Juryrapport Libris Geschiedenis Prijs 2010 Voor de vierde keer wordt de prijs voor het beste geschiedenisboek uitgereikt. Begonnen als de Volkskrant/Historisch Nieuwsblad Prijs veranderde de naam al snel in de Grote Geschiedenis Prijs. Met ingang van dit jaar luidt de naam Libris Geschiedenis Prijs en tegelijkertijd is hij ook nog groter geworden. Twee keer zo groot zelfs, 20.000 euro. De Libris Geschiedenis Prijs is een gezamenlijk initiatief van Libris, het Historisch Nieuwsblad, het Nationaal Historisch Museum, de NTR, De Volkskrant en de VPRO. De Libris Geschiedenis Prijs bekroont oorspronkelijk in het Nederlands geschreven historische boeken die een algemeen publiek aanspreken. De criteria zijn dat het boek origineel is qua onderwerp en uitwerking, prettig leesbaar is geschreven en op gedegen historisch onderzoek stoelt. In 2010 ging het in totaal om 325 titels, gepubliceerd tussen juli 2009 en 2010. Door Volkskrant-redacteur Martin Sommer en Frans Smits, hoofdredacteur van het Historisch Nieuwsblad, zijn uit deze verzameling 70 titels geselecteerd, die voor nadere beoordeling in aanmerking kwamen. Uiteindelijk bleven na lezing en weging tien titels over, die ter beoordeling aan de jury werden voorgelegd. Behalve door Frans Smits en Martin Sommer werd de jury dit jaar gevormd door Carla Boos, eindredacteur NTR-televisie, Ruth Oldenziel, Amerikadeskundige en hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven en Henk Wesseling, emeritus hoogleraar geschiedenis van de Universiteit Leiden. Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau en universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht, trad op als voorzitter. Annemarie Lavèn was de secretaris van de jury. Uit de longlist van tien boeken heeft de jury er vijf gekozen voor de shortlist die op 13 september bekend is gemaakt. Vanavond zal de uiteindelijke winnaar van de Libris Geschiedenis Prijs bekend worden gemaakt. De keuze was niet gemakkelijk, want de jury is enthousiast over ieder van de vijf boeken van de shortlist en had zelfs graag nog één of twee andere boeken uit de longlist aan u willen voorstellen. Dat gaat niet, maar we kunnen u verzekeren dat u met de door ons gekozen vijf boeken deze winter moeiteloos en mateloos geboeid zult kunnen
doorkomen. Voor bij elkaar 160 euro krijgt u 6,5 kilo aan boeken en 3000 meer dan goedgevulde bladzijden te lezen. Dat is natuurlijk erg veel en de jury vindt dat ook wel een probleem. Boeken kunnen ook te dik en zelfs te zwaar zijn en te veel vragen van het doorzettings- en uithoudingsvermogen van de lezer. Een aantal van de boeken van de short- en van de longlist had beslist voordeel gehad van een strenge redacteur, die de auteur had kunnen laten zien waar en hoe ‘minder meer’ kan zijn. De grote lijn vraagt juist om een kort bestek, korter in ieder geval dan waar de meeste van onze auteurs voor hebben gekozen. De eerste prijswinnaar, in 2007, was Auke van der Woud met zijn indrukwekkende geschiedenis van de modernisering van Nederland, ‘Een nieuwe wereld’. In 2008 en 2009 ging de prijs naar een biografie. Luuc Kooijmans werd beloond voor ‘Gevaarlijke kennis’, het dramatische levensverhaal van Jan Swammerdam, op zoek naar betrouwbare kennis over het bestaan en het menselijk leven. Jolande Withuis kreeg in 2009 de prijs voor haar biografie van Pim Boellaard ‘Weest manlijk, zijt sterk’, het levensverhaal van een man die door zijn onbuigzame karakter een verzetsheld kon worden. De shortlist van 2010 bevat opnieuw een biografie, nu van een man die in zijn moedertaal een ‘Hochstapler’ genoemd zou worden, maar ook een onderzoek naar de geschiedenis van de grootste krant van Nederland, een reconstructie van de beginjaren van de NSB, een bijna zeven eeuwen omvattende geschiedenis van de Nederlandse vrouw als huisvrouw en een breed opgezette beschrijving van de geschiedenis van het land, dat lang als Belgisch Congo bekend stond en daarna als Zaïre in verval raakte. Alleen al de breedte van de variatie is een compliment aan de Nederlandstalige geschiedschrijving en dat geldt eens te meer wanneer we de criteria van originaliteit, toegankelijkheid en degelijkheid in de beoordeling betrekken. Zonder uitzondering gaat het ook om door de uitgevers goed verzorgde, in een enkel geval zelfs heel fraai uitgegeven boeken. Bij enkele publicaties heeft het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten financieel steun geboden en bijna alle boeken zijn met externe steun tot stand gekomen, zoals van het Netherlands Institute For Advanced Study (NIAS).
Opvallend is wel dat het in geen enkel geval steun van de zijde van NWO betrof. In alfabetische volgorde van de auteurs luidt kort samengevat het oordeel van de jury over de vijf boeken van de shortlist als volgt: Els Kloek – Vrouw des huizes. Een cultuurgeschiedenis van de Hollandse huisvrouw – Amsterdam, Balans, 2009 Een compact, heel toegankelijk geschreven en origineel geïllustreerd boek dat echt in een lacune voorziet. Els Kloek richt zonder al te eenzijdige feministische kleuring een monument op voor de Hollandse huisvrouw. Sterk zijn vooral de hoofdstukken over de periode 1500-1800. De grote lijn wordt mooi afgewisseld met typerende vignetten en anekdotes. In de beste zin van het woord past dit boek in de traditie van de ‘Open University’ leerboeken: wetenschappelijk up to date, educatief van opzet en attractief in de presentatie. David Van Reybrouck – Congo. Een geschiedenis – Amsterdam, De Bezige Bij, 2010 Nederlanders weten nauwelijks iets van de geschiedenis van Congo, maar ook voor de meeste Belgen zal deze zeer breed opgezette en alomvattende geschiedenis van hun vroegere kolonie een onthutsende confrontatie met een te weinig bekende wereld betekenen. Van Reybrouck vertelt een steeds tragischer wordend verhaal vanuit het perspectief van de mensen die proberen te overleven in een land dat steeds dieper weg zakt in uitbuiting, corruptie en burgeroorlog. Het einde is verrassend en geeft ook een beetje hoop. ‘Congo’ vernieuwt de geschiedschrijving door een chronologische aanpak te combineren met contemporaine journalistiek en een eigen vorm van docudrama. Een groot en groots boek! Robin te Slaa en Edwin Klijn – De NSB. Ontstaan en opkomst van de Nationaal-Socialistische Beweging, 1931 – 1935 - Boom, 2009 ‘Kan het echt niet korter, jongens?’ is de verzuchting van de uitgever in bijna de laatste zin van dit boek van meer dan 900 bladzijden, dat de geschiedenis van de eerste jaren van de NSB tot in detail beschrijft, maar tegelijkertijd ook de NSB plaatst tegen de achtergrond van de sociale, politieke en economische ontwikkelingen van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Uitputtend archiefonderzoek heeft heel veel nieuw
materiaal aan het licht gebracht en ook de figuur van Mussert meer contour gegeven. Ook na 900 bladzijden blijft de nieuwsgierigheid naar de wederwaardigheden van de NSB in de jaren na 1935 bestaan. Mariëtte Wolf – Het geheim van De Telegraaf. Geschiedenis van een krant – Amsterdam, Boom, 2009 Een uitzonderlijk fraai en origineel verzorgd boek, dat de geschiedenis van de grootste en meest gesloten krant van Nederland op een meeslepende manier weet te vertellen. Door grondig archiefonderzoek konden veel vooroordelen over De Telegraaf worden ontmaskerd, maar werd tegelijkertijd ook duidelijk dat de krant in zijn ruim honderdjarige geschiedenis altijd het populistische buitenbeentje van de Nederlandse pers is geweest. Een dissertatie zoals er maar weinig, te weinig, geschreven worden! Annejet van der Zijl – Bernhard. Een verborgen geschiedenis – Amsterdam, Querido, 2010 Eveneens een dissertatie, meeslepend geschreven, en een biografie, maar vooral toch een cultuurhistorische studie naar de inmiddels geheel verdwenen eigen sociale wereld van de Duitse aristocratie op het moment dat haar rol uitgespeeld begon te raken. Annejet van der Zijl is bekritiseerd voor een aantal fouten in de tekst, maar in haar boek weet zij de jonge Bernhard toch heel treffend te plaatsen in zijn milieu. Ze tekent hem ook scherp in zijn pogingen het leven te kunnen blijven leiden dat tot de Eerste Wereldoorlog voor een aristocraat vanzelfsprekend was. De periode na de Tweede Wereldoorlog krijgt minder aandacht en verrast ook minder, maar juist over de jonge jaren wordt veel nieuw materiaal gepresenteerd dat in belangrijke mate het latere gedrag van de prins helpt te verklaren. Deze vijf boeken vormen wat de jury betreft de top van een toch al rijk jaar aan historische boeken. De basis is breed en ook de top is niet smal, maar de Libris Geschiedenis Prijs kan maar aan één boek worden toegekend. De jury was unaniem in de keuze van het boek dat de meeste indruk op ons heeft gemaakt door de breedte van het onderwerp, de zeer persoonlijke en originele aanpak, de combinatie van persoonlijke betrokkenheid en journalistieke distantie, het gebruik van zowel archiefmateriaal als interviews en persoonlijke observaties, de rijke en bijna barokke stijl, kortom, alles
wat het ieder van ons moeilijk heeft gemaakt het boek neer te leggen en tegelijk zo gemakkelijk om het helemaal uit te lezen. De Libris Geschiedenis Prijs 2010 wordt toegekend voor een briljant, adembenemend en meeslepend boek: ‘Congo’ van David Van Reybrouck.