Bijlage bij raadsvoorstel 2009.17961
Zwerfjongeren Aanleiding In 2006 is in de voorjaarsnota van de gemeente Deventer een bedrag gereserveerd voor de aanpak van zwerfjongeren. Voorstel was om een voorziening op te zetten die zou leiden tot een Start/Werkhotel voor jongeren met als doel het bereiken van een startkwalificatie. Om uiteenlopende redenen is deze voorziening tot op heden niet van de grond gekomen. Omdat gebleken is dat de problematiek rond zwerfjongeren in Deventer redelijk stabiel blijft is het wel zaak een dergelijke voorziening alsnog te realiseren. In dit voorstel wordt een sluitende aanpak voor zwerfjongeren gepresenteerd. Waar in het Start/Werkhotel vooral gewerkt werd aan een fysieke voorzienig voorziet dit voorstel in een samenwerkingsstructuur, waarvan een fysieke voorziening een deel is. Echter, ervaringen in den lande hebben geleerd dat alleen een fysieke voorzienig niet genoeg is om een antwoord te bieden op de complexe problematiek waar deze jongeren mee kampen. Opgemerkt moet worden dat het begrip ‘zwerfjongeren’ voor nogal wat onduidelijk wordt. Daarom wordt in dit voorstel duidelijk uitgewerkt wat onder zwerfjongeren wordt verstaan en op welke jongeren dit voorstel is gericht. Zwerfjongeren In Nederland leven naar schatting zo’n 6000 zwerfjongeren. Over het begrip ‘zwerfjongeren’ bestaat onduidelijkheid. Zwerfjongeren zijn niet jongeren die alleen nog maar op straat slapen, verslaafd zijn en diep in de schulden zitten. Het beeld is iets genuanceerder. Zwerfjongeren zijn: Jongeren van 17 tot 25 jaar met meervoudige problemen, die geen stabiele woon- of verblijfplaats hebben, of in de opvang verblijven. Zoals de definitie laat zien hebben de jongeren veelal te maken met meervoudige problematiek. Meervoudige problematiek heeft betrekking op verschillende leefgebieden van de jongere. Hierbij gaat het vaak om een jeugdhulpverleningverleden, een licht verstandelijke handicap (Landelijk 25%), psychische problemen (landelijk 33%) en verslavingsproblematiek. Daarnaast beschikt deze groep vaak niet over een afgeronde opleiding en is zo’n 40% bekend bij politie en justitie. Deze jongeren belanden door verschillende oorzaken in hun zwerfbestaan. Over het algemeen hebben zij moeite te voldoen aan de eisen die de maatschappij aan hen stelt. Zij kunnen niet omgaan met de prestatiedruk vanuit de maatschappij en het consumptietempo van tegenwoordig. Zij kunnen niet voldoen aan de verwachtingen van zelfstandigheid die bij de huidige maatschappij horen. Daarnaast hebben zij moeite met het omgaan met vrijheden en verleidingen die voor hen juist uitgesproken ongunstig zijn, zoals het makkelijk geld lenen. Zwerfjongeren in Deventer In 2008 is in opdracht van de gemeente door bureau Intraval een quick scan uitgevoerd naar de aard en omvang van de dak- en thuislozen in de regio Midden-IJssel. Hieruit blijkt dat er in 2007 68 zwerfjongeren zijn geregistreerd. Omdat deze cijfers gelijk zijn aan die uit een onderzoek uit 2003 van de toenmalige afdeling Onderzoek en Statistiek, kan voorzichtig worden geconcludeerd dat de groep zwerfjongeren in Deventer redelijk gelijk is gebleven de afgelopen jaren. Van de groep zwerfjongeren leeft slechts een klein deel, tussen de 5 en 10 jongeren, echt op straat. Ook in Deventer valt een substantieel deel van de ‘zwerfjongeren’ onder de categorie LVG (licht verstandelijk gehandicapt). Op hen is de aanpak voor zwerfjongeren niet gericht. KIJ start binnenkort al een speciale voorziening voor deze groep jongeren. Reden hiervoor is dat de eindkwalificaties waar met LVG’ers aan wordt gewerkt teveel afwijken van de rest van de jongeren. Deze notitie Deze notitie richt zich op jongeren die (dreigend) thuisloos zijn. Zoals in het bovenstaande is geschetst bestaat er een verschil tussen jongeren die op straat leven (dakloos) en jongeren die geen thuis hebben (thuisloos). Jongeren die dakloos zijn hebben andere hulp nodig dan jongeren die thuisloos zijn. Hoewel er sprake is van overlap, zit het belangrijkste verschil in de noodzaak voor 1
crisisopvang voor dakloze jongeren. De koppeling met deze groep wordt in de aanpak voor zwerfjongeren wel gelegd. De beschreven keten biedt ruimte voor crisisopvang. De mogelijkheden hiertoe en de kosten hiervoor moeten nog worden onderzocht. Echter deze notitie richt zich zoals gezegd primair op thuislozen. Dat is verreweg de grootste groep in Deventer. De groep daklozen kan op termijn opgenomen worden in dezelfde keten. Voorwaarde hiervoor is dat de mogelijkheid tot crisisopvang wordt gecreëerd. Dit is nodig omdat zij uit een dermate ontwrichte situatie komen dat ze echt een voorziening nodig hebben waar ze onder begeleiding tot rust kunnen komen. Tot die tijd maakt deze groep net als in de huidige situatie gebruik van het bestaande aanbod in Deventer.
Kenmerken doelgroep Uit gegevens van de website zwerfnet.nl blijkt dat de volgende kenmerken van toepassing zijn op thuisloze jongeren: - Wantrouwend naar hulpverleners - Het missen van sociale vaardigheden om hulp te vragen - Het missen van zelfinzicht en daardoor de problemen niet erkennen - Passief en zorgmijdend Hierdoor maken de jongeren te weinig gebruik van het beschikbare hulpverleningsaanbod. In Deventer is COACH in het leven geroepen om de jongeren toch bij de hulpverleningsinstanties te krijgen. Een aanpak die zichtbaar resultaat heeft. Toch blijkt dat onder meer door de grens van 18 jaar voor jeugdzorg er niet altijd een vervolg plaats vindt. Er is dan sprake van een breuklijn tussen jeugdzorg en maatschappelijke zorg. Verder blijkt dat de volwassenenzorg niet voldoende aansluit op de situatie van thuisloze jongeren. Deze jongeren hebben behoefte aan rolmodellen en ondersteuning bij het opgroeien. Volwassenenzorg kan dat niet bieden. Los van de specifieke cijfers over thuisloze jongeren in Deventer blijkt dat een deel van de jongeren die op dit moment geholpen worden door KIJ of het COACH-netwerk vergelijkbare problematiek vertonen. Zij lopen het risico om verder af te glijden naar dakloosheid. Het treffen van maatregelen voor thuisloze jongeren in Deventer moet dan ook niet puur gericht zijn op de groep die op dit moment bekend is als thuisloos. Er moet gewerkt worden aan een structuur die voorziet in hulp aan jongeren die dezelfde soort problematiek vertonen. Van deze groep zal slechts een deel echt ‘zwerfjongere’ worden, maar ook de groep waarbij het niet zo ver komt vindt te weinig aansluiting in het reguliere hulpaanbod. Het beleid moet dus niet zozeer doelgroepgericht zijn, maar meer vraaggericht/probleemgericht.
Hulpverlening Thuisloze jongeren vormen een moeilijke doelgroep voor hulpverlening. Eén van de problemen is dat de jeugdhulpverlening een leeftijdsgrens van 18 jaar kent. Na hun 18e zijn de jongeren dus aangewezen op volwassenenzorg. Er zijn veel instanties waar jongeren kunnen aankloppen, maar ze doen het niet. Door toenemende specialisatie van jeugdzorgaanbieders hebben jongeren met meervoudige problematiek te maken met steeds meer zorgaanbieders. Dat maakt het erg lastig om alle zorg goed op elkaar af te stemmen, zeker gezien het feit dat de jongere zelf daar niet toe in staat is. Daar komt bij de de groep zich kenmerkt door zorgmijdend gedrag. De problemen die ze hebben worden veelal door henzelf niet erkend, en als dat al zo is, dan zijn ze niet snel geneigd hulp te zoeken. Hulp aan deze jongeren moet zich richten op leren zelfstandig te wonen, opleiding/werk/dagbesteding, hulp bij psychische/verslavingsproblemen, sociaal vangnet, sociale vaardigheden. In deze gebieden moet worden geïnvesteerd om aan een oplossing voor de jongere te werken. Uit ervaringen elders in het land blijkt echter dat voordat er aan een oplossing gewerkt kan worden er een goede diagnose van de problematiek nodig is. Daar moet de hulp op afgestemd worden. Van een standaard hulpaanbod kan geen sprake zijn. Wel is in alle gevallen de inzet om via maatwerk toe te werken naar een start- of werkkwalificatie.
2
Taak gemeente De gemeente heeft vanuit haar wettelijke taak vanuit Wmo de beleidsregie als het gaat om zwerfjongeren. Vanuit de Wmo zijn de prestatievelden 2 (Jeugd), 7 (maatschappelijke opvang), 8, (OGGZ) en 9 (Verslavingsbeleid) van toepassing op zwerfjongeren.
Sluitende aanpak Omdat een standaard hulpaanbod niet mogelijk is moet de oplossing voor thuisloze jongeren voor een deel gezocht worden in een structuur. Deze structuur moet organisaties bij elkaar brengen die de jongere verder kunnen helpen. Om een sluitende aanpak van zwerfjongerenproblematiek te kunnen bewerkstellingen is samenwerking met verschillende maatschappelijke organisaties en zorgaanbieders gewenst. De gemeente treedt hierin op als regisseur. Met betrekking tot de aanpak van zwerfjongeren zijn de volgende fasen in een traject van belang (Willems, 2008): - Preventie - Signaleren/melden - Screening/diagnostiek - Trajectplanning - Bemoeizorg/toeleiden - Indiceren - Hulp/interventie/opvang - Woonaanbod - Nazorg Wij brengen deze elementen samen in de schakels signaleren, toeleiden, stabilisering, hulp en nazorg. Signaleren Erg belangrijk in de aanpak van zwerfjongeren is het bereiken van de jongeren. Kenmerk is immers dat zij zorgmijdend zijn. Het vinden van de jongeren vereist een outreachende aanpak. De straat op om ze te ontmoeten. Om vervolgens de deur open te zetten naar een mogelijk zorgtraject is vertrouwen nodig. Ervaring uit den lande heeft laten zien dat zwerfjongeren niet du moment geholpen willen worden. Dat kan te maken hebben met motivatie, maar bijvoorbeeld ook met gebrek aan zelfinzicht, het niet erkennen van de problemen. Toeleiden Zoals gezegd blijkt dat de zwerfjongeren, zowel dak- als (dreigend) thuislozen, doorgaans niet meteen in een hulptraject willen stappen, laat staan er zelf om vragen. Voordat er gesproken kan worden over een eventueel traject vindt er dus een proces plaats waar in eerste instantie vertrouwen moet worden opgebouwd. Vanuit vertrouwen kan gewerkt worden aan het inzicht bij de jongere zelf in de noodzaak van hulp. In deze fase kan ook in beeld gebracht worden wat de kernproblematiek is. Dat is van belang omdat hier in een latere fase aan gewerkt zal worden. Stabilisatie Voor een deel van de jongeren zal het noodzakelijk zijn dat er een periode wordt ingebouwd waarin de jongere wat tot rust kan komen. In veel gevallen hebben de jongeren een hectische periode achter de rug, met hevige psychische problemen, of excessief middelengebruik. Het werkt dan niet om meteen te starten met de daadwerkelijke behandeling. Het duurt in deze gevallen even voor jongeren zover zijn. Voor deze groep zal gezocht moeten worden naar een vorm van overbrugging. De begeleiding zal vanuit coach blijven geschieden. Waar nodig zal voor de jongere een plek gezocht moeten worden. Uitgangspunt is dat allereerst door middel van een zgn. Eigen Kracht Conferentie (EKC) wordt gezocht naar een oplossing in het eigen netwerk van de jongere. Dit kan via familie, vrienden, sportclub, etc. geschieden. De EKC-methode kan gratis via de EK-Centrale worden ingehuurd. De provincie is warm voorstander van EKC. Biedt dit geen uitweg, dan wordt gekeken binnen het bestaande hulpaanbod in Deventer. Diagnostiek Voor aan de begeleiding kan worden begonnen dient er een goede analyse van de problematiek te worden gemaakt. In de voorgaande fase is onder begeleiding van COACH gewerkt aan de vermindering van allerlei problemen op verschillende leefgebieden. Om in de ‘hulpfase’ gericht toe te 3
kunnen werken naar een startkwalificatie of naar werk moet ik kaart worden gebracht wat de kernproblematiek is waardoor de jongere geen aansluiting kan vinden bij de maatschappij. Hulp In deze fase wordt de intensieve trajectbegeleiding gestart. Jongeren worden in de voorgaande fasen gescreend op geschiktheid voor dit traject. Niet voor alle jongeren zal het in dit voorstel beschreven traject nodig zijn. Sommige jongeren zullen eenvoudig weg geholpen zijn door de extra aandacht die ontstaat door de intensivering van het outreachende jongeren werk in de gemeente. Voor een deel van de jongeren zal een extra traject nodig zijn. Dit traject bestaat uit een kleinschalige vorm van begeleid wonen. De jongeren krijgen een woning toegewezen waar ze met 3 jongeren tegelijk wonen. Zij krijgen dagelijks begeleiding bij het huishoudelijke werk, het vinden van een zinvolle dagbesteding en worden gecoacht in het nemen van verantwoordelijkheid. De jongeren worden begeleid om naar school werk. De jongeren die niet starten in dit traject blijven onder begeleiding van COACH en waar nodig worden andere vormen van beschikbare hulp in Deventer ingeschakeld. Wanneer blijkt dat dit niet voldoende is kan in een later stadium alsnog ingezet worden op het begeleid wonen traject. Nazorg Wanneer het hulptraject is afgesloten is het probleem niet meteen opgelost. De jongere kan waarschijnlijk nog niet meteen zelfstandig functioneren. De eerste fase na het traject is bijzonder kwetsbaar en cruciaal voor het welslagen. Nazorg is dan ook erg belangrijk. De kans dat er in het eerste jaar iets gebeurt waardoor er een terugval ontstaat is groot. Als er dan geen contact meer is met de jongere is de kans dat hij weer helemaal afglijdt aanwezig. Wanneer de jongere echter nog af en toe contact heeft met zijn hulpverlener, kan dit steuntje in de rug hen helpen het bereikte succes vast te houden. Schema sluitende aanpak Zwerfjongeren Deventer
In het schema is ruimte gecreëerd voor de mogelijkheid van crisisopvang. Signalen uit het veld geven aanleiding hier verder onderzoek naar te plegen. Het blijkt voor met name dakloze jongeren noodzakelijk in de stabilisatiefase de mogelijkheid voor crisisopvang te creëren. Sommige jongeren blijken dermate grote problematiek te hebben dat het niet mogelijk is verdere stappen te zetten in het hulpverleningsproces voordat er een periode in opvang is doorgebracht. Zij hebben in de stabilisatiefase al intensieve begeleiding nodig dat het onmogelijk is dit ambulant te laten plaats vinden. De huidige opvangvoorzieningen in Deventer voorzien onvoldoende in de behoefte die bij deze jongeren heerst. Echter, zoals is aangegeven, richt deze notitie zich primair op thuisloze jongeren. Daarvoor zal de noodzaak tot crisisopvang weinig tot niet aan de orde zijn. De vraag of er al dan niet crisisopvang voor jongeren gaat komen is dan ook geen belemmering voor de rest van de aanpak. Immers de noodzaak voor een aanpak voor thuisloze jongeren, die zonder opvang kunnen, blijft onverminderd groot.
Organisatie Voorstel is om de projectleiding voor de ontwikkeling van de aanpak voor thuisloze jongeren binnen de gemeentelijke organisatie te beleggen. Wanneer de structuur is neergezet kan de coördinatie worden overgedragen aan één van de participerende organisaties. 4
Voor de aanpak van thuisloze jongeren in Deventer wordt bewust gekozen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande structuren en netwerken. Er is al veel. Door te investeren in de bestaande voorzieningen kan gebruik gemaakt worden van de daar reeds opgedane expertise en netwerk. Voor de totstandkoming van de aanpak voor thuislozen werken de volgende organisaties samen: Coach, Kij, Regizorg, Iriszorg, Rentree, Ieder1 en gemeente Deventer. De betrokken organisaties zijn benaderd vanwege hun eigen specifieke expertise. COACH en KIJ hebben veel ervaring met het werken met multiproblemjongeren. Zij hebben ervaring in het bereiken van de jongeren en via hun netwerk de juiste zorg te mobiliseren. Iriszorg heeft veel ervaring met maatschappelijke opvang. Elders in het land heeft de organisatie ervaring opgedaan met voorzieningen voor zwerfjongeren. Voor de Deventer aanpak van thuisloze jongeren wordt gekozen voor kleinschalige woonvoorzieningen voor jongeren. In samenwerking met de woningcorporaties wordt kleinschalige woonruimte beschikbaar gesteld voor het project. Ook worden afspraken gemaakt over structurele huisvesting van de jongeren na afloop van het traject. Hoewel de invulling van het hulpaanbod aan de betrokken organisaties wordt overgelaten zal in ieder geval het realiseren van kleinschalige woonvoorzieningen deel uitmaken van de aanpak. De keuze voor kleinschalige woonvormen in plaats van een grote opvangvoorziening is gebaseerd op de ervaringen van de betrokken organisaties. Een voorziening waarin veel jongeren met allemaal hun eigen problematiek samenkomen werkt als een cumulatie van problemen. Er gaat te veel energie zitten in het bewaren van orde. In een kleinschalige opvang is meer rust en kan de energie besteed worden aan het werken aan oplossingen. De volgende functies zijn nodig om de aanpak voor thuislozen te realiseren: Projectcoördinator Zwerfjongeren 8 uur De gemeente levert de projectcoördinatie voor het opzetten van de aanpak. Op termijn kan deze worden overgedragen aan een van de uitvoerende organisaties. Zorg Coördinator Zwerfjongeren, 24 uur Er komt een coördinator zwerfjongeren. Deze is verantwoordelijk voor de procedure van toelating van de jongeren tot het project. Tevens organiseert de coördinator overleg met hulpverlenende instanties die bij de jongeren betrokken zijn en bijvoorbeeld de woonbegeleiding. Verder is deze verantwoordelijk voor alle organisatorische vraagstukken rondom het project. Woonbegeleiding, 45 uur Woonbegeleiding voor de jongeren in de begeleid wonen voorziening. De begeleiding zorgt toezicht op de dagelijkse gang van zaken in de woonvoorziening. Tevens verantwoordelijk voor het organiseren van activiteiten met de jongeren, helpen bij het inrichten en verbeteren van de woonsituatie en het afstemmen met teamleden, coördinator en begeleiders. Ambulant werker, 32 uur Deze is verantwoordelijk voor het bereiken van dat deel van de doelgroep dat al wel in beeld is, maar nog niet bereikt wordt door het COACH netwerk. De vooruitgeschoven, outreachende post van de zwerfjongerenaanpak.
Beoogd resultaat Realisatie van een sluitende aanpak voor thuisloze jongeren, leidend tot werk of een startkwalificatie en structureel onderdak voor de jongeren. In het najaar 2009 wordt getracht om te starten met één woning, waarin maximaal 3 jongeren geplaatst worden. Medio 2010 worden nog eens 2 woningen op dezelfde manier opgezet, en aan het eind van 2010 nog eens 2, mits daartoe de structurele financiën toereikend zijn. Dat betekent dat de capaciteit van het project voor zwerfjongeren halverwege 2010 kan worden uitgebreid van 3 naar 15. De trajectduur voor het begeleid wonen wordt geschat op maximaal 18 maanden.
5
Voorwaarden -
De capaciteit van COACH voor het outreachend werken om de jongeren te bereiken wordt uitgebreid COACH is verantwoordelijk voor signaleren en toeleiding van de jongeren De coördinator zwerfjongeren wordt geleverd door één van de organiserende organisaties Voor jongeren die toch behoefte hebben aan crisisopvang voordat ze kunnen instromen in het begeleid wonen traject wordt gezocht binnen de bestaande mogelijkheden voor crisisopvang Jaarlijks wordt aan 15 jongeren een begeleid wonen traject aangeboden, beginnend met een opstartfase in 2009, waarin gestart wordt met 3 jongeren De woonbegeleiding groeit mee met het aantal jongeren in traject, waarbij wordt uitgegaan van 45 uur woonbegeleiding voor 15 jongeren Het betreft een integraal programma; wonen – leren – werken Na 2 jaar begeleiding beschikt 80% van de deelnemende jongeren aan het begeleid wonen traject over een werk of een startkwalificatie en een vaste woon- of verblijfplaats In samenwerking met de woningcorporaties wordt er een kleinschalige en/of individuele woonruimte voor jongeren geregeld. Tevens worden afspraken gemaakt over structurele huisvesting van de jongeren na afloop van het traject.
Argumenten De gemeente heeft een maatschappelijke taak om een aanpak voor zwerfjongeren te realiseren. Herhaaldelijke pogingen zijn in Deventer ondernomen om een voorziening voor zwerfjongeren te creëren. Tot op heden is dat niet gelukt. De aanpak die in dit voorstel staat omschreven biedt een uitermate praktisch antwoord op een maatschappelijke vraag die, zo blijkt uit de cijfers, in Deventer nog steeds actueel is. De voorgestelde aanpak is in nauwe samenwerking met partijen uit het veld tot stand gekomen en kan op veel draagvlak rekenen. De partijen die een rol krijgen in de uitvoering van het voorstel hebben op basis van hun expertise bijgedragen aan het voorstel. Het voorstel sluit nadrukkelijk aan bij reeds bestaande structuren en voorzieningen in Deventer.
Draagvlak In de voorjaarsnota 2006 heeft de raad reeds geld beschikbaar gesteld voor de realisatie van een voorziening voor zwerfjongeren. Nu het aantal zwerfjongeren niet lijkt te dalen zal dat draagvlak er nog steeds zijn. Daarnaast is het onderwerp zwerfjongeren genoemd als actiepunt in het beleidskader gezondheidszorg. De woningcorporaties Rentree en Ieder1 dragen zorg voor kleinschalige en/of individuele woonruimte.
6
Financiële consequenties Voor de financiering van het zwerfjongeren project worden zowel incidentele als structurele gelden ingezet.
Omschrijving kosten Uitvoeringskosten (Structureel) Coördinator zwerfjongeren Woonbegeleiding Ambulant werker Activiteitenbudget Inrichtingskosten Overhead (van instellingen) Kosten opstart project
2009
2010
49.000 40.000 51.000 8.000 12.000 40.000 31.000 Totaal 231.000
49.000 76.000 51.000 14.000 24.000 40.000
Omschrijving dekking
omschrijving
Structureel Gereserveerd VJN 2006
254.000
Incidenteel Subsidie provincie Bijdrage schoolverlatersoffensief Stedendriehoek
Totaal 254.000
97.000 134.000
In de voorjaarsnota 2006 heeft de raad structurele middelen ter beschikking gesteld ter hoogte van € 254.000 mits andere partijen €100.000,- beschikbaar zouden stellen. Daarbij werd het uitgangspunt gehanteerd dat er een voorziening moest komen voor 15 jongeren. Op dit moment ligt er een financieel plaatje dat rond is om te starten met een voorziening voor 9 jongeren, waardoor de bijdrage van een €100.000 niet noodzakelijk is om te kunnen starten. Het is de ambitie om begeleid wonen trajecten te kunnen aanbieden aan 15 jongeren. Op basis van de huidige (niet geïndexeerde) cijfers is daarvoor € 119.000 extra structureel nodig. In het najaar van 2009 c.q. tijdens het opzetten van de voorziening zal expliciet onderzocht worden of er aanvullende financiering uit ander bronnen kan plaatsvinden om op termijn te kunnen doorgroeien naar een voorziening van 15 jongeren. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door bijdragen vanuit de geïndiceerde zorg, door middel van persoonsgebonden budgetten of Wajong gelden. Voor 2009 bedragen de kosten € 231.000,- en deze worden gedekt door bijdragen provincie en stedendriehoek. Dit betekent dat voor 2009 de structurele eigen dekkingsmiddelen te weten € 204.000 algemene dekkingsmiddelen en € 50.000 WWB-middelen eenmalig vrijvallen. De algemene dekkingsmiddelen zullen worden toegevoegd aan de reserve Eenmalige problematiek.
7
Aanpak uitvoering De gemeente neemt de projectcoördinatie op zich om te komen tot een sluitende aanpak voor zwerfjongeren. Als de organisatie is neergezet en het project kan draaien wordt de coördinatie belegd bij één van de uitvoerende organisaties. Er wordt een projectgroep van vertegenwoordigers uit betrokken organisaties geformeerd om de aanpak op te zetten. -
Najaar 2009: eerste 3 jongeren in traject Najaar 2010: 9 jongeren in traject Voorjaar 2011: 15 jongeren in traject (mits structurele financiering geregeld is)
De raad zal in het najaar van 2010 worden geïnformeerd over de stand van zaken rondom de voorziening / het project.
8