Johannes 14:15-17 - Pinksteren: mentoraat van boven Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.
Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: Opwekking 733 (Frysk) Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 87 : 1, 2, 3 en 4 (versie ‘Levensliederen’) Gebed Kinderen naar club Luisterlied “Holy Spirit” Lezen: Handelingen 2 : 1 – 4 en Johannes 14 : 15 – 26 Zingen: GKB Gezang 105 : 1, 2, 3, 8 en 9 Preek over Johannes 14 : 15 – 17 Zingen: Opwekking 687 : 1, 3 en 4 Kinderen terug Lezen wet Zingen: Psalm 119 : 64, 65 en 66 Gebed Collecte Zingen: LvK Lied 477 : 1 en 2 Zegen
Preek: Mentoraat van boven Inleiding dia 1 – reageerbuisjes Sommigen kunnen het zich waarschijnlijk niet voorstellen, maar mijn favoriete vak op school was scheikunde. Voor de een is het een nachtmerrie, voor een ander is het groot feest, zoals bij mij. Scheikunde is zo fascinerend: je gooit twee doorzichtig stofjes door elkaar, en opeens is het een knalgeel goedje geworden! En heb je wel eens goed op een pak vla gekeken? Laatst hadden wij perensmaak vla. Je denkt dat het perenvla is, maar dat is het dus niet! Iemand is met scheikunde bezig geweest en heeft ontdekt hoe je de smaak van peer kunt nabootsen. Het is een wonderlijk vak!
dia 2 – schoolbord Maar het is ook een moeilijk vak, zeker als je er niets vanaf weet. In de derde klas kreeg ik mijn eerste lessen scheikunde, en een van de eerste keren dat ik het lokaal binnenkwam, stonden op het bord nog allemaal aantekeningen van de zesde klas. Wonderlijke getallen en symbolen, nog wat Griekse letters er tussen, en niet te vergeten: een mysterieuze mol… Nee, niet van dat tv-programma, maar wat is het dan wel?! Paniek, dit kan ik nooit, ik kan maar beter met scheikunde stoppen! Dan moet je als derdeklasser toch wel even rustig ademhalen… Wat kan een bord vol aantekeningen ontmoedigend werken! dia 3 – zwart Ik heb het vak gehouden. Het bleek allemaal niet zo moeilijk als het leek. Toen ik in de zesde klas was aanbeland kon ik precies ontcijferen wat er op het bord stond. Maar ik heb wel vier jaar nodig gehad om dat te leren. Vier jaar hulp gehad van mijn leraren om dat volle bord te gaan begrijpen, zelfs om zelf ook zo’n bord vol te kunnen schrijven. Ik heb les gekregen, boeken gelezen en proefjes gedaan, en met die hulp heb ik examen scheikunde gedaan. Ik stond er dus niet alleen voor. dia 4 – mentoraat van boven Dat is Pinksteren ook: je staat er niet alleen voor. Er is hulp: de Heilige Geest. Ik gebruik daar het woord ‘mentor’ voor, dat zal ik zo nog wel toelichten. Pinksteren is mentoraat van boven. 1.Ik kan het niet alleen dia 5 – ik kan het niet alleen We gaan naar Johannes 14. Het is dik 50 dagen voor het eerste Pinksterfeest, het is de avond voor Jezus’ kruisiging. Die avond vertelt Jezus de leerlingen hoe het daarna zal gaan. Jezus heeft al gezegd dat hij teruggaat naar zijn Vader. De leerlingen voelen zich erg ongemakkelijk. Zoals ik me in de derde klas voelde bij dat bord vol aantekeningen, maar dan nog veel sterker. Ze worden er misselijk van als ze het laten doordringen, ze raken in paniek: ‘Jezus, laat ons toch niet alleen! We kunnen het niet alleen, het lukt nooit!’
dia 6 – veel te grote opdracht Dit hebben ze niet zien aankomen, en ze hebben helemaal niet het gevoel dat ze er klaar voor zijn. Jezus heeft toegeleefd naar zijn dood aan het kruis, en met die boodschap moeten de leerlingen nu de wereld in. Maar ze snappen er zelf nog niets van! Jezus heeft laten zien wat liefde is, en nu moeten de leerlingen herkenbaar zijn aan hun liefde. Maar daar komt nog weinig van terecht. Jezus heeft zieken genezen, als teken van het nieuwe leven, en de leerlingen krijgen die opdracht ook. Maar hoe zouden ze dat kunnen? Ze voelen zich in de steek gelaten met opdrachten die veel te groot zijn. dia 7 – alleen geloven lukt niet ‘Ik kan het niet alleen.’ Volgens mij geldt dat voor iedereen. Als je geen christen bent, maar wel nieuwsgierig naar het christelijk geloof en er best meer over zou willen weten, maar niet voor je ziet hoe je christen zou kunnen zijn. Hoe kun je geloven in iemand die zich al 2000 jaar niet heeft laten zien? Maar ook als je in Jezus gelooft, geldt het: ‘ik kan het niet alleen.’ Het is makkelijk om te zeggen dat je in Jezus gelooft, maar wat trekt de wereld! wat is het fijn om geld te hebben, mooie kleren en een hippe telefoon, en je hebt aan je eigen leven eigenlijk wel genoeg. Wat zou het makkelijk zijn als Jezus gewoon met je meeliep, zodat je weet dat hij echt is. Dat zou trouwens ook direct een paar lastige kwesties schelen. We zouden hem gewoon kunnen vragen of vrouwen eigenlijk ook ouderling mogen worden, in plaats van er heftige discussies over te voeren. dia 8 – alleen Jezus volgen lukt niet Hoe kun je als christen in de wereld staan? Je omarmt Jezus, maar hebt geen idee hoe je hem kunt volgen. Je wilt zo graag over Jezus vertellen, maar het valt zo tegen. Je wilt je kinderen liefde voor Jezus bijbrengen, maar hoe? Je wilt op je werk verschil maken, maar niemand merkt het. Was Jezus maar hier. Ik kan het niet alleen!
2.Mentor van boven dia 9 – het hoeft niet alleen En het mooie nieuws van vandaag: je hoeft het ook niet alleen! Jezus belooft een mentor van boven. In Jezus geloven, hem volgen, hem voorop zetten in je leven, dat hoef je niet alleen te doen! Zoals ik ook niet dat bord vol onbegrijpelijke aantekeningen opeens alleen moest kunnen begrijpen, daar hebben leraren mij bij geholpen. Jezus belooft hulp, de Geest van de Waarheid. Die Geest herinnert je steeds aan Jezus. En voor Jezus’ leerlingen is die Geest geen onbekende. Jezus zegt dat de Geest bij hen is en blijft. Het is de Geest die ze door Jezus al kennen, maar die met Pinksteren ook in henzelf komt. De Geest is God die je niet alleen laat, de Geest is letterlijk Immanuël: God met ons. dia 10 – trooster of pleitbezorger? In de Nieuwe Bijbelvertaling wordt hij een ‘pleitbezorger’ genoemd. In andere vertalingen wordt hij soms ‘trooster’ genoemd. Het is vertaald uit het Grieks, en daar wordt een woord gebruikt dat heel moeilijk met een woord te vertalen is. Soms wordt het daarom ook maar gewoon helemaal niet meer vertaald, en dan kun je het woordje ‘parakleet’ tegenkomen. Maar dan weet je al helemaal niet meer wie die Geest is. dia 11 – pleister Is de Geest een trooster? Als ik aan troosten denk, dan denk ik aan een kind dat op z’n knie gevallen is, waar een beetje bloed uit komt, en dat hij dan een mooie Donald-Duck-pleister krijgt en een kusje erop. De Geest is geen Donald-Duck-pleister-plakker, niet iemand die je even een aai over de bol geeft. Het woord ‘trooster’ heeft wel een diepere betekenis gehad, maar als je vandaag wilt uitleggen wie de Geest is, kun je beter een ander woord gebruiken. Pleitbezorger dan? Zeg maar een soort advocaat, iemand die voor ons opkomt. Dat kan het woord inderdaad betekenen,
zo wordt het in de bijbel voor Jezus ook wel gebruikt, hij ‘pleit voor ons’ bij de Vader, maar dat is niet wat de Geest doet. dia 12 – de Geest is een mentor Maar wat dan wel? Hoe kun je in gewoon Nederlands zeggen wie de Geest is? Volgens mij zo: de Geest is een mentor. Ik ben zelf nog niet zo heel lang predikant, en als beginnende predikant heb ik een predikant-mentor. Misschien heb je wel eens stage gelopen. Dan heb je ook een stagebegeleider of mentor. Je mag dan zelf het werk doen, maar je wordt erbij geholpen. Jij bent verantwoordelijk voor wat je doet, maar je mentor kan je aanwijzingen geven, hij zal soms zeggen dat je het helemaal verkeerd aanpakt, soms geeft hij ook gewoon een compliment of doet het even voor, en misschien nog wel het belangrijkste: hij probeert je enthousiast te maken voor het werk. dia 13 – (zonder afbeelding) Nou, dat is de Geest! De mentor van boven. Een mentor die je helpt te geloven en leerling van Jezus te zijn. Hij praat je moed in, hij houdt je scherp, hij gaat tegen je in, en het belangrijkste: hij maakt je enthousiast voor Jezus, zet je hart in vuur en vlam voor hem! Deze mentor woont in je hart, gaat altijd mee, en verandert je zo van binnenuit. Hij laat je dingen doen waarvan je dacht dat je het niet kon. Deze mentor helpt je om te geloven, om van Jezus en elkaar te houden, te vergeven, om Jezus bekend te maken, om jezelf niet voorop te zetten maar te verloochenen. Hij is de mentor van boven in je hart. 3.Wat merk ik van de Geest? dia 14 – wat merk ik van de Geest? Als Jezus deze mentor belooft, is het nog een belofte voor de toekomst. Met Pinksteren is die belofte ingelost: het is een belofte voor vandaag. Maar wat merk ik van de Geest? dia 15 – Geest liet de kerk explosief groeien
Jezus’ leerlingen hebben er in ieder geval heel veel van gemerkt. Door de Geest gingen ze Jezus begrijpen zoals ze Jezus nog nooit begrepen hadden. Ze zetten zich met hart en ziel in, met alles wat ze hadden, om het goede nieuws van Jezus overal te vertellen. Ze waren bereid offers te brengen, ze zijn bespot en vervolgd, maar gaven niet op. En de kerk is explosief gegroeid: de eerste pinksterdag kwamen er direct 3000 bij. Dat is het werk van de Geest. dia 16 – niet piekeren of je de Geest hebt Maar wat merk je vandaag nog van de Geest? Kun je van jezelf zeggen dat de Geest ook in jou woont? Ik vind dat altijd heel vervelende vragen. Ik houd van Jezus, maar heb nog nooit iemand genezen, ik heb geen geesten uitgedreven en ik spreek ook niet in tongen, en ben zeker niet altijd ‘in de Heer’. Ik heb er ook wel over gepiekerd: heb ik de Geest wel? Waar ik dan steeds uitkom, is: ben ik wel goed genoeg? Dat is een hele ongeestelijke vraag. Want als er iets belangrijk is in het christelijk geloof, is het wel dat ik Gods liefde niet kan verdienen, dat er bij God geen sprake is van wel of niet goed genoeg, maar dat hij uit genade van mensen houdt. dia 17 – de Geest herkennen Daarmee wil ik niet zeggen dat het altijd wel goed zit. Het kan inderdaad zo zijn dat de Geest niet jouw mentor is. Hoe je de Geest kunt ontvangen, daar kom ik zo nog op terug. Maar het kan ook zijn dat je de Geest niet herkent omdat je de verkeerde dingen van hem verwacht. Het is niet zo dat de Geest er wel voor zorgt dat je altijd met een supergevoel christen bent. Je herkent de Geest aan dat je meer op Jezus wilt lijken. En de Geest helpt je niet alleen via sensationele ervaringen. Ja, dat kan hij best doen, en dat is prachtig. Maar hij kan je ook helpen door mensen heen. Als iemand jou inspireert om van Jezus te houden, of als iemand je confronteert met iets in je leven wat niet bij Jezus past, en het komt bij je binnen en raakt je, dan is dat ook de Geest die jou helpt. 4.De Geest ontvangen dia 18 – de Geest ontvangen
Als christen sta je er niet alleen voor, er is hulp, een mentor van boven. Maar… niet voor iedereen! Jezus heeft het over de wereld die de Geest niet kan ontvangen. Niet iedereen heeft de Geest. Hoe kun je de Geest ontvangen? dia 19 – de leerlingen en de wereld Jezus maakt een scherpe tegenstelling tussen twee groepen: de leerlingen en de wereld. De Geest woont in de leerlingen, maar de wereld kan de Geest niet ontvangen. De grote vraag is dus: bij welke groep wil jij horen? Bij Jezus’ leerlingen of bij de wereld? dia 20 – wereld: recht van de sterkste ‘De wereld’, dat is een term die door Johannes vaak gebruikt wordt. Wat hij bedoelt is hoe het er in de wereld aan toe gaat. De wereld, dat is dat je met geld een fijn leven kunt opbouwen. Het is dat je mensen beoordeelt op hun prestaties, en het zelf ook heel belangrijk vindt wat je doet. De wereld is dat je je klasgenoten beoordeelt op hun kleding of telefoon. De wereld is het recht van de sterkste. De wereld is: het is mijn leven, en ik bepaal wel wat ik ermee doe. Als je voor die wereld leeft, is het geen wonder dat je niets van de Geest merkt. dia 21 – je krijgt de Geest door van Jezus te houden De sleutel om de Geest te ontvangen, is dat je hoort bij die andere groep: Jezus’ leerlingen. Jezus zegt: ‘als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden, dán zal ik je die mentor van boven geven.’ Je krijgt de Geest dus door van Jezus te houden. En dan denk ik direct: ‘ja, maar hoe kan ik dan van Jezus houden, dat kan ik toch niet alleen?!’ En dat is ook zo. Ik geloof dat God daar zelf achter zit, dat God er ook achter zit als je nieuwsgierig bent naar Jezus, maar dat het tegelijk ook een opdracht is. Jezus nodigt je uit om van hem te houden. En dan ga je ook steeds meer op hem lijken, want liefde is niet alleen een gevoel, liefde verandert je leven. Daarom zegt Jezus er ook bij dat je dan doet wat hij zegt.
Liefde voor Jezus begint, heel simpel, met nieuwsgierig zijn naar Jezus, met onder de indruk komen van Jezus. Jezus liefhebben met heel je hart, dat is heel hoog gegrepen, daar heeft de Geest nog wel even werk aan, maar onder de indruk zijn van Jezus, dat is de basis. Dat je meer wilt weten over wie Jezus is, je steeds vertrouwder wordt met hem, en daarom kiest: ik wil die wereld niet, ik hoor liever bij Jezus, die juist altijd voor de zwakken opkwam. Dus kom onder de indruk van Jezus, die zo veel meer te bieden heeft dan de wereld, verwonder je over hem, en je krijgt hemelse hulp, een mentor van boven. Amen
Johannes 14:1-3 en 28 - Hemelvaart: op weg naar thuis Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.
Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: LvK Lied 457 : 1, 3 en 4 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 47 : 1, 3 en 4 Gebed Kinderen naar club Lezen: Johannes 13 : 36 – 14 : 14 en 14 : 27 – 31 Zingen: Psalm 84 : 1 en 2 Preek over Johannes 14 : 1 – 3 en 28 Zingen: Opwekking 520 Kinderen terug Kinderlied: ‘Zeg het voort’ Lezen wet Zingen: GKB Gezang 164 (canon) Gebed Collecte
■
■
Zingen: Opwekking 366 Zegen
Preek: Hemelvaart: op weg naar thuis Inleiding dia 1 – zwart ‘Ik wil nog niet naar huis!’ Dat heb ik heel vaak gezegd. Bijvoorbeeld als we gingen logeren bij mijn opa en oma. Ik had het daar zo naar mijn zin dat ik echt niet terug naar huis wilde. En wat was het een teleurstelling als we toch weg moesten! Ik heb heel wat keren huilend in de auto gezeten. Gelukkig was dat na een paar minuten dan wel weer over, en was ik ook wel weer blij als we weer thuis waren. dia 2 – regen Thuis is een bijzondere plek. En als je lang in de auto hebt gezeten of als je door de regen naar huis moest fietsen, ben je blij dat je er bent. Als je in het ziekenhuis ligt, ben je blij als je weer naar huis mag. Of stel je voor dat je soldaat bent, en een paar maanden naar een ver land moet, wat is het dan fijn om weer thuis te komen! ‘Thuis’, daar worden veel liedjes over gezongen. Laten we er even eentje luisteren, een van mijn favorieten in de auto op weg naar huis, het liedje ‘thuis’ van Elly en Rikkert. dia 3 – filmpje http://www.youtube.com/watch?v=bbO8PMgwN5I dia 4 – zwart ‘Thuis is meer dan een huis.’ Veel beter kan ik het ook niet zeggen. Thuis is je eigen plek, een plek waar het veilig is, waar je precies weet waar alles staat, en waar je je thuis voelt. Pas als je een tijdje weg bent geweest, besef je weer goed hoe bijzonder thuis is. Niets kan op tegen thuis. 1.Jezus komt thuis dia 5 – Jezus komt thuis Vandaag vieren we hemelvaartdag. Met Pasen hebben we gevierd dat Jezus is opgestaan uit de dood. In de weken na Pasen heeft Jezus zich nog verschillende keren laten zien. Maar met hemelvaart komt daar een einde aan:
Jezus is niet meer in ons midden. In Johannes 14 bereidt Jezus zijn leerlingen daar op voor. Jezus vertelt dat hij niet lang meer bij de leerlingen zal zijn. Wat Jezus zegt is: ‘ik moet naar huis, hier ben ik niet thuis, dat ben ik in het huis van mijn Vader.’ Hemelvaart is dus heel simpel: Jezus komt thuis. Dat kunnen we heel moeilijk maken door te vragen waar Jezus dan precies is. De hemel, het huis van de Vader, waar is dat? Is dat ver achter de sterren? Of in een of ander parallel-universum? dia 6 – thuis is geen gebouw of plek Maar dat is niet waar het om gaat. Denk nog maar even terug aan dat liedje: ‘thuis is meer dan een huis.’ Je kunt in een luxe huis wonen op een prachtige plek en je er toch niet thuis voelen. Dan heb je wel een huis, maar geen thuis. Thuis is een plek waar het veilig is. In een ander liedje over thuis zien, je kent het misschien van IKEA-reclames, wordt gezongen: ‘home is wherever I’m with you’, thuis is overal waar ik bij jou ben. Voor mij klopt dat in ieder geval wel: ik voel me thuis als ik bij Hanneke en Daniël ben, als we bij familie zijn, maar ook als we koffie drinken na de kerkdienst, of als we, zoals vanmiddag, een gemeentedag hebben. Thuis is geen plek, geen gebouw, thuis heeft alles te maken met relaties, dat je niet alleen bent, dat je veilig bent bij elkaar. dia 7 – thuis is bij de Vader Bij hemelvaart is dat ook zo. Jezus komt thuis. Dan gaat het er niet om dat hij naar een bepaalde plek gaat. Het gaat er om dat hij weer bij zijn Vader is. Thuis is waar de Vader is. Vader en Zoon worden herenigd. Dat is lang geleden: Jezus is al heel lang niet thuis geweest. Met het kerstfeest vieren we elk jaar dat Jezus mens is geworden. Jezus verliet zijn thuis om bij mensen te komen wonen. Met hemelvaart gaat hij eindelijk weer terug naar zijn eigen plek,
waar zijn Vader is en waar het veilig is. Hoe langer Jezus op aarde is, hoe meer hij naar huis verlangt. In Johannes 17, vlak voor Pasen, bidt Jezus er ook om: ‘Vader, verhef mij nu tot uw majesteit, tot de grootheid die ik bij u had voordat de wereld bestond.’ Jezus is niet mens geworden om altijd in ons midden te blijven. Zijn missie is volbracht, nu mag hij thuiskomen, zijn plek bij de Vader weer innemen. 2.Gescheiden van Jezus dia 8 – hemelvaart vieren: vreemd? Dat is mooi, voor Jezus. Hij is lang weg geweest, maar nu eindelijk thuis. Maar hij laat wel mensen achter. Zelfs zijn beste vrienden kunnen niet met hem mee! Ik vind hemelvaart de moeilijkste van de christelijke feesten. Dat Kerst een feest is, snap ik, de geboorte van Jezus is prachtig, dat Goede Vrijdag een feest is, snap ik, want dat is het feest van Jezus liefde, dat Pasen een feest is, snap ik, de dood heeft niet meer het laatste woord, en dat Pinksteren een feest is, snap ik ook, God laat ons niet alleen. Maar hemelvaart?! Wat kun je daar nu aan vieren? Elke keer als het hemelvaartsdag is, denk ik: was Jezus maar nooit vertrokken. Waarom laat hij ons achter? Hemelvaart voelt een beetje aan als een begrafenis. Het is het feest dat Jezus er niet meer is… Het zou toch geweldig zijn als Jezus nog gewoon onder ons was?! Wat een discussies had ons dat bespaard! En de wereld had er vast ook heel anders uitgezien. Het is maar vreemd om met hemelvaart feest te vieren. dia 9 – was dat het dan? Petrus zit ook met die vraag. Hij vraagt Jezus: ‘waarom kan ik u nu niet volgen?’ Petrus zegt wat iedereen denkt. Ze snappen er niets van: Jezus is toch juist voor hen gekomen? Waarom zou hij dan nu al afscheid moeten nemen? Jezus zegt steeds dat hij naar huis gaat, en de gezichten van de leerlingen betrekt. Ze worden ongerust, bang en moedeloos. Is dit het dan? Als het zo ver is, kunnen ze er nog steeds niet bij. Ze zijn er bij als Jezus omhoog ‘zweeft’.
Ze staren in de lucht om niets van deze laatste momenten te verliezen. Ook als Jezus al lang aan het zicht onttrokken is blijven ze staren, ze hopen nog een glimp van Jezus te kunnen zien. Jezus gaat naar huis. Hij laat de leerlingen en ons achter. Het is prachtig voor Jezus dat hij thuis is, maar wij zijn van hem gescheiden. Is hemelvaart wel zo´n feest? 3.Jezus brengt thuis dia 10 – hemelvaart is geen ‘einde verhaal’ Jezus beseft dat het afscheid moeilijk zal zijn. Hij weet dat het allerlei vragen zal oproepen. Daarom bereidt Jezus zijn leerlingen er in Johannes 14 al op voor. Hemelvaart lijkt misschien helemaal niet zo feestelijk. Maar Jezus houdt het steeds weer voor: ‘wees niet ongerust, vertrouw, verlies de moed niet, wees blij.’ Want hemelvaart is niet het einde. Eén ding doet Jezus niet: op de waaromvraag van Petrus gaat hij niet in. Petrus vraagt waarom we Jezus nu niet kunnen volgen. Jezus geeft er geen reden voor. Ik ga daar dus ook niet naar raden. Jezus doet wel iets anders. Hij weet wat achter de vraag van Petrus zit. Petrus is bang om Jezus definitief kwijt te raken. Petrus denkt dat als Jezus thuis is, het ‘einde verhaal’ is. Jezus stelt hem gerust. dia 11 – Jezus’ thuis wordt ons thuis Jezus gaat naar huis, ja, maar hij doet meer: hij wil ons ook thuis brengen. Jezus’ thuis bij de Vader wordt dan ook ons thuis! Hemelvaart is niet ‘die zien we nooit meer terug’. Jezus trekt zich niet terug van de wereld om weer goede tijd samen met zijn Vader te hebben. Hij is er juist bezig een plaats voor ons te maken, om ons thuis te brengen. Wat je je daar precies bij voor moet stellen, weet ik niet, maar waar het om gaat: we mogen Jezus volgen. Zijn thuis wordt ons thuis. dia 12 – we zijn nu nog niet thuis Maar dan zijn we nu dus nog niet thuis! Hoe mooi je huis in deze wereld ook is,
je geld, je prestaties, je imago, het is niet thuis! Hemelvaart vertelt dat je niet thuis bent. Zo lang je niet bij de Vader bent, ben je niet thuis. Je hoort niet bij een wereld waar het recht van de sterkste geldt. Je hoort niet bij een wereld waar geld gelukkig maakt. Je hoort niet bij een wereld waar ieder zijn eigen leven probeert te maken. Thuis is bij de Vader. Inmiddels zijn er al heel wat jaren verstreken. Jezus heeft beloofd dat hij terugkomt, maar het wachten duurt lang! Dat kan je best onrustig maken. Wat mij dan wel helpt is te bedenken de mensen na Adam en Eva nog veel langer op Jezus hebben moeten wachten. Houd de moed er in! 4.Verlangen naar thuis dia 13 – verlangen naar thuis Als je door de regen moet fietsen, wil je graag snel thuis zijn. In die regen leven we allemaal: we wachten op Jezus die ons thuis brengt. Hemelvaart is een uitnodiging om te verlangen naar thuis. dia 14 – er mist iets Soms vraag ik mijzelf af of ik wel naar dat thuis verlang. Want ik voel me hier in Franeker ook best thuis! Er zijn zo veel mooie dingen om voor te leven. Ik zou dat allemaal niet willen missen. Wat ik heb, dat ken ik, en wat ik krijg, dat moet ik maar afwachten. Als het leven een beetje meezit, is het leven ook wel prima zo. En dat mag! Verlangen naar thuis betekent niet dat je alles op aarde stom moet vinden. God heeft het gemaakt, hij vindt het zelf ook waardevol! Zo waardevol dat zelfs Jezus een lichaam kreeg. Dat lichaam is hem nooit meer afgepakt. God wil verder met deze aarde en met onze lichamen. Maar het is pas thuis als hij er is. Verlangen naar thuis betekent dat je dat mist, dat je het heel goed naar je zin kunt hebben, maar verlangt naar de Vader. Er is meer dan het leven dat je kent. dia 15 – richt je hart op thuis Dat verlangen bepaalt hoe je in het leven staat, hoe je naar de wereld kijkt.
Als je graag thuis wilt zijn, dan is het niet zo belangrijk hoe veel geld je hebt, of wat je in je leven hebt gepresteerd. Daar hoef je niet meer in op te gaan. Je hart is niet op die dingen gericht, maar op thuis. Waar God is, waar echte liefde is. dia 16 – laat zien wat thuis is En dat is niet maar afwachten tot Jezus ons uit deze ‘grote boze wereld’ komt verlossen. Als je niet thuis bent, kun je nog wel laten zien wat je thuis is, en hoe het er thuis aan toe gaat. Een Nederlander in Frankrijk kan bijvoorbeeld iets van Nederland laten zien door stamppot te maken voor zijn Franse vrienden. Als het goed is, is aan christenen ook te zien wat hun thuis is: een plek waar het goed is tussen God en ons en tussen elkaar. De kerk is een beginnetje daarvan. Van niet opgaan in alle dingen van de wereld, maar te leven met God en met elkaar, en zo ook dat verlangen naar huis te voeden. Amen
Johannes 20:29 - Is geloven naïef? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Bij deze preek is preekverwerkingsmateriaal beschikbaar: Samen GROEI-en.
Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: GKB Gezang 165 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 81 : 1, 2, 7 en 8 (in het Fries) Gebed Kinderen naar club Lezen: Johannes 20 : 19 – 31 Zingen: LvK Lied 328 : 2 en 3 Preek over Johannes 20 : 29 Zingen: GKB Gezang 94 : 1, 2 en 6
■
■
■
■
■
■
■
Kinderen terug Lezen wet Zingen: Psalm 84 : 3 en 6 Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 64 : 1, 2 en 3 Zegen
Preek: Is geloven naïef? Inleiding dia 1 – zwart Er zijn twee soorten mensen. Oke, iets te stellig gezegd, maar ik wil het hebben over sceptische en naïeve mensen. Sommige mensen kun je van alles wijs maken, ze geloven je toch wel. Ze vragen er bijna om dat je ze voor de gek houdt. Zo iemand noem je naïef. Andere mensen zeggen altijd ‘ja, maar…’, zoeken altijd naar het addertje onder het gras. Zo iemand is sceptisch. Ik denk dat iedereen wel voorbeelden weet van allebei de ‘soorten’, toch? Trouwens, de meeste mensen zitten er natuurlijk gewoon tussenin, er zijn maar weinig mensen die altijd naïef of altijd sceptisch zijn. Maar het gaat nu even om het verschil. dia 2 – ringstaartmaki Een tijdje geleden deed ik mee met een woordspelletje. We moesten om de beurt een diersoort noemen, en dat moest dan beginnen met de laatste letter van het vorige dier. Dus het eerste woord is ‘olifant’, dat eindigt met een ‘t’, de volgende moet dan een dier met een ‘t’ bedenken, bijvoorbeeld ‘tijger’. Dat eindigt met een ‘r’, en dan ben ik aan de beurt, en kan ik mijn favoriet voor dit soort spelletjes noemen: ‘ringstaartmaki’. Goed, de spelregels zijn wel duidelijk. dia 3 – dahlia Terug naar het spelletje dat ik deed. De ‘d’ was aan de beurt, en de makkelijke dieren waren al aan de beurt geweest. Maar dan verzin je toch gewoon een dier? Het volgende dier werd de ‘dahlia’… Voor wie het niet weten: dat is een bloem, geen dier. Maar de volgende die aan de beurt was, geloofde het direct. Naïef dus… Inmiddels hadden we wel door dat we elkaar voor de gek gingen houden, en toen de ‘tureluur’ genoemd werd, geloofde de volgende er niets van.
‘De tureluur, ja hoor, verzin maar een echt dier!’ Onnodig sceptisch, want de tureluur bestaat echt! dia 4 – zwart Een beetje scepsis is best gezond, anders kan iedereen je altijd voor de gek houden. Als je reclames ziet of hoort, dan kun je maar beter een beetje nuchter zijn. ‘Nu halen, pas in 2016 betalen.’ Ja, vast, tegen een hoge rente en andere extra kosten… ‘Winnen doe je bij de postcodeloterij.’ Ik geloof er niets van, de meeste mensen verliezen alleen maar en blijven ervan dromen ooit miljonair te worden. O ja, ik weet dat een deel van het geld naar een goed doel gaat, maar steun dan gewoon rechtstreeks goede doelen. Een goed doel waarvan 50 procent in de zakken van de directeur belandt, daar zou iedereen schande over spreken, maar als je zelf een zeer kleine kans maakt op dat geld, dan klaagt niemand meer… Het moge duidelijk zijn: ik ben vaak sceptisch. dia 5 – is geloven naïef? Maar wat moet je dan met verhalen over de opstanding? Met een bijbel en een kerk die zeggen dat Jezus leeft? Is dat ook niet een mooi bedacht sprookje, iets waar alleen naïeve mensen in geloven? Daar gaat het vanmorgen over: is geloven naïef? 1.Te mooi om waar te zijn dia 6 – houden we onszelf voor de gek? Tomas is daar heel uitgesproken over. Hij heeft de verhalen wel gehoord, dat Jezus zou zijn opgestaan. Maar hij denkt er het zijne van. Jezus leeft, dat is toch te mooi om waar te zijn? Christenen geloven dat Jezus inderdaad leeft. En dan niet dat Jezus voortleeft in onze gedachten, of zoiets vaags, maar dat Jezus lichamelijk is opgestaan en nog altijd leeft, nu aan de rechterhand van zijn Vader in de hemel. Maar is het niet ontzettend naïef om dat te geloven? Het vliegt mij wel eens aan: houden we onszelf niet gewoon voor de gek? Geloven we niet in Jezus omdat we het nu eenmaal graag wíllen geloven? In een sceptische bui twijfel ik eraan: leeft Jezus wel echt? dia 7 – Tomas: een rasechte scepticus Tomas wil zich in ieder geval niet voor de gek laten houden.
Hij is een rasechte scepticus. Zelf zou hij liever zeggen dat hij een realist is. Zo komt hij ook naar voren in eerdere hoofdstukken in Johannes. Bijvoorbeeld in hoofdstuk 11, waar Jezus zijn vriend Lazarus uit de dood opwekt. Daarvoor moet Jezus naar Betanië, een dorp dicht bij Jeruzalem, gevaarlijk dicht bij de Joodse leiders die Jezus willen doden. Als Jezus zich niet door het gevaar laat weerhouden, merkt Tomas cynisch op: ‘laten wij dan ook maar gaan, om met hem te sterven.’ En nu komt de sceptische Tomas weer naar boven. Hij had het altijd al gezegd: met Jezus kon het niet goed aflopen. Hij heeft gelijk gekregen. Blij is hij er niet mee, maar het is gewoon de werkelijkheid. Maar de andere leerlingen van Jezus lijken hun ogen daarvoor te willen sluiten. Ze vertellen elkaar verhalen over dat Jezus zou zijn opgestaan. Ook Tomas hoort hun verhalen aan, maar Tomas weet wel beter: de anderen zitten nog in de ontkenningsfase. Trouwens, toen Maria vertelde dat ze Jezus had ontmoet, hadden de andere leerlingen net zo gereageerd als Tomas. Zo veel verschil zit er nu ook weer niet tussen Tomas en de rest. Wat zou Tomas het graag willen geloven, dat Jezus leeft. Dat zou fantastisch zijn, maar hij weet wel beter: het kan gewoon niet. Ja, als Jezus voor hem zou staan en Tomas Jezus zou kunnen aanraken, misschien dat dat hem zou kunnen overtuigen. Maar Tomas houdt er geen moment serieus rekening mee. Hij heeft medelijden met de anderen: ze zijn helemaal gek geworden. Een week lang denkt Tomas dat hij de enige is die nog gezond na kan denken. dia 8 – de bijbel neemt twijfel serieus Geloven in Jezus lijkt naïef. Ik ben blij dat in de bijbel zelf al aandacht is voor dat probleem. In de bijbel wordt twijfel serieus genomen, wordt niet gedaan alsof dat niet bestaat. Want het is helemaal niet vreemd als je het maar moeilijk kunt geloven. 2.Gefeliciteerd als je gelooft! dia 9 – gefeliciteerd als je gelooft Jezus geeft daarvoor erkenning als hij zegt: ‘gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ Geloven is moeilijk omdat je Jezus niet kunt zien, als je tóch gelooft ben je volgens Jezus te feliciteren. Waarom je zou geloven, daar kom ik zometeen nog wel op terug, maar waar het nu eerst om gaat: geloven is een felicitatie waard. Blijkbaar maakt het nogal verschil of je gelooft. dia 10 – geloven maakt verschil
Terug naar Tomas. De verhalen dat Jezus zou zijn opgestaan, hij kan ze niet serieus nemen, maar ze laten hem ook niet los. Bovendien voelt hij zich bij de andere leerlingen van Jezus nog altijd meer thuis dan bij de Joden. Een week nadat Jezus aan de leerlingen is verschenen is Tomas er dus ook bij. Het wordt een onvergetelijke avond. Opeens staat Jezus in hun midden. ‘Ik wens jullie vrede,’ zegt hij, net als vorige week. En dan richt hij zich tot Tomas. Tomas wordt compleet overdonderd: ‘dus toch!’ Van de sceptische Tomas is weinig meer over, hij belijdt: ‘mijn Heer, mijn God.’ Je bent te feliciteren als je net als Tomas gelooft dat Jezus leeft. Of je dat wel of niet gelooft, dat is niet om het even. Geloven dat Jezus is opgestaan, dat is niet dat je een waarheid aanneemt, een dogma. De vraag of Jezus echt is opgestaan is belangrijk, niet als feitje, maar omdat het een diepe persoonlijke betekenis heeft. Tomas zegt ook niet zomaar ‘Heer en God’, maar ‘míjn Heer, míjn God’. Dat Jezus leeft, verandert alles. dia 11 – het gaat om wat Jezus doet Ook voor Tomas, de scepticus. Hij was Jezus drie jaar lang gevolgd. Hoe kritisch Tomas ook kon zijn, door Jezus werd hij geïnspireerd. Tomas heeft veel geleerd over liefde en zelfverloochening. Jezus was voor hem een leraar, met wijze woorden. Daarmee kan Tomas ook nu verder. Ook al is Jezus er niet meer, zijn gedachtegoed zal voortleven. Zonder opstanding is Jezus een geweldig voorbeeld. Dat is Jezus ook, maar hij is meer! Jezus alleen als voorbeeld is genadeloos, want dan ligt de lat heel hoog. Dan moeten wíj werken aan een betere wereld… De geschiedenis laat wel zien dat dat niet zo’n succes is. Maar het belangrijkste is niet wat wíj terechtbrengen van Jezus’ onderwijs, het belangrijkste is wat Jezus voor ons gedaan heeft. Híj werkt aan die betere wereld. Het onderwijs van Jezus geeft nog geen hoop, zijn opstanding wel: Jezus gaat verder waar mensen niet verder kunnen. Dat is waar Tomas door overrompeld wordt, en je bent te feliciteren als je dát gelooft.
dia 12 – Jezus leeft: hij is je leven ‘Mijn Heer, mijn God.’ Tomas vindt niet alleen inspiratie in mooie woorden van Jezus, hij geeft zich over aan de levende Heer. Als je net als Tomas gelooft dat Jezus leeft, dan is Jezus je leven. Je kunt met Jezus omgaan en hij maakt je een nieuw mens. Je verwacht je geluk van hem, in plaats van het zelf te regelen. Je hebt een toekomst in een nieuwe wereld met een nieuw lichaam. Dat is geloven in de opstanding, en een felicitatie waard. 3.Waarom zien wij Jezus niet? dia 13 – geloven zonder zien is moeilijker Maar… Als het dan zo veel verschil maakt of je gelooft dat Jezus is opgestaan, waarom laat Jezus zich dan niet aan ons zien, terwijl hij dat bij Tomas wel deed? Voor Tomas was het toen natuurlijk niet moeilijk meer om te geloven dat Jezus leeft. Hij heeft het zelf gezien. Waarom hij wel en wij niet? Jezus weet toch ook wel dat we het veel makkelijker zouden geloven als wij hem ook gewoon zouden zien? Inderdaad, Jezus weet dat heel goed. Hij zegt het ook. ‘Tomas, jij hebt mij nu gezien, en daarom geloof je het. Ik heb je een bijzonder voorrecht gegeven. Maar ik blijf niet lang meer in deze wereld. Ik moet terug naar mijn Vader, en laat me niet meer zien. Geloven wordt moeilijker: mensen zullen geloven zonder te zien. Gelukkig zijn zij!’ dia 14 – persconferentie Maar waarom krijgt Tomas dan deze voorkeursbehandeling? Want zo mag je het toch wel noemen. Laat ik eerst een voorbeeld geven. Als je cameraman bent voor de landelijke televisie, ontmoet je waarschijnlijk veel bekende mensen. Cameramensen zitten natuurlijk altijd op de eerste rang. Bij belangrijke gebeurtenissen zijn zij er altijd bij. Ze worden er zelfs voor betaald. Is dat oneerlijk? Volgens mij niet. Ze zijn daar niet voor zichzelf maar voor ons. Zodat wij meekrijgen wat er gebeurt.
dia 15 – Tomas mag Jezus zien zodat wij kunnen geloven Met Tomas is dat ook zo. Hij mag Jezus zien, niet voor zijn eigen geloof, maar voor ons geloof. Tomas is een van Jezus’ leerlingen van het eerste uur, een van de twaalf apostelen. Juist met deze groep heeft Jezus grote plannen. Als hij er niet meer is, moeten zij van Jezus getuigen. Deze groep apostelen moet de wereld in met de boodschap dat Jezus leeft. Hun boodschap is niet dat Jezus een prachtig voorbeeld is, maar dat Jezus leeft en de verlosser van deze wereld is. Daarom moeten juist zij er diep van doordrongen zijn dat Jezus is opgestaan. Met hen begint de kerk. Camera’s waren er toen nog niet. We moeten het doen met de verslagen van hen die erbij zijn geweest. Dat Tomas Jezus ook heeft gezien, is een extra reden om het te geloven. Als maar één van Jezus’ leerlingen de wereld in was gegaan met de boodschap dat Jezus leeft, zou je het nog makkelijk kunnen afdoen als een waanbeeld. Maar dat de apostelen als groep zulke wanen zouden hebben, en daar ook alles in hun leven voor geven, dat is niet erg waarschijnlijk. Dat zelfs Tomas het gelooft, de realist bij uitstek, altijd op zijn hoede, maakt het ook voor ons geloofwaardiger. 4.Geloof het ook! dia 16 – geloof het ook! Je bent te feliciteren als je gelooft dat Jezus leeft. Johannes heeft deze geschiedenis ook opgeschreven met dat doel: dat je het zelf ook gelooft. Johannes, zelf ook een leerling van het eerste uur, nodigt je uit: geloof het ook, samen met ons. dia 17 – geloven: God is realiteit Maar hoe kun je het geloven zonder dat je het zelf hebt gezien? Is geloven niet gewoon naïef? Er zijn best goede argumenten om te geloven. Maar uiteindelijk gaat geloof niet om argumenten. Ik heb een trouwring om mijn vinger, en dat is een argument dat ik getrouwd ben met Hanneke. Maar als ons huwelijk om zulke argumenten gaat, zou het niet best zijn… Een huwelijk is een relatie, ik leef elke dag met Hanneke. Met geloven is dat ook zo: argumenten kunnen je helpen, maar geloven is iets anders dan argumenten hebben: geloven is dat God echt is in je leven, elke dag weer.
Johannes zegt dat zo: door te geloven leef je. Ik wil nu nog drie dingen zeggen die je kunnen helpen geloven. dia 18 – luister naar de getuigen Het eerste: luister naar de getuigen. Johannes is een van hen en heeft alles opgeschreven, precies met dit doel: dat je het zelf ook gelooft. Dat zelfs Tomas, die overal addertjes onder het gras ziet, vol overtuiging zegt: ‘mijn Heer, mijn God’, is voor ons ook reden om te geloven. Preken, boeken, gesprekken met christenen, ze kunnen je allemaal helpen om te geloven. Maar niets kan op tegen het verslag van de ooggetuigen. Ik ben er niet bij geweest, zij wel. Wil je het geloven, luister dan naar de getuigen. dia 19 – blijf niet alleen Dan het tweede: als je het moeilijk vindt om te geloven, blijf dan niet alleen met je twijfels. Tomas twijfelt ook, maar hij trekt zich niet op een eilandje terug. Hij zoekt juist de andere leerlingen op, en daar ontmoet hij Jezus. Het is goed om twijfel met anderen te delen. Juist samen kun je met Jezus in aanraking komen. dia 20 – laat je voorwaarden vallen De laatste heb ik van Tim Keller. Hij zegt: laat je voorwaarden om te geloven vallen. Dat zie je bij Tomas heel mooi. Eerst zegt hij: ‘ik geloof het pas als ik Jezus aanraak.’ Maar als hij Jezus ziet, overweldigt het hem, en heeft hij het helemaal niet meer nodig Jezus aan te raken. Je kunt allerlei voorwaarden bedenken om te geloven: ik geloof het als … en vul maar wat in: als ik de loterij win, als ik genees, als ik een wonder zie, als ik het kan voelen, enzovoort. Dan worden die dingen je Heer en God, doe je daar alles voor. Pas als je die voorwaarden laat vallen, kun je echt geloven. Kun je elke dag weer leven met de levende Heer. Amen
Johannes 20:21 - Vrede brengen namens Jezus Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.
Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: GKB Gezang 156 : 1, 2, 3 en 4 Stil gebed Votum en groet Zingen: Opwekking 672 : 1, 2, 3 en laatste refrein Gebed Kinderen naar club Lezen: Johannes 20 : 19 – 23 Zingen: Psalm 72 : 1, 4 en 7 Preek over Johannes 20 : 21 Zingen: LvK Lied 285 : 1, 2, 3 en 4 Kinderen terug Lezen wet Zingen: LvK Lied 358 : 1, 4 en 5 Avondmaal Lezen formulier 5 Viering Zingen: Psalm 85 : 3 en 4 Gebed Collecte Zingen: Opwekking 602 Zegen
Preek: Vrede brengen namens Jezus Inleiding dia 1 – examens Morgen beginnen de eindexamens. De komende twee en een halve week zijn jongeren in heel Nederland bezig met de afronding van hun school. Ook uit ons midden doen jongeren hun examens. Succes ermee! Examens zijn een afronding. Het is de laatste stap naar je diploma. Al die jaren op school heb je hier al naar toegewerkt. En zeker in het laatste jaar is er heel wat examenvoorbereiding gedaan.
Alle lesstof nog eens herhalen, om zeker te weten dat het er voor de examens goed in zit. En dan ook oefenexamens maken, examens van vorige jaren, om eens te kijken hoe je er voor staat. Je hebt je er lang of minder lang op voorbereid, en nu komt het er echt op aan. Spannend! dia 2 – diploma Voor je het weet zijn die twee en een halve week ook alweer voorbij. Dan begint het lange wachten op de uitslagen. Laten we vooral nog even optimistisch blijven: daarna komt het verlossende bericht dat je bent geslaagd. Opeens heb je je diploma op zak. En dan? Het lijkt mij dat je eerst lekker feest viert. Je nodigt vrienden uit voor een flink stuk taart en misschien verwen je jezelf nog met een vakantie. En je hebt een heerlijk lange zomervakantie voor de boeg. School is klaar, daar hoef je je nooit meer zorgen om te maken. Je bent vrij! dia 3 – NHL Maar je kunt niet altijd feest blijven vieren. Dat je klaar bent met school, betekent niet dat je voortaan vakantie hebt. Je diploma is geen eindpunt, een bewijs dat je nooit meer wat hoeft te doen, maar het is juist het begin van iets nieuws. Gelukkig maar, want misschien klinkt het wel leuk, altijd vakantie, maar ik zou me dan al heel snel gaan vervelen. En anders worden mensen om je heen er wel zat van. Met je diploma kun je beginnen met een nieuwe studie of met werken. Met je diploma kun je aan de slag. Een diploma is dus niet alleen het einde van je schooltijd, maar ook het begin van iets nieuws. Dat Jezus is opgestaan, is dat ook. Dat is een reden om feest te vieren, maar ook om aan de slag te gaan. In dat gedeelte uit Johannes 20 gaat het daar over. 1.Een nieuw begin dia 4 – eind goed, al goed? Pasen lijkt wel een beetje ‘eind goed, al goed’. Net zoals sprookjes aflopen: ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’.
Een mooier einde dan de opstanding van Jezus kun je toch niet bedenken? Als ik een boek over Jezus zou schrijven, dan wist ik het wel. Eerst wordt de spanning opgebouwd, tot aan het kruis hoop je dat de doodstraf van Jezus niet doorgaat. En als alle hoop verloren is, blijkt dat Jezus is opgestaan! Dat is het hoogtepunt, en dan moet je ook gewoon stoppen. Eind goed, al goed. Maar is het met Pasen echt klaar? ‘En ze leefden nog lang en gelukkig’? Is de wereld nu Jezus is opgestaan een wereld van vrede en liefde geworden? We weten wel beter. De wereld van vandaag lijkt verdacht veel op de wereld van toen. In Nigeria zijn meer dan 200 meisjes ontvoerd. In Syrië is de stad Homs uitgehongerd en verwoest. Maar ook Franeker is de hemel niet. Ook hier zijn ruzies, behandelen mensen elkaar niet eerlijk, en gaan we helemaal op in ons eigen leven. dia 5 – Pasen is het begin van iets nieuws Ja, Pasen is wel een hoogtepunt. Maar niet een hoogtepunt om te stoppen. Johannes hééft een boek over Jezus geschreven, en hij stopt niet bij dat Jezus is opgestaan. Want Pasen is het begin van iets nieuws. Johannes vertelt verder, en hij begint op de paasdag zelf. Hij vertelt over Jezus’ leerlingen. Ze hebben gehoord dat Jezus leeft, maar wat ze ermee aan moeten, ze weten het niet zo goed. Is Jezus echt opgestaan? In ieder geval nemen ze het zekere voor het onzekere, en zorgen ze dat de deuren goed dicht zitten. Want de Joodse leiders zijn niet blij met het gerucht dat Jezus leeft. De leerlingen zijn bang dat de Joden het nu op hen voorzien hebben. De deuren zitten potdicht, maar opeens staat Jezus in hun midden. Ze kunnen er niet meer omheen: Jezus leeft! Johannes schrijft niets over hoe ze dat moment beleefd hebben. Over die hele ontmoeting met Jezus schrijft hij maar heel kort. En wát hij schrijft, is niet wat je zou verwachten van zo’n dag. Je verwacht een groot feest: het gerucht blijkt waar, Jezus is terug! Pak die fles champagne er maar bij!
En dan moet er natuurlijk ook heel veel nagepraat worden. Over wat er allemaal gebeurd is, hoe ze het hebben beleefd, de dingen die ze niet snappen, enzovoort. Maar Johannes schrijft daar niets over. Op de dag dat Jezus is opgestaan, krijgen de leerlingen direct een opdracht mee. Want Pasen is een nieuw begin. 2.Vrede brengen dia 6 – Jezus begint met vrede Maar het eerste wat Jezus zegt, is: ‘vrede’. Hij zegt het zelfs twee keer. In die tijd was dat een hele gewone groet, een beetje als ‘fijn om je weer te zien!’ Maar Jezus zegt het nog een keer. Het is voor hem geen beleefde groet. Jezus komt echt met vrede! Het eerste wat Jezus zegt, is: ‘ik heb alles goed gemaakt. Jullie hoeven niet bang meer te zijn, ook niet voor de Joden. Mijn vrede kan niemand je meer afpakken.’ Jezus begint met vrede, ook voor ons. dia 7 – met vrede de wereld in En dan is er ook direct werk aan de winkel: die vrede moet de wereld in. Jezus’ werk op aarde is gedaan, maar nu begint zijn werk door de leerlingen heen. En dat werk gaat verder, en Jezus wil nu ook door ons heen werken, en zijn vrede in de wereld brengen. ‘Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik ook jullie.’ Blijkbaar worden we gezonden, maar waarvoor dan? De Vader heeft Jezus naar de wereld gezonden om de wereld te verlossen, maar het lijkt mij sterk dat wij dat nu ook moeten doen. Wij zijn toch Jezus niet? Bovendien: dat heeft Jezus toch al lang gedaan? Precies, de vrede is er al. Maar die vrede moet nog wel de wereld in. En dáár schakelt Jezus ons voor in. We mogen vrede brengen! dia 8 – door te vertellen Aan de ene kant is dat een opdracht om over Jezus te vertellen. Jezus geeft vrede tussen God en mensen. Tussen God en mij staat van alles in de weg.
Dat ruimt Jezus op. Jezus wil dat die vrede overal bekend wordt. Dat het goed komt tussen God en mensen. Jezus zegt daarover ook moeilijk te begrijpen woorden: ‘als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven, vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’ Dat gaat hierover: als je mensen vertelt over de vrede van Jezus, en mensen nemen die vrede aan, dan wordt alles wat tussen God en hen in de weg staat vergeven. Dat is dus niet bepaald vrijblijvend! dia 9 – door te doen Er is ook een andere kant aan de opdracht vrede te brengen. Dat is doorgaan waar Jezus mee begonnen is. De vrede die Jezus brengt, is niet alleen vrede tussen God en jou, maar gaat ook over hoe we met elkaar omgaan. Vrede brengen is je inzetten voor een wereld van vrede. Volgens Psalm 72, die we zongen, is het een wereld waar het onrecht verdwijnt. Vrede brengen doe je ook door je tegen onrecht te verzetten en op te komen voor hen die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Met zijn vrede stuurt Jezus ons de gewone wereld in, want daar maakt zijn vrede verschil! 3.Jezus maakt je er klaar voor dia 10 – voelt als een onmogelijke opdracht Vorige week ging het er al over dat Jezus beperkte mensen inschakelt. Met die beperkte mensen, mensen die van Jezus houden, maar soms ook gewoon even geen zin in hem hebben, heeft Jezus grote plannen! Die opdracht om vrede te brengen is volgens mij een veel grotere taak dan wij onszelf vaak toebedelen. Als ik vriendelijk ben tegen anderen en investeer in mijn leven met God, dan is dat al heel wat toch? Moet ík vrede gaan brengen? Hoe kan ik dat ooit? Het voelt als een vrij onmogelijk opdracht. Een kind van 4 vraag je toch ook niet om op zijn zusje van 2 te passen, zodat z’n ouders een avondje uit eten kunnen? Die kan die verantwoordelijkheid helemaal niet aan. Maar bij die opdracht om vrede te brengen,
voel ik me een beetje als dat kind van 4. Voor Jezus’ leerlingen geldt dat net zo goed. Drie dagen geleden dachten ze nog dat de vrede zou komen op het moment dat ze de wapens zouden grijpen… De vrede zou komen als zij aan de macht waren. Maar de vrede van Jezus heeft helemaal niets te maken met aan de macht zijn. Moeten deze leerlingen nu doorgaan met de vrede van Jezus? Ze lijken er niet bepaald klaar voor. dia 11 – eenheid met Jezus en met de Geest geblazen Maar Jezus zegt: ik maak je er klaar voor. Jezus is niet iemand die een opdracht geeft en zich dan terugtrekt. Hij zegt dat hij ons zendt zoals de Vader hem gezonden heeft. Jezus en de Vader, die hebben een heel sterke band. Jezus deed zelfs uitspraken als: ‘wie mij heeft gezien, heeft de Vader gezien.’ Als wij mogen doorgaan me het werk van Jezus, dan is dat altijd vanuit een diepe eenheid met hem. En dan blaast Jezus over zijn leerlingen heen en belooft Jezus de heilige Geest. ‘Blazen’, dat woord wordt in het begin van de bijbel, Genesis 2, ook gebruikt: ‘God vormde de mens uit stof en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.’ Jezus wil ons levend maken door zijn Geest over ons te blazen. Die Geest verandert ons in mensen met hart voor de vrede van Jezus. 4.Vrede voor Franeker dia 12 – vrede voor Franeker Jezus’ leerlingen moeten ervoor zorgen dat de vrede van Jezus de wereld overgaat. Buiten Israël had bijna niemand iets van Jezus meegekregen. Het is nu aan deze kleine groep om de vrede van Jezus de wereld in te brengen. Wij hoeven echt niet allemaal het vliegtuig te pakken om ergens in Verweggistan vrede te brengen. Voor sommigen is dat misschien wel hun roeping, maar echt niet voor ons allemaal. Maar breng wel vrede, gewoon op je eigen plek. Vrede voor Franeker, of voor Dronrijp of Sexbierum of waar je ook maar woont. Ik weet heel goed dat iedereen het druk heeft. Moet vrede brengen nu ook nog weer een plek in je agenda krijgen, naast school, werk, sport, hobby’s, facebook, familie, en noem maar op… We moeten al zo veel. Als vrede brengen een blokje in je agenda is, dan is het vreselijk vermoeiend.
Maar het is veel meer een houding: ik wil vrede brengen in de dingen die ik tegenkom. Daar met Jezus meedoen, en het van hem leren. dia 13 – kijk als Jezus naar mensen Bijvoorbeeld in hoe Jezus met mensen omging. Jezus stelde zich open voor zondige mensen. Jezus veroordeelde hen niet, maar zag hen staan. Jezus zag elk mens als iemand die door God was gemaakt. Leer om zoals Jezus te kijken naar de mensen die je tegenkomt, gewoon in Franeker. Dan breng je vrede. dia 14 – verzet je tegen onrecht Breng vrede door je tegen onrecht te verzetten. In Nederland worden kinderen die hier geboren zijn, die niet beter weten dan dat ze Nederlands zijn, uitgezet naar het land waar hun ouders vandaan zijn gevlucht. Je kunt vrede brengen door daartegen te protesteren. dia 15 – kerk als alternatief voor wereld Als kerk willen we die vrede laten zien in hoe we met elkaar omgaan. We willen een alternatief zijn voor een wereld zonder echte vrede. Aan de maaltijd die we zo vieren wordt dat ook zichtbaar. Hoe verschillend we ook zijn, we horen bij elkaar. Samen vieren we de vrede die Jezus geeft. Amen.
Johannes 21:15-17 - Jezus schakelt beperkte mensen in Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. ■
■
■
■
■
■
Zingen: Psalm 138 : 1 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 43 : 1, 3 en 4 Gebed Kinderen naar club
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Lezen: Johannes 21 : 15 – 25 Zingen: Opwekking 518 Preek over Johannes 21 : 15 – 17 Zingen: GKB Gezang 118 : 1, 2 en 3 Kinderen terug Lezen wet Zingen: Psalm 131 : 1, 2 en 3 Bevestiging ambtsdragers Zingen: GKB Gezang 167 : 1, 2 en 3 Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 145 : 1, 2 en 3 Zegen
Jezus schakelt beperkte mensen in Inleiding dia 1 – Nationale Reserve Op internet las ik dat komende zaterdag vijftig militairen van het Korps Nationale Reserve worden beëdigd, hier in Franeker op de Breedeplaats. Voor wie het niet kennen: de Nationale Reserve is een aanvulling op het beroepsleger. Militairen in de Nationale Reserve zijn geen beroepssoldaten, maar hebben meestal een gewone baan, en zijn daarnaast vrijwilliger voor het leger. Zij zetten zich in voor de vrijheid en veiligheid van Nederland, waar we vandaag en morgen bij stil staan. Ook al zijn die reservisten vrijwilligers, dat betekent niet dat het slechte militairen zijn. Ze moeten in hun vrije tijd veel trainingen bijwonen. Lid van de Nationale Reserve wordt je niet zomaar. Dat deed mij denken aan een wervingscampagne van het ministerie van defensie een paar jaar geleden. Kijk maar even mee. dia 2 – filmpje http://www.youtube.com/watch?v=dqpiyl-bP8Y dia 3 – geschikt/ongeschikt Geschikt of ongeschikt. In het leger kunnen ze niet iedereen gebruiken. Sommige mensen lopen alleen maar voor de voeten. Je moet mij echt niet in het leger zetten.
Mijn bijdrage aan het leger is dat ik er weg blijf. Dat is beter voor ieders veiligheid… Dus ik heb veel respect voor mensen die dat wel kunnen. Geschikt of ongeschikt, daarbij wil ik vanochtend stilstaan. Straks worden drie nieuwe ambtsdragers bevestigd, Otto, Gerrit Pieter en Erik. Wanneer ben je geschikt om werk voor Jezus te doen? 1.Liefde die tegenvalt dia 4 – vorige week: ontmoeting met Jezus We vallen vandaag midden in het bijbelverhaal. De voorgeschiedenis hebben we vorige week al gehad. Nog even om goed in het verhaal te komen: het is na Pasen: Jezus leeft! Maar na het eerste enthousiasme gaat het gewone leven ook door. Op een avond gaan ze vissen. De stemming is bedrukt: ze missen Jezus’ aanwezigheid, en dan willen de vissen ook nog eens niet in de netten zwemmen. Vroeg in de morgen staat Jezus op de oever van het meer. Hij schreeuwt hen toe: ‘probeer het eens aan de andere kant van de boot!’ En ja hoor, meteen zit het net vol! Pas dan herkennen de leerlingen Jezus. Petrus reageert razendsnel. Hij springt uit de boot en zwemt naar Jezus toe. Even later is de boot ook op het strandje, en vraagt Jezus naar de vissen. Weer is het Petrus die als eerste in actie komt, alsof hij iets goed te maken heeft… Op het strand bij het kampvuur eten ze, Jezus en zijn leerlingen. dia 5 – Petrus leert dat zijn liefde tekort schiet Dan kijkt Jezus Petrus diep in de ogen. ‘Simon,’ vraagt hij, ‘heb je me lief, meer dan de anderen hier mij liefhebben?’ Het zal je maar gevraagd worden! Het is toch pure hoogmoed om op zo’n vraag ‘ja’ te zeggen? Alsof anderen Jezus minder liefhebben… Toch stelt Jezus deze vraag. Hij past namelijk wel bij Petrus. Petrus is de man van de grote woorden. Bijvoorbeeld in Johannes 13: ‘Heer, ik wil mijn leven voor u geven!’
Hij heeft zich zelfs met anderen vergeleken, in Matteüs 26: ‘misschien zal iedereen u afvallen, maar ik nooit!’ Voor Petrus is het confronterend. Daar bij het kampvuur op het strand flitsen beelden in zijn hoofd van een ander kampvuur. Aan dat kampvuur heeft hij drie keer gezegd dat hij Jezus niet kende, en toen het echt gevaarlijk begon te worden, is hij gevlucht. Toen het er op aankwam, was zijn eigen leven hem te kostbaar. Nu is Petrus voorzichtiger met grote woorden. ‘Ja, Heer, u weet dat ik van u houd.’ Aan een vergelijking met anderen waagt hij zich niet meer. En hij gebruikt een ander woord: Jezus vraagt of Petrus hem liefheeft, Petrus antwoordt dat hij van Jezus houdt. Want Petrus houdt van Jezus, geen twijfel over mogelijk, maar als Petrus pijnlijke keuzes moet maken, kiest hij toch voor zichzelf. Liefde die alles voor Jezus geeft, dat is voor Petrus een stap te ver. Jezus stelt de vraag nog twee keer, en hij komt steeds dichterbij. De tweede keer laat Jezus de vergelijking met anderen weg, de derde keer gebruikt ook Jezus dat andere woord voor liefde: ‘Simon, houd je van me?’ Bij Petrus komt dat pijnlijk binnen. Inderdaad, hij houdt van Jezus, maar zijn liefde schiet tekort. dia 6 – heb je Jezus lief? Grote woorden zijn zo makkelijk: ‘Jezus betekent alles voor mij!’ Ondertussen gaan mijn financiën wel voor… Soms heb ik gewoon even geen zin in Jezus. En voor Jezus uitkomen, wat is dat soms eng! Stel jezelf de vraag maar: heb je Jezus lief, wil je alles voor hem geven? Of valt die liefde tegen? 2.Jezus schakelt beperkte mensen in dia 7 – Jezus schakelt beperkte mensen in Het zou logisch zijn als Jezus teleurgesteld is. Teleurgesteld in Petrus, teleurgesteld in mensen. Maar Petrus krijgt juist een opdracht mee: ‘weid mijn schapen’. Juist beperkte mensen, mensen die tegenvallen, schakelt Jezus in. Jezus zegt: ‘ja, jij bent geschikt, ik kan je goed gebruiken.’ dia 8 – Jezus rekent niet af met Petrus
Als ik Jezus was, dan had ik het wel geweten. Petrus had er van mij stevig van langs gekregen. Ik zou hem goed laten merken hoe veel pijn hij mij heeft gedaan. En dan nog zou Petrus van geluk mogen spreken. Waarom zou Jezus nog langer met Petrus willen omgaan? Petrus heeft zijn kans gehad. Maar nee, Jezus rekent niet af met Petrus. Hij accepteert Petrus, met zijn enthousiasme, maar ook met zijn lafheid. Jezus wist al lang dat Petrus zo was, al voordat hij Petrus uitnodigde om zijn leerling te zijn. Voor Jezus is het geen verrassing, en dat weet Petrus. Hij zegt het zelfs: ‘Heer, u weet alles, u weet dat ik mezelf makkelijk overschreeuw, u weet dat als het er echt op aankomt, u niets aan mij hebt, maar u weet ook dat ik wel van u houdt.’ Jezus weet het allemaal al lang, het gaat er nu om dat Petrus het ook moet weten. dia 9 – voor Jezus is Petrus geschikt! Maar Jezus gaat nog een stap verder. Bij de landmacht was het duidelijk geweest: Petrus zou volstrekt ongeschikt zijn. Wat heb je aan een soldaat die in het heetst van de strijd, zijn kameraad geen rugdekking geeft, maar bang wegduikt?! Petrus is ongeschikt. Maar niet voor Jezus! Jezus kan mensen als Petrus heel goed gebruiken. Mensen die tegenvallen. Mensen die van Jezus houden, maar soms even geen zin hebben in Jezus, en bang zijn om voor hem uit te komen. Na Pasen schakelt Jezus mensen in. Jezus maakt zich klaar om naar zijn Vader te gaan. Op aarde mogen mensen verder gaan om over Jezus te vertellen en elkaar bij Jezus vast te houden. dia 10 – Jezus kan je goed gebruiken Jezus schakelt beperkte mensen in. Otto, Gerrit Pieter en Erik, Jezus kan ook jullie gebruiken. Jullie houden van Jezus, maar schieten ongetwijfeld ook tekort. Toch mogen jullie ouderling en diaken worden, om op die plek iets te betekenen in Gods koninkrijk en in het geloof van mensen. Maar ook als je geen ouderling of diaken wordt, kan Jezus je goed gebruiken. Om namens Jezus voor hem uit te komen, voor elkaar te zorgen en op elkaar toe te zien
Jezus kan je goed gebruiken. Ondertussen zien we dat vaak ook als een zware opgave. ‘Mooi dat Jezus mij kan gebruiken, maar laat hij liever iemand anders inschakelen, het is te zwaar.’ Of als iets wat we voor Jezus moeten doen: na alles wat hij gedaan heeft, zijn wij nu aan zet. En soms is het ook echt zwaar, kijk maar naar Petrus, maar als God je kan gebruiken, is dat pure genade. Als je iets mag betekenen voor het geloof van anderen, dan is dat geen zware opgave maar prachtige genade! 3.Onverstandig personeelsbeleid? dia 11 – onverstandig personeelsbeleid? Jezus stelt geen hoge eisen, hij schakelt juist beperkte mensen in. En dat is mooi, zulke genade, maar is het niet onverstandig van Jezus? Wat is dat nu voor personeelsbeleid?! Waarom moet Jezus zijn kerk nou zo nodig overleveren aan mensen als Petrus? Kan Jezus niet beter geschikte mensen zoeken? Of zijn die er soms niet? Daar zou ik me nog wel wat bij kunnen voorstellen, dat Petrus niet bepaald geschikt is, maar toch in ieder geval de minst ongeschikte. Maar Jezus’ keuze voor Petrus is geen keuze bij gebrek aan beter. Jezus vindt Petrus geschikt. dia 12 – drugs Het is net als bijvoorbeeld een voorlichting over de schadelijke effecten van drugs. Je kunt iemand als mij vragen om zo’n voorlichting te geven, en dan kan ik wat feitjes opdreunen. Maar ik weet helemaal niets van wat drugs met je doet. Voor zo’n voorlichting kun je veel beter iemand vragen die zelf verslaafd is geweest. Zo iemand kan uit eigen ervaring vertellen wat drugs allemaal aan kan richten in je leven. Juist iemand die zelf drugs heeft gebruikt, is daarvoor geschikt. dia 13 – Jezus heeft mensen nodig die genade kennen Zo is het ook met Petrus. Petrus is hard onderuit gegaan. Had altijd het hoogste woord over zijn liefde voor Jezus, maar toen het er op aankwam vluchtte hij. Petrus heeft geleerd dat hij tegenvalt. Petrus heeft genade leren kennen.
Juist zulke mensen heeft Jezus nodig. Mensen die beseffen dat Jezus hen liefheeft ondanks hun eigen falen. Petrus weet dat hij Jezus nodig heeft, dat hij zonder Jezus’ genade nergens zou zijn. Juist dat maakt hem geschikt voor zijn taak. dia 14 – Jezus is niet afhankelijk van mensen Bovendien levert Jezus zijn volgelingen niet aan Petrus over. Jezus levert de kerk ook niet aan mij over, of aan Otto, Gerrit Pieter en Erik. Gelukkig niet! Jezus zegt: ‘weid míjn schapen’. Het blijft de kudde van Jezus, hij blijft de goede Herder die de eindregie houdt. Mensen mogen hem helpen, en Jezus vind dat waardevol, maar het werk van Jezus is niet van mensen afhankelijk! Petrus wordt geen herder, eerder een herdershond, of misschien nog beter: een dienend schaap. Om iets te kunnen betekenen voor Gods nieuwe wereld hoef je geen perfecte christen te zijn. De kerk is begonnen met iemand die er heftig mee geconfronteerd is dat zijn liefde voor Jezus alleen maar tekort kan schieten. Jezus kan je goed gebruiken als je zelf ook weet dat je van genade leeft. 4.Laat je inschakelen en groei dia 15 – laat je inschakelen en groei Jezus schakelt beperkte mensen in. Maar niet iedereen op dezelfde manier. Er is maar één Petrus. Zelfs Johannes, van wie steeds wordt gezegd dat Jezus hem liefheeft, krijgt een andere opdracht dan Petrus. Petrus is daar nieuwsgierig naar, maar krijgt te horen dat dat zijn zaak niet is: doe je eigen taak maar gewoon. dia 15 – laat je op je eigen plek inschakelen Laat je inschakelen door Jezus voor zijn werk. Otto, je wordt zo tot ouderling bevestigd. Gerrit Pieter en Erik, jullie worden diaken. Die opdracht, maar vooral ook: die genade, is voor jullie. Daar laten jullie je inschakelen. Maar niet alleen ambtsdragers worden ingeschakeld door Jezus. Laat je inschakelen op je eigen plek. Misschien praat je makkelijk, en kun je van Jezus getuigen.
Of je hebt oog voor mensen, en kunt er voor hen zijn. Je hebt overzicht, en kunt zorgen voor stabiliteit. Je bent enthousiast, en kunt mensen inspireren. Je stelt kritische vragen, en helpt zo om geloven fris te houden. Of je bent een doorzetter, die doorgaat als anderen het opgeven. Laat je inschakelen door Jezus en help elkaar om met Jezus te leven. dia 16 – liefde groeit wel mee Het mooie is dat je daar zelf ook van groeit. Petrus krijgt van Jezus ook een geweldige belofte mee: hij zal gedood worden tot eer van God. Nee, dat klinkt niet direct geweldig. Maar in deze situatie is het een prachtige belofte. Want toen het er echt op aankwam, was Petrus gevlucht. Zijn leven voor Jezus geven, dat ging voor hem te ver. Nu belooft Jezus hem een herkansing. Er komt een dag in Petrus’ leven dat hij opnieuw de vraag krijgt: ‘jij hoort toch ook bij Jezus?’ Hij krijgt de kans om weer afstand te doen van zijn geloof, en daarmee zijn leven te redden. Maar dit keer doet hij het niet. Is hij wel bereid om zijn leven te geven. Zijn liefde is gegroeid. Jezus heeft geen perfecte christenen nodig. Je bent niet pas geschikt als je alles voor hem over hebt. Juist door hem gewoon te volgen, groeit je liefde vanzelf. Ga maar achter Jezus aan, laat je inschakelen, en je liefde, die gaat wel groeien. Amen
Johannes 21:12 - De after-Pasen-dip Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Bij deze preek is preekverwerkingsmateriaal beschikbaar: Liturgie
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: Psalm 95 : 1, 2 en 3 Stil gebed Votum en groet Zingen: Opwekking 407 Gebed Kinderen naar club Lezen: Johannes 21 : 1 – 14 Zingen: Psalm 93 : 1, 2 en 3 Preek over Johannes 21 : 12 Zingen: LvK Lied 75 : 1, 2 en 3 Kinderen terug Lezen wet Zingen: LvK Lied 442 : 1, 2 en 4 Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 111 Zegen
De after-Pasen-dip Inleiding dia 1 – zwart Leuke dingen vliegen vaak voorbij. Als je ergens veel zin in hebt, een feest bijvoorbeeld, moet je vaak heel lang wachten voordat het eindelijk begint, maar voor je het weet is het alweer afgelopen en zit je weer midden in je gewone leven. Een paar jaar geleden waren Hanneke en ik op vakantie in Engeland, het was een prachtige vakantie en we konden heerlijk uitrusten. Maar aan elke vakantie komt een einde, en ook deze vakantie was veel te snel afgelopen. En dan begint de stress van het gewone leven weer. dia 2 – natte tent Het begon al bij het inpakken op de camping. We kampeerden in een tentje, en het was dus in Engeland, dus de tent was drijfnat. Zie hem dan maar eens goed ingepakt te krijgen… De terugreis begon dus al goed. dia 3 – snelweg We vertrokken ’s ochtends van de camping, en de boot zou pas ’s avonds vertrekken. Alle tijd dus om over een toeristische route naar de veerhaven te rijden,
van je laatste vakantiedag moet je per slot van rekening gebruik maken. Halverwege de middag kwamen we er achter dat we niet echt opschoten, en dat we maar beter rechtstreeks naar de haven konden rijden. Maar het leek wel alsof de wereld in slow-motion was gezet. Hoe kon dat nou, want volgens de kaart was het helemaal niet ver meer? dia 4 – mijlen Wie wel eens in Engeland is geweest, voelt hem misschien al wel aankomen. Engelsen moeten altijd alles anders doen: ze betalen met ponden, ze rijden links, ze drinken thee met melk, én ze hebben geen kilometers maar mijlen… Dat wisten we best, maar we dachten dat een ANWB-kaart toch wel gewoon met kilometers zou werken. Niet dus… dia 5 – boot Om een lang verhaal kort te maken: met veel stress hebben we de boot gemist. Gelukkig konden we nog wel worden omgeboekt naar een volgende boot. Maar natuurlijk baalden we behoorlijk. Eindelijk kwamen we toch in Nederland, diep in de nacht, en we roken huis al. Het mocht niet zo zijn: twee wegopbrekingen met onduidelijke omleidingen… dia 6 – zwart Zodra we toch thuis kwamen, wilden we zo snel mogelijk naar bed. Maar in de auto lag nog altijd een natte tent. Die moest nog wel even opgehangen worden. En alsof het niet al genoeg tegenzat, knapte de waslijn onder het gewicht van het tentdoek. Welkom thuis in Nederland, welkom in het gewone leven. Twee weken konden we heerlijk uitrusten, en uiteindelijk kwamen we gestrest en vermoeid thuis. Het gewone leven gaat verder, en de vakantie lijkt al heel ver weg. De after-vakantie-dip is begonnen. 1. Verder na Pasen dia 7 – after-Pasen-dip? Het is nog maar een week geleden dat we het paasfeest hebben gevierd, een uitbundig feest omdat Jezus leeft. Maar wat lijkt het alweer ver weg! Het was zo feestelijk, maar hoe kun je dat vasthouden? Het gewone leven slokt ons al snel weer helemaal op. En dat Jezus leeft, wat merk je daar nu eigenlijk van?
Het leven gaat gewoon door hoor! Ik noem het maar de after-Pasen-dip. En vanmorgen staan we daar bij stil: hoe ga je om met je after-Pasen-dip? Hoe houd je vast dat Jezus leeft? dia 8 – Pasen lijkt ver weg Voor Jezus’ leerlingen is dat ook niet makkelijk. Zij leven in een hele vreemde tijd. Eerst liep het volk met Jezus, hun meester, weg, maar even later gaven ze hem de doodstraf. En terwijl de leerlingen nog vol verdriet zijn, staat Jezus op en laat zich aan de leerlingen zien. De stemming slaat weer om: Jezus leeft! Maar de tijd gaat verder. Ja, Jezus is opgestaan, dat weten ze. Maar ze zien niet zo veel meer van Jezus. Eerst trokken ze altijd met hem op. Nu niet meer. Ze kunnen niet eens naar Jezus toe gaan. Zo af en toe zien ze hem nog, als Jezus daar zelf voor kiest. Pasen lijkt alweer ver weg. dia 9 – het leven gaat gewoon door En er moet ook gewerkt worden. Je kunt niet altijd feest vieren. Het leven gaat ook gewoon door. Ook voor Petrus, die visser is. Op een avond gaat hij vissen, en een paar anderen uit de groep gaan met hem mee. Heel gewoon, alsof er niets met Jezus gebeurd is. Maar wat valt het tegen. De hele nacht zijn ze hard aan het werk, maar ze vangen helemaal niets. Dat kunnen ze er ook nog wel bij hebben… Jezus leeft, dat zal best, maar op dit moment hebben ze andere dingen aan hun hoofd. Het is wennen voor de leerlingen. Met Pasen leek het erop dat alles weer zou worden zoals het was, dat Jezus ontsnapt was aan de dood, en gewoon weer verder zou gaan met rondtrekken in Israël. Maar nee, Jezus leeft wel, maar hij staat op afstand. En als Jezus aan het begin van de morgen verschijnt, staat hij ook op een afstandje, op de oever van het meer,
en herkennen ze Jezus eerst helemaal niet. Hoe ga je verder na Pasen? Hoe kun je dat feest blijven vasthouden, blijven vieren dat Jezus ook vandaag leeft? Hoe kun je Jezus herkennen in het gewone leven, zodat de after-Pasen-dip geen vat op je krijgt? 2. Jezus herkennen dia 10 – Jezus herkennen Pasen is het feest, niet alleen van dat Jezus is opgestaan, maar ook van dat Jezus nog altijd leeft. En met die verschijning in Johannes 21 wil Jezus zijn leerlingen en ons helpen om hem te herkennen. Zodat Pasen ook echt iets voor je betekent. dia 11 – leerlingen herkennen Jezus eerst niet Als ze bij Jezus op strand zitten, en Jezus hen brood en vis geeft, wat hij net heeft geroosterd, begrijpen de leerlingen het allemaal: dit is Jezus, de Heer. Ze kunnen er gewoon niet meer onderuit. Maar in eerste instantie herkennen ze Jezus niet. Na die rampzalige nacht, waarin ze geen vis gevangen hebben, komt het bootje weer wat dichter bij de oever. Daar staat een man. Eerst letten ze niet zo op hem, maar hij probeert hun aandacht te trekken. Over het water schreeuwt hij: ‘zo jongens, nog wat vis gevangen?!’ Een pijnlijke vraag, en het antwoord is een kortaf ‘nee’. Maar de man weet van geen ophouden: ‘probeer het eens aan de andere kant!’ Nou ja, ze hebben nu niets, dus ze hebben niets te verliezen. Ze gooien het net aan de andere kant van de boot… …en ze kunnen hem niet meer in de boot tillen, zo veel vis zit erin! dia 12 – vis En Johannes heeft het door. Deze mysterieuze man, het is Jezus! Johannes herkent hem, niet aan zijn gezicht of zijn stem, maar aan wat hij doet. Een hele nacht niets vangen, en dan opeens een net dat uitpuilt, dat moet Jezus zijn! En Johannes zegt het direct tegen de anderen. dia 13 – help elkaar Jezus te herkennen Eigenlijk vind ik het wel mooi dat Johannes de enige is die Jezus herkent.
Blijkbaar is het niet altijd zo makkelijk om Jezus te herkennen. En is het ook geen schande als je dat moeilijk vindt. Anderen zien soms meer dan jijzelf. Vertel elkaar maar waar je Jezus in herkent. Net zoals Johannes zegt: ‘jongens, het is de Heer!’ Het is de moeite waard om naar elkaar te luisteren. Jezus herkennen, dat hoef je niet in je eentje te doen. dia 14 – aan de slag met wat Jezus zegt Maar hoe kun je zelf Jezus herkennen? Bij Johannes begint dat doordat ze naar Jezus luisteren, ze doen wat hij tegen hen zegt. Om Jezus te herkennen hoef je niet te zitten wachten tot Jezus zich eindelijk weer eens laat zien. Luister maar gewoon naar alles wat hij zegt, en ga er mee bezig! De bijbel staat er vol mee. Het gaat over het eeuwige leven, de nieuwe wereld van God, een wereld van liefde en recht. Laat dat je beheersen. In je dagelijkse bezigheden, want dagelijkse dingen horen er gewoon bij, en ook in het delen van het goede nieuws. Als je Jezus wilt herkennen, begin maar gewoon met doen wat hij zegt, dan zul je zien wat hij allemaal doet. Dat doet hij trouwens ook wel zonder ons. Het is niet zo dat wij van alles moeten doen omdat Jezus anders niets zou kunnen… God is niet van mij afhankelijk. Als de leerlingen op het strandje komen, ligt er al genoeg vis klaar. Maar naar Jezus luisteren helpt wel om hem te herkennen, en op je eigen plek mag je dan ook iets bijdragen aan Gods nieuwe wereld. 3. Is het Jezus wel? dia 15 – is het Jezus wel? Luisteren dus naar Jezus en doen wat hij zegt, dan kun je herkennen dat Jezus nog altijd leeft en Pasen verschil maakt. Maar dat blijft nog wel ongrijpbaar. Hoe kun je nu zeker weten dat Jezus iets doet? En als je Jezus moet zien in vage dingen als liefde en recht, is dat dan Jezus nog wel? dia 16 – Jezus is ongrijpbaar Voor Jezus’ leerlingen is het wat dat betreft makkelijker. Jezus staat daar echt op het strand,
ze kunnen hem aanraken en hij geeft hen te eten. Ze zitten daar met z’n allen rondom een vuurtje, en het voelt weer een beetje zoals vroeger, toen Jezus nog niet gedood was. En toch is het ook voor de leerlingen ongrijpbaar. Ze kennen Jezus behoorlijk goed, ze hebben drie jaar met hem opgetrokken. Wat hebben ze samen veel gegeten. Wat dat betreft is het heel vertrouwd. En toch schrijft Johannes op: ‘geen van de leerlingen durfde hem te vragen wie hij was.’ Ze begrijpen dat Jezus het is, en ze durven het niet te vragen. Het voelt heel vertrouwd om samen eten, maar het is tegelijk ook zo anders. Ze eten met de oude Jezus, de Jezus die ze goed kennen, maar toch ook weer niet. Het is zo verwarrend. Ja, het is Jezus, maar wie is hij eigenlijk? Ook al ontmoeten de leerlingen Jezus tenminste nog lichamelijk, toch is hij ook voor hen ongrijpbaar, mysterieus. dia 17 – klap in gezicht Het is nog niet zo makkelijk om Jezus aan te wijzen. Vorige week, vlak voor Pasen, las ik een berichtje over een jonge man in Iran die ter dood was veroordeeld. Hij had een andere man vermoord. Hij zou worden opgehangen en alles stond al klaar. Het touw zat zelfs al om zijn hoofd heen. Maar in Iran heeft de familie van het slachtoffer het recht om de straf niet te laten doorgaan. De familie kan dat laten zien door het slachtoffer een klap in het gezicht te geven. De moeder van het slachtoffer deed dat. Er valt meer over te zeggen, maar laten we het hier maar even bij houden: die dader kreeg onverdiende liefde, genade. dia 18 – toch mag je Jezus herkennen Is dat Jezus? Die mensen waren niet eens christenen, maar moslims. Kun je dan wel zeggen dat je Jezus daar ziet? Nou, als je het wilt zien, dan mag je weten dat hij er iets mee te maken heeft. Want zonder God is er helemaal geen liefde. En tegelijk kun je niet zomaar een stempeltje drukken:
‘o ja, duidelijk, dat is Jezus’. Het is nog niet zo gemakkelijk om Jezus aan te wijzen. En ik ben blij dat Jezus’ leerlingen die moeite ook al hadden. Dat hoort er dus gewoon bij! Jezus is waar wij nog niet zijn. Maar daarom hoeven we nog niet te zeggen dat hij er niet meer is en dat hij zich niet meer laat zien. We mogen gewoon zeggen waar we Jezus herkennen, terwijl hij ongrijpbaar blijft. 4. Aan tafel dia 19 – aan tafel Als de leerlingen Jezus herkend hebben, gaan ze samen eten. Een hele gewone maaltijd, van geroosterd brood en vis. Een soort strandbarbecue. Aan tafel, tijdens de maaltijd, ontmoeten ze Jezus pas echt. dia 20 – samen eten is een kans… En dat is vaker zo. Dat was het ook al voor Jezus’ dood. In de evangeliën worden heel wat maaltijden beschreven. Veel gesprekken van Jezus met zijn leerlingen ontstaan tijdens een maaltijd. Eén van die maaltijden is zelfs symbool geworden voor Jezus’ dood. Er is iets aan de hand met eten. Eten is meer dan je honger bestrijden. Eten is lekker, en samen eten is gezellig. Eten is een geweldige gelegenheid om Jezus en elkaar te ontmoeten. Als je Jezus wilt herkennen, waar begin je dan? Want doen wat Jezus zegt, dat is zo groot, hoe kun je daar in je eigen leven nou iets mee doen? Het kan ongetwijfeld op heel veel manieren, maar samen eten, net zoals Jezus en de leerlingen doen, kan een goede en simpele manier zijn om naar Jezus te luisteren, hem te gehoorzamen en hem te herkennen. dia 21 – …om te luisteren, gehoorzamen en herkennen Naar Jezus luisteren door even stil te staan van je dagelijkse bezigheden, eten is een moment van rust, van bijkomen, en daarom is het ook mooi om aan tafel uit de bijbel te lezen. Luisteren doe je ook door te beseffen dat je van God afhankelijk bent, dat ook eten een geschenk van hem is. Jezus gehoorzamen doe je door tijd te nemen voor elkaar, als je samen eet kun je elkaar ook liefde geven en helpen, kun je elkaar kennen en je leven delen.
En dan mag je Jezus ook herkennen, in zijn goede zorg, in liefde, in de dingen die je met elkaar deelt. Als je samen eet, en dan ook tijd neemt voor Jezus en elkaar, dan mag je Jezus zien. Ik vind het prachtig dat Jezus met zijn leerlingen gaat eten. Het is iets heel simpels, iets wat je elke dag doet. Maar bij Jezus doet het ertoe. Eten is voor hem belangrijk. En het is een vooruitzicht op de toekomst, waar hij als gastheer het eeuwige feestmaal voorbereid. Een feestmaal dat nooit ophoudt, waaraan je ook geen dip over houdt. dia 22 – herken Jezus aan tafel Zit je in een after-Pasen-dip? Ga gewoon eens samen eten, en neem daarvoor de tijd. Nodig iemand uit, uit de kerk, uit je straat, of wie je ook maar tegenkomt. En eet dan, rustig aan, luister en ontmoet. Herken Jezus in heel gewone dingen, zelfs aan tafel. Want Jezus leeft. Amen.
Johannes 20:16 - Jezus leeft, en hij kent mij! Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: Opwekking 430 en Opwekking 733 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 150 : 1 en 2 Gebed Kinderen naar club Lezen: Johannes 20 : 1 – 18 Zingen: LvK Lied 215 : 1 en 2
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Preek over Johannes 20 : 16 Zingen: Opwekking 461 Kinderen terug Wetslezing: Romeinen 6 : 1 – 11 Zingen: Opwekking 687 : 1, 2 en 4 Belijdenis en doop Getuigenissen Hielkje en Margriet Luisterlied André en Letty Onderwijs doop en belijdenis Gebed Belijdenis: vragen en zegenbede Doop: vragen en doopbediening Oproep aan gemeente Zingen: Opwekking 710 Felicitaties Luisterlied Emma Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 99 : 1, 2 en 3 Zegen
Preek: Jezus leeft, en hij kent mij! Inleiding dia 1 – koffie Ik kom regelmatig bij de HEMA, en dan drink ik in het restaurant een kop koffie. Zo’n lekker grote mok, zodat je een half uur van je koffie kunt genieten. De medewerkers van het restaurant herkennen me inmiddels ook. En soms hoef ik helemaal niets meer te zeggen. Als ik dan naar de kassa loopt, vraagt de medewerkster al: ‘een grote koffie maar weer?’ Zo’n momentje maakt mij blij. Het is misschien heel klein en onbenullig,
maar het tovert wel een glimlach op mijn gezicht. Die medewerkster herkent mij en heeft de moeite gedaan te onthouden wat ik altijd bestel. Ook al weet ze verder vrij weinig over mij, ik voel me even gekend. Ze behandelt me niet als de zoveelste klant van de dag, maar als een persoon. Dat willen we graag, persoonlijk behandeld worden. We willen geen nummertje zijn, maar gekend worden. Bedrijven proberen daar handig gebruik van te maken, ook als ze je helemaal niet persoonlijk kennen. En dan gaat het mis… dia 2 – horloge Een paar maanden geleden had ik een nieuw horloge nodig, gewoon een simpel en goedkoop horloge, en heb ik via Google op internet gezocht. Een paar dagen later heb ik een horloge gekocht, in een gewone winkel. Maar op internet achtervolgden horlogereclames me nog maanden lang… Allemaal advertenties van veel te dure horloges die ik ook had kunnen kopen. Alsof ik daar nog op zat te wachten… Google weet ongetwijfeld heel veel over mij, maar ze kennen me niet. Hoe persoonlijk ze het ook maken, het blijft nep. dia 3 – Jezus leeft, en hij kent mij Een persoonlijke benadering, veel persoonlijker dan het beste restaurant ooit kan zijn,
zie je in de ontmoeting van Jezus met Maria. Jezus kent haar, hij noemt haar naam. En dan ziet Maria het: haar Jezus leeft! Vanmorgen kijken we met Maria mee, en ik hoop dat je het zelf ook mag ontdekken: Jezus leeft, en hij kent mij!
Leeft Jezus? dia 4 – leeft Jezus? Het lijkt daar helemaal niet op, op de zondag na Jezus’ dood. Jezus is voorgoed verleden tijd. En ook voor ons lijkt het al snel alsof Jezus dood is. Hoe kun je geloven dat hij leeft? dia 5 – Maria: Jezus is verleden tijd Maria huilt. De hele ochtend al. Ze is vroeg naar het graf van Jezus gekomen. Om dichtbij de man te zijn die zo veel voor haar betekende. Voor ze Jezus had leren kennen, was ze bezeten geweest door zeven boze geesten. De mensen hadden praatjes over haar. Maar Jezus had haar weer een leven gegeven! Nu is Jezus dood, en Maria wil hem de laatste eer bewijzen. Vrijdag hadden ze hem begraven, het was allemaal heel snel gegaan, te snel voor het verdriet van Maria. Dus op zondagmorgen is ze er weer. Maar als ze bij het graf komt, ziet ze dat het open is.
‘Nee hè’, denkt ze, ‘wat nu weer? Alsof ik het niet al moeilijk genoeg heb…’ De begrafenis vrijdag was zo snel gegaan, de beheerder van de begraafplaats zal Jezus wel een betere plek hebben gegeven. Maar hoe kan Maria hem nu vinden? Dit kan ze er niet meer bij hebben, dus ze vraagt Petrus en Johannes om hulp. Maar daar heeft ze weinig aan. Zij zien het lege graf ook, bij Johannes begint er wat te dagen, maar Maria maakt het niet mee. En weg zijn Petrus en Johannes alweer. Maria blijft achter. Als er geen lichaam meer is van Jezus, dan kan ze tenminste nog rouwen op de laatste plek waar hij geweest is. Het spookt in haar hoofd: alles zal weer worden zoals het was. De boze geesten zullen terugkomen en de mensen zullen weer over haar praten. Want Jezus is dood. dia 6 – Jezus is opgestaan, maar leeft hij ook? Maria houdt er geen moment rekening mee dat Jezus leeft. Waarom zou ze ook? Misschien kun je dat zelf ook niet geloven, omdat de dood nu eenmaal het einde is. Maar ook als je wel kunt geloven dat Jezus is opgestaan, is dat nog iets heel anders dan geloven dat Jezus leeft. dia 7 – Willem van Oranje
Je kunt de opstanding van Jezus zien als een gebeurtenis van lang geleden. Iets wat een plek heeft in de geschiedenisboekjes, naast allerlei andere gebeurtenissen van vroeger, bijvoorbeeld de moord op Willem van Oranje. Een interessant feitje als je van geschiedenis houdt, maar voor je eigen leven betekent het niets. Je haalt je schouders er over op. dia 8 = dia 6 Dat Jezus is opgestaan, dat zal wel, maar dat Jezus nog altijd leeft? Dat is moeilijk te geloven. Vaak denken we toch aan Jezus als iemand van vroeger, alsof hij later alsnog overleden is. En wat is er nu veranderd? In de wereld gaat alles nog net zo als vroeger. We worden zelfs weer bang voor de Russen. De koude oorlog, die ik alleen uit de geschiedenisboekjes ken, komt weer terug. En de dood heeft nog steeds het hoogste woord. Leeft Jezus wel?
2.Jezus kent mij! dia 9 – Jezus kent mij Ja, Jezus leeft, en hij kent jou! Dat Jezus is opgestaan, is geen interessant wetenswaardigheidje waarmee je misschien nog eens een quiz kunt winnen. Het is ook geen sterk verhaal waardoor je de moed erin houdt. De opstanding van Jezus is heel persoonlijk: Jezus leeft, en hij kent mij! Maria staat nog bij het graf als ze hem tegenkomt.
Een hele gewone man. Maria denkt nog steeds dat de beheerder van de begraafplaats Jezus in een ander graf heeft gelegd. Dit zou wel eens de man kunnen zijn die ze nodig heeft, en ze begint een heel verhaal. dia 10 – een naam is veel meer dan een argument De man luistert en laat haar praten, en dan ineens zegt hij haar naam: ‘Maria’. Er gaat een schok door Maria heen. ‘Deze man kent mij! Nee, het zal toch niet waar zijn?’ Razendsnel gaan Maria’s gedachten. En het dringt tot haar door: Jezus leeft! Jezus had een heel verhaal tegen Maria kunnen afsteken. Hij had Maria kunnen herinneren aan zijn eigen woorden en haar verwijten kunnen maken. In plaats daarvan noemt hij haar naam: ‘Maria’. Jezus kiest de persoonlijke weg. Juist dat overtuigt Maria. Hoe kun je geloven dat Jezus leeft? Je kunt boekjes gaan lezen met allerlei argumenten, en waarschijnlijk kom je ook nog best goede argumenten tegen. Maar dat Jezus leeft, is te groot voor argumenten. Als Jezus je naam noemt, zoals hij Maria’s naam noemt, dan is dat toch veel meer dan welk argument ook?! dia 11 – Jezus noemt ook jouw naam Het goede nieuws: Jezus doet dat!
Jezus kent je, hij wil een relatie met je, hij noemt je naam. Al bij de doop zegt Jezus dat hij je kent. ‘Mirjam, ik leef! Demy, ik leef!’ André, Letty, Hielkje en Margriet, tegen jullie heeft Jezus dat al lang geleden gezegd. Vandaag zeggen jullie dat jullie zijn persoonlijke stem hebben herkend, dat jullie geloven dat hij leeft. Jezus zegt het tegen ons allemaal: ‘ik ken je, ik leef!’ Nee, niet zo rechtstreeks als tegen Maria. Maar hij zegt het, ook vandaag weer. Hij zegt het door zijn woord heen, bijvoorbeeld door een bijbeltekst die je raakt hij zegt het ook door zijn volgelingen heen, als ze vertellen over hoe zij Jezus kennen. De vraag is of je het wilt horen. Kun je geloven dat als je luistert, je inderdaad Jezus kunt vinden, of denk je dat je alleen de beheerder van de begraafplaats kunt vinden? Luister naar Jezus en hoor wat hij zegt: ‘ik leef, en ik ken je!’
3.Leef met Jezus dia 12 – leef met Jezus Jezus is niet alleen opgestaan, hij leeft nog steeds! Als Jezus Maria’s naam noemt, herkent ze hem. En dan heeft Maria ook niet veel woorden nodig. Zij kent Jezus als haar Heer. En dat zegt ze: ‘Rabboeni, Meester’.
Het is de kortste geloofsbelijdenis die er is. dia 13 – laat Jezus geen feitje zijn maar een persoon Uit die korte belijdenis van Maria wil ik twee dingen halen. Het eerste: laat Jezus geen feitje zijn, maar een persoon. Ik noemde al even dat Willem van Oranje ooit is vermoord, en dat geloof ik direct. Ik kan het onthouden, en misschien komt het me nog eens van pas. Zo kun je met de opstanding van Jezus ook omgaan: een feitje dat je gelooft en in je geheugen opslaat. Maar geloven in Jezus is een relatie met een persoon. Maria zegt niet: ‘nu zal ik het onthouden’, dat zou ook nergens op slaan, maar: ‘u bent mijn Heer, ik wil bij u zijn.’ dia 14 – neem Jezus serieus Dan het tweede: neem Jezus serieus. Maria noemt Jezus ‘meester’. Dat betekent dat Jezus je iets te zeggen heeft. Als Jezus dood zou zijn, dan kon je alles wat hij tijdens zijn leven heeft gezegd nog afdoen als mooie praatjes. Maar omdat Jezus leeft, is er ook alle reden om hem serieus te nemen. Hij heeft eeuwig leven beloofd in zijn nieuwe wereld, een leven dat vandaag begint als je hem kent en voor hem leeft. Jezus is geen praatjesmaker, hij heeft alle macht! Voor Maria is dat een geweldige opluchting: ze hoeft niet bang te zijn voor geesten of mensen. Ook al lijkt er in de wereld weinig veranderd, aan de dood is in ieder geval nog geen einde gekomen,
Jezus’ leven laat ons de toekomst al zien. dia 15 – Jezus leeft! Zeg het Maria maar na: ‘Rabboeni, Jezus, u bent ook mijn Heer, u bent niet iemand uit een ver verleden, u leeft, nog altijd.’ Laat hem zo de levende zijn in jouw leven. Want hij leeft! Amen.
Johannes 11:50 - Eén voor allen Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Aansteken paaskaars Zingen: LvK Lied 183 : 1, 3 en 4 Stil gebed Votum en groet Zingen: Opwekking 580 Lezen wet Zingen: Psalm 1 : 1 en 2 Getuigenis Gebed Kinderen naar club Lezen: Johannes 11 : 45 – 54 en 12 : 12 – 19 Zingen: LvK 457 : 1, 3 en 4 Preek over Johannes 11 : 50 Zingen: ‘Zie hoe Jezus voor mij lijdt’ (Sela) Kinderen terug Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 162 : 1, 3 en 4 Zegen
Preek: Eén voor allen Inleiding dia 1 – film In de bioscopen draait deze maand de film ‘Lucia de B.’ In deze film gaat het over het waargebeurde verhaal van Lucia de Berk. Ik heb de film niet gezien, maar het zal ongetwijfeld aangrijpend zijn. Lucia heeft 6,5 jaar lang onschuldig gevangen gezeten en is ten onrechte voor van alles uitgemaakt. dia 2 – ziekenhuis Lucia is een gewone vrouw met een gewone baan. Ze werkt als verpleegster in een kinderziekenhuis. Maar opeens wordt ze verdacht. Verdacht van moord op een baby. Op haar afdeling is een baby overleden, en het is niet helemaal duidelijk of het wel een natuurlijke doodsoorzaak is geweest. En over Lucia wordt gepraat. Onder haar werktijd zijn er best vaak kinderen overleden onder verdachte omstandigheden. Er wordt aangifte gedaan tegen Lucia, en de geruchtenstroom wordt alleen maar verder aangewakkerd. Opeens weet iedereen het zeker: deze vrouw is een gewetenloze moordenaar. De wereld keert zich tegen haar. dia 3 – rechtbanktekening De media krijgen ook hoogte van de zaak en Lucia de Berk wordt Lucia de B. Moet je je voorstellen:
de ene dag ga je nog gewoon op je fiets naar je werk, de volgende dag wordt je verdacht van de meest gruwelijke dingen. Je bent jezelf niet meer. Lucia wordt veroordeeld, ze krijgt levenslang. Zelf beweert ze dat ze onschuldig is, maar ze wordt niet geloofd. Later ontstaan er toch twijfels, en in 2010 wordt ze alsnog vrijgesproken. dia 4 – zwart Ik kan me niet voorstellen hoe het is als je zoiets overkomt. Dat opeens de hele wereld tegen je is. Iedereen je met wantrouwen bekijkt, niemand je meer gelooft, en mensen vinden dat je geen leven meer verdient. Dat overkomt Jezus ook. De wereld keert zich tegen hem. Maar hoe heeft het zo ver kunnen komen?
1.Jezus is gevaarlijk dia 5 – Jezus heeft macht over de dood Om daar iets van te begrijpen, moeten we terug naar de eerdere gebeurtenissen uit Johannes 11. Lazarus, een goede vriend van Jezus, is ernstig ziek. Zijn zussen, Marta en Maria, vragen Jezus om hulp. Maar Jezus is te laat: als Lazarus al 4 dagen dood is, komt Jezus nog eens kijken. En dan gebeurt wat niemand voor mogelijk had gehouden: Jezus roept Lazarus en Lazarus staat weer op. Lazarus leeft!
Natuurlijk is iedereen diep onder de indruk. Dat Jezus bijzonder was, dat wisten ze wel, maar hij blijkt zelfs doden levend te kunnen maken! Als één ding voor de mensen duidelijk wordt, dan is het wel hoe machtig Jezus is. Jezus overtreft alle verwachtingen, hij heeft macht over leven en dood. dia 6 – Jezus is hoop… Die dag komen veel mensen tot geloof. Als Jezus doden levend kan maken, wat zou hij dan niet kunnen?! Jezus geeft hoop, hoop op een betere wereld. Dat kunnen ze goed gebruiken, want er is niemand die voor hun rechten opkomt. Behalve Jezus. Als een lopend vuurtje verspreidt zich het nieuws: Jezus heeft Lazarus weer levend gemaakt! Geen wonder dat Jezus een tijdje later met veel bombarie Jeruzalem wordt binnengehaald. Hij moet de nieuwe koning worden. dia 7 – …maar ook een bedreiging Maar niet iedereen is zo blij met Jezus. Ook de Farizeeën horen wat Jezus nu toch weer heeft gedaan. Wat zij horen, zint hen niet. Jezus wordt met de dag gevaarlijker! Als het volk achter Jezus aanloopt, kan het zich zomaar tegen hen gaan keren. Wat als er een opstand komt?
Hoe zullen de Romeinen dan wel niet reageren? Jezus is gevaarlijk! Dat klinkt misschien vreemd. Jezus wekt zijn dode vriend op, dat is toch niet gevaarlijk?! Toch herken ik de reactie van de Farizeeën wel. Zij zijn bang voor hun eigen positie: Jezus is machtiger dan hen, Jezus heeft dus ook meer te zeggen dan hen. Maar zelf wil ik het ook graag voor het zeggen hebben in mijn leven. Wat ik doe, bepaal ik zelf wel. Daarvoor is Jezus een bedreiging. dia 8 – Jezus bedreigt je zelfstandigheid We zijn erg gesteld op onze zelfstandigheid. We doen dingen het liefst op onze eigen manier. Ik had eens een baantje in een fabriek, en als er wat hogere leidinggevenden aanwezig waren, dan ging alles precies volgens de protocollen. Zodra ze vertrokken waren, deed iedereen zijn werk weer op zijn eigen manier, en hielden we even een extra koffiepauze. Mensen die boven je staan bedreigen je vrijheid. Jezus is zo iemand. Hij is Heer, hij heeft alle macht over je leven. Dat is een grote inbreuk op je zelfstandigheid. Jezus is gevaarlijk!
2.Jezus voor ons dia 9 – Joodse leiders: Jezus moet uit de weg Terwijl het volk in opperbeste stemming is
omdat Jezus hen eindelijk weer wat hoop geeft, hebben de Farizeeën andere plannen. Op straat is het feest en schijnt de zon, maar binnen worden donkere plannen gesmeed. De Farizeeën en priesters zijn het helemaal met elkaar eens: Jezus is gevaarlijk, hij moet gestopt worden. Wat moeten ze toch doen? Er wordt stevig gediscussieerd. De frustraties over Jezus lopen hoog op. Maar hoe moeten ze het aanpakken? Dan staat Kajafas, de hogepriester, op. ‘Mannen,’ zegt hij, ‘we hoeven hier niet lang over te praten. Ik zeg het niet graag, maar er is maar één oplossing: Jezus moet sterven. Want het is toch beter dat één man sterft dan dat het hele volk verloren gaat?’ Eén voor allen. De andere aanwezigen zijn het er direct mee eens: het belang van het volk is belangrijker dan het belang van Jezus. Al zijn ze eigenlijk alleen maar met hun eigen belang bezig. Maar ze vinden dat ze nu een goede reden hebben om Jezus te doden. Eindelijk zullen ze van dat probleem af zijn! dia 10 – een mislukte verlosser? Op straat wordt feest gevierd om Jezus, maar binnen wordt zijn lot bezegeld. Voor christenen is de afloop van het verhaal bekend, maar kijk eens hoe spannend het hier is! Op straat wordt Jezus als verlosser onthaald, hij zal de wereld veranderen,
maar ondertussen hangen dreigende wolken in de lucht. Zal die verlossing op een mislukking uitlopen? Jezus weet precies wat er gebeurt. Hoe de leiders zijn dood voorbereiden. Hoe het volk met hem wegloopt, maar zo weinig begrepen heeft van wat hij moet doen. Jezus voelt de spanning, de zwaarte van het moment, en hij staat er alleen voor. De wereld keert zich tegen hem. dia 11 – God gebruikt Kajafas’ plan En Jezus weet dat het moet gebeuren. Dat Kajafas het moet zeggen, dat het beter is dat één man sterft voor het volk. Zonder dat Kajafas het doorheeft, bevatten zijn woorden een veel diepere waarheid. Door de woorden van Kajafas heen spreekt God zelf. De donkere plannen van de leiders zijn geen bedreiging, God staat er boven. De dood kan Jezus niet stoppen. De dood van Jezus is juist nodig. Inderdaad is het beter dat één man sterft. Dat is niet alleen in het belang van de Joodse leiders, waar Kajafas aan denkt. Het is ook niet alleen in het belang van het Joodse volk, waar de mensen op straat op hopen. Het is in het belang van de hele wereld. De last van de hele wereld komt op zijn schouders:
Jezus sterft voor ons. Jezus sterft om ons te verlossen. Hij sterft om ons leven te geven. Het is inderdaad één voor allen. Zo groot is Jezus’ liefde voor ons.
3.Waarom moest Jezus sterven? dia 12 – waarom moest Jezus sterven? Maar waarom moet Jezus sterven? Het is prachtig dat hij zo veel van ons houdt dat hij zelfs zijn leven voor ons geeft, maar liefde kan niet het hele antwoord zijn. dia 13 – snelweg Iedereen snapt dat je zuinig moet zijn op je leven. Stel je voor dat iemand rustig een drukke snelweg oversteekt. Hij zet zijn leven op het spel, omdat hij wil laten zien hoe groot zijn liefde is. Dan is het niet mooi, maar dom en onverantwoord. Maar als iemand op de snelweg twee kinderen ziet spelen, en de snelweg op loopt om hen te redden, en probeert auto’s te laten remmen, dan is het een heel ander verhaal. dia 14 – Jezus sterft in onze plaats Je leven geven is pas liefde als anderen daar iets aan hebben. Jezus’ dood is pas een teken van liefde als wij er ook wat aan hebben. En dat is ook zo: Jezus sterft in onze plaats, Jezus sterft om ons te verzoenen met God,
zodat het weer goed is tussen God en ons. Voor de meeste christenen zeg ik daarmee niets nieuws, het klinkt eerder als een cliché. Voor veel mensen die geen christen zijn, is dit juist een van de moeilijkste onderdelen van het christelijk geloof. Waarom moet een onschuldige man sterven? Kan God niet gewoon vergeven zonder bloedvergieten? Dit is toch oneerlijk?! Er zijn zelfs christenen die om deze reden hun geloof opgeven: als het zo moet, dan hoeft het voor mij niet. dia 15 – niet om ons van de duivel los te kopen Waarom is de dood van Jezus nodig? Een gedachte die nog wel eens voorbij komt, is dat Jezus zijn leven geeft om ons vrij te kopen van de duivel. Dat is op zich wel een aantrekkelijke gedachte, want dan zit je niet meer met een goede God die bloed wil zien. Maar in de bijbel kom je deze gedachte nergens tegen. Bovendien geef je de duivel dan te veel eer: alsof hij aan de touwtjes trekt. dia 16 – wel voor onze zonde: God wegduwen De dood van Jezus is niet nodig voor de duivel maar voor God zelf: alleen door de dood van Jezus kan God onze zonden vergeven. Dat heeft alles te maken met wat zonde is. Vaak wordt dat gezien als net zoiets als het overtreden van een verkeersregel. Bij ons in de straat is het betaald parkeren, en daar wordt ook goed op gecontroleerd. Elke dag is het weer raak en krijgt iemand een forse parkeerboete.
Op parkeerwachters wordt vaak flink gemopperd, maar ik ben blij dat ze er zijn, want door hen kan ik tenminste onze auto gewoon voor ons huis parkeren. Maar stel, de parkeerwachter wil iemand vergeven dat hij geen kaartje heeft gekocht. Dan kan hij het gewoon door de vingers zien. Dan hoeft hij er echt niet zelf voor te betalen. God kan dat niet, want zonde gaat veel dieper dan het overtreden van wat regeltjes. Zonde is altijd persoonlijk: in elke zonde die ik doe, raak ik vervreemd van God. Zonde gaat niet om regeltjes maar om God zelf. Door zonde duw ik God zelf van me af. dia 17 – vergeven is kostbaar God kan dat niet, zoals een parkeerwachter, door de vingers zien. Een parkeerwachter wordt niet persoonlijk gekwetst, God wel. Daarom kan God niet ‘gewoon’ vergeven, vergeven is duur. Als iemand jou iets verschrikkelijks heeft aangedaan, kost het heel veel om hem niet te haten, dat kost veel zelfverloochening. Met God is het ook zo: vergeven kost hem veel. God betaalt zelf door Jezus. Alleen zo kun je een relatie met God hebben.
4.Laat je verlossen dia 18 – laat je verlossen van jezelf Ik voel me er altijd wat ongemakkelijk bij dat Jezus in mijn plaats moest sterven. En het liefst wil ik God daarvan de schuld geven: ‘God, waarom moest u toch zo moeilijk doen…’
Maar als ik er over nadenk, kom ik steeds weer bij mijzelf uit. De Joden die Jezus als een held onthalen, zien Jezus als iemand die hen zal verlossen van de Romeinen en hun slechte levensomstandigheden. De wereld om hen heen is het probleem. Jezus’ dood zegt: je moet verlost worden van jezelf, stop met wijzen naar alles om je heen, je bent zelf het probleem. En dat is pas echt een bedreiging! De Farizeeën zijn bang voor hun positie, bang om Jezus boven zich te moeten dulden. Maar de dood van Jezus lost die bedreiging niet op. De bedreiging wordt alleen nog maar groter: kan ik accepteren dat Jezus voor mij moest sterven? Ben ik echt zo ver van God vervreemd geraakt, dat er zo’n groot offer nodig was? Jezus’ dood prikkelt om anders tegen jezelf aan te kijken: ik moet verlost worden van mijzelf. dia 19 – sta stil en kijk naar God Eerlijk gezegd: vaak kijk ik helemaal niet zo tegen mijzelf aan. Ben ik best tevreden over mijzelf en staan zonde en vergeving ver van mij af. Vaak ben ik veel te druk voor zonde en vergeving. Ben ik al lang blij dat ik mijn actiepuntenlijstje heb kunnen afwerken. Om jezelf echt als zondaar te zien, moet je soms ook eens stil staan. En dan niet om diep in jezelf te peuteren of je ergens nog een zonde naar boven te halen.
Je kunt veel beter kijken naar God. Als je met hem omgaat, hem steeds meer leert kennen, zie je ook steeds meer hoe diep het verschil is tussen jou en hem. Deze week is bij uitstek geschikt om die stilte te zoeken. dia 20 – God veroordeelt je niet Dan kun je God ook vragen om vergeving en verlossing. Iedereen die wel eens iets heeft moeten opbiechten, weet hoe eng dat kan zijn. Dat de verleiding groot is om maar te doen alsof er niets aan de hand is. Je kunt bang zijn voor de reactie van de ander. Misschien is hij wel woedend, of nog erger: teleurgesteld. Maar als je bij God komt hoef je niet bang te zijn voor zulke reacties. Hij zegt van tevoren al dat hij je wil vergeven. Hij kijkt het niet door de vingers, hij kijkt naar Jezus. dia 21 – wees kwetsbaar naar elkaar Het laatste wat ik nog wil zeggen: zonde en vergeving gaat niet alleen over God en jou. Het gaat ook over de mensen om je heen. Als je tegenover God kunt toegeven dat je fout bent, kun je dat ook tegenover anderen. Je hoeft je niet beter voor te doen dan je bent. We zijn volgens mij vaak bang om fouten te maken, omdat anderen ons beoordelen. Dat is niet nodig. Wees maar nederig en kwetsbaar, vraag maar vergeving aan elkaar. Laat je verlossen door Jezus,
laat hij je verzoenen met God. Dat is bevrijdend. Amen.
Johannes 11:25-27 - Wat heb ik aan de opstanding? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.Bij deze preek is preekverwerkingsmateriaal beschikbaar:
Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: Psalm 16 : 1, 3 en 5 Stil gebed Votum en groet Zingen: Opwekking 614 Lezen wet Zingen: GKB Gezang 90 : 1 en 2 Gebed Kinderen naar club Lezen: Johannes 11 : 17 – 44 Zingen: Psalm 29 : 2 en 4 Preek over Johannes 11 : 25 – 27 Zingen: LvK Lied 217 : 1, 3 en 4 Kinderen terug Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 111 Zegen
Preek: Wat heb ik aan de opstanding Inleiding dia 1 – gebarentaal
Op internet kwam ik deze week een filmpje tegen over een vrouw die nooit heeft kunnen horen. Ze heeft nog nooit een stem gehoord, heeft nooit gewoon met haar ouders of vriendinnen kunnen praten. Ik kan me er geen voorstelling bij maken. Wat moet dat eenzaam zijn. Iedereen om je heen praat met elkaar, en jij hebt geen flauw idee wat mensen zeggen. Als mensen iets tegen jou willen zeggen, moeten ze schrijven of gebarentaal leren. Deze vrouw, Joanne heet ze, is op een of andere manier in contact gekomen met een arts. Deze arts vertelde haar over een nieuwe behandelmethode, waardoor ze misschien wel weer zou kunnen horen. Ik heb geen idee hoe haar reactie daarop was. Ik weet wel wat mijn eigen reactie zou zijn: eerst zien, dan geloven. Of in dit geval: eerst horen, dan geloven. Als je nooit hebt kunnen horen, als je geen idee hebt wat geluid is, volgens mij durf je dan nog niet eens te hopen dat de behandeling lukt. Je weet niet eens waar het over gaat. Je weet dat mensen om je heen blij zijn dat ze kunnen horen. Dat ze daardoor met elkaar kunnen praten en kunnen genieten van muziek, maar daar kun je je geen voorstelling bij maken. Voor jou is horen iets vaags. ‘Het zal wel.’ Daar komt nog bij dat er al zo veel geprobeerd is, allerlei pogingen om je te laten horen, en steeds is het niet gelukt. Waarom zou het dan nu wel lukken, en niet de zoveelste teleurstelling in het rijtje zijn. Het is gewoon te mooi om waar te zijn. dia 2 – Joanne Toch heeft Joanne zich laten behandelen. En dit keer met succes. Op de foto zie je hoe ze reageert. Ze hoort! Ze hoort stemmen, ze hoort deuren kraken,
ze hoort bladeren ritselen in de bomen, ze hoort muziek, ze hoort zelfs stilte. Er gaat een wereld voor haar open. Onvoorstelbaar! Vaag en ver dia 3 – vaag en ver Onvoorstelbaar, dat vinden Marta en Maria ook van dat Lazarus uit de dood zal opstaan. De opstanding uit de dood, dat is voor hen heel vaag en heel ver weg. Op dit moment hebben ze diep verdriet om het verlies van hun broer, Lazarus. dia 4 – Jezus is te laat Vorige week hebben we al stilgestaan bij de dood van Lazarus. Lazarus en zijn zussen, Marta en Maria, zijn goed bevriend met Jezus. Lazarus wordt ziek. De ziekte gaat maar niet over. Marta en Maria slepen hun broer mee naar artsen, maar ook die kunnen niets doen. Ten einde raad sturen ze een bericht naar Jezus: ‘alstublieft, kom snel, u kunt ons helpen.’ Maar Jezus wacht, twee volle dagen. Pas als Lazarus al gestorven is, gaat hij naar Betanië, het dorp waar Lazarus en zijn zussen woonden. Jezus is te laat. Hij heeft zijn vriend niet genezen. Hij heeft niet eens afscheid kunnen nemen. Lazarus is al 4 dagen dood. Marta en Maria hadden gehoopt dat Jezus iets zou doen, en ze snappen niet waarom Jezus niet direct kwam. Met elkaar hebben ze het erover: ‘was Jezus er maar bijgeweest.’ En als Jezus dan eindelijk toch komt opdagen, zeggen ze het ook tegen hem: ‘al u er was geweest, was Lazarus niet gestorven, Jezus, u bent te laat.’ dia 5 – troosten met opstanding? Er is een lege plaats, Lazarus is er niet meer. De laatste hoop op een wonder is vervlogen, nu is er alleen nog verdriet.
Verdriet om het gemis van een broer en vriend. Er wordt gehuild, er wordt geschreeuwd. Ook Jezus krijgt het te kwaad: hij huilt en is boos op de macht van de dood. Lazarus genezen kan niet meer. Het enige dat nog kan is troosten. En gelukkig zijn er veel mensen om Marta en Maria te troosten. Ze slaan een arm om hun schouders. Ze huilen mee. En ze proberen een bemoediging te geven: ‘op een dag zal Lazarus weer opstaan uit de dood.’ Er is hoop. Veel Joden in die tijd, zoals Marta en Maria, geloven dat de dood niet het einde is. Ooit, op de laatste dag, zullen de doden weer opstaan. Maar het bemoedigt Marta en Maria niet echt. Die opstanding is zo vaag en zo ver weg. Een theorie die voor nu nauwelijks betekenis heeft. Opstanding, het zal wel… Zoals Joanne, die dove vrouw, zich niets bij geluid kon voorstellen. En dan begint Jezus ook nog. Hij troost Marta en zegt: ‘je broer zal uit de dood opstaan.’ Ja, dat heeft Marta al zo vaak gehoord. Ze probeert zichzelf er ook mee te troosten. dia 6 – wat heb je daar aan? De gedachte dat de dood niet het einde is, kan ons ook troost geven. Ooit zul je elkaar weer zien. Het is tenminste nog iets om aan vast te klampen. Maar het is zo ver weg, zo onvoorstelbaar, wat heb je aan de opstanding midden in je verdriet? Is dat vooruitzicht wel genoeg? Jezus is de opstanding dia 7 – Jezus is de opstanding Volgens Jezus niet! Als hij het over de opstanding heeft, dan heeft hij het niet over een vage theorie voor een verre toekomst. Jezus heeft het dan over zichzelf: hij is de opstanding. Voor Marta verandert dat alles.
Wat betekent die uitspraak van Jezus, ‘ik ben de opstanding en het leven’? Hoe langer je er naar kijkt, hoe meer je er in kunt ontdekken. Ik wil er nu graag twee dingen uit halen: De vage theorie wordt een persoon, en de verre toekomst wordt vandaag. dia 8 – vage theorie wordt persoon Marta geloofde in een opstanding, maar dat blijft wel een vage theorie. Niet iedereen was het er ook over eens. De twee belangrijkste groepen, de Farizeeën en de Saduceeën, verschilden juist over de opstanding van mening. De Farizeeën hebben veel studie gemaakt van wat de bijbel, wat nu het Oude Testament is, zegt over het leven na de dood. Dat is niet zo veel, maar een paar bijbelgedeelten maken duidelijk dat er een opstanding is. Ook de Saduceeën hebben studie gemaakt van dat onderwerp, en zijn tot een andere conclusie gekomen: er is geen opstanding. Het onderwerp leeft, toen, maar ook nu: wat er na de dood gebeurt, is misschien wel de grootste vraag die mensen hebben. Elke godsdienst houdt zich met die vraag bezig. Er worden heel wat theorieën over het leven na de dood opgezet. Maar theorieën blijven op afstand. Met je verstand kun je er wel in geloven, maar je kunt je er geen voorstelling bij maken, en je er al helemaal niet aan overgeven. Jezus zegt: ik ben de opstanding. Wat voor Marta een vage theorie was, wordt opeens een persoon. Ze staat oog in oog met haar hoop. Dat maakt nogal verschil! Het is hetzelfde verschil als dat je wel kunt geloven in liefde, dat je liefde als een mooi ideaal ziet, waar we als mensen veel meer van zouden moeten hebben, of dat iemand tegen je zegt ‘ik houd van jou’. Dan is liefde niet meer iets om over na te denken, maar persoonlijk. Zo persoonlijk maakt Jezus de opstanding. Dat geeft Marta zekerheid, moed en vertrouwen. De opstanding bestaat echt, en ik ken hem! dia 9 – verre toekomst wordt vandaag Het andere is dat de opstanding voor Marta iets voor een verre toekomst was. Jezus verandert dat ook.
Hij zegt dat ieder die leeft en in hem gelooft nooit zal sterven. Het leven van de opstanding is geen verre toekomst maar vandaag! Als je Jezus hebt, zul je niet sterven. Vreemd… Ik ken genoeg mensen die Jezus hadden en toch zijn gestorven. Blijkbaar bedoelt Jezus het anders. En een paar hoofdstukken verder, in Johannes 17, wordt dat nog iets duidelijker. Daar zegt Jezus: ‘het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus.’ Eeuwig leven, het leven van de opstanding, dat is God kennen. Als je God kent, als je met Jezus leeft, dan is het eeuwige leven al bezig. Het gaat bij Jezus niet om het leven voor en na de dood, alsof dat het grote moment is van het leven, maar om het leven zonder of met hem. Wij zijn vaak bang om dit leven te verliezen, en Jezus zegt ook niet dat de dood niet heftig is. Maar het leven met Jezus gaat door, daar kan de dood niet tussen komen. Als je met Jezus wilt leven, begint eeuwig leven vandaag. En de dood dan? dia 10 – en de dood dan? Maar nu weer even met beide benen op de grond. Leven gaat niet om ademhalen maar om Jezus. Ondertussen gaan er wel mensen dood. Doet dat er dan helemaal niet toe? Jawel. Marta is onder de indruk van Jezus woorden, de opstanding is voor haar echt geworden. Maar het wordt nog veel echter. Als Jezus ziet wat de dood aanricht, wordt hij boos. En dan geeft hij Lazarus zijn leven terug! Lazarus mag weer ademhalen. Marta en Maria kunnen hem weer omhelzen. dia 11 – ook het lichamelijke leven telt
Maar waarom wordt Lazarus opgewekt, en liggen er nu toch zo veel mensen op de begraafplaats, die allemaal geliefden hebben achtergelaten? Wat hebben aan de opstanding van Lazarus, zo’n 2000 jaar geleden? Je zou het kunnen zien als een krachtig teken dat Jezus inderdaad de macht heeft over de dood. Als een soort bewijs van wat Jezus heeft gezegd, zodat we hem kunnen geloven. Maar het is meer. Jezus laat zien dat het echte leven niet alleen maar een geestelijk leven is. Echt leven is leven met een lichaam. Later is Lazarus weer gestorven. Jezus is nog niet klaar met Lazarus’ opstanding, het is nog maar het halve werk. De opstanding van Lazarus, maar ook wonderbaarlijke genezingen, zijn krachtige tekens dat Jezus het leven geeft, maar het is niet het einddoel. Dat zie je bij Jezus zelf. dia 12 – Jezus’ opstanding is niet tijdelijk Een paar weken later stierf Jezus. Maar Jezus’ dood kan het leven niet afpakken. Ook hij staat op uit de dood. Hij heeft niet iemand nodig die hem opwekte, hij staat zelf op. Lazarus moet uit de doeken bevrijd worden. Jezus stapt er uit alsof ze er niet zijn. Lazarus wordt nog vaker ziek en moet gewoon eten. Jezus niet, hij kan zelfs door muren heen lopen. Jezus is daarna niet meer gestorven, hij is in een wolk vertrokken. dia 13 – roest Een voorbeeld. Veel dingen worden langzaam minder goed. En het voorbeeld dat ik het beste ken, sorry voor mijn afwijking, zijn auto’s. Als auto’s ouder worden, gaan ze bijvoorbeeld roesten. Dat kun je proberen te voorkomen, door er allerlei dingen op te smeren, maak vaak valt er niet aan te ontkomen. Gisteren heb ik nog een deel van de auto opnieuw in de verf gezet, maar ik zag direct al weer andere stukken die ook eens aangepakt moeten worden. Je moet er steeds opnieuw mee bezig. Het is nooit af.
dia 14 – leven zoals Jezus De opstanding van Jezus is dat wel, dat is het echte werk. Zo’n leven belooft Jezus aan iedereen die hem volgt. Lazarus’ opstanding is maar tijdelijk, die van Jezus niet. Bij Jezus is het geen cirkel van leven en sterven en leven en sterven. Het is alleen maar leven. Geloof en leef dia 15 – geloof en leef Jezus is de opstanding en het leven. Daarom is de opstanding geen vage theorie en een verre toekomst. Maar zo kan het nog steeds wel voelen. Dat je denkt: ‘het klinkt wel mooi, daar wil ik ook wel in geloven, met mijn verstand doe ik dat ook wel, maar het voelt nog steeds vaag en ver weg. Ik kan hier niets mee.’ dia 16 – het gaat om Jezus Jezus vraagt aan Marta: ‘geloof je het? Geloof je dat ik de opstanding en het leven ben?’ En dan is nogal een vraag, zeker op dat moment. Haar broer Lazarus is 4 dagen geleden overleden, Jezus had dat kunnen voorkomen, en dan durft Jezus te vragen: ‘geloof je dat wie in mij gelooft nooit zal sterven?’ Marta heeft toch net meegemaakt dat Lazarus is gestorven? Maar ze gelooft. Haar antwoord is een geweldig antwoord, dat laat zien dat ze het echt heeft begrepen. Ze zegt niet: ‘ik geloof dat u Lazarus zult opwekken.’ Het gaat niet om wat Jezus doet, maar om wie hij is. En dat antwoordt Marta: ‘u bent de messias, de Zoon van God, die naar de wereld zou komen.’ Zelfs al is Lazarus nog niet opgestaan als Marta dit zegt, toch gelooft ze, vertrouwt ze Jezus, is de opstanding voor haar dichtbij gekomen. dia 17 – laat Jezus geen theorie zijn maar een persoon Hoe kan de opstanding ook voor ons dichtbij komen? Dat kun je alleen vinden in een relatie met Jezus. Als het in de bijbel gaat over God kennen, gaat het niet alleen over weten wie hij is, maar ook over een relatie met hem.
Wil je dat de opstanding dichtbij komt? Laat Jezus dan geen theorie zijn, maar een persoon met wie je een relatie hebt. Investeer in die relatie. Je kunt niet zeggen: ‘nu weet ik wel hoe het zit, ik heb het niet nodig om steeds met mijn geloof bezig te zijn.’ Dan is je geloof een theorie, in plaats van een relatie. Een relatie met Jezus is heel anders. Dan wil je hem steeds meer leren kennen, met hem omgaan en voor hem leven. Dan wil je verder groeien. Zo’n relatie betekent niet dat je Jezus altijd voelt, net zoals in een gewone relatie het gevoel ook wel eens weg is. Maar het betekent wel dat je volhoudt, en hem blijft zoeken. In het Nederlands Dagblad stond deze week een aangrijpend verhaal over Gerald Knoll. Drie jaar geleden is zijn zoontje Melvin verongelukt. Gerald vertelt over zijn leven daarvoor. Een fijn gezin, mooie baan, druk met hobby’s. Maar hij vertelt ook dat hij het verlossingswerk van Jezus nooit echt scherp heeft gekregen. De dood van Melvin veranderde alles. Gerald is op zoek gegaan naar God. De theorie werd persoonlijk. Het heeft hem veel dichter bij God gebracht. Nee, hij gunt niemand de weg die hij moest gaan, maar wel zijn ontdekking van Christus. Laat de opstanding geen theorie voor je zijn, maar heb een relatie met Jezus. Dan leef je. Amen.
Johannes 11:4 - Is er meer dan de dood? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.
Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: GKB Gezang 89 : 1 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 95 : 1 en 3 Lezen wet Zingen: Psalm 130 : 2 en 4 Gebed Kinderen naar club Lezen: Johannes 11 : 1 – 16 Zingen: GKB Gezang 166 : 1 en 4 Preek over Johannes 11 : 4 Zingen: Opwekking 575 Kinderen terug Avondmaal Lezen formulier 3 Zingen: Aan uw tafel (Sela) Viering Zingen: LvK Lied 14 : 4 en 5 Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 99 : 1 en 3 Zegen
Preek: Er is meer dan de dood Inleiding dia 1 – Bach Hebben we hier liefhebbers van Bach? Voor wie hem niet kennen: Johannes Sebastian Bach is een van de grootste componisten aller tijden. Hij schreef in de 18e eeuw allerlei muziek, voor het orgel, de klavecimbel, een voorloper van de piano, en voor orkesten. Zijn muziek is nog altijd bekend. Als je de muziek van Bach kent, kom je het overal tegen. Heb ik me laten vertellen, want zelf heb ik weinig verstand van klassieke muziek… Om zijn muziek te luisteren kun je naar concerten. Ook in de kerk komt Bach voorbij, op het orgel, al zou ik niet weten of de organist vanochtend Bach heeft gespeeld… Maar ook op de televisie hoor je regelmatig melodieën van Bach. Je moet het alleen weten.
dia 2 – station Overvecht Er is nog een andere plaats waar je Bach kunt luisteren. Treinstation Utrecht Overvecht. Tenminste, in ieder geval een paar jaar geleden, toen het in het nieuws was. Ik kon nergens vinden of het nog steeds gebeurt. Hoe dan ook, op dat station klinkt muziek van Bach uit de luidsprekers. Maar niet omdat mensen daar zo van genieten. De liefhebbers zullen het wel een belediging vinden, maar de muziek wordt daar gebruikt als een soort vogelverschrikker. Op het station was veel overlast van hangjongeren, en die worden verjaagd met klassieke muziek. ’s Avonds rond negen uur gaat de muziek aan. De gedachte is dat hangjongeren niet graag naar Bach luisteren, zij hebben hun eigen muziek, en dat ze daarom maar een andere plek opzoeken. Of het werkt, weet ik niet, maar de theorie is in ieder geval dat deze jongeren ver uit de buurt willen blijven van de muziek van Bach. Wat waarschuwingen en verboden-toegang-bordjes niet voor elkaar krijgen, zou Bach wel moeten lukken. dia 3 – er is meer dan de dood Niet iedereen ontwijkt Bach. Iedereen heeft eigen dingen die je liever uit de weg loopt. Maar er is één ding dat iedereen probeert te vermijden: de dood. Over dat vermijden van de dood gaat het vanmorgen. Jezus ontwijkt de dood niet. Want Gods eer is groter dan de dood. Er is meer dan de dood. dia 4 – De dood vermijden Bang zijn voor de dood, dat zit er bij ons diep in. Het liefst willen we de dood vermijden. Maar kan dat? Stomme vraag misschien: je kunt de dood niet vermijden zoals je van station Utrecht Overvecht weg kunt blijven. Maar we komen best een eind! dia 5 – door uitstellen en ontkennen Tegenwoordig leven we veel langer dan een paar honderd jaar geleden. Door allerlei uitvindingen kunnen we de dood uitstellen. Neem bijvoorbeeld de uitvinding van de wc of van antibiotica. Die hebben miljoenen levens verlengd.
De dood kun je vermijden door er gewoon niet over na te denken. Kijk maar eens op de televisie naar een reclameblokje. Je ziet bijna alleen maar jonge mensen. Want iedereen wil jong blijven, doen alsof de dood helemaal niet bestaat. Hoe ouder je wordt, hoe dichterbij de dood komt. Dus moet je zorgen dat je jong blijft. dia 6 – mensen om Jezus vermijden de dood ook De mensen rondom Jezus willen de dood ook vermijden. Marta en Maria bijvoorbeeld, twee zussen uit Betanië. Hun broer, Lazarus, is ernstig ziek. Ze hebben alle artsen bezocht, maar er was niemand die Lazarus kon genezen. Ten einde raad sturen Marta en Maria een bericht naar Jezus: ‘Jezus, kom toch alstublieft snel! Uw vriend, onze broer Lazarus, is erg ziek. Als u niet komt zal hij vast sterven.’ Marta en Maria zijn bang voor Lazarus’ dood. De leerlingen van Jezus zijn ook bang voor de dood. Niet voor de dood van Lazarus, maar voor de dood van Jezus! De Joodse leiders hadden al eens een poging gedaan om Jezus op te pakken, maar gelukkig was Jezus ontsnapt. Jezus moet zich even gedeisd houden, zich niet laten zien in Betanië, want dat ligt veel te dicht bij Jeruzalem. Jezus lijkt dat te begrijpen, hij blijft waar hij is. Maar tot verbijstering van de leerlingen wil Jezus twee dagen later opeens wel weg! Nou, dat zullen ze wel even uit Jezus’ hoofd praten. Weet Jezus wel hoe gevaarlijk het daar voor hem is? Het is spelen met je leven om nu daarheen te gaan. Maar Jezus laat zich niet overhalen. Hij wil naar Betanië. Hij zegt dat Lazarus is ingeslapen en dat hij hem wakker gaat maken. Dat was in die tijd een hele gewone manier om te zeggen dat iemand overleden was. Maar de leerlingen willen het niet horen. ‘Lazarus slaapt gewoon, nou, dan hoeven we ook niet naar hem toe, die zal vanzelf wel weer wakker worden.’ Ze proberen alles om te voorkomen dat Jezus in de problemen komt, ze willen de dood vermijden. dia 7 – Gods eer is groter dan de dood
Jezus denkt daar anders over. De dood hoeft niet koste wat kost voorkomen te worden. Jezus kijkt heel anders tegen de dood aan. Wij maken de dood vaak heel belangrijk, en dat is heel begrijpelijk, want de dood is ingrijpend, maar Jezus wil daar niet in meegaan. Gods eer is veel groter dan de dood. dia 8 – Jezus trekt zich niets aan van de dood Jezus hoort het bericht van Marta en Maria, en doet er niets mee. Het lijkt wel alsof het hem koud laat. Hij had Lazarus best kunnen genezen, dat had hij zelfs op afstand kunnen doen, maar Jezus vindt het niet nodig. Hij wacht rustig tot Lazarus gestorven is. En dan, als het al te laat is, vindt hij het opeens wel nodig om naar Betanië te gaan. Brengt hij ook nog eens zijn eigen leven in gevaar. dia 9 – Gods eer en geloof van mensen Jezus is niet bang voor de dood. Niet bang voor de dood van Lazarus. Want er zijn belangrijkere dingen dan de dood. Jezus noemt er twee: in vers 4 zegt hij dat de ziekte van Lazarus uitloopt op de eer van God, en in vers 15 zegt hij dat door de dood van Lazarus de leerlingen tot geloof kunnen komen. De dood van Lazarus heeft een doel. Jezus zegt al dat hij Lazarus weer wakker zal maken, volgende week staan we daar bij stil. Daardoor krijgt God de eer en komen mensen tot geloof. dia 10 – Jezus’ dood geeft God eer Die woorden van Jezus kun je ook al naar zijn eigen dood trekken. Het is nu nog niet zo ver, Jezus weet dat zijn tijd nog niet gekomen is, maar hij weet wel dat hij zal sterven. Sterker nog: dat hij Lazarus weer levend maakt, is de directe aanleiding dat de Joden hem willen doden. Maar zijn dood hoeft niet voorkomen te worden. Nog veel meer dan bij de dood van Lazarus, is Jezus’ dood een dood waardoor God de eer krijgt en mensen geloven. Zonder Jezus’ dood zou er helemaal geen christelijk geloof zijn.
Zonder Jezus’ dood zouden we hem helemaal niet eren. Zouden we straks zijn maaltijd niet vieren, omdat er niets te vieren was. Gods eer is groter dan de dood. De dood van Lazarus, en de dood van Jezus nog meer, ze passen in Gods plan. God gebruikt de dood voor iets beters: zijn eer. De dood is ook maar relatief. dia 11 – De dood relativeren? Maar kun je de dood in je eigen leven ook relativeren? Lazarus’ dood was bijzonder, Jezus’ dood was bijzonder, God had er een bijzonder plan mee. Maar zelf sterven, dat is nog wel even iets anders! Er is meer dan de dood, ook voor ons. Met de dood is het niet afgelopen, God is groter. Volgende week staan we daar uitgebreider bij stil. Maar hoe kun je van je angst voor de dood afkomen? dia 12 – zwemles Ik denk dat angst vaak te maken heeft met dat je iets nog niet kent. Een voorbeeldje. Toen ik vroeger op zwemles zat, durfde ik niet in het water te springen. Zwemmen ging best aardig, maar ik durfde alleen via het trappetje het water in. Natuurlijk probeerde de badmeester mij om te praten, zodat ik ook het water zou springen. Eerst dacht ik ‘laat maar kletsen, ik durf echt niet.’ Maar dan zou ik nooit mijn zwemdiploma krijgen. Dus met een bonkend hart ben ik in het water gesprongen. En het was leuk! Volgens mij ben ik direct nog vijf keer in het water gesprongen. Ik was bang omdat ik niet wist hoe het was om te springen, en toen ik eenmaal wist, was ik niet bang meer. dia 13 – angst voor het onbekende van de dood Daar vergelijk ik de dood ook maar mee. Niemand kan ons vertellen hoe het is om dood te gaan en wat er dan allemaal met je gebeurt. Zelfs Lazarus, die het wel heeft meegemaakt, heeft er daarna niets aan ons over verteld.
De dood is voor ons totaal onbekend, we kennen de andere kant van de dood niet. Dat maakt de dood zo eng, daarom kunnen we de dood zo moeilijk relativeren. We moeten Jezus op zijn woord geloven dat er meer is dan de dood. dia 14 – Jezus is ons voorgegaan Nee, dat zeg ik niet helemaal goed. Want Jezus liet het niet bij woorden. Jezus is ons voorgegaan. Hij wist dat zijn eigen dood niet het einde was. In dat vertrouwen gaf hij zijn leven. Dat vieren we zo bij zijn maaltijd. dia 15 – Laat de dood niet heersen Ik zeg niet dat het makkelijk is om de dood te relativeren. Ook als je erop vertrouwt dat er meer is dan de dood, kan de dood je behoorlijk bang maken. Zelfs Jezus was er bang voor. Maar laat de dood niet heersen in je leven! De dood hoeft niet koste wat kost voorkomen te worden. Lazarus’ dood niet, Jezus’ dood niet. En ook onze dood niet! Tomas is de eerste van de leerlingen die dat zegt. ‘Laten ook wij maar gaan, om met hem te sterven.’ Het klinkt behoorlijk cynisch, Tomas heeft er geen vertrouwen in. Het is dwaas om te gaan, dat is vragen om de dood. Maar toe maar, als Jezus niet tegen te houden is… De uitspraak van Tomas klinkt meer alsof hij levensmoe is dan dat hij echt op Jezus vertrouwt. Maar onbedoeld slaat hij de spijker op zijn kop. dia 16 – door uitstel van de dood Laat je leven niet beheersen door de dood. Niet door uitstel van de dood. Het is prachtig dat we door bijvoorbeeld de uitvinding van de wc veel langer kunnen leven dan mensen vroeger leefden. Zulke uitvindingen, en ook medische mogelijkheden, mogen we dankbaar gebruiken. Maar accepteer ook dat het leven niet eindeloos te rekken is. Eeuwig leven komt niet van de wetenschap maar van God.
Juist christenen hoeven niet altijd door te gaan met het behandelen van ernstige ziekten, omdat er nog een zeer kleine kans op een langer leven is. Mag iemand ook gewoon sterven? dia 17 – door alles uit je leven te moeten halen Laat je leven niet beheersen door de dood. Dat doe je ook als je alles uit het leven moet halen wat er in zit. Je leeft maar één keer, daar moet je gebruik van maken. Daarom moet je veel vrienden maken, een wereldreis maken, een goede studie doen zodat je een goede baan krijgt, jezelf ontplooien tot je alles er uit haalt wat er in zit, geld verdienen voor een groot huis met een prachtig uitzicht, en ga zo maar door. Je moet heel veel, en dat maakt je heel moe. Laat je niet beheersen door de dood. dia 18 – laat je leiden door Gods eer Jezus zet er iets tegenover: laat je leiden door Gods eer. Het leven is relatief, er is meer dan de dood, het gaat om God. Vraag jezelf steeds af: hoe geef ik God de eer met mijn leven. Misschien moet je er wat ambities voor opgeven, misschien moet je er zelfs je leven voor opgeven. Kom tot geloof dat er meer is dan de dood. Geef Jezus de eer. Amen.