Kadernota 2011-2014
Met gereefde zeilen
1 juni 2010
2
3
Bestuurlijke samenvatting Een beperkte kadernota Het nieuwe college presenteert u zijn eerste planning en control document: de kadernota 2011-2014. Gebruikelijk is om in de kadernota zowel de financiële als de beleidsinhoudelijke kaders voor de komende meerjaren periode te presenteren. Deze kadernota is echter beperkter van opzet, zowel financieel als beleidsinhoudelijk. Deze nota bevat slechts voorstellen om te komen tot een sluitende begroting 2011. Het is vooral een kadernota met een hoog procedureel karakter waarin inhoudelijk zicht wordt gegeven in lopen de projecten. De verwachte financiële situatie voor de komende jaren is op dit moment onduidelijk vanwege de keuzes die nog op Rijksniveau moeten worden gemaakt. Op grond hiervan zijn verdergaande keuzes en uitwerkingen op dit moment niet mogelijk. De huidige situatie is nu eenmaal zo onduidelijk dat verdergaande keuzes en uitwerkingen op dit moment niet mogelijk zijn. De gemeente Wijk bij Duurstede staat voor een grote bezuinigingsoperatie. Wat de omvang zal zijn van de bezuinigingen en de fasering daarin, is op dit moment echter nog niet bekend. Besluitvorming omtrent o.a. de ontwikkeling van de algemene uitkering en eventuele overheveling van taken aan de gemeenten (zoals de AWBZ) wordt op zijn vroegst pas met de septembercirculaire verwacht, afhankelijk van het tijdstip van aantreden van het nieuwe kabinet. Dit betekent dat we voor de begroting 2011, die wij in september zullen afronden, eveneens uit zullen moeten gaan van aannames. Nog meer geldt dit voor het meerjarenperspectief. Zwaar weer Het college houdt in de ramingen voorlopig rekening met een aanvullende korting op het gemeentefonds van € 0,5 mln. in 2012, oplopend naar € 1 mln. in 2013 en € 1,5 mln. in 2014. Deze cijfers zijn gebaseerd op voorlopige aannames van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (informatie 12 maart 2010) en houden het midden aan van de verschillende scenario’s die tijdens de onderhandelingen in Wijk bij Duurstede zijn gepresenteerd. De nieuwe coalitie in Wijk bij Duurstede heeft op 18 mei aan de raad haar hoofdlijnenakkoord 2010-2014 gepresenteerd. De komende tijd zal dit akkoord vertaald (moeten) worden in concrete cijfers. Voor 2011 zal dit worden gedaan op basis van voortzetting van het bestaande beleid. Daarom treft u in deze kadernota slechts zeer beperkt voorstellen aan voor extra benodigde middelen. Omdat er uit deze kadernota een opgave ligt om ruim € 300.000 te bezuinigen, zullen alle budgetten nog eens kritisch tegen het licht worden gehouden op onderuitputting, nut en noodzaak . Voor 2012 e.v. zullen meer fundamentele keuzes moeten worden gemaakt. Voortzetting van het bestaande beleid is op grond van de huidige aannames niet mogelijk. De notitie “Keuzes maken, kansen pakken” zal gehanteerd worden als basisdocument om de koers en richting te bepalen. Vervolgens zal dit worden vertaald naar de programma’s uit het hoofdlijnenakkoord. Beleidsinhoudelijk De beleidsinhoudelijke accenten voor de komende staan vermeld in het hoofdlijnenakkoord en de begroting 2010-2014. Uitgaande van voortzetting van het bestaand beleid betekent dat er voor deze kadernota dat er slechts op een beperkt aantal thema’s aanvullende keuzes gemaakt hoeven te worden. Deze zijn verwerkt in hoofdstuk 3.
4
Toezichtsregime van de provincie De werkwijze bij de toezichtsbeslissing 2011 vanuit de provincie zal identiek zijn aan 2010. Dit betekent dat de begroting voor 2011 reëel sluitend moet zijn. Hiervoor benoemen wij in hoofdstuk 1 een aantal mogelijkheden. Deze zullen door ons in de komende begrotingsperiode verder worden uitgewerkt en bij de begrotingsbehandeling 2011 aan u worden voorgelegd. De meerjarenraming 2012-2014 kan eventueel sluitend worden gemaakt met een taakstellende/richtinggevende bezuiniging. Wij zetten de concrete invulling daarvan alvast in werking via de volgende trajecten: Het coalitieakkoord zal de komende tijd worden vertaald in concrete cijfers. Het college zal aangeven hoe het zich wil voorbereiden op een ombuigingsoperatie en een vertaling maken naar inhoud van beleid. De notitie “Keuzes maken, kansen pakken”wordt als leidraad gehanteerd. Procesaanpak begroting 2011 en Kadernota 2012-2015 Wat betreft het proces om te komen tot een sluitende begroting is er een onderscheid in de korte termijn (naar een sluitende begroting voor 2011) en de langere termijn (uit te werken in de kadernota 2012-2015). Het sluitend maken van de begroting voor 2011 kan gezien de tijdspanne die voor ons ligt niet anders dan plaatsvinden door het college met de ambtelijke organisatie. In de voorbereiding voor de kadernota 2012-2015 ziet het college een veel grotere rol voor gemeenteraad en betrokkenen in de Wijkse samenleving. Het College heeft in hoofdlijn het volgende proces voor ogen om te komen tot de vaststelling van de Kadernota 2012-2015: •
Vaststellen van het financieel scenario op grond van de beschikbare financiële gegevens (ontwikkeling gemeentefonds en andere Rijksmaatregelen); • Opstellen van keuzerichtingen, inclusief financiële keuzes op basis van de notitie “Keuzes maken, kansen pakken”(hfst. 3, pag. 4 e.v.) De keuzerichting die de Wijkse samenleving en de gemeenteraad wil inslaan, geeft dan tevens aan wat voor gemeente we willen zijn; • Aan de gemeenteraad vragen (i.v.m. budgetrecht) of deze keuzerichtingen de basis kunnen zijn om het gesprek met de samenleving aan te gaan; • De keuzerichtingen bespreken met de verenigingen, organisaties en instellingen die worden geraakt door de te maken keuzes; • De uitkomsten van deze besprekingen terugkoppelen aan de gemeenteraad en betrekken bij de besluitvorming over de Kadernota 2012=-2015.
Ten tijde van de behandeling van de begroting 2011-2014 in de gemeenteraad willen we u als gemeenteraad ook het geheel uitgewerkte proces voorleggen. Hierin zullen wij ook voorstellen doen hoe u als raad bent betrokken in het proces. Voor de korte termijn tot de begroting 2011 zien we, naast het ‘normale begrotingsproces’ in ieder geval de volgende onderdelen terug in de aanpak: • Wij zullen alle budgetten voor extern personeel beoordelen. De insteek hierbij zal zijn dat alle budgetten in principe op € 0 worden gezet tenzij een goede onderbouwing wordt aangeleverd dat het budget niet/niet geheel kan worden opgeheven. Conform het coalitieakkoord zal dan maximaal 10% van de loonsom als budget voor externe inhuur over mogen blijven. 5
•
Onder de noemer ‘budgetgesprek’ zullen wij met iedere budgethouder individueel budgetten kritisch beoordelen of ze kunnen bijdragen aan de bezuinigingen. Eventuele onderuitputting over de afgelopen jaren wordt hier nauw bij betrokken.
Voorstel Wij stellen u voor: 1. In te stemmen met het sluitend maken van de begroting 2011 door het college via het voorgestelde financieel technische proces 2. In te stemmen met het voor 2012-2014 sluitend maken van de begroting via een taakstellende richtinggevende bezuiniging 3. In te stemmen met het hanteren van de cijfers scenario 1 als richtinggevend voor de invulling van de taakstelling 4. In te stemmen met het voorgenomen proces om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting 2011 en de denkrichtingen voor het proces voor de invulling van het meerjarenperspectief, gericht op de kadernota 2012-2014. 5. In te stemmen met de uitgangspunten en beleidsmatige keuzes zoals verwoord in hoofdstuk 3.
6
7
1. Financieel beeld Als uitgangspunt voor het financieel beeld van de kadernota hanteren we de cijfers uit de programmabegroting 2010-2013. Aanvullend is het positieve saldo uit de voorjaarsrapportage 2010 verwerkt alsook het nadeel op de algemene uitkering voor 2011 en een aanname voor een benodigd bedrag ter dekking van de autonome uitgaven (onvermijdelijk/ onuitstelbaar nieuw beleid). Dit saldo gebaseerd op lopend beleid presenteren wij u als scenario 0. Daarnaast hebben wij als scenario 1 opgenomen: een correctie op de algemene uitkering m.i.v. 2012 gebaseerd op rijksbezuinigingen. Het college kiest voor dit scenario als mogelijk realistisch scenario tussen scenario 0 en het worst-case-scenario dat mogelijk op een korting van 3 miljoen uitkomt. Het college gaat daarbij uit van een oplopende reeks. In tabelvorm ziet dit er als volgt uit: Kadernota 2011-2014 2011 Raming saldo lopend beleid (scenario 0) Programmabegroting 2010-2013; saldo begroting Voorjaarsnota 2010 Salarissen Algemene uitkering Nieuw beleid/onvermijdelijke extra uitgaven Saldo (N = nadelig/V=voordelig) Raming saldo inclusief bezuinigingen (scenario 1) Algemene uitkering Saldo (N = nadelig/V=voordelig)
2012
2013
2014
N 210.729 N 375.307 N
446.314 N
446.314
V
91.156 V 0
132.198 V 0
132.198 0
50.000 N
50.000
48.055 V 0 N 100.000 N 50.000 N
N 312.674 N 334.151 N
N
50.000
364.116 N
364.116
N 500.000 N 1.000.000 N 1.500.000 N 312.674 N 834.151 N 1.364.116 N 1.864.116
Scenario 0 Op basis van het lopend beleid vertoont de exploitatie in 2011 een tekort van € 312.674. Hiervoor zullen aanvullende maatregelen moeten worden getroffenen. Deze komen boven op de reeds in de begroting verwerkte concrete bezuinigingsbesluiten van € 252.000 op personeel, samen de trap-op trap-af en gesubsidieerde instellingen, waarbij er dus van wordt uitgegaan dat deze bezuinigingen onverkort worden geëffectueerd. Scenario 1 Onder scenario 1 is rekening gehouden met een bezuiniging vanuit het rijk op de algemene uitkering van € 500.000 in 2012 oplopend tot € 1.500.000 in 2014. Programmabegroting 2010-2013 Betreft het saldo uit de programmabegroting 2010-2013. In deze begroting is conform bestaand beleid geen rekening gehouden met prijscompensatie Dit geldt zowel voor zowel voor onze eigen organisatie als ook voor gesubsidieerde instellingen.
8
Voorjaarsnota 2010 De structurele effecten van de voorjaarsnota 2010 zijn vanaf 2011 positief en verwerkt in deze kadernota. Salarissen Er is een principeakkoord bereikt over de CAO voor gemeenteambtenaren voor 2010 en 2011. In 2010 zullen de lonen incidenteel met 1,5% stijgen en in 2011 met 0,5%. Tevens wordt de eindejaarsuitkering in 2010 en 2011 verhoogd met 0,5% per jaar. In de begroting is structureel een stelpost stijging salarislasten opgenomen. De verwachting is dat het CAO akkoord binnen dit budget kan worden opgevangen en dus niet leidt tot meerkosten. Hetzelfde geldt voor het eventuele wachtgeld van voormalige wethouders. Wat betreft de salarissen bij gesubsidieerde instellingen is er op dit moment geen loonontwikkeling bekend. Als deze wel plaatsvindt zal dit zijn effect hebben op onze begroting, omdat deze grotendeels worden gecompenseerd. Algemene uitkering De verwachting is dat gemeenten de komende jaren fors minder zullen ontvangen uit de algemene uitkering. Het te verwachten nadeel hieruit is nog niet bekend. Voorlopig wordt rekening gehouden € 100.000 nadeel voor 2011 en met bedragen variërend tussen € 1,5 en € 3 miljoen euro voor de jaren 2012. Het college heeft er voor gekozen om vooralsnog uit te gaan van een bedrag oplopend tot € 1,5 mln. Nieuw beleid/onvermijdelijke extra uitgaven De onderwerpen die zijn aangemeld voor nieuw beleid/ onvermijdelijke extra uitgaven (op bestaande producten) zullen bij de begrotingsvoorbereiding nader worden bestudeerd op noodzakelijkheid. Wij hebben een stelpost van maximaal € 50.000 opgenomen voor nieuw beleid/onvermijdelijke extra uitgaven. Saldo De begroting 2011 sluit voorlopig op een negatief saldo van € 312.674. De begroting zal de komende tijd sluitend worden gemaakt. Hiervoor zijn in de programmabegroting 2010-2013 een aantal maatregelen/zoekrichtingen genoemd die daaraan zouden kunnen bijdragen. Het betreft: • Projecten • Trap af • Schrappen van taken/ambities • ½ fte wethouder minder • Begraafrechten • Verhoging OZB tarieven Deze zoekrichtingen met uitzondering van de ½ fte wethouder minder zullen verder worden beoordeeld en zo mogelijk concreet worden ingevuld bij het opstellen van de begroting. De nieuwe coalitie heeft als aanvullende mogelijkheden voor het sluitend maken van de begroting in het coalitieprogramma genoemd: • Minder extern personeel • Minder personeel gemeente • Meer inkomsten verwerven d.m.v. reclame, subsidies en sponsoring. Ook deze zoekrichtingen zullen betrokken worden bij het sluitend maken van de begroting 2011. 9
2. Nieuw Beleid / onvermijdelijke extra uitgaven In verband met de tekorten die in de begroting moeten worden opgelost is gevraagd terughoudend te zijn met het aanleveren van nieuw beleid. Er zijn dan ook slechts 8 posten aangemeld, die veelal een technisch karakter hebben. Gezien het begroot nadelig saldo dat wij in de begroting zullen moeten oplossen zullen wij deze onderwerpen bij de begrotingsvoorbereiding nader bestuderen op noodzakelijkheid. Wij hebben voor nieuw beleid/onvermijdbare extra uitgaven maximaal € 50.000 opgenomen. Dit betekent dat we in onderstaande lijst dus nog aanzienlijke keuzes zullen maken. Het betreft de volgende voorstellen: • Piet de Springer school Het beleidsvoorstel Piet de Springer school is in de raad vastgesteld met een structureel tekort van 9.200 vanaf 2013. Met de toelichting dat dit tekort in de kadernota zou worden opgenomen. •
Parkeergarage Aan de betonwanden van de hellingbaan naar de parkeergarage laat het stucwerk los door vochtproblemen. Er moet onderzoek worden gedaan naar de oorzaak van het probleem. Hiervoor moet de wand worden opengemaakt en na vaststelling van het probleem netjes worden afgewerkt. Geen garantie; de aannemer is failliet. Voor het vaststellen van de oorzaak van het opkomend vocht is € 25.000 euro nodig. Afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek kan voor de oplossing van het probleem meer geld nodig zijn. Incidenteel € 25.000.
•
Liftmachinekamers De toegang tot de liftmachinekamers voldoet niet aan de eisen. Aanleiding is een brief van het liftinstituut van maart 2010. Voor de kapitaallasten is een structureel budget van € 10.875 benodigd.
•
Klimaatinstallatie stadskantoor Bij de recente verbouw is op de klimaatregeling een bezuiniging doorgevoerd waardoor het alleen mogelijk is om de temperatuur per vleugel te regelen. Dit geeft per kamer te grote verschillen. Voor de kapitaallasten is een structureel budget van € 72.500 benodigd.
•
Brandmeldinstallatie Bij de oplevering van de verbouw van het gemeentehuis (in 2004) is de brandmeldinstallatie niet gecertificeerd. Dit is wettelijk verplicht. Er worden problemen verwacht bij de oplevering (maart 2011) van het aan te bouwen RHC. Voor de kapitaallasten is een structureel budget van € 14.500 benodigd.
•
Inburgering De rijksbijdrage inburgering is bestemd voor het bekostigen van inburgeringstrajecten. Daarnaast ontvangt de gemeente jaarlijks uitvoeringskosten inburgering die geïntegreerd zijn in de algemene uitkering. De uitvoeringskosten zijn bestemd voor bekostiging van de formatie van het Bureau Inburgering bij de RSD. Jaarlijks wordt het budget voor uitvoeringskosten door het ministerie vastgesteld. Bij het samenstellen van de begroting 2010 is ervan uitgegaan dat alle kosten voor inburgering uit de 10
rijksbijdrage inburgering zouden komen, welke door de RSD begroot zou zijn. Achteraf is gebleken dat de uitvoeringskosten (structureel € 52.654) uit de algemene uitkering moeten komen en in de gemeentelijke begroting verwerkt hadden moeten worden. •
Uitvoeringsprogramma Landschapontwikkelingen De raad heeft het Visiedeel en het Uitvoeringsprogramma Landschapontwikkelingen Kromme Rijngebied (LOP) reeds vastgesteld onder voorbehoud van de financiën welke in de voorjaarsnota zouden worden opgenomen. Voor de cofinanciering van kleinere projecten LOP+ is voor 2010 een bedrag van € 30.000 extra nodig. Dit is verwerkt in de voorjaarsnota. In de kadernota is dit bedrag aangemeld voor 20112014.
•
Eigenaarslasten bibliotheek Met ingang van 8 december 2009 is het pand van de bibliotheek in eigendom overgedragen. Per 1 januari 2010 nemen wij de hypothecaire en overige eigenaarslasten over van regiobibliotheek ZOUT. ZOUT betaalt aan ons huur. Per saldo is het nadeel € 13.389 structureel. Daarnaast is in de begroting een structurele post voor bibliotheek vernieuwing opgenomen. Dit betreft een rijksbijdrage die door ons rechtstreeks wordt doorbetaald aan de bibliotheek. Per 1-1-2013 eindigt deze rijksbijdrage waardoor deze per 2012 dient te vervallen (nadeel € 26.684).
Onder hoofdstuk 3 ‘beleidsmatige ontwikkelingen’ wordt een aantal onderwerpen toegelicht waarvoor eventueel extra geld benodigd is. Deze onderwerpen hebben we niet opgenomen onder nieuw beleid om te voorkomen dat we twee keer hetzelfde melden. Ook deze onderwerpen zullen in de afwegingen bij de begroting mee worden gewogen.
11
3. Beleidsmatige ontwikkelingen Wij geven hier een toelichting op het beleid. Niet alle beleidsvelden worden behandeld; er zijn een aantal onderwerpen die worden toegelicht. Grote onderwerpen zoals bijvoorbeeld Oranjehof die al in de planning staan en waarvoor budget beschikbaar is worden niet in de kadernota 2011 beschreven, we veronderstellen dat dit going concern is. Voor de herkenbaarheid hebben wij de onderwerpen gepresenteerd onder de oude programma’s. Programma 2 Werken en mobiliteit Stadshaven De afgelopen jaren is de transformatie van de Stadshaven van "werkhaven" naar passantenhaven goed zichtbaar geworden. Wijk bij Duurstede heeft het gezicht weer voorzichtig naar het water gekeerd en heeft de kans dat de komende jaren verder zichtbaar te maken. Voor de herinrichting van de Stadshaven zijn in de laatste fase nog een aantal stappen te zetten. In de eerste plaats dient er een goed exploitatie- en beheerplan te komen voor het gebied. Daarvoor moet duidelijk worden welke functies er komen en het bestemmingsplan daarop worden aangepast. Daarnaast dient er nog grond te worden verworven. Er wordt een aanvraag gedaan voor een voorbereidingskrediet bij de raad, om te zorgen dat er een nieuw bestemmingsplan komt, en er een keuze gemaakt wordt voor een exploitatie- en beheervorm. De kapitaalslasten voor dit voorbereidingskrediet moeten gedekt worden binnen de exploitatie. We verwachten voorjaar 2011 tot definitieve besluitvorming te komen, zodat met ingang van het volgend vaarseizoen de haven in gebruik is op de manier waarop wij dat wensen. Voor het zomerseizoen 2010 wordt een tussenoplossing gekozen. De watersportvereniging Rijn en Lek zal de havenmeesterfunctie voor de passanten gaan vervullen. Welke keuzes zijn er De keuzemogelijkheid die de gemeente heeft is om grond niet te verwerven. De herinrichting blijft dan onafgerond, waardoor de potentiële kwaliteit van het gebied niet optimaal wordt benut. Het opstellen van een goed exploitatie- en beheerplan is essentieel voor een goed gebruik van het gebied. Het uitstellen hiervan betekent een desinvestering van reeds gemaakte kosten Keuze college Het college streeft ernaar de stadshaven af te ronden en wij kiezen daarom voor het verwerven van de grond. Rivierfront In 2010 wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd die duidelijk maakt of de beoogde gebiedsontwikkeling (toerisme, natuur en cultuur) uitvoerbaar is (planologisch, financieel, etc.). De studie is reeds aanbesteed en in uitvoering; de kosten ervan worden gedragen door de provincie Utrecht. De gemeente draagt bij in ambtelijke uren. Bij gebiedsontwikkeling gaat 12
het om de uitvoering van meerdere projecten en processen, die ieder voor zich en gezamenlijk bijdragen aan de gewenste ontwikkeling. De ontwikkeling van Steenfabriek de Bosscherwaarden, de stadshaven en uitbreiding van het aantal ligplaatsen bij jachthaven de Lunenburg zijn enkele voorbeelden. In de Structuurvisie Wijk bij Duurstede 2020 (vastgesteld februari 2010) is de ontwikkeling van het rivierfront opgenomen als een belangrijk project. Doordat het project is opgenomen in de structuurvisie kunnen (na vaststelling van de nota Grondbeleid) kosten worden verevend met grondexploitaties, zodat ook projectontwikkelaars een bijdrage kan worden gevraagd. Welke keuzes zijn er De keuzemogelijkheid die de gemeente heeft is het project na de haalbaarheidsstudie op te schorten. Daarmee wordt de samenwerking met de provincie Utrecht op een lager pitje gezet en zal de regie op de ontwikkeling van de uiterwaarden verslappen. Kansen voor versterking van de kwaliteit van het gebied en waarde als uitloop- en recreatiegebied zullen dan niet worden opgepakt. Indien wordt doorgegaan met de ontwikkeling, betekent dat in de jaren 2011-2014 een jaarlijkse investering van ca. € 50.000,- (arbeidskosten en budget samen). Keuze college Wij wachten de haalbaarheidsstudie af en maken afhankelijk van de uitkomst een keuze. Economisch Actieprogramma Het Economisch Actie Programma bestaat uit zeven actiepunten die de lokale economie en werkgelegenheid stimuleren en bevorderen. Deze zijn (incl. de bijbehorende budgetten): • Versnellen verkoop vrije kavels € 50.000,-• Locatie Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis € 20.000,-• Versterking lokaal ondernemerschap € 30.000,-• Frisse scholen € 50.000,-• Renovatie monumenten € 25.000,-• Citymarketing € 25.000,-• Onderzoek naar biomassa centrale € 20.000,-De totale maximale investering bedraagt € 220.000,--. Met uitvoering van de volgende acties is in 2010 gestart; deze worden in 2010 en 2011 verder uitgevoerd: • Versnellen verkoop vrije kavels • Locatie Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis • Versterking lokaal ondernemerschap • City Marketing • Onderzoek naar biomassa centrale (start mei 2010) • Renovatie monumenten (start mei 2010) • Frisse scholen Welke keuzes zijn er De acties ‘Locatie Van Dijk’s Koel- en Vrieshuis en het onderzoek naar biomassa centrale zouden kunnen worden opgeschort. De motivatie hiervoor is dat deze twee acties niet direct bijdragen aan de lokale economische ontwikkeling en werkgelegenheid. Op langere termijn
13
wordt deze doelstelling wel gehaald. Ook het korte termijn effect, dat een van de criteria is van het EAP, wordt niet gehaald met deze acties. Keuze college Wij kiezen ervoor niet te vertragen maar door te gaan met de geplande en in gang gezette acties. Programma 3 Wonen en ruimtelijke ordening Grondbedrijf/Woningbouwprogramma In dit programma worden de lopende en nieuw te starten (woningbouw-) grondexploitaties individueel en in onderling verband bezien. Daarmee ontstaat beter zicht op de fasering van woningbouwprojecten en het financiële totaalbeeld. Dit is van belang om de financiële haalbaarheid van de doelstellingen uit de gemeentelijke structuurvisie te bepalen. Medio 2010 wordt dit programma aan de raad voorgelegd. In relatie met de nota Grondbeleid wordt de keuze gemaakt om opbrengsten en tekorten tussen verschillende grondexploitaties te vereffenen. De inrichting van een (administratief) grondbedrijf is gewenst. In de nota grondbeleid worden de algemene beleidsuitgangspunten en de wijze waarop de gemeente aan het actief grondbeleid vorm wil geven vastgelegd. Welke keuzes zijn er • Welke projecten starten we? Inbreidings- of uitleglocaties • Maximalisatie grondopbrengsten. • Welke percentages huur/koop en sociale woningbouw hanteren we? Keuze college Vooralsnog wordt in ieder geval uitvoering gegeven aan de reeds vastgestelde en te ontwikkelen bouwlocaties voor de komende vier jaren. Dat zijn: Oranjehof en Uem en Wennekes in Langbroek, Stookerterrein en De Kamp in Cothen, herontwikkeling Steenstraat, Ewoud & Elisabeth Gasthuis, Veilingpark en De Geer II. Wij kiezen ervoor winstgevende projecten zoveel mogelijk naar voren te halen. Bijvoorbeeld De Kamp in Cothen. Voor de middellange en lange termijn zoeken wij naar een goede combinatie van in/uitbreidingslocaties en minimaal sluitende grondexploitaties. We houden eveneens vooralsnog vast aan 40% sociale koop- en huurwoningen en naar optimalisering van de verwachte opbrengsten uit grondexploitaties. Dat laatste betekent dat ook de uitbreidingslocaties voor de komende jaren zo efficiënt mogelijk worden vorm gegeven. Dit wordt steeds meegenomen in de geplande actualisaties van de grondexploitaties. Beheerplannen De beheerplannen voor de beheeronderdelen Wegen, Groen, Bruggen, Watergangen, Verlichting en Verkeersmeubilair zijn in het voorjaar van 2010 afgerond. Deze zes beheerplannen zijn integraal opgesteld en afgestemd volgens de Ibor-systematiek (= integraal beheer openbare ruimte). De beheerplannen zullen in september 2010 aan de raad worden voorgelegd. Binnen de door de raad en het college gestelde financiële kaders blijkt het niet mogelijk om meer dan het uitgewerkte minimummodel te realiseren. Dit zal betekenen dat de huidige beeldkwaliteit (basisniveau) in de openbare ruimte de komende jaren substantieel naar beneden zal worden bijgesteld (sober niveau). Er wordt hierbij echter wel voldaan aan de 14
wettelijke eisen/verplichtingen en ter plaatse van hotspots (zoals de binnenstad/centrum en begraafplaatsen) wordt het basisniveau gehandhaafd omdat een lager niveau hier maatschappelijk niet verantwoord is. Welke keuzes zijn er Er kan op basis van beeldkwaliteit worden gekozen voor het gewenst onderhoudsniveau. Dit is dan bepalend voor het benodigde budget. Andersom kan ook het huidig budget als uitgangspunt worden genomen. Dit zal leiden tot een minimummodel.. Keuze van het college: Hoewel er meerdere onderhoudsniveaus mogelijk zijn kiest het college voor het minimummodel in verband met de daarmee gepaard gaande financiële consequenties.
Wijkgericht werken Wijkgericht werken is een van de speerpunten van het college. Hoewel al snel een verbinding wordt gelegd met wijkbeheer is het grote verschil dat wijkgericht werken de gehele organisatie aan gaat. Het is een nieuwe manier van werken, waarbij de organisatie dient te kantelen van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte organisatie. Enerzijds betekent dit dat burgers en andere partners al in het beginstadium bij de voorbereiding van beleid en activiteiten worden betrokken, zodat ingespeeld kan worden op wensen en behoeften. Anderzijds moeten burgers echter ook bewust gemaakt worden van hun bijdrage aan een eigen veilige, schone leefomgeving. Zodat zij meer betrokken raken en zich ook mede verantwoordelijk voelen voor hun omgeving. Zelfredzaamheid, eigen inzet en elkaar aanspreken speelt in dat kader een belangrijke rol. Het spreekt voor zich dat tijdig en volledig wordt gecommuniceerd over beleidsmatige en financiële kaders en over de mogelijkheden waarbinnen inspraak mogelijk is. Het is zaak dat de interne werkwijze zich hierop richt en dat burgers vanuit de gemeente worden ondersteund om hierin actief te kunnen participeren. Welke keuzes zijn er Of, hoe en in welke mate er wijkgericht wordt gewerkt binnen de gemeente is een volledig autonome beslissing. . Keuze van het college Het college kiest ervoor om te stimuleren dat burgers en maatschappelijke partners al voorafgaand aan het voorbereiden van beleid betrokken worden. Om zoveel mogelijk te kunnen anticiperen op de wensen vanuit de samenleving. Daarnaast blijft communicatie en informatie in het bijzonder de aandacht behouden van het college. Nieuw is dat zelfwerkzaamheid en eigen inzet van de inwoners zal worden gestimuleerd door geldelijke ondersteuning van wijkgerichte activiteiten. Maar ook door het overhevelen van financiële middelen (budgetten) om daarmee bepaalde gemeentelijke taken over te nemen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het onderhouden van een stukje openbaar groen door de aanwonenden waarbij de bewoners binnen bepaalde voorwaarden eigen vrijheid hebben en waar dan een zekere geldelijke tegemoetkoming voor wordt gegeven uit het budget onderhoud openbaar groen. Voor zover mogelijk kan daarbij ambtelijke ondersteuning worden verleend. Met andere woorden het college kiest ervoor om volle kracht vooruit te gaan bij wijkgericht werken.
15
Wijkbeheer Sinds maart van dit jaar heeft Wijkbeheer een nieuwe start gemaakt met de insteek “schoon, heel en veilig”. De bebouwde kommen van de gemeente zijn verdeeld in dertien wijken. In elke wijk worden twee weken lang kleinschalige werkzaamheden verricht aan het groen, de verhardingen, bruggen en wegmeubilair om alles schoon heel en veilig te krijgen. Elke wijk krijgt op deze manier elk jaar twee ronden. Naast deze wijkbeheer-werkzaamheden worden overige cyclische onderhoudstaken uitgevoerd als maaien, snoeien, schoffelen. Bewoners kunnen vragen, verzoeken en klachten melden via de website en ook telefonisch. Deze worden (voor zover dat mogelijk is binnen de bestaande kaders en middelen) tijdens de schoonmaakrondes gerealiseerd. Meldingen van gevaarlijke situaties worden altijd direct uitgevoerd. Naast de taak van de medewerkers van wijkbeheer ligt er ook een taak voor de burgers om de woonomgeving leefbaar te houden. Primair door de omgeving niet te vervuilen maar ook ten aanzien van het schoonhouden van de eigen leefomgeving. Welke keuzes zijn er Uiteraard is het een autonome beslissing hoe het wijkbeheer wordt ingericht, maar in het licht van het feit, dat er nog maar kort geleden is gestart met deze werkwijze is het niet logisch hier nu al andere keuzes in te maken. Keuze college Het college kiest ervoor om deze manier van wijkbeheer voort te zetten mede tegen de achtergrond dat in maart van dit jaar een nieuwe start is gemaakt. Het is goed eerst een hele jaarcyclus op deze manier vorm te geven en vervolgens de ervaringen te evalueren.
De gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU) In 2009 heeft AVU een Europese aanbesteding gehouden voor de overslag/transport/verwerking van restafval, grof huishoudelijk afval en gft afval. Deze aanbesteding heeft geleid tot fors lagere tarieven: van bijna € 48 miljoen in 2010 tot bijna € 23 miljoen in 2011. Voor Wijk bij Duurstede betekenen de lagere verwerkingskosten en de geactualiseerde vereveningsregeling dat de bijdrage aan de AVU wordt (op begrotingsbasis) verlaagd van € 885.000 in 2010 naar € 400.000 in 2011. Dit bespaart Wijk bij Duurstede in 2011 bijna 20% op de totale kosten huishoudelijk afval! Daarnaast wordt rekening gehouden met het collegebesluit van 12 januari 2010, waarin is besloten dat de extra formatieplaats Beheerder Afval en Reiniging in de te verlagen tarieven zal worden doorberekend. Welke keuzes zijn er Het college heeft de mogelijkheid het voordeel voor van de gunstige aanbesteding uit te keren in de tarieven afvalstoffenheffing of extra te investeren om ons afvalsysteem beter te maken. Keuze college Het college kiest voor een combinatie van gedeeltelijke tariefverlaging met het investeren in verbeteringen, zoals ondergrondse afvalcontainers, het nascheiden van plastic afval en de milieustraat.
16
Programma 4 Samenleven Dorestad zichtbaar In december 2009 is het visiedocument “Dorestad Zichtbaar” ambtelijk afgerond. De nota is een verdieping van de eerder door de raad vastgestelde contourennota. Er worden vergelijkingen getrokken met soortgelijke projecten in binnen- en buitenland en er wordt ingegaan op de kosten en baten van het project. Voor 2010 is een beperkt budget beschikbaar om nader in te zoomen op eventuele externe financieringsbronnen. Welke keuzes zijn er Op basis van de inhoud en de uitgangspunten van het visiedocument kan een keuze worden gemaakt in welke mate projectonderdelen zullen worden uitgevoerd of welke vervolgstappen nog nodig zijn. Hierbij gaat het van het verwerven van (internationale) subsidies tot een eerst eenvoudige stap om Dorestad in het straatbeeld zichtbaar te maken.. Keuze college Op basis van het visiedocument zullen wij bepalen welke volgende stappen in het project wij willen gaan uitvoeren. Veiligheid m.n. horecabeleid Tot op heden ontbreekt een eenduidig horecabeleid op basis waarvan verdere veiligheidsmaatregelen genomen kunnen worden. In 2010 wordt een integraal gemeentelijk horecabeleid ontwikkeld. Dit zal een praktisch horecabeleid worden dat direct gebruikt kan worden bij de behandeling van diverse relevante vergunningen. De vaststelling van dit beleid staat gepland in september 2010. Welke keuzes zijn er Het horecabeleid zal veel keuzes voorleggen op het gebied van bijvoorbeeld paracommercie en veiligheid. Keuze college Het college Het college legt in het najaar de keuzes over het horecabeleid voor aan de raad. Centrum Jeugd en Gezin Wij zijn wettelijk verplicht in 2011 een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) binnen onze gemeente te hebben. Het voor dit centrum noodzakelijke budget komt uit de Brede Doeluitkering (BDU) jeugd. Uit deze BDU moeten wij ook lopende verplichtingen betalen, zoals het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg (JGZ) dat Vitras/CMD uitvoert. Een CJG is een laagdrempelig, fysiek inlooppunt met een duidelijk loket, waar (aanstaande) ouders, kinderen en jongeren voor alles op het terrein van opgroeien en opvoeden gemakkelijk terecht kunnen. Gezien deze definitie richt het CJG zich op de leeftijdsgroep van -9 maanden tot 23 jaar. In het CJG worden taken op het gebied van jeugd en opvoeden gebundeld. Belangrijk wordt de schakel met het bureau Jeugdzorg en met de zogenaamde zorg- en adviesteams in het onderwijs. In Wijk bij Duurstede moet het bestaande netwerk jeugdhulpverlening een plaats krijgen in het CJG.
17
Op dit moment is een kwartiermaker begonnen met de implementatiefase van het CJG. Dat gebeurt in nauw overleg met alle betrokken partijen. Daarbij wordt ook duidelijk wat de beste locatie is voor vestiging van het CJG. Een en ander moet leiden tot de opening uiterlijk 1 januari 2011. In 2011 zal het CJG verder doorontwikkeld worden. Welke keuzes zijn er Wat betreft het CJG zijn er keuzes te maken over de locatie en de organisatie. Keuze college Het college zal keuzes over dit onderwerp maken op basis van het rapport van de kwartiermaker. Dit zal in het najaar van 2010 beschikbaar zijn. Jeugdbeleid In 2010 zal de evaluatie van het jeugd- en jongerenwerk, zoals opgenomen in de Nota Integraal Jeugdbeleid 2004-2009, afgerond worden. De uitkomsten van de evaluatie zullen worden voorgelegd aan het college en dienen als input voor een eventuele herijking van het jeugdbeleid met ingang van 2011. Belangrijke onderdelen van het jeugdbeleid zijn: • het ambulant jongerenwerk waardoor de verschillende groepen (hang)jongeren in beeld zijn en gesprekspartner blijven voor Stichting Binding en de gemeente • een centrale functie voor 't Wijkhuis als ontmoetingscentrum voor kinderen en jongeren, uitvalsbasis voor het ambulant jeugdwerk en als niet-commerciële feestruimte. • de organisatie van activiteiten voor basisschoolkinderen in het kader van de dagarrangementen (sinds eind 2009 is hiertoe een zgn. combinatiefunctionaris aangesteld bij Stichting Binding) • het werken met jeugdige vrijwilligers met tweeledig doel: activiteiten betaalbaar houden en jongeren mogelijkheden bieden ervaring en kennis op te doen • het bieden van stagemogelijkheden voor scholieren van resp. het Revius en het ROC Welke keuzes zijn In basis is er de keus of je jeugdbeleid toespitst op het voorkomen van problemen of op een gezonde ontwikkeling van alle jongeren. Keuze college De keuzes die gemaakt worden zijn afhankelijk van de resultaten van de evaluatie in 2010 en welke onderdelen worden benoemd als speerpunten in het gemeentelijk jeugdbeleid. Vooralsnog gaat het college er van uit dat wat betreft het jongerenwerk van Binding wordt gekozen voor focusbeleid, waarbij dus gericht wordt ingezet op specifieke doelgroepen. Stichting Binding De stichting Binding heeft in 2009 het eerste volledige jaar doorgemaakt na een fusie tussen de voormalige stichting Welzijn Ouderen, de stichting Welzijn (jeugd- en jongerenwerk) en het steunpunt Mantelzorg. Diverse functies zijn daarnaast in de stichting ondergebracht: Signaleringsnetwerk, Sociaal Raadsvrouw, Mantelzorgondersteuning, Buurtbemiddeling, alsmede het Wmo loket.
18
Voor 2010 e.v. is het afsluiten van een meerjarig budgetcontract met prestatie afspraken per beleidsterrein, het eerste actiepunt. Over de financiering van de diverse werkterreinen zijn inmiddels meerjarige afspraken gemaakt (2010 – 20112). Verder worden in 2010 een aantal evaluatietrajecten afgerond: Jeugd- en jongerenwerk, Mantelzorgondersteuning, Buurtbemiddeling en Wmo loket. De evaluatie van het Wmo loket heeft geleid tot de wens om tot samenwerkingsafspraken te komen tussen de gemeente en stichting Binding over de positionering van het loket en de afspraken en waarborgen die daarmee samenhangen. Het gaat dan om afspraken inzake de onafhankelijke positie van het loket, privacy waarborgen etc. Tenslotte wordt vanaf mei 2010 een pilot met de RSD voortgezet, waarbij bij het loket de bestaande spreekuren van de RSD verbreed worden in nauwe samenwerking met het Wmo loket. Welke keuzes zijn er Op dit moment is dat nog niet te bepalen. Keuze college Uitgangspunten voor het collegebeleid zijn: • De evaluatietrajecten dienen te leiden tot heroverwegingen ten aanzien van de door Binding uit te voeren prestaties de komende jaren. • De samenwerkingsafspraken tussen gemeente en Binding over de positionering van het Wmo loket leiden tot een Convenant tussen partijen. • De verbrede RSD spreekuren worden eind 2010 geëvalueerd. Uitgangspunt voor het college is dat er een goed functionerend lokaal aanspreekpunt is voor de RSD in Wijk bij Duurstede. Dit maakt ook onderdeel uit van de strategische heroriëntatie van de Regionale Sociale Dienst. Besluitvorming hierover vindt eveneens in 2010 plaats. • Wat betreft de financiën voor het lokaal loket, gaat het college uit van ‘ontschotting’ van de huidige beschikbare middelen voor de RSD (zie ook het onderdeel RSD). Sportvoorzieningen (incl. het op afstand plaatsen) De nieuwe sportvoorzieningen in Wijk en Langbroek worden vanuit de gemeente overgedragen aan de Stichting Wijksport en Stichting Sportvoorziening Langbroek i.o. (SSL). Het gaat dus met name om de nog nieuw te realiseren sporthallen/zalen en velden, waarvoor wel geld is gereserveerd, maar waarvan het beheer anders wordt geregeld dan nu het geval is. De gedachte is dat het in zelfbeheer geven van de voorzieningen de gemeente op termijn minder kost en de eigen verantwoordelijkheid van de samenleving wordt versterkt. In het kader van Trap op / Trap af wordt onder andere gekeken hoeveel subsidie instellingen in natura ontvangen. Hiermee wordt een beeld verkregen van de uitgaven die indirect ten gunste komen van bepaalde beleidsterreinen. De verwachting is dat rond de zomer het beeld voldoende duidelijk zal zijn voor verdere besluitvorming en uitvoering Welke keuzes zijn De resultaten van bovenstaande geven aan welke keuzemogelijkheden er zijn in het beheer van de accommodaties en het opdracht geven tot uitvoer van werkzaamheden. Daarbij wordt ook de bezuinigingsopdracht ‘Trap of, trap af’ betrokken. Ook op het gebied van investeringen in sportvoorzieningen kunnen keuzes worden gemaakt, hoewel de meeste projecten wel zeer ver gevorderd zijn.
19
Keuze college Het college kiest er voor om de ingezette investeringen in sportvoorzieningen af te ronden (Mariënhoeve, Oranjehof, Sporthal Cothen). In de aanloop naar de begroting wordt uitgewerkt hoe we om gaan met het vraagstuk van beheerkosten (subsidie in natura).
Integraal huisvestingsplan onderwijs In overleg met de scholen en instellingen wordt een Integraal HuisvestingsPlan (IHP) voor de periode 2011-2020 opgesteld. Dit plan heeft betrekking op de schoolgebouwen en Brede Scholen en de daarin gevestigde instellingen, waaronder scholen, Kinderopvang en andere voorzieningen. Welke keuzes zijn er De keuzes worden mede bepaald door de functies en plaatsen van instellingen binnen Onderwijshuisvesting. Keuze college Het college kiest voor het zo snel mogelijk afronden van de gesprekken met primair het onderwijs en met de andere in het proces betrokken instellingen ten behoeve van de huisvesting primair onderwijs. Sociale Werkvoorziening BIGA De uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening ligt bij Biga groep bv. Hiervoor is een contract afgesloten voor de periode tot en met 2014. De vaststelling van het Wsw-budget per gemeente wordt bepaald door het aantal Wswgeïndiceerde inwoners. Dit is inclusief de inwoners die op de wachtlijst staan. Op dit moment is de wachtlijst klein. Uitgangspunt is verder dat er de komende tijd meer arbeidsplaatsen in Wijk bij Duurstede worden gecreëerd, zodat Wsw-ers niet gedwongen worden om in Zeist te gaan werken. Ook hierover zijn met de Biga groep afspraken gemaakt. Tenslotte dient de afronding plaats te vinden inzake de overeenkomsten met Biga voor extra personele kosten in verband met de overdracht van ambtelijk personeel van de SWZ naar Biga. Welke keuzes zijn er Het risico is dat de rijksbijdrage de komende jaren gaat dalen. Ook is het mogelijk dat er grote wijzigingen komen bij de uitvoering van de Wsw. Indien Biga groep bv hiermee niet akkoord gaat wordt de rekening bij de gemeente neergelegd. Het college gaat er verder van uit dat de kosten van boventallig personeel en de CAO-wijzigingen gedekt kunnen worden uit de bij de jaarrekening vastgestelde beschikbare gemeentelijke voorziening. Ook zullen de afspraken uit het contract nagekomen dienen te worden. Op basis van de ervaringen in het komende jaar zal een discussie gestart worden over de toekomst van de sociale werkvoorziening op de middellange en lange termijn (na 2014). Tenslotte speelt de discussie over het onderbrengen van de gemeenschappelijke regeling Swz bij de regionale sociale dienst. Keuze college Eerder is als bestuurlijk uitgangspunt gekozen voor een samenhangend beleid voor inwoners uit Wijk bij Duurstede en de regio die ondersteuning nodig hebben en bij het vinden van een arbeidsplaats. In die zin is een samenvoeging van de verschillende gemeenschappelijke
20
regelingen op dit gebied een logische stap. Voor mensen in de sociale werkvoorziening geldt dat er meer mogelijkheden dienen te zijn op de lokale arbeidsmarkt. Het door Biga ingezette beleid dient hierop te worden getoetst. Het college houdt vast aan het in gang gezette beleid en op basis van inhoudelijke en financiële rapportages wordt dit beleid zo nodig aangepast. Programma 5 Bedrijfsvoering A. Regionale samenwerking met gemeente Bunnik De ambtelijke samenwerking met de gemeente Bunnik krijgt de komende twee jaar verder vorm. Het management van beide organisaties heeft begin 2010 uitgesproken dat samenwerking tussen Bunnik en Wijk bij Duurstede de norm is. Andere samenwerkingsverbanden met gemeenten behoren overigens ook nog steeds tot de mogelijkheden. Wij willen met de samenwerking bereiken dat de continuïteit en de kwaliteit van beide gemeentelijke organisaties, met bestuurlijke autonomie en een eigen lokale identiteit, gewaarborgd kunnen blijven in de komende jaren. Maar in de eerste plaats willen wij bereiken dat de organisaties elkaar (leren) kennen en dat er op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid (samen) wordt gewerkt. Daarom zal er de komende twee jaar geïnvesteerd worden in contacten op management- en medewerkerniveau, kennisuitwisseling op beleidsvoorbereidend en –uitvoerend terrein, afstemming van de inkoopagenda’s, gezamenlijke aanbestedingen op het gebied van beheer van de openbare ruimte en het gebied van bedrijfsvoering, tijdelijke uitwisseling van personeel, creëren van gedeelde functies (zoals op het gebied van inkoop en bijzondere opsporing reeds is gebeurd) en nieuwe taken samen oppakken. Via een projectmatige aanpak zullen deze activiteiten door beide organisaties gezamenlijk worden uitgevoerd. B. Andere samenwerkingsvormen Andere samenwerkingsverbanden met gemeenten op het gebied van specialistische functies worden onderzocht. Daarbij wordt rekening gehouden met het eigene van Wijk bij Duurstede. Voor projecten die vaker voorkomen en die een langere looptijd hebben en die in omliggende gemeenten qua principe ook aan de orde zijn, kan het zinvol zijn om met die gemeenten tot een gezamenlijk bureau te komen. Daarin kunnen de relevante disciplines worden bijeengebracht. Dat biedt kennisoverdracht, terugvalopties in het geval van ziekte en verlof, vermindering van externe inhuurt (of eventueel delen van de kosten van externe inhuur) en is kostenbesparend. De capaciteit op het beleidsterrein handhaving is zeer beperkt. Het is daarom zinvol om te bezien of met aangrenzende gemeenten afspraken gemaakt kunnen worden over een gezamenlijk handhavingteam. Welke keuzes zijn er In hoofdlijn is de keuze om alles zelf te doen, of om waar mogelijk samen te werken met andere gemeenten. Keuze college Het College kiest er voor om waar mogelijk samen te werken met andere gemeenten. Dit om de kwetsbaarheid die inherent is aan de omvang (in fte’s) van de eigen organisatie te verminderen, alsmede om de toenemende complexiteit van de uit te voeren taken het hoofd te kunnen bieden.
21
22