JOPAC, Jóvenes Para el cambio, jongeren voor de verandering is de Spaanse titel voor een samenwerkingsverband tussen Vlaamse gemeenten en hun Latijns-Amerikaanse partners. Onder begeleiding van VVSG-Internationaal en twee jonge ervaringsdeskundigen Rob Sweldens en Hannelore Depypere, formuleerden Bierbeek, Edegem, Brasschaat, Sint-truiden, Mol en Lommel na overleg met hun homologen in het Zuiden een voorstel om het jongerenverhaal binnen de stedenbanden te versterken en het jeugdbeleid in hun respectieve partnergemeente te stimuleren.
JOPAC – Jóvenes para el cambio
JOPAC – Jóvenes para el cambio
Meta-analyse: Jongeren in Latijns-Amerika en stedenbanden
Dit werkstuk is het resultaat van negen maanden onderzoek en actie gevolgd door enkele maanden van reflectie. Hierin proberen we een antwoord te bieden op de volgende vragen: ‘Wat is de relevantie van werken met jongeren in Latijns-Amerika?’, ‘Wie is en wat doet de Latijns-Amerikaanse jongere?’, ‘Wat gebeurt er voor de Latijns-Amerikaanse jongere vanuit de overheid en het middenveld?’ en ‘Welk antwoord kan een stedenband bieden aan de situatie van de Latijns-Amerikaanse jongere?’. We eindigen met enkele concrete aanbevelingen.
JOPAC – Jóvenes para el cambio
1. Waarom jongeren?
2. Wie zijn ze?
3. Wat doet het land?
4. En stedenbanden?
Waarom werken met jongeren?
Eerst en vooral vormen jongeren het grootste aandeel van de bevolking in Latijns-Amerika. In Nicaragua met steden Nueva Guinea, Dario en Santo Tomas, is 72 % jonger dan 30 jaar. Het grote aantal jongeren in de hoofdstad verbergt de iets lagere cijfers van de steden afzonderlijk. Oña in Ecuador, geveld door een sterke emigratie, telt 52% jongeren. Tarija in Bolivia met 63,4 % en San Jeronimo in Peru, met 62,08 % blijven in het midden. Vergelijken we dit met België, zien we dat slechts 35,5 % van de bevolking jonger dan 30 jaar is.
België
1. Waarom jongeren? Verkoop
< 30 jaar
34%
> 30 jaar 66%
Latijns‐Amerika
1e kwrt 2e kwrt 3e kwrt
> 30 jaar
35%
< 30 jaar
4e kwrt
65%
Ten tweede zijn jongeren de beleidsmakers van de toekomst. Terwijl de geïndustrialiseerde landen steeds meer te maken krijgen met het probleem van de vergrijzing en ouderen afhankelijk worden van een jongere generatie (zie evolutie piramide), bevinden de meeste LatijnsAmerikaanse ontwikkelingslanden zich in een periode van demografische transitie, waarbij het aantal jongeren op een gegeven moment een piek bereikt. Volgens de Verenigde Naties en de Wereldbank ontstaat er op dat moment een ‘venster van opportuniteiten’.
1. Waarom jongeren?
De verhouding tussen de economisch actieve bevolking (15-64 jarigen) en economisch afhankelijke jongere of oudere mensen, is op dat moment het grootst en biedt enorme mogelijkheden maar ook gevaren voor economische ontwikkeling. De meeste ontwikkelingslanden, waaronder de Latijns-Amerikaanse landen bevinden zich nu in deze fase of zullen in de nabije toekomst deze fase bereiken. Landen hebben ontwikkelingsmogelijkheden, beleidsmaatregelen en instituties nodig die de kansen van jongeren vergroten en hen de mogelijkheid geven om hun menselijk kapitaal te ontwikkelen om dat nadien productief te gebruiken.
1. Waarom jongeren?
De gemiddelde duur van deze fase bedraagt 40 jaar. Het is dus nu dat er moet geïnvesteerd worden in gezondheid, onderwijs om een economische ontwikkeling te bevorderen en te bestendigen. Jongeren moeten de mogelijkheden krijgen om hun capaciteiten te ontwikkelen anders lopen we het gevaar dat de jongeren van nu in Latijns-Amerika binnen 50 jaar vergrijzen zonder dat zij op een constructieve manier hun maatschappij hebben kunnen verbeteren en middelen hebben opgebouwd om zichzelf te onderhouden.
‘Ontwikkel hun capaciteiten’ World Development Report 2007
Wie zijn die jongeren? Is er een Latijns-Amerikaanse jongere?
2. Wie zijn ze? STAD PLATTELAND
VROUW
ARM MAN
RIJK
2. Wie zijn ze? STAD PLATTELAND
VROUW
ARM MAN
RIJK
Alcoholgebruik en bendevorming Werkloosheid en migratie
Mishandeling en vroege zwangerschappen Weinig netwerking en eendracht bij jongeren
Zwakke organisatie bij jongeren Zwak onderwijs Zwak (lokaal) bestuur
Drie patronen helpen de verschillen van jongeren in LatijnsAmerika te verklaren en structureren. Er is het verschil tussen het leven van een jongere in de stad en op het platteland, het verschil tussen meisjes en jongens en tenslotte het verschil tussen arm en rijk. Deze verschillen worden in de eerste plaats door geboorte bepaald en lijken dus statisch. Maar persoonlijkheid, familiale situatie, toevallige ontmoetingen zijn elementen die even bepalend kunnen zijn in het leven van een jongere. Als we spreken over verschillen tussen deze groepen, dan hebben we het over verschillen in kansen, in mogelijkheden om vooruit te geraken en zelf je toekomst te bepalen. Platteland: toegang tot onderwijs, capaciteitsopbouw, gezondheid, recreatie en participatie beperkter. Dikwijls discriminatie door jongeren van het centrum, door externe organisaties en door beleidsmakers. Let op: werkmogelijkheden meestal beperkt tot landbouw. Gender: Machocultuur in Latijns-Amerika zorgt ervoor dat het voor meisjes nog steeds moeilijk is zelf hun leven te bepalen. Discriminatie op arbeidsmarkt, huishouden, eigen kinderen, vroeg volwassen, als minderwaardig beschouwd. Arm: De ongelijkheid in Latijns-Amerika is heel groot. We spreken over kansarmoede: gebrek aan kansen, aan mogelijkheden om te studeren of deel te nemen aan recreatieve activiteiten wegens tijdsgebrek en financiële situatie. Ook dikwijls gebrek aan ouderlijke steun. Een aantal problemen zijn min of meer gelijklopend bij de verschillende jongeren in Latijns-Amerika. Onderwijs: lage kwaliteit, gebrekkige infrastructuur, onvoldoende opgeleide leerkrachten, gebrek aan mogelijkheden om verder te studeren. Op platteland: nog moeilijkere toegang. Werkgelegenheid: Gebrek aan werk voor jongeren leidt tot migratie (naar stad, grootstad en buitenland). Veel jongeren werken in informele sector. Slecht bestuur, corruptie, foute investeringen worden als oorzaak genoemd. Desorganisatie van de jeugd wordt als gevolg en als oorzaak genoemd. Alcoholisme, druggebruik, migratie, tienerzwangerschappen, prostitutie, vandalisme worden als gevolgen van onder andere werkloosheid en zwak onderwijs genoemd.
Wat doet het land en het middenveld? Nicaragua: Wet voor de Integrale Ontwikkeling van de Nicaraguaanse jeugd, 2001. Onder invloed van CentraalAmerikaanse dynamiek Pro-jeugd Ecuador: Wet van de Jeugd, 2001. Principe van decentralisatie beklemtoond. Peru: geen jeugdwet, wel al 7 jaar een orgaan dat verantwoordelijk is voor het uitschrijven van een wet Bolivia: geen jeugdwet, wel al sinds 1999 een decreet.
3. Wat doet het land?
Opmerking: Wel altijd wetten en instituties voor kinderen en adolescenten.
Lokaal: in Nueva Guinea sinds november 2008 een ambtenaar voor jeugd, in andere steden is jeugd geen specifieke bevoegdheid, valt veelal onder departement voor sociale zaken. In San Jeronimo en Nueva Guinea: beginnende participatie en stem in lokale bestuur. Obstakels: Bolivia en Nicaragua: sterke politisering en polarisatie van de maatschappij, politieke onwil, moeilijke multiplicatie van kennis door jongeren, gebrek aan interesse, zowel bij politici als bij jongeren zelf, adultisme.
Jongerenorganisaties: van en voor jongeren sport, religie, muziek, straat, groeperingen rond NGO’s, spelen en werken met kinderen (in kader van stedenband), netwerken van jongerenorganisaties.
3. Wat doet het land?
NGO’s en andere organisaties voor jongeren - Klassieke NGO’s: spelen in op leefsituatie en noden, bvb opvang van tienermoeders -NGO’s/organisaties die werken met vormingen rond leiderschap, participatie, politieke structuur, organisatieversterking, samenwerking. Verschillen in visie, actieradius en draagvlak.
o Lokaal bvb Guaman Poma in San Jeronimo: probleemanalyse, participatie en organisatieversterking o Regionaal bvb CEDEHKA in Nicaragua: capaciteitsopbouw rond jongerenwetgeving, participatiemechanismes, probleemanalyse, organisatieversterking en leiderschap o Nationaal bvb AMUNIC en DESAFIOS in Nicaragua: participatie van jongeren respectievelijk via casas de adolescencia en agendas juveniles.
4. En stedenbanden?
Filmpje good practises
Wat kunnen stedenbanden doen? -beurzensysteem Terrabona, Nicaragua (Lommel): creëren van opportuniteiten voor jongeren+ capaciteitsopbouw -bibliotheekproject San Jeronimo, Peru (Edegem): constructieve combinatie van lokaal bestuur, stedenband, NGO (vormingen) en rurale gemeenschappen -Niquipo Nueva Guinea, Nicaragua (Sint-Truiden) en Amigos Sin Fronteras Tarija, Bolivia (Brasschaat): train the trainer. Belang van voortdurende opvolging. -uitwisselingen : voorbereidingstraject + betrekken van landelijke gemeenschappen in uitwisseling Oña, Ecuador (Bierbeek) -politieke participatie in Nueva Guinea en Santo Tomas via de agendas de cambios (agenda met veranderingen) Draagvlak via jeugdraad in Nueva Guinea en via radio in Santo Tomas Belang van bottom-up werken: Versterken van lokale besturen, verbeteren van lokale realiteiten. Evaluatie-instrument voor initiatieven ten voordele van jongeren in kader van de stedenband: een combinatie van World Development Report van 2007 van de Wereldbank en Handboek Noord-Zuid voor lokale besturen van VVSG. Vier voorwaarden/aandachtspunten:
-
Creëren van opportuniteiten Capaciteitsopbouw Ondersteuning van lokale partnerschappen Tweede kans bieden aan jongeren
Enkele aanbevelingen voor het werken met jongeren in het kader van de stedenband, geordend in 4 overkoepelende thema’s: Culturele realiteit,uniciteit en exclusie, politieke participatie en uitwisselingen.
4. En stedenbanden?
Culturele realiteit organisatie en infrastructuur
Elk initiatief dat wordt genomen moet de culturele realiteit van de jongeren in het zuiden in rekening brengen. Concrete aanbeveling op basis van de gevaren en uitdagingen in de taart hiernaast:
opportunisme
communicatie en vertrouwen
-
-
inbouwen van motivatoren zoals studiebeurzen, werkgelegenheidsmogelijkheden degelijke observatie, onderzoek en communicatie in de samenwerking, besef van culturele verschillen organisatie en activiteiten gaan voor op infrastructuur woorden zijn nog geen daden: duidelijke afspraken
Geen enkele organisatie heeft het monopolie op werken met jongeren. Geen enkele jongere heeft het monopolie op steun en capaciteitsopbouw.
4. En stedenbanden?
Concrete aanbevelingen:
Uniciteit en exclusie
multiplicatie
onderzoek en netwerking
-
Coördinatie, zoektocht naar partners (lokaal, regionaal, nationaal – in België en in het zuiden)
-
Bewaken dat kennis wordt doorgegeven
-
Vermijden van exclusie bvb door betalen van transport voor jongeren van platteland
Jongerenparticipatie is een proces met vele obstakels. De stedenband kan een rol spelen in de ondersteuning van lokale dynamieken.
4. En stedenbanden?
Politieke participatie
interesse bij jongeren en vorming
Concrete aanbevelingen: -
Stimuleren van overleg, probleemanalyse en oplossingsgericht denken
-
Aanstellen van verantwoordelijke (ambtenaar, functionaris) en stimuleren van communicatie
-
Jongeren ondersteunen in hun organisatie en mee zoeken naar gepaste vormingen
lokaal bestuur
Jongerenuitwisselingen kunnen een grote meerwaarde betekenen maar kunnen ook een verloren investering zijn als geen rekening wordt gehouden met enkele concrete aandachtspunten:
4. En stedenbanden?
Uitwisselingen communicatie
regionale uitwisselingen
-
voorbereiding
-
beeldvorming
-
Voldoende voorbereiding en begeleiding van de jongeren: juiste beeldvorming Opstellen van concreet programma met verwachte resultaten Grondig engagement Groeimogelijkheden Permanente communicatie ZUID-ZUID-uitwisseling stimuleren en uitwisseling tussen RURALE en URBANE gebieden
Werken met jongeren brengt in beide partnergemeentes een belangrijke dynamiek op gang en draagt op die manier bij tot de moeilijke zoektocht naar wederkerigheid tussen de partners.
4. En stedenbanden? Wederkerigheid? Persoonlijke voordelen
Visie en ontwikkeling jeugd
Draagvlak en continuïteit Re-activering
Enkele voordelen van jongerenwerking in het kader van de stedenband:
Levensstandaard van jongeren
Visie en ontwikkeling jeugd Persoonlijke voordelen
Noord:
Draagvlak en continuïteit
-
-
Zuid:
-
-
Verbreden van het draagvlak via uitgebreid netwerk van jongeren Æ sensibilisatie Ontstaan visie OS bij jongeren door ervaring met het zuiden Vriendschappen Æ continuïteit Minder politieke weerstand naar jongeren toe
Verbreding van het draagvlak (idem dito) Aanscherpen visie en probleemoplossend denken Capaciteitsopbouw Sociaal engagement van jongeren Kans op onderwijs en op werk Meer aandacht van lokale bestuur
Opgelet: financiële middelen zorgen voor jaloezie