jeugdzorg werk en inkomen ambulante zorg spoedeisende samen zorg gesloten jeugdzorg Wmo opvoedondersteuning cjg jeugd dagbehandeling reclassering De Decentralisaties in Bellingwedde verkenning, verdieping, verandering ambulante zorg kracht spoedeisende jeugdzorg werk en inkomen ambulante zorg spoedeisende zorg gesloten samen begeleiding ouderen gehandicapten, arbeidsongeschiktheid werk inkomen inkomensondersteuning multi problem arbeidsongeschiktheid overlappende voorzieningen integrale benadering dichtbij wat kan verder weg wat moet december 2013
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Inhoudsopgave Inleiding 1. Decentralisatie Jeugdzorg 2. Decentralisatie Begeleiding (AWBZ) 3. Decentralisatie Werk & Inkomen (Participatiewet) 4. Decentralisaties Integraal 5. Begrippen en afkortingen
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
1
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Inleiding Deze notitie Deze notitie is ontwikkeld om de gemeenteraad van Bellingwedde te informeren over de drie decentralisaties in het sociaal domein: jeugdzorg, langdurige zorg en participatie. Het is een uniek document omdat Bellingwedde als eerste in de provincie Groningen de beschikbare cijfers vanuit allerlei betrokken instanties heeft weten te koppelen aan de door het Rijk beoogde budgetten. De stand van zaken ultimo 2013 geeft een beeld hoe de decentralisaties vanuit het rijk gestalte krijgen op lokale schaal. Het schetst de omvang, de ‘impact’ op lokaal (sociaal) beleid en uitvoeringspraktijk en het geeft kaders waarbinnen de gemeente ruimte krijgt en kansen heeft om de nieuwe taken gestalte te geven. Juist door cijfers, budgetten, huidige regelingen en toekomstige taken aan elkaar te koppelen, hebben de decentralisaties voor het eerst een gezicht gekregen. Deze notitie kan geen specifieke antwoorden en oplossingen geven voor de decentralisaties, daarvoor is – ook slechts één jaar voor de invoering – nog teveel onduidelijk. Afzonderlijke beleidsplannen en maatregelen zullen, waar nodig en gewenst, separaat aan college en raad worden aangeboden ter vaststelling. Gekozen is voor een vaste vorm in deze notitie. Aan iedere decentralisatie wijden we een hoofdstuk met een herkenbare indeling: Verkenning: wat is de opgave en wat komt er op ons af? Verdieping: wat is de (lokale) omvang en wat zijn de kosten, budgetten en knelpunten? Verandering: wat zijn de mogelijkheden en waar wordt al aan gewerkt? Vervolgens worden de drie transities op elkaar gelegd, om te zien waar samenhang aanwezig is. Zoals we in de deze notitie zullen zien komt het vaak voor dat huishoudens verschillende hulpvragen hebben, waardoor ze vanuit verschillende (gemeentelijke) regelingen worden ondersteund. Door de drie transities integraal te bekijken wordt de complexiteit zichtbaar en kunnen we bepalen hoeveel regelingen per huishouden van toepassing zijn. Dat helpt enerzijds om te begrijpen hoe (groot) de problematiek in sommige opzichten is, maar het biedt ook handvatten om effectief beleid te maken. Deze notitie kan ook als onderlegger worden beschouwd voor het ontwikkelen van beleid, uitvoeringspraktijk en maatregelen. Waar mogelijk sluit de notitie aan op ander integraal beleid in de gemeente en regio. Uitgangspunten in bijvoorbeeld het Lokaal Woon- en Leefbaarheidsplan en de Woonvisie hebben we zoveel mogelijk meegenomen. Dat betekent dat we nadrukkelijk hebben gekeken naar de mogelijkheden voor lokale uitvoering van taken in de zorg, dat meedoen en participeren een vanzelfsprekendheid is en dat we de kleinschaligheid beschouwen als kracht van deze gemeente.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
2
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Nieuwe taken in het sociaal domein Gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor de nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg, langdurige (chronische) ondersteuning en participatie. De centrale gedachte van het rijk is dat gemeenten beter in staat zijn om deze taken effectiever, efficiënter en daardoor goedkoper uit te voeren dan dat het rijk het kan. Om al deze gedecentraliseerde regelingen uit te voeren krijgen gemeenten van het rijk 16 miljard euro. Tegelijkertijd boekt het rijk op het sociaal domein een besparing van bijna 5 miljard in. Voor een deel zijn dat ‘gewone’ bezuinigingen (bijv. Wmo 40%, AWBZ 25%)1 en voor een deel bestaat de besparing uit zogenaamde ‘efficiency-korting’ (bijv. Jeugdzorg, Wajong), de veronderstelde voordelen die gemeenten zouden moeten behalen door de taken integraal uit te voeren.
1
Voor afkortingen en begrippen, zie pagina 30
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
3
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
1 Transitie Jeugdzorg 1.1
Verkenning
Vanaf 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle zorg voor minderjarigen. Naast opvoedondersteuning (GGD en CJG) zijn dat (gesloten) jeugdzorg, zorg voor licht verstandelijk beperkten, jeugdbescherming en reclassering. Voor gemeenten is 2014 een invoeringsjaar. Het plan was om eind 2013 de parlementaire behandeling af te ronden, maar er is nog veel onduidelijk en er vindt nog veel discussie plaats over de verdeling van de budgetten over de regio’s.
AWBZ J-LVG en PGB Voor J-LVG/JGGZ
OUD
NIEUW
Rijk
Rijk
Zorgverzekeringswet J-GGZ
Gesloten jeugdzorg
AWBZ
Zorgverzekeringswet Gemeenten
Provincie/stadsregio Wet op de jeugdzorg Ambulante zorg, dagbehandeling, open residentiële zorg, pleegzorg, spoedeisende zorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering, gesloten jeugdzorg Gemeenten Wmo, Wpg, Wet op de jeugdzorg (CJG) Jeugdgezondheidszorg, opvoed- en opgroeiondersteuning, licht ambulant
Wet PG: jeugdgezondheidszorg voor ieder kind Concept jeugdwet: een voorzieningenplicht waar nodig Opvoed- en opgroeiondersteuning Begeleiding Ambulante zorg 12- en 24 uurszorg Spoedeisende zorg Gesloten jeugdzorg Jeugdbescherming & Jeugdreclassering
Het huidige stelsel van jeugdzorg is sterk versnipperd doordat het is verdeeld over verschillende sectoren met verschillende wetten, regels, financieringsstromen, indiceringen en zorgniveaus. Dit blijkt niet goed te werken en is veel te duur. Kinderen krijgen niet altijd de hulp die ze moeten krijgen, soms is de hulp te laat, te duur of te specialistisch. Bovendien is er weinig samenhang tussen hulpvormen in gezinnen met meer problemen. Als gezinnen in zorg zijn gekomen, is de regie problematisch. Eén van de doelen van de decentralisatie jeugdzorg is om het gebruik van de dure tweedelijns zorg terug te dringen (kostenreductie). Dit kan echter alleen met een goed aanbod van laagdrempelige eerstelijns ondersteuning. De jeugdzorg moet dus beter gaan aansluiten bij de reguliere ondersteuning door de huisarts, de school en bijvoorbeeld de politie vanuit het Veiligheidshuis.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
4
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering Alle hulp is ambulant, tenzij opname onvermijdelijk is. Uitgangspunt is ‘lokaal wat kan, regionaal wat moet’. Bureau Jeugdzorg indiceert nu het merendeel van de jeugdzorg en ziet toe op de juiste toepassing van diagnose en behandeling. Dat wil het rijk veranderen. Per 1 januari 2015 gaat Bureau Jeugdzorg verdwijnen. De taken die daar belegd zijn (indicatiestelling, casemanagement, algemeen meldpunt kindermishandeling (AMK), jeugdbescherming en jeugdreclassering) zullen grotendeels worden overgeheveld naar een centrale (provinciale) uitvoeringsorganisatie. Het AMK en het Steunpunt Huiselijk Geweld worden samengevoegd tot het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK). De provincies Groningen, Fryslân en Drenthe onderzoeken samenwerkingsmogelijkheden voor de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
1.2
Verdieping
Leeftijd
AWBZ ZVW
BJZ
Totaal
0-3
2
2
7
295
4-11
20
58
28
688
12-17
29
53
29
580
18-22
14
26
8
406
Eindtotaal
65
139
72
1969
Figuur 1.1 Jeugd gemeente Bellingwedde betrokken bij jeugdzorg in 2013 (bron: Zorgkantoor en BJZ) Van de 72 cliënten van Bureau Jeugdzorg (BJZ) krijgen 59 jeugdigen flexibele (ambulante) jeugdzorg, 13 jeugdigen met een gerechtelijke uitspraak krijgen hoogspecialistische jeugdzorg die wordt ingekocht op provinciaal niveau. Van de 13 jongeren met een gerechtelijke uitspraak vallen er 6 onder een ondertoezichtstelling, 3 onder jeugdreclassering en 4 hebben een voogdijregeling. In Bellingwedde maakt 3,6 % van de jeugd gebruik van provinciaal gefinancierde jeugd en opvoedhulp via Bureau Jeugdzorg (zie ook bijlage 2). De 65 jeugdigen die nu vanuit de AWBZ worden gefinancierd, vallen vanaf in 2015 ook onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit zijn veelal jeugdigen met een zintuiglijke, lichamelijke of verstandelijke beperkingen/of een psychiatrische aandoening. Bellingwedde staat in de ‘top 10’ van gemeenten met het hoogste percentage jeugd met een handicap: 3,3%i. Zeven van de tien gemeenten met het hoogste percentage kinderen met een handicap liggen in de provincie Groningen. Dit verklaart de hoge AWBZ consumptie onder jongeren in de provincie Groningen. Bekend is dat de zorgvraag van met name mensen met verstandelijke beperkingen in de loop van het leven toeneemt.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
5
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering Er zijn 139 jeugdigen die vanuit de Zorgverzekeringswet (ZWV) vaak specialistische geestelijke gezondheidszorg ontvangen, dat is 7% van de jeugdigen. Deze zorg wordt nu nog gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet, maar moet straks door de gemeente worden betaald. De GGZ wordt de komende jaren zoveel mogelijk van de tweede lijn overgeheveld naar de eerste lijn (huisartsen, praktijkondersteuners huisartsen met een GGZ-aantekening (POH-GGZ) en eerstelijns psychologen). De complexere geestelijke gezondheidszorg wordt landelijk of provinciaal gecontracteerd.
Regionale situatie en aanpak De 23 Groninger gemeenten hebben in VGG-verband vóór 31 oktober 2013 een Regionaal Transitie Arrangement (RTA) vastgesteld. Een dergelijk arrangement is verplicht gesteld door het rijk voor alle jeugdzorgregio’s in Nederland. De basis van dit RTA is dat de gemeenten en instellingen de transitie (en transformatie) van de jeugdzorg gemeenschappelijk oppakken. Het RTA bevat een berekening van de jeugdzorgkosten op provinciaal niveau. De VGG gaat daarbij nadrukkelijk uit van het werkelijke zorggebruik in 2012 (de zogeheten Vektis-cijfers). Het is gebleken dat het werkelijke zorggebruik aanmerkelijk hoger is dan de cijfers waar het rijk vanuit is gegaan in de meicirculaire 2013. De transitiebegroting van het rijk zou betekenen dat de Groninger gemeenten niet de geëiste continuïteit van zorg kunnen leveren en tegen grote tekorten aanlopen vanaf 2015. Naar aanleiding van de ingediende Regionale Transitie Arrangementen zijn het ministerie van VWS en het CPB opnieuw gaan rekenen. Op 3 december is een bijstelling bekend gemaakt. Het budget uit de mei circulaire is met 6% opgehoogd. Voor Bellingwedde betekent de nieuwe berekening een budget van € 2.590.596,- in 2015. Bij (de gemiddelde) uitgaven van € 1.548,- per jeugdige * 1969 jeugdigen van 0-22 jaar zou het noodzakelijke budget € 3.048.012,- moeten zijn. Dat is ten opzichte van de nieuwste rijksbegroting dus een tekort van € 457.416,- voor Bellingwedde in 2015. Uit recente cijfers blijkt dat de provincie Groningen op de tweede plaats staat (na de provincie Limburg) in het aantal meldingen bij Bureau Jeugdzorg. Bellingwedde heeft, samen met acht andere Groningse gemeenten, een koppositie in kosten voor jeugdzorg .
financieringsbron ZVW AWBZ Begroting JZ Totaal Jeugdzorg
Nederland € 239 € 278 € 466 € 983
Prov. Groningen € 362 € 567 € 517 € 1446
Bellingwedde € 438 € 816 € 294 € 1548
Figuur 1.2 : Kosten van jeugdzorgvoorzieningen, landelijk, provinciaal en in de gemeente Bellingwedde
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
6
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering Uit figuur 1.2 blijkt dat Bellingwedde veel hogere kosten heeft dan op provinciaal en landelijk niveau. Dat verschil zit vooral in veel hogere Zvw en Awbz kosten en in een veel lagere jeugdzorg begroting voor 2015. Kosten In Bellingwedde maken jeugdigen met gemiddeld € 816,- aan kosten per jeugdige heel veel kosten in AWBZ: bijna 3 keer hoger dan het landelijk gemiddelde. Financieel heeft dit grote implicaties. Als het landelijk gemiddelde de basis wordt van het nog in te voeren verdeelmodel (per 2016) hebben de 23 Groninger gemeenten ongeveer € 23 miljoen minder beschikbaar voor de financiering van dit deel van de zorg. Dit is ook de reden waarom er vanuit de VGG sterk wordt aangedrongen op aandacht voor lokale verschillen bij het doorvoeren van de transitie. Ook de kosten voor jeugd-GGZ zijn met € 438,- bijna 2 keer hoger dan het landelijk gemiddelde en ook hoger dan op provinciaal niveau. Factoren die de hoge zorgvraag verklaren De gemeente Bellingwedde staat op de 1e plaats in het provinciale rapport ‘factoren zorgvraag jongeren’, landelijke en lokale verschillen Groningen van november 2013 (van bureau Intraval & Breuer Instituut). Uit dit rapport blijkt dat de gemeente Bellingwedde in de cumulatie van de factoren Sociaal Economische Situatie, Etniciteit, 1-ouder gezin & jeugdwerkloosheid van de 23 Groningse gemeenten de hoogste score heeft van alle 23 Groningse gemeenten.
1.3
Verandering
Er komt steeds meer informatie beschikbaar over de uitwerking van de decentralisatie jeugdzorg. Cijfers van verschillende instanties zoals bureau Onderzoek en Statistiek, Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling, Verwey Jonker Instituut en de herziening in de berekeningen vanuit het rijk maken het beeld steeds concreter. Complicerende factor is dat de informatie over doelgroepen, taken en financiën bij het schrijven van deze notitie ongeveer wekelijks wijzigt. Duidelijk wordt in ieder geval dat er stevig gemeentelijk en provinciaal beleid nodig is om de kosten voor jeugdzorg beheersbaar te maken. In VGG-verband zijn de volgende acties: 1. Inrichten nieuwe organisatie jeugdzorg De zorg voor de jeugd wordt in het nieuwe stelsel van de VGG op drie niveaus ingericht: provinciaal, regionaal en lokaal. Dit systeem noemen we het Groninger Functioneel Model: niveau 1 is (gemeentelijke) basiszorg niveau 2 is flexibele zorg
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
7
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
niveau 3 is hoog-specialistische zorg
Onder de gemeentelijke basiszorg valt
Lokale basiszorg met generalisten in de uitvoering
Een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod
Beleid voor preventie, ondersteuning en hulp bij opvoed- opgroei- en psychische problemen
Voorzieningen voor jeugdhulp als jongeren en hun gezin het niet op eigen kracht redden
Gezamenlijk signaleringsproces: maatregelen voor kinderbescherming en jeugdreclassering
Aanvullend op de basiszorg een flexibele schil met specialisten (steunteams)
Uitvoering van maatregelen ter voorkoming van kindermishandeling
Uniforme werkwijze bij brede intake, casusregie en doorzettingsmacht
Specialistische hulpvormen in de eigen omgeving, soms speciale voorzieningen
Regievoering over de zorg in de ‘jeugd-keten’
Afstemming met en tussen zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, werk & inkomen, sport en veiligheid
Voorzien in vertrouwenspersonen voor jongeren en hun opvoeders.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
8
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Minder medicaliseren en meer hulp dichtbij de woonplaats.
Versterking van het opvoedkundig klimaat in gezin, buurt en sociale omgeving.
Lokaal uitvoeren is dus de maat, maar niet iedere gemeente kan alle zorg zelf aanbieden en specialistische hulp is niet overal voorhanden. De 23 Groningen Gemeenten bepalen samen hoe de dure zorg zoals intramurale zorg en specialistische zorg, wordt georganiseerd en ingekocht. Dit is de zorg op niveau 2 en 3 uit het Groninger Functioneel Model. Hieronder vallen ook de Verwijsindex (‘Zorg voor Jeugd Groningen’ informatiesysteem), de Regionale aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld (AMKH) en de basisorganisatie van voorheen Bureau Jeugdzorg. Als de gemeentelijke basiszorg niet de noodzakelijke ondersteuning kan bieden, wordt een ‘flexibele schil’ van experts in de zorg voor jeugd ingeschakeld (de expertisepool op niveau 2). Deze experts komen vanuit verschillende in jeugd gespecialiseerde instellingen die kunnen helpen bij (psycho-) diagnostiek en deskundigheidsbevordering. De ondersteuning vanuit de flexibele schil wordt zoveel mogelijk in de sociale context van kinderen en hun opvoeders aangeboden. Hoog specialistische zorg (niveau 3) wordt ingezet bij zeer complexe problemen. Deze zorg wordt alleen ingezet op doorverwijzing van bevoegde professionals, huisartsen, jeugdartsen of na een gerechtelijke uitspraak. De VGG heeft een Programmamanager Jeugdzorg aangesteld om het proces van transitie en transformatie te begeleiden. Om deze verandering te realiseren, stellen gemeenten en instellingen gezamenlijk een transformatieagenda op. Deze agenda moet begin 2014 formeel worden vastgesteld en uiterlijk 1 januari 2018 zijn afgerond. De verandering betekent als eerste een verandering in de organisatie en toegankelijkheid van de basiszorg op gemeentelijk niveau. Dit moet januari 2015 klaar zijn, de flexibele schil en hoog specialistische zorg (niveau 2 & 3) moeten in de loop van 2015 gereed zijn. 2 Versterken van bestaande zorgstructuren met aangepast beleid De zorg voor jeugd is niet nieuw voor de gemeente. We hebben al consultatiebureaus, de buurtnetwerken, het 12+ netwerk en interne begeleiders op peuterspeelzalen en scholen voor basisonderwijs, voortgezet en (nu nog speciaal) onderwijs. Belangrijk is dat de gemeente de basiszorg nog dichter bij de jeugdigen gaat brengen, samen met betrokken partijen zoals consultatiebureaus, peuterspeelzalen, scholen, huisartsen, GGD en maatschappelijk werk. Op het consultatiebureau kan de jeugdverpleegkundige van de GGD bij kinderen al op jonge leeftijd en in een vroeg stadium eventuele problemen constateren. Op de vier peuterspeelzalen en in het basisonderwijs worden in een zo vroeg mogelijk stadium eventuele opgroei- en/ of opvoedproblemen gesignaleerd. Deze problemen kunnen ook worden besproken in de buurtnetwerken en het 12+ netwerk en, indien een gezinsaanpak wenselijk is, het OGGZ-overleg (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg), dat gecoördineerd wordt door GGD en maatschappelijk werk.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
9
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering De bestaande structuur is een goede basis voor vroege en vroegtijdige signalering. Wat daarin versterkt kan worden, is de regiefunctie van de gemeente. Verder moeten de bestaande verwijscriteria voor de AWBZ & GGZ zorg voorzieningen grondig worden geanalyseerd om te kijken of hulp bij opgroei- en opvoedproblemen dichter bij het gezin en in de eerste lijn kunnen worden opgelost. De jeugdzorg in de provincie Groningen is in 2012 met 24 % toegenomen ten opzichte van 2011. Op provinciaal niveau hebben de jongeren van 0-22 jaar met 2,5 % gebruik gemaakt van Bureau Jeugdzorg. In Bellingwedde was dat 3,6 %. De jeugdzorg zal minder moeten medicaliseren en meer in de eerste lijn moeten worden uitgevoerd om betaalbaar te blijven. 3 Onderzoeken van het PGB-gebruik in de jeugdzorg In de gemeente Bellingwedde wordt veel gebruik gemaakt van PGB’s, ook in de zorg voor de jeugd. Dit gaat in totaal om € 1,16 miljoen (ongeveer 61 % van het zorgbudget). Onbekend is welke zorg ouders bij welke leverancier inkopen, de zorgkantoren in Nederland hebben daar geen zicht op. Ook de Groninger gemeenten hebben hier weinig inzicht in. Omdat de PGB’s straks door de gemeenten betaald moeten worden, willen gemeenten hier meer inzicht in krijgen. Om die reden wordt in 2014 op provinciaal niveau onderzocht welke leveranciers betrokken zijn bij de PGB-zorg en welke kwaliteit de geleverde zorg heeft. Uitgangspunt bij dit onderzoek is dat de indicatie inhoudelijk correct is. In het onderzoek worden de effectiviteit en efficiency van de middelen onderzocht. Van de jeugdigen in Bellingwedde hebben 108 ZIN, waarvan 26 met meerdere functies (24%) en 98 een PGB waarvan 63 met meerdere functies (64%). Vooral de combinatie ‘begeleiding groep’ en ‘begeleiding individueel met tijdelijk verblijf’ komen veel voor. Om zoveel mogelijk de bestaande voorzieningen te kunnen handhaven moeten de mogelijkheden om collectief (ZIN) in plaats van individueel in te kopen (PGB) onderzocht worden. Dit druist mogelijk in tegen de gedachte van individuele keuze en regie. Anderzijds is er geen zicht op welke zorg met welke kwaliteit geleverd wordt via de PGB, hetgeen onderzoek en verdieping op dit terrein noodzakelijk maakt. Inzet expert teams van het passend onderwijs Het passend onderwijs is geen onderdeel van de decentralisatie, maar de organisatie van zorg voor kinderen met een handicap of gedragsproblemen, in het regulier of speciaal onderwijs. Vanaf 1 augustus 2014 moeten scholen een passende onderwijsplek bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Met de invoering van passend onderwijs verdwijnt de leerling-gebonden financiering en de landelijke indicatiestelling voor het speciaal onderwijs. In het huidige speciaal onderwijs zijn expert teams aanwezig die vanuit een integrale benadering jeugd met problemen ondersteunen. Onderzocht gaat worden hoe deze expert teams dichtbij huis ingezet kunnen worden voor de ondersteuning aan jeugd met een handicap of gedragsproblematiek. Het college heeft in december 2013 een voorstel vastgesteld waarin de overlegstructuur tussen de verschillende partijen in het onderwijs zijn geregeld.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
10
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
2 Transitie Begeleiding (AWBZ) 2.1
Verkenning
Gemeenten krijgen in 2015 ook de verantwoordelijkheid voor de zorg en ondersteuning van mensen met een beperking. Nu wordt deze zorg en ondersteuning nog gefinancierd vanuit de functie AWBZ-begeleiding. Deze gaat in zijn geheel over naar gemeenten en wordt ondergebracht in een nieuwe Wmo. Het gaat om de dagbesteding van mensen met een verstandelijke en/of lichamelijk beperking en om de extramurale (buiten de muren van een instelling) begeleiding van mensen met een psychiatrische ziekte. Deze ondersteuning wordt toegekend als PGB of ZIN onder de nieuwe Wmo-wet. De wettekst kennen we (nog) niet. Het vertrekpunt van deze transitie is de eigen kracht van de burger en zijn sociale netwerk. Het ‘recht’ op zorg zal verdwijnen. Voor zaken die mensen niet zelf kunnen regelen, moet de gemeente per 1 januari 2015 zorg en ondersteuning bieden in de vorm van een maatwerkarrangement. Gemeenten krijgen voor deze taken minder geld dan dat er nu wordt uitgeven in de AWBZ: per 2015 geldt een korting van 25% op het budget dat voorheen werd gebruikt voor dezelfde zorg. Het rijk gaat er namelijk vanuit dat gemeenten meer maatwerk kunnen leveren en efficiencywinst kunnen behalen door de drie decentralisaties te combineren. Over beschermd wonen wordt nog nagedacht door het kabinet. Begin november 2013 maakte staatssecretaris Van Rijn (VWS) bekend dat persoonlijke verzorging ondergebracht wordt in Zorgverzekeringswet (ZVW). Dit betekent dat er gescheiden financieringsstromen blijven voor de persoonlijke verzorging (AWBZ) en huishoudelijke hulp (Wmo). Hier hebben de gemeenten via de VNG fel tegen geprotesteerd. Ook de ouderenzorg verandert ingrijpend. Het (vorige) kabinet heeft besloten tot extramuralisering van de AWBZ. Dat betekent dat ouderen zo lang mogelijk thuis moeten blijven wonen met behulp van voorzieningen. Alleen ouderen die het zelfstandig of met hulp van familie echt niet meer redden, krijgen nog een indicatie voor het verpleeghuis, het traditionele ‘verzorgingstehuis’ zal verdwijnen. De laagste zorgzwaartepakketten (ZZP 1 t/m 3, en later mogelijk ook ZZP 4) verschuiven van de AWBZ naar het Wmo-loket. De extramuralisering van de ouderenzorg is strikt genomen geen onderdeel van de decentralisatie, maar door de gelijktijdige samenloop ervan wordt de veranderopgave voor de gemeente wel extra gecompliceerd.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
11
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Per 2014 wordt de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtgc) afgeschaft. Het totale pakket van € 1,3 miljard wordt in fasen overgeheveld naar het Deelfonds Sociaal Domein of de bijzondere bijstand. In 2014 gaat het om € 45 miljoen, oplopend naar € 706 miljoen in 2017. Gemeenten krijgen eenmalig € 54 miljoen in 2014 voor de extramuralisering van Zorg Zwaarte Pakketten (ZZP’s). De MEE-organisatie, die nu uit de AWBZ gefinancierd wordt, gaat met € 179 miljoen aan middelen naar het gemeentelijke Wmo budget. Het Mantelzorgcompliment gaat met € 106 miljoen over naar de gemeenten per 2015. Om fraude in de PGB’s te voorkomen wordt in de AWBZ het ‘trekkingsrecht’ ingevoerd. De PGB gelden worden niet meer op de rekening van de cliënt gestort, maar bij de Sociale Verzekeringsbank, die van de cliënt opdracht krijgt betalingen te doen aan zorgverleners. Het is de vraag of deze extra beheersing maatregel gaat leiden tot minder uitgaven in de Wmo. Het onderbrengen van de PGB gelden bij de Sociale Verzekeringsbank beknot gemeenten in de uitvoering van eigen PGB beleid. De transitie van AWBZ naar Wmo hangt ook nauw samen met de overdracht van tweedelijns naar eerstelijns GGZ. Op dit moment komen teveel mensen met lichtere psychische problematiek in de specialistische tweede lijn zorg terecht. Dit leidt tot wachtlijsten, zorg ver weg van de woonplaats en dure specialistische zorg voor lichte problematiek. Versterking van de eerstelijns GGZ helpt de vraag te kanaliseren. Zo krijgen huisartsenpraktijken meer mogelijkheden om een praktijkondersteuner GGZ in dienst te nemen. Om integrale zorg te kunnen bieden - en dan zo dicht mogelijk bij huis - moeten gemeenten en huisartsen meer gaan samenwerken.
2.2
Verdieping
Wmo-cliënten Er wordt in Bellingwedde relatief veel gebruik gemaakt van de Wmo: 663 inwoners (7,4 % van de bevolking). De demografische samenstelling en ontwikkeling van de bevolking, gecombineerd met beleid dat erop gericht is dat ouderen langer thuis blijven wonen, betekenen dat het Wmogebruik in de toekomst alleen maar zal stijgen. Het gebruik van Wmo-voorzieningen is vooral hoog in de leeftijdscategorie 75-plus; deze groep gebruikt 58 % van de Wmo-voorzieningen. AWBZ-cliënten De gemeente Bellingwedde telt 214 inwoners de die gebruik maken van dat deel AWBZ dat naar gemeenten komt. Dit aantal is nog inclusief Persoonlijke Verzorging, wat op dit moment nog ter discussie staat. Van de 214 AWBZ-cliënten (inclusief jeugd) zijn er 202 met extramurale begeleiding, die straks door de gemeente moet worden bekostigd. De cliënten die intramurale zorg ontvangen, komen niet over naar de gemeente, met uitzondering van de jeugd tot 22 jaar. Van de 214 AWBZ-cliënten hebben 98 een persoonsgebonden budget (PGB), waarvan 63 met meerdere functies. In 2013 zijn er 108 cliënten met een zorg in natura (ZIN), waarvan 26 met meerdere functies. De AWBZ-zorg aan de groep 18-50-jarigen is ongeveer gelijk verdeeld in ZIN
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
12
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering en PGB’s; de zorg voor 50-plussers is overwegend ZIN. Bij de gemeente is niet bekend welke aanbieders PGB-zorg (in de AWBZ) aanbieden, in welke vorm en met welke kwaliteit. De daadwerkelijke AWBZ-uitgaven (van AWBZ zorg dat naar de gemeente zal komen) liggen in Bellingwedde drie keer hoger dan het landelijk gemiddelde (bron : Vektis-gegevens 2012): gemiddeld over Nederland: € 272 gemiddeld provincie Groningen: € 549 gemiddeld Bellingwedde: € 789 De grondslag van de 214 AWBZ cliënten is: 20,1% psychiatrisch 36,9 % somatisch 27,1 % verstandelijk gehandicapt 07,9 % lichamelijk gehandicapt 04,2 % psychogeriatrisch 03,7 % onbekend Het aantal indicaties voor ‘individuele begeleiding’ (gefinancierd vanuit de Awbz) is in de Provincie Groningen tussen 2009 en 2012 met 29% gestegen, landelijk was de stijging 21%. Figuur 2.1 geeft aan welke bedragen in Bellingwedde zijn besteed aan AWBZ-regelingen. De extramurale zorg gaat in 2015 over naar de gemeente. ZIN (2012)
PGB (2011)
Totaal
Extramurale zorg
€ 2.117.170
€ 1.062.296
€ 3.179.466
Intramurale zorg
€
€
€
Totaal
€ 2.324.440
207.270
317.783
€ 1.380.079
535.053
€ 3.704.519
Figuur 2.1 Kosten AWBZ-regelingen in gemeente Bellingwedde in 2011 en 2012 Knelpunten Aangezien de AWBZ-taakomvang nog niet geheel bekend is (de nieuwe wet Wmo is nog niet bekend), zijn ook de bijbehorende budgetten en de verdeelsleutels nog niet bekend. Voor de provincie Groningen en de gemeente Bellingwedde zijn de verdeelsleutels erg belangrijk. Het hoge AWBZ-gebruik bij zowel jeugdigen als volwassenen, betekent dat de gemeente veel budget zal moeten reserveren om voorzieningen als extramurale begeleiding te organiseren en in te kopen (zie ook bijlage 3). In 2014 kort het kabinet de begroting voor AWBZ begeleiding met € 330 miljoen. Dit bedrag gaat niet over naar de gemeenten. Als doekje voor het bloeden schrapt het kabinet in 2014 de € 89 miljoen korting op huishoudelijk hulp en komt er een eenmalige vergoeding van € 37 miljoen voor invoeringskosten. Dit komt neer op een bezuiniging van € 204 miljoen in 2014 voor de AWBZ.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
13
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
2.3
Verandering
1 Dichtbij wat kan: lokale uitvoering voorop De lokale uitvoering van taken als ‘begeleiding’ biedt ook kansen. Begeleiding van gehandicapten en ouderen moet dichter bij huis worden georganiseerd. Nu wordt het budget dat gemoeid gaat met de (individuele) regelingen ondergebracht bij (grote) organisaties die op provinciaal niveau opereren. Het gevolg is dat veel inwoners van Bellingwedde voor zorg en ondersteuning dagelijks (al dan niet via doelgroepenvervoer) elders in de provincie hulp krijgen. Het gaat daarbij om forse budgetten (totaal € 3,7 miljoen per jaar). De uitdaging zal worden om de budgetten zoveel mogelijk lokaal te gaan besteden. Organisatie van begeleiding en ondersteuning in de dorpen zelf is een mooie kans om verschillende doelen te bereiken: goedkopere zorg dichtbij, versterken van lokale leefbaarheid en mogelijkheid om ook de lokale werkgelegenheid en economie te versterken. Dan kan ‘decentraal’ ook echt ‘lokaal’ worden. De steunsteestructuur staat er al, deze kan beter worden ingezet. Bovendien heeft iedere dorpskern in Bellingwedde een goed bereikbare Multi Functionele Accomodatie (MFA) dat als centrum kan fungeren. 2 Meer inwoner, minder overheid Het beleid van gemeente Bellingwedde is erop gericht om alle bewoners maatschappelijk te laten participeren, naar vermogen en op eigen wijze. Door de korting op de budgetten en de nieuwe wetgeving is er geen ‘automatisch’ recht op regelingen, voorzieningen of uitkering. Dit betekent dat er meer wordt verwacht van de burger zelf en van zijn sociale netwerk. Aangezien het volume en kosten voor de zorg in Bellingwedde hoog zijn, is het zeer wenselijk om te zoeken naar een werkwijze waaraan minder kosten zijn verbonden. De gemeente zal daarom inzetten op reeds ingeslagen beleid waarbij van inwoners wordt verwacht dat ze zelf een ook bijdrage leveren. 3 Noodzaak tot regionale samenwerking Omdat de gemeente Bellingwedde niet alle voorzieningen lokaal beschikbaar heeft, werken we bovenlokaal samen. Dit geldt voor de hoogspecialistische zorg voor bijvoorbeeld mensen met niet aangeboren hersenletsel, zintuiglijk gehandicapten, meervoudig complex gehandicapten en verstandelijk gehandicapten met ernstige gedragsproblematiek. Deze zorg wordt op provinciaal niveau ingekocht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Groninger Functioneel Model, zoals ook bij de Jeugdzorg wordt gebruikt. In 2014 komt de provinciale Awbz-werkgroep met meer voorstellen over de juridische en financiële inkoopregeling en de verdeling. In het overgangsjaar 2015 moet de continuïteit van zorg gegarandeerd zijn voor iedere burger die dan zorg ontvangt of een indicatie voor zorg heeft. De 23 Groningse gemeenten zijn hierover gezamenlijk in gesprek met de aanbieders. Nadrukkelijk zoekt Bellingwedde mogelijkheden om deze specialistische zorg ook lokaal uit te kunnen (laten) voeren. 4 Onderzoek naar PGB-gebruik AWBZ-cliënten Veel Awbz-cliënten maken gebruik van een persoonsgebonden budget (PGB). De gemeente heeft geen inzicht in welke zorg door wie wordt geleverd met welke kwaliteit. Datzelfde geldt
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
14
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering ook voor de PGB’s jeugdzorg (zie hoofdstuk 1). Om hier meer inzicht in te krijgen, wordt er samen met de 23 Groningse gemeenten vanuit de werkgroepen Jeugdzorg en Awbz een onderzoek gestart naar de inhoud van de PGB-zorg. Ook wordt met de burgers die gebruik maken van een PGB besproken welke mogelijkheden er zijn om de begeleiding voor mensen met een handicap gezamenlijk in plaats van individueel in te kopen bij zorgaanbieders. 5 Integraal ouderen voor ouderen beleid: wonen, welzijn en zorg Ouderenzorg is geen onderdeel van de decentralisaties, maar omdat het kabinet heeft besloten de Awbz te extramuraliseren, moeten ouderen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Het percentage ouderen in de gemeente Bellingwedde neemt snel toe. Nu zijn er 2033 bewoners ouder dan 65 jaar (23%), in 2038 zullen dat 2465 mensen zijn (38%). Gemeente Bellingwedde wil samen met de huisartsen, stichting Welzijn, de woningbouwcorporaties en de verpleeghuizen, de (zorg) behoeften, het welbevinden, het sociaal netwerk en de huisvestingswensen in kaart brengen. In het ‘ouderen voor ouderen’-project kunnen vitale ouderen van tussen de 55 en 75 jaar vrijwillig de meer hulpbehoevende ouderen bijstaan opdat langer thuis blijven wonen realiseerbaar is. Op dit moment maken 663 inwoners gebruik van een Wmo voorziening. Die voorziening heeft overlap heeft met de AWBZ-functies die naar de gemeente gaan. Door slim te organiseren en de voorzieningen zoveel mogelijk in de dorpsstructuur aan te bieden kunnen bezuinigingen worden gerealiseerd zònder in te leveren op de kwaliteit. voorziening
AWBZ
Wmo
Huishoudelijke hulp
69
303
Vervoer
86
487
Woonaanpassing
16
73
41
179
123
663
Rolstoel TOTAAL
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
15
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
3 Transitie Werk & Inkomen (Participatiewet) 3.1
Verkenning
De Participatiewet die in de plannen van het kabinet per 1 januari 2015 ingaat, bevat een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie. De Wet op de sociale werkvoorziening (WSW) wordt afgebouwd (geen nieuwe instroom). In plaats daarvan komen er beperkte mogelijkheden voor beschut werken en wordt een grote groep Wajong-gerechtigden opnieuw gekeurd. De loondispensatie wordt vervangen door loonkostensubsidie, er worden werkbedrijven gevormd en extra banen gecreëerd. De werkgevers hebben in het sociaal akkoord van april 2013 een toezegging gedaan voor 125.000 extra banen. Als ze dat niet waar maken, wordt er een quotumwet ingevoerd die bedrijven verplicht stelt een bepaald percentage mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Het resultaat van de decentralisatie is dat de gehele doelgroep Wet Werk en Bijstand (WWB), een deel van de Wajong’ers en de WSW’ers vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet vallen:
WWB
De WWB was bedoeld voor mensen van 18 jaar of ouder die geen werk hebben of te weinig inkomen verdienen om in hun levensonderhoud te voorzien. De WWB wordt vervangen door de Participatiewet. De gemeente was al verantwoordelijk voor de financiering van de WWB, er komen alleen nieuwe doelgroepen bij (bijvoorbeeld Wajong).
WAJONG en IOAW
Mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn geraakt, kunnen aanspraak maken op de Wajong / IOAW. De Wajong is een wet die inkomensondersteuning biedt aan (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte jongeren, de IOAW is de wet die inkomensondersteuning biedt aan oudere (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werkloze werknemers. Door een toename van het aantal mensen in de Wajong is deze regeling in 2010 herzien. Sinds dat jaar staat het vinden van werk centraal; de nadruk ligt minder op inkomensondersteuning en meer op de mogelijkheden van Wajong’ers. In 2015 wordt de toegang tot de Wajong beperkt tot mensen zonder arbeidsvermogen. De mensen die nu een Wajong-uitkering krijgen, worden opnieuw beoordeeld op arbeidsvermogen. De gemeente is vanaf 2015 verantwoordelijk voor Wajong’ers. Ook de IOAW wordt ook vervangen door de Participatiewet.
WSW
De WSW is een regeling voor mensen met een arbeidshandicap die niet zelfstandig kunnen werken. Zij werken in een beschutte werkomgeving bij een SW-bedrijf, of onder begeleiding in een regulier bedrijf (detachering
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
16
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering of begeleid werken). De sociale werkvoorziening wordt afgebouwd. Vanaf 2015 komen er geen nieuwe mensen meer in de WSW. Dat betekent dat mensen met een arbeidsbeperking bij reguliere werkgevers aan de slag moeten. Alleen voor mensen die echt niet kunnen functioneren op een gewone werkplek, moeten gemeenten in Nederland straks voor 30.000 beschutte banen zorgen. Gemeenten zijn er straks verantwoordelijk voor dat mensen die kunnen werken ook werk hebben, in de volle breedte. Ook moeten gemeenten het inkomen aanvullen als mensen niet in staat zijn het (gehele) minimumloon te verdienen. Ze gaan hiervoor samenwerken met werkgeversorganisaties en vakbonden, die ook meer verantwoordelijkheid willen nemen voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Hoe die samenwerking vorm krijgt, wordt de komende tijd uitgewerkt in de Werkkamer, een overlegplatform van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de sociale partners. Het plan is dat er zogenaamde ‘werkbedrijven’ komen in 35 arbeidsmarktregio’s. Landelijk moet er voor 60.000 WSW’ers en 100.000 Wajong’ers een oplossing worden gevonden.
3.2
Verdieping
In Oost-Groningen is de arbeidsparticipatie 67,3 %. Landelijk is dat 71,8 %. De verhouding tussen het aantal banen en de beroepsbevolking is in Oost-Groningen 0,88 %; landelijk is dat 1,02 % (bron CBS). Van de 8917 inwoners van Bellingwedde zijn er 5321 tussen de 18 en 65 jaar; dit is de beroepsbevolking. Het grootste knelpunt qua arbeidsparticipatie zit bij de jongeren: 25,7 % van de jongeren in Bellingwedde heeft een baan, landelijk is dat 37,2 %. Behalve een lage arbeidsparticipatie is er in Bellingwedde ook nog eens een hoog percentage arbeidsongeschiktheid onder jongeren: 73 van de 847 jongeren tussen de 18-29 jaar zijn arbeidsongeschikt (8,6 %). WSW’ers In Oost Groningen is het aantal WSW’ers 3,2 % van de beroepsbevolking. Landelijk is dat 0,9 %. Bellingwedde heeft 130 inwoners met een aanstelling bij SW-bedrijf Synergon. Per persoon ontvangt Bellingwedde hiervoor € 26.000 arbeidssubsidie per plaats; in totaal is dat € 3,4 miljoen. In 2017 moeten er minder WSW-dienstbetrekkingen bij Synergon zijn dan nu. Dit is het gevolg van rijksbeleid. Deze afname wordt niet of nauwelijks gecompenseerd door extra garantiebanen van werkgevers en nieuwe plekken voor beschut werken, waardoor voor gemeente Bellingwedde de kosten zullen stijgen. WWB’ers Er zijn in Bellingwedde 183 mensen die een bijstandsuitkering (WWB) ontvangen, waarvan 45 langer dan drie jaar en met een langdurigheidstoeslag. Van alle huishoudens in Bellingwedde hebben 99 huishoudens langer dan een jaar een uitkering. Totale kosten: € 3 miljoen.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
17
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
WWB
% totale bevolking
Aantal
9566 Veelerveen
19
3,3%
571
9695 Bellingwolde
64
2,0%
3258
9696 Oudeschans
1
0,6%
165
9697 Blijham
56
2,1%
2703
9698 Wedde
18
1,4%
1258
9699 Vriescheloo
25
2,6%
962
Totaal
183
2,1%
8917
Figuur 3.1 Aantal mensen met een WWB uitkering per dorp Wajong’ers Gemeente Bellingwedde heeft 155 Wajong’ers (bijna 3 % van de beroepsbevolking). 127 van hen vallen onder de oude Wajong (voor 2010; vooral gericht op inkomensondersteuning); 28 van hen vallen onder de nieuwe Wajong (vooral gericht op mogelijkheden tot werk). In 2015 wordt de toegang tot de Wajong beperkt tot mensen zonder arbeidsvermogen. De mensen die nu Wajong hebben moeten worden herkeurd op arbeidsvermogen. Het aantal jongeren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering is vooral hoog in de leeftijdscategorieën 18-29 (8,6 %) (zie figuur 3.2). 118 Wajong’ers hebben een arbeidsongeschiktheid van 75 % of meer(zie figuur 3.4). Deze mensen blijven waarschijnlijk in de Wajong of vragen een bijstandsuitkering aan. Leeftijd
Wajong
% bevolking
Aantal gemeente
0-3
0
0,0%
295
4-11
0
0,0%
688
12-17
1
0,2%
580
18-22
34
8,4%
406
23-29
39
8,8%
441
30-39
36
4,7%
773
40-49
23
1,7%
1369
50-54
11
1,4%
767
55-59
7
0,9%
741
60-64
4
0,5%
824
65-69
0
0,0%
753
70-74
0
0,0%
494
75-79
0
0,0%
352
80-84
0
0,0%
216
85-89
0
0,0%
151
90 eo
0
0,0%
67
Eindtotaal
155
1,7%
8917
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
Figuur 3.2 Aantal Wajong’ers per leefijdscategorie
18
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering Wat opvalt in de vergelijking met landelijke gemiddelden is het hoge percentage mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering in de gemeente Bellingwedde (zie figuur 3.3). De relatie tussen het hoge percentage jeugd met een handicap en het hoge gebruik van AWBZ is evident. Beroepsbevolking
Bijstand
WW
WAO
WIA
Wajong
Bellingwedde
5321
36
28
65
18
28
Nederland
11091156
37
26
35
13
19
Figuur 3.3 CBS-cijfers beroepsbevolking en uitkeringen per 1000 inwoners (september 2012)
Knelpunten Gezien het hoge percentage Wajong’ers en het hoge percentage mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, hebben de afbouw van de IOAW en de verplichte herkeuring van Wajong’ers en volwassenen grote invloed op het werk- en inkomensbudget van gemeente Bellingwedde. Het aantal arbeidsongeschikten is 629; dat is bijna 12 % van de beroepsbevolking (totaal 5321). Een groot aantal van hen is nu voor 75 % of meer arbeidsongeschikt(zie figuur 3.4) Arbeidsongeschikt
WAO
WIA
WAZ
Wajong
Aantal >75%
230
43
11
118
Percentage > 75%
66%
40%
58%
76%
Totaal
348
107
19
155
Figuur 3.4 Mate van arbeidsongeschiktheid per arbeidsongeschiktheidsuitkering De invoering van de Participatiewet gaat gepaard met een forse bezuiniging op het budget, namelijk € 400 miljoen op re-integratie en € 290 miljoen op het budget voor de sociale werkvoorziening, in de vorm van een korting op de rijksbijdrage per SW-plek. Het subsidiebedrag per arbeidsplek bedraagt in 2013 € 26.000,- Dit wordt jaarlijks lineair verlaagd van 2015 tot 2020 naar uiteindelijk € 23.000,- per SW-medewerker. De kosten van het WSW-bedrijf bestaan voor het grootste deel uit ‘loonkosten minus subsidie’. SW-bedrijf Synergon (gemeenten Pekela, Oldambt en Bellingwedde) kent nu al een negatief operationeel saldo van € 3,4 miljoen per jaar. De Rijksvergoedingen voor Synergon zullen teruglopen van ruim € 27 miljoen in 2014 naar ruim € 20 miljoen in 2018. De Participatiewet betekent voor Bellingwedde bij een gelijkblijvend aantal WSW medewerkers dat de gemeentelijke bijdrage zal oplopen van € 350.000,- in 2014 naar € 739.000,- in 2018. Voor elke ‘beschut werken’-plaats moet de gemeente straks € 5.500 bijpassen. Uitgaande van circa 150 beschutte werkplaatsen in 2017 komt dat neer op een extra bedrag van € 825.000. De VNG heeft uitgerekend dat gemeenten door de korting op het WSW-budget ernstig in de problemen kunnen komen. Ook doordat de kosten van de bestaande sociale werkvoorziening maar gedeeltelijk zijn te beïnvloeden (de oude instroom en dito loonkosten liggen immers vast). Voor de gemeente Bellingwedde ontstaat een tekort van € 387.288 in 2014 oplopend tot een tekort van € 577.788 in 2017 (zie figuur 3.5).
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
19
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Participatiewet
Voorjaarsnota 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten
4.142.043
4.228.053
4.228.043
4.288.043
Baten
3.754.755
3.777.255
3.713.755
3.650.255
450.788
514.288
577.788
Tekort 387.288 Figuur 3.5 lasten en baten Participatiewet
3.3
Verandering
1 Opstellen van integraal participatieplan De gemeente Bellingwedde zal in samenwerking met UWV (dat vanaf 2015 de mate van arbeidsongeschiktheid gaat vaststellen) een plan van aanpak en beleid ontwikkelen om de grote groep Wajong’ers en andere arbeidsongeschikten in de gemeente te ondersteunen. Een groot deel van de Wajong’ers zal in de Wajong blijven of een bijstandsuitkering aanvragen. Hetzelfde geldt voor de WAO, WIA en WAZ. De IOAW wordt afgebouwd en de te herkeuren mensen met deze uitkering zullen ofwel aan werk moeten worden geholpen, ofwel een bijstandsuitkering aanvragen. Tegelijkertijd met de herkeuringen moeten een arbeidsmarktplan en een maatschappelijk participatieplan worden opgesteld. In 2014 wordt in overleg met portefeuillehouders, UWV en de betrokken ambtelijke werkgroepen een integrale aanpak opgesteld. 2 Stimuleren van een regionale werkgeversaanpak De SW-bedrijven van Oost-Groningen hebben het plan opgevat om tot een regionale werkgeversaanpak te komen met een dienstenpakket, een marktplan, een loket en een contactpersoon voor 500 werkervaringsplaatsen. Doel is om 15 % van de vacatures door werkzoekenden (WWB, Wajong, WSW) te laten vervullen, conform de screening- en diagnostisering werkwijze van het training-/diagnosecentrum (TDC) in 2014. Jaar
Extra banen sociaal akkoord
2014
18
2015
71
80
2016
131
240
2017
198
400
2018 272 Figuur 3.6 extra banen sociaal akkoord versus afbouw WSW
Afbouw WSW
550
Binnen de subregio Oost-Groningen werkt een bestuurlijke werkgroep van portefeuillehouders, aan een gezamenlijke aanpak voor de arbeidsmarktregio Oost-Groningen. Hiervoor zijn twee projecten ontwikkeld: het project Aanpak arbeidsmarktregio Oost-Groningen en het project TDC-methodiek Oost-Groningen (training/diagnosecentrum). Het doel van deze projecten is het realiseren van een uniforme regionale werkgeversbenadering en het ontwikkelen van een uniforme TDC-methodiek in Oost-Groningen. In Oost-Groningen zijn vijf TDC’s actief. Er is een
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
20
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering Werkplein/TDC in Veendam en een TDC Westerwolde voor de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde. Onduidelijk is nog wat deze uniforme regionale methodiek en de arbeidsmarkt regiobenadering betekenen voor de samenwerking met UWV en voor de grote aantallen te herkeuren Wajong’ers en IOAW’ers. Ook is nog onduidelijk hoe de grote hoeveelheid werkzoekenden met een arbeidsbeperking herplaatst kunnen worden in de reguliere regionale arbeidsmarkt. De regio Oost-Groningen is economisch niet sterk, waardoor het op dit moment al erg moeilijk is om mensen te plaatsen. De TDC’s spelen in de toekomst een belangrijke rol bij het arbeidsactief maken en houden van klanten. 3 Bijzondere maatregelen van het rijk Als de WSW wordt afgebouwd, blijft de gemeente Bellingwedde verantwoordelijk voor 142 mensen met een indicatie. Bellingwedde blijft voor deze personen subsidie van het rijk ontvangen totdat deze mensen met pensioen gaan. Omdat de rijkssubsidie de komende jaren wordt verlaagd en het aantal WSW-medewerkers in deze regio vier keer hoger is dan landelijk, moet de regio om bijzondere maatregelen vragen bij het rijk, omdat de kosten voor deze regio relatief hoog zijn. 4 Ombouwen van het WSW-bedrijf naar leer-/werkbedrijf Het SW-bedrijf Synergon, waarin Bellingwedde participeert, verdwijnt in de huidige vorm. Momenteel wordt door het bestuur van Synergon een visie ontwikkeld op de toekomst van het bedrijf. Synergon zal de industriële en investeringsintensieve activiteiten moeten afstoten en zich meer moeten gaan richten op ambulante en flexibele vormen van arbeid en activiteiten. Het moet ook meer en beter gaan functioneren als leer-/werkbedrijf voor WWB’ers. Dat betekent dat de sociale diensten van gemeenten en Synergon meer moeten samenwerken. De WWB’ers gaan bijvoorbeeld naar Synergon voor een arbeidstraject, Synergon draagt mensen daarna over aan de sociale diensten met voldoende bagage om naar een baan bemiddeld te worden. 5 Opstellen van specifiek beleid voor Wajong’ers De Wajong wordt vanaf 2015 alleen toegankelijk voor volledig arbeidsongeschikten. Alle huidige Wajong’ers moeten worden herkeurd. In de gemeente Bellingwedde met 155 Wajong’ers betekent een herkeuring dat de 118 jongeren met een arbeidsongeschiktheid van 75 % of meer (dit is 76% van de Wajong-populatie) waarschijnlijk in de Wajong zullen blijven of rechtstreeks in de bijstand komen. Een klein deel van de jeugdigen zal na herkeuring wel kunnen worden begeleid naar opleiding of werk. Het buitengewoon hoge percentage arbeidsongeschikte jongeren in de leeftijdscategorieën 18-29 jaar (8,6%) vraagt om intensieve aanpak. De gemeente gaat samen met de consulenten werk en inkomen, de werkcoaches, Stichting welzijn en andere betrokkenen in gesprek om de maatschappelijke participatie zoveel mogelijk te vergroten. Hierbij is nauwe samenwerking met partijen die ‘achter de voordeur komen’ van belang.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
21
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
6 Versterken van vrijwilligerswerk Er is er een enorme potentie aan vrijwilligers, doordat van mensen met een uitkering wordt gevraagd om een maatschappelijke bijdrage te leveren. In de gemeente Bellingwedde bestaat het vrijwilligerspotentieel uit 629 mensen met een arbeidsongeschiktheid uitkering en de 183 mensen met een WWB-uitkering. De gemeente is bezig om een vrijwilligers- en mantelzorgbeleid op te stellen en is in gesprek met Stichting Welzijn en met de consulenten werk en inkomen om meer structuur aan te brengen in de opzet van vrijwilligerswerk en mantelzorg. Doel is onder andere om te komen tot ‘ouderen voor ouderen’- vrijwilligersbeleid, en ook tot plannen om mensen met een arbeidsongeschiktheids- of een andere uitkering, maatschappelijk te activeren.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
22
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
4 Transities Integraal 4.1
Verkenning
De transities op het gebied van jeugd, zorg en werk & inkomen hangen niet alleen met elkaar samen, maar ook met andere regelingen, zoals passend onderwijs, overige arbeidsongeschiktheidsregelingen, inkomensondersteunende regelingen en regelingen op het gebied van armoedebestrijding. In dit hoofdstuk wordt integraal, op burger- en huishoud- niveau gekeken naar het gebruik van regelingen. Door de gegevens vanuit de drie domeinen en de andere regelingen te combineren, wordt de overlap van regelingen en voorzieningen per huishouden zichtbaar. Dat inzicht helpt ons om te bepalen welk beleid nodig is om deze huishoudens te ondersteunen. Waar mogelijk via enkelvoudige regelingen, waar nodig met een integraal plan per gezin (1 plan, 1 gezin, 1 regisseur, 1 budget). De opgave zal zijn om tot beleid te komen waarin bestaande (afhankelijkheids-)patronen worden doorbroken en inwoners in staat worden gesteld om vanuit hun eigen kracht te participeren. Deze omslag is noodzakelijk omdat elke gemeente tussen de 25% en 33% moet bezuinigen op regelingen in het sociaal domein, en de gemeente Bellingwedde zoals we kunnen zien, veel meer dan dat. De inwoners van Bellingwedde maken meer gebruik van jeugdGGZ en AWBZ-voorzieningen, hebben een lagere arbeidsparticipatie en een hoger percentage arbeidsongeschiktheid. In 2011 stond de gemeente Bellingwedde, na Pekela, Hoogezand, Appingedam en Oldambt, op de vijfde plaats van Groninger gemeenten met huishoudens die de meeste voorzieningen gebruikten. De financiële nadelen van de decentralisaties zijn daarom voor Bellingwedde erg hoog.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
23
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
4.2
Verdieping
Huishoudens Bellingwedde telt 3918 huishoudens. Een overzicht van de regelingen (voorziening op het gebied van werk, inkomen of zorg) per huishouden levert het volgende beeld op:
2571 huishoudens (65,6 %) zijn geheel ‘zelfredzaam’ dus zonder regeling
1347 huishoudens (34,4 %) hebben één of meer regelingen
Daarvan hebben
1296 huishoudens (32,9 %) 1 tot 3 regelingen
51 huishoudens (1,5 %) 4 tot en met 6 regelingen
Burgers Van de 8917 inwoners van Bellingwedde hebben 2231 inwoners één of meer zorg- en/of werk en inkomensregelingen of -voorzieningen; dat is ongeveer 25 % van de inwoners. 445 inwoners hebben twee of meer regelingen. Als een burger verschillende regelingen of voorzieningen ontvangt, bestaat het risico dat problemen elkaar kunnen gaan versterken. Figuur 4.1 geeft het gebruik van regelingen per leeftijdscategorie aan.
leeftijd
kwijtsch WSW Wmo UWV WWB
bijzbijst AWBZ ZVW jeugdzorg Totaal
0-3
0
0
0
0
0
0
2
2
7
295
4-11
0
0
8
0
0
0
20
58
28
688
12-17
0
0
7
1
0
0
29
53
29
580
18-22
2
1
7
34
11
3
14
26
8
406
23-29
5
3
8
41
18
3
5
6
0
441
30-39
17
11
18
58
31
14
21
0
0
773
40-49
23
31
28
101
51
30
17
0
0
1369
50-54
10
32
19
105
15
11
13
0
0
767
55-59
9
33
36
122
24
14
3
0
0
741
60-64
12
19
30
167
32
23
6
0
0
824
65-69
5
0
46
0
0
3
6
0
0
753
70-74
4
0
68
0
1
1
5
0
0
494
75-79
2
0
118
0
0
1
13
0
0
352
80-84
2
0
123
0
0
0
22
0
0
216
85-89
0
0
100
0
0
0
23
0
0
151
90 jaar eo 1
0
47
0
0
0
15
0
0
67
Eindtotaal 92
130
663
629
183
103
214
145
72
8917
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
24
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Figuur 4.1 Gebruik van regelingen per leeftijdscategorie Jeugd De 1969 jeugdigen (0-22 jaar) in de gemeente Bellingwedde, maken van 350 voorzieningen op het gebied van werk, inkomen en zorg gebruik. De kosten hiervan zijn hoog. De gemiddelde zorgkosten per jeugdige zijn: Landelijk € 983 Provinciaal € 1446 Bellingwedde € 1548 Jongeren maken ook vaak gebruik van meerdere voorzieningen.
Aantal Functies
Aantal
AWBZ
24
AWBZ, BJZ
12
AWBZ, ZVW
11
AWBZ, BJZ, ZVW
11
BJZ
24
BJZ, ZVW
19
ZVW
98
Figuur 4.2 Overlap in het gebruik van voorzieningen bij de 1.563 jongeren tot 18 jaar in Bellingwedde. In deze telling is de persoonlijke verzorging als Awbz functie niet meegenomen) Werk en inkomen Van de 8917 burgers hebben 1137 inwoners een regeling voor werk en inkomensondersteuning. Bij veel burgers is er een overlap met arbeidsongeschiktheid en het hebben van schulden. Bijna 37 % van de mensen met een bijstandsuitkering is cliënt bij de kredietbank. Voor mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering is dat 19 %. Van de arbeidsongeschikten is 21,8% in dienst bij een SW-bedrijf, van de arbeidsongeschikte jongeren is en 13,3 % in dienst van een SW bedrijf. Van de jongeren heeft 25,8 % een AWBZ-indicatie of Wajong-uitkering. Het zijn precies deze (grote) doelgroepen die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente gaan vallen. Arbeidsongeschikten De gemeente Bellingwedde heeft niet alleen een hoog percentage Wajong’ers, de arbeidsongeschiktheid onder de totale beroepsbevolking is bijna 12 % van de totale beroepsbevolking (629 van 5321). Een groot deel van deze mensen is zelfs voor 75 % of meer arbeidsongeschikt (zie figuur 4.3). In hoeverre mensen na een (verplichte) herkeuring weer naar werk geleid kunnen worden, hangt vooral af van de mate van arbeidsongeschiktheid en de duur van de uitkering. Van de 183 inwoners met een WWB uitkering, hebben 84 deze uitkering korter dan een jaar (zie ook bijlage 4 en 5).
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
25
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
2012/4
2013/1
2013/2
2013/3
Ontwikkeling absoluut
Ontwikkeling procentueel
werkloosheid
180
220
190
220
30
16%
arbeidsongeschiktheid
670
660
650
-10
-2%
ouderdomswet
2090
2100
2120
20
1%
2140
bijstand 170 170 170 0 Figuur 4.3. Aantal uitkeringen einde kwartaal voor Bellingwedde, bron CBS 9-12-2013
0%
Overlap Wmo-arbeidsongeschiktheid De overlap tussen gebruikers van een Wmo-regeling en een arbeidsongeschiktheidsuitkering is hoog (zie figuur 4.4). WMO voorziening
Overlap Overlap WWB AWBZ
Overlap WSW
Overlap Wajong
Totaal
huishoudelijk hulp
7
69
2
8
303
vervoer
0
86
3
26
487
woonaanpassing
14
16
9
5
73
rolstoel
6
41
4
17
179
Totaal
17
123
13
42
663
Figuur 4.4 Overlap tussen arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met voorziening en Wmo-voorziening Binnen de Wmo wordt het meest gebruik gemaakt van de voorzieningen vervoer en huishoudelijke hulp. De demografische ontwikkelingen in Bellingwedde voorspellen dat het gebruik van deze twee voorzieningen de komende jaren sterk zal stijgen. De cliënten die vanaf 2015 aan het Wmo-loket zullen staan, hebben complexere problemen en ontvangen meerdere voorzieningen en regelingen. Dit betekent dat de gemeente in 2014, ter voorbereiding op 2015, het uitvraag- en registratieproces van de diverse loketten op elkaar moet afstemmen en tot een integraal uitvraagproces moet komen voor een eenduidige uitwisseling van gegevens. Figuur 4.5 geeft inzicht in het gebruik van regelingen in relatie tot de samenstelling van de huishoudens in Bellingwedde (zie ook bijlage 6 en 7). Het aantal (eenouder) gezinnen met kinderen die gebruik maken van een of meer financiële en/ of zorgregelingen, is relatief hoog. Het is belangrijk om dit mee te nemen in de vroege signalering van problemen bij kinderen, bijvoorbeeld op het consultatiebureau of bij de huisarts.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
26
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Type huishouden
0
1
2
3
4
5
6
Eindtotaal
alleenstaand
566
331
117
49
12
5
1
1081
eenoudergezin
99
33
38
17
6
2
2
197
overige met kinderen
8
2
5
2
1
1
0
19
overige zonder kinderen
12
6
4
1
0
1
0
24
overige, inwonende ouder bij gehuwd
9
6
1
2
0
0
0
18
samenwonend zonder kinderen
1134
335
67
18
4
3
0
1561
standaard gezin met kinderen
743
148
76
38
7
4
2
1018
Eindtotaal
2571
861
308
127
30
16
5
3918
Figuur 4.5 : aantal regelingen/voorzieningen van 0 tot en met 6 per soort huishouden Armoedebestrijding De gemeente Bellingwedde heeft te maken met de zogeheten dubbele krimp / vergrijzing: de gemeente telt relatief veel ouderen, laag opgeleiden, werklozen en lagere inkomensgroepen. De inkomenscijfers voor Bellingwedde zijn volgens de CBS-cijfers van 2011 als volgt: 14 % hoog 24 % modaal 44 % heeft een laag inkomen 8 % heeft een lage koopkracht 10 % zit rond het sociaal minimumniveau Gemeenten krijgen in 2014 € 70 miljoen om armoede en schulden te bestrijden, vanaf 2015 krijgen ze hiervoor jaarlijks 90 miljoen extra. De gemeente Bellingwedde heeft in 2013 ongeveer €10.000,- ontvangen van het rijk voor armoedebestrijding. De verdeling van het geld over de gemeenten in 2014 wordt in de decemberbrief meegedeeld. De gemeenten Veendam, Pekela en Bellingwedde hebben in 2009 het Armoedepact gesloten. Dit pact is een gemeenschappelijk convenant om armoede en maatschappelijke uitsluiting aan te pakken. Het pact is gericht op structurele samenwerking tussen gemeenten, organisaties en instellingen op het gebied van armoedebestrijding. Iedereen die met problematische schulden zit, kan een beroep doen op schuldhulpverlening (SHV). Inwoners van Bellingwedde kunnen hiervoor terecht bij de Volkskredietbank in Appingedam. In Bellingwedde maken 84 inwoners gebruik van de schuldhulpverlening (0,95 % van de bevolking); 31 van hen hebben ook een WWB-uitkering.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
27
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
4.3
Verandering
1 Versterken dorpsstructuur: lokale organisatie In Bellingwedde kennen de mensen elkaar. Er is een gezamenlijk belang om voorzieningen zoals scholen, winkels, medische zorg, sport, verenigingen en ook georganiseerde (buren)hulp in stand te houden. Er liggen kansen om de leefbaarheid in de dorpen te vitaliseren door de organisatie van nieuwe (zorg)taken lokaal uit te voeren. De dagelijkse activiteiten in de dorpskern zullen hierdoor toenemen en er wordt dan rechtstreeks geld in de dorpen gestoken. Gezien de budgetten die gemoeid zijn met de decentralisaties zijn dat aanzienlijke bedragen. We hoeven daarbij niet alleen te denken aan (zorg)taken en ondersteuning voor mensen met beperkingen, maar we kunnen ook mogelijkheden verkennen voor het in stand houden van dorpswinkels en andere voorzieningen waar de gehele bevolking voordeel van heeft. Kleinschaligheid is de kracht van gemeente Bellingwedde. Organiseren van zorg volgens de menselijke maat is daarom een grote kans. 2 Inspelen op risico’s en kansen De gemeente Bellingwedde staat voor een enorme opgave. De gemeente krijgt te maken met nieuwe doelgroepen die ondersteuning vragen op gebieden waar de gemeente nog geen ervaring mee heeft. De financiële risico’s die daarmee gepaard gaan, zijn groot. De gemeente zal daarom vooral moeten inzetten op de eigen verantwoordelijkheid en het zelfoplossend vermogen van burgers. De transities bieden zeker ook kansen. Kansen om ondersteuning in een vroeg stadium en dicht bij huis te organiseren door op lokaal niveau beter samen te werken. Door de schotten tussen voorzieningen te doorbreken en specialisten samen te brengen, kunnen huishoudens met meer problemen integraal worden benaderd. Hulpverleners werken op die manier samen in plaats van langs elkaar heen. Kansen liggen er ook in preventie: het voorkomen van verergering van problemen en daarmee gepaard gaande hoge tweedelijns kosten. Daarbij kunnen ook kinderopvang, scholen, huisartsen en maatschappelijk werk een rol spelen. 3 Bijstellen zorgkaart Begin 2014 komen de experts van de verschillende ‘loketten’ en instellingen samen om te bespreken hoe (deels al bestaande) samenwerkingsverbanden kunnen worden versterkt en uitgebouwd. Ook wordt besproken in welke situaties en voor welke huishoudens een gemeenschappelijk, integraal plan wordt opgesteld, en wie de eindverantwoordelijke voor dat plan is. Uitgangspunt is: enkelvoudig waar het kan, integraal waar het moet. Met behulp van de zorg kaart kunnen probleemsituaties snel worden geïnventariseerd. Zo nodig kan snel worden opgetreden om verergering van problemen te voorkomen. Hoe eerder gezinnen met problemen worden geholpen en hoe dichter bij huis, hoe beter het resultaat en hoe lager de kosten. 4 Meer mensen aan het werk helpen De hoge arbeidsongeschiktheidscijfers in Bellingwedde vragen naast een prioritering in de herkeuringen en de toeleiding naar werk, vooral ook om duidelijk regionaal beleid. In 2014 wordt in overleg met portefeuillehouders en de diverse werkgroepen op het gebied van werk- en
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
28
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering inkomen & armoedebestrijding, een integrale aanpak opgesteld. Zo moeten er een arbeidsmarkt-ontwikkelplan en een maatschappelijk participatieplan komen. De SW-bedrijven Wedeka en Synergon moeten meer als leer-/werkbedrijf gaan opereren en meer samenwerken met de sociale diensten van gemeenten. Werkgevers gaan hieraan ook een bijdrage leveren. In het sociaal akkoord (april 2013) hebben ze toegezegd intensiever te gaan samenwerken met gemeenten om de (jeugd)werkloosheid te bestrijden en een werkplek te vinden voor mensen met een arbeidshandicap. Dit moet al in 2014 handen en voeten krijgen, anders wordt in 2017 een wettelijk quotum ingesteld, waarbij werkgevers verplicht zijn een bepaald percentage mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. 5 Inrichten gemeentelijke organisatie Samenbundeling van kennis achter diverse gemeenteloketten zal tot een nieuwe vorm van intake, indicatiestelling en eventuele doorverwijzing leiden. In de ‘nieuwe keukentafelgesprekken’ in de Wmo komt een veel breder spectrum van vragen aan de orde. De vraag is wat burgers zelf kunnen en waarin de gemeente ondersteuning moet bieden, hoe dit het beste kan gebeuren en met behulp van welke samenwerkingspartners. In het keukentafelgesprek wordt integraal naar een huishouden gekeken om te zien of bestaande vormen van hulp, dagbesteding en activering moeten worden gehandhaafd of kunnen worden omgezet naar vormen van maatschappelijke participatie. De gemeente zal daarbij de expertise van de verschillende partners in het sociaal domein inschakelen om de juiste beslissingen. Voor alle burgers zal het gemeentelijke Klant Contact Centrum, zowel fysiek als digitaal, aangepast en ‘verbouwd’ moeten worden naar de nieuwe taken.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
29
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Begrippen en afkortingenlijst Ambulant Zorgverstrekker verplaatst zich naar zorg ontvanger AMK Algemeen Meldpunt Kindermishandeling AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BJZ Bureau Jeugd Zorg BZK Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijk relaties CBS Centraal Bureau voor Statistiek Centrum gemeente Gemeente Groningen CER Compensatie regeling Eigen Risico CJG Centrum voor Jeugd en Gezin 3D Drie domeinen: Jeugdwet, AWBZ en Participatie worden overgeheveld Extramuraal Zorg die buiten de muren van een instelling wordt geleverd GGD Gemeentelijke Gezondheid Dienst GGZ Geestelijke Gezondheid Zorg GKB Gemeentelijke Krediet Bank HH Huishoudelijke hulp Intramuraal Zorg die binnen de muren van een instelling wordt geleverd IOAW Inkomensondersteuning Oudere (tijdelijk) Arbeidsongeschikte Werknemers IPB Inter Provinciaal Bevolkingsmodel KCC Klant Contact Centrum : (digitaal) gemeente loket Klinisch Zorg op een ‘ziek’ bed van een instelling LVG Licht Verstandelijk Gehandicapten MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs MEE Ondersteunt mensen met een beperking NAH Niet Aangeboren Hersenletsel OGGZ Openbare Geestelijke Gezondheid Zorg OOGO Op Overeenstemming Gericht Overleg OTS Onder Toezicht Stelling PGB Persoonsgebonden Budget : zorg door de client zelf geregeld POH Praktijk Ondersteuner Huisarts SHV Schuld Hulp Verlening SVB Sociale Verzekerings Bank TDC Training & Diagnosticerings Centrum Transitie Overdracht van taken van rijk en/of Provincie naar gemeenten Transformatie Andere inrichting van de taken die worden overgeheveld TSZ Tegemoetkoming Specifieke Ziektekosten UWV Centrum voor Werk en Inkomen 3V Verkennen, Verdiepen, Veranderen per domein Vektis Centrum voor informatie en standaardisatie voor zorgverzekeraars Verwijsindex Informatiesysteem Zorg voor Jeugd Groningen VGG Vereniging Groninger Gemeenten
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
30
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
VMBO VNG VSV VO Wajong WAO WAZ WIA Wmo WSW Wtcg WWB ZIN ZVW ZZP
17 december 2013
Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortijdig School Verlaten Voortgezet Onderwijs Wet werk en arbeidsondersteuning jong gehandicapten Wet Arbeids Ongeschiktheid Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen Arbeidsongeschiktheidsuitkering voor mensen die langer dan 2 jaar ziek zijn en meer dan 35 % arbeidsongeschikt. Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet Sociale Werkvoorziening Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Wet Werk en Bijstand Zorg In Natura : zorg, geregeld door de zorgaanbieder Zorg Verzekerings Wet (in dit document vaak betreffende Jeugd GGZ) Zorg Zwaarte Pakket
Gemeente Bellingwedde
31
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
jeugdzorg werk en inkomen ambulante zorg spoedeisende samen zorg gesloten jeugdzorg Mwo opvoedondersteuning cjg jeugd dagbehandeling reclassering De Decentralisaties in Bellingwedde verkenning, verdieping, verandering Bijlages ambulante zorg kracht spoedeisende jeugdzorg werk en inkomen ambulante zorg spoedeisende zorg gesloten samen begeleiding ouderen gehandicapten, arbeidsongeschiktheid werk inkomen inkomensondersteuning multi problem arbeidsongeschiktheid overlappende voorzieningen integrale benadering dichtbij wat kan verder weg wat moet 17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
32
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Bijlage 1 demografische samenstelling & ontwikkelingen Samenstelling huidige bevolking Gemeente Bellingwedde heeft op 1-1-2013 een bevolkingsomvang van 8917 inwoners. Van de 8917 inwoners zijn 1563 jeugdigen van 0-17 jaar (ongeveer 17 %) en 2033 inwoners > 65 jaar (ongeveer 23%). De verdeling tussen mannen en vrouwen is 4449 mannen en 4468 vrouwen.
Leeftijd
9566 9695 9696 9697 9698 9699 Veelerveen Bellingwolde Oudeschans Blijham Wedde Vriescheloo Eindtotaal
0-3
13
124
2
88
43
25
295
4-11
43
292
17
173
109
54
688
12-17
44
193
9
184
91
59
580
18-22
28
140
7
135
56
40
406
23-29
20
175
5
127
61
53
441
30-39
49
321
8
197
119
79
773
40-49
108
497
21
395
191
157
1369
50-54
50
250
19
236
117
95
767
55-59
52
273
25
200
93
98
741
60-64
53
282
15
249
122
103
824
65-69
44
250
17
244
109
89
753
70-74
32
196
9
151
69
37
494
75-79
22
136
4
112
42
36
352
80-84
10
74
4
84
22
22
216
85-89
2
46
2
83
8
10
151
90eo
1
9
1
47
6
5
67
3258
165
2703
1258
962
8917
Eindtotaal 571
1.2 Leeftijdsopbouw Bellingwedde, vergeleken met landelijk Om de omvang van de verschillende doelgroepen in perspectief te plaatsen vergelijken we demografische kenmerken van de gemeente Bellingwedde met cijfers voor de provincie Groningen en voor Nederland als geheel.i <15 15-25 25-45 45-65 65-75 > 75 Totaal Bellingwedde 14% 10 % 20% 34% 13% 9% 8917 Groningen 16% 15% 25% 27% 9% 7% 580.875 Nederland 17% 12% 26% 28% 9% 7% 16.730.348
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
33
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
1.3
Bellingwedde op huishoudens niveau
Wat opvalt aan de samenstelling van huishoudens is een hoger percentage paren met en zonder kinderen dan in de provincie Groningen en in Nederland. Het aantal 1 persoonshuishoudens is lager. totaal 1-persoon Paren zk Paren mk 1 ouder Bellingwedde 3918 33% 38% 31% 6% Groningen 281.291 43% 28% 23% 6% Nederland 7.473.438 37% 28% 27% 7%
1.4
Demografische ontwikkelingen volgens IPB
De voorspellingen over de demografische ontwikkelingen verschillen nogal van elkaar. Volgens de demografische gegevens uit het leefbaarheidsplan zal het inwoneraantal in 2040 (Bron IPB) 6385 zijn, waarvan circa 50% ouder dan 65 jaar. Dit is een bevolkingsdaling van 20 % en een huishoudingsdaling van 14% tot 2040.
0_ 4 jaar 5_ 9 jaar 10_14 jaar 15_19 jaar 20_24 jaar 25_29 jaar 30_34 jaar 35_39 jaar 40_44 jaar 45_49 jaar 50_54 jaar 55_59 jaar 60_64 jaar 65_69 jaar 70_74 jaar 75_79 jaar 80_84 jaar 85_89 jaar 90_94 jaar 95 eo jaar
17 december 2013
2013 342 421 516 456 373 321 406 415 611 734 776 742 818 728 477 364 234 150 77 15 8.976
2018 283 357 442 465 321 306 355 410 437 579 733 774 725 749 654 401 288 175 83 28 8.565
Gemeente Bellingwedde
2023 248 302 355 388 320 262 373 372 406 441 595 725 752 665 647 570 311 220 83 41 8.076
2028 219 274 300 333 273 251 325 389 376 412 448 612 710 697 591 533 440 203 117 35 7.538
2033 224 227 281 283 228 228 303 335 396 391 415 460 597 642 606 507 389 298 129 43 6.982
2038 193 217 229 237 224 201 276 333 347 387 402 421 453 528 543 515 393 273 161 52 6.385
34
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Bron:
IPB
1.5 Demografisch ontwikkelingen volgens CBS Volgens cijfers van het CBS is het inwoneraantal van de gemeente Bellingwedde in 2040 naar verwachting 8100 i. Dat is een geprognosticeerde bevolkingsafname van 12%. Volgens het CBS zit de afname vooral in de leeftijdsgroep 0-20 jarigen : een afname met 30% en in de leeftijdscategorie 20-65 : ook 30%. De toename zit vooral in de bevolkingsgroep >65 een toename met bijna 50%. Onderwerpen Bevolking naar leeftijd 0 tot 20 jaar 20 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Regio's (situatie 2011) Perioden Bellingwedde
17 december 2013
x 1 000
2011 2012
1.8
5.4
2.1
2013
1.8
5.3
2.2
2014
1.7
5.2
2.3
2015
1.6
5.1
2.3
2016
1.6
5.0
2.4
2017
1.6
4.9
2.5
2018
1.6
4.8
2.5
2019
1.6
4.7
2.6
2025
1.4
4.4
2.8
2026
1.4
4.4
2.8
2027
1.3
4.3
2.8
2028
1.3
4.2
2.8
2029
1.3
4.2
2.9
2030
1.3
4.1
3.0
2031
1.2
4.1
3.0
2032
1.2
4.0
3.0
2033
1.2
4.0
3.0
2034
1.3
3.9
3.0
2035
1.3
3.8
3.1
2036
1.3
3.8
3.1
Gemeente Bellingwedde
35
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
2037
1.3
3.8
3.1
2038
1.3
3.8
3.1
2039
1.2
3.8
3.1
2040
1.2
3.8
3.1
CBS/PBL. 4-9-2013
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
36
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Bijlage 2 : Jeugd uit Bellingwedde bij Bureau Jeugdzorg
Postcode
jeugdzorg % bevolking
Aantal gemeente
9566 Veelerveen
9
1,6%
571
9695 Bellingwolde
25
0,8%
3258
9696 Oude Schans
1
0,6%
165
9697 Blijham
17
0,6%
2703
9698 Wedde
12
1,0%
1258
9699 Vriescheloo
8
0,8%
962
Eindtotaal
72
0,8%
8917
Leeftijd
jeugdzorg % bevolking
Aantal gemeente
0-3 jaar
7
2,4%
295
4-11 jaar
28
4,1%
688
12-17 jaar
29
5,0%
580
18-22 jaar
8
2,0%
406
Totaal
72
3,7%
1969
Toegang
69
OTS
6
Voogdij
4
Reclassering
3
Jeugdzorg totaal
72
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
37
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Bijlage 3 : AWBZ verdeling per dorp en de overlap in functies bij ZIN en PGB AWBZ in aantallen en percentages per dorp
Postcode
AWBZ extramuraal
% bevolking
Aantal gemeente
9566 Veelerveen
14
2,5%
571
9695 Bellingwolde
64
2,0%
3258
9696 Oudeschans
0
0,0%
165
9697 Blijham
69
2,6%
2703
9698 Wedde
25
2,0%
1258
9699 Vriescheloo
30
3,1%
962
Eindtotaal
202
2,3%
8917
ZIN in functies en overlap Ongeveer 30% van de personen met een ZIN-indicatie heeft ook een Wmo-voorziening en is daarmee bekend bij de gemeente. In 2013 zijn er 108 cliënten met ZIN waarvan 26 met meerdere functies Functie
Aantal
Begeleiding in groepsverband
23
Begeleiding individueel
29
Behandeling in groepsverband
2
Behandeling individueel
3
Persoonlijke verzorging
72
Eindtotaal
129
Overlap
Aantal
1
82
2
24
3
2
Eindtotaal
108
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
38
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
PGB in functies en overlap Functie
Aantal
Begeleiding in dagdelen met vervoer
37
Begeleiding in dagdelen zonder vervoer
12
Begeleiding in uren
80
Kortdurend verblijf
27
Ophoging
24
Persoonlijke verzorging
55
Verpleging
12
Eindtotaal
247
Overlap
Aantal
1
35
2
15
3
20
4
18
5
10
Eindtotaal
98
In 2013 zijn er 98 clienten met een PGB waarvan 63 met meerdere functies
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
39
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Bijlage 4 : overlap WIA, Wajong, WAO
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
40
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Bijlage 5 Overlap Bijstand, WW. Arbeidsongeschiktheid
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
41
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Bijlage 6 ; gebruik van financiele en zorg regelingen per dorp 9566 9695 9696 9697 9698 9699 Veelerveen Bellingwolde Oudeschans Blijham Wedde Vriescheloo Totaal kwijtsch
0,9%
1,1%
0,0%
1,4%
0,5%
0,9%
1,0%
WSW
0,5%
1,9%
1,2%
1,1%
1,4%
1,7%
1,5%
Wmo
5,1%
6,3%
4,8%
10,5%
5,1%
7,4%
7,4%
uwv
8,4%
6,7%
7,3%
5,5%
6,8%
11,9%
7,1%
uitk_soza
3,3%
2,0%
0,6%
2,1%
1,4%
2,6%
2,1%
bijzbijst
1,8%
1,1%
0,6%
1,4%
0,7%
0,9%
1,2%
AWBZ
2,6%
2,0%
0,0%
2,9%
2,0%
3,2%
2,4%
ZVW
1,4%
2,0%
1,2%
1,7%
1,0%
1,4%
1,6%
jeugdzorg 1,6%
0,8%
0,6%
0,6%
1,0%
0,8%
0,8%
Totaal
3258
165
2703
1258
962
8917
571
Bovenstaand schema toont op burgerniveau per dorp het gebruik van regelingen. Vooral de hoge percentages UWV en Wmo vallen op. dorp
hh
uwv
Kwijt
Wsw
Wmo
Wwb
bb
Awbz
Zvw
W&I
zorg
Veelerveen
245
43
5
3
26
18
8
13
6
63
38
Bellingwolde
1426
196
35
55
187
63
35
59
58
300
257
Oudeschans
80
11
0
2
8
1
1
0
2
14
10
Blijham
1186
138
37
28
222
55
38
65
35
209
263
Wedde
531
73
6
15
58
18
9
25
13
97
78
Vriescheloo
450
103
9
14
64
25
8
28
12
131
85
Eindtotaal
3918
564
92
117
565
180
99
190
126
814
731
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
42
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
dorp
uwv
Kwijt
WSW
Wmo
soza
bb
AWBZ
ZVW
finan
zorg
9566
17,6%
2,0%
1,2%
10,6%
7,3%
3,3%
5,3%
2,4%
25,7%
15,5%
9695
13,7%
2,5%
3,9%
13,1%
4,4%
2,5%
4,1%
4,1%
21,0%
18,0%
9696
13,8%
0,0%
2,5%
10,0%
1,3%
1,3%
0,0%
2,5%
17,5%
12,5%
9697
11,6%
3,1%
2,4%
18,7%
4,6%
3,2%
5,5%
3,0%
17,6%
22,2%
9698
13,7%
1,1%
2,8%
10,9%
3,4%
1,7%
4,7%
2,4%
18,3%
14,7%
9699
22,9%
2,0%
3,1%
14,2%
5,6%
1,8%
6,2%
2,7%
29,1%
18,9%
Eindtotaal
14,4%
2,3%
3,0%
14,4%
4,6%
2,5%
4,8%
3,2%
20,8%
18,7%
In bovenstaande schema’s staat het gebruik van financiële en zorgregelingen per dorp. Vooral Vriescheloo en Veelerveen hebben hoge percentages financiële ondersteuning.
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
43
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
Bijlage 7 : Samenstelling huishoudens en gebruik van regelingen Huishoudens
kwijt
WSW
soza
bijzbijst
uwv
Wmo
Vkb
AWBZ
ZVW
bjz
Totaal
alleenstaand
54
29
81
52
126
318
37
87
6
1
1081
eenoudergezin
19
7
32
19
39
20
13
18
22
17
197
overige met kinderen
0
1
3
1
9
2
1
5
3
2
19
overige zonder kinderen
0
1
1
1
11
3
2
3
0
0
24
inwonende ouder bij gehuwd
0
2
1
0
4
7
0
0
0
0
18
samenwonend zonder kinderen
9
48
30
15
239
172
12
25
4
0
1561
standaard gezin met kinderen
10
41
32
11
136
43
18
52
91
40
1018
Eindtotaal
92
129
180
99
564
565
83
190
126
60
3918
Aantal regelingen
0
1
2
3
4
5
6
Eindtotaal
Bellingwolde
923
319
101
46
11
7
1
1408
Bellingwolde / Blijham
6
1
0
0
0
0
0
7
Blijham
763
266
110
29
9
5
4
1186
Den Ham
5
0
0
0
0
0
0
5
Klein Ulsda
15
3
2
0
0
0
0
20
Oudeschans
44
13
2
1
0
0
0
60
Rhederveld
12
3
0
0
0
0
0
15
Veelerveen
153
58
12
11
4
0
0
238
Veelerveen / Vriescheloo
3
2
1
1
0
0
0
7
Vriescheloo
268
99
46
24
2
2
0
441
Wedde
334
89
29
15
4
1
0
472
Wedderveer
45
8
5
0
0
1
0
59
Eindtotaal
2571
861
308
127
30
16
5
3918
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
44
De Decentralisaties in Bellingwedde: Verkenning, Verdieping, Verandering
17 december 2013
Gemeente Bellingwedde
45