KENNISGEVING
Ontwerp- omgevingsvergunning Torenallee 80. Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven maakt op grond van artikel 3.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bekend dat zij het voornemen heeft om een omgevingsvergunning te verlenen voor: verbouwen opslaggebouw in gebouw met commerciële, parkeer- en woonfuncties (gebouw SDM, Veemgebouw) Torenallee 80 Zaaknummer.12/0919 Een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.2 van de Wet ruimtelijke ordening ten behoeve van deze omgevingsvergunning is (en zal niet worden) vastgesteld, omdat verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in de vergunning begrepen grond anderszins is verzekerd. De aanvraag, de ontwerpvergunning met de hierop betrekking hebbende ruimtelijke onderbouwing en de bijbehorende stukken liggen vanaf 27 september 2012 tot 7 november 2012 ter inzage in het informatiecentrum van het Stadskantoor, Stadhuisplein 10 : met afspraak: op maandag en vrijdag van 10.00 tot 19.00 uur en op dinsdag tot en met donderdag van 10.00 tot 17.00 uur; zonder afspraak: op maandag van 10.00 tot 19.00 uur en op de overige werkdagen van 9.00 tot 13.00 uur. Daarnaast is het ontwerpbesluit met de ruimtelijke onderbouwing digitaal te raadplegen op de website www.ruimtelijkeplannen.nl via de directe link: http://www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0772.OV120919-0201
De bronbestanden zijn beschikbaar via: www.eindhoven.nl/ruimtelijkeplannen/plannen/NL.IMRO.0772.OV120919/NL.IMRO.0772.OV120919-0201/
De naam is: verbouwen opslaggebouw in gebouw met commerciële, parkeer- en woonfuncties (gebouw SDM, Veemgebouw) Binnen de genoemde inzage termijn kan iedereen zienswijzen over de ontwerp-omgevingsvergunning naar voren brengen. De schriftelijke zienswijzen moeten worden gezonden aan het hoofd van de sector Vergunningen, Toezicht en Handhaving, Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven
ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Torenallee 80 Zaaknummer 12/0919 Bag-document 1155553
Wij, burgemeester en wethouders, hebben op 29 maart 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen voor het project verbouwen opslaggebouw in gebouw met commerciele-, parkeer- en woonfuncties (gebouw SDM, Veemgebouw). De aanvraag gaat over locatie Torenallee 80 kadastraal bekend gemeente Strijp, sectie C, nummer 5624. De aanvraag is geregistreerd onder het zaaknummer 12/0919 . Het project bestaat uit de volgende activiteiten als bedoeld in de Wabo: Bouwen Gebruik in strijd met bestemmingsplan Het slopen van een bouwwerk en/of asbest verwijderen Het wijzigen van een rijksmonument Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (zogenaamde uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet besturusrecht). De aanvraag is getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. De beoordeling van de aanvraag heeft plaatsgevonden op basis van de artikelen 2.10 tot en met 2.21 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Gebleken is dat uw aanvraag voldoet. De ontwerp-omgevingsvergunning met de daarop betrekking hebbende ruimtelijke onderbouwing en de bijbehorende stukken zijn gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Tijdens die termijn konden belanghebbenden hun zienswijzen kenbaar maken.
Zaaknummer: 12/0919
Besluit Gelet op het bepaalde in de artikelen 2.1, 2.2, 2.10, 2.12, 2.15 2.18 en 3.10 van de Wabo hebben wij besloten de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.. Tevens verbinden wij aan deze vergunning voorschriften. Dit zijn de voorwaarden waar u aan moet voldoen bij de uitvoering van uw project. Deze staan elders in dit besluit vermeld onder: 1a , 2a, 3a, etc. Overwegingen De onderliggende overwegingen waarom wij tot verlening van de omgevingsvergunning hebben besloten zijn per onderdeel verder op in dit besluit vermeld. Samenhang De omgevingsvergunning wordt verleend onder de vaststelling dat de stukken die zijn voorzien van een stempel (gewaarmerkte documenten) en de bijlagen deel uitmaken van deze vergunning.
Hoogachtend, namens burgemeester en wethouders van Eindhoven, afdelingshoofd,
mw B. Kerssemakers
Zaaknummer: 12/0919
Onderdelen 1 2 3 4 5 6
Bouwen Gebruik in strijd met het bestemmingplan Het slopen van een bouwwerk Het wijzigen van een Rijksmonument Overzicht bij besluit behorende documenten Overzicht kosten omgevingsvergunning
De bovenstaande onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning.
Zaaknummer: 12/0919
Bouwen
Voorschriften De volgende voorschriften zijn van toepassing: - Welstand - Bouwbesluit - Bouwverordening - Bestemmingsplan - Milieu - Algemeen Welstand Overleggen van monsters U overlegt aan ons een aantal monsters voordat u begint met het verwerken van het materiaal. Wij moeten de monsters namelijk eerst goedkeuren. Denkt u daarbij aan monsters van de gevels, daken en terreinafscheiding, etc. Let erop dat u de monster voorziet van: naam kleur typenummer eventueel fabrikant zaaknummer dan kunnen wij de monster op een juiste manier beoordelen. Als u hierover nog vragen heeft dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de afdeling Toezicht en Handhaving via telefoonnummer (040) 2388516. Daar wordt u doorverbonden naar de juiste bouwinspecteur. Bouwbesluit De begane grond is getoetst aan winkelfunctie B3 en de bijeenkomstfunctie is tevens getoetst aan B3 conform omgevingsvergunningaanvraag. Op enkele stukken bij de aanvraag staan andere functies en bezettingsgraden vermeld maar hier is niet vanuit gegaan tijdens de toetsing. Toepassen van nieuwbouwvoorschriften U bouwt overeenkomstig de nieuwbouwvoorschriften van het Bouwbesluit. Overleggen van tekeningen/ berekeningen De ingediende constructieve stukken zijn als hoofdopzet beoordeeld. De definitieve stukken dienen echter nog nader te worden overgelegd. In verband hiermee heeft het de voorkeur
Zaaknummer: 12/0919
om 6 weken voor de start van de uitvoeringen, maar zeker minimaal 3 weken , deze te ontvangen. Overleggen van tekeningen daktuin Tijdig, drie weken, voor de uitvoering van de desbetreffende onderdelen moeten detailtekeningen ter goedkeuring aan de sector Vergunningen, Toezicht en Handhaving worden overgelegd; met bedoelde onderdelen mag eerst worden begonnen, nadat de daarop betrekking hebbende tekeningen/berekeningen zijn goedgekeurd. Brandveiligheid Het maximaal toegestane brandcompartimenteringsoppervlak conform tabel 2.103 wordt overschreden. Indien het aanbrengen van brandcompartimenteringsscheidingen niet gewenst is uit oogpunt van gebruik moet u schriftelijk in drievoud een gelijkwaardige oplossing indienen bij de afdeling Preventie van de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost. (artikel 2.105) Noot: het brandcompartiment van de parkeergarage (overige gebruiksfunctie) dient te worden uitgevoerd zoals beschreven in de rapportage masterplan brandveiligheid van adviesbureau van Hooft met kenmerk 6308/MpB01.C dd 28 maart 2012 en met als uitgangspunten voor het ontwerp van stuwdrukventilatie de CFD berekening met kenmerk 6308/Blg01.B dd 02 mei 2012.
De hoofddraagconstructie dient een brandwerendheid met betrekking tot bezwijken te bezitten van 120 minuten. (artikel 2.9 en NEN 6702) De draagconstructie moet zodanig zijn uitgevoerd dat bij brand in één van de brandcompartimenten de draagconstructie en de brandmuren van een aangrenzend brandcompartiment blijft staan. De constructieve oplossing moet aan de sector Vergunningen Toezicht en Handhaving ter goedkeuring worden aangeboden. Een besloten ruimte ligt in een brandcompartiment. Dit geldt niet voor een toiletruimte, een badruimte, een meterruimte en een opstelplaats voor een verbrandingstoestel niet gelegen in een stookruimte als bedoeld in artikel 4.88, vierde en vijfde lid, en een liftschacht die wat betreft de klasse van de brandvoortplanting en de mate van rookproductie voldoet aan de eisen van een brand- en rookvrije vluchtroute (artikel 2.104 lid 1). Noot: de schacht/ ruimte ( E.verdiepingsnr.3 ter hoogte van de assen E en 3) in de brand- en rookvrije vluchtroute dient uitgevoerd te worden met een WBDBO van 60 min omdat deze anders in de brand en rookvrije vluchtroute ligt.
Een rookvrije vluchtroute leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg zonder dat deuren worden gepasseerd die met een sleutel moeten worden geopend. (artikel 2.154)
Zaaknummer: 12/0919
Noot: Een deur van een ruimte voor meer dan 100 personen en een deur waarop bij het vluchten meer dan 100 personen zijn aangewezen kunnen in de vluchtrichting worden geopend door: een lichte druk tegen de deur, of een lichte druk tegen een op circa 1 m boven de vloer over de volle breedte van de deur aangebrachte panieksluiting die voldoet aan NEN-EN 1125: 1997, inclusief wijzigingsblad A1: 2001 en correctieblad C1: 2002. (Gebruiksbesluit artikel 2.3.5 lid 2)
De gebruiksfunctie moet worden voorzien van een automatische brandmeldinstallatie met gedeeltelijke bewaking, uitgevoerd conform NEN 2535. De brandmeldinstallatie dient te worden gecertificeerd volgens de ‘Regeling Brandmeldinstallaties 2002’ van het Centraal College van Deskundigen van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) in Utrecht. Tevens dient een Programma van Eisen te worden opgesteld. Dit dient ter goedkeuring te worden aangeboden aan de afdeling Preventie Eindhoven van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Deze installatie heeft een directe doormelding naar de Regionale Meldkamer van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Tevens dient het beheer, de controle en het onderhoud van de brandmeldinstallatie te voldoen aan de NEN 2654-1:2002. (Gebruiksbesluit artikel 2.2.1) Noot: geldt voor de bijeenkomstfunctie op de bovenste verdieping
De gebruiksfunctie moet worden voorzien van een automatische brandmeldinstallatie met volledige bewaking, uitgevoerd conform NEN 2535. De brandmeldinstallatie dient te worden gecertificeerd volgens de ‘Regeling Brandmeldinstallaties 2002’ van het Centraal College van Deskundigen van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) in Utrecht. Hiervan dient een kopie aangeboden te worden aan de afdeling Preventie Eindhoven van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Tevens dient een Programma van Eisen te worden opgesteld. Dit dient ter goedkeuring te worden aangeboden aan de afdeling Preventie Eindhoven van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Deze installatie heeft een directe doormelding naar de Regionale Meldkamer van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Tevens dient het beheer, de controle en het onderhoud van de brandmeldinstallatie te voldoen aan de NEN 2654-1:2002. (Gebruiksbesluit artikel 2.2.1) Noot: geldt voor de parkeergarage
De gebruiksfunctie moet worden voorzien van een brandmeldinstallatie met nietautomatische bewaking (handbrandmelders), uitgevoerd conform NEN 2535. Tevens dient een Programma van Eisen te worden opgesteld. Dit dient ter goedkeuring te worden aangeboden aan de afdeling Preventie Eindhoven van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Tevens dient het beheer, de controle en het onderhoud van de brandmeldinstallatie te voldoen aan de NEN 2654-1:2002.
Zaaknummer: 12/0919
(Gebruiksbesluit artikel 2.2.1) Noot: geldt voor de winkelfunctie op de begane grond.
Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 2.2.1, eerste lid, heeft een ontruimingsalarminstallatie type A die voldoet aan NEN 2575: 2004 en aan een door burgemeester en wethouders goedgekeurd Programma van Eisen als bedoeld in deze norm. Het beheer, de controle en het onderhoud van een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in het eerste tot en met derde lid voldoet aan NEN 2654-2: 2004. (Gebruiksbesluit artikel 2.3.6 lid 1 en 4) Noot: geldt voor de parkeergarage voor overige gebruiksfuncties is type B noodzakelijk.
Op grond van artikel 1.18 en 1.19 van het bouwbesluit 20012 moet ten minste vier weken voor de ingebruikneming van het pand door de rechthebbende op het gebruik van die inrichting een gebruiksmelding worden aangevraagd. Aanvragen kunnen gedaan worden via https://www.omgevingsloket.nl. Noot: de wijzigingen in het bouwwerk dienen te worden verwerkt in een nieuwe gebruiksmelding indien er op enig moment meer dan 50 personen in de bijeenkomstfunctie aanwezig zijn. Indien dit niet het geval is dan zijn de algemene gebruikseisen uit het gebruiksbesluit van toepassing.
Gemeenschappelijke toegankelijkheidssector (woningen) Aangezien de vloeren van de verblijfsgebieden in het woongebouw hoger liggen dan 12,5 m boven het meetniveau, moet de woonfunctie een gemeenschappelijke toegankelijkheidssector hebben. De verkeersruimte waarover de route naar de woningen voert ligt in de toegankelijkheidssector (VKR0.8 tot VKR10.04). Drempels in de toegankelijkheidssector mogen niet hoger zijn dan 0,02 m. Het hoogteverschil tussen de toegang van een toegankelijkheidssector en de vloer ter plaatse van de toegang van de woonfunctie in het woongebouw mag niet groter zijn dan 0,02 m. Gemeenschappelijke toegankelijkheidssector (restaurant niveau 10 t/m12) Aangezien de oppervlakte van de gebruiksfunctie, vermeerderd met het totaal aan gebruiksoppervlakte van een of meer soortgelijke gebruiksfuncties gelegen op hetzelfde perceel, 150 m2, dient er een al dan niet gemeenschappelijke toegankelijkheidssector aanwezig te zijn. De verkeersruimte waarover de route naar het restaurant voert ligt in de toegankelijkheidssector (VKR0.1, 10.1, 11.1, 12.1).Drempels in de toegankelijkheidssector mogen niet hoger zijn dan 0,02 m. Het hoogteverschil tussen de toegang van een toegankelijkheidssector en het aansluitende terrein mag niet groter zijn dan 0,02 m. (Gemeenschappelijke toegankelijkheidssecto)rcCommerciële ruimte begane grond Aangezien de oppervlakte van de gebruiksfunctie, vermeerderd met het totaal aan gebruiksoppervlakte van een of meer soortgelijke gebruiksfuncties gelegen op hetzelfde
Zaaknummer: 12/0919
perceel, 400 m2, dient er een al dan niet gemeenschappelijke toegankelijkheidssector aanwezig te zijn. Bij een nadere indeling van de ruimtes dient hier rekening mee gehouden te worden. Drempels in de toegankelijkheidssector mogen niet hoger zijn dan 0,02 m. Toegang liftschacht (alle functie)s De toegang van de liftschacht voor het bereiken van de liftkooi heeft een hoogte van 2,3 m. Deze hoogte wordt gemeten tussen de onderdelen van de bouwconstructie. Opslagruimte huishoudelijk afval (woonfunctie) Centraal afvalsysteem is een vorm van gelijkwaardigheid. Tijdig voor uitvoering dient aangegeven te worden waar het ondergronds afvalsysteem wordt gesitueerd. Stallingsruimte voor fietsen (bijeenkomstfunctie / winkelfunctie) Een gebruiksfunctie heeft als nevenfunctie of als buitenruimte een al dan niet gemeenschappelijke stallingsruimte voor fietsen, waarvan de totale vloeroppervlakte niet kleiner is dan het in tabel 4.62 aangegeven deel van de totale gebruiksoppervlakte van de op die stallingsruimte aangewezen gebruiksfuncties, met een minimum van 2 m². De vloeroppervlakte heeft een breedte van ten minste 0,8 m en indien deze overdekt is een hoogte boven de vloer van ten minste 2,1 m. De Stallingsruimte moet rechtstreeks vanaf het openbaar gebied toegankelijk zijn. Tijdig voor uitvoering van desbetreffende onderdelen dient aangegeven te worden, waar de Stallingsruimte zich in het plangebied bevindt. Liftschacht (alle functies) De vloer van een liftschacht ligt ten minste 1,4 meter onder de laagste vloer die door de lift wordt ontsloten. Het plafond van een liftschacht ligt ten minste 3,6 meter boven de hoogste vloer die door de lift wordt ontsloten. Bij gebruik van een type lift waarvoor bovenstaande niet noodzakelijk is dient dit te worden aangetoond. In een liftschacht zijn uitsluitend leidingen of installaties aanwezig, die nodig zijn voor het veilig functioneren van de lift. Vloerafscheiding hoogte(alle functies) Bij de randen van een vloer welke hoger dan 1,0 m is gelegen boven een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water dient een afscheiding te worden gerealiseerd met een minimum hoogte van 1,0 m. Bij de randen van een vloer welke hoger dan 13,0 m is gelegen boven een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water dient een afscheiding te worden gerealiseerd met een minimum hoogte van 1,2 m.
Zaaknummer: 12/0919
Vloerafscheiding, hoogte ter plaatse van raam(bijeenkomst (restaurant op niveau 10 t/m 12)) Bij de randen van de vloer ter plaatse van een al dan niet beweegbaar raam dient een afscheiding te worden gerealiseerd met een minimum hoogte van 0,85 m. Aangezien er glas als borstwering wordt toegepast, dient voldaan te worden aan NEN 6702. Tijdig, drie weken voor de uitvoering van het bouwplan moeten berekeningen ter goedkeuring aan de sector VTH afdeling toezicht. Met het bouwplan mag eerst worden begonnen, nadat de daarop betrekking hebbende berekeningen en zijn goedgekeurd. Vloerafscheiding, hoogte ter plaatse van raam (woningen) De vloerafscheiding bij de ramen vanaf de opstapmogelijkheid minder dan 0,85 m. Kozijnen worden voorzien van kierstand met een maximale opening van 100mm. Hiermee wordt voldaan aan de maximale opening in de afscheiding. Bij de kozijnen ter plaatse van de al dan niet beweegbare gedeeltes dient een afscheiding te worden gerealiseerd met een minimum hoogte van 0,85 m (vanaf de opstapmogelijkheid). Aangezien er glas als borstwering wordt toegepast, dient voldaan te worden aan NEN 6702. Tijdig, drie weken voor de uitvoering van het bouwplan moeten berekeningen ter goedkeuring aan de sector VTH afdeling toezicht. Met het bouwplan mag eerst worden begonnen, nadat de daarop betrekking hebbende berekeningen zijn goedgekeurd. Vloerafscheiding, hoogte ter plaatse van raam (alle functies) Bij de randen van de vloer ter plaatse van een al dan niet beweegbare bestaande ramen dient de afscheiding minimum hoogte van 0,6 m te bedragen. Vloerafscheiding, opening tussen vloer en afscheiding (alle functies) De afstand tussen vloer en afscheiding mag (horizontaal gemeten) niet groter zijn dan 0,05 m. Vloerafscheiding, maximale breedte in de afscheiding tot 0,7 m(alle functies) De afscheiding mag tot een hoogte van 0,7 m boven de vloer geen bredere openingen hebben dan 0,1 m (praktisch gezien komt dit erop neer dat een bol met een doorsnede van meer dan 0,1 m daar niet doorheen mag kunnen). Vloerafscheiding, maximale breedte in de afscheiding(alle functies) De afscheiding mag geen bredere openingen hebben dan 0,5 m (praktisch gezien komt dit erop neer dat een bol met een doorsnede van meer dan 0,5 m niet door een eventuele opening in het hekwerk mag kunnen).
Zaaknummer: 12/0919
Vloerafscheiding, voorkomen van overklauteren(alle functies) De afscheiding mag geen opstapmogelijkheden hebben tussen 0,2 m en 0,7 m boven de vloer, ter voorkoming van overklauteren. Afmetingen trap(woonfunctie) Een nieuw te bouwen trap moet veilig gebruikt kunnen worden en dient te voldoen aan tabel 2.28a, kolom A uit het Bouwbesluit. Tijdig voordat met de hierop betrekking hebbende werkzaamheden wordt gestart, dienen details van de trap(en) ter goedkeuring aan de sector VTH afdeling toezihct te worden ingediend. Alle functies m.u.v. woonfunctie De nieuw te bouwen trappen dienen veilig gebruikt te kunnen worden en dienen ze te voldoen aan tabel 2.28b, kolom B uit het Bouwbesluit. Tijdig voordat met de hierop betrekking hebbende werkzaamheden wordt gestart, dienen details van de trap(en) ter goedkeuring aan de sector VTH afdeling toezihct te worden ingediend. Alle functies m.u.v. woonfunctie bestaande trappen De bestaande trappen moeten voldoen aan tabel 2.34. Trapafscheiding(alle functies) De trappen moeten aan de zijkant zijn voorzien van een afscheiding met een hoogte van minstens 0,8m, gemeten vanaf de voorkant van een tredevlak. De afstand tussen afscheiding en trap mag niet groter zijn dan 0,05m. De afscheiding mag geen bredere openingen hebben dan 0,5m. In een gedeelte mede bestemd voor bezoekers, mag de afscheiding tot een hoogte van 0,7m boven een tredevlak geen bredere openingen hebben dan 0,1m. In een gedeelte mede bestemd voor bezoekers, mag de afscheiding geen opstapmogelijkheden hebben tussen 0,2m en 0,7m boven een tredevlak, ter voorkoming van overklauteren. Trapleuning (alle functies) Als de helling ter plaatse van de klimlijn van de trap groter is dan 2:3, dan moet de trap ook aan ten minste 1 zijkant een leuning hebben, gelegen op een hoogte tussen 0,8m en 1m, gemeten boven de voorkant tredevlak. Geluid(woonfunctie) Kozijn BIN-12, onder de woningscheidende trap, 20 dBa. is niet akkoord. Of de onderkant van de trap is akoestisch gezien de scheiding (detail overleggen) of de zware wand met kozijn BIN-12 vormt de scheiding. Ter plaatse geldt een eis I lu;k = 0 dB. Deze deuren (BN-12) met een massa per oppervlakte van ten minste 25 kg/m² kunnen niet als
Zaaknummer: 12/0919
stolpdeuren worden uitgevoerd. Tijdig voor uitvoering van desbetreffende onderdelen dienen detailberekeningen ter goedkeuring aan de sector vergunningen toezicht en handhaving te worden overlegd. Bescherming tegen geluid van installaties(woonfunctie) Een toilet met waterspoeling, een kraan, een mechanisch ventilatiesysteem, een warmwatertoestel, een installatie voor het verhogen van waterdruk of een lift veroorzaakt in een verblijfsgebied van een op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek geluidsniveau van ten hoogste 30 dB(A). Kozijn BIN-13 zal voldoende geluidwering moeten hebben om het bronvermogen van de WTW-installatie en warmtepomp te reduceren tot een max. niveau in de woonruimte van 30 dB(A). De stolpdeur is hiervoor in beginsel ongeschikt. Tijdig voor uitvoering van desbetreffende onderdelen dienen detailberekeningen ter goedkeuring aan de sector vergunningen toezicht en handhaving te worden overlegd. Bouwverordening Scheiding bouwafval U zorgt voor scheiding van het bouwafval. Daarbij houdt u rekening met een scheiding tussen: gevaarlijke afvalstoffen, als bedoeld in het besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen (BAGA; Stb. 1993, 617); steenwol, mits dit meer dan 1 m³ per bouwplaats bedraagt; glaswol, mits dit meer dan 3 m³ per bouwplaats bedraagt; overig afval. Afvoer bouwafval Als het overige afval bestaat uit meer dan één afvalstof voert u dit dan af naar een sorteerinrichting die bevoegd is deze afvalstoffen ongesorteerd te ontvangen. Overig afval dat uit één afvalstof bestaat, evenals de andere fracties, wordt het afgevoerd naar een bewerkingsinrichting of verwerkingsinrichting, dan wel een inzamelaar die bevoegd is deze afvalstoffen te ontvangen. Als de totale hoeveelheid bouwafval minder bedraagt dan 10 m³ mag degene die bedrijfsmatig bouwwerkzaamheden verricht dit bouwafval meenemen naar zijn bedrijf voor tijdelijke opslag. Bestemmingsplan Riolering Er dienen compenserende maatregelen toegepast te worden:
Zaaknummer: 12/0919
Functies de winkelfunctie op nivo 0 mag slechts één supermarkt omvatten met een verkoopvloeroppervlakte van 1100 m2 mits binnen de plangrenzen van het bestemmingsplan Strijp-S ten tijde van ingebruikneming daarvan niet reeds een supermarkt is gevestigd en in gebruik genomen; binnen de bijeenkomstfuncties op nivo’s 0, 10 en 11 -voor zover die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 70 meter van de op de kaart van het bestemmingsplan Strijp-S vermelde aanduiding ‘publiekstrekker’- zijn horeca-bedrijven categorieën 1 t/m 5 als genoemd in bijgevoegde ‘lijst van horeca-activiteiten’ toegestaan, met dien verstande dat de afstand van een café, bar of nachtclub en de onder categorie 3 en 4 genoemde horecabedrijven tot woonbebouwing ten minste 50 meter moet bedragen; Minimaal 50% en maximaal 80% van deelgebied Driehoek is bestemd voor wonen. Artikel 3, lid 3.4, sub e: minimaal 50% en maximaal 80% van deelgebied Driehoek is bestemd voor wonen. Externe veiligheid - breng een centraal afsluitbaar ventialatiesysteem aan; - situeer vluchtwegen van de bron af; - breng door middel van risicocommunicatie bewoners en personeel van het veemgebouw op de hoogte van de gevaren. Bij deze beoordeling is er vanuit gegaan dat alle andere veiligheidsverhogende maatregelen (niet gebouw specifiek) zoals opgenomen in het bestemmingsplan zijn gerealiseerd. Milieu Uit de aanvraag kan niet op voorhand worden geconcludeerd dat er vergunningsplichtige en/of meldingsplichtige inrichtingen aanwezig zijn. Er kan dus niet worden beoordeeld of er voor bepaalde gedeelten een melding ingevolge het Barim of een vergunning voor de activiteit milieu noodzakelijk zal zijn. Dit kan pas worden beoordeeld als duidelijk is welke bedrijfsmatige activiteiten er plaats gaan vinden. Om te beoordelen of voor de bedrijfsmatige activiteiten een melding ingevolge het Barim nodig is, kan de vragenmodule op de website aim.vrom.nl worden doorlopen. Indien de conclusie hieruit is dat er sprake is van een inrichting type B, dan moet er een melding via dezelfde module worden ingediend. Indien de conclusie is dat de bedrijfsmatige activiteiten meldingsplichtig zijn, dan moet er uiterlijk 4 weken voordat het bedrijf in werking wordt gesteld, een melding ingevolge het Barim in worden gediend. Het meldingsformulier kunt u vinden op de website: http://aim. Vrom.nl. U kunt het formulier allen digitaal invullen en insturen. Indien uit de melding blijkt dat bedrijfstypering “type C” op uw inrichting van toepassing is, dient u een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu aan te vragen. Ik wil u erop wijzen dat vanwege de coördinatieplicht tussen de activiteiten bouwen en milieu er geen
Zaaknummer: 12/0919
omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt afgegeven voordat de activiteit milieu is verleen. Algemeen Uitzetten peil en rooilijnen Voordat u begint met de bouw moet dit gemeld worden bij de betreffende bouwinspecteur. Deze is te bereiken via het secretariaat van Toezicht en Handhaving, telefoonnummer: (040) 2388516. De bouwinspecteur draagt er zorg voor dat de afdeling GEO-informatie over de betreffende gegevens beschikt. De landmeter van GEO-informatie zal buiten in het veld uw perceel vervolgens uitzetten en controleren. De landmeter neemt contact met u op om een afspraak te maken zodra hij de uitgezette punten gecontroleerd heeft. De gemeente geeft ook aansluithoogtes van uw perceel op de openbare ruimte. Dit zijn de hoogtes van de openbare ruimte direct grenzend aan uw perceel. Naast aansluithoogtes kan de gemeente op uw verzoek een advies geven over de vloerpeilhoogte. Een eventueel op uw bouwtekening aangegeven peilmaat is daarmee dus voorshands goedgekeurd. Achteraf kan de landmeter op verzoek komen controleren of voor het bouwwerk het juiste peil is gehanteerd. Indien u lager bouwt dan 10 centimeter boven het – toekomstig – peil van de weg neemt u daarmee zelf verantwoording voor wateroverlast of rioleringsproblemen bij stortbuien in de gebruikfase. Alle bovengenoemde hoogtes worden afgegeven ten opzichte van N.A.P. (Normaal Amsterdams Peil). Overwegingen Bij het nemen van het besluit hebben wij de aanvraag om een omgevingsvergunning getoetst aan de Bouwverordening, het Bouwbesluit, het geldende bestemmingsplan “StrijpS” en redelijke eisen van welstand; welstand In de vergadering van 5 september 2012 heeft de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit vastgesteld dat het project voldoet aan de redelijke eisen van welstand. bestemmingsplan Het project is gelegen in het gebied waar het bestemmingsplan “Stijp-S” geldt. Uw plan is aan de voorschriften van dit bestemmingsplan getoetst. De aanvraag voorziet in winkel- en bijeenkomstfuncties. In het bestemmingsplan “Strijp-S” is aan de functie detailhandel de restrictie gesteld dat binnen het gebied Strijp-S maximaal één supermarkt is toegestaan met een verkoopvloeroppervlakte van maximaal 1100 m2.
Zaaknummer: 12/0919
In bijlage 2 behorende bij het bestemmingsplan zijn horeca-activiteiten gecategoriseerd. In de voorschriften van het bestemmingsplan is bepaald dat binnen de bestemming Gemengde doeleinden-GD op een afstand van ten hoogste 70 meter uit de op de plankaart (ter plaatse van het Veemgebouw) vermelde aanduiding ‘publiekstrekker’ horecabedrijven categorieën 1, 2, 3, 4 of 5 als genoemd in de bij het bestemmingsplan behorende lijst van ‘horeca-activiteiten’ zijn toegestaan, met dien verstande dat de afstand van een café, bar of nachtclub en de onder categorie 3 en 4 genoemde horeca-bedrijven tot woonbebouwing ten minste 50 meter zal bedragen. Voor zover de aanvraag voorziet in winkelfuncties dient rekening gehouden te worden met de hiervoor beschreven restrictie ten aanzien van detailhandel en voor zover de bijeenkomstfuncties gericht zijn op een gebruik voor horeca-activiteiten dient rekening gehouden te worden met voormelde beperkingen. Het plan voldoet niet aan de voorschriften deel uitmakend van het bestemmingsplan “StrijpS”. De aanvraag is in strijd met artikel 3, lid 3.4.1, sub c, omdat parkeren op de eerste verdieping niet is toegestaan. De aanvraag is tevens in strijd met artikel 6, lid 6.1.1 van het bestemmingsplan, omdat de entree van het restaurant is gelegen in de bestemming ‘verkeersdoeleinden’. Het bouwplan is daarom in strijd met het gebruiksverbod ex artikel 5, lid 6.4.1 van de planvoorschriften. Vanwege deze strijdigheden betreft het bouwplan een planologische gebruiksactiviteit en hebben we deze aanvraag om omgevingsvergunning bouwen conform artikel 2,10, lid 2 van de Wabo tevens aangemerkt als aanvraag om omgevingsvergunning planologisch gebruik. Deze vergunning maakt deel uit van deze omgevingsvergunning. bouwbesluit Het is voldoende aannemelijk gemaakt dat het project voldoet aan de technische eisen van het Bouwbesluit, mits u de voorschriften naleeft die hierboven genoemd staan. Daarom verlenen wij de vergunning 'bouwen', conform artikel 2.1, lid 1, sub a en artikel 2.10 van de Wabo.
Zaaknummer: 12/0919
Gebruik in strijd met het bestemmingsplan Voorschriften Riolering Er dienen compenserende maatregelen toegepast te worden: Functies de winkelfunctie op nivo 0 mag slechts één supermarkt omvatten met een verkoopvloeroppervlakte van 1100 m2 mits binnen de plangrenzen van het bestemmingsplan Strijp-S ten tijde van ingebruikneming daarvan niet reeds een supermarkt is gevestigd en in gebruik genomen; binnen de bijeenkomstfuncties op nivo’s 0, 10 en 11 -voor zover die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 70 meter van de op de kaart van het bestemmingsplan Strijp-S vermelde aanduiding ‘publiekstrekker’- zijn horeca-bedrijven categorieën 1 t/m 5 als genoemd in bijgevoegde ‘lijst van horeca-activiteiten’ toegestaan, met dien verstande dat de afstand van een café, bar of nachtclub en de onder categorie 3 en 4 genoemde horecabedrijven tot woonbebouwing ten minste 50 meter moet bedragen; Externe veiligheid a. breng een centraal afsluitbaar ventialatiesysteem aan; b. situeer vluchtwegen van de bron af; c. breng door middel van risicocommunicatie bewoners en personeel van het veemgebouw op de hoogte van de gevaren. Bij deze beoordeling is er vanuit gegaan dat alle andere veiligheidsverhogende maatregelen (niet gebouw specifiek) zoals opgenomen in het bestemmingsplan zijn gerealiseerd. Overwegingen Het project is gelegen in het gebied waar het bestemmingsplan “Stijp-S” geldt. Uw plan is aan de voorschriften van dit bestemmingsplan getoetst. De aanvraag voorziet in winkel- en bijeenkomstfuncties. In het bestemmingsplan “Strijp-S” is aan de functie detailhandel de restrictie gesteld dat binnen het gebied Strijp-S maximaal één supermarkt is toegestaan met een verkoopvloeroppervlakte van maximaal 1100 m2. In bijlage 2 behorende bij het bestemmingsplan zijn horeca-activiteiten gecategoriseerd. In de voorschriften van het bestemmingsplan is bepaald dat binnen de bestemming Gemengde doeleinden-GD op een afstand van ten hoogste 70 meter uit de op de plankaart (ter plaatse van het Veemgebouw) vermelde aanduiding ‘publiekstrekker’ horecabedrijven categorieën 1, 2, 3, 4 of 5 als genoemd in de bij het bestemmingsplan behorende lijst van
Zaaknummer: 12/0919
‘horeca-activiteiten’ zijn toegestaan, met dien verstande dat de afstand van een café, bar of nachtclub en de onder categorie 3 en 4 genoemde horeca-bedrijven tot woonbebouwing ten minste 50 meter zal bedragen. Voor zover de aanvraag voorziet in winkelfuncties dient rekening gehouden te worden met de hiervoor beschreven restrictie ten aanzien van detailhandel en voor zover de bijeenkomstfuncties gericht zijn op een gebruik voor horeca-activiteiten dient rekening gehouden te worden met voormelde beperkingen. De aanvraag is in strijd met artikel 3, lid 3.4.1, sub c, omdat parkeren op de eerste verdieping niet is toegestaan. De aanvraag is tevens in strijd met artikel 6, lid 6.1.1 van het bestemmingsplan, omdat de entree van het restaurant is gelegen in de bestemming ‘verkeersdoeleinden’. Het bouwplan is daarom in strijd met het gebruiksverbod ex artikel 5, lid 6.4.1 van de planvoorschriften. In artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo is bepaald dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. Artikel 2.12 lid 1, sub a, onder 2 Wabo Wij hebben overwogen vergunning te verlenen op grond van artikel 2.12 lid 1, sub a, onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het bouwen van de entree op de bestemming ‘verkeersdoeleinden’. Een omgevingsvergunning bij strijd met het bestemmingsplan kan alleen worden verleend in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (Besluit omgevingsrecht (Bor)). In artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht zijn deze genoemd. Wij hebben het project beoordeeld en besloten dat uw project hiervoor in aanmerking komt. Er zijn geen belangen welke aan de verlening van de vergunning in de weg staan. Daarom verlenen wij de omgevingsvergunning 'gebruik in strijd met het bestemmingsplan', conform artikel 2.1, lid 1, sub c en 2.12, lid 1, sub a, onder 2 van de Wabo. Artikel 2.12 lid 1, sub a, onder 3 Wabo (projectbesluit) Op grond van artikel 2.12, lid 1 onder a sub 3° Wabo kunnen wij medewerking verlenen aan dit bouwplan, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Gelet op de bijgaande ruimtelijke onderbouwing zijn wij van oordeel, dat dit plan hieraan voldoet.
Zaaknummer: 12/0919
Op grond van artikel 3.10, eerste lid, sub d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Op grond van afdeling 3.4 Awb leggen wij het bouwplan samen met de ruimtelijke onderbouwing en het ontwerp besluit gedurende zes weken ter inzage. Gedurende deze termijn kunnen belanghebbenden hun zienswijzen kenbaar maken Verklaring van geen bedenkingen Bij het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij de activiteit "afwijken van het bestemmingsplan" betrokken is en welke alleen verleend kan worden op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 3° Wabo, dient voorafgaand aan de vergunningverlening de gemeenteraad in beginsel een verklaring van geen bedenkingen te verstrekken ( artikel 2.27 van de Wabo juncto artikel 6.5 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Hiervan kan worden afgezien indien het gaat om een door de gemeenteraad aangewezen categorie van gevallen. De gemeenteraad heeft als categorie van geval aangewezen in lid f van haar besluit: het aanleggen of aanpassen van parkeervoorzieningen. Als gevolg hiervan is in dit geval geen verklaring van geen bedenkingen van de Gemeenteraad vereist. Overleg In artikel 6:18 Wabo is gesteld, dat het bepaalde in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening van overeenkomstige toepassing is. Gelet op het feit dat met de aangevraagde wijziging noch rijks- noch provinciale belangen betrokken zijn, is voorafgaand overleg met deze overheden niet noodzakelijk. Exploitatieplan Gelet op het bepaalde in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening behoeft er voor de te vergunnen activiteit geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening te worden vastgesteld. Daarom verlenen wij de vergunning 'gebruik in strijd met het bestemmingsplan', conform artikel 2.1, lid 1, sub c en 2.12, lid 1, sub a, onder 3 van de Wabo.
Zaaknummer: 12/0919
Het slopen van een bouwwerk en of verwijderen van asbest
Voorschriften Algemeen De sloopwerkzaamheden worden verricht conform de Bouwverordening en de Algemene plaatselijke verordening, het Asbestverwijderingsbesluit en de Wet milieubeheer; Zorgt u ervoor dat u - uiterlijk 5 werkdagen voor de aanvang van de sloopwerkzaamheden – het bijgevoegde meldingsformulier ‘start sloopwerkzaamheden’ terug stuurt naar Sector vergunningen Toezicht en Handhaving, team Toezicht, postbus 90150, 5600 RB Eindhoven. Daarnaast ontvangen wij ook graag de naam en het adres van degene die de sloopwerkzaamheden zal uitvoeren. Asbest Mocht er tijdens de sloop/ renovatie toch nog asbestverdacht materiaal worden aangetroffen dan moet de gecertificeerde aannemer dit melden aan het inventarisatiebureau door het evaluatieformulier in te vullen (opgenomen als bijlage V); Ik adviseer u uiterlijk twee weken na beëindiging van de sloop en/of renovatie de begeleidingsbrieven en de stortbonnen - afgegeven door het bedrijf of de inzamelaar van het asbestafval - aan de Sector Vergunningen, Toezicht en Handhaving, team Toezicht, postbus 90150, 5600 RB Eindhoven te verzenden (MBV art. 8.1.1). Afval tijdens het bewaren of bewerken van afvalstoffen mag geen verontreiniging optreden; Uiterlijk 5 werkdagen na het einde van de sloopwerkzaamheden kunt u de afvalstoffen (op gezette tijden) van het bouw- en of sloopterrein afvoeren. Let u hierop op dat er geen afval in of buiten het bouw- en sloopterrein wordt verspreid; Tijdens de afvoer van het sloopafval houdt u hiervan een registratie bij. Uit deze registratie blijkt dat door u conform de voorschriften is gehandeld. Na voltooiing van de sloopwerkzaamheden - uiterlijk 1 maand na de afloop – stuurt u deze gegevens ter controle aan de Sector Vergunningen, Toezicht en Handhaving, team Toezicht, postbus 90150, 5600 RB Eindhoven; Overwegingen Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen dat: de bouwwerken laatstelijk in gebruik waren als opslaggebouw; de veiligheid tijdens het slopen (door het stellen van voorwaarden) voldoende is gewaarborgd;
Zaaknummer: 12/0919
‐ ‐ ‐ ‐
een vergunning op grond van de Monumentenwet 1988 nodig is en onderdeel uitmaakt van onderhavige omgevingsvergunning; geen aanlegvergunning op grond van het bestemmingsplan nodig is; er geen onttrekkingsvergunning is benodigd; er geen weigeringsgronden aanwezig zijn;
Daarom verlenen wij vergunning conform artikel 2.1, lid 1, sub a ex artikel 2.18 van de Wabo
Zaaknummer: 12/0919
Het wijzigen van een Rijksmonument
Voorschriften Er zijn geen specifieke voorschriften van toepassing. Overwegingen De panden SDM Veemgebouw is aangewezen als beschermd monument zoals vermeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988. Het uitvoeren van de werkzaamheden als voornoemd zijn een vergunningplichtige activiteit is in de zin van artikel 2.1, lid 1, sub f van de Wabo. De aanvraag is voorgelegd aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Waterschap. Zij hebben bij brief d.d. 25 juli 2012 positief geadviseerd. Het plan is in de vergadering van 5 september 2012 aan de commissie ruimtelijke kwaliteit voorgelegd. Het plan is getoetst aan de criteria bij aanschrijvinen, genoemd in hoofdstuk 5 van de welstandsnota. Bij de toetsing is rekening gehouden met de omschrijvingen in de cultuurhistorische waardenkaart, het beleid Vitaal Verleden en de Erfgoedverordening 2010. De commissie heeft een positief advies gegeven. Wij kunnen ons met dit advies verenigen. Op grond van artikel 3.10, eerste lid, sub d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Op grond van afdeling 3.4 Awb leggen wij het bouwplan en het ontwerp besluit gedurende zes weken ter inzage. Gedurende deze termijn kunnen belanghebbenden hun zienswijzen kenbaar maken Daarom verlenen wij vergunning conform artikel 2.1, sub 1, onder f ex artikel 2.15 van de Wabo
Zaaknummer: 12/0919
Overzicht bij besluit behorende documenten
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.
Foto;s bestaande toestand Tekening B0 bestaande toestand niveau 0, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B1 bestaande toestand niveau 1, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B2 bestaande toestand niveau 2, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B3 bestaande toestand niveau 3, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B4 bestaande toestand niveau 4, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B5 bestaande toestand niveau 5, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B6 bestaande toestand niveau 6, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B7 bestaande toestand niveau 7, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B8 bestaande toestand niveau 8, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B9 bestaande toestand niveau 9, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B10 bestaande toestand niveau 10, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B11 bestaande toestand niveau 11, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B12 bestaande toestand niveau 12, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B136 bestaande toestand niveau 13, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B14 bestaande toestand niveau 14, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B15 bestaande toestand dakaanzicht, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B16 bestaande toestand zuidgevel, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B17 bestaande toestand oostgevel, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B18 bestaande toestand noordgevel, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B19 bestaande toestand westgevel, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B20 bestaande toestand doorsnede A-A, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B21 bestaande toestand doorsnede B-B, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B22 bestaande toestand doorsnede C-C, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B23 bestaande toestand doorsnede D-D, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B24 bestaande toestand doorsnede E-E, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening B-SIT bestaande toestand situatie, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-00 niveau 0, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-01 niveau 01 ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-02 niveau 2, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-03 niveau 3, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-04 niveau 4, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-05 niveau 5, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-06 niveau 6, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-07 niveau 07 ingekomen op 29 maart 2012;
Zaaknummer: 12/0919
36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69.
Tekening BV-08 niveau 8, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-09 niveau 9, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-10 niveau 10, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-11 niveau 11, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-12 niveau 12, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-13 niveau 13, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-14 niveau 14, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-15 dakaanzicht, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-16 zuidgevel, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-17 oost- en westgevel, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-18 noordgevel, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-20 doorsnede A-A, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-21 doorsnede B-B / D-D, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-22 doorsnede C-C, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-23doorsnede E-E / H-H , ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-24 doorsnede F-F, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-25 doorsnede G-G, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-26 fragment snee 1 t/m4 woningen, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-27 fragment snee J en K, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-28 doorsnede L-L, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-29 fragment doorsnede M, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-30 trappenhuis oost tussen stramien C-E, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-40 inham zuid nivo o t.p.v. stramien A/6-7 en A/10-11, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-41 hoofdentree zuid nivo o t.p.v. stramien A/11-13, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-42 hoofdentree noord nivo 0 t.p.v. stramien G/11-13, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-43 secundaire entree zuid nivo 0 t.p.v. stramien A/4-5 en A/8-9, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-44 entree appartementen zuid nivo 0 t.p.v. stramien A/15, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-45 entree restaurant west nivo 0 t.p.v. stramien 1/D-E, ingekomen op 29 juni 2012; Tekening BV-50 indeling kozijnen westgevel, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-51 indeling kozijnen noord & oost, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-52 indeling kozijnen oostgevel, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-70 carlstahl hellingsb. Parkeergar., ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-72 buiten hellingbaan stallingsgarage, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-73 fragment snede A, B, G, ingekomen op 29 maart 2012;
Zaaknummer: 12/0919
70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107.
Tekening BV-74 optioneel mogelijke inrichting woning, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-SIT situatie, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-SIT2 situatie, ingekomen op 11 juli 2012; Tekening BV-FUNC oppervlakten per functie, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BV-BC brandcompartimenten boekje, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening WP Exterior material and colour codes, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 6308 brandveiligheid, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B001 constructieschema Fundering + Beganegrondvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B002 constructieschema 1e Verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B003 constructieschema 2e Verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B004 Constructieschema 3e Verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B005 constructieschema 4e Verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B006 constructieschema 5e Verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B007 constructieschema 6e verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B008 constructieschema 7e verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B009 constructieschema 8e verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B010 constructieschema 9e verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B011 constructieschema 10e verdiepingvloer bestaande vloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B012 constructieschema 10e verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B013 constructieschema 11e verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B014 constructieschema 12e verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B015 constructieschema 13e verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B016 constructieschema 14e verdiepingvloer, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B20 kolomversterking / brandwerendheid, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening D-B50 Constructie Hellingbaan, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening BG.900.001 niveau 0, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 01.900.001 niveau 1, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 02.900.001 niveau 2, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 03.900.001 niveau 3, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 04.900.001 niveau 4, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 05.900.001 niveau 5, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 06.900.001 niveau 6, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 07.900.001 niveau 7, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 08.900.001 niveau 8, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 09.900.001 niveau 9, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 10.900.001 niveau 10, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 11.900.001 niveau 11, ingekomen op 29 maart 2012; Tekening 12.900.001 niveau 12, ingekomen op 29 maart 2012;
Zaaknummer: 12/0919
108. Tekening 13.900.001 niveau 13, ingekomen op 29 maart 2012; 109. Tekening W1-00 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie begane grond, ingekomen op 29 maart 2012; 110. Tekening W1-01 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 1e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 111. Tekening W1-02 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 2e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 112. Tekening W1-03 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 3e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 113. Tekening W1-04 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 4e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 114. Tekening W1-05 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 5e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 115. Tekening W1-06 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 6e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 116. Tekening W1-07 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 7e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 117. Tekening W1-08 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 8e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 118. Tekening W1-09 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 9e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 119. Tekening W1-10 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 10e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 120. Tekening W1-011 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 11e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 121. Tekening W1-12 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 12e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 122. Tekening W1-13 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 13e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 123. Tekening W1-014 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 14e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 124. Tekening W1-15 HWA, VWA, GAS, Ventilatie en Brandbestrijdingsinstallatie 15e verdieping, ingekomen op 29 maart 2012; 125. Tekening W1-16 HWA, VWA, Ventilatie installatie woningen, ingekomen op 29 maart 2012; 126. Rapportage kleurhistorisch onderzoek, ingekomen op 29 maart 2012; 127. Rapportage verdeling oppervlakten per functie, ingekomen op 29 maart 2012; 128. Rapportage bouwbesluit, ingekomen op 29 maart 2012; 129. Rapportage EPN-berekening, ingekomen op 29 maart 2012; 130. Rapportage daglicht, ingekomen op 29 maart 2012;
Zaaknummer: 12/0919
131. Rapportage Bepaling karakteristieke geluidwering geveld, galm gemeenschappelijke verkersruimte en spuiventilatie, ingekomen op 29 maart 2012; 132. Rapportage geluidbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai, ingekomen op 29 maart 2012; 133. Rapportage CFD parkeergarage, ingekomen op 29 maart 2012; 134. Rapportage bepaling opvang- en doorstroomcapaciteit, ingekomen op 29 maart 2012; 135. Rapportage bepaling weerstand tegen brandoverslag, ingekomen op 29 maart 2012; 136. Rapportage masterplan brandveiligheid, ingekomen op 29 maart 2012; 137. Rapportage ventilatieplan, ingekomen op 29 maart 2012; 138. Rapportage verkenning consequenties externe veiligheid Veemgebouw, ingekomen op 29 maart 2012; 139. rapportage onderzoek externe veiligheid WKC Essent, ingekomen op 4 juni 2012 140. Rapportage uitgangspunten hoofddraagconstructie, ingekomen op 29 maart 2012; 141. Rapportage uitgangspunten hoofddraagconstructie, ingekomen op 7 mei 2012; 142. rapportage waterberging, ingekomen op 13 september 2012; 143. brief met verzoek tot Wabo-projectbesluit, ingekomen op 13 juli 2012; 144. parkeerbalans, ingekomen op 13 juli 2012; 145. fietsparkeren, ingekomen op 13 juli 2012
Zaaknummer: 12/0919
Overzicht kosten omgevingsvergunning
Het (ver)bouwen van een bouwwerk 1. de bouwkosten te bepalen op 16.660.000,- (inclusief BTW) Planologische gebruik 2. de kosten te bepalen op € 6.000,- (inclusief BTW) Het slopen van een bouwwerk 3. de hoeveelheid sloopafval bedraagt 1.000 m3. Het wijzigen van een Rijks monument 4. de kosten te bepalen op € 3.730,- (inclusief BTW)
Bijlagen Kennisgeving leges