Inhoud blz Maikel (30) “Ik zie razendsnel of iemand te vertrouwen is”_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4 Samantha (20) “De pijn zal blijven, maar ik kan ermee leven”_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8 Mando (39) “Door mijn ouders kon ik de druk weerstaan” _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 12 Thea, moeder van Jasper (33) “Op de moeilijkste momenten was ik heel sterk” _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 16
Dit boekje gaat over 6 tieners van toen. Allemaal kwamen ze rond hun 15e levensjaar in aanraking met BJ Brabant. Hun leven is niet vanzelf gegaan, maar ze hebben iets bereikt om trots op te zijn. Hoe hebben zij hun problemen overwonnen? Wat heeft hen geholpen om iets van hun leven te maken? In openhartige interviews vertellen zij hun verhaal.
Fred (31) “Oma was de enige die in mij bleef geloven”_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 18 Thamara (19) “Profvoetballer of president wilde ik worden”_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 22
We hopen dat u dit boekje met aandacht zult lezen. Namens de medewerkers van BJ Brabant, Rob Eggenhuizen, Raad van Bestuur
JUST BE You can travel the world but you can’t run away from the person that you are in your heart. You can be who you want to be Make us believe in you Keep all your light in the dark Just be. Just be. ____________________________________
____________
(DJ Tiësto & Kirsty Hawkshaw, 2004)
2
3
Mijn beste beslissing? Dat ik een eigen bedrijf ben begonnen
MAIKEL (30) ondernemer Vanaf zijn 15e woonde Maikel anderhalf jaar op Vreekwijk, in leefgroep De Pioniers. Op de internaatschool leerde hij metselen. Nu runt hij alweer 10 jaar zijn eigen stukadoorsbedrijf. Ook privé heeft hij zijn leven op de rails. Sinds 8 jaar vormt hij een gezin met Marja en haar twee zonen. Ze wonen in een prachtige, zelf verbouwde tweekapper in Nuland. In zijn vrije tijd gaat hij graag darten, kaarten of autoracen.
Dit is mijn moeder; ze raakte op haar 16e zwanger van mij. Hoe was je jeugd? “Mijn moeder was 17 toen ze mij kreeg. Ze was te jong om voor me te zorgen. Mijn vader was al meteen buiten beeld. Toch heb ik mijn jeugd best leuk gevonden. Dat kwam vooral door mijn opa, bij wie ik woonde. Hij was gek op me. Hij gaf me iedere week 100 gulden zakgeld en ik kreeg alles wat ik maar wilde.”
Wat voor kind was je? “Ik werd natuurlijk veel teveel verwend. Dus ik gedroeg me als een prins. Ik vond mezelf geweldig, maar ik was behoorlijk respectloos naar anderen. Ik vond het heel normaal dat ik altijd mijn zin kreeg. Ik zat bij een jeugdbende en maakte het dorp onveilig. Daardoor kwam ik op Vreekwijk terecht. Ik heb ook nog in andere opvangcentra gezeten.”
“Ik zie razendsnel of
iemand te vertrouwen is”
Je herinnering aan Vreekwijk? “Ik kwam binnen als een jongen zonder normen en waarden. Ik had verwacht dat ze me naar huis zouden sturen als ik lastig was. Maar dat gebeurde niet. Langzaam ben ik bijgedraaid. Ik kreeg steeds meer lol met de jongens. We hebben zelfs een film gemaakt. Achteraf was het een van de mooiste tijden uit mijn leven. Respect is het belangrijkste wat ik er geleerd heb.” Aan wie heb je in die tijd de meeste steun gehad? “Aan Bertie Lukassen, een groepsleider. Als ik paniekerig of boos was, wist hij me altijd te kalmeren. Hij straalde van zichzelf een enorme rust uit.” Wat is het beste advies dat je ooit hebt gehad? “Lange tijd gaf ik anderen de schuld als er iets mis ging. Daar kwam meestal ruzie van. Toen ik weer eens met m’n vingertje stond te wijzen, zei mijn sportleraar: ‘Jongen, leer naar jezelf kijken’. Dat heb ik onthouden. Als er nu iets fout loopt, vraag ik me eerst af: ‘Waarom is dit gebeurd? Wat is mijn eigen aandeel hierin?’”
Hier ben ik 7, het jaar dat oma dood ging. In mijn jeugd woonde ik bij opa en oma in Rosmalen.
Wat is je beste beslissing geweest? “Dat ik mijn eigen bedrijf ben begonnen. Het voelt goed om eigen baas te zijn en mijn eigen geld te verdienen. Het geeft structuur in mijn leven. Ik voel me gewaardeerd om wat ik doe. Ik krijg een enorme ‘boost’ als ik een grote opdracht binnensleep waar ook andere bedrijven op zitten te azen.”
Wat heeft je geholpen om iets van je leven te maken? “Mijn stiefvader riep altijd: ‘Jij kunt niks, je hebt niks en je zult nooit niks hebben’. Dat zinnetje moest ik zo vaak horen, dat ik dacht: ‘Wacht maar af vriend; ik ga het tegendeel bewijzen!’” Dieptepunt in je leven? “Toen mijn opa overleed, op mijn 18e. Opa was alles voor mij. Ik was drie jaar lang depressief. Mijn geluk is dat ik Marja tegenkwam tijdens het boodschappen doen. Na een paar keer oogcontact, heb ik haar aangesproken. Hoewel ze een stuk ouder is dan ik, was er meteen een enorme klik. Door haar ben ik uit het dal gekomen. Ik kreeg er een warme familie bij, met leuke zwagers die vrienden zijn geworden.” Wat wilde je later worden? “Ik wilde een beroemd kickbokser worden en een luxe leven leiden. Die luxe is aardig gelukt, al kan het altijd beter. Kickboksen deed ik een tijdje op betaald niveau, maar nu niet meer.”
Opa was er altijd; hij was mijn grote vriend.
Kickboksen was mijn grote hobby, ik ben er best ver mee gekomen.
Na Vreekwijk wilde ik iets van mijn leven maken.
per week! ld e g k a z n e ld u 100 g 4
5
De jongens zijn al 17 en 20, maar we stoeien en knuffelen nog steeds
Overwin jezelf! Baudi helpt me graag met klussen.
Dit huis heb ik 4 jaar geleden verbouwd. Het is nu verkocht , want we gaan groter wonen. Zie je je vrienden van vroeger nog wel eens? “Ja, vooral mijn vrienden uit die jeugdbende. Met de meeste gasten is het trouwens helemaal goed gekomen. Ze hebben werk, een gezin en een huis, net als ik. Een paar jongens hebben helaas de verkeerde afslag genomen. Daar heb ik geen contact meer mee.”
Hoe ziet jouw leven er over 10 jaar uit? “Dan hoop ik met Marja een restaurantje te hebben in een mooi, warm land. We hebben altijd
6
St uccen verdient goed, alleen je houdt het
goed kunnen sparen, dus dat gaat ons lukken. Werken in de bouw hou je niet eeuwig vol, het is fysiek te zwaar. Ik heb al een hernia gehad. Dus je moet nadenken over je toekomst.”
Waar ben je trots op? “Op de goede band die ik heb met Baudi en Chento, de zonen van Marja. Die band is echt
niet eeuwig vol.
apart. Het voelt alsof ze mijn eigen kinderen zijn. In het begin moest ik erg wennen dat er zo geknuffeld werd in het gezin. Ik kreeg als kind nooit een knuffel. Maar nu vind ik het hartstikke leuk. Inmiddels zijn de jongens 17 en 20, maar we stoeien en knuffelen nog steeds. Ik ben trots dat ik ze een veilige basis kan geven.”
Hier was hij 12.
Wat moet een hulpverlener nooit doen? “Ik ben ooit woedend geweest op een hulpverlener die zei: ‘Ik weet wat jij voelt’. Dat klonk zo arrogant. Een hulpverlener die zelf nooit uit huis is geplaatst, kan niet weten hoe dat is. Je kunt je hooguit inleven in iemand.” Je gouden tip voor jongeren? “Geloof in jezelf; overwin jezelf. Als je blijft denken: het lukt me toch niet, dan kom je nergens. Je hebt je leven zelf in de hand. Een ander kan het niet voor je doen.”
Wat heb je overgehouden aan je internaattijd? “Mensenkennis. Als één van de jongens met een nieuwe vriend of vriendin over de vloer komt, zie ik razendsnel of diegene te vertrouwen is of niet.”
7
Beste advies? Denk aan de dingen die je al wél gelukt zijn
Samantha (20) mbo-student Op haar 15e werd Samantha voor de keuze gesteld: of we schoppen je op straat of je vertrekt naar Frankrijk. Ze ging voor optie 2. Nu, vijf jaar later, woont Samantha weer in Nederland, in een splinternieuw appartement in Breda. Ze heeft een mbo-diploma niveau 3 op zak en loopt stage bij een zorgboerderij van Novadic-Kentron.
Ze dachten dat ik ‘t niet zou redden, maar ik was een vechtertje Hoe was je jeugd? “Ik werd drie maanden te vroeg geboren. ‘Een pak suiker op één hand’, zei mijn moeder. Mijn vader was vrachtwagenchauffeur en veel van huis; mijn moeder hield het gezin draaiende. Op zondag zat ik - vaste prik- met mijn ouders en zusje in de kroeg. Mijn ouders waren geen praters, maar de drank maakte veel los. ‘s Avonds
8
in bed lag ik te luisteren hoe ze ruzie maakten. Vanaf de middelbare school begon ik zelf een grote mond te krijgen. Er was steeds vaker ruzie thuis. Ik ging spijbelen, blowen, bedriegen, stelen. Hulpverleners en politie kwamen over de vloer. Bij de crisisopvang liep ik twee keer weg. Niets hielp.”
“De pijn zal blijven, Wat was het keerpunt? “Toen ze me in de auto naar Frankrijk hebben gezet. Ik ging 6,5 maand bij een pleeggezin van PEL (Project Ervarend Leren) wonen. Op de boerderij had ik tijd om na te denken, wat kon je anders? De dag bestond uit werken, eten, slapen en heel veel praten. Geen telefoon, bijna geen geld, geen vrienden, niets. Met mijn ouders mocht ik brieven schrijven. Heftig was dat. Vaak heb ik op het punt gestaan om weg te lopen, maar zonder geld of legitimatie kom je niet ver. Monique, mijn pleegmoeder, heeft urenlang met me gepraat. Na een paar maanden besloot ik: ‘Ik wil die haat, pijn en onzekerheid niet meer’. De stap om te kiezen voor een positieve toekomst, om écht door te zetten was ontzettend zwaar.”
maar ik kan ermee leven”
Mijn Franse pleeggezin. We aten vaak buiten.
Hier sta ik
Bij mijn moeder op schoot.
Ging je daarna terug naar huis? “Mijn ouders kwamen me ophalen in Frankrijk. We hebben samen nog drie dagen onder begeleiding gebackpackt en geklommen in de bergen. Ik was blij om ze te zien, maar ik merkte dat het nog niet goed zat tussen ons. Daarom heb ik in overleg met mijn begeleider besloten om niet meer thuis te gaan wonen. Kort daarna ben ik in een pleeggezin geplaatst in Limburg.”
Ik (7) met mijn zusje Joyce (4) en onze hond Max.
Waar haal je troost uit? “Uit een boek dat ik zeker 10 keer heb gelezen: ‘In duizend stukjes’ van ex-verslaafde James Frey. Hij beschrijft hoe hij is afgekickt. Doorzetten is een belangrijk punt in dit boek en ook in mijn leven. Op m’n 18e heb ik het Franse woord ‘persévérer’ op mijn linkerpols laten tatoeëren. Als ik het even niet meer weet, kijk ik ernaar en voel ik me beter.”
Stappen met vriendin Marjet. Hier was ik 14 (met piercing). Wat hebben die twee pleeggezinnen voor je betekend? “Ze vonden me niet raar, plaatsten me niet in een hokje. Dat vond ik heel bijzonder. Ze namen me op in hun gezin alsof ik één van hen was. Bij die gezinnen heb ik ontdekt hoe een gezinsleven kan zijn. Samen eten, de dag bespreken, elkaar vragen hoe het gaat. Mijn eigen ouders hebben moeite om emoties te tonen of écht te praten, terwijl ik daar zo’n behoefte aan heb. Bij die pleeggezinnen zag ik hoe bijzonder het is om iets te betekenen voor jongeren. Dat wilde ik ook. Ik besloot om een mbo-opleiding Maatschappelijk Zorg te proberen. Frida, mijn Limburgse pleegmoeder, schreef een referentie naar de opleiding. Er volgde een gesprek waarin ik
vertelde over mijn verleden en mijn motivatie. Ik ben Sonja, die me heeft aangenomen, nog steeds dankbaar.” Wat is het beste advies dat je ooit hebt gehad? “Ik heb heel vaak geroepen: ‘Ik kan het níét, ik loop weg!’. Mijn Franse pleegmoeder Monique gaf me het advies: Samantha, zeg tegen jezelf: ‘Ja, ik kan het!’. Denk aan de dingen die je al wél gelukt zijn. Het gaat niet om de quantiteit maar om de qualité!”
9
Doorzetten!
Als je echt iets wilt, gaan er deuren voor je open Hoe is het contact met je ouders nu? “Redelijk. Het is nog steeds jammer dat we niet écht kunnen praten, maar ik begin een beetje te accepteren dat ze zijn wie ze zijn. Weet je, de pijn zal altijd blijven en dat geldt waarschijnlijk ook voor hen, maar ik heb er mee leren leven. Buiten dat moet ik door, ik kijk liever vooruit.”
Mijn kamer in Limburg was écht groot. Met mijn ouders op een Frans terras. Waar heb je spijt van? “Hoe ik met mijn zusje en moeder ben omgegaan. Er zijn dingen gebeurd die ik niet meer kan terugdraaien. Het is te makkelijk om te zeggen dat ik kutouders had, ik was zelf ook een kutkind. Mijn kleine zusje heeft verschillende keren de politie moeten bellen omdat het thuis totaal uit de hand liep. Achteraf denk ik: Wat hadden al die ruzies voor zin?” Aan wie heb je de meeste steun gehad? “Aan de bijzondere mensen die ik tegenkwam in mijn leven. Juf Monique uit groep drie. Mary en Amy, bij wie ik mocht logeren als er thuis ruzie
was. Els van Families First, die zorgde dat ik snel in Frankrijk kwam. Monique en Lia van de crisisopvang in Etten-Leur. Adrie en Monique, mijn Franse pleegouders. Frida & Noud, mijn pleeggezin in Oploo, met hun kinderen Coen, Anne en Floor. De hulpverleners van PEL, Rien en Annelies, die me zo goed begrepen. Met de meeste heb ik nog steeds contact. Op dit moment zijn mijn vrienden en collega’s op mijn stageplek erg belangrijk voor me.” Waar ben je trots op? “Op mezelf. Dat ik ‘t heb volgehouden. Ik voel me sterk. Ben meer in mezelf gaan geloven en weet dat ik lastige situaties aankan. Ik heb nu bijna mijn mbo-diploma niveau 4 en ik wil door naar het hbo.”
Zie je je vrienden van vroeger nog wel eens? “De meeste niet, ze gaven niet echt om mij. Het was ‘voor wat hoort wat’. Alleen Fleur en Marjet hebben mij door dik en dun gesteund. Mijn vriendenkring van nu is heel hecht. Het zijn mensen op wie ik kan bouwen, die mijn verleden kennen en me accepteren zoals ik ben.”
Lol met mijn klasgenoten tijdens een project op school.
Ik haat je en ik hou van je dat hoort zo zeggen ze. Degenen die het dichtst bij je staan, stoot je het meeste af..
Hoe ziet jouw leven er over 10 jaar uit? “Een avontuurlijk leven, niet te standaard. Ik hoop dat ik de juiste partner heb gevonden om samen een zorgboerderij of chambre d’hôte te beginnen. En wie weet begin ik een tapas bar op het Spaanse strand, met Monique, mijn Franse pleegmoeder. Dat heb ik haar ooit beloofd, haha.” Je gouden tip voor jongeren? “DOORZETTEN!! Motivatie is alles. Als je écht iets wilt, kún je het ook en gaan er deuren voor je open. Het heeft lang geduurd voor ik dat doorhad. Al val je honderd keer, er komt een moment dat je het doorhebt, het roer omgooit en er wel voor gaat! Ik ben blij dat ik zoveel kansen heb gekregen, anders had ik het niet zover geschopt.”
Slapeloze nacht
Maar ik vraag mij onderhand af, wanneer laat jij eens een traan? En laat jij zien dat je wél naast mij wilt staan?! Het doet pijn dat jij niet gelooft in mij, in wat ik heb bereikt en nog zal bereiken Maar ik stop niet met vechten, ook al wil ik soms niet meer Heb geleerd dat vluchten niet de oplossing is, al meerdere keer Toch blijf ik hopen, op liefde van jou, ondanks dat ik je toch weer afstoten zou..
Mbo-diploma gehaald!
Ik ben een vechter, ook al denk jij van niet Hopend dat je het ooit in mij ziet Samantha
10
11
De soos aan de Molenstraat bestaat niet meer, anders ging ik meteen terug
‘‘Door mijn ouders
MANDO (39) buitengewoon opsporingsambtenaar
kon ik de druk weerstaan”
“In de binnenstad van Helmond waar hij opgroeide, zag Mando veel vrienden kapot gaan. Ze maakten hun school niet af, raakten aan de drugs of kregen psychische problemen. Zelf wist hij de dans te ontspringen, mede dankzij preventieprojecten voor de jeugd. Hij werkt nu als buitengewoon opsporingsambtenaar bij de Stadswacht in Helmond. Al 20 jaar woont hij samen met Pessie. Ze hebben twee zoons: Marley (17) en Anthony (12).
Ik zit net op de kl euterschool.
Hoe was je jeugd? “Het was een leuke jeugd. Mijn broer Toon en ik speelden veel buiten. Ik zat onder voetbal en ging vaak met mijn vader vissen. In de binnenstad kende iedereen elkaar. De wijkbewoners letten op elkaars kinderen, je voelde je veilig. Later ging de buurt achteruit. Overlast, brandjes, inbraken. Toch ben je aan zo’n buurt gehecht hè, bijna je hele familie woont er. Pas twee jaar geleden, toen de huizen werden afgebroken, ben ik met mijn gezin verhuisd naar Helmond-Oost. De rest van de familie ook trouwens.” Wat zijn je leukste herinneringen? “Dat we naar de soos gingen aan de Molenstraat. Mijn oudere broer Toon kwam daar al langer en vanaf mijn 10e mocht ik mee. Er was in de binnenstad weinig te doen voor de jeugd en zo hielden ze ons van de straat. Een schitterende tijd
Een positieve man, die goed kon luisteren en altijd geintjes maakte. Hij deed zijn werk voor 110%. Voor mij was hij een voorbeeld hoe je met jongeren omgaat. Ik kom Leon nog wel eens tegen op straat; hij zit nog steeds in het jongerenwerk in Helmond.”
Met mama en nichtje Rian.
was het. Tafeltennissen, biljarten, flipperen, filmpjes kijken. Op vrijdagavond disco. Onder leiding van Ben Pruijn deden we mee aan Survival*. Een hele week kamperen in België met kanotochten, bergbeklimmen, droppings. Toen ik ouder was, heb ik nog jaren vrijwilligerswerk gedaan. Als DJ achter de draaitafel – ik was Bob Marley-fan – en
.
Welke opleidingen heb je gevolgd? “Na de basisschool heb ik de lts afgemaakt, richting metselen. Ik heb een tijdje als metselaar gewerkt, maar ook allerlei andere banen gehad. Ik heb de nodige pech gehad met werk, maar ben altijd opleidingen blijven volgen om verder te komen. Dankzij Joop van Stiphout, directeur van de Stadswacht in Helmond, mocht ik een opleiding volgen voor buitengewoon opsporingsambtenaar. Daardoor werk ik nu bij de SSH, Stichting Stadswacht Helmond, een hele leuke baan.” Wat vind je leuk aan je werk? “Regelmatige werktijden en veel afwisseling. De ene keer werk ik in Helmond, de andere keer in Eindhoven of een andere plaats. We houden een oogje in het zeil, zodat de openbare orde goed verloopt. We treden bijvoorbeeld op als mensen huisvuil op straat dumpen of hondenpoep niet opruimen. Ik kan waarschuwingen uitdelen en ook een proces verbaal.”
toernooitjes helpen organiseren. De soos bestaat niet meer, anders ging ik meteen terug. En mijn broer ook. Dat zeggen we nog vaak tegen elkaar.” Welke buurtwerker was je favoriet? “Leon van Aerle, een Helmonder in hart en nieren. Hij begeleidde de soos aan de Molenstraat.
* Het project Survival is (net als Vreekwijk) de voorloper geweest van wat nu BJ Brabant heet.
12
Grote snoek die papa had gevangen
Is de jeugd van nu anders dan vroeger? “Ja, dat merk je wel op straat. Als je een uniform draagt, hebben ze niet automatisch respect voor je. Ze gaan je juist uitdagen, hebben een grote mond. Maar ik weet hoe ik ermee moet omgaan.
Rustig blijven, luisteren, op tijd waarschuwen. We krijgen speciale trainingen hoe je omgaat met agressie: Handen af van onze helpers.”
Breakdancen in de soos.
Mijn broer Toon en ik.
13
Op eigen kracht
Bij de Stadswacht mag je geen strafblad hebben Wat heeft je geholpen om iets van je leven te maken? “Mijn eigen wil, denk ik. Als je in een buurt woont, waar je veel mensen ziet aftakelen, denk je maar één ding: ‘Ik wil vooruit en niet achteruit’.” Zie je je vrienden van vroeger nog wel eens? “Een paar nog wel, maar met de rest is het slecht afgelopen. Ze zitten bij de GGZ of in een afkickkliniek.”
Paling gevangen met pa. Wie zijn het meest belangrijk geweest in je leven? “Mijn ouders. Ze hebben me altijd achter de broek gezeten om diploma’s te halen. Ik heb een goede band met ze. Zowel mijn ouders als mijn broer wonen vlak achter me; ik zie ze nog iedere dag.” Wat is het beste advies dat je ooit hebt gehad? “In de straat waar we vroeger woonden, zag je de joints in de portiek liggen. Mijn ouders waren heel bang dat ik de verkeerde vrienden zou krijgen. Ze waarschuwden: ‘Jongen, blijf van de drugs af. Kijk eens goed naar die verslaafden,
rley. Mijn twee jongens Anthony en Ma hoe ze achteruit gaan. Er komt niets van ze terecht’. Doordat ze me die angst aanpraatten, kon ik de druk van buitenaf weerstaan. Want geloof me, er is me vaak genoeg iets aangeboden.” Wat waren jouw jeugdzonden? “Roken is het enige wat ik stiekem deed. Mijn ouders waren erop tegen, maar ja, ze roken zelf ook. Verder heb ik niks uitgespookt. Anders had ik ook niet bij de Stadswacht kunnen werken. Je wordt gescreend, dus je mag geen strafblad hebben.”
Waar ben je trots op? “Op mijn baan bij de Stadswacht. Dat heb ik op eigen kracht bereikt.”
Wat geef je je eigen kinderen mee? “Ik geef ze dezelfde adviezen als mijn ouders deden. Ik wil dat ze op het rechte pad blijven. Mijn kinderen zijn net als ik opgegroeid in de binnenstad en hebben veel ellende van dichtbij gezien. Ze kennen jongens die inbreken en hard drugs gebruiken. Ik ben blij dat we zijn verhuisd, in Oost is het een stuk rustiger. Gelukkig hebben onze jongens nooit iets gebruikt en ik hoop dat ze dat nooit gaan doen.”
Pessie en ik, al 20 jaar samen.
14
15
We konden er met bijna niemand over praten
Thea, moeder van Jasper (33) bso-leider Toen de schattige, blonde Jasper in de wieg lag, kon zijn moeder niet vermoeden dat haar zoon zo’n ingewikkelde puber zou worden. Lange tijd vreesde Thea voor zijn toekomst, maar nu durft ze met vertrouwen vooruit te kijken. Jasper is inmiddels 33 en heeft een leuke baan in de buitenschoolse opvang. Vorig jaar trouwde hij met Melanie met wie hij in Helmond woont.
Wat voor kind was Jasper? “Jasper is de jongste van drie kinderen. Als kind een beminnelijke, open jongen. Een gezellige prater die met iedereen overweg kon. Had altijd vriendjes en speelde met veel fantasie. Hij kon niet zo goed leren, maar ging toch met plezier naar school. Alleen het slapen ging slecht. Jasper was ’s nachts vaak bang, de slaapkamerdeuren moesten altijd wijd open blijven. Hij hield niet van afgesloten ruimten. Pas na de basisschool ging het mis met hem. De reden weten we nog steeds niet. Hij wilde niet meer naar school, werd steeds dwarser. We konden niets met hem beginnen.” Wat was het gevolg? “Het hulpcircuit kwam op gang. Leerlingenzorg op school, daarna jeugdzorg, gevolgd door een rampzalig verblijf in een observatiecentrum, waar hij in een klein, afgesloten kamertje werd geobserveerd. Niemand begreep wat er met
Jasper aan de hand was. Ze zagen vooral de buitenkant: een dwarse puber die niets wilde. Hij kwam uiteindelijk onder curatele, vreselijk vonden we dat. Pas jaren later werd duidelijk dat Jaspers opstandige gedrag werd veroorzaakt door angsten. Hij nam een paar keer een overdosis pillen, werd opgenomen op een psychiatrische afdeling. De puberteit was voor hem één grote noodkreet, maar niemand kon er iets mee.” Wat betekende dat voor uw gezin? “De situatie legde een enorme druk op ons gezin. Mijn man vond het net zo erg als ik, maar kon er moeilijk over praten. We woonden destijds in een klein dorp, met veel sociale controle. Ik durfde niemand te vertellen wat zich werkelijk binnenshuis afspeelde; je weet hoe hard mensen kunnen oordelen. Gelukkig had ik veel steun aan mijn zus, die in het maatschappelijk werk zat. Jasper mocht regelmatig bij haar logeren, zodat iedereen weer even op adem kon komen.”
“Op de moeilijkste
Hoe hield u dit jarenlang vol? “Het klinkt gek, maar op de moeilijkste momenten was ik heel sterk. Pas later kwam de terugslag. Ik kreeg rugklachten, moest mijn werk als kraamverzorgster opzeggen. Ik had in die tijd ook nog de verzorging van mijn moeder, die bij ons in woonde. Op een dag kregen we een ambulant hulpverlener van BJ Brabant toegewezen, ze heette Alie de Vaan. Zij sleepte ons erdoor heen. Van Jaspers 15e tot zijn 17e jaar kwam ze twee tot drie keer per week over de vloer.” Hoe was ‘t om een vreemde in huis te hebben? “Ik had er geen moeite mee, ik was juist blij dat ik de zorg om Jasper kon delen. Alie de Vaan was de eerste die geen oordeel velde, maar gewoon met ons mee zocht naar oplossingen. Ik herinner me een keer dat Jasper zwijgend op de bank lag met een deken over zijn hoofd en Alie een uur naast hem bleef zitten, zonder iets te zeggen. Ze ging de strijd niet aan, maar nam zijn gevoelens serieus. Als we ergens naartoe moesten, ging ze mee, zodat wij er niet alleen voor stonden. Alie was een gewoon mens, maar voor Jasper en mij een lichtpuntje.”
momenten was ik heel sterk”
Hoe herken je een goede hulpverlener? “Een goede hulpverlener is er op de momenten dat het nodig is. Niet alleen tijden kantooruren. Luisteren, naast je staan, doorpakken. Alie de Vaan en ook meneer Engelhart van het CWi, dat waren mensen die het begrepen. Die hebben echt iets kunnen betekenen, omdat ze zo betrokken waren. Jasper voelde haarfijn aan of mensen aardig waren of niet.”
liteiten. Ze zagen hoe goed hij kan luisteren en met kinderen kan omgaan. Vanaf toen is het balletje gaan rollen. Meneer Engelhart regelde dat hij met behoud van uitkering een opleiding mocht volgen in de kinderopvang. En dankzij mijn zus kon hij een flatje in Helmond huren. Ook tijdens de opleiding en de stage trof hij fijne begeleiders die hem goed aanvoelden. Hij heeft de opleiding zonder problemen of vertraging afgemaakt.”
Wat moet een hulpverlener nooit doen? “Ik weet nog dat ik een keer radeloos opbelde voor hulp, maar te horen kreeg dat alle hulpverleners al naar huis waren vanwege ‘hoog water’ in de Maas. Terwijl zich bij ons thuis een ramp voltrok. Ik ben ook teleurgesteld geraakt in hulpverleners die erop uit waren om Jasper ergens snel weg te stoppen. Het doet pijn als je merkt dat iemand de theorie op zijn duimpje kent, maar niet echt geïnteresseerd is in de jongen die tegenover hem zit.” Wat was het keerpunt? “Jasper was 20. Meneer Engelhart van het CWI had geluisterd naar zijn verhaal en vroeg zich af of vrijwilligerswerk bij de Kindertelefoon iets voor Jasper was. Dat bleek een schot in de roos. Jasper ging aan de slag en werd daar voor het eerst van zijn leven gewaardeerd om zijn kwa-
Hoe gaat het nu met Jasper? “Jasper is pas getrouwd en werkt in de buitenschoolse opvang. Gedeeltelijk heeft hij nog een WAO-uitkering. Hij is heel gelukkig met zijn vrouw Melanie, zijn huis, zijn baan en zijn 4 katten. Hij slikt nog wel medicijnen, maar een terugval heeft hij allang niet meer gehad. Bij de kinderopvang zijn ze heel blij met hem. Hij is erg creatief in het bedenken van leuke activiteiten; een talent dat hij als kind ook had.”
Kunt u de zorg rond Jasper loslaten? “Nee, een zekere zorg zal ik altijd blijven houden, daarvoor is er teveel gebeurd. Als Jasper me onverwacht belt, slaat mijn hart nog altijd over. Toch heb ik veel meer vertrouwen dan 10 jaar geleden. Hij wil graag kinderen, dus misschien komt er wel een gezin. Ik weet dat hij een goede vader zal zijn.”
Wat was het hoogtepunt? “De trouwdag van Jasper. Het was een dag vol mooie en emotionele momenten. Je denkt dan terug aan hoe diep hij heeft gezeten en waar hij nu staat. Al die blije kinderen van zijn werk die stonden te joelen langs de kant. Ik was zo trots op hem.”
* Op verzoek zijn de namen en foto’s van moeder en zoon veranderd.
16
17
Beste tip? Laat zien wie je bent, daar houden meisjes van
FRED (31) jongerenwerker Tussen zijn 15e en 17e jaar woonde Fred op Vreekwijk, in open leefgroep De Trappers. Nu werkt hij zelf in de hulpverlening, als ambulant jongerenwerker. In deeltijd volgt hij de hbo-opleiding maatschappelijk werk. Na een leven met ups en downs gaat het nu goed met hem. Met kerst vroeg hij zijn vriendin Lieke ten huwelijk; in 2013 gaan ze trouwen. Ze wonen in Wanssum met hun hond Razz.
Wat was een keerpunt in je leven? “Na Vreekwijk miste ik structuur in mijn leven. Ik woonde bij mijn vader die verslaafd was, kreeg foute vrienden en ging drugs gebruiken. Het keerpunt kwam op mijn 21e. Toen kreeg ik een vriendin die me vroeg om serieus aan mijn leven te werken. Alleen dan wilde ze met me samenwonen. Vanaf dat moment is het bergopwaarts gegaan. Ik ging samenwonen, ben afgekickt en weer naar school gegaan.”
Welke persoon is het meest belangrijk voor jou geweest? “Mijn oma, met stip op één. Ze is de rode draad in mijn leven. Mijn oma is zoals een moeder hoort te zijn. Ze was de enige die bleef geloven dat ik een goed hart had. Door haar voelde ik me gehoord en geaccepteerd zoals ik was. Nooit ruzie met haar gehad.”
Wat is je beste beslissing geweest? “Een mbo-opleiding gaan volgen op mijn 23e. Voor die tijd deed ik lomp uitzendwerk. Sjouwen, glas zetten en zo. Op een dag besefte ik: als ik ooit 85 ben, moet ik mijn kleinkinderen vertellen dat dit mijn leven was, dat ik niks voorstelde. Ik heb alle moed verzameld en heb toelatingsexamen gedaan voor het mbo Sociaal Pedagogisch Werk. Wat een kick dat ik werd aangenomen! Sinds mijn afstuderen heb ik altijd leuke banen gehad in de GGZ en het jongerenwerk. Dit werk past bij mij. Ik krijg vaak de moeilijkste jongeren, omdat ik niet bang ben. Ik voel mensen aan en weet hoe ik iemand rustig kan krijgen.”
Op bivak met de
jongens van De
Trappers.
Mijn oma was lief. Best een knappe vent toch...
De eerste Communie van mijn zusje; we lijken een perfect gezin.
18
Vreekwijk. Ik Vanaf 1995 woonde ik op k. was klein maar berester
. Meiden versieren op kamp ch meisje op schoot. lgis Be een t me Ik zit rechts
19
Bang om terug te vallen ben ik niet meer
Doe het samen
Diploma gehaald!
Ik deed de richting cons
umptief/techniek.
Waar heb je spijt van? “Ik heb geen spijt van mijn gedrag, maar er zijn dingen waar ik niet trots op ben. Toch voel ik me niet schuldig. Mijn reacties waren heftig, maar ik heb ook geen standaard leven gehad. Al die dingen hebben me gemaakt tot wie ik ben. Ik weet nu wel hoe ik moet overleven.” ars uitliep kon ik 100 Als ik De Kennedym Gelukt! gulden verdienen.
20
Wat heb je overgehouden aan je internaattijd? “Ik kan niet tegen stilte. Dat komt door al die jaren in groepen leven. Ik heb graag mensen om me heen. Het liefst wil ik een groot gezin, met 3 of 4 kinderen. Lijkt me heerlijk, al die drukte.”
Wanneer ben je het gelukkigst? “Als ik een weekendje weg ben met mijn vriendin. Luxe hotel, saunaatje, samen uit eten. Het besef dat ik dit allemaal kan betalen, maakt me gelukkig. Ik ben trots dat ik dit allemaal op eigen kracht voor elkaar heb gekregen. Een koophuis, twee auto’s voor de deur, kunnen sparen.” Wat is jouw kracht? “Ik herken gevoelens van boosheid en angst bij mezelf en weet hoe ik ze om moet draaien. Ik durf hulp te vragen aan mensen om me heen, als het minder gaat. Bang om terug te vallen ben ik niet meer. Ik weet hoe ik moet omgaan met moeilijke momenten.”
arty. Naast me Net terug van Sensation Dancep ik ben afgekickt. zit Nicole, de vriendin voor wie
Je gouden tip voor jongeren? “Neem iemand in vertrouwen en vertel hoe je je voelt. Sluit je niet af van de buitenwereld. Kies een positief iemand, geen verslaafde. Ga met die ene persoon op zoek naar de weg die bij jou past. In je eentje ga je het niet redden.”
21
Advies aan hulpverleners? Durf te luisteren naar een kind
Thamara (19) mbo-student Op haar 15e kwam Thamara op Vreekwijk. Een klein, temperamentvol meisje dat iedereen aan het lachen maakte. Precies 1 jaar woonde ze in de gesloten meidengroep Paljas Plus. Nu woont ze bij haar vriend in Soest en volgt ze een sportopleiding. Ze is vastbesloten om verder te studeren aan de politieacademie in Breda. Maar voor het zover is… wil ze eerst nog even een kind op de wereld zetten.
wat ik dacht. Ik stond graag in de picture. Vaak droomde ik over een loopbaan als profvoetballer. Of ik riep: ‘Ik word de eerste donkere president van Amerika’.” Wanneer is het mis gegaan? “Op mijn 10e verhuisde ik met mijn moeder naar de Dominicaanse Republiek. Na een jaar ging mijn moeder weer terug naar Nederland, maar ik bleef nog 3 maanden in Curaçao bij mijn stiefvader. Daar zijn dingen gebeurd waarover ik niet wil vertellen. Op mijn 12e kwam ik terug in Nederland, in groep 8. Omdat ik een flinke taalachterstand had opgelopen, werd ik naar het speciaal onderwijs gestuurd. Daar baalde ik van, want
Hoe was je jeugd? “Op mijn 7e verhuisde ik van Curaçao naar Geertruidenberg. Ik was het enige donkere meisje op school en werd vaak gepest. Kinderen noemden me ‘zwarte poep’ en gooiden met stenen. Mama beschermde me; ze liet me niet buiten spelen na school. Ze kocht het allernieuwste en duurste speelgoed, dan kwamen er vanzelf wel kinderen bij mij. Thuis voelde ik me veilig. Ondanks het pesten, was ik een gelukkig kind. De mooiste herinneringen heb ik aan mijn verjaardagen en nieuwjaar, dat was altijd één groot feest.” Wat voor kind was je? “Heel enthousiast. Ik hield van zingen, dansen en voetballen. Vond het leuk om mensen te laten lachen. Maar ik had ook een sterke eigen wil. Mensen vonden me brutaal, omdat ik altijd zei
“Profvoetballer of uit de test kwam eigenlijk havo-vwo. In mijn klas zaten alleen maar kinderen met gedragsproblemen. Omdat ik niet gepest wilde worden, besloot ik zelf de klas op stelten te zetten. Van een verlegen meisje groeide ik uit tot de ergste leerling van de school. Op mijn 14e werd ik van school getrapt en verkracht door een loverboy. Ook thuis was het allang niet meer gezellig.” Werd je toen uit huis geplaatst? “Ja, mijn voogd en mijn moeder vonden dat beter. Ik kwam terecht in opvangprojecten, internaten en observatiegroepen. Maar ik wilde helemaal niet, dus ik liep overal weg. Ik vluchtte terug naar huis, naar mijn veilige kamertje. De
Mama was net zo gek op dansen als ik. kinderrechter besloot toen dat ik naar een jeugdgevangenis moest. Een afschuwelijke tijd. Ik was niet crimineel, maar werd wel als een crimineel behandeld. Als ik een grote mond had, ging het alarm af. Stonden er ineens 12 bewakers voor mijn neus en dan werd ik in de isoleercel gezet. Ik heb nooit begrepen hoe je een kind zo hard kunt straffen, alleen maar omdat ze naar haar moeder wil.”
Alles aan mij moest perfect zijn, vond mama, ook mijn kleertjes.
Wat een lief kleutertje he?
22
president wilde ik worden” Wat was voor jou een keerpunt? “Nieuwjaarsnacht 2007. Ik was 15 jaar en lag in een katoenen pak in de isoleercel. Daar kreeg ik ineens een heldere droom. Ik zag mijn oma voor me, die is overleden op mijn 5e. Ze zei tegen me: ‘Meisje, verzet je niet langer, accepteer het leven zoals het is’. Het klinkt gek, maar vanaf dat moment werd ik rustiger. Een paar maanden daarna mocht ik weg, ik werd op Vreekwijk geplaatst. De woorden van m’n oma zijn me altijd bijgebleven. Als ik nu iemand hoor zeuren, zeg ik: ‘Doe niet zo moeilijk. Accepteer gewoon hoe het is. Kijk vooruit’.”
op school. Ik was het enige niet witte kind
Je herinnering aan Vreekwijk? “Een bijzondere tijd. Lachen, huilen, sporten, zingen, dansen en mezelf leren kennen. Ze lieten me gelukkig mijn eigen weg kiezen, want ik wist heel goed wat ik wilde. Als ze dramatherapie voorstelden, zei ik: ‘Genoeg drama gehad in mijn leven! Laat mij maar een boek schrijven’. En dan mocht dat. In het begin was ik bot en hard tegen iedereen, maar later kon ik steeds meer de aardige kanten van mezelf laten zien, de gevoelige,
Op Vreekwijk werd ik langzaam weer de oude. Hier zingend met biljartstok. 23
Je hoeft je niet te schamen dat je in een internaat hebt gezeten
Kijk vooruit
Entertainment? Ik was erbij! sumptief. Met Esmé deed ik de richting Con
Bij het paardenproject overwon ik mijn angst. grappige Thamara van vroeger. Het meest heb ik geleerd van het paardenproject. Ik weet nog hoe ik voor het eerst op een paard zat, huilend van angst. Maar ik heb mezelf overwonnen.” Hoe gaat het nu met je? “Ik ben trots op wat ik heb bereikt. Ik heb de Cios, niveau 2, gehaald. Ik heb gewerkt als zwemjuf. En ik doe nu niveau 3 aan het Albeda College in Rotterdam. Maar ik ben er nog niet; ik kan nog
24
niet zonder hulp. Mijn leven staat weer op z’n kop, want ik ben zwanger geraakt. Het was niet gepland, ik wilde eerst mijn studie afmaken. Maar ik ben er ontzettend gelukkig mee. Dit kind neemt niemand me af.”
Wat is jouw levensmotto? “Vrij zijn als een vogel. Ik ben te lang opgesloten geweest. Als kind mocht ik nooit buiten spelen van mijn moeder. Later hebben anderen mijn vrijheid afgenomen. Eén ding weet ik zeker: de rest van mijn leven wil ik vrij zijn.”
Wat voor moeder wil je zijn? “Een moeder die er helemaal is voor haar kind. Niet alleen als het goed gaat, maar ook als het slecht gaat. Een moeder die meer complimenten uitdeelt dan cadeaus.”
Hoe ziet jouw leven er over 10 jaar uit? “Dan ben ik een zakenvrouw in een mantelpak. Advocaat, crime investigator of behandelcoördinator op Vreekwijk. Dat lijkt me allemaal leuk. Ik hoop wel dat mijn vriend dan parttime huisvader wil zijn.”
Advies voor hulpverleners? “Trek niet te snel conclusies. Durf eens gewoon te luisteren naar een kind. Gebruik niet alleen je theoretische kennis, maar ook je mensenkennis. Praat niet in de gebiedende wijs, pubers zijn geen kleuters. Een puber heeft iemand nodig die zegt: ‘We doen het samen, we zoeken samen naar een oplossing’.” Je gouden tip voor jongeren? “Je hoeft je niet te schamen dat je in een internaat hebt gezeten. Schaam je pas als je niets doet met wat je daar leert.”
25
JUST BE I was lost and I’m still lost but I feel so much better.
Cause now I know its not so far to where I go I need to just be.
Just be.
© BJ Brabant 2012 Coördinatie: Jan Berkers, Kim van de Waeter, Ayse Altun Concept en interviews: Margriet Heebing Fotografie nieuw: Kees Martens Jeugdfoto’s: privé-bezit van geïnterviewden Vormgeving: HP Visuele Communicatie Drukwerk: Drukkerij Vos
26
27
BJ Brabant Centraal Bureau Mr. de Jonghlaan 4 5753 RR Deurne T 0493 - 312 589 F 0493 - 312 553 E
[email protected] I www.bjbrabant.nl