypotheses zijn de volgende: 1) Artikel 7: De overtreder is Belg en er wordt aan de twee volgende cumulatieve voorwaarden voldaan: - het betreft een misdrijf of een vergrijp, en; - het feit wordt eveneens door de wet bestraft in het land waar het werd gepleegd. Als het slachtoffer een buitenlander is, moet er bovendien aan bepaalde bijkomende voorwaarden worden voldaan (cfr. artikel 7, §2). 2) Artikel 10, 5°: De overtreder is buitenlander, het slachtoffer is Belg en de overtreding wordt bestraft in het land waar ze werd gepleegd (land waar het vliegtuig is geregistreerd) met een straf waarvan het maximum vijf jaar vrijheidsberoving overtreft. Tot slot moet de overtreder in alle gevallen in België worden gevonden. Artikel 36, alinea 3 van de wet van 27 juni 1937 bepaalt nog dat: “Bovendien kan de schuldige van een misdrijf of vergrijp aan boord van een buitenlands luchtvaartuig tijdens de vlucht in België worden vervolgd als hijzelf of het slachtoffer de Belgische nationaliteit heeft of als het toestel na de overtreding in België landt.”
Uit die bepaling vloeit voort dat elke overtreding van de wet van 7 mei 1999 aan boord van een buitenlands luchtvaartuig in België kan worden vervolgd, op voorwaarde dat het om een misdrijf of vergrijp gaat en dat ofwel: 1) de overtreder de Belgische nationaliteit heeft; 2) het slachtoffer de Belgische nationaliteit heeft; 3) het vliegtuig na de overtreding in België landt.
50
Op internationaal vlak wordt de kwestie geregeld door het Verdrag van Tokio van 14 september 1963 inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen dat door de Belgische wet van 15 juli 1970 werd goedgekeurd. Dat verdrag, dat krachtens artikel 1, 2° enkel van toepassing is op strafbare feiten begaan aan boord van een luchtvaartuig dat in een verdragsluitende Staat is geregistreerd, herneemt voor de uitoefening van de strafvervolging het principe van de strafrechtelijke bevoegdheid van de Staat waar het luchtvaartuig is geregistreerd. In artikel 3, 3° wordt echter bepaald dat niet elke strafrechtelijke bevoegdheid wordt afgewezen die overeenkomstig de nationale wetgeving wordt uitgeoefend. Dat internationale verdrag is verenigbaar met artikel 36 van de wet van 27 juni 1937 dat hierboven wordt bekeken. Tot slot kan de wet van 7 mei 1999 van toepassing zijn op Belgische luchtvaartuigen en, in sommige gevallen, op buitenlandse luchtvaartuigen. De gerechtelijke overheden bevoegd voor de uitoefening van de strafvervolging worden hieronder opgenoemd. Deze kwestie wordt door artikel 36 van de wet van 27 juni 1937 geregeld dat een onderscheid maakt tussen strafbare feiten die aan boord van een Belgisch of buitenlands luchtvaartuig worden begaan. Voor in België geregistreerde luchtvaartuigen zijn bevoegd: - de procureur des Konings van de plaats waar het strafbare feit is gepleegd (moeilijk te bepalen voor een luchtvaartuig tijdens de vlucht); - de procureur des Konings van de woonplaats van de betichte; - de procureur des Konings van de plaats waar de betichte kan worden gevonden; - bij hun afwezigheid, de procureur des Konings van Brussel. Voor buitenlandse luchtvaartuigen zijn bevoegd: - de procureur des Konings van de woonplaats van de betichte; - de procureur des Konings van de plaats waar de betichte zal worden gevonden; - de procureur des Konings van de plaats waar wordt geland; - bij hun afwezigheid, de procureur des Konings van Brussel. De volledige nota met betrekking tot dit advies werd ter informatie van het publiek op de website van de Commissie geplaatst.
51
HOOFDSTUK 4 – BESCHERMING VAN DE SPELER 4.1. STUDIE OVER HET DIENSTENAANBOD
De Commissie besloot om over te gaan tot een aanbesteding om haar beleid en het algemene beleid inzake de bescherming van de spelers en de hulpverlening aan gokverslaafden te bestuderen. Die studie zal betrekking hebben op het bestaande aanbod van hulpverlening aan personen met gokproblemen, of het nu gaat om therapieën, aanvullende begeleiding, preventie of elke andere behandeling. Bijgevolg zal op basis van die studie de bestaande bijstand eventueel kunnen worden verbeterd. Dit initiatief wordt eveneens door de Nationale Loterij ondersteund. Een begeleidingscommissie, bestaande uit leden van de Commissie en mensen uit de hulpverleningssector, zal het goede verloop van de studie moeten opvolgen. Wanneer de studie vruchten zal hebben opgeleverd en er een precies wettelijk kader zal zijn gecreëerd voor de nieuwe vormen van kansspelen, zal de Kansspelcommissie een demografische studie kunnen realiseren over het aantal mensen dat aan alle vormen van kansspelen deelneemt. 4.2. LIJST MET UITGESLOTENEN
Er moet eerst een onderscheid worden gemaakt tussen de vrijwillige uitgeslotenen en de gerechtelijke en wettelijke uitgeslotenen. De wettelijke uitgeslotenen van de spelbeoefening zijn, overeenkomstig artikel 54, paragraaf 1 en 2: - voor de inrichtingen van klasse I en II, de personen onder de 21 jaar, met uitzondering van de meerderjarige personeelsleden van de kansspelinrichtingen op hun werkplaats, evenals de magistraten, notarissen, gerechtsdeurwaarders en leden van de politiediensten buiten de uitoefening van hun functie; - voor de inrichtingen van klasse III, de minderjarigen. De gerechtelijke uitgeslotenen zijn, overeenkomstig artikel 54, paragraaf 3, alinea 2, 3 en 4: - personen die in staat van verlengde minderjarigheid zijn verklaard; - onbekwaamverklaarden op verzoek van hun wettelijke vertegenwoordiger of van hun gerechtelijke raadsman; - personen aan wie, overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934, een verbod is opgelegd om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen. De EPIS-databank bestaat uit alle categorieën van uitgesloten personen. Sommige ondernemingen, zoals bijvoorbeeld bepaalde banken, verbieden hun personeel om naar casino’s of speelzalen te gaan om deontologische redenen of omwille van belangenconflicten. Casino’s houden ook zelf uitsluitingslijsten bij. Ze rechtvaardigen het bijhouden van die lijsten door het feit dat sommige spelers zich zouden verweren tegen een uitsluiting door een openbare instantie omdat ze vrezen te worden ‘geregistreerd’. Het updaten van de uitsluitingslijst is heel belangrijk en wordt van dichtbij door de Commissie opgevolgd. Dagelijks komen er immers bij de Commissie aanvragen binnen voor een vrijwillige en gerechtelijke uitsluiting of voor een re-integratie in casino’s en speelzalen. Een vaak 52
voorkomend probleem is de afwezigheid van bepaalde informatie bij het indienen van vrijwillige aanvragen, waardoor aanmaningen moeten worden verstuurd. De informatie die aan de Commissie wordt gegeven, moet immers correct en volledig zijn. Wat de procedure betreft om personen opnieuw in de speelzalen toe te laten, verstrijkt er een periode van 3 maanden tussen de indiening van de aanvraag via aangetekend schrijven om de speler in zijn rechten te herstellen en het effectieve rechtsherstel. Die periode is nodig om de spelers de tijd te geven over hun daden na te denken. De Commissie heeft namelijk vastgesteld dat spelers die na een uitsluiting vragen om in de speelzalen te mogen terugkeren vaak zeer ongeduldig zijn. Aantal uitgesloten personen in 2006 per soort uitsluiting: In totaal staan er voor 2006 in de EPIS-databank 23.962 uitgesloten personen geregistreerd, wat de vrijwillige en gerechtelijke uitsluitingen betreft. Daarbovenop komen de wettelijke uitsluitingen omwille van bepaalde beroepsactivitieiten, waardoor het aantal in de buurt van 45.000 personen komt. Van die 23.962 vrijwillige en gerechtelijke uitsluitingen, zijn er: Definitieve vrijwillige uitsluitingen Aanvraag tot reïntegratie Definitieve gerechtelijke uitsluitingen Tijdelijke gerechtelijke uitsluitingen
Vóór 2006 2.453
In 2006 1.736
Totaal 4.189
716 waarvan er 364 opnieuw werden toegelaten 5.470
322
674
9.954
15.424
1.041 waarvan er 635 3.269 werden opgeheven
3.675
Het aantal nieuwe aanvragen om als vrijwillig uitgesloten en geregistreerde persoon aangeduid te worden, bedroeg in 2006 bijgevolg 2.058. Het totale aantal vrijwillige uitgeslotenen dat in 2006 in de EPIS-databank werd vermeld, bedroeg 4.862 personen. 364 vrijwillige uitgeslotenen werden in 2006 opnieuw toegelaten.
53
De onderstaande grafiek onthult de leeftijd van de vrijwillig en gerechtelijk uitgesloten personen. Leeftijdspiramide van in 2006 uitgesloten personen 1500 2500
1000
500
0
500
1000
1500
2000 1900 1910 1920
Vrijwillige uitsluiting
1930
Gerechtelijke uitsluiting
1940 1950 1960 1970 1980 1990
Op onderstaande kaart wordt in functie van de gerechtelijke arrondissementen de geografische spreiding weergegeven van personen die vrijwillig werden uitgesloten. Hij geeft eveneens een overzicht van de evolutie van die aanvragen in 2006.
422 49+18 38 76 18 +161 +15 +10 +7 107 +37 60 +23 104 48 34 11 121 +40 +18 33 +17 +46 +16 18 726 64 38 +6 47 +7 +182 +33 183 +18 107 +65 44 104 +53 +26 +27 241 90 292 123 +106 +28 +90 +42
Vrijwillige uitsluitingen per gerechtelijk arrondissement
48
7
+13
Gegevens 2006 (+/-2005)
82 +38 78 +24 174 +56 32 +10
31
558 +214
80 +25
24+12
8
+16 168 +54
10 +4 10 +1 +4 54 +27
Het arrondissement van Brussel telt de meeste uitgeslotenen, gevolgd door dat van Luik en Antwerpen.
54
4.3. WERKING VAN HET EPIS-SYSTEEM
Ter herinnering: de uitbaters van casino’s en speelzalen moeten de EPIS-databank raadplegen om na te gaan of een persoon mag worden toegelaten. Doordat er een rood of groen teken verschijnt, is het met dergelijk systeem meteen duidelijk wat het antwoord is. Getypte lijsten (Excel-bestand) mogen uitsluitend in tweede instantie worden gebruikt, bijvoorbeeld bij een tijdelijke panne van de server. Tijdens een dergelijke panne moeten de casino’s en speelzalen de namen opschrijven van de personen die binnenkomen en hun identiteit controleren zodra EPIS opnieuw toegankelijk is. Als een uitgesloten persoon door de panne de speelzaal is kunnen binnengaan, moet de betreffende inrichting de Commissie waarschuwen. Bij het gebruik van EPIS moeten de personen die de identiteit van de spelers bij het binnengaan van de zalen ingeven, bijzonder aandachtig te werk gaan. In geval van een schrijffout in de naam of voornaam van de speler of een fout in de geboortedatum, verloopt de controle in de databank niet correct, waardoor een persoon zou kunnen worden toegelaten, terwijl hij zou moeten worden geweigerd. Een nota om het gebruik van dit systeem te verduidelijken werd eind 2005 op de website van de Commissie geplaatst. Daarin staat: “De gegevens moeten ingebracht worden zoals deze aangeduid zijn op de identiteitskaart of het paspoort. De accenten dienen te worden gerespecteerd, alsook het gebruik van hoofdletters en kleine letters. Bijzondere gevallen: •
Naam: samengestelde namen moeten worden ingevoerd, rekening houdende met de voorziene spaties; Voor de Franse inwoonsters dient de meisjesnaam te worden gebruikt; • Voornaam: enkel de eerste voornaam dient te worden ingevoerd (m.a.w. het deel voor de eerste spatie); Ingeval er geen voornaam is, dient u “ /” in te voeren (“ /” wordt sindsdien door “*” vervangen); Is het een samengestelde voornaam (aanwezigheid van een “-” die de beide voornamen scheidt), dan moet deze volledig worden ingevoerd; • Geboortedatum: indien het identiteitsdocument enkel een geboortejaar weergeeft dan dient u 01/01/jjjj in te voeren (jjjj = jaar in 4 cijfers).”
In de inrichtingen van klasse I en II wordt bij de registratie van de klanten al regelmatig de elektronische identiteitskaart gebruikt. Op die manier worden verschillende gegevens van de kaart (naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres) via een elektronische kaartlezer rechtstreeks naar het registratiesysteem van de zalen geëxporteerd. Hierdoor kunnen de personeelsleden van de spelinrichtingen minder fouten maken bij de registratie en is de controle met de EPIS-databank veel betrouwbaarder.
55
4.4. ANDERE ACTIVITEITEN
De Commissie staat ervoor open om met de sector voor de hulpverlening aan spelers en preventie rond de tafel te gaan zitten en informeert het publiek over de spelen. Ze vindt het heel belangrijk om contact te houden met de mensen op het terrein om zo hun concrete bekommernissen en de acties die op de verschillende niveaus worden gevoerd (preventie, hulpverlening, bijkomende begeleiding) beter te begrijpen. Het contact met de mensen op het terrein is immers zeer verrijkend en helpt bepalen waar er nog inspanningen moeten worden geleverd. Op die manier wil de Commissie ook bij de jongeren onder ons ingrijpen. Daarom besloot ze een film te maken voor hoofdzakelijk leerlingen uit het middelbaar onderwijs. Die film kan dienstdoen als ondersteuning tijdens lessen maatschappijleer, moraal, godsdienst of in het kader van elke andere preventieactie. De Commissie verkiest daarbij acteurs die bij het grote publiek bekend zijn om zo het doelpubliek nog beter te bereiken. Tijdens bijeenkomsten bleek ook dat de preventie van gokverslaving kon worden opgenomen in een ruimer preventiebeleid van verslavingen met betrekking tot een product, zoals sigaretten of alcohol. Vroeger heeft de Commissie eveneens relaties aangeknoopt met verschillende instanties die met gokverslaafden in aanraking zouden kunnen komen. Dat was het geval met de OCMW’s, via informatiebrieven, en met huisartsen, via een artikel in een gespecialiseerd tijdschrift. Dergelijke initiatieven waren erop gericht de betreffende hoofdfiguren met gokproblemen vertrouwd te maken en hen te informeren over het bestaan van een folder waarin de gegevens van de belangrijkste hulpcentra worden vermeld. Dit soort ervaring zal zeker worden herhaald en er zal tevens contact worden opgenomen met andere actoren op het terrein, zoals bijvoorbeeld schuldbemiddelaars. Leden van het secretariaat en van de Commissie hebben onder andere deelgenomen: • aan een informatiesessie die het CAD14 op 16 februari in Limburg voor zijn leden organiseerde; • aan een bezoek aan het casino van Blankenberge en de speelzaal Joker met leden van de CAT van Oost-Vlaanderen; • als spreker en exposant tijdens het Congres over verslavingen dat in de maand mei in het Congrespaleis in Luik werd georganiseerd, met een stand waar verschillende machines werden tentoongesteld; • als waarnemer tijdens een seminarie dat door de Rodin Stichting in september werd georganiseerd; • met maatschappelijke assistenten aan een informatiesessie voor de personeelsleden van het OCMW van Antwerpen, op 8 november, tijdens welke de activiteiten van de Commissie werden voorgesteld. Tot slot werd er binnen de Commissie gediscussieerd over de rol van de Commissie in het preventiebeleid tegen gokverslaving. Het preventiebeleid op het vlak van verslavingen of mentale gezondheid hangt immers voornamelijk van verschillende overheden en instanties af, zoals onder andere de FOD Volksgezondheid, maar ook de Gewesten en steden.
14
Centrum voor Alcohol- en andere Drugproblemen 56
4.5. HET SPELBELEID VAN DE OVERHEID
Om zich een mening te kunnen vormen over het openbare spelbeleid dat moet worden ontworpen, werd in de loop van 2006 een vragenlijst naar de belangrijkste figuren uit de sector gestuurd. De analyse van deze vragenlijst mondde uit in een gids met aanbevelingen voor een coherent openbaar kansspelenbeleid. De eerste denkpistes leidden tot eenzelfde principe: alle kansspelen moeten gelijk worden behandeld door te trachten de criteria toe te passen die voornamelijk in het kader van een universitaire studie15 werden geschetst. Het is van essentieel belang dat de kansspelen en hun gevolgen als prioriteiten worden beschouwd. In elk geval mogen kansspelen niet worden gebanaliseerd. Om een coherent en openbaar kansspelenbeleid te verzekeren, moet de overheid de onderstaande principes toepassen: 1- Er mag geen aansporende reclame worden gemaakt, met andere woorden de aanbieding van gratis spelen; 2- Alle inzetten moeten vóór het begin van het spel worden betaald; 3- Alle technische normen moeten door eenzelfde orgaan met dezelfde criteria worden bestudeerd; 4- Alle operatoren moeten aan dezelfde transparantiecriteria voldoen met betrekking tot het aandeelhouderschap en de solvabiliteit, en moeten over de vaardigheden beschikken om aan de vereisten van de functie tegemoet te komen; 5- Alle spelen moeten reglementair zijn en aan de vereisten van de kansregels voldoen; 6- In geen enkel geval mogen personeelsleden aan spelen meedoen die door het bedrijf worden geëxploiteerd dat hen tewerkstelt. Daarnaast mogen ze ook geen bevoorrechte toegang hebben tot vertrouwelijke informatie; 7- Er moet een duidelijke juridische scheiding zijn tussen de exploitant die in contact komt met de klant en de operator die het spel vervaardigt; 8- Alle spelregels en winstkansen moeten op een duidelijke manier ter kennis van de speler worden gebracht; 9- De bestemming van alle spelopbrengsten in de zin van de rechtspraak van de rechtbank van Luxemburg (heffing, belastingen …) moet op dezelfde manier worden behandeld. Het gaat erom te weten of die modaliteiten zullen worden nageleefd door de operatoren die aan de kansspelenwet ontsnappen. De overheid die de vergunningen toekent en de naleving van de voorwaarden controleert, moet de materie beheersen, maar ook de exploitanten moeten op de hoogte zijn van de kenmerken van de producten die ze aanbieden. Voor een goed begrip van hun producten zijn de exploitanten aangewezen op de leveranciers (invoerders, fabrikanten en onderhoudsmaatschappijen …) die hen enkel zeer beknopt informeren.
15
V.N.HOECKX, K.ANDRIES en N.CARETTE, Kanspel: juridisch gedefinieerd - beleidsmatig geoperationalisserd. Een juridische analyse van de definitie van het kansspel volgens de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, Katholieke Universiteit Leuven, december 2005, 391p. 57
Uit de enquête blijkt dat het op Europees vlak belangrijk is dat de lidstaden van de Europese Unie een verzoek om een rondetafel met de Europese Commissie op de agenda zetten, om het thema van de bestemming van de spelopbrengsten (in termen van heffingen, belastingen, monopolierente en steun aan de strijd tegen verslaving) diepgaand te bestuderen, zonder een onderscheid te maken wat het soort spelen betreft. Alle spelen (loterijen, weddenschappen, kansspelen) moeten volgens hetzelfde schema worden benaderd om een coherent openbaar kansspelenbeleid te verkrijgen.
58
HOOFDSTUK 5 – CONTROLES EN SANCTIES 5.1. CONTROLES 5.1.1. Inleiding
De Kansspelcommissie heeft als voornaamste opdrachten adviesverlening, afleveren van vergunningen en het toezicht op de wet en zijn uitvoeringsbesluiten: de controleopdracht. Hiertoe beschikt de Commissie over zeven attachés waarvan zes personen officier zijn van gerechtelijke politie. Deze worden bijgestaan door drie gedetacheerde leden van de Federale Politie. Op te merken valt wel dat twee attachés in de loop van 2006 de Commissie hebben verlaten en een attaché in zwangerschapsverlof is en dat de controleopdracht slechts een deelaspect uitmaakt van het gehele takenpakket: de attachés worden voornamelijk ingezet invergunningsverlenende procedures en de leden van de Federale Politie in vorming, opleiding en advies. De controlebevoegdheid behelst het volledige Belgische grondgebied en wordt hoofdzakelijk omkaderd in de artikelen 15 en 20 van de wet op de kansspelen, kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers van 7 mei 1999. De controleopdracht is zowel het toezicht op de wet en zijn uitvoeringsbesluiten met inbegrip van de toepassing van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelstel voor het witwassen van geld als het illegaal uitbaten van kansspelen. Een nadere samenwerking met de diensten FOD Financiën en FOD Economie – Metrologie werd ook opgezet en geconcretiseerd in 2006. Hieronder vindt u een overzicht van het aantal controles, rapporten, processen-verbaal, inbeslagnames en interventies in de illegale gokhuizen dat sinds 2004 werd uitgevoerd of opgesteld. 2004
2005
2006
Controles
413
272
212
Rapporten
-
308
157
Proces-verbaal 86
113
187
Inbeslagname Illegale gokhuizen
86
34
65
-
7
10
Opmerking 2006 128 fr. 84 nl.
voor
56 strafrecht 131administief
Het aantal controles is verminderd, dit heeft enerzijds te maken met het verminderde personeelsbestand, maar ook met meer gerichte controles, die dan weer aanleiding gaven tot het opstellen van een proces-verbaal eerder dan een rapport van controle. Er is ook een stijging van het aantal processen-verbaal inzake kansspelen via internet (17). De inbeslagname is niet zozeer te koppelen aan een stijging van het aantal illegale spelen maar eerder aan de toepassing van artikel 27 van de wet op de kansspelen die stelt dat de houders van een vergunning klasse A, B of C kansspelen kunnen overdragen mits voorafgaandelijk inlichting en toestemming van de Commissie.
59
Ten slotte werden een aantal illegale gokhuizen opgedoekt, hier is er een lichte stijging door de blijvende sensibilisering en door de hype van de pokertornooien. In dit verband is het aan te merken dat de controledienst op 25-26 november 2006 nazicht hield bij een officieel pokertornooi ingericht door de casino’s van Namen en Spa, dit toezicht liet toe het fenomeen beter te begrijpen en initiatieven te ontplooien ter omkadering van dit gebeuren. Uiteraard geven deze cijfers de werkzaamheden van de Commissie weer, het is best mogelijk dat politiediensten hierbuiten nog acties hebben ondernomen met diverse gevolgen met betrekking tot de kansspelen. De meeste voorkomende problematieken waren : - kansspelinrichtingen klasse I: gebrekkige informatieverstrekking in verband met het online systeem ; - kansspelinrichtingen klasse II: toestellen werken gebrekkig ; onjuiste registratie; - kansspelinrichtingen klasse III: het opstellen zonder vergunning van toestellen ; - vergunningen D: zelf spelen in de inrichting ; - vergunningen E: medeplichtigheid aan het opstellen zonder vergunning van toestellen. Evenwel, en dit wordt later nog uitgewerkt is het aantal inbreuken verminderd. 5.1.2. Samenwerking met parketten en politiediensten
Onverminderd het voorgaande werd nauw samengewerkt met de diverse politiediensten zowel lokaal als federaal in diverse onderzoeken. Vooral op het niveau van illegale speelholen werd er in Anderlecht (2x), Antwerpen, Brussel (5x), Schaerbeek, Maaseik opgetreden, er werd ongeveer 92.600,00 € inbeslaggenomen door de interveniërende diensten met steun van de Kansspelcommissie. Diverse malen werd er vergaderd met het Crimineel beleid onder leiding van de Procureurgeneraal Visart de Bocarmé, omtrent het beleid in deze materie (zie punt 5.2.). Er werden ook grootscheepse controles gehouden in Mons, Charleroi en Doornik in samenwerking met het Parket en de lokale politiekdiensten. Bovendien werd door het Parket meermaals technische bijstand gevraagd aan de Kansspelcommissie inzake onderzoeken in verband met kansspelen (Aarlen, Antwerpen, Gent, Brussel, Waarschoot, Mol). Regelmatig worden ook toestellen gemanipuleerd in klasse II zowel als in klasse III, het gaat dan voornamelijk over bendes die erop uit zijn toestellen met technische middelen zoals gaatjes boren winsten te laten uitbetalen. Enkele plaatselijke politiediensten zoals ondermeer Brakel, Ieper, Bergen en Brussel hebben een actieve politiek inzake kansspelen ontplooid en houden op eigen initiatief regelmatig controles. Er kan weliswaar nog verbetering zijn : een van de punten van kritiek is dan ook de geringe feedback van de diverse politiediensten, de versnippering van de zones waarbij er een te frequente personeelswissel is zodat het geprivilegieerde contact steeds opnieuw dient te worden aangeknoopt en vooral de matige prioriteit die wordt gegeven aan kansspelen en de problemen: zo zijn er signalen dat de info omtrent banken, een illegaal kansspel, dat zijn succes kende bij hanengevechten en nog steeds in bepaalde herbergen wordt gehouden, niet worden beteugeld daar er geen capaciteit is bij de politie om op te treden. Uiteraard hypothekeert een dergelijke zienswijze de kansspelregulering. De Commissie betreurt ook het gebrek aan samenwerking tussen bepaalde diensten op het vlak van de controles.
60
5.1.3. Opleiding en informatieverstrekking
Zoals steeds werd een belangrijk accent gelegd op de vorming. In 2006 werden er nog steeds opleidingen gegeven, zoalsin Luik, Charleroi, Doornik, Evergem, Gullegem, Spiere-Helkijn en Aalter. Door een interview met het politie infoblad “Info revue” van maart 2006 vonden verschillende politiediensten de weg naar de Kansspelcommissie en werden heel wat vademecum’s (handleidingen voor de politie voor een perfecte controle op kansspelen opgesteld door de Kansspelcommissie) en dito informatie verstrekt aan deze diensten. 5.1.4. Samenwerking met de Cel voor Financiële informatieverwerking
Op 6 juni 2006 werd in de kantoren van de Kansspelcommissie een vergadering gehouden met dhr.Verhelst, ondervoorzitter van de C.F.I. waarop de krijtlijnen van de samenwerking met deze dienst werden uitgestippeld. Een belangrijke beslissing was dat de controlediensten van de Kansspelcommissie als toezichthoudend orgaan inzake het witwassen op het terrein de uitvoering moet nagaan en bepaalde problemen dient aan te pakken, op te lossen of desgevallend over te gaan tot sanctionering. Inzake kansspelen rekent de CFI op de Kansspelcommissie maar beloofd interactie en informatieuitwisseling. Er werden ook gezamenlijke controles gehouden in de casino’s. 5.1.5. Samenwerking met de FOD Economie – Metrologie
De meeste controles ter plaatse worden gezamenlijk gedaan met de dienst Kansspelen – Metrologie. Hierover wordt uitgebreid teruggekomen in het hoofdstuk: “Bijdragen van de FOD Economie - Dienst Metrologie”. De toegenomen complexiteit van het technisch aspect van kansspelen noopt tot deze samenwerking. De diensten van Metrologie hebben een ruime expertise opgebouwd inzake de automatische toestellen en herhaalde malen werden vergaderingen gehouden teneinde aanpassingen en probleemgevallen te bespreken. Op het terrein was voornamelijk het nazicht van de toestellen een noodzakelijke aktie teneinde de speler een correct spelaanbod aan te bieden. Zo werd ingegrepen bij de overdadige slotanimaties bij kansspeltoestellen klasse III, werden de protocols “metrologie” en de protocols “informatica” in overeenstemming gebracht wat eenduidigheid en dito transparantie schepte en werd samengewerkt in de subcommissie technische spelen die de technische kant van de spelen nader gaat bespreken. Het belang van deze samenwerking is vooral ingebed in de sluitende controle die het risico op fraude miniem maakt. Ook in 2006 was de samenwerking exemplair te noemen, de ploeg onder leiding van dhr. France is flexibel, competent en vooral ijverig in zijn opdracht. Evenwel blijft het een permanente investering die te veel gebaseerd is op persoonlijke contacten en zou er in de toekomst moeten worden gestreefd naar een officiële samenwerking in een taskforce met nog andere controlerende entiteiten zoals ondermeer de diensten van FOD Financiën. 5.1.6. Samenwerking met de FOD Financiën
In de schoot van de FOD Financiën, werd een project opgestart met als doel klaarheid in de sector te krijgen, meerbepaald de kansspelinrichtingen klasse I en klasse II. Voor de kansspelinrichtingen klasse I gaat het er voornamelijk om een efficiënter werkkader te creëren voor de toezichthoudende beambten van de FOD Financiën tijdens de openingsuren van 61
het casino. De werkgroep verrichtte hierover onderzoek. In tweede orde ging het over de modus operandi van de financiële verrichtingen in het casino en meerbepaald het omwisselen van chips aan de tafelspelen. Ook de automatische spelen en meerbepaald de accuraatheid van de tellers werd gecontroleerd. In de kansspelinrichtingen klasse II werd dan eerder de nadruk gelegd op het hele financieel gebeuren. De uiteindelijke bedoeling is te komen tot een efficiënter beleid inzake taxatie door het implementeren van de beschikbare gegevens bij de Kansspelcommissie. De FOD Financiën wil uiteraard zekerheid dat zowel in kansspelinrichtingen klasse I als klasse II deze transparantie gegarandeerd wordt door het adequaat informaticasysteem en in bijkomende orde dat het persoonlijk toezicht op kassa’s, opening en sluiting van tafels alsook het toezicht in de telkamers tot een minimum wordt gereduceerd door adequaat gebruik van de technische toepassing. Het onderzoek werd gevoerd in nauwe samenwerking met de diensten controle en ICT van de Kansspelcommissie. Verder werd door de dienst controle ook geïnvesteerd in de weddenschappenproblematiek en dat in samenwerking met de FOD Financiën. Er werd overgegaan tot een controle op het terrein. Tenslotte leverde de dienst controle ook advies aan de FOD Financiën in de zin van identificatie van de aard van een speelautomaat en waar dit kan worden uitgebaat. 5.1.7. Samenwerking met andere diensten
Er werd eerder sporadisch samengewerkt met andere diensten zoals Sociale Zaken bij grootschalige acties of ook nog met de Federale Computer Crime Unit (FCCU) voor het correct opstellen van processen-verbaal inzake kansspelen via informatiemaatschappij-instrumenten. De Commissie is steeds vragende partij om in een multifunctionele omgeving te werken daar dit de invalshoek kan vergroten en de efficiëntie van de controle gevoelig kan versterken. Ook het belangrijk aspect van rechtszekerheid wordt hierbij bekeken, bij synergetische samenwerking is het voor de rechtsonderhorige slechts een eenmalige controle in plaats van drie of vier verschillende diensten op drie of vier verschillende tijdstippen en dat voor eenzelfde nazicht. 5.1.8. Conclusies
De controles zijn de visualisatie op het terrein van de beslistheid en ernst waarmee de kansspelcommissie een beleid doorvoert, een beleid in de zin van kansspelen zijn verboden doch afgezwakt met vergunningen die onder een strikt beleid moeten kunnen worden uitgebaat op een rendabele wijze. Het spreekt vanzelf dat de noodzakelijke wisselwerking tussen communicatie – controle – sanctie vruchten gaat afwerpen. In 2006 kon nogmaals worden vastgesteld dat de “traditionele” ziektes zoals het niet-registreren of online problemen in kansspelen klasse I en II marginaal kunnen worden genoemd. Het is duidelijk dat de vergunningshouders D ook professioneler worden en dus beantwoorden aan de vereisten van de functie. Het minpunt blijft nog steeds de politiek van sommige uitbaters van drankgelegenheden, al of niet in samenwerking met de vergunningshouders E om zo vlug mogelijk een toestel te exploiteren. Dit gaat gepaard met agressie en fraudepraktijken. Ook het bespelen van de automatische toestellen in kansspelinrichtingen klasse III door minderjarigen stelt een probleem. Hier dient weliswaar begrepen dat een heterdaadvaststelling geen gemakkelijke methode is. Voor de klassen II blijft 62
het verbod van geschenken, kleine toegiften een rem op de uitbating, wat soms wordt omzeild door het aanbod van een gratis glas. Er is ook een lichte tendens bij werknemers van kansspelinrichtingen klasse II om zelf te spelen op de automatische toestellen in de zaak. In conclusie dient gesteld dat de controles moeten blijven aanhouden, ondanks de grote investeringen inzake personeel en werk en dat er dient geïnvesteerd in nauwere samenwerking met diverse diensten. Ook dient naar de overheden toe een initiatief te volgen om de kansspelproblematiek op de agenda te plaatsen van de lokale overleginstanties en voor wat betreft de complexe fraudemechanismen zou een aanbeveling in het nationaal veiligheidsplan zeker niet misstaan. 5.2. STRAFRECHTELIJK BELEID
Minstens één keer per jaar wordt er een vergadering georganiseerd met de procureur-generaal belast met de kansspelen, de heer Visart de Bocarmé, om over de concrete problemen te praten die zich op het terrein voordoen. Mevrouw Laurent, substituut-procureur, werd tot adhocverantwoordelijke voor de kansspelen benoemd en volgt de bezigheden van de Commissie op de voet. Tijdens de vergadering op 26 september zei de Commissie te wensen dat parketten en politiediensten meer in de repressie van illegale spelen en in het toezicht op de speelzalen van klasse II en de bingo’s in cafés zouden investeren. Gezien het beperkte aantal personeelsleden van de controlecel van de Commissie, moeten de politiediensten meer worden gestimuleerd om de cafés te controleren. Er werd gepland om een brief naar de lokale politiediensten te sturen om hen te motiveren controles uit te voeren. Hardnekkige controles gaan een toename van de exploitatie van illegale en non-conforme machines immers tegen. Ze zou immers van efficiënte bemiddelaars op het terrein willen gebruik maken om te reageren op de informatie die haar over de illegale exploitaties buiten Brussel bereikt. Ook het onderwerp van de vorming van politieagenten en magistraten werd aangekaart. De politiediensten en magistraten moeten informatie blijven vergaren die rekening houdt met de gevolgen van kansspelen op de bevolking. Kansspelen hebben niet alleen economische, maar ook aanzienlijke sociale of strafrechtelijke gevolgen en het is belangrijk dat de omvang ervan wordt gemeten. Er zouden opleidingen voor de referentiemagistraten moeten worden georganiseerd. Die opleidingen gaan voornamelijk over de inrichtingen van klasse II en III. Het praktische aspect van de acties op het terrein moet primordiaal blijven. Bovendien heeft de Commissie aan de hand van een informatiebrief getracht de verschillende parketten te sensibiliseren voor de gokproblematiek en te motiveren om op het terrein op te treden. De Commissie wil bovendien op de hoogte worden gebracht wanneer er in de verschillende delen van het land een inbreuk wordt gepleegd op het vlak van de kansspelen of met betrekking tot die activiteit. Een systeem van verplichte informatie-uitwisseling zou in de wet kunnen worden opgenomen door een koninklijk besluit aan te nemen en een modelformulier te creëren.
63
Werden ook besproken: • het voorstel tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 dat de exploitatie van kansspelen via het internet toelaat en in bepaalde omstandigheden en enkel in het geval van strafbare feiten administratieve boetes bepaalt; • de toepassing van de wet-Franchimont over de kopieën van de processen-verbaal van verhoren; • het nieuwe koninklijk besluit van 10 oktober over de televisiespelletjes; • het nieuwe koninklijk besluit van 3 december 2006 betreffende de werkingsregels en de nadere regels inzake de boekhouding en de controle van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegestaan in de kansspelinrichtingen klasse I; • het standpunt van sommige burgemeesters over de installatie van bingo’s in hun gemeente; • de cumulatie van de vergunningen van klasse C en E; • de procedures die met name tegen internetsites werden aangevat. De Commissie gaf een kort overzicht van de opgelegde sancties (verbod van exploitatie van bepaalde machines gedurende een gegeven periode, opschorting van de vergunning voor een bepaalde duur, intrekking van de vergunning). Er werd algemeen aangenomen dat de sancties zo snel mogelijk moeten worden genomen na de vaststelling van tekortkomingen met betrekking tot de wet. 5.3. DE SANCTIES
In 2007 werden 79 sanctieprocedures opgestart waarvan 33 procedures voor inbreuken in kansspelinrichtingen klasse II, 10 procedures voor instellingen klasse III, 3 procedures voor houders van een vergunning D en 33 procedures voor vergunningshouders klasse E. De inbreuken waren divers, in speelautomatenhallen is er meestal het niet respecteren van de voorschriften inzake het correct bijhouden van het spelersregister, voor de kansspelinrichtingen klasse III, de drankgelegenheden is het voornamelijk een niet in orde zijn met de inschrijving in de kruispuntbank, voor de vergunningen D is het voornamelijk een zaak van het spelen op de machines op de plaats van tewerkstelling .De E vergunningshouders tenslotte zondigen vaak tegen het niet tijdig mededelen van de cijfers om de retributie te berekenen maar ook in het plaatsen van bingotoestellen en dat zonder dat er een vergunning werd afgeleverd. Er werden sancties uitgesproken gaande van verwittiging tot intrekking. Bepaalde beslissingen werden om diverse redenen ook terug ingetrokken en in bepaalde gevallen terug opgestart.
64
HOOFDSTUK 6 – BIJDRAGEN VAN DE FOD ECONOMIE – DIENST METROLOGIE 6.1. SITUERING VAN DE "DIENST KANSSPELEN"
De dienst Metrologie ressorteert onder de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, Kmo, Middenstand en Energie. De Dienst Kansspelen werd einde 2001 opgericht binnen de dienst Metrologie. De herstructurering van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid leidde dit jaar tot de ontbinding van alle diensten. De Dienst Kansspelen bestaat dus niet meer als dusdanig. Alle beambten werden opnieuw in drie diensten opgedeeld: de dienst Reglementering en Controlebeleid, de Controledienst en de dienst Kwaliteit en Innovatie. De eigenlijke impact van die herverdeling van bevoegdheden op de kwaliteit van de prestaties werd tot dusver nog niet geëvalueerd. 6.2 OPDRACHTEN VAN DE "DIENST KANSSPELEN"
Deze opdrachten zijn opgenomen in de artikelen 52 en 53 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers. Ze bestaan hoofdzakelijk in het afleveren van modelgoedkeuringen en het uitvoeren van de eerste ijk, de periodieke ijk en de technische controle. De modelgoedkeuring omvat een administratief en technisch onderzoek, alsook het uitvoeren van uitgebreide testen in het laboratorium. Hierbij wordt nauwgezet het betrokken keuringsprotocol gevolgd dat een uitleg, interpretatie en beschrijving van de uitvoeringswijze van de geldende voorschriften bevat. De eerste ijk omvat een onderzoek om van iedere kansspelautomaat, voorafgaand aan het eerste gebruik, te kunnen bepalen of hij overeenstemt met het goedgekeurde model. Het accent ligt daarbij op de controle van de software om vast te stellen of de software die in de automaat aanwezig is, overeenstemt met de goedgekeurde software. De periodieke ijk heeft hetzelfde doel als de eerste ijk en gebeurt op geregelde tijdstippen op de in dienst zijnde automaten. De huidige reglementering voorziet tot nu toe enkel in een jaarlijkse periodieke ijk voor de automaten opgesteld in de kansspelinrichtingen van klasse I. 6.3. MODELGOEDKEURINGEN
De volgende aantallen van modelgoedkeuringen werden afgeleverd, dit zowel voor nieuwe modellen als voor varianten: Klasse
Nieuwe aanvragen
I II III Totaal
25 5 4 34
65
Aanvullingen aan bestaande dossiers (varianten, gewijzigde software …) 28 24 61 113
Voor klasse I werden er minder aanvragen ingediend, omdat er heel wat automaten in 2005 werden goedgekeurd voor de opening van het nieuwe casino te Brussel. De aanvullingen aan bestaande goedkeuringen zijn eerder beperkt gebleven, omdat er heel weinig aanpassingen aan de keuringsprotocollen werden aangebracht. Voor sommige modellen werden de testen uitgevoerd door geaccrediteerde laboratoria. Naar aanleiding van de bovenvermelde herstructurering werden de goedkeurings- en controletaken gescheiden. De goedkeuringen moeten nu door de dienst Modelgoedkeuringen van de dienst Reglementering en Controlebeleid worden gegeven, nadat het bureau van Modelgoedkeuringen zijn akkoord heeft gegeven. De testen en het beheer van het laboratorium zijn daarentegen de verantwoordelijkheid van de Controledienst. 6.4. CONTROLES 6.4.1. Eerste ijken Klasse I II III
Automaten of ombouwkits 182 289 3655
Nieuw is dat werd gestart met de uitvoering van de eerste ijk op de automaten bestemd voor de kansspelinrichtingen van klasse II. Alle automaten zijn nu volledig onder controle. Voor klasse I geeft het aantal eerste ijken niet exact het aantal nieuwe geïnstalleerde automaten of kits weer, omdat de automaten die tijdens de periodieke ijken niet conform bleken te zijn eveneens een nieuwe eerste ijk moesten ondergaan. 6.4.2. Periodieke ijken Klasse I
Automaten 561
De cycli voor de periodieke ijken van automaten in de kansspelinrichtingen van klasse I staan nu volledig op punt. 6.4.3. Bezoeken aan de kansspelinrichtingen
Het hele jaar door worden er bezoeken georganiseerd in casino’s en speelzalen, meestal in samenwerking met het secretariaat van de Kansspelcommissie, en dat vaak ook buiten de normale werkuren. 6.4.4. Elektronische handtekening
Zoals tijdens de voorgaande jaren kon bij de controles van de software voor de speelautomaten van klasse II en III de controle van de elektronische handtekening overal worden toegepast. Enkel bij klasse I is deze test nog niet op alle automaten toepasbaar en moet de software op een meer gecompliceerde wijze worden gecontroleerd.
66
6.5. KEURINGSPROTOCOLLEN
De keuringsprotocollen, één voor iedere klasse, bevatten alle technische voorschriften en de beschrijving van de uit te voeren testen. Naar aanleiding van het verschijnen van nieuwe koninklijke besluiten en als gevolg van wijzigingen in de interpretatie van de voorschriften werden de protocollen gewijzigd. De kleinere wijzigingen gebeurden aan de hand van bijkomende nota’s. Na meerdere bijkomende nota’s of bij grote wijzigingen wordt een nieuwe versie uitgegeven. De tabel hieronder geeft de evolutie voor 2006 weer: Klasse I Klasse II Publicatie van Publicatie van 01/05/2006 01/05/2006 versie 1.2 versie 2.1
Klasse III Publicatie van 01/05/2006 versie 2.1
Het betreft een versie met daarin de bijkomende nota’s die in 2005 werden gepubliceerd. Naar aanleiding van de wijziging van het koninklijk besluit houdende de lijst van toegelaten spelen in klasse I (toevoeging van automatische roulettes, poker en blackjack) werd een voorstel tot wijziging van het protocol van klasse I voorbereid. Het zal wordt gepubliceerd zodra het koninklijk besluit van de FOD Justitie houdende de technische regels voor die automaten wordt gepubliceerd. Alle aanpassingen zijn het resultaat van besprekingen in de technische subcommissie van de Kansspelcommissie en worden vóór de bekendmaking door de Commissie goedgekeurd. De Dienst Kansspelen heeft bovendien meegeholpen aan de uitwerking van de laatste versie van de protocollen voor een passend informaticasysteem die door de Kansspelcommissie werden gepubliceerd. 6.6. TESTTOESTELLEN
Zoals vorig jaar bestond de mogelijkheid de procedure inzake het opstellen van testtoestellen op het terrein toe te passen. Een klein aantal toestellen van hetzelfde model wordt gedurende een beperkte periode in reële omstandigheden en onder strenge voorwaarden onder het toezicht geplaatst van de Kansspelcommissie die regelmatig via een controle van de interne statistieken van die spelen het gemiddelde uurverlies controleert en de opvolging verzekert. Hiervoor zijn meerdere redenen: de toekomstige laboratoriumtesten en berekeningen die zich slechts op een gemiddelde speelwijze kunnen baseren, kunnen op basis van de ingewonnen informatie verfijnd worden, problemen en kinderziektes kunnen snel door de fabrikant opgelost worden. Meerdere fabrikanten hebben van deze mogelijkheid gebruikgemaakt.
67
6.7. LIJST VAN DE TOEGELATEN SPELEN VOOR DE INRICHTINGEN VAN KLASSE I, II EN III
Iedere maand wordt op basis van de afgeleverde modelgoedkeuringen een lijst overgemaakt aan de Kansspelcommissie, teneinde haar toe te laten officieel de toelating te verlenen voor de betrokken spelen. Via maandelijkse informatieve nota’s wordt de sector op de hoogte gehouden. 6.8. OPLEIDING KANDIDAAT-LICENTIEHOUDERS KLASSE D
De Dienst heeft tijdens 24 sessies de opleiding op het vlak van metrologische aspecten van de reglementering op de kansspelen voor de kandidaat-licentiehouders D verzorgd. 6.9. LABORATORIUM
Het laboratorium in de hoofdzetel te Brussel en het bijkomende laboratorium te Luik zijn momenteel nog altijd operationeel, maar ze vallen nu onder de verantwoordelijkheid van de Controledienst. 6.10. VERGADERINGEN
De Dienst Kansspelen heeft deelgenomen aan een twintigtal interne vergaderingen of vergaderingen met de technische subgroep van de Kansspelcommissie, al dan niet in aanwezigheid van fabrikanten of van de sector. Er werd telkens over de technische aspecten van de werkingsregels gesproken met het oog op het toekennen van de modelgoedkeuringen. De evolutie van de keuringsprotocollen en de bijkomende nota’s zijn daar het gevolg van. Verder zijn er ontelbare vergaderingen modelgoedkeuringsaanvraag hadden ingediend.
geweest
met
de
fabrikanten
die
een
De Dienst Kansspelen blijft ook werkzaam in de technische subgroep van het GREF (Gaming Regulators European Forum). 6.11. PERSONEEL
Er werd een nieuwe medewerker, een informaticaexpert, aangeworven. Daardoor komt het totale aantal personeelsleden op het gebied van de kansspelen op: 5 ingenieurs, 2 technische experts en 1 administratieve medewerkster. 6.12. OPDRACHTEN
Er werd een bezoek gebracht aan de jaarlijkse ICE/ATEI-tentoonstelling in Londen. De Dienst blijft bovendien zijn medewerking verlenen bij het uitvoeren van de overeenkomst tussen de FOD Financiën van België en het ministerie van Financiën van Albanië bij het op punt stellen van een nieuwe reglementering inzake het controleren van de kansspelen in Albanië. Er werden twee Albanese experts door de Dienst Kansspelen ontvangen in het kader van een opleidingsprogramma van een week. De bedoeling was hen te helpen in Albanië een gelijkaardige dienst als de Belgische Dienst Kansspelen op punt te stellen.
68
6.13. WEBSITE VAN DE "DIENST KANSSPELEN"
Op de website van de FOD Economie is de volgende informatie voorhanden: adres, e-mailadres, reglementering, keuringsprotocollen en informatieve nota’s. Het adres is als volgt: http://economie.fgov.be/JeuxHasard.
69
HOOFDSTUK 7 – REGLEMENTAIRE ONTWIKKELINGEN EN RECHTSPRAAK 7.1. REGLEMENTAIRE ONTWIKKELINGEN 7.1.1. Advies aan de regering – wijziging van de wet van 7 mei 1999
In maart 2006 werd er een advies aan de minister van Justitie gericht met het oog op de wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen. Dat advies mondde uit in een wetsontwerp waarvan de grote lijnen in hoofdstuk 1 van dit verslag worden vermeld. 7.1.2. De koninklijke besluiten
De volgende koninklijke besluiten werden in het Belgische Staatsblad gepubliceerd: Het koninklijk besluit van 5 mei 2006 bepaalt de officiële vertaling in het Duits van het koninklijk besluit van 17 september 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 tot vaststelling van de lijst van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse I. Het koninklijk besluit van 18 mei 2006 houdende benoeming van de voorzitter van de Kansspelcommissie. Het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juli 2004 betreffende de aanstelling van de leden van de kansspelcommisie en haar secretariaat in de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings. Het koninklijk besluit van 10 oktober 2006 houdende de voorwaarden waaraan spelen die aangeboden worden in het kader van televisieprogramma’s via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, waarvoor het toegelaten is om van de oproeper, naast de prijs van de communicatie, ook de betaling van de inhoud te vragen, doch beperkt tot deze reeksen waarop het eindgebruikertarief geen functie is van de tijdsduur van de oproep en die een totaal spelprogramma inhouden, dienen te voldoen. Het koninklijk besluit van 3 december 2006 betreffende de werkingsregels en de nadere regels inzake de boekhouding en de controle van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegestaan in de kansspelinrichtingen klasse I. Het koninklijk besluit van 19 december 2006 betreffende de samenstelling van de Kansspelcommissie, alsook betreffende het presentiegeld waarvan de leden en hun plaatsvervangers genieten. Het koninklijk besluit van 20 december 2006 betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de vergunninghouders A, B, C en E voor het burgerlijke jaar 2007. 7.1.3. Protocollen
Op 22 november 2006 werden de traditionele sectorvergaderingen georganiseerd. Een nieuw element in de desbetreffende protocols is de invoering van een procedure voor certificering van de hardware en software welke in gebruik is in de diverse kansspelinrichtingen klasse I en II. De overgangsperiode eindigt op 30 juni 2007. Op deze datum dienen alle vergunde kansspelinrichtingen te beschikken over de nodige certificaten goedgekeurd door de
70
Kansspelcommissie keuringsorganisme.
op
basis
van
een
rapport
opgesteld
door
een
onafhankelijk
Eind 2006 aanvaarde de Commissie de firma’s GLI en NMI alsmede gerechtsdeskundige P. De Vooght als erkende keuringsinstanties. De mogelijkheden inzake verdere automatisering en informatisering van de dagdagelijks ontvangen financiële en technische informatie vanuit de kansspelinrichtingen I, II en III werden bestudeerd. Op basis van deze studie werd een prijsofferte gevraagd. Realisatie en implementatie van de bijkomende software is voorzien voor 2007. Tijdens die vergadering werd tevens besloten dat er per jaar maar één versie van het protocol zou worden gepubliceerd, behalve in noodzakelijke gevallen. 7.2. RECHTSPRAAK 7.2.1. Hof van Cassatie
7.2.1.1. Rechtsvordering voor de betaling van een speelschuld Krachtens artikel 1965 van het Burgerlijk Wetboek staat de wet geen rechtsvordering toe voor een speelschuld of voor de betaling van een weddenschap. De ongeoorloofdheid van het speelcontract is absoluut en gaat terug op alle overeenkomsten die bedoeld zijn om er de exploitatie van te organiseren; deze ongeoorloofdheid is onafhankelijk van zijn strafbaarheid. Het geheel van de geldigheidsvoorwaarden van een overeenkomst wordt van kracht de dag dat de overeenkomst wordt afgesloten. Ten opzichte van deze principes, zijn de verwijzingen naar de zedelijke toestand die het arrest aan de depenalisatie van bepaalde spelen ontleent, niet relevant, net zoals het artikel 5 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen en de bescherming van de spelers , na te hebben beslist dat die bepaling in het onderhavige geval niet van toepassing is. Krachtens artikel 1966 van het Burgerlijk Wetboek zijn enkel de spelen die behendigheid en lichaamsoefening vereisen, uitgesloten van het gebrek aan rechtsbescherming zoals door bovengenoemd artikel 1965 is bepaald. Overwegende dat “er geen enkele aanwijzing is dat het contract niet zo zeer tot doel of tot gevolg heeft om ontspanning te bezorgen, maar wel een bovenmatige passie voor het spel op te wekken” wordt de beslissing in het arrest16 niet wettelijk gemotiveerd. 7.2.2. Raad van State
7.2.2.1. Samenstelling van de Commissie Het principe van de continuïteit van openbare functies na afloop van het mandaat van de voorzitter is niet van toepassing, aangezien de wettekst niet uitdrukkelijk toelaat om het principe 16
Hof van Cassatie, 04.02.12 F, 30 januari 2006, SA. A.B.S.c/ S.A. U G. 71
van de continuïteit van de openbare dienst in die denkbeeldige situatie toe te passen. De Commissie is bijgevolg op een illegale manier samengesteld wanneer ze in het kader van een sanctieprocedure tegen een vergunninghouder tot een verhoor overgaat.17 Voor zover de voorzitter van de Kansspelcommissie als de vertegenwoordiger van een minister kan worden beschouwd, kan zijn mandaat echter meer dan één keer worden hernieuwd. Dat beleid werd tijdens de parlementaire werkzaamheden via een amendement van senator Erdman 18 geïntroduceerd. De voorbereidende werkzaamheden van de wet bepalen daarover: “Dankzij dit systeem kan het principe van de doorstroming binnen de kansspelcommissie worden ingevoerd, waarbij in zekere mate haar continuïteit en onafhankelijkheid wordt verzekerd.”19 7.2.2.2. Alertheid Aangezien de eisende partij geen blijk van alertheid heeft gegeven in het op tijd verwerven van een kopie van de betwiste aktes en bijgevolg voor het indienen van haar beroep bij de Raad van State20, werd dat beroep verworpen. 7.2.2.3. Voorwaarden inzake de nabijheid De Raad van State21 is van mening dat de voorwaarde inzake de nabijheid van toepassing is op de inrichtingen die vóór de inwerkingtreding van de wet bestonden. 7.2.2.4. Beoordelingsbevoegdheid van de Commissie De Raad van State22 heeft er nogmaals op gewezen dat de beoordelingsbevoegdheid van de Kansspelcommissie geval per geval wordt uitgeoefend, rekening houdend met alle kenmerken van de nabijheid. 7.2.2.5. Geen overeenkomst met de gemeente De Raad van State oordeelt dat als er geen voorafgaande overeenkomst bestaat tussen de gemeente en de aanvrager van een vergunning van klasse II, de Commissie de kern ervan niet kan onderzoeken.23 7.2.3. Hof van Beroep
Het hof van beroep van Antwerpen24 oordeelde dat de rechter in kort geding over een beoordelingsbevoegdheid beschikt om de hulp te onderzoeken van de administratie die aktes kan opleggen of tot verboden kan overgaan. Het hof stelt vast dat de Kansspelcommissie de wettigheid heeft gerespecteerd toen ze de vergunning van klasse II weigerde door aan te halen dat de gemeente had geweigerd om een overeenkomst met de kandidaat-exploitant af te sluiten, ook al werd die weigering nadien door de gemeenteraad ingetrokken. Aangezien de onderneming, die andere maatschappelijke doelen dan de exploitatie van kansspelen had en over financiële middelen beschikte, haar activiteiten had 17
EG (XII ch.) nr.157.578 van 13 april 2006, A.171.791/XII-4698 Parl. doc., Sen., sess.ord.1 997-1998, n°i-417/17, pp.92 en 93 19 Parl.doc., Sen., sess.ord. 1998-1999, 1795/8, rapport gemaakt in naam van de Commissie voor de Justitie 20 EG nr.164.257 van 30 oktober 2006, A 128.923/XI-15700 21 EG nr.165.119 van 24 november, A.127.017/XI-15.681 22 idem 23 EG nr. 165.640 van 6 december 2006, A.132.704XI-15.749 en A.148.281/XI-15.929 24 Ap . référé (6E ch.) Antwerpen, 27 juni 2006, rep.2006/5086 –2005/RK/270 18
72
stopgezet, ondanks het feit dat de Raad van State de uitvoering van de beslissing tot weigering van de gemeente had opgeschort, kon een ernstig nadeel niet worden ingeroepen. Het ontbreekt de rechtsvordering aan grond, aangezien de Commissie overeenkomstig de wettelijke verplichtingen lijkt te hebben gehandeld. De eventuele schade is niet voldoende bewezen als geen enkel document de vraag om schadeloosstelling en interesten staaft. 7.2.4. Rechtbanken
7.2.4.1. De Kansspelcommissie is een rechterlijke instantie Bij vonnis van 26 januari 2006 oordeelde de rechtbank van eerste aanleg van Brussel25 dat de Kansspelcommissie een rechterlijke instantie is in de zin van artikel 357 §4 van het gerechtelijk wetboek, aangezien ze wordt verzocht zich uit te spreken over de kwestie van de opschorting van een vergunning of het voorlopige dan wel definitieve verbod om een of meerdere kansspelen uit te baten. Ze doet een uitspraak over een betwisting met betrekking tot rechten en plichten van burgerlijke aard. Het betreft de uitoefening van een rechtsbevoegdheid die zich op de volgende manier kenmerkt: • •
• •
materiële elementen: vanuit het oogpunt van de inhoud zijn de beslissingen van de Commissie het gevolg van een akte of bijzondere afzijdigheid (schending van bepalingen van de wet van 7 mei 1999). organieke elementen: de Commissie wordt voorgezeten door een volledig onafhankelijke magistraat van de regering; de modaliteiten voor de vernieuwing van de leden van de Commissie, de bepalingen met betrekking tot de voorwaarden voor de benoeming en tot mogelijke belangenconflicten (art. 11 en 13 van de wet van 7 mei 1999) garanderen de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Commissie. De Commissie moet jaarlijks verslag uitbrengen aan de wetgevende kamers en aan de ministers van Economie, Binnenlandse Zaken, Financiën, Justitie en Volksgezondheid en aan de staatssecretaris voor de Nationale Loterij (art. 16), maar ze is aan geen enkele controle onderworpen wat betreft de beslissingen die ze neemt, behalve de mogelijkheid om bij de Raad van State een beroep in te dienen. formele elementen: de te nemen beslissingen moeten gemotiveerd zijn, de persoon moet op voorhand worden gehoord en kan zich door een raadsman laten bijstaan. kracht van gewijsde: wanneer de Commissie beslist om een vergunning op te schorten of in te trekken, of de exploitatie van een spel te verbieden, heeft haar beslissing kracht van gewijsde voor zover die beslissing niet in vraag kan worden gesteld door een beroep bij de Raad van State in te dienen.
Een instantie die rechtshandelingen stelt, is een rechterlijke instantie. Tegen dit vonnis werd beroep aangetekend. 7.2.4.2. De plaatser van spelen is een exploitant van klasse III en cumuleert dus de vergunningen klasse C en E De correctionele rechtbank van Brugge26 moest een beslissing nemen over de gevolgen van een aanvankelijke overeenkomst die op 23/03/1999 werd afgesloten houdende de plaatsing van 25 26
Burg. (71e hfst.), 26.01.2006, R.G./11253/A corr. Brugge, 6 sept. 2006 (16e hfst.), 1805 BG 58.L9.2073-03-02 73
kansspeltoestellen. Die overeenkomst bepaalt uitdrukkelijk dat het erom gaat de gemeenschappelijk exploitatie van automatische kansspelen te garanderen. Zowel de plaatser als de nv kreeg de helft van de opbrengsten van de toestellen. De onderneming die de toestellen plaatst, is medefabrikant en strafrechtelijk verantwoordelijk. Zo nam ze de administratie met betrekking tot de aanvraag van de vergunning volledig op zich en was ze er perfect van op de hoogte dat de exploitant op het moment dat de bingo werd geplaatst geen vergunning had verkregen. Er werd besloten tot een boete van € 500 met opschorting voor een deel, de inbeslagneming van het toestel en het geld dat zich in de muntautomaat bevond. Er werd in hoger beroep gegaan. 7.2.4.3. Nietigheid van de plaatsingsovereenkomst De ongeoorloofdheid van het speelcontract is absoluut en steunt op alle overeenkomsten die bedoeld zijn om er de exploitatie van te organiseren; ze is onafhankelijk van zijn strafbaarheid.27 Artikel 5 van de wet van 7 mei 1999 bepaalt dat “de nietigheid van de overeenkomsten met het oog op de exploitatie van … toegestane kansspelen en kansspelinrichtingen kan niet worden opgeworpen alleen op grond van het feit dat deze kansspelen of kansspelinrichtingen ongeoorloofd zouden zijn. Men moet zich op het moment van de afsluiting plaatsen om de geldigheid van een overeenkomst te beoordelen. Een overeenkomst die van meet af aan nietig wordt verklaard, kan geen verdere gevolgen hebben. De contracten die onder de vorige wet werden afgesloten, worden anders behandeld dan die welke onder de nieuwe wet worden ondertekend. De voorbereidende werkzaamheden van de wet tonen duidelijk dat een van de doelstellingen van artikel 5 was om een einde te maken aan een rechtsonzekerheid.28 7.2.4.4. Benaming: casino De voorzitter van de rechtbank van koophandel van Brugge die in kort geding zetelt, oordeelde dat een inrichting van klasse II zich geen casino mocht noemen29. Die praktijk, die voor verwarring met de casino’s met een vergunning van klasse I zorgt, was immers tegenstrijdig met artikel 23, 2e en 8e, en 93 van het Wetboek handelspraktijken. Het besluit is definitief. 7.2.4.5. Vrijlating onder voorwaarde De onderzoeksrechter liet een beschuldigde vrij onder voorwaarde dat hij zichzelf de toegang tot speelzalen en casino’s zou ontzeggen. De magistraat ging na of die voorwaarde werd nageleefd.
27
Luik (7e hfst.) 7.09.2006 RG 03/5423/A In het kader van de huidige wetgeving spreekt het voor zich dat de exploitanten van spelen de contractuele mogelijkheid moeten krijgen om hun spelen te exploiteren. De concessie-overeenkomsten en andere overeenkomsten betreffende, bijvoorbeeld, de levering, evenals de arbeidsovereenkomsten en andere, moeten een wettelijke basis hebben. Dat is de reden waarom artikel 5 van het bestudeerde wetsontwerp en het feit dat deze kansspelen of kansspelinrichtingen ongeoorloofd zouden zijn niet kunnen leiden tot de nietigheid ten opzichte van het burgerlijk recht (voor ongeoorloofde oorzaak) van de eventuele contracten. Dat artikel zou een einde moeten maken aan de huidige rechtsonzekerheid. 29 Kooph. Brugge (Voorz.) 26 oktober 2006. 28
74
Dat was niet het geval. Hij leverde ook een bevel tot aanhouding uit voor het niet naleven van een opgelegde voorwaarde.30 7.2.5. Hoge Raad voor de audiovisuele sector (van de Franse Gemeenschap)
7.2.5.1. Spelen voor kinderen: Doordat hij het spelreglement niet ter beschikking van het publiek stelde en niet vermeldde dat minderjarigen de toestemming van hun ouders moesten vragen om aan het spel te mogen deelnemen, heeft de editor de richtlijnen van de spel- en wedstrijdreglementen, die op 8 maart 2005 door het Adviescollege van de CSA werden aangenomen, niet nageleefd. De beslissing is definitief31. 7.2.5.2. Reclame: Terwijl de overeenkomst tot doel heeft de editor met de promotie van een spelactiviteit te verbinden, vormt de promotieactiviteit van supermarkten C, waarvan het televisiestation ‘de exclusieve mediapartner’ is, geen spelprogramma in de zin van het artikel 147 van het decreet van 24 februari 2003 over de radio-omroep. Door zijn toevlucht te nemen tot bepaalde vormen van publicitaire communicatie wordt het verschil tussen reclame en spelprogramma’s minder duidelijk, en bestaat het risico dat bij de televisiekijker verwarring ontstaat die de wetgever heeft willen voorkomen. De beslissing werd aan de censuur van de Raad van State voorgelegd32. 7.2.6. Buitenlandse rechtbanken
7.2.6.1. In Frankrijk Het hof van beroep van Parijs33 heeft een vonnis van de rechtbank bevestigd dat een buitenlandse onderneming verbood om via middelen van de informatiemaatschappij weddenschappen op het Franse grondgebied te aanvaarden. 7.2.6.2. In Nederland De Hoge Raad34 heeft zich uitgesproken over de vraag te weten welk recht van toepassing is op de weddenschappen die via een onderneming in het buitenland op het internet worden aangeboden. Die rechtbank oordeelde dat het land waar de onregelmatige feiten waren gebeurd, het land was waar de consument zich bevond. Bijgevolg is het Nederlandse recht van toepassing. Het is een bevestiging van de Nederlandse rechtspraak.
30
J.I. O.A. 06/230 Beslissing van het college voor vergunning en controle van de CSA van 22 maart 2006, Rapport d’activités du Conseil supérieur de l’audiovisuel 2006 (Activiteitenverslag van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector), p. 142 32 Beslissing van het college voor vergunning en controle van de CSA van 26 april 2006, Rapport d’activités du Conseil supérieur de l’audiovisuel 2006 (Activiteitenverslag van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector), p. 146 33 Hof van Beroep van Parijs (14e kamer) 4 januari 2006, aff.: 05/15773 34 Hoge Raad der Nederlanden (1ste Kamer) 21 april 2006, aff.: C05/021HR 31
75
7.2.6.3. In Duitsland Een beslissing van het Duitse federale grondwettelijke hof van Karlsruhe van 28 maart 2006 bevestigde dat de leveranciers van staatsspelen hun monopoliepositie mochten behouden, als dat monopolie tot doel heeft excessief gokgedrag te beperken. In het tegenovergestelde geval zou de spelsector open moeten zijn voor private spelondernemingen. Het hof heeft de Duitse overheid tevens tot december 2007 de tijd gegeven om een reglementering van de spelsector overeenkomstig die voorwaarden op punt te stellen. In december 2006 werd de invoering van het Duitse interstatelijke ontwerp van verdrag uitgesteld om het spelaanbod te omkaderen door de spelen toe te vertrouwen aan ondernemingen die door verschillende staten worden gecontroleerd. Dat verdrag zal tevens aan de Europese Commissie moeten worden voorgelegd. 7.2.6.4. In Italië In Italië werd door verschillende ondernemingen beroep aangetekend, zoals door Betfair bij de regionale administratieve rechtbank van Latium, om het decreet te laten annuleren dat door de Italiaanse instantie voor spelcontrole AAMS werd aangenomen krachtens de financiële wet. Die wet is sinds 1 januari 2006 van toepassing en verbiedt leveranciers om Italiaanse staatsburgers toegang te verlenen tot websites voor weddenschappen die door de Italiaanse staat verboden zijn, en dat op straffe van zware boetes. Dat beroep werd verworpen. Betfair heeft eveneens een beroep ingediend bij het burgerlijke hof van Rome betreffende het artikel 700 van het Italiaanse wetboek van burgerlijke rechtsvordering (cpc) om zijn website te reactiveren. Dat beroep werd verworpen, evenals het appel op basis van dat beroep. Tot slot heeft Stanleybet Leisure tevergeefs een beroep ingediend bij de regionale administratieve rechtbank van Latium om de invoering van voorzorgsmaatregelen te vragen. De Raad van State waarbij de zaak aanhangig werd gemaakt, heeft eveneens het appel dat op die beslissing werd gemaakt, verworpen35. 7.2.6.5. Uitsluiting van de kansspelen uit de Dienstenrichtlijn Tijdens de plenaire zitting van 16 februari 2006 in Straatsburg stemde het Europese Parlement met een grote meerderheid voor de uitsluiting van alle kansspelactiviteiten, met inbegrip van de loterijen, in het kader van de Dienstenrichtlijn. Met die stemming toonden de Europese parlementsleden dat het spel niet vanuit een zuiver commercieel standpunt (interne markt) kan worden behandeld, gezien de impact op sociaal en gezondheidsniveau en gezien de zekere invloed die het spel uitoefent op de criminaliteit.
35
Jaarverslag 2006 van Gruppo Lottomatica, Giochi e servizi. 76
HOOFDSTUK 8 – HET SECRETARIAAT EN ZIJN MIDDELEN 8.1. HET SECRETARIAAT VAN DE COMMISSIE
Op 1 januari 2006 waren 25 personen werkzaam bij het secretariaat van de Kansspelcommissie, waaronder drie experts die zijn gedetacheerd vanuit de Federale Politie. Het jaar 2006 was niet gunstig voor wat betreft het personeel van het Secretariaat van de Kansspelcommissie. Meerdere personen verlieten de dienst en werden om diverse redenen, onder meer budgettaire, niet vervangen. De Commissie hoopt dat het chronisch gebrek aan personeel waarmee ze wordt geconfronteerd, in 2007 zal worden opgelost. Gezien de toegenomen werkdruk bij de overblijvende personeelsleden, kwam dit alles de kwaliteit van de dienstverlening zeker niet ten goede. D stat. Per 1/01/2006 Indiensttreding Uitdiensttreding Per 31/12/2006
D cont. 2
C stat. 4
C cont. 5
1N/1F
2N/2F
1 3N/1F
B stat. 3 1
B cont.
A stat. 7 3 2N/2F
1N/3F
A expert A cont. 3 1 2N/1F
1F
In de maand juli, augustus en september werden 12 studenten verwelkomd. 8.2. HET BUDGET
Het Koninklijk Besluit van 20 december 2006 (BS 29/12/2006, ed. 6) betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie, verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, B, C en E bepaalt deze bijdragen voor het kalenderjaar 2007. Bijdragen bepaald door de koninklijke besluiten: Klasse A algemene bijdrage A per speelautomaat A minimum speelautomaten B C E plaatsers E herstellers
Bijdrage 2006 € 16.118 € 522 € 15.660 € 8.059 € 109 € 1.344 € 2.687
Bijdrage 2007 € 16.434 € 532 € 15.960 € 8.217 € 111 € 1.370 € 2.740
Verschil € 316 € 10 € 300 € 158 €2 € 26 € 53
De inkomsten van de Kansspelcommissie voor het jaar 2007 worden als volgt geraamd: 9 casino’s x € 16.434 (algemene bijdrage) 9 casino’s (bijdragen speelautomaten) 180 speelzalen van klasse II x € 8.217 8000 x € 111 Vergunningen E (op basis van het jaar 2006)
€ 147.906 € 413.896 € 1.479.060 € 888.000
Totaal inkomsten
€ 3.585.507
€ 656.645
77
De Commissie zou in 2007 haar personeelsformatie willen afronden. 8.3. INFORMATICA 8.3.1. De middelen Toepassingssoftware.
De nodige aanpassingen aan de maatsoftware werden aangebracht teneinde de administratieve behandeling van de dossiers verder te optimaliseren. De in 2005 ingestelde procedure ‘loket C’ kende een enorm succes, al dienden meerdere data te worden geannuleerd ingevolge chronisch personeelsgebrek. Hardware
Teneinde de performantie en beschikbaarheid van de informatica infrastructuur te verhogen werden diverse oplossingen bestudeerd. Twee bijkomende servers werden besteld, installatie en in gebruikneming voorzien in 2007. 8.3.2. Het Web
De officiële website van de kansspelcommissie (www.gamingcommission.fgov.be) is, na een succesvol 2005, uitgegroeid tot het ideale communicatiekanaal met de diverse sectoren. Volgende grafiek geeft een overzicht van het aantal bezoekers voor de periode van januari t.e.m. december 2006. De tweede tabel is in twee delen verdeeld : het eerste deel geeft de dagelijkse gemiddelden per maand van de verschillende items weer, terwijl het tweede deel de totalen voor het ganse jaar toont. Het aantal ‘hits’ komt overeen met het aantal keer dat de website werd bezocht. Het aantal ‘files’ komt overeen met het aantal bestanden dat werd gedownload van de website. Het aantal ‘pages’ komt overeen met het aantal pagina’s dat werd gedownload van de website. Een pagina kan meerdere bestanden bevatten.
78
79
HOOFDSTUK 9 – SAMENWERKING EN MEDEWERKINGEN 9.1. SAMENWERKING 9.1.1. 10e verjaardag van het College van Toezicht op de kansspelen De Commissie werd uitgenodigd ter gelegenheid van de 10e verjaardag van het ‘College van Toezicht op de Kansspelen’, het controleorgaan voor kansspelen in Nederland. De viering vond van 15 tot 17 januari in Den Haag plaats. Dit was een unieke gelegenheid om buitenlandse overheidsinstanties, van Zweden, Portugal, Groot-Brittannië, Zwitserland, Noorwegen, Letland en zelfs België, te ontmoeten. Mevrouw Vos, voorzitter van het College, en de heer Fynhaut, professor aan de universiteit van Tilburg openden de bijeenkomst officieel op 16 januari. De bijeenkomst werd aangevangen met de voorstelling van de studie ‘Inventarisatie van toezichtsarrangementen in Europa’36. Op vraag van het College werd immers een enquête over het onderwerp uitgevoerd. De enquête stelde een dubbele vraag: wat is een goede wetgeving en geniet een onafhankelijk controleorgaan voor kansspelen de voorkeur boven een controledienst die van een minister afhangt? De studie besluit dat een onafhankelijk orgaan met ruimere bevoegdheden aan de basis kan liggen van een kwaliteitsdienst, waardoor het verantwoordelijkheden kan opnemen zonder dat die op politiek niveau gevolgen hebben, en op autonome wijze zijn eigen beleid kan bepalen en daarbij geen rekening moet houden met de politieke lijnen van een bepaalde overheid. Bovendien vermijdt die formule eventuele belangenconflicten en zorgt ze voor een zekere continuïteit. Een dienst binnen een ministerie laat daarentegen meer flexibiliteit en een goede uitvoering van de beleidslijnen toe. De meeste landen beschikken over een systeem dat een mengeling van die beide vormen is. Daarop volgden de toespraken van vertegenwoordigers van 5 verschillende landen, waaronder België, die werden gekozen omwille van de vorm van hun toezichtssysteem. Na een korte voorstelling van de verschillende nationale beleidslijnen kwam het debat over de voordelen en ongemakken van de controlemodellen en over de graad van onafhankelijkheid van de controleorganen op gang. De monopoliepositie van bepaalde landen, de liberale positie van het Verenigd Koninkrijk en die van Europa werden aangekaart. Ook Nederlandse parlementsleden waren aanwezig om over de toekomst van het College te praten. De huidige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer Donner, is eerder voorstander van een strikt beleid onder het toezicht van een minister, terwijl het College haar bevoegdheden op dat vlak wil uitbreiden. Het onlinesysteem, met zijn controlemogelijkheden en statistieken, dat in België wordt gebruikt, evenals de perspectieven om weddenschappen en spelen op het internet te reguleren, trokken heel wat aandacht. Een verslag met de conclusies van deze bijeenkomst werd aan alle deelnemers bezorgd, met daarin de studie ‘Inventarisatie van toezichtsarrangementen in Europa’ en de lijst met deelnemers.
36 Toezicht op kansspelen: Inventarisatie van toezichtsarrangementen in Europa - Eindrapport, Research voor Beleid, Jaap Wils en André Oostdijk, Leiden, 19.12.2005
80
9.1.2. Bezoek van senator Trucy in het kader van zijn studie Op 3 juli kreeg de Commissie het bezoek van de Franse senator uit de regio Var, de heer François Trucy, en tevens lid van de Onderzoekscommissie voor de toekenning of hernieuwing van vergunningen voor de exploitatie van kansspelen. Dat bezoek paste in het bijzonder in het kader van de opstelling van een nieuw rapport over het spelbeleid in Frankrijk. Het bezoek was tevens de ideale gelegenheid om op 4 juli langs te gaan bij de Dienst Interne Markt van de Europese Commissie. De senator werd ook door de vice-eerste minister, de heer Reynders, ontvangen en nam deel aan een vergadering van de Kansspelcommissie. Enkele van de aangekaarte thema’s: de rol van de Commissie, de impact van de exploitatie van speelautomaten, het belang van de problemen van openbare orde (minderjarige spelers, illegale spelen), de controle over de spelactiviteiten, de situatie van verschillende spelexploitanten, evenals van organisatoren van weddenschappen en de Nationale Loterij, de preventie op het vlak van verslaving, de huidige en verwachte evoluties voor de toekomst in het bijzonder wat de nieuwe informatietechnologieën betreft, de Europese vooruitzichten. De senator toonde zich zeer geïnteresseerd in de problematiek van de bescherming van de spelers, met name de minderjarigen, en nam nota van een aantal verwezenlijkingen in het Belgische systeem op dit vlak. Hij was ook een sterke voorstander van de coherentie van het spelbeleid en van het feit dat alle soorten spelen (loterijen, weddenschappen, speelautomaten) in aanmerking moeten worden genomen. Hij sprak geruime tijd met de leden van de Commissie, evenals de leden van het secretariaat, maar ook met personen die betrokken zijn bij de hulpverlening aan spelers, leden van de Dienst Metrologie en leden van de Groepering van de concessiehouders van de Belgische gemeentelijke casino’s, die speciaal voor deze bijeenkomst waren uitgenodigd. Frankrijk telt zo’n 193 casino’s in een uitbreidende markt wat loterijen en weddenschappen betreft.
9.1.3. International Summit on Remote Gambling - Ascot, Londen De Commissie werd uitgenodigd voor de ‘International Summit on Remote Gambling37’, die op 30 en 31 oktober werd georganiseerd op initiatief van de Britse regering, in de persoon van haar staatssecretaris bevoegd voor het Departement voor Cultuur, Media en Sport, Tessa Jowell, en de minister van Sport, Richard Caborn. 32 landen, waaronder 26 deelnemers en 6 observatoren, uit de hele wereld en grotendeels vertegenwoordigd door leden van hun regering gaven present. De bijeenkomst begon op 30 oktober met een welkomstdronk in het ‘Berkshire House’. De top zelf vond op 31 oktober plaats op de renbaan van Ascot, in de buurt van Londen. Dit internationale forum op politiek niveau was voornamelijk bedoeld om een eerste stap te zetten naar meer samenwerking op wereldvlak door de publicatie van een persbericht waarin een aantal principes en een actieplan werden voorgesteld. Het persbericht zal officieel begin 2007 worden gepubliceerd.
37
Internationale top inzake spelen die via de nieuwe informatietechnologieën worden aangeboden 81
Er werden 3 principes in het persbericht aangehaald: - spelen die aan de hand van nieuwe informatietechnieken (NTI) worden georganiseerd, mogen niet de oorzaak zijn van criminele activiteiten en witwaspraktijken in het bijzonder; - dergelijke spelen moeten eerlijk zijn ten opzichte van de speler; - dergelijke spelen moeten in het bijzonder rekening houden met de bescherming van minderjarige en kwetsbare spelers. De voornaamste actiepunten waren: - de organisatie van een forum om kennis uit te wisselen op het vlak van ‘beste praktijken’ voor de bescherming van minderjarige of kwetsbare spelers (registratie van spelers, hulpmiddelen om de leeftijd en identiteit te controleren, studie van technische meetinstrumenten (biometrie)); - de uitbouw van een samenwerking met de operatoren om verantwoordelijk spelgedrag nog meer bij het publiek te promoten; - de ontwikkeling van een constructieve dialoog tussen overheidsinstanties via de ‘International Association of Gambling Regulators’; - en tot slot de noodzaak voor de staten om ervoor te zorgen dat de overheidsinstanties over voldoende middelen beschikken om een wettelijk kader uit te werken overeenkomstig de eerder vermelde principes. In het ontwerp van het persbericht staat ook dat de ondertekenaars ermee akkoord gaan dat elke rechterlijke instantie mag kiezen om de principes anders toe te passen, waarbij de internationale wetten en handelsovereenkomsten steeds worden nageleefd. Daarnaast mag ze het spel binnen de landsgrenzen ook controleren op de manier die zij het meest geschikt acht. De mogelijkheid om onder het toezicht van UNICEF of het IMF een internationale conferentie te organiseren, werd ook aangehaald. Ook het probleem van de belastingen en de plaats waar ze zouden moeten worden geïnd, kwam ter sprake. In de namiddag werden er drie discussiegroepen gevormd over ‘de maatschappelijke verantwoordelijkheid’, ‘de leeftijds- en identiteitscontrole’ en ‘het opzoeken en verzamelen van gegevens’. België behoorde tot de discussiegroep over ‘de maatschappelijke verantwoordelijkheid’. Deze bijeenkomst was zeer interessant gezien de omvang van dit fenomeen en het feit dat dit fenomeen niet vaak in politieke kringen wordt aangehaald. Het was voornamelijk een reactie op een bepaald verbodsbeleid, zoals hetgeen in de Verenigde Staten wordt toegepast, en op het feit dat het Verenigd Koninkrijk en zijn satellietstaten Alderney, Guernesey, Isle of Man en Gibraltar zich naar een zeer liberaal beleid bewegen. Het initiatief werd door de deelnemers toegejuicht, ondanks de opmerkelijke interpretatieverschillen die er tussen landen en verschillende supranationale blokken bestaan. De meeste landen zijn immers van mening dat reguleren beter is dan verbieden. Het persbericht werd volledig goedgekeurd, ook al hadden verschillende landen liever nog wat tijd gehad om erover na te denken vooraleer ze het ondertekenden. Er werden heel wat vragen gesteld over de stappen die op dit initiatief moeten volgen en in het bijzonder over wie er in de toekomst voor zal zorgen dat de geformuleerde doelstellingen goed worden opgevolgd. België is van mening dat er meer moet worden gediscussieerd over de vorm
82
die de dialoog tussen de landen zal aannemen. Bovendien mag die discussie een bespiegeling op Europees niveau niet uitsluiten. België heeft in het bijzonder opnieuw bevestigd dat het geen voorstander is van een systeem van zelfregulering van de sector. Het land vindt dat die taak in handen van de overheid moet blijven, dat elk land zijn eigen beleid moet kunnen leiden voor zover, in een internationale context, de gesloten overeenkomsten en de nationale wetten van andere landen worden nageleefd.De ondernemingen die dit niet naleven, zouden niet langer hun vergunning kunnen ontvangen of houden. Een exploitant zou dus geen reclame meer mogen maken of spelers mogen aantrekken in landen waar die spelen verboden zijn. Het ontwerp van het persbericht zou bijgevolg in functie van de opmerkingen van de aanwezigen moeten worden aangepast, alhoewel er geen grote problemen waren met de uiteengezette principes.
9.1.4. GREF – Rome 2006 België is sinds 1989 lid van het Gambling Regulators’ European Forum (GREF). De leden van die vergadering komen één keer per jaar samen om nieuws uit te wisselen op het vlak van de kansspelen in de verschillende deelnemende landen, en dat in een informeel kader tussen gelijkaardige instellingen bevoegd voor de controle op die spelen. Dit jaar vond die vergadering van 14 tot 18 juni in Rome plaats. Er waren 23 landen en 86 deelnemers aanwezig. Dit jaar voegden twee nieuwe leden zich bij de groep: Bosnië en Herzegovina en de Republiek Tsjechië. De bijeenkomst is altijd heel verrijkend. De eerste werkdag begon met een toespraak van Giorgio Tino, directeur van de Amministrazione Autonoma dei Monopoli di Stato, over de behoefte aan een algemeen beleid gericht op maatschappelijke verantwoordelijkheid. De toespraak werd gevolgd door een voorstelling van professor Cesare Guerreschi, arts en voorzitter van de Società Italiana di Intervento sulle Patologie Compulsive, gespecialiseerd in gokverslaving. Zoals elk jaar stelden de delegaties vragen over de voornaamste huidige wettelijke ontwikkelingen, evenals over de laatste politieke ontwikkelingen in de verschillende deelnemende landen. Elk land had op voorhand een schriftelijk rapport over de kwestie geschreven. In de namiddag werden werkgroepen gevormd. Elke werkgroep is bevoegd om in de loop van het jaar een aantal projecten naar behoren te leiden die het overleg over het beleid of de reglementering kunnen doen evolueren. De vergadering van het GREF is de gelegenheid om het uitgevoerde werk voor te stellen. Dit jaar werd er boven op de drie bestaande werkgroepen, ‘Gokverslaving’, ‘Technische vragen’ en ‘Informatie en statistieken’, nog een vierde gevormd, namelijk ‘Illegale spelen’, die veruit het meeste succes kende wat het aantal deelnemers betrof. België werkte al samen met Finland in de werkgroep over ‘Gokverslaving’, maar wil eveneens in die laatste groep betrokken worden. Dit jaar boog de werkgroep ‘Gokverslaving’ zich over de samenstelling van een glossarium en over een nieuwe vragenlijst over de ‘beste praktijken’ die in de verschillende lidstaten door therapeuten gespecialiseerd in gokverslaving worden toegepast. Er werden weinig antwoorden verkregen omdat de kwestie voornamelijk de specialisten en niet de overheidsinstanties aangaat. De groep besefte met name dat er tussen Europese landen geen studies of praktijken worden uitgewisseld. De anglosaksische literatuur voert ruim de boventoon. Het lijkt dat er nog geen echt 83
netwerk bestaat voor de uitwisseling van de resultaten van die studies en er zou in die zin een initiatief moeten worden genomen. Bovendien moeten de uitgevoerde studies door collegaonderzoekers worden geanalyseerd om hun geldigheid te bevestigen. Een ander aangehaald punt betrof de informatieuitwisseling over de argumenten die verschillende lidstaten hadden opgeworpen om de inbreuken op artikels 43 en 49 van het EG-verdrag te verantwoorden, om te kunnen antwoorden op vragen van de Commissie in het kader van sanctieprocedures die ze zou kunnen opstarten tegen bepaalde staten die hun monopolie te zeer beschermen. Sommige leden hebben aanbevolen dat de verschillende autoriteiten informatie uitwisselen en elkaar helpen in verband met de rechtvaardigende argumenten die naar voren zouden kunnen worden gebracht. De vragenlijst zou kunnen worden aangepast om de bekommernissen van de overheidsinstanties weer te geven. De dag werd afgesloten met de voorstelling van de voornaamste verwezenlijkingen van de Amministrazione Autonoma dei Monopoli di Stato sinds haar oprichting.
• Europese ontwikkelingen De tweede werkdag ging over de wettelijke ontwikkelingen op Europees niveau. Twee voortreffelijke sprekers, professor Peter Collins, directeur van het Studiecentrum voor kansspelen van de universiteit van Salford, die bovendien meewerkte aan het economische deel van de Europese studie over de speldiensten in de interne markt, en Jean Bergevin, directeur bij het DG Interne Markt van de Europese Commissie (EC), volgden elkaar op. Volgens professor Collins is de moeilijkheid van een spelbeleid de verzoening van concurrerende en vaak tegenstrijdige principes, en bijgevolg de zoektocht naar een evenwicht tussen de bescherming van de speler en de maximalisering van de winst. Bovendien heeft het publiek een omstreden beeld van de exploitatie van kansspelen en trekt de kwestie amper de aandacht van de politiek, ondanks haar belang op economisch vlak. Daarom hebben de staten ervoor gekozen tot een ‘democratische consensus’ te komen, d.w.z. dat ze de commercialisering van kansspelen binnen bepaalde grenzen zullen toelaten, waardoor de winst zo groot mogelijk kan zijn, maar de negatieve effecten van het spel worden beperkt door de keuzevrijheid van iedereen te respecteren. De openbare of particuliere aard van de speloperatoren en verschillende spelvergunningsstelsels is dan ook het politieke gevolg van die keuze. Of de spelen nu door de Staat of door privéondernemingen worden aangeboden, elk model heeft zijn voordelen en ongemakken wat betreft de rentabiliteit, de voordelen voor de spelers, de bescherming van de spelers of de werkgelegenheid. De conclusie is dat geen van beide systemen performanter is dan het andere. Het gaat er volgens hem om een goed evenwicht te vinden tussen de Staat en de privésector, die er beide belang bij hebben dat een rendabele, eerlijke en verantwoorde spelindustrie wordt verzekerd. Het fiscale beleid, het recht van elk land om een eigen niveau en soort van spelaanbod te kiezen, het recht van elk land om zijn eigen privésector te beschermen, zijn op dit moment de voornaamste twistappels tussen de landen. De professor is van mening dat het daarnaast absoluut noodzakelijk is dat de staten op verschillende niveaus samenwerken, zoals op het vlak van programma’s voor de behandeling van gokverslaving, de informatie voor het publiek om de aan de spelen verwante risico’s te beperken en het onderzoek. Een gemeenschappelijke regulering is onmogelijk zonder een harmonisatie op fiscaal niveau. 84
De heer Bergevin had het op zijn beurt over de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HJEG) en over de overtredingsprocedures die door de Europese Commissie tegen zeven lidstaten, namelijk Italië, Denemarken, Finland, Duitsland, Hongarije, Nederland en Zweden, werden ingespannen. Hij herhaalde dat de Europese Commissie erkent hoe belangrijk de opbrengsten van weddenschappen voor de sportsector zijn, maar dat het HJEG het voor sport of cultuur bestemde geld niet als een geldig argument beschouwd om de huidige protectionistische maatregelen te rechtvaardigen. Hij betreurde dat hij de uitnodiging om tijdens de laatste bijeenkomst van het GREF in Brussel te spreken, had moeten afslaan. Vooral omdat die bijeenkomst had geleid tot levendige discussies tussen de lidstaten en het Europese Parlement. Naast het behandelen van de lopende overtredingsprocedures, wordt de Europese Commissie ook overspoeld door klachten die niet alleen te maken hebben met weddenschappen, maar met alle soorten spelen, met name die welke gebruikmaken van de mogelijkheden van de nieuwe informatietechnologieën. Die klachten worden door de meest uiteenlopende actoren ingediend, waaronder lidstaten, en beperken zich niet tot sportweddenschappen alleen. Daaruit blijkt dan ook duidelijk dat het om een belangrijk probleem gaat. Hij hamerde er vooral op dat de lidstaten meer met elkaar moesten samenwerken en praten om een praktische oplossing te vinden voor de harmonisatie, vooral op fiscaal vlak. Zolang de lidstaten geen oplossing voor het probleem vinden, blijven het HJEG en de Europese Commissie arresten wijzen en vragen stellen38. De Europese Commissie verklaarde ook bereid te zijn om met de lidstaten te praten en die aanpak te coördineren om de meest efficiënte oplossingen te vinden. Het DG Interne Markt is bovendien van plan om een wederzijds informatieuitwisselingssysteem te creëren met een ingebouwd vertaalsysteem, zodat iedereen in zijn eigen taal vragen kan stellen. Dat systeem zou vanaf volgend jaar operationeel moeten zijn. Het is vanzelfsprekend dat de lidstaten elkaar niet vertrouwen en het idee van het beginsel van wederzijdse erkenning, dat een belangrijk obstakel is, verwerpen. Wat de toekomst betreft, kan de Europese studie dienstdoen als basis voor een beschouwing van de toekomst van die markt op Europees niveau. Ook werd er gesproken over het ‘speciale rapport’ dat de Ombudsman bij het Europese Parlement indiende tegen de heer Mc Creevy betreffende de vertraging die de behandeling van de dossiers door het grote aantal ontvangen klachten opliep. Om de vergadering af te sluiten, werd gekeken hoe het met de werking van de nieuwe website van het GREF staat die sinds een jaar uitsluitend voor leden en medewerkers toegankelijk is. Via die website kunnen leden hun collega’s uit andere Europese landen over bepaalde specifieke onderwerpen raadplegen. Uit de conclusies blijkt duidelijk dat het noodzakelijk is om over het belastingstelsel te overleggen, evenals over de mogelijkheid om een werkgroep rond dit onderwerp op te richten. De volgende vergadering van het GREF zal van 13 tot 17 juni 2007 in Dubrovnik plaatsvinden.
38
Er moet tevens een onderscheid worden gemaakt tussen de arresten van het HJEG en de aangevangen overtredingsprocedures. Alleen aan de hand van procedures die voor het HJEG worden aangevangen, kan worden nagegaan of de aangevoerde verantwoordingen aanvaardbaar zijn en de toepassing van het evenredigheidsprincipe wordt nageleefd. 85
9.1.5. De Europese studie Omdat de kansspelen niet in de Dienstenrichtlijn werden opgenomen, liet de Europese Commissie een studie uitvoeren om met behulp daarvan tot een eventueel beleid voor de sector te komen. Ook moest de kans worden gegrepen om de regels van de Europese markt van de kansspelen in de toekomst volledig te harmoniseren. Nadat eind 2004 een aanbesteding werd uitgeschreven, koos het DG Interne Markt het Institut Suisse de Droit Comparé (ISDC) om die opdracht uit te voeren. De studie werd samen met het Studiecentrum voor kansspelen van de universiteit van Salford gerealiseerd. De universiteit stond in voor het economische deel. Twee Amerikanen, dhr. Eadington en dhr. Thalheimer, waren voor de coördinatie van dat deel bevoegd. Zonder de samenvatting en bijlagen telt de studie zo’n 1500 bladzijden. De studie wil een overzicht geven van de situatie van de verschillende spelsectoren in de Europese Unie en wil hun mogelijke evolutie uittekenen. De studie tracht de grenzen van de vrijheid van handel te bepalen en tracht in te schatten hoeveel het bestaan van die grenzen kost in termen van groei, werkgelegenheid en opportuniteiten. De studie is beschikbaar op de website van het DG Interne Markt van de Europese Commissie. De Kansspelcommissie nam aan de studie deel door op de vragenlijst te antwoorden en door naar de ‘Stakeholders’ meeting’ te gaan die op 8 mei 2006 in Genève werd georganiseerd. Tijdens die bijeenkomst kwamen verschillende actoren uit de sector samen, waaronder de loterijen, overheidsinstanties, exploitanten van casino’s en andere gokautomaten, van weddenschappen maar ook van bingo, verscheidene media, organisatoren van kansspelen voor een goed doel, instellingen bevoegd voor de bescherming van de spelers of de begunstigden van de spelopbrengsten. De studie boog zich over 8 categorieën van kansspelen, namelijk de loterijen, casino’s, speelautomaten die buiten casino’s worden geëxploiteerd, weddenschappen, bingo, tv-spelletjes, promotiespelen en kansspelen die voor een goed doel worden georganiseerd. De studie bevestigde bijgevolg dat er op Europees niveau geen enkel onderscheid wordt gemaakt tussen loterijen, casinospelen, promotiespelen of bingo en tv-spelletjes. Bovendien toont de studie aan dat, ondanks enkele kleine verschillen, over het algemeen wordt aangenomen dat een kansspel wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van twee elementen: een inzet en het toeval, met andere woorden het feit dat het verlies of de winst volledig of overwegend van toeval en niet van kennis of handigheid afhangt. De studie is in 2 delen opgedeeld, een juridisch en een economisch deel.
• Het juridische deel Het juridische deel bestaat uit 2 hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt een gedetailleerde beschrijving gegeven van de juridische situatie van de verschillende lidstaten, evenals een beknopte beschrijving van het toepasbare belastingstelsel. Het tweede hoofdstuk vergelijkt de door de verschillende landen aangevoerde verantwoordingen, ofwel via hun reglementaire bepalingen, ofwel via hun nationale rechtspraak, om de grenzen van de vrije markt te behouden, samen met de door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HJEG)39 uitgesproken beslissingen en ontwikkelde criteria. Er wordt een onderscheid gemaakt met de verantwoordingen die enkel op subsidiaire wijze worden aangenomen. De notie van 39 Die criteria zijn ontwikkeld in toepassing van art. 46 en 55 van het EU-verdrag, die een afwijking op de uitoefening van de fundamentele vrijheden, voorzien in art. 43 en 49 van het EU-verdrag, mogelijk maken.
86
evenredigheid werd eveneens geanalyseerd. De analyse schetst ook de verantwoordingen die als ongeldig worden beschouwd wegens de beleidslijnen die in bepaalde landen door de operatoren worden aangenomen, zoals de agressieve reclame of de frequente introductie van nieuwe spelvormen. Het HJEG legt echter de nadruk op het feit dat die verantwoordingen niet alleen werden aangehaald, maar ook op reële en herkenbare redenen berusten. De beperkingen moeten de wil weergeven om de spelgelegenheden werkelijk te verminderen en er moet absoluut worden bepaald of de nationale wetgeving echt de doelstellingen dient die haar rechtvaardigen. De argumenten moeten ook statistische gegevens en andere bewijzen bevatten aan de hand waarvan kan worden besloten of de redenen voor de verantwoording werkelijk bestaan. Die beperkende criteria mogen maar als geldig worden beschouwd als het criterium van de evenredigheid werd nageleefd. Elke verantwoording moet gepaard gaan van een analyse van de geschiktheid en evenredigheid van de ingevoerde restrictieve maatregel (met name in het licht van de rechtspraak van het HJEG). Wat de analyse van de aangevoerde criteria van evenredigheid betreft, wordt België vernoemd voor de verhouding tussen het aantal inwoners en het aantal toegelaten operatoren. Het HJEG stelt vast dat het beschermingsniveau dat een lidstaat wenst, in principe de evenredigheid van de nationale regels op zich niet beïnvloedt.
• Het economische deel Het economische deel bestaat uit een economische analyse van de kansspelmarkt. Die analyse had betrekking op 5 spelsectoren, namelijk: loterijen, casino’s, speelautomaten die buiten casino’s worden geëxploiteerd, weddenschappen en bingo. Er konden immers weinig gegevens worden verzameld voor de drie laatste sectoren, de tv-spelletjes, promotiespelen en kansspelen die voor goede doelen worden georganiseerd. De tv-spelletjes worden hoe dan ook in een afzonderlijk hoofdstuk besproken. De economische analyse was bedoeld om de huidige economische omstandigheden van de voornaamste spelsectoren in de Europese Unie te bestuderen, en de impact en gevolgen te analyseren van de markt- en eigendomsstructuren op de kwaliteit, kwantiteit, prijs en beschikbaarheid van de speldiensten die momenteel toegankelijk zijn voor de consument in de Europese Unie en daarbuiten. Het rapport geeft ook een overzicht van de omvang en economische dimensie van de voornaamste sectoren in de spelindustrie. Dit deel bevat ook opmerkingen en inschattingen over de implicaties in termen van het welzijn voor de maatschappij. De algemene bruto-opbrengst voor de 5 voornaamste sectoren voor de Europese Unie bedraagt 51,5 miljard euro in 2003 tegenover 72,8 miljard euro voor de Verenigde Staten. Er werden verschillende ontwikkelingsscenario’s uitgewerkt die bestuderen wat de effecten zijn van de wijzigingen in regulerings- en eigendomsstelsels, en wat de impact van die omstandigheden is op de consumenten en operatoren in Europa en buiten de Europese Unie die zich op de markt willen vestigen. De implicaties in termen van rentes voor de staten, voor goede doelen en andere liefdadigheidsinstellingen werden ook bestudeerd. Die drie scenario’s komen overeen met de verschillende graden van liberalisme en weerspiegelen de situatie van de sector voor 2010. Het eerste scenario, basisscenario genaamd, houdt enkel rekening met de inflatie en de veranderingen in de reglementaire situatie in het Verenigd Koninkrijk. De twee andere scenario’s worden ten opzichte van dat basisscenario geëvalueerd en vertegenwoordigen twee progressieve niveaus van liberalisme. Zo kan het laatste scenario 87
worden ingebeeld met de opkomst van megacasino’s, ofwel belangrijke toeristische centra die rond een casino zijn opgebouwd, zoals er al in de Verenigde Staten, Zuid-Afrika of Australië bestaan. De onderstaande tabel toont de vooruitzichten voor elk van die scenario’s.
2003
Baseline
BSO40
51,5
63,9
First alternative Second alternative 64,4 76,7
Economische rentes
37,6
45,3
42,4
37,8
De bovenstaande cijfers zijn in miljard euro uitgedrukt.
De studie merkt op dat de meeste speldiensten onder de reële aanbodmogelijkheden worden voorgesteld. Ze is ook van mening dat de staten een grote invloed uitoefenen op de bepaling van de omvang van de spelmarkt en op de toegelaten soorten spelen, evenals op de aanduiding van de uiteindelijke begunstigden van de spelen. De studie zet de staten aan om hun positie op de markt te beschermen. In een volledig voor concurrentie openstaande markt zouden nieuwe concurrenten marktaandelen veroveren en producten aanbieden die veel voordeliger voor de consument zijn (lagere prijs, grotere keuze en een veel dynamischere en reactievere markt). Als dit markttype een realiteit zou worden, is het zeer waarschijnlijk dat de algemene vraag naar speldiensten, zelfs aanzienlijk, zal toenemen, als we afgaan op wat elders kon worden waargenomen. De studie merkt echter op dat om het sociale welzijn van een land of een regio te optimaliseren er een evenwicht moet worden gevonden tussen enerzijds de mogelijkheid om speldiensten aan te bieden en de voordelen in termen van consumptie, en anderzijds de negatieve gevolgen van een te hoog consumptieniveau.
• Opmerkingen Tijdens de adviesvergadering werden er een aantal onzekerheden aangehaald, met name wat het economische deel en de gepubliceerde cijfers betreft. Dat er op een aantal ondergeschikte bronnen een beroep werd gedaan om de ontbrekende informatie aan te vullen, zoals het rapport Global Betting and Gaming Consultants van 2005, werd bekritiseerd. Velen betreurden het feit dat sommige cijfers niet beschikbaar waren voor bepaalde sectoren, zoals de internet- of tvspelletjes, en dat er bijgevolg geen grondige analyse mogelijk was en die sectoren niet echt in aanmerking werden genomen. Er werden ook opmerkingen geformuleerd over de gekozen scenario’s, aangezien die keuze van de auteurs zelf komt. Sommigen merkten op dat de scenario’s zeer magertjes waren wat betreft de evolutie van de werkgelegenheid in geval van een liberalisering. Een vertegenwoordiger van het GREF onderstreepte dat het om een Amerikaanse benadering van de markt ging, die niet goed rekening hield met de verschillende Europese tendensen. De gebruikte bronnen zijn ook hoofdzakelijk Amerikaans. Anderen haalden nog de verbanden aan tussen het Centre for the Study of Gambling van de universiteit van Salford en de spelindustrie.
40
Brutospelopbrengst 88
Zowel België als een aantal andere landen betreurden het dat er maar zo’n korte paragraaf aan gokverslaving was besteed. In dat deel werden maar 4 nationale rapporten aangehaald. De effecten van het spel op de criminaliteit en de faillissementen werden ook slechts oppervlakkig besproken. Er werd daarenboven geen standpunt ingenomen over de impact van de stijging van het aanbod speldiensten op de prevalentie van gokverslaafden. Ook al is de studie een formidabel verzamelwerk dat, vooral wat het juridische deel betreft, zeer goed de situatie van de kansspelmarkt in kaart brengt, toch betreurt de Commissie, net als verschillende andere deelnemers, het gebrek aan concrete voorstellen of meningen over de manier waarop de spelsector in de toekomst zou moeten worden georganiseerd. Het Instituut verdedigde zich door aan te halen dat dat niet tot zijn opdracht behoorde. De opdracht beperkte zich immers tot het schetsen van een beeld van de huidige situatie en de hinderpalen op de markt.
9.2. MEDEWERKING 9.2.1. Congres In België: aan een informatiesessie die het CAD in februari voor zijn leden organiseerde; aan de Infodag in Gent; aan het ‘Congrès International de la francophonie en Prévention des Assuétudes’ in Luik in mei ; aan de vorming ‘Pathologisch gokken. Therapeutische benaderingen en psychosociale begeleiding’ die in september door de Stichting Rodin in Brussel werd georganiseerd; aan een vorming over cyberverslaving in La Louvière in november. In het buitenland: aan de handelsbeurs ICE/ATEI in Londen in januari; aan Remote Gambling Regulatory Intensive in Londen in april; aan de Stakeholders’ meeting die in mei door het Institut Suisse de Droit Comparé in Genève werd georganiseerd; aan het Gaming Regulators European Forum in Rome in juni; aan het World Poker Congress in Stockholm in de maand juni; aan de International Summerschool on Prevention and Treatment of Problem Gambling in Lund in augustus; aan een congres in de senaat in Parijs in november; aan de International Summit on Remote Gambling in Londen in oktober.
9.2.2. Pers Kansspelen zijn overvloedig in de actualiteit aanwezig en de Commissie werd herhaaldelijk gevraagd om zich over bepaalde onderwerpen uit te spreken. Ze heeft dus niet alleen haar medewerking verleend aan de geschreven, algemene en gespecialiseerde, pers in België en het buitenland, maar ook aan de radio en televisie. Een persmap met daarin de meeste verschenen artikels is beschikbaar bij de Commissie.
89
Op de radio heeft de Commissie onder andere aan de volgende uitzendingen meegewerkt: ‘Tout autre chose’, op La Première (RTBF), over het verkoopverbod aan minderjarigen (tabak, alcohol, lottoformulieren), op 27 maart; ‘Tout autre chose’, op La Première (RTBF), over gokverslaving, op vrijdag 13 oktober; het radiojournaal van de RTBF, in een reactie op het nieuws dat de Nationale Loterij haar project om sportweddenschappen op de Belgische voetbalcompetities te organiseren, heeft ingetrokken. Op de televisie heeft de Commissie onder andere aan de volgende uitzendingen meegewerkt: ‘Mise au Point’, op La Une (RTBF) over het thema van de kansspelen, op 9 april; ‘Controverses’, op RTL/TVi over het thema van de kansspelen, op 9 april; ‘Questions à la Une’, op La Une (RTBF) over de kansspelmarkt in België, op 15 december; ‘Opinion publique’, op de RTBF, in een debat over kansspelen en verslaving, na de uitzending van de film ‘Qui perd gagne’, op 18 december; een reportage die op VT4 werd uitgezonden in het kader van een programma over het WK voetbal, over weddenschappen op voetbalwedstrijden.
90
CONCLUSIES 2006 was het jaar waarin de ministerraad besloot om een wetswijziging in het parlement te introduceren. Dat wetsontwerp moest de bevoegdheden van de Kansspelcommissie uitbreiden, opdat ze een zeer strikt spelbeleid zou kunnen garanderen. De Commissie zou meer actiemiddelen moeten krijgen, omdat ze boetes zou moeten kunnen opleggen aan al wie de wet op de kansspelen schendt. De opbrengsten zouden in een fonds ter bestrijding van overmatige schuldenlast terechtkomen. Het parlement heeft nog geen concreet gevolg aan dat initiatief kunnen geven. De overheid moet doeltreffende, pertinente en efficiënte wettelijke instrumenten blijven invoeren om een openbaar beleid te kunnen garanderen dat jongeren en kwetsbare personen beschermt. In dat opzicht is het heel belangrijk dat de volgende regering het ter ziele gaan van het wetsontwerp opnieuw leven in blast en dat het opnieuw ter stemming in het parlement wordt voorgelegd. Tegelijkertijd moet in het nieuwe nationale veiligheidsplan de strijd tegen illegale spelen worden opgenomen. In toekomstperspectief opzicht is het aan de minister van Justitie om de wetenschappelijke prevalentiestudies te bestellen die nodig zijn om de evolutie van de verslaving te begrijpen. Het is belangrijk om na te gaan welke types spelen het agressiefst zijn, wie de meest kwestbare personen zijn en tot slot wat de meest efficiënte maatregelen zijn om de spelers te beschermen. Daarbij is het belangrijk dat de nodige budgetten worden vrijgemaakt om universitaire onderzoekscentra de duidelijke opdracht te geven de meest adequate voorschriften voor te bereiden. Naast een wettelijke opdracht hebben de overheden ook de verplichting om over de evolutie van de toekomstige spelen te informeren. Het domein van de kansspelen verandert voortdurend. Nieuwe uitdagingen dienen zich aan. Hieronder worden drie voorbeelden gegeven:
•
het pokerspel dat meer en meer mensen aantrekt. Dat spel wordt in grote mate op televisie, in cafés en privéwoningen aangeboden. Terwijl het inleggeld nu nog beperkt is, zullen de inzetten almaar toenemen als er niet ontradend wordt opgetreden.
•
kansspelen die online aan Belgische spelers worden aangeboden zonder rekening te houden met de nodige begeleidingsmaatregelen om te garanderen dat het spel nauwgezet is, dat de persoonlijke levenssfeer en de bankgegevens van de deelnemers worden beschermd, en dat er regels zijn die het risico van verslaving beperken.
•
de spelen die gebruikmaken van de instrumenten van de informatiemaatschappij (digitale televisie, sms, gsm, enz.).
Het is belangrijk om vroeg op te treden. Het komende jaar is een verkiezingsjaar op federaal niveau. Er zal een nieuwe regering worden gevormd. Het is belangrijk dat het ontwerp voor wetswijziging opnieuw aan het parlement wordt voorgelegd, zodat de spelen beter door wettelijke bepalingen worden omkaderd. Een coherent kansspelbeleid is een gezamenlijk en onophoudelijk werk waarbij de verantwoorde inbreng van ieder bijdraagt tot het succes ervan. Het doel is de bescherming van de spelers. 91
DANKWOORD De leden van de Kansspelcommissie danken het personeel van het secretariaat voor zijn efficiënte en professionele hulp.
BIJLAGEN - Samenvatting in het Engels en Duits - Lijst met parlementaire vragen - Organigram - Contactpersonen (lijst met telefoonnummers)
92
SUMMARY Mission The Gaming Commission is a decision-making, monitoring and advisory body. It grants licences for the operating of games of chance to casinos, gambling halls, drinking establishments. It also gives them to game machine suppliers and repairers as well as casino and gambling halls staff members. It is also responsible for the protection of players. The commission is made up of an equal number of French and Dutch-speaking representatives for the six ministers responsible for games of chance policy and the President of the commission, who is a magistrate. It is assisted by a secretarial department whose civil servants come under SPF Justice. The Commission is a body which is wholly financed by the sector. In 2006, it collected 3.42 million euros which were transferred to the Treasury. A part of these contributions was used for its operation. Moreover, the Commission’s action allowed for the collection of taxes to be improved.
Activities The Commission continued to take part in various projects in the field of games of chance in 2006. Besides dealing with the administration of dossiers, the Commission has: -
-
-
participated in various events in Belgium, notably the International French-speaking Conference on Addiction Prevention in Liege and the information day for Horeca (Hotel and Catering Industry) operators in Ghent, as well as abroad such as at the ICE (International Casino Exhibition) in London; continued to maintain contacts with its foreign counterparts, especially France, the Netherlands and the UK and specifically within the Gaming Regulators’ European Forum (GREF) which brings together 27 regulators and via the International Summit on Remote Gambling which took place in London; discussed the study commissioned by the European Commission on offering gambling services on the domestic market; taken various initiatives as regards the protection of players, including the launch of an invitation to tender for a supportive study on games of chance policy; supervised monitoring and sanctioning procedures as regards licence holders.
Opinion of the government as regards the bill on betting and the Internet The study carried out by K.U.Leuven on the “legal notion of games of chance” has already highlighted the legal shortcomings of the law of 7 May 1999, notably starting with the definitions of the words “game”, “bet”, “stake”, “winnings”, “loss” and “chance” as well as the lack of coherence in gaming policy in Belgium. According to this study, the monitoring and operation of games of chance remains too divided. A single monitoring authority is necessary to issue licences and to ensure the sound operation of games of chance as well as to protect the player. The study also reckons that the Commission is in a very good position to issue all of these licences by way of its mission and expertise. The Commission sent a notice to the Ministry of Justice with a view to amending the law and to managing the operation of Internet betting and gambling better, once these shortcomings as well as the scandal regarding the rigged matches of the Belgian football championships and the 93
challenges posed by offering games of chance via the Internet, including advertising them came to light. The key points of this law amendment are two-pronged. Firstly, it is a case of harmonising the betting sector, which up until then had been covered by different legislative texts that fall under different authorities and then channelling and allowing gambling to be operated via an electronic communication network, in particular via the Internet and especially by introducing stringent conditions. The bill was put forward to Parliament on 7 December 2006.
The Royal Decree for televised games The Commission had already sent a notice in 2004, following a large number of complaints regarding the honesty of these games and the amounts charged. The continued objective is to manage televised games which constitute a complete televised programme (in its eyes, the most dangerous). On the 10 October 2006, this royal decree, adopted in accordance with the law of 7 May 1999, was published in the Belgian Gazette. It came into effect on 1 January 2007. From now on, game organisers must first give a dossier to the Gaming Commission, which offers an advisory opinion after consultation with the Metrology service of SPF Economy. Moreover, this royal decree anticipates different transparency measures as regards participants such as requiring game rules to be published in pages of teletext, which is required to mention the possibility of a complaint to the Commission or displaying a certain amount of information on the screen (the highest rate for participation, prohibition of minors from participating, display of the prizes which can be won as well as the way in which they can be recovered, and the number of callers online in real time). Besides this, the royal decree governs: the maximum prize per game, the codes of conduct for moderators and the monitoring of calls in order to detect large-volume callers so as to be able to react, thanks to warnings. Games and the ways winners are selected must first be approved by the Commission, on the advisory opinion of the Metrology service. On-site monitoring can be organised.
Casinos This is regarding the Brussels Casino’s first year of operation. The casino has had a turnover of 25.7 million euros and saw some 250,000 visitors pass through its doors. We can predict that in 2006 the overall turnover of the nine Belgian casinos will be close to 85 million euros. The game of poker has been a particularly huge success. Two poker tournaments were organised in 2006. One was organised jointly by the Namur and Spa casinos and the other by the Ostend Casino. It should be known that in Belgium traditional table poker can only be run by casinos and that the latter can only organise one poker tournament per year. Since the adoption of the law of 1999, the Commission has stressed the fight against the illegal organisation of this game in cafes and other underground establishments. With a view to controlling this activity, it was decided that playing table poker is only allowed in casinos. As regards money laundering, the nine Belgian casinos were the subject of a joint report of the Belgian Financial Intelligence Processing Unit (CTIF) and the Gaming Commission, which indicates the gaps found. It has been recommended to casinos that they specify the applicable rules of the matter in a memo to their staff. 94
Gaming rooms For gaming rooms, the waiting list of candidates wanting to run a class II gaming room has grown again. 13 candidates were on the waiting list on the 31st of December 2006. This year the Commission has, among other things, been dealing with a sanctioning procedure against an establishment for cheating, forgery and tax evasion.
Drinking establishments 1174 licences should have been renewed this year as regards the renewal of Class C licences for the French and Dutch-speaking dossiers. As it stands, the granted licences expire after 5 years. 895 licences were renewed. The processing of 89 files was deferred. The question of the independent manager should have been dealt with and his/her responsibility as the establishment’s manager was stressed. He/She should therefore be the licence holder and not the official operator of the establishment, if they are two separate people. The granting of licences via an office, which is accessible to the public, was followed up this year. 29.7% of the licences granted in 2006, 841 in total, were granted via this means. This procedure is also often used by underwriters, who agree to fill out these applications on behalf of their clients. The Commission also had to deal with the problem of bingo halls with activities very close to those of the class I and class II establishments. The rule applied up until then was that the average probability of winning the prize notified by the activity or alternative game could not exceed 35%. Manufacturers have always, in effect, granted a more important place to complementary “slot” type games which allow players to win additional earnings. The Commission therefore reacted by saying that as from 2009 no more “upgrades” would be authorised, thereby forcing “slot” type machines to be taken out of operation.
Class D Licences As regards the licences granted to staff working in the casinos and gaming rooms, 883 licences were granted this year. We can estimate that, in terms of employment, the gaming rooms and casinos represent something equivalent to 1,805 full-time posts. In 2006, the format of training in small groups was kept. This allows for more interactivity between the trainers and the participants.
Class E licences The number of Class E licences decreased. 192 licences were in use on 31 December 2006. The trend is towards the disappearance of small manufacturers, notably due to the widespread application of computer protocol. Several foreign firms are interested in the Belgian market.
The protection of players The submissions for prohibition have continued to flow in to the Commission, as have the submissions for legal exclusion. This task is important and is followed closely by the Commission. The EPIS (Excluded Persons Information System) electronic databank counts 4,863 voluntary prohibitions, 19,099 judicial prohibitions and around 45,000 legal prohibitions by 95
profession: magistrates, police officers, bailiffs, and notaries. The database was consulted around 6 million times by operators in one year. Moreover, the Commission worked on the development of an invitation to tender for the commission of a support study of the Commissions’ games of chance policy and general policy for the protection of players and helping those dependent on games.
Monitoring One of the Commission’s tasks is to monitor the correct application of the law and of its execution orders. In order to do this, it has 7 attachés, 6 of whom are judicial police officers, supported by 3 police officers seconded to their service. This monitoring often takes place in the presence of members of the Metrology service. The tax administration services also took part in several checks. In 2006, a total of 212 checks were carried out. 187 reports (56 penal and 131 administrative), 157 statements, 65 seizures and 10 interventions took place with the support of the services of the local police in illegal gambling spots. The number of reports against sites offering Internet games has also increased to 17. Efforts have been made for a better detection of infractions. The main infractions observed are for casinos. Poor provision of data online for class II establishments, non-compliance of equipment for cafes, and the operation of games without prior consent sometimes in collusion with game machine suppliers. Finally, for the licensed staff of class I and II establishments, we have seen that certain employees were playing on the machines in the establishment in which they work, in contradiction to the legal provisions. The collaboration with the local and federal police was successful. However, several zones have an active policy as regards games of chance. To build on this cooperation, the Commission took part in two training days for magistrates and several information sessions in police areas such as Liege, Charleroi, Tournai, Evergem, Gullegem and Aalter. An article was also published in the “Info” journal aimed at local police services and pocket guides with information for efficient monitoring were handed out. The Commission hopes that the exchange of information regarding games of chance can also be improved in order to be able to intervene in a more efficient manner.
96
RESÜMEE Aufgabe Die Kommission für Glücksspiele ist ein Entscheidungs-, Begutachtungs- und Kontrollorgan. Sie vergibt Lizenzen für den Betrieb von Glücksspielen an Casinos, Automatenhallen, Schankstätten, Lieferanten und die Techniker für Reparaturen an den Spielen sowie an die Mitarbeiter der Casinos und Spielhallen. Sie ist auch mit dem Schutz der Spieler beauftragt. Sie setzt sich aus derselben Anzahl an französischsprachigen wie niederländischsprachigen Vertretern der sechs Ministerien, die mit der Politik des Glücksspiels betraut sind, und dem Präsidenten der Kommission, der ein Magistrat ist, zusammen. Sie wird von einem Sekretariat unterstützt, dessen Beamten aus dem FÖD Justiz hervorgehen. Die Kommission ist ein Organ, das sich vollständig durch den Sektor finanziert. Für das Jahr 2006 hat sie 3,42 Millionen Euro vereinnahmt, die an die Staatskasse überwiesen wurden. Ein Teil dieser Beiträge wurde für ihren Betrieb genutzt. Die Tätigkeit der Kommission hat es darüber hinaus ermöglicht, die Einnahme von Steuern zu verbessern.
Tätigkeiten Im Jahr 2006 hat sich die Kommission weiterhin an verschiedenen Projekten im Bereich des Glücksspiels beteiligt. Neben der administrativen Bearbeitung der Vorgänge hat sie: -
-
-
an verschiedenen Veranstaltungen in Belgien, vor allem am Internationalen Kongress des französischsprachigen Sprachraumes zur Suchtvorbeugung in Lüttich und am Informationstag für die Betreiber Horeca in Gent, sowie im Ausland z. B. an der ICE, der Handelsmesse in London, teilgenommen; weiterhin Kontakte zu ausländischen Amtskollegen unterhalten, vor allem mit Frankreich, den Niederlanden und England, insbesondere im Rahmen des Gaming Regulators’ European Forum (GREF), bei dem 27 Regulierer zusammenkommen, oder über den in London veranstalteten International Summit on Remote Gambling; die von der Europäischen Kommission in Auftrag gegebenen Studie über das Dienstleistungsangebot von Glücksspielen auf dem Binnenmarkt diskutiert; verschiedene Initiativen in Sachen Spielerschutz, darunter eine Ausschreibung für eine unterstützende Studie für die Politik des Glücksspiels, ergriffen; Kontrollen und Strafverfahren in Bezug auf die Inhaber von Lizenzen durchgeführt.
Das Gutachten für die Regierung hinsichtlich der Gesetzesvorhaben über Wetten und das Internet Die Studie der K.U. Löwen über den „juristischen Begriff des Glückspiels“ hatte bereits die rechtlichen Lücken des Gesetzes vom 7. Mai 1999 hervorgehoben, wobei sie vor allem von den Definitionen der Worte „Spiel“, „Wette“, „Einsatz“, „Gewinn“ und „Verlust“ und „Zufall“ sowie der mangelnden Kohärenz der Spielpolitik in Belgien ausging. Gemäß der Studie bleibt die Kontrolle des Betriebs der Glücksspiele zu lückenhaft. Eine einheitliche Kontrollinstanz ist unbedingt notwendig, um die Lizenzen zu vergeben und den einwandfreien Betrieb des Glücksspiels sowie den Schutz der Spieler zu garantieren. Sie ist auch der Meinung, dass sich die Kommission aufgrund ihres Auftrages und ihrer Erfahrung in einer sehr guten Position befindet, um all diese Lizenzen zu vergeben.
97
Nachdem diese Lücken aufgedeckt worden sind, aber auch infolge des Skandals aufgrund von Betrügereien bei Spielen der belgischen Fußballausscheidungen und aufgrund der Schwierigkeiten durch das Angebot an Glücksspielen im Internet, einschließlich deren Werbung, hat die Kommission ein Gutachten an das Justizministerium gesandt, mit dem Ziel, das Gesetz anzupassen, so dass der Betrieb von Wetten und Glücksspielen im Internet besser eingegrenzt werden kann. Die Leitlinien dieser Gesetzesänderung beziehen sich auf zwei Ebenen. Es handelt sich zuerst einmal darum, den Bereich der Wetten zu harmonisieren, der bisher durch unterschiedliche Gesetzestexte geregelt wurde, die von verschiedenen Behörden stammten, und danach, den Betrieb des Glücksspiels mittels eines elektronischen Kommunikationsnetzes, insbesondere über das Internet und vor allem durch die Einführung von strengen Bedingungen, zu ermöglichen und zu steuern. Das Gesetzesvorhaben wurde dem Parlament am 7. Dezember 2006 unterbreitet.
Königlicher Erlass über im Fernsehen übertragene Glücksspiele Die Kommission hatte bereits 2004 infolge einer großen Anzahl von Klagen bezüglich der Redlichkeit dieser Spiele und der berechneten Summen ein Gutachten abgegeben. Das angestrebte Ziel besteht darin, die im Fernsehen übertragenen Glücksspiele, die ein vollständiges Fernsehprogramm darstellen (in ihren Augen die gefährlichsten), einzugrenzen. Am 10. Oktober 2006 wurde dieser Königliche Erlass, der durch das Gesetz vom 7. Mai 1999 angenommen wurde, im Belgischen Amtsblatt veröffentlicht. Er ist am 1. Januar 2007 in Kraft getreten. Die Veranstalter von Spielen müssen von nun an der Kommission für Glücksspiele zuvor eine Akte vorlegen. Die Kommission gibt nach Befragung der Dienststelle für das Messwesen des FÖD Wirtschaft eine Stellungnahme ab. Der Königliche Erlass sieht darüber hinaus verschiedene Maßnahmen für die Transparenz gegenüber den Teilnehmern vor, wie die Pflicht, die Spielregeln auf den Videotext-Seiten zu veröffentlichen, wobei in dem Text die Möglichkeit einer Klage bei der Kommission erwähnt werden muss, oder die Pflicht, eine bestimmte Anzahl von Auskünften auf dem Bildschirm anzuzeigen (der höchstmögliche Tarif pro Teilnahme, Verbot der Teilnahme für Minderjährige, Anzeige der zu gewinnenden Preise und der Art und Weise, wie sie gewonnen werden können, die Anzahl der Online-Anrufe in Realzeit). Darüber hinaus regelt der Königliche Erlass: den Maximalpreis pro Spiel, die Verhaltensrichtlinien für die Spielleiter und die Einrichtung eines Monitorings für Anrufe zum Erfassen der Anrufer bei großem Aufkommen, um so dank der Warnmeldungen reagieren zu können. Die Spiele und die Art, wie die Gewinner ausgewählt werden, müssen im Voraus von der Kommission nach Stellungnahme der Dienststelle des Messwesens gebilligt werden. Die Kontrollen können vor Ort organisiert werden.
Casinos Es handelte sich um das erste Betriebsjahr des Casinos von Brüssel. Es hat einen Umsatz von 25,7 Millionen Euro erzielt und 250.000 Besucher verzeichnet. Man kann vorhersagen, dass der Gesamtumsatz der belgischen Casinos 2006 annähernd 85 Millionen Euro erreichen wird. 98
Das Pokerspiel hat insbesondere einen enormen Erfolg verzeichnet. Zwei Turniere wurden 2006 veranstaltet, eines gemeinsam von den Casinos von Namur und Spa, das andere vom Casino in Ostende. Man muss wissen, dass der traditionelle Tischpoker in Belgien nur von Casinos betrieben werden darf und dass diese nur ein einziges Pokerturnier pro Jahr veranstalten dürfen. Seit der Annahme des Gesetzes von 1999 hat die Kommission den Schwerpunkt auf den Kampf gegen illegale Veranstaltungen dieses Spiels in Cafés und anderen verborgenen Einrichtungen gelegt. Es wurde beschlossen, diese Aktivität nur innerhalb der Casinos zu erlauben, um sie besser kontrollieren zu können. Im Hinblick auf die Geldwäsche wurde von der Zelle zur Verarbeitung von Finanzinformationen und der Kommission ein gemeinsamer Bericht über die neun belgischen Casinos erstellt, der die festgestellten Lücken aufzeigt. Es wurde den Casinos empfohlen, in einer Dienstanweisung für ihre Mitarbeiter die in dieser Sache anzuwendenden Vorschriften näher darzulegen.
Die Spielhallen Im Hinblick auf die Spielhallen ist die Warteliste der Bewerber für den Betrieb von Spielhallen der Klasse noch länger geworden. Am 31. Dezember 2006 befanden sich 13 Anwärter auf der Warteliste. Dieses Jahr war die Kommission unter anderem mit einem Strafverfahren gegen eine Einrichtung wegen Betrügereien, Falschspiels und Steuerhinterziehung beschäftigt.
Schankstätten Bei der Verlängerung der Lizenzen der Klasse C mussten in diesem Jahr für die französisch- und niederländischsprachigen Akten 1.174 Lizenzen verlängert werden. Es lief nämlich die Laufzeit von 5 Jahren für diese vergebenen Lizenzen ab. 895 Lizenzen wurden weitergeführt. Die Bearbeitung von 889 Akten wurde auf einen späteren Zeitpunkt verschoben. Es musste die Frage des unabhängigen Geschäftsführers behandelt werden, und der Schwerpunkt wurde auf seine Haftung als Geschäftsführer der Einrichtung gesetzt. Folglich muss er der Inhaber einer Lizenz sein und nicht der offizielle Betreiber der Einrichtung, wenn es sich dabei um zwei unterschiedliche Personen handelt. Die Vergabe der Lizenzen über einen Automaten, der für die Öffentlichkeit zugänglich ist, wurde in diesem Jahr fortgesetzt. 29,7% der 2006 vergebenen Lizenzen, das heißt eine Summe von 841, erfolgten auf diesem Wege. Dieses Verfahren wird ebenso oft von Aufstellern genutzt, die damit einverstanden sind, diese Formalitäten für ihre Kunden zu erfüllen. Die Kommission musste sich ebenfalls dem Problem der automatischen Bingospiele stellen, die Animationen bieten, die denen der Apparate der Klasse I oder II sehr nahe kommen. Die bis dato angewandte Regel besagte, dass die durchschnittliche Wahrscheinlichkeit, den von der Animation oder durch das alternative Spiel angekündigten Preis zu gewinnen, 35% nicht überschreiten durfte. Die Hersteller haben den zusätzlichen Spielen vom Typ „Slots“ in der Tat einen immer größeren Platz eingeräumt, die es den Spielern ermöglichen, Bonus-Gewinne zu erzielen. Die Kommission hat also reagiert, indem sie festlegte, dass ab 2009 kein „Upgrade“ mehr erlaubt ist. Somit erzwingt sie, dass die für eine „Slot“-Animation vorgesehenen Maschinen außer Betrieb genommen werden.
99
D-Lizenzen Hinsichtlich der Lizenzen, die an die Mitarbeiter vergeben wurden, die in den Casinos und Spielhallen arbeiten, so wurden in diesem Jahr 883 vergeben. Man kann veranschlagen, dass die Spielhallen und Casinos unter dem Arbeitsplatzgesichtspunkt ca. 1.805 Vollzeitstellen bieten. 2006 wurde die Formel für Schulungen in Kleingruppen berücksichtigt. Dies ermöglichte eine größere Interaktivität zwischen den Ausbildern und den Teilnehmern.
E-Lizenzen Die Anzahl der Lizenzen der Klasse E ist zurückgegangen. 192 Lizenzen wurden am 31. Dezember 2006 aktiv genutzt. Der Trend geht dahin, dass kleinere Hersteller immer mehr verschwinden, insbesondere aufgrund der allgemeinen Verbreitung des EDV-Protokolls. Mehrere ausländische Firmen interessieren sich für den belgischen Markt.
Der Schutz der Spieler Die Anträge auf Verbot sind der Kommission weiterhin zugeflossen, wie auch die Anträge auf gerichtlichen Ausschluss. Diese Aufgabe ist wichtig und wird von der Kommission genauestens verfolgt. Die elektronische Datenbank EPIS (Excluded Persons Information System) zählt 4.863 freiwillige Verbote, 19.099 gerichtliche Verbote und ca. 45.000 gesetzliche Verbote aufgrund des Berufes (Magistrate, Polizisten, Gerichtsvollzieher, Notare). Auf ein Jahr gerechnet wurde sie annähernd 6 Millionen Mal durch die Betreiber konsultiert. Die Kommission hat darüber hinaus an der Ausarbeitung einer Ausschreibung für den Auftrag einer Studie zur Unterstützung der Politik der Kommission für Glücksspiele und der allgemeinen Politik des Schutzes der Spieler und zur Hilfe von spielsüchtigen Personen mitgewirkt.
Die Kontrollen Eine der Aufgaben der Kommission besteht darin, die ordnungsgemäße Anwendung des Gesetzes und der Durchführungsverordnung zu kontrollieren. Hierzu verfügt sie über 7 Beigeordnete, davon 6 in der Eigenschaft als Beamte der Kriminalpolizei, die von 3 von ihren Dienststellen dafür abgestellte Polizisten unterstützt werden. Die Kontrollen erfolgen oft in Anwesenheit der Dienststelle für das Messwesen. Die Dienststellen der Steuerbehörde haben ebenfalls an mehreren Kontrollen teilgenommen. Im Jahr 2006 wurden insgesamt 212 Kontrollen durchgeführt. Es kam mit Unterstützung der lokalen Polizeidienststellen zu 187 Protokollen (darunter 56 im Bereich Strafrecht und 131 im Bereich Verwaltung), 157 Berichten, 65 Beschlagnahmungen und 10 Einsätzen in heimlichen Spielhöllen. Die Anzahl der Protokolle gegen Seiten, die Spiele im Internet anbieten, hat auch zugenommen und beläuft sich auf 17. Es wurden Bemühungen für ein verbessertes Auffinden der Verstöße gebilligt. Die hauptsächlich festgestellten Verstöße betreffen Casinos: die schlechte OnlineKommunikation der Daten, für die Klassen II die Nichtkonformität der Apparate, und für die Cafés das Betreiben von Spielen ohne vorherige Genehmigung, teilweise unter Mitwirkung der Aufsteller der Spiele. Letztendlich hat man beim zugelassenen Personal der Einrichtungen der Klassen I und II beobachtet, dass einige Mitarbeiter im Widerspruch zu den gesetzlichen Bestimmungen an den Maschinen der Einrichtung spielten, an denen sie arbeiteten. Die Zusammenarbeit mit den lokalen Polizeidienststellen und der Bundespolizei ist gut verlaufen. Mehrere Zonen betreiben jedoch eine aktive Politik hinsichtlich der Glücksspiele. Zur 100
Verbesserung der Zusammenarbeit hat die Kommission an 2 Schulungstagen für die Magistrate und an mehreren Informationssitzungen in den Polizeibezirken, wie in Lüttich, Charleroi, Tournai, Evergem, Gullegem und Aalter, teilgenommen. Für die örtlichen Polizeidienststellen wurde auch ein Artikel in der Zeitschrift „Info“ veröffentlicht und es wurden Leitfäden verteilt, die Informationen für eine wirksame Kontrolle enthielten. Die Kommission würde sich wünschen, dass für ein wirksameres Eingreifen der Informationsaustausch hinsichtlich der Glücksspiele noch verbessert werden könnte.
101
Parlementaire vragen 2006 Datum Verzender
Bestemmeling
N°
Vraag
2/01/2006
Guido De Padt
L.Onkelinx
871
Aangiften van misdrijven bij de procureur des Konings
17/01/2006
Bart Laeremans
L.Onkelinx
9707
Betreffende de samenstelling van de kansspelcommissie
17/01/2006
Bart Laeremans
L.Onkelinx
9735
Betreffende het fonds van de kansspelencommissie
19/01/2006
Hugo Vandenberghe
Staatsct overheidsbedrijven
3-956
De verdeling van subsidies door de Nationale Loterij
19/01/2006 H.Goyvaerts-R.Deseyn Staatsct overheidsbedrijven 1172-1173 Het gebrek aan transparantie inzake het subsidiegeld van de Nationale Loterij 23/01/2006
Gerolf Annemans
L.Onkelinx
896
Controle gelegenheden voor kansspelen - Achterstand uitreiking vergunningen
23/01/2006
Gerolf Annemans
L.Onkelinx
897
Controle gelegenheden voor kansspelen - Vergunningsaanvragen
25/01/2006
Hilde Dierickx
F. Van den Bossche
9841
krediet per sms
L.Onkelinx
9980
Het falende beleid inzake internetgokspelen De oprichting van de ethische commissie ter controle van sms-spelletjes
25/01/2006 Servais Verherstraeten 25/01/2006
Roel Deseyn
F. Van den Bossche
9595
2/02/2006
Hugo Vandenberghe
L.Onkelinks - E. Van Weert
3 - 1320
7/02/2006
Mme Muriel Gerkens
L. Onkelinx
10038
De Rodin Stichting
7/02/2006
Servais Verherstraeten
L.Onkelinx
10142
7/02/2006
David Geerts
L.Onkelinx
10189
Over de spelletjes via radio of televisie De recente gerechtelijke acties omtrent gokken op sportwedstrijden en de tv reportates hieromtrent
7/02/2006
Tony Van Parys
L.Onkelinx
10197
Gokfraude in het Belgisch voetbal
7/02/2006
Guido De Padt
L. Onkelinx
10215
De Panoramareportage "De tackle van de maffia"
7/02/2006
Massin
L.Onkelinx
10221
De honthullingen die de voetbalwereld in rep en roer zetten
9/02/2006
H. Vandenberghe
L.Onkelinx
3 - 1354
De infiltratie van de Chinese maffia in het Belgische voetbal
14/02/2006
Stein Bex
Staatsct overheidsbedrijven
865
Nationale loterij. Subsidies.
16/02/2006
Dirk Claes
Staatsct overheidsbedrijven
874
Subsidies van de Nationale Loterij aan het Horeca Platform
20/02/2006
Guido De Padt
L. Onkelinx
894
21/02/2006
Claude Marinower
L. Onkelinx
10451
Computernetwerken - Meldingen van inbraak in servers. De mediatisering van de recente gerechtelijke acties naar aanleiding van het omkoopschandaal
De controle op de telefoonspelletjes
102
23/02/2006
H. Vandenberghe
L. Onkelinx
3-1403
27/02/2006
M. Bart Tommelein
L. Onkelinx
1153
Paardenwedrennen. Vernietigingsberoep van federale regering tegens het Vlaams decreet
27/02/2006
Guido De Padt
Staatsct overheidsbedrijven
774
Nationale loterij. Elektronisch lottospel.
8/03/2006
Willy Cortois
Patrick Dewael
10687
De goken omkooppraktijken in het Belgisch voetbal
8/03/2006
Roel Deseyn
F. Van den Bossche
10616
Het onderzoek naareen sms-spel op VTM
9/03/2006
Hugo Vandenberghe
L. Onkelinx
3-1410
De illegale verkoop van lottoproducten aan minderjarigen.
L. Onkelinx
P1308
De vergunning van casino's op internet De ethische verantwoording van de speelformules die worden aangeboden door de Nationale Lot.
30/03/2006 Sabien Lahaye-Battheu
Het uitdijen van het corruptieschandaal in het Belgische voetbal
30/03/2006
Etienne Schouppe
Bruno Tuybens
3-1077
2/05/2006
Alain Courtois
Ministre Affaires Sociales
549
8/05/2006
Valérie Déom
Staatsct overheidsbedrijven
10775
Het voorstel om een loterij met humanitair oogmerk in te voeren
8/05/2006
Dirk Claes
Staatsct overheidsbedrijven
11203
Het verleden van de heer Haek als regeringscommissaris
8/05/2006
Dirk Claes
Staatsct overheidsbedrijven
11204
De plannen van de Nationale Loterij in verband met Francorchamps voor het jaar 2006
8/05/2006
Valérie Déom
Staatsct overheidsbedrijven
11304
Het ethisch comité van de Nationale Loterij
18/05/2006 Mia De Schamphelaere
L. Onkelinx
3-1139
De naleving van leeftijdsratings bij vidéospelen en media in het algemeen
1/06/2006
Hugo Vandenberghe
L. Onkelinx
3-1666
7/06/2006
Koen T'Sijen
L. Onkelinx
11898
De wetgeving inzake weddenschappen De inval van de Kansspelencommissie in een private woning naar aanleiding van een pokertornooi
9/06/2006
Hugo Vandenberghe
L. Onkelinx
3-5385
Illegale pokertornooien - Controles door de Kansspelencommissie
8/06/2006
Guido De Padt
Bruno Tuybens
1449
Het aanbieden van loterijproducten via internet
12/06/2006
Miguel Chevalier
Staatsct overheidsbedrijven
1000
Nationale Loterij - Krasbiljetten
19/06/2006
Valérie Déom
Bruno Tuybens
12025
De nieuwe projecten van de Nationale Loterij
19/06/2006
Roel Deseyn
Bruno Tuybens
12003
Het aanbieden door de Nationale Loterij van spelletjes via het internet
21/06/2006
de heer Brotcorne
L. Onkelinks, D. Reynders
3-5503
Belasting op spelen en weddenschappen - Casinotoezicht - Aanbevelingen van het Rekenhof
22/06/2006
Valérie Déom
Bruno Tuybens
1480
De campagne "Geknipt om te winnen" van de Nationale Loterij
3/07/2006
Hilde Dierickx
Min. Consumentenzaken
203
Wereldkampioenschap voetbal in Duitsland - Valse WK-tickets
Rodin Stichting - Ontslag
103
4/07/2006
de heer Destexhe
Staatsct overheidsbedrijven
3-5249
National Loterij. Subsidies en giften aan diverse instellingen - Criteria en voorwaarden
10/07/2006
Guido De Padt
L. Onkelinx
1014
13/07/2006
Hugo Vandenberghe
L. Onkelinx
3-1769
13/07/2006
Filip De Man
Staatsct overheidsbedrijven
1041
Nationale Loterij - De sponsoring van de actie 0110
18/07/2006
Roel Deseyn
Staatsct overheidsbedrijven
1042
Nationale Loterij - sponsoring van de 0110 concerten
4/09/2006
Walter Muls
L.Onkelinks
1063
Detacheren van magistraten
4/09/2006
Roel Deseyn
Min. Consumentenzaken
1035
Nationale Loterij. Verkoop aan minderjarigen van "Loteijproducten"
7/09/2006
Servais Verherstraeten
L. Onkelinx
1110
Het beleid inzake de internetgokspelen
11/09/2006
Benoit Drèze
L.Onkelinx
29/09/2006
David Geerts
L. Onkelinx
1101
Manipuleren van voetbalwedstrijden
5/10/2006
Roel Deseyn
L.Onkelinx
1092
De internetgokspelen
30/10/2006 Sabien Lahaye-Battheu
L. Onkelinx
12828
Het statuut van bookmaker
30/10/2006 Servais Verherstraeten
L. Onkelinx
1110
Het beleid inzake de internetgokspelen Nationale Loterij - intrekking van steun aan oorlogsinvalinden
Gokkantoren - Gebruik van zwarte lijsten met namen van fraudeurs en verdachte transacties De controle op de verkooppunten van de Nationale Loterij
Inbelspelen
30/10/2006
Roel Deseyn
Min. van Landsverdediging
421
31/10/2006
Van de Casteele
Minister van Werk
3-5822
13/11/2006
Koen T'Sijen
L. Onkelinx
916
Online-casino 2play.
23/11/2006
Jan Mortelmans
L. Onkelinx
667
College van de procureurs-generaal - omzendbrief kansspelwetgeving. Parketten
4/12/2006
Jan Mortelmans
L. Onkelinx
1173
Kansspelen - Opleiding ten behoeve van magistraten
illegale websites - Blokkering.
104
Etienne Marique, Voorzitter X,Y , Vice-voorzitter. Communicatie
ORGANOGRAM SECRETARIAAT COMMISSIE (V. 24/04/2006) Marc Callu (NL), Henri Dupont (NL), Christophe Widar (FR) - Experten (detachering federale politie)
Christophe Swolfs (NL) - Verg. A - Legistiek - Parl. Vragen - Juridische Proc. - Witwassen - Sancties niveau A + 1 Attaché (FR) AAN TE WERVEN (Jurist) niveau A
Inge Van Mieghem (NL) - Secr. A - Juridisch secr - Encodage C - Stopzettingen C niveau C
Christian Rapaille (FR) - Beheer centrale doc. - Secr. Sancties - Secr. Controle - Personeelsbeheer - Administratie van de voertuigen niveau C
Relatiebeheerder Voorzitter-Secretariaat Voorzitter-Cel Federale Politie Cel Fed. Pol. - Secretariaat Contacten met metrologie Marc Callu (expert)
David Matthys (NL) Frédéric Dulière (FR) - Verg. B en D - Dossiers X - Bescherming spelers - Technische Aspecten niveau A Ann Thierie - Secr. B, D en X - Codering B, D,X niveau C
Anne-Marie De Crem - Encodage D en X niveau C
AAN TE WERVEN FR niveau C
AAN TE WERVEN FR
d.d. Administrateur Kansspelen Hubert Meeus (NL) d.d. Adjunct-administrateur Kansspelen Sirinella Contri (FR) CEL Algemene leiding van het secretariaat KSC+ contact P&O
Sirinella Contri (FR) Dietlinde Mulier (NL) - Verg. C en E - CCP - Weddenschappen - kansspelen via internet + 1 attaché (NL) AAN TE WERVEN niveau A
+ 1 ATTACHE (FR)
Kathleen Dalle - Secr. C en E - Afsluiten agenda + opsturen beslissingen - Secr. Informatica niveau C
Danielle Colin - Budget - Facturen - Zendingen
NIVEAU B (informatica)
niveau B
niveau B
Niveau C (FR) AAN TE WERVEN (VERVANGING) niveau C
Aleth Gros - CCP - Dep. & Cons. Kas - Secr. Voorzitter niveau B
Fabien De Ro - CCP - Dep. & Cons. Kas - Strookjes niveau C
niveau C + 1 niveau C (NL) + 1 niveau C (NL) AAN TE WERVEN NIVEAU B (FR) AAN TE WERVEN niveau B
De Kansspelcommissie Etienne Marique, Voorzitter De leden en plaatsvervangende leden van de kansspelcommissie.
AAN TE WERVEN (in afwachting onder controle van S. C. en D.M.) niveau A
Ilse Rauwoens - Secr. Inform - Secr. Budget - Behandeling bestanden protocols - support Com. niveau C Stefaan Beerens (NL) - Controle - Analyses - Faillissementen - Domeinen niveau B Yvonne Kalinda - Controle - Analyses - Faillissementen - Domeinen niveau B
105
Hubert Meeus (NL) - Informatica - SAGB - Website niveau A
AAN TE WERVEN (FR)
Daniël Verheyden (NL)
Barbara Masquelier (FR)
- Communicatie - Jaarverslag - Vergaderingen - uitvoerende taken P&O niveau A
- PV Commissieverg. - Vertalingen - Archief - Secr. GREF/Stat.Gen. niveau A
- PV Commissieverg.
Didier Alsteen Archief Secr. Communicatie Secr. Vertalingen voorbereiden van de fardes en de verzending naar de leden Aanmaken content van de website (geen publishing) niveau C
Etienne Blouard - Inkomende Post - Uitgaande Post - Niet Bestelde Post - uitvoering beheer van de voertuigen - aanmaak kopiën ten behoeve van secr. vertalingen en communicatie. niveau C
+ 1 niveau C AAN TE WERVEN
Liliane Van Der Cammen - Keuken - Telefoon - Onthaal - Fotocopie niveau D
Nancy Cossalter - Onthaal - Telefoon - Keuken - Fotocopie - Codering D en X
niveau D
Niveau D Contractueel bediende Aan te werven.
Lijst met telefoonnummers Etienne MARIQUE
02/504.00.42
Stefaan BEERENS (Nd) Danielle COLIN (Fr) Sirinella CONTRI (Fr) Kathleen DALLE (Nd) Nancy COSSALTER (Fr) Anne-Marie DE CREM (Nd) Fabien DE RO (Fr) José DERLET (Fr) Frédéric DULIERE (Fr) Aleth GROS (Fr) Luc HENDRICKX (Nd) Yvonne KALINDA (Fr) Barbara MASQUELIER (Fr) Hubert MEEUS (Nd) Dietlinde MULIER (Nd) Christian RAPAILLE (Fr) Ilse RAUWOENS (Nd) Jocelyne VANDEVANDEL (Fr) Liliane VAN DER CAMMEN (Nd)
02/213.42.71 02/504.00.51 02/504.00.50 02/504.00.56 02/504.00.43 02/213.42.70 02/504.00.53 02/504.00.48 02/504.00.46 02/504.00.44 02/213.42.74 02/504.00.62 02/213.42.75 02/504.00.47 02/504.00.45 02/213.42.77 02/213.42.76 02/504.00.52 02/504.00.40
Marc CALLU (Nd) Rik DUPONT (Nd) Christophe WIDAR (Fr)
02/504.00.60 02/504.00.57 02/504.00.59
106
Contact en informatie : KANSSPELCOMMISSIE Kantersteen 47 1000 Brussel Telefoon : 02 504 00 40 Fax : 02 504 00 66 E-mail :
[email protected] Web : www.gamingcommission.fgov.be
Verantwoordelijk uitgever : Etienne MARIQUE Kantersteen 47 1000 Brussel
107