'.;"^K
K I ''I
^:
.» -•• *-
•** fl ^ H ^'^^V ■*^#<--.'-:-
--
^':v
? / I
J
^«K;.;
^-.^
■
^>
'é.
■
M#-*|
■-
r^
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE Brjg.^p^?
MÄDY ..«y
Eersl passende muziek uitzoeken
ï^' v .|f i^
< i
Li
i' i IfaB^
!
um
*■
,
E
i
Api'
*■-
ä*r*
F7< ■'lm
■
De bekende Ufa-ster Mady Rahl, die zooveel succes oogstte in „Der geheimnisvolle Mr. X.", „Blinde Passagiere", „Gässchen zum Paradies", „Truxa", „Eine Nacht im Mai" en „Fräulein", moet als zoovele andere filmactrices vooral zorgen, dat zij lenig blijft. Als zij dan ook een dag niet filmt, ontvangt zij thuis haar dansleeraar en oefent met hem vlijtig de nieuwste passen. Onze fotograaf heeft deze oefeningen op de gevoelige plaat vastgelegd.
...
'
^a#
NOTRE DAME DE PARIS Boven: een massa-scène uit deze nieuwe RKO-Radio-film Rechts: Charles Laughton als „Quasimodo"
die ondanks zijn jaren en het leven, dat hij heeft geleid, het hart heeft van een jongen. Georges verdeelt zijn uren tusschen het eenvoudige familiepension, waar hij zijn intrek heeft genomen, en de kleine kroegjes, waar hij zijn zoogenaamde vrienden ontmoet, die eigenlijk niet veel meer zijn dan mislukkelingen, die zich bedrinken op zijn kosten. Georges verveelt zich. Hij gaat nogal veel om met een zekeren Derainge, die zich uitgeeft voor romanschrijver, maar die sedert vijftien jaar geen letter heeft geschreven, en den jongen Frossard,
Georges. Derainge (Tramei) en Frossard (Pierre Brasseur) (Uernière jeunesse). N.V. Succes-toonfilrr, »Rolverdeeling: 01
5
P/ "^, ^arcelk; •-■ ï;r0ssard ; °erain9e Ue baas van het familiepension ^n vr°uw Marie, hun dochter Jeannette, dienstmeisje Michelm, een pensiongast Reynaud, een andere gast Eigenares van het hotel
Raimu Jacqueline Delubac Pierre Brasseur Tramei René Genin Alice Tissot Helena Manson Raymone Rivers Cadet Deniaud Palmyre Levasseur
De dronkaard Ue baas van het café Yvonne, dienstmeisje in het café ben vnend van Frossard °e keliner °e caifière De verkoopster
pierre Labry Monique Joyce Armand Larcher Brochard Amy Colin
die leeft van de opbrengst van minder eerlijke manipulaties. Op een avond, als Georges, die meer gedronken heeft dan gewoonlijk, thuiskomt, loopt hij tegen een arm meisje op, waarmee hij, beneveld als hij is, een gesprek begint. Het ongelukkige kind, dat Marcelle heet, is uitgehongerd. Goedhartig als altijd, neemt Georges haar mee om zich te warmen en wat te eten én als zij niet weet, waar zij heen moet om te slapen, stelt hij haar voor om den nacht bij hem door te brengen. Als Georges niet een beetje dronken was geweest, zou hij dit zeker niet hebben gedaan, want hij weet maar al te goed, dat de pensionhoudster op dit punt geen grapjes verstaat en zorgvuldig waakt voor den goeden naam van haar huis. Om de zaak nog ingewikkelder te maken, wordt Marcelle verliefd op Georges. Maar zij is er nu eenmaal en hij kan haar toch niet op straat zetten. Ze blijven dus samen in zijn kamer. Marcelle zal in het bed slapen en Georges in zijn leunstoel. Bij het krieken van den morgen, als zijn gedachten weer helder worden, neemt hij zich voor, het meisje uit zijn kamer te zetten. Maar de sleutel is zoek geraakt. Het duurt natuurlijk niet lang of iedereen in het pension weet van het „schandaal". Georges wordt de deur uitgezet en huurt een kamer in een hotel. Marcelle neemt hij maar mee, want zij weet immers niet, waarheen zij zal moeten gaan! Als hij het meisje eens goed bekijkt, vindt hij haar wel knap. Maar zijn gevoelens gaan niet verder dan een teeder medelijden. Om haar te helpen en haar een pleziertje te doen, neemt hij zich voor, haar opnieuw in de kleeren te steken. Nu voltrekt zich echter een algeheele verandering aan het meisje. De mooie nieuwe kleeren maken een ander wezen van haar. Als een aantrekkelijke, charmante jonge vrouw verlaat zij den winkel, dien zij als een slordig armoekind had betreden. Nu komen er in Georges ook andere gedachten op en hij wordt hartstochtelijk verliefd op zijn beschermelinge. Als zij terugkeeren naar het hotel, maakt hij zelfs riizie met een jockey, die zijn vriendinnetje het hof wil maken. Georges kan de vrouw, die hij liefheeft, niets meer weigeren. Op zijn verzoek heeft Frossard gezorgd voor een keurig appartement in de buurt van de haven. De verandering in de levenswijs van zijn ouden vriend is echter in het geheel niet naar den zin van Derainge, die geen gelegenheid voorbij laat gaan om Georges belachelijk te maken. Hij gaat zelfs zoo ver, te insinueeren, dat Frossard verliefd is op Marcelle. En wat hij zegt is waar. Als Georges op een keer thuis komt, vindt hij daar Frossard, die flirt met Marcelle. Hij beveelt Frossard weg te gaan. Dit is het begin van een pijnlijke scène, een reeks van scènes liever, want Marcelle, die haar toekomst verzekerd ziet, blijkt een gevaarlijke coquetterie te bezitten. Zij heeft er plezier in de jalouzie van haar minnaar op te wekken, hem belachelijk te maken, hem uit te schelden zelfs. Zij eischt zelfs, dat hij haar iederen dag een uur zal laten doen, waar zij zin in heeft, zonder dat hij haar eenig verwijt maakt. Het is duidelijk, dat dit verkeerd moet afloopen. Op een avond gaat Marcelle dansen met Frossard, ondanks Mf .[verbod van Georges. Zij zijn beiden
Redgie
Sonia
Gobar
eorges is een gewezen koloniaal, die, na dertig jaren van harden arbeid, een aardig spaarpotje heeft gemaakt en zich in Rouaan gevestigd heeft. Het is een kloeke, oersterke kerel, die tegen de vijftig loopt, een beetje barsch van manieren, maar Marcelle en Derainge drcelle en Georges
opgewonden en krijgen ruzie. Frossard bemerkt al spoedig, hoe doortrapt Marcelle is en in een plotselingen luim brengt hij haar weer thuis, bij Georges, dien hij de geheele waarheid vertelt. Georges maakt geen beweging. Maar in zijn zak klemt hij zijn hand om zijn revolver. Zal hij schieten? Neen. hij kan Marcelle dooden zonder een revolver te gebruiken! Op koelen toon verzoekt hij Frossard heen te gaan. Zoodra deze weg is. gaat Georges, naar de kamer, waar Marcelle is. Als hij binnenkomt, ziet zij aan zijn gezicht, dat hij een besluit heeft genomen. Zij haalt onverschillig haar schouders op en zegt: „Je kunt me gerust doodmaken." Langzaam gaat Georges op haar toe. Zijn handen sluiten zich om haar hals en hij worgt haar. Als hij zijn vreeselijke daad heeft volbracht, loopt hij waggelend naar buiten, naar het water, waar hij zijn onuitsprekelijk leed zal vergeten
Personen: Lisa
Karin
Hardt
Martin ;
Hans Nielsen
Erika Wendland
Hilde Körber
Peter Wendland ... E. F. Fürbringer arin Bundschuh
Lotte Lang
fdi
Gusti Wolf
Balthasar Huber Sta
si
Carl Wery Joseflne
Dora
Het is Carnaval....!! Een paar dagen van zorgeloos plezier en feestvieren! In den nachttrein naar München zitten twee jonge menschen, die beiden om beroepsredenen daarheen reizen. Martin om zijn betrekking als architect te aanvaarden — Lisa heeft zich als leerling bij de Modeschool laten inschrijven. De nachtelijke reis brengt beiden tot elkaar. Zij voelen een sterke sympathie in zich ontwaken en, in München aangekomen, maken zij de afspraak elkaar naderhand op een der bekende pleinen aldaar te ontmoeten. Als Lisa bij haar vriendin Hedi, een luchthartig balletmeisje, bij wie zij zal inwonen, aankomt, blijkt de carnavalspret reeds in vollen gang! Tenminste. Hedi komt thuis van een feest met een flinken kater èn met een vriend. Deze vriend nu toont al-dadelijk te veel belangstelling voor de kleine Lisa en hij is dan ook de oorzaak van de vele moeilijkheden, die 't jonge meisje te doorstaan krijgt. Op 't uur, waarop Lisa en Martin elkaar zouden treffen, zijn zij beiden inderdaad op de afgesproken plaats aanwezig. Helaas kunnen zij elkaar niet bereiken door de grootc optochten en massa's feestvierende menschen, die telkens over 't plein trekken en Lisa gaat naar huis met 't teleurgestelde gevoel, dat Martin haar nu reeds ve|geten heeft.
Hierdoor komt 't ook, dat zij 's avonds op 't atelierfecst, waarheen zij met Hedi gegaan is, in 't geheel geen plezier heeft. Tot overmaat van ramp is Hedi's vriend ook weer op dit feest aanwezig en zorgt voor de noodige verwikkelingen, waardoor Martin, die daarbij betrokken is, in een steeds slechter blaadje bij Lisa komt te staan. Als Lisa's verdriet zijn hoogtepunt bereikt, komt de redding in de gestalte van den sympathieken Dr. Peter Wendland. Bij 't vorige carnaval is Wendland door zijn vrouw verlaten. Hij kan haar nog immer niet vergeten en doet dus met gemengde gevoelens mee aan de carnavalspret. Daardoor ook kan hij zich Lisa's troostelooze stemming indenken en ontfermt zich over 't meisje. In zijn woning vindt zij een gastvrij tehuis gedurende de carnavalsdagen. Inmiddels is Peters vrouw, Erika, die ingezien heeft, welk een domheid zij beging, naar München teruggekeerd. In eenzelfde kostuum, als zij het vorige jaar droeg, toen zij hem verliet, en in dezelfde omgeving, wil zij haar man terugzien, hopend hem weer voor zich te winnen! Het toeval wil, dat Wendlands huishoudster, die haar patroon over zijn verdriet heen wil helpen, het oude kostuum van zijn vrouw aan Lisa geeft, om met hem naar het operabal te gaan, waar ook Martin, die aldoor vergeefs naar zijn vriendinnetje uit den trein gezocht heeft, komt. Zoo komt het, dat er op het operabal twee vrouwen in hetzelfde kostuum rondloopen, waardoor de vergissingen niet van de lucht zijn. Ontgoocheld gaan ten slotte zoowel Lisa als Martin en Erika naar huis. Eén is er slechts, die gedurende deze dagen een beetje vreugde heeft beleefd, Wendland. Hij heeft sympathie voor zijn beschermelingetje opgevat en neemt haar mee naar zijn landgoed, waar zij een rüstigen dag doorbrengen en waar hij haar vraagt zijn Lotte Lang vrouw te willen worden. Intusschen hebben Hedi en Karin, een kennis van Peter en zijn vroegere vrouw alles vernomen omtrent de vele misverstanden, die vier menschen dreigen ongelukkig te maken. Zij spannen zich er voor, alles weer in orde te brengen. Het is de laatste avond van 't carnaval; Erika en Lisa verschijnen beiden weer in hetzelfde kostuum op het bal. Terwijl Peter Wendland, in de overtuiging Lisa tegenover zich te hebben, zijn eigen vrouw bekent, dat voor hem deze episode slechts een mooie carnavalsherinnering zal blijven, doch dat hij Erika toch nooit vergeten kan, zijn Lisa en Martin in een feilen woordenstrijd gewikkeld. Wanneer, na lang praten, Lisa eindelijk van Martins liefde en trouw overtuigd is en zij zich weer met elkaar verzoenen, blijken zij inmiddels op 't plein aangeland te zijn, waar zij elkaar volgens de afspraak in den trein zouden ontmoeten. Gusti Wolf en Karin Hardt
Karin Hardt, E. F. Fürbringer en Joseline Dora ' "^-^
wm
5 C H E
V R fl fl K
(..Within the law"). Regie: Gustav Machaty. Mary Turner Ruth Hussey Richard Gilder Tom Neal Joe Garson Paul Kelly Cassidy William Gargan „Engelsche Eddie" ... Paul Cavanagh Agnes Rita Johnson
Metro-Goldwyn-Mayer-film. Mr. Gilder Samuel S. Hinds June Lynne Carver George Demarest Sidney Blackmer Helen Morris Jo Ann Sayers Verkoopster Ann Morriss
ij het begin van dit verhaal is Mary Turner, een knap en flink meisje, verkoopster in het groote warenhuis van Gilder & Zn. Zij wordt het slachtoffer van een afschuwelijk misverstand. Huisdetectives. op zoek naar stelende employees, ontdekken juwcelen in Mary's kleedkastje en de oude Gilder en zijn advocaat bewerkstelligen, dat zij als de langgezochte schuldige naar de vrouwengevangenis gestuurd wordt. In die gevangenis ontmoet zij Agnes, een reeds eerder veroor-
deeld meisje, dat in een milieu van misdaad is opgevoed, maar niettemin oprecht hartelijk en kameraadschappelijk voor haar voelt. Zij geeft Mary den raad uit de gevangenisbibliotheek het minst gelezen boek, het Wetboek, te halen en met behulp daarvan in haar straftijd na te gaan hoe zij zich op Gilder zal kunnen wreken. Dit verandert Mary geheel. Zij leert de leemten in de wet kennen en. zelf het onschuldig slachtoffer van een wetsfout, wil zij na haar straftijd, hoewel met een schuldig geweten, daar haar voordeel mee doen. Zij volgt Agnes in het milieu, waar deze thuis hoort en door haar toedoen wordt de ..gang" van Agnes door oneerlijke, maar niet onwettige praktijken, rijk. Mary's aandacht richt zich uiteraard op het vermogen van Gilder. Daardoor maakt zij kennis met zijn zoon. En deze wordt verliefd op het gevaarlijke meisje. Het zal het hoogtepunt yan haar wraak zijn, den jongen Gilder te trouwen en dan tegenover den vader te verklaren wie zij is. En inderdaad spreekt zij op een gegeven oogenblik de beslissende woorden tot den ouden Gilder: ,,U ontnam mij
Ruth Hussey mijn naam en gaf mij een nummer. In ruil daarvoor heb -ik U thans uw naam ontnomen." Maar de jonge Gilder houdt teveel van Mary om haar op te geven. De climax komt, wanneer de „gang" van Agnes uit het huis van Gilder een, naar voorgegeven wordt, onbetaalbaar schilderij wil stelen. Mary's geweten begint thans te spreken; zij wil deze laatste misdaad verhinderen. In de verwarring wordt een der dieven gedood en nog tracht Mary de schuld op den jongen Gilder te werpen in plaats van op den waren dader, Garson. Deze echter, die Mary reeds lang in het geheim vereerde, komt er rond voor uit, dat hij het noodlottige schot gelost heeft. En Mary ziet thans in, dat haar wraak ten slotte alleen leed over anderen en in de eerste plaats over haarzelf heeft gebracht. Zij zal aan de zijde van den jongen Gildcr een nieuw en eerlijk leven beginnen. Rita Johnson en Ruth Hussey
Regie: Anthony Asquith en Leslie Howard 15
"W" f?12* ;,• P°oll?ie Mrs. Higgins ., Pickerin9 Mrs. Pcarce ™dle ara |t!har K Paty M«. Hill X623111,6, Geestelijke
Leslie Howard Wendy Hiller Wilfred Lawson
.zsm*
Marie Lohr
Scotts Sunderland jean CacJell David Tree Leucen MacGrath Esme Percy Everley G
Violet Vanbrugh Q B. Clarence Filmex-film
EU«a biedt bloemen Ie koop aan t
|Eli«a voelt weinig vooi een bad
Onder de facade van den schouwburg staat een zeer gemengd gezelschap te schuilen voor het neergutsende hemelwater. Daar is allereerst professor Higgins, de beroemde spraakleeraar, die den tijd tracht te korten met uit het dialect van de hem omringende menschen vast te stellen, waar zij vandaan komen. Op deze wijze maakt hij kennis met de zeer aristocratische mevrouw Eynsford Hill, haar dochter en haar i zoon Freddie, alsmede met een groezelig bloemenverkoopstcrtje, Eliza Doolittle, welke jongedame hij een flinke reprimande geeft over de slechte uitspraak van haar moedertaal. Dan maakt zich uit de groep een heer los, die kolonel Pickeripg blijkt te heeten en een juist uit Indië terugkeerende collega van den professor is. Uit de conversatie van de beide beeren verneemt Eliza den naam en het adres van den professor en 's avonds in haar armelijk kamertje overdenkt zij zijn woorden. Zij zou het eigenlijk wel prettig vinden, beschaafd te leeren spreken en niet meer uitgelachen te worden. De professor kan haar deze kunst bijbrengen En zoo maakt zij haar entree in huize Higgins, waar zij groot opzien baart. De professor gaat met Pickering een weddenschap aan, dat hij binnen enkele maanden van dit ordinaire schepsel een elegante dame kan maken, die zich in het voornaamste milieu kan bewegen. De weddenschap wordt aangenomen en Eliza ondergaat haar eerste bewerking, n.1. een bad, bij welke operatic zij schreeuwt en gilt, alsof ze vermoord wordt. Inmiddels is Eliza's vader ten tooneele verschenen en hij verklaart den professor, zijn dochter slechts voor dit experiment te willen afstaan, indien hij daarvoor een behoorlijke vergoeding ontvangt. Higgins stemt hierin toe. Eliza blijkt inmiddels een zeer vlugge leerlinge te zijn en reeds spoedig heeft zij dusdanige vorderingen gemaakt, dat Higgins het aandurft, haar op een tea bij zijn moeder te introducecren. Deze gelegenheid, waarbij zij de aristocratische familie Hill opnieuw ontmoet, bezorgt den professor een leelijke teleurstelling. Eliza spreekt wel is waar op beschaafden toon, doch zij zegt onbeschaafde dingen. Spoedig neemt hij echter op schitterende wijze revanche. Hij introduceert zijn beschermelinge op een bal bij den gezant en daar blijkt, dat het experiment volkomen geslaagd mag heeten. Thuisgekomen verklaart de onverschillige Higgins, blij te zijn, dat alles nu afgeloopen is. Eliza heeft groote genegenheid voor den professor opgevat en staat verslagen. Zij slingert Higgins eerst zijn pantoffels en vervolgens de hevigste verwijten naar het hoofd. De professor is onthutst, doch als hij den volgenden dag ontdekt, dat het meisje spoorloos verdwenen is, wordt hij er zich van bewust, dat hij behoefte heeft aan haar aanwezigheid. Hij laat haar dadelijk- opsporen en Is zeer verwonderd te ontdekken, dat zij naar zijn moeder gegaan is en pertinent weigert, met hem naar huis terug te keeren. De film eindigt dan met een scène, waarin Higgins een grampfoonplaat van Eliza's stem kapot maakt. Bemerkende, dat zij in de kamer is, wil hij zijn ontroering niet laten blijken en vraagt haar met norsche stem, waar zijn pantoffels zijn
\0t&
ê^l
;**>.>'<>*>. «<
»• *ê
: e*
'»\ .#
_'".■>:■■.
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
T"
VAN LEZER TOT LEZER Op d«» pagina kunnan onz« abonni'«, ondar da „Rullrubriak", gratl* aan »dvartantia plaatsen, waarin zij lats aanbladan in ruil voor lat« andar«. Oasa plaatalng ii gahaal gratl*. maximaal 10 ragali par advertentie. Advartantla*, waarin voor» werpen ta koop worden aangabodan of gevraagd, woningen te huur worden gevraagd of ta huur aangabodan, dianttan worden aangabodan, anzoovoort, enzoovoort, worden onder da rubrieken „Ta koop aangabodan", „Ta koop gevraagd" en ..Dlvarian" geplaatst en berekend tegen S eU. par regel, minimum vijf regels.
TE KOOP AANGEBODEN Te koop : meisjesrijwiel, merk Fongers, dubb. remmen. Bos, Zaandammerpl. 38-1, A'dam (C).
„Is het niet saai 'altijd maar zoo alleen te zitten?" „Weineen I Er is altijd wel een of andere idioot, die blijft staan kijken I"
Te koop : Electrodynamische luidspr.. ƒ 10.—. Sumatraplantsoen 23h, A'dam (O.). „Hier kunnen we rustig even eten!"
Te koop: een prima filmtoest. m. 7 filmpjes, compl. ƒ 10.—. Loosduinscheweg 633A, Den Haag. Te koop : een bl. gabardine jas, gr. m. Na 6 u. A. Idenburg, Pieter Nleuwlandsstr. 65-1, A'dam (O.). Te koop: mass, eiken schoorsteen ƒ5.—, I w. d. jas I. m. maat 42, ƒ0.75, 1 z. d. jas I. m. maat 48. ƒ0.75, 1 p. d. overschoenen m. 39, ƒ1.25, w. linn. kleedje gebord. vierkant, 75 CM. ƒ 1.25, w. kt. D.M.C. geh., 45 cM. rond. ƒ.1.25, v. visschersg. ƒ1.—, ovaal kl, v. visschersg. 42—34 cM., ƒ1.— gebreid. Van 1—3 afw. Mej. Zabel, Westerkade 3-1II, A'dftn (C).
RUILRUBRIEK Wie stuurt mij Haka, D.E. en Sneeu wwttchloor Letters E en Klokzeep-b. ? Ik kan elke soort b. terugsturen. Hoppenbrouwer, Noordwijkerweg 66, Katwijk a.d. Rijn. )k heb te ruilen meisjesgoed voor een meisje van 3—8 jr. Z.g.a.n. 1 manteltje, 1 Jasje en 5 Jurken, ook 8 Jaar, en I p. br. voetbalsch- m. 36—37, 1 krulwagentje, 1 schommel m, plank en 10 ballen. Jobse, Ie Conradstr. 116-1II. Amsterdam. Te rullen : 24 lantaarnplaatjes „Gezichten uit Nederland", ongekleurd. 12 lantaarn pi, gekleurd „Jan de Brandweerman", form. 8a x 8a. voor andere lantaarnpl. form. 8' x 8'. Liefst Kerstverhalen. Jan Hartjes, v. Bossestr. 99-1, A'dam (W.). Oratis kunt u gangbare bonnen, die u niet spaart, rullen voor wat u wil spaart en tekort komt. Bij zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniël Willinkpiein 41, A'dam.
Ruilen : 6 Verg. H., 5 Hille, 28 b. Patrla VI. Holl., 36 Patrla Luchtv. alb., 2 pi. VI. Holl. no. 95 en 120, l2o, 20 pi. Alb. I, i
pi... Alb.
fi.' 28 pi.
Alb. III van Dobbelm., 29 pi. Indl«, 2 Java I, 7 Java II, SvHet water op en 9 b. Droste voor Patrla VI. Holl.no. 119. Honing Vliegtu|g-b. en b. laatste 2 uitg. Verk. J. Brand, Dahliastr. Sa, Hillegersberg. Wie ruilt 2 mooie sierduifjes (Meeuwtjes) m. hok voor iets anders? Wouwermanstr. 24, Den Haag. Te rullen : een mooie ronde vogelkooi voor 75 Droste, Duifm., Klokzeep, D.E.-p., of voor 25 cents Jamln-b. ■ ook 87 Sneeuwwitchloor lt. letters 8s — 41 — 5v — 5a — 3k — 9n — 41 — 4z — 5d — 5h — 5b — 2g — 4w — 3u — go — Br — 2m — 5t. Deze letters zijn ook te ruilen voor bovengenoemde b. J. Wentlnk, Hoogravenscheweg 106, Utrecht. Ik heb 41 Hille-b. Artis te rullen voor Verk.-b. of pi. v. 2de Artis-alb. of voor Sunlight of Radion-b. Nleuwkamp, Slatuinenweg 63, A'dam (W.).
ABONNE'S OP DIT BLAD. Dienstmeisje (dat nogal een hoogen dunk van haar uiterlijk schoon heeft): „In mijn vorige betrekking stond ik op een ochtend eens heel vroeg op en verraste toen een inbreker." Mevrouw: „Nou, ik kan'me voorstellen, dat hij verrast was!"
welke in onze registers zijn ingeschreven en in hei bezit zijn van een door onze administratie afgegeven polis, zijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden: f2000.- bij levenslange invaliditeit; f600.- bij overlijden; f400.- bij verlies van een hand, voet of oog; f75.- bij verlies van duim of wijsvinger; f30.- bij verlies van een anderen vinger, een en ander ten gevolge van een ongeval. Eveneens zijn onder de verzekering begrepen ongevallen tijdens militairen dienst in het Nederlandsche leger, uitgezonderd ongevallen, voorkomende tijdens burgerlijke onlusten of tijdens deelneming aan een oorlog (hieronder begrepen het geval, dat vijandelijkheden in feite een aanvang hebben genomen zonder oorlogsverklaring). Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, tram of autobus, enz. overkomen ongeval, waarin verzekerde als gewpon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f3000.— en de uitkeering bij overlijden op f 1000.— De uitkeering dez^r bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam. Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3 x 24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook ai meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn.
Anders vervalt het recht op uitbetaling. „Maar is die hoed ook beslist praciisch, juffrouw?"
- 2
UIT ONS EIGEN LAND 1-2. De vrouwelijke brandweer in de hoofdstad. - De eerste speciale damescursus van de Vrijwillige Luchtbeschermingsbrandweer, georganiseerd door de Vakbrandweer, is verleden week beëindigd. De kranige dames in actie tijdens een „avondblussching". 1. De standpijp wordt aangeslagen. 2. Water!
L rt
;.....■.-
3. Terwijl tot voor kort de militaire wacht, die het Koinklijk Paleis te Amsterdam, betrokken heeft, in de Paleisstraat werd afgelost, geschiedt dit thans op de kleine steentjes vóór het Paleis op den Dam. Er is steeds een gfoot aantal nieuwsgierigen present om hei schouwspel gade te slaan.
4. Verleden week heeft H.M. de Koningin een inspectie-bezoek H.M. bij aankomst aan het station.
gebracht
aan
'
Vlissingen.
P
f'■-,-
. :r
■
FTt*'
^roji 5. Het stoffelijk overschot van den 26-jarigen Duitschen vlieger J. Rexin, die nabij Roermond neerstortte en om het leven kwam, opgebaard in het St.-Laurentiuszlekenhuis, terwijl vier Nederlandsche officieren de eerewacht betrokken hebben.
•
6. Z.K.H. Prins Bernhard bracht namens H.M. de Koningin een bezoek aan de Frederikskazerne te 's-Gravenhage. De Prins (x) bij het inrijden der paarden in den ring.
Wat zullen we er nu bij schrijven? — Lieve paps, hoe maakt u het? ■ De Sint komt ook naar u toe en wij geven hem een pakje voor u mee. We hopen, dat u er erg mee in uw schik zult zijn...
VOOR VADERS SCHOEN, „ERGENS IN NEDERLAND" 11», kinderen, dit jaar U Vader niet thuit, en daarom moeten we , hem met Sinterklaas een« extra bedenken en een pakje naar hem sturen. Eens zien, wat zullen we er In doen? Tabak, sigaren, en natuurlijk ook chocolade, want daar houdt hij zoo van. En wat zullen we hem dan nog meer sturen? Laten we er eens goed over denken...
-• . 2
Jantje heeft al zijn zakgeld opgespaard. Nu heeft hij pre■ cies één gulden. Wat kun je daar ai niet voor koopen!
Het wordt weer St. Nicolaas,
en vooral van de jongeren onder ons klopt
het hart reeds vol verwachting... Maar dit jaar is
Vader niet thuis!
Hij is
bij onze
.jongens", ,.ergens In
Nederland". Dat is natuurlijk erg jammer, want zoo'n echt huiselijk feest als Sinterklaas kan eigenlijk niet goed
gevierd worden zonder dat Vader er bij
is. Doch het kan nu eenmaal niet anders, en voor Vader is het natuurlijk nog erger dan voor degenen die thuis zijn I Daarom extra Sint
bedenken, hem
en
vinden?
Sint In
met, een
een
moeten
wij
hem tnaar eens
cadeautje naar hem toesturen. Waar zal
' Ziezoo, kinderen, tabak en sigaren hebben we nu ook. '• Nu gauw naar oma en kijken of zij de handschoenen al klaar heeft.
• Ja, Oma is bijna kiaar. Nog een klein stukje van de '• vingers. De handschoenen moeten in ieder geval ook in het Sinterklaaspak.
kazerne? In een klein Kutje langs een sloot? Op
zijn kamer? In een vliegtuighangar of op een oorlogsschip? Wie weet? Maar Sint zal hem in ieder geval wel jaar pakje
vele
kleine
toesturen,
Jantjes opdat
en hij
weten
Annies zich
den
te
met
ontdekken
en
daarom
zullen
Moeder aan Vader zijn „Sint" per
avond
óók
verheugen
&^^^^ r^fil ^^L. ^^_f ^L^
dit J ^^
w ^^Ê
mag... Het is
natuurlijk niet zoo leuk als anders, maar we zullen hopen, dat Vader het volgend jaar weer thuis is en dat de goede Sint dan ook zijn schoen weer vullen
9
M
•'* -
^^^T^^^^^^l
^^^^^S
^^^mm^i
kan, terwijl deze onder den schoorsteen staat... Q Zoo, nu alles netjes inpakken. Het is een heeleboel geworden. Wat "■ zal vader in zijn schik zijn I Jantje heeft ook nog een heerlijke taaitaai-pop kunnen koopen!
• Q En nu het pak naar het postkantoor gebracht I Wat zouden we graag ' • Vaders gezicht willen zien, als hij het openmaakt! Fijn hoor, dat hij nu ook een goeden Sinterklaas heeft!
IJNEN
Een op onze kust aangespoelde mijn.
•
De uitvinding van de zeemijn gaai terug tot. het Jaar 1800. Toch schijnt zij pas als oorlogswapen in den Amerikaanschen burgeroorlog (1861-'65} toegepast te zijn. Een noemenswaardige rol speelde zij eigenlijk voor het eerst bij de betegering van Port-Arthur, een veertigtal Jaren later, om dan in den wereldoorlog 'n buitengewone beteekenis te verkrijgen, terwijl haar waarde in den huldigen oorlogstoestand vermoedelijk nog grooter zal zijn. Men onderscheidt drijvende mijnen, die echter minder gebruikt worden, omdat zij den mijnenlegger zelf in gevaar brengen, en zinkmijnen, die op den zeebodem verankerd worden. En dergelijke mijn bestaat voornamelijk uit een metalen omhulsel in den vorm van een kogel of van een peer, waarin een groote hoeveelheid springstof en een gloeilngspatroon zijn aangebracht, terwijl bovenop verschillende looden capsules - een soort voelhorens — zijn aangebracht, die galvanisch« elementen en een glazen buisje met chroomzuur bevatten. Stoot nu een schip tegen zoo'n s s voelhoren, dan buigt deze om, terwijl het glazen buisje breekt, waarvan de inhoud in het element LOOPEH loopt, wat het ontstaan van y =UJT3T££MS£l5 een electrischen stroom ten gevolge heeft. Deze stroom doet de springstof explodeeren en dit alles gaat zoo snel in zijn werk, dat het schip, dat de mijn raakt, bijna steeds vernietigd of zwaar beschadigd wordt. Noodzakelijke voorwaarden voor 't functionneeren van zeemijnen zijn: in de eerste plaats een constructie van den ontsteker, welke elke weigering uitsluit, voorts absolute zekerheid van het blijven vastzitten aan de verankering, ook bij het slechtste weer, en niet in de laatste plaats de juiste afstand van de zeemijn tot de wateroppervlakte! Zij mag van uit een vliegtuig niet zichtbaar zijn, maar ook niet te diep aangebracht zijn, daar anders de botsing met het vijandelijk schip uitblijft, 'n eisch, die in het bijzonder met het oog op eb en vloed bij de dicht bij het strand gelegde mijnen, moeilijkheden oplevert. Dit Het meest gebruikte type mijn, dat door soort mijnen wordt overide verankering op 'n bepaalden afstand onder gens soms door een elecde wateroppervlakte wordt gehouden. trische leiding door een
JLL
waarnemer aan land op het Juiste oogenblik tot ontploffing gebracht, doch verliezen 's nachts haar werkzaamheid, indien zij alleen op deze wijze van ontlading zijn aangewezen. Behalve het stalen omhulsel zijn de stalen kabel en de zinker belangrijke bestanddeelen van een zeemijn. De kabel verbindt het anker, ook wel zinker genoemd, met de eigenlijke mijn en regelt tegelijkertijd den afstand van de mijn tot den zeespiegel. De tijdens den wereldoorlog door Duitschland gebruikte carbonietmijn was vóór den oorlog aan Groot-Brittannië aangeboden, doch door dit land als te kostbaar van de hand gewezen. Engeland koos, tot zijn latere spijt, een kleinere mijn, welke slechts het vierde gedeelte van de Duitsche kostte, maar veel slechter functionneerde en daardoor de Engelschen zeer benadeeWe, totdat men in het tweede oorlogsjaar een verbeterd model toepaste. Het voornaamste verschil tusschen de kleinere Engelsche en de meer omvangrijke Duitsche mijn bestond in de wijze van verankering. De Engelschen brachten de mijn op de gewenschte diepte en lieten dan het anker Op den zeebodem zinken. Zoodra dit den bodem raakte, trad er een klem in werking, die de mijn op den gewenschten afstand vasthield. De Duitschers echter lieten het geheel zinken, dus anker, kabel en mijn. Op den zeebodem hield een zoutprop de eigenlijke mijn een tijdlang, genoeg om den mijnenlegger te beveiligen, vast. Als dan de prop gesmolten was, kwam de mijn door een met lucht gevulde ruimte naar boven. Bij het nieuwste Engelsche mijn-model van de Fa. Vickers Armstrong, laat men eerst een gewicht zakken om de gewenschte diepte te bereiken, terwijl bij de zoogenaamde dleptemijnen, die zooals bekend hoofdzakelijk ter bestrijding van duikbooten dienen, antennedrijvers (ontstekingspatronen), die aan kabels boven de mijn drijven, het contact tot stand brengen. Het Internationale Gerechtshof in Den Haag heeft vóór den wereldoorlog een internationale overeenkomst tot stand gebracht, waarbij bepaald werd, dat zeemijnen uitsluitend in de territoriale wateren gelegd mochten worden. Doch reeds in de eerste uren van den oorlog werd deze bepaling overtreden. Elk der oorlogvoerende machten (egde niet slechts talrijke mijnen ter bescherming der eigen kust en rondom de belangrijkste havens, maar haastte zich ook bij den tegenstander den zeebodem er mee te bezaaien. Een eisch, welke meer en meer naar voren komt is, dat mijnen, welke van de verankering losgeraken, automatisch gevaarloos worden; doch helaas is dit niet altijd het geval, en werd in dien tijd ook nog niet noodzakelijk geacht. Zoo heeft menige mijn een schip der eigen partij in de lucht doen springen! Eén enkele linie mijnen is als versperring tegen vijandelijke schepen ontoereikend gebleken. Men fegt daarom verscheidene linies in zig-zag-vorm. Speciaal jNTÊMNB hiervoor geconstrueerde DOBBER machines garandeeren de juiste plaatsing, hetgeen des ie belangrijker is, in verband met de latere wegruiming na het sluiten van den vrede, wanneer de plaats der mijnen precies äf£Pr£fiYAf bekend moet zijn. In den beginne werden de mijnen door gewone schepen gelegd, die meestal als koopvaardijschepen gecamoufleerd waren, om niet te opvallend voor den tegenstander te zijn. Later bediende men zich van speciale mijnenleggers-duikMKEJ? booien. Deze bezitten verscheidene buizen, waaruit, door middel van samen"rnris geperste lucht, de meegevoerde mijnen gestooien worden. Een Duitsche onderzeeboot van het jaar 1917 kon 36 mijnen meevoeren. Hei Duitsche Een door de Engelsche admiraliteit veel bovenwaterschip „Wolf" gebruikte dieptemijn, waaraan een zoogedoorbrak echter in heinaamde dobber is gemaakt in den vorm zelfde jaar het cordon Envan een antenne. Deze mijn is vooral gegelsche patrouilleschepen richt tegen onderzeebooten.
- 6 -
Een duikboot, speciaal bestemd voor het leggen van mijnen.
met 458 mijnen in de laadruimte en bevoer vijftien maanden lang ongehinderd de zeeën. Het schip voer om Kaap de Goede Hoop, door den Indischen Oceaan naar Zuid Australië, Nieuw-Zeeland en Fiji, ging op de terugreis langs Nieuw Guinea, Ned. Oost-lndië, koerste opnieuw om de Kaap en bereikte behouden het Kattegat. Op alle mogelijke punten had het zijn gevaarlijke herinneringen achtergelaten, die wel is waar allen tezamen geen ai ie groote schade aanrichtten, hoewel men op deze afgelegen punten niet over tegenmiddelen beschikte. Want de oude zegswijze, dat tegen elk nieuw wapen spoedig een tegenwapen uitgevonden wordt, werd ook bij de zeemijn bewaarheid. Er werd een zeer goede besirijdingsmethode uitgevonden, de ,.paravane", een soort dobber, welke door een kabel met het te beschutten schip verbonden was en het schip op eenigen afstand en op juiste diepte begeleidde. Verschillende van dergelijke — men zou ze bijna „voelhorens" noemen — dragen belangrijk tot de veiligheid van 't schip bij. Van veel grootere beteekenis werd echter toch een ander afweermiddel, de „mijnenveger". Twee voor dit doel speciaal ingerichte stoomschepen, welke bij 'hun gevaarlijk werk slechts een geringe snelheid ontwikkelen kunnen, zijn door een langen sterken kabel verbonden. Deze kabel wordt door waterballast-aanhangers op da vereischie diepte gehouden en snijdt, zoodra de beide sleepschepen zich in beweging zetten, in het mijnenveld de kabels, waaraan de mijnen bevestigd zijn, door. De mijnen stijgen dan' naar de oppervlakte en worden door een goedgericht schot onschadelijk gemaakt. Treft de sleepkabel echter een der looden uitsteeksels, dan explodeert de mijn, zonder andere schade aan te richten, dan dat de kabel er door vernietigd wordt. In het ergste geval, hetgeen echter slechts weinig voorkomt, geraakt de kabel der mijn met dien van den sleepkabel verward, zonder dezen laatsten door te snijden, waardoor de beide schepen dan zonder het te weten de zoo gevaarlijke mijn medevoeren. Door den veegkabel den vorm van een zaag te geven, kon men deze onaangename mogelijkheid tot een minimum reduceeren. De Duitschers legden tusschen den 5den Augustus 1914 en den 5den Augustus 1915 langs de Engelsche kust 180 mijnen bij Aldeburgh-Southwold, 200 mijnen aan de Humber, 194 aan de Tyne, 200 bij het Tory-eiland (Ierland), 130 bij Smith's Knoll, 100 bij Scarsborough, 360 bij de Swarte and Indefatigable Banks en 480 bij de Doggersbank en dit door vlakke schepen en met een voor de Engelschen maar al te bemerkbare werkzaamheid. In Juni 1915 legden de Duitschers zelfs bij Archangelsk mijnen. Langzamerhand verbeterden de Engelschen de eigen mijnen en tegelijkertijd ook den steeds doeltreffender afweer. Op 2 October 1914 hadden zij de eerste mijnenlinie 10 mijl ten noorden van Oostende gelegd. Zij bestond uit 1264 mijnen. Nog 15 mijnenvelden werden in 1915 gelegd, maar het materiaal was zoo slecht, dat men een langere pauze maakte en pas in 1916 opnieuw, maar nu zeer doeltreffende, maatregelen nam. Een kustbarrière, bestaande uit een dubbele rij van dleptemijnen, werd 12 Engelsche mijlen van het strand, 40 Engelsche mijlen van de Belgische kust verwijderd, gelegd en door mijnennetten gecompleteerd. In vijf weken was men met dit groote werk gereed. Tegen het einde van heUelfde Jaar werd in Porthmouth een mijnleggers-school opgeDe groote Noordericht en zelfs een „Admiraal der mijnenlijke barrière, bevegerij aan de Oostkust" benoemd. De groote staande uit 63117 barrière leverde zeer goede resultaten op, en mijnen, welke in daarom werden in 1917 nog twee barrières 1918 door Engelsche dwars door de Straat van Dover gelegd, om en Amerlkaansche een ongestoorde verbinding mei Frankrijk ie duikbooten gelegd is. waarborgen.
etlAHDGN
6MN6ÉM0UTH
£/)f6. Aty/.
De nog steeds niet volmaakte mijnen dreven voor een groot gedeelte af. Men veegde hei Kanaal schoon en legde einde Juli 1917 de barrièren opnieuw. Ditmaal gebruikte men de nieuwe Briische mijn H2, die de Duitsche zeer nabij kwam en een groote verbetering bleek. Einde 1917 hadden de Engelsche mijnenlegger „Abdiel" en vijf duikbootleggers in de Duitsche bocht, rond om Helgoland en de Duitsche havens, bijna 16.000 mijnen gelegd, ongetwijfeld een beduidende prestatie. Een verdere versperring tusschen Folkestone en Kaap Griz Nez omvatte 9500 in 20 linies uitgezette mijnen. Negen Duitsche onderzeebooten vonden hun einde bij hun pogingen dit maritieme pantser te doorbreken. Van het Kanaal tot Firth of Forth vormde Engeland achter een feillooze mijnenversperring een smallen mijnenvrijen corridor voor de handelsscheepvaart. Ongestoord konden hier alle goederen aangevoerd worden. Werden echter toch nog drijvende mijnen gesignaleerd, dan gaf de admiraliteit eenvoudig een van haar kamermeisjesmijnenvegers een wenk, en het Kanaal werd in korten tijd weer schoongeveegd. Zelfs functionneerde de Britsche berichtendienst in 1918 zoo voortreffelijk, dat na de melding van een pas ontdekt vijandig mijnenveld aan de admiraliteit tot aan de berichtgeving aan alle vloot eenheden, mijnenvegers, waarnemersposten, enzoovoort niet.meer dan 75 minuten verliepenl Toen de wapenstilstand den vrede inleidde, hadden de Engelsche mijnenzoekers 24 uur noodig om 600 Engelsche en andere mijnen uit de Dardanellen uit den weg te ruimen, waarop de vloot zonder incidenten naar Constantinopel kon opstoomen. Een Jaar na de vredesluiting had het uit 600 schepen bestaande Britsche mijnenvegersflottille, dat 15.000 man bezetting telde, 23.000 geallieerde en 70 Duitsche mijnen „opgeruimd". De Amerikanen liquideerden de Amerlkaansche versperring. Duitschland heeft de laatste van deze oorlogssouvenirs rondom Helgoland en in de Baltische zeeën pas in 1923 kunnen wegruimen. En thans? . .. Thans zal deze zelfde groote schoonmaak wederom eenmaal noodig worden, maar wie weet wanneer? Weer 'hebben alle partijen in dezen volkerenstrijd den onmetelijken zeebodem met deze dood en verderf brengende machines bezaaid. In plaats van het vroeger als springstof gebruikte schietkatoen, neemt men thans het veel en veel gevaarlijken Trinitrotoluol, terwijl er bovendien ook nog sprake is van zoogenaamde „magnetische mijnen", die door den stalen romp der schepen worden aangetrokken, zoodat zij hun ver nietigend werk nog onfeilbaarder verrichten . — 7
JSP"'
DE KOGEL. DIE VOOR EEN ANDER BESTEMD WAS OP LEVEN EN DOOD
iL E- M REEKS SPANNENDE AVONTUREN, NAAR WAARHEID VERTELD
Reeds eenige jaren was F. F. O'Halloran bij de Canadeesche politie, en in den loop van dien tijd had hij reeds heel wat tragische gebeurtenissen meegemaakt. Veel indruk lieten dezen ten slotte niet meer bij hem na; de mensch went gauw aan allerlei omstandigheden en wanneer schietpartijen en arrestaties van misdadigers tot het dagelijksche werk gaan behooren, weet men al spoedig niet anders, of hel hóórt zoo. Toen hij echter op een keer, door een luttele omstandigheid, een kogel misliep, die hem anders zéker zou hebben neergelegd, begreep hij plotseling welk een ongeloofelijke kleinigheid het verschil tusschen leven en dood kan uitmaken. .. Het relaas van het gebeurde volgt hieronder.
De politie had een moeilijke taak, want het schieten. Hij wist niet wat er gedurende zijn afgebied was zoo goed als onbewoond, bergachtig wezigheid was gebeurd, en moest tot zijn onten begroeid met dichte bosschen. Dagenlang zetting constateeren, dat de Russen verdwenen zochten de mannen, zonder een spoor te ontwaren en dat er drie dooden op den grond van dekken I het restaurant lagenl De Chineesche kellners Het eerste bericht over de verblijfplaats der hurkten, bijna krankzinnig van angst, achter het buffet op den vloer; de nauwe hoofdstraat van Russen bereikte den commandeerenden constabel van de stad Bellevue. Een boodschapper verBellevue stond vol opgewonden mijnwerkers, die juist hun werk hadden verlaten. telde hem buiten adem, dat de „gezochte" Frewin kon natuurlijk onmogelijk alleen de mannen zich in een plaatselijk Chineesch restau. achtervolging opnemen, en daarom verwittigde hij rant bevonden. Er waren in dien tijd drie politiedirect het hoofdkwartier en alle steden in zijn beambten in Bellevue — de constabels Frewin en district van hetgeen er was gebeurd. Na korten Bailey, en korporaal Usher van de Koninklijke tijd arriveerden er uit alle richtingen politie-auto's Canadeesche bereden politie. en spoedig had de inspecteur een poise samenZij hadden reeds meer „berichten" over de gesteld, waarbij zich ook talrijke burgers aansloRussen ontvangen, die geheel valsch bleken te ten, die helpen wilden de boeven te vangen I zijn, en daarom hamen zij deze mededeeling ook Wederom werd nu de achtervolging ingezet, maar niet al te ernstig op. Na een korte bespreking ook dit keer was het een moeilijke taak, want besloten de drie mannen. daarom eerst op eigen de streek om Bellevue biedt door haar talrijke Gedurende den zomer van 1920 was O'Hallogelegenheid een onderzoek in te stellen alvorens heuvels en bosschen een ideale gelegenheid om ran te Lethbridge gestationneerd. Eenige van zijn zij naar de dichtstbijzijnde stad om assistentie zich te verbergen. Ondanks hei aanhoudende en collega's in de buurt gingen met hun jaarlijksch zouden telefoneeren. Frewin was in „civiel"; de ingespannen patrouilleeren ging de dag voorbij verlof, en O'Halloran vernam, dat hij als „plaatsbeide anderen in uniform. zonder dat er een spoor van de bandieten werd vervanger" naar Pincher Creek zou worden geEr werd afgesproken, dat Frewin het café zou gevonden en men was het er dan ook vrijwel stuurd, een stad op ongeveer vijf en zeventig binnengaan om een pakje sigaretten te koopen over eens, dat zij de wijk hadden genomen naar mijl afstand, terwijl zijn beste vriend, de jonge en van deze gelegenheid gebruik te maken het een ontoegankelijk gebied. constabel Bailey, naar de nog verder gelegen vertrek, waar de drie verdachten zich zouden opDe eerste aanwijzing werd ontvangen van een stad Manyberries werd gedirigeerd. houden, eens rond te kijken. Indien het de gemotorrijder, die op den weg van Pincher Creek Daar hij verschillende vrienden in Pincher zochten waren, zou hij als een teeken voor kornaar Lethbridge een mank loopenden man was Creek had, vroeg Bailey of O'Halloran er beporaal Usher, die aan de deur zou wachten, een tegengekomen, die op een stok steunde. Vermoezwaar tegen had, met hem te ruilen. O'Halloran sigaret opsteken. Constabel Bailey zou bij de dend dat het een der beide Russen was, keerde kon het niets schelen waar hij heenging, en dus achterdeur blijven staan, in een smalle straat, en hij ijlings terug naar Pincher Creek en rapporstemde hij toe. Daar ook de inspecteur er geen naar binnen komen zoodra hij hoorde schieten. teerde hetgeen hij gezien had aan de autoriteiten. bezwaar tegen had, ging O'Halloran dus in plaats Constabel Frewin herkende de drie bandieten In minder dan geen tijd was er een politie-auto van Bailey naar Manyberries. Een paar dagen direct, betaalde zijn sigaretten en gal het afgeop weg ... later verlieten zij allebei het hoofdkwartier. sproken teeken aan Usher, die direct naar binnen De agenten stegen dicht bij de plek, waar de O'Halloran zou zijn vriend niet levend meer kwam. De beide polltie-beambten traden met kreupele man was gezien, uit, en maakten zich terugzien. .. getrokken revolvers op de boeven toe en bevalen gereed om hun onderzoek te beginnen. NauweManyberries is een kalme stad, waar nooit iets hun, de handen op te steken. lijks hadden zij eenige meters afgelegd, of zij opwindends gebeurt. O'Halloran was er echter De bandieten probeerden echter tijd te winnen. vonden den gezochte in het bosch naast den weg nauwelijks een week, toen hij vernam, dat er een „Waarom moeten we onze handen opsteken?" op een omgevallen boom zitten. Hij gehoorzaamde trein was overvallen kort nadat deze Lethbridge vroeg een hunner, kwasi verbaasd. Terwijl hij dit direct aan het bevel zijn handen op te steken, had verlaten. Den volgenden dag vernam hij nazei, gingen zijn handen heimelijk naar zijn knieën ofschoon later bleek, dat hij een geladen revolver dere bijzonderheden. Eenige Russische schaapwaar een groote revolver lag. bij zich had. herders, die in het district *erkten, waren te Ziende wat hij van plan was, haalde constabel Hij werd spoedig als een der gezochte Russen Lethbridge op den trein gestapt. Toen ze een Frewin direct den trekker van zijn revolver over, geïndentificeerd. Toen hij te Lethbridge werd inpoosje onderweg waren en zij de situatie hadmaar ongelukkig genoeg ketste het wapen, waargesloten, leverde hij een beklagenswaardige aanden verkend, beval een hunner plotseling aan op hij Usher toeriep om te schieten, onderwijl blik op: hij had een kogelwond in zijn been, zag den conducteur, zijn handen op te steken. In het zich terugtrekkend naar de straat om een andere er afgemat en mager uit, en droeg een baard eerst dacht deze, dat het een grap was, maar revolver te kunnen grijpen, die in zijn gordel zat. van twee weken. Toen men hem ondervroeg naar een seconde later keek hij in den loop van een Usher schoot onmiddellijk, en wondde den Rus in zijn makker, zei hij, dat zij spoedig uit elkaar diens been. Constabel Bailey, die het schot hoorgroote revolver. Hij wilde aan de noodrem trekgegaan waren nadat zij uit het restaurant waren de, snelde naar binnen om hulp te bieden - en ken, maar de dreigende houding vSn den bangevlucht. Hij wist absoluut niet, waarheen zijn zag juist hoe Usher dood neerviel, door een diet deed hem van dit voornemen afzien. makker de wijk had genomenl kogel in de borst getroffenI Intusschen waren de andere Russen begonnen Na korten tijd stond de gevangene te Lethbridge Of Usher zich, op het moment dat hij viel, in de passagiers te berooven, en zij verzamelden terecht. Hij'' werd schuldig bevonden aan moord de vuurlijn van constabel Baiiey bevond, zal wel daarbij een behoorlijken buit; ook den conducen veroordeeld tot den dood door den strop, nooit kunnen worden uitgemaakt, maar het eerstteur namen zij ongeveer veertig dollar en zijn De andere Rus werd pas een paar jaar later volgende wat er gebeurde was, dat een schot horloge afl Daarop wachtten zij even, tot de ontdekt; hij werd in de Vereenigde Staten geuit de revolver van den Rus den armen Bailey trein een eenzame en boschachtige streek had arresteerd toen hij probeerde het horloge van den in het hoofd trof en hij ontzield naast zijn makbereikt. Hier trokken zij aan de noodrem en de conducteur te beleenen. Na> aan Canada uitgeker neerviell niets vermoedende machinist bracht den trein tot leverd te zijn, werd hij schuldig bevonden aan In het volgende oogenblik snelden de drie stilstand. De Russen sprongen er af en bevalen den treinoverval, en tot veertien jaar gevangenisdesperado's de straat op. Ze waren alledrie geden machinist weer door te rijden, daarbij hun straf veroordeeld. wapend, terwijl één van hen zelfs in iedere hand revolvers afschietend om hun woorden kracht bij Hoewel O'Halloran direct niets te maken heeft een revolver hieldl Een der Russen had echter te zetten. Als afscheidsgroet losten zij nog een gehad met deze episode, is zij hem toch van al rauwelijks de deur bereikt, of hij viel eveneens aantal schoten op de wagens. de gebeurtenissen, die hij gedurende zijn loopneer en stierf; een politiekogel had hem doodelijk Zoodra inspecteur Risk van Lethbridge van baan heeft meegemaakt het langst' bijgebleven, getroffen. Tegen dien tijd had zich een groote den overval hoorde, beval hij allen politiemannen daar hij nooit heeft kunnen vergeten, dat hij den menschenmenigte voor het restaurant verzameld, van de nabijgelegen stations, de vluchtelingen kogel zou hebben gekregen, die den armen Baiiey maar omdat niemand een wapen bezat, durfde achterna te zetten. Ook Bailey behoorde tot dedoodde, indien hij niet uit vriendschap met deze geen mensch een poging te wagen de beide genen, die dit bevel gekregen hadden. Met bevan plaats had verwisseld! - Het is dan ook doorRussen, van wie er één zwaar hinkte, tegen te hulp van 'n aantal burgers werd er een „posse" ') dat hij bijzonderheden van dit geval te boek heeft houden I gevormd en begon de menschenjachtl gesteld, dat wij ook ü er van hebben kunnen verEen oogenblik later snelde constabel Frewin het tellen .,. >) PalroullU, tot «chiarvolging van mmn vlucMonden mltdadlgar. café binnen, zijn tweede revolver nu gereed tot
- 8 -
J. N. HAGEMANS - HERFST
^
*
*\
ü *
-#»■1
s /
*Ê*
1
IHïistioiriisch Allerlei ■" f
HOE COOPER BEKEND WERD
W- El
•
^ ^
k^i ^
^^ r- 53^*^
ACTUALITEITEN
Ma een avontuurlijke jeugd, ' ^ waarin hij veel over land en zee gezworven had, kwam James Fennlmore Cooper, de bekende Amerikaansehe schrijver, eindelijk tot rust en vestigde zich in het graafschap Westchester. Op een keer las hij zijn vrouw, die ziek te bed lag, een Engelschen roman voor. Het was het eerste boek van dien aard, dat hij las, en het beviel hem in het geheel niet. „Ik geloof, dat ik een veel betere geschiedenis zou kunnen schrijven," zei hij, toen het uit was. Zijn vrouw en vrienden hielden hem aan zijn woord en Cooper zette zich aan zijn schrijftafel en schreef zijn eerste boek, een roman in twee deelen uit het Engelsche society-leven, die hem direct bekend maakte!
Beseherm Uw aardige eigengebreide jurk
door hem te was§en in Lux. Lux lost S maai vlugger op dan gewone seeppoeder» en »eepvlokken,
ZIJN WAARD t
1-2. Zaterdagmiddag l.l. is de „Oranje Nassau" van de Maatschappij „Zeetond" met een negentigtal geredden van de „Simon Bolivar" behouden te Vlissingen aangekomen. - 1. De geredden begeven zich aan land. - 2. De heer B. W. J. Leyen, chef passage van de K.N.S.M., belast zich met de zorg voor twee kinderen van een huisgezin, waarvan de moeder met drie harer kinderen bij de ramp van de „Simon Bolivar" om het leven kwam.
3. Tengevolge van den hoogen waterstand, die gepaard ging aan een hevigen Noordwesterstorm, is er een gaf geslagen in den dijk van den watergang de Winkel onder Abcoude, waardoor een groot gedeelte der weilanden onder water is geloopen.
4. De maquette van het Raadhuis aan den Amstef, volgens ontwerp der architecten Van der Lugt en Van der Mey, dat In het Koloniaal Museum te Amsterdam Is tentoongesteld.
5-6. Twee momenten voor het doel van Stormvogels in den wedstrijd Stormvogels - Blauw-Wit, te Umuiden gespeeld en door Blauw-Wit met 3 — 0 gewonnen.
In zijn vrijen tijd speelde Schil' Ier wel eens een partijtje kegel, maar een meester daarin was hij niet. In het jaar 1803 kwam er eens een Hongaarsche leeraar naar Weimar, waar Schiller toen vertoefde. Het was een warme dag, en door dorst gekweld, zocht de vreemdeling naar een herberg, waar hij zich wat zou kunnen verkwikken. Opeens hoorde hij hoe er uit een langs den weg gelegen tuin het geluid opsteeg van omvallende kegels. Hij stapte er naar binnen en vroeg, daar hij zich in een café waande, om een glas bier. De gasten keken hem een beetje verbaasd aan, maar men bracht hem toch zijn bier en de bezoeker keek geïnteresseerd naar het kegelen. Spoedig merkte hij, dat de waard zeer slecht speelde. De Hongaar kon het niet langer aanzien, trad op den waard toe en toonde hem, hoe men op de juiste wijze den duim in het gat van den bal moest houden. De waard drukte hem den bal echter in de hand en verzocht hem, voor zijn rekening verder te willen spelen, daar hij dringend 1aan den arbeid moest. De vreemdeling ging op hel verzoek in en won menigen Groschen met het spel. Pas toen de duisternis begon te vallen, keerde de waard terug. De Hongaar wilde zijn bier betalen — en vernam toen tot zijn groote verwondering, dat zijn „waard" niemand anders dan Friedrich Schiller geweest was, en dat hij in Goethe's tuin gekegeld had met de beroemdste dichters van Duitschland: Goethe, Schiller en Wieland. . . GRIMMIG Q
zijn
^TVoeveel moeite en tijd kost het niet, zelf een jurk te breien! Daarom moet U voorzichtig zijn bij het kiezen "van het juiste wasmiddel voor^ gebreid, wollen goed. Gewone zeeppoeders en zeepvlokken zouden Uw jurk met een keer wassen al bederven. Kies daarom de veilige weg en neem Lux. De Lux-krulletjes lossen onmiddellijk op, zelfs in koud water, zodat het achterblijven van onopgeloste zeepdeeltjes is uitgesloten. Het goed krimpt niet en gaat veel langer mee, wat vooral in deze tijd van belang is. Bovendien blijven de kleuren fris en helder. Lux wast alle fijne stoffen veilig en ... voordelig!
Lux wordt nooit Ion verkocht, LOHHC vlokken syii geen Lux.
„Ik wil de waarheid weten, dokter," zei hij. „Nietwaar, ik zal heel langzaam, om zoo te zeggen centimeter voor centimeter, sterven?" De dokter haalde treurig en hulpeloos de schouders op. „Juist," zei Chesterfield. „Ik begrijp hetl Enfin, het is maar een geluk, dat ik niet zoo lang ben als mijn broerl" DE DIKKE NEEF *
P)e ^ar' 0' Chesterfield, staatsman en •"' filosoof, liet toen hij ziek was en einde voelde naderen, zijn dokter komen.
Met een gewoon pak van 12'/a et. kan U b.v. ^|| ^ zijden kousen wassen en met het buitengewoon voordelige reuzenpak van 25 et doet U helemaal wonderen! Koop nu Lux voor het behoud van Uw wollen goed en andere fijne stoffen. Lux helpt U in deze moeilijke tijd sparen ... en daar komt het nu op aan.
P\ e hertog van Orleans, een neef van '"' koning Lodewijk XIV, was buitengewoon dik. De hertog van Rochefoucault, dien de koning
zeer graag mocht, werd plotseling zwaarmoedig en pessimistisch en ging ook uiterlijk, wat zijn gezondheidstoestand betrof, sterk achteruit. Zelfs den koning viel dit op, en deze probeerde hem goeden raad te geven. „Neem veel beweging," zei hij tegen Rochefoucault, „en ga vaak een eind om Je landerijen wandelen." „Sire," antwoordde de hertog nogal grimmig, „zoover hoef ik het niet te zoeken, want Ik heb vanmorgen reeds drie keer om uw dikken neef heengeloopen."
,5W \
Ondanks het natte en koude weer ia het druk in de stad van menschen, die St. Nicolaasinkoopen doen.
Mevrouw Bakker draagt zelf haar vele pakjes. Van bezorgen kan men in dezen tijd niet zeker zijn.
„O, tantetje, wat loopt ü ie sjouwen en dan in dit weer. U vat nog kou!"
-11 -
„Weineen kind, ik ga juist een doos Wybert-tabletten halen. En je weet, wie Wybertjea gebruikt, krijgt het vast niet te pakken."
G-EAUTORISEERDE VERTALING
HEI tEHEItt
„HALLO, MR. BLAKE!" RIEP FRENSHAM. „HEBT U AL IETS ONTDEKT? HEBT ü AL EEN OF ANDERE THEORIE?"
KOFFER
■
De bekende particuliere detective Sexton Blake en zijn assistent Tinker begeven zich per auto naar het landgoed van Sir George Fair wood, te Bamston-onFrant, om er hel week-end door te brengen. Wanneer zij op de plaats van bestemming aankomen, blijkt het heele buis in rep en roer te zijn: des nachts zijn namelijk uit de geheime safe eenige zeer kostbare juweelen van Lady Fairwood gestolen. Het wonderlijke van het geval is, dat de étui's met de sieraden nog in de safe stonden op het moment, dat Sir George, gewekt door het alarmsysteem, haar opende, overtuigd als hij was. dat men ze gestolen zou hebben. Zijn butler, Hotkins, en Jack Frensham. een week-end-gast. waren bij hem. Vlak daarna werd er echter door een onbekende met een masker voor een revolverschot gelost en het licht ging uit. waarop er een hevige worsteling ontstond en de inbreker kans zag te ontkomen. Toen Sir George na cenigen tijd de safe opnieuw opende, waren de juweelen verdwenen. Sexton Blake stelt daarop een uitgebreid onderzoek in.
C^ edurende meer dan een uur onderzocht de detective iedere JJ kleinigheid, daarbü zooveel mogelijk alles toetsend aan wat hy gehoord had van Sir George, Frensham en Hoskins — evenals aan het verhaal van Wilton over hetgeen er in den tuin had plaatsgegrepen. Tegen het einde van dien tijd bestonden er in Blake's gedachten reeds ettelyke onaangename verdenkingen — verdenkingen van het soort, die maakten, dat hy byna een hekel kreeg aan zichzelf, omdat hy ze durfde koesteren. „Het heele geval is uitgevoerd door iemand, die zich in het huis bevond!" — Dit was de conclusie, waartoe Blake kwam, terwyl hy op het steenen pad liep, dat zich voor de deur van de studeerkamer — het zoogenaamde „zakenvertrek" bevond. „Laten we nu eens een oogenblik aannemen, dat Fairwood...." Hy overdacht het probleem, terwyl hy door de groote pergola liep, die zich langs den eencn kant van den tuin uitstrekte. By den tweeden boog bleef Blake plotseling staan. De gekronkelde stengel van een der wilde rozen had zyn weg naardien binnenkant van de pergola gevonden — of was er doorheengetrokken. Men moet zich hier even indenken, hoe intensief Blake's geest op dit moment werkte, om te kunnen begrijpen, dat hy zelfs aan zoo'n kleinigheid aandacht schonk. Zyn blik viel op een klein stukje zyden draad, dat aan een der dorens was blijven haken, vlak by den bovenkant van de pergola; ondanks het feit, dat het op de bewuste plek waarlyk niet erg licht was, ontdekte Blake het toch. Hij rukte het zyden draadje er af om het van dichtby te kunnen bekijken en terwyl hy dit deed, trok hy ook een bosje wilde rozen door een der openingen van het houten geraamte der pergola naar zich toe. Iemand had kort tevoren ditzelfde bosje in de holte geduwd, welke gevormd werd door het houtwerk van de pergola. Blake trok het bosje geheel naar zich toe en tastte toen in de holte. Eén moment, terwijl zijn hand in de diepte verdween, maakte een gevoel van opwinding zich van hem meester. Maar het was meer een gevoel van teleurstelling dan van vreugde over de ontdekking. „O, maar dat is toch al te simpel," mompelde hy in zichzelf, terwyl hy naar de étui's staarde.welker initialen hem duidelyk onthulden, dat zij van Lady Fairwood waren. „Zooiets doen detectives in slecht geschreven misdadigersboeken. Hun „instinct" vertelt hun dan, waar de buit is verborgen en dan gaan zij er heen en brengen hem tevoorschijn. Maar in myn geval was het louter geluk — en ik weiger dus er eenige eer voor te acceptecren!" HOOFDSTUK II. Tinker verricht een arrestatie. Blake was direct besloten, wat hij zou doen. Hy legde de etuis weer terug in de bergplaats, na zich echter eerst overtuigd te hebben, dat er zich verder niets anders in bevond. Hy had zyn hand eenigszins bezeerd aan een doren, toen hy de etuis teruglegde, maar het waren slechts een paar onbeduidende schrammetjes. Het was ook tamelijk zeker, dat niemand hem tijdens zyn ontdekking had gadegeslagen, daar de pergola hem geheel voor nieuwsgierige blikken verborgen hield. Hy ontdekte Tinker, die in den tuin liep te wandelen, ongeduldig wachtend op een mogelijkheid om uit te vinden wat zyn chef aan het doen was. „Is het iets voor ons, mynheer?" vroeg Tinker hoopvol. „Misschien," zei Blake voorzichtig. „Ik heb een paar dingen ontdekt — en ik heb een karweitje voor je. Doe de eerstvolgende vyf minuten precies wat je wilt, maar zorg dan, dat je onder alle omstandigheden ongezien die pergola in het oog kunt houden, tot ik je zeg, dat het niet meer noodig is. Je hoeft niet bang te zyn, dat je zelf gezien zult worden, maar vertel mij later, of er nog iemand anders naar die pergola is gegaan. En wat die er is gaan doen." „In orde. Over een paar minuten ben ik al op mijn post!"
Tinker was nauwelijks weggegaan, of Wilton en Frensham kwamen aanwandelen. Frensham zat nog steeds op zyn stokpaardje en liep honderd-uit te redeneeren, en zyn oogen begonnen te schitteren zoodra hy Blake ontdekte. Zyn gedrag deed veel minder vermoeden, dat hy zich niet erg op zyn gemak voelde, dan dat van Wilton. Deze scheen inderdaad een weinig in zichzelf gekeerd en bezorgd. „Hallo, Mr. Blake!" riep Frensham. „Hebt u al iets ontdekt? Hebt u al een of andere theorie? Of een spoor gevonden? Maar ik geloof eigenlijk, dat alles voor u een spoor beteekent. Menschen zooals u bouwen een misdaad toch op uit allerlei kleinigheden, is het niet zoo? Noemen ze dat niet het heele geval van het begin of aan reconstrueeren? Hoe zoudt u dit geval nu reconstrueeren?" Blake haalde zyn schouders op, en de uitdrukking op zijn gezicht toonde duidelyk, dat al dat gevraag van Frensham hem eigenlijk verveelde. „Het is tamelijk duidelyk, dat de kerel wist waar de safe was, maar dat hy niét wist hoe ze open ging of althans niet, dat er een of ander electrisch alarmsysteem aan verbonden was," zei hy. „Hij werd er door verrast en had geen tyd meer om de vlucht te nemen, waarom hy zich achter de gordijnen verborg. Toen besloot hy tóch de vlucht te nemen en kreeg een inspiratie. Hij zag de geopende safe en schoot op het licht, in de duisternis greep hy de etuis en ging er mee vandoor." „Koelbloedig, wat?" zei Frensham, met jongensachtige bewondering. „Wat een zenuwen moet die kerel hebben! Ik hoop natuurlijk, dat hy gepakt wordt, maar men moet hem tóch bewonderen! U zult dit geval nu zeker niet loslaten. Mr. Blake, voordat u den kerel in de gevangenis hebt gebracht?" „Dat is eigenlyk myn taak niet," zei Blake, en zijn toon was wat geprikkeld. „Ik kan alleen maar wat hulp bieden aan de politieautoriteiten. Het zal hun taak zijn, om den man te vinden en te arresteeren." Hij knikte en moet den beiden jongelui beslist den indruk gegeven hebben een weinig vriendelijk mensch te zyn, toen hy daarop zonder meer doorliep. Tinker zat reeds in een gemakkelijken tuinstoel, verdiept in een boek. Nadat Blake hei huis was binnengegaan, zocht hy zyn gastheer op. Het gesprek dat zij voerden, sprong in het begin een beetje van den hak op den tak en ging over allerlei bijkomstigheden. Toen zy er echter dieper op ingingen, beweerde Blake, dat hy maar weinig houvast had om op verder te werken, maar dat hij zijn best zou doen. Zou het verlies der steenen zeer ernstig zyn voor Sir George, of waren zy en de andere voorwerpen voor hun volle waarde verzekerd? „Lieve hemel, neen!" verzekerde Fairwood hem onmiddellijk openhartig. „Maar daarvan afgescheiden, ik was aan een der halssnoeren zeer gehecht. En dat was niet eens het meest waardevolle! Afgezien van de belooning, die de verzekeringsmaatschappij zeker wel zal uitloven, ben ik toch van plan zelf ook een premie beschikbaar te stellen." Blake ging verder met het stellen van vragen, hoewel hij het zeer tactvol en bescheiden deed. Hoskins was reeds zestien jaar by de Fairwoods in betrekking, en Sir George beweerde, dat hij desnoods met zyn leven voor hem zou durven instaan als dit noodig mocht zijn. Frensham was pas een maand of zes, zeven geleden in den vriendenkring der Fairwoods opgenomen. Hij was bevriend met heel veel menschen, maar het was een zonderling type. „Ik weet natuurlijk wel, dat je hem geen oogenblik verdenkt," zei Fairwood, „maar ik weet óók, dat je in het belang van het onderzoek altyd graag weet, wie de menschen zyn die er, zij het dan ook slechts zéér zijdelings, by betrokken zijn. Ik kan je dan ook beter een klein geheim over hem mededcelen, omdat ik er zeker van ben, dat hy het niet erg vindt, dat jij het weet, ofschoon hy zoo bescheiden is, dat hy er niet graag mee te koop loopt. Maar hij is eigenlijk kapitein John Frensham, en hy is verschillende malen gedecoreerd voor zyn moedig gedrag tydens krijgsverrichtingen in het verre Oosten. Maar als je het niet absoluut noodzakelijk vindt, rep er dan met geen enkel woord over! Ik bedoel.... enfin, hoe meer je Frensham zult leeren kennen, hoe meer je hem ook zult leeren waardeeren!" Frensham was er klaarblijkelijk, naar Sir George verder vertelde, heelemaal niet opgesteld, dat er veel over zyn verdiensten gesproken werd. Opgewekt, luchthartig en graag in gezelschap van anderen, was hy toch een harde werker. Hy bezat een klein kapitaaltje, maar sinds het begin van den vorigen zomer had hy op een heel aardige huisboot gewoond, die op de rivier de Frant lag, waar deze in de Theems uitmondde. Hier schreef hij allerlei avontuurlijke verhalen, waarmede hy klaarblijkelijk een zeer behoorlijk inkomen verdiende. Hy had zich snel verscheidene vrienden in de omgeving gemaakt, terwyl hy bovendien ook veel van zyn tyd beschikbaar had gesteld
-12-
voor allerlei liefdadige doeleinden, hetgeen hy echter op de hem eigen bescheiden wyze had gedaan, zoodat men dikwyls pas veel later, uit den mond van een wederzydschen vriend bijvoorbeeld, vernam wat hy had gedaan. Blake luisterde al dien tyd aandachtig toe, maar toch piekerde hy onder de hand over den naam Frensham. Welke byzonderheid was er in zyn gedachten toch aan dien naam verbonden? Plotseling herinnerde hij het zich. Hy was op een keer op het kantoor van inspecteur Harker geweest, van Scotland Yard, en toen had Harker den naam genoemd. Hy had verteld van al de gevalletjes, die reeds door zyn handen waren gegaan. Er waren allerlei dingen, die in andere landen gestolen waren, en die op een of andere wyze hun weg naar Engeland zouden kunnen vinden, waarom de Engelsche politie dan ook over den aard dezer voorwerpen steeds op onopvallende wyze werd ingelicht. By deze inlichtingen was er ook eens een mededeeling geweest over een zekeren John Frensham, gewezen kapitein, die in een klein stadje ergens in Canada, waar hy toen woonde, beroofd was van verscheidene decoraties en documenten, welke hy voor zyn dapper gedrag had gekregen. Ze konden van geen enkele waarde zyn voor iemand anders, en tóch was er iemand zoo gemeen geweest ze te stelen I „U hebt zeker nooit de onderscheidingen van Frensham gezien?" vroeg Blake, als terloops. „Hy is er zeker niet de man naar, om ze aan iemand te laten zien?" „Door een toeval heb ik ze wél gezien! Daardoor ben ik er ook achter gekomen, anders zou ik hem nooit in verband hebben gebracht met den kapitein Frensham, die onderscheiden is!" verklaarde Fairwood. „Het gebeurde toen ik voor den eersten keer op zyn huisboot kwam. Hy trok bij deze gelegenheid nogal achteloos een lade open, en toen vielen ze er uit. Het waren twee of drie medailles en een oorkonde. Frensham moest er toen wel een en ander over zeggen, maar hy vroeg me dringend er met niemand anders een woord over te spreken...." „Juist!" Voor het oogenblik had Blake alles gehoord wat hy graag weten wilde. Gedurende de rest van den middag zag hy Sir George, die het druk had met de politie, de reporters en andere zaken betreffende den diefstal, maar weinig. Het leek wel, alsof Blake genoeg had -van zijn speurderyen. want hij zat het grootste deel van den dag in den tuin in een gemakkelijken stoel te soezen. Intusschen verloor noch hy, noch Tinker de pergola ook maar een én oogenblik uit het oog! Tinker scheen evenals zyn chef een gewonen diefstal, zelfs al was deze uitgevoerd onder dergelijke buitengewone omstandigheden als deze, beneden zyn waardigheid te achten, en daarom was hy zoo goed als den heelen dag in zyn boek verdiept. Aan het diner dien avond werd er evenwel over niets anders gesproken, hoewel niemand toch iets nieuws had mede te deelen. Frensham alleen deed een eigenaardig voorstel. Ofschoon er iets als een verontschuldigende klank in zyn stem was, bleek hy toch volkomen in ernst. „Ik weet natuurlijk niet of het mogelijk zal zyn,, Sir George," zei hy met gedempte stem, maar toc'h luid genoeg om door iedereen gehoord te kunnen worden, „maar ik vraag me af, nu Mr. Blake hier is en hy in geen geval gisterenavond hier was..,. of de diefstal met gepleegd kan zyn door iemand, die zich in huis bevond? Ik bedoel u zult er wel meer verstand van hebben dan ik. Mr. Blake, maar zou het niet mogelijk zyn, een grondig onderzoek in te stellen? Dat zou vobr ons allemaal — u moet begrijpen wat ik bedoel —
een soort opluchting zyn dat wy er niet de hand in gehad kunnen hebben, ziet u." Hy hakkelde en sprak verward als een schooljongen; het leek wel alsof hy een of ander voorstel deed, waarvan hy vreesde, dat de anderen er kwaad om zouden kunnen zyn. Sir George glimlachte vriendelijk tegen hem. „Ik geloof, dat je een of anderen detective-roman hebt gelezen, Frensham," zei hy. „Ik heb wel eens gehoord, dat ze zooiets in dergelijke boeken doen, maar ik geloof niet, dat er in dit geval ook maar iemand verdacht kan worden. Als iemand van ons die steenen had, dan zou hy verdraaid veel moeite hebben om ze kwyt te raken, weet je!" . t. . ,.„ „Jawel," zei Frensham, „maar dat heeft er eigenlyk-mets mee te maken, en ik geloof toch, dat het geen kwaad zou kunnen. Zoowel Wilton als ik zouden bly zyn, als het gebeurde dat onderzoek, bedoel ik! We hadden het reeds tegen elkaar gezegd. Nietwaar, Freddie, jy zou het toch ook prettig vinden?" „Ja, ja, zeker! Ik heb er absoluut geen bezwaar tegen," zei Wilton. „Ik geloof niet, dat het noodig is," zei Blake, zijn hoofd schuddend. „Niemand zou zoo dwaas zyn, zelfs aangenomen, dat hy de juweelen had gestolen, om ze op zyn slaapkamer te verbergen. Hy zou 'ze natuurlijk reeds lang op een veiliger plekje hebben geborgen." „Ja, dat is wel zoo," zei Frensham, wat bedremmeld, en hy kwam met meer op de kwestie terug. Tinker was niet aan tafel en ook aan de lunch was hy niet verschenen. Hy had gezegd, dat hy zich niet erg prettig voelde en gebruikte daarom een lichten maaltijd op zyn kamer. Na het diner begaven bijna alle beeren zich naar de biljartkamer. Frensham was ook gegaan, en Blake had reeds vernomen, dat hy een uitstekend speler was. Dien avond besloot Frensham evenwel voorloopig niet mee te doen. „Ik ga even myn pyp halen," zei hij. „En dan denk ik, dat ik een minuut of vyf in den tuin ga wandelen. Ik ben niet heelemaal vry van hoofdpijn. Maar met de tweede party wil ik graag meedoen." Hy verliet de kamer en het was ongeveer een minuut of vyf later, dat degenen die in de biljartkamer waren achtergebleven, opeens een schril gefluit hoorden. Gedurende eenige seconden keek iedereen verrast om zich heen, maar Sexton Blake was reeds naar de deur gesneld. „Kom mee, een of twee van jullie! "riep hy, terwyl hij door de hal den tuin inrende. „Prachtig, Tinker!" riep hy, om zyn assistent te doen weten, dat by by de hand was, en met een snelle beweging had hy de armen van Tinkers tegenstander achter diens rug gebogen! „Pas op, mynheer! riep Tinker waarschuwend. „Die kerel past een worsteltruc toe...." Maa» Blake had geen enkel risico genomen, en hy hield zyn mannetje goed vast. De anderen, die hem gevolgd hadden, waren nader gekomen en hy dwong zyn gevangene zich naar hen toe te keeren. „Hè wat 1" Het was Wilton, die het eerst bleek te zien, wie de man in de gryze overjas was. „Het is Frensham! Wat beteekent dat. Mr. Blake? Is dat een grapje?" „Ga mee naar het „zakenvertrek"," zei Blake, die Frensham stevig vasthield, zoodat hy geen lid kon verroeren. „Of neen, daar is nog geen licht. Laten we liever naar de ontbytkamer gaan." Practisch iedereen had zich nu verzameld om Blake en zyn gevangene, en vooral Sir George wilde van den eerste weten, wat dit nu eigenlijk allemaal beteekende. „Het is geen grap, maar grimmige ernst!" verzekerde Blake hem. „Misschien wil Frensham nu zelf een verklaring geven?" Frensham, die er zeer opgewonden en verfomfaaid uitzag, keek verward om zich heen. „Ik weet het eigenlyk niet," mompelde hy. „Wat is er precies gebeurd? Ik was een paar minuten geleden den tuin ingegaan en toen sprong er plotseling iemand op my toe in het donker Hy blies op een fluitje en begon toen als een tyger tegen me te vechten. En toen wel, toen werd ik hier binnengesleurd. Wat beteekent dit nu eigenlyk allemaal?" (Wordt vervolgd)
- 13 -
_2 O C OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 22 NOVEMBER
DE PRIJSWINNAARS
VOGEL-KRÜ15WOORDRAADSEL 28. afkorting van een lengtemaat 29.' water (Fransch) 30 meisjesnaam 32. metselspecic 34. als 19 horizontaal 35. voegwoord 36. ik (Latijn) 37. deel van een schip 38. reeds 39. namiddag (afk.). 40. korengewas 42. muzieknoot 43. bergplaats 44. voorzetsel
OPLOSSING CIRKEL.KRUISWOORDRAADSEL
■ ^llo
S P A R E A N L A
1
NIP
P
■ D^K AHE
p R A N K L L fc M E
A P 7y
Vr E w-x^V^ ^lo<^n: E
6
"J^r^yv^-
■xWAt 3^r-A^>X^ tl-M-m oVvT-JÏE R
-AJ^X^AT ^^V • ^ / v ^X^JUo \^ \.^^ A. ^S-VtM* o
k\*WL
■ b4ï: ■ 1^ Mi ü'
&■ E
R
1 T E D N 0 0 D E
T A L
M|^
1 statiestoel 2. handel in geldswaardige papieren 3. voorzetsel 4. vogel, die op bepaalde tijden gaat en komt 7. voedsel nuttigen 9. kikvorschachtig dier 10. een bewoner van Ierland 11. edelknaap 12. iemand die sloten maakt 14. muzieknoot 20. ontleding van chemische verbindingen door middel van elec-
E H
OPLOSSING HOE LANGER HOE KORTER STAAN - TAAN - AAN - AN - N
OPLOSSING PUNTENRAADSEL
L
S
o
T R
A
N
M
HorixonUal: voegwoord meisjesnaam per felicitatie (afkorting) strafwerktuig boomtak tot rouwbeklag (op visitekaartjes) 10. persoonlijk voornaamwoord 11. klets 3. 4. 5. 6. 8. 9.
A
U
L
M E
c
N
w
OPLOSSING VAN EEN SPIN EtN WESP MAKEN
VERBINDINGS-
s P 1 M 5 P 1 L S PEL WESP
in ieder vakje een lettergreep invullen.
RAADSEL
Horizontaal.
aleutel cacao baar aan ader kool acliaal plant eend lood
I. geschilpunt (Ind.) 3. verschaffen 5. vrucht van een denneboom 7. jaargetijde 9. grootc klier 10. soort 11. tijdelijk, voorbijgaand gebruik 12. winst 14. interest 16. achter iemand dragen 18. teleurstelling 19. billijk
SCHAAKSPEL
OPLOSSING VERANDERRAADSEL (FILMSTERPUZZLE) |aar boor
boer riet baard long JOE BROWN
13. een weinig 15. edelheid 16. paard 17. windstreek (afkorting) 18. huwelijk 19. achting 21. Deensch eiland in de Oostzee 24. stellage 26. van manschappen voorzien 27. plaats in Gelderland
22. 23. 25, 30. 31. 32. 33. 41.
triciteit muzieknoot gewicht deel van een ontkenning (Fransch) honingwater echtgenoote pil onregelmatigheid voorzetsel
«viel snel
1
Vcrticuli 1. 2. 3. 4. 6. 8.
van perkaal gissen eetgerei aardtor vrucht tegenovergestelde
-14-
9. van leder 12, voorlooper
13. spoedig 15. in denzelfden tijd
i 3
2
1
^1
m
ra
\
10
r i isr
m El 15
ra
r
4
6
a
El
m
^^
m ' ra 19
5
6
■I
Te gebruiken letters: a, a, b, b. d, c, e, e. e, e, e, ct f, g, g, g, h, i, i, i, i, 1, 1, I, 1, n, n, n, n, n, o, r, «, s, f, t, t, t. >)• ij. ij. »i z. zverzameling van elf voorzijde van het onderbeen van den mensch 3. in aller ijl 4. renbode 5. kleinhandel 6. afwezigheid van huis. Op de stijlen leest men een bekend gezegde. c. g, n, u, 1. 2.
Van de onderstaande woorden staan sommige in logisch verband met een of meer van de hierbij geteekende voorwerpen. Ga deze lijst na en schrijf op, elk woord tezamen met de letters van de voorwerpen waar het verband mee houdt. Voorbeeld: persen = (figuur b en d en I) strijkijzer, deegrollen en citroenpers. Woorden: hakken persen trekken boenen
ra '
i
1
Bechtle, Amsterdam; Stadman-v. d. Linde, Rotterdam; Hielkema, Groningen; J. 't Hooft, 's-Gravenhage; Verbeek, Veldpost.
mevrouw M. Zonneveld, Schiedam; mevrouw S. E. Goedegebuure-Zingel, Zuilen; mejuffrouw J. Peet, Deventer; mejuffrouw W. Ruardij, Voorburg; den heer W. v. Mierlo, Nijmegen; den heer P. Oosterhout, Amsterdam; den heer M. Kok, Rotterdam; den heer A. Marcus, Rotterdam; den heer N. de Bie, Schalkkaar; den heer J. Rosema, Veldpost; den heer J. Bleker, Hoogezand; den heer A. Heljens, Goes; den heer H. Mühlbauer, Zardvoort; den heer D. Tak, Amsterdam; den heer A. Cohen, Delft; den heer R. G. H. Engelbert v. Bevervoorde; Rotterdam; den heer F. J. Cramer, Amsterdam; den heer A. Hageman, Amsterdam; den heer J. Kole, Amsterdam; den heer M. Lieffering, Heemstede. Den hoofdprijs van de filmpuzzle verwierf: de heer J. Dletz, 's-Gravenhage. De troostprijzen vielen
ten deel aan:
mevrouw D.Morel, 's-Gravenhage; mevrouw M. Trab, Schiedam; mevrouw Lauws, 's-Gravenhage; mejuffrouw A. Tuite, Rotterdam; den heer P. Th. A. v. Vrijaldenhoven, Rotterdam; den heer C. Loendersloot, Rotterdam; der heer L. J. Heijstek, 's-Gravenhage; den heer J. Spek, Rotterdam; den heer K. Schulte, Amsterdam; den heer D. van Kampen, Haarlem.
slaan teekenen schrijven rooken
ONZE PRIJZEN. Voor goede oplossingen van iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort. stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20 troostprijzen. FILMSTER-VERBINDINGSRAADSEL
H
u,
4
Om de cijfers, te beginnen bij en in de richting van de pijltjes, woorden invullen, die beteekenen: 1. aan land komen 2. iemand aan gevaar onttrekken 3. veter 4. voorzichtig bevochtigen 5. voorover buigen 6. doen liggen 7. plaats maken 8. terug 9. als 3 10. de teer van een schip afzengen U. slagnet 12. rekenen
16. volk 17. soort
A. C. A. P. G.
De troostprijzen konden worden toegekend aan:
HONINGRAATRAADSEL
LETTERGREEP-KRUISWOORDRAADSEL OPLOSSING WOORD-
A
mevrouw mevrouw den heer den heer den heer
/ÄV
Verticaal:
A
^U^^SBL 6 E s R
L
De hoofdprijzen werden deze week verworven door:
LADDERRRAADSEL
lees deel koren den thee kleurig haar en boven band kool stelen Rijn schipper hang deel voor loos bed deel schrijf pot viool uur In de tusschenruimten moet een woord ingevuld worden, waardoor zoowel met bet voorafgaande
als met het volgende woord een nieuw begrip gevorm wordt. De beginletters van de in het midden in te vullen woorden vormen, van boven naar onder gelezen, den naam van een filmster. Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en tien filmfoto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede op i-v: 'S. Aiiwoorden in te zenden vóór 13 Dec. aan Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8. Leiden, Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Filmpnzz.« 13 Dec. Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
-15-
DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 13 Dec. in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8. Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 13 Dec.
Vier moedigneisjes Een Warner Bros-film met John Garfield, Claude Rains, Jeffrey Lynn, Fay Bainter en de Lane Sisters in-de hoofdrollen.
De oude en de jonge minnaar vertrekken maar weer.
.Houd je stil, hoor!" bezweert Buff de oude dienstbode. Buff kan het met haar vader best vinden.
Nan Masters (Fay Bainter), de aantrekkelijke moeder van vier dochters, staat op het punt met den weigestelden Sam Sloane (Donald Crisp) in het huwelijk te treden, voor welk' plan zij de instemming vraagt en krijgt van haar dochters, Linda (Lola Lane), Cora (Gale Page), Tinka (Rosemary Lane) en Buff (Prisciila Lane). Ook Penny (May Robson), de oude huishoudster, moet haar goedkeuring aan het plan hechten. Behalve Nan is Penny de eenige, die zich Nans echtgenoot, Jim Masters (Claude Rains), weet te herinneren, die plusminus twintig jaar tevoren zijn zwerflust ging botvieren en sindsdien nooit is teruggekeerd. Zoowel Penny als de vier meisjes zijn het er roerend over eens, dat Sam Sloane een uitstekende man voor hun moeder en een waardige stiefvader voor de meisjes zal zijn. Juist als Sam op zijn aanzoek het jawoord zal krijgen, verschijnt Nans dood gewaande echtgenoot ten tooneele. Hij is nog dezelfde Jim van vroeger en zijn komst is een slag voor Nan en voor het geheele gezin. Zijn plotselinge verschijning slaat de hoop van George (Frank McHugh), eens een betrekking bij Sam Sloane te krijgen, alsmede die van Cora, die zonder den financieelen steun van Sam niet naar de tooneelschool kan, den bodem in. De kleine pittige en altijd lachende Buff kan het evenwel al gauw met haar vader vinden. Zij laat haar aanbidder, Johnny Heming (Jeffrey Lynn), een pas beginnend tooneelschrijver, schieten voor Gabriel Lopez (John Garfield), zoon van een Portugeeschen visscher en het levend evenbeeld van Jim Masters. Jim Masters en de jonge Lopez ontmoeten elkaar en zijn spoedig dikke vrienden. Jim wint steeds meer de sympathie van de meisjes en iedereen voelt, dat er iets gedaan dient te worden om de situatie te redden. Sam Sloane dringt op een oplossing aan en wijst Jim op wat er tijdens zijn afwezigheid is gebeurd. Nan vertelt Jim, dat, als hij eerder thuisgekomen was, de zaken anders hadden gestaan, maar dat nu de belangen van haar dochters in de eerste plaats komen.
Jim komt ten slotte tot de overtuiging, dat hij gaan moet. Buff neemt afscheid van Gabriel, met wien zij toch ten slotte niet zoo goed overweg kan. Wij zien de beide afgewezen mannen ' dan per trein de stad verlaten om „de wijde wereld in te trekken". Nan pinkt een traan weg, Buff en de oude Penny zijn eveneens aangedaan. Het leven eischt hen echter weer op. Sam Sloane wordt in triomf binnengehaald. Buff en Johnny drukken elkaar de hand en de oude Penny rammelt met haar potten en pannen in de keuken. Het oude leven gaat zijn gang ...
Een romantisch tête-a-tête.
Feestelijke voorbereidingen.
VOOR BABY Dit allerliefste babyjasje, dat voor menige jonge moeder een zeer welkom geschenk zal zijn, is heel eenvoudig zelf te maken. Materiaal: ongeveer 80 gram witte en wat lichtblauwe babywol, 2 breinaalden No. 2H> 1 haakpen Xo. 3. Maten: lengte 26 cm, halve wijdte 24 cm, begin der armsgaten ter hoogte van 13 cm, binnenmouwlengte 19 cm. 30 steken zyn ca. 10 cm breed en 44 toeren zyn ca. 10 cm hoog.
7e tot 10e naald steeds herhalen. Voor de armsgaten kanten wy vanaf de 59e tot de 64e naald aan het begin van elke naald telkens 2 steken af, zoodat voor ieder armsgat 6 steken afgekant worden. Voor de halsuitsnijding kanten wy bü de 99e naald de middelste 11 steken af en breien daarna de schouders afzonderlijk. Linkerschouder: by de 101e, 103e, 105e en 107e naald minderen wij aan de halszijde telkens 1 steek. 114e naald: de overgebleven steken afkanten. Rechterschouder: op dezelfde wyze. Rechter voorpand. Aan den onderrand beginnen en 42 steken opzetten. Dan breien in het patroon van den rug
Rug. Wij beginnen aan den onderrand en zetten 71 steken op. Ie naald (bovenkant van het werk): recht. 2e naald (achterzijde van het werk): recht. 3e, 4e, 5e, 6e naald: recht. 7e naald: 26 recht, 4 averecht, uit den volgenden steek 3 steken breien (1 recht, 1 averecht, 1 recht), 4 averecht, uit den volgenden steek 3 steken breien (als boven), 4 averecht, uit den volgenden steek 3 steken breien (als boven), 4 averecht, 26 recht 8e naald: de by de vorige naald recht gebreide steken worden averecht gebreid, de bü de vorige naald averecht gebreide steken worden recht gebreid. De uit 1 steek gebreide 3 steken worden averecht gebreid. 9e naald: 26 recht, 4 averecht, 3 recht, 4 averecht, 3 recht, 4 averecht, 3 recht, 4 averecht, 26 recht. 10e naald: 26 averecht, 4 recht, 3 steken in een averechten steek samenbreien, 4 recht, 3 steken in een averechten steek samenbreien, 4 recht, 3 steken in een averechten steek samenbreien, 4 recht, 26 averecht.
naar de volgende indeeling: de eerste 5 steken recht (middenkant), de volgende 19 steken zooals de streep van den rug, de overige 18 steken recht. Voor het armsgat kanten wy aan het begin van de 58e, 60e, 62e en 64e naald telkens 2 steken af. Voor de halsuitsnijding kanten wy aan het begin van de 99e naald 9 steken af en aan het begin van de 101e en 103e naald telkens 2 steken. 105e naald: aan het begin 1 steek minderen. 114e naald: afkanten.
NASMAANDEN^^ VERLOOFD TE ZIJN...
Linkervoorpand. Dit wordt op dezelfde wyze gebreid als het rechtervoo.rpand, echter in tegenovergestelde richting. De indeeling by de 7e naald is dus: 18 recht, 19 in het patroon, 5 recht. Mouw. Wy beginnen aan den onderrand en zetten 51 steken op. Daarboven breien wy in het patroon van den rug. De indeeling by de-7e naald is: de eerste en de laatste 16 steken recht, de middelste 19 steken in het patroon. Voor den kop van de mouw minderen wy vanaf de 83e naald aan weerskanten van elke naald telkens 1 steek, totdat wy nog 11 steken overhouden; deze in één lyn afkanten.. De deelen worden in elkaar gezet. De middenkanten van de voorpanden worden met lichtblauwe wol omgehaakt en wel op de volgende manier: x in den gebreiden randsteek steken en 1 vaste haken, dan met een kleinen afstand in den derden gebreiden steek steken en 1 vaste haken, vanaf x herhalen. De halsuitsnijding wordt eveneens met lichtblauwe wol omgehaakt: 1 toer vasten; by den volgenden toer haken wy in eiken steek van den vorigen toer steeds afwisselend 1 vaste en 1 picotje. Door den gehaakten rand wordt een koordje getrokken, dat van een dubbel genonrën lichtblauwen werkdraad wordt gemaakt en dat wy strikken. Ten slotte wordt het jasje onder een vochtigen doek gestreken.
De 7 geheime bestanddeelen in Nu-Blond (de speciale Shampoo voor blond haar) geven aan donker geworden van nature Jicht blond haar, ol aan haar, dat „muiskleurig" is geworden of zijn „kleur verloren" heeft, zijn natuurlijke lichte kleur en de schoonheic der jeugd terug. Nu-Blond voorkomt bovendien het donker worden van licht blond haar, zondei verfstoffen, bleekmiddelen ol extra spoelingen. He „ViteF" (de wonderbaarlijke haarvitamine in Nu-Blond) voedt de haarwortels, geneest en verzacht de hoofdhuid, verdrijft hoofdroos en maakt het haar soepel en zoo zacht als zijde. U zult verbaasd staan over de betoovering en verheugd zijn om de schoonheid, die Nu-Blond aan Uw haar zal geven. Eén pakje .Nu-Blond is voldoende voor twee Shampoo's.
begon Karels belangstelling al te verflauwen en lette hij meer op de krant dan
Toen*vertelde Toos' \\ 'mij de oorzaak. ,Je hebt een ' vermoeide huid'zei ze. ^Dai bederft je uiterlijk. Je moet eens LUX TOILET ZEEP gaan
gebruiken!"
.t.
Nu zijn de gelukkige // « dagen weer terugaekeerd./ ■i Ka rel iegl. dal ik elke JSS^ dag mooier wordt^
Wf^'WtÊÊÊtsu u^wtmMjmtfÊÊIBSS-" Uw charme gaat verloren door een onaantrekkelijke huid — laat daarom de moderne levenswijze geen nadelige invloed uitoefenen op Uw teint. Het dagelijks gebruik van Lux Toilet Zeep voorkomt een „vermoeide huid". Deze zuiverie, witte zeep bevrijdt de poriën van elke onzuiverheid. Lux Toilet Zeep voor jeugd en charme!
LUX
y
umn .VERMOEIDB HUID
TOILET ZEEP
LTZ 171-0141
DE AMATEVR'DETECTIVE 5^ * .
5"
DE OPLOSSING VAN HET VOORLAATSTE FOTO-PROBLEEM Zooals men thans zal zien, waren de nummers verkeerd op de zeilen geplaatst. De nummers aan den achterkant der zeilen (dus deze in spiegelbeeld) waren duidelijker dan die aan den voorkant. Hetgeen natuurlijk nooit juist kan zijn! De hoofdprijs van ( 2.50 werd deze week verworven door den jongeheer F. van Deventer, 's-Gravenhage. De troostprijzen vielen ten deel aan den heer A. Du Chateau, Maastricht, en den heer A. Bakker/ Rotterdam.
%;^^j Wie onzer speurders kan ons zeggen, wat de beeren op bovenstaande foto bezig zijn te doen? Wij zullen weer een prijs van f 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdaellng der prijzen geschiedt op eert manier, waarbij alte inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. U gelieve Uw antwoord in te zenden vóór 13 December aan Mr. Detective, Noordeinde 8, Leiden. Op de briefkaart of enveloppe alstublieft duidelijk vermelden: Amateur-detective 13 December.
TT - 18 —
-19 -
syiviAneem lf EEN
COMPLEET
VERHAAL
een
ohn, jongen," zei Mrs. Dion met een dak mocht klimmen, maar er scheen niestem, die er op berekend was zyn mand thuis te zyn, zoodat hy maar besloot >»jj medelyden op te wekken, „Dick is van de gelegenheid gebruik te maken zyn bal weer kwyt!" Het was een hoog huis en toen hy eindeJohn Warden kreunde, • maar nauwelijks lijk boven op de ladder stond, kwam hy hoorbaar. H\j hield zyn gezicht verborgen tot de ontdekking, dat de bal niet op het achter een uitgespreide courant, in de hoop . dak lag, maar op het platte dakje van een dat zyn zuster zou denken, dat hij zat te ouderwetschen dakkapel. slapen. De list slaagde echter niet — zooals Het was iets meer dan een armlengte by hy trouwens wel had verwacht! — want zij hem vandaan en hy vroeg zich af, wat hy duwde plagend een vinger door de courant doen zou: weer naar beneden klimmen en en tikte er mee op zijn neus. de ladder verplaatsen, of probeeren den „Het is zyn nieuwe bal," voegde zy er bal te grypen van af de plaats waar hy zich aanmoedigend by. „Zou je heiu even voor nu bevond? Hy besloot tot het laatste. hem willen terughalen?" Terwyl hy tegen de ladder leunde, Terwyl hy alle hoop op een rüstigen na- strekte hy zyn hand uit en slaagde er in middag liet varen, kwam John overeind in een houvast aan den dakkapel te vinden. zyn stoel. Hy was ingenieur, en logeerde Terwyl hy nog verder reikte, tot de ladder een dag of veertien by zyn getrouwde zus- een eindje begon weg te glijden, lukte het ter. Dick was zijn neefje, een bengel van hem zyn hand triomfantelijk om den bal te zes jaar met krullend blond haar en een sluiten! waren aanleg om ballen overal heen te En toen toen gleed de ladder weer slaan waar ze niét terecht mochten komen! een paar centimeter weg. Terwyl er een „Ja maar, luister eens," zei John, voor koude rilling langs zyn rug liep, hield hy zyn doen nogal streng, „moet ik nu myn zich krampachtig vast en probeerde niet heele verdere leven besteden aan het opnaar beneden te kyken. Maar de ladder zoeken van D.icks bal? Vanmorgen heb ik begon weer te glijden.... hem uit de aalbessen-struiken opgevischt; Met een forschen ruk trok John zich op gisteren heb ik hem gered uit de komkom- het dakje van den kapel. Er klonk een mer-kassen naastaan, en eergisteren heb ik kletterend geluid, de ladder sloeg door een hem heroverd op den woedenden heer, die raam en kwam daarna met een luiden slag twee huizen verder woont, en die hem door op den grond terecht. Daarop heersebte er zyn achterruit gekregen had! Waar voor stilte den duivel heeft die kwajongen hem nü „Lieve hemel!" hygde John ontdaan. weer heen geslagen?" Plotseling werd er een van dé niet„O, hy ligt nu maar op het dak van gebroken ramen opengeduwd en werd er naastaan," zei zyn zuster lachend. „Maar nu een hoofd zichtbaar. Het was een zeer aanvan het huis aan den änderen kant!" trekkelijk hoofdje, en terwyl hy er op neerJohn fronste zyn voorhoofd. keek, vergat John byna zyn précaire „En hoe veronderstel je, dat ik op het positie. dak van naastaan kom? Denk je soms, dat Aanvankelijk zag hij slechts den achterik schoorsteenveger of geveltoerist ben, of kant van het hoofd: de donkere, korte zooiets?" krullen en een teeren, blanken nek. Maar „Maar er staat immers een ladder in den nadat het hoofd eenige oogenblikken naar tuin, John! Een heel groote! De man, die beneden had gekeken, werd het omgehet dak heeft gerepareerd, heeft 'r laten draaid en keken twee bruine oogen John staan. Je hebt niets anders te doen dan verbaasd aan. ze tegen den muur te zetten en er op te „Goeie genade! Wat.... wat ^doet u klimmen!" hier?" „O ja, anders niet? En als ik nou eens In de war gebracht door die vragende mijn nek breek?" bruine oogen, en een beetje duizelig ten „Dat doe je niet — daar heb je je nek gevolge van zyn eigen hachelijke positie, veel te lief voor! Bovendien: iedereen kan begon John te hakkelen. toch op een ladder klimmen! Het is gemak„Ja.... ik.... ziet u.... ik...," kelijk genoeg! Het is juist een aardig tijd„Ik schrok me bijna dood!" zei het meisverdryf voor je, terwijl ik met Dick een je verontwaardigd. „Ik dacht dat het een eindje ga wandelen." aardbeving was. ..." „Nou, goed dan," zei John, wat kort. „Ik „Ja, ik zocht naar....' ' zal he^ probeeren. Maar als j^ terugkomt „En kyk eens naar dat raam! Heelemaal en je vindt een gebroken ladder en mijn in gruizelementen! Dat zult u beslist moeverpletterd lichaam in den tuin, dan is het ten betalen. Mr. Otten zal verschrikkelijk te jouw schuld!" keer gaan als hy het ziet. Is u misschien Zyn zuster verliet lachend de kamer. filmartist of iets dergelijks?" vroeg zy wat „Zoo'n vaart zal het wel niet loopen," zei sarcastisch. ze, bij het weggaan. „Neen ik ik zocht naar een bal," Tien minuten later was John in den tuin, bekende hy. worstelend met een groote ladder, die „Naar een bal? Speelt-« dan nog met een hy eindelijk, na tallooze wanhopige poginbäl?" gen, tegen den muur wist te plaatsen van John kreeg een kleur als vuur. ,het huis naastaan". „Neen natuurlijk niet. Hij is van Hy had reeds gebeld aan het bewuste myn neefje en... ." mis, ten einde te vragen of hy even op het „Ik wou, dat u niet zoo stotterde. Het is
■ :■ .. avond vrij DOOR
zoo verschrikkelijk moeilijk om wys uit u te worden. Enfin, ik hoop in ieder geval dat u hem gauw vinden zult!" „Ik heb hem al!" John zweeg even, ten einde wat op verhaal te komen. „Maar maar ik zou wel «ens willen weten, hoe ik weer naar beneden kan komen!" Het meisje keek hem nieuwsgierig aan. „Ja, dat weet ik ook niet! Ik zou zeggen: langs den zelfden weg als u gekomen is." „Dat kan ik niet. De ladder is weg.... weggegleden." „Ja, dat is jammer! U zult nu denk ik moeten wachten tot.er iemand in den tuin komt om u te helpen." „Ja maar," zei John, die onaangenaam getroffen was door haar weinig sympathieke houding jegens hem, „u wilt toch zeker niet zeggen, dat u my hier in deze gevaarlijke positie zult laten hangen tot er toevallig iemand aan den achterkant van het huis voorby komt, terwyl het een kleine moeite voor u is, om even naar beneden te komen en de ladder op te zetten!?" „Dat wil ik wél zeggen," verzekerde zy hem resoluut. „Dan had u maar niet op een andermans dak moeten klimmen! Ik kèn trouwens niet naar beneden komen." „Waarom niet?" „Ik zit gevangen." „Hé? Wat?" „Ik zit gevangen," herhaalde het meisje, met een extra klemtoon op iedere lettergreep. „Ik zit opgesloten!" „Lieve hemel!" zei John, oprecht. Hy had natuurlijk al wel eens eerder gehoord van meisjes, die in kamers werden opgesloten. Gewoonlijk echter waren het te vroeg verliefd geworden meisjes, die door strenge ouders werden „vastgehouden", totdat zy tot het inzicht kwamen, dat de keuze van hun hart verkeerd was geweest, maar dergelijke ouderwetsche dingen gebeurden nu niet meer, had hy altyd gedacht. Hoe dan ook, dit meisje zag er niet zóó ouderwetsch uit, dat zy zich een dergelijke behandeling om deze reden zou laten welgevallen. Hy zou haar natuurlijk zeker naar de reden van haar gevangenschap hebben gevraagd, ware het niet, dat hy het door zyn eigen hachelyken toestand daartoe een minder gunstige gelegenheid vond. „Kunt u werkelijk niets doen?" vroeg hy. „Ik kan hier heusch niet langer zoo blijven. Ik word verschrikkelijk duizelig! Als jongen heb ik daar al last van ge " „Zal ik om de brandweer telefoneeren?" „Neen, dank ui" „Misschien kunt u zich dan wat laten zakken, zoodat u door dit raam naar binnen kunt klimmen? Maar ik waarschuw u, dat het spannen zal, als Mr. Otten u hier vindt!" • John mompelde iets over Mr. Otten, wat niet heelemaal te verstaan was, en begon zyn gevaarlijke afdaling. Het meisje sloeg hem zenuwachtig gade en slaakte een zucht van verlichtig toen hy de vensterbank bereikt had en de kamer binnenklom. Het was een groot vertrek, ingericht als een laboratorium. Aan de wanden bevon-
■ den zich planken met boeken, kolven, retorten en allerlei andere scheikundige instrumenten. Maar John had er niet veel oog voor; hy was nog altijd vol bewondering voor het meisje. „Eh.... studeert u scheikunde of zooiets?" vroeg hy. „Neen — Mr. Otten! Ik ben zyn assistente en secretaresse. Hy is verschrikkelijk knap en heeft een nieuw soort verf uitgevonden, waarmee hy ontzettend veel geld hoopt te verdienen." „Zei u niet, dat u opgesloten was?" „Ja, dat ben ik! U moet namelyk weten, dat Mr. Otten een zonderlinge oude man is, die overtuigd is, dat er beslist iemand zal komen om zyn verf-formule te stelen. Daarom staat hij er op, dat er altyd iemand thuis is. Toen ik hier in betrekking kwam, zei hij my, dat ik beslist nooit zonder zyn toestemming mocht uitgaan, en ik antwoordde hem, dat wanneer hij mij zoo weinig vertrouwde, hy gerust de deur van de kamer mocht afsluiten, en die leelyke ouwe man hield me aan myn woord en lederen keer, dat hy nu uitgaat, sluit hij me ,op!" „Dat valt niet mee," zei John. ;,Maar hy vindt het toch zeker wel goed, dat u af en toe eens een eindje gaat wandelen?" „Ja, maar alleen als de huishoudster meegaat." „Wat zegt u?" — John keek haar ongeloovig aan. „Mr. Otten heeft niet graag, dat ik alleen uitga. Hy is bang, dat ik zal spreken met die menschen, van wie hy veronderstelt, dat ze er op uit zyn om zyn formule te stelen! Hy betaalt me natuurlijk vecj meer salaris dan ik ergens anders kan verdienen, en het zal niet zoo lang meer duren, want de formule is byna geheel gereed, en zoodra hy ze heeft verkocht, zullen al die voorzorgsmaatregelen natuurlijk niet meer noodig wezen. Ik zal bly toe zijn, want het werk hier wordt zoo verschrikkelijk eentonig, dat ik beslist bang bon, dat ik het vandaag of morgen op myn zenuwen krijg
J Jet wordt erg deze weck r~~Ë Ik bereid er jullie op voor, zoo*" ** dat je niet zeggen kunt: we hebben ons aan de ergernis van Petrus P. geërgerd. Zoo erg was het nog nooit. D'r is een moordaanslag gebeurd.... Komt meer voor in deze ergerlijke tijden. In 't groot en in 't klein. Zelfs in Japan. De krant vertelde: De politie te Foekoeoka op Kioesjoe heeft Oejitosji Kohi gearresteerd in verband met den moordaanslag op (haal je zakdoek uit je zak en houd 'm netjes voor je neus) Tsji Koe-hei (gezondheid!), den leider der fractie der Seijoekai.... Zegt nou niet: dat zuigt die Pruttelaar uit zijn duim. Niks van waar. Ik kan je de krant laten zien, waar het in stond. Een heel deftige! En nou komt 't ergste. Erger dan Foekoeoka, erger dan Kioesjoe, erger dan Oejitosji of Tsji Koe-hei en Seijoekai. Het heet, dat Kohi een politiek avonturier is.
als ik er niet eens tusschenuit kan gaan om iets origineels te doen!" John keek haar aan. * „Stel je voor," zei hij, „dat ik nu al bijna een week vlak naast u heb gewoond en dat ik u nog nooit eerder heb gezien!" „Ik heb u al wel eens gezien,' zei ze glimlachend. „Als ik uit het raam keek. U was in den tuin met een klein jongetje." Deze laatste woorden gaven John de gelegenheid een heel verhaal op te disschen over Dick, zijn zuster, zyn vacantie, zyn betrekking en wat hy nog meer graag aan het meisje wilde vertellen! Zy luisterde met belangstelling — of met geveinsde belangstelling. „Ik hoop, dat ik u niet van uw werk afhoud," zei John eindelijk na een poosje. „O, ik vind het heerlijk eens met iemand te kunen praten! Het is Werkelijk een heele ontspanning. Vertel alstublieft verder...." ,^Eh.... waar was ik ook weer gebleven? O ja, ik wilde u vertellen hoe mijn zuster heette.... Tusschen twee haakjes: hoe heet u eigenlijk zelf?" „Sylvia Osborn. — En u?" „John Warden." „Vindt u het niet saai, uw vacantie in zoo'n klein plaatsje als dit door te brengen?" „Ja, eigenlijk wel," zei John, „maar sinds Ik...." Hy zweeg plotseling. „Wat sinds?" „O, sinds Ik.. . . Ik bedoel, dat Ik het nil wel prettig vind." „Ik vind het hier ook niet onaardig." „Ik ook niet...." Het gesprek stokte even; belden begrepen wel wat ze wilden zeggen, maar leder voor zich aarzelde er uitdrukking aan te geven! Tot het meisje kordaat zei: „Als er tenminste Iemand Is om mee te praten!" „Juist," zei John gretig. „Dat bedoelde Ik nu ook. Als. ..." Hij zweeg plotseling toen hel geluld van voetstappen zijn oor bereikte en er een sleutel In het slot werd omgedraaid. De
^f^Ui^/^* m **
Daar moesten we nou die tongbrekende namen voor lezen. Het heet, d. w. z. ze weten het nog niet eens zeker aan de krant, dat Kohi een politiek avonturier is. In ieder geval nog niet eens 'n „fatsoenlijke", gewone moordenaar. Doch d'r- komt een geluk bij een ongeluk: Kohi zal naar Tokio worden gebracht. Dus.... wij krijgen van dien politiekavontuurlijken Oejitosjiaan hier geen last Gelukkig. Stel ereis voor, dat een van onze politiemannen het procesverbaal had op te maken. PETRUS PRUTTELAAR.
- 21
— 20 .-t-:.:-
deur ging open en een magere, eenlgszlns gebogen oude man met een kaal hoofd, trad binnen. Hij was blijkbaar In gedachten verzonken, maar toen hij John ontdekte, schrok hij op en kwam er een booze uitdrukking In zyn oogen. Met driftige passen kwam hij nader. „Neen maar," stamelde hy. „Wat.... wat doet die. . .. die man hier In myn laboratorium, Miss Osborn? Wat beteekent dit? Wie is u, mijnheer?" „Hy woont hier naast, Mr. Otten," verklaarde Sylvia snel. „Er Is een ongelukje gebeurd. Hij zocht op het dak naar een bal en.... „....en toen gleed de ladder weg," viel John In. „....en viel door het raam," voltooide Sylvia. „Viel door het raam!" schreeuwde Mr. Otten bijna. „Het was werkelijk een ongeluk," verzekerde John hem. „En Ik zal het raam natuurlijk belalen.' „Dat zul-je zeker, jongeman! Hoc durfde je op mijn dak te klimmen zonder myn toestemming! !" „Ja, Ik had gebeld, ziet u... ." „Onze huishoudster Is doof," merkte Sylvia op. „En Ik kon niet naar beneden komen. ..." „Hm! Maar je had niet het recht heir hier binnen te laten,'" viel Mr. Otten kwaad uil. „Dat is een ongehoorde brutaliteit! Heb Ik je niet uitdrukkelijk gezegd, Misj Osborn, nooit Iemand in myn laboratorlun te laten?" „Maar Mr. Otten," protesteerde Sylvia „Ik kon hem daar toch niet laten hangen! Dan zou hij misschien doodgevallen zyn!' „Dan had hij er maar niet op moeter klimmen! Ik.... Ik zal het nu nog door d( vingers zien, maar laat het niet weer gebqu ren, jongeman! En zorg er voor, dat di( ruit zoo spoedig mogelyk gemaakt wordt Ik zal je uitlaten. Kom mee!" John gaf Sylvia een spijtig glimlachje Hy zou graag nog wat met haar zlju blyvei praten, maar Mr. Otten keek zóó grimmig dat hy het maar beter vond te vertrekken
PASOP! Er is een\5i in de maand de \5l van
UMATIEK Rheumatische pynen kwellen Uw lichaam — ze doodén Lw werklust, ze vergallen Uw leven en dat van Uw huisgenooten. Ze maken l' humeurig en oud vóór Uw tyd en als ge niet tijdig Uw maatregelen neemt wordt ge voorgoed gekluisterd aan Uw stoel of bed. . .. Waarom dan dat alles? Waarom niet de kwaal in haar oorzaak bestreden'? Dat kan toch! In negen van de tien gevallen zyn Hheiimati!>che pijnen een gevolg van onzuiver bloed. Doe eens een bloedzuiverende kuur! Neem Kruschen Salts! De aansporende werking van Kruschen's zes minerale zouten op lever, nieren en ingewanden, hergeeft deze organen weer nun jeugdige kracht. Ze doen dan hun werk weer net als vroeger en filteren al het overtollig en schadelijk zuur uit Uw bloed. Al dat pynverwekkend overtollig urinezuur, dat zich vroeger vastzette in Uw weefsels en gewrichten, en dat de oorzaak was van l'w pünen, wordt nu afgevoerd langs zuiver natuurlijken weg. Mei den dag groeit L'w levenslust en bij een trouw en regelmatig gebruik — eiken morgen na het opslaan — voelt ge l' allengs een herboren mensch.... De Heer W. H. v. d. Z. te Rotterdam schrijft: „Met deze wil ik U mijn oprechten dank betuigen voor de heilzame werking van Kruschen Salts. Gedurende een tiental jaren had ik vreeselüke Hheumatische pijn in mijn rechterknie. . . . totdat een mijner kennissen inii adviseerde om Kruschen Salts te probeeren. Ik kocht een flacon.... ben steeds doorgegaan met innemen en heel langzaam is de pyn uit mijn knie zoo goed als verdwenen.... met loopen gaat het bijzonder...."
bijna nooit tegen iemand, en van zyn huishoudster kun je ook niet veel te weten komen, want die is doof!" „Nou, of hij kwaad was," zei John. „O," zei Mrs. Dion, haar broer aandachtig opnemend. „En er is ook nog een meisje in huis, is het niet? Een secretaresse...." „Eh.... ja," zei John, zoo onverschillig mogelijk. „Eh.... dat geloof ik tenminste wel. Ja, nu je het zegt, er was inderdaad een meisje. ..." „En aardig meisje, hè?" „Eh.... ja. Hoezoo?" „O, niets!" Zijn zuster glimlachte. „Ik vroeg me alleen af, waarom je je beste pak aangetrokken en je je haar zoo netjes geborsteld had." „Ik moet uit," zei John. „Anders. niets. Ik moet zorgen, dat die ruit gemaakt wordt!" " III. Den volgenden ochtend waren Mr. Otten en zijn secretaresse aan het werk in het laboratorium, toen zij buiten voor het raam een klap hoorden. Mr. Otten fronste zijn voorhoofd en zag het bovenste einde van een ladder boven de vensterbank verschijnen.. Een oogenblik later veranderde zyn verbazing in verontwaardiging toen het lachende gezicht van John Warden zichtbaar werd. „Goedenmorgen," zei John vriendelijk. „Wel verdraaid!!" snauwde Mr. Otten. „Heb ik je niet uitdrukkelijk gezegd, hier niet meer terug te komen?" „Ja," zei John, „maar gisteren had u het slechts tegen een buurman. Nu spreekt u met *en werkman: ik kom de ruit inzetten!"* „De ruit inzetten? Kun je dat niet door iemand laten doen, die er verstand van heeft?" „Neen," zei John. „Ik moet zuinig zyn, ziet u, want ik ga trouwen." Mr. Otten bromde iets onverstaanbaars.
„Ik vertrouw dien knul niet," zei hij zachtjes tegen Miss Osborn. „Wat moet hy hier? Waarom moet hij altijd in myn laboratorium rondgluren?'" „Ik weet het werkelijk niet!" zei Sylvia, lichtelijk blozend. Voor de rest van den ochtend verliep het werk normaal — behalve dan dat Mr. Otten telkens schrok, wanneer John een stuk glas, dat hy uit het raam gepeuterd had, op den grond liet vallen, waar het kletterend kapot sprong. En bovendien moest hy er zyn secretaresse ook telkens nog op wyzen, dat zij verstrooid naar John zat te kijken in plaats op haar eigen werk te letten. Toen het tyd werd om te gaan lunchen, was John nog verre van klaar met zijn arbeid. Mr. Otten was er niets over te spreken. „Als je zoo doorgaat, ben je over een week nog niel gereed," zei hy. „Een goed vakman zou er in een uur mee klaar zyn geweest!" „Ja," zei John, „een goed vakman! Maar ik ben nog maar een beginneling. Na de lunch zal ik het pfinaken!" Hy daalde de ladder af en klom over den muur. Zyn zuster zat reeds met de koffietafel te wachten toen hy binnenkwam. „En.... heb je je nogal geamuseerd?" vroeg zy lachend. „Ik heb gewerkt," zei John effen. „Ja, dat ken ik.... maar ik ken jou ook! Enfin, het is in ieder geval tyd, dat je gaat trouwen. Maar pas op voor den man met de licht beige slobkousen, John!" „Hè? Voor wien?" „Dat is je rivaal, Johannetje! De man met de licht beige slobkousen." „Licht beige slobkousen?" herhaalde John verbaasd. „Myn rivaal! Myn beste meid, je hebt zeker zonder hoed in de zon gewandeld...." „Neen.... Hy moet beslist je rivaal zyn! Hy draait nu al verscheidene dagen om hel
huis hiernaast. Pas op, John, jongetje! Ik heb er zoo'n idee van, dat hy óók een oogje op de knappe secretaresse van Mr. Otten heeft." „Onzin," zei John, echter weinig op zyn gemak. Hy zag er allesbehalve opgewekt uit toen hy weer de ladder besteeg om zijn werk te gaan afmaken. Mr. Otten was weg, en Sylvia bevond zich alleen in het laboratorium. Gedurende een poosje werkten zij allebei zonder een woord te zeggen door. Toen kletste John zyn stopverf op het kozijn en begon: „Zeg, zou je iny iets willen vertellen?" „Het hangt er van af, wat je wilt weten." „Wie," vroeg hy, haar recht in de oogen kijkend, „is de man met de licht-beige slobkousen?" Sylvia keek hem verbaasd aan. „Een man met licht-beige slobkousen?" vroeg zij toen. „Ja." „Wie dat is?" „Ja, dat vroeg ik!" „Maar waarom vraag je dat aan my?" deed Sylvia verbaasd. „Is het een raadseltje of zooiets? Hoe zou ik moeten weten wie een man met de licht-beige slobkousen is?" John had plotseling het gevoel alsof hij veel ruimer en vryer kon denken. De wereld zag er weer helder en vroolyk uit. „Dan maakt hy geen werk van je ik bedoel, je bent niet met hem verloofd of zooiets? Je kent hem niet eens?" „Natuurlijk niet. Hoe kom je er by my zooiets grappigs te vragen! Maar als je zoo lang met mij blijft praten, kom je vandaag nóg niet klaar met dat raam!" „Dat wil ik ook niet," verzekerde John haar. „Ik wil die ruit eens keurig inzetten! Het kan daarom best de heele week duren." Hy had gelijk. Daar hy de rest van den
middag besteedde aan het maken van allerlei idiote dieren van stopverf om Sylvia te amuseeren, was hy 's avonds nog niet klaar. Den volgenden ochtend verscheen John weer en besteedde toen nog den ganschen morgen aan het karweitje, tot groote ergernis van Mr. Otten. Aan de lunch begon hy te zingen toen zijn zuster vertelde, dat de man met de licht-beige slobkousen nog steeds in de buurt werd gezien, en omdat hy voelde, dat hy nu pas van zyn vacantie begon te genieten, begaf hy zich weer opgewekt aan zyn werk! Mr. Otten was weer weg en Sylvia was alleen thuis. „Houd je van dansen?" vroeg hy haar, terwijl hy stukjes stopverf sneed met zijn mes. „O ja, fyn!" „Er is vanavond een leuke dansavond. Ik.... dacht.... misschien zou je er iets voor voelen om er samen heen te gaan?" „Ik kan onmogelijk." „Waarom niet?" vroeg John teleurgesteld. „Ik heb je toch reeds verteld, dat ik niet weg kan zoo lang Mr. Otten niet geheel gereed is met zyn formule!" zei ze wat kort. „Dat is allemaal goed en wel," bromde John teleurgesteld, „maar ik blyf hier nog maar een week! Myn vacantie is byna om, en ik kan toch niet weggaan zonder met je gedanst te hebben!" Het meisje begon te lachen. „Zou je zóó graag met me willen dansen?" „Ja — ik zou het heerlyk vinden!" Ze aarzelde. De blik in haar oogen toonde aan, dat de gedachte haar ook verre van onwelkom was. Maar ze schudde spijtig het hoofd. „Mr. Otten zou me nooit toestemming geven." „Dat hoeft ook niet." Ze keek hem met groote oogen aan.
KRUSCHEN SALTS verkrijgb. bij apoth. en drog. ä ƒ 0.40, ƒ0.75 en ƒ 1.00 (extra groot pak). Fabr. E. Griffiths Hughes Ltd., Manchester (Engeland). Opgericht 17r)(>. IL Hij was juist van plan uit te gaan, toen zijn zuster terugkeerde. „Ha, heb je den bal van Dick gevonden?" vroeg ze. „Ja, en ik heb een ruit gebroken — en bijna mijn nek ook." „Wal onhandig van je! — Heeft Mr. Otten het gemerkt? En was hij erg boos? Ik ken hem niel zoo goed, zie je, want hij spreekt
Hier is een hoestsiroop-recept voor kinderen en volwassénen Dit receptje, dat U zelf klaarmaakt, is uitstekend tegen verkoudheid, hoest en kinkhoest. Een kind heeft van nature een hekel aan medicijnen. Daarom zult U blij zijn met het recept van een goed smakende hoestsiroop. In een kwart liter heet water lost U een eetlepel suiker op. Na afkoeling voegt U hieraan toe 30 gram Vervus (dubbel geconcentreerd), die U bij eiken apotheker of drogist kunt koopen. Even goed roeren en Uw hoestsiroop is gereed. Dosis : voor kinderen van 3—8 jaar : 1 theelepel, voor kinderen van 8—12 jaar: 1 dessertlepel, voor volwassenen : 1 eetlepel. Telkens na de drie voornaamste maaltijden en voor het naar bed gaan. Vergeet niet een 30 grams-fleschje Vervus (dubbel geconcentreerd) in huis te halen. Bewaar dit receptje goed.
„Wat! Bedoel je, dat ik moet gaan zonder dat hy het weet? Maar hij zou me op staanden voet ontslaan als hy het te hooren kreeg!" „Hy zal het nooit te hooren krijgen." „Ik.... ik durf toch werkelijk niet." „Denk je eens in," zei John verleidelijk, „er wordt in het park gedanst! Gemaskerd en gekostumeerd.... Stel je eens voor.... het heele park verlicht met gekleurde lantaarns. Allerlei mooie kostuums. Muziek en dansen.... Maskers.... Vuurwerk.... Toe, ga mee. ...!" Sylvia keek hem aan, een glimlach spelend in haar oogen. Ze knikte. „Goed. Ik zal het riskeeren. Mr. Otten is zeer waarschijnlijk vanavond niet thuis. Als je de ladder tegen myn raam zet.... het raam naast dit — dan zal ik komen.... omstreeks tien uur! Maar pas in 's hemels naam goed op, dat je weer geen ruit breekt! En laat de huishoudster je niet zien! Wacht tot het heelemaal donker is!" IV. Even over tienen reed Johns auto met groote snelheid in de richting van het park, Sylvia en hemzelf naar het bal brengend. Ofschoon zij ongemerkt het huis had kunnen verlaten, voelde het meisje zich toch een weinig nerveus. Er stond een heele ry auto's voor den ingang van het park te wachten, en ook John moest er zich by aansluiten. Sylvia greep plotseling zyn arm toen er iemand voorbijkwam. „Zag je hem?" hijgde zij. „Dat was Mr. Otten! Hij keek mij recht in myn gezicht. Ik geloof beslist, dat hy me heeft herkend!" „Dat kan niet," verzekerde John haar. „Daar is het te donker voor! Doe je masker voor! Iedereen draagt er een in het park." Ze deed wat hy zei. In het vroolijk verlichte park dansten zy en mengden zich tusschen de andere aanwezigen, en Sylvia begon juist te denken, dat zij zich had vergist en dat het Mr. Otten niet was geweest, toen zy hem weer zag.
VERWACHT: Na RKO Radio's „Sneeuwwitje" en „Gunga Dln"
komen nu
Vier groote Matro-Coldwyn-Mayer itarran Norma
Astaire - Rogers in
„The story of Vernon and Irene Castle" en Irene Dunne en Charles Boyer in
„Love affair"
SHEARER
CRAWFORD
Rosalind
Paul«»«
GODDARD
RUSSELL IN
De twee gebrandschilderde gedenkramen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, die door de Huldigingscommissie 1938 namens de burgerij aan het bestuur der Ned. Herv. Gemeente zijn aangeboden, zijn In tegenwoordigheid van H.M. de Koningin overgedragen. - H.M. in de Nieuwe Kerk, aandachtig luisterend naar de rede van Mr. L. Trip.
22 — ;
Het circus Strassburger, dat zijn tenten in de hoofdstad heeft opgeslagen, werd verblijd met de geboorte van een olifantje. Baby en mama maken het beiden uitstekend.
23
V R €
u
WEN
Vrouwen — niet» den vrouwan — maar In teder hart... da man I
mwm
DE BRIEF VAN ZWARTE PIET
Mans stond 's avonds voor den schoolsteen. Met een ernstig, strak gezicht. Want als hij aan Zwarte Piet dacht. Kneep hij stiji zijn oogen dicht....
OM TE LACHEN „Kellner, die rekening klopt niet! Ze is veel te hoog. Voor zooveel heb ik niet opgegeten, hoor!" „Ik denk, dat mijnheer zich vergist, want ik reken altijd alles twee keer!" Er was eens éen man, die een wond had aan zijn hoofd. Toen hij een vriend tegenkwam, vroeg deze hem: „Zoo, Jansen, ben je gewond aan je hoofd?" „Neen," antwoordde hij, „aan myn been, maar het verband is een beetje de hoogte ingeschoven." Dokter: „Hebt u gedaan wat ik gezegd heb? Eén uur vóór eiken maaltijd water drinken?"
Dikwijls was hij ongehoorzaam. En hij wist, dat Zwarte Piet Slechts aan brave kind'ren. Snoep en speelgoed achterliet! „'k Moet er heusch iets op verzinnen, 'k Moet iets doen voor Zwarte Piet, Want het feest van Piet zijn Baas is Nu niet lang meer in 't verschietl 'k Geef het paardje fijn wat extra's. Ja, ik geef hem van vandaag Al de korstjes en de restjes. Want ik weet, dat heeft Piet graagl" 's Morgens vroeg ging Hans gauw kijken. En wat zag ons Hansjelief? Daar lag op den zwarten schoorsteen Voor hemzelf een dikke briefl
„Hans," stond er met groot'e letters, „Denk toch heusch niet dat jij mij Met wat extra's voor het paardje. Zoo gelukkig maakt en blijl Ik heb liever brave kind'ren. Denk daarom, hoor kleine man! Zorg dus, dat St. Niklaas jóu ook Een cadeautje geven kan!" Patiënt: „Ik heb het geprobeerd, dokter, rpaar toen ik een kwartier gedronken had, was ik zóó vol en had ik het zóó benauwd, dat ik werkelijk niet meer kón." „Ik denk, dat ik een nieuwe fiets noodig heb," zei een man tegen zijn vriend. „Mijn wagentje wordt al aardig oud. Ik heb 'm nu al vijftien jaar!" „Nou, dan ben ik zuiniger," antwoordde de vriend. „Ik heb al twee keer nieuwe wielen gehad, driemaal een nieuw stuur, en eenmaal een nieuw frame. En nog is mijn fiets zoo goed als nieuw, hoewel die óók zoowat vijftien jaar oud is." Piet: „Mijn voet slaapt zoo." Jan: „Laat den wekker dan eens afloopen, misschien wordt hü dan wel wakker!"
De onderwyzer vertelt van Karel den Groote en wat er al zoo in diens tyd gebeurd is. Als hij eindigt, zei hij: „Ja jongens, dat is nu allemaal meer dan duizend jaar geleden geschied!" Waarop Kees tegen z«n buurman fluistert: „Wat een geheugen, hè jó!" Dirk: „Als m^n baas zich o.ver iets kwaad maakt, slaat hü altijd zijn handen in elkaar." Piet: „Dat doet de myne ook, maar ongelukkig zit dan byna altijd mijn hoofd er tusschen." Lientje logeert by haar tante, en 's middags is er kalfstong bij de koffietafel. Lientje wil er echter niets van eten. „Maar waarom niet?" vraagt haar tante. „Kalfstong is toch lekker?" „Ik lust niets, wat een ander al in zyn mond heeft gehad," zegt Lientje dan.
Wie van jullie kunnen Sint Nicolaas den weg naar Jantjes schoen wijzen?
„Hij heeft me beslist gezien!" fluisterde zy. „Hy heeft ons beslist hierheen gevolgd. O, kyk eens.... hy komt hierheen!" „Maak je maar niet ongerust!" zei John kalmeerend. „We zullen hem wel afschepen. Houd je masker voor." ' Mr. Otten kwam naar hen toe.' Er was een eigenaardige uitdrukking in zyn oogen, terwyl hy zyn blik onafgebroken op Sylvia gericht hield. „Goedenavond," zei John, zich beurtelings warm en rood voelend worden. „Eh.... dat ik u hier moet ontmoeten. Mr. Otten! Ahem.... mag ik u myn zuster voorstellen?" „Uw zuster?" Mr. Otten fronste zijn wenkbrauwen. „Zoo hoe maakt u het?" vroeg hy, zich tot Sylvia wendend. „U moe weten, dat ik het idee had, dat u Miss Osborn, myn secretaresse, was." I „Werkelijk?" John lachte geforceerd. „Hoe eigenaardig. Miss Osborn zal al wel naar bed zyn.... het is al laat en.... en.... Eh, ja, we moeten nu naar huis! Goedenavond, Mr. Otterf" „Gaat u al zoo gauw weg? Ik wilde zelf ook juist gaan. Zou ik misschien een eindje met u mogen meerijden?" • John hield een oogenblik zyn adem in, en Sylvia werd doodsbleek onder baar masker. „We zullen erg nauw zitten," zei John wanhopig. „Ik bedoel, er is niet veel ruimte. Het is maar een klein wagentje!" „O, dat maakt niets uit. Als u en uw zuster er niets op tegen hebben? Ik ben met een heel klein plaatsje tevreden!" John kreunde. Maar er was geen mogelijkheid om Mr. Otten met goed fatsoen kwijt te raken! Terwyl zy naar huis reden, zat Sylvia naast John en Mr. Otten achterin. Ze durfde haar masker niet afzetten, evenmin durfde zij een woord te zeggen, en gedurende den g'eheelen rit had zij de onaangename gewaarwording dat de oogen van Mr. Otten "zich wantrouwend in haar nek boorden.... Toen John voor de woning van Mr. Otten stilhield, stapte deze uit, wenschte hem beleefd goedennacht en verdween (len tufn in. John en Sylvia haalden verlicht adem. „Nou, we hebben hem mooi overbluft," zei Sylvia, haar masker afzettend. „Pff. . . . Dat was anders op het kantje af!" Nadat zij zoo lang hadden gewacht, tot zij meende, dat Mr. Otten in huis was verdwenen, stapte Sylvia uit en liep den tuin in naar den achterkant van het huis. „Hemel," riep John verschrikt. „Iemand heeft de ladder weggenomen! Ik heb ze tegen het raam van je kamer laten staan, en nu staat hij tegen het raam van het laboratorium." Sylvia werd krijtwit. . . . John droeg de ladder naar |haar raam en Sylvia was juist op het punt er op te klimmen, toen zij de strenge stem van Mr. Otten hoorde. Hij was achter de boomen vandaan gekomen, waar hy zich had verborgen gehouden! „Precies wat ik wel dacht! Miss Osborn, het is heelemaal niet noodig om op zoo'n ongewone manier thuis te komen. Ik geloof-
Een pet - een scheepje en hij voelt zich kapitein.
F
»r «Is M *•*••' .4troöt" «*word«n' b* I dan ook „kapiUln*' WBWiiiM» worv j f Ml Wj „BMitroot" moottwi l»H|vtm?
Maak hem bestand tegen de werkelijkheid van het leven. Geef hem nu niet alleen voldoende voedt el. maar vooral voedsel, rijk aan Vitaminen A en D. Geef hem Blue Band. de energievoeding, die krachtig en gezond
maakt, die hem helpt weerstand bieden aan ziekten, die stevige beenderen en een krachtig gebit voor hem vormt, die hem energie en uithoudingsvermogen zal geven... voor „later." Geef hem Blue Band.ryfcaanVïfamïnenAenD.
^mMD#BlüEMNl)^. B.B.3-0141
de het niet erg, toen deze jongeman my vertelde, dat je zyn zuster was. Daarom heb ik mi) hier verdekt opgesteld. Je hebt opzettelijk mijn orders overtreden. Ik zal je ontslaan. Morgenochtend zoo vroeg mogelijk kun je vertrekken!" John was te verrast door de plotselinge verschijning van Mr. Otten om een woord in het midden te kunnen brengen. Sylvia gaf hem een treurig glimlachje en ging toen met Mr. Otten naar binnen. John zag hen in de hal verdwijnen. Hy voelde, dat het zijn schuld was, dat dit was gebeurd. Peinzend bleef hy staan tot hy voor het raam aan den achterkant licht zag opgaan en verdween toen. Hy was juist van plan de deuren van de garage open te zetten om zyn auto naar binnen te rijden, toen er een donkere gedaante uit het huis naastaan naar buiten kwam snellen en hy Mr. Otten luid hoorde roepen. „Houd hem! Houd den dief! Houd hem!" John, die juist in de goede stemming was voor zooiets, gaf de donkere gedaante, toen zij hem passeerde, een opstopper tegen de kaak. De man kreunde even, en zeeg toen met een plof op den grond. John boog zich over hem heen, een grimmige uitdrukking op zyn gezicht. Het was de man met de licht-beige slobkousen, en hij was knock-out! „Dat was prachtig!" riep Mr. Otten buiten
— 24 — 25 -
adem. „Hy bevond zich in myn laboratorium. Toen je de ladder weghaalde, sneed je zyn terugtocht af! De heele boel is onderstboven gehaald. Maar ik verwachtte iets dergelijks. Daarom wilde ik nooit, dat Miss Osborn wegging als ik niet thuis was. Heb je de politie al gewaarschuwd. Miss Osborn?" „Ja," zei Sylvia, die nu naderbij gekomen was. „Heeft John hem gegrepen?" „Ja, den hemel zy dank! Ik ben u grooten dank verschuldigd, Mr. Warden!" „Dat is niet noodig. Neem Miss Osborn weer terug, en we zullen zeggen, dat we quitte zyn. Het was haar schuld niet." „Nou, misschien was ik een beetje tt overijld," zei Mr. Otten glimlachend. „Ver geet maar, wat ik heb gezegd, Miss Osborn! Maar ik ben toch bang, dat ik over een paai weken met mijn werk klaar zal zijn, er dat ik dan van uw diensten niet langer gebruik zal kunnen maken." „Och," zei Sylvia, terwijl zy John glim lachend aankeek, „misschien dat ik er teger dien lyd wel iets voor1- voel, om een hee ander baantje te accepteeren...." Misschien klinken deze woorden der lezer wat vreemd in de ooren, maar dit za niet meer het geval zijn als hij weet, dat zy een antwoord vormden op een vraag die John haar reeds vroeger op den avonc had gesteld, doch waar zy toen nog geer uitsluitsel op wilde geven....
v^r Jonge gavialen — een kleiner toort | krokodil.de zoogenaamde tpitibek- 1 krokodil — levend en groru.nd in poelen, totdat ze groot genoeg zullen zijn om zich In de rivieren te handhaven tegen andere roofdieren.
■_ir •
.*3 i
J*^"'- * •,
/
^J^Z'—y-
Een gavialen-ei.
- i^ p
*
:
^WÜ
Een mooi brokje natuur
l>rokodillen
MenenkarnVirr0zekeTatraan 2i|n, dat het er in wemelt
«^leden der lndische «"e^nwereld. De rivieren op Sumatra en Borneo wemelen letterlijk van deze
van krokodillen.
monsters en zelfs op Java komen ze in overvloed voor. Wie den
behooren
tot
de
Indischen krokodil
meest
voorkomende
kent, heeft alle respect
v
v^ -^
voor het instinct of de intelligentie, waardoor deze dieren
-m^.-
bij
den
worden
nestbouw geleid.
gebouwd een
«n
en
In
uit
de zorgen
den
paartijd
wordt
blaren, takjes,
plaats,
welke
op
voor
de
er
een
nest
klei, enzoovoort,
onverklaarbaar
op l ■■■*■« - •■v
schran-
pp
dere wijze juist zóó gekozen is, dat tegen den
tijd,
dat de
hoogste
voorbij
en -t
■%
eieren
waterstand
juist
is
uitkomen, In
rivieren
dan
plassen
heeft
achter-
en
moerassen' gelaten
in
de
nest. die
van
vischjes, achter-
Hel zijn
Een
groote Indische „boeaja", in zijn natuurlijke houding gekiekt door den jager-fotograaf. •
mensch rottende
er
gemakkelijk
bladeren
komt terug
als de
duurt
overheen maanden;
kan loopen. mama
—
krokodil
Het
hulpzaam is. De
jongen
gebroed
tot
poelen
en
vrijheid, wordt,
jagerstalenten
eieren
snel,
zon
zoodat
oostmoesson
groeien
wanneer de
de
plassen
doet
opdrogen,
en
wind
genoeg zijn om zich naar de
verharding
hooren I
dat
tusschen
een
groot
en
sterk
rivieren te begeven, waar ze
worden, daar
en ze,
wan-
dan
wacht
de hun
en
Hebben gezorgd, is het zoo stevig gebroeden
in de
aan
ontwikkelen
de
dicht-
wennen plassen
nest
gelegd,
neer
laten, waarbij zij hun dan be-
het
gemetseld voor
^'^
dienen
voedsel! nadat
-....
het
De
jonge
Jonge gavialen, net uit het ei.
onmiddel-
daarin
bleven,
UIT HET
de
de
lijke nabijheid
LEVEN DER INDISCHE KROKODILLEN
>*.. '.t^oSd^H
jongen
tot
anden
de
gevaarlijkste
van den
mensch
de
niet op. Zij
„jongen" door een kwakend geluid te kennen geven, dat
ze uit het ei zijn gekropen, doch het dichtgemetselde
-26 ■__■■_
nest
niet
kunnen
ver-
De spltsbek-krokodil.
vijbe-
■
Hoe sfddf bet mef Uw kamer'bloembollen 1 Wanneer ik een dergelijk onderwerp behandel, doe ik het om twee redenen. In de eerste plaats uit erkentelijkheid voor de vele orders, die de Nederlanders zelf hun kweekers gaven, die door de zeer moeilijke tijdsomstandigheden zooveel afzetgebied in het buitenland verloren hebben, en in de tweede plaats om allen koopers van bloembollen een leidraad te geven hoe deze verder te behandelen. Men kan immers pas tevreden met zijn bollen zijn, indien ze ook werkelijk mooie bloemen geven. Helaas is dit nog zoo dikwijls niet het geval. Waar de fouten schuilen, zult U na het lezen van dit artikel weten. De planttijd van bloembollen voor de kamer is tamelijk lang. (Wie nog niet kocht, kan dit nu nog heel goed doen, het succes kan nog uitstekend zijn!) Van Augustus af komen de prijscouranten bij de diverse liefhebbers binnen. Dit jaar is er „gevochten om een order" en er is helaas weer minderwaardige kwaliteit geleverd I Ik moet echter vooropstellen, dat U prima waar hebt gekocht, want anders is het succes van in bloei brengen toch nihil. Wie in Augustus direct kocht, heeft natuurlijk al bloembollen, die veel verder zijn dan degenen, die nu pas koopen en planten. En nu komt het kardinale punt: De bloembollen van de laatkomers worden dikwijls net zoo gauw in het licht gezet als die van de eerste bestellers. En dat is foutl U weet zoo langzamerhand wel, dat alle bloembollen eerst een tijd in het donker moeten staan en daarna pas in het licht mogen worden gezetl Hierop is slechts één uitzondering, die den regel bevestigd: De aardige Fransche Narcisjes, de Paperwhites grandiflorae, mogen direct, moeten zelfs direct in het volte licht worden gezet, anders worden ze veel te lang; de bloemstengels met de aardige trosjes witte bloemetjes rekken dan geheel naar het licht en vallen om. Ze mogen ook niet warm staan, althans niet voordat de knoppen zichtbaar zijn. Er zijn vele schalen met deze bollen, die. nu al bloeien, én het is heel goed mogelijk ze dan .nog eens te vullen. We zetten deze bollen gewoon tusschen kiezelsteentjes of marmerblokjes en water, en ze groeien, dat het een lust isl Kijken we nu eens naar onze andere bolgewassen, die dus alle nog in het donker staan. Dat kan zijn in een donkere kast of kelder, of onder den grond in den tuin, waar ze werden ingegraven. Het gaat nu slechts om één ding: de neuzen (dat zijn de gele spruiten, die bloem.
Hyacinten op glazen, in donkere kast. Nog niet in het licht zetten! stengel en blad bevatten) moeten lang genoeg zijn, alvorens de bollen in het licht worden gezet. Onthoudt U vooral dezen zeer belangrijken regelll Er wordt ontzettend veel tegen gezondigd. Let U maar eens op: als één liefhebber de bollen in het licht zet (bijvoorbeeld met kleine gele puntjes), dan doen de anderen dat direct na. Nooit op den kalender kijken, nooit naar anderen kijken, maar wachten en geduld hebben tot de tijd daar isl Er zijn natuurlijk verschillende bolgewassen voor de kamer geschikt. Ik noem U Hyacinten (op glazen, schalen grint, bakken en potten), tulpen (in potten), narcissen (op schalen grint, potten), crocussen (in schaaltjes grint en schaaltjes aarde), en andere, meerendeels kleinere bolgewasjes, zooals sneeuwklokjes, blauwe druifjes, scilla's en andere, die we meestal in potjes met aarde planten. U begrijpt, dat niet van ai deze soorten de neuzen even lang behoeven te worden en daarom is het noodzakelijk U te vertellen, dat hyacinten neuzen behooren te hebben van 8 a 10 cm., tulpen van 7 è 9 cm., narcissen van ongeveer 8 cm., crocussen van 6 a 8 cm. en kleine bolgewasjes van ongeveer 5 cm. alvorens ze in het licht mogen worden gezet. Wanneer die tijd eenmaal daar is, dan is het lang nog niet hetzelfde wier U de potten gaat neerzetten. Er zijn bolgewassen, die In de warmte
Bloembollen voor het venster, boden van de lente!
28 —
Tulpen in bakje, een fleurige versiering van de huiskamer. en andere, die het slechts in de onverwarmde kamer uitstekend zullen doen. Alleen warmte kunnen bijvoorbeeld verdragen: Hyacinten, tulpen (althans de variëteiten, die voor forceeren geschikt zijn en die een prima leverancier U natuurlijk gezonden zal hebben; afweer een reden om niet altijd te meenen, dat men een zoo goedkoop mogelijk adres moet opzoekenl), Romeinsche hyacintjes en narcissen (liefst matige warmte). Alle anderen (die in het najaar geplant worden, die van het voorjaar laten we even buiten beschouwing) komen in de koele kamer. Wanneer we crocussen bijvoorbeeld warm zetten, verdrogen de bloemen en zien we niets dan loof te voorschijn komen. Ook deze fout wordt heel veel gemaakt. Wal is nu verder de verzorging? Een derde fout kan nog gemaakt worden in het niet tijdig gieten en blijven voorzien van water. Als we bollen in een donkere kast hebben staan, moeten we de aarde steeds vochtig houden, het water tusschen de steentjes bijvullen en het water in hyacintenglazen zoo noodig ververschen. Staan de bollen eenmaal in de kamer, in het licht, dan blijft regelmatig vochtig houden een eerste elschl Wanneer de bollen in bloei zijn, zetten we ze zoo koel mogelijk om lang van de pracht te kunnen genieten en we passen op voor zon (als de bloei al wat laat in den tijd valt) omdat door zon de bloemen heel spoedig vèr opengaan (bij voorbeeld van tulpen). Liefhebbers van het forceeren van bloembollen in huis, het is nu nog tijd Uw fouten te herstellen II G. P. BRONKHORST
2. Dieptebommen zijn de ergste vijanden van de duikbooten. Ziethier de uitwerking van zoo'n bom! 3
Finland
blijft
paraat!
Luchtafweergeschut, Rusland.
opgesteld aan de grens met
4. Hoog boven de wolken — op zoek. naar vijandelijke vliegtuigen! 5. Engetsche soldaten in „regen-tenue" op weg naar het front. 6. De aankomst van koloniale troepen „ergens in Frankrijk". '' "•
ï
"
:,.-■■■
e
2. Peter lachte. „Het was natuurlijk Ebony, mijn nieuwe vriendje. Kom eens met mij mee, dan zal je direct zien, wie het is." Dot ging met Peter mee naar buiten en toen zagen ze het jongetje staan. Tegen Dot zei hij, dat hij graag haar bediende zou willen zijn!
mi
H. L. te E. — Tot mijn spijt kan ik in deze rubriek het door U bedoelde procédé niet behandelen. Dit zou te veel plaats in beslag nemen. Ik raad U aan in een goeden boekhandel naar een werkje hierover te vragen. Dergelijke boeken zijn niet duur. U zult de uiteenzetting dan volledig kunnen bestudeeren.
DE VLIEGAVONTUREN VAN PETER EN DOT
1. Toen Peter bij het hutje terugkwam met zijn arm vol versehe cocosnoten, kwam Dot hem al tegemoet. Ze was blijkbaar ergens van geschrokken, want ze zag er zeer opgewonden uit. „Peter, ik heb hier door het raam een neger-jongetje naar binnen zien kijken!"
oor
Mej. G, R. te G. - Indien U te veel porto opplakt, krijgt U hiervan niets terug. Het Is dus zaak, altijd goed op te letten, hoeveel porto er vereischl wordt. Een antwoord-coupon kost zeventien en een halven cent. U kunt ze aan elk postkantoor koopen. Indien Ü antwoord verlangt, Is één coupon voldoende, maar voor een foto moet U er drie Insluiten! 3. Dot nam dit graag aan. Pas toen de kinderen het schip met hem hadden bezocht, bemerkten ze, dat hij geheel alleen hier op het eilandje woonde. Hij vertelde, dat hij de eenige overlevende geweest was bij het vergaan van het schip, dat hier op de rots rag.
A. J. P. te 's-G. - De door U bedoelde zangeres uit „De onsterfelijke walt" is Miliza Korjus.
U merkt het als anderen BODY ODOUR (B.0.) hebben..
J. P. te S. — Uw wijze van optossen is juist!
MAAR VOELT 0 ZICH ZELf WBL VEILIG ?
J. E. te B .— Het is niet noodig, dat U de teekeningen uitknipt en dan invult. U behoeft het blad niet te beschadigen, indien U de afbeeldingen overteekent en op deze losse blaadjes de antwoorden invult.
Het onaangenaamste van B. O. is, dat de betrokken persoon het zelf niet merkt < hij weet zelf niet, dat hij aanstoot geeft. Transpiratie, als U daarop niet let, is de oorzaak van B.C. en daar iedereen transpireert, loopt iedereen de kans, anderen te hinderen. Maar U kan B. O. voorkomen. Rexona, met haar speciale gezondheidsbestand' delen, geeft U een volkomen waarborg tegen B.C. Het werkzame, reinigende schuim van Rexona dringt diep in de poriën van de huid en be< vrijdt ze van alle onzuivere bestanddelen. Niemand mag B. O. riskeren en bovendien hoeft het niet, als U geregeld Rexona gebruikt.
Joh. P. R. te E. - Ik heb deze week Uw briefje gekregen, doch had U toen al geantwoord. Nu kan ik u mededeelen dat Preston Forster ook een filmster is. U ziet dus, dat het drie personen waren. Ik hoop, dat U nu naar genoegen bent ingelicht!
4. Ebony klimt handig aan boord van het wrak, en Peter volgt hem op den voet naar de provisiekamer. „Hier is genoeg voedsel!" zei Ebony. Hij keek erg verwonderd, toen Peter zei, dat hij alles het liefst direct naar het hutje in het bosch zou overbrengen.
5. Het jongetje wist nog niets van „De Zilveren Ster", en toen hij het toestel voor'het eerst zag, dacht hij, dat het een bijzonder groote vogel was. Hij durfde er niet dicht bij te komen. Maar Peter vertelde hem, dat het geen kwaad kon en bracht hem raar het toestel.
6. Tenslotte was alles klaar en de kinderen startten om naar het hutje terug te kesren. Toen de propeller begon te draaien en „De Zilveren Ster" zich in de lucht verhief, werd Ebony hoe langer hoe meer verwonderd over alles, wat hij om zich heen zag. Hoe was dit alles toch mogelijk?
F. B. te A. - Dank U wel voor Uw inlichting, ik zal er gaarne gebruik van maken als het weer eens gevraagd wordt. U kunt gerust dergelijke wenken aan mij zenden. Graag zelfs! Het adres van David Niven is: 780, Gower Street, Hollywood, Californië. Douglas Montgomery kunt U bereiken via de Metro-Goldwyn-Mayer-Studio's, Culver-City, Californië. Op Uw andere vraag hoop ik U volgende week te kunnen antwoorden. Ik moet eerst nog enkele inlichtingen verzamelen.
rreriTT REX 32-0141
Dr. H. NANNING's Denk aan ONTSPANNINGSLECTUUR
K. N. te A. - U kunt de schoenen schoonmaken met een watje, gedoopt in benzine of tetra. Denkt U er echter wel aan, dat U niet te veel van dit vocht gebruikt, en vooral in de rondte wrijft, daar U anders kans heeft, dat er kringen achterblijven. En .. . wees er vooral voorzichtig mede, met het oog op het brandgevaarl Uw andere vraag za! ik de volgende week beantwoorden; ik moet nog even het antwoord op een inlichting afwachten.
voor onze Militairen
7( Peter en Dot vonden het leuk, dat het jongetje zoo genoot van het vliegtochije, maar na een kwartiertje was het afgeloopen, waht ze zagen het hutje en landden op een open plaats er vlak bij. De kinderen hielpen elkaar nu snel al het voedsel naar binnen brengen.
8. Er was zooveel op te bergen, dat er in het hutje bijna geen ruimte voor was, en daarom besloot Peter een voorraadschuur te gaan bouwen, waarin ze alle blikgroenten zouden kunnen bewaren. Hij werkte hard, maar toen hij Ebony noodig had, was deze nergens te vinden.
9. „Peter, kijk eens naar het vliegtuig!" zei Dot' opeens. „Wel, wat is dat nu?" Peter wist niet wat hij zoo gauw moest beginnen, want „De Zilveren Ster" begon opeens te bewegen. „Ebony brengt den motor in beweging! Als hij hem maar niet, vernieltl" riep Peter angstig uit. (Wordt vervolgd)1
Méj. A. S. te L. - Dank U wel voor Uw briefje. Het doet mij genoegen, dat mijn raad U geholpen heeft. U kunt gerust weer een dergelijke vraag stellen. Ik zal mijn best doen U als steeds van dienst te zijn. Uw wijze van oplossen is juist. S. v. d. P. te R. - Wrijft U vooral het bont niet afl Het beste is het flink uit te schudden, en rustig te laten drogen, echter vooral niet bij het vuur! Ik dank U wef voor Uw wenk; ik zal er gaarne gebruik van maken.
GEWONE ADVERTENTIES; TEKSTADVERTENTIES:
KOLOMHOOGTE 120
KOLOMHOOGTE
120
REGELS
REGILT
KORTINGEN
-
-
KOLOMBREEDTE 5 cM.
KOLOMBREEDTE
VOLGENS
6.7
cM.
-
REGELPRIJS 25 ets. BRUTO REGELPRIJS
TARIEF
M —
■
50
et«.
BRUTO
Mevr. P. U. te D. Uw kleed niet veel meer nog raden het gewoon -•"it U dan nog eenig vccesl
Naar ik vrees, is er aan te doen. Ik kan u alleen te wasschen, misschien resultaat bereiken. Veel
KINADRUPPELS Het aangewezen middel bij:
BtOEDARMOEDE . BLEEKZUCHT MALARIA - GEBREK AAN EETLUST, enz. Men lette op den naam „'Dr. H. thCanning" buiten op de toode doos en op de flacon. — Prijs £1.30.
Mevr. K. P. te T. — Gelukkig, dat U weer hersteld is. Ik wensch u veel succes met de puzzles. Een antwoord-coupon kunt U aan elk postkantoor koopen. N. H. te F. — Uw wijze van oplossen is juist. Alleen zou ik U willen vragen voortaan de Amateur-detective en de Filmpuzzle op een apart velletje papier te schrijven. Dr. Puzzelaar heeft hier erg veel gemak van. H. I. te F. - Probeert U de vlek eens te verwijderen met een beetje tetra of benzine. Ik denk wel, dat dit zal helpen. Dank U wel voor Uw hartelijk briefje. W. L. te F. - Behandelt U de meubelen met wat keukenzout. Doe een beetje zout op een dubbel linnen lapje, dat U met een touwtje dichtbindt. Doop dit lapje nu in zuivere lijnolie en wrijf de meubels daarmee in. Indien het meubelstuk nu nog niet mooi glanzend is geworden, wrijft U het dan nog even na met een zachten wollen lap.
31 H_
BESCHERMT U TEGEN BODY ODOUR (B.ü.)
Mej. P. O. te R. — Uw wijze van oplossen is juist. Alleen de Amateur-detective en de Filmpuzzle hebben we graag op een apart velletje papier. — Ik wensch U van harte beterschap. In Uw geval zou ik heizelfde gedaan hebben. Mej. G. de G. te W. - U kunt de vruchten gerust een poosje bewaren! Mevr. K. G. te F. - Ik ben het met U eens, dat vetvlekken op papier erg slordig staan. Probeert U het volgende eens. Smeert U de vlekken in met een papje van benzine en gips. Laat dit nu zoo lang intrekken, tot het gips poeder is geworden. Wrijft u dit er nu af, dan zal de vlek waarschijnlijk verdwenen zijn. Is de vlek nog versch, dan kunt U eerst probeeren vloeipapier of dik groen papier (ook bekend als „grauw" papier) er onder te leggen, en er met een warm ijzer overheen te strijken. U moet er dan natuurlijk aan denken, dat U het papier verschuift, opdat het steeds schoon is. De
Secretaresse van de VOOR Noordeinde 8, Leiden.
U~C/ub,
HUM O R 1& ^y>^^#
schliwc'ehjkl"^
die deUr
"'**
diCht d0en? H#
*
toch
*
hier
Het m.isje (tot link. bult,n): „Zou je leuken jongen in hat midden?"
niet
van" plaats
willen rullen met dien
„Ik heb een kleine wrat, die ik graag kwijt wilde ..." me 0U ben d , feter b.h.ÄV y VL. - «chtscheidingszaken behandelt de advocaat hiernaajtl. ?.
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN Heb jij wel eens van Duke York gehoord Pietersen ?" „Nog nooitI Wie is dat?" „Ik heb je wel eens van zonderlinge beroepen in Hollywood verteld, maar men zal toch zelden iemand vinden als Duke York, die er zijn beroep van gemaakt heeft, zich knock-out (en nog wel goed raak) \e laten slaan." „Is hij een bekend filmacteur?" „York speelt nooit groote rollen. Hij stelt kleine dronkaards voor, zeelui, z.g, ,,zware" jongens, die op een gegeven moment aan het bakkeleien zijn. En dan is hij de man, die een formidabelen .punch" krijgt en door het café vliegt." „Een prettig beroep! En wordt hij nog al vaak gevloerd ?" „York schat, dat hij een goede vijfhonderd keer per jaar tegen den grond geslagen wordt. Hij geeft dan ook toe, dat het niet bepaald een prettige manier is om je brood te verdienen. Maar het heeft zijn goede kanten." „Welke dan?" „Het wordt goed betaald en soms wordt zijn arme hoofd teeder vastgehouden door de heldin van het stuk." „Het eerste lijkt me pleizieriger dan het tweedeu ten minste in vele gevallen." „Een kwestie van smaak! A propos. Heb je gehoord van dat grapje, dat men met Carole Lombard heeft uitgehaald?" „Neen, vertel eens!" „Carole, moet je weten, is in de studio's beroemd, ik kan beter zeggen: berucht om haar grappen, die altijd een zeer exclusief karakter hébben. Niet lang geleden echter kreeg de ster een flinke dosis van haar eigen medicijn. Een regisseur, zelf voortdurend slachtoffer van Carole, kocht een dozijn blitzlichtlampen van een der fotografen. Terwijl Carole at. verschafte hij zich door middel van een looper toegang tot haar kleedkamer en verving alle gewone door de blitzlichtlampen." „En wat gebeurde er toen ?" „Toen Carooltje na het eten haar kleedkamer binnenkwam en het lichtknopje omdraaide, werd zij verblind door een zee van licht, die een ontploffenden meteoor eer aangedaan zou hebben. De grocte diva rende met een kreet van schrik de gang op, waar de regisseur haar met een uitgestreken gezicht vroeg, wat er aan de hand was." „Een reuze mop, hoewel Carole het wel minder gewaardeerd zal hebben."
FILM-ENTHOUSIASTEN
„Lieve help — ik heb je^zeepvlokken in plaats van havermout gegeven I"
„Neem me niet kwalijk, dat ik u zoo laat nog lastig val, buurman, maar zou ik even 'an uw brandtrap gebruik mogen maken?"
W. R. te Haarlem. Inge Landgut is den 23sten November jarig. Zij woont: Weimarerstrasse 7, Berlijn. David Niven is niet getrouwd. Zijn adres is 780 Gower Street, Hollywood. Voor foto drie antwoordcoupons insluiten. Deze coupons zijn aan ieder postkantoor verkrijgbaar. J. K. te Zutphcn. De gevraagde foto's zonden wij u toe. Herbert Marshall werd den 23sten Mei geboren. In 1911 ging hij aan het tooneel. Hij debuteerde in de Engelsche film „Mumsic". Hij is getrouwd. Isa Miranda is niet getrouwd. Wij plaatsten in N^). 41 van ons blad een uitvoerig artikel over deze ster. E. A. d. V. te Rotterdam. Hierbij de gevraagde adressen. Suse Qraf, Johannis-
bergerstrasse 34, Berlijn. Otto Wernicke, Witzlebenplatz 3, Berlijn. Robert Montgomery, Metro-Goldwyn-Mayer-Studio's, Culver-City, Californië. J. P. v. D. te Rotterdam. De gevraagde foto's zult u intusschen wel ontvangen hebben. Nelson Eddy en Danielle Darrieux lezen hun brieven zelf. Nelson Eddy zal zeker wel zijn handteekening op de foto willen zetten.
DE DERDE MUZE OM 10.000 DOLLAR
B'
en moeilijken tijdsomstandigheden ten spijt is ook het Haagsche Amateur Tooncelseizoen wederom begonnen. In Seinpost opende „A.D.D.—D.V.S." zoowel haar als hèt seizoen met een oud bekend blijspel van James Montgomery, ,,Om 10.000 dollar", een aardig, vlot, Amerikaansch tooneelstuk, dat het nog altijd best doet. De militaire dienst had ook regisseur Dr. W. de Vletter opgeroepen, zoodat hem de regie ditmaal niet kon worden opgedragen en P. Faber werd bereid gevonden de instudeering op zich te nemen. Had hij echter niet bovendien de mannelijke hoofdrol vertolkt, dan had m.i. de opvoering, die alleszins beschaafd en vlot was, toch een ander aanzien gekregen. Uit de verschillende rollen was veel meer te halen geweest en ik twijfel er geen oogenblik aan, dat wanneer regisseur Faber zelf in de zaal had gezeten, hem dit ook was opgevallen. Bovendien was de opvoering zuiver Nederlandsch en niet Amerikaansch. Neem de verschijning van Ralston (gemakkelijk en vlot gespeeld door C. W. Natzijl), hij had niets van een Amerikaan; evenmin Dick (A. M. Koolwijk maakte er bovendien wel heel weinig van; zijn houding met de hand in den zak, geen medeleven, geen uitdrukking op zijn gezicht, geen nuance in stem) en de dames Mabel en Sabel, hoewel keurig gekleed, waren volkomen Hollandsche typen. Het spel van Mabel (Enny de Vletter) en ook van Sabel (Bep Baron) bad ik gaarne geraffineerder gezien. Laatstgenoemde was nog het best in dit opzicht. Rita Marinus voldeed zeer goed als Mevrouw Ralston; een iets ouder uiterlijk bad ik geprefereerd; Betty Simons speelde de rol van Gwen, de dochter, naar behooren, maar ook haar heb ik beter gezien, evenals Lea Regensburg als Ellis, Owen's vriendin. Tine Boeje ^as een keurig dienstmeisje. Van de beeren noem ik nog A. C. v. d. Vet, die de figuur van den dominee een beetje naar de.klucht toe speelde, maar overigens goed voldeed, en R. J. J. Nijhuis, die het best den Amerikaanschen stijl te pakken had en verdienstelijk spel leverde, hoewel hij zeer moeilijk te verstaan w^. Tot slot de hoofdrolvcrtolker P. Faber. Van zijn vertolking zou ik hetzelfde willen zeggen als van zijn regie. Had hij zich alleen op de vertolking kunnen toeleggen, de rol was ongetwijfeld beter uit de verf gekomen. Het was goed, maar ... het had beter gekund; er waren heel aardige oogenblikken in zijn spel (eerste bedrijf), maar ook scene's, waarvan hij veel meer had kunnen maken. De geheele opvoering had iets mats, zelfs de aankleeding van de groote kamer, ofschoon keurig, was koud. Het samenspel was in doorsnee goed en de rolkennis eveneens. De telefoon in 1 ging iets te vroeg. Alles tezamen een opvoering, die een goeden indruk maakte, maar. ... die toch m.i. beter had kunnen zijn, wanneer de regie en de hoofdrol niet in één hand waren geweest. HENRI A. VAN EIJSDEN Jr.
De Zweedsche Ula-aetrlee Ingrid
Bergman • t
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag vijfhonderd vijf en zestig Door wien is Australië ontdekt? Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die vóór 18 December (abonné's in overzeesche gewesten vóór 18 Januari) goede oplossingen zenden aan ons redactie-adres: Noordeinde 8, Leiden. Op de enveloppe of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: Vraag 565.
DE OPLOSSING Vraag vijfhonderd een en zestig Het eiland Madagascar behoort staatkundig bij Frankrijk. De hoofdprijs werd ditmaal verworven door den heer A. Heyens te Goes, terwijl de troostprijzen ten deel vielen aan: mejuffrouw Dora Lea Treff te 's-Gravenhage; den jongeheer Ben Stieltjens te Blerick; den heer B. Bobbe te 's-Gravenhage; den heer J. Schellings te Maastricht; den heer J. A. Quik te Utrecht.
-.
.
■
Alfred Stoeger engageerde voor de film „Seitensprünge" Günther Brackmann, Wolfgang Kieling, Vera Berg en Elly Blank. De film wordt in de Barrandow-ateliers te Praag opgenomen.
De Ufa zal een film vervaardigen, getiteld .,I.R.A."
Grethe Weiser is geëngageerd voor de Bavaria-fllm „Das Horoskop seiner Lordschaft". Bernd Hofmann heeft de regie.
Peter Krender heeft de muziek geschreven voor de film „Flitterwochen in Gefahr", waarvan Paul Heidemann de regie heeft.
Jane Wyman zal de hoofdrol vertolken in „Torchy goes to town".
Carole Landis en Joyce Compton die den laatsten tijd in menige succesvolle film op den voorgrond traden, zijn toegevoegd aan de rolbezetting van „Reno", de nieuwe Richard Dix-film, die thans in productie Is.
Sendy HenviUe, het filmsterretje, en zijn collega Charlene Lament,
NIEUWS
UIT
Jimmy Lydon, de begaafde veertienjarige acteur, die zoowel op Broadway als in Hollywood ' bekendheid geniet, hebben een ernstig onderhond. speelt een der beide hoofdrollen In de film „Sunset", welke inmiddels onder leiding van Cliff Reid in productie is gegaan. Jimmy, die kortgeleden in het ,Bob and Betty"-radioprogramma te New York optrad, heeft zich met zijn moeder, Mrs. Mary Lydon, naar Hollywood begeven: Hij is vooral bekend door zijn rol in de film „Back door to heaven", en speelde in New York in de stukken „Sing out the news" en „Happiest day". Jack Hively regisseert „Sunset", dat, met Tim Holt als ster, verfilmd wordt naar een oorspronkelijk verhaal van Joseph A. Fields.
DE STUDIO'S
De vader van den populairen jongen acteur Mickey Rooney, die zooals men weet Joe Yule heet, was als variété-artlst „gepensionneerd", toen Mickey's ster begon te rijzen. Thans heeft Mickey Rooney hem naar Hollywood gehaald en zijn eerste rol Is die van tooneelmeester in de film „Fast and furious", welke tevens de terugkeer van Franchot Tone beteekent. Busby Bergeley is de regisseur.
Adolphe Menjou, wiens rake karakteruitbeeldingen hem tot een der markantste en populairste persoonlijkheden van de film hebben gemaakt, is geëngageerd om naast Kay Kyser in de nieuwe R.K.O. Radio-film „That's right, you're wrong" 'n hoofdrol Ie vervullen. Dave Butler zal deze film regisseeren.
Josefine Dora speelt belangrijke rollen in de films „Flitterwochen in Gefahr" en „Wehe, wenn sie erben".
Dr. Hallig is de auteur van het scenario „Mädchen auf der Flucht", dat door de Ufa verfilmd zal worden.
Lucille Ball, de jeugdige filmster, die in de afgeloopen twee jaar een benijdenswaardige filmreputatie heeft verworven, is geëngageerd voor de rol van Kay Kyser's partner in „That's right, you're wrong". Naast Adolphe Menjou, die eveneens een hoofdrol vervult, (reden in de film op Mae Robson, Edward Everett Horton, Moroni Olsen en Lilian West.
Hairpo Marx, de „doofstomme" van de drie Marx Brothers, dien men lot dusverre meestal met zijn gouden harp heeft kunnen bewonderen, zal in de nieuwe Metro Goldwyn Mayer-film „Een dag in het circus" begeleid worden door een compleet symphonie-orkest. Alle spelers van dit orkest zijn . . . gedresseerde apenl
Bonita Granville speelt een belangrijke rol in de Warner Bros-film story of Edgar Allan Poe".
,The
Ann Sheridan zal in de drie Warner-films „Dangerous curves", „Torrid zona" en „Married, pretty and poor" belangrijke rollen spelen.
Humprey Bogart en Jane Bryan zijn aan de „cast" van de Warner Brosproductie „Invisible stripes" toegevoegd. Lloyd Bacon heeft de regie.
Julien Mitchell, een van Engelands grootste karakterspelers, zoowel op het tooneel als voor de film, is geëngageerd voor een belangrijke rol in de nieuwe Carole Lombard-film „Vigil in the night". Mitchell bevindt zich thans te Londen en zal met de eerste boot, waarop hij passage kan krijgen, raar Amerika vertrekken. Hij is een vooraanstaande figuur in de Engelsche theaterwereld en speelde in de filmproducties „Drums" en „The last journey". De opnamen van „Vigil in the night", die eenige weken geleden gestaakt werden door de plotselinge ziekte van Carole Lombard, worden thans hervat. Tot de verdere medespelenden behooren Anne Shirley, Bri^n Aherne en Brenda Forbes.
Maria Landrock, Karl Schoenboeck en Klaus Detlev Sierck werden geëngageerd voor de Tobis-film „Kamerad Mutter".
Eduard Koeck, Leopold Esterle, Georg Vogelsang en Kaete Merck zullen optreden in de film „Geier-Wally". Gus Schilling, bekend blijspelacteur, die in de afgeloopen jaren in tal van Orson Welles-producties optrad, is door Welle? geëngageerd voor een rol in „Heart of darkness", de novelle van Joseph Conrad, die de jonge oprichter van het Mercury Radio Theater voor R.K.O. Radio zal produceeren.
Astrid Allwyn, de blonde filmactrice, is gecontracteerd voor een groote rol in „Reno", een film met Richard Dix. Onder leiding van Robert Sisk is de rolprent, waarin ook Gail Patrick, Anita Louise en Laura Hope Crews belangrijke rollen spelen, inmiddels in productie gegaan. John Farrow regisseert „Reno". Het scenario is geschreven door John Twist naar een oorspronkelijk verhaal van Ellis St. Joseph.
GLORIA JEAN ll-JARIG ZANGWONDER TREEDT IN DEANNA DURBINS VOETSTAPPEN. Ais men in Scranton, een klein, doch wegens zijn steenkolen! productie uiterst' belangrijk ''" ' ( ' • industriestadje in Pennsylvania, de registers van den burgerlijken stand opslaat, zal men achter den datum 14 April van het in financieele kringen in kwaden reuk staande jaar 1928 een naam ontdekken, die momenteel door alle Scrantoneezen hemelhoog geprezen wordt niet alleen, doch hen tevens hoogmoedig zal doen verklaren, dat uit hun midden toch maar een thans wereldberoemd figuurtje is voortgekomen, een figuurtje, dat luistert naar den naam Gloria Jean. Het kan, wij weten het allemaal, raar loopen in de wereld. Mijnheer Jean, een aardige eenvoudige baas, had nimmer kunnen bevroeden, dat zijn echtverbintenis met de Hollandsche juffrouw Elise Schoonover zou worden gezegend met vier, op vocaal en instrumentaal gebied uitblinkende kinderen en hij had zeker niet kunnen denken, dat zijn op één na oudste dochter Gloria in het rijk der film een uitzonderlijke positie zou gaan innemen. Wel is waar bracht de kleine, IJ^ jaar oud zijnde, haar onmiddellijke omgeving in verbazing
door het lied „Little Annie Rooney" te mummelen, maar een voorteeken van een grootsche carrière kon dit nog geenszins genoemd worden. Toen zij. bijna vier jaar oud, met een troepje humoristen voor het radiomicrofoon stond en „When 1 take my sugar to tea" op zeer verdienstelijke wijze zong, waren de voorteekenen van sluimerende talenten in overvloedige mate aanwezig en haar moeder komt de eer toe, deze eigenschappen rustig en zonder forceeren te hebben ontwikkeld. Mevrouw Jean stond het kind toe bij verschillende gelegenheden haar stem te laten bewonderen, maar het bleef amateurwerk en kon naar believen geregeld worden zonder Gloria te vermoeien. Toen kwam het moment, dat Gloria, zes jaar oud, ontdekt werd door den jazzkoning Paul Whiteman, die met zijn band op tournee was. De dikke bandleader bood haar terstond een contract aan, maar weer was het Gloria's moeder, die het Gloria schept veel behagen in werk op het land
aanbod afsloeg. Gloria was veel en veel te jong om nu reeds geëxploiteerd . te worden. Zij zou grondig muziekonderwijs moeten genieten alvorens tegen betaling op te treden en dat onderwijs, hoe kostbaar het ook was voor den vader, die zijn brood moest verdienen met den verkoop van piano's, gedoogde geen uitstel, dat echter door onvoorziene omstandigheden toch kwam. Gloria werd ziek, hoogst ernstig zelfs, en een jaar lang kwam er niets van studeeren. Het kind dacht, dat zij haar stem voorgoed zou verliezen, maar toen zij beter was, ging alles prachtiger dan ooit en de Colonial Opera Company van New York, een van Amerika's beste ,,trekgezelschappen", keurde haar in 1938
geven haar hoedanigheden, karaktertrekjes en markante eigenschappen te bestudeeren en in het scenario te verwerken, een taak waarvan hij zich met artistieken zwier en psychologische volmaaktheid kweet. Het meisje moest in de film blijven wat zij ook in het dagelijksch leven was, n.1. een levenslustige robbedoes, vrij van poses en aangekweekte lieftalligheid. Daarom ook bleef Gloria verschoond van tooneelonderricht en kreeg zij gedurende de periode van voorbereiding uitsluitend muziekles van den leider der studiomuziekafdeeling Charles Previn. 18 Mei 1939 werden de eerste shots van „The underpup " gemaakt en in het centrum van de tientallen meisjes, die met hun vroolijk gekwetter een sfeer van luchthartigheid en speelschheid kweekten, stond een Gloria, wier onbevangen verschijning een openbaring De ouden van Gloria arrlveeren mei hun dochter in Scranton, Ier gelegenheid van de première van „The underpup" Gloria's contract moest zetten en de adspirant-actrice verhuisde met haar .gansche familie naar Hollywood. Nu moest er nog een scenario gevonden worden voor Jean en Pasternak meende het gevonden te hebben in I.A.R. Wylie's verjp ^ volgverhaal „The underpup". Alvorens dit kostschoolverhaal te verfilmen, gaf de studioleiding Gloria
Schoolkinderen begroeten Gloria in haar geboorteplaats waardig om toe te treden tot het tableau de la troupe. Wederom was het mama Jean, die thans het gezelschap niet waardig keurde Gloria op te slokken, omdat de repetities te lang én te zenuwsioopend voor het meisje waren. Zoo gingen er enkele maanden voorbij', totdat Larry Waterman, een „talent scout" van Universal, in opdracht van productieleider Joe Pasternak naar Scranton ging om zekere geruchten in verband met een jong meisje, dat fabelachtig zingen kon, persoonlijk te onderzoeken. Waterman achtte het verantwoord Gloria voor den almachtigen Pasternak te leiden en deze maakte twee proefopnamen van de jongedame. Het resultaat bleek dermate verrassend, dat Dan Kelley, het hoofd van de personeelafdeeling, direct zijn handteekening onder
Gloria met Nan Grey in „The underpup". Gloria's vader toont haar in New York den hoogsten wolkenkrabber. • voor alle insiders bleek. Niet alleen, dat haar natuurlijke wijze van acteeren een geestdriftig onthaal vond, doch haar zang wettigde de hypothese, dat er door Universal een tweede Deanna Durbin gepousseerd was. Het zal niet lang meer duren of ook ons land maakt kennis met jongejuffrouw Jean. Er is geen twijfel mogelijk wat betreft het gulle onthaal, dat haar in Nederland deelachtig zal worden. • Gloria in „The underpup" met C. Aubrey Smith
1 '
't .%
^ > *
r<«»'rW?jw •
UI
^ ^
^^^^^v
HBH^J -^
^■"
^
•—%
s ^
IM lb i
\f
i
...**■
'''"-'-•'
L '■
\ •
.^H
i f"
/
*
C+S
*
^ > •_<• t* X • «• ^ ^^H N
^^c& S
15
H EATER
>*
.
^2
■P
r
^►^
\M .*! "v^
\
m
~m
:" -
IP -
MJ^HA AUER, Dfl agKENOE FILMSTER] 'IfN ZIJN
miuoon
'^
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE