1
Jong geleerd, oud gedaan!
Preventieve zorg voor studiegerelateerde gezondheidsproblemen bij studenten in opleiding voor musicus
dr. Teake Pal, Anita Mulder, dr. Paul Kuijer Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid Academisch Medisch Centrum Postbus 22660 1100 DD Amsterdam 020 – 566 5324,
[email protected]
2 Inhoudsopgave
Inleiding
3
Vragenlijstonderzoek
4
Respons
4
Antwoorden
4
Wat betekenen deze resultaten?
4
Conclusies
7
Aanbevelingen
7
Literatuur
8
Bijlage I Brief bij de vragenlijst Preventieve zorg voor studenten in opleiding voor musicus
9
Bijlage II Vragenlijst Preventieve zorg voor studenten in opleiding voor musicus
10
3 Inleiding In Nederland zijn naar schatting 13.000 mensen in de muziek werkzaam (CBS Rapport Kunstenaars in Nederland 2007). Het beroep van musicus is veeleisend en brengt een aantal gezondheidsrisico’s met zich mee. (1-4) Bekende voorbeelden zijn de gehoorschade door lawaai en klachten van het bewegingsapparaat, vooral van handen, armen en schouders. Verder is er de hoge prevalentie van podiumangst en moeten natuurlijk ook de stemproblemen bij zangers genoemd worden. In het in 2002 tot stand gekomen Arboconvenant Podiumkunsten krijgt een aantal belastende arbeidsomstandigheden dan ook terecht de nodige aandacht. De belasting voor musici dient zich echter al aan tijdens hun beroepsopleiding en in feite ook al ver daarvoor. (5-7) Topviolisten hebben er wanneer ze op het conservatorium zitten, al meer dan tienduizend uur vioolstudie opzitten. Preventieve arbozorg voor musici kan dus niet vroeg genoeg beginnen. Op het symposium Harm and Harmony in Musicians van 19 november 2008 georganiseerd door de Stichting Sanitas in Musica, Musicis Sanitas (www.sanitasinmusica.nl ), wijdde dr. A Williamon (Royal College of Music, Londen) een voordracht aan het onderwerp “Awareness and incidence of health problems among conservatoire students”. Muziekstudenten blijken frequent klachten van het bewegingsapparaat te hebben en leggen hun problemen eerst voor aan hun docenten voordat zij professionele hulp vragen. Inmiddels kent het Royal College voor muziekstudenten verplichte seminars op het gebied van gezondheidsvoorlichting en opvoeding in relatie tot musiceren. De inhoud van deze voordracht sloot aan bij een signaal dat door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB, www.beroepsziekten.nl) in het Signaleringsrapport Beroepsziekten 2006 is afgegeven, om in Nederland al tijdens de beroepsopleiding te beginnen met een op het beroep toegesneden vorm van preventieve gezondheidszorg. Dergelijke zorg bestaat in Nederland al op de dansacademies, waar aandacht wordt besteed aan blessurepreventie en gespecialiseerde hulpverlening is geregeld. Wat gebeurt er echter op de diverse muziekopleidingen in Nederland aan preventieve arbozorg voor de studenten? In het kader van een serie te vervaardigen brancherapporten besloot het NCvB op die vraag een antwoord te krijgen door een schriftelijke enquête uit te voeren bij directies en vertegenwoordigers van studenten van de Nederlandse Conservatoria en Hogescholen met een muziekopleiding. Het doel van dit brancherapport is een overzicht te geven of en op welke wijze in deze opleidingen aandacht wordt besteed aan mogelijk negatieve gezondheidseffecten zoals gehoorschade, podiumangst, aandoeningen aan het bewegingsapparaat en stemklachten. In dit rapport worden eerst de opzet en uitvoering van het vragenlijstonderzoek toegelicht. Vervolgens worden de resultaten weergegeven en nader besproken. Tot slot worden de conclusies geformuleerd en een aantal aanbevelingen gegeven. Waar nodig vindt er in de discussie en aanbevelingen verbreding naar andere beroepsopleidingen plaats.
4 Vragenlijstonderzoek Omdat het onderzoek een inventariserend karakter had, is gekozen voor het maken van een korte vragenlijst, die identiek was voor de directeuren en de studentvertegenwoordigers. Hierin werd gevraagd of er sprake was van kennisoverdracht, preventieve maatregelen, uitvoering van een preventief medisch onderzoek en de beschikbaarheid van gespecialiseerde hulpverleners. Er werd vervolgens geïnformeerd naar het eigen oordeel over de preventieve zorg en naar datgene wat men zou willen verbeteren en de belemmeringen die men ziet bij het doorvoeren. De brief en de vragenlijst zijn in het rapport als bijlage opgenomen (Bijlage I en II). De vragenlijst is begin december 2008 verzonden naar dertien opleidingen. Aan de directeuren werd gevraagd de namen door te geven van de studentvertegenwoordigers. Zij zijn in januari 2009 benaderd. Respons Twaalf van de dertien benaderde instellingen hebben de vragenlijst ingevuld geretourneerd. Om deze hoge respons te krijgen, is minimaal 7 keer met iedere instelling contact opgenomen via telefoon of email. Eén opleiding gaf aan niet aan het onderzoek deel te willen nemen omdat de vragenlijst niet specifiek genoeg was. Van vijf instellingen zijn de namen van studentvertegenwoordigers gekregen. Bij het verschijnen van dit rapport waren twee vragenlijsten retour ontvangen. Daarom zijn de resultaten van de studenten niet in dit rapport weergegeven, maar bij de bespreking worden de gemaakte opmerkingen wel genoemd. Antwoorden Op een meerderheid van de hogescholen en conservatoria vindt kennisoverdracht plaats over de genoemde
gezondheidsrisico’s:
lawaaigehoorschade,
klachten
aan
het
bewegingsapparaat,
podiumangst en stemproblemen (tabel 1). Dit gebeurt bij een minderheid (42%) in de vorm van speciale lessen. Bij een aantal opleidingen is het dus een onderdeel van het reguliere onderwijs, vergelijkbaar met een hoofdvakles. Tabel 1. Het percentage van de 12 muziekopleidingen dat aandacht besteedt aan de risico’s en preventie voor gehoorschade, aandoeningen bewegingsapparaat, podiumangst en stemproblemen
Aandacht
voor
risico
Aandacht voor preventie
(%)
(%)
Gehoorschade
58
67
Aandoeningen bewegingsapparaat
75
67
Podiumangst
75
75
Stemproblemen
83
67
Hetzelfde beeld komt naar voren bij de vraag naar aandacht voor preventieve maatregelen. Omdat het slechts om ja/nee vragen ging is niet bekend in welke vorm de kennisoverdracht plaatsvindt en op
5 welke wijze het nemen van preventieve maatregelen gestalte krijgt. Een (periodiek) preventief medisch onderzoek bij studenten vindt slechts bij één instelling plaats. Bij de helft (50%) van de instellingen kunnen de studenten een beroep doen op gespecialiseerde hulpverleners wanneer er sprake is van studiegerelateerde gezondheidsproblemen. Ook hier liet het oriënterende karakter van de vragenlijst het niet toe om op dit punt meer gedetailleerde informatie te verkrijgen. Tweederde van de opleidingen is bekend met de polikliniek voor musici van het AMC. Hoewel men zich bewust is van de aan het vak van musicus verbonden specifieke gezondheidsrisico’s en daar in de opleiding zeker enige aandacht aan schenkt, komt men gemiddeld genomen tot het oordeel dat de preventieve zorg het cijfer 6 verdient. Het laagste cijfer was een 1 en het hoogste cijfer een 7. Tijd, geld en het ontbreken van specifieke deskundigheid worden opgevoerd als belemmeringen om te komen tot verbeteringen. Een tweetal instellingen zag desinteresse bij studenten als een belemmerende factor. Wat betekenen deze resultaten voor de praktijk? Bedrijfsgezondheidszorg neemt doorgaans pas een aanvang wanneer een werknemer een dienstverband aangaat. In het kader van diverse beroepsopleidingen staan leerlingen tijdens hun praktijkperioden ook bloot aan de met het betreffende beroep verbonden risico’s. Dit lijkt bij uitstek het geval te zijn tijdens de opleiding tot beroepsmusicus. De combinatie van gedrevenheid bij de student en de docent, het grote aantal uren oefenen, een mogelijk gebrek aan kennis van de risico’s en preventieve maatregelen vormt het geheel van factoren dat verantwoordelijk is voor de hoge prevalentie van studie(werk)gerelateerde klachten (5,7-9). Wanneer zich aan het spelen gerelateerde lichamelijke of psychische klachten voordoen, wordt er lang niet altijd tijdig hulp gezocht. Er kan een taboe op rusten zoals een studentvertegenwoordiger aangaf, indachtig het - no pain, no gain - principe of men heeft onvoldoende vertrouwen in de hulpverlener (10). Uit dit onderzoek blijkt dat de problematiek door de opleidingen wel wordt herkend. De meerderheid van de conservatoria en hogescholen besteedt structureel aandacht aan studiegerelateerde gezondheidsrisico’s en preventie voor gehoorschade, aandoeningen aan het bewegingsapparaat, podiumangst en stemproblemen. Hoewel vergelijkbare cijfers voor andere opleidingen met studiegerelateerde risico’s ontbreken, lijkt de veronderstelling gerechtvaardigd dat zij zich in dat opzicht positief onderscheiden van andere opleidingen. Een verklaring zou hiervoor kunnen zijn dat deze studiegerelateerde klachten veel nadrukkelijker dan in andere beroepsopleidingen gevolgen hebben voor de kwaliteit van de geleverde prestatie (11). Illustratief in dat opzicht is ook dat de muziek- en dansgeneeskunde als een op zichzelf staande medische discipline geldt, met haar eigen internationale wetenschappelijke tijdschrift, zoals maar een beperkt aantal andere branches dat kennen. Niet toevallig werd er in de vragenlijst geïnformeerd naar activiteiten op het gebied van voorlichting en instructie, preventieve maatregelen, preventief medisch onderzoek en de beschikbaarheid van gespecialiseerde hulpverlening. Immers dit zijn de elementen om tot een complete vorm van arbeidsgerelateerde zorg te komen. Binnen dit geheel besteedt een meerderheid van de instellingen
6 aandacht aan kennisoverdracht, zij het niet altijd in de vorm van speciale lessen en is er aandacht voor preventieve maatregelen om de klachten op de vier benoemde risicogebieden te voorkómen. De vragenlijst liet echter niet toe vast te stellen om welke maatregelen dit nu ging. Bij de preventie van de klachten van arm-nek-schouders en rug werd wel een aantal malen de ‘Alexandertechniek’ (http://www.alexandertechniek.nl/) genoemd. Hoewel 50% van de instellingen kon beschikken over gespecialiseerde hulpverlening, sprak een aantal nu juist hun behoefte op dat punt uit. Preventief Medisch Onderzoek (PMO) vindt bij één opleiding plaats, maar de behoefte hieraan wordt ook niet allerwegen uitgesproken. Dit kan wijzen op gebrek aan kennis en ervaring rond de opzet, maar misschien bestaat er ook twijfel over de toegevoegde waarde, die, dat moet gezegd, ook nog onvoldoende is geëvalueerd. Hoewel er bij een meerderheid van de instellingen duidelijke aanzetten zijn voor preventieve zorg aan de studenten, is men over het geheel niet tevreden. Men beoordeelt de aandacht in het onderwijs gemiddeld met het cijfer zes. Gebrek aan tijd en geld worden als de voornaamste belemmeringen gezien. Die kunnen er zeker zijn ten aanzien van voorlichting, instructie, preventief medisch onderzoek en tot op zekere hoogte ook in de realisatie van preventieve maatregelen, maar hoeven niet te gelden voor de organisatie van gespecialiseerde hulpverlening, die in principe binnen de financiering van de reguliere gezondheidszorg kan vallen. Het gaat hierbij meer om het vinden van een goed netwerk van in de muziekgeneeskunde gespecialiseerde hulpverleners. Evenals bij andere beroepsopleidingen, maar in het bijzonder bij muziek- en dansopleiding, vervult de docent een belangrijke rol in de preventie van studiegerelateerde gezondheidsproblemen. De docent is medeverantwoordelijk voor de kennisoverdracht van risico’s en preventieve maatregelen, maar moet vooral gespitst zijn op vroegtijdige signalering van (dreigende) problemen. Dat betekent dat er vooral uitvoering moet worden gegeven aan het “train de trainer” principe. Hoewel de benoemde vier risicogebieden (gehoor, stem, psyche en bewegingsapparaat) allen hun eigen vorm van gespecialiseerde hulpverlening kennen, zou daarnaast ook gedacht kunnen worden aan de inzet van een jeugdarts of bedrijfsarts met affiniteit tot en kennis van de muziekgeneeskunde als een centraal aanspreekpunt binnen de opleiding. Dat roept natuurlijk meteen de vraag naar de financiering op. Waar het hier gaat om preventieve zorg tijdens de opleiding, lijkt het toch het meest aangewezen om dit te zien als een onderdeel van de jeugdgezondheidszorg en het daarmee uit de algemene middelen te financieren. Dat geldt niet alleen voor deze bijzondere vorm van een beroepsopleiding waarvan de opbrengst een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van ons culturele bestaan, maar geldt evenzeer voor andere beroepsopleidingen. Preventief jong geleerd en gesignaleerd is belangrijk om ook op oudere leeftijd nog gezond te kunnen blijven werken!
7 Conclusies -
De meerderheid van de conservatoria en hogescholen besteedt in het curriculum aandacht aan studiegerelateerde gezondheidsrisico’s en preventie voor gehoorschade, aandoeningen aan het bewegingsapparaat, podiumangst en stemproblemen. Hoewel vergelijkbare cijfers voor andere opleidingen met studiegerelateerde risico’s ontbreken, wordt verondersteld dat zij zich in dat opzicht positief onderscheiden.
-
Helaas ontbreken in Nederland cijfers over het vóórkomen van studiegerelateerde gezondheidsklachten bij studenten in opleiding voor musicus en de gevolgen die dit heeft voor het op hoog niveau musiceren. Alleen op basis van deze cijfers is te zeggen of de aandacht voor de risico’s en preventie in de huidige opleidingen voldoende is.
-
Binnen de conservatoria en hogescholen is nauwelijks ervaring met Preventief Medisch Onderzoek (PMO), terwijl wel de helft een beroep kan doen op in de muziekgeneeskunde gespecialiseerde hulpverlening.
-
Gemiddeld genomen beschouwen de conservatoria en hogescholen hun aandacht voor preventieve zorg als net voldoende (cijfer 6). Gebrek aan tijd en middelen zouden verbetering van de kwaliteit vooral belemmeren.
Aanbevelingen -
Hoewel er bij een meerderheid van de conservatoria en hogescholen aandacht is voor (de preventie van) studiegerelateerde gezondheidsrisico’s, zal dit binnen alle opleidingen een structurele plaats moeten krijgen en dan zowel gericht op primaire (voorkómen), secundaire (vroegdiagnostiek) en tertiaire (gespecialiseerde hulpverlening) preventie. Een centrale rol bij de kennisoverdracht en vroegtijdige signalering is hierbij weggelegd voor de muziekdocent die daarin dan wel geschoold moet worden.
-
Om de verschillende onderdelen van deze preventieve zorg een vaste plek te geven is nader onderzoek naar de effectiviteit noodzakelijk. Dat geldt in het bijzonder voor een in te stellen PMO en het effect van voorlichting en instructie op gedrag en klachten.
-
Er bestaat nauwelijks inzicht in de wijze waarop in Nederland ook in andere beroepsopleidingen preventieve zorg plaatsvindt ten aanzien van aan het beroep gerelateerde gezondheidsrisico’s. Uitvoering van een inventariserend onderzoek zoals in het kader van dit rapport is geschiedt, verdient dan ook aanbeveling voor andere opleidingen waarvan bekend is dat veel beroepsbeoefenaren werkgerelateerde klachten hebben.
-
De preventieve zorg tijdens de beroepsopleiding kan worden gezien als een vorm van specifieke jeugdgezondheidszorg. Binnen de beroepsopleidingen zouden dan ook jeugdartsen of bedrijfsartsen met affiniteit tot de betreffende beroepsrisico’s een centraal aanspreekpunt moeten vormen. Financiering van deze preventieve zorg moet uit de algemene middelen geschieden.
8 Literatuur 1. Stotijn M. Gevaarlijk spel. Risico’s op het podium. Literatuurstudie Gezondheidsrisico’s en beroepsblessures van musici en de preventiemogelijkheden. Stichting Gezondheidszorg voor Musici. www.muziekenzorg.nl Amsterdam 2006 2. Brok A.G.M.F. De beroepsziekten van musici. Medisch Contact 1998;40:1275-1277 3. Zuylen A van. Ziek van muziek. AMC Magazine 2008;december: 12-13 4. Liu S, Hayden G.F. Maladies in musicians. Southern medical Journal 2002;95: 727-734 5. Zaza C. Playing-related musculoskeletal disorders in musicians: a systematic review of incidence and prevalence. CMAJ 1998;21: 1019-1025 6. Ranelli S, Straker L, Smith A. Prevalence of playing related musculoskeletal symptoms and disorders in children learning instrumental music. Med Probl Perform Art 2008; 23:178-185 7. Bruno S, Lorusso A, LÁbbate L. Playing related disabling musculoskeletal disorders in young and adult piano students. Int. Arch Environ Health 2008;81: 855-860 8. Ryzlovsky P. Prevalence of disorders among student musicians. Med Probl Perform Art 2008;23:106 9. Guptill C, Zaza C, Paul.S, An occupational study of physical playing-related injuries in college music students. Med Probl Perform Art 2000;15:86-90 10. Guptill C, Bruijn Golem M. Case study: Musicians playing related injuries. 11. Kreutz G, Ginsborg J, Williamon A. Music students health problems and health-promoting behaviours. Med Probl Perform Art 2008;23:3-11
9 Bijlage I Brief bij de vragenlijst Preventieve zorg voor studenten in opleiding voor musicus Geachte heer/mevrouw Op symposium Harm and Harmony in Musicians van19 november jl, georganiseerd door de Stichting Sanitas in Musica, Musicis Sanitas (www.sanitasinmusica.nl ), wijdde dr. A Williamon een voordracht aan het onderwerp “ Awareness and incidence of health problems among conservatoire students” . De inhoud van zijn voordracht sloot aan bij een signaal dat door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB, www.beroepsziekten.nl ) in 2006 is afgegeven, om in Nederland al tijdens beroepsopleidingen te beginnen met op het beroep toegesneden vorm van preventieve gezondheidszorg. Het beroep van musicus is veeleisend en brengt een aantal gezondheidsrisico’s met zich. De hiermee samenhangende arbeidsomstandigheden krijgen in het in 2002 tot stand gekomen Arboconvenant Podiumkunsten dan ook terecht de nodige aandacht, maar hoe staat het met voorzieningen op het gebied van preventieve gezondheidszorg voor studenten aan de diverse conservatoria en hogescholen in Nederland? Het NCvB wil daar nader inzicht in krijgen door het inwinnen van informatie bij de diverse directies en vertegenwoordigers van studenten aan de betreffende conservatoria en hogescholen. Hiertoe hebben we een vragenlijst ( bijlage 1) ontwikkeld, die wij u bijgaand toezenden. We richten ons in deze vragenlijst op de risico’s die voortvloeien uit de belasting van het gehoor, die van het houdings- en bewegingsapparaat, de stem en de psychische belasting. Met de toezending van deze brief en de vragenlijst verzoeken wij u om deelname aan dit inventariserend onderzoek. U kunt de vragenlijst na beantwoording aan ons terugzenden in de bijgesloten retourenveloppe. Aan de resultaten van dit inventariserend onderzoek zal een kort rapport gewijd worden. Hierin zullen de resultaten van de afzonderlijke conservatoria en hogescholen geanonimiseerd worden weergegeven. Het rapport zal u t.z.t. natuurlijk worden toegezonden Mocht u naar aanleiding van deze brief nog een nadere toelichting wensen, dan kunt u contact opnemen met dr. Teake Pal telnr: 020-5665324, e-mail:
[email protected]. Wij danken u bij voorbaat voor uw medewerking. Met vriendelijke groet,
Dr. T.M.Pal Klinisch arbeidsgeneeskundige
10 Bijlage II Vragenlijst Preventieve zorg voor studenten in opleiding voor musicus
Vooraf Deze vragenlijst is samengesteld door dr. Teake Pal en dr. Paul Kuijer van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Academisch Medisch Centrum Amsterdam. De vragenlijst dient inzicht te verschaffen in de preventieve zorg voor studenten in opleiding voor beroepsmusicus in Nederland voor onder andere het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De antwoorden op de vragenlijst worden ANONIEM en alleen op groepsniveau gerapporteerd. De vragenlijst wordt ook gestuurd aan de studentenvertegenwoordiging. Graag ontvangen wij van u een contactpersoon van de studentenvertegenwoordiging. Dit kunt u vermelden op pagina 3. Het invullen van deze vragenlijst met 10 vragen duurt ongeveer 5 minuten. De meeste vragen hebben een Ja/Nee antwoord. Graag het juiste antwoord omcirkelen. Soms wordt u gevraagd om een antwoord zelf te formuleren. Dit kan in het omkaderde hokje. Wilt u niet meedoen aan dit onderzoek, dan ontvangen wij toch graag deze vragenlijst retour. Wilt u dan in ieder geval uw naam op pagina 3 vermelden zodat wij u niet onnodig lastig vallen met een herinnering? De vragenlijst kunt u retourneren met de meegestuurde gefrankeerde antwoordenveloppe. Wanneer u de resultaten van het rapport wilt ontvangen, kunt u dat onderaan de vragenlijst aangeven. Mocht u vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u die stellen aan dr. Teake Pal, klinisch arbeidsgeneeskundige, tel: 020 – 566 5324,
[email protected], www.beroepsziekten.nl. Tot slot, vergeet niet een contactpersoon van de studentenvertegenwoordiging op pagina 3 te vermelden. Alvast hartelijk bedankt voor uw medewerking!
11 Vragen 1. Krijgen de studenten tijdens hun opleiding nadere informatie over specifieke gezondheidsrisico’s tijdens de uitoefening van hun beroep zoals: a. Gehoorbeschadiging door lawaai:
Ja/Nee
b. Klachten van nek, armen, schouders en rug door overbelasting:
Ja/Nee
c.
Ja/Nee
Psychische klachten door podiumangst of werkdruk:
d. Stemklachten door overbelasting:
Ja/Nee
e. Is dit dan in de vorm van speciale lessen:
Ja/Nee
2. Besteedt de opleiding ook aandacht aan preventieve maatregelen voor: a. Gehoorbeschadiging door lawaai:
Ja/Nee
b. Klachten van nek, armen, schouders en rug door overbelasting:
Ja/Nee
c.
Ja/Nee
Psychische klachten door podiumangst of werkdruk:
d. Stemklachten door overbelasting:
Ja/Nee
e. Is dit dan in de vorm van speciale lessen:
Ja/Nee
3. Krijgen de studenten (periodiek) een preventief medisch onderzoek door een (para)medicus gericht op bovengenoemde gezondheidsrisico’s?
Ja/Nee
4. Werkt de opleiding samen met gespecialiseerde professionals op wie de studenten een beroep kunnen doen bij studiegerelateerde gezondheidsproblemen?
Ja/Nee
5. Bent u bekend met het bestaan van gespecialiseerde multidisciplinaire spreekuren voor musici zoals binnen het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam?
Ja/Nee
6. Hoe tevreden bent u over de preventieve zorg voor de studenten aan uw opleiding? Geef een getal van 0 tot en met 10.
|_____|
12 7. Wat zou u willen behouden van de preventieve zorg voor uw studenten?
8. Wat zou u willen verbeteren aan de preventieve zorg voor uw studenten?
9. Wat zijn de belangrijkste belemmeringen om de verbeteringen bij vraag 8 in te voeren?
10. Hieronder kunt u uw opmerkingen of aanvullingen op deze vragenlijst weergeven.
Hartelijk dank voor het invullen van de vragenlijst! Mocht u de resultaten van deze vragenlijst willen ontvangen, dan kunt u dat hieronder aangeven.
13 Graag ontvang ik een exemplaar van het rapport: Naam:________________________________________________________________ Opleiding:______________________________________________________________ Email:_________________________________________________________________
Ik zie af van deelname aan dit onderzoek. Naam:________________________________________________________________ Opleiding:______________________________________________________________ Email:_________________________________________________________________ Contactpersoon studentenvertegenwoordiging Naam:________________________________________________________________ Opleiding:______________________________________________________________ Adres:_________________________________________________________________ _________________________________________________________________ Email:_________________________________________________________________ Hartelijk dank voor het retourneren van de vragenlijst! Dr. Teake Pal Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid Academisch Medisch Centrum Postbus 22660 1100 DD Amsterdam 020 – 566 5324,
[email protected]