Materieelgezien Nummer 4 | mei/juni 2013
Softwarematig slagkracht scheppen IP-W: Onderzeebootvloot onder handen DMO’ers in de Orde van Oranje-Nassau
2
Materieelgezien nummer 4 | mei/juni 2013
Inhoud
Column
3
6. Operationeel koppiekoppie
Grootschalige verbouwingen? Maanden in dok? Niets daarvan. CAMS Force Vision heeft Zr.Ms. Johan de Witt net de grootste operationele verbetering in jaren achter de rug gegeven. En al dat nodig was, was het draaien van een dvd’tje.
11. Onderzeeboot duikt in het dok
6
Met het doorknippen van een kabel in de commandocentrale van Zr.Ms. Zeeleeuw is het instandhoudings project Walrusklasse van start gegaan. Een reeks operationele opwaarderingen stoomt de Onderzeedienst klaar voor de uitdagingen van de 21ste eeuw.
De spiegel voorhouden
18. DMO’ers in de Orde van Oranje-Nassau
De DMO is sinds 26 april twee Leden in Orde van OranjeNassau rijker. Dannij van der Sluis en Jaap de Boer zijn onderscheiden voor het verdienstelijke werk dat zij voor de samenleving verzetten.
En verder
11
4. In ’t kort 10. Solliciteren en plaatsmaken 14. DMO en de Inhuldiging 16. Werkplekgezien 20. Op locatie
18 Cover: Eén team, één taak, die slogan gaat zeker ook op bij CAMS Force Vision. Softwareontwikkelaars en operationele ervaringsdeskundigen werken nauw samen om de marine softwarematig extra slagkracht te geven. Foto: John van Helvert, AVDD
In maart 2013 hebben enkele leden van de DMO-Raad en ik een interview gegeven over onze zoektocht naar de bestaansreden van onze organisatie, de DMO-ziel. In feite hebben wij tijdens dat traject onze bestaansreden herijkt tot: ‘wij zijn de leveranciers van de Defensiebrede ondersteuning op het gebied van materieellogistiek en informatievoorziening’. We zijn dus een dienstverlenende organisatie en wij vormen het luik naar de markt. Tevens hebben wij in onze bijeenkomsten de kernwaarden Samenwerking, Professionaliteit, Openheid, Omgevingsgericht, Resultaatgericht, kortweg SPOOR, opnieuw bevestigd. Maar welk gedrag vloeit hier nu uit voort, wat betekent dit voor onze manier van (samen) werken en leidinggeven, kortom: hoe geef je hier inhoud aan? En daarnaast: welk gedrag vertonen we nu? Om invulling aan onze kernwaarden te geven moeten wij onszelf een spiegel voorhouden. Niet alleen naar onszelf, maar ook naar de afnemers van onze diensten. Hoe komen wij bij onze klant over? Welk beeld hebben zij van ons, doen wij de dingen goed en doen wij de juiste dingen? Eigenlijk moet helder worden welke verwachtingen zij van ons hebben. Dit kan alleen als die verwachtingen worden uitgesproken. Om hier zicht op te krijgen gaan wij, de directieleden, naar onze stakeholders toe. Wij gaan de commandanten van de OPCO’s en CDC, de DS en een paar externe relaties vragen wat zij van de DMO vinden, wat zij behouden zouden willen zien, maar ook welke verbete ringen zij wensen en of ze de kernwaarden van SPOOR (h)erkennen. Omdat er geluiden zijn dat de DMO een ‘te in zichzelf gerichte organisatie is’, zijn wij bezig meer openheid te geven in onze organisatie. Zo hebben we onlangs tijdens de Klantendag van de DMO met de klanten gediscussieerd over de DMO. Dat werd overigens zeer gewaardeerd. Recent hebben wij met ons – nu nog concept – handboek
bedrijfsvoering de andere Defensie-onderdelen de gelegenheid gegeven met ons mee te denken. Dit zijn wat voorbeelden die zeker niet het einde zijn van deze ingeslagen weg. Het ons voorhouden van de spiegel vragen we niet alleen aan onze relaties. Wij gaan onszelf ook de spiegel voorhouden. Het werken in een kleinere DMO vraagt ander gedrag van ons. We moeten de kernwaarden SPOOR beleven en bijbehorend gedrag laten zien. Daar kun je in worden gecoacht. Bij het ter perse gaan van dit nummer van Materieelgezien is de Intranetsite Cultuur en Gedrag online gegaan. Hierin worden onder meer aan leiding gevenden tools geboden om cultuurverandering binnen het eigen team gestalte te geven. Samen met de leden van de DMO-Raad en een coach ga ik daar ook aan werken. Want ik ben mij er van bewust dat leidinggevenden een boegbeeld en voorbeeld zijn. En we zijn nooit te oud om wat bij te leren. Goed voorbeeld doet goed volgen… fout gedrag helaas ook. U kunt ons daar op aanspreken.
Lex Hendrichs Directeur DMO
Materieelgezien nummer 4 | mei/juni 2013
4
5
In ’t kort ‘Hands on’ heli
Hebbes!
Sleutelen aan een echte helikopter? Leerlingen luchtvaarttechniek van het Deltion College in Zwolle kunnen zich sinds midden april uitleven op een originele Alouette III. DMO stelde de kist beschikbaar.
De ScanEagle is klaar om piraten op te sporen. Op 6 mei zijn de zogeheten Ship-UAV Operating Limitations (SUOLs) bepaald van Zr.Ms. Johan de Witt. Met deze testen stelt het paarse team van landmachters, luchtmachters, vlootmensen en DMO’ers vast onder welke windcondities een ScanEagle nog gelanceerd (foto 1) en binnengehaald kan worden.
De krijgsmachtdelen hebben grote behoefte aan technisch personeel. Met deze geste hoopt Defensie meer belangstelling te kweken voor de middelbare beroepsopleiding luchtvaarttechniek. Met de helikopter afkomstig uit het leerdock van vliegbasis Woensdrecht kunnen leerlingen allerlei onderhoudspraktijksituaties nabootsen.
Na de vlucht haakt het onbemande toestel zich in de nadering vast aan de SkyHook, een 14 meter lange lijn (foto 2). Daarna kunnen de
gebruikers de ScanEagle veilig bergen (foto 3), bijtanken en binnen korte tijd weer klaar maken voor een nieuwe missie. Vorig jaar beleefde de ScanEagle zijn vuurdoop tijdens de antipiraterijmissie van Hr.Ms. Rotterdam. Voor de ‘grote broer’ Johan de Witt zijn nu dus ook de operationele windlimieten vastgesteld, zowel voor de daglicht- als de infraroodcamera. Piraten, wees dus gewaarschuwd: de ‘vliegende verrekijker’ is op post. Foto's: Jos Wolse
De helikopter zorgde bij zijn entree meteen voor spektakel. Het toestel bleek zowel aan de wielbasis als de staart te breed om door de toegangsdeuren van de school te passen. Onder leiding van hun docenten en Defensiepersoneel konden de leerlingen dus meteen aan de slag met de Alouette. De luchtmacht nam de eerste van in totaal 77 Alouette III’s in 1964 in gebruik. Nu zijn nog vier exemplaren over. Het is de oudste helikopter die nog operationeel is binnen de krijgsmacht. De ‘leeuwerik’ is ingezet tijdens vredesoperaties in Cambodja, Turkije en Bosnië.
Pompend voorwaarts voor Schiphol De Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO) levert ook de komende 25 jaar vliegtuigbrandstof aan Schiphol. Hiertoe ondertekenden DPO en Aircraft Fuel Supply (AFS) onlangs een nieuw contract. De krijgsmacht transporteert de komende kwart eeuw bijna helft van de totale behoefte aan vliegtuigbrandstof van Schiphol. Het Nederlandse pijpleidingennetwerk maakt onderdeel uit van een stelsel van leidingen en installaties in Frankrijk, België, Duitsland en Luxemburg, het Central Europe Pipeline System (CEPS). Dit voorziet de militaire vliegvelden op een gegarandeerde en duurzame wijze van brandstof. Doordat die behoefte de afgelopen decennia is afgenomen, is ruimte ontstaan voor commercieel gebruik van de 6.000 kilometer pijplijn. Hierdoor besparen de betrokken landen op de exploitatie van het netwerk. DPO pompt het leeuwendeel van de vliegtuigbrandstof vanuit Rotterdam naar Schiphol.
Defensie in zee met Gulf Gulf levert voortaan diesel voor zowel schepen als voor grond gebonden systemen. Het ondertekende hiertoe onlangs contracten met het Defensie Bedrijfsstoffenbedrijf. De contracten zijn in samenwerking met de operationele commando’s tot stand gekomen om ze optimaal te kunnen voorzien in de kwaliteit en logistieke behoefte. Het gaat hierbij om levering van scheepsbrandstof met de NAVO-code F-76 en F-54 diesel voor grondgebonden systemen en de dagelijkse bedrijfsvoering. De dieselmotoren en turbines van schepen en walinstallaties en voertuigen en aggregaten van de krijgsmacht kunnen de komende jaren dus blijven ronken.
Integriteitgezien Straffen en belonen, ‘to do or not to do’ Commandanten en leidinggevenden dragen zorg voor een sociaal veilige omgeving. “Zij kennen hun personeel en kunnen bij hun onderdeel positief gedrag belonen en negatief gedrag voorkomen”, schreef toenmalig minister van Defensie Hans Hillen vorig jaar over het integriteitsbeleid bij Defensie aan de Tweede Kamer. Op negatief gedrag moeten sancties volgen, zo stelde hij. Nu zijn boekenkasten volgeschreven over de zin en onzin van straffen, over het belang van voorlichting en de waarde van belonen, maar dat gaf ons niet echt de gewenste duidelijkheid over de ‘handjes en voetjes’ die we binnen DMO aan dit onderwerp willen geven. Om een idee te krijgen welke ideeën op dit gebied binnen DMO leven, heb-
ben we aan de leden van de werkgroep integriteit DMO gevraagd dit onderwerp te bespreken met hun achterban. Uit dit kleinschalige onderzoek kwam naar voren dat de respondenten op het gebied van het voorkomen van negatief gedrag een belangrijke rol voor leidinggevenden zagen weggelegd in de vorm van voorbeeldgedrag. Als het gaat om straffen, zijn de meesten van mening dat de wet- en regelgeving binnen Defensie zowel voor civiel als militair personeel voldoende mogelijkheden biedt. Het gevaar is wel dat met name als het gaat om ongewenst gedrag, de ene commandant een heel andere strafmaat kan toepassen voor bijvoorbeeld pesten of treiteren dan een andere leidinggevende. Om daar meer uniformiteit en duidelijkheid in aan te brengen is dit een onderwerp dat we zeker in de toekomst gaan oppakken. En last but not least belonen. Het merendeel is van mening, dat goed gedrag niet hoeft te worden beloond, dat dit eigenlijk
iets vanzelfsprekends is. We hebben toch allemaal de eed of de gelofte afgelegd? Hoewel een geldelijke beloning natuurlijk altijd welkom is als het je ten deel valt, begrijpen de meesten goed, dat het ook tot jaloezie en afgunst kan leiden. Waar iedereen – van hoog tot laag – van gecharmeerd is, dat is zo op zijn tijd een schouderklopje, een complimentje. Dat doet wonderen. En dat dit veel te weinig gebeurt, daar is iedereen het mee eens. Al met al waren de respondenten het eens dat een goede en duidelijke voorlichting en belonen (en dan met name een complimentje of iemand in het zonnetje zetten) meer effect op het bevorderen van positief gedrag zal hebben dan straffen. In ieder geval hebben wij als integriteitfunctionarissen er drie onderwerpen uitgehaald om verder uit te werken: de uniformiteit van de strafmaat, het voorbeeldgedrag en de kracht van een compliment. Wordt dus vervolgd. Derek Suchard & Joke van Bodegom
6
Materieelgezien nummer 4 | mei/juni 2013
7
Achtergrond In de zogeheten concept development room testen de ontwikkelaars en de ‘operationele’ collega’s of de software in de hardware praktijk daadwerkelijk werkt. Foto: John van Helvert, AVDD
Het nieuwe CMS geeft de bemanning de juiste data, op het juiste moment, in de juiste context.
CAMS Force Vision vergroot slagkracht Zr.Ms. Johan de Witt
Operationele bovenkamer verbeterd Zr.Ms. Johan de Witt beschikt sinds kort over een sterk gemoderniseerd combat management systeem. Dankzij de nieuwste versie van de Guardion-software kan de bemanning de gevechtskracht van het schip optimaal benutten. Een sterk staaltje teamwork van de marine en de softwareontwikkelaars van CAMS Force Vision.
Tekst: Ingmar Kooman Foto’s: Rob van Eerden, AVDD
Grootschalige verbouwingen? Maanden in dok? Niets daarvan. Zr.Ms. Johan de Witt heeft net de grootste operationele verbetering in jaren achter de rug. En al dat nodig was, was het draaien van een dvd’tje. Hoewel het schip niet letterlijk is verbouwd, is de operationele bovenkamer van het landing platform dock wel grondig vertimmerd. Want bits en bytes zijn in de hedendaagse marine immers net zo min weg te denken als spierkracht en staal, vertelt kapitein-ter-zee Harco Slot, scheidend directeur van softwareontwikkelaar CAMS Force Vision. ‘Als mens heb je je ogen, oren en tastzin. Op basis van die waarnemingen besluit je: loop ik weg of ga ik het gevecht aan? De zintuigen van onze schepen komen samen in het CMS, het combat management systeem.’ Destilleren Zie het CMS dus als het operationele brein van het schip. De slimme software centraliseert alle informatie van de sensor-, wapen- en communicatiesystemen en presenteert die data op een overzichtelijke manier aan de gebruiker. Die is zo verzekerd van situational awareness.
‘Systemen aan boord worden steeds complexer, de informatiestromen nemen alleen maar toe. Al die informatie gaat het menselijk bevattingsvermogen te boven’, zo schetst softwareontwikkelaar Casper van Beurden. ‘De bemanning werkt met steeds slimmere sensoren en wapens. Het Guardion-CMS zorgt ervoor dat ze echt maximaal inzetbaar zijn.’ Zo krijgt de gebruiker ondermeer een overzichtelijke keuze uit de verschillende operationele opties. Zoals: hoe laat je een boordhelikopter landen of hoe doorzoek je een bepaald gebied?
Realtime situational awareness met een muisklik
Materieelgezien nummer 4 | mei/juni 2013
8
9
Achtergrond Zelfs tijdens het opwerktraject van de Johan de Witt ging het testen gewoon door, vertelt commandocentrale officier luitenant-ter-zee 2OC Björn Willekes Macdonald. ‘De mannen van CAMS monitorden het systeem vaak tot in de late uurtjes. Ik moet het zo meteen inzetten, dus ik wil dan ook zeker zijn dat het goed functioneert. Als operationele gebruikers en ontwikkelaars zaten we dus echt samen te schaven.’ Die samenwerking is de kern van een goed CMS, beaamt Harco. ‘De steeds geavanceerdere SEWACO-systemen leggen meer en meer werkdruk bij de commandocentrale. Vanuit de DMO willen we de processen daar zo goed mogelijk ondersteunen. Om daar goed feeling voor te hebben, ontwikkelen en implementeren we het systeem zij-aan-zij met de operationele gebruiker.’
Björn Willekes Macdonald: ‘Met het Guardion CMS haal je veel meer uit de mens’
Software-ontwikkelaars zoals Casper van Beurden werken ook aan boord zijaan-zij met de bemanning
‘Deze update van het CMS Guardion ondersteunt de operationele gebruiker in bijna alle aspecten’, vertelt Theun van Dijk. Als hoofd productie en waarnemend directeur stuurt hij de softwarespecialisten van CAMS Force Vision aan die met innovatieve updates komen voor alle technische uitdagingen. Hij geeft een voorbeeld. ‘Stel, je speurt dicht onder de kust naar piraten of drugssmokkelaars. Door de drukte is het daar zoeken naar een speld in een hooiberg. Het CMS analyseert de scheepsbewegingen, ziet de trends. Een afwijking daarop kan aanleiding zijn voor een nader onderzoek.’ ‘Uit een wolk aan informatie moet je de juiste gegevens zien te destilleren’, vult Harco aan. ‘Afhankelijk van je missie beschik je behalve over elektronische kaarten bijvoorbeeld ook over civiele databases van het scheepsverkeer of databases van elektronische oorlogsvoeringssystemen. Guardion geeft je zo de juiste data, op het juiste moment en in de juiste context.’ Hersenpan Bij het lichten van de hersenpan van een schip komt meer kijken dan een installatie-dvd’tje draaien, benadrukt Theun. ‘We volstaan niet met het opsturen van een nieuw drivertje. Onze IT’ers werken nauw samen met de operationele gebruikers. Dat doen we zowel tijdens de ontwikkeling als bij het afleveren van het systeem. We hebben Guardion uitgebreid beproefd in onze eigen testomgeving in Den Helder én aan boord van het schip.’
Look & feel Sneller meer doen, met minder man. Het geüpdate Guardion is in meerdere opzichten een uitkomst voor de werkvloer. Doordat het CMS optimale operationele ondersteuning biedt, kan het schip uiteindelijk toe met minder bemanning. Niet alleen gaan wapentechnische en technische dienst op termijn op in één materieelsdienst, ook zijn de verschillende operators makkelijker uit te wisselen. Luchtverdedigings- en commandofregatten, M-fregatten, patrouilleschepen en de Johan de Witt hebben immers allemaal dezelfde look & feel. Daardoor kan in de toekomst ook de opleidingsduur aanzienlijk worden beperkt omdat niet langer voor elk scheepstype een aparte CMS-scholing nodig is.
Muisklik ‘Elke operator beschikt nu over een wereld aan informatie op zijn beeldscherm’, stelt LTZ1 George Pastoor, hoofd operationele dienst van de Johan de Witt. ‘Softwarematig worden we optimaal ondersteund. En het functioneert net zo gemakkelijk als je computer thuis. Dat maakt het oorlogsvoeringsproces veel eenvoudiger.’
Een praktijkvoorbeeld. George: ‘Neem de shols, de schip-helikopter operationele limieten die bepalen hoe een boordhelikopter veilig kan landen op het dek. Voorheen moest je die zelf uitrekenen. Nu zie je dat à la minute. Met een muisklik beschik je dus over realtime situational awareness.’ Ook Björn is een tevreden gebruiker. ‘De man-machine interface werkt goed. Je ziet je sensordata in één oogopslag, zonder dat je verdrinkt in de informatie. Dat vergroot je handelingssnelheid en je denkruimte. Kortom, je haalt veel meer uit de mens.’ Want hoe ver de automatisering van de scheepsprocessen ook gaan, alles valt of staat nog steeds met de personen achter de knoppen, beklemtoont Harco. ‘Je kunt alles automatiseren, zelfs tot aan de wapeninzet toe. Maar de daadwerkelijke inzet van die wapens is uiteindelijk een afweging die de commandant en zijn team moeten maken. Het CMS heeft geen onderbuikgevoel.’
Materieelgezien nummer 4 | mei/juni 2013
10
11
Reorganisatie
Solliciteren en plaatsmaken De reorganisatie is in volle gang. Het streven is om de reorganisatieplannen van DMO Matlog, JIVC en Stafelementen voor 1 november te verwezenlijken, noodgedwongen elk wel volgens een eigen tijdspad. Maar de tijd van afwachten is voorbij.
Levensverlengend onderhoud voor onderzeebootvloot
Koude Oorlogskrijgers bij de tijd Tekst: Ingmar Kooman Foto: John van Helvert, AVDD Infographic: Mieke Deurloo, AVDD
Vacante functies
Collega-bondgenoot
Alle vacante functies binnen de DMO worden in mei, juni en juli opengesteld voor sollicitatie. Maar je oriënteren op deze functies kan nu ook al. Wacht dus niet af met zoeken naar een geschikte functie, maar kijk nu vast rond op de vacaturebank in PeopleSoft. Hier kun je ook zoeken naar de vacante functies bij andere Defensieonderdelen. Wachten is geen goede optie: als je wilt solliciteren, begin er dan vandaag nog mee. Je kunt altijd aangeven dat je belangstelling hebt voor een vacature. Die belangstellingsregistratie zorgt ervoor dat je automatisch een mailtje ontvangt zodra de sollicitatieprocedure voor deze functie begint. Dan kun je daadwerkelijk solliciteren. Een motivatiebrief, een cv of een showdossier uit je e-portfolio kan daarbij vereist zijn. Kijk hier al voorafgaand aan je eventuele sollicitatie naar, zodat je geen kostbare tijd verspeelt.
Medewerkers met ontslagbescherming die een functie hebben in de nieuwe organisatie verkeren in een bijzondere positie in deze Defensiebrede reorganisatie. Hun zogeheten behoudgarantie biedt een goede mogelijkheid om een collega aan werk te helpen en daarnaast de werkdruk binnen de nieuwe DMO te verminderen. Ze kunnen namelijk vrijwillig en zonder rechtspositionele gevolgen plaatsmaken voor collega’s met een code 2- of code 4 voor wie wel ontslag dreigt.
Kijk voor tips op de Sollicitatiewijzer op intranet: Bestuursstaf > Organisatie > Eenheden / Directies > DP&O
De ontslagbeschermde treedt zo op als collega-bondgenoot. Praktisch betekent dit voor de ontslagbeschermde dat hij nog steeds veelal in zijn oude werkomgeving blijft werken. Als ervaren kracht kan hij collega’s immers coachen en zijn ruime kennis overdragen. De leiding gevende spreekt die werkzaamheden af met de collega met ontslagbescherming. Via deze constructie wordt ook de bedrijfsvoering van de DMO extra ondersteund.
De collega met ontslagbescherming is bereid zijn functie af te staan. Die functie komt vervolgens als opengestelde vacature terecht in de vacaturebank. Na de selectie van een geschikte kandidaat staat de collega met ontslagbescherming zijn functie echt af en komt hij op een zogeheten verzamelarbeidsplaats.
Heb je vragen over dit traject of wil je je hiervoor aanmelden? Neem dan contact op met je leidinggevende of je P&O adviseur.
Het Marinebedrijf neemt Zr.Ms. Zeeleeuw momenteel flink onder handen, onder toezicht van de DMO. Het instandhoudingsproject Walrusklasse maakt de vier Nederlandse onderzeeboten wereldwijd nog beter inzetbaar.
Materieelgezien nummer 4 | mei/juni 2013
12
13
Achtergrond ondermeer mogelijk dat de onderzeeboten de kust nog dichter kunnen naderen om inlichtingen te verzamelen, geeft Marc aan. ‘De “oren” van de onderzeeboot filteren het geluid ook beter. We kunnen dus veel gemakkelijker en veel meer informatie verzamelen.’ Operationele software Die schat aan sensordata kan de bemanning dankzij het zogeheten combat management systeem te gelde maken. Deze operationele software presenteert alle verzamelde gegevens op een overzichtelijke manier aan de specialisten in de commandocentrale. Zij kunnen daardoor snel en effectief handelen. Dat betekent een optimale inzet van alle hightech hardware en de onderzeeboot als geheel. Alle verzamelde inlichtingen, van sensorgegevens tot foto’s, kan de bemanning via het gemoderniseerde satellietcommunicatiesysteem vervolgens bijna direct delen met de bondgenoten.
Dankzij de modernisering versterkt de Nederlandse onderzeebootvloot haar nichecapaciteit binnen de NAVO.
Ook het ‘gehoor’ van de Walrusklasse verbetert flink.
‘Deze modernisering verbetert onze capaciteiten echt enorm’, stelt de groepsoudste. ‘We kunnen hierdoor een veel groter zeegebied in de gaten houden. Dat is een groot voordeel, zeker in omvangrijke operatiegebieden zoals voor de kust van Somalië.’
Moderne Walrussen Het levensverlengend onderhoud brengt de in de jaren ’80 gebouwde onderzeeboten weer helemaal bij de tijd. Ze ondergaan zowel uiterlijk als innerlijk een flinke makeover. De onderzeebootvloot is daarmee inzetbaar tot 2025. De vier belangrijkste modificaties: 1. Optronische mast 2. Vernieuwde sonar 3. Verbeterde satellietcommunicatie 4. Combat management systeem
Verbouwing De verbouwing van de onderzeebootvloot is gemandateerd aan de DMO. Het Marinebedrijf voert de klus samen met onderaannemers uit. Behalve de installatie van hightech systemen doorloopt elke boot ook een ingrijpend conserveringstraject waarin ondermeer de drukhuid een nieuwe verflaag krijgt. De totale kosten voor alle vier onderzeeboten bedragen 94 miljoen euro. De Zeeleeuw is naar verwachting in 2015 volledig gemodificeerd.
‘Het instandhoudingsproject Walrusklasse betekent een enorme vooruitgang voor de onderzeedienst’, zegt kapitein-ter-zee Marc Elsensohn, groepsoudste van de Onderzeedienst. ‘We stappen over van technologie uit de Koude Oorlog gebaseerd op Commodore 64’s en Atari’s naar de modernste 21ste eeuwse systemen.’ Heimelijk Heimelijk inlichtingen vergaren blijft een van de primaire taken van de onderzeedienst. De nieuwe optronische mast maakt dat een stuk eenvoudiger. De mast komt omhoog, scant snel 360 graden rondom en presenteert de gemaakte foto’s haarscherp op het beeldscherm van de commandant. Dat geeft hem op zijn beurt extra tijd om een besluit te overdenken. En dankzij de warmtebeeldcamera kan de onderzeeboot locaties zoals piratenkampen voortaan ook ’s nachts in de gaten houden. Nichecapaciteit Nederland beschikt met zijn dieselelektrische onderzeeboten over een unieke nichecapaciteit binnen de NAVO. Als enige kunnen de Nederlandse onderzeeboten wereldwijd in ondiepe kustwateren opereren, zoals bij Somalië. Het actieve deel van de vernieuwde sonarsuite maakt het straks
Satellietcommunicatie Mogelijkheid om bijna real time verzamelde inlichtingen door te sturen naar het hoofdkwartier, waar de onderzeeboot ook opereert.
Optronische mast Vervangt het vertrouwde periscoopsysteem. Maakt snel een 360 graden beeld van de omgeving boven water en toont dat in de commandocentrale. Dankzij een warmtebeeldcamera kan de onderzeeboot 24 uur per dag waarnemen.
Conservering drukhuid De hele buitenkant van de onderzeeboot krijgt een nieuwe verflaag, vanaf de drukhuid tot de tanks en de doorvloeide ruimten.
Vernieuwde sonar Sterk vergroot bereik, tot dubbel zo ver. Dankzij de mijnensonar kan de onderzeeboot veel dichter onder de kust opereren.
Combat Management Systeem Nieuwe operationele software integreert alle computersystemen aan boord. De bemanning kan hiermee sneller opereren en het maximale uit alle sensoren halen.
14
Actueel
DMO en de Inhuldiging Ceremoniële tenues, saluutmunitie, informatievoorziening en communicatieverbindingen, ook de DMO leverde een bijdrage aan de inhuldiging van de nieuwe vorst. Het KPU-bedrijf, IVENT en het Defensie Munitiebedrijf verleenden zichtbaar, onzichtbaar en hoorbaar ondersteuning. Foto’s: Sjoerd Hilckmann, Eva Klijn, Gerben van Es, AVDD
Materieelgezien nummer 4 | mei/juni 2013
15
Materieelgezien nummer 4 | mei/juni 2013
16
17
Werkplekgezien Voor de rubriek Werkplekgezien neemt de redactie iedere maand een kijkje bij een werkplek van een DMO-collega. Heb jij ook een markante werkplek en wil je die ‘delen’ met je collega’s? Mail dan naar
[email protected]. Foto: Robert Koelewijn, AVDD
1 9
2 Naam: Jim van der Mee Leeftijd: 50 Functie: Hoofd bedrijfsbureau
Jim is een jaar in dienst als hoofd bedrijfsbureau bij het Opslag Brandstoffen en Chemicaliën (OBC) Smeerenburg in Den Helder. Na zijn dienstplicht begon hij zijn Defensiecarrière als heftruckchauffeur. Via verschillende studies klom hij op tot applicatieen later functioneel beheerder bij IVENT. Die ach-
3
4
5
7
8
6 tergrond komt hem van pas in zijn administratieve werk bij het OBC, waar hij samen met drie collega’s een lange en gevarieerde lijst van gevaarlijke stoffen zoals brandstoffen, verven, lijmen en chemicaliën administreert. Alles moet op een specifieke manier worden opgeslagen en getransporteerd. Ook ziet Smeerenburg toe de verwerking van afvalwater van de schepen en het bedrijfsafval op de Nieuwe Haven in Den Helder. Veel van die processen werken met hun eigen administratiesystemen. Een klofje naar de hand van de IT’er.
1. Jim is een ‘recreatief fanatiek’ sporter, zoals hij zelf zegt. Hij neemt deel aan verschillende Defensiewedstrijden, variërend van atletiek en duathlon tot volleybal, zwemmen en zelfs bowlen. Jim: ‘Elke dag na het werk een uurtje sporten, dan houd je het lang vol.’ | 2. Een antieke Memorex-camera. Jim fungeert op het havencomplex als huisfotograaf. | 3. ‘Een herinnering aan mijn vorige werk tijdens de uitfasering van VASMUN, een oud voorraadadministratiesysteem voor munitie. Een robuust en betrouwbaar systeem. Ik ben een van de laatste der Mohicanen die het beheerde.’ | 4. Jim rijdt een Honda Valkyrie. ‘Een zogeheten naked bike, zonder plastic of frutsels. Daarop rijd ik het hele jaar door.’ | 5. Een overzicht van alle legacy-systemen waarmee het OBC de administratie voert. Jim is ook het lokaal automatiseringscontact, eerste aanspreekpunt binnen het Defensie Bedrijfsstoffen Bedrijf. | 6. ‘Ontbijtkoek en mueslirepen, daarvan heb ik een hele bureaulade vol. Als je vrij actief bent, dan vraagt je lichaam ook om veel brandstof. Gezond, maar vooral ook lekker.’ | 7. In het IATA staan de richtlijnen voor het luchttransport van gevaarlijke stoffen. In totaal kunnen Jim en zijn collega’s putten uit een flinke stapel bundels voor transport over zee, over land en door de lucht. | 8. ‘Het “mortuarium”, ons rariteitenkabinet. Vroegere collega’s gingen in hun lunchpauze wandelen langs het Wad en namen dan soms iets bijzonders mee. De plexiglas bak bevat vanalles: schelpen, zeesterren, krabben, maar ook het “skelet” van een wandelende tak. Altijd een aanleiding voor een leuk gesprek.’ | 9. Collages van Jims computerbewerkte foto’s sieren de gebouwen K4 en K5 op de Kromhoutkazerne.
18
Materieelgezien nummer 4 | mei/juni 2013
19
Wij DMO
Lintjes voor DMO’ers
‘Het heeft Hare Majesteit behaagd…’ De DMO is sinds 26 april twee Leden in Orde van Oranje-Nassau rijker. Dannij van der Sluis en Jaap de Boer zijn onderscheiden voor het verdienstelijke werk dat zij voor de samenleving verzetten. Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk Foto’s: Maurits van Hout, AVDD
‘Als ik het kan regelen, zeg ik geen nee’
‘Een hoogtepunt in mijn Defensiecarrière’
Dannij van der Sluijs is een echte regelneef. De medewerker Projectbureau Professionaliseren Materieelbeheer Defensie zet zijn passie voor organiseren dan ook graag in voor goede doelen. In 2011 schopte hij het daarmee al tot Defensievrijwilliger van het Jaar.
Jaap de Boer kreeg zijn lintje voor zijn bijzondere inzet zowel binnen als buiten Defensie. ‘Ik deed gewoon mijn werk’, zegt de medewerker Planning en Bedrijfsvoering van de directie Wapensystemen bescheiden.
‘Ik heb een groot netwerk en ben graag aan het regelen,’ zegt Dannij. Dat ‘regelen’ en organiseren doet hij veelvuldig en voor de meest uiteenlopende goede doelen. ‘Ik vind het leuk en doe iets goeds voor de samenleving. Bovendien kost het me vaak maar een enkel belletje, dat ik vaak pleeg vanuit de auto.’ Van een busje en röntgenapparatuur voor zeehondencrèche Pieterburen tot fondsenwerving voor een Thais kindertehuis, Dannij draait daar zijn hand niet voor om.
Overrompeld is Jaap wanneer hij hoort dat hij een Koninklijke onderscheiding krijgt. ‘Een mooie dag, een hoogtepunt in mijn Defensiecarrière’, zegt de DMO’er als hij erop terugblikt.
Zijn langste vrijwilligersbaan vervult hij bij de Muggenronde, hét wielerevenement voor de jeugd uit Haarlem en omstreken. Tien jaar lang als ploegleider en daarna 26 als regelneef van het bestuur. ‘Het evenement wordt volledig gesponsord inclusief wielershirts en prijzen, waardoor de deelname gratis is. Dat vind ik mooi: rijk of arm, ieder kind kan meedoen.’ Toch stopt Dannij na 36 jaar Muggenronde. ‘Het is tijd dat iemand het stokje van me overneemt. Ik heb het te druk en kan niet alles blijven doen’, zegt hij. Begrijpelijk als je bedenkt dat hij fulltime bij Defensie werkt en daarnaast twintig uur per week actief is als lid van de Provinciale Staten Noord-Holland. Bovendien vraagt zijn gezin met drie thuiswonende dochters ook dagelijks zijn aandacht. ‘Dit lintje kwam volledig onverwachts. Ik vind het vrijwilligerswerk gewoon heel leuk en haal er voldoening uit. Mijn grote probleem is: als ik het kan regelen, zeg ik geen nee.’
‘Ik lever mijn bijdrage’, Jaap zal het meerdere keren zeggen. Maar zijn betrokkenheid gaat verder dan zijn grote kennis en kunde op het gebied van financiën en projectplanning gedurende zijn 47-jarige Defensiecarrière. Zo is hij ook jarenlang actief in verschillende personeelsverenigingen. ‘Ik vind saamhorigheid onder de collega’s belangrijk en vond het de moeite waard en zinvol daar zo mijn steentje aan bij te dragen.’ Buiten Defensie is de vader van twee kinderen tien jaar steun en toeverlaat van ongeneeslijk zieke mensen via de Stichting Buddy Netwerk Den Haag. Jaap: ‘Die cliënt bezocht ik dan twee uur per week. Mensen keken vaak uit naar mijn komst, velen van hen waren eenzaam. Mentaal was dat soms best zwaar.’ Ook begeleidde Jaap tien jaar lang gehandicapten op hun vakantie. Eerst als verzorger en later als reisleider. Alsof dat niet genoeg is, geeft hij namens de GGD voorlichting in het Haagse uitgaansleven over soa’s. Maar liefst vijftien jaar lang. Waarom zet hij zich zo graag in voor zieke en gehandicapte mensen? Nuchter: ‘Ach, het is zinvol werk en totaal iets anders dan dat ik doe bij Defensie. Eigenlijk rolde ik er steeds vanzelf in via vrienden en bleef ik vervolgens jarenlang plakken.’
Op locatie
Sergeant-majoor John van Torenburg is hoofd brandpreventie van het Distributie Centrum Alphen. ‘In 1977 ben ik in dienst gekomen bij de brandweer van de luchtmacht. In heel die periode heb ik geen grote branden meegemaakt, alleen brandende containers en kleine ongevallen, zoals een auto die over de kop vloog. Een flinke brand in één van de opslagbunkers op dit munitiecomplex zou een ramp zijn. Mijn taak is om dit te voorkomen. DC Alphen levert als distributiecentrum munitie aan diverse Defensieonderdelen. Ook onderhouden en assembleren we hier munitie. En we doen aan herstel van munitie, zoals de vervanging van software voor raketten. Soms krijgen we munitietransporten op doorreis over de vloer. Die blijven hier dan een nachtje over. Hier is 24/7 bewaking aanwezig. Munitie kan geen kwaad zolang je er niet aankomt. Veel mensen vinden het raar als ik dat zeg. Ze denken namelijk
dat dit complex één grote tikkende tijdbom is. Dat is niet zo. Het wordt pas gevaarlijk als brand uitbreekt of iemand met munitie aan de slag gaat. Raketten en granaten exploderen nooit zomaar. Uiteraard gelden op het complex strikte regels en zijn de veiligheidsmaatregelen op de opslaglocatie fors. Verschillende soorten munitie en munitieonderdelen liggen hier opgeslagen in zwaar beveiligde bunkers en loodsen. Bij calamiteiten moet ik precies weten welke soort munitie waar ligt. Belangrijk onderdeel van mijn werk is zorgen voor naleving van de regels op het complex. Ook controleren wij regelmatig de blusvijvers, brandkranen en blusapparaten. Dat allemaal om op het ergste te zijn voorbereid. Voorkomen is nog altijd beter dan genezen.’ Foto: Hans Lebbe, AVDD
Colofon - Jaargang 10, nummer 4, mei/juni 2013 Materieelgezien is een uitgave van de Defensie Materieel Organisatie, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Hoofdredactie: Hans Kuijper Eindredactie: Ingmar Kooman Vormgeving: Grafische Dienst | AVDD Den Haag Druk: OBT BV, Den Haag Oplage: 5.500
Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) DMO/sectie Communicatie Postbus 90822 MPC 58A 2509 LV Den Haag E-mail:
[email protected]
Redactieraad: Arvid Staarink (Staf ), Regina van Bree-Van Rijn (IVENT), Carolina Vos (DP&V), Marjolein Hof-Kok (DBB), Henny Kooi (KPU-bedrijf )
Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van Materieelgezien weerspiegelt niet noodzakelijkerwijs de mening van het ministerie van Defensie.