Juni jaarverslag Amersfoort Barneveld Hoevelaken Kesteren. Ik leef maar één keer?! www. vanlodenstein.nl

Juni 2013

Amersfoort

|

Barneveld

|

jjaarverslag g 2012

Hoevel aken

|

Kesteren

Ik leef maar één keer?! w w w. vanlo d e ns tein.nl

jaarverslag 2012

Ik leef maar één keer?! inhoud Algemene gegevens Woord vooraf

4

7 9

1

Verantwoordingen

2

Beleid en organisatie

3

Onderwijsresultaten

en -ontwikkelingen

4

Bedrijfsvoering

5

Financiën

6

Vooruitblik

37

51 57

15 25

Van Lodenstein college

jaarverslag van 2012

Algemene gegevens

Reformatorische scholengemeenschap voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.

Directieteam • bezoekadres : Utrechtseweg 226 3818 ET Amersfoort • postadres : Postbus 405 3800 AK Amersfoort • telefoon : (033) 468 08 82 of 468 08 83 • e-mail : [email protected]

Centrale diensten • bezoekadres : Utrechtseweg 226 3818 ET Amersfoort • postadres : Postbus 706 3800 AS Amersfoort • telefoon : (033) 468 08 08

Postbus 180 - 3800 AD Amersfoort, e-mail: [email protected], website: www.vanlodenstein.nl

Amersfoort (hoofdvestiging) • bezoekadres : Utrechtseweg 228 3818 ET Amersfoort • postadres : Postbus 180 3800 AD Amersfoort • telefoon : (033) 422 64 00 • e-mail : [email protected] • onderwijsaanbod : onderbouw (incl. lwoo), havo, vwo

Hoevelaken • bezoekadres : Zuiderinslag 1 3871 MR Hoevelaken • postadres : Postbus 126 3870 CC Hoevelaken • telefoon : (033) 254 15 41 • fax : (033) 254 15 25 • e-mail : [email protected] • onderwijsaanbod : bovenbouw vmbo gl/tl, vmbo bb/kb

Barneveld • bezoekadres

Kesteren • bezoekadres : Kasteelstraat 2 4041 JB Kesteren • postadres : Postbus 6 4040 DA Kesteren • telefoon : (0488) 48 12 06 • fax : (0488) 48 24 94 • e-mail : [email protected] • onderwijsaanbod : onderbouw (incl. lwoo), vmbo gl/tl, bb/kb zorg en welzijn, havo

College van Bestuur • bezoekadres : Utrechtseweg 226 3818 ET Amersfoort • postadres : Postbus 405 3800 AK Amersfoort • telefoon : (033) 468 08 82 of 468 08 83 • fax : (033) 468 08 24 • e-mail : [email protected]

n Leeswijzer

: Oldenbarnevelderweg 80 3772 GH Barneveld • postadres : Postbus 210 3770 AE Barneveld • telefoon : (0342) 40 49 99 • e-mail : [email protected] • onderwijsaanbod : onderbouw (incl. lwoo)

4

Voor u ligt het jaarverslag van het Van Lodenstein College waarvoor het College van Bestuur eindverantwoordelijk is. Het verslag is bedoeld voor ouders, burgers gemeenten en andere instanties. Er is rekening gehouden met de ontwerprichtlijnen voor jaarverslagen (RJ400 en RJ660). In het eerste hoofdstuk treft u een verantwoording aan van de Raad van Toezicht en de Identiteitsraad. In hoofdstuk 2 vindt u meer informatie over onze organisatie en de relevante ontwikkelingen in 2012. Hoofdstuk 3 geeft u een beeld van de onderwijsresultaten en -ontwikkelingen, zowel voor de sector vmbo als de sector havo/ vwo. In dit hoofdstuk lichten we ook de leerlingenzorg toe. De belangrijkste ontwikkelingen rond de bedrijfsvoering zijn beschreven in hoofdstuk 4. Dat hoofdstuk gaat in op de onderwerpen personeel, kwaliteitszorg, communicatie en ondersteunende zaken. De financiële informatie over 2012 vindt u in hoofdstuk 5 met daarbij een korte toelichting. In hoofdstuk 6 geven we alvast een vooruitblik naar onze plannen voor 2013. Wilt u reageren naar aanleiding van dit jaarverslag? Neemt u dan contact op met het College van Bestuur via [email protected] of telefoonnummer (033) 468 08 82.

Algemene gegevens

5



n

W.J. de Potter (links) en D. van Meeuwen

Woord vooraf College van Bestuur

Moreel kompas M

et het jaarverslag 2012 geven we u een indruk van de wijze waarop wij onderwijs hebben gegeven aan onze leerlingen. Het fundament van het onderwijs van het Van Lodenstein College is Gods Woord: de Bijbel. Dat is het bestaansrecht van de school; het loopt als een rode draad door ons onderwijs en ook door dit jaarverslag. Bovendien is de Bijbel het morele kompas dat we onze jongeren meegeven voor hun functioneren in de maatschappij. Dit kwam ook tot uiting in het thema voor de opening van het schooljaar 2012-2013. Dat was ‘Ik leef maar één keer?!’ Het is belangrijk dat jongeren kwalitatief goed onderwijs ontvangen dat gericht is op resultaten én vorming. Onderwijs dat gegeven wordt door betrokken, goed opgeleide docenten. Daarvoor is veel nodig: financiën, huisvesting, kwaliteitszorg, informatie- en communicatietechnologie (ict), ouderbetrokkenheid, relaties met kerken enzovoorts. De inzet moet leiden tot leerresultaten, zoals examenuitslagen en uiteindelijk een diploma. Voor de meeste leerlingen is het onderwijs op het Van Lodenstein College geen eindonderwijs. Het is van belang dat het onderwijs goed aansluit op het mbo, hbo of de universiteit. Al deze aspecten worden verwoord in dit jaarverslag. De periode dat een leerling bij ons op school is, is een belangrijke fase in het leven van het kind richting de volwassenheid. Een fase met veel ontwikkeling, maar ook een kwetsbare fase. Daarom willen we dat de school een veilige plek is. Een school waar zorg op maat geleverd kan worden. Ieder kind is immers, als schepsel van God, uniek, gelijkwaardig en verdient de aandacht die het nodig heeft. De Bijbel geeft daarbij richting aan ons werk. Iedere dag weer. drs. D. van Meeuwen drs. W.J. de Potter

6

7 Woord vooraf



1

Verantwoordingen

1.1

Verantwoording Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht kent in de samenstelling een diversiteit waardoor de inbreng van verschillende deskundigheden en maatschappelijke achtergronden wordt gewaarborgd. De samenstelling per 31 december 2012 was als volgt: n

J.A. van de Velde A.A., voorzitter, Kruiningen, accountant/bedrijfsadviseur

n

L. van der Tang, vice-voorzitter, Rhenen, directeur-eigenaar van een bedrijf in de ICT-branche

n

C.H. Achterberg R.A., secretaris, Woudenberg, directeur en mede-eigenaar van een accountantskantoor

n

mr. D.J.H. van Dijk, beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie SGP

n

ds. A. van Heteren, Urk, predikant

n

G.R.J. van Heukelom, Nieuwerkerk, lid Gedeputeerde Staten provincie Zeeland

n

N.W. Schreuder, Leusden, directeur en mede-eigenaar van een bedrijf in de winkelinterieurbouw

De samenstelling is in het verslagjaar gewijzigd. De Raad van Toezicht heeft een rooster van aftreden. De heer A.D. Aarnoudse heeft per 1 februari 2012 een functie aanvaard in het onderwijs en heeft per die datum de Raad van Toezicht verlaten. De heren mr. D.J.H. van Dijk en G.R.J. van Heukelom zijn per juni 2012 toegetreden tot de Raad van Toezicht. Per augustus 2012 is de heer Van de Velde voorzitter en de heer Van der Tang vice-voorzitter van de Raad van Toezicht.

Leven: een gave van God

8

Voor het uitoefenen van haar toezichthoudende taak heeft de Raad regelmatig overleg met het College van Bestuur (CvB). Een deel van het werk verricht de Raad in werkgroepen financiën en onderwijs. Deze werkgroepen hebben respectievelijk drie en twee keer vergaderd. De Raad neemt ook deel aan de werkbezoeken aan de schoollocaties. In 2012 is locatie Hoevelaken bezocht. De Raad heeft in 2012 vier keer vergaderd; daarnaast is vier keer vergaderd met het CvB. Ook heeft de Raad een bijeenkomst gehad met de directie van het Van Lodenstein College. Bij de uitvoering van de toezichthoudende taak hanteert de Raad de governance code en houdt hij toezicht op de naleving van de identiteit van de school en de wettelijke verplichtingen. Tevens houdt de Raad toezicht op het formuleren en realiseren van de schooldoelen, het beheersen van het proces, doelmatige besteding van middelen en risicomanagement. Naast

verantwoordingen

9



In 2011 is in het Directieoverleg Reformatorisch Voortgezet Onderwijs (DORVO) besloten om een collegiale visitatie voor toezicht en bestuur rondom het thema governance plaats te laten vinden. De visitatie heeft in 2012 plaatsgevonden. De volgende scholen hebben hieraan deelgenomen: het Calvijn College, het Driestar College, de Jacobus Fruytier scholengemeenschap, de Pieter Zandt scholengemeenschap, het Van Lodenstein College en het Wartburg College. Elke school heeft een zelfevaluatie op basis van indicatoren uitgevoerd. Hiervoor is een gezamenlijk afgesproken format gebruikt. De zelfevaluatie vormde vervolgens de basis voor het bezoek van de visitatiecommissie aan de afzonderlijke scholen. De uitkomst van deze visitatie laat een positief beeld zien van onze bestuursstructuur. De Raad werkt aan de eigen professionalisering, onder andere door contacten in het Platform van Raden van Toezicht mbo-instellingen en het Platform Raden van Toezicht voortgezet onderwijs van de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS). De Raad van Toezicht is het personeel van de school bijzonder erkentelijk voor de betrokkenheid, het vele werk dat is verricht en de resultaten die zijn behaald. J.A. van de Velde AA, voorzitter Raad van Toezicht n

De Raad van Toezicht

1.2 de bovengenoemde taken heeft de Raad in het achterliggende jaar onder meer aandacht besteed aan: • de onderwijstijd; • de klokkenluidersregeling; • de nieuwbouw van de vestiging in Barneveld; • de vacatures in het onderwijs en de verdere professionalisering van het personeel; • de kwaliteit en de resultaten van het onderwijs; • de samenwerking met het speciaal onderwijs (praktijkonderwijs/cluster 4).

10

Daarnaast heeft de Raad haar werkgeversfunctie vervuld richting het CvB. De beloning van het CvB is binnen de wettelijke norm. De Raad heeft geconstateerd dat het CvB de school naar behoren bestuurt en dat de identiteit van de school wordt bewaakt op de wijze die de Identiteitsraad voorstaat. Per 1 juni 2012 bestaat het College van Bestuur uit twee personen. Voor die tijd waren dat drie personen. Het College van Bestuur is lid van de Vereniging Kwaliteitsbevordering Bestuurders BeroepsOnderwijs (VKBBO) en onderschrijft hiermee de beroepscode.

Verantwoording Identiteitsraad

Het fundament van het onderwijs op het Van Lodenstein College is de Bijbel: het Woord van God. Ouders en leerlingen voelen zich verbonden aan deze grondslag. De Identiteitsraad vormt een belangrijke verbinding tussen ouders en kerkenraden enerzijds en de school anderzijds. Het College van Bestuur is belast met het besturen van de school en de Identiteitsraad bestuurt de schoolvereniging (VVORG). De schoolvereniging is opgericht door ouders en kerkenraden vanuit een diep besef van de noodzaak van reformatorisch onderwijs. In het verslagjaar is het aantal leden van de vereniging gegroeid van 1025 naar 1506 op 31 december 2012. De Identiteitsraad bestond per 31 december 2012 uit de volgende personen: n

ds. Tj. de Jong, voorzitter, Staphorst

n

O.J. Dekker, Opheusden

n

ing. G. de Jong, secretaris, Barneveld

n

J.E. Everse, Yerseke

n

drs. L.M. van den Doel, penningmeester, Hoevelaken

n

C.J. van Harberden, Veenendaal

n

J. van Dam, Houten

n

ds. M.A. Kempeneers, Katwijk aan Zee

verantwoordingen

11



n

W.J. Kole, Barneveld

n

ds. M. Mondria, Waardenburg

n

W.F. van der Kooij, Barendrecht

n

ds. G. Pater, Oud-Beijerland

n

G.P. Landwaart, Maartensdijk

n

ds. A.C. Rijken, Gameren

n

N. van Manen, Barneveld

n

P.B. de Ruiter, Capelle a/d IJssel

n

A. Midavaine, Middelburg

De Identiteitsraad heeft een beslissende stem over de identiteit van de school. In 2012 is dit (onder meer) als volgt tot uiting gebracht: • het participeren in toelatingsgesprekken (ouders) en benoemingsgesprekken (personeel); • het openen van het schooljaar op diverse locaties en het participeren bij diploma-uitreikingen; • betrokkenheid bij het beleid van onder meer moderne literatuur, begeleide confrontatie en seksuele diversiteit. Op de jaarlijkse ledenvergadering van de schoolvereniging stond het thema ‘Het belang van ouders inzake de school’ centraal. Ds. P. Mulder heeft de inleiding verzorgd. De Identiteitsraad heeft in 2012 drie keer vergaderd met het College van Bestuur. In 2012 heeft een delegatie van de Identiteitsraad lessen bezocht op de locatie Hoevelaken. Het onderwijs op de school wordt gegeven vanuit Bijbels perspectief. Dat is het bestaansrecht van de school. Vanuit dit Bijbels perspectief geven we onze jongeren een moreel kompas mee voor hun functioneren in onze maatschappij. Dat is voor het personeel van de school een grote inspanning. Als Identiteitsraad hopen wij van harte dat de Heere God Zijn zegen aan dit onderwijs wil verbinden. Ds. Tj. de Jong, voorzitter Identiteitsraad

12

13 verantwoordingen



2 Gods geboden: norm voor ons hele leven

Beleid en organisatie

2.1 Daar staan we voor De missie van onze school is: Het Van Lodenstein College is een reformatorische school voor voortgezet onderwijs van vmbo (inclusief lwoo) tot en met vwo. Naast de algemene onderwijstaken geeft de school ruim aandacht aan de vorming en opvoeding van jonge mensen. Dit betekent dat de school zich in haar taken richt op de brede ontwikkeling van jonge mensen in het perspectief van het grote gebod van Christus in Markus 12 : 30 en 31: “En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede aan dit gelijk, is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze.”

14

Vanuit deze basis wil het Van Lodenstein College een school zijn waar: • leerlingen uit de reformatorische gezindte op grond van de Bijbel en de drie Formulieren van Enigheid gewezen worden op de noodzaak van wedergeboorte en bekering en van een leven overeenkomstig het grote gebod; • leerlingen onderwijs krijgen dat gericht is op het ontdekken en ontwikkelen van de gaven en talenten die de Heere hun gegeven heeft; • leerlingen kennis, vaardigheden en inzicht verwerven waarmee zij een diploma kunnen behalen dat aansluit bij hun gaven en talenten en waarmee zij een passende vervolgopleiding kunnen volgen; • leerlingen een apologetische toerusting krijgen én zelfstandig, verantwoordelijk en sociaal gedrag leren waarmee zij – vanuit hun eigen identiteit – hun maatschappelijke opdracht kunnen vervullen; • leerlingen een eenheid ervaren tussen school, gezin en kerkelijke gemeente, waarbij elk van deze levenskringen een primaire verantwoordelijkheid op het eigen terrein behoudt;

B e l e i d e n o r g a ni s at i e

15



• medewerkers vanuit een doorleefde reformatorische identiteit, met de hun geschonken gaven en talenten, werken aan de

n Leerlinga antallen per onderwijs t ype (peildatum 1 ma art 2 012)

ontwikkeling, vorming en opvoeding van leerlingen; • medewerkers en leerlingen samen werken aan een veilige leer- en leefomgeving.

studie

klas

aantal leerlingen

vmbo bk

1-3

842

vmbo gt

1-3

629

vmbo k

4

183

vmbo b

4

156

vmbo g

4

130

vmbo t+

3-4

67

vmbo t

4

65

havo

1-5

1125

vwo

1-6

668

klas 1

x-vavo*

5-6

14

klas 2

236

296

-

298

830

3879

klas 3

126

113

390

255

884

klas 4

239

-

423

232

894

klas 5

214

-

-

71

285

HERSTELD HERVORMDE KERK

klas 6

82

-

-

-

82

CHRISTELIJK GEREFORMEERDE KERK

totaal

1151

707

813

1195

3866

n Samens telling leerlingp opul atie me t kerkelijke achtergrond

totaal

n Leerling a anta llen per lo c atie (peildat um 1 m a a r t 2 012)

*

De x-vavo-leerlingen zijn ingeschreven bij onze school, maar volgen het onderwijs bij een regionaal opleidingscentrum (roc). GEREFORMEERDE GEMEENTE

GEREFORMEERDE GEMEENTE IN NEDERLAND

OUD GEREFORMEERDE GEMEENTE

PROTESTANTSE KERK IN NEDERLAND

Amersfoort Barneveld Hoevelaken Kesteren 254 339 298 -

totaal 891

n Leerling a anta llen l a at s te v ijf ja a r

2.2 Het profiel van de school

■

16

leerjaar 3-6 havo en vwo

■

■

leerjaar 4 vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg zorg en welzijn, gemengde en theoretische leerweg, havo leerjaar 5 havo

■

leerjaar 3 havo en vwo

0 AMERSFOORT

2008 - 2009 BARNEVELD

2009 - 2010

HOEVELAKEN


KESTEREN

2010 - 2011

1195 813

1151

1165

1094

1093

1271

1270

500

2011 - 2012

707

leerjaar 1 en 2 alle onderwijssoorten

815

■

894

leerjaar 1 - 3 alle onderwijssoorten

706

■

897

leerjaar 3 en 4 basis- en kaderberoepsgerichte leerweg, gemengde en theoretische leerweg (bb, kb, gl, tl)

739

■

Barneveld

740

leerjaar 1 en 2 alle onderwijssoorten

Kesteren

768

■

Hoevelaken

889 1008

1000

Amersfoort

1197

1500 1335

Het Van Lodenstein College heeft vier locaties. In de volgende tabel is per locatie aangegeven welk onderwijs de leerlingen kunnen volgen.

2012 - 2013*

* Prognose voor leerlingaantallen in leerjaar 2012-

2013. De afname van het leerlingenaantal in Amersfoort is veroorzaakt door opbouw van de bovenbouw havo in Kesteren. Het leerlingenaantal in Barneveld is beïnvloed door een beperktere instroom vanuit basisscholen. Omdat meer leerlingen voor havo/vwo kiezen is het leerlingenaantal in Hoevelaken iets gedaald.

17



2.3 Bestuurlijke structuur Het Van Lodenstein College behoort samen met het Hoornbeeck College tot de Stichting voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag. n Het College van Bestuur bestuurt namens de stichting deze scholen. Het College van Bestuur bestaat uit: • drs. W.J. de Potter, voorzitter • drs. D. van Meeuwen, lid n De scholen worden ondersteund door een Centrale Dienst met de afdelingen Financiën en Personeelszaken. n Het Van Lodenstein College heeft een eigen Directieteam. Het Directieteam bestaat uit: • H.P.W. Klaassen, voorzitter • drs. H.J. van der Poel, lid • drs. J. Schouten, lid n De Raad van Toezicht houdt toezicht op de uitvoering van het beleid. n De school heeft een Identiteitsraad die direct betrokken is bij de identiteitsgebonden aspecten van de school, zoals het toelatings- en benoemingsbeleid. Met de invoering van de ‘Wet goed onderwijs, goed bestuur’ in 2010 zijn twee aspecten extra belicht: goed onderwijs én goed bestuur. De minimumeisen van goed onderwijs worden nauw verbonden met de opbrengsten van de school, beheersing van risico’s, maar ook met de bestuurlijke verantwoordelijkheid hiervoor.

tioneel leiding aan de teammanagers en is verantwoordelijk voor het studie- en werkklimaat en de logistieke en organisatorische processen. De centrale sturing draagt zorg voor een eenduidig beleid, terwijl de decentrale verantwoordelijkheid op de locatie garant staat voor een betrokken uitvoering van het onderwijs dat past bij de locatie en de leerling. n Org ano gr am Van Lodens tein College

College van Bestuur

Directieteam (DT)

locatiemanagement Amersfoort

locatiemanagement Barneveld

locatiemanagement Hoevelaken

locatiemanagement Kesteren

2.5 Medezeggenschap

2.4 Managementstructuur Het Van Lodenstein College wordt geleid door een Directieteam. De directeuren zijn integraal verantwoordelijk voor het (onderwijs)beleid. Om doorlopende leerlijnen te bevorderen, kennen we een structuur met twee sectoren: vmbo en havo/vwo. Deze sectoren vormen het hart van de school. De vier locaties Amersfoort, Barneveld, Hoevelaken en Kesteren vormen het gezicht van de school.

18

Centrale en decentrale verantwoordelijkheid De locaties hebben elk een eigen locatiemanagement, bestaande uit een locatiemanager en teammanagers die leiding geven aan de onderwijsteams. De locatiemanager geeft func-

In 2012 is maandelijks overleg gevoerd met de medezeggenschapsraad. Deze bestond uit acht personeelsleden (twee per locatie), vier ouders en vier leerlingen. Namens het College van Bestuur werd het overleg gevoerd door een lid van het College van Bestuur en een lid van het Directieteam, desgewenst aangevuld met andere functionarissen. Het College van Bestuur heeft er voor gekozen om naast de onderwerpen die volgens de regelgeving aan de orde moeten komen ook andere belangrijke voorstellen en ontwikkelingen ter informatie of advisering aan de medezeggenschapsraad voor te leggen. De medezeggenschapsraad brengt over haar werkzaamheden in 2012 zelf een jaarverslag uit.

2.6 Schoolbeleid 2.6.1 Strategisch beleid Het strategisch beleid is voor de periode 2011-2015 beschreven in het document met de titel ‘Richtinggever’. Dit strategisch document is ontstaan met medewerking van een groep leerlingen, docenten, ondersteunend personeel en leidingge-


19



venden. Vervolgens zijn vele opmerkingen verwerkt vanuit klankbordbijeenkomsten met het personeel. Tevens is er een klankbordbijeenkomst geweest met vertegenwoordigers van kerkenraden, ouders, oud-leerlingen en andere scholen. Het strategisch beleid is geformuleerd rondom vijf hoofdthema’s. 1 Goed onderwijs Het doel van goed onderwijs is leerlingen vormen door opvoeding en kennisoverdracht. De Bijbel, Gods Woord, geeft daar duidelijk richting aan. Leerlingen komen ook op school om te leren. Iedere leerling dient op zijn/haar niveau te worden uitgedaagd en gestimuleerd om te leren. De onderwijskwaliteit dient daarbij zichtbaar te zijn in de resultaten van onderwijs en vorming. 2 Onze leerlingen We rusten leerlingen toe om hun plaats in de maatschappij in te nemen. De ouders zijn de eerstverantwoordelijken voor opvoeding. Als school helpen we hen waar mogelijk met deze taak. Binnen de school staat het welbevinden van de leerling voorop. De Bijbel als gemeenschappelijke basis is het belangrijkste uitgangspunt in ons onderwijs. 3 Professioneel personeel Een medewerker is een identificatiefiguur voor leerlingen. Aan hem moet merkbaar zijn dat God en Zijn Woord belangrijk zijn in zijn leven. Daarmee kan hij leerlingen voorleven als christen. Een leraar heeft hart voor zijn leerlingen, is betekenisdrager (of: identificatiefiguur), geeft het goede voorbeeld en zorgt voor goed onderwijs. Hij voelt zich verbonden aan de missie en visie van de school en zet zich daar met toewijding voor in. De school is een lerende organisatie, ook voor leraren.

20

4 Staan in de maatschappij Onze school staat in de maatschappij. Wij zijn betrokken op de samenleving, bijvoorbeeld in contacten met bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties. De kern van ons werk is het beogen van Gods eer en de toewijding aan onze naasten. Leraren begeleiden de kennismaking van leerlingen met de moderne cultuur en pluriforme samenleving. Zo kunnen ze vanuit een christelijke overtuiging hun maatschappelijke opdracht vervullen.

Goede doelen Onze maatschappelijke betrokkenheid uit zich ook in het organiseren van acties voor goede doelen. Op alle schoollocaties zijn door leerlingen in 2012 acties georganiseerd om geld in te zamelen voor goede doelen. Op deze manier wil de school hen bewust maken van onze bevoorrechte positie ten opzicht van onze naasten die soms in erg moeilijke omstandigheden verkeren. Dit is een belangrijk thema in het kader van burgerschapsvorming. De totale opbrengst van de acties was ruim € 116.000. Voorbeelden van de doelen waarvoor geld werd ingezameld zijn: diverse projecten via het Deputaatschap tot hulpverlening in bijzondere noden (in Afrika) van de Gereformeerde Gemeenten, Bond tegen vloeken, De Hoop ggz, Gevangenenzorg Nederland, Inloop- en Bijbelhuis ‘In de Gouwstraat’ te Rotterdam, Kika kinderen kankervrij en Woord en Daad. n Opbrengs ten ac tie s vo or goede d oelen

locatie

bedrag in €

Amersfoort

39.879,24

Barneveld

25.149,71

Hoevelaken

19.121,58

Kesteren totaal

32.451,53 116.602,06

5 Duurzame voorzieningen Goed rentmeesterschap is een opdracht vanuit de Bijbel. Alle middelen die we hebben, ontvangen we van onze Schepper in beheer. Met deze middelen willen we daarom verantwoord en doelmatig omgaan. We richten ons op duurzaamheid met een efficiënte inzet van personeel en middelen. Het welbevinden van personeel en leerlingen staat daarbij voorop.

2.6.2 Beleidsresultaten Onderwijsresultaten Extra aandacht is besteed aan het vak Engels om daarmee de achterstand die er op dit terrein binnen het reformatorisch onderwijs (en dus ook bij onze school) is in een aantal jaren weg te werken. Het gemiddelde examenresultaat voor Engels


21



is het afgelopen jaar voor het tweede opeenvolgende jaar licht gestegen. Met de toeleverende basisscholen is in overleg een gezamenlijke leerlijn Engels uitgewerkt. Vanuit het Van Lodenstein College is een coördinator aangesteld die binnen de basisscholen bezig is met het bevorderen van het vroeg leren van de Engelse taal. Onderwijsfinanciën Ondanks een tegenvaller in de bekostiging van de pensioenen, heeft de school een positief resultaat over 2012. De begroting voor 2013 staat echter wel onder druk.

We zien deze site als een belangrijk verantwoordingsmiddel in de horizontale lijn richting ouders, burgers gemeenten en andere instanties. Ook voor de inspectie zijn deze gegevens van steeds groter belang. Onderwijs-ICT-infrastructuur In 2012 is een begin gemaakt met het vernieuwen van de infrastructuur van de ICT-voorzieningen. Deze vernieuwing bestond uit de aansluiting van alle locaties op glasvezel, het uitbesteden van het databeheer en het overgaan van Novell (netwerkbesturing en operating system) op Windows 7. Leidende gedachte hierachter is het streven naar moderne en marktconforme werkstandaarden tegen lagere kosten waardoor het onderwijs betere resultaten kan halen.

Onderwijspersoneel De school beschikt over voldoende middelen om in de vacatures te voorzien. Helaas kampt de school desondanks nog steeds met enkele moeilijk in te vullen vacatures. Dit geldt met name voor de vakken Engels, Frans, Nederlands en wiskunde voor het cursusjaar 2012-2013. Onderwijshuisvesting De bouw van de nieuwe school in Barneveld is in 2012 gestart. Bij het maken van het bouwplan is bewust rekening gehouden met duurzaamheid. Zo hebben we gekozen voor een warmte- en koudeopslag in de bodem voor het verwarmen van het gebouw en wordt gebruikgemaakt van LED-verlichting. De eerste vruchten van het project ‘Zuinig en fris’ zijn geplukt voor de locaties Amersfoort en Hoevelaken. Het resultaat is overal een frisser binnenklimaat en een aanzienlijk lagere energierekening in Hoevelaken. In 2012 zijn technische voorzieningen getroffen voor energiemonitoring. Deze voorzieningen registreren via internet het energieverbruik, waardoor meer inzicht in de kosten ontstaat. De volgende stap is het beïnvloeden van het verbruik, zodat we bewuster met energie om kunnen gaan. Op die manier kunnen we besparingen realiseren. Onderwijsleermiddelen In 2012 heeft de school meer geïnvesteerd in digitale leermiddelen voor het werken aan verschillen. We willen dat iedere leerling werkt op zijn eigen niveau en zijn eigen talenten kan inzetten. De digitale leermiddelen bestaan onder andere de online programma’s: Muiswerk, Got-It, Tell me More, Holmwoods en Rosetta Stone.

22

23

Onderwijsverantwoording Op de site van ‘Vensters voor verantwoording’, www.venstersvoorverantwoording.nl, staan veel gegevens van onze school.




3

Onderwijsresultaten en -ontwikkelingen

3.1 Onderwijsresultaten 3.1.1 Onderwijstijd Leerlingen hebben goed onderwijs nodig. Dat vraagt om voldoende en goed benutte lessen. Onderwijstijd is daarom een belangrijk onderwerp voor het Van Lodenstein College. Hier werken we dan ook hard aan. Het Van Lodenstein College voldoet voor wat betreft de onderwijstijd op alle locaties en opleidingen aan de wettelijke criteria. Een van die criteria is dat het onderwijs onder verantwoordelijkheid van bevoegd en bekwaam personeel wordt uitgevoerd. We hebben voor een goede invulling van de onderwijstijd twee belangrijke stappen gezet. • Op vijf momenten in het jaar brengen we alle onderwijstijdtekorten en -overschotten in kaart. Tussentijds sturen we dan bij, zodat we overschotten en tekorten kunnen verdelen. Zo zorgen we ervoor dat alle klassen voldoende onderwijstijd krijgen. • We hebben het financieel mogelijk gemaakt dat we alle docenten kunnen benoemen die we nodig hebben. Helaas hebben we echter te maken met vacatures waarvoor we geen geschikte personen konden benoemen. Ondanks de vacatures hebben we in 2012 toch invulling kunnen geven aan de vereiste onderwijstijd.

24

School, een belangrijke fase van mijn leven

25 O n d e r w i j s r e s u ltat e n e n - o n t w i k k e l i n g e n



3.1.2 Examenresultaten

locatie Amersfoort havo voldoende

n Ge sl a agden in a anta llen en percentage s

studie

aantal kandidaten 2010 2011

2012

geslaagd % 2010 VLC landelijk*



locatie Amersfoort vwo

79

104

82

91

89

93

89

95,1

87,3

havo

209

134

129

81

85

90

85

89,1

86,7

vmbo bb/kb

301

303

bb: 140

99

95

96

95

bb: 96,4

bb: 96,0

kb: 92,6

kb: 93,4

vmbo tl/gl

137

138

133

91

94

89

93

87,2

90,3

-

62

71

-

-

85

85

98,6

86,7

62

52

bb: 16

94

95

100

94

bb: 93,8

bb: 96,0

kb: 91,4

kb: 93,4

86,5

90,3

locatie Hoevelaken kb: 148 locatie Kesteren havo vmbo bb/kb

kb: 35 vmbo tl/gl

87

94

89

97

* Op basis van gegevens DUO/Vensters voor Verantwoording.

3.2 Beoordeling en opbrengsten 3.2.1 Beoordeling door inspectie De Onderwijsinspectie heeft per locatie een totaaloordeel* gegeven over het onderwijs. Alle locaties scoren voldoende en vallen onder het basistoezicht van de Inspectie. In de volgende tabellen zijn deze oordelen weergegeven. De locatie Barneveld heeft geen totaaloordeel gekregen, omdat deze locatie geen bovenbouwklassen heeft.

26

* Op basis van gegevens DUO/Vensters voor Verantwoording.

94

97

93

locatie Kesteren vmbo bb voldoende

vwo voldoende

vmbo kb

vmbo gl/tl

voldoende

voldoende

locatie Hoevelaken vmbo bb voldoende

vmbo kb

vmbo gl/tl

voldoende

voldoende

3.2.2 Sturen op opbrengsten Het Van Lodenstein College stuurt op onderwijsopbrengsten vanuit de gegevens zoals de onderwijsinspectie die ook hanteert. De gegevens van de inspectie zijn echter te laat in de school aanwezig om op tijd te kunnen bijsturen. Daarom hebben we een model ontwikkeld om vooruit te kijken naar de opbrengstenkaart van 2013 (die over 2012 gaat). In deze opbrengstenkaart staan vier zaken centraal. n O pbrengs tenk a a r t Va n Lo dens tein Co llege

rendement onderbouw

doorstroomcijfer bovenbouw

verschil tussen schoolexamen (SE) en centraal examen (CE)

verschil tussen CE-landelijk en CE-school

streefgetal

Op of boven landelijk gemiddelde.

Op of boven landelijk gemiddelde.

SE-gemiddelde niet meer dan 0.5 hoger dan CE.

CE van onze school op of boven landelijk gemiddelde.

kengetal

Alle locaties scoren op het landelijk gemiddelde.

Alle afdelingen scoren op of boven het landelijk gemiddelde.

Alle afdelingen van vmbo en havo/vwo scoren goed.

Van het vmbo scoort alleen vmbo bb in Hoevelaken onder het landelijk gemiddelde; de rest op of er boven. Havo/vwo scoort op of boven het landelijk gemiddelde.

3.3 Ontwikkelingen 3.3.1 Sectoroverstijgende ontwikkelingen • Jaarlijks zetten alle teams het onderwerp identiteit op hun agenda. De docenten gaan dan met elkaar het gesprek aan in de vorm van intervisie over bijvoorbeeld de dagopeningen. Ook spreken zij dan over de omgang met leerlingen in het

O n d e r w i j s r e s u ltat e n e n - o n t w i k k e l i n g e n

27



licht van de identiteit van de school. Bovendien is in alle vakwerkplannen vastgelegd hoe de identiteit verbonden is met de vakinhoud. Zo proberen we steeds om algemene normen nadrukkelijk te verbinden aan de eigen identiteit. • Binnen de school geven we veel aandacht aan ‘Werken aan verschillen’. We willen dat iedere leerling werkt op zijn eigen niveau en zijn eigen talenten kan inzetten. Elke locatie heeft een eigen plan voor de vakken Nederlands, rekenen en Engels. De resultaten meten we met toetsen in het Cito volgsysteem voor voortgezet onderwijs (CVVO). Hierbij kijken we naar het referentieniveau en het schoolniveau dat leidend is. We volgen de ontwikkeling van de leerling vier keer in hun schoolloopbaan. Aan de hand van de resultaten krijgen de leerlingen zo nodig een programma op maat om op niveau te komen. • Vrijwel alle teams binnen onze school werken met een elektronische agenda. Ouders hebben via het leerlingensysteem Magister inzage in deze agenda. Zij kunnen hiermee het lesrooster bekijken en voor de onderbouw ook het huiswerk en de toetsen.

28

3.3.2 Ontwikkelingen sector vmbo • De mbo-opleiding voertuigentechniek in Hoevelaken voor niveau 2 die we samen met het Hoornbeeck College aanbieden is een succes. Op dit moment zitten er in het eerste leerjaar 31 studenten en in het tweede leerjaar 15 studenten. We zijn ook gestart om deze opleiding op niveau 3 aan te bieden voor 15 studenten. Dit past goed in het kader van de doorlopende leerlijn vmbo-mbo. Later willen we deze opleiding ook starten voor mbo-niveau 4. • Het leerlingenaantal in het vmbo daalt ten gunste van het leerlingenaantal voor havo/vwo. Dit lijkt dus op de landelijke trend. We starten een bezinning over ‘Het vmbo van de toekomst.’ In 2015 zullen de nieuwe examendossiers en een nieuwe opbouw van het vmbo ingevoerd worden. Binnen het vmbo is tevens een verschuiving zichtbaar van de beroepsgerichte afdelingen naar de gemengde leerweg (gl) en de theoretische leerweg (tl). • De school werkt structureel aan de verbetering van de resultaten door middel van opbrengstgericht werken. De aanpak van dit thema gebeurt systematisch. Toch hebben we hier en daar nog te maken met te lage resultaten. De gemiddelde examenresultaten van onze school liggen op een beperkt aantal gebieden onder het landelijk gemiddelde. • Het percentage voortijdig schoolverlaters op onze school is gelukkig laag. Het ging in schooljaar 2011-2012 om 24 leerlingen (0,6%). Landelijk lag dit percentage op 2,7%.

3.3.3 Ontwikkelingen sector havo/vwo • We hebben ervaringen opgedaan met de aangescherpte exameneisen. Leerlingen in de examenklassen kregen te maken met de eis dat het gemiddelde examencijfer van het centraal examen een voldoende moet zijn. In 2013 mogen leerlingen niet meer dan één vijf hebben in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Voor leerlingen is dit spannend, met name voor de leerlingen die zwak staan voor het vak Engels. Een andere 5 erbij leidt dan al tot zakken. Deze aangescherpte eisen waren niet zichtbaar in de uitslag van de examens. Ondanks de strenge eisen was het slagingspercentage op alle locaties goed te noemen. De gemiddelde examenresultaten van onze school lagen boven het landelijk gemiddelde. • Op het gebied van de zogenoemde rekentoets hebben we ervaring opgedaan. In de examenklassen is meegedaan met een landelijke pilot. De uitslagen voor met name de havo-examenkandidaten laten zien dat we nadrukkelijk oefenen om de rekenvaardigheden te verhogen.

3.4 Samenwerking 3.4.1 Samenwerking met basisscholen • Met de basisscholen is in gezamenlijk overleg een leerlijn Engels opgesteld en gepubliceerd. We willen intensiever werken aan Engels tijdens de basisschooltijd bevorderen. Tevens hebben we met een enquête onderzocht welke scholen mee willen doen aan een gezamenlijk coördinatieproject vroeg Engels. Basisscholen beginnen dan al in de kleuterklassen met het vak Engels. De basisscholen vallen in twee ongeveer even grote groepen uiteen. De ene groep is al bezig of gaat snel bezig met vroeg Engels. De andere groep participeert in het coördinatieproject vroeg Engels samen met het Van Lodenstein College. • Met de basisscholen is de mogelijke verandering in de afname van de CITO-toets besproken. We kwamen tot de conclusie dat de CITO-toets bij de advisering voor het voortgezet onderwijs geen hoofdrol speelt. Ook hebben we gesproken over de digitale aanmelding van leerlingen. De overdracht van digitale gegevens rond de aanmelding van leerlingen wordt door een gezamenlijke werkgroep verder uitgewerkt. 3.4.2 Samenwerking met het vervolgonderwijs • Met Driestar Hogeschool werken we samen voor de pabo-opleiding. We streven ernaar om de voor de pabo verplichte taal- en rekentoets al in het examenjaar van havo of vwo aan te bieden. Onze leerlingen kunnen de toetsen dan al halen voordat ze naar het hbo gaan. • Van onze leerlingen volgden er zeven het vavo-traject, al-


29



lemaal afkomstig vanuit havo/vwo. We hebben daarvoor met diverse ROC’s (Regionale Opleidingencentra) contracten afgesloten. Dit kleine aantal had te maken met het hoge slagingspercentage voor de reguliere examens. • De samenwerking met het mbo, met name het Hoornbeeck College, is intensief. De gezamenlijke opleiding voertuigentechniek (niveau 2 en 3) is er een goed voorbeeld van.

3.5 Bestedingsplan ‘Onderwijs met ambitie’ en Prestatiebox Het project ‘Onderwijs met ambitie’ is in 2012 afgesloten. In het voorjaar zijn de laatste innovatiegelden vanuit het project besteed aan rekenen, taal en Engels. De Prestatiebox is een voortzetting van dit project vanuit het bestuursakkoord tussen de VO-raad en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De subsidies vanuit de Prestatiebox hebben we zo besteed dat ze optimaal aansloten op de eigen doelen vanuit het schoolplan en de strategische doelen uit de ‘Richtinggever’.

3.5.1 Rekenen en taal Activiteiten van de schoolbrede werkgroep rekenen en taal hebben zich geconcentreerd op de selectie van adaptief materiaal voor rekenen. Adaptief rekenmateriaal zorgt voor een gepersonaliseerde leerroute van de leerlingen. We hebben ervoor gekozen om met twee digitale pakketten te gaan werken: Muiswerk en Got-it. De invoering van Got-it leverde moeilijkheden op in verband met inlogproblemen van leerlingen. De uitgever heeft hier een verbeterslag gemaakt.

30

3.5.2 Verbetercultuur In een evaluatie van het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS) zijn de factoren in kaart gebracht die er toe doen bij het leren van Engels. Voor de periode 2011-2012 maakten we een nieuw projectplan met een focus op een aantal doelen: • hoge exposure voor Engels (4-8 klokuren per leerling per week); • goede kwaliteit van 90% van de lessen Engels; • ouders helpen hun kinderen bij Engels; • basisscholen zetten hoger in op Engels. Bij Engels is een hogere exposure voor de leerlingen gerealiseerd. In leerlingenpanels is gereflecteerd op de kwaliteit van de les. Leerlingen gaven aan dat ze meer variatie in de lesvormen wilden en meer controle van gemaakt werk. Hiermee krijgen

onzekere leerlingen meer bevestiging dat ze goed zitten. Leerlingen beschouwen controle vanuit de docent dus als een duidelijke stimulans.

3.5.3 Lerende cultuur ‘Op scholen is sprake van een lerende cultuur waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van leraren en schoolleiders. Goed HRM-beleid is daarvoor een voorwaarde’ zo luidt de vijfde ambitie uit het Bestuursakkoord. Op onze school hebben we voldoende financiële mogelijkheden om scholingswensen vanuit de gesprekscyclus te vervullen. Uitgangspunt hierbij zijn de competenties voor de functies. Daarnaast is er ruimte om bij te leren voor tweetalig onderwijs. Docenten trainen dan hun Engels maar ook de didactiek om hun vakles in het Engels te kunnen geven.

3.6 Leerlingenzorg 3.6.1 Algemene ontwikkelingen Passend onderwijs De school bereidt zich beleidsmatig steeds meer voor op de komst van Passend onderwijs. Wettelijk moeten we daar op 1 augustus 2014 aan voldoen. Samen met de andere reformatorische scholen bouwen we aan een nieuw samenwerkingsverband. In dit nieuwe verband doen nu ook de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) mee. Als school krijgen we een zorgplicht. Dat wil zeggen dat we voor elke aangemelde leerling die ook past bij de identiteit van de school voor een passende plek moeten zorgen. Dat kan dus ook op een andere school zijn waarmee we samenwerkingsafspraken gemaakt hebben. Als Van Lodenstein College streven we echter wel naar een zo compleet mogelijk onderwijsaanbod. Zo hebben de besturen van onze school en de Johannes de Swaef in Ede de intentie uitgesproken om het praktijkonderwijs (PrO) onder de vlag van het Van Lodenstein College te plaatsen. En die intentie ligt er ook wat betreft het cluster-4-onderwijs op de Rehobothschool in Ede. In 2012 zijn werkgroepen gestart om dit proces voor te bereiden.


31



In het kader van de nieuwe wetgeving wordt de landelijke indicatie voor cluster 3 en cluster 4 leerlingen afgeschaft. Scholen zijn hierdoor zelf verantwoordelijk voor het toewijzen van zorgarrangementen. Binnen passend onderwijs is er een ontwikkeling van curatieve naar preventieve zorg. Het wordt dus erg belangrijk om tijdig te signaleren welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. Dat vraagt professionalisering van het personeel, bijvoorbeeld op het gebied van probleemsignalering. Vanwege het verminderde beroep dat we kunnen doen op de Regionale Expertise Centra is gestart met begeleiding door een schooleigen orthopedagoog. De eerste resultaten zijn positief.

32

3.6.3 Dyslexie In 2012 zijn we gestart met een nieuw beleidsplan voor dyslexie. Dit beleid willen we nog verder uitbouwen. Leerlingen met ernstige dyslexie kunnen bijvoorbeeld gebruikmaken van het geavanceerde tekst-naar-spraak programma ‘Kurzweil’. Hiervoor dienen echter wel digitale bestanden van de gebruikte methoden beschikbaar te zijn. Daar is ook in het verslagjaar weer hard aan gewerkt. Inmiddels is het inscannen van teksten studieboeken duidelijk verbeterd, waardoor teksten vergroot kunnen worden weergegeven of voorgelezen kunnen worden. Het aantal leerlingen met (zeer) ernstige dyslexie ligt op 0,9% van de leerlingen. Dit ligt onder het streefcijfer van 1%. Wel heeft 8,7% van alle leerlingen een officiële dyslexieverklaring. De meesten van hen kunnen met kleine aanpassingen hun diploma halen.

Pesten Pesten kwam eind 2012 meerdere keren landelijk in het nieuws. De gevolgen van pesten zijn vaak heftig. Het Van Lodenstein College heeft een nieuw pestprotocol in gebruik genomen.

3.6.4 Reboundvoorziening De kwaliteit van onze reboundafdeling hebben we in 2012 met behulp van een subsidie laten onderzoeken door Driestar Educatief. Het rapport heeft al geleid tot verbeteracties. Zo wordt het ZAT nu nadrukkelijker in de begeleiding van de reboundleerling betrokken en kunnen we een beroep doen op de deskundigheid van een orthopedagoog.

Ouders en leerlingen De diverse locaties van het Van Lodenstein College hebben meer verantwoordelijkheden gekregen voor de leerlingenzorg. We houden op locatieniveau bij of voor de afgesproken categorie leerlingen ook daadwerkelijk handelingsplannen gemaakt en geëvalueerd zijn. Daarbij betrekken we in het kader van handelingsgericht werken ook de leerlingen en de ouders. We vragen dan gericht om wat de ouders en de leerling nodig hebben om de leerling met succes te kunnen helpen.

3.6.5 Geïndiceerde leerlingenzorg: integratieklassen Vanuit de integratieklassen zijn ook dit jaar weer heel wat cluster 4 leerlingen begeleid. Soms is de ondersteuningsbehoefte voor deze leerlingen zo groot, dat een integratieklas te kort schiet. Elk jaar moeten we daarom van enkele leerlingen afscheid nemen die naar het vso gaan. Met de komst van trajectklassen op het Van Lodenstein College zal dit veel minder nodig zijn. Alleen leerlingen met een cluster 4 indicatie worden toegelaten tot de integratieklassen. Met het wegvallen van de rugzakfinanciering moeten we ook deze zorgtoewijzing zelf vorm gaan geven.

3.6.2 Specifieke leerlingenzorg Het aantal leerlingen dat begeleid werd door de Zorgadvies Teams (ZAT’s) van de vier schoollocaties stabiliseert zich op 9,1% van de leerlingen. Dit percentage is iets hoger dan het afgesproken streefpercentage. Bij ruim 50% van de leerlingen kon de begeleiding op school weer afgerond worden. Het streefcijfer is 50%. Ook in 2012 kon weer gebruik gemaakt worden van de gewaardeerde inbreng van onder andere orthopedagogen van Driestar Educatief en schoolmaatschappelijk werkers van De Vluchtheuvel. De uren schoolmaatschappelijk werk worden in Amersfoort en vooral in Hoevelaken als krap ervaren. Voor deze locaties bekostigt de school het schoolmaatschappelijk werk zelf. In Barneveld en in Kesteren wordt dit gesubsidieerd door de gemeente. Ook de samenwerking met de leerplichtambtenaar van de gemeente kreeg meer vorm. Verzuim is vaak een signaal dat het niet goed gaat met een leerling. Van de leerlingen volgde 1,3% een sociale vaardigheidstraining en 0,7% een faalangstreductietraining. Deze percentages blijven binnen het afgesproken streefcijfer van 1,5%.

3.6.6 Geïndiceerde leerlingenzorg Het aantal leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) stabiliseert zich. We hebben ons extra ingespannen om de leerlingen op de juiste plaats te krijgen. Zo konden via extra testen meer leerlingen geïndiceerd worden. Dat is van belang om deze leerlingen ook extra ondersteuning te kunnen bieden.




n a a nta llen leerlingen Va n Lo dens tein Co llege (Z AT en Dysle x ie)

n A anta llen leerlingen in reb o undvo o r ziening

2008-2009

2009-2010

2010-2011

2011-2012

begeleiding door een counseler, orthopedagoog of schoolmaatschappelijk werker (ZAT)

321

334

358

352

training sociale vaardigheden en faalangstreductie

118

begeleiding omgaan met dyslexie (oﬃciële dyslexieverklaring)

290

8,0%

8,3%

77

2,9%

1,9%

312

7,2%

7,8%

9,1%

85

2,2%

332

8,4%

9,1%

77

2,0%

339

vmbo

havo

vwo

totaal

2008-2009

10

4

0

14

2009-2010

9

5

1

15

2010-2011

9

3

0

12

2011-2012

12

5

0

17

8,7%

n A a nta llen leerlingen me t Leerlinggeb o nden fin anciering (LGF o f ‘ru gz a k ’)

2008-2009

2009-2010

2010-2011

l (visuele handicaps)

cluster

4

2

3

2011-2012 4

ll (gehoor-/spraakproblemen, etc.)

4

6

8

9

lll (chronische ziekten / lichamelijke handicaps)

11

8

8

9

lV (autisme, ADHD, etc.)

45

51

53

50

totaal

64

67

72

72

n a a nta llen leerlingen me t Lwo o - ind ic atie

2o11-2012

totaal

lwoo

locatie Amersfoort

1151

53

% lwoo 4,60

locatie Barneveld

707

70

9,90

locatie Hoevelaken

813

136

16,73

locatie Kesteren

1195

82

6,86

totaal

3879

341

8,79

2008-2009: 9,77% - 2009-2010: 9,12% - 2010-2011: 8,83%

34




4

Bedrijfsvoering

4.1 Personeel Zonder personeel geen goed onderwijs. Onze docenten, onderwijsondersteuners en leidinggevenden vormen de basis voor het geven van onderwijs aan onze leerlingen. Zij werken vanuit een reformatorische identiteit met de hun geschonken gaven en talenten aan de ontwikkeling, vorming en opvoeding van de leerlingen. Het personeelsbeleid in 2012 kenmerkte zich vooral door de verdere professionalisering van medewerkers en digitalisering van personele processen. Ook was er veel aandacht voor werving van nieuwe docenten.

Goed voorbeeld doet ertoe

36

4.1.1 Lectoraat Identiteit Op het Hoornbeeck College is vanaf augustus 2011 een lectoraat Identiteit gevestigd. Dr. W. Fieret vervuld de rol van lector. Het lectoraat Identiteit is er echter niet alleen voor het Hoornbeeck College, maar ook voor het Van Lodenstein College en de andere reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland. Het lectoraat verricht veel onderzoek en doet op basis daarvan aanbevelingen voor het omgaan met jongeren op het gebied van identiteit. Het lectoraat heeft als thema meegekregen: ‘Werken aan de Opdracht’. Het onderzoek naar diverse identiteitsaspecten wordt vormgegeven door het afnemen van enquêtes en het voeren van gesprekken met onder andere leerlingen en ouders. Regelmatig worden onze medewerkers geïnformeerd over de voortgang en de resultaten van het onderzoek door middel van de nieuwsbrieven van het lectoraat. Op deze manier krijgen onze docenten ondersteunend materiaal aangereikt voor het omgaan met identiteitsaspecten in de klas. 4.1.2 Professionalisering • Nascholingsplan

In het nascholingsplan wordt veel geld gereserveerd waarmee ons personeel zich gericht kan doorontwikkelen. Daarbij geven we ook aandacht aan de scholing van

Bedrijfsvoering

37



docenten op godsdienstig-pedagogisch gebied via het traject ‘Godsdienstige en Pedagogische Vorming’. • Bevoegd/onbevoegd

In het onderwijs is het bezitten van een onderwijsbevoegdheid verplicht om les te mogen geven. Docenten die geen bevoegdheid hebben, moeten een opleiding volgen om deze bevoegdheid te behalen. Op 31 december 2012 werkten er 299 docenten op het Van Lodenstein College. Daarvan zijn er 230 bevoegd en 69 onbevoegd. Het percentage onbevoegden ligt daarmee op 23%. Van de 69 onbevoegde docenten volgen er 65 een studie voor het behalen van de onderwijsbevoegdheid. • Werken aan verschillen Voor docenten wordt het werken aan verschillen tussen leerlingen in de klas steeds belangrijker. Ieder kind is uniek, met alle talenten, maar ook met de beperkingen die het heeft. Dit is ook een van de hoofdthema’s uit het schoolplan van het Van Lodenstein College. In 2012 is er in de teams veel aandacht geschonken aan dit thema en hebben collega’s scholing gevolgd om meer handvatten te krijgen voor het omgaan met verschillen. • Leidinggevenden Ook de leidinggevenden werken aan hun professionalisering. Samen met de leidinggevenden van het Hoornbeeck College is een masterclass opgezet waarbij de leidinggevenden tweemaal per jaar een sessie volgen.

4.1.3 Digitalisering

38

• Digitale salarisstrook De digitalisering in het onderwijs neemt sterk toe en dat geldt ook voor de personeelsvoorzieningen. Vanaf 1 januari 2012 worden de salarisstroken en jaaropgaven voor de medewerkers digitaal beschikbaar gesteld. Medewerkers die daar geen prijs op stelden, hielden de mogelijkheid om hun salarisstrook op papier te ontvangen. • Module medewerkerontwikkeling We maken als Van Lodenstein College gebruik van het personeels- en salarisinformatiesysteem van RAET. Dit systeem biedt ook aanvullende mogelijkheden, bijvoorbeeld het digitaal bijhouden van zaken die verband houden met de ontwikkeling van medewerkers. Zoals de persoonlijke ontwikkelingsplannen en functioneringsgesprekken. Gedurende het cursusjaar 2012/2013 zijn er twee teams op het Van Lodenstein College die proefdraaien met deze module. Als deze test positief is, zal de gehele school vanaf september 2013 met dit systeem gaan werken.

4.1.4 Werving Het Van Lodenstein College kampte in 2012 met een aantal hardnekkige vacatures met name op het gebied van de moderne vreemde talen. Daarnaast waren er zorgen over het blijvend kunnen verzorgen van voldoende lessen in avo-vakken (algemeen vormend onderwijs) aan onze vmbo leerlingen in de bovenbouw. Met het oog hierop zijn de volgende initiatieven ontwikkeld: • Traject ‘de veilige instap’ voor nieuw personeel Voor het lesgeven in een avo-vak in de bovenbouw van het vmbo op onze locatie in Hoevelaken is het traject ‘de veilige instap’ ontwikkeld. Docenten die in ‘de veilige instap’ worden benoemd krijgen een vierjarig traject aangeboden, waarin de werkzaamheden voor de klas geleidelijk worden opgebouwd en er veel ruimte is voor studie, begeleiding, coaching en ondersteunende werkzaamheden. Er zijn vier collega’s in dit traject benoemd. • Regeling tweede bevoegdheid in tekortvak voor huidig personeel Docenten die na het behalen van hun onderwijsbevoegdheid, ervoor kiezen om nog een tweede onderwijsbevoegdheid in een tekortvak te gaan volgen, ontvangen na het behalen van hun diploma een bonus. Een tekortvak is een vak waarvoor het structureel moeilijk is om voldoende gekwalificeerde docenten te benoemen. Voorbeelden zijn Engels en Frans. 4.1.5 Werkkostenregeling Vanaf 1 januari 2012 doet het Van Lodenstein College mee met de werkkostenregeling. De werkkostenregeling is een nieuwe fiscale regeling. De fiscus wil met deze regeling het complexe systeem van vergoedingen en verstrekkingen door de werkgever aan het personeel vereenvoudigen. Onder de werkkostenregeling mag een werkgever 1,5% van de loonsom als onbelaste vergoeding of verstrekking aan de medewerkers uitkeren. Dat is in eerste instantie ‘beleidsarm’. Dat wil zeggen dat de huidige regelingen gehandhaafd blijven (bijvoorbeeld de fietsregeling, de regeling vakbondscontributie enzovoorts) en er vooralsnog geen nieuwe initiatieven worden geïntroduceerd. Vanaf 2013 zal gekeken worden naar mogelijkheden voor uitbreiding van de regeling. 4.1.6 Functiemix Om het docentberoep aantrekkelijker te maken, kennen we sinds een aantal jaren de regeling functiemix. Kort gezegd houdt deze regeling in dat docenten bevorderd kunnen worden naar hogere docentfuncties met bijbehorende salarisschalen. In de cao is vastgelegd wat de percentages van de diverse docentfuncties moeten zijn ten opzichte van de nulmeting op

Bedrijfsvoering

39



1 oktober 2008. Op 1 oktober 2011 was een belangrijk peilmoment. Het ministerie heeft op die datum een tussenmeting gedaan om vast te stellen of de doelstellingen zoals genoemd in de cao behaald zijn. Het van Lodenstein College heeft hard gewerkt aan het realiseren van deze verschillende docentfuncties en de doelstellingen gehaald. In de loop van 2012 is door het ministerie bekend gemaakt dat het voortgezet onderwijs sectorbreed de doelstelling voor de functiemix heeft behaald. Dat betekent dat het ministerie ook voor de volgende tranche, waarvan het peilmoment 1 oktober 2014 is, de gelden ter beschikking stelt.

4.1.7 Meerjarenpersoneelsplanning In de loop van 2012 is een instrument voor een meerjarenpersoneelsplanning ontwikkeld. Dit instrument geeft de directie inzicht in de te verwachten uitstroom van personeel (in verband met pensionering en dergelijke) en de daaruit voortvloeiende benodigde instroom van nieuw personeel.

4.1.10 Kengetallen n Per soneel sbe s tand per 31 december 2 012

n In - en uit s tro om per so neel

246,1

OP

299

23,8

instroom

46

87,0

OOP

126 28,3

uitstroom

directie/mgt. 25

49

25

4.1.8 Evaluatie taakbeleid Vanwege de noodzakelijke bezuinigingen is in 2011 het taakbeleid van docenten aangepast. De belangrijkste wijziging betrof het verhogen van de lessentaak van een docent met een fulltime dienstverband van 25 naar 26 lessen. In 2012 heeft een evaluatie van dit nieuwe taakbeleid plaatsgevonden. Op elke locatie zijn gesprekken gevoerd met een groep docenten, waaronder een afvaardiging van de Medezeggenschapsraad en enkele oudere collega’s. Tijdens deze gesprekken was er ook aandacht voor het onderwerp ‘werkdruk’. Op basis van deze gesprekken zoekt de directie in 2013 naar mogelijke maatregelen om de werkdruk te verlichten.

40

4.1.9 Klokkenluidersregeling Het Van Lodenstein College heeft een klokkenluidersregeling geïntroduceerd. Dat is sinds enige tijd een wettelijke plicht. In onderscheid met de klachtenregeling is de klokkenluidersregeling bedoeld om zo nodig anoniem misstanden binnen de school aan de orde te kunnen stellen. Het College van Bestuur heeft er voor gekozen om zich in het kader van de klokkenluidersregeling aan te sluiten bij de Commissie Integriteitsvraagstukken van de VGS. Deze onafhankelijke commissie kan zich zo nodig buigen over misstanden die door klokkenluiders worden aangekaart.

0 AANTAL

50

100

150

200

250

0

300 350 AANTAL

FTE

10

20

30

40

60

70

FTE

Toelichting Onderwijzend personeel (OP), onderwijsondersteunend personeel (OOP)

Toelichting In 2012 was er meer uitstroom dan instroom van personeel.

n Leef tijdso pb o u w per soneel

n Herko ms t bij ben o eming

65+ 2

2%

55-64

50

38%

85

45-54

120

35-44

22%

86

25-34

112

15-24

45

0

20

40

60

80

100

120

Toelichting In verband met naderende pensionering van de oudere groep personeelsleden, is een meerjarenpersoneelsplanning ontwikkeld.

Bedrijfsvoering

25%

13% NAAR/VAN OPLEIDING

GEZIN

ONDERWIJS

ZORG

BEDRIJFSLEVEN/OVERHEID

41



n Fulltime/pa r t time be trekkingen

Interne kwaliteitszorg richt zich met name op het borgen en verbeteren van de kwaliteit van met name het onderwijs als het primaire proces. Het is belangrijk dat alle medewerkers weten dat we met elkaar werken aan de doelstellingen zoals onder andere verwoord in het strategisch beleidsplan ‘Richtinggever’ en het schoolplan. Van de ondersteunende secundaire processen moet de kwaliteit ook geborgd worden en deze moeten ten dienste staan aan het onderwijsproces. Het gaat in onze school tenslotte om de leerling.

62%

50%

50%

PARTTIME

4.2 Kwaliteitszorg

n V erh o uding m an/ v ro u w

FULLTIME

38%

MAN

VROUW

4.1.11 Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage bedroeg in 2012 4,82%. Dit is een kleine stijging ten opzichte van 2011. Toen was sprake van een verzuimpercentage van 4,45%. De meldingsfrequentie bedroeg 1,89. Dat betekent dat een medewerker op het Van Lodenstein College zich gemiddeld 1,89 keer ziek gemeld heeft in 2012. In 2011 was deze frequentie met 1,93 nog iets hoger.

42

Evaluatie en wijziging arbodienst Medio 2012 is een evaluatie gestart rondom de dienstverlening van arbodienst Arbo Vitale, de arbodienst waar we sinds jaren onze verzuimbegeleiding afnemen. Aanleiding hiervoor was onder andere het vertrek van onze vaste bedrijfsarts. De afdeling Personeelszaken heeft in een voortraject drie arbodiensten geselecteerd die hun organisatie vervolgens hebben gepresenteerd. In samenwerking met College van Bestuur, de directieteams van het van Lodenstein College en Hoornbeeck College, de MR en Personeelszaken is uiteindelijk de keuze gemaakt om per 1 januari 2013 over te stappen naar arbodienst Perspectief.

Er is een beleidsplan opgesteld voor de kwaliteit en borging van de schoolexamens. In de praktijk werd er vaak volgens de standaard van de protocollen van de VO-raad gewerkt. Dit is nu in een algemeen beleidsplan voor het hele Van Lodenstein College vertaald, waarmee de schoolexamens van strategisch tot en met uitvoeringsniveau zijn geborgd.

4.2.1 Tevredenheidsonderzoeken Onder schoolverlaters die examen hebben gedaan in 2011 zijn onderzoeken gehouden. Enerzijds om zicht te krijgen op waar de leerlingen naar toe zijn gegaan in hun vervolgopleiding, anderzijds hoe ze terugkijken op de schoolperiode. Per locatie zijn er conclusies en verbeterpunten aan deze onderzoeken verbonden. Er is een onderzoek naar de voorzieningen en het functioneren van de ICT-afdeling geweest. Hierin kwam naar voren dat er nog redelijk wat knelpunten waren die om verbetering vragen, zoals kwaliteit van de werkplek, de snelheid van werken van service en support en de mogelijkheid tot thuiswerken. Aan de andere kant is er ook tevredenheid over de kwaliteit van de oplossingen door de ICT-afdeling. Door het CvB is een tussenevaluatie gedaan naar de doorontwikkeling van de organisatie. Hiervoor zijn met diverse personen en gremia gesprekken gevoerd. In de rapportage zijn diverse aanbevelingen gedaan die in de schoolorganisatie worden doorvertaald. 4.2.2 Planning en control Er is een traject in gang gezet om nog beter zicht te krijgen op belangrijke stuurinformatie. Deze informatie moet zoveel mogelijk realtime en digitaal aangeboden worden. Een nieuw digitaal instrument, Qlikview, is getest en wordt beschikbaar gesteld voor leidinggevenden.

Bedrijfsvoering

43



Verder hebben we nagedacht over het verbeteren van de cyclus van de plannen en rapportage. Vanuit het schoolplan moet een logische lijn gaan lopen naar de diverse sector-, locatie- en teamplannen. Hiervoor is een plan opgesteld om ook dit nog verder op elkaar af te stemmen. De komende plannencyclus zullen we op de nieuwe wijze invullen om het proces helder te krijgen en dubbelingen te voorkomen. Daarnaast hebben we onderzocht of er een digitaal systeem is dat de planning en verantwoording intern nog beter kan sturen en wat gebruiksvriendelijk is. Er is een beslissing genomen om het komende jaar een pilot met Schoolmonitor uit te gaan voeren.

4.2.3 Visitatie en audit De cyclus van visitaties en audits die vanuit het Directieoverleg Reformatorisch Voortgezet Onderwijs (DORVO) is opgezet, is in gang gezet. We hebben een audit uitgevoerd met als onderwerp ‘bestuur en toezicht’. Hierin kwam naar voren dat we het als Van Lodenstein College goed geregeld hebben. Daarnaast zijn enkele verbeterpunten naar voren gekomen, zoals het actualiseren van enkele documenten. Onze identiteit vraagt een goede kwaliteit. Daarom is inzicht in resultaten belangrijk, maar nog meer dat er een cultuur is waarin resultaten een belangrijke rol spelen. We zien resultaten uitdrukkelijk niet alleen als behaalde cijfers, maar de leerlingen als geheel moeten hierbij centraal staan. Oog voor het geestelijk welzijn, het welbevinden, de persoonlijke ontwikkeling, en de behaalde resultaten staan hierbij centraal. In het kader hiervan is een visitatie in een van de teams over opbrengstgericht werken voorbereid. Dit zal in het voorjaar van 2013 worden uitgevoerd. Hierin zal vooral de cultuurkant in houding en gedrag van personeelsleden en leerlingen een belangrijke plaats krijgen.

44

45 Bedrijfsvoering



• het leerlingadministratiesysteem Magister met toegang voor ouders;

4.2.4 Horizontale verantwoording en dialoog Verantwoording en dialoog met belanghebbenden gebeurt op verschillende manieren. Onderstaande tabel geeft daarvan een overzicht.

• het Contactblad van het College van Bestuur dat twee keer per jaar uitkomt; • website, nieuwsbrieven en e-mailverkeer.

n Ov er zi cht h o rizo nta le d i a lo o g

doelgroep

leden schoolvereniging

ouders

kerken

leerlingen

personeel

bestuursbezoeken

bestuursbezoeken

bestuursbezoeken

bestuursbezoeken

bedrijven / instellingen

overheid / inspectie

sectororganisaties

toeleverend onderwijs

afnemend onderwijs

jaarverslag

jaarverslag

jaarverslag

jaarverslag

jaarverslag

bijeenkomsten

bijeenkomsten

bijeenkomsten

gesprekken

bijeenkomsten

bijeenkomsten

bijeenkomsten

bijeenkomsten

gremium Identiteitsraad

ledenvergadering

Raad van Toezicht College van bestuur

Contactblad

Contactblad jaarverslag

leerlinggeleding MR jaarverslag

website themabijeenkomsten directieteam

weekbulletins

Contactblad

oudergeleding MR

Contactblad

Contactblad

themabijeenkomsten

themabijeenkomsten

personeelsgeleding MR

jaarverslag website

intranet

bestuursbezoeken

bestuursbezoeken

website

weekbulletins

ouderpanels website

website locatiemanagement

Contactblad ouderpanels

leerlingenpanels

website

website

themabijeenkomsten

46

Contactblad

intranet

website

weekbulletins

bijeenkomsten bijeenkomsten

intranet

themabijeenkomsten

bijeenkomsten website

stagebegeleiding

gesprekken

gesprekken

Publieke verantwoording gebeurt vooral door middel van de websites van Vensters voor Verantwoording en Schoolkompas. De gegevens worden zo actueel mogelijk gehouden. Ook zijn enkele onderdelen in Vensters voor Verantwoording vernieuwd.

Voor interne communicatie gebruiken we de weekbulletins. Daarin staat locatiespecifiek, locatieoverstijgend en bestuurs nieuws. In 2012 is de communicatie met ouders meer gebruik gemaakt van digitale communicatiemiddelen. Ook ontwikkelen we een digitale nieuwsbrief voor ouders en oriënteren we ons op het gebruik van social media.

4.3 Communicatie en klachtenafhandeling

4.3.2 Klachtenafhandeling In 2012 is de bestaande klachtenregeling herzien. De reden voor deze aanpassing was vooral het verwerken van de doorontwikkeling van de organisatie van de school in het document. De klachtenregeling is bedoeld voor het indienen van klachten door interne of externe betrokkenen bij de school die zich in hun belang voelen geschaad door het handelen van betrokkenen binnen de school. Daarnaast zijn enkele bepalingen ten aanzien van de vertrouwenspersonen verduidelijkt.

4.3.1 Communicatie en relatie Extern willen we de school een duidelijk gezicht geven. We richten ons daarbij op ouders, leerlingen, toekomstige collega’s en andere belanghebbenden. Daarvoor gebruiken we onder andere de volgende communicatiemiddelen:

Bedrijfsvoering

47



Op alle locaties zijn in totaal zes klachten ingediend bij de vertrouwenspersonen. Alle klachten zijn afgehandeld. Daarnaast hebben de vertrouwenspersonen 16 keer handelingsadviezen gegeven richting personeelsleden. Ook hebben de vertrouwenspersonen in diverse zaken hun aandeel mogen leveren. In verslagjaar 2012 werd een externe klacht afgesloten. De klacht werd niet gegrond verklaard.

4.4.4 Schoolklimaat In het cursusjaar 2011-2012 is geen sprake geweest van extreme incidenten of extreem veel incidenten. Een kleine uitschieter betrof de EHBO-meldingen van de locatie Kesteren. Deze uitschieter is toe te schrijven aan een ruimere registratie van kleine ongelukjes.

4.4 Ondersteuning

4.4.5 Studiedag moderne media De studiedag voor het personeel van februari 2012 was gericht op het kennisnemen van de ontwikkelingen op het gebied van moderne media om daarmee beter de jeugd op de toekomst te kunnen voorbereiden. De studiedag vormde een impuls om te zoeken naar manieren waardoor maatwerk mogelijk is om te leren door middel van ICT. De bezoekers van de studiedag waardeerden de inhoud van het programma met een ruime voldoende.

4.4.1 Rentmeesterschap en duurzaamheid In 2010 is het project ‘Zuinig en fris’ uitgevoerd. In 2011 zijn aanvullende maatregelen genomen op het gebied van energiemonitoring. Met de nieuw geplaatste meters worden op afstand de meterstanden uitgelezen, geregistreerd en gerapporteerd. De genomen maatregelen laten een positief effect zien op het verbruik van energie. Momenteel loopt er een onderzoek naar energiezuinige verlichting voor de locaties Amersfoort en Hoevelaken. In diverse lokalen zijn proefopstellingen aangebracht om de bevindingen van leerlingen en docenten te peilen.

4.4.2 Schoonmaak In 2012 is voor de schoonmaak een norm vastgesteld waar alle locaties zich aan dienen te houden. Deze norm geeft een kwaliteitsniveau aan dat vertaald is in schoonmaakwerkprogramma’s. Dit geeft transparantie en eenduidigheid. Daardoor is het mogelijk om een benchmark tussen de locaties uit te voeren.

48

4.4.3 Arbo en veiligheid Iedere locatie houdt minimaal één ontruimingsoefening per jaar. Binnen het Van Lodenstein College hebben we nu voldoende EHBO’ers/BHV’ers die jaarlijks de oefeningen en trainingen volgen om gecertificeerd te blijven. De wettelijke verplichtingen worden nagestreefd en zijn onderwerp van voortdurende controle. Voor locatie Amersfoort zijn in de zomer van 2012 de asbesthoudende dakplaten vervangen.

4.4.6 ICT-Onderwijs (ICT-O) De afdeling ICT-O is eindverantwoordelijk voor alles wat binnen Magister gebeurt. Dat is de inrichting van het cijferbeheer, de rapportages, het leerlingvolgsysteem, en de updates van Magister. Maar ook het absentenbeheer met rapportages, het beheer van de examens, de uitwisseling met Bron, de logboeken. Verder beheren we de elektronische leeromgeving (elo), de mobiele applicaties Meta en Maestro en het boekenfonds. Er is een koppeling gemaakt tussen Qlikview en Magister. Door deze koppeling is een prima instrument voor management- en rendementrapportages opgeleverd. Online leermiddelen als Muiswerk, Got-It, Tell me More, Holmwoods en Rosetta Stone worden actief gebruikt. Richting de toekomst is het belangrijk om de ontwikkelingen op dit gebied te monitoren en toe te passen in de school. 4.4.7 Elektronische leeromgeving Magister is het schooladministratiesysteem van de school. Onze docenten en leerlingen gebruiken de elektronische leeromgeving van Magister. Via deze elo kunnen docenten en leerlingen met elkaar werken aan opdrachten en projecten. De docenten en leerlingen hebben een ideale, centrale omgeving, waar met het materiaal wat op school beschikbaar is, samengewerkt kan worden. Binnen de elo hebben we in 2012 de plagiaatchecker Ephorus in gebruik genomen. Ingeleverd materiaal kan gecheckt worden op plagiaat, maar werkstukken worden onderling ook vergeleken.

Bedrijfsvoering

49



5

Financiën

De levensweg is een leerweg 5.1

Financiële positie en beleid

In dit hoofdstuk van het jaarverslag worden de belangrijkste elementen ten aanzien van de financiële positie van het Van Lodenstein College onder de aandacht gebracht. Het financiële beleid is erop gericht om, door het realiseren van bescheiden begrotingsoverschotten, de financiële positie te versterken. Door het effectief doorvoeren van maatregelen in de bedrijfsvoering als gevolg van overheidsbezuinigingen konden de jaren 2011 en 2012 met een bescheiden positief exploitatieresultaat worden afgesloten. De baten en lasten van de begroting 2013 zijn in evenwicht. n B a l ansp ositie

ACTIEF

31 dec 2012

31 dec 2011

materiële vaste activa gebouwen en terreinen inventaris en apparatuur studieboeken

finaciële vaste activa

PASSIEF

31 dec 2012

31 dec 2011

eigen vermogen

2.614.629

2.307.072

1.264.604

1.049.799

289.798

177.890

1.554.402

1.227.689

crediteuren

1.266.641

674.144

belastingen en premies

1.304.979

1.224.189

837.665

1.047.925

2.487

57.164

2.011.863

2.078.019

voorzieningen

560.140

621.689

huisvesting

2.574.490

2.756.872

personeel

1.303.800

388.622

253.447

254.531

4.959.676

617.768

schulden op korte termijn voorraden vorderingen op korte termijn

nog te besteden rijksvergoeding overige schulden

50

liquide middelen totaal

Financiën

597.133

3.937.378

9.688.546

7.955.171

totaal

2.110.230

1.474.152

5.519.515

4.420.410

9.688.546

7.955.171

51



5.2 Weerstandsvermogen

n K a ss tro o m ov er zicht

De balanspositie van het Van Lodenstein College is goed. Het weerstandsvermogen is een kengetal dat het eigen vermogen uitdrukt in een percentage van de ontvangen baten. Voor het Van Lodenstein College ontstaat dan het volgende beeld:

2012

2011

307.557

259.853

1.055.981

1.517.669

326.713

390.601

1.084

14.792

kasstroom uit operationele activiteiten resultaat

Het weerstandsvermogen ligt voor het Van Lodenstein College, als grote school, boven de door het ministerie gehanteerde ondergrens voor dit type scholen.

aanpassingen voor: afschrijvingen (-/- desinvesteringslasten)

n WEER S TANDS VERMOGEN

mutaties voorzieningen

12%

Financiën

10%

verandering vlottende middelen • voorraden

8%

• vorderingen

4.341.908-

1.638.514

• schulden

1.099.105

542.012

6%

1.551.468-

4.363.441

873.599

701.470

-

-

4%

kasstroom uit investeringsactiviteiten 2%

investeringen materiële vaste activa

0%

desinvesteringen materiële vaste activa

2008

ONDERGRENS KLEINE SCHOOL

2009 ONDERGRENS GROTE SCHOOL

2010

2011

2012

2013

VAN LODENSTEIN COLLEGE

915.178

367.516

desinvesteringen financiële vaste activa

-

-

mutaties kredietinstellingen

-

-

investeringen financiële vaste activa

-

-

5.3 Kasstroomoverzicht

totaal kasstroom uit financiële activa

1.788.777

1.068.986

Een kasstroom geeft inzicht in de ontwikkeling van de geldmiddelen. Uit het volgende overzicht blijkt dat het Van Lodenstein College een negatieve kasstroom heeft van ruim 3,3 miljoen euro. De belangrijkste post die dit veroorzaakt is de toename van de vorderingen. Dit betreft de vordering op de gemeente Barneveld in verband met de nieuwbouw in die gemeente. De gemeente stelt uiterlijk 1 augustus 2013 het overeengekomen bouwbudget beschikbaar. Er werd, conform beleid om afschrijvingslasten terug te dringen, door het Van Lodenstein College ook in 2012 meer afgeschreven dan geïnvesteerd.

mutatie liquide middelen

3.340.245-

3.294.455

mutaties overige langlopende schulden

stand liquide middelen 1 januari stand liquide middelen 31 december

52

3.937.378

642.923

3.340.245-

3.294.455

597.133

3.937.378

53 Financiën



5.4 Staat van baten en lasten

baten zijn hoger dan begroot. Het betreft baten als gevolg van doorbelaste bedragen die onder de rubriek overige lasten resulteren in een gelijk bedrag aan hogere lasten. De personeelskosten zijn hoger dan begroot in verband met een hogere gemiddelde personeelslast. Deze hogere personeelskosten zijn het gevolg van hogere sociale premies. Anderzijds is sprake van lagere personeelskosten in verband met een aantal onvervulde vacatures. De daling van de afschrijvingslasten is ondermeer het gevolg van het ingezette beleid en het resultaat van beperkte investeringsomvang. De huisvestinglasten zijn hoger dan begroot in verband met hogere huurlasten.

De volgende tabel geeft een overzicht van de baten en lasten. Naast het verslagjaar 2012 wordt inzicht verschaft over het voorgaande jaar en daarnaast is de begroting opgenomen van zowel het verslagjaar als van 2013. n s ta at van b aten en l a s ten

uitkomst 2011

begroting 2012

uitkomst 2012

5.5 Lange termijnperspectief

begroting 2013

De belangrijkste onzekerheid zal de komende jaren de ontwikkeling van de rijksvergoeding zijn. De rijksoverheid zal, in verband met de economische crisis, de komen jaren moeten bezuinigen op haar uitgaven. We verwachten dat de reeds doorgevoerde bezuinigingen niet worden teruggedraaid. Het Van Lodenstein College heeft daarom in 2011 structurele maatregelen moeten nemen om baten en lasten in de (nabije) toekomst in evenwicht te houden.

baten rijksbijdragen overige rijksbijdragen

228.479.198

28.047.000

28.931.499

28.450.000

490.339

55.000

54.200

-

369.350

428.000

312.249

380.000

1.359.757

1.119.500

1.443.528

1.585.000

30.698.644

29.649.500

30.741.476

30.415.000

22.948.154

22.751.000

23.232.275

23.225.000

afschrijvingen

1.517.669

1.130.000

1.055.981

1.050.000

huisvestingslasten

1.670.722

1.348.000

1.403.417

1.340.000

overige lasten

4.380.518

4.460.500

4.845.252

4.760.000

totaal lasten

30.517.063

29.689.500

30.536.925

30.375.000

rentebaten

79.365

50.000

103.069

rentelasten

1.093

10.000

63

40.000 -

78.272

40.000

103.006

40.000 -

bijdragen leerlingen/ouders overige baten totaal baten lasten personele lasten

5.6 Treasurybeleid Het beleid van het Van Lodenstein College is erop gericht om uit overtollige liquide middelen een optimaal rendement te behalen. Het College van Bestuur heeft besloten om daarbij uitsluitend gebruik te maken van deposito’s en spaarrekeningen bij financiële instellingen met minimaal een A-rating als kredietwaardigheid.

financiële baten en lasten

resultaat

54

259.853

-

307.557

5.7 Kengetallen

-

De rijksvergoeding is 3,1% hoger dan begroot. Deze verhoging is het gevolg van een aanvullende vergoeding voor de personele kosten in verband met toegenomen sociale lasten en een verhoging van de vergoeding voor leermiddelen. De overige

50

2008

2009

2010

2011

2012

doel

sector VO

solvabiliteit

34%

29%

30%

29%

27%

40%

44%

liquiditeit

0,72

0,24

0,74

1,03

1,01

0,75

1,10

rentabiliteit

0,9%

1,0%

-0,5%

0,8%

1,0%

1,0%

0,8%

Toelichting De solvabiliteit geeft de verhouding aan van het eigen vermogen in relatie tot het balanstotaal; de liquiditeit is de verhouding tussen de kortlopende schulden en de som van de vorderingen en liquide middelen; de rentabiliteit is het gerealiseerde resultaat gedeeld door de som van de baten.

Financiën

55



6

Vooruitblik

Het Van Lodenstein College heeft speerpunten die terug te vinden zijn in het schoolplan. De beleidspunten van de overheid die zijn vastgelegd in een Bestuursakkoord zijn ook opgenomen in het schoolplan. Voor het jaar 2013 zijn de volgende drie thema’s belangrijk. Onderwijskwaliteit • Werken aan opbrengsten door aandacht te geven aan het verbeteren van de resultaten voor Engels en de examenresultaten in het vmbo. • Verschillen tussen leerlingen zullen er altijd zijn. Zowel leerlingen met achterstand en excellerende leerlingen moeten tot hun recht komen, bijvoorbeeld op het gebied van taal en rekenen. • De doorvertaling van de identiteit in de lespraktijk van elke dag, onder andere in de vakwerkplannen per vakgroep. Sturen en verantwoorden • Sturen op onderwijsresultaten op alle onderwijsniveaus. • Zorgen voor draagvlak van het kwaliteitszorgsysteem op alle niveaus. • Het tweemaal per jaar houden van gesprekken over een managementrapportage op alle niveaus. • Het jaarlijks houden van gesprekken met personeelsleden over een persoonlijk ontwikkelplan.

56

Leven: leren van de mooie verschillen die er zijn

Onderwijsvernieuwing • Passend onderwijs en de invloed die het heeft op het gehele onderwijs. • Overnemen en integreren praktijkonderwijs en cluster-4 binnen de organisatie. • Oriëntatie op het huidige en toekomstige onderwijsaanbod. • Heroriëntatie op het vmbo in verband met de nieuwe exameneisen. • Optimaliseren van de ICT-voorzieningen in het onderwijs.

Vooruitblik

57


58

Amersfoort

Barneveld

Hoevelaken

Kesteren

(033) 422 64 00

(0342) 40 49 99

(033) 254 15 41

(0488) 48 12 06

w w w. vanl o d e ns t e in . nl

Juni jaarverslag Amersfoort Barneveld Hoevelaken Kesteren. Ik leef maar één keer?! www. vanlodenstein.nl

Recommend Documents