circus 1-10-2009
titel
Jeugdcircus in Nederland Machteld Dicke
Elk kind heeft een talent. Het is aan ons om dat te ontdekken.
Verslag van 16 gesprekken met jeugdcircussen in opdracht van Kunstfactor Rotterdam, 1 oktober 2009 &Concept
circus 1-10-2009
2
circus 1-10-2009
voorwoord
Voorwoord
‘Alweer een onderzoek’ schijnt menigeen verzucht te hebben bij mijn aankondiging dat &Concept zou komen voor een interview. Wat hebben we zoal gehad? Als eerste het onderzoek van het gerenommeerde Kohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam naar Het Geheim van Elleboog – wat maakt circus nou zo bijzonder? Vervolgens een kwantitatief onderzoek van Circomundo, een eerste inventarisatie van het Nederlandse jeugdcircuslandschap – niemand wist dat er zoveel jeugdcircussen waren. Daarop volgde de enquête Laat je Kunsten Zien door Jantje Beton, Stichting Capriool en Circomundo – wat wil het jeugdcircus? Oftewel: waar liggen de overeenkomsten en verschillen? En dan nu het onderzoek dat we hebben genoemd Jeugdcircus in Nederland – het is een combinatie geworden van het eerdere cijfermateriaal en uitgebreide persoonlijke interviews over de dagelijkse praktijk, over de wensen en over de hobbels en kuilen op de weg die het jeugdcircus aflegt. Dan hebben we de wetenschap, cijfers en het ‘gezicht’ van het Nederlandse jeugdcircus nu bij elkaar – volgens mij precies wat je nodig hebt voor een flinke gezamenlijke stap voorwaarts in erkenning en ondersteuning. Ik ben trots dat ik nu al zeven jaar werk voor en met het jeugdcircus. Het is een kleurrijke, levendige wereld vol met mensen die veel te bieden hebben. Die stap komt hen toe.
Kunstfactor, Utrecht, 20 november 2009,
Eveline Alders
circus 1-10-2009
4
circus 1-10-2009
inhoud
Inhoudsopgave 3
voorwoord
5
inhoudsopgave
7
inleiding
9
jeugdcircus in Nederland, samenvatting
statistiek 1 doelen
18
19
interview met BuitenGewoon
statistiek 2 doelgroep
23
24
interview met Circus Rotjeknor
statistiek 3 aanbod
28
29
interview met Circus Elleboog
statistiek 4 bereik
33
34
interview met Hannes en Co
statistiek 5 werving
38
39
interview met Stichting CircusKunst
statistiek 6 docenten 1
43
44
interview met Woenzini
statistiek 7 docenten 2
48
49
interview met Circaso
statistiek 8 organisatie
53
54
interview met Acrobatico
statistiek 9 bronnen
58
59
interview met Circus Never Mind
statistiek 10 inkomsten
63
64
interview met Poehaa
statistiek 11 omzet
68
69
interview met Circus Amersfoort
statistiek 12 zorgen
73
74
interview met Grote Broer
statistiek 13 stellingen 1
78
79
interview met Il Grigio
statistiek 14 stellingen 2
83
84
interview met Tubantino
statistiek 15 factoren 1
88
89
interview met Gouden Ster
statistiek 16 factoren 2
93
94
interview met Santelli
98
colofon
circus 1-10-2009
6
circus 1-10-2009
inleiding
Inleiding Kunstfactor is het sectorintituut voor de Nederlandse Amateurkunst. Daarbij hoort sinds kort ook jeugdcircus. Om op een goede manier inhoud te kunnen geven aan het ondersteunen van de jeugdcircussen wil Kunstfactor meer inzicht in hun werkwijze, visie, ambitie, wensen en obstakels.
Opdracht, doel
Kunstfactor vroeg organisatiebureau &Concept om de bij Circomundo - de belangenorganisatie voor het Nederlandse jeugdcircus - aangesloten jeugdcircussen te interviewen. Doel van het onderzoek was het in kaart brengen van de werkwijze, (toekomst)visie en ambities van jeugdcircussen in Nederland om zodoende een kader te scheppen voor een mogelijke, toekomstige ondersteuningsaanpak.
Laat je Kunsten zien
Het onderzoek ‘Laat je Kunsten zien’ - een initiatief van Jantje Beton, met medewerking van Capriool Circusprojecten (André Hoekstra) en Circomundo - bleek een goed vertrekpunt bij het voorbereiden van de interviews. Het leverde veel nuttige feiten op, waarover we onze vragen konden formuleren. Na het bestuderen van het onderzoek vonden we dat de uitkomsten nog niet de aandacht hebben gehad die ze verdienen. Een aantal daarvan presenteren we daarom als statistische omlijsting van dit rapport in de vorm van becommentarieerde tabellen. Het zijn de hoofdstukken Statistiek 1 t/m 13.
Interviews
Tussen 18 mei en 16 september 2009 interviewden we 16 jeugdcircussen. Het betreft de toenmalige leden van Circomundo (inmiddels zijn dat er meer). In alle gevallen is gesproken met de (of één van de) eindverantwoordelijke(n). Er is gesproken aan de hand van een vaste vragenlijst. Onderdeel was het beoordelen van een reeks stellingen. De resultaten hiervan zijn te vinden in de hoofdstukken: Statistiek 14 t/m 16.
Resultaten
Daar waar in de interviews naar kwantitatieve gegevens is gevraagd, moet de presentatie daarvan in dit rapport gezien worden als indicatief. Dit geldt ook voor de resultaten van het onderzoek ‘Laat je Kunsten zien’. De steekproef en de totale populatie van beide onderzoeken zijn te klein om van representativiteit te spreken.
Leeswijzer
• De kern van dit rapport vormt de weergave van de interviews. Het zijn portretten geworden van 16 zeer verschillende organisaties. • Daaromheen staan de statistiekhoofdstukken. • In de samenvatting, voorafgaand aan de interviews, worden uitspraken gebruikt om over een aantal onderwerpen (doel, bereik, positie, professionalisering) een algemeen beeld van de Nederlandse jeugdcircussen te schetsen. Het hoofdstuk eindigt met de belangrijkste bevindingen. Veel leesplezier, &Concept.
circus 1-10-2009
8
circus 1-10-2009
sv p1
Jeugdcircus in Nederland samenvatting
§1 de wereld van het jeugdcircus
&Concept voelde zich direct thuis in de wereld van het jeugdcircus. Die heeft, zoals verder zal blijken, veel weg van die van de andere amateurkunsten: er is een gezonde dosis zelfredzaamheid, idealisme, geloof in resultaat, trots, maar ook relativeringsvermogen. Centraal staat de passie voor het eigen circus en die is groot, want er worden vele uren gewerkt en maar weinig vergoed. De gemiddelde jeugdcircusdirecteur heeft er een baan (in of buiten het eigen jeugdcircus) bij. ‘Ik ben ook parttime gemeenteambtenaar.’ ‘Mijn inkomen verdien ik vooral op een middelbare school met lessen techniek en informatica.’ ‘Gelukkig heb ik flexibel werk, waarbij ik mijn eigen uren in kan delen; zo kan ik genoeg tijd voor het circus vrijmaken.’ Waar amateurkoren en orkesten soms al in de 19e eeuw zijn opgericht, bestaat het gemiddelde jeugdcircus pas een jaar of 25. Het oudste jeugdcircus bestaat 60 jaar, het jongste 3 jaar. We hebben dus vaak te maken met mensen die er vanaf het begin bij waren of de oprichters nog hebben meegemaakt. ‘In de jaren ’80 stopte de pastoor met het circus en nam mijn vader het over.’ ‘Bij turnvereniging Hercules vroegen ze me om de kinderen wat circusnummers te leren. Dat was in 1992.’ ‘Ik heb het circus in 1998 opgericht.’ Dat tekent ze: het zijn bevlogen pioniers. Geen alleskunners of ervaren managers maar gedreven doorzetters en - zoals gezegd - idealisten. Pioniers zijn ook ondernemende eenlingen. Ze doen veel zelf, ze zijn zwaar belast, er hangt veel van hen af - een positie die hen (en daarmee hun circus) kwetsbaar maakt. ‘Het is erg gebonden aan ons, dat is een zwak punt.’ ‘We hebben het te druk. We zouden wel wat meer werk uit handen willen geven, maar totnogtoe is het lastig om anderen te vinden die het net zo doen als wij.’ ‘Het is moeilijk een geschikte opvolger te vinden.’ ‘Als ik iets doe wil ik het goed doen, daarom werk ik hard en maak veel uren.’
circus 1-10-2009
sv p2
Jeugdcircus in Nederland Er zijn in Nederland ongeveer 55 jeugdcircussen. Daarvan zijn er nu 20 lid van belangenvereniging Circomundo. Het blijkt een kleine wereld. ‘Nadat ik Acrobatico in 1986 heb opgericht ben ik naar het oosten vertrokken. Daar heb ik Tubantino opgericht.’ ‘Ik ben een paar keer in Amersfoort op cursus geweest bij Tejo Zadel.’ ‘Ik geef ook nog les bij Circus Rotjeknor.’ ‘Iedereen kent iedereen.’
§2 types
In paragraaf 1 wordt over ‘het gemiddelde jeugdcircus’ gesproken, maar dat bestaat natuurlijk niet en al helemaal niet in de ogen van de geïnterviewden. Ze zijn allemaal verschillend. Dat viel al op in 1) de enquête van 2007 : het meest gegeven antwoord in de categorie ‘anders’ was: ‘Deze vraag is op ons niet van toepassing omdat wij een afwijkend jeugdcircus zijn.’ Toch zien we, als we alle interviews achter de rug hebben, naast de voordehand liggende indeling in omvang (bereik, omzet, personeel, subsidie) een dekkende vier-deling: a) b) c) d)
het voorstellingscircus de lesinstelling/club de artiest-onderneming de vrijwilligerspool
De categorieën sluiten elkaar niet uit. Het zijn accentverschillen. In een aantal circussen zijn elementen van alle categorieën herkenbaar, andere zijn onderweg van de ene naar de andere categorie. De indeling is natuurlijk: hij verklaart veel van de in de interviews gegeven antwoorden.
§3 doel en visie
‘Onze doelstelling is het bevorderen van de motorische, emotionele en creatieve ontwikkeling van kinderen, ook uit achterstandsgroepen en beperkten, middels circus.’
Circus als middel! Of het nu de wijk, een groep achtergestelden of een individu betreft, de aanbieders weten zeker dat het beoefenen van circus bijdraagt aan de emotionele, sociale en motorische ontwikkeling. Andere waarden worden niet ontkend, maar circusbeoefening als middel voor ontwikkeling staat centraal. Het is een belangrijke reden waarom beleidsmakers bij de overheid jeugdcircus serieus moeten nemen, iets dat ze in de ogen van de geïnterviewden nu niet doen. ‘Dat wij bij het huren van gymzalen altijd het commerciële tarief betalen, terwijl iedere sportclub veel minder betaalt, daarover hebben wij de gemeente al diverse keren benaderd, maar zonder resultaat.’ ‘Een echt punt vind ik dat circus serieus genomen moet worden.’ 1)
10
Het onderzoek Laat je Kunsten Zien, vanaf nu: ‘de enquête van 2007’.
circus 1-10-2009
sv p3
Jeugdcircus in Nederland ‘Ieder kind zou naar circusles moeten kunnen’. Daar is iedereen het over eens, circus is voor iedereen. Gemiddeld krijgt de stelling van de geïnterviewden een 4,75 (1 = niet mee eens, 5 = volledig mee eens). Het sluit aan op de geldende visie op kunsteducatie: het is belangrijk voor de ontwikkeling van de burger en dus een basisvoorziening. Dat geldt ook voor circus: waarom zou je wel naar de muziekschool moeten kunnen en niet naar het jeugdcircus? Maar de stelling verwoordt nog een andere notie: ook kinderen met problemen zijn welkom. ‘Voor iedereen is een plekje. Ook deze kinderen groeien als ze iets goed kunnen of als ze daar waardering voor krijgen.’ ‘Er komen op de reguliere lessen veel kinderen met een beperking of met een speciale problematiek. Die worden vaak naar ons doorverwezen, door artsen, scholen of sportverenigingen. Kinderen die bijvoorbeeld vanuit turnen op circus komen, waren daar meestal te druk of te speels.’ ‘Elk kind heeft een talent, het is aan ons om dat te ontdekken.’ Ook de stelling ‘circus is kunst’ krijgt veel bijval. De stelling eindigt als derde met een gemiddelde waarde van 4,67 in het stellingenklassement. In de gesprekken vragen we om aan te geven in hoeverre er sprake is van nouveau cirque. Slechts een enkel circus zegt zich daar niet mee bezig te houden, de rest volgt deze ontwikkeling met belangstelling of rekent zich ertoe. De opvattingen over wat dat precies inhoudt verschillen. Steeds is er sprake van een meer theatrale aanpak, meer aandacht voor presentatie, maar de invulling varieert van het kiezen van een thema voor de voorstelling tot het inhuren van een regisseur. ‘Ik heb altijd een regisseuse bij de voorstellingen, dat is een vriendendienst, ik doe weer dingen voor haar.’ ‘Een voorstelling heeft altijd een thema, een raamvertelling waarbinnen alle acts zich afspelen.’ ‘Ons hart ligt meer bij het nouveau cirque dan bij het traditionele, maar onze voorstellingen bevinden zich ongeveer halverwege.’ ‘Veel voorstellingen, die ik elders zie, kloppen dramaturgisch niet: er wordt een verhaal begonnen dat niet wordt afgemaakt. Dan denk ik: ‘Had er even een theaterregisseur bij betrokken.’ ‘Een tijdje hebben we geprobeerd meer de theaterkant op te gaan. We wilden weleens wat anders, we hadden al jarenlang de formule spreekstalmeester - nummer - spreekstalmeester - nummer.’ Maar ook ... ‘Meer theater, dat beviel ons niet zo. Het gaat er toch gewoon om dat de kinderen en de toeschouwers het leuk vinden. En die willen acts.’ Slechts een enkel circus noemt talentontwikkeling als expliciet doel. Bij navraag wordt het meestal een secundair product genoemd. Het vinden en/of begeleiden van kinderen met talent is geen doel op zich. Maar als talent zich aandient … ‘We hebben ze ruimte ter beschikking gesteld om te oefenen en we helpen ze bij de acts die ze voor de auditie moeten doen.’
circus 1-10-2009
sv p4
Jeugdcircus in Nederland ‘We hebben een groep getalenteerde jongeren, die zelf acts maken en een extra stimulans krijgen om de open dagen van Codarts te bezoeken. We willen ze nergens toe dwingen, maar wel stimuleren.’
§4 bereik
De omvang van de Nederlandse jeugdcircussen wordt niet in eerste instantie bepaald door de vraag. Er zijn docenten, er is een organisatie, een ruimte, materiaal, tijd, samen bepalen ze de grenzen van de groei. Groter worden is een veel gehoorde toekomstvisie. Maar er zijn altijd beperkingen. De belangrijkste zijn geld en docenten. ‘Als we meer docenten zouden hebben, zouden we kunnen groeien. We proberen low profile docenten te werven.’ ‘We willen wel groeien en de wachtlijsten korter maken, maar onze docenten zijn vrijwilligers, die kun je niet zomaar vragen om meer te gaan werken. We zullen ze eerst moeten betalen, dan pas zien we groei voor ons als mogelijkeid.’ ‘Een zwak punt van ons is dat we nog te weinig docenten hebben, we zijn op zoek.’ Omdat de omvang niet door de vraag bepaald wordt, hoeft er zelden te worden geworven. Dat is bijzonder als je het jeugdcircus met andere amateurkunstdisciplines vergelijkt. Sterker nog … ‘We werven nooit maar toch hebben we altijd een wachtlijst. Die is vrij lang: anderhalf jaar wachten is heel lang als je acht bent. Er gaan weinig kinderen af, de meeste blijven. Dit jaar waren er maar 15 plekken vrij.’ ‘Voor de clubs wordt geen publiciteit gevoerd. Als we dat zouden doen zouden we een wachtlijst krijgen.’ Het hebben van een wachtlijst heeft een groot nadeel: het wordt op termijn onderdeel van je reputatie. Mensen denken: ‘Het heeft geen zin om je daar voor op te geven. Ze hebben daar een lange wachtlijst’. Een tweede effect is, zoals gezegd, dat er weinig energie in het werven van deelnemers wordt gestopt. In de enquête van 2007 wordt ‘mond-tot-mond-reclame’ door veel circussen als enig wervingsinstrument genoemd. Dat heeft gevolgen voor de deelname: met activiteiten in het onderwijs wordt vaak een brede laag van de bevolking bereikt. Voor de lessen, clubs en voorstellingsgroepen geldt dit minder. ‘Ons lukt het slecht om niet-Nederlandse kinderen en Nederlandse kinderen uit lagere sociale klassen te bereiken; ze komen gewoon niet.’ ‘Er zijn op de clubs niet alleen weinig kinderen van niet-Nederlandse afkomst, er zijn ook weinig Nederlandse kinderen uit de lagere sociale klassen. Hoewel de drempel bij ons laag is want we hebben een lage contributie. En voor mensen met een laag inkomen is er ook nog de kortingspas.’ ‘Ondanks het feit dat er hier achterstandswijken zijn, zijn de kinderen op de reguliere circuslessen wit.’ ‘Er zijn wel relatief veel kinderen van de Vrije School.’
circus 1-10-2009
sv p5
Jeugdcircus in Nederland ‘We hebben toevallig veel Havo- en VWO-kids.’ In de projecten worden de kinderen van niet-Nederlandse afkomst overigens meestal goed bereikt. Circus is ook meer een meisjes- dan een jongensding. Op het schoolplein klinkt het voor jongens nu eenmaal stoerder om te zeggen dat je voetbalt. Al met al lijkt het jeugdcircus, net als de rest van de amateurkunst, maar een beperkt deel van de samenleving te vinden. Daartegenover staat die ene doelgroep die als geen ander door het jeugdcircus wordt bediend: ‘We vinden het geen enkel probleem dat we relatief veel probleemgevallen hebben. Er komen ook vaak kinderen die alle sporten al gedaan hebben en daar niet te handhaven waren. Die komen bij ons gewoon in de reguliere groepen. Onze aanpak is heel anders dan bij een voetbalvereniging. Ik geloof in de kracht van ieder individu. Ik zal nooit iemand weigeren op circusles.’ Het is niet een specifiek gezochte groep, maar een direct gevolg van de toegankelijkheid van het jeugdcircus. Dat is een sterk punt. ‘Ik geloof in de kracht van ieder individu. Ik zal nooit iemand weigeren op circusles.’
§5 positie
Het jeugdcircus in Nederland beschrijft de eigen positie als ‘ondergewaardeerd’. Er wordt hard gewerkt voor weinig vergoeding, de accommodatie voldoet niet, er is geen opleiding voor docenten. Kortom circus wordt door de beleidsmakers niet serieus genomen, zo vindt meer dan 60% van de geïnterviewden. ‘Ik denk dat wij ons voor de gemeente eerst een paar jaar moeten bewijzen, dat ze dan pas zien wat circus kan betekenen.’ Circus heeft (ondanks de populariteit bij de doelgroep) ook nog eens geen best imago. ‘Er is nog steeds het beeld van volksvermaak en charlatans die steeds weer verder trekken.’ En circus hoort nergens bij. Een eventuele gemeentelijke bijdrage kan uit de kunstbegroting komen maar ook uit sport (en recreatie) of maatschappelijke ontwikkeling. Vaak krijgen jeugdcircussen te horen dat ze bij een subsidie-pot aan het verkeerde adres zijn. Ze worden van het kastje naar de muur gestuurd. Andere krijgen voor verschillende activiteiten uit verschillende potten financiële ondersteuning. Subsidie is overigens geen must. Je krijgt geld om een bijdrage te leveren aan het beleid van een ander. Dat valt niet altijd samen met wat je zelf wilt bereiken. Het gaat dan ten koste van de onafhankelijkheid. En daar hechten jeugdcircussen zeer aan. ‘We zijn wel van plan om bij de gemeente aan te kloppen voor subsidiemogelijkheden. Maar we zijn ons er van bewust dat we dan ook een stukje van onze onafhankelijkheid kunnen verliezen.’
circus 1-10-2009
sv p6
Jeugdcircus in Nederland ‘Ik vind zelfstandigheid en onafhankelijkheid heel erg belangrijk. Bij circus hoort vrijheid. Ik zou niet graag afhankelijk willen zijn van de grillen van subsidiënten, dan weer moet je dit doen, dan weer dat, dat is niets voor ons. Dan maar wat minder geld! Ik ben trots op wat wij zelfstandig hebben bereikt.’ Zo wordt er ook behoedzaam naar het plaatselijk centrum voor de kunsten gekeken. ‘Zij hebben circuslessen in hun aanbod opgenomen, we worden ingehuurd om ze te geven. Dat was één van de voorwaarden van de gemeente om subsidie te krijgen.’ ‘Het centrum voor de kunsten, biedt ook circuscursussen aan voor jonge kinderen. We willen wel samenwerken, maar totnogtoe kwam dat financieel niet rond.’ ‘We behouden graag onze eigen identiteit en het centrum voor de kunsten is een moloch. Wij gaan zeker niet naar de pijpen van het centrum dansen’. De stelling ‘We willen graag meer samenwerken met het centrum voor de kunsten’ bevindt zich met een score van 2,56 in de onderste regionen.2) Willen de jeugdcircussen dan met niemand samenwerken? Jawel: met elkaar. Die stelling scoort een unaniem ‘mee eens’. Het beeld is vertekend, we hebben ten slotte de leden van Circomundo geïnterviewd. Maar toch. Men zoekt kennelijk eerder steun bij/contact met gelijkgestemden in andere gemeenten dan lokale partners. Het blijkt leerzaam om naar elkaar te kijken bij het oplossen van problemen (docenten, protocollen, veiligheid). De jeugdcircussen zien elkaar niet als concurrent. ‘We verwijzen naar elkaar door, we doen soms samen workshops en we vervangen elkaars docenten als er iemand ziek is.’ De ‘eigen club’, Circomundo, wordt gezien als een nuttig netwerk. Onderwerpen die daar op de agenda moeten staan zijn imago, opleiding, subsidie en uitwisseling. Het bezoeken van Circomundo activiteiten blijkt dé manier om op de hoogte te blijven van ‘wat er landelijk speelt’. Daar is, getuige de stelling daarover, grote behoefte aan.
§6 toekomst, ambitie
Het lijkt wel alsof veel jeugdcircussen in dezelfde fase zijn. Ze verschillen niet veel in leeftijd en ze kennen elkaar goed, dus zo gek is dat niet. ‘We staan voor een aantal belangrijke keuzes’, klinkt het steeds. Die keuzes hangen met elkaar samen. Ze hebben te maken met de ambitie van de jeugdcircussen. Men wil zich verder ontwikkelen. Men streeft naar groei en kwaliteitsverbetering. En daarvoor is een professionaliseringsslag gewenst. Huisvesting is daarin een belangrijke factor. Nieuwbouw, samenvoegen, verhuizen, opknappen, voor de helft (!) van de geïnterviewden is er net verandering in de huisvesting gekomen of gebeurt dat binnenkort. ‘De nieuwe lokatie is 500 meter verderop. Het is een oude school met een gymzaal, niet ver van de huidige locatie. Het is twee keer zo groot.’ Voor anderen is het een knelpunt. 2)
14
Zie pagina 83: slechts 7 van de 42 stellingen krijgen minder bijval.
circus 1-10-2009
sv p7
Jeugdcircus in Nederland ‘Op een termijn van drie tot vijf jaar hopen we een eigen accommodatie te kunnen realiseren. Als we dat hebben, kunnen we ons verder ontwikkelen. Dan kunnen we ook overdag activiteiten aanbieden.’ ‘Een eigen plek is niet noodzakelijk voor ons voortbestaan, maar als het lukt zou het wel een hoop extra mogelijkheden creëren, dan zouden we ook kinderfeestjes en dergelijke kunnen gaan doen.’ Na huisvesting, zo blijkt onder andere uit de enquête van 2007, is ‘docenten’ het grootste knelpunt bij het realiseren van de ambities: de kwaliteit van de docenten, het betalen van docenten, beschikbaarheid en opleiding. In bijna alle gesprekken komt het gebrek aan opgeleide docenten aan de orde. Of er zijn wel docenten maar er is geen ruimte voor een redelijke vergoeding. ‘Het werven van docenten is lastig omdat er geen opleiding is. Docenten hebben vaak didactische kennis maar gebrek aan circuservaring of andersom.’ ‘Niet alle artiesten kunnen ook lesgeven.’ ‘We onderzoeken of het mogelijk is om meer financiële middelen te krijgen, zodat onze docent (deels) betaald kan worden’. ‘Onze docenten ontvangen de maximale vrijwilligersbijdrage’. Docenten werven en betalen en het realiseren van huisvesting, dat zijn grote stappen die je niet kunt zetten zonder een stevig bestuur en een goed beleidsplan. Daar schort het in de wereld van het jeugdcircus nog weleens aan: dan is er (nog) geen beleidsplan of wel een plan maar (nog) niet op papier. Dan is er (nog) geen bestuur, of wel een bestuur maar een met daarin alleen ouders en docenten. Even zoveel jeugdcircussen hebben wel een beleidsplan en een adequaat bestuur. Ook op dit punt bestaat er geen ‘gemiddeld jeugdcircus’. Bij professionalisering hoort ook het nadenken over veiligheid (en aansprakelijkheid). In de enquête van 2007 is veiligheid door meer dan de helft van de jeugdcircussen een knelpunt genoemd en door enkelen zelfs ‘zeer urgent’. Het punt is sindsdien zichtbaar opgepakt. Risico’s zijn in het circus nooit helemaal uit te bannen, net als elders. Als er in zo’n geval maar een handelingsprotocol is. De Circomundowerkgroep veiligheid doet daar aanbevelingen over. De werkgroep komt in de interviews een aantal keer ter sprake. Maar men is er ook zelf op alle fronten mee bezig: ‘Als een trainer zelf iets toevoegt aan een act wat niet is afgesproken en gekeurd, dan zeggen we ‘nee’ tot de keuring heeft plaatsgevonden.’ ‘De verantwoordelijkheid voor de veiligheid bij het paardennummer ligt bij het circus, wij moeten ervoor zorgen dat deze act veilig gebeurt.’ ‘We hebben allemaal een EHBO-diploma, speciaal voor sportblessures.’ ‘Je kunt veel doen om de veiligheid te optimaliseren, door deugdelijk materiaal te gebruiken bijvoorbeeld.’ ‘We zorgen altijd voor een tweede persoon; voor-het-geval-dat.’ ‘Wij leggen alle constructies ter controle voor aan een technisch constructiebedrijf.’
circus 1-10-2009
sv p8
Jeugdcircus in Nederland ‘We zijn ons er van bewust dat we er alles aan moeten doen. Ouders vertrouwen ons tenslotte hun kinderen toe.’ Steeds weer blijkt dat een aantal circussen in een beslissende fase verkeert. Je voelt de ambitie in de gesprekken. Niet dat het nu niet goed gaat, maar het kan altijd beter en ‘circusmensen zijn meesters in het waarmaken van hun dromen’. Ondersteuning, juist in deze fase, kan, gezien het enthousiasme en de inzet van de sector, veel opbrengen.
§7 bevindingen
1 2
Veel jeugdcircussen zien zichzelf als een effectief middel om maatschappelijke doelen te realiseren. Vaak zijn ze dat, maar het benadrukken ervan zorgt er voor dat de jeugdcircussen niet altijd als kunstorganisatie gezien worden. Jeugdcircus is uniek in zijn laagdrempeligheid. Het staat als geen andere vorm van vrijetijdsbesteding open voor kinderen met sociale, motorische en/of cognitieve problemen.
3 4 5 6
Afgemeten aan de ondersteuning wordt circus in de meeste gemeenten niet gekend of serieus genomen. Het Nederlandse jeugdcircus vernieuwt zich. Er wordt goed gekeken naar, en geleerd van internationale ontwikkelingen. Tegelijkertijd is er bij een aantal circussen een minstens even waardevolle focus op het behoud van de circustraditie. Het merendeel van de jeugdcircussen is met een professionaliseringsslag bezig. Grootste knelpunten daarbij zijn voldoende geschoolde docenten, geschikte huisvesting en veiligheid. Met name het ontbreken van een opleiding tot circusdocent en bijscholingsfaciliteiten zijn een remmende factor. Jeugdcircussen hechten aan hun onafhankelijkheid en eigenheid. Daarnaast heeft zich, vanuit de wens om met elkaar samen te werken en elkaar te versterken, de afgelopen jaren een sterk netwerk ontwikkeld. Er is, ondanks stevige onderlinge verschillen, sprake van grote solidariteit.
7
Het Nederlandse jeugdcircus heeft de ambitie om te groeien, in omvang en kwaliteit. Om te kunnen groeien zijn een kundig bestuur, een goed opgeleide docentenstaf en een stevige organisatie van groot belang. De smalle basis waarop velen nu moeten opereren maakt hen kwetsbaar. De ambities en middelen (tijd en geld) zijn daarbij niet met elkaar in balans.
8 9
Er is weinig aandacht voor het expliciet werken aan talentontwikkeling, dat toch een eerste stap is in het proces, dat uiteindelijk leidt tot meer docenten. Er is een tweedeling in het bereik: met projecten bereikt het circus de achterstandwijken, in de lespraktijken zien we vooral blanke kinderen. Ook zien we meer meisjes dan jongens. De jeugdcircuspopulatie meldt zichzelf aan, er gebeurt weinig aan werving.
16
circus 1-10-2009
sv p9
Jeugdcircus in Nederland
§8 aanbevelingen
1 2
De Nederlandse jeugdcircussen verdienen het om serieus genomen te worden. Ze bieden een activiteit waarin motorische, sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling worden gecombineerd en dragen zo bij aan het realiseren van belangrijke maatschappelijke doelen. Jeugdcircus moet net als andere vormen van kunsteducatie gezien worden als basisvoorziening. Het is belangrijk dat de jeugdcircussen, begeleid of anderszins ondersteund, werk maken van het versterken van de organisatie. De vaak smalle basis (beheersmatig en bestuurlijk) en het ontbreken van beleidsplannen, remmen de ontwikkeling.
3 4 5 6 7 8
Er moet meer aandacht komen voor het werven van deelnemers. Niet werven (bijvoorbeeld omdat er al een wachtlijst is) leidt op termijn tot een uniform bereik. Er moet in Nederland de mogelijkheid komen om opgeleid of bijgeschoold te worden tot circusdocent.
Ook moet het besef groeien dat het herkennen en begeleiden van talent een eerste stap is in het proces dat uiteindelijk tot meer docenten moet leiden. Het verdient daarom een prominentere plek in het beleid van de jeugdcircussen. Ondersteun het gezamenlijk werken aan veiligheid.
Moedig onderzoek naar samenwerkingsverbanden aan, met behoud van de zelfstandigheid en eigen identiteit. Ondersteun een jaarlijks festival als podium, bron van inspiratie, uitdaging en promotie.
circus 1-10-2009
statistiek 1
1
statistiek
doelen
Jeugdcircus wordt door de meesten gezien als middel, als bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het enkele circus dat niet op de ontwikkelingsdoelstellingen scoort, verkiest het maken van een artistiek interessante voorstelling als hoofddoel.
In de gesprekken blijkt dat de meeste (maar niet alle) jeugdcircussen de doelstellingen op papier hebben. Minder dan de helft heeft een beleidsplan op papier.
De aangeboden doelstellingen waren behoorlijk dekkend. Slechts een enkele keer is gebruik gemaakt van de anders-categorie. Daarin worden genoemd: ‘kinderen liefde voor het circus bijbrengen’, ‘het stimuleren van sociale cohesie’ en ‘een zinvolle vrije tijdsbesteding bieden.’
100% 90% 80% 70% 60% 50%
nee enigzins ja
40% 30% 20% 10%
18
opleiden tot artiest
voortzetten traditie
middel
circus als therapeutisch
voor mensen in
achterstandssituatie
circus als positief middel
maken van een artistiek
interessante voorstelling
ontwikkeling
bijdragen aan motorische
bijdragen aan emotioneelsociale ontwikkeling
bijdragen aan kunstzinnige ontwikkeling
0%
Geldigheid van doelstellingen als percentage van alle jeugdcircussen. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.
circus 1-10-2009
buitengewoon 1
BuitenGewoon uit Doetinchem We ontmoeten Hans-Peter in zijn modern ingerichte werkruimte in het centrum van Doetinchem. 17 jaar geleden kwam hij vanuit Delft in Doetinchem wonen. ‘Daar heb je de Mooi Weer Spelen, een straattheaterfestival, iets dergelijks wilde ik hier ook.’ Het festival Hans Peter nam het initiatief en organiseert sinds 1994, in 2009 voor de 16e keer, BuitenGewoon: een driedaags zomerspektakel, waar jaarlijks zo’n 40 gezelschappen uit binnen- en buitenland, met name Spanje, optreden. De meeste acts zijn professioneel, maar er zijn ook altijd amateuracts. ‘En er ‘Het Spaanse vuurwerkspektakel Mascletá doen altijd één of twee circusscholen mee.’ vormt volgende maand de knallende uitsmijBuitenGewoon speelt zich af in het centrum ter van het Doetinchemse straattheaterfestivan Doetinchem en op val BuitenGewoon. Een diverse buitenlocaties erprimeur voor NoordDe on-alledaagse omheen; van kerktorens Europa, want dit bombarbeelden zijn voedsel tot verlaten fabrieken. dement van ritmisch grondvuurwerk is nog niet voor de geest ‘Het is geen 13 in een eerder buiten Spanje te dozijn festival’, zegt Hanszien geweest’, kopte De Peter, zelf verantwoordelijk voor de proGelderlander destijds. ‘Geweldig was het’, grammering, de vormgeving en de technizegt Hans-Peter. ‘Zoiets moet je meemaken, sche productie. Hans-Peter heeft een comik kan dat niet beschrijven’. Zijn ogen municatiebureau, Abel. Zijn werkzaamheden glimmen. Hoewel het erg lastig was de voor BuitenGewoon doet hij onbetaald. vergunningen rond te krijgen. Tijdens het festival krijgt hij hulp van 50 vrijwilligers, met name afkomstig van de Publiek scouting. ‘Publiek is erg belangrijk, ik wil graag draagBuitenGewoon is ondergebracht in Stichting vlak creëren voor straattheater, acrobatiek Straattheater Doetinchem. Er zijn vijf been circus’. BuitenGewoon trekt jaarlijks stuursleden. 20.000 bezoekers. ‘Het hoeft niet groter te worden’, vindt Hans-Peter. 60% van het Bijzonder publiek komt uit Doetinchem, 40% uit de regio. ‘Bezoekers van ver komen met name Enkele jaren geleden haalde BuitenGewoon uit het westen des lands en - onverklaarbaar als eerste een Spaans vuurwerkspektakel - Friesland.’ BuitenGewoon laat alle bezoenaar Nederland, een Mascletá; in Spanje een kers ieder jaar hun postcode invullen. ‘Als er begrip, hier nog onbekend: een publiciteitscampagne in Duitsland is Interview met Hans-Peter Helder, artistiek directeur
circus 1-10-2009
buitengewoon 2
gevoerd is het resultaat daarvan direct meetbaar op deze manier’, legt Hans-Peter uit. Circuslessen
twee keer een volle zaal, maar het was eigenlijk nog te vroeg om in een andere setting op te treden. We hadden er ook te weinig voor getraind. Daar was ik niet tevreden over.’
‘De voorstellingen die ik bij BuitenGewoon van de jeugdcircussen zag waren het net Werkwijze niet’, vertelt Hans-Peter. ‘Het was technisch niet goed en er ging altijd van alles mis. ‘Dat Nu zijn het 12 kinderen, drie docenten en kan beter’, dacht ik. Ik vind het zonde wordt er 30 van de tijd, energie en geld die de zaterdagen jeugdcircussen in hun acts steken en gerepeteerd. Kinderen komen naar dat ik dan, als publiek, denk: ’Het is Acht kinderen ons toe, omdat ze elders het net niet.‘’ waren er vorig niet verder komen jaar al, vier zijn Van het één kwam het ander. Hanser nieuw. Er is Peter besloot jonge talenten te gaan begeleieen wachtlijst, volgend jaar kunnen er 16 den in de weken voorafgaand aan BuitenGekinderen aan de slag. ‘Het concept is ‘ruiken’ woon. Dat was in 2007. aan alles, dan specialiseren in één of twee dingen en intensief trainen zodat ze er echt De dochter van Hans-Peter was ondertussen goed in worden. Zodat je kwaliteit kunt zeer geïnteresseerd geraakt in de horizontale leveren bij de voorstelling’, zegt Hans-Peter. dans die Spaanse artiesten uitvoerden bij ‘Andere jeugdcircussen doen alles een BuitenGewoon, aan de kerktoren van Doetinbeetje.’ Hij zegt hierbij inderdaad meer vanuit chem. Ze mocht het proberen van haar vader het publiek te denken dan vanuit de en was meteen verkocht. Hans-Peter nam kinderen, maar hij ziet de kinderen ook contact op met een Zwitserse circusartiest groeien als ze iets steeds beter kunnen. ‘Dat die hierin gespecialiseerd is en in Nederland geeft veel zelfvertrouwen en een kick!’ woont en enige tijd later werd er getraind ‘Sommige kinderen komen daarom ook juist met dochter en drie andere kinderen. naar ons toe, omdat ze elders niet verder Hij huurde voor de vier getalenteerde komen. Inmiddels zijn we zo goed als uit de kinderen een gymzaal. Samen met jeugdcirgymzaal gegroeid; het plafond is niet hoog cus Poehaa uit Arnhem werd er getraind tot genoeg, we hebben een ruimte van tien er een voorstelling van zeven minuten was meter of meer nodig. Het is ook lastig dat we die gespeeld kon worden op BuitenGewoon. elke keer alles moeten leegruimen en de ‘Het publiek vond het geweldig, het was een volgende keer weer alles opbouwen.’ groot succes! De kinder-act werd niet vermeld op het stembiljet voor de publieks‘Ik hou van inventief, van nieuwe dingen doen. Ik wil graag origineel zijn. Wij waren de prijs, maar men schreef hem er gewoon bij.’ eerste met een slackline (plat koord) en de Aan de veiligheid besteedt Hans-Peter veel eerste met een bungy-act, die we zelf hebben aandacht. ‘Dat vind ik uitermate belangrijk; ontwikkeld, en de eerste met een Chinese daar schort het nogal eens aan.’ paal. Verder doen we veel luchtwerk.’ Het jaar daarop werd er met tien kinderen en drie - door Hans-Peter zelf ingehuurde docenten gestart. De kinderen waren voornamelijk van een turnvereniging afkomstig. Ze maakten de voorstelling ‘Diepwater’, die ook weer een groot succes op BuitenGewoon was. Later werd de voorstelling ook gespeeld op Circo Circolo. ‘We hadden wel
20
‘Ik vind dat we artistiek gezien nog niet goed genoeg zijn, het artistieke is bij ons minder sterk dan bijvoorbeeld bij Elleboog. Wij gaan meer voor het mooie plaatje dan voor het verhaal. De voorstelling maken we samen, de docenten met de kinderen. Soms huren we een gastdocent in. We leveren maatwerk aan de kinderen.’
circus 1-10-2009
buitengewoon 3
‘Ik vind het heel erg mooi om jongeren met een passie te zien’ zegt Hans-Peter. ‘Het is bloed zweet en tranen om ergens te komen en dat zonder te pushen, want daar ben ik tegen. Ik zie ze van timide kinderen veranderen in artiesten. Daar doe ik het voor! Ik wil alle talent benutten. Zo zie ik een jongen van 13 bij Poehaa, die met zeven ballen jongleert, die het verdient om eruit gehaald en apart getraind te worden. Hij wordt echt heel goed! Ik ben ervan overtuigd dat als jongeren in hun pubertijd hiermee in aanraking komen, je ze iets meegeeft voor de rest van hun leven.’ ‘Veiligheid is voor ons een heel belangrijk onderwerp. Zoals het nu gaat in de circuswereld - iedereen moet maar zelf het wiel uitvinden; we doen allemaal ons best, maar toch - weet ik zeker dat er iets gebeurt, de vraag is alleen wanneer en bij wie.’
uitstekende ‘scholing’ te krijgen.’ Geld Het straattheaterfestival BuitenGewoon wordt gefinancierd door de gemeente Doetinchem, de Provincie Gelderland en diverse fondsen, zoals het Anjerfonds, het VSB Fonds en de Fortis Bank. ‘Daarnaast hebben we een eigen Business Club. De leden zijn een soort ‘vrienden van’, die elk goed zijn voor € 1.000,- per jaar. Hiervan komt de helft in de kas van BuitenGewoon, de andere helft wordt ge-herinvesteerd in de Business Club members. Ze krijgen tijdens het festival een VIP arrangement met diner enzo. De Business Club betekent voor ons ook een goed netwerk, bijna alle members zijn ondernemer. De één assisteert met een hijskraan, de ander is notaris en helpt ons op die manier.’
Op de hoogte blijven De inkomsten zijn niet voldoende, zo worden Hans-Peter en de andere medewerkers niet betaald voor de gemaakte uren. ‘Bij de huidige editie was er voor het eerst geld begroot voor personeel, voor twee dagen per week. Dat is helaas weer wegbezuinigd. Ik realiseer me dat het zo niet door kan gaan, dit is echt niet leuk meer. Vlak voor het festival zit hier fulltime vier of vijf man op kantoor aan BuitenGewoon te werken … maar ja je gaat toch door.’ Enkele tientallen vrijwilligers, met name afkomstig van de scouting, steken Om op de hoogte te blijven van de ontwikkede handen uit de mouwen tijdens het festival lingen in de circussector bezoekt hij zelf. conferenties (onBuitenGewoon is voor bezoekers der andere van gratis. Op onze vraag waarom zegt Ik vind het heel erg Circomundo) en Hans-Peter: ‘Ik vind het ongelofelijk festivals als Circo belangrijk dat je - en dan bedoel ik mooi om jongeren Circolo in Nederdus iedereen - in staat wordt gesteld met een passie te zien land. Verder met niet voor de hand liggende haalt Hans-Peter beelden in aanraking te komen. Het veel informatie van internet, vooral van is voedsel voor de geest, het geeft kraak en buitenlandse acrobatieksites of sites van smaak aan het leven. Er zijn voorstellingen bij leveranciers van circusmaterialen. ‘Ik Google waar mensen staan te huilen, zo mooi vinden regelmatig en zoek op diverse circusonderze het. Daar doe ik het voor.’ werpen, dat levert soms complete beschrijvingen op van workshops. En onze eigen Voor de circuslessen betalen de jongeren docenten brengen soms weer andere docen€ 300,- voor 30 ochtenden les. ‘De huidige ten mee die gespecialiseerd zijn op een constructie - dat de opleiding voor jongeren bepaald onderdeel. Een snelle manier om financieel is ondergebracht in het straatthea‘Ik ga regelmatig naar het buitenland om artiesten en voorstellingen ‘te spotten’. Meestal naar Spanje, onder andere in Tárrega (Catalonië) is een jaarlijks festival, daar ontmoet ik ook veel mensen. Ook wel eens naar Frankrijk en België. Niet buiten Europa, het is wel gemeenschapsgeld; je kunt geen voorstellingen gaan spotten in Australië en de artiesten vervolgens afschepen met een broodje kaas en ranja.’
circus 1-10-2009
buitengewoon 4
terfestival kan natuurlijk helemaal niet en moet niet voortduren!’ Om die reden ging Hans-Peter op zoek naar subsidie, zowel bij xx
Wij gaan meer voor het mooie plaatje dan voor het verhaal fondsen (onder andere het Fonds Cultuurparticipatie) als bij de gemeente. Voor het aanvragen ervan koos Hans-Peter ooit voor de omschrijving ‘productiehuis’. ‘Het leek een goede term, je moet toch wat, maar hiermee vallen we dus tussen de wal en het schip. Er moet een uitgebreid leerplan geschreven worden, je moet aan 100 regels voldoen, ik zie er het nut niet van in. Ik begrijp wel dat het gemeenschapsgeld is en dat er verantwoording afgelegd moet worden, maar dat staat in geen verhouding tot het verleende subsidie.’ Hans-Peter zegt dat hij nu zou kiezen voor de omschrijving ‘gezelschap’. Hij is teleurgesteld waar het om subsidie gaat. Opleidingen ‘Bij dans en muziek kan je ‘carrière’ - voor zover daar bij kinderen überhaupt sprake van is - vloeiend verlopen, je hebt de Havo voor muziek en dans, je hebt pré-conservatorium-opleidingen. Bij circus is dit er allemaal niet.’ ‘Ik heb niet persé behoefte aan een docentenopleiding, ik vind dat er nu ook voldoende goed gekwalificeerde artiesten met lesbevoegdheid bij circusgezelschappen te vinden zijn. Ik heb eerder behoefte aan een verbetering van het artistieke gehalte van de voorstellingen, dat vind ik een minder sterk punt. Het zijn leerlingen die van turnverenigingen komen, dat zijn hele goede acrobaten, maar ze kunnen (nog) niet acteren.’ De Gruitpoort, het centrum voor de kunsten van Doetinchem, biedt ook circuscursussen voor jonge kinderen. ‘We willen wel samenwerken, maar totnogtoe kwam dat financieel niet rond. Wordt vervolgd.’
22
Droom en landelijk beleid ‘Mijn droom is een bruggetje te zijn tussen onze leerlingen - talent in de regio - en de opleiding in Tilburg, niet tussen de reguliere circusscholen en de Hbo-beroepsopleidingen. Ik wil in ieder geval zelf niet met een gestructureerd leerplan werken.’ Tot slot: ‘Ik vind het geweldig dat Kunstfactor iemand aanstelt voor het jeugdcircus, maar ik vind het onnadenkend dat diegene vervolgens maar heel weinig tijd en middelen ter beschikking krijgt, zodat ze eigenlijk alleen de administratie kan doen.’
circus 1-10-2009
statistiek 2
statistiek
2
doelgroep
Jeugdcircus is een lokale voorziening. Hoewel veel circussen af en toe buiten de eigen gemeente optreden, komt het merendeel van de deelnemers uit de directe omgeving. De jeugdcircussen beschouwen elkaar (ook al zijn er soms twee in dezelfde gemeente) nooit als concurrent.
Uit de gesprekken blijkt dat de jeugdcircussen die zich op probleemgroepen richten, daar zelden speci�iek aanbod voor hebben. De gedachte is dat circusactiviteiten bij voorbaat een geschikt instrument zijn in achterstandssituaties.
Een aantal jeugdcircussen heeft aanbod voor kinderen onder de zes jaar een aantal voor volwassenen (meestal workshops). Het aantal circussen dat zich op probleemgroepen richt, valt tegen in het licht van de genoemde doelen. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10%
eenouder gezinnen
vluchtelingen/nieuwkomers
psychische problemen
lichamelijke problemen
Percentage van de jeugdcircussen met specifiek aanbod voor genoemde doelgroep. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.
achterstandswijken
13 t/m 21 jaar
10 t/m 12 jaar
6 t/m 9 jaar
uit de gemeente
uit de buurt
0%
23
circus 1-10-2009
rotjeknor 1
Circus Rotjeknor uit Rotterdam In een oud pand in Kralingen, met een rood-geel-blauwe gevel, huist Circus Rotjeknor. Het moet nodig opgeknapt worden en staat te koop. Binnen is het rommelig en ligt het vol met circusspullen. Het kantoortje heeft een wand vol boeken over circus, ook kinderboeken en romans. We hebben even tijd om de boel te bestuderen, we zijn te vroeg, Ben is er nog niet. Ben is voor drie dagen per week zakelijk directeur van Rotjeknor, voorheen was hij Rotjeknor wordt bijgestaan door een trouwe hoofdleider bij het schippersinternaat in groep vrijwilligers. ‘Het zijn voornamelijk Dordrecht en directeur van Scouting ouders of ex-ouders’, zegt Ben. Om eraan toe Zuid-Holland. ‘Johan te voegen: ‘Ja, ik bedoel (Both) is artistiek direcniet dat hun kinderen teur, al vindt ‘ie dat niet dood zijn ofzo, maar er Die eerste knul is nu lekker klinken ‘directeur.’ zijn veel ouders die blijven professioneel artiest! Zo zijn de taken verdeeld.’ als de kinderen allang En er is een bestuur. ‘Dat geen les meer volgen.’ bestuurt; het zet de lijnen uit en fungeert als denktank.’ Twee bestuursWerkgebied & activiteiten leden zijn afkomstig uit het onderwijs, één is een ouder, én vermeldenswaard: één van de Rotjeknor heeft een regionale functie. ‘Ons bestuursleden is de achterkleinzoon van de werkgebied bestaat niet alleen uit de stad oprichter van het eerste Nederlandse circus: Rotterdam, maar beslaat de hele regio Pieter Magito. Rijnmond. Als we op alle aanvragen in zouden gaan zouden we landelijk kunnen ‘De eerste circusdirecteur was de Haagse werken, maar aanvragen van buiten de regio koorddanser Pieter Magito. Hij reisde in de spelen we door aan andere jeugdcircussen.’ achttiende eeuw met een groep clowns, ‘We noemen ons circus uit Rotterdam, niet jongleurs en paardrijders langs de kermissen van Rotterdam, dat geeft onze visie hierin in Nederland. Magito was koorddanser. Hij weer.’ balanceerde met Friese doorlopers (schaatsen) en houten klompen op het slappe koord Globaal zijn de activiteiten in tweeën te in een houten zaal met een dak van zeildoek. verdelen: de clubs (de lessen aan kinderen Toen hij in 1796 in Delft met het circus begon en jongeren van zes t/m 20 jaar) en de was hij al ruim zeventig jaar.’ projecten (activiteiten in het onderwijs, … zo vertelt internet ons deelname aan festivals, workshops op maat (www.volkscultuurplein.nl) en - incidenteel - verjaardagen). ‘Wekelijks Interview met Ben Rubingh, zakelijk directeur
24
circus 1-10-2009
rotjeknor 2
volgen zo’n 370 Rotterdamse kinderen na kunnen pas weer verder in groei en ontwikkeschooltijd circuslessen bij Rotjeknor’, zo ling als we beschikken over een eigen ruimte.’ schetst Ben trots de omvang van het circus. Rotjeknor droomt van een eigen gebouw ‘Per jaar worden 18.000 kids bereikt, dat is waar kan worden geoefend en opgetreden. inclusief publiek; als we alleen de actieve Op de kast staat een maquette, die studenten beoefening mee tellen worden jaarlijks architectuur ooit voor het circus maakten. 15.000 kinderen bereikt.’ Die 370 kinderen Het gebouw zou half in het water verzonken vallen onder ‘clubs’, de 15.000 zijn de ‘projechebben moeten komen te liggen in een ten.’ De activiteiten in het onderwijs vallen nabijgelegen haven. ‘Dat plan is achterhaald, overigens bijna nooit onder Kunst maar we zijn Menu of CKV, maar zijn vaak onder alweer met iets sport en recreatie te rangschikken, nieuws bezig’, We gaan altijd uit bijvoorbeeld onder het lesprozegt Ben. van de mogelijkheden gramma ‘Lekker Fit’. van de kinderen Een aantal Rotjeknor neemt ieder jaar in de leerlingen van zomervakantie, net als veel Rotterdamse Rotjeknor is doorgestroomd naar het profeskunst- en cultuurinstellingen, deel aan het sionele circuit, waaronder ook Rubingh’s Jeugdvakantiepaspoort, waarbij kinderen eigen dochter Jasmijn. Zij doet bij Codarts de tegen gereduceerd tarief kennis mogen specialisatie ‘partner-acrobatiek’. maken met het cultureel aanbod in de stad en tegelijk iets leuks te doen hebben in die De contacten met Codarts zijn goed. Dat kan lange zomervakantie. ook niet anders, want het idee voor een circusopleiding is in eerste instantie ontstaan ‘De SKVR biedt soms ook circusactiviteiten bij Circus Rotjeknor. ‘We zagen leerlingen van voor kinderen aan. Wanneer dat zo is huren ons naar het buitenland vertrekken omdat ze ze Rotjeknor in’, vertelt Ben, over de samenhier nergens terecht konden. Ja, dan ben je ze werking met ’s lands grootste centrum voor kwijt.’ Er wordt regelmatig samengewerkt. de kunsten. ‘We moeten elkaar aanvullen’, vindt Ben. Geschiedenis
Financiën
Circus Rotjeknor werd in 1992 opgericht door Johan Both; hij woont boven, we horen hem saxofoon spelen en we horen kindervoetjes hollen. ‘Hij studeerde aan de Pedagogische Academie en werd daar destijds door een leraar gevraagd of hij muziek wilde maken bij een voorstelling voor kinderen met een beperking’, vertelt Ben. ‘Bij die voorstelling werd gejongleerd. De vlam sloeg over op Johan en zo is ’t gekomen.’ Johan ging in eerste instantie zelf jongleren, later deed hij het als docent op de basisschool ook samen met de kinderen. Hij werd steeds enthousiaster. ‘Zo werd hij op een dag benaderd door een vader die vroeg of hij diens zoon wilde leren jongleren. Hij stemde daarmee in mits de man meer kinderen zou regelen. Die eerste knul is nu professioneel circusartiest!’
‘Globaal kennen we drie geldbronnen: de gemeente, de contributies en de projecten’, zegt Ben. ‘De gemeente geeft jaarlijks één ton, 50% daarvan is afkomstig van Sport en Recreatie, 50% van Kunst en Cultuur.’ Rotjeknor valt bij de gemeente Rotterdam, anders dan in de meeste andere gemeenten, niet onder ‘sociaal cultureel werk’, maar wordt beschouwd als een fenomeen tussen sport en kunst in.
Na tien jaar waren er 250 kids. Na 15 jaar bereikte Rotjeknor de huidige omvang. ‘We
De totale inkomsten bedragen drie ton per jaar. ‘Aanvankelijk, in de beginjaren, wilde de gemeente niets van financiële ondersteuning weten’, memoreert Ben. ‘Maar Johan had veel contact met Elleboog, dat veel eerder opgericht is en in een relatief betere financiele positie verkeert; en wist dus dat het ook anders kon.’ Sinds 1995 ontvangt Rotjeknor structurele
circus 1-10-2009
rotjeknor 3
subsidie. Sinds 2001 ook uit het kunst- en cultuurbudget. Daartoe moet het circus steeds een vier-jarenplan maken. ‘Je moet op de hoogte zijn van alle beleidsmatige ontwikkelingen - het beleid verandert en daar moet je voor een deel in meegaan - het is niet moeilijk, maar wel veel werk’, aldus Rubingh. ‘Er is ook een Stichting Vrienden van Rotjeknor, maar die draagt niet bij aan de dagelijkse activiteiten, de vriendenstichting spaart voor het nieuwe onderkomen en springt bij in bijzondere activiteiten die niet gesubsidieerd worden.’ Huisvesting De oefenruimte was lange tijd een gymzaal aan de Blaak, sinds 1 januari wordt er getraind in een gymzaal aan de Slaak. ‘De gymzaal is door de dienst JOS van de gemeente voor één ton verbouwd, er zit nu speciaal een verhoogd plafond in.’ Overdag is de zaal het domein van het Cosmicus College, een school die zich afficheert als Wereldschool, na schooltijd is het Rotjeknor’s domein. Voor Rotjeknor biedt het niet genoeg mogelijkheden. ‘Het betekent dat we pas in de namiddag aan de slag kunnen en dat we steeds alles moeten opruimen zodat overdag de reguliere gymlessen kunnen plaatsvinden.’ Missie en visie
mee kan doen’, zegt Ben. ‘We sluiten niemand uit, maar we bevoorrechten ook niemand; behalve dan dat mensen met een laag inkomen korting kunnen krijgen op het lesgeld via de Rotterdam Pas.’ Voor kinderen met een beperking (lichamelijk of geestelijk) is er speciaal aanbod. ‘We hebben voor deze groep geen aparte folder, ze melden zichzelf aan, vaak via hun school. We hebben de Club Speciaal voor kinderen met het syndroom van Down. Johan is één van de docenten. We gaan altijd uit van de mogelijkheden van de kinderen. Bij de optredens reageert het publiek razend enthousiast op de Club Speciaal!’ We vragen naar het bereik van de activiteiten. ‘De clubs zijn over het algemeen wit, de projecten over het algemeen zwart; zelfs in een stad als Rotterdam, waar driekwart van de jeugd van niet-Nederlandse afkomst is. We zouden zo graag de kinderen uit de projecten, na de éénmalige confrontatie op school, op de clubs terugzien. Ze vinden het even leuk, maar de drempel blijkt toch in de meeste gevallen te hoog.’ Voor de clubs wordt geen publiciteit gevoerd. ‘Als we dat zouden doen zouden we een wachtlijst krijgen’, aldus Ben. In de clubs maken de kinderen kennis met alle disciplines. Het kiezen van specialisaties wordt niet gestimuleerd. Soms vindt een kind het ene onderdeel veel leuker dan het andere, dan kan hij of zij ervoor kiezen om dat vaker te doen, er wordt vaak in één ruimte aan diverse dingen tegelijk gewerkt.
‘Circus Rotjeknor heeft als doelstelling het bevorderen van de sociale, emotionele, creatieve en motorische ontwikWe leveren keling van kinde‘Mijn dochter hield altijd erg van ren van 6 tot 18 acrobatiek bij de lessen en helemaal maatwerk, zonder jaar door middel niet van jongleren, hetgeen je leuk het zo te benoemen van het circusvindt ga je vanzelf meer doen. Ja, spel’, zo staat in daar heeft ze nu nog een probleem, het beleidsplan. Om deze doelstelling te want bij Codarts moet je ook goed kunnen bereiken wil Rotjeknor een geschikte omgejongleren, dus nu moet ze wel’, vertelt Ben ving creëren voor kinderen, deelname aan met enig leedvermaak. ‘We willen alles de circusactiviteiten bereikbaar maken voor aanreiken, als kinderen daarna willen speciaeen zo breed mogelijke groep kinderen uit de liseren vinden we dat prima. Alles is mogelijk, samenleving, deskundige begeleiding bieden docenten kunnen alles aanbieden, we gaan en hieraan bekendheid geven. altijd uit van de mogelijkheden en wensen van het kind. Zonder het zo te benoemen ‘We vinden het heel belangrijk dat iedereen leveren we in feite maatwerk.’
26
circus 1-10-2009
rotjeknor 4
‘We gaan met de trends mee. Docenten - en zelfs de leden van de band - kunnen alles. Als het slappe koord in is, doen we het slappe xxx
De clubs zijn over het algemeen wit; zelfs in een stad als Rotterdam koord, enzovoorts. Hoewel er ook wel eens een bandlid fietsend op een éénwieler contrabas speelde.’ ‘Een belangrijk element bij Rotjeknor is muziek. We zijn het enige jeugdcircus in Nederland met een eigen live-band. Zo is Johan ooit ook begonnen, met muziek en jongleren’, zegt Ben. Een belangrijke component in de voorstellingen is theater: ‘Het is niet alleen circus. Johan heeft het drama erin gebracht. Dat is een sterk punt.’ Sterke en zwakke punten ‘Sterke punten van Rotjeknor?’ Ben heeft ze zo paraat: ‘Creativiteit, flexibiliteit, de betrokkenheid van de medewerkers, docenten en alle anderen, de visie en kwaliteit van de docenten; die we deels zelf hebben opgeleid.’ ‘Zwakke punten, tja … financiering, het is wel structureel, maar te weinig. Verder: accommodatie en tijd; er is altijd te weinig tijd, we hebben het altijd ‘ druk. ‘In hoeverre ‘hangt’ het circus op Johan?’ is een vraag van onze kant. ‘Vroeger veel meer dan nu, hoewel zijn invloed en ideeën nog steeds groot zijn. Johan heeft gezorgd voor een sterke basis en een visie, ook voor de lange termijn. Johan drukt een krachtige stempel op Rotjeknor’, zegt Ben, om er vervolgens relativerend aan toe te voegen: ‘Maar dat doet iedereen op z’n eigen bedrijf.’ Rotjeknor onderscheidt zich in de wereld van de jeugdcircussen, volgens Ben, met drama en muziek. ‘Wij zijn baanbrekend geweest in het dramatische gedeelte, je zag de andere jeugdcircussen volgen. En we hebben al jaren een eigen orkest en vaak ook musicerende artiesten.’
Toekomstdromen ‘Op een termijn van drie tot vijf jaar hopen we een eigen accommodatie te kunnen realiseren. Als we die hebben kunnen we ons weer verder ontwikkelen. Dan kunnen we ook overdag activiteiten aanbieden, bijvoorbeeld voor Pabo-studenten of bedrijven, misschien zouden we dan ook combinaties met andere disciplines kunnen ontwikkelen, voor andere doelgroepen, zoals - ik noem maar wat - acro-yoga.’ ‘De leerlingen op de clubs zullen altijd onze core business blijven. We willen graag groeien, maar tot maximaal 500 leerlingen; we willen wel het gevoel van kleinschaligheid behouden.’ ‘Dat onze leerlingen doorstromen naar beroepsopleidingen is geen doel van ons - we zijn geen talentscouts - we focussen op de ontwikkeling van het kind. Maar we faciliteren talent wel.’
circus 1-10-2009
statistiek 3
statistiek
3
aanbod
De jeugdcircussen bieden een grote variëteit aan activiteiten aan. Dat wordt in de gesprekken bevestigd: ze doen van alles en veel. Maar club of les (’t is maar hoe je het noemt) en het maken van een voorstelling, vormen steeds het hart van het jeugdcircus.
Bij ‘anders’ worden onder andere genoemd: logistieke ondersteuning, lezingen, materiaal- en studioverhuur en ‘projecten in het buitenland’.
Een deel van de activiteiten (in het bijzonder verjaarsfeestjes en worshops voor bedrijven) wordt ook of vooral ondernomen om inkomsten te genereren. Het grote en groeiende deel activiteiten in het onderwijs is mede een reactie op de toenemende vraag. Het rendement ervan in termen van werving wordt betwijfeld. 90%
Percentage van de jeugdcircussen dat genoemde activiteit onderneemt. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10%
verjaardagsfeestjes
workshops aan bedrijven
deelname aan evenementen
samen met jeugdhulpverlening
samen met asielzoekerscentrum
samen met sportstimulering
samen met buitenschoolse opvang
samen met welzijnsinstelling
samen met verlengde schooldag
inloop activiteiten
open dagen in het weekend
projecten in speciaal onderwijs
vakantie programma
voorstellingsgroep
cursussen en workshops
projecten in voortgezet onderwijs
28
projecten in basisonderwijs
vaste circusclub
0%
circus 1-10-2009
elleboog 1
Circus Elleboog uit Amsterdam Daar zijn we dan, bij ’s lands grootste en bekendste jeugdcircus. Elleboog huist in het centrum van Amsterdam, op een steenworp afstand van het Leidseplein. Beneden wordt door een twintigtal kinderen druk geoefend, het ziet er geanimeerd uit. Boven is de kantoorruimte, het is er opgeruimd en ziet er ordelijk uit, er is een leuke wand met zwartwit foto’s van vroeger. Elleboog is veruit het grootste, oudste en best gefinancierde jeugdcircus van Nederland en viert dit jaar het 60-jarig jubileum. We spreken met Aad Kuin, directeur en Raphaël Beaumont, artistiek leider.
Financiën
De totale jaaromzet van Circus Elleboog bedraagt 1,3 miljoen euro. Het is één van de We willen mooie voorredenen dat er vanuit de stellingen maken én Organisatie rest van het land met enig kinderen ontwikkelen ontzag en een vleugje Elleboog is een stichting jaloezie naar Amsterdam en heeft een Raad van wordt gekeken. Hoe doen Toezicht. Deze bestaat uit zeven personen: ze dat toch? ‘Het is inderdaad niet niks’, de directeur van Carré, de directeur van een beamen Aad en Raphaël nuchter. ‘Maar het ROC, een oud-journalist, de directeur van is niet van de ene op de andere dag zo een zorginstelling, de directeur van Podium geworden, Elleboog heeft een lange geschieMozaiek in Bos en Lommer en een accoundenis.’ Vanwege het 60-jarig jubileum tant, die vanzelfsprekend penningmeester is. bedraagt de jaaromzet in 2009 zelfs 1,6 Er zitten geen ouders in de raad: ‘Het gaat miljoen. ‘Er vinden extra activiteiten plaats, nadrukkelijk om de deskundigheid en het er is een tour met een tent langs vier wijken netwerk’, zegt Aad. Hij is zelf directeur/ en in december wordt het jaar afgesloten bestuurder. met vier voorstellingen in Carré’, vertellen de heren trots. Elleboog heeft 35 personen in vaste dienst 1,3 miljoen lijkt een enorm bedrag, maar als (samen ± 24 fte), er zijn 20 freelancers je het vergelijkt met andere kunsteducatiewerkzaam (samen ± 4 fte), 15 vrijwilligers en instellingen, zoals het centrum voor de jaarlijks 20 stagiaires. Deze zijn zowel afkomkunsten of de muziekschool, is het, zeker stig van Hbo-opleidingen (voornamelijk voor een grote stad als Amsterdam, niet eens CMV) als van Mbo-opleidingen (Sociaal zo veel. Cultureel Werk, SPH en Sportopleidingen, De bijdrage van de gemeente komt vanuit onder andere ALO). DMO (Dienst Maatschappelijke OntwikkeInterview met Aad Kuin, directeur (foto pagina 29) en Raphaël Beaumont, artistiek leider (foto pagina 32)
circus 1-10-2009
elleboog 2
ling) niet uit het kunstenbudget. Elleboog vervult een sociaal-maatschappelijke functie, is het standpunt van de gemeente. Naast de inkomsten vanuit de gemeente komt er geld binnen van fondsen en sponsors, van de projecten en contributie. Daarnaast is er een ‘vriendenstichting’ waar men donaties kan doen. ‘De voorstellingen zouden we liever gefinancierd zien vanuit Kunsten in plaats van vanuit Welzijn’, zegt Raphaël. ‘Je kunt het dan ook anders beoordelen.’ Geschiedenis ‘Elleboog werd in 1949 opgericht door Ied (Ida) Last’, vertelt Aad. Ze is op enkele zwart-wit foto’s aan de muur te zien. ‘Vóór de oorlog organiseerde zij al circusactiviteiten onder de naam ‘De vrolijke brigade.’ Haar man was actief in de communistische beweging. De activiteiten hadden een communistische en sociaal-culturele inslag.’ Na de oorlog werden de circusactiviteiten gehuisvest in een gedeelte van het Paleis voor Volksvlijt (samen met Ieds andere activiteiten: naaien, timmeren en volksdansen) en werd er een eerste bescheiden subsidie van het toenmalige Ministerie van Onderwijs verkregen. ‘Ied ging van start met ‘schoffies van de straat’, kinderen uit de Pijp, met als voornaamste doel hen van de straat te houden.’ De kinderen bedachten zelf de naam Elleboog, omdat circus Knie al bestond (in Zwitserland). Ied’s motto was: alles wat kan dat mag. Aad: ‘Ja, daar kun je niet zo veel mee, dat geeft geen enkele richting aan.’ In de jaren ’50 kwam John Pijnacker Hordijk erbij, in het begin als Ied’s assistent. Toen Ied in 1960 met pensioen ging, volgde hij haar op als directeur. John Pijnacker Hordijk heeft Elleboog verder ontwikkeld. In 1960 verhuisde Elleboog naar een omgebouwde suikerfabriek in de Jordaan. Deze werd door kinderen en beeldend kunstenaar Arnold Hamelberg getransformeerd tot een nieuw clubhuis. ‘John gaf met name de gedachte achter het circus vorm. Hij bracht inhoud, filosofie en visie, ook voor de lange termijn’, zegt Raphaël.
30
Begin jaren tachtig verhuisde Circus Elleboog naar de huidige locatie. ‘Ik ben pas de vierde directeur’, zegt Aad. John Pijnacker Hordijk werd in 1989 opgevolgd door Annelies Heesakkers. ‘Later richtte zij Circomundo op. Onder haar beleid vond groei plaats’, vertelt Aad. 'Zij was ook degene die in samenwerking met het Kohnstamm Instituut (UvA) het veelgehoorde uitgangspunt circus is een Vroeger was het unieke combinatie van socimotto: alles wat ale, motorische kan dat mag en creatieve ontwikkeling een wetenschappelijke bodem heeft gegeven. En Annelies bracht er meer structuur in, ze vond dat je best ook eisen mag stellen aan de kinderen. Zo voerde zij audities in voor de voorstellingsgroep. Daar is toen veel commotie over ontstaan.‘ Activiteiten, doelgroepen, werkwijze Er zijn twee vestigingen: één in het centrum van Amsterdam en één in Zuidoost. Er wordt gewerkt in wijk en gemeente, Elleboog heeft geen regionale functie: ‘We richten ons puur op Amsterdam’, zegt Raphaël. De doelgroep bestaat uit kinderen en jongeren van vier t/m 22 jaar. Er zijn diverse projecten in het onderwijs (vanaf groep 1/2), ouder/kind activiteiten (ook vanaf vier jaar), vakantieactiviteiten, activiteiten voor jongeren met een beperking en voor thuisloze jongeren. Elleboog geeft trainingen aan bedrijven en er zijn bedrijfsuitjes naar Elleboog. Ook zijn er projecten op minder voor de hand liggende plaatsen als Blijf-van-mijn-lijf-huizen. Elleboog werkt volgens een drieslag: 1) spelen (clubs, scholen, speciale doelgroepen), 2) trainen (gericht op beter worden) en 3) presenteren (een voorstelling maken). Elleboog doet gigantisch veel, het opsommen van alle activiteiten en projecten ervaren we als zonde van de tijd. We krijgen een hele stapel folders mee, samen met het beleidsplan. De kinderen zijn allround, ze maken met alle onderdelen kennis. Vanaf tien jaar kunnen ze deelnemen aan de trainingen en dan kan ook specialisatie plaatsvinden, voor die tijd niet.
circus 1-10-2009
elleboog 3
‘We vinden het leuk als leerlingen doorstroVeranderingen men naar Codarts, maar het is geen doel, het gaat ook maar om een zeer klein aantal ‘De filosofie van Elleboog is niet zozeer op leerlingen; maar voor de goede leerlingen papier uitgewerkt, maar zit tot in ieders biedt het een leuk perspectief’, vindt tenen’, zegt Raphaël. ‘Dat is wel eens lastig als Raphaël. Hij vertelt dat Elleboog aan talentje iets wilt veranderen.’ Wat die filosofie dan ontwikkeling doet met de zogenaamde is, willen wij weten. Raphael: ‘Je doet het peergroup, een groep getalenteerde jongesamen, er is vertrouwen, je waardeert elkaar ren, die zelf acts maken en een extra stimuen je geeft elkaar de ruimte. Je laat kinderen lans krijgen om de open dagen van Codarts creëren, circus is een middel, ze moeten te bezoeken en bijvoorbeeld enkele maanvanuit de eigen creativiteit dingen uitprobeden naar Berlijn of Belfast te gaan. ‘We willen ren. Mensen in lastige situaties moet je niet ze nergens toe dwingen, maar wel stimulebeperken, maar juist de ruimte geven.’ ren.’ Aad vertelt dat er wordt gewerkt aan Aad en Raphaël startten zes jaar geleden met een Mbo-circusopleiding in Amsterdam. wat zij zelf benoemen als: ‘een stevig proces, Elleboog heeft internationale contacten: ‘We om te verwoorden wie we zijn, wat we nemen deel aan festivals en seminars in het precies willen en waarom.’ Aad voegt daar buitenland (voornamelijk in Europa) en aan toe: ‘Circus als kunst of circus als middel vormen samen met andere Europese jeugdmaakt daar onderdeel van uit; we zijn er nog circussen een stichting, daarbinnen vinden niet uit.’ uitwisselingen plaats. Zo gaan vier Amster‘We hebben werkgroepen opgericht die damse jongeren deze zomer naar Belfast en methodieken ontwikkelden om de sociaalreizen twee docenten af naar Parijs’, vertelt pedagogische doelstellingen te kunnen Aad. Ook is er Umoja (voluit: Umoja Cultural realiseren en om de circus-technische doelFlying Carpet); een internationaal vredes- en stellingen te realiseren’, vertelt Aad. ‘We ontwikkelingsprogramma dat talentvolle willen mooie voorstellingen maken én jonge kunstenaars uit verschillende culturen kinderen ontwikkelen. Het moet in evenwicht - met name Afrikaanse en Europese - dichter zijn.’ bij elkaar brengt. Elleboog is één van de Vernieuwing en experiment duren lang, Nederlandse partners. ‘Het is breder dan ervaren beiden. Zowel Aad als Raphaël alleen circus, er is ook veel muziek en dans’, begonnen zes á zeven jaar geleden bij vertelt Aad. Elleboog. ‘Circustechnisch hebben we al veel ‘We willen Amsterdam-breed werken, dan groei doorgemaakt de laatste jaren,’ zeggen sta je stevig’, zegt Aad. ‘We willen een afspieze. Maar omdat Elleboog een grote organisageling zijn van de stad, met al z’n verschiltie is, gaan veranderingsprocessen traag. Tè lende culturen. We slagen daar aardig in, traag soms, vinden beiden. ‘Het is ook een zeker met de activiteiten voor scholen. De kwestie van gewenning - doen wat je altijd clubs zijn iets doet - dan sta je minder open voor witter.’ Elleboog een andere manier van werken. We hebben gewoon lang ervaart de doorTerwijl we juist ook in de basis stroom van de dingen willen veranderen, ook in de alleen maar sociale scholen naar de wijken. Daar heb je nieuwe mensen doelstellingen gehad clubs niet zozeer voor nodig. We hebben nu al meer als een prodan tien jaar medewerkers van bleem, als wel het werven van leerlingen van diverse nationaliteiten, dus dat is het niet … tien jaar en ouder. ‘Het is een uitdaging we hebben gewoon heel lang alleen maar kinderen van tien jaar en ouder te behouden sociale doelstellingen gehad.’ én aan te trekken’, zegt Aad. ‘De clubs zijn toch vrij traditioneel. We proberen nu ook Obstakels andere dingen, o.a. meer dans en straatacrobatiek, om deze doelgroep te bereiken. Het is We vragen naar het bereik van Circus geen probleem van nationaliteiten, maar van Elleboog en de knelpunten daarbij. ‘Voor leeftijd,’ benadrukt Raphaël. sommige kinderen is de afstand naar
circus 1-10-2009
elleboog 4
Elleboog een probleem. Ook al is er nu (sinds 2000) een dependance in Zuidoost. Een probleem in Amsterdam is dat veel kinderen, met name van Het plafond is niet hoog niet-Nederlandgenoeg om circustechse afnisch verder te groeien ko m s t , h u n buurt nooit uitkomen. Ze kennen hun eigen stad niet,’ zegt Aad. Verbijsterd moest hij de afgelopen jaren regelmatig van kinderen horen dat ze nog nooit op de Dam geweest waren. ‘Als je die op school laat kennismaken met circus, dan moet de club vervolgens wel in de eigen wijk zijn of op school.’ Elleboog startte om die reden (in 1995) diverse circusprojecten op locatie in Amsterdam NieuwWest. Hier kunnen kinderen na schooltijd deelnemen aan de circusclubs in gymzalen en buurthuizen. ‘Circus is heel geschikt om met verschillende nationaliteiten te doen, je hebt geen taal nodig’, zegt Raphaël. ‘Je leert mooie vaardigheden, zoals samenwerken en op elkaar vertrouwen. We werken veel samen met de jeugdtheaterschool, die heeft dat voordeel niet, daar is taal juist heel belangrijk.’ Het imago van circus is niet 100% positief, ervaren Aad en Raphaël. ‘Het is niet stoer om te doen, zeker niet voor jongens, je scoort er niet mee’, vindt Aad. ‘Het sluit ook niet direct aan op de beleving en interesses van hedendaagse kinderen, zoals chatten en tv-kijken.’ ‘100 euro voor circuslessen vinden die ouders gewoon veel. Het begint net een beetje te komen dat ze dat voor voetbal over hebben, maar circus is nog niet zover’, zegt Raphaël. Sterke en zwakke punten ‘De kracht van Elleboog zijn de medewerkers’, zeggen Aad en Raphaël éénstemmig. ‘Ze hebben een zeer warm hart voor de zaak, ze geloven in wat ze doen. Daarnaast geloven ze in mensen en hun eigenheid, in het helpen van elkaar, in groeien met circus; dat enthousiasme is goud waard!’ Een tweede sterk punt noemen beiden dat breed in de stad wordt gewerkt met alle lagen van de bevolking, van onderwijs tot vrije tijd. ‘Er is
32
altijd dat ene ding dat telt en dat is circus, daar kun je je goed mee profileren.’ Aad voegt eraan toe: ‘In 60 jaar tijd is een schat aan ervaring opgebouwd.’ Wat het sterkste punt is, de medewerkers, is tegelijk ook het zwakste punt. ‘We zijn weliswaar groot en hebben veel waardevolle medewerkers, maar daardoor zijn we ook een logge, trage organisatie; veranderingen gaan heel langzaam.’ De centrumlocatie is ook een zwak punt: de ruimte is beperkt en het plafond is niet hoog genoeg om circustechnisch verder te groeien, alleen de jongste groepen kunnen goed uit de voeten. Daarnaast is er behoefte aan circusmedewerkers met verschillende profielen, maar ook aan meer circustechnisch goede docenten. Toekomst Elleboog droomt van een grote, eigen locatie; nieuwbouw aan de rand van de stad, met voldoende train- en optreedfaciliteiten voor alle leeftijden. De droom wordt dit najaar deels gerealiseerd, met de opening van het Bijlmer Parktheater. Alle clubs en activiteiten van Elleboog Zuidoost verhuizen naar dit nieuwe theater. Het gebouw wordt gedeeld met Krater Theater, Jeugdtheaterschool Zuidoost en Theaterwerkplaats Zuidoost. Er is een theaterzaal (240 stoelen) en er zijn drie grote studio’s.
circus 1-10-2009
statistiek 4
statistiek
4
bereik
Zoals te verwachten is het bereik van de circusactiviteiten in het basisonderwijs veruit het grootst. Jeugdcircus loopt daarmee in de pas met andere kunsteducatie.
De leeftijd 12 komt in de indeling twee keer voor.
De vaste circusclub scoort relatief laag met gemiddeld 86 deelnemers. Maar de intensiteit van deze vorm van bereik is natuurlijk onvergelijkbaar met die van een kennismakingsdag voor de hele school op het schoolplein.
Het gemiddeld aantal deelnemers aan de voorstellingsgroep doet vermoeden dat bij het bepalen van het bereik de bezoekers zijn meegerekend.
Het totaal aantal deelnemers aan de activiteiten (inclusief de eendaagse kennismakingen) verschilt sterk per jeugdcircus, maar kan oplopen tot boven de 15.000.
projecten in basisonderwijs voorstellingsgroep vakantie programma cursussen en workshops open dagen in het weekend projecten in speciaal onderwijs inloop activiteiten 12 - 16 jaar
vaste circusclub
4 - 12 jaar
projecten in voortgezet onderwijs 0
100
200
300
400
500
Bereik van genoemde activiteit in gemiddeld aantal deelnemers. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.
circus 1-10-2009
hannes 1
Hannes en Co uit Vlaardingen In een landelijk stukje van Vlaardingen, waar je alleen kunt komen via een smal weggetje langs de spoorlijn, vinden we, omringd door groen, een oud boeren-erf. In één van de huizen zetelt Circusschool Hannes en Co. Anne Kuipers, directeur en oprichter, praat op zakelijke toon over de circusschool; zijn grote passie, merken we al snel. Hannes en Co is ondergebracht in een stichting. Het bestuur bestaat uit drie leden, met Anne erbij zijn het er vier. Eén bestuurslid komt uit de muziek de andere twee zijn oud-collega’s. ‘Het is een inhoudelijk bestuur’, zegt Anne. ander jeugdcircus actief is. Het betreft dan ‘Ik noem het circusschool en geen jeugdcircus, omdat we meestal lesgeven aan kindegeen reguliere circuslessen, maar projecten. ren in de basisschoolleeftijd.’ Anne is direcIn die zin ben ik een concurrent van andere jeugdcircussen.’ teur en docent, hij is in vaste dienst bij Hannes en Ik ben een avontuurlijk Co en heeft er qua uren Geschiedenis mens: autootje mee, meer dan een fulltime muziek, circusspullen ... baan aan. In totaal zijn er ‘De naam Hannes en Co is vier personen in vaste mijn naam met een -h dienst, en twee personen ervoor. Hannes staat ook met een jaarcontract (samen ± 2,5 fte), vier voor onhandig’, vertelt Anne. ‘Hannes en Co freelancers (docenten) en twee vrijwilligers. is opgericht in 1998 door Johan Both en mijzelf. Hannes en Co begon in eerste instanCircusschool Hannes en Co heeft naast tie met circus op de Jenaplan school in Vlaardingen vestigingen in Woerden en ’s Vlaardingen en bood tevens bewegingsactiviteiten aan voor kinderen met een beperking. Gravenzande. In totaal zitten er zo’n 70-75 kinderen op de clubs. De clubs zijn voor Het heette Club Extra en bestaat nog steeds. kinderen van 6 t/m 14 jaar. Hannes en Co Zowel Johan als Anne waren toen werkzaam bij Rotjeknor, Anne Kuipers was medebiedt, op aanvraag, circusactiviteiten voor directeur naast Johan Both. Samen vormden alle leeftijden, van vier jaar tot bejaarden, ze ook het duo Hannes & Hannes. Na tien voor diverse doelgroepen. Er wordt gewerkt jaar kwam er een einde aan de samenwerop gemeenteniveau en wijkniveau. Anne is king en de vriendschap. De samenwerking betrokken bij diverse landelijke circusactiviverliep niet goed meer. Anne is daarna teiten en ook internationaal actief. zelfstandig doorgegaan met Circusschool Hannes en Co. ‘Ik heb als standplaats Vlaardingen, maar ik Anne heeft 25 jaar lesgegeven op een Pabo, werk overal. Ik doe door het hele land projechij was sportleraar. ‘In het kader van gym ten als ik daarvoor gevraagd word, soms ook deed ik altijd wat circusactiviteiten. Later heb in Rotterdam of andere plaatsen waar al een Interview met Anne Kuipers, directeur, oprichter, docent
34
circus 1-10-2009
hannes 2
ik mijn lesbevoegdheid drama gehaald, en voegde toen ook drama-elementen toe. Vervolgens kreeg ik directietaken op de Pabo en hield me vooral bezig met organisatie en coördinatie’, vertelt Anne. ‘Pas later ben ik circusdirecteur geworden. Ik hield altijd al heel erg van kinderliteratuur, van voorlezen en dramalessen. Ik volgde toen clownscursussen en jongleercursussen. Van het één kwam het ander.’
aanbod, de kinderen doen aan alle onderdelen mee. ‘Soms komen er kinderen die speciaal iets willen leren, zoals éénwielfietsen. Die mogen er dan een deel van de les voor kiezen om niet met de groep mee te doen, maar hun eigen onderdeel te gaan trainen. Er wordt eigenlijk altijd gekozen om mee te doen met de groep. Meestal worden de groepen heel hecht.’
Naast de clubs De vonk voor het circus sloeg pas op drie locaties Het is een kleine wereld; doet Hannes echt over toen hij een student, Johan iedereen kent bijna iederBoth, vroeg om muziek te maken bij en Co zo’n 200 een in jeugdcircusland een voorstelling voor gehandicapten. projecten per Het was het begin van een tien jaar jaar in het durende samenwerking. Samen richtten ze onderwijs. Meestal doen er dan per keer zo’n Rotjeknor op en later clownsduo Hannes & 175-250 leerlingen mee. ‘Ik kom dan met Hannes. twee docenten,’ vertelt Anne. ‘Van tevoren Bij de Pabo (de tegenwoordige Hogeschool besteed ik een halve avond aan het instrueInHolland) ging Kuipers uit onvrede weg. ‘Het ren van de leraren of soms ouders. Op de dag geld werd verkeerd besteed en de kwaliteit zelf kom ik voorrijden met een bus vol materivan lesgeven kwam onder druk te staan. aal: 20 éénwielfietsen, ballen, diabolo’s, Top-down management gaf de nekslag. Toen vlaggen, linten, decors, muziek, etc. Ik heb hield ik het voor gezien.’ alles in 20-voud. Per onderdeel kunnen er dan 20 kinderen meedoen. Kleding en Financiën schmink doe ik meestal niet, dat zou te duur worden voor de scholen.’ De gemeente draagt geen subsidie bij voor de reguliere clubs van Hannes en Co, maar Hannes en Co doet ook projecten in de wel voor Club Extra. ‘Er wordt per kind achterstandswijk van Vlaardingen. ‘We hebbetaald, het is persoonsgebonden budget, ben maar één achterstandswijk hier’, zegt het komt erop neer dat de helft van de Anne. ’Circus wordt daar ingezet als middel, onkosten door de gemeente wordt betaald, daar leent het zich goed voor. Bijvoorbeeld de andere helft is een eigen bijdrage (door de om kinderen meer te laten bewegen of aan ouders te voldoen)’, legt Anne uit. het sporten te krijgen, liefst in de eigen buurt.’ Anne is ook parttime gemeenteambDe clubs worden bekostigd uit de projecten. tenaar bij de gemeente Vlaardingen; hij is De kinderen betalen een bijdrage van € 160,consulent bewegingsonderwijs. Een ander voor 30 lessen. Heel af en toe ontvangt voorbeeld van een gemeenteproject is het Hannes en Co donaties, maar dat is BOS-project (Buurt, Onderwijs en Sport). Het zeldzaam. Er is geen ‘vrienden van’ stichting. is een project tegen obesitas, het moet ‘Maar dat is misschien nog iets voor de kinderen fit maken of houden, en is een toekomst’, zegt Anne optimistisch. combinatie van gym en circus. De totale jaaromzet bedraagt € 250.000,- Het ‘Ik doe ook een soort sportkennismakingsaantal kinderen dat gemiddeld per jaar trajecten op middelbare scholen, juist daar bereikt wordt is ongeveer 45.000. omdat dat de leeftijd is dat kinderen afhaken.’ Allerlei organisaties doen eraan Activiteiten, werkwijze mee: Sport en Recreatie, de GGD, Tante Jo, de woningbouwvereniging en HBW (Het Bureau ‘Bij de clubs gaat het voornamelijk om Welzijnsprojecten). kinderen in de basisschoolleeftijd, daarna ‘Een ander voorbeeld is het Opzoomeren in haken ze af.’ In principe is er een breed Rotterdam, waarbij sport en circus worden
circus 1-10-2009
hannes 3
ingezet voor sociale integratie: buurtbewoners moeten elkaar leren kennen, samenwerken en elkaar leren waarderen,’ vertelt Anne. Hannes en Co deed ook ooit mee aan een project van de gemeente waarbij kinderen van school een knipkaart kregen waarbij ze drie keer aan muziek, beeldende kunst en circus konden deelnemen. De gemeente financierde dit project.
maakt te hebben. ‘Hun oefenruimte zit hier vlakbij, in een sporthal in Vlaardingen.’ Fontys in Tilburg zegt hij slechts een beetje, via een docent die daar lesgeeft, te kennen. Doel, missie
‘Mijn doel is om circus bij kinderen te brengen. Daarbij ben ik een avontuurlijk mens: autootje mee, muziek, circusspullen, m’n Mamaloe mee, geweldig vind ik dat!’ Anne Kuipers heeft samen met Wytse Anne’s ogen glinsteren. ‘Volgende week vertrek ik naar Hongarije, voor het circus.’ Walinga een boek geschreven over hoe je circus maakt met verschillende doelgroepen. ‘Ik ben meer een ideële onderneming dan Er is een algemeen gedeelte en vervolgens een circus. We hoeven en mogen geen winst hoe je een dag/week/maand in school/welmaken. ‘Wat we verdienen zetten we om in zijn/sport of elders vult. Daarnaast zijn er circusmaterialen; ik heb nu drie wagens met instructiekaarten in de categorieën a, b of c; een aanhanger, twee circustenten en een die categorieën geven het niveau aan. hoop spullen.’ Het boek en de kaarten zijn voor € 60,- te ‘Ik heb geen actueel beleidsplan, maar ik koop. De kaarten zijn expres zo gemaakt dat maak voor het bestuur ieder jaar een ze gekopieerd kunnen worden’ zegt Anne. activiteitenoverzicht. Als missie staat in de ‘Hiermee maak ik in principe mezelf overbostatuten van de stichting: de motorische, dig, maar zo zie ik dat niet; er is nog genoeg emotionele, sociale en creatieve ontwikkewerk te doen.’ De truc-kaarten zijn op dit ling van kinderen, ook uit achterstandsgroemoment vertaald in het Engels en worden pen, bevorderen met circus.’ nog dit jaar vertaald in het Spaans en ‘Het werken met achterstandsgroepen is echt Hongaars. Deze vertalingen maken het een missie. Ik vind dat ik dat moet doen, mogelijk om in het buitenland met gekozen maar gemakkelijk is het niet. Ik kom er veel doelgroepen te werken; de kinderen kunnen narigheid tegen. De narigheid die de dan zelfstandig leren; de striptekeningen van kinderen vanuit hun thuissituatie of sociale de kaarten zijn ‘universeel’ en helpen waar achtergrond met zich meebrengen vertaalt taal te kort schiet. zich vaak in de manier waarop ze meedoen. ‘De activiteiten komen tot stand door marktIk moet voor mijzelf vaak herhalen dat ze er werking’, zegt Anne. ‘Ik weet waar vraag naar zelf niets aan kunnen doen en dat het door is. Ik ben redelijk goed op de hoogte van de hun achtergrond, opvoeding - of gebrek daarontwikkelingen en trends op mijn vakgebied. aan - of situatie komt. Eigenlijk zijn het de Ik lees veel, circusmaterialen, de kleur en de praat met veel fleur, en onze manier van werken Ik heb met doven, mensen, ik die de kinderen overhalen om mee bezoek festivals te doen. Het enthousiasme wint het blinden en oorlogs(onder andere uiteindelijk altijd.’ veteranen gewerkt Circo Circolo).’ Anne bezoekt Internationaal ook voorstellingen van andere jeugdcircus‘Ik reis veel naar het buitenland: naar Egypte, sen. ‘Zo’n vier à vijf voorstellingen per jaar.’ Argentinië, Rusland, Italië, Hongarije, Verder leest hij vaktijdschriften, op circus- en sportgebied, en bezoekt de conferenties van Ethiopië, China, Nigeria, Syrië … slechts een greep. Ik ben dol op reizen en ik ben aangeCircomundo. ‘Het is een kleine wereld; sloten bij de Stichting Nederlands Onderwijs iedereen kent bijna iedereen in jeugdcircusin het Buitenland’, vertelt Anne. Hier maken land.’ we kennis met zijn tweede passie. ‘Via hen en Anne vertelt de oprichting van de circusde Internationale Scholen krijg ik vaak opleiding van Codarts van de zijlijn meege-
36
circus 1-10-2009
hannes 4
aanvragen uit het buitenland. Bijvoorbeeld: de Nederlandse school in Italië jubileert en dan nodigen ze mij uit’, legt Anne uit. ‘Ik probeer dan alIk droom van goed tijd om personeel. Maar misschien samen
ben ik te kieskeurig
met zo’n
p a r ti j , wat vaak
rijke, welvarende organisaties zijn, een tweede project te doen waarbij een achterstandsgroep of een achterstandswijk betrokken is. Ik laat ze zelf kiezen, dan krijg je commitment. Soms is het een weeshuis, maar op deze manier heb ik ook met doven, blinden en oorlogsveteranen gewerkt.’ ‘Tussen Ethiopische en Nederlandse jeugdcircussen zijn sterke banden. Ze hebben daar mooi circus en er zijn in het verleden een aantal uitwisselingen geweest, onder andere met Rotjeknor’, vertelt Anne. Hannes en Co werkt ook samen met de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Via de stichting Respo zenden zij studenten uit naar derdewereld landen om daar met gehandicapten te werken en duurzame beweeg- en sportactiviteiten te ontwikkelen. ‘Circus is er onderdeel van, social circus noemen we het. Ik ben aan het project gelieerd, zoals dat zo mooi heet.’
opvolger vind ... jammer dan, dan stopt het.’ ‘Een sterk punt is het netwerk en de expertise die ik heb opgebouwd rond het werken met gehandicapten. Club Extra is juist niet alleen maar circus, het is ook gymnastiek, sport, bewegen en sociale begeleiding. Er zitten kinderen die allemaal een andere aanpak nodig hebben: syndroom van Down, ADHD, autisme, etc.’ Ook daar heeft Anne een handleiding voor geschreven. ‘Club Extra is niet iets Vlaardings, het bestaat landelijk. Bij Gehandicapten Sport Nederland in Bunnik worden hiervoor mensen opgeleid. Ik ben één van de opleidingsdocenten.’ ‘Een ander zwak punt is dat ik erg veel werk, zo’n 80 uur per week, da’s niet goed. De drukte die dat met zich meebrengt zorgt voor versnippering en aan sommige dingen kom ik gewoon niet toe, zoals bijvoorbeeld het maken van een goed beleidsplan. ‘Geld is geen belemmering; we zijn een groeiende onderneming, al zet de crisis nu een lichte rem op de groei.’ ‘Een unique selling point, dat ons onderscheidt van andere jeugdcircussen, is mijn passie en reislust en mijn kennis van het bewegingsonderwijs gekoppeld aan een dramaopleiding. Ik ben een avonturier, hou van reizen, oplossingen zoeken in onverwachte situaties. Hannes en Co is een circus met veel buitenlandse expertise.’ Toekomst
Sterke en zwakke punten ‘De kracht van dit circus ben ik zelf; ik ben de motor, ik heb de ervaring, het netwerk en de reputatie opgebouwd. Ik noem daarmee ook meteen het zwakke punt, want als ik wegga … dat is een probleem, het hangt op mijn persoon. Het is ook kwetsbaar, ik werk er al jaren aan’, zegt Anne. ‘Ik ben nu 56 en nog steeds de spil waar het om draait. Binnen vijf jaar wil ik opvolging gerealiseerd hebben, maar dat riep ik vijf jaar terug ook al!’ ‘Het is moeilijk een geschikte opvolger te vinden. Veel jonge, enthousiaste circusmensen hebben onvoldoende leidinggevende capaciteiten en mensen met goede leidinggevende capaciteiten hebben meestal geen affiniteit met circus. Ik zoek vooral op de academie voor lichamelijke opvoeding, misschien is dat het probleem. Als ik geen
‘We zouden wel iets willen groeien, de clubs mogen nog wel wat groter worden, maar daar ligt geen prioriteit. We hebben folders en doen aan werving, we heb een leuke website met een webmaster die we regelmatig voorzien van nieuwe gegevens.’ ‘Ik leef nu mijn droom’, zegt Anne. ‘Ik maak circus met diverse groepen en ga vaak naar het buitenland. Ik zou wel iets minder uren willen werken, zodat ik ook weer tijd heb om zelf te lezen en te sporten en voor een privéleven ... maar ja, als ik iets doe, wil ik het goed doen, daarom werk ik hard en maak veel uren. Ik droom van goed personeel. Maar misschien ben ik te kieskeurig.’ ‘Cirque Plume, het poëtische circus, dat vind ik het allermooist’, zegt Anne, en daar sluiten we mee af.
circus 1-10-2009
statistiek 5
statistiek
5
werving
De belangrijkste vorm van deelnemerswerving is ‘mond-tot-mond-reclame’. Het verspreiden van drukwerk volgt op gepaste afstand. Het werven van deelnemers heeft bij veel jeugdcircussen trouwens geen hoge prioriteit. De meeste hebben een wachtlijst. Soms zelfs van meer dan een jaar! Het wegwerken van de wachtlijsten door meer kinderen toe te laten (groei) is geen optie: daarvoor zijn er bij het modale jeugdcircus onvoldoende docenten. Ook is de ruimte daarvoor vaak ontoereikend.
95%
Bijna alle jeugdcircussen hebben een website. Daar vind je het activiteitenprogramma, aanvangstijden, kosten van deelname en (heel veel) foto’s. Opgeven kan vaak ook. Naar deze vorm van werven is in het onderzoek niet gevraagd.
90% 85% 80% 75% 70% 65%
vaak en soms
60% 55%
38
folders, posters in buurthuis
doorverwezen van school of buurthuis
folders, posters op school
folders, posters openbare gelegenheden
mond tot mondreclame
50% Percentage van de jeugdcircussen dat gebruik maakt van de betreffende wervingsmethode. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.
circus 1-10-2009
circuskunst 1
Stichting CircusKunst uit Etten-Leur Aan het einde van een ordelijke nieuwbouwstraat in Etten-Leur staat één afwijkend huis. Daar moeten we zijn. We nemen plaats in de woonkamer want ‘Ons kantoortje is wat klein’, naast een enorm terrarium met vier Zuid-Amerikaanse schildpadden, hun thermometer staat op 31°C. In de tuin zitten zeker zes konijnen. Sommigen lopen los. Jeroen oogt jong, hooguit 25, en enorm vriendelijk. Hij woont samen met Nathalie, directeur van CircusKunst. ‘Eerst was ik directeur, nu zij’, zegt Jeroen. ‘Maar we doen alles samen.’
Voor iedereen
Er komen op de reguliere lessen veel kinderen met een beperking Voluit heten ze Stichting of met een speciale Circus kan zoveel meer Centrum voor CircusKunst. problematiek. ‘Die worbetekenen voor kinderen Er is een bestuur, dat ooit den vaak naar ons doordan een kunstje doen begon als vriendenbeverwezen, door artsen, stuur. ‘Het wordt langzaam scholen of sportvereniginzakelijker, er is nu ook een gen. Kinderen die bijvoorwethouder in het bestuur en een evenemenbeeld vanuit turnen op circus komen waren tenorganisator.’ Er zijn zes bestuursleden, daar meestal te druk of te speels. We hebben inclusief Nathalie. veel kinderen met ADHD en PDD-nos. De kennis rond deze problematiek heb ik in de Zowel Nathalie als Jeroen zijn parttime in praktijk opgedaan. Nathalie heeft er wel de vaste dienst. ‘Daarnaast ben ik artiest’, zegt nodige opleiding voor.’ Jeroen. ‘Daar leef ik van, van de optredens. Mijn laatste optreden was afgelopen ‘We vinden het geen enkel bezwaar dat we zaterdag in Rotterdam op het Afrikaanderrelatief veel probleemgevallen hebben’, plein.’ antwoordt Jeroen op onze vraag hoe dit in de praktijk uitwerkt en of het wel werkzaam is Drie plaatsen voor het circus. ‘Er komen ook vaak kinderen die alle sporten al hebben gedaan en daar CircusKunst werkt op drie plaatsen: in Ettenniet te handhaven waren. Ze komen bij ons Leur, Oosterhout en Barendrecht. ‘Etten-Leur gewoon in de reguliere groepen, we maken omdat we daar wonen, Oosterhout omdat geen aparte groepen. Onze aanpak is heel mijn moeder daar op de Vrije School werkte, anders dan bij een voetbalvereniging. Er is Barendrecht omdat we daar werden geen winstdoel’, zegt Jeroen, die in de kracht gevraagd en Rotjeknor het niet kon doen.’ van ieder individu gelooft en nooit iemand Interview met Jeroen van der Lee, docent en projectleider
circus 1-10-2009
circuskunst 2
zal weigeren op circusles. voor de lessen maar wel voor de optredens’, ‘Maar je wilt toch ook mooie voorstellingen zegt Jeroen. Het gaat om een pool van zo’n maken?’ brengen wij er tegenin. ‘Het is een 20-30 personen, bestaande uit ouders, compromis tussen iedereen laten meedoen vrienden en bestuursleden. ‘Pas kregen we en een technisch hoogstaande voorstelling van een vrijwilliger ook administratieve hulp, maken’, zegt Jeroen. ‘Voor iedereen is een dat was echt heel fijn.’ plekje. Ook deze kinderen groeien als ze iets goed kunnen of als ze daar waardering voor ‘Het aanbod ontstaat gewoon; het ontwikkelt krijgen. Ook al zullen ze circustechnisch niet zich, het ontstaat ook vanuit de vraag. We de beste artiesten worden. Met hebben eerder professionele begeleiding kun je een teveel ideeën Onze aanpak is heel hoop bereiken. En met een aantal dan te weinig’, theatertrucs lijkt het uiteindelijk heel zegt Jeroen. anders dan bij een wat’, aldus Jeroen. ‘Bij de optreedvoetbalvereniging groep stellen we trouwens wel Er is af en toe hogere eisen en laten we ze ook contact met harder trainen.’ het centrum voor de kunsten in Etten-Leur. ‘Zij hebben circuslessen in hun aanbod ‘Soms zitten we vol en komt er zelfs een opgenomen, wij gaan ze doen, we worden wachtlijst, dan weer niet. Het schommelt ingehuurd om ze te geven. Dat was één van altijd. We doen nog te weinig aan werving de voorwaarden van de gemeente om vinden we zelf. Sinds kort hebben we mooie subsidie te krijgen.’ folders, die leggen we neer bij de gemeente en de bibliotheken enzo. Maar het beste ‘We krijgen vaak aanvragen voor projecten, middel om te werven zijn toch de shows en ook van bedrijven - maar dat is commercieel optredens in het theater, dan kom je ook werk en staat buiten de Stichting Circusgelijk in de media. Verder werkt mond-totKunst - maar we doen ook feestjes, partijen, mond reclame heel goed en activiteiten als evenementen en optredens op festivals.’ de circusvakantiedagen.’ ‘We trainen altijd in gymzalen, op alle drie de Jeroen en Nathalie geven alle lessen zelf en locaties. We hebben geen problemen met de krijgen daarbij hulp van een stagiaire. ‘We hoogte. In Barendrecht hebben we een hebben verder nog geen docenten aangetopzaal, die is zeven meter hoog. Maar ja, die trokken. Niet alle artiesten kunnen ook andere twee zijn ook prima, het moet namelesgeven. We huren soms wel mensen in, lijk wel veilig zijn, wij zijn toch verantwoordebijvoorbeeld voor nieuwe onderdelen. We lijk’, zegt Jeroen. gaan nu skate-acts doen, die zijn voor ons In principe doen de kinderen aan alle onderook nieuw. We moeten het eerst zelf uitprodelen mee. Ze mogen zich specialiseren, beren, daarna huren we iemand in.’ Meestal maar moeten wel met alle gezamenlijke gebeurt dat via het circusnetwerk, van onderdelen meedoen. Er zijn geen specialisacollega-circussen of via Circomundo. ‘Het is tiegroepen. ‘Tussen de drie locaties zitten wel een klein wereldje’, zegt Jeroen. verschillen: op de ene locatie is meer belangstelling voor tissue, bij de andere voor éénTe weinig uren wielfietsen. Dat heeft soms met het succes van een onderdeel te maken. Ik denk dat wij ‘We hebben zelf te weinig uren voor Circushiermee niet anders zijn dan andere jeugdcirKunst nu, we hebben altijd werk teveel of tijd cussen. Hoewel onze aanpak misschien heel tekort. We staan op het punt een derde eigen is.’ persoon als trainer aan te nemen, een stagiaire (van het ROC in Tilburg) die we Talent graag willen houden, vertelt Jeroen. Verder worden freelancers ingehuurd en zijn er vaak Er zijn nu drie leerlingen van de voorstellingsstagiaires. ‘We hebben ook vrijwilligers, niet groep die naar Codarts willen. ‘Het is geen
40
circus 1-10-2009
circuskunst 3
doel van ons, maar we stimuleren ze wel’, zegt Jeroen met enige trots. ‘Wat we ook doen is regelmatig met z’n allen naar een voorstelling gaan. We bezoeken ook traditionele circussen, ik vind dat je daar ook kennis van moet nemen als je aan circus doet. Het is toch díe traditie die dít heeft voortgebracht. Ik wil ook graag de circustraditie levend houden. Die verdwijnt, alleen Circus Renz is er nog.’ ‘Ik heb op Codarts lesgegeven in jongleren. Van die opleiding komen artiesten af, geen docenten. In Brussel heb je trouwens wel een prima opleiding voor docenten en in Leuven ook – maar dat terzijde: ik ben heel benieuwd hoe het zal zijn als de eerste lichtingen zijn afgestudeerd. Want zoveel werk is er voor circusartiesten nou ook weer niet. Er zullen er wel veel naar het buitenland gaan, circus is natuurlijk heel internationaal. In Duitsland heb je veel varieté-theaters, Nederland kent dat bijna niet. En technisch zijn ze natuurlijk goed.’ Financiën De gemeente Barendrecht draagt bij aan de projecten op school, die vallen onder de zogeheten ‘brede school’. De gemeente Oosterhout draagt een bescheiden bijdrage bij aan de reguliere lessen en subsidie van de gemeente Etten-Leur komt eraan: ‘Het is net rond!’
leden ook, ze moeten dan veel kennis van de dagelijkse gang van zaken van het jeugdcircus hebben, dat ontbreekt nog. Bij ons ontbreekt weer de cijfermatige kennis en hoe het werkt bij gemeenten en overheden.’ Hoe het begon Stichting CircusKunst is vrij jong, dus er is nog niet veel geschiedenis. ‘Ik heb geen circusopleiding of wat voor opleiding dan ook gevolgd’, zegt Jeroen. ‘Ik ben gewoon op m’n 11e begonnen met jongleren en op m’n 13e begonnen met optreden.’ In 2005 startte hij samen met Nathalie met circusactiviteiten voor kinderen. ‘We zijn begonnen op de Vrije School waar m’n moeder docent was. Er deden 25 kinderen van de school mee en een aantal uit de buurt.’ ‘Toen we van start gingen was er alleen een activiteitenplan.’ Nu is er ook een vier-jaren beleidsplan. De missie is als volgt verwoord, Jeroen, uit z’n hoofd: ‘Circus is voor iedereen. We willen inzetten op de motorische, emotionele en creatieve ontwikkeling van kinderen.’ ‘Nouveau cirque maken is wat we willen, dat spreekt ook uit alles wat we doen. Wij hebben beide geen theaterachtergrond, Nathalie heeft een sportachtergrond en ik ben artiest, dus als we een voorstelling maken huren we iemand in die dat kan brengen. Deze professionele theaterbegeleiding doet de voorstellingen enorm goed!’
De kinderen betalen contributie, € 210,- voor het hele jaar (36 lessen), daarnaast komt er ‘Livemuziek bij voorstellingen is vaak duur, geld binnen voor dus dat doen we maar af en toe. We de optredens. hebben wel eens een keer een tour Ik wil graag de De totale omzet gedaan met een tent en een band.’ van CircusKunst circustraditie is € 80.000,Jeroen vertelt regelmatig circusdalevend houden gen en festivals te bezoeken, onder ‘We vinden het andere het Jongleerfestival. Voorsoms jammer dat we zoveel contributie stellingen van collega-jeugdcircussen worden moeten vragen, want veel mensen hier niet zo vaak bezocht, behalve die van Woenhebben weinig geld. Er wonen gewoon veel zini. Breda ligt natuurlijk om de hoek. arme Nederlanders in deze omgeving.’ Sterke en zwakke punten ‘We zouden het bestuur wel meer willen ‘Sterk zijn onze activiteiten: de lessen, projecbetrekken bij de contacten met de gemeente. Dat vinden wij zelf een lastig ten en optredens. We betrekken het hele onderdeel. Maar dat is het voor de bestuursgezin erbij als één lid van het gezin aan circus
circus 1-10-2009
circuskunst 4
doet. De vrijwilligers zijn merendeels ouders, we geven ze ook echt iets te doen én we maken ze enthousiast. Dat is een kracht.’
Circus moet dezelfde erkenning krijgen als muziek of sport!
te verleggen. Circus zien we als een middel om jongeren vaardigheden aan te leren en om zich persoonlijk en sportief te ontplooien’, legt Jeroen uit. ‘Samenwerken is een belangrijke component. En dat iedereen mee kan doen. Het gaat bij ons niet om de truc, die komt op de tweede plaats. Ieder kind kan eruit halen wat ‘ie wil.’ Toekomst
‘Onze promotie wordt steeds beter, we krijgen een steeds duidelijker gezicht.’ ‘Een zwak punt is dat het erg op ons tweeën hangt. Ik heb al een burn-out gehad, je bent toch kwetsbaar’, zegt Jeroen. Ook is hij niet tevreden over de communicatie totnogtoe. ‘Ik ben jong en ik heb een uitstraling die me zo mogelijk nog jonger maakt, dat is geen voordeel in onderhandelingen met gemeenten en andere subsidiënten, ook in het vinden van goede bestuursleden.’ ‘Onze financiële positie is geen zwak punt. Wat wel af en toe lastig is hier - en dat is in de grote stad vermoedelijk veel makkelijker - is commercieel denken en handelen.’ Positionering ‘We moeten circus nog bekender maken hier, we hebben nog niet de positie die jeugdcircussen in de stad hebben. Men vindt iets al snel gek hier’, zegt Jeroen. ‘In Amsterdam is het sowieso hip om je kinderen op jeugdcircus te hebben, hier niet.’ CircusKunst ervaart de aanwezigheid van Woenzini, relatief dichtbij in Breda, niet als concurrentie. ‘Hoe meer circus, hoe beter. We doen af en toe iets samen, de laatste keer waren dat masterclasses voor kinderen van hen en van ons.’ Om eraan toe te voegen: ‘Alleen als commercieel artiest zou ik andere jeugdcircussen als concurrenten moeten zien.’ ‘Ons unique selling-point?’, Jeroen denkt even na. ‘Technisch zijn wij niet uniek. Het is vooral onze aanpak die het ‘m doet. Onze werkmethode, Equilibre, die als een rode draad door alle aanbod heen loopt, is wel uniek. Het gaat erom dat kinderen en jongeren in staat zijn zelf hun persoonlijke grenzen
42
Groei is een doel voor Stichting CircusKunst, vooral als organisatie. ‘Het aantal vaste krachten mag groeien, dan zouden we flexibeler zijn en niet meer zo afhankelijk van twee personen. Maar dan hebben we ook meer geld nodig’, zegt Jeroen. ‘Als we meer personeel zouden hebben zouden we ook op andere plaatsen kunnen werken, naast de drie locaties die we nu hebben. Maar eerst moet de organisatie stevig staan!’ ‘De hindernissen zoals ik ze nu zie zijn financiën en mankracht. Mankracht is ook moeilijk te vinden. Iemand moet niet alleen goed zijn, maar onze werkwijze en visie moeten ook nog aanspreken.’ Een echte droom zou zijn: iedere locatie z’n eigen twee á drie mensen. Of een nog mooiere droom: een eigen ruimte! Maar dat is heel duur, ook de verbouwing. Gymzalen zijn op zich ideaal, daar hebben wij helemaal niets over te klagen, we hebben inmiddels op onze drie locaties ook bij elke gymzaal een opslagruimte.’ Veiligheid en EHBO zijn geen knelpunten, volgens Jeroen, maar wel een aandachtspunt. ‘We hebben beiden ons EHBO-diploma gehaald. We gaan heel zorgvuldig met de veiligheid om.’ ‘Erkenning van jeugdcircussen en erkenning van de kwaliteit, dat moet Kunstfactor bereiken bij overheden, landelijk en lokaal. Circus moet dezelfde erkenning krijgen als muziek of sport!’ zegt Jeroen tot slot op onze vraag over waar het landelijk beleid zich volgens hem de komende periode op moet richten.
circus 1-10-2009
statistiek 6
statistiek
6
docenten 1
De meeste docenten hebben een circusachtergrond. Dat is niet zo gek omdat het vaak bevriende circusartiesten, teruggekeerde oud leerlingen of vrijwilligers uit het eigen circuit (vaak vaders en moeders) zijn. (Zie statistiek 7.) Theater is de dichtstbijzijnde discipline. Bij sport wordt turnen genoemd. Turnen en jeugdtheater zijn voor wat betreft het komen en gaan van leerlingen ook het dichtst bij circus.
Het witte partje is ‘overig’ waaronder beeldende kunst (nog geen 2%). Bij anders is nog genoemd: bewegingstherapeut, bedrijfsleven en straattheater.
Bij de ambitie van de circusscholen om ‘nouveau cirque’ te maken past de herkomst theater, maar ook beeldend.
dans 4,80% sport 9,59%
circus 42,44%
onderwijs 12,18%
welzijn, jeugdzorg 14,02%
theater 15,13%
Herkomst van de docenten als percentage van het totaal. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=240.
circus 1-10-2009
woenzini 1
Woenzini uit Breda Op het eerste gezicht staan we voor een gewoon huis in een rustige straat in Breda, vlakbij het centrum. Maar achter dit hoekhuis schuilt een grote bedrijfsruimte, omgebouwd tot circusstudio. We schuiven aan aan tafel in de woonkamer van Robert van Woenzel en Mascha Jansen. Hun vier kinderen, die ook allen aan circus doen, zijn naar school. Her en der in de huiskamer liggen kleding en circusattributen klaar, want zondag (14 juni 2009) is de grote voorstelling in het Chassé-theater. Robert is oorspronkelijk vakleerkracht lichamelijke opvoeding en Mascha bewegings- en sensomotorisch therapeute. Samen richtten ze vijf jaar geleden Woenzini op. Het huis met de studio hebben ze sinds 2007. Ze zijn beide directeur en docent.
kader van de verlengde schooldag, verjaardagsfeestjes, workshops voor bedrijven en speciale evenementen. Robert en Mascha benadrukken dat, naast ‘gewone’ kinderen, kinderen uit achterstandswijken, kinderen met speciale problematiek en met functionele beperkingen bij hen meer dan welkom zijn. ‘We hebben aanbod voor iedereen, we bedienen iedereen.’
Het overdragen aan kinderen is nummer één, circus is het middel
‘Ik vind directeur altijd zo raar klinken, zo zie ik mezelf helemaal niet’, zegt Robert. Samen vormen ze een VOF. ‘Dat leek ons destijds - in 2004 - de beste vorm, hoewel je dan geen bestuur hebt, wat ook nuttig kan zijn.’ Aan het samen runnen van een bedrijf kleven voor- en nadelen, vertellen ze ons. ‘Maar de voordelen zijn het grootst, het is gewoon hartstikke leuk.’
Woenzini richt zich op Breda en omstreken. Er wordt gewerkt in de wijk, gemeente en regio (Teteringen, Ter Heide). De projecten gaan wat verder buiten de gemeentegrenzen dan de jeugdcircusactiviteiten. Bij laatstgenoemde worden de leeftijdsgroepen zes t/m 21 jaar bediend, bij de projecten doen soms jongere kinderen mee en oudere mensen. We hebben het over cursussen, vakantieactiviteiten, activiteiten in het basis-, voortgezeten speciaal onderwijs, activiteiten in het
Kinderen met ADHD en autisme draaien bij Woenzini mee in de reguliere groepen. ‘Dat lijkt ons beter voor ze dan in aparte groepen te moeten. We willen wel ooit nog een aparte groep opzetten voor kinderen met het syndroom van Down, die vragen toch een eigen aanpak.’ Ook een therapiegroep voor kinderen die vastlopen in de andere groepen, ‘Omdat ze bijvoorbeeld meer aandacht nodig hebben dan we ze daar kunnen geven’, staat in de planning. De beroepsmatige kennis hiervoor is er al. ‘We zijn er ook voor opgeleid.’
Interview met Mascha Jansen (foto pagina 44) en Robert van Woenzel (foto pagina 47), beide directeur en oprichter van Jeugdcircus Woenzini.
44
circus 1-10-2009
woenzini 2
Op dit moment worden alle jeugdcircusactiviteiten bekostigd uit de opbrengst van de projecten. ‘We zouden die twee graag loskoppelen, dan zou het misschien mogelijk zijn om subsidie aan te vragen voor het jeugdcircus.’ De totale jaaromzet bedraagt tussen de € 40.000,- en € 50.000,- dat is de gehele opbrengst van de projecten en de contributie van de jeugdcircuslessen.
Wat we willen
‘We willen de kinderen stimuleren. Het aanbod is bewust breed, ze moeten eerst alles doen. Later kan je in een diabologroep of in de luchtacrobatiekgroep. Voor de gevorderden organiseren we af en toe een masterclass, als er iets is waarin ze zich willen specialiseren. Soms huren we dan iemand in. Maar we stiTot onze verbazing blijken beide, na muleren ook We hebben aanbod de opsomming van alle circusactividat ze naar een teiten, die een full-time baan op zich bepaalde curvoor iedereen, we zijn, ook nog werkzaam als docent. sus in Amsterbedienen iedereen Mascha voor 12 uur per week en dam gaan of Robert voor 23 uur. Mascha is naar bijvoorbewegingstherapeute en Robert MRT-docent beeld het Jongleerfestival. Talenten waarvan (Motorische Remedial Teaching). En daarwij denken: ‘Jij moet artiest worden!’, kunnen naast runnen ze een huishouden met vier we doorverwijzen naar Codarts, maar dat is kinderen ... nog niet gebeurd. Het is ook niet ons doel, hoewel het een mooi bijverschijnsel zou zijn.’ Hoe het begon ‘Onze doelstelling is het bevorderen van de We lazen het al op de website; de familie motorische, emotionele en creatieve ontwikwerd met het circusvirus geïnfecteerd op een keling van kinderen, ook uit achterstandscamping in Frankrijk in 1998. groepen en beperkten, middels circus. Het ‘Ja, die camping!’ zegt Mascha lachend. ‘Die voortzetten van de circustraditie is voor ons bood circuslessen als animatie. Het was geen doel. Het overdragen aan kinderen is bij eigenlijk voor kinderen, maar Robert was er ons nummer één, circus is het middel.’ niet weg te slaan’. ‘Onze missie?’, reageert Robert verbaasd. ‘In Nederland ben ik toen begonnen met ‘Nee die heb ik niet direct paraat, of ja wacht diabolo en naar het Jongleerfestival gegaan. … Een kind op een hoger ontwikkelingsplan Omdat we al lesgevers in sport en beweging brengen.’ Om er vervolgens aan toe te waren lag het in het verlengde van ons voegen: ‘Maar misschien zou ik dat zelf niet beroep. We volgden lessen, gingen naar direct omschrijven als missie … da’s gewoon festivals en deden cursussen in Antwerpen wat we doen.’ en Brussel. Vervolgens begonnen we op te treden in huiselijke kring’. Als De WaanzinSterke en zwakke punten nige Woenzini’s zegt de website. Daarna verzorgde de familie zelf een aantal zomerva‘Samen staan we sterk, we vullen elkaar aan. kanties lang circuslessen op een (andere) We hebben het therapeutische omgezet in Franse camping. lessen: elk kind mag er zijn, wij stimuleren en prikkelen. En we laten kinderen met plezier ‘Onze circusfeestjes – aanvankelijk gewoon dingen doen die ze moeilijk, eng en spannend de verjaardagen van onze kinderen – werden vinden. Het is de kunst ze dit toch leuk te enorm leuk gevonden door andere kinderen, laten vinden. Na afloop zijn ze trots. Dat geeft vandaar dat we al snel het verzoek kregen ze zelfvertrouwen.’ om ze ook voor anderen te organiseren.’ Verzoeken om jongleerlessen volgden en in ’Het is erg gebonden aan ons, dat is een zwak 2004 was Jeugdcircus Woenzini een feit. punt’, zegt Robert. ‘En het aanvragen van xxxx
circus 1-10-2009
woenzini 3
subsidies … We vinden het moeilijk daar een begin mee te maken. Dat is iets waar we nog niet goed in zijn. We hebben iemand nodig die ons helpt bij dit stuk beleidsvoering van ons circus. We hebben nog geen goede contacten met de juiste personen bij de gemeente. We nodigen bijvoorbeeld wel de Wethouder van Cultuur bij onze voorstellingen uit, maar hij is totnogtoe niet gekomen. We hebben ook nog geen beleidsplan, al hebben we in het begin wel een soort businessplan geschreven. We hebben ook geen bijdragen van fondsen of sponsors, en ook geen ‘vrienden van’ stichting.’ Werkwijze ‘De activiteiten die we aanbieden, leren we eerst zelf uiteraard en dan aan de kinderen’, zegt Robert. ‘Er komen met enige regelmaat nieuwe dingen bij: zoals bijvoorbeeld pas ladderlopen, dan ga ik eerst zelf oefenen. We blijven de kinderen voor, alleen na een tijdje word je altijd door de fanatiekelingen ingehaald. We leren heel veel van elkaar, en van YouTube; daar kijken we vaak voor nieuwe dingen. Ook op festivals en docentendagen komen we nieuwe dingen tegen.’ ‘We doen niet aan werving, het gaat vanzelf. Aanstaande zondag hebben we onze grote show in Chassé, dat brengt de komende weken een golf nieuwe aanmeldingen met zich mee. We hebben wel een website, die veel bezocht wordt en die we goed bijhouden.’
er gewoon een nieuwe groep bij. De contributie is € 53,- per kwartaal, een Breda-pas geeft korting (de leerling krijgt geld terug van de gemeente).’ ‘We zijn goed op de hoogte van het jeugdcircus in Nederland. We zien voorstellingen van collega’s, maar niet zo heel veel, we lezen vaktijdschriften – ‘Valt de Piste daaronder?’ en we zijn lid van de VLO in Vlaanderen. ‘Het is heel grappig, maar we horen er helemaal bij in Vlaanderen, we volgen ook met enige regelmaat cursussen in Vlaanderen. Er is daar een heel andere sfeer en de cursussen zijn goed.’ We doen ook docententrainingen in Amersfoort. En op festivals praten we met veel mensen. En natuurlijk veel internet.’ ‘Bij het ontwikkelen van ons aanbod gaan we van de kinderen uit, niet van nieuwe ontwikkelingen of trends of trucs. Soms leren we op een docentendag iets nieuws.’ ‘Circus trekt relatief veel ‘probleemkinderen’. Kinderen die te druk zijn bij voetbal of te speels bij turnen komen naar ons. Elk kind is hier welkom. Maar we zijn absoluut geen afvoerputje wat dat betreft. Als je onze groepen ziet zijn het gewoon ‘doorsnee kinderen’ en dat is ook goed, je moet geen verkeerd imago krijgen, dat is niet goed voor de andere kids.’ Positionering Hun reputatie omschrijven ze als kleurrijk en energiek. ‘Ouders zijn heel positief over Woenzini’.
‘De voorstellingen zijn geen doel op zich, de ‘Hoewel er ooit één keer een ouder Ieder kind is welkom, was die vond dat haar kind niet kinderen willen we hebben aanbod genoeg geleerd had, qua trucs’, het graag en het voor iedereen! is iets waar je vertelt Mascha. ‘Om die reden haalde ze haar kind eraf.’ Mascha, naartoe kunt verontwaardigd: ‘Terwijl dat kind zo enorm werken. Ouders willen het ook graag, die willen zien wat hun kind geleerd heeft. De veel dingen had geleerd qua zelfvertrouwen en presentatie. Dat vond ik heel erg voor dat ‘tegenkant’ ervan is het moeten presteren en kind toen. Ik dacht ik gun jou echt een andere natuurlijk vaak het- zelfde oefenen.’ moeder!’ ‘We hebben nu 90 kinderen op les. Omdat de ‘Ik denk niet dat wij heel onderscheidend zijn ruimte niet heel groot is, hebben we maximaal 12 kinderen per groep. Als we ten opzichte van andere jeugdcircussen. We teveel aanmeldingen hebben, beginnen we doen vermoedelijk wel zo’n beetje dezelfde
46
circus 1-10-2009
woenzini 4
dingen.’ Mascha en Robert zeggen andere jeugdcircussen niet als concurrenten te zien. ‘Nee waarom?’ is hun verbaasde antwoord.
We zijn natuurlijk wel vakidioten Toekomst ‘We hebben geen speciale toekomstvisie, het is nu leuk en dat willen we graag voortzetten’, is de eerste reactie op onze vraag over de toekomst. Dan, na enig aarzelen: ‘We hebben het wel iets te druk; we zouden graag meer werk uit handen willen geven, maar totnogtoe is dat lastig. Het is lastig anderen te vinden die het net zo doen als wij. We zijn natuurlijk wel vakidioten, vind nog maar eens zoiets.’ Om er dan nog aan toe te voegen: ‘Maar hier hebben we wel iets op te lossen: Hoe gaan we zorgen dat we meer quality time hebben als gezin?’ ‘We zouden vaker met gastdocenten willen werken. Het lijkt ons heel fijn als er bij Circomundo op den duur een centrale database komt met circusdocenten (en hun gegevens, kwaliteiten, specialiteiten, etc.) die je in kunt huren. Of een actueel bestand met alle docentencursussen.’ ‘Groei hoeft wat ons betreft niet persé’, zeggen beide. ‘Wat ik leuk voor de toekomst zou vinden is als de kinderen zelf acts zouden gaan maken en ik ze daarbij zou kunnen assisteren’, zegt Mascha. Robert vat het samen: ‘Kortom, dit zijn onze wensen: Woenzini voortzetten, maar minder ‘ons’, meer docenten, de circusschool losmaken van de projecten en subsidie aanvragen voor de jeugdcircuslessen’.
circus 1-10-2009
statistiek 7
statistiek
7
docenten 2
Bij het werven van docenten wordt eerst (en voornamelijk) in de eigen kring gekeken. Een deel van de jeugdcircussen werkt alleen met vrijwilligers, ‘het circuswereldje’ is klein en formeel opgeleide circusartiesten en circusdocenten zijn dun gezaaid. Voor meer dan 90% (zie statistiek 12) van de jeugdcircussen is het vinden van docenten een knelpunt, voor bijna 30% een urgent knelpunt.
In de vragenlijst is geen onderscheid gemaakt tussen het werven van betaalde of nietbetaalde docenten.
Over de kwaliteit van de docenten in Nederland oordelen de ondervraagden gemiddeld ‘neutraal’.
Percentage van de jeugdcircussen dat gebruik maakt van de betreffende methode bij het werven van docenten. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.
80%
beetje
70% ja
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% eigen netwerk
48
eigen opleiding
werven vrijwilligers
stagiaires MBO of HBO
contact MBO of HBO
opleiding peerteachers
circus 1-10-2009
circaso 1
Circaso uit Den Haag Circaso heeft sinds september 2009 een gymzaal die zij hun ‘eigen honk’ kunnen noemen. Verder worden diverse gymzalen in Den Haag gehuurd voor de lessen. Ze hebben geen kantoortje. Het interview vindt daarom plaats in Rotterdam, waar Birgit woont, ten burele van &Concept. Birgit Douma is bestuurslid van Circaso, jeugdcircus van de stad Den Haag. Circaso is een stichting, er zijn vijf bestuursleden, inclusief Birgit. Het bestuur bestaat verder uit twee acrobaten (Anja en Johannes geheten), een gemeenteambtenaar en een juridisch adviseur. Een oud-bestuurslid, met een eigen administratiekantoor, doet de boekhouding. Al gauw blijkt dat het bestuur diverse taken vervult en nauw verweven is met de dagelijkse werkzaamheden. Dat blijkt uit Birgit’s antwoorden op onze vragen over het aantal werknemers en formatieplaatsen: er zijn vijf zelfstandige ondernemers werkzaam bij Circaso (deels bestuursleden), zes docenten (deels bestuursleden) en 15 vrijwilligers (bestuursleden en ouders).
in de leeftijden zes tot 21 jaar. ‘Naast de circuslessen hebben we circuswerkplaatsen, vakantieactiviteiten, activiteiten op scholen, open dagen, en dergelijke. We hebben nog geen speciaal aanbod voor kinderen met een beperking of andere problematiek’, zegt Birgit. ‘De schoolactiviteiten vinden plaats op aanvraag van de scholen. Die circuslessen zijn direct na schooltijd en vallen onder het zogeheten ‘leerkansenprofiel’: wij worden door de scholen betaald, de scholen krijgen het weer terug van de gemeente’, legt Birgit uit. ‘Soms zijn er bedrijven die ‘iets goeds willen doen in de wijken’, zij adopteren dan éénmalig een school en dan wordt Circaso ingehuurd om daar circuslessen te verzorgen.’ Circaso heeft op vier locaties in de stad Den Haag activiteiten, in vier gymzalen. ‘We hebben gemerkt dat je zo de meeste kinderen kunt trekken, als je de wijken ingaat en op scholen komt. Er doen dan flink wat leerlingen van de betreffende school mee én kinderen uit de buurt. Met één centrale locatie zouden we vermoedelijk een deel van deze kinderen niet krijgen.’
Bij circus hoort vrijheid
Birgit is zelfstandig ondernemer in de communicatie, ze maakt websites. Circus is een hobby, waar zij 20% van haar inkomsten uit haalt (als docent) maar 50% van haar tijd aan besteedt. Circaso richt zich op de gemeente Den Haag, niet op de regio. Circaso is actief in de wijken. Activiteiten Circaso is opgericht in 2005, dit is pas het vijfde seizoen. Er zijn rond de 140 leerlingen,
Interview met Birgit Douma, oprichtster, bestuurslid, docent
circus 1-10-2009
circaso 2
‘We hebben alle circusmaterialen in vier-voud en bij elke gymzaal een beperkte opslagruimte. De spullen hebben we kunnen aanschaffen met financiële hulp van fondsen. We hebben gemerkt dat je voor de aanschaf van materialen goed bij de fondsen terecht kunt, terwijl als het om exploitatie of mankracht gaat ze niet snel bereid zijn tot honorering van een aanvraag.’
king te komen voor de pas, terwijl je de Rotterdampas, in Rotterdam, gewoon moet kopen en daarvoor betaalt naar draagkracht. Dat is veel beter. De gemeente Den Haag doet sinds het voorjaar extra zijn best om de Ooievaarspas te promoten en organiseert veel activiteiten. Wij doen daar ook aan mee.’
‘In een rijke wijk heb je zo je lessen vol. Circus trekt nu één‘We staan in verbinding met de maal veel blanandere jeugdcircussen in de regio, ke negen-jarige We zijn nog niet het meisjes uit de we hebben contact met Rotterdam, derde jeugdcircus Zoetermeer en Pijnacker. We verwijbetere milieus. van het land zen naar elkaar door, we doen soms Dat zie je in al samen workshops en we vervangen onze lesgroeaf en toe elkaars docenten als er iemand ziek pen. is. Het is een kleine wereld, iedereen kent iedereen.’ ‘We hebben een folder - een algemene en één voor de voorstellingen - posters en een Het Koorenhuis heeft ook circusaanbod. ‘Zij website natuurlijk. We gebruiken de folder doen projecten op scholen en verwijzen dan om leerlingen te werven en publiek, dat is per voor doorlopende lessen door naar ons’, zegt locatie verschillend. Verder sturen we veel Birgit. persberichten en maken we reclame via T-shirts. En we hebben vlaggen. Wij doen ook Doel, doelgroep, werkwijze mee aan het jaarlijkse Uitfestival, de Ooievaarsdagen en andere gemeentelijke promo‘We willen de artistieke, sociale en fysieke tieactiviteiten.’ ontwikkeling van kinderen bevorderen. Én Per locatie heeft Circaso twee groepen, een mooie voorstellingen maken’, vat Birgit jonge en een oudere. Per les wordt door de samen. ‘Achterstandsgroepen bereiken is trainer het programma bepaald, bijvoorbeeld geen speciaal doel van ons op dit moment; een circuit, de kinderen rouleren en doen dus daar hebben we extra subsidie voor nodig, aan alles mee. Het tweede deel van de les want het kost ook extra inspanning.’ mogen ze vrij kiezen. ‘Als een kind ergens ‘Ons lukt het slecht om niet-Nederlandse heel goed in is merk je dat vrij snel’, zegt kinderen en Nederlandse kinderen uit lagere Birgit. Er is een optreedgroep voor getalensociale klassen te bereiken; ze komen teerde kinderen. ‘Maar we pushen niets.’ gewoon niet’, zegt Birgit. Er zijn naast de lessen specialisatieworkshops Met de Ooievaarspas krijg je in Den Haag in onder andere diabolo, acrobatiek, jongle50% tot 100% korting op activiteiten op het ren of luchttechnieken. Kinderen laten doorgebied van sport en cultuur, circuslessen gaan naar een beroepsopleiding is geen doel. vallen daar ook onder. Hoewel Circaso ‘Als je talent hebt kom je gewoon in de meedoet aan de Ooievaarspas, merken zij optreedgroep.’ In de optreedgroep zitten niet dat zij daardoor extra aantrekkelijk leerlingen van 10 t/m 17 jaar. ‘Een aantal worden voor die doelgroep. kinderen uit deze groep deed ook mee in Crème Brulée, een voorstelling van Circus ‘De Ooievaarspas heeft last van een imagoElleboog.’ probleem, ‘dat is voor losers’ is de tendens in Den Haag, dus niemand wil hem graag Er zijn wel contacten met Codarts, Anja en hebben‘, zegt Birgit. ‘Je inkomsten moeten Johannes (beiden acrobaat, docent en onder een bepaald niveau zijn om in aanmerbestuurslid van Circaso) geven er les.
50
circus 1-10-2009
circaso 3
‘Op donderdagavond hebben we altijd vrije trainingsavond, een inlooptraining voor acrobaten en jongleurs uit Den Haag. Het is enorm inspirerend en stimulerend voor de kinderen om daar af en toe bij te zijn. ‘Wow, dat wil ik ook kunnen!’, zie je ze soms denken. Ook bezoeken we soms met de kinderen voorstellingen.’ ‘Bij voorstellingen van ons is het zo dat wij de zaal uitkopen, waarna wij dat kunnen terugverdienen met de kaartverkoop’, vertelt Birgit. ‘Ik zou het liever andersom willen: dat het theater het risico neemt en er iets voor doet, net als bij andere voorstellingen.’ Er wordt opgetreden in De Regentes, het Culturalistheater en het Zuiderparktheater. Birgit bezoekt zelf regelmatig voorstellingen. Op de hoogte blijven van nieuwe trends en ontwikkelingen gebeurt voornamelijk via internet. Veel informatie is mondeling. ‘De docenten komen uit ons eigen netwerk. Het is moeilijk om precies passende en gekwalificeerde mensen te vinden. Er moet wel een klik zijn en het moet passen qua visie op het lesgeven’, zegt Birgit. ‘Bovendien is er bij circus veel fysiek contact. Voordat je een mannelijke trainer, die je niet goed kent, alleen laat met een groep … daar denken wij wel drie keer over na. En een verklaring van goed gedrag zegt in dit kader niet zo veel.’ Financiën
willen zijn van de grillen van subsidiënten; dan weer moet je dit doen, dan weer dat, dat is niets voor ons. Dan maar wat minder geld! Ik ben trots op wat wij zelfstandig hebben bereikt’, zegt Birgit. ‘Als een voorwaarde voor gemeentelijke subsidie zou zijn dat de gemeente dan bijvoorbeeld onze doelstelling of onze activiteiten en speerpunten zou bepalen, dan zou ik dat nooit doen.’ ‘Waar wij bij de gemeente tegenaan lopen is dat we nergens bij horen, we zijn niet echt sport en ook niet echt cultuur. Dat maakt voor ons niet uit, circus is gewoon circus, maar hierdoor vallen we qua mogelijke subsidies altijd tussen de wal en het schip.’ ‘Ik denk dat wij ons voor de gemeente eerst een paar jaar moeten bewijzen, dat ze dan zien wat circus kan betekenen. Net als bij Rotjeknor, die kregen ook niet meteen de subsidie die ze nu krijgen’, zegt Birgit. ‘Wat ik wel vervelend - of oneerlijk eigenlijk - vind, is dat wij bij het huren van gymzalen altijd het commerciële tarief betalen, terwijl iedere sportclub veel minder betaalt. Daarover hebben wij de gemeente al diverse keren benaderd, maar zonder resultaat.’ De kinderen betalen lesgeld voor de reguliere lessen, andere partijen betalen de circuswerkplaatsen of andere activiteiten die ze bij Circaso inkopen. Circaso doet mee aan De Grote Club Actie, een grote landelijke actie waarbij kinderen loten verkopen om geld in te zamelen voor hun sportclub, scouting of …. het jeugdcircus. ‘Daar wordt jaarlijks € 1.800,- mee binnengehaald. Het kind dat de meeste loten verkoopt krijgt een prijs.’
Circaso krijgt geen subsidie van de gemeente Den Haag. ‘We zijn wel van plan Het is een kleine om weer bij de gemeente aan te wereld, iedereen kloppen voor Er is geen vriendenstichting. ‘Maar kent iedereen subsidiemogewe hebben wel twee vrienden die af lijkheden. Maar en toe een (bescheiden) donatie we zijn ons er zeer bewust van dat we dan doen.’ Een aantal fondsen droeg afgelopen ook een stukje van onze onafhankelijkheid jaren bij in de aanschaf van circusmaterialen. kunnen verliezen.’ Er is een beleidsplan Geschiedenis 2005-2008, aan dat van 2009-2012 wordt nog geschreven. Circaso werd opgericht in 2005 op initiatief van de huidige vijf bestuursleden. ‘De oprich‘Ik vind zelfstandigheid en onafhankelijkheid heel erg belangrijk’, licht Birgit toe. ‘Bij circus ting was eigenlijk een uitvloeisel van een hoort vrijheid. Ik zou niet graag afhankelijk wens die wij bij de toenmalige organisatie
circus 1-10-2009
circaso 4
waar wij het Haagse jeugdcircus organiseerden niet konden verwezenlijken’, vertelt Birgit. ‘Er was al sinds eind jaren ‘40 een xxxxx
Negen-jarige meisjes uit de betere milieus
vier jaar bezig. We hebben al veel bereikt, maar we zijn nog niet het derde jeugdcircus van het land.’ ‘Ik vind dat zoveel mogelijk kinderen in Den Haag in aanraking zouden moeten kunnen komen met circus. Wij hebben gemerkt dat dat het beste lukt als je naar ze toegaat. Daarom werken wij op vier locaties.’ Sterke en zwakke punten
jeugdcircus in Den Haag. Onder de naam Kraaienest vonden in het wijkcentrum in de Spoorwijk circusactiviteiten plaats. Een clubje kinderen was ooit naar een voorstelling in Amsterdam van Elleboog - dat toen net bestond - geweest en enthousiast geworden.’ Hieruit ontstond Jeugdcircus Kraaienest met als vaste stek het wijkcentrum, dat later uitgroeide tot jeugdtheater Pierrot. Het jeugdcircus kende bloeitijden, maar ook tijden dat het minder goed ging. Birgit werkte er sinds 2000 als vrijwilliger. ‘Het liep niet lekker.’ Het was in de periode dat Elleboog en Rotjeknor, in de andere grote steden, floreerden terwijl Kraaienest in Den Haag maar 30 leerlingen had.
‘Een sterk punt van ons is dat we veel bereikt hebben in relatief korte tijd, qua activiteiten, het aantal kinderen, onze zelfstandigheid en onafhankelijkheid en qua vindbaarheid en bekendheid … hoewel de vindbaarheid en bekendheid nog veel beter kunnen. We worden wel steeds bekender, 20% van de Hagenaars heeft wel eens van ons gehoord. Dat percentage moet natuurlijk omhoog!’ ‘Een zwak punt van ons is dat we nog te weinig docenten hebben, we zijn op zoek. Als we meer docenten hebben, kunnen we verder uitbreiden. Zou Circomundo niet een docenten-database kunnen maken?’ Toekomst
‘Wij zagen de mogelijkheden, maar daarvoor moesten volgens ons het jeugdtheater en het jeugdcircus losgekoppeld worden. Dat wilde het jeugdtheater niet. Toen hebben wij een nieuwe organisatie opgericht met een nieuwe naam en zijn we opnieuw begonnen’, zegt Birgit. ‘Het was destijds niet prettig, dat hoort bij scheiden, maar nu zijn we weer on speaking terms; we treden ook weer op in jeugdtheater Pierrot.’ ‘De naam van het circus is gebleven naar aanleiding van de voorstelling Circaso, toen nog bij Kraaienest. Het ging over twee botsende groepen jongeren (thema: ruzie maken is a-sociaal), dat vertaalden wij in circuskunsten, aldus de naam Circ-aso’, vertelt Birgit. ‘Wij proberen nu de associatie met a-sociaal te vermijden. Het is gewoon onze naam geworden. We spreken de naam ook heel bewust uit met de klemtoon op de laatste lettergreep.’ Eén van de ouders heeft het logo gemaakt. ‘Den Haag zou qua formaat van de stad een jeugdcircus als Amsterdam of Rotterdam moeten hebben’, vindt Birgit. ‘We zijn pas
52
‘De droom van Anja en Johannes is het hebben van een eigen circusplek. Een ontmoetingsplaats, die altijd open is en waar ‘s avonds veel artiesten zijn. Anja is nu bezig met een gebouw dat op de slooplijst staat’, vertelt Birgit. ‘Er zijn nog wel obstakels, zo hebben we nog geen oplossing voor de financiële kant van het verhaal - de aanschaf, verbouwing en exploitatie - en lang niet genoeg mensen om het gebouw te bemannen. Een eigen plek is niet noodzakelijk voor ons voortbestaan, maar als het lukt zou het wel een hoop extra mogelijkheden creëren, dan zouden we ook kinderfeestjes en dergelijke kunnen gaan doen.’ (inmiddels - drie maanden na het interview - is de eigen circusplek een feit, red.). ‘Het landelijk beleid mag van mij de komende periode gaan over het verbeteren van het imago van circus.’ Birgit zegt daarnaast behoefte te hebben aan reflectie over de doelgroep, want: ‘Die meisjes uit welgestelde milieus die trekken we wel, maar dat moet anders kunnen anno nu!’
circus 1-10-2009
statistiek 8
statistiek
8
organisatie
Als we naar de medewerkers kijken, zien we organisaties met en organisaties zonder betaalde krachten. Er zijn een aantal jeugdcircussen waar alles - van de boekhouding tot het lesgeven, van het leiden van de organisatie tot het maken van de attributen - door vrijwilligers wordt gedaan. Het merendeel van deze ‘vrijwilligers-circussen’ zou in de toekomst graag (ook) met betaalde krachten willen werken.
Er zijn jeugdcircussen zonder vrijwilligers; dan wordt incidentele hulp of een bestuurslidmaatschap niet als zodanig gezien.
Het door veel jeugdcircussen geuite streven naar professionaliteit sluit het zijn van vrijwilligersorganisatie overigens in het geheel niet uit.
Er is ook een circus waar je je kind pas mag aanmelden als je zelf bereid bent om mee te werken!
Daar waar sprake is van een mix, is de meest voorkomende verdeling: vast: free lance: vrijwillig:
leiding, boekhouding, schoonmaak lesgeven groepsbegeleiding, decors, transport
Percentage van het totaal aantal in het jeugdcircus werkzame medewerkers. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.
10 % 14 % 76 %
>
% werkzaam in jeugdcircus
Percentage van de jeugdcircussen dat ... als medewerkers heeft. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.
vaste mederwerkers
69 %
free lancers
69 %
vrijwilligers
81 %
>
% jeugdcircussen met
circus 1-10-2009
acrobatico 1
Acrobatico uit Badhoevedorp Een gewone woensdagmiddag in het Dorpshuis van Badhoevedorp. Het gebouw doet ook dienst als stemlokaal (de bordjes hangen er nog), buitenschoolse opvang, bloedprikpost en trainingszaal ... en daar vinden we ons jeugdcircus. Een paar enthousiaste kinderen is vast begonnen zonder de trainer. Ze doen tikkertje op éénwielers, hebben daarbij jongleerballen in hun hand en kletsen tegelijkertijd honderduit. Ike (spreek uit Ieke) is een energieke vrouw, met veel mimiek en grote gebaren. Als Acrobatico een kasteel was, zou zij de koningin zijn; de kinderen behandelen haar in ieder geval zo. Acrobatico is haar bouwwerk en grote passie.
hoger zijn.’ Gelukkig zal de zaal in het nieuwe dorpshuis wel hoog genoeg zijn.
Activiteiten Ike is voorzitter, coördinator en vrijwilliger. ’GelukElk kind heeft een kig heb ik flexibel werk, Acrobatico treedt elke waarbij ik mijn eigen uren maand op, in theaters, op talent, het is aan ons in kan delen’, zegt Ike, die scholen, bij bedrijven en om dat te ontdekken meer dan fulltime bezig is in zorginstellingen. ‘We met Acrobatico. ‘Zo kan ik vinden het hartstikke leuk in ieder geval genoeg tijd vrijmaken voor om door zoveel verschillende organisaties Acrobatico.’ gevraagd te worden’, zegt Ike. ‘Maar, een voorstelling gaat altijd in première in het Acrobatico is een stichting. Op dit moment Dorpshuis.’ zijn er zes bestuursleden. ‘Het zijn er eigenlijk Er wordt intensief getraind, twee keer per vier, twee bestuursleden gaan aftreden en twee nieuwe worden ingewerkt. Daardoor week meerdere uren achter elkaar. De zijn er tijdelijk twee meer.’ Voor het bestuur kinderen - uit Badhoevedorp en omgeving vormen een hele hechte groep, de ouders word je gevraagd. ook. ‘Het zijn gek genoeg geen stoere voetbaljongens. We hebben toevallig veel Het gebouw is een noodgebouw, vertelt Ike Havo en VWO-kids … je zou haast kunnen ons. Er komt een nieuw gebouw voor in de zeggen dat we nogal een ‘beschaafd’ zootje plaats, hopelijk is het een verbetering voor zijn’, lacht Ike. Acrobatico. ‘We hebben nu ruimte tekort, vooral opslagruimte.’ De huidige trainings‘Zelf zou ik het een uitdaging vinden om te zaal is niet hoog genoeg. Dat heeft zo z’n werken met kinderen met een handicap. beperkingen. ‘Vooral als je moet optreden in Maar zij vragen uiteraard om een speciale schouwburgen, zoals De Meerse (Hoofdéén-op-één benadering. Onze trainers en dorp) of De Meervaart (Amsterdam) die véél Interview met Ike Struben, coördinator, regisseur en voorzitter bestuur
54
circus 1-10-2009
acrobatico 2
vrijwilligers hebben daar geen opleiding voor gehad, en ik vind dat eigenlijk wel noodzakelijk.’ ‘Vanaf groep drie (zes jaar) zijn ze welkom bij ons’, vertelt Ike. ‘Ze stoppen nooit, ze blijven gewoon tot ze het te druk krijgen met een vervolgopleiding. Gelukkig blijven een aantal ex-artiesten wel als trainer.’
rekening mee. De kostuums zijn natuurlijk een groot onderdeel van de show. We betrekken ze ook in de keuze ervan. We - de kinderen vooral - vinden bijvoorbeeld dat je echt niet kunt optreden in je trainingskleding.’
Met Elleboog, op een steenworp afstand in Amsterdam, is goed contact. Soms wordt er ook samen met Acrobatico is altijd één groep leden van geweest, een optreedgroep met andere jeugdDe kinderen houden circussen gemaximaal 35 kinderen. ‘Er was vroevan kostuums en van ger een wachtlijst. Tegenwoordig speeld, zoals glitter & glamour kunnen kinderen aan één van onze bij Crème twee ateliers deelnemen. Hier leren Brulée, een ze om met de verschillende circusdisciplines initiatief van Circus Elleboog. ‘De kinderen te werken.’ vinden het altijd leuk om iets nieuws te leren of zich nog meer te specialiseren. Daarom ‘We kunnen zo een tweede optreedgroep gaat er vaak een groep naar bijvoorbeeld het oprichten, zoveel belangstelling is er. We Acrobatiek- of Jongleerfestival. Ook worden hebben alleen niet de mankracht om iedere er, wanneer mogelijk, extra workshops maand met twee groepen op te treden; en gevolgd.’ optreden is natuurlijk wel zo leuk. Met het starten van onze ateliers zijn we op zoek naar Een jeugdtheaterschool is er niet in Badhoede juiste vorm en de juiste weg voor Acrobavedorp en Acrobatico heeft geen wensen tot tico.’ samenwerking met het centrum voor de kunsten, Pier K geheten. ‘We behouden graag De kinderen maken eerst kennis met alle onze eigen identiteit en Pier K is een moloch. onderdelen. Daarna volgt een eventuele Wij gaan zeker niet naar de pijpen van Pier K specialisatie. ‘Als dat de wens van het kind is.’ dansen.’ Dat is duidelijke taal. Acrobatico gaat in de voorstellingen uit van wat de kinderen leuk vinden en waar ze goed Doel, werkwijze, visie in zijn. ‘We bieden wel alles aan. Jongleren ‘Acrobatico bestaat uit louter artiesten, elk was gek genoeg altijd het minst favoriet. Daar heb ik het volgende op verzonnen: wie kind treedt op’, zegt Ike. ‘Elk kind heeft een talent, het is aan ons om dat te ontdekken.’ 30 keer met drie ballen kan jongleren krijgt zijn eigen Acrobatico T-shirt. Nu kunnen een aantal van onze talenten er niet meer mee ‘Onze doelstelling is het ontwikkelen van motorische, artistieke en sociale vaardigheophouden.’ den van kinderen’, somt Ike op. ‘Maar we willen ook de circustraditie levend houden, Vroeger schreef Ike de scripts voor de voorstellingen, tegenwoordig doet Daniël onder andere door gebruik te maken van uitgewerkte kostuums. Het theaterelement is (één van de trainers) dat. ‘We gaan daarbij bij ons zeer belangrijk, maar de glamour en altijd uit van de groep, hoe de kinderen zijn en wat ze kunnen.’ Er wordt steeds een ander sfeer van traditioneel circus ook.’ thema gekozen en daar verzint Ike, of Daniël, ‘Ik vind persoonlijke groei het belangrijkste. vervolgens een verhaal bij. Het laatste thema Dat blijft de rest van je leven bij je. Je leert was The Roaring Twenties. ‘De voorstelling hier zóóó veel meer dan bij een sportclub! wordt twee jaar gespeeld, dan maken we Het applaus en het gevoel dat je iets gewelweer een nieuwe’, vertelt Ike. ‘De kinderen digs hebt gepresteerd, dat geeft een flow die houden van ‘echte’ kostuums, eventueel met je - daar ben ik van overtuigd - de rest van je flink glitter & glamour, daar houden we
circus 1-10-2009
acrobatico 3
leven bijblijft. Dat gevoel is op je 80e nog oproepbaar!’ Professioneel circusartiest worden is geen doel van Acrobatico. ‘Er is nog niemand naar Codarts gegaan, maar ik vertel wel van het bestaan van de opleiding’, zegt Ike. ‘Je moet alleen wel erg goed zijn. Maar de keus om professioneel artiest te worden is natuurlijk aan de kinderen zelf.’
jongleren met vuur. We moesten ze van top tot teen zwart schminken. Het is mooi om te zien wat dat met ze doet. Eerst moesten ze er niet veel van hebben: opera blggr. Toen gingen ze ernaar luisteren, er werd over verteld, ze gingen in dat gigantische Ahoy kijken en in die geweldige voorstelling spelen …. en aan het einde kochten ze allemaal de cd. Ja, dat vind ik geweldig.’ Financieel
De contributie bedraagt € 42,- per kwartaal. ‘Je kunt niet zomaar bij het circus hier, je komt eerst met je ouders op gesprek, ter kennismaking. De ouders zijn zeer betrokken bij ons, ze komen altijd mee. Het houdt ook heel wat in om ‘bij het circus te zijn’. We benadrukken het belang van aanwezigheid. Afzeggen voor een training of een voorstelling kan niet vinden wij, omdat je daarmee niet alleen jezelf maar de hele groep benadeelt. In zo‘n eerste gesprek proberen we dat duidelijk te maken.’ ‘Het is een mondelinge overeenkomst. De ouders vraag ik om ‘een hand of hersencel’ te leveren.’ Onder ‘hand’ valt: kostuums naaien, wassen, opbouwen, rijden etc. Onder ‘hersencel’ valt lidmaatschap van het bestuur, het ontwerpen van kostuums en de boekhouding. ‘Vroeger deed ik heel veel zelf, maar dat ging natuurlijk niet. Gelukkig hebben we alle taken inmiddels goed verdeeld.’
‘Ons probleem is dat we op de rand van enkele gemeenten zitten. We vallen officieel onder de gemeente Haarlemmermeer. Daar ontvangen we subsidie van, per leerling uit de gemeente. Maar wanneer er leerlingen uit een andere gemeente komen, wordt er een deel van de subsidie ingehouden.’ De totale jaaromzet is € 40.000,- De subsidie-inkomsten van de gemeente Haarlemmermeer bedragen ongeveer € 8.000,per jaar. Daarnaast zijn er inkomsten van fondsen en sponsors: het Schipholfonds gaf afgelopen jaar een cheque voor het theaterlicht, Jantje Beton een bedrag voor de optredens en de Rabobank sponsort gedurende drie jaar € 3.000,- per jaar. ‘Onze voorstellingen kosten € 950,- per voorstelling. Bejaardenhuizen krijgen daar een groot deel van terug als ze lid zijn van een bepaalde stichting.’
Daniël, een oud-leerling van Acrobatico en ‘We hebben ook ieder jaar ’s zomers een professioneel circusartiest, is inmiddels één barbecue en ’s winters een kerstdiner. Dat wil van de betaalde krachten. ‘Nadat hij echt niemand jarenlang als vrijwilliger de kinderen overslaan, daar heeft getraind wordt hij sinds kort Ik vind persoonlijke worden vakanbetaald. In de statuten staat nog dat ties voor uitgeer alleen met vrijwilligers gewerkt groei het steld! Daarnaast wordt, maar dat is niet meer van belangrijkste gaan we mindeze tijd. Er wordt tegenwoordig stens eens in het gewerkt met professionele trainers: jaar naar de voorstelling van een ‘echt’ soms oud-artiesten van Acrobatico, zoals circus, bijvoorbeeld naar Cirque du Soleil. Op Daniël, soms trainers van buitenaf, en die die manier word de band tussen de kinderen moet Acrobatico uiteraard betalen’, zegt Ike. nog hechter.’ Ike zegt ook voor de ateliers professionele ‘De kinderen hebben ook een keer opgetretrainers aan te willen trekken. ‘De inkomsten den in Ahoy en in het Gelredome, als figurandie de ateliers opleveren zorgen ervoor dat er ten in de opera Aïda. Ze moesten als slaafjes professionele krachten betaald kunnen worvan de prinses allerlei trucs laten zien, zoals den. Dat moet kunnen denk ik.’
56
circus 1-10-2009
acrobatico 4
‘De (soms vrijwillige) trainers maken heel veel uren voor het circus en mogen van ons € 100,- euro per jaar uitgeven aan voorstelxx
We halen het maximale uit de kinderen, ze komen tot bloei lingen naar keuze. Het kijken naar veel verschillende shows geeft nieuwe inspiratie en dat kun je als trainer altijd goed gebruiken. Vaak gaan de trainers gezamenlijk naar voorstellingen, dat is ook heel gezellig.’
baar. Nu hebben we een betere verdeling gevonden.’ ‘Veiligheid is geen zwak punt of knelpunt, het is wel een aandachtspunt’, zegt Ike. ‘We zorgen bijvoorbeeld dat er altijd een ouder met auto aanwezig is, mocht er een EHBO-rit nodig zijn. We - de trainers en de ouders die meehelpen bij trainingen en voorstellingen hebben ook EHBO-cursussen gevolgd, speciaal gericht op circus; we weten hoe we om moeten gaan met valpartijen en verrekte spieren. ‘Wat te doen bij giftige stoffen konden we overslaan.’ Toekomst
Geschiedenis Acrobatico werd in 1986 opgericht door acrobate en sportinstructrice Lenie Olde Scholtenhuis (nu bestuurslid van Tubantino in Oldenzaal). ‘We bestaan dus al 23 jaar. En ik ben er al 17 jaar’, zegt Ike. Ze kwam ooit met haar dochter toen die zes was. ‘De naam Acrobatico heeft Lenie’s man verzonnen.’ ‘Daniël is een persoon die genoemd mag worden in de geschiedenis van Acrobatico’, zegt Ike. ‘Hij kwam als kind, maar inmiddels is hij hoofdtrainer van zowel onze ateliers als onze optreedgroep.’ Acrobatico gaat nu door een turbulente periode: ‘We staan op een kruispunt, zo voel ik dat; een nieuw gebouw, professionele trainers, het opstarten van onze ateliers … we zoeken naar een manier om te groeien met het behoud van de eigen identiteit.’ Sterke en zwakke punten ‘We delegeren veel, de ouders zijn zeer betrokken, we gaan consciëntieus om met de kinderen’, somt Ike op. ‘We halen het maximale uit de kinderen, ze komen tot bloei. Circus leert ze zoveel; ze leren zichzelf te presenteren en niet alleen de ander, maar ook zichzelf te vertrouwen … ons circus is een warm nest’, vervolgt Ike.’ Onze voorstellingen zijn hartstikke goed. Het enige zwakke was dat het wel grotendeels op mij als persoon rustte, dat maakte het kwets-
Er is geen beleidsplan. Hét item voor het bestuur is op dit moment: groter groeien of niet. ‘Daarover hebben we volgende week een extra vergadering. Sommigen zijn wat huiverig. Ze denken: ‘Kunnen wij dat wel?’ De professionaliseringsslag die straks op de vloer gemaakt wordt, moet ook in het bestuur gemaakt worden.’ Ike zegt zelf voorstander te zijn van groei. ‘De trainers kan ik morgen aanstellen. Maar ik moet uiteraard wel draagvlak hebben in het bestuur, ook al ben ik de voorzitter.’ Wat het landelijk beleid betreft zegt Ike dat een database met trainers wellicht een goed idee is. ‘Hoewel … trainers die geen werk hebben zijn misschien geen goede trainers? Er is zoveel vraag. Er zou vanuit de jeugdcircussen meer verbinding moeten komen met de Mbo-opleiding voor jeugdcircustrainer bij het ROC.’ ‘Een echt punt vind ik dat circus serieus genomen moet worden.’ Ze benadrukt nogmaals hoeveel het met kinderen doet. ‘War Child zou iets met circus moeten doen, ik weet zeker dat het helend is.’
circus 1-10-2009
statistiek 9
statistiek
9
bronnen
Elk jaar is er wel een nieuwe ontwikkeling waar je als jeugdcircus iets mee moet. Het slappe koord, rhönrad, zo is het gesignaleerd en zo kunnen de kinderen het alweer bij menig circus leren. In de interviews worden de kinderen zelf als bron van toenemend belang genoemd. De kinderen zien iets op YouTube en vragen er dan om. Naast het internet zijn het bezoeken van voorstellingen en nieuwsbrieven veel geraadpleegde bronnen van informatie en inspiratie.
44%
41%
Genoemde tijdschriften zijn: Piste, De Circusvlo en Kaskade. De organisatie Circomundo (in het bijzonder de bijeenkomsten) wordt zowel in de enquête als in de interviews vaak genoemd als bron van informatie.
34% 25%
58
congressen
vaktijdschrif ten
nieuwsbrieven
bezoek voorstellingen
internet
13%
Percentage van de jeugdcircussen dat gebruik maakt van de betreffende informatiebronnen. Bron: onderzoek Laat je Kunsten Zien, 2007, n=32.
circus 1-10-2009
nevermind 1
Circus Never Mind uit Zoetermeer Stef oogt vriendelijk, energiek en relaxed tegelijk. Hij is vrijwilliger bij Circus Never Mind, vertelt hij. Dat wil zeggen: hij verdient er niets. Zijn inkomen verdient hij met zijn werk op een middelbare school enerzijds waar hij lessen techniek en informatica geeft aan Vmbo/Havo/VWO-leerlingen - en zijn werk bij Circus Rotjeknor anderzijds. Daar spreken we hem. ‘Ik werk eigenlijk veel te veel uren per week, daar moet ik in de nabije toekomst iets aan doen’, zegt Stef bijna verontschuldigend. ‘Maar ik doe veel via internet, alle communicatie met de leerlingen bijvoorbeeld. De website Clowns, heb ik zelf gemaakt.’
geven, om ze de basisbeginselen van onder andere het jongleren te leren. Daarna zouden ze dan door kunnen gaan naar een echt jeugdcircus. Dat was in 2002’, vertelt Stef. schmink en ‘Maar die kinderen wilden mooie pakjes … daar helemaal niet na een paar Geschiedenis lessen weg, die bleven! doen wij niet aan Toen heb ik een startsubCircus Never Mind bestaat sidie van de gemeente nu zeven jaar. ‘Ik had totaal geen kennis van Zoetermeer gekregen van € 1.000,- Die 12 circuszaken toen ik begon’, zegt Stef. ‘Het was kinderen werden er al gauw 16.’ zo: ik was 35 en kon niet schaatsen. Een vriendin zei toen ‘Ga je mee op schaatsles?’ ‘Toen kwam ik onder het kopje ‘kennismaIk dacht nog: ‘Dat kan niet, want dat had je kingslessen circus’ in het gemeenteboekje veel eerder moeten leren.’ Maar ik vergiste van Zoetermeer. Dat is een boekje met alle me. Aan de hand van Ria Visser leerde ik aanbod op het gebied van sport en cultuur schaatsen en ik vond het nog leuk ook.’ dat de gemeente jaarlijks uitgeeft, het wordt Stef is een geanimeerd verteller. ‘Op dezelfde verspreid op alle scholen. Toen had ik binnen manier heb ik leren éénwieleren en via het drie maanden 40 kids. Nu zijn het er 130’, éénwieleren kwam ik in contact met diazegt Stef, die klinkt alsof het hem allemaal bolo’s. Toen ik op een gegeven moment een maar is overkomen. ‘Dat is geen vast getal, jeugdcircus in de buurt zocht voor mijn want aan het eind van het seizoen weet ik dochter leerde ik Rotjeknor kennen. Toen natuurlijk nog niet hoeveel inschrijvingen er was ik verkocht.’ Dochter is inmiddels bijna bij aanvang van het nieuwe seizoen zullen 18. Ze gaat studeren én verder met circus, ze zijn. Ik hanteer de minimum leeftijd van zes wil docent worden. jaar, voor die tijd zijn ze meer aan het spelen ‘Toen ik zelf de basisvaardigheden onder de dan met circus bezig.’ Er zijn twee vaste knie had wilde ik workshops aan kinderen trainers. ‘We hebben allebei de docentenInterview met Stef Huizer, oprichter, voorzitter, trainer
circus 1-10-2009
nevermind 2
opleiding in België gevolgd.’ Daarnaast werken twee leerlingen van Codarts tegen een laag tarief als trainer bij Circus Never Mind. Circus Never Mind beschikt over zes vrijwilligers. Daar zitten ook een paar jongeren uit de optreedgroep bij.
er treedt verzadiging op. Ik kocht ze in in een fabriek in Denemarken. Als ik 100 tot 150 paar afnam in één keer, dan kon ik ze heel goedkoop krijgen. Ik verkocht ze vervolgens door aan de jeugdcircussen. Maar goed; iedereen heeft ze nu.’ Never Mind heeft een deal met de vlieger‘Circus Never Mind is een afwijkende naam. winkel in Zoetermeer voor circusspullen: Ik wilde eerst ook niet de naam jeugdcircus ‘Als jullie zorgen dat je altijd alles op voorraad hebben, maar jongleervereniging. hebt, stuur ik al Het geeft weer hoe ik circus zie, men mijn leerlingen moet niet gelijk aan clowns en dergenaar je toe’, zei Ik wil meer lijke denken, maar aan stoere acrobaStef tegen ze. uitdrukken tiek en urban culture.’ En: ‘Alles wat dan alleen circus niet verkocht is Vlaanderen aan het einde van het jaar, koop ik.’ Maar dat laatste is nog Stef volgde een circusopleiding in België, in nooit nodig geweest. Leuven. ‘Dat is met 800 leerlingen het grootste jeugdcircus van België. ’Door die De kinderen betalen contributie. Projecten opleiding heb ik nog altijd iets met België, ik brengen geld binnen, als voorbeeld noemt ga er vaak heen, ook ieder jaar naar de Stef de circusspeelplaats op het bevrijdingsGentse Feesten, dan is er ook altijd een festival. Dat levert ook media-aandacht op. jeugdcircusfestival. Ik ben ook lid van de En Never Mind krijgt dan wel geen jaarlijks VLO.’ bedrag van de gemeente, de gemeente honoreert wel aanvragen voor projectsubsi‘In België lopen ze voor, in didactisch en die van Never Mind. En het huren van de pedagogisch opzicht. Alles is daar beter gymzaal, twee keer per week, is heel onderbouwd; waarom dingen op een goedkoop. In Zoetermeer zijn alle gymzalen bepaalde manier gedaan worden. Er wordt van de gemeente. ‘Ik ben heel tevreden over veel nagedacht: is circus een middel of een de gemeente Zoetermeer’, zegt Stef. doel? Wat willen we bereiken? Dat mis ik Dan vertelt hij dat er een nieuw gebouw voor hier. Hier focussen we vooral op de circusde amateurkunst in Zoetermeer komt. ‘Het technieken, wat ik in België zie is meer kost vijf miljoen, maar de zaal wordt voor ons gericht op creatief zijn. Hier roepen we wel te laag. We hebben nu zelf berekeningen ‘circus is een middel’, maar ik mis de ondergemaakt: als het gebouw tien meter langer bouwing. We vallen toch steeds terug op de technieken, maar eigenlijk wil je kinderen zou worden - en daar is plek voor, het kost alleen een half miljoen extra - hebben wij persoonlijk ontwikkelen, je wilt ze hun daar een oplossing voor. We hebben dit creatieve talenten laten ontdekken én ze bepaalde vaardigheden aanleren.’ samen met een sportvereniging uitgedacht. Ook voor dat half miljoen hebben we een Geld oplossing. Maar men wil er niet van weten’, zegt Stef met enige spijt. ‘Ik ben voor een zakelijke aanpak, althans dat probeer ik steeds meer.’ Zolang er geen Beleid structurele subsidie is probeert Stef het Never Mind is een stichting. ‘Het was eerst jeugdcircus zelf te financieren: ‘Ik doe ongeveer 20 verjaardagsfeestjes - maximaal een Informele Vereniging, maar om voor subsidie in aanmerking te komen moet je een 20 kinderen - per jaar á € 150,- per feestje. Dat komt ten goede aan het jeugdcircus’, zegt stichting zijn. Het bestuur bestond tot voor kort uit mijzelf, mijn vrouw en een vriendin. Ik Stef. ‘Ik verkocht een tijd lang ook stelten, dat wil voorlopig dat het klein blijft en ik wil te ben ik nu een beetje aan het afbouwen, want
60
circus 1-10-2009
nevermind 3
allen tijde zelf de beslissingen kunnen nemen. Als ik materiaal wil kopen wil ik dat niet eerst met vijf personen moeten overleggen, of - erger nog - toestemming vragen.’ Dan: ‘Maar ook Never Mind wordt professioneler, mijn vrouw is er nu uit, er is een penningmeester voor in de plaats gekomen en een fondswerver-adviseur.’ Er wordt één keer per jaar vergaderd. Er is geen beleidsplan. ‘Het zit in mijn hoofd’, zegt Stef. ‘De overheid eist het wel voor structurele subsidie, maar zolang daar geen zicht op is - er wordt nauwelijks nog structurele subsidie verleend in onze gemeente, het beleid is projectsubsidie - ga ik geen beleidsplan maken. Ik geloof in ‘gewoon dóen’ en organisch groeien, dat is mijn beleidsvisie. En als ik onder de tram kom, nemen anderen het probleemloos over. Nou ja probleemloos, dat moet ik nog zien.’ Activiteiten, doelgroep, werkwijze Never Mind heeft de gemeente Zoetermeer als werkgebied, niet de regio. Hoewel Zoetermeer met 130.000 inwoners wel een regiofunctie vervult (zo is er een schouwburg), maar gemeenten rondom Zoetermeer hebben bijna allemaal ook een jeugdcircus. ‘We zijn geen concurrent van Circaso in Den Haag, we vullen elkaar aan. Er komt wel eens een leerling uit Gouda, maar niet uit Pijnacker, dat heeft een eigen jeugdcircus. Ik ben gevraagd om in Delft met jeugdcircus te starten, maar daar heb ik ‘nee’ tegen gezegd. Ik heb geen tijd over nu.’ Circus Never Mind heeft Ik geloof in diverse projecgewoon dóen ten in het onderwijs, ook in het speciaal onderwijs. Er wordt gewerkt in de achterstandswijken. Er zijn geen speciale projecten voor kinderen of jongeren met een beperking en ook niet voor vluchtelingen. ‘Bij optredens komen we als groep soms wat rommelig over, toch zijn we heel gestructureerd. Kinderen die meer structuur willen dan wij kunnen bieden stuur ik door naar
turnen. Omgekeerd komt ook wel eens voor. We hebben veel contact met de twee grote turnverenigingen van Zoetermeer.’ ‘We hebben algemene circuslessen waarin alles aan bod komt. Je doet dat minimaal één jaar. Daarna mogen kinderen een keuze maken voor specialisatie als ze dat willen. Eén keer per jaar wordt er opgetreden.’ Ondanks het feit dat er achterstandswijken zijn in Zoetermeer, zijn de kinderen op de reguliere circuslessen wit. Ieder jaar gaat Stef met een aantal jongeren naar de Extreme Convention in Antwerpen. ‘Een jaarlijks evenement, het is niet standaard circus, meer streetculture. We spotten er nieuwe technieken en nieuwe attributen.’ Als voorbeeld noemt Stef ‘de plank’ en ‘de Chinese paal’, beide voor het eerst gezien in Antwerpen, daarna aangeschaft en zichzelf eigen gemaakt. ‘Soms huur ik voor dat soort dingen ook wel een docent in via Codarts. Maar we leren elkaar ook veel. De kinderen geven ook input, er ontstaat een soort circus-scène, da’s mooi. De jongeren van Never Mind zijn ook een echte vriendengroep.’ Er zijn nu twee jongeren die heel erg goed zijn, zij zouden in aanmerking kunnen komen om naar Codarts te gaan. ‘Die krijgen extra gastlessen en ik neem ze mee naar voorstellingen en de Extreme Convention in Antwerpen.’ ‘Ik ben niet zo van het traditionele circus’, vervolgt Stef. ‘Daar heb ik gewoon niets mee.’ Het nouveau cirque rukt volgens hem langzaam op; vanuit Zuid-Frankrijk naar het noorden. ‘Je ziet gewoon dat hoe zuidelijker je komt in Europa, hoe verder ze daarmee zijn. In België is men verder dan bij ons; en bij ons zie je in het noorden des lands nog de meeste traditionele jeugdcircussen.’ ‘Ik zou het liefst een theatervoorstelling maken waar circus deel van uit maakt, dat vind ik het mooist. Ik wil meer uitdrukken dan alleen circus. Maar ik wil dat graag samen met de kinderen doen. We hebben al veel contact met het Warmwater-jeugdtheater in
circus 1-10-2009
nevermind 4
Zoetermeer. Ik wil graag ondersteuning en advies vanuit het theater om mooie voorstellingen te kunnen maken’, vertelt Stef. ‘Maar xx
Vanuit de straatcultuur komen er weinig jongeren binnen de kinderen komen vooral binnen om trucs en technieken te leren. Ze willen bijvoorbeeld leren éénwieleren. Je moet ze enthousiast maken. Ik neem ze soms mee naar voorstellingen van ISH.’ ‘ISH inspireert, het is sterk, ruig, vrij, energiek, dynamisch … die kant wil ik met mijn jongeren op!’ Stef is enthousiast. ‘Ik vind pubers het leukst, daar kun je veel mee qua circus. Die kleintjes van zes jaar, dat is niet zo mijn ding, dat doet m’n collega voornamelijk. Ik heb inmiddels redelijk veel ervaring met pubers, ook in mijn werk. ‘Ik hou ook van straatcultuur, skaten, freerunning, dat soort dingen; wat ruiger zeg maar. Clowns, schmink en mooie pakjes daar doen wij niet aan. Het is jammer dat er andersom, vanuit de straatcultuur, niet veel jongeren bij het jeugdcircus binnenkomen.’ Stef blijf met name op de hoogte via internet, maar ook door het lezen van vaktijdschriften, het lidmaatschap van de VLO en het bezoeken van festivals en voorstellingen - vooral in België. ‘En ik zit redelijk diep in het Nederlandse circusnetwerk’, zegt hij. Sterke en zwakke punten ‘Wat ons onderscheidt van andere jeugdcircussen is dat we een poging wagen om modern circus te maken, dat we goed zijn in pubers en dat we vanuit de jeugd- en straatcultuur werken. Rotjeknor doet dat ook, dus in die zin is het niet echt onderscheidend’, zegt Stef. ‘Tegelijk hebben we weinig aansluiting met de ‘echte’ straatcultuur’, zegt Stef. ‘Sterke kanten van Circus Never Mind zijn het enthousiasme waarmee iedereen alles doet, het werken met pubers en dat we alles hebben qua materialen; op materialen heb ik nooit bezuinigd.’
62
1)
‘Zwak is dat alles hangt op één of twee idioten, als die wegvallen dan gaat het wel door maar wordt het wel anders’, denkt Stef. ‘Een burn out ligt altijd op de loer, als je zoveel uren per week werkt, daar moet ik voor uitkijken.’ Hij vindt andere zwakke punten het ontbreken van kennis op het gebied van beweging en drama en het ontbreken van een eigen gebouw. Ook qua mankracht kan het beter. En er moet een professionaliseringsslag gemaakt worden.’ Toekomst ‘Als ik een zak geld had zou ik als eerste een drama- en bewegingsdocent inhuren naast de technische circuskant’, geeft Stef de prioriteiten aan. ‘Met meer mankracht hebben we meer kennis van zaken. Ik zie een mooie combinatie van circus, drama en dans. Daarna een eigen pand, minimaal ter grootte van een gymzaal.’ Een andere wens van Circus Never Mind is het krijgen van meer media-aandacht. ‘We willen liefst vaak in de krant komen. We zien wat alleen al de vermelding van Never Mind in het gemeenteboekje doet.’ Het imago van circus kan beter, vindt ook Stef. ‘De buitenwereld heeft geen goed beeld van ons, ze denken vooral aan clowns enzo.’ Wat het landelijk beleid betreft vindt Stef dat vooral voorkomen moet worden dat ieder jeugdcircus opnieuw het wiel uitvindt. Bundeling van de krachten in de vorm van Circomundo moet meerwaarde opleveren voor allemaal. ‘Ik ben erg geïnteresseerd in een regeling die ‘combinatiefuncties’ 1) heet, dat is volgens mij een regeling waar jeugdcircussen iets aan kunnen hebben. Ik wil dat graag met anderen delen.’ ‘Ik had veel aan de website van het vroegere Theaterwerk, die was echt heel handig. Maar met de komst van Kunstfactor is de praktijk vervangen door beleid, wat mij betreft. Alle vroegere kennis en informatie wordt gewoon weggegooid. Met Circomundo heb ik wel binding, ik zit ook in twee van de werkgroepen. Ik zie het net als een sportbond; ik zie een taak in de advisering, bijvoorbeeld over combinatiefuncties, belastingen, verzekeringen, Buma/ Stemra; onderwerpen die gemeenschappelijk zijn.’
Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren: in dit geval onderwijs, sport en/of cultuur. Met combinatiefuncties wordt de verbinding en samenwerking tussen sectoren versterkt. Hierdoor wordt het binnen- en buitenschoolse onderwijs-, sport en cultuuraanbod verrijkt en beter op elkaar afgestemd.
circus 1-10-2009
statistiek 10
statistiek
10
inkomsten
Activiteiten en contributie zijn de meest algemene bronnen van inkomsten. Logisch, want nog niet de helft ontvangt stuctureel geld van de gemeente. Daarin wijkt jeugdcircus sterk af van kunsteducatie en amateurkunst: een bijdrage in de exploitatie van de gemeente is daar gemeen goed.
Uit het diagram blijkt niet dat ‘activiteiten’ de grootste inkomstenbron zijn. Het is de meest algemene inkomstenbron.
Veel circussen werken met donateurs. Vrienden-vanclubs zijn er ook, maar daar zijn de geïnterviewden niet onverhoopt positief over: het kost vaak meer dan het opbrengt.
Onder ‘structurele inkomsten’ wordt verstaan: exploitatie subsidie.
Financiering is na huisvesting het meest als urgent gevoelde knelpunt. 97% Percentage van de Jeugdcircussen dat inkomsten heeft uit x. Bron: onderzoek Laat je Kunsten zien, 2007, n=30.
41%
38%
34% 25%
26 - 50%
00 - 25%
sponsoring
donateurs
projectsubsidies
gemeentesubsidie
contributie
activiteiten
16%
19%
25%
76 - 100%
41%
51 - 75%
78%
Percentage van de Jeugdcircussen dat voor x% structurele inkomsten heeft. Bron: onderzoek Laat je Kunsten zien, 2007, n=30.
circus 1-10-2009
poehaa 1
Poehaa uit Arnhem Een voormalig postkantoor in het Spijkerkwartier. Het onderkomen van Poehaa is charmant ingericht, in circusstijl: rood, blauw en geel, overal affiches van voorstellingen en reclamemateriaal van Poehaa. En overal circusattributen. René is een door de wol geverfde circustheaterman. ‘Wij noemen ons geen jeugdcircus maar circustheaterschool’, begint René. ‘We maken circustheater en geven les.’ De naam Poehaa staat voor ‘met veel poeha’. ‘Circus is altijd presentatie, lef en jezelf laten zien’, zegt René. Poehaa is een stichting en bestaat in 2009 23 jaar. René Hildesheim en Margriet René en Margriet haalden hun acrobatiekdivan Galen zijn de oprichters. Margriet, in het dagelijks leven werkzaam als adviseur ploma bij de Como Brothers. René begon cultuur-educatie basisonderwijs bij Edu-Art, met clownerie en ging op zoek naar passende scholing hieris bestuurslid. René is voor 20 uur directeur, de overivoor. Hij kwam terecht bij ge uren werkt hij als de Nationale Circusschool Het Vlaamse model trainer/docent. Daarnaast van Joe Andy in Arnhem. is ons voorbeeld geeft hij veel voorstellin‘Ik leerde er niet om gen op scholen. Mensen in clown te worden, maar de stad noemen hem vaak wel de basis van het Mister Poehaa. jongleren, éénwielfietsen, koorddansen en kogellopen.’ Margriet deed de Academie ‘Het Vlaamse model is ons voorbeeld. Daar voor Expressie door Woord en Gebaar en werkte in een Utrechts buurthuis. René valt circus gewoon onder ‘kunsten’ en is er startte daar - in het welzijnswerk - met het ondersteuning op het gebied van fondswergeven van circustheaterlessen aan kinderen. ving, scholing, verzekeringen en dergelijke. Er is een goede opleiding in Leuven, waar Toen de kinderen in 1985 hun eerste voorstelling gaven, luidde hun antwoord op alles onderbouwd is met methodiek.’ de vraag: ‘Hoe heten jullie?’ ‘Circus Poehaa!’ Hoe het begon ‘Er was toen nog nauwelijks circusmateriaal te krijgen’, herinnert René zich. ‘We maakten Poehaa heeft een lange geschiedenis, met bijna alles zelf.’ Ondertussen ging René René als constante factor. ‘Ik kwam in mijn (parttime) ook naar de Academie voor studententijd in aanraking met circus. Met Expressie door Woord en Gebaar. Daarnaast een aantal mensen uit de actiewereld begon gingen hij en Margriet verder met het ik een acrobatenclubje.’ Circus en straattheaopzetten van circustheaterprojecten, -lessen ter werden ingezet als middel om acties en -voorstellingen. In 1986 richtte hij, samen kracht bij de zetten. ‘We traden af en toe op met Margriet en Jopie Leenhouts, de onder de naam Circus Jopie.’ Interview met René Hildesheim, oprichter en directeur
64
circus 1-10-2009
poehaa 2
Stichting Circus Poehaa op om alle circusactiviteiten in onder te brengen.
Beleid & �inanciën
‘We ontvangen nu subsidie van de gemeente, Theatermaker Dario Fo is altijd een groot € 30.000,- per jaar voor talentontwikkeling en voorbeeld geweest. Die maakte - als politiek éénmalig € 23.000 voor een werkervaringstatement - veel toneelstukken met mensen opleidingstraject, maar we weten gezien de uit volkswijken. Fo gaf hen een stem om zich financiële ontwikkelingen nog niet hoe dat uit te drukken. René wilde met circus over een aantal jaar zal zijn’, zegt René met hetzelfde bewerkstelligen en daarover ging een zucht. Dit is duidelijk niet zijn favoriete zijn afstudeerscriptie. Hij werkte dit, onderwerp. samen met Margriet, verder uit tot ‘Twee jaar ‘de methode-Poehaa’ ook bekend als geleden waren Het is allemaal zoveel ‘Circus uit de Kist’. Inmiddels zijn de we bijna werk met die subsidies schoolprojecten niet meer weg te failliet. Het was denken uit de activiteiten van Circus behoorlijk Poehaa. ernstig’, vertelt René. ‘Een aantal wethouders had toezegginOp een conferentie bij circus Elleboog begin gen voor subsidie gedaan, die deels niet door jaren ‘90, ontmoetten René en Margriet gingen. En er stond niets op papier. Met de enkele medewerkers van het centrum voor toegezegde subsidie in zicht hadden we al de kunsten in Arnhem, destijds de Mariënonze reserves op de bank opgemaakt. Tegelijburg geheten. Daar ontstond het idee om in kertijd hadden we ook tegenslagen op Arnhem (kinder)cursussen aan te bieden met managementniveau. Vanuit de gemeente een combinatie van toneel, dans en circus. werd aanbod voor de scholen georganiseerd Zes lessen in elke discipline en een voorstelvia Bureau Breedtekunst. Daarin hebben we ling ter afsluiting. Dat was zeer succesvol. actief deelgenomen met als gevolg dat circusTegelijkertijd deed Poehaa circusprojecten in theater als volwaardige kunstdiscipline op de Utrecht, Den Haag en Rhenen. Enthousiaste scholen wordt aangeboden. Gaandeweg het mensen, die ze leerden kennen via de projectraject bleek dat de te verwachten inkomsten ten en op Oerol, sloten zich aan in Arnhem. van deze activiteiten niet aan Poehaa zouden Het aantal groepen bij de Mariënburg nam worden toebedeeld. Dat heeft ons veel geld toe. Er werd steeds nadrukkelijker een gekost.’ verbinding gelegd tussen circus en theater. De oudste groepen gingen voor het eerst op Naast de subsidie van de gemeente voor tournee, de tournee is jarenlang een vast talentontwikkeling zijn er inkomsten uit de onderdeel van Poehaa gebleven. Ook kwam circustheaterschool (contributie, optredens), er een jaarlijks circuskamp. projecten op scholen (onder andere verlengde schooldag en brede school), bij bedrijven De directie van de Mariënburg wilde de en in de wijken. En er wordt verdiend met circuslessen reduceren, terwijl de belangstelvoorstellingen (diverse medewerkers van ling jaarlijks toenam. ‘Toen zijn we daar Circus Poehaa). weggegaan en zelfstandig verdergegaan.’ ‘Het is allemaal zoveel werk met die Met ouders en docenten werd Stichting subsidies. Voor onze streetcircus-projecten in Poehaa nieuw leven ingeblazen en er werd wijken in Arnhem en Deventer, worden we een bestuur geactiveerd. Het oude postkanondersteund door woningbouwcorporaties. toor werd in gebruik genomen, dat was We redden het gewoon niet om op al die daarvoor in gebruik als Posttheater. Een levels mee te praten. Commissies, gemeenzelfstandige Circustheaterschool was hierten, stuurgroepen, subsidie, fondsen, Vogemee in 2001 een feit. ‘Eerst gaven we alleen laar-geld. Je moet alles bijhouden, steeds je lessen aan kinderen en jongeren, een jaar activiteiten aanpassen aan al die voorwaarlater ook aan volwassenen. Inmiddels zijn er den en doelstellingen. We hebben niet de tijd ook leslocaties in Geldermalsen, Veenendaal en niet de kennis om dat allemaal bij te en Wageningen.’ houden.
circus 1-10-2009
poehaa 3
‘Ik ben een bevlogen directeur en de kritiek is dat ik soms niet zakelijk genoeg ben’, geeft René toe. ‘We treden nog steeds op in de wijken voor budgetten waar collegainstellingen niet voor zouden komen.’ ‘We hebben een vriendenstichting met ongeveer 50 vrienden. Ze betalen jaarlijks € 25,-. Bij elke voorstelling hebben we een ‘vriendenbank’.’ Het bestuur bestaat momenteel uit vijf personen: een advocate, een financieel controller; de penningmeester, een adviseur cultuureducatie en een schoolhoofd van een basisschool. ‘Voor de dagelijkse gang van zaken zijn er veel medewerkers, coördinatoren, projectleiders en vrijwilligers.’
teiten, lichtset, verjaardagskoffer, etc.) 6) voor bedrijven, gericht op samenwerken (teambuilding), fusies en bedrijfsuitjes 7) opleiding werkervaring, met name in het traject Jong-Leren en deelname aan de landelijke opleiding BIC. Het werkgebied is voornamelijk de gemeente Arnhem en de provincie Gelderland. Het doel van de Stichting Poehaa is ‘het bevorderen van circustheater en kunstzinnige vorming in het algemeen.’ In de circustheaterschool krijgen wekelijks zo’n 250 kinderen en jongeren tussen 5 en 20 jaar les. Daarnaast zijn er twee volwassenengroepen. De circustheaterschool heeft een voorstellingsgroep, waar je nadat je de basisvaardigheden onder de knie hebt in mag.
Activiteiten, werkwijze ‘We willen fantasie en creativiteit stimuleren en kinderen leren zichzelf te presenteren, dat vinden we belangrijk bij Poehaa. Het uitgangspunt is dat alle groepen bij ons terecht moeten kunnen: allochtonen, autochtonen, mensen met beperkingen, etc. Onze peiler is sociale betrokkenheid, de invalshoek is circustheater. Ik zie circus vooral als middel.’ ‘We doen zo veel, ik kan dat niet zo één twee drie vertellen. Ik kan het wel even tekenen, dat is het makkelijkst. Verder staat alles in de folders.’ René tekent en somt razendsnel ‘de poten van Poehaa’ op:
‘De meeste kinderen en jongeren blijven zo’n drie jaar circuslessen volgen. Een deel van de leerlingen ‘blijft hangen’, de 15-16-jarigen die er nu zijn, zijn vaak al als kleuter begonnen. Hoger opgeleiden gebruiken ons circus om toelating te doen voor een Hbo-opleiding, zoals Drama/Beeldend. Vmbo-ers zien bij ons ook beroepskansen. Het trainen is vrij intensief, vier tot tien uur per week en daar komen nog voorstellingen en festivals bij.’ ‘We leiden mensen op in eigen huis. Ze zitten bij ons op de circustheaterschool, vaak volgen ze daarna nog elders opleidingen en dan komen ze weer bij ons lesgeven. Leerlingen worden zo docenten en collega’s. Het is een cirkel.’ Dat het zo gaat vindt René een logisch gevolg door het ontbreken van een docentenopleiding in Nederland; Codarts en Tilburg leiden immers op tot artiest, niet tot docent.
1) circustheaterschool, de doorlopende wekeIk zie circus lijkse lessen, vooral als middel speciaalcursussen en voorstelRené is zeer te spreken over de lingen Belgische opleiding van de VLO. ‘Ze 2) producties/productiewerkplaats/talentgaan er vooral van de individuele leervraag ontwikkeling, voorstellingen voornamelijk van het kind uit’, zegt René. ‘Ik kan aan een voor en door jongeren docent zien of deze een opleiding heeft 3) op school, educatieve projecten in het gehad: als de docent bij het ballopen de bal onderwijs, educatieve projecten voor leraren vasthoudt heeft ‘ie een opleiding in Leuven 4) op straat, educatieve projecten in de gehad, als hij het kind vasthoudt niet.’ wijken met als speerpunt het streetcircus Naast de circustheaterschool is Poehaa 5) on demand (te huur: voorstellingen, betrokken bij een groot aantal projecten in animatie, verjaardagen, circuskisten, facili-
66
circus 1-10-2009
poehaa 4
Arnhem en omgeving. De door Poehaa bedachte methode ‘Circus uit de Kist’ is zo ontwikkeld dat de begeleiding van een xxxxx
We zouden graag een mooier en groter gebouw willen project grotendeels aan leerkrachten en ouders kan worden overgelaten. Die krijgen eerst een training van Poehaa en gaan daarna zelfstandig met de scholieren aan de slag. Deze aanpak vergroot de betrokkenheid van de school. Zo’n project begint vaak met een schoolvoorstelling door Poehaa, waarin een aantal kinderen direct al mee speelt. Voor de afsluitende presentatie helpt Poehaa bij het bedenken van de acts en zorgt voor licht, geluid & kleding. Poehaa is incidenteel betrokken bij multidisciplinaire projecten (zoals Signs & Rituals, een project voor jongeren in samenwerking met beeldend kunstenaars). En Poehaa levert ondersteuning aan initiatieven om in de provincie Gelderland circusscholen, -groepen of -klassen op te zetten. Sterke en zwakke kanten van Poehaa ‘Het draait teveel om René, dat is een zwak punt. Als ik er niet meer ben zal het nog wel doorgaan, maar wel anders. Het zou een uitdaging zijn mijn opvolging als directeur voor te bereiden’, zegt René. ‘We zijn te divers actief. Het geheel is daardoor lastig te controleren en lastig aanstuurbaar. We werken wel voortdurend aan kwaliteitscontrole. Het gebouw is een volgend zwak punt. Het is vrij oud, we zijn beperkt in de mogelijkheden; zo is er geen goede opslagruimte, de circusspullen liggen overal. We zouden graag een mooier en groter gebouw willen. Met een grotere oefenruimte waarin je met meerdere groepen tegelijk kunt trainen. Dan kunnen de kleintjes de groteren zien, dat werkt heel inspirerend’, vertelt René enthousiast. ‘Veiligheid is geen zwak punt, het is wel een aandachtspunt, je moet altijd alert blijven.’ ‘We doen heel veel, dat is ook een sterk punt. Poehaa is sterk in circus als middel om
mensen te binden aan elkaar. En het is een kracht dat het circus anderen zo mee kan slepen.’ Toekomst, wensen, landelijk beleid ‘Stel: vergeet de overheid, vergeet alle regels’, zeggen we tegen René. ‘Je zou alleen een flinke zak met geld hebben. Zou je dan hetzelfde doen als nu?’ ‘We zouden veel overleg stopzetten’, zegt René onmiddellijk. ‘Naast de circusschool zouden we een bed & breakfast opzetten en natuurlijk een pastarestaurant, zodat Arnhem een plek wordt waar mensen uit het hele land langdurige cursussen kunnen volgen! We zouden meer mensen betrekken in een adviescollege, die hun sporen hebben verdiend, bijvoorbeeld een oud-burgemeester of artiesten uit de theaterwereld. De basis van de circustheaterschool zouden we hetzelfde laten.’ ‘Vooral moeilijke groepen zou ik houden’, zegt René. ‘Dat vind ik een uitdaging.’ ‘Op de circustheaterschool zitten voornamelijk witte kinderen, bij de projecten op de scholen werken we met alle nationaliteiten. Als je meer allochtone kinderen op de circustheaterschool wilt, moet je geduld hebben. Peerteachers zijn belangrijk; om allochtone kinderen te trekken heb je ook allochtone trainers nodig’, vindt René. ‘De sociale en de artistieke poot van ons circus moeten nog meer samengebracht worden.’ ‘Met de Arnhem Card mag je voor niks naar de circustheaterschool. De gemeente betaalt voor die leerlingen rechtstreeks aan Poehaa. Als iemand die niet in aanmerking komt voor zo’n kaart de circuslessen niet kan betalen, dan vragen we een wederdienst, bijvoorbeeld helpen opbouwen of kleding maken.’ ‘Met Kunstfactor heb ik nog niet echt binding. Wel met Eveline (adviseur bij Kunstfactor). En natuurlijk met Circomundo, ik maak deel uit van de werkgroep deskundigheidsbevordering’, vertelt René. Dan: ‘We begrijpen dat de overheid een instrument zoekt om de kunsten te verbinden, zo ervaren wij Kunstfactor. We ervaren ook dat organisaties en instellingen in het westen van het land vaak dichterbij de subsidiestromen zitten.’
circus 1-10-2009
statistiek 11
statistiek
11
omzet
Het zal niemand verbazen dat er qua omzet één jeugdcircus bovenuitspringt en dat is Circus Elleboog uit Amsterdam. Daarna volgt ‘de middenmoot’ met een omzet van tussen 200.000 en de 300.000 euro. Het restant, de qua omzet ‘kleine circussen’, heeft een jaaromzet van 40.000 euro of minder.
De totale omzet van de Circomundo jeugdcircussen kunnen we schatten op 3.000.000 euro.
€ 1.200.000,00 € 1.000.000,00
€ 800.000,00 € 600.000,00 € 400.000,00
€ 200.000,00
68
Jaar-omzet in euro. Bron: interviews &Concept, 2009, n=15.
circus 1-10-2009
amersfoort 1
Circus Amersfoort We hebben afgesproken bij Saskia thuis. Ze woont in een oud huis in het centrum van Amersfoort. Saskia is nog maar net wakker, heeft nog niet ontbeten en is de keuken aan het verbouwen. In de kamer staat een enorme plant, een uitgebreide verzameling oude blikjes, een mooi schilderij en enkele circusattributen. Paulus de Boskabouter is prominent aanwezig, op ansichtkaarten en in kleine lijstjes aan de muur. ‘Sinds 1 juli dit jaar is Circus Amersfoort een Stichting’, vertelt Saskia. ‘Voor die tijd was het een Informele Vereniging.’ Er is een bestuur dat bestaat uit de vader van één van Er zijn ouder/kind-workshops, kinderfeestjes de kinderen (hij is voorzitter), een oud en éénmalige projecten. Ook doet Circus docent, een moeder en Ronald (docent bij Amersfoort projecten in het basisonderwijs. Circus Amersfoort) en Het totale aantal ‘kindSaskia zelf. ‘Dat is tijdelijk, contacten’ per jaar ligt wij moeten ze inwerken’, rond de 1.000. Alles wat we zelf niet zegt ze. ‘We zoeken nog kunnen, huren we in twee bestuursleden.’ ‘Amersfoort is een goede stad voor circus, alle doelOnder leiding van het groepen zijn hier vertebestuur zijn er werkgroepjes. Er zijn in totaal genwoordigd; van rijk tot Vogelaar-wijk’, zegt 12 vrijwilligers die samen het circus runnen, Saskia. Op de wekelijkse lessen verschijnen daarin bijgestaan door een aantal tieners die totnogtoe weinig allochtone kinderen. ‘Dat in opleiding zijn geweest bij Circus Amerskomt misschien doordat allochtonen circus foort. ‘Die wilden niet meer weg en geven nu - vanuit hun land van herkomst - vaak zien als zelf les’, vertelt Saskia. Het secretariaat wordt iets dat voor straatkinderen is. Zo is dat in vanuit huis gevoerd, door Saskia en Ronald. arme landen.’ ‘Volgend jaar krijgen we een stagiair, die goddank wat organisatorische taken gaat Circus Amersfoort huurt voor de circuslessen overnemen.’ Het werkgebied is de gemeente een gymzaal van een gemeentelijke stichting. Amersfoort. ‘We zijn bezig met een eigen pand. De plannen zijn in een vergevorderd stadium. Activiteiten, doelgroepen Het is in het centrum, op het NS-terrein; het is één van de oude wagenwerkplaatsen van Alle doelgroepen worden bediend, Circus de treinen’, vertelt Saskia enthousiast. ‘Het Amersfoort is er voor kinderen van 8 t/m 21 moet nog wel verbouwd worden om geschikt jaar. In totaal komen er wekelijks 150 te zijn als oefenruimte. Het is 400 vierkante kinderen op de reguliere circuslessen. Sinds meter en zeven meter hoog. We willen het twee jaar is er een voorstellingsgroep. x financieren via subsidies en we gaan samenInterview met Saskia Keizer, mede-oprichter, coördinator, docent, vrijwilliger
circus 1-10-2009
amersfoort 2
werken met het ROC Midden Nederland, de opleiding sport- en spelbegeleider heeft circusonderdelen in het lesprogramma. Zij gaan dan ook een aantal dagdelen het pand gebruiken.’
‘We zien veel voorstellingen, van alles eigenlijk. We gaan altijd naar Cascade in Utrecht, en vorig jaar zijn we met een aantal kinderen naar voorstellingen bij Circo Circolo geweest, de kinderen gaan zelf ook naar voorstellingen en we kijken dvd’s. We bezoe‘Het was Tejo’s (Tejo Zadel, zie ‘geschiedenis’) ken relatief niet veel voorstellingen van droom om te starten met een Mbo-opleiding collega-jeugdcircussen, maar dat komt omdat cultureel werker/circusbegeleider. Hij heeft de tijdstippen vaak slecht uitkomen met onze dat bedacht en het lesprogramma eigen lessen’, uitgewerkt. Hij deed dit overigens in zegt Saskia. We samenwerking met de vader van één ervaren geen Ons circuskamp is van de circuskinderen die destijds bij co n c u r re nti e vaak de eerste vakantie de Hogeschool van Utrecht werkte. van andere zonder hun ouders Uiteindelijk ging de opleiding niet jeugdcircusvan start vanwege te weinig aanmelsen. Alleen dingen.’ wanneer een Amersfoortse school een circus van buiten Amersfoort inhuurt voor een ‘De kinderen moeten bij ons aan alle onderactiviteit, wel een beetje; dat vind ik gewoon delen meedoen, we werken in circuit-vorm. raar. Zo doet Circus Bongo, uit Lichtenvoorde, Als ze wat ouder zijn kiezen ze bij het vrije jaarlijks een project in Vathorst (een wijk in trainen voor een bepaald onderdeel’, vertelt Amersfoort).’ Saskia. ‘Een voorstelling maken doen we echt met z’n allen, de docenten en de kinderen. Wat Circus Amersfoort wil Sinds twee jaar hebben we ook een voorstellingsgroep, daar vragen we ook altijd een Er is een beleidsplan met daarin een uitgeregisseur bij. Alles wat we zelf niet kunnen, werkte visie op jeugdcircus: huren we in.’ Circus Amersfoort wil bijdragen aan de motorische, creatieve en emotionele vaardigHet werven van leerlingen gebeurt via de heden van kinderen en jongeren, in het bijzonwebsite, kinderfeestjes, activiteiten op schoder kinderen in een achterstandssituatie. len en projecten in de stad. ‘Zoals pas Het wil aansluiten bij de moderne ontwikkegeleden ‘de dag van het park’ die in het teken lingen van circus als kunstvorm, samenwervan circus stond, op Koninginnedag doen we ken met andere kunstvormen in de regio en altijd iets en met de intocht van Sinterklaas opleiden. Saskia vertelt dat de formulering ook.’ Eén keer per jaar komt er een krant van oorspronkelijk van Circus Elleboog is. de gemeente uit, daar komt ook altijd een stukje over het jeugdcircus in. ‘Sociaal circus is één van de doelstellingen van Circus Amersfoort. Alle kinderen moeten ‘We - althans, dat doen de ouders - zetten mee kunnen doen. We gaan ervan uit dat er circusfilmpjes op YouTube, dat is heel leuk. altijd iets is wat iemand kan of waar ‘ie goed We zijn bezig met het maken van een nieuwe in is. Je gaat uit van de mogelijkheden van de website; de website die er nu is is al vijf jaar kinderen. Circus leent zich goed voor diversioud en echt achterhaald. Er moet ook een teit.’ nieuwe folder komen.’ ‘We willen nouveau cirque maken, we Er is op dit moment een wachtlijst. ‘We hebben dan ook geen dieren; dat is trouwens hebben maximaal tien kinderen per docent ook praktisch niet meer mogelijk, wie heeft en 40 kinderen per groep met vier docenten. er nou nog plek voor stallen en dergelijke? In het nieuwe pand gaan we de groepen Wij willen graag de circustheater kant op, misschien iets kleiner maken. En kunnen we onze docenten komen ook uit die hoek. We misschien ook wat vaker workshops voor gebruiken veel muziek, jammer genoeg niet bedrijven organiseren’, zegt Saskia. live, en kostuums.’
70
circus 1-10-2009
amersfoort 3
‘Het is wel onze ambitie om ooit nog eens een voorstelling in een circustent te doen. Bij het nieuwe pand is ruimte om buiten af en toe een tent neer te zetten. Er komt geen optreed-mogelijkheid in het nieuwe pand, tribunes zouden teveel ruimte wegnemen. Maar het Xynix-gebouw ertegenover heeft wel optreedfaciliteiten. De CliniClowns gaan zich er ook vestigen met een zogenaamd ‘belevingshuis’.’ ‘Met het centrum voor de kunsten zouden we eventueel wel willen samenwerken, maar dat moet dan wel kunnen volgens onze visie, we willen niet worden opgenomen in een andere organisatie en onze zelfstandigheid verliezen.’
Tejo en Saskia deden beiden ooit de opleiding RSL-A (Recreatie Sport Leider Algemeen) met daarbij een aantekening voor acrobatiek. Tejo was groepsleider in de psychiatrie en daarnaast ook facilitair manager. ‘We hadden geen tijd om de opleiding in Leuven te doen, hoe goed en leuk die ook is, dat is voor mensen met een baan naast de jeugdcircusactiviteiten niet te doen’, zegt Saskia. ‘Maar er gaan geluiden op dat de opleiding uit Leuven misschien naar Nederland komt. Dat zou ik geweldig vinden en ik denk ook dat er veel belangstelling voor is. Als ze nog een geschikte plek zoeken is ons nieuwe pand wellicht een goed idee, Amersfoort ligt centraal in het land.’ Geld
Geschiedenis Circus Amersfoort is in 2004 opgericht door 12 personen, allen acrobaat, op initiatief van Tejo Zadel. ‘Tejo was acrobaat en werkte voor die tijd bij Elleboog’, vertelt Saskia. Er werd een advertentie in de krant gezet, daar kwamen toen 35 kinderen op af van acht, negen en tien jaar. ‘We hebben onszelf toen in hele korte tijd heel veel aangeleerd. We hebben trainingen voor onszelf georganiseerd en mensen aangetrokken en ingehuurd voor de dingen die we niet konden.’
‘We hebben ieder jaar een eindvoorstelling, daar krijgen we inkomsten mee binnen. Verder hebben we inkomsten uit contributie, de opbrengst van activiteiten en projecten in het basisonderwijs’, zegt Saskia. ‘De Rotary deed ooit een éénmalige gift. Subsidie krijgen we niet, maar daar zijn we wel mee bezig met diverse partijen.’ ‘Op dit moment maken we een professionaliseringsslag, we staan op een kruispunt van subsidie krijgen, een nieuw pand betrekken … dat schept mogelijkheden. De jaaromzet bedraagt nu € 31.000,- dat is volgend jaar één ton meer.’
Tejo is in het voorjaar van 2008 onverwacht overleden (aan een hartinfarct). Hij was de partner van Saskia en pas 49 jaar. Het gemis ‘Onze docenten ontvangen de maximale vrijwilligersbijdrage’, zegt Saskia. ‘Totnogtoe aan Tejo klinkt in alles door. Ook in huis is zijn afwezigheid voelleefde ik zelf van mijn baan als baar. ‘Hij was een secretaresse, maar ik ben pas inspirerende en ontslagen dus nu zit ik thuis met een Dat we nergens bij s ti m u l e r e n d e uitkering. Ik heb nu wel meer tijd.’ horen heeft zowel factor; de motor voor- als nadelen van Circus AmersSterke en zwakke punten foort’, zegt Saskia, zichtbaar geëmotioneerd. ‘Wat sterk is aan Circus Amersfoort is dat we een enthousiast team hebben. Het informele ‘Er waren op dat moment 140 kinderen bij is een kracht van ons. We hebben een grote ons circus, dus we moesten door. We wilden groep enthousiaste tieners, zo creëren we ook niet stoppen, dat zou Tejo zeker niet onze eigen docenten; maar we willen nagewild hebben. Iedereen heeft er een tuurlijk niet alleen maar eigen docenten. En schepje bovenop gedaan. Ook de ouders we weten expertise te vinden als we het niet waren - en zijn - zeer betrokken.’ in huis hebben.’
circus 1-10-2009
amersfoort 4
‘Dat we nergens bijhoren, noch bij sport, noch bij cultuur, heeft zowel voor- als nadelen.’ ‘Wat bijzonder is bij We zetten filmpjes ons is op YouTube de sociale cohesie, zowel bij de kinderen als bij de docenten. Het is heel gezellig, we gaan ook jaarlijks met elkaar op circuskamp, da’s een hoogtepunt.’ ‘Minder sterk is onze financiële situatie, zo weten we bijvoorbeeld nog niet voor 100% hoe we het nieuwe pand gaan bekostigen … Minder sterk is ook dat we niet alle expertise zelf hebben en, last but not least: teveel werk komt op te weinig schouders terecht.’ ‘Onze reputatie is goed, we zijn redelijk bekend in Amersfoort. Toch kom ik nog steeds mensen tegen die nog nooit van ons hebben gehoord … het kan dus beter. De communicatie kan sowieso beter, de beantwoording van de mail laat ook te wensen over; dat moet echt binnen één of twee dagen vind ik.’ ‘In de lessen zijn we erg gedisciplineerd, we houden van structuur en discipline. Ouders zijn daar tevreden over en vertrouwen ons hun kinderen toe, ons circuskamp is vaak de eerste vakantie die kinderen zonder hun ouders doen.’ Landelijk beleid ‘Er moet een docentenopleiding komen. Het zou mooi zijn als de Vlaamse opleiding naar Nederland komt en als het lesplan dat Tejo ooit schreef - voor Mbo-ers aan het ROC gerealiseerd zou kunnen worden.’ ‘Veiligheid en beleid daarvoor is een aandachtspunt voor het landelijk beleid. Een protocol sexuele intimidatie ook, wij hebben daarover wel mondelinge afspraken met alle docenten, zo is een docent nooit één op één alleen met een leerling. We gaan ook een verklaring van goed gedrag aanvragen voor alle docenten. Verzekeringen is ook zo’n
72
onderwerp, we hebben nu een vrijwilligersverzekering; we verzekeren de docenten voor eventuele ongelukken met de kinderen, het is een soort aansprakelijkheidsverzekering. We zouden graag advies krijgen over verzekeringen en dergelijke’, zegt Saskia. ‘Het werken met vrijwilligers heeft voor- en nadelen; vrijwillig betekent natuurlijk niet vrijblijvend. We zijn nog bezig met het opstellen van vrijwilligerscontracten.’ ‘Wat Kunstfactor en Circomundo voor ons kunnen betekenen weet ik nog niet precies. We zijn in ieder geval heel blij dat ze er zijn. We blijven graag op de hoogte.’
circus 1-10-2009
statistiek 12
statistiek
12
zorgen Als andere knelpunten zijn genoemd: ‘het verkopen van kaartjes voor de voorstelling’, ‘het verkopen van optredens’ en ‘de bekendheid van de organisatie’.
Huisvesting, geld en docenten, dat zijn de problemen van de Nederlandse jeugdcircussen in een notendop. Maar er zijn meer knelpunten, ja zelfs veel knelpunten die ook nog vaak als urgent worden gevoeld. De sector komt enthousiast, pionierend, ondernemend over, maar ook zorgelijk.
Uit de stellingen bij de interviews blijkt dat het imago van circus in het algemeen door enkelen als knelpunt wordt ervaren.
Het EHBO probleem (op de laatste plaats in de knelpunten top-10) wordt ook in de interviews vaak aangestipt maar nooit als urgent. ‘Er is nog nooit wat voorgevallen’ horen we steeds weer en dan wordt er steevast op de onderkant van de tafel geklopt. niet urgent
minder urgent
zeer urgent
90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10%
Percentage van de Jeugdcircussen dat ... als knelpunt ervaart. Bron: onderzoek Laat je Kunsten zien, 2007, n=32.
ehbo
bijscholing docenten
meer deelnemers
kosten verzekeringen
financiële administratie
samenwerking met (brede) school
verkrijgen van projectsubsidie
beschikbaarheid docenten
structurele financiering
huisvesting
0%
circus 1-10-2009
grotebroer 1
Grote Broer uit Nijmegen Grote Broer is gevestigd in een oud schoolgebouw in een rustige straat in het centrum van Nijmegen. In hetzelfde gebouw zitten een aantal andere kunst- en cultuur gerelateerde organisaties. Grote Broer is herkenbaar aan een gestileerd mannetje met een theaterlamp op z’n hoofd. Het oogt er fris, pas geverfd, opgeruimd en jong. De naam van de organisatie is voluit Grote Broer Kunsteducatie. ‘Waarom dat woord kunsteducatie erachter?’ vragen wij. Het jeugdcircus heette eerst Circus Debuut, maar is samengegaan met jeugdtheaterschool Grote Broer. Daarmee werden de Nijmeegse circusschool en de jeugdtheaterschool (JTS) één grote organisatie in kunsteducatie. Er wordt les gegeven in meerdere kunstdisciplines.
sief het projectbureau), er is één vrijwilliger én een grote groep ouders - ongeveer 30 die helpen bij de voorstellingen. Petra kwam in eerste instantie als freelancer bij Grote Broer. We maken heel Organisatie, doelgroep Ze is nu in vaste dienst. nadrukkelijk circusDe doelgroep bestaat uit ‘Grote Broer bestaat uit kinderen en jongeren van theater twee organisaties, een 4 t/m 24 jaar. ‘Er is één projectbureau en een theatergroep van boven stichting. Het projectbureau houdt zich bezig de 18 jaar en één circusgroep met enkele met activiteiten op scholen. De circusschool 18-plussers. De voorstellingsgroepen - provalt onder de stichting’, vertelt Petra. ‘De ductiegroepen heten ze bij ons - hebben namen; zo zijn er de Zwetende Honden, klant merkt overigens niets van deze tweedePrima Basta en Skill.’ In totaal heeft Grote ling. Het is vooral een bestuurlijke keuze.’ Broer, theater en circus samen, 230 leerlinDe stichting heeft een bestuur dat onder gen. Er zijn 120 circusleerlingen. andere bestaat uit een theaterdocente, een ‘We maken heel nadrukkelijk circustheater’, zegt Petra, van oorsprong theaterdocent. journalist, een theaterwetenschapper en x een beleidsmedewerker van een andere geActiviteiten, werkwijze meente. ‘Wouter van Balveren - hij is de oprichter en nu artistiek leider en directeur - zit ‘Met de circus- en theaterschool heeft Grote in het kader van de code Good Cultural Broer Nijmegen en de omliggende gemeenGovernance niet meer in het bestuur. ten als werkgebied, de projecten vinden in Wouter steekt later nog even zijn hoofd om heel Gelderland plaats en soms ook in de hoek van de deur. Brabant.’ Edu-Art bemiddelt op sommige plaatsen in de provincie bij circusactiviteiten Er zijn tien vaste medewerkers (in totaal op scholen. ongeveer vijf á zes fte), 30 freelancers (incluPetra Mackenbach, coördinator circusschool, docent, projectleider
74
circus 1-10-2009
grotebroer 2
In Nijmegen is er ook een Circuswerkplaats, in Cultuurspinnerij de Vasim. ‘Een organisatie die in een grote loods circusworkshops organiseert voor semi-professionals. Goede jongeren van ons gaan er ook wel eens heen. Vroeger was er ook nog De Circuswinkel, nu is dat een winkel op internet. Zij organiseren ook lessen, maar heel kleinschalig. Ze zijn wel altijd aanwezig, met een kraam, bij evenementen.’
groepen wordt algemeen getraind en daarnaast wordt de eigen voorkeur gevolgd. Ook daar zijn de theaterlessen heel belangrijk.’
Bij de vaste lessen is er een ‘leerlijn’. Eerst doe je twee circusklassen, dan volgt de productiegroep. De leerlijn is gemaakt door Wouter, Petra en de docenten. ‘De kinderen doen aan alles mee. We beginnen met de kleine materialen en werken naar groter toe. We doen ook spellessen. In de productie-
Twee leerlingen gaan auditie doen bij Codarts. ‘We hebben ze ruimte ter beschikking gesteld om te oefenen en we helpen ze bij de acts die ze voor de auditie moeten doen. Ze zijn inmiddels beiden aangenomen en daar zijn we natuurlijk erg trots op. Nijmegen is goed vertegenwoordigd op de
‘Veel voorstellingen die ik elders zie kloppen dramaturgisch niet: er wordt een verhaal begonnen dat niet wordt afgemaakt en dat soort dingen. Dan denk ik: ‘Had er even een theaterregisseur bij betrokNaast de 230 vaste leerlingen, ken.’ Hoe wij We vinden het leuk om een voorstelworden in het onderwijs jaarlijks dingen te hebben die 20.000 kinderen bereikt. ‘Het gaat ling maken? anderen nog niet hebben om productieve en actieve participaWe gaan aan tie, maar ook receptieve en reflecde slag met tieve kunstbeoefening komen aan bod’, thema’s, bijvoorbeeld het contrast tussen verzekert Petra. ‘Soms doen we op één dag pubers en ouders - dat was door de kinderen een hele school tegelijk. Maar we hebben bedacht - we hebben toen een schaakbord ook series van acht lessen op scholen, dat is gemaakt, daarin kwam de thematiek tot vooral in de brede school en bij de verlengde uiting. De circusdocent maakt daar vervolschooldag. Het verschilt per school en per gens acts op en ik werk het verhaal uit.’ project.’ ‘De jongste groep wilde iets met school en Er is geen speciaal aanbod voor beperkten, pesten. Daar hebben we toen een voorstelmaar er zijn wel projecten op speciale ling van gemaakt die een interpretatie was scholen zoals ZMOK-scholen. ‘Pas deden we van een Scandinavisch boek dat over dat een project op een blindenschool en we onderwerp gaat. Het is een absurdistisch stuk doen ook wel eens een project voor geestegeworden’, vertelt Petra. ‘De kleding kopen lijk gehandicapten. We doen dit gewoon als we of wordt door de kinderen meegenomen. we gevraagd worden, we adverteren er niet We hebben geen ingewikkelde decors, die speciaal mee.’ Buurthuizen en bedrijven maken we zelf.’ kunnen Grote Broer ook boeken. ‘Maar onze ‘We vinden het leuk om dingen te hebben die specialisatie ligt in het onderwijs. Wouter anderen nog niet hebben. Zo hebben we al heeft de Pabo gedaan’, verklaart Petra. jaren een Rhön-rad, dat komt uit de turnwe‘Theater is een belangrijk onderdeel van ons reld. Tegenwoordig wordt deze techniek bij circus. Ik was eerst theaterdocent. Vroeger veel jeugdcircussen getraind. Nieuwe dingen had ik zelfs een hekel aan circus. Toen was ik komen vaak vanuit de leerlingen. Zij halen al wel een fan van fysiek theater, maar cirque het van internet, daar vinden ze ook vaak nouveau kende ik nog niet’, vertelt Petra. nieuwe trucs. De oudste productiegroepen ‘Wouter riep ooit mijn hulp in bij het maken kunnen we qua trucs weinig leren, wij van een voorstelling, zo is het gekomen.’ faciliteren ze en prikkelen, geven ze dramalessen en ze leren veel van elkaar. PeerLessen, voorstellingen teaching vinden we erg belangrijk.’
circus 1-10-2009
grotebroer 3
beroepsopleidingen!’ ‘We hebben contacten met Poehaa, we doen een leerlingen-uitwisseling. Ze hebben in Arnhem een andere aanpak en een andere sfeer, dat is leuk en interessant, voor de leerlingen en voor ons. Pas zijn we ook naar Amsterdam geweest om een workshop bij Boost te volgen. Vorig jaar hebben we met circustheatergroep SKILL (15-19 jaar) een voorstellingstournee gemaakt waarbij we onder andere op bezoek gingen bij zes andere jeugdcircussen.’ Docenten ‘Het werven van docenten is lastig omdat er geen opleiding is. Er is er natuurlijk wel één in Leuven, maar ja da’s ver weg en onpraktisch’, zegt Petra. ‘Docenten hebben vaak didactische kennis met gebrek aan circuservaring of andersom. Kunnen lesgeven vinden we belangrijker dan trucs beheersen. Artiesten kunnen niet automatisch lesgeven.’ ‘Onze docenten komen soms uit de sport of uit het theater, maar wel altijd met een fascinatie voor circus. Als we iemand nodig hebben zetten we een advertentie, bij het theaterinstituut, bij culturele vacatures of bij Circomundo. En we vragen om ons heen. We streven naar gekwalificeerde vakkrachten. De docenten zijn bij ons betaalde krachten. Onze wens is dat de twee Hbo-opleidingen er een educatie-jaar bij gaan doen. En als de opleiding uit Leuven naar Nederland zou komen zijn wij daarin zeer geïnteresseerd!’
met kunst en cultuur. Misschien ligt het ook aan de prijs. Hoewel de Stichting Leergeld hier het lesgeld betaalt voor minima.’ ‘Wat betreft de veiligheid instrueren we de docenten goed. We hebben sinds kort een gedragscode tegen seksueel misbruik.’ ‘We blijven op de hoogte van het (jeugd)circus in Nederland door het bezoeken van voorstellingen, het lezen van vakbladen, we gaan naar festivals en leggen daar veel contacten. We gaan naar conferenties, lezen nieuwsbrieven en veel informatie halen we van internet. Onze eigen docenten en de leerlingen zijn ook een bron van informatie.’ Financiën ‘We krijgen van de gemeente Nijmegen slechts € 3.000,- per jaar voor een amateurtheaterfestival.’ Grote Broer ontvangt van de gemeente geen structurele bijdrage. De inkomsten van Grote Broer komen uit projecten, zaalverhuur en lesgelden. Er zijn wel projectsubsidies. Als voorbeeld noemt Petra ‘het Pepernotencircus’ dat er jaarlijks is rond de intocht van Sinterklaas. ‘De gemiddelde Nijmegenaar kent ons vermoedelijk van het Pepernotencircus.’ Grote Broer heeft een vriendenstichting en soms sponsors. De totale circus-jaaromzet (dus zonder de theaterschool) inclusief de projecten, bedraagt ongeveer € 200.000,-
‘Wouter focust nu op beleid en De kinderen op subsidies. Het probleem is dat bijna alle geld voor kunsteducatie van de vaste les zijn De Nijmegenaar kent gemeente Nijmegen naar het voornamelijk ons vermoedelijk van het wit. ‘Er zijn centrum voor de kunsten gaat, in Pepernotencircus Nijmegen is dat De Lindenberg. weinig allochGrote Broer kijkt jaloers naar tone kinderen, die bereiken we wel met de projecten op gemeenten waar er naast de traditionele centra voor de kunsten ook erkenning is voor scholen. De reden dat ze in de lessen ontbrede vernieuwende jeugdtheaterscholen en ken is waarschijnlijk de geografische plek die we in de stad innemen; in deze buurt wonen jeugdcircussen.’ veel kinderen met blanke, hoogopgeleide Geschiedenis ouders met een meer dan modaal inkomen. Veel leerlingen komen van de Vrije School en Artistiek leider Wouter van Balveren en de Montessorischool. Ouders kiezen er hoofddocent Petra Mackenbach hebben bewust voor hun kinderen iets te laten doen
76
circus 1-10-2009
grotebroer 4
elkaar jaren geleden leren kennen toen ze beiden nog bij het Nijmeegse centrum voor de kunsten werkten.
Onze positie in het onderwijs is goed ‘De circusactiviteiten liepen op een gegeven moment niet meer zo goed daar, er waren te weinig aanmeldingen. Omdat het een grote organisatie is, waren er strikte regels over cursussen, bijvoorbeeld bij vijf aanmeldingen mocht de cursus niet doorgaan. Je bent dan helemaal niet meer flexibel’, zegt Petra. ‘Toen zijn we voor onszelf begonnen. Nu blijven we er steeds goed op letten dat we zelf wél flexibel zijn en blijven. We starten bijvoorbeeld soms een groep met vijf kinderen, en in de loop van het seizoen worden het er dan toch ineens 15.’ ‘Sinds de fusie, nu één jaar geleden, van Grote Broer en Circus Debuut heten we Grote Broer Kunsteducatie. Vanaf dat moment zitten we ook in het nieuwe gebouw. Het is van de gemeente, maar we hebben het zelf verbouwd. Het was vroeger een Mavo.’ ‘Het onderwijs is een goede plek om te werven voor de vaste lessen. Soms doen we speciaal voor de werving gratis workshops op een school waarbij we folders geven voor de lessen. Bij het werven moet je ook ouders betrekken, dat zijn de uiteindelijke eindbeslissers of een kind op circus komt of niet.’ ‘Evenementen in de stad doen het ook goed, we moeten zichtbaar zijn, het Pepernotencircus is daar een goed voorbeeld van. En twee keer per jaar hebben we een open dag: in september, aan het begin van het seizoen, en in juni aan het einde ervan. En we hebben gratis proeflessen.’ Grote Broer’s sterke en zwakke punten ‘Onze combinatie circus & theater is een sterk punt, het onderscheidt ons van andere jeugdcircussen. We hebben jonge, ambiti-
euze en bevlogen docenten - allemaal gecertificeerde vakkrachten - en onze positie in het onderwijs is goed.’ ‘Het ontbreken van structurele subsidie is een zwak punt. Maar de onafhankelijkheid die we daardoor hebben is een sterk punt’, zegt Petra. ‘Dat we in korte tijd enorm zijn gegroeid is sterk. Maar niet alles groeit even hard mee, we lopen soms een beetje achter de feiten aan.’ Toekomstwensen Onze indruk is dat de professionaliseringsslag waar een groot deel van de jeugdcircussen tegenaan zit in Nijmegen al is gemaakt: een eigen gebouw, een vaste combinatie met theater en de theaterschool, betaalde vakkrachten, een splitsing in een stichting en een projectbureau - dat de inkomsten genereert. Toch valt er nog van alles te wensen: ‘We willen blijven groeien, onze target voor volgend jaar is 350 leerlingen (de circus- en theaterschool samen), we willen graag met onze jongerenvoorstellingen op tournee, we willen meer goed gekwalificeerde docenten én meer geld, de rest is er.’ ‘Maar onze droom is ook: veel mooie voorstellingen maken, veel moois zien, veel festivals bezoeken. En zelf zou ik ook wel weer eens in een leuke voorstelling willen spelen’, zegt Petra tot slot.
circus 1-10-2009
statistiek 13
statistiek
13stellingen 1
Gemiddelde score op stelling, 1 = niet mee eens, 5 = geheel mee eens. Bron: interviews &Concept, 2009, n=16.
mee eens Wij willen op de hoogte zijn van wat er landelijk speelt in de circuswereld
4,81
Ieder kind zou naar circusles moeten (kunnen)
4,75
Circus is kunst
4,69
We hebben wensen die we nu niet kunnen realiseren
4,50
Circusles is even belangrijk als muziekles
4,44
We willen steeds professioneler worden
4,31
Wij maken onze dromen waar
4,25
Er zijn te weinig adequaat opgeleide circusdocenten
4,25
We willen circus maken op zo hoog mogelijk niveau
4,19
Over 10 jaar is er veel ten goede veranderd aan ons circus
4,13
We willen graag samenwerken met andere jeugdcircussen
4,06
Het werven van leerlingen is voor ons geen probleem
4,06
Onze voorstellingen zijn goed
4,00
Ons circus is onderscheidend in de wereld van de jeugdcircussen
4,00
We missen landelijke beleid op het gebied van jeugdcircus
3,88
Onze core-business zijn de doorlopende lessen aan kinderen en jongeren
3,81
We willen graag meer samenwerken met de jeugdtheaterschool
3,75
We zijn goed op de hoogte wat er landelijk speelt wat jeugdcircus betreft
3,69
We willen dat onze talenten doorstromen naar het professionele circuit
3,69
In het buitenland is een inspirerender klimaat voor jeugdcircussen
3,63
We bezoeken vaak voorstellingen van andere jeugdcircussen
3,56
We zijn tegen dieren in het circus
3,56
De wereld van het jeugdcircus is in zichzelf gekeerd
3,44
We stemmen ons aanbod af op de wensen van het publiek
3,38
Het traditionele circus is niet meer van deze tijd Circusactiviteiten op scholen zijn belangrijk in de werving In het buitenland is alles veel beter geregeld voor jeugdcircussen Met het imago van circus is niets mis
78
3,31 3,13 3,13 3,06
circus 1-10-2009
ilgrigio 1
Il Grigio uit Haaren We interviewen Rob en Niek in het huis van Rob, in Loon op Zand. Niek is Rob’s neef. Het is een warme zomerdag. In de tuin is een enorme trampoline en een klein zwembad. Het geheel ligt op een steenworp afstand van de Loonse en Drunense duinen. Het plaatsje is omringd met maneges en vakantiegangers. Rob heeft een eigen bedrijf aan huis en ontwerpt ‘embedded software’, software in bijvoorbeeld scootmobiels of om radio te kunnen luisteren via internet. Niek is eigenlijk licht- en geluidstechnicus, maar werkt tijdelijk bij een autoverhuurbedrijf. Hoe het begon eeuw veel deed voor arme jongeren in ‘Begin jaren ’60 besloot pastoor Verrijt iets te Turijn.’ ondernemen om de kinderen uit het dorp Rob volgde in 2003 zijn vader op. Het lijkt allemaal toeval hoe hij het Haaren - een katholiek Brabants dorp met grote circus inrolde. ‘Het is De kinderen gezinnen - te vermaken in toevallig circus geworden beschouwen we als de zomervakantie. Hij koos voor pastoor Verrijt, hij voor circus en pakte het zocht gewoon naar een onze artiesten groots aan. De rest is formule om kinderen geschiedenis’, zegt Rob. bezig te houden.’ Maar Er was al gauw een grote tent en na een jaar ondertussen praat hij zeer bevlogen over stond er een robuust gebouw, speciaal voor ‘zijn’ circus. Niek ging als kind ook iedere het circus. Rob’s vader werd door pastoor zomervakantie naar het circus. ‘Ik weet niet beter of in de zomervakantie ga ik circus Verrijt in 1966 naar Haaren gehaald als doen.’ Jaarlijks geeft Il Grigio in de zomerpehoofdonderwijzer. Het gezin kwam uit Den riode (juli - augustus) 19 voorstellingen die in Haag. De kinderen, acht in getal, gingen automatisch allemaal naar het circus, zoals totaal door ruim 10.000 bezoekers worden bezocht. In 2011 viert Il Grigio het 50-jarig de kinderen van de meeste andere gezinnen jubileum. in het dorp. Vader werd, als onderwijzer, medewerker van het circus. In de jaren ’80 Visie, werkwijze, doelgroep stopte de pastoor met het circus en nam Rob’s vader het over. Dat was het moment ‘Onze doelstelling is niet anders dan een waarop Il Grigio een stichting werd, voor die leuke vrijetijdsbesteding bieden aan kindetijd was alles informeel geregeld via de ren’, zegt Rob. ‘De kinderen beschouwen we pastoor. als onze artiesten, zij verdienen onze centen. ‘De naam Il Grigio betekent letterlijk ‘de Ze betalen dan ook geen contributie.’ grijze’. Dat heeft pastoor Verrijt bedacht. Zo ‘We beperken ons tot kinderen uit de kern heette namelijk de hond van Don Bosco, de van Haaren (5.000 inwoners), meer kunnen katholieke Italiaanse priester die in de 19e Interview met Rob van Lieshout, voorzitter (foto pagina 79) en Niek Vermeer (foto pagina 82), medewerker techniek en trampolinetrainer
circus 1-10-2009
ilgrigio 2
we er echt niet kwijt! Dat is het enige en de toeschouwers. En die willen acts. We criterium om het een beetje in te dammen.’ hebben het nu zo opgelost dat we voor de Het betekent dat Rob’s eigen kinderen, changementen een extra podium hebben, als omdat ze in Loon op Zand wonen, niet bij het we veel op- en afbouwwerk hebben in de circus kunnen. piste, tussen twee acts, gaan we op het ‘Ze moeten twee weken beschikbaar zijn in andere podium verder. Voor de korte de zomervakantie, dat is een voorwaarde. En wisselingen hebben we nu een repriseclown, ze moeten komen oefenen. Er wordt vanaf een hele leuke. Ook dat is een kind; er speelt de herfstvakantie wekelijks getraind. Ze geen enkele volwassene mee.’ hoeven niks te kunnen. Iedereen ‘Als een act vanaf zes jaar is welkom, we sturen goed is dan nooit iemand weg. Elk kind kan wel proberen we Onze doelstelling is niet iets. Meestal blijven ze ieder jaar die te behouanders dan een leuke komen, tot ze 16 of 17 zijn. Daarna den. De kindevrijetijdsbesteding bieden gaan ze weg, studeren, werken of ren die die act wat dan ook. Een jaar of 15 later doen zijn er komen ze met hun kinderen weer terug en volgend jaar weer. We schaven wel bij, we worden medewerker. Het is echt een familiebrengen verbeteringen en variaties aan. Als je gebeuren.’ dit jaar jongleert doe je dat volgend jaar ‘We hebben één gehandicapt kind. Ze traint weer. De meeste kinderen doen twee dingen niet mee, maar is er gedurende de twee per jaar’, zegt Niek. Alle onderdelen worden weken van de voorstellingen haast iedere apart geoefend. ‘We huren gastdocenten in dag bij. Ze staat niet in de voorstelling, want om bepaalde vaardigheden aan te leren, dat wil haar moeder niet. Vinden we prima. jongleren bijvoorbeeld.’ Verder komt dat nooit voor, niet dat het niet ‘We hebben twee nummers met paarden, we mag, maar ze komen gewoon niet. We zitten nou eenmaal midden tussen de manehebben ook geen kinderen uit achterstandsges’, zegt Rob, haast verontschuldigend. Il wijken, want die zijn hier niet. Ze zijn Grigio heeft altijd veel pony’s en paarden allemaal netjes en niet arm, wat overigens gehad, net als iedereen in de regio. ‘De niet wil zeggen dat er geen moeilijke pony’s die we nu hebben zijn speciale circuskinderen bij zitten.’ pony’s, we konden ze overnemen mits we ze De voorstellingen zijn altijd binnen - Il Grigio zouden verzorgen en berijden. De kinderen heeft een eigen gebouw - ook al vinden ze in verzorgen ze, het berijden zou nog wat vaker de zomer plaats. ‘Mooi weer is slecht’, zegt kunnen. De verantwoordelijkheid voor de Rob. ‘Dan komen er weinig toeschouwers.’ veiligheid bij het paardennummer ligt bij het De toeschouwers komen uit Haaren en de circus, wij moeten ervoor zorgen dat deze act wijde omgeving, er komt veel publiek van de veilig gebeurt.’ campings. De meesten komen niet voor de Veiligheid en regelgeving eerste keer. ‘De mensen verwachten prestaties, maar omdat het een jeugdcircus is, is ‘Bij gevaarlijke onderdelen zorgen we altijd het niet erg als iemand een keer van z’n voor een extra medewerker, voor het geval er éénwieler valt. Het zijn wel kinderen.’ iets gebeurt. EHBO-ers - verplicht bij de voorstellingen - huren we altijd in bij de EHBO‘Een tijdje hebben we geprobeerd meer de theaterkant op te gaan. Nu gaan we weer vereniging in het dorp.’ meer richting circus. We wilden weleens wat Veiligheid is een aandachtspunt voor Il anders, we hadden al jarenlang de formule Grigio. Rob gaat er, als voorzitter en eindverspreekstalmeester - nummer - spreekstalantwoordelijke, consciëntieus en secuur mee meester - nummer. Het was wel handig voor om. Hij steekt er veel tijd in. ‘Het circus heeft de changementen, maar toch beviel het niet de plicht en de verantwoordelijkheid om heel erg meer’, vertelt Niek. ‘Maar meer veilig te werken. Wij maken constructies die theater beviel ook niet, het gaat er toch we ter controle voorleggen aan een gewoon om dat de kinderen het leuk vinden
80
circus 1-10-2009
ilgrigio 3
technisch constructiebedrijf. Hoeveel gewicht je bijvoorbeeld met een bepaalde lier naar boven mag takelen, wat er met de krachten gebeurt als je ook gaat roteren enzovoorts. We zijn heel precies met de materiaalkeuring. We zijn ons er heel erg bewust van dat we er alles aan moeten doen om het veilig te maken. Ouders vertrouwen ons tenslotte hun kinderen toe.’ ‘In de regel hebben circusmensen geen verstand van techniek. Je moet niet alleen met kilo’s rekenen, zoals vaak gebeurt, je moet ook rekening houden met rotaties als dat in een act zit. Als je vanuit stilstand aan een hoepel gaat hangen is dat een heel andere kracht dan wanneer je eraan gaat zwaaien in de lucht, dat soort dingen. Als een trainer zelf iets toevoegt aan een act wat niet is afgesproken en gekeurd, dan zeggen we ‘nee’ tot de keuring heeft plaatsgevonden.’ ‘Bij scouting bijvoorbeeld zijn dit soort dingen veel beter geregeld, er is een landelijke en veel oudere structuur, daar werkt men bijvoorbeeld wel standaard met vrijwilligerscontracten. Bij circus moeten we alles nog zelf uitvinden’, zegt Rob. ‘We zijn allemaal oud-artiesten. Het is een hechte club, er is veel sociale controle, niemand doet hier rare dingen; toch is het goed om te werken met vrijwilligerscontracten en aansprakelijkheidsverzekeringen.
Ik realiseer me ook dat we allemaal vrijwilliger en amateur zijn’, zegt Rob. Samen met de medewerkers worden door het jaar heen wel eens circusvoorstellingen van anderen bezocht, meestal niet van jeugdcircussen. ‘Nieuwe ontwikkelingen volgen we zijdelings, via internet komen we veel te weten en via de kinderen. De trapeze-act die we nu doen komt bijvoorbeeld van YouTube’, vertelt Rob. ‘Ook de meeste contacten en regeldingen gaan via internet, zo heb ik ook dat bedrijf gevonden dat lieren keurt en een ander dat vangnetten verkoopt.’ Landelijk beleid
‘We zitten niet echt goed in het circusnetwerk en de landelijke ontwikkelingen. We hebben gewoon geen tijd, wel belangstelling. Zeker voor de Circomundo werkgroep veiligheid. We willen niet langs de zijlijn staan, maar doen dat soms onbewust wel.’ ‘Van het landelijk beleid verwachten we de komende jaren meer duidelijkheid over wetten, regels, verzekeringen; dat soort dingen. Wellicht is er collectief van alles te regelen. We hebben bijvoorbeeld geen protocol sexuele omgang. We hebben er wel over nagedacht en er heeft zich nog nooit iets voorgedaan, maar als er bij Circomundo iets kant-en-klaars ligt, hebben we wel belangWerkgroepen stelling.’ ‘Vrijwilligerscontracten - jaarlijks zijn er zo’n Dit jaar wordt er voor het eerst gewerkt met 80 tot 90 vrijwilligers werkzaam bij Il Grigio een werkgroep ‘programma’. ‘Eerst waren gaan we wellicht afsluiten om de vrijwilligers het allemaal eilandjes, kleine groepjes die te vrijwaren van mogelijke rottigheid, dat acts maakten die moet gewoon goed geregeld zijn. Je later allemaal zal maar net hebben dat dat ene achter elkaar meisje dat later pianiste wil worden Iedereen vanaf gespeeld werhaar vingers breekt tijdens het zes jaar is welkom den. Maar het circus. Je moet gewoon een moet wel één antwoord hebben op de hedengeheel worden. daagse claimcultuur.’ Ook goede circusartiesten weten soms niet hoe een voorstelling tot stand komt. En we Geld moeten ook niet té moeilijke dingen met de kinderen willen doen, iemand met minder De jaaromzet van Il Grigio bedraagt tussen de goede didactische vaardigheden begrijpt dat € 70.000,- en € 80.000,- Er komen rond de niet. Als je teveel vraagt en een act lukt niet, 10.000 toeschouwers in twee weken, soms dan is dat voor niemand leuk. Het is dus heel zijn het er zelfs 11.000. Het duurste toegangsfijn dat er nu een programmagroep is, dan kaartje kost € 8,-, het goedkoopste € 3,- Er kunnen we dat allemaal ondervangen. wordt ook verdiend op de consumpties.
circus 1-10-2009
ilgrigio 4
‘De belastingdienst helpt ons ook, doordat er op de toegangskaartjes 6% btw zit en we het btw-verschil aan het eind van het jaar terug krijgen. Een onbedoelIk weet niet beter of de fiin de zomervakantie nanciga ik circus doen eel-pos i ti e v e regeling, die wellicht gaat veranderen de komende jaren.’ Organisatie Het circus is een stichting met een bestuur, waarin alle werkgroepen zijn vertegenwoordigd; de werkgroep ‘geld’, de werkgroep ‘techniek’, etc. Het bestuur bestaat uit zes personen, Rob is voorzitter. ‘Bestuursleden blijven over het algemeen lang, dat is prettig. Het is geen netwerk-bestuur.’ ‘Het is een klein dorp. We hebben een goede verstandhouding met de gemeente. De burgemeester komt ieder jaar naar een voorstelling. We zijn het grootste evenement van Haaren.’ Er is geen beleidsplan, wel statuten. De statuten zijn al lang geleden gemaakt, bij de oprichting. ‘Er zou eigenlijk in gewijzigd moeten worden dat als het circus wordt opgeheven niet automatisch alle bezittingen - geld en materialen - aan de kerk ten deel vallen. Dat is wat er nu staat.’ Er is een nieuwsbrief, op papier en een e-mailversie. Rob maakt die in overleg met de andere medewerkers, evenals de website. Sterke en zwakke punten van Il Grigio ‘Sterk aan Il Grigio is dat hele gezinnen betrokken zijn, dat het echt gaat om ‘samen doen’ en ‘van jongs af aan’. De informele structuur is positief en de programmacommissie is een gouden verbetering.’ ‘De informaliteit is ook een zwak punt. Het is een sfeer van ‘ons kent ons’, dat betekent dat zowel vriendschappen als irritaties of ‘die kan niet door één deur met die’ mee het circus in worden genomen. We hebben nu twee centrale aanspreekpunten aangesteld waar mensen hun hart kunnen luchten als het niet lekker loopt. Dat is goed, want dan wordt er aan gewerkt.’
82
Wat er zou gebeuren als Rob besluit te stoppen, willen wij weten. ‘Iedereen kan gemist worden, iedereen is vervangbaar’, is Rob’s overtuiging. ‘Mijn vader is door mij vervangen, hij verving de pastoor. Na mij komt er weer iemand, daar ben ik zeker van.’ De pastoor overleed twee á drie jaar geleden. ‘Mijn vader deed het anders dan ik en dat is logisch want het was een andere tijd. Ik ben betrokken bij bijna alle facetten van ons circus, terwijl mijn vader het heel goed met wat meer afstand kon regelen.’ ‘Toen het orkest stopte, dat was in ’95, dachten we ook dat het circus zou stoppen, maar dat was niet zo. Het was een groepje prof-muzikanten, allemaal oud artiesten, dat er ieder jaar speciaal tijd voor vrij maakte, maar ze kregen het te druk.’ Toekomst ‘Onze droom is het circus te laten voortbestaan. Dat klinkt voor jullie misschien als overleven, maar zo is ’t niet. Er verandert ondertussen veel, de techniek wordt steeds professioneler, de entourage verandert, alles gaat nu via internet … Maar het niveau van de acts blijft gelijk, kinderen zijn kinderen; die van nu kunnen heus niet meer dan die van de jaren ’60 en ‘70. Ik ben al 40 jaar bij het circus, ik stop niet’, zegt Rob vastbesloten.
circus 1-10-2009
statistiek 14
statistiek
14stellingen 2
niet mee eens 2,94 2,88 2,81 2,75
2,13 1,00
Het maken van voorstellingen is onze core-business De opleidingen tot circusdocent sluiten te weinig aan op de praktijk Als we meer geld hadden zou ons circus er heel anders uitzien
2,69
We maken meer theater dan circus We willen graag meer samenwerken met het centrum voor de kunsten
2,50
De grootste kansen voor het jeugdcircus liggen in het onderwijs
2,50
We krijgen niet genoeg kansen
2,38
1,44
De kwaliteit van de docenten in het jeugdcircus in NL is laag
2,69 2,56
2,19
Ruimtegebrek is ons grootste probleem
Circus wordt door beleidsmakers serieus genomen Een echt circus heeft een tent nodig Over 10 jaar zal het met ons circus slechter gaan dan nu Andere jeugdcircussen zien we als onze concurrenten Als we meer geld hadden zouden we wel leeuwen/olifanten hebben
Gemiddelde score op stelling, 1 = niet mee eens, 5 = geheel mee eens. Bron: interviews &Concept, 2009, n=16.
circus 1-10-2009
tubantino 1
Tubantino uit Oldenzaal Er zijn nog maar enkele plaatsen in Nederland waar je niet het geluid van auto’s hoort. Op één zo’n unieke plek woont Ignaas Nieuwenhuis, in een grote boerderij, niet ver van Ootmarsum. We schuiven aan aan de keukentafel. Het is een warme zomerdag. Ignaas is een rustige, bescheiden man, die - zo zegt hij zelf - bij toeval ‘aan het circus is geraakt’. Lenie, die even later binnenkomt, oogt meer ‘circus’. Tubantino is een stichting met een bestuur van vijf á zes personen. Ignaas is voorzitter, Lenie bestuurslid, de man van Lenie, Louis, is penningmeester en technicus. Tubantino beschikt over 12 vrijwilligers, inclusief het bestuur. Het zijn enkele ouders, oud-leerlingen en mensen uit de vriendenkring van Lenie en Ignaas. Er is geen beleidsplan.
circus en kinderen erg leuk vond.’ Enkele jaren later richtte ze in Badhoevedorp Acrobatico op. Op de website staat dat ‘omstandigheden’ haar We zouden veel naar het oosten des lands meer assistentie ‘Ik hoorde op een dag brachten. Haar man, gegewoon van het bestaan boren in Oldenzaal, wilde kunnen gebruiken van het circus’, verklaart graag terugverhuizen vanIgnaas. Hij was 50 geworuit de regio Amsterdam den en op zoek naar een goed doel om 500,(hij werkte bij de KLM) naar Twente. ‘Voor gulden aan te schenken. Lenie: ‘Dat hadden het circus (Acrobatico) vond ik het nog het we nog nooit meegemaakt! Geweldig teleergste om naar Twente te verhuizen. Maar Ike Strubben heeft mij vervangen en dat is foontje was dat.’ Toen Tubantino later op helemaal goed.’ zoek was naar een nieuw bestuurslid belden ‘In Oldenzaal ging ik aerobics geven bij ze Ignaas. Hercules, de turnvereniging. Toen ik daar zei Geschiedenis dat ik een circusachtergrond had, vroegen ze me om de kinderen wat circusnummers te leren. Dat was in 1992.’ Lenie werd geboren in Amsterdam, geeft zwemonderwijs en is de artistiek leidster van De naam Tubantino is door Jan Brilman, Tubantino. Als kind turnde ze. Van haar 16e bestuurslid van het eerste uur, bedacht. tot haar 24e was ze professioneel acrobaat, ‘Tubantia is een andere naam voor Twente ze deed varieténummers bij de Osmani’s. en daar de circusvariant van.’ ‘We traden veel op in Duitsland. Ik heb ook nog een jaar in Spanje bij een circus gezeten. Ignaas: ‘Er waren altijd twee trainingen, op Toen werd ik gevraagd om bij een jeugdcirmaandag en op vrijdag. Die van maandag cus in Den Haag, Kraaienest, les te geven aan dreigde te stoppen omdat de docent kinderen. Ik merkte dat ik de combinatie Interview met Ignaas Nieuwenhuis, voorzitter (foto pagina 84) en Lenie Olde Scholtenhuis (foto pagina 87), oprichtster en bestuurslid
84
circus 1-10-2009
tubantino 2
wegging. ‘Wil jij het doen?’ werd mij gevraagd. Ik herinner me nog dat ik daar in die gymzaal stond met 25 kinderen die me verwachtingsvol aankeken … Ik had wel een lesbevoegdheid, maar ik kon nog helemaal niks. De kinderen hebben me alles geleerd.’ Ignaas en Lenie hebben beiden een onderwijsbevoegdheid. Ignaas voor dwarsfluit en scheikunde en Lenie voor sport. Ignaas besteedt in drukke tijden, met name rondom de voorstellingen, zo’n 50 à 60 uur per week aan het circus. In rustiger tijden zo’n 15 uur per week. Vroeger was hij apotheker. In 2001 verkocht hij de zaak. ‘Als apotheker werkte ik 70 à 80 uur per week. Ik vond op een gegeven moment dat er ook andere dingen waren in de wereld.’ ‘De ouders vallen over het algemeen wat tegen waar het gaat om ‘iets doen’ voor het circus. We zouden veel meer assistentie kunnen gebruiken. We hebben ze wel eens allemaal bij elkaar geroepen en onze noden verteld. Daar is wel een naaigroepje uitgekomen - waar we heel blij mee zijn - maar verder niet zo veel’, constateert Ignaas. ‘O ja en de opa van een van onze artiesten is materialenman; hij heeft onze grote ballen beschilderd. Met sterren erop: heel mooi met blacklight, dan zie je alleen die sterren.’ ‘Wij, de jeugdcircussen, spélen circusje; er is een wereld van verschil met de echte circussen’, zegt Lenie. Activiteiten, doelgroep, visie ‘De leerlingen zijn gewoon een doorsnede van de bevolking. Alle lagen zijn vertegenwoordigd. Ze zijn voornamelijk blank, we hebben één gekleurd meisje. Er is een Vrije School in Oldenzaal, daar komen een aantal leerlingen vandaan. Er zijn veel meer meisjes dan jongens. Het is voor jongens toch niet echt stoer waarschijnlijk.’ ‘We hebben nu even geen wachtlijst, maar dat wisselt. Onze maximale capaciteit is 40 kinderen. We hebben nog nooit aan werving gedaan. Ze betalen € 10,- per maand, ter vergelijking: zwemles kost hier € 27,- per maand.’
De leerlingen doen in de lessen aan alle onderdelen mee. Meedoen aan optredens mag pas als je een tijdje getraind hebt. De optredens zijn met jong en oud samen. De leeftijd varieert van 7 tot 18 jaar. ‘Er zijn er wel een paar langer gebleven, dat vonden we prima. We zouden graag zien dat ze als docent weer instromen - sommigen zijn echt heel goed - maar dat is een utopie. Jongeren trekken hier weg, ze gaan Het is voor jongens allemaal studeren in Gronintoch niet echt stoer gen, Amsterwaarschijnlijk dam en Engeland zelfs. Oldenzaal heeft wat dat betreft echt een probleem.’ Oud-leerlingen geven soms wel gasttrainingen. ‘Veel van onze kinderen komen op hun zevende en blijven hun hele jeugd. Dat heeft een enorme impact op ze, ze hebben zoveel gedaan en meegemaakt samen. Er is een fanclub van oud-leden, die proberen we betrokken te houden met een nieuwsbrief.’ ‘ADHD-kinderen hebben eigenlijk één op één begeleiding nodig, dat hebben wij niet in huis’, zegt Ignaas. De kinderen moeten zelfwerkzaam zijn en er moeten acts ingestudeerd worden. ‘In principe is elk kind bij ons welkom, maar kinderen die echt niet te handhaven zijn sturen we weg; dat is overigens maar één keer gebeurd. Een kind in een rolstoel heeft zich nog nooit aangemeld.’ ‘Optreden doen we waar we gevraagd worden. We hebben ook ‘Vovo-optredens’, optredens voor eigen publiek, van ons voor ons. Ouders, grootouders, vriendjes en vriendinnetjes komen er dan. We hebben ’s zomers altijd een circuskamp, dat is erg leuk. Heel soms doen we activiteiten op scholen. We treden af en toe op op de Vrije School.’ ‘We hebben wel eens geprobeerd iets samen te doen met het jeugdcircus in Enschede, maar ze hebben daar een heel andere werkwijze.’ ‘Turnen is groot hier in de regio. Da’s echt een andere wereld. We hebben er ooit twee leerlingen vandaan gekregen. Pas hebben we een lesmiddag georganiseerd voor 180
circus 1-10-2009
tubantino 3
kinderen van de turnvereniging.’ ‘Circus is veel meer dan een hobby en een tijdspassering. De manier waarop kinderen zich ontwikkelen in het circus is enorm. Vaak komen ze klein en verlegen binnen en vertrekken dan na een paar jaar een stuk zelfverzekerder.’ Tubantino’s hart ligt meer bij het nouveau cirque dan bij het traditionele. ‘Onze voorstellingen bevinden zich ongeveer halverwege’, schat Lenie in. Soms wordt er met live-muziek opgetreden. ‘We hebben wel eens met een harmonie opgetreden, dat was erg leuk.’ Voor de kinderen zijn er jaarlijks diploma’s. Ze zijn gelamineerd en er wordt een gaatje geknipt bij het behaalde onderdeel. ‘De kinderen komen met nieuwe dingen, die ze ergens gezien hebben, wij zorgen dan dat het materiaal er komt. Er zijn veel dingen die wij zelf niet kunnen, zoals éénwieleren bijvoorbeeld. Maar ik verzamel er wel alle kennis over, ook over de veiligheid en waar je op moet letten. Ik ben een paar keer in Amersfoort op cursus geweest bij Tejo Zadel’, vertelt Ignaas. ‘Samen met enkele kinderen trouwens.’ ‘We hebben een verzekering via de gemeente, voor als er een ongeluk gebeurt. En Lenie heeft een EHBO-diploma, waar ze jaarlijks de bijscholing voor volgt.’
want die verkoopt ieder jaar kroketten voor een goed doel. Wij waren een keer dat goede doel, kregen we € 3.000,-. Geweldig was dat!’ ‘Op Koninginnedag treden we altijd voor € 100,- op bij de Lions Club, die hebben voor ons ooit € 1.000,- bij elkaar gebracht. Het zijn allemaal incidentele dingen, maar we hebben wel zo’n naam dat mensen om ons denken. Ik schat onze bekendheid in Oldenzaal op 20%. We staan best vaak in de krant. We hebben ook wel eens de publiciteitsprijs van Oldenzaal gekregen.’ Er komt geld binnen via contributie en kaartverkoop, meestal is het bij voorstellingen uitkoop. Er zijn vaste optredens in een hotel in Oldenzaal, daar wordt vier á vijf keer per jaar opgetreden. ‘Voor een laag tarief, € 250,- per keer.’ Voor tehuizen wordt het tarief € 400,gehanteerd, een complete voorstelling kost € 750,-. ‘Voor de goodwill doen we af en toe een gratis voorstelling, maar niet te vaak, anders kom je in die hoek te zitten.’ In totaal wordt er 15 tot 20 keer per jaar opgetreden. ‘Het optreden hebben de kinderen nodig: met mooie kleren in een mooie entourage en laten zien wat je kunt, maar veel optredens achter elkaar is wel zwaar voor ze.’ Tubantino onderzoekt of het mogelijk is om meer financiële middelen te krijgen, zodat Lenie (deels) betaald zou kunnen worden. Nu zijn zij en Ignaas vrijwilliger. Sterke en zwakke punten
Financiën ‘Een sterk punt van ons circus is de De jaaromzet saamhorigheid onder de kinderen Ze komen klein en van Tubantino en de flexibiliteit van het jeugdcirverlegen binnen ... bedraagt tussen cus; we kunnen van alles. Het is de € 15.000,- en mooi dat de bevlogenheid van een € 16.000,-. De paar personen al die mensen in gemeente Oldenzaal verstrekt ‘een klein beweging brengt. Ook sterk is dat we van beetje’ subsidie. Voor premières komt er wat alles doen met heel weinig middelen. En we geld van fondsen binnen. De Rabobank weten van elk kind de achtergronden.’ sponsorde afgelopen jaar € 500,- en het ‘Een zwak punt is dat we oud worden, dat we Boeskoolfonds, een ondernemersvereniging van Oldenzaal, € 3.000,-. te weinig vrijwilligers hebben, vooral voor het begeleiden van de trainingen, en dat we ‘Op de kermis in Oldenzaal is altijd een moeite hebben met het up-to-date houden krokettenkraam, die is echt heel bekend, van de website.’
86
circus 1-10-2009
tubantino 4
Lenie zegt de combinatie van werk en circus iets te zwaar te vinden, zij doet het circus naast haar werk als zweminstructeur.
.. en vertrekken een stuk zelfverzekerder ‘Als wij er niet meer zouden zijn … we hebben het er regelmatig over. We worden ouder. We zouden eventueel de boel op kunnen slaan tot ‘onze kinderen’ terugkomen. Ik bedoel de oudste lichting leerlingen, die zijn zo gek van circus … die gaan zelfs in het buitenland naar voorstellingen. Maar als ze kinderen krijgen komen ze bijna altijd weer terug naar deze omgeving.’ Wensen ‘Als we meer docenten zouden hebben, zouden we kunnen groeien. We proberen low profile docenten te werven, want als je eisen gaat stellen vind je echt niemand. De kinderen weten de nummers wel en Lenie bedenkt de nieuwe dingen wel.’ ‘We wensen meer geld, dan kunnen we de vrijwilligers betalen; met name Lenie’, zegt Ignaas. ‘En we willen meer vrijwilligers, we gaan de ouders binnenkort nog eens aanschrijven. En we zouden graag verjongen.’ Landelijk beleid ‘We verwachten vooral support van het landelijk beleid, in het werven van vrijwilligers bijvoorbeeld. We willen graag suggesties hoe we dat het beste kunnen aanpakken.’ ‘Qua scholing zijn wij vooral geïnteresseerd in korte cursussen of workshops. Wat Tejo altijd deed in Amersfoort was perfect, zo’n dag dat je kan kiezen uit meerdere workshops. Ik zag pas in de mail iets over een nogal heftige opleiding met erg veel cursusdagen, dat vind ik meer iets voor heel goede leerlingen.’
‘Ik vind het goed dat er zoiets bestaat als Circomundo en wil dat graag ondersteunen door er lid van te worden, ook als dat niet direct een positief effect op ons heeft’, besluit Ignaas.
circus 1-10-2009
statistiek 15
statistiek
15factoren 1
Principale Componenten Analyse, rotatie: Varimax met Kaizer normalisatie. De score geeft de correlatie van de stelling met de factor weer. Bron: interviews &Concept, 2009, n=16.
factor 1 vernieuwers Het traditionele circus is niet meer van deze tijd
0,891
Over 10 jaar zal het met ons circus slechter gaan dan nu Onze voorstellingen zijn goed
-0,861 0,772
De huidige opleidingen tot circusdocent sluiten niet aan op de praktijk
-0,731
De kwaliteit van de docenten in het jeugdcircus in NL is laag
0,590
We zijn tegen dieren in het circus
0,552
We maken meer theater dan circus
0,402
factor 2 echt circus Het werven van leerlingen is voor ons geen probleem
-0,846
Een echt circus heeft een tent nodig
0,829
We zijn goed op de hoogte wat er landelijk speelt wat jeugdcircus betreft
0,780
Over 10 jaar is er veel ten goede veranderd aan ons circus
0,723
De grootste kansen voor het jeugdcircus liggen in het reguliere onderwijs
0,558
We willen dat onze talenten doorstromen naar het professionele circuit
0,400
factor 3 les georiënteerd Circusles is even belangrijk als muziekles
0,792
Onze core-business zijn de doorlopende circuslessen aan kinderen
0,738
We willen circus maken op zo hoog mogelijk niveau
0,721
Ieder kind zou naar circusles moeten (kunnen)
0,718
We willen steeds professioneler worden
0,576
Er zijn te weinig adequaat opgeleide circusdocenten
0,575
We hebben wensen die we nu niet kunnen realiseren
0,558
Wij willen graag op de hoogte zijn van wat er speelt in de circuswereld
-0,554
We willen graag samenwerken met andere jeugdcircussen
0,552
Ruimtegebrek is ons grootste probleem
0,514
88
circus 1-10-2009
goudenster 1
Gouden Ster uit Maastricht Het is een warme dag in juli in de wijk Sint Pieter van Maastricht. We spreken Ananda in de gymzaal van basisschool Sint Pieter. Bijna alle circusmaterialen ontbreken op dit moment, ze zijn uitgeleend aan een circuskamp in Frankrijk. Gouden Ster is een éénmanscircus, vertelt Ananda ons. De activiteiten staan momenteel, om verschillende redenen, op een laag pitje. Maar Ananda verzekert ons dat ze doorgaat. Geschiedenis … ‘In 1995 volgde ik een workshop acrobatiek ‘Als er in Maastricht vroeger een jeugdcircus was geweest, was ik erbij geweest’, begint ik Utrecht. Twee jaar later ontmoette ik een Ananda. ‘Ik had vroeger, rond mijn achtste, groep jongleurs in Nijmegen, met één van hen organiseerde ik een duiven en een hoela hoep. Soms zette ik de duiven workshop jongleren in Als hier vroeger een erop. Ik wist: dit is net als Maastricht. Daaruit ontjeugdcircus was geweest, in het circus. Maar het was stond een jongleergroep was ik erbij geweest een ver-van-mijn-bedhier.’ show.’ ‘In dezelfde tijd zag ik op ‘Ik deed aan paardrijden, iedere week deed tv een item over jeugdcircus in Maastricht, ik dat. De dochter van mevrouw Last - de het werd gegeven door Astrid van Schie, oprichtster van Circus Elleboog - gaf mij heette Sterreboog en maakte onderdeel uit van Kumulus, centrum voor de kunsten. Ik paardrijles, ze woont in Maastricht. Ik was heb contact met haar gezocht en werd haar een beetje bang voor haar vroeger, ze was assistent. Toen zij naar Keulen verhuisde nam heel streng en kwam altijd te laat ...’ ik met een sportdocent de lessen over. Maar ‘Mijn familie van moederskant komt uit omdat ik geen lesbevoegdheid had, werd ik niet betaald, de docent wel. Ik heb toen nog Frankrijk. Toen ik vijf was nam mijn oma mij geprobeerd een landelijke lesbevoegdheid te eens mee naar een circusschool in Parijs. krijgen, maar dat werd juist opgeheven.’ Mijn tante kwam aanlopen op een hele grote bal, dat maakte een onuitwisbare indruk. ‘De circusactiviteiten pasten op een gegeven Toen ik 13 was heb ik in de zomervakantie moment niet meer binnen de visie van twee weken koorddansen geoefend in de Kumulus en stopten. Ik mocht toen de circustuin van mijn oma en opa.’ materialen overnemen, voor een goede prijs. Dat was in 2001. Het was de start van jeugd‘Later deed ik veel aan Tai Chi, daar wilde ik circus Gouden Ster.’ mee verder gaan. Het was in die tijd nog niet populair.’ Interview met Ananda Rietveld, oprichtster, directeur, voorzitter, trainer, vrijwilliger
circus 1-10-2009
goudenster 2
‘Ik had al snel twee vaste groepen van 12 kinderen per groep. De kinderen verzonnen de naam ‘Gouden Ster’, een nieuwe naam voor een nieuw begin van hun eigen ‘echte’ circus!’
hebben. Los het desnoods op met een voorbereidend jaar.’ Ananda vertelt twee jaar Mavo te hebben gedaan en een opleiding tot sportverzorger en masseur, alvorens zij diverse cursussen en workshops op het gebied van circus volgde. Ze was lange tijd In 2001 werden de circuslessen ondergewerkloos en moest rondkomen van een bracht in een stichting. Er was een bestuur, uitkering. waarvan Ananda voorzitter was. Verder was ‘De situaties waarin men mij beoordeelde op Ananda trainer en vrijwilliger. Ze mijn kwaliteivolgde in 2006/2007 de circusopleiten in plaats ding in Keulen bij ZAK (Zirkus und van op mijn Ik wil circus met Artistik Zentrum Köln) en daarbuiten vooropleiding humor maken diverse workshops. hebben mij altijd vertrou… en hoe het verder ging wen gegeven.’ ‘In diezelfde periode (2001) heb ik een half jaar lessen op de Vrije School gegeven. Het was als vervanging van de lessen eurithmie, waarvoor een nieuwe docent gezocht werd. Ik integreerde Tai Chi oefeningen in de circuslessen. Daarnaast deed ik diverse circusprojecten: feestjes, activiteiten op school, voor studenten, bedrijven, etc. Ik vroeg vaak assistentie van collegajongleurs. Met het geld dat dit opbracht bezochten we circusvoorstellingen, gingen we naar festivals en kocht ik circusmaterialen.’ ‘Ik was vroeger erg tegendraads; 12 ambachten, 13 ongelukken, zo’n type. Ik heb vroeger nooit iets afgemaakt, ik ken de onderkant van de maatschappij en ervaar dat nu als een verrijking. Pas bij het circus kreeg ik waardering voor wat ik in huis heb en met vallen en opstaan heb bereikt. Op de Vrije School waren mijn circuslessen zo aangeslagen dat de ouders in de kersttijd voor alle kinderen een prachtig circusattribuut (een rola bola) hadden gemaakt. Dat ontroerde mij zeer.’ ‘Als de Belgische opleiding naar Nederland komt en hij zou alleen toegankelijk zijn voor mensen met een Havo of VWO diploma dan ben ik daar tegen. Het circus is vaak een plek waar het niet uitmaakt wat voor achtergrond of vooropleiding je hebt, en dat moet zo blijven. Anders kunnen jongeren uit achterstandssituaties nooit de opleiding doen, terwijl je ook ervaringsdeskundige kunt zijn. Voor de artiestenopleidingen van Codarts en Fontys moet je ook Mbo, Havo of VWO
90
‘Mijn circusactiviteiten, de projecten op school, feestjes en dergelijke, doe ik onder de naam Circus ChiWaWaa, om aan te geven dat dat los staat van de vaste groepen, zij zijn Circus Gouden Ster. In 2005 heb ik een ondernemingsplan ingediend. Het ging heel goed, ik wilde graag van mijn uitkering af en leven van de inkomsten uit de circusactiviteiten. De Sociale Dienst vond dat ook een goed idee, er is een speciale regeling voor bij de gemeente, de BBZ-uitkering. Het is een aanvullende uitkering - een lening - op je verdiensten als startende onderneming.’ De stichting werd opgeheven en werd een éénmansbedrijf. ‘Anders zou het bestuur van de stichting eindverantwoordelijk zijn voor mijn activiteiten. Na een jaar kwam de uitkeringsinstantie mijn onderneming controleren. Na twee jaar bleek ik niet genoeg te verdienen om nog langer in de regeling te vallen.’ De Sociale Dienst gaf Ananda een time-out van een half jaar nadat bleek dat zij ook met ernstige gezondheidsproblemen kampte. Dat halve jaar is inmiddels voorbij. Ananda is weer terug in de ‘gewone’ uitkering. ‘Dat betekent dat het nu moeilijk is om circusactiviteiten te organiseren, want als ik het zou doen, zou ik het zwart moeten doen. Toch ben ik vastbesloten om weer te beginnen, ik moet alleen nog kijken hoe het op een legale manier kan. Alles bij elkaar heeft het precies een jaar stilgestaan’, zegt Ananda, inmiddels weer helemaal gezond.
circus 1-10-2009
goudenster 3
Activiteiten, werkwijze ‘Hoe het totnogtoe ging: de kinderen doen het eerste jaar aan alles mee. Ze mogen daarbij extra oefenen op hun favoriete onderdeel. Twee keer per jaar is er een voorstelling in de gymzaal. Soms op aanvraag op locatie.’
anderhalf uur voor € 210,-. En natuurlijk krijgen ze eerst een gratis proefles. En de laatste les is vriendjes en vriendinnetjesdag, die mogen ze dan meebrengen; meestal doen we dat de week na de grote voorstelling om er een gezellige laatste middag van te maken.’ Toekomst
‘De kinderen zijn een doorsnede van de stad, overwegend wit. Ik heb nooit hoeven werven, de kinderen kwamen vanzelf; het merendeel was allemaal mond-tot-mondreclame, de rest ging via projecten en de Maastrichtse uitmarkt, dat werkt perfect. En bij de projecten volgde via de ene opdracht de andere. Ik wist alleen nooit hoeveel geld ik moest vragen voor een opdracht en had daardoor de neiging te weinig te vragen; maar dat probleem is inmiddels door ervaring opgelost!’
‘Komend seizoen, oktober 2009, wil ik weer starten met het jeugdcircus. Ik wil het wel levend houden hier! De jongleer/circusgroep, de vrije training voor volwassenen, bestaat nog. En ik doe nog workshops in het buurtwerk en wat verder zo voorkomt.’
‘De naam ChiWaWaa komt van Chi, uit Tai Chi, het betekent levenskracht/energie en vormt de uiteindelijke kern van mijn werk. En dat dus gecombineerd met de naam van een hondje, net als mijn circusje; klein maar opvallend!’
‘Ik wil zowel traditioneel als nouveau cirque maken met de kinderen. Ik had altijd een regisseuse bij de voorstellingen, dat was een vriendendienst, ik deed weer dingen voor haar. En een voorstelling van Gouden Ster had altijd een thema, een raamvertelling waarbinnen alle acts zich afspeelden. Meestal traden we voor de eigen achterban op.’
‘Ik ben niet persé tegen dieren in het circus, maar van mij mag het een traditie zijn die langzaam uitsterft. Dat het gewoon steeds minder voorkomt tot het stopt. Het is niet meer van deze tijd en het past niet bij mijn opvattingen over respect voor dieren. Ik zeg wel eens; als er een olifantje aanklopt om mee te mogen doen is ie welkom, het is helaas nog nooit gebeurd...’ Geld
‘Ik wil circus met humor maken, ik hou enorm van humor in het circus; circusjes als Ronaldo Zanzara bijvoorbeeld. Ik zou graag nog iets met een professionele clown willen doen, daar heb ik al contact mee.’
‘De eigen stijl zat bij ons ook in de muziekkeuze, ik kreeg van mijn vader veel oude lp’s; hij had een winkeltje met tweedehands boeken en platen. Ik houd van de combinatie modern en romantisch ouderwets, de opa’s en oma’s in de zaal vinden dat ook altijd leuk. Het voelt goed om Ik heb nooit hoeven complimenten te ontvangen over de combinatie act en muziek.’ werven, de kinderen
kwamen vanzelf
Ananda ontving totnogtoe geen subsidie voor de circuslessen. ‘Ik heb totaal nog geen handigheid met de gemeente en met dat soort dingen. Maar ik sta, ondanks mijn recente ervaringen, open voor frisse en opbouwende samenwerking.’ ‘Voor de lessen moet je geld vragen, anders is het te vrijblijvend. Ik deed altijd 30 lessen van één uur voor € 150,- en 30 lessen van
‘Ik blijf up-to-date via het ZAK in Keulen, via Circomundo, via festivals en via opdrachten. Wat het landelijk beleid betreft wil ik graag op de hoogte blijven en advies kunnen krijgen.’ ‘Wat veiligheid betreft tekenen de ouders en opdrachtgevers een eigen risicoverklaring, een verzekering is, zover ik heb kunnen vinden, onbetaalbaar voor ons, maar er is goed over nagedacht.’
circus 1-10-2009
goudenster 4
‘Als ik een flinke zak met geld had, zou ik een circuswerkplaats maken in Maastricht, met artiesten uit Keulen, Brussel en Parijs. xxx
Als ik een flinke zak met geld had ... Maastricht zou - in mijn fantasie - circusstad van Europa kunnen worden omdat het zo centraal tussen al die circussteden ligt. Geweldig zou dat zijn’, zegt Ananda enthousiast. ‘In 2018 wil Maastricht Culturele Hoofdstad van Europa worden. Dat betekent dat er een flink budget voor kunst en cultuur komt, er wordt gezegd ook voor amateurkunst’, vertelt Ananda. ‘Maastricht wil broedplaatsen voor kunst en cultuur stimuleren en zo een creatief stadsklimaat creëren. Het zou toch raar moeten lopen wil circus Gouden Ster daar niet van mee-profiteren!’
92
circus 1-10-2009
statistiek 16
statistiek
16factoren 2
Principale Componenten Analyse, rotatie: Varimax met Kaizer normalisatie. De score geeft de correlatie van de stelling met de factor weer. Bron: interviews &Concept, 2009, n=16.
factor 4 critici In het buitenland is een inspirerender klimaat voor jeugdcircussen
0,776
In het buitenland is alles veel beter geregeld voor jeugdcircussen
0,740
Circus wordt door beleidsmakers serieus genomen
-0,661
We bezoeken vaak voorstellingen van andere jeugdcircussen
0,634
Andere jeugdcircussen zien we als onze concurrenten
0,606
Met het imago van circus is niets mis
-0,556
We willen graag meer samenwerken met de jeugdtheaterschool
0,462
factor 5 artiesten Ons circus is onderscheidend in de wereld van de jeugdcircussen
0,869
We missen landelijke beleid op het gebied van jeugdcircus
0,711
Het maken van voorstellingen is onze core-business
0,680
Als we meer geld hadden zou ons circus er heel anders uitzien
-0,602
We krijgen niet genoeg kansen
-0,575
Circus is kunst.
0,473
Wij maken onze dromen waar
0,446
factor 6 publiek georiënteerd De wereld van het jeugdcircus is in zichzelf gekeerd
-0,891
We stemmen ons aanbod af op de wensen van het publiek
0,695
Circusactiviteiten op scholen zijn belangrijk in de werving
-0,582
We willen graag meer samenwerken met het centrum voor de kunsten
0,462
circus 1-10-2009
santelli 1
Santelli uit Groningen Dichtbij het centrum, aan de rand van een enorm bouwterrein staat een soort jaren ’80 boerderij. Het is het onderkomen van Santelli, dat binnenkort moet wijken voor een weg. Binnen staat alles in het teken van de verhuizing. We nemen plaats op zolder, waar een gedeelte is ingericht als naaiatelier, iemand zit er hard te werken aan de kostuums. Heidi is klein en gespierd, maar ziet er vriendelijk uit. Ze is trainer, trainingscoördinator en productieleider bij Santelli. Even later schuift ook Tonny Mulder aan. De verhuizing en het klussen in het nieuwe gebouw is voorlopig even zijn voornaamste bezigheid, maar eigenlijk is hij trainer, technicus én hij ‘doet de website’. Zowel Heidi als Tonny zijn in vaste dienst bij Santelli.
Kinderen
wen en gebruiksklaar maken is duur en tijdrovend.’ Het plafond van de gymzaal verhogen was té duur, daarom is er creatief gekozen voor het weghalen van de vloer tussen een podium twee lokalen.
bieden én mooie Santelli is een stichting met een bestuur dat Financiën voorstellingen maken bestaat uit drie personen, het zijn twee ouders en Vroeger was er structuéén cursist (een volwassen cursist). ‘We rele subsidie van de gemeente, die bedroeg zouden eigenlijk vijf bestuursleden moeten destijds 10.000 gulden per jaar. Het werd hebben en ja we zouden er achteraan beëindigd na een negatieve beoordeling van een bepaalde voorstelling, die volgens Tonny moeten gaan dat nummer vier en vijf de ‘inderdaad niet zo best’ was. Men vond dat wethouder cultuur en een accountant worhet circus niet vernieuwend genoeg was en den …’, zegt Heidi zonder dat wij ook maar enige suggesties in die richting opperen. er onvoldoende cross-over was met andere disciplines. ‘We hebben het regelmatig opnieuw geprobeerd, maar waar we tegenaan De nieuwe lokatie is 500 meter verderop en lopen is de driehoek kunst-sport-welzijn, we enerzijds een verbetering: ‘Het is een oude zijn niet makkelijk in te delen en dreigen school met een gymzaal, niet ver van de daardoor buiten de boot te vallen.’ huidige locatie. Het is twee keer zo groot. We zijn straks nog steeds eigenaar van het ‘Wij willen kinderen een podium bieden en gebouw, net als nu, en ook weer schuldengraag mooie voorstellingen maken. Het vrij. Qua kapitaal en op papier zijn we na de bedienen van bepaalde minderheidsgroepen verhuizing drie keer zo rijk geworden.’ Anderis geen doel op zich, dat is ook weer niet zijds niet: ‘We zitten niet meer op een plek goed voor subsidie. Maar goed, de burgedie iedereen kent en het is middenin een wijk meester - Jacques Wallage - is hier nog op en daardoor wat ‘uit de loop’. Het verbouInterview met Heidi van der Veen, trainingscoördinator, productie- en voorstellingsleider, trainer (foto pagina 94) en Tonny Mulder, trainer, technicus (licht en geluid) en website (foto pagina 97)
94
circus 1-10-2009
santelli 2
bezoek geweest het afgelopen jaar. Dat was heel leuk. Hij was heel geïnteresseerd, maar toch heeft het niet geresulteerd in subsidie, er is niets uitgekomen.’
Activiteiten, doelgroep
De circuslessen zijn er voor kinderen van 6 t/m 17 jaar. In totaal zijn dat wekelijks 140 kinderen. Elke schoolvakantie zijn er bij ‘Wat we wel krijgen van de gemeente is loonSantelli vakantie-activiteiten. ‘Dat is afkomkostensubsidie voor drie fulltime medewerstig uit Vlaanderen en is daar heel normaal, kers.’ Zowel Heidi als Tonny zijn in vaste het heet stages en is bedoeld om kinderen op dienst. Heidi wordt door Santelli betaald, te vangen in de schoolvakanties als de ouders Tonny wordt betaald via de loonkosmoeten wertensubsidie. ‘Een soort veredelde ken. Wij noeTheaters Melkertbaan, zeg maar.’ De gemeenmen het een te draagt dus wel bij aan het voortbecircusweek. Vaprogrammeren liever staan van Santelli, in de vorm van een kantie-activitegeen jeugdcircus relatief goedkope locatie en loonkosten worden altensubsidie. Voor de verhuizing en tijd afgesloten verbouwing betaalt de gemeente, volgens de met een voorstelling.’ wettelijke norm, een éénmalige schadeloosSantelli doet ook projecten op scholen, stelling van € 250.000,projecten in asielzoekerscentra en verjaardagsfeestjes. ‘Dat doen we heel veel, gemid‘Onlangs is een grote aanvraag van ons, voor deld hebben we zes keer per week een een project in de Oosterparkwijk, gehonokinderfeestje! Die zijn heel succesvol en de reerd door een fonds. Het gaat om een groot kinderen komen ervoor van ver buiten bedrag, € 50.000,-, waar we heel blij mee Groningen.’ zijn.’ In series van vier workshops zijn er cursussen Verdere inkomsten worden verkregen via voor volwassenen en af en toe wordt er een contributie, voorstellingen (met de jaarlijkse workshop voor een bedrijf gegeven. voorstelling in de Oosterpoort wordt ‘We werven nergens voor toch hebben we € 2.000,- verdiend), projecten, overige activialtijd een wachtlijst. Die is vrij lang, anderhalf teiten (kinderfeestjes) en sponsors. ‘Eén van jaar wachten is heel lang als je acht bent. Er de ouders is bouwkundige, zij leidt de vergaan weinig kinderen af, de meeste blijven. bouwing en heeft diverse kortingen gereDit jaar waren er maar 15 plekken vrij, op de geld.’ Voor de verbouwing is er een speciale 140, voor nieuwe instroom.’ vriendenactie gestart, op de website en met een folder (één van de volwassen cursisten is ‘De kinderen zijn gewoon gemiddelde grafisch vormgever), waarbij vrienden donakinderen’, zegt Heidi. ‘Er zijn wel relatief veel ties kunnen doen om de verbouwing te kinderen van de Vrije School. Allochtone bekostigen. Er is ook een ‘gewone’ vriendenkinderen zijn er ook af en toe, maar bij de stichting, maar die is slapend. projecten doen er veel meer mee. Er zijn bij de lessen niet alleen weinig kinderen van De contributie bedraagt bij Santelli € 37,50 niet-Nederlandse afkomst, er zijn ook weinig per kwartaal bij één keer in de week trainen, Nederlandse kinderen uit de lagere sociale bij meerdere keren trainen betaal je meer. klassen. Hoewel de drempel bij ons laag is Voor volwassenen is de contributie iets want we hebben een lage contributie. En hoger. voor mensen met een laag inkomen is er ook nog de Stadjerspas, die korting geeft.’ De Santelli doet mee aan de Grote Club Actie. meeste kinderen komen uit de stad Gronin‘Dat is niet alleen voor sportverenigingen, we gen, maar er komen ook kinderen van buiten doen trouwens heel veel voor het Huis van de stad, tot maximaal 30 km. de Sport in Groningen’, zegt Heidi. ‘Het is een organisatie voor sportstimulering, kinderen De voorstellingen van de beginnersgroepen meer laten bewegen is het doel.’ zijn altijd in eigen huis. Elke beginnersgroep
circus 1-10-2009
santelli 3
treedt één keer per jaar op. Verder worden er voorstellingen gespeeld ‘waar we maar gevraagd worden’, in de hele provincie. ‘Het liefst treden we in theaters op, maar dat is meestal geen uitkoop, maar voor eigen risico. Theaters programmeren liever geen jeugdcircus.’ ‘Met nieuwe dingen komen we meestal in aanraking bij festivals, daar gaan we vaak heen. Zo ontdekten we ooit ook tissue, wat wij trouwens gewoon ‘doeken’ noemen. We leren ons dat vervolgens zelf aan, daar zijn we vaardig genoeg voor; we gaan niet speciaal op les. Internet is ook een bron voor nieuwe dingen in het circus, maar dat gebruik ik relatief minder.’ ‘De beginnersgroepen doen alles. Als je de beginnersgroep gedaan hebt kun je gewoon doorgaan in een volgende leeftijdsgroep, maar je kunt ook in de voorstellingsgroep komen. Daar wordt apart voor getraind. We hebben daarnaast ook vaklessen, vier verschillende, waarin aparte onderdelen getraind worden. Dat is vooral bedoeld voor kinderen in de twee voorstellingsgroepen.’ Kinderen moeten naast de voorstellingstraining twee vaklessen volgen.
van Akker werd het circus langzaam een bouwwerk dat niet meer afhankelijk was van één persoon, maar van een groep trainers, ouders en vrijwilligers. Heidi kwam als zeven-jarig kind bij Santelli. Tonny zocht - lang geleden - trainingsruimte, hij was sportleraar en semi-professioneel acrobaat. Hij mocht de ruimte bij Santelli gebruiken als hij in ruil daarvoor kinderen wilde trainen. ‘En nu ben ik hier nog’, zegt hij. Beleid Er is een beleidsplan 2009-2012. Dat werd door het bestuur gemaakt. ‘Daarin staat in mooie bewoordingen wat onze doelstellingen zijn. We worden erin geprofileerd als ‘de Circusschool van het Noorden’. Ondertussen doen we gewoon ons ding, het is meer voor het mooi op papier, want we kijken er eigenlijk nooit in. Het is vooral voor subsidienten.’ ‘Alles focust zich nu op de verhuizing. Onze zorg is dat onze exploitatiekosten omhoog gaan. Hoewel we ons beseffen dat we er relatief goed afkomen met een schuldenvrij pand en alleen maar exploitatiekosten.’
‘Talent stimuleren we, door iemand vaker te ‘Een tweede zorg is: we willen wel groeien en laten trainen. Ook zijn we met een paar de wachtlijsten korter maken, maar onze leerlingen naar de open dag van Codarts docenten zijn vrijwilligers, die kun je niet geweest. Het probleem was toen dat de zomaar vragen om meer te gaan werken. We twee talenten die daarvoor in aanmerking zullen ze eerst moeten betalen, dan pas zien kwamen alleen Vmbo hadden en dat je we groei voor ons als mogelijkeid.’ daarmee niet wordt toegelaten op het Hbo. ‘We hebben allemaal wel een Eéntje doet nu de Mbo- artiesEHBO-diploma, speciaal voor sportWaar aan gewerkt blessures, maar zo waardevol is dat tenopleiding, nou ook weer niet’, relativeert daarna kan zij moet worden is het dan eventueel Tonny. ‘Als er iets gebeurt kun je imago van jeugdcircus twee dingen doen: of je kunt het alsnog naar Cozelf oplossen of je moet een dokter darts. Het is voor Santelli geen doelstelling dat leerlingen bellen. We proberen de ongevallen vooral te voorkómen. Je kunt veel doen om de professionals worden, maar we vinden het veiligheid te optimaliseren, door deugdelijk wel heel leuk.’ materiaal te gebruiken bijvoorbeeld. We Geschiedenis zorgen wel altijd voor een tweede persoon voor-het-geval-dat. Er zijn geen veiligheidsSantelli werd 47 jaar geleden, in 1962, voorschriften voor jeugdcircussen, zoals ‘hoe opgericht door Lucas Akker. Na 27 jaar, in dik moet de schroef of haak zijn waar de 1989, vertrok hij bij Santelli. Na het vertrek tissue aan hangt’. Je moet het helemaal zelf
96
circus 1-10-2009
santelli 4
doen. Wel is er nu een wettelijke bepaling dat onbevoegden geen trampoline-les meer mogen geven, omdat daar tijdens de gymlesx
Als we moeten kiezen gaan we voor trucs en techniek sen op scholen de meeste ongevallen mee gebeurden.’ ‘Ook voor sexuele intimidatie is er een protocol, dat hebben we gekopieerd van de turnbond. Of was het de scouting? Het is weleens voorgekomen en dan is het fijn dat zo’n protocol er is.’ ‘We hebben docenten uit de turnhoek, verder hebben we op dit moment weinig contact met de turnbond of turnverenigingen uit de buurt.’ ‘Onze financiële administratie is een knelpunt. Het wordt nu, naar beste weten, gedaan door een van onze vaste medewerkers, maar het toezicht kan beter en strakker. Verzekeringen zijn geen knelpunt meer, twee jaar geleden, ten tijde van de vorige enquête nog wel. Het moet gewoon goed geregeld zijn, dan hoef je er niet meer naar om te kijken.’ Toekomst ‘Onze ambities voor de toekomst: allereerst willen we de docenten betalen, dan zouden ze waarschijnlijk ook wel meer willen werken. Daarna willen we de wachtlijst verkorten, we krijgen de naam dat je bij ons zo lang moet wachten. En verder willen we vooral veel mooie voorstellingen maken.’ ‘De krachten bundelen, samen met de andere jeugdcircussen, in de vorm van Circomundo, is goed. Wat ons betreft is het meest urgente onderwerp waaraan gewerkt moet worden het imago van circus en jeugdcircus in Nederland. Er is nog steeds het beeld van volksvermaak en charlatans die steeds weer verder trekken. Het klinkt in de oren van de meeste mensen nog steeds beter als je zegt dat je aan theater doet dan aan circus.’ ‘Maar Circomundo moet, wat ons betreft, ook stimuleren dat er goede voorstellingen
gemaakt worden.’ ‘Het ontbreken van een docentenopleiding is niet zozeer ons probleem, eerder de aansluiting van de docenten met de praktijk en goede technische vaardigheden van nieuwe docenten.’ ‘Wij hebben geen glitterpakjes, geen spreekstalmeester en geen dieren, maar verder lijkt wat wij doen nog behoorlijk op traditioneel circus, we doen gewoon act na act’, zegt Heidi. ‘We willen de dingen laten zien die we geleerd hebben. In hoeverre je dat theatraal moet maken, is wat ons betreft de vraag; het gaat ons inziens altijd ten koste van de trucs of de techniek, je kunt je tijd en energie nu eenmaal maar één keer besteden. Als we moeten kiezen gaan we voor trucs en techniek. We voelen ons wel erg aangetrokken tot het nouveau cirque. Soms werken we bij een voorstelling ook wel met een regisseur en een verhaallijn, of hebben we een thema. En we maken ook altijd mooie decors.’ ‘Ik weet niet of nouveau cirque wel de overhand heeft in het Nederlandse jeugdcircus. Het is misschien eerder zo dat vooral de niet-traditionele circussen lid worden van Circomundo. Het onderzoek geeft daardoor misschien een afwijkend beeld van de jeugdcircussen in Nederland.’
circus 1-10-2009
colofon
Colofon Initiatief, idee: Tekst interviews: Statistiek: Voorwoord: Eindredactie: Foto’s: Lay-out: Uitgave:
Kunstfactor Machteld Dicke Remko van Bork Eveline Alders Machteld Dicke Machteld Dicke &Concept Kunstfactor
Met dank aan de 16 geïnterviewde jeugdcircussen
Het onderzoek ‘Laat je Kunsten zien’ is een initiatief van Jantje Beton, met medewerking van Capriool Circusprojecten en Circomundo.
&Concept, bureau voor advies, vormgeving en projectorganisatie op het gebied van de kunst. &Concept bestaat uit Machteld Dicke en Remko van Bork en is gevestigd te Rotterdam.
98