Zondag 22 mei 2011 - Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1 - 9 & 20 - 25 // Johannes 14, 1 - 14
Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Twee prachtige lezingen vanochtend. Er klinkt troost in, zekerheid en bemoediging. Twee lezingen die heel verschillend van toon en van inhoud zijn, maar beide de hoorders voor een keuze stellen en beide aanwijzingen geven en richting wijzen voor een bepaalde manier van leven. Beide lezingen gaan over dezelfde keuze in het leven, de keuze tussen leven met God, leven naar Gods instellingen of leven in angst, angst voor wat komt, angst voor de dood. Deuteronomium 6 verwoordt de essentie van het geloof van het volk Israël 'De ENE is onze God, de ENE alleen! Liefhebben zul je de ENE met heel je hart, met heel je ziel, met alle macht.' Dat is de keus voor God, voor leven, voor liefde. Daartegenover staat de plaats waar het volk net vandaan komt: Egypte, het land van angst en van dood. Egypte staat symbool voor alles wat geen toekomst heeft. Dat is het alternatief als je niet voor God kiest. God belooft aan Israël goed leven, gerechtigheid, toekomst als ze zijn verbond trouw zijn, als ze hem liefhebben en zijn aanwijzingen opvolgen. Als ze een andere weg kiezen is dat de dood in de pot. Het zijn woorden die ook voor ons vandaag de dag nog grote zeggingskracht hebben. Woorden die Jezus zelf later nog eens zal herhalen als hem gevraagd wordt naar Gods geboden. Deuteronomium 6 raakt aan wat de dichteres Henriëtte Roland Holst ooit schreef: 'Dit ene weten wij en aan dit één houden wij ons vast in de duistere uren: er is een woord dat eeuwiglijk zal duren preek 22 mei 2011 - pg 1 van 6
en wie't verstaat, die is niet meer alleen.' Een woord voor altijd, een woord, waar je je hele leven mee toe kunt. Zo'n woord is dit gedeelte zijn. Dat is ook wat God hier in Deuteronomium zelf zegt en vraagt: Knoop mijn woord in je oren en in je hart, schrijf het op je deurposten, laat het altijd bij je zijn, waar je ook bent, wat je ook doet, vergeet het nooit: ik ben de ENE je God, de God die je uit het slavenhuis heeft bevrijd, de God die met je meeging op je levensweg, die je nabij is met zijn troost als het moeilijk is, die je kracht geeft om nieuwe paden in te slaan. Over die God spreekt ook Jezus tot zijn leerlingen. Hij heeft al het nodige gezegd en de nodige tekens gedaan, maar nu spreekt hij er weer over. En gezien de vragen die worden gesteld, is dat kennelijk ook nodig. Mensen hebben herhaling nodig om zich dingen eigen te maken. Dat wist Mozes al en dat weet Jezus. Peuters en kleuters vragen vaak zelf eindeloos om die herhaling: nog een keer doen, nog een keer een toren bouwen en om laten vallen, nog een keer datzelfde verhaaltje voorlezen. En zo leren ze spelenderwijs heel veel door eindeloze herhaling. Volwassen hebben vaak wat eerder de neiging om te zeggen, 'nu weet ik het wel', dit heb ik al gehoord, gezien, gedaan maar toch hebben ook die de herhaling nodig. Als je iets 1x doet of hoort en daarna niet weer, dan vergeet je het. Maar door de herhaling maak je je dingen eigen, zetten ze zich vast in je geheugen.
preek 22 mei 2011 - pg 2 van 6
Dat geldt voor autorijlessen, voor teksten en melodieën van liederen, eigenlijk voor alles wat een mens leert. En als een goede leraar herhaalt Jezus dus hier nog een keer de lesstof, in andere woorden, maar de inhoud komt op hetzelfde neer. En Jezus begint ermee zijn leerlingen gerust te stellen: wees niet bang, wees niet ongerust maar heb vertrouwen, geloof in God en geloof in mij. Zoals Mozes het volk laat kiezen, zo vraagt Jezus zijn leerlingen te kiezen, te kiezen tussen leven in angst en leven in vertrouwen: angstig voor de toekomst, verlamd door onzekerheid óf geloven, vertrouwen en je weg gaan met God. Veel mensen hadden kritische vragen bij wat Jezus deed en zei. Steeds sterker werd de veroordeling, steeds groter de roep dat hij moest sterven. De leerlingen waren zich bewust van de steeds groter wordende dreiging. Het is niet vreemd dat ze ongerust en bang zijn. En dan spreekt Jezus deze woorden tot hen. en even verder in het gesprek zegt hij erbij 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven'. Mooie woorden, poëtisch en helder. Maar ook woorden die staan als een huis. Klaar ben je ermee. dé weg, dé waarheid, hét leven. dat laat niet veel ruimte over. Het zijn woorden die al heel veel mensen houvast hebben geboden, en dat is goed, laat dat vooral zo blijven. Maar het zijn ook woorden die je murw kunnen slaan. Van zoveel stelligheid weet een mens van de weeromstuit niet meer wat te zeggen. Het was misschien makkelijker geweest als Jezus had gezegd dat hij een weg, een waarheid en een leven is. Maar wat had hem dan nog onderscheiden van andere mensen? Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Deze woorden klinken heel stellig en toch geloof ik niet preek 22 mei 2011 - pg 3 van 6
dat Johannes ze heeft opgeschreven om ons in een keurslijf te persen. Eerder zijn ze bedoeld om ruimte te scheppen, als een bevrijdende, frisse wind die door een bedompte ruimte mag waaien. Jezus leefde in een tijd van bezetting en onderdrukking door de Romeinen en alsof dat nog niet genoeg was, waren er ook nog diverse religieuze leiders die het geloof zo uitlegden, dat dat er ook niet makkelijker op werd. En dan komt Jezus en hij zegt en doet wat Mozes ooit al had opgedragen: leven vanuit een diepe verbondenheid met God, leven vanuit een allesomvattende liefde voor God. Als Jezus zichzelf de weg noemt, dan gaat het daar over. Als Jezus zichzelf dé weg noemt, dan is dat niet zomaar een weg, die geen enkele keus laat, alsof er geen enkel alternatief is. Maar Jezus, Hij staat voor de weg naar God, de weg ten leven, de weg die God bedoeld heeft, de weg die God heeft aangewezen door zijn verbond met alle regels die daarbij horen. Het is de weg die Jezus zelf is gegaan, een weg van liefde en trouw, een weg van solidariteit en geloof. Het is de weg die langs het kruis ging. Niet omdat lijden fijn is niet omdat God zou willen dat een mens lijdt. Maar omdat dat de consequentie bleek te zijn van zijn liefde en solidariteit, van zijn verbondenheid met God en mensen. Jezus is de mens die in alles, met zijn hele leven heeft laten zien wat Gods bedoeling met mensen is: leven in diepe verbondenheid met God, rechtvaardig en barmhartig leven, leven dat geleid wordt door liefde en trouw. De weg, de waarheid en het leven, dat klinkt als een klok, dat staat als een huis, maar het is geen massieve waarheid om mensen mee plat te walsen, het is geen waarheid om mensen mee om de oren te slaan. preek 22 mei 2011 - pg 4 van 6
Het is een waarheid, die ruimte wil geven. Om beter met deze woorden van Jezus uit de voeten te kunnen, kan het helpen om ze te lezen en te horen in het grotere geheel van het hele evangelie van Johannes. Ik heb het al eerder gezegd: in dit evangelie komt een aantal woorden steeds opnieuw terug: Zien, weten en geloven. En deze 3 werkwoorden - zien, weten, geloven zijn ook hier in Johannes 14 weer terug te vinden en ook hier worden ze weer met elkaar verbonden: geloof in God en geloof in Jezus God de Vader kennen en Jezus kennen Jezus zien en God zien. De leerlingen willen dat best, dat blijkt wel uit hun reacties: hoe weten wij de weg? toon ons de Vader. Maar dat zien, weten en geloven niet altijd makkelijk zijn, dat wordt tegelijk ook duidelijk uit hun vragen. En geef ze eens ongelijk! Want zoals Jezus het zegt, klinkt het haast of er geen kunst aan is, maar hoe herkenbaar zijn de vragen van de leerlingen. Jezus als goed mens, als inspirerend voorbeeld, dat wil nog wel. Maar Jezus als Zoon van God, als redder, als verzoener, dat vinden wij vaak als een stuk lastiger. Jezus vraagt zijn leerlingen om vertrouwen te hebben, om te geloven. Maar ze zien de dreiging en het gevaar groeien, het is niet vreemd dat ze vooral angstig zijn en met vrees en beven de toekomst tegemoet zien. Als de angst overheerst, kijk je anders naar de wereld om je heen, dan wanneer je vol vertrouwen bent. Als angst overheerst, kan die je verblinden. Dan zie je alleen nog de dreiging en het kwaad. Dan zie je vooral problemen, moeilijkheden en bezwaren.
preek 22 mei 2011 - pg 5 van 6
Als je durft vertrouwen, dan zie je dat er altijd een weg is om te gaan, niet persé een makkelijke weg, maar er is wel een weg. Vertrouwen en verdergaan, soms ondanks alle angst en onzekerheid, dat gaat niet altijd vanzelf. Maar volgens mij is dat juist waarom Jezus deze woorden tegen zijn leerlingen spreekt. Jezus ziet hun angsten en hun vragen, hij weet dat ze het moeilijk vinden te geloven en dat neemt hij serieus en daarom spreekt hij hen moed in, hij veroordeelt hen er niet om, maar vertelt hij hen nog eens wie hij is, waar ze het moeten zoeken. Als je echt ziet wie Jezus is, als je gelooft dat hij niet zo maar een mens is, dan kun je ook iets van God zien, dan is dat voor jouw leven de weg, de waarheid en het leven. Een houvast in mooie en in slechte dagen: Jezus, de weg, soms mooi en makkelijk, soms moeilijk en nauwelijks begaanbaar, maar altijd de weg van God met ons, de weg van Gods liefde en trouw.
preek 22 mei 2011 - pg 6 van 6
Amen.