zorg om zorg Doesburgs Burgerinitiatief mei/juni 2013
Doesburgs Burgerinitiatief Doesburg, 20 juni 2013 Geacht bestuur, Graag vragen wij uw aandacht. Omdat er iets bijzonders aan de hand is in Nederland en in de Doesburgse samenleving. Een ontwikkeling die iedereen raakt. Arm en rijk, jong en oud, man en vrouw, ouder en kind, burger en bestuurder. Wij vragen de aandacht van uw organisatie voor de urgente gevolgen van de demografische ontwikkeling voor onze samenleving. We kunnen het niet treffender verwoorden dan door gewoon de feiten bij naam te noemen: Terwijl het totaal aantal inwoners licht daalt ( - 7% tot 2040), groeit in Doesburg het aantal 65plussers tot 2020 met bijna 50% en tot 2040 zelfs met ruim 115% (ruim een verdubbeling). Tegelijkertijd daalt de beroepsbevolking (het aantal inwoners in de leeftijd van 25-65 jaar) tot 2020 met 12% en tot 2040 met 31 %. In 2010 was sprake van één 65-plusser tegenover 3 Doesburgers van 25-64 jaar. In 2020 is die verhouding tussen het aantal gepensioneerden en de beroepsbevolking gedaald naar 1: 2 en in 2040 zelfs naar 1:1; dan zal 40% van alle Doesburgers 65 jaar of ouder zijn. Door deze demografische ontwikkeling gaan we in sneltreinvaart op weg naar een andere samenleving. Hoe die eruit moet gaan zien weet nog niemand. Het is de hoogste tijd om daarover met elkaar in gesprek te gaan en dat niet over te laten aan belangengroepen, zorginstellingen, overheden en verzekeraars. In de media wordt veel geschreven en gesproken over de onbetaalbaarheid van de zorg. Veel aandacht gaat uit naar de gevolgen daarvan voor ouderen. Dat roept een eenzijdig beeld op, waardoor de aandacht voor andere kwetsbare groepen die afhankelijk zijn van zorg ondergesneeuwd dreigt te raken. Maar één ding is wel duidelijk. Als we ook in de nabije toekomst een zorgzame samenleving willen zijn, dan zullen heel veel mensen en organisaties in beweging moeten komen. Dat begint met het voeren van gesprekken in eigen kring over vragen als: “wat kunnen wijzelf voor elkaar in onze vereniging betekenen als de nood bij een lid – jong of oud - aan de man komt?” en “wat kan onze organisatie in de samenleving betekenen?”. Door middel van een reeks artikelen in de Regiobode in de maanden mei en juni dit jaar, heeft een groep bezorgde Doesburgers een poging gedaan om de Doesburgse samenleving bewust te maken van de versnelde vergrijzing en ontgroening van de Doesburgse samenleving en haar opgeroepen om na te denken over de samenleving waarin we willen leven en wat ieder daar zelf aan kan doen. Deze artikelen hebben we gebundeld en we bieden ook uw organisatie deze bundel graag aan. Samen staan we voor de ontwikkeling van een andere samenleving. Volgens een bekend gezegde begint ontwikkeling met het organiseren van mensen. Gelukkig leven we in een samenleving die goed georganiseerd is. Mensen zijn lid van allerlei verenigingen en stichtingen, van kerken en moskeeën, van politieke partijen en vakbonden, van jeugdorganisaties en ouderenbonden, van oneindig veel verschillende organisaties. De ondertekenaars van dit burgerinitiatief hebben geen enkele behoefte om weer een nieuwe organisatie op te richten. Wij richten ons tot al bestaande lokale organisaties. Wij hopen dat uw organisatie in het komende seizoen na de zomervakantie in uw bestuur, tijdens ledenvergaderingen, in nieuwsbrieven en andere convocaties en misschien zelfs tijdens bijzondere bijeenkomsten, aandacht wil besteden aan de gevolgen van de huidige vergrijzing en ontgroening; en in het bijzonder aan de vraag wat uw leden onderling voor elkaar kunnen en willen betekenen als een lid of een gezinslid daarvan hulpbehoevend wordt. En natuurlijk hopen we dat uw organisatie wil nadenken over uw eigen rol in het proces naar die komende andere Doesburgse samenleving, waarin meer zorg voor elkaar en meer en andere vormen van samenwerking nodig zullen zijn. Steeds duidelijker wordt dat we met elkaar op zoek moeten gaan naar nieuwe relaties tussen overheden, zorgprofessionals, mantelzorgers en vrijwilligers. Het vinden van die nieuwe verhoudingen is een zaak van iedereen. Welke rol wil uw organisatie spelen in dat proces dat ons allemaal raakt? Hoewel we pas aan de start staan van het proces van vergrijzing en ontgroening van de samenleving, zien we nu al de ingrijpende gevolgen ervan: enorme bezuinigingen op zorgvoorzieningen, rechten op zorg verdwijnen en worden omgezet in voorzieningen waarvoor bij de gemeente moet worden aangeklopt, de eerste grote instelling voor thuiszorg en huishoudelijke zorg in de Achterhoek (Sensire) ontslaat rond de 1000 mensen en Attent trekt zich terug uit IJsselzicht en Maartenshof. En dat is pas het begin.
2
Anders dan bij andere belangrijke ontwikkelingen, zoals bij de hypotheekcrisis of de zware economische recessie waarin Nederland en Europa verkeren, kan niemand zeggen dat het probleem zich met de tijd wel zal oplossen. De versnelde vergrijzing van onze samenleving is een feit dat zich niet laat ontkennen of relativeren. We zullen er samen mee moeten leren omgaan. In verhouding zal een steeds groter deel van de Doesburgse samenleving bestaan uit gepensioneerden, die gemiddeld ook nog eens steeds ouder zullen worden. En ouder worden gaat veelal gepaard met het afnemen van lichamelijke en psychische veerkracht en het toenemen van beperkingen. Dat betekent dat het aantal mensen dat een beroep doet op zorgvoorzieningen (zoals ziekenhuizen, huisartsen, wijkverpleging, verpleeghuiszorg, thuiszorg en hulp in de huishouding) ieder jaar zal toenemen. En het geld en de handen om aan die zorgvraag te kunnen voldoen zullen steeds vaker te kort schieten. Het zal uw tijd wel duren? Het is maar wat daarmee wordt bedoeld. Het proces van versnelde vergrijzing gaat duren tot 2040. Dat is toch de komende 27 jaar en raakt iedereen en ieder maatschappelijk veld. Als de kosten van de zorg voor ouderen, ondanks een toenemende vraag, niet beheerst worden, zal er steeds minder geld beschikbaar zijn voor zorg aan jongere hulpbehoevenden en voor onderwijs, wegen, werkgelegenheid, politie, cultuur, openbaar vervoer of milieu. En het beroep dat op mensen en organisaties wordt gedaan om anderen met een beperking bij te staan, omdat de overheid en professionele instellingen dat niet meer doen, neemt toe. Bovendien kan ieder mens zo maar hulpafhankelijk worden en iedereen kan te maken krijgen met een kind, een ouder of een ander familielid, een buur of goede vriend die hulpbehoevend wordt. En we hopen allemaal dat als de nood aan de man is, er op één of ander manier door instellingen, overheden, familie of vrienden hulp geboden wordt om zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven. Want dat blijkt uit onderzoek: de meeste mensen willen zo lang mogelijk in hun eigen vertrouwde huis en woonomgeving blijven wonen, ook als ze hulp nodig hebben. De gemeente Doesburg krijgt, evenals alle andere Nederlandse gemeenten, de komende jaren heel veel nieuwe taken op het gebied van de zorg en wordt daarmee het loket voor wie zorg nodig heeft. De gemeente zal die nieuwe taken moeten uitvoeren met veel minder geld. Mensen die al van zorgvoorzieningen gebruik maken zullen moeten leren omgaan met minder. En voor nieuwe zorgvragers wordt de toegang tot voorzieningen veel moeilijker. Niet voor niets wordt steeds vaker hardop gezegd dat de overheid een stap terug gaat doen en dat er een groter beroep gedaan zal moeten worden op vrijwilligers en mantelzorgers: familie, vrienden, buren, maatjes. Politieke partijen Hoewel sprake is van een burgerinitiatief doen wij een dringend beroep op politieke partijen. In de komende maanden rust er een zware verantwoordelijkheid op uw schouders. In maart volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen en vraagt u van de Doesburgse kiezers om hun mandaat. Direct na de aanstaande zomervakantie gaan partijen aan de slag met het schrijven van hun verkiezingsprogramma’s. Wij doen een appèl op alle Doesburgse politieke partijen om in hun verkiezingsprogramma’s helder en duidelijk te zijn over de gevolgen van de demografische ontwikkeling voor de Doesburgse samenleving, over hoe een zorgzame samenleving er in de (nabije) toekomst uitziet en over wat daarvoor nodig is. Daarnaast doet de initiatiefgroep een dringend aanvullend appèl op alle politieke partijen. De ingrijpende hervormingen die nodig zijn, zullen waarschijnlijk moeten worden uitgevoerd door een coalitie van meerdere partijen en vragen om een zo breed mogelijk draagvlak in de samenleving. In verkiezingstijd worden vooral de verschillen tussen visies benadrukt. Wij verzoeken de politieke partijen dringend om al in hun verkiezingsprogramma’s duidelijk te maken hoe zij willen samenwerken aan een zo breed mogelijk gedragen visie op een zorgzame Doesburgse samenleving en hoe politiek, bestuur en samenleving daar gezamenlijk de schouders onder kunnen zetten. Tenslotte Het laatste artikel in de reeks, die gericht is op bewustwording van de gevolgen van de demografische ontwikkeling voor de zorg, is te vinden in de Regiobode van 26 juni. Direct na de zomer zal de initiatiefgroep zich buigen over de vraag of er in het najaar een tweede serie artikelen moet komen. Wellicht een serie om het gesprek in de Doesburgse samenleving over de zorgzame samenleving van de toekomst te stimuleren. Een platform waar maatschappelijke organisaties zelf aan het woord kunnen komen met hun visies en inspirerende initiatieven. Veel hangt af van uw reacties. Reacties kunt u richten aan: Regiobode, postbus 230, 6950 AE Dieren of
[email protected]. Wij wensen u een fijne en ontspannen zomerperiode en een goede start daarna. Esther Bosgoed, Chris Kors, Ben Kruk, Wilma Langeveld, Wencel Maresch, Guido Wasterval en Gerard Wolters 3
Doesburgs Burgerinitiatief (1)
Op Doesburgs niveau nadenken over een onbetaalbare toekomst Door Ben Kruk en Wencel Maresch
Wie naar de kille cijfers kijkt, slaat de angst om het hart. Overduidelijk is dat we binnen een aantal jaren de kosten van de zorg en sociale ondersteuning niet meer kunnen betalen op de wijze waarop dat nu gebeurt. De maatschappij zal ingrijpend veranderen. Onherroepelijk móeten veranderen zelfs. “Laten we er dan ook op lokaal niveau al naar kijken en denken in oplossingen”, is de mening van een Doesburgs burgerinitiatief. Geen politiek, langs alle gezindten, en oplossingsgericht denken, want we stormen in sneltreinvaart richting financiële afgrond. Er komen noodzakelijke maatregelen en keuzes aan die de huidige bezuinigingen zullen doen verbleken. Tenminste, daar is Doesburger Ben Kruk van overtuigd. Het bracht hem op het idee van een burgerinitiatief, dat hopelijk iets op gang kan brengen om het volledig ontsporen van alle sociale vangnetten te voorkomen. Hij maakte een rondje langs verschillende mensen van uiteenlopende organisaties en gewone burgers in Doesburg. Het probleem in cijfers Een paar officiële cijfers van het Ministerie van Financiën die voor zich spreken: in 2012 was 16% van de Nederlandse bevolking 65-plus. Over 27 jaar, in 2040, is dat percentage gestegen tot 26%. Een enorme toename. En één die heel veel geld kost. Concreet voor Doesburg zijn de cijfers nog ingrijpender. In 2040 is 40% van de Doesburgers 65-plusser. En waren er in 2010 nog drie Doesburgers in de leeftijd van 25-65 jaar (de beroepsbevolking) tegenover één gepensioneerde, in 2040 is die verhouding één op één. Probeer eens een voorstelling te maken van wat dat betekent voor de toename van de zorgvraag en de afname van mogelijkheden om de zorg, die we gewend zijn, te kunnen bieden! De totale Nederlandse Rijksbegroting omvat 261 miljard euro. Aan zorg, welzijn en uitkeringen alleen wordt daarvan nu al 150 miljard besteed. Een discussie over wel of geen tanks voor het Nederlandse leger kan zinvol zijn, maar is in het licht van toekomstige kosten van minder belang dan nadenken over zorg en welzijn. De totale begroting van defensie bedraagt jaarlijks 7 miljard. Vergelijk dat eens met die 150 miljard! Daarvoor komen we geld tekort en meer lenen, meer schulden maken, biedt geen soelaas. Over de huidige Nederlandse overheidsschuld wordt alleen al 10,4 miljard per jaar aan rente betaald.
De kosten van de zorg rijzen de pan uit. In 1980 werd in Nederland per persoon gemiddeld € 1.223,uitgegeven aan zorg; tegenwoordig is dat al gestegen tot gemiddeld € 5.600,- per Nederlander. In ons land kost langdurige zorg twee keer zoveel als in Frankrijk en het verschil met Duitsland is nog groter en de kosten voor verpleeg- en verzorgingshuizen bedragen in Nederland € 823,- per inwoner per jaar tegen € 247,- in Duitsland en € 169,- in Frankrijk. De Nederlandse zorg blijkt dus bijzonder kostbaar. Misschien zijn de voorzieningen ook wel veel beter en uitgebreider, maar het in stand houden ervan wordt onherroepelijk een probleem.
4
Minder zorg Niemand weet wanneer hij of zij zelf door beperkingen wordt getroffen. We weten wel dat het niveau van zorg minder wordt en dat we zelf meer zullen moeten regelen. Daarmee wachten tot het zover is en je anderen tot last wordt? Welke verantwoordelijkheid heb je zelf? Ouder worden is onvermijdelijk, evenals het toenemen van de kans op beperkingen en zorgafhankelijkheid. Als een kind wordt geboren is het doodnormaal dat ouders en grootouders investeren om dat afhankelijke wezentje naar beste kunnen te verzorgen. Er wordt een babykamer ingericht met een mooie wieg en een aankleedtafel. Er wordt nagedacht over de verlichting en over de verduistering en over het vermijden van scherpe randen en hoeken. Waarom kijken kinderen niet op dezelfde wijze naar ouders die aan het einde van hun leven zorgafhankelijk worden? En zorgen gezonde ouderen, de babyboomers die nu met pensioen gaan, er voldoende voor dat ze er zelf alles aan hebben gedaan om hun kinderen niet onnodig ‘tot last’ te zijn? Zeker waar deze ouderen tot de rijkste generatie behoren die Nederland ooit gekend heeft? Wel een woning aanpassen als er een kind op komst is, maar niet als gebreken vanwege ouder worden eraan komen? Wel zelf een wieg kopen, maar geen seniorenbed? Wel zelf een step kopen en geen rollator? Wel zelf een auto kopen en geen rolstoel of aangepast vervoer betalen? En het kan iedereen overkomen. De demografische ontwikkeling is de belangrijkste oorzaak van de onbetaalbaarheid van de zorg. Vergrijzing leidt tot een grotere zorgvraag en toenemende kosten. Vasthouden aan bestaande zorgvoorzieningen leidt tot onbetaalbaarheid en een failliet systeem. De economische crisis heeft de urgentie vergroot en maakt het vinden van oplossingen moeilijker, maar is niet de oorzaak. Gemeente kan het niet alleen In de komende jaren vervalt ' het recht'op thuiszorg en hulp in de huishouding en wordt opname in een verpleeg- of verzorgingshuis bijna onmogelijk. Thuis blijven wonen en je daar zien te redden is het devies. Gemeenten krijgen de taak om te besluiten wie wel en wie geen zorg krijgt. En ze moeten dat doen met fors kleinere budgetten. Wat gaat dat betekenen voor mensen met beperkingen (niet alleen ouderen!)? Als we met elkaar ook in de nabije toekomst een zorgzame samenleving belangrijk vinden, dan zullen Doesburgers in beweging moeten komen. Voor zichzelf en voor anderen. Afwachten kan niet meer, en de gemeente Doesburg kan het niet alleen en zou dat ook niet moeten proberen. De gemeente moet nadenken over de vraag hoe belemmeringen voor initiatieven uit de samenleving zo spoedig mogelijk kunnen worden weggenomen. Heroverwegen op het gebied van Ruimtelijke Ordening bijvoorbeeld. Weer toestaan dat een oudere boer en boerin naast de boerderij, die zoon of dochter van hen hebben overgenomen, over een (tijdelijke) zelfstandige woonruimte kunnen beschikken. In het recente verleden moesten deze mensen verhuizen naar een bejaardenwoning in een kern. Mantelzorg werd vervangen door professionele zorg. Maar dat kan ook weer anders. En hoe staat het met het toestaan van tijdelijke voorzieningen als een mantelzorgwoning of aanpassingen in huis? Is het huidige vergunningen- en vrijstellingenbeleid daarop ingericht? Maar het begint allemaal met het bewust worden van de feiten. Hoe staat Doesburg ervoor? Welke zorg zal er straks niet meer zijn en zal door mensen in hun omgeving zelf geregeld moeten worden? Oplossing? ‘De oplossing’ bestaat niet. Na bewustwording van de feiten en de urgentie van maatregelen, zal de oplossing een combinatie zijn van bekende, denkbare maatregelen (zoals voorgesteld door de regering) en nog onbekende, creatieve, lokale maatregelen. Kernvragen zijn voor de initiatiefgroep dan ook: In welk soort samenleving willen Doesburgers leven? En: is zorg voor elkaar een zaak van de gemeente en verzekeraars alleen, of ook van iedere gewone Doesburger? Een bekend gezegde luidt: twee weten meer dan één. Hoeveel meer weten 5.000 Doesburgse gezinnen dan haar gemeente en enkele zorginstellingen en belangenorganisaties? Nadenken, beweging op gang brengen. Dat is waar de initiatiefgroep aan denkt. Niet als oplossing, maar als mogelijke denkrichting. Is er de bereidheid om een familielid, een buur of vriend bij te staan als dat nodig zou zijn? Heeft dat ook iets te maken met zingeving? Naast tijd voor jezelf ook tijd voor een naaste? En wat doet u zelf?
5
Doesburgs Burgerinitiatief (2)
Een voorbereid mens telt voor twee Door Esther Bosgoed
In het kader van een Doesburgs burgerinitiatief om oplossingsgericht denken over vergrijzing en kosten van de zorg te stimuleren, is dit het tweede artikel in de reeks. Dit keer komen Doesburgse jongeren aan het woord. Een uitspraak van één van hen staat boven dit verhaal: “Een voorbereid mens telt voor twee.” Ben Kruk is een bezorgde Doesburger, die andere inwoners van Doesburg bewust wil maken van de veranderingen die op Doesburg afkomen. Het probleem in een notendop: Op dit moment staan tegenover een 65-plusser, drie personen tussen 25-65 jaar, oftewel drie personen uit de werkende beroepsbevolking. In 2020 staan tegenover een 65-plusser, twee personen tussen 25-65 jaar en in 2040 zal dit één op één zijn. In dit artikel komen de jongeren aan bod. Wat betekent het bovenstaande voor jongeren? Hierover is met een aantal jongeren van Jongerencentrum 0313 gesproken. De Coördinator van de Buurtacademie legde een verbinding tussen de initiatiefnemer, een jongerenwerker van 0313 en verschillende jongeren van rond de twintig jaar. In een zeer open gesprek, waarin vooral over gevolgen van de cijfers werd gesproken, kwam voornamelijk bezorgdheid rond de zorg naar voren. Jongeren vertelden hoe zij tegen de vergrijzing en de steeds duurder wordende zorg aankijken. Duidelijk werd ook dat deze jongeren aan de ene kant bij de dag leven, maar aan de andere kant serieus over dit toekomstige onderwerp spreken en nadenken. Hoe ver de materie ook nog van hen af lijkt te staan. Want wat betekent het wanneer met steeds minder werkende mensen de vraag naar en de kosten van de zorg toenemen? Wie gaat wie verzorgen? Wat doe je wanneer mensen ongeneeslijk ziek zijn, hoe lang worden deze mensen verzorgd en wie is verantwoordelijk? Het leverde uiteenlopende meningen op. “Kasplantjes laten inslapen om kosten op de zorg te verminderen moet kunnen”, is een mening. Daar tegenover staat: “Natuurlijk help je je familie verzorgen, dat is toch normaal!” Tijdens het gesprek werd in ieder geval duidelijk dat deze Doesburgse jongeren het volkomen vanzelfsprekend vinden iets voor een ander te doen. Er zijn zelfs jongeren die momenteel al als mantelzorger fungeren. Hun bereidheid hulp te verlenen blijkt wel afhankelijk van wie hulp nodig heeft. Voor de jongeren is het bijna vanzelfsprekend om familie te ondersteunen, ook goede vrienden zouden in aanmerking komen. Wanneer het gaat om bijvoorbeeld een buurman, dan hangt het er van af wat de vraag is. “Een keer boodschappen doen als de buurman dat zelf niet meer kan is geen probleem. Maar om de buurman elke dag te wassen als dat nodig is? Nee, dat zou ik niet doen.” Dergelijk hulp gaat voor hen duidelijk een stap te ver. Bovendien zouden deze jongeren ook geen vreemde, onervaren handen bij hun eigen ouders willen hebben. Aan de andere kant wordt door hen ook als optie geopperd om mensen in de eigen buurt zelf dit soort problemen te laten oplossen door een vorm van mantelzorg in buurtverband. En wanneer er mensen zijn die geen netwerk hebben, dan zou een professional ingezet kunnen worden. Daarnaast zou volgens de jongeren in 0313 iedere burger, die daartoe in staat is, geld opzij moeten leggen om later zorg te kunnen betalen. Sommige jongeren gaven aan dat ze geld achter de hand hebben voor ‘noodgevallen’. Maar hoeveel geld daadwerkelijk nodig is weet niemand. Wanneer de jongeren horen wat de kosten van zorg zijn, wordt er anders naar gekeken. Niemand weet wat zorg kost; "Mensen zouden dat wel moeten weten". Er wordt vanuit de groep geopperd dat er in het huidige systeem soms te makkelijk met zorgverlening wordt omgegaan. “Wanneer de kosten meer bij mensen zelf komen, zullen ze anders gaan denken en anders met zorg omgaan”, is hun idee. De jongeren waren het er over eens dat het goed is om eens over dit soort zaken te praten. Ze hadden er nooit eerder bij stilgestaan welke ontwikkelingen op de samenleving en henzelf afkomen: "Het is ook onze toekomst!". Er bleek genuanceerd te worden gedacht over het onderwerp, al was er ook de genoemde opmerking over "de kasplantjes". Wat vind jij? Praat mee en reageer! Reageren kan per e-mail:
[email protected] brengt vragen van lezers in tijdens overleg van de initiatiefgroep.
6
Doesburgs Burgerinitiatief (3)
Tips voor een prettige oude dag Door een betrokken Doesburgse inwoonster
Onze overheid (ofwel: wij met z’n allen) heeft besloten de uitgaven voor huishoudelijke hulp met 75% te verminderen, en die voor dagbesteding, persoonlijke verzorging en begeleiding met 25 tot 40%. Dat is niet niks. Wat nu. Terug naar de tijd dat de kinderen voor hun ouders zorgden? Als die tijd al ooit heeft bestaan, de huidige maatschappij is daar niet meer op ingericht. Afwachten tot de crisis over is? Andere politieke partij stemmen? Het is zeer de vraag of dat iets oplevert, met een – tot 2040 – ieder jaar toenemend aantal ouderen en een afnemende beroepsbevolking. Steeds hogere kosten die opgebracht moeten worden door steeds minder inkomens. Dus… Tips voor een prettige oude dag (speciaal voor de babyboomgeneratie)
Ja, met een appartement in Noordwijk aan Zee zijn er creatieve oplossingen mogelijk voor wat aanspraak en kleine hand- en spandiensten rond de huishouding. Als u over voldoende financiële middelen beschikt, kunt u zorg inkopen, en uw huis inrichten met elektronische en technische hulpmiddelen om zo lang mogelijk alles zelf te kunnen doen. Maar voor ons allen geldt: wij hebben andere mensen nodig. En liefst een beetje in de buurt als we zelf wat minder mobiel worden. Bah, die afhankelijkheid … Het voelt niet prettig om afhankelijk te zijn. Liefst wanen wij ons heer en meester van ons eigen bestaan. En als we dan hulp nodig hebben, liever een voorziening via de overheid, of iets technisch, dan persoonlijk van een naaste. Dankjewel moeten zeggen. Maar eigenlijk zijn we allemaal altijd afhankelijk van elkaar. Van goede schoolopleidingen en wegen, van ouderlijke zorg, van bereidheid tot medewerking of initiatief, het geven van aandacht, van wellevendheid, en dat de tegenligger ook rechts blijft rijden. Een groot nadeel van voorzieningen is dat uw huishoudelijke hulp zomaar kan worden geschrapt. En de heer en meester kan daar weinig tegen doen, hij telt niet als persoon, zijn belang wordt afgewogen tegen al die andere belangen in den lande. Dát is pas afhankelijkheid. Als de hulp persoonlijk wordt, kun je misschien nog wel eens wat terug doen. Iets aardigs bedenken voor degene die u helpt, een attentie. En inderdaad… dankjewel zeggen. Dat telt wel. Stel, ik leg me erbij neer dat ik afhankelijk ben, en stel, ik leg me erbij neer dat mijn hulp niet van de overheid zal komen. Maar ik heb wel hulp nodig. Waarom zou iemand iets voor mij doen? Omdat iemand om mij geeft Een goede relatie kan veel zorg opnemen zonder schade te lijden. Liefde is de enige ijzersterke reden om iets voor iemand te doen. Maar ook de meer afstandelijke hulp van een vrijwilliger of een betaalde kracht krijgt een veel steviger basis als er persoonlijke betrokkenheid bij komt kijken. Doe hier moeite voor, heb aandacht voor uw hulpen, vrijwilligers, mantelzorgers; ga op zoek naar gedeelde belangstelling, laat u van uw goede kant zien. Houd verhaal. Gezelligheid en zorg zijn een mooie combinatie.
7
Omdat iemand er zelf beter van wordt Geld kan compenseren als er wat minder liefde in het spel is. Maar wees voorzichtig: wat vanuit een goed hart gegeven wordt, wil niet door een volle beurs ontvangen worden. Van betekenis zijn voor iemand, verschil uitmaken in iemands bestaan, dat zijn de belangrijke vormen van beloning. Een arbeidsrelatie wordt uitgedrukt in geld, een zorgrelatie in waardering. En waardering kan sóms de vorm aannemen van een geschenk. Omdat u ook iets voor die ander doet De wederkerigheid. Waar wederkerigheid begint, verdwijnt afhankelijkheid. Mobiliseer al uw kennis, talenten, mogelijkheden. Kunt u lekker koken voor de ander, de kinderen eens opvangen van school, de administratie op orde brengen? Planten opkweken voor in de tuin? In veel gevallen heeft u precies waar het de ander aan ontbreekt: tijd. Maak daar gebruik van voor het opbouwen van een wederkerige relatie. Zelfs als u aan bed gekluisterd bent, kan de ander nog de telefoon naar u doorschakelen voor het opvangen van dat ene belangrijke telefoontje. Omdat iemand het als zijn plicht beschouwt De plicht. Kan een mens door dode punten heen helpen, maar is op den duur ondermijnend. Terwijl liefde en waardering het leven voor beide partijen mooier maakt, neigt de plicht naar versombering. Zo veel mogelijk zien te vermijden. Neem meer hulpen op één taak, om de verplichting te verminderen. Doordat ik een beroep doe op de persoon De vraag moet gesteld worden: wilt u dinsdags boodschappen voor mij meenemen – zo nu en dan de ramen lappen – een keer koffie komen drinken. Het is geen reden, wel een aanleiding, en zonder aanleiding komen weinig dingen tot stand. Wel eng. Maar bedenk: 25% van de Doesburgers is bereid zich in te zetten voor buurtgenoten, en nog eens 31% overweegt dat (WMO-klanttevredenheidsonderzoek 2011). Ruim de helft zegt niet zomaar nee! Met wat mensenkennis en voorselectie kunt u dat percentage nog wel wat hoger krijgen. Noaberschap bestaat nog; er moet alleen wel een beroep op worden gedaan. Wees voorbereid Als je eenmaal hulpbehoevend bent, wordt het lastiger om met anderen goede relaties op te bouwen. Begin op tijd met investeren. Bouw niet uitsluitend op één persoon, je weet nooit wie als eerste wegvalt. Word lid van een vereniging, deel belangstellingen, nodig vrienden en kennissen uit, dan kunt u altijd iemand bellen als u ziek thuis zit en aanspraak of een boodschap nodig heeft. Neem al een hulp in de huishouding als u zelf nog alles kunt. Samen is de boel sneller op orde en u heeft een vertrouwd persoon als u ooit moet afhaken. Te duur? Doe dan met een vriend of vriendin samen elkaars huishouding, al is het maar zo nu en dan. Organiseer eens een buurtfeest of nodig buren uit bij u thuis. Het kan ooit van onschatbare waarde blijken. Van investeringen weet je nooit wat de uiteindelijke opbrengst is. Aan het einde van de rit kunt u toch nog degene zijn die alleen achter blijft. Maar u heeft dan wel van alles meegemaakt. Deel het leven!
8
Doesburgs Burgerinitiatief (4)
Waar en hoe woon ik later? Bereid je voor op je toekomst Dit artikel gaat over wonen Door Wilma Langeveld
Wie naar de kille cijfers kijkt, slaat de angst om het hart. Overduidelijk is dat we binnen een aantal jaren de kosten van de zorg en sociale ondersteuning niet meer kunnen betalen op de wijze waarop dat nu gebeurt. De maatschappij zal ingrijpend veranderen. Onherroepelijk móeten veranderen zelfs. “Laten we er dan ook op lokaal niveau al naar kijken en denken in oplossingen”, is de mening van een Doesburgs burgerinitiatief. Ouder worden we, als het ons gegeven is, allemaal. Feit is dat door ouder worden je lichamelijke en soms ook geestelijke fitheid langzaam afnemen. Ooit komt het moment dat de tuin te groot wordt, het huishoudelijk werk te zwaar. Dit valt goed op te lossen met hulp van kinderen, buren een huishoudelijke hulp of een tuinman. Vanaf ± 75 jarige leeftijd worden voor veel mensen de gevolgen van de ouderdom een belemmering bij het zelfstandig wonen in de eigen woning. Tot voor kort had je dan als het echt niet meer ging het verzorgingshuis achter de hand. Dat is niet meer zo. Door bezuinigingen en het scheiden van wonen en zorg is het verzorgingshuis opgeheven. In IJsselzicht in Doesburg zijn deze veranderingen goed zichtbaar. Vroeger een verzorgingshuis waar je naar toe ging en voor de rest van je leven volledig verzorgd kon wonen. Daarna, tot vorig jaar, een woon-zorgcomplex waar je zelfstandig woonde en een beroep kon doen op de verzorgende van het huis. Nu zijn het seniorenwoningen waar je de zorg, huishoudelijke hulp en personenalarmering zelf mag/moet regelen. Bij Maartenshof en Elisabeth zien we een zelfde ontwikkeling. Volledige verzorging is nog wel mogelijk in Doesburg maar de normen om een plaats te krijgen zijn veel zwaarder geworden. Met de groei van het aantal ouderen dat wordt verwacht zal het huidige aantal woningen geschikt voor ouderen niet voldoende zijn. De vooruitzichten zijn dat in 2040 van de bewoners van Doesburg 40% ouder is dan 65 jaar. Blijven wonen of verhuizen? De vraag is of je het moment afwacht dat het echt niet meer gaat en dan gaat kijken wat er mogelijk is. Of dat je al eerder je plan trekt en terwijl je nog fit bent en zelf dingen kan bepalen je woning voor de toekomst regelt. Je kunt je als 55 plusser alvast eens af vragen; Hoe geschikt is mijn huis om te wonen als ik iets ga mankeren? Wat kan ik veranderen indien nodig en wat kan ik nu alvast doen. Kunnen de drempels eruit, kan ik volledig op de benedenverdieping wonen? Is een traplift mogelijk? En kan ik dat betalen? De conclusie van deze overwegingen kan voor mensen met een huurhuis anders uitpakken dan die met een koophuis. Gezien de huidige huizenmarkt is verhuizen voor mensen met een koopwoning minder makkelijk dan voor mensen met een huurwoning. Meer informatie over aanpassen van uw huis zodat u er kunt blijven wonen als u ouder wordt, vindt u in het volgende artikel. Verhuizen Komt u tot de conclusie dat verhuizen de beste oplossing is dan zijn er verschillende mogelijkheden in Doesburg. Voor kopers zijn die afhankelijk van het aanbod op het moment dat u besluit te gaan kijken. Voor huurders zijn er in Doesburg 3 aanbieders van seniorenwoningen. Vestia beheert de complexen de Rosmolen, Steinborch, de Kloosterkazerne en een aantal woningen aan de Hermaat en een aantal duurdere appartementen aan de IJsselkade. De Gestichten van Weldadigheid, een plaatselijk fonds, heeft seniorenwoningen in de Binnenstad. De derde aanbieder is Woonservice IJsselland. Hoe bereidt deze woningbouwcoöperatie zich voor op de toekomst met meer ouderen en minder voorzieningen? In gesprek met Woonservice IJsselland De woningcorporatie ziet als taak het verzorgen van woningen waar mensen goed en betaalbaar kunnen wonen en kunnen blijven wonen. Ze denken mee als bewoners komen met vragen en helpen met zoeken van oplossingen. Natuurlijk is het fijn als u in uw oudere eengezinswoning waar u al 40 jaar woont, kunt blijven wonen. Misschien zijn er wat aanpassingen of veranderingen nodig. Welke zaken zijn er nodig?, kan het?, wat kost het? Vragen waar we samen met onze huurders antwoorden op zoeken. Misschien kan door het verlagen van drempels, geen gladde badkamervloer meer een bewoner nog jaren vooruit in zijn woning. 9
Als dat om welke reden niet mogelijk is heeft Woonservice IJsselland ongeveer 450 levensloopbestendige woningen. Dit zijn woningen met een slaapkamer en douche op de begane grond en gelijkvloerse appartementen met één of meer slaapkamers met lift, of appartementen met zorg. Door nieuwbouw en het aanpassen van woningen wordt het totale aanbod voortdurend verruimd. Op dit moment zijn er - levensloopbestendige appartementen door de hele stad, van de Kraakselaan, tot aan de Mgr. Bekkerslaan, van het Burgemeester Keiserplein tot en met het Mauritsveld, van Armgardstraat tot Zandbergstraat en nu weer op het Prins Bernhardplein en in Beinum West; - grondgebonden seniorenwoningen van Seringen- tot Esdoornlaan; van de Pol tot de Potsmaat, van Zandberg- tot Waterstraat; - het Ravellijn, groepswonen voor ouderen met 17 appartementen; - IJsselzicht met 70 appartementen; - de Maartenshof met 41 appartementen; - de Hessegracht met 24 verpleegplaatsen. Nieuwe initiatieven Woonservice IJsselland ondersteunt de huurders en staat open voor nieuwe initiatieven. Zo is er het Service Fonds. Voor een geringe vergoeding per maand worden kleine reparaties, die de huurder niet meer kan doen, uitgevoerd door het Servicefonds. Schoonmaakpakketten en tuingereedschap kunnen geleend of gehuurd worden. Voor gebruik voor u zelf, het complex waar u woont, of de tuin van uw oude buurvrouw. Wellicht kunnen deze handreikingen worden uitgebreid, als u ideeën heeft, de woningcorporatie staat er voor open. Samen wonen Daarnaast ziet de woningcorporatie dat het belangrijk is dat buren elkaar kennen, soms eens wat meer delen met elkaar. Dat is handig als u zaken wilt bespreken, maar ook fijn als u elkaar nodig hebt. Met de vaststelling dat de professionele zorgverlening zoals deze nu wordt verleend niet meer betaalbaar is moeten we op zoek naar alternatieven. Familie, vrienden, bekenden kunnen (moeten) daar een rol in gaan spelen. Maar we kunnen ook samen in een complex, de straat, in de buurt kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat onze buren kunnen blijven wonen. Praktijkvoorbeelden in Doesburg laten al zien welke richting we uit kunnen. Bewoners samen Aan de Halve Maanweg staat: “Het Ravelijn”. Een woongebouw dat tot stand is gekomen door een initiatief van mensen die meer met elkaar willen delen en de inzet van WIJ. "Nabuurschap" is de basis van wat de bewoners met elkaar delen. De mogelijkheid van een tweede woongroep wordt onderzocht. In verschillende appartementsgebouwen zie je dat bewoners elkaar opzoeken om samen zaken te regelen. “M’Ooizicht”, het appartementencomplex boven de Aldi, kent een bewonersgroep die overlegt over binnentuin, verlichting en woonomgeving. Maar de bewoners ontmoeten elkaar ook bij de gemeenschappelijke barbecue. Op een wat grotere schaal zie je dat er bijna in alle wijken wijkraden zijn. Gemeenschappelijke initiatieven waar bewoners elkaar ontmoeten en samen problemen bespreken en zaken oppakken. Wat er precies allemaal gaat veranderen is niet helemaal duidelijk. Maar dat we met meer ouderen en minder geld moeten gaan zorgen dat mensen toch nog goed, veilig, betaalbaar en prettig kunnen wonen is helder. Dat iedere burger daar zelf ook verantwoordelijk voor is door op tijd over zijn woontoekomst na te denken ook.
10
Doesburgs Burgerinitiatief (5)
Waar en hoe woon ik later? Bereid je voor op je toekomst Veranderingen in de zorg: wat u zelf kunt doen Door Gerard Wolters
Als we niet oppassen, krijgt het praten over zorg een zorgelijk karakter over houdbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit. Kunnen we de zorg in de toekomst nog betalen? Moeten we de rem op de zorgvraag zetten? Is er voldoende personeel? Het is een puzzel geworden met vele stukjes. Wie dan leeft die dan zorgt. Maar in de nabije toekomst zal een groot gedeelte van de verzorgingsstaat gesloopt worden. Verworvenheden en zekerheden gaan op de helling. De overheid treedt terug en wijst naar de eigen verantwoordelijkheid van de burger. De burger, op haar beurt, leeft nog vanuit de gedachte van de verzorgingsstaat en wijst naar de overheid om de problemen op te lossen. De professionele zorg wordt schaarser, terwijl de vraag zal stijgen. Recente ontwikkelingen bij IJsselzicht en St. Elisabeth spreken voor zich. In De Gelderlander stond recent nog de volgende krantenkop over de Achterhoekse Zorginstelling Sensire: ”…1.100 huishoudelijke hulpen raken baan kwijt…”. Eerst thuis kijken Wie dan leeft…. die dan zorgt. Als het gaat om directe hulp valt het met de solidariteit van de persoonlijke en familiale relaties misschien nog wel mee, maar de solidariteit tussen generaties staat wel degelijk onder druk. Kinderen wonen soms ver van huis, hebben hun eigen bezigheden en kunnen vaak niet onmiddellijk de helpende hand bieden. De weg terug naar de jaren ‘50 van de vorige eeuw kan niet meer afgelegd worden. Nee, nu staat de “eigen verantwoordelijkheid” van de burger hoog in het vaandel van de politiek. De burger wordt geconfronteerd met hogere drempels tot de zorg. De senior van nu moet eerst naar de eigen leefsituatie en -omgeving kijken voordat de oplossing van zijn of haar zorgvraag in behandeling wordt genomen. Gewetensvragen Dit betekent voor senioren o.a. dat zij zelf zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven moeten houden. En dan het liefst in de eigen, vertrouwde woonomgeving. Maar met het ouder worden kan er een moment komen dat dit niet meer zo goed lukt. Hoe bereid je je hierop voor en welke stappen kun je nu al nemen? Hoe kun je ervoor zorgen dat je de regie niet uit handen hoeft te geven? Allemaal legitieme vragen. Soms zijn dit ook pijnlijke, angstige of vervelende vragen. We denken hier liever niet over na. Daarnaast, maar niet minder belangrijk, is het de vraag of binnen de samenleving mensen ook bereid zijn verregaande zorg te verlenen wanneer men niet door verwantschap met elkaar verbonden is. Een vraag die met name kwetsbare ouderen zal raken. Zij die geen familie in de buurt hebben wonen. Zij die alleenstaand zijn. Hun aantal zal alleen maar toenemen. De bui zien aankomen Bejaardenhuizen bestaan niet meer. Verzorgings- en verpleeghuizen zijn alleen nog toegankelijk met een zware indicatiestelling. Uitgangspunt is daarmee geworden: het zo lang mogelijk op eigen benen blijven staan. Anno 2013 begint dat met een bewustwording van eigen woning en woonomgeving en de wetenschap dat onze kinderen veelal verder weg wonen, een eigen gezin hebben. Het is daarmee niet vanzelfsprekend dat die meteen klaar kunnen staan. De conclusie lijkt dan ook dat we aan een praktische huisvesting voor onszelf moeten willen bouwen en dat we (nog meer) in onze sociale contacten moeten investeren. De inrichting van de woning: Hoe staat het met de bewustwording op het gebied van woningaanpassing? Het CSO (de gezamenlijke ouderenbonden in Doesburg) hanteert hiervoor een woontest. Zien de senioren de toekomst voldoende realistisch onder ogen en denken zij voldoende na over de praktische mogelijkheden die hen ter beschikking staan? Vooral over hun woonsituatie: kan ik blijven wonen? En zo ja, wat moet mogelijk anders? Bijstaand kader geeft een aantal aandachtspunten en suggesties die mogelijk kunnen helpen bij het duidelijk krijgen van die eigen situatie. Domotica Domotica (ook wel huisautomatisering genoemd) is de toepassing van elektronische hulpmiddelen in huis. Deze toepassing kan een bijdrage zijn aan een betere kwaliteit van wonen en leven. Bij Domotica draait het niet alleen om toepassing in de woning, maar ook om de dienstverlening van buitenaf naar de woning, zoals bijvoorbeeld contact met de wijkverpleegkundige, buren, mantelzorg e.d. De laatste jaren kent Domotica een snelle ontwikkeling. Om enig idee te krijgen van de mogelijkheden volgen hier enkele en willekeurige toepassingen. 11
Veiligheid Het kunnen relatief eenvoudige opstellingen zijn, zoals de deur die automatisch opent en sluit als men ze nadert, of de verlichting van de hal die automatisch aanflitst als er aangebeld wordt. Systeem van camera, beeldscherm en geluid dat doorschakelt naar de mobiele telefoon, de buren. Inbraakalarm per telefoon of SMS naar bewakingscentrale of politie. Brand- of rookalarm naar bewakingscentrale, bewakingscamera’s voor particulier gebruik, ramen automatisch laten openen bij CO-alarm, Mobiliteitsbewaking m.b.v. bewegingssensoren en/of camera' s; daarmee kan automatisch bepaald worden dat een bewoner hulp nodig heeft na bijvoorbeeld een ongeval in huis. Dit vindt vooral toepassing in woningen voor ouderen. Verlichting Sensoren ontsteken de verlichting als een persoon in de buurt komt en doven ze als er niemand meer is. Elektronische dimmers om de sterkte van de verlichting aan te passen aan de behoefte. Als u het huis verlaat gaan alle lichten uit en de verwarming op nachtstand. Als u gaat slapen: met één schakelaar gaan alle lichten uit. Sanitair Waterkranen die openen bij nabijheid van handen en sluiten bij wegtrekken ervan. Dit biedt hygiënische voordelen: niemand hoeft met schoon gewassen handen een kraan dicht te draaien die voordien met vuile handen geopend is. Het voorkomt ook waterverspilling als een kraan zou blijven lopen. Automatisch doorspoelen van toilet of urinoir en eventueel reiniging van de toiletbril als de gebruiker is opgestaan. Hoewel de mogelijkheden van Domotica ruim zijn, is het aan te raden om vooral praktisch te blijven. Het is kostbaar. Met name in verpleeghuizen ziet men al vele toepassingen. (zie bijvoorbeeld www.domotica.uwpagina.nl). De conclusies die we tenslotte trekken zijn op de eerste plaats: ontwikkel enig bewustzijn van mogelijkheden en aanpassing van de huidige woning. Op de tweede plaats: overweeg eventuele verhuizing naar een kleiner optrekje (bijvoorbeeld een o-tredenwoning). En op de derde plaats: het hebben van een breed sociaal netwerk is ongelooflijk belangrijk. Investeer in sociale contacten. (Familie, Noaberschap, Mantelzorg).
12
Woontest CSO Toegang van de woning - Kunt u in het donker gemakkelijke uw deurslot vinden? - Bevindt het slot zich boven de deurklink? - Komt u gemakkelijk de drempel bij voor- of achterdeur over? - Als er wordt aangebeld, kunt u de persoon voor de deur dan zien? Bent u ingericht op eventueel rolstoelgebruik? - Zijn de deuropeningen breed genoeg? - Is uw toilet ruim genoeg? - Kunt u de drempel tussen hal en woonkamer gemakkelijk over komen? - Is uw woonkamer gevrijwaard van overbodige obstakels, c.q. ruim genoeg? - Komt u gemakkelijk de drempel naar de keuken over? De keuken - Is het materiaal op de keukenvloer voldoende stroef? - Kunt u gemakkelijk bij de bovenste kastjes in de keuken? - Kunt u gemakkelijk bij de onderste kastjes in de keuken? De trap - Heeft de trap aan weerszijden leuningen? - Is de trap vrij van losse bekleding? - Is de trap vrij van ‘rommel’? - Is er een ruime doorgang vanuit de gang/overloop naar de slaapkamer? De slaapkamer - Kunt u de drempel naar uw slaapkamer gemakkelijk overkomen? - Heeft u losse kleedjes op een gladde ondergrond? - Is deze kamer gevrijwaard van overbodige obstakels, c.q. ruim genoeg? - Is er een tweede toilet op de verdieping aanwezig? Badkamer - Is de badkamer vloer voldoende stroef? - Heeft u een geleidelijk aflopende douchevloer? - Is er een eenvoudig te bedienen thermosstatische mengkraan? Tuin - Heeft u een buitenruimte (tuin/balkon)? - Kunt u gemakkelijk de buitenruimte betreden? - Is de buitenruimte eenvoudig te onderhouden? Raamwerk - Zijn uw ramen eenvoudig schoon te maken? - Zijn uw ramen en deuren volgens u voldoende beveiligd? Overig - Onderhoudt u regelmatig sociale contacten? - Staat u ingeschreven voor een ander huis/0-tredenwoning? - Denkt u na over het onderhoud van de woonomgeving/ tuin?
13
Doesburgs Burgerinitiatief (6)
Het mes erin - een aanzet tot nadenken over mantelzorg 2.0 Door Chris Kors
Wie naar de kille cijfers kijkt, slaat de angst om het hart. Overduidelijk is dat we binnen een aantal jaren de kosten van de zorg en sociale ondersteuning niet meer kunnen betalen op de wijze waarop dat nu gebeurt. De maatschappij zal ingrijpend veranderen. Onherroepelijk móeten veranderen zelfs. “Laten we er dan ook op lokaal niveau al naar kijken en denken in oplossingen”, is de mening van een Doesburgs burgerinitiatief. We wonen in een stad met een verhaal. Het verhaal van Martinus. Elk jaar wordt het aan de kinderen verteld, voordat ze met hun lampionnen zingend door de straten trekken. Zakken en tassen worden gevuld met allerhande lekkernijen die de kinderen scoren aan de deur. Het is ze van harte gegund. Maar hopelijk is het verhaal hen ook bijgebleven. Dat verhaal over Maarten die als piepjonge soldaat in Amiens belandde waar hij een in lompen gehulde bedelaar tegenkwam, bibberend van de kou. Omdat hij alles wat hij bezat al had weggegeven aan andere armen, zette Maarten resoluut het mes in zijn soldatenjas, sneed die doormidden en gaf de helft ervan aan de bedelaar; zo had die tenminste nog iets om zich tegen de kou te beschermen. Die nacht droomde Maarten dat Jezus aan hem verscheen en hij zag dat Jezus de helft van zijn jas droeg. Die heb ik van jou gekregen, zei Jezus… Een prachtige vertelling en goed voor een stuk folklore. Maar misschien geeft die gedeelde jas ons nog wel meer stof tot nadenken. Met recht mogen we zeggen dat het in dit verhaal om mantelzorg avant la lettre gaat. Hoe zou dit verhaal ons kunnen inspireren tot mantelzorg 2.0? Die vraag is eens te meer actueel wanneer we in ogenschouw nemen welke veranderingen er de komende jaren op ons af gaan komen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en zorgverlening. Rigoureus gaat het mes in deze voorzieningen. De financiële noodzaak hiervan behoeft wellicht nauwelijks meer betoog; naar welke kant het mes snijdt daarentegen wel. In een ingezonden brief in de krant vertelt een moeder over de zorg die haar meervoudig gehandicapte zoon nodig heeft. Haar is alvast te verstaan gegeven dat diverse voorzieningen waar ze tot nu toe nog een beroep op heeft kunnen doen, straks zeker zullen wegvallen. En dat voor een deel opnieuw bekeken moet worden of ze er nog wel voor in aanmerking zou kunnen komen. "Wordt dit werkelijk onze toekomst?" vraagt zij zich af. Nu al heeft zij haar handen meer dan vol aan de verzorging van haar zoon. Voor haar gevoel is zij straks in hoofdzaak mantelzorger van haar zoon en kan zij nog maar nauwelijks moeder voor hem zijn. Een schrijnende situatie. We hebben hier niet te maken met een moeder die zich onttrekt aan haar eigen verantwoordelijkheid, integendeel. Maar wie en wat maken het haar mogelijk om die verantwoordelijkheid te kunnen blijven nemen? De gekenschetste situatie daagt dan ook uit tot nadenken over grenzen en kansen van de zorg en over wie de spelers in dat spel zijn. Misschien is dat even schakelen voor ons. We komen uit een tijd waarin we erg op onszelf zijn geraakt, geïndividualiseerd. Niet dat we niks met een ander te maken willen hebben, maar dat we slechts individu binnen een gemeenschap kunnen zijn, is een notie die op menig terrein van onze samenleving uit beeld is geraakt. Hoezeer de opgebouwde verzorgingsstaat ook een groot goed is, het heeft ons ook het besef van noodzakelijkheid ontnomen om als een heuse Martinus onze eigen ‘mantels’ doormidden te snijden, zorg voor elkaar te dragen. Wie immers zorg of ondersteuning nodig had, kon een beroep doen op verschillende instanties of de overheid. Dat hadden we in ons landje dik voor elkaar, nietwaar! De verzorgingsstaat an sich werd een kwaliteitskeurmerk voor een samenleving die zorgzaam heette te zijn, maar waar wij ons als samenleving niet verantwoordelijk voor voelden. Die verantwoordelijkheid hadden we gedelegeerd aan instanties, de overheid, anderen, ‘niet ik’. Zelf hadden we het vooral druk met onze eigen kansen en mogelijkheden om te groeien en ons te ontwikkelen. En waren die niet schier eindeloos? Inmiddels is de realiteit een stuk weerbarstiger geworden. Bij alles wat een overheid voor ons kan doen om uit ‘de crisis’ te raken, ligt de bal net zo goed bij u en mij als het gaat om zorg en welzijn. Misschien juist wel allereerst bij u en mij. Als Martinus op zijn paard was doorgereden, had niemand daar vreemd van opgekeken. Zelfs de koulijdende bedelaar niet. Maar Martinus reed niet door. Evenmin kocht hij het lenigen van de nood af door de bedelaar wat geld toe te werpen. Martinus deed iets anders en hij aarzelde daarin niet. Hij liet deze mens op zijn pad niet in de kou staan, maar zette het mes in iets wat hij zelf ook nog heel goed had kunnen gebruiken: zijn mantel.
14
foto: René & Peter van der Krogt Het verhaal van Sint Maarten verwoordt daarmee treffend welke omslag in ons denken noodzakelijk is om te komen tot mantelzorg 2.0. Dat is een mantelzorg die de verantwoordelijkheid hiervoor niet bij anderen legt, maar allereerst bij zichzelf. En dan niet enkel bij diegenen die daarin nauwelijks wat te kiezen hebben omdat iemand in hun directe nabijheid op hun zorg is aangewezen. Soms laat hun situatie zich bovenal kenschetsen als een onmogelijke spagaat doordat ze zorg moeten bieden die ze nauwelijks waar kunnen maken, bijvoorbeeld omdat ze nu eenmaal te ver weg wonen. Mantelzorg 2.0 zet dan ook niet in op verbanden als familie en vrienden - hoe voor de hand liggend die ook kunnen zijn - maar op verbanden die makkelijk kunnen ontstaan doordat men in elkaars nabijheid woont. De buurt kan zo voor één van hen een mantel zijn en de sportvereniging voor het gezin van één van haar leden. Geloofsgemeenschappen zijn ook zo’n netwerk met niet alleen een antennefunctie voor mensen die hulp kunnen gebruiken, maar met ook de nodige deskundigheid om een eindje met mensen op te lopen, en met een aanbod van vrijplaatsen waar mensen een bakkie troost kunnen krijgen en zich gewoon eens even gezien en gehoord voelen. Mantelzorg 2.0 benut aanwezige netwerken ter plaatse om handen en voeten te geven aan zorg waar mensen het alleen niet (meer) redden. Wie kan ík voor jou zijn, wat kan ík voor jou doen? Waar u en ik deze verantwoordelijkheid handen en voeten geven, dragen wij niet alleen bij aan de opbouw van een zorgzame samenleving, maar ook aan het ontzorgen van een moeder als hierboven genoemd, zodat zij niet in de rats hoeft te zitten over de zorg voor haar meervoudig gehandicapte kind. Niet de ontmanteling van de verzorgingsstaat is asociaal. Het niet participeren in de opbouw van een zorgzame samenleving: dát is asociaal en mogen we niet met de mantel der liefde bedekken.
15
Doesburgs Burgerinitiatief (7)
Zorg voor ouderen; Turkse Doesburgers aan het woord Door Ben Kruk
Doesburg kent twee bijzondere gemeenschappen; de Turkse en de Molukse. Gemeenschappen met een eigen culturele achtergrond en daarmee samenhangende tradities. Hoe kijken zij aan tegen de op handen zijnde veranderingen in ons zorgstelsel? En vooral: aan welke oplossingen denken zij als in de nabije toekomst allerlei nu nog bestaande zorgvoorzieningen er niet meer zullen zijn? Wie zorgt er bijvoorbeeld voor ouders als ze hulpbehoevend worden? In dit artikel komen vertegenwoordigers van de Turkse gemeenschap aan het woord. De reactie van gesprekspartners uit de Molukse gemeenschap vindt u in het volgende artikel. Na een hartelijke ontvangst met koffie en eau de cologne voor handen en hoofd ontstaat een inspirerend gesprek waarbij de Imam, Burhan Türk, de voorzitter van het moskeebestuur, Halit Carkit, en bestuurlid Mustafa Türker aanwezig zijn. Wat staat er op de harde schijf van kinderen? Voor de Turkse gemeenschap is het geloof de bron voor het vinden van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. En Allah leert dat wie in hem gelooft de plicht heeft om voor zijn ouders te zorgen. De eerste generatie die naar Nederland kwam is in Turkije nog opgegroeid met deze traditie. Turkse jongeren van nu horen thuis nog wel die verhalen, maar groeien op in een heel andere samenleving. Met wat zij hebben geleerd ondersteunen ze de oudere generatie, bijvoorbeeld door administratie voor hen bij te houden. Ouderen van hun kant delen wat zij hebben aan geld, kennis en levenservaring. Individualisering is binnen de Turkse gemeenschap lang niet zo’n item als in de Nederlandse samenleving. Op tal van momenten, zoals tijdens religieuze feestdagen, merk je de betrokkenheid van jongeren op de oudere generatie. Aan dit soort dingen merk je dat de traditie op de harde schijf van de Turkse jongeren is opgeslagen. De praktijk De bezuinigingen en de versoberingen van de zorg zullen ongetwijfeld ook de Turkse gemeenschap raken. Toch verwacht men dat de traditie van onderlinge zorg een eerste vangnet zal zijn. Als kinderen verder van hun ouders vandaan wonen, wordt aan de ouders gevraagd wat zij zelf zouden willen. Uitgangspunt is dat de oudste zoon de zorg voor hulpbehoevende ouders op zich neemt, maar uiteindelijk beslissen de ouders bij wie ze hun oude dag willen doorbrengen. In die situatie zullen zij van hun kant bijdragen in de kosten voor levensonderhoud van het gezin. Onze gesprekspartners zijn ervan overtuigd dat zorgrelaties in stand kunnen blijven als verzorgen en elkaar helpen niet eenzijdig zijn. Tegelijkertijd menen zij dat wanneer intensieve zorg nodig is er altijd de mogelijkheid van opname in een verpleeghuis zou moeten zijn. Daarbij wordt een opmerkelijk persoonlijk voorbeeld aangehaald. De vader van een gezin, waarvan de oudste zoon in Doesburg woont, heeft de ziekte van Alzheimer en is dement. Deze man woont bij zijn jongste zoon op het platteland van Turkije. Dit gezin ontvangt een vergoeding van € 350,- per maand voor de mantelzorg die zij verlenen. Sinds ongeveer 4 jaar is deze mantelzorgvergoeding in Turkije een wettelijk recht. De familie had er ook voor kunnen kiezen om hun dementerende vader te laten opnemen in een verpleeghuis in Nederland of Turkije. Achter de opvattingen over zorg voor elkaar door verschillende generaties gebaseerd op wederkerigheid zit niet alleen de “harde schijf” van de traditie, maar ook de gedachte dat wie goed voor een ander zorgt mag verwachten dat er ook voor hem/haar wordt gezorgd als dat nodig is. Suggesties van de Turkse gesprekspartners Verpleeghuiszorg is erg duur (zo’n € 300,- per persoon per dag). Als gezinnen, die zelf de zorg voor een zwaar hulpbehoevende oudere op zich nemen, daar een vergoeding voor zouden kunnen krijgen, zouden veel ouderen in hun eigen vertrouwde omgeving verzorgd kunnen worden én zou dat fors minder geld kosten. Ouderen moeten steeds meer uit eigen vermogen bijdragen aan de kosten van verzorging in een verpleegof verzorgingshuis. Dat kan oplopen tot ruim € 2.100,- per maand. Ouders en kinderen zouden ook kunnen afspreken dat een hulpbehoevende oudere door de eigen kinderen wordt verzorgd en dat de oudere daaraan financieel bijdraagt uit vermogen, AOW en/of pensioenuitkering. Voorlichting De Turkse gemeenschap is zich nog weinig bewust van de bezuinigingen op en versoberingen van zorgvoorzieningen. Er is een duidelijke behoefte aan voorlichting. Het moskeebestuur biedt van harte aan om voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren waar de gemeente of andere deskundigen komen vertellen wat er gaat veranderen en waar mensen met hun vragen terecht kunnen. 16
Vertaling door Halit Carkit Doesburg da bilinen iki toplum var; Türk ve Molük toplumu. Bu toplumların kendilerine ait kültürleri ve buna ba lı örf ve ananeleri var. Bu toplumlar nüfus ya lanmasının ortak ya amdaki de i im ve etkilerine nasıl bakıyorlar? Helede: u anda var olan fakat yakın gelecekte büyük ihtimalle ortadan kaldırılacak olan bakım imkanlarının olmaması durumunda ne gibi çözüm dü ünüyorlar? Ya lılar bakıma muhtaç duruma dü ünce onlara kim bakacak? Bugün bu konularda konu acaklar. Türk toplumu HDV Doesburg Anadolu Camii imamı Burhan Türk, yönetim kurulu ba kanı Halit Çarkıt ve yönetim kurulu üyesi Mustafa Türker in kahve ve kolonyalı sıcak kar ılamalarıyla dikkat çekici bir konu ma yapıldı. Çocukların belleklerinde neler var? Türk toplumunun kültüründe büyük etkisi olan dini inanc, toplumsal sorunların çözüm kayna ıdır. Ve ALLAH kendisine iman edenlere anne ve babasına itaat etmeyi,ya landıklarında onlara bakmayı emrediyor. Bu emir konumuzdaki sorunlara çözüm arayı ının çıkı noktası. Tabiiki Hollandaya gelen birinci ku ak Türkiyede bu gelenekle yeti ti. Hollandada Türk gençleri de i ik bir ortamda yeti iyorlar, ama ebeveynlerinden bu gelene i ö reniyorlar. Gençlerde Hollandada almı oldukları e itimle ya lılara destek sa lıyorlar. Ka ıt kürek tabir edilen yazı ma i lerini, resmi yerlerdeki i lerini takip etmek bunun güzel bir örne i. Gençler ya lılara destek sa lıyorlar, ama ya lılarda onlara kar ı bo de iller. Onlarda imkanlarını çocuklarıyla payla ıyorlar: para, bilgi, gelir, hayat tecrübeleri, vs. Hollanda toplumuna damgasını vuran bireyselle me Türk toplumunda henüz o kadar güçlü de il. Bu durum Türk toplumunun dini bayramlarında açıkca görülür. Bayramlara bütün ku aklar i tirak eder ve gençler ya lıları ziyaret, eder onların hal ve hatırlarını sorarlar. Sadece kendi ailesini de il di er büyükleri de ziyaret ederler. Gençler bunları ö reniyorlar ve büyüklerde bunu iyi yapıyorlar. Kimse gelece i tam göremez, ama gençlerin ya lılardan ö renip tecrübe edindikleri eyler onların belleklerine i lenir gelenek ve görenekler ku aktan ku a a aktarılır. leyi Bakım i lerindeki tasarruf tedbirleri ve kötüle me Türk toplumunu da etkileyecektir, ama gelenek ve görenekler ve yardımla ma ile belkide daha az hissedilecektir. lk tepki bu problemi içimizde nasıl çözeriz eklinde olacaktır. Türk ya lıları bakımevlerini zaten Doesburg da kullanmamaktadır. E er ki bakım i leri o kadar kötüle ir dayanılmaz hale gelecek olursa o zaman Türk toplumu reaksiyon gösterir ve bunun çözümü politik yollarla olur. Aile içi bakımı hakkındaki devam eden sorulara güzel bakı açıları getirildi. E er çocuklar anne ve babalarından uzakta oturacaksa önce anne ve babaya arzuları sorulur. Bazan anne ve baba Türkiyede ya ayan çocukları varsa geri dönü ü tercih ederek oradaki çocu unun yardımını ye lemekte. Bazande karde ler arasında dü ünce farklılı ı olu makta, çünkü gelene e gore büyük erkek çocuk anne ve babaya bakmakla yükümlüdür. Ama sonuçta karar anne ve babaya aittir. Anne ve baba bakım masraflarını kendileri kar ılayamıyorsa karde ler aralarında bakım masraflarını payla ırlar. E er anne babanın maddi durumu iyi ise yanlarında kaldıkları çocuklarına maddi olarak yardım ederler. Konu tu umuz ki iler yardımla manın kar ılıklı olması halinde kalıcı olaca ına inanıyorlar. Aynı zamanda intensif bakımın gerekli old u durumlar için (örne in alzheimer veya felçlilik durumunda) bakım evlerinin art oldu na inanıyorlar. Bir ailenin babası alzheimer hastası ve büyük o lu Doesburg da ya ıyor. Bu baba Türkiyede köyde en küçük o lunun yanında ya ıyor. Bu o lu devletten € 350,- bakım yardımı alıyor. Bu devlet yardımı Türkiyede ortalama 4 yıldır kanuni bir haktır. Aile alzheimer hastası olan babalarını Hollandada veya Türkiyede bir bakımevine aldırmayıda seçebilirdi. ikayetler Bakımevleri oldukça pahalı (ortalama ki i ba ı günlü ü € 300,-) ayet a ır bakım ihtiyacı olan ya lılara baktı ı takdirde bakan kimseye bir maa hakkı verilirse, o zaman ya lılar hem kendilerini daha mutlu hissedecekleri kendi çevrelerinden bir aile ferdi tarafından bakılacak hemde büyük ölçüde tasarruf edilecektir. Ya lılar bakımevlerine bakımları için gittikçe daha fazla kendi imkanlarından vermek zorundadırlar. Bu rakam aylık € 2100,- euroyu bulmaktadır. Bakıma muhtaç anne ve babalar çocukları ile anla arak kendi finansal kaynaklarından (AOW ve pansiyon aylıklarından) çocuklarına ödeme yapabilir. Özetle denebilirki ku akların birbirlerine bakımı, geridönü ümü sadece belleklerdeki geleneklerle de il aynı zamanda kim ba kasına iyi bakım sa lıyorsa, lazım oldu unda kendisinede iyi bakılması beklentisi içinde olabilir. Açıklamalar Türk toplumu bakım imkanlarındaki tasarruf tedbirlerinden ve kötüle meden pek haberdar de iller. Açıkça görülüyorki bilgilendirilmeye ihtiyaçları var. Cami yönetimi uzmanların ve belediye görevlilerininde katılaca ı neler de i iyor insanlar sorularını hangi mercilere yöneltebilecekleri hakkında bilgilendirme toplantısını seve seve organize etmeye hazır oldu unu bildiriyor. 17
Doesburgs Burgerinitiatief (8)
Zorg voor ouderen; twee geluiden uit de Molukse gemeenschap Door Ben Kruk
Doesburg kent twee bijzondere gemeenschappen; de Turkse en de Molukse. Gemeenschappen met een eigen culturele achtergrond en daarmee samenhangende tradities. Hoe kijken zij aan tegen de op handen zijnde veranderingen in ons zorgstelsel? En vooral: aan welke oplossingen denken zij als in de nabije toekomst allerlei nu nog bestaande zorgvoorzieningen er niet meer zullen zijn? Wie zorgt er bijvoorbeeld voor ouders als ze hulpbehoevend worden? In dit artikel komen gesprekspartners uit de Molukse gemeenschap aan het woord. De reactie van vertegenwoordigers van de Turkse gemeenschap vindt u in het vorige artikel. Het beste van twee werelden Dat is wat we dachten na de gesprekken met Wim Louhenapessy en Chris Tehupuring. Twee mannen uit de Molukse gemeenschap in Doesburg. En eigenlijk zijn ze dat toch ook weer een beetje niet. Ze voelen zich sterk verbonden met hun land van herkomst, maar zijn toch vooral Nederlander en zelfs wereldburger. Open naar de samenleving, dienstbaar en sociaal bijzonder actief in de Doesburgse samenleving. Zelf je zaakjes regelen Wim heeft weinig contact met de Molukse gemeenschap als geheel, maar zoals hij zegt “de cultuur blijft”. Hij vertelt over het pela-systeem, de belangrijkste Molukse organisatievorm om betrekkingen buiten het eigen dorp tot stand te brengen. ‘Pela’ is een verbintenis tussen een of meer dorpen, soms op verschillende eilanden en behorend tot verschillende godsdiensten en houdt de belofte in om elkaar te helpen als dat nodig is. Hoewel ieder dorp maar één of enkele pela-schappen heeft, is het totaaleffect van dit dichte netwerk van elkaar kruisende verbintenissen zo sterk, dat alle bewoners van de Midden- Molukken betrokken zijn bij de pela gedachte en daarin het idee van een eenheid beleven, waarin zij allen delen. De pela waartoe alle families uit het dorp Tuhaha - waaronder de familie Louhenapessy - behoren bestaat uit christelijke en islamitische families. Dat is historisch gegroeid en die verbondenheid bestaat tot op de dag van vandaag. Ook in Nederland zijn de pela’s nog sterk georganiseerd. Om de pela levend te houden, vinden jaarlijks bijeenkomsten plaats waar nieuwtjes worden uitgewisseld, naar elkaar wordt geïnformeerd en wordt besproken of er hulp nodig is. Vaak ondersteunt een pela ook projecten in het dorp van oorsprong op de Molukken. De hulp lijkt zich vaak vooral te concentreren op situaties waarin iemand is overleden, zoals de organisatie van de begrafenis en aandacht voor de nabestaanden. Wim spreekt bevlogen over de pela, maar maakt tegelijk duidelijk dat hij vindt dat je zeker ook zelf je zaakjes goed moet regelen. Veel ouderen verwachten dat ze door familie of de gemeenschap zullen worden verzorgd als dat nodig mocht zijn. Van zijn ouders heeft hij al meegekregen dat hij vooral ook zelf zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Veel investeren in sociale contacten en in lidmaatschappen van maatschappelijke organisaties en actief zijn in het verenigingsleven is dan ook zijn manier om midden in de samenleving te blijven staan. Over de toekomst maakt Wim zich niet zozeer zorgen. Zijn levensmotto is dat “wie goed doet, goed ontmoet”. Hij wil niemand tot last zijn en zo lang mogelijk maatschappelijk actief blijven. En als het dan zover komt dat hij hulp nodig mocht hebben, dan hoopt hij dat sprake is van wederkerigheid en anderen ook iets voor hem willen doen. En mocht dat niet meer gaan, dat er dan professionele zorg voor hem zal zijn. Alert blijven Chris vertelt altijd te hebben gedacht “het komt wel goed”, maar daar is hij na zijn pensionering anders over gaan denken toen zijn pensioenuitkering veel lager bleek te zijn dan hij had verwacht. Sindsdien zegt hij tegen zijn vrouw: “we moeten alert blijven”. Chris vindt het belangrijk zich maatschappelijk voor anderen in te kunnen zetten. Naast zorg voor de naaste familie, vertaalt hij dat ook in wekelijks meehelpen op de dagbesteding voor de bewoners van St. Elisabeth. Hulp aan oudere mensen “dat moet gewoon”. Dat is mede ingegeven door zijn Molukse achtergrond. Het is gebruikelijk dat families elkaar helpen. En dan gaat het om families die oorspronkelijk uit hetzelfde dorp op de Molukken afkomstig zijn. Tot op de dag van vandaag weten Molukkers uit welk dorp hun (voor)ouders kwamen en de band die dat geeft is hecht - ook in Doesburg. Als het op onderlinge hulp aankomt, zijn deze familiebanden en de pela even belangrijk voor Chris. Maar hoewel de pelastructuur nog altijd bestaat, is het aan de jonge, opgroeiende generaties om te besluiten hoe zij daar hun weg in vinden.
18
Elkaar leren kennen en omzien naar elkaar Chris maakt zich best zorgen over het wegvallen van zorgvoorzieningen. En hij schrikt ook als je leest wat de prijs is van medicijnen of zorgvoorzieningen. Dat er geen sprake meer zal zijn van een automatisme van professionele zorg als je dat nodig hebt, betekent niet dat hij er van uitgaat dat de Molukse gemeenschap eventuele problemen wel zal opvangen. Deze gemeenschap is geen homogene groep meer. Er is zeker wel sprake van verbondenheid maar die kan heel verschillend zijn. Voor Molukkers die na 1949 lang in kampen hebben gewoond kan die verbondenheid heel anders zijn dan voor degenen die niet of maar kort in een opvangpension hebben gewoond. Chris wil zolang mogelijk met zijn vrouw zelfstandig blijven en daar zet hij zich volledig voor in. Hij koestert oude normen en waarden, maar leeft volledig in de Nederlandse samenleving. Hij wil zijn kinderen niet tot last zijn en koestert geen verwachtingen in hun richting. Misschien bieden zij hun hulp aan als dat nodig mocht zijn, maar hij zal het ze niet opdringen. Om zijn zelfstandigheid zo lang mogelijk te kunnen behouden, investeert Chris veel in goede contacten in de buurt. Dat begint met elkaar leren kennen, bijvoorbeeld tijdens een buurtactiviteit, samen kinderen bezig houden of een straatvolleybaltoernooi. En hij investeert veel in contacten in de Doesburse samenleving op allerlei terreinen, van vrijwilligerswerk in St. Elisabeth tot deelname aan de ' creatief schrijven' -cursus van de Buurtacademie. Chris geniet daarvan en zijn motto lijkt te zijn: “elkaar leren kennen en omzien naar elkaar”.
19