jeugdbeweging Chiro © Jan Van Bostraeten
in de klas
2
jeugdbeweging in de klas
Inleiding Een lespakket over jeugdbewegingen: waarom? Toen we dat voor het lager onderwijs lanceerden, bleek er veel interesse in een pakket voor het secundair onderwijs. Uit het jeugdbewegingsonderzoek van 2010 weten we dat lid zijn van een jeugdbeweging ‘erfelijk’ is. Dat betekent dat 83% van de huidige leden ouders hebben die zelf in de jeugdbeweging hebben gezeten. Met dit lespakket voor scholen tonen we de jeugdbeweging als optie voor élke jongere. Jongeren leren met dit pakket de jeugdbewegingen kennen, ontdekken wat de meerwaarde is en leren bewust keuzes maken over hun vrije tijd. Naar een jeugdbeweging gaan is fijn, maar de ervaring is niet voor iedereen dezelfde en er leven bovendien heel wat vooroordelen. Met dit lespakket laten we elke jongere proeven van de jeugdbeweging. We zijn er namelijk van overtuigd dat er voor elk van hen kansen in liggen voor hun ontwikkeling. Het lespakket bestaat uit een basisdeel en een uitbreiding. Het basisdeel is voorzien om in één lesuur te kunnen geven. Al het materiaal hiervoor heeft een groene rand en het symbool . Heb je meer tijd? Dan kun je het uitbreiden naar twee lesuren. Alle onderdelen daarvoor hebben een blauwe rand en het symbool . Het lespakket is gebaseerd op personages. Die zijn weloverwogen uitgedacht om het ‘hokjesdenken’ wat aan de kant te schuiven. Bij het begin van de les geef je alle leerlingen een personage. Vanaf dan zullen je leerlingen nadenken en redeneren vanuit hun personage. We wensen jou en je klas veel plezier met dit lespakket.
We beseffen dat zo’n personage niet voor elke leerling even eenvoudig is. Toch vinden we het een meerwaarde. Zo ontstaat er namelijk een goede mix tussen personages die wel voor de jeugdbeweging zijn en personages die er niet voor staan te springen. De klas zal dus niet naar één van beide kanten neigen, waardoo r het aspect ‘bewust keuzes maken’ meer centraal staat. Bovendien worden de leerlingen door hun personage uitgedaagd om verder dan hun eigen visie te denken. Het is ook mogelijk dat sommige leerlingen het makkelijker vinden om vanuit hun personage een mening te verkond igen die afwijkt van de groep, dan vanuit zichzelf.
Het is ook mogelijk om deel te nemen vanuit zichzelf (dus zonder personages). Doe dat bijvoorbeeld bij een eerste graad of een klas waarvan je weet dat zij zich erg moeilijk in een personage kunnen inleven. In de uitleg van het lespakket gaan we er wel van uit dat er met personages wordt gewerkt. Als je ervoor kiest om zonder personages te spelen is het belangrijk dat er voldoende leerlingen in de jeugdbeweging zitten, anders kunnen sommige opdrachten niet uitgevoerd worden.
scogimo © Grace De Smet
Worth © IJD
jeugdbeweging in de klas
3
Voet’en
4
Met dit pakket werk je vakoverschrijdend en werk je aan de vakoverschrijdende eindtermen (VOET’en). In deze lijst vind je alle VOET’en waar we aan werken in dit lespakket.
CONTEXT 2 MENTALE GEZONDHEID
GEMEENSCHAPPELIJKE STAM
De leerlingen:
T Communicatief vermogen 1 brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk. T Creativiteit 2 kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren. T Doorzettingsvermogen 4 blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven. T Empathie 5 houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen. T Flexibiliteit 9 zijn bereid zich aan te passen aan wisselende eisen en omstandigheden. T Initiatief 10 engageren zich spontaan. T Kritisch denken 11 kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen aan de hand van relevante criteria. 12 zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken. 13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken. T Open en constructieve houding 16 houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld. 17 toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends af aan verschillende standpunten. T Respect 18 gedragen zich respectvol. T Samenwerken 19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen. T Zelfbeeld 22 ontwikkelen een eigen identiteit als authentiek individu, behorend tot verschillende groepen. T Zorgzaamheid 26 gaan om met verscheidenheid.
6
De leerlingen: stellen zich weerbaar op.
CONTEXT 3 SOCIORELATIONELE ONTWIKKELING De leerlingen: 3 accepteren verschillen en hechten belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie. 6 doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik.
CONTEXT 7 SOCIOCULTURELE SAMENLEVING 2
De leerlingen: gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen.
Bron: ‘VOET @ 2010’, Ludy Van Buyten, 28 pagina’s. Uitgegeven door de Vlaamse overheid.
© KSJ-KSA-VKSJ
jeugdbeweging in de klas
Voorbereiding Voordat je aan de slag kunt met het lespakket geven we deze aandachtspuntjes mee. Goed begonnen is half gewonnen. Zorg er uiteraard voor dat alles klaar ligt en dat je precies weet wat er moet gebeuren. Zo verloopt alles vlot en krijg je het lespakket rond binnen de voorziene tijd. 1. Om de leerlingen voldoende achtergrond te kunnen geven, ga je best op zoek naar informatie van de lokaal actieve jeugdbewegingen. Welke groepen zijn er in de buurt? Waar vind je ze? Wanneer en voor wie hebben ze activiteiten? De jeugddienst in de buurt kan je hier zeker bij helpen. Ook op de website van de gemeente of de stad kun je dat vaak vinden. Je kunt ook enkele dagen op voorhand aan je leerlingen vragen wie er al in een jeugdbeweging zit. Misschien willen zij wel een korte voorstelling geven of wat beeldmateriaal meebrengen? Daarnaast zit er bij de bijlagen een korte voorstelling van de verschillende jeugdbewegingen (zie bijlage 1). 2. Bekijk alle personages en kies er evenveel als er leerlingen in de klas zitten (zie bijlage 2). Zorg ervoor dat ongeveer de helft van de personages in de jeugdbeweging zit. Daarna kies je uit de namenlijst (zie bijlage 3) ook zoveel namen. Die plaats je bij de personages. De combinaties van de beschrijving van een personage en een naam moeten bij je leerlingen passen. Dat kan op twee manieren
3. Kopieer de volgende bijlagen:
T Voor iedere leerling een trajectblad (bijlage 4) T De uitleg van de twee verschillende versies van ‘Ezelen’, elk één keer (bijlage 5)
T De stellingenkaartjes (bijlage 6) T Voor elke leerling de meningenkaartjes, bij voorkeur op gekleurd papier (bijlage 7)
T De sudoku (bijlage 8) T Het Facebookprofiel (bijlage 9) T De thermometer vier keer (zie bijlage 10) 4. Verzamel al het andere nodige materiaal. In bijlage 11 vind je een volledige lijst van het materiaal en ook een lijst per opdracht. 5. De opstelling van je klaslokaal verandert per opdracht. Welke opstelling optimaal is, lees je telkens bij de beschrijving van de opdrachten.
T Geef je leerlingen personages die erg aansluiten bij hun eigen leefwereld. Het is voor je leerlingen gemakkelijker om vanuit die personages te redeneren. T Je kunt het uitdagender maken door de leerlingen personages te geven waar ze weinig mee gemeen hebben. Zo daag je hen uit om verder te denken dan hun eigen leefwereld. Bepaal zelf of jouw leerlingen dat aankunnen.
Plussers © IJD
jeugdbeweging in de klas
5
Opstart
6
Vertel aan je leerlingen dat je tijdens deze les een spel speelt, waarbij je een beroep zal doen op verschillende van hun vaardigheden: nl. nadenken, een mening verwoorden, keuzes maken, enz.
SPELUITLEG VOOR DE BASISVERSIE (1 LESUUR)
SPELUITLEG VOOR DE UITBREIDING (TWEE OF MEER LESUREN)
T Geef alle leerlingen het personage dat het beste bij hen
T In de uitbreiding vertrek je van de basisversie.
past. T Geef alle leerlingen een trajectblad. T Geef de uitleg: “Vanaf nu denk je vanuit je personage. Bij elke beslissing die je neemt, vraag je je af wat jouw personage zou doen. Het spel verloopt in twee fasen: het ‘Ezelen’ en het stellingenspel. Na elke fase kies je voor jouw personage of het wel of niet bij de jeugdbeweging zou gaan. Die keuze hou je bij op je eigen trajectblad.” T Na iedere opdracht of stelling leg je je leerlingen enkele vragen voor om hen ertoe aan te zetten om over hun keuze na te denken. Die vragen staan telkens na de speluitleg of de stelling. T Op het einde geeft het trajectblad een overzicht van de keuzes van elke leerling. Onder iedere keuze is er een kadertje voorzien om kort te noteren wat de stelling/ opdracht was en waarom ze al dan niet van mening veranderd zijn. Dat dient als geheugensteun voor het reflectiemoment aan het einde van de les. T In dat reflectiemoment laat je enkele leerlingen hun trajectblad voorstellen. Waarom maakten ze hun keuzes? Wat deed hen veranderen? Structuur ➜ Inleiding ➜ Opdracht 1: Ezelen ➜ Opdracht 2: Stellingenspel ➜ Nabespreking
Na het ‘Ezelen’ en het stellingenspel neem je er nog de onderdelen ‘Een-tegen-allen’ en ‘Discussietafels’ bij. T Ook hier maken je leerlingen na elk onderdeel een keuze voor hun personage. T Het reflectiemoment is hetzelfde als in de basisversie. Structuur ➜ Inleiding ➜ Opdracht 1: Ezelen ➜ Opdracht 2: Stellingenspel ➜ Opdracht 3: Een-tegen-allen ➜ Opdracht 4: Discussietafels ➜ Nabespreking
Huh?
Hoort jouw klas het in Keulen donderen als je het over een jeugdbeweging hebt? Dat kan. Vertel hen dan kort wat een jeugdbeweging is. Toon hen eventueel wat foto’s of korte filmpjes als introductie.
jeugdbeweging in de klas jeugdbeweging in de klas © Jeroen Broeckx
“
Opdracht 1: Ezelen
Na de activiteit spelen we met de leiding vaak het kaartspelletje Ezelen, omdat we het leuk vinden om samen iets te spelen. Op een bepaald moment kwamen we op het idee om dit spel in het groot op een plein uit te proberen. Onze leden vonden het absoluut een topactiviteit.”
en schuift die door naar je linkerbuur. Ondertussen kreeg je van je rechterbuur een nieuwe kaart. Die neem je in je handen. Dan telt de deler opnieuw af en iedereen geeft opnieuw een kaart door. De bedoeling is dat je de vier kaarten van een bepaalde waarde verzamelt. Bijvoorbeeld: K♥K♣K♦K♠. Het zal even duren tot dit lukt.
In je vrije tijd ben je graag bezig met iets fijns: voetballen, dansen, enz. In de jeugdbeweging is dat natuurlijk niet anders. We spelen erop los en durven de regels van het spel af en toe eens aan te passen, waardoor het nog leuker wordt.
➜ Duur: 15 minuten, inclusief speluitleg en nabespreking ➜ Locatie: Ideaal is een grote ruimte of buiten. Met aanpassingen kan het ook in het klaslokaal. ➜ Materiaal: Twee pakken kaarten, een kopie van de spelregels voor elk team (Bijlage 5) ➜ Doel: De leerlingen ervaren dat je je in de jeugdbeweging kunt uitleven.
VOORBEREIDING T Deze opdracht is het makkelijkst in een grote ruimte of zelfs buiten. Met wat aanpassingen lukt het ook in het klaslokaal. Het spel wordt gespeeld in twee ploegen. Verdeel je klaslokaal in tweeën. Zet in het ene deel een tafel met stoelen. In het andere deel voorzie je voldoende plaats om met de deelnemers van de tweede ploeg een cirkel te vormen. T Leg al het nodige materiaal klaar. Je hebt twee pakken kaarten nodig, een per ploeg. Stel elk pak kaarten als volgt samen: per leerling voorzie je een setje van vier kaarten met dezelfde waarde, bijvoorbeeld: K♥K♣K♦K♠. Heb je acht leerlingen, dan voorzie je acht setjes. Schud de kaarten per pakje. Met die pakjes kaarten spelen ze. De overige kaarten leg je apart op tafel. Dat is de stapel ‘minpunten’. Dat is bijlage vijf.
T Leg een kopie van de spelregels klaar.
SPELUITLEG We spelen het spel ‘Ezelen’. Verdeel de klas in twee ploegen: de ene bestaat uit alle personages die in de jeugdbeweging zitten, de anderen vormen de tweede ploeg. Geef de speluitleg voor heel de klas. Elke ploeg krijgt een pak kaarten. Kies binnen je ploeg een deler die elke speler vier kaarten geeft. Nadat alle spelers hun kaarten bekeken hebben, telt de deler af. Vervolgens geven alle spelers tegelijkertijd een kaart door: je legt de kaart gedekt op de tafel
Als je een setje van vier kaarten met dezelfde waarde hebt, klop je zo snel mogelijk met je hand op de stapel kaarten in het midden van de tafel. Vanaf dan hoef je geen kaarten meer door te schuiven en te verzamelen. Alle spelers proberen dan zo snel mogelijk hun hand boven op de hand te leggen van de speler die het eerste geslagen heeft. Wie laatst is, moet een kaart nemen van de stapel met minpunten. De waarde van die speelkaart is het aantal minpunten dat je krijgt. De deler verzamelt alle kaarten, schudt ze en geeft iedereen opnieuw vier kaarten. Je speelt opnieuw een ronde. Het spel eindigt na 10 minuten. Wie het minste minpunten verzamelt, wint het spel. De ploeg ‘niet-jeugdbeweging’ gaat hiermee aan de slag. Geef hen de speluitleg mee zodat ze de regels kunnen nalezen. De ploeg ‘jeugdbeweging’ speelt hetzelfde spel maar net iets actiever. Ga naar hen en leg de extra spelregels uit. Verdeel deze ploeg in duo’s en plaats die in een kring. Geef elk duo vier kaarten. Zij spreken zelf af wie van hen beiden de kaarten zal bijhouden en wie de kaart zal gaan halen. Duid opnieuw een deler aan. Het spel volgt dezelfde regels: telkens wanneer de deler aftelt, loopt een van de twee spelers naar het duo aan hun rechterkant om de kaart te gaan halen. Je probeert opnieuw een setje van vier kaarten met dezelfde waarde te verzamelen. Als je een setje hebt, loop je naar het midden van de cirkel en ga je plat op je buik liggen. Op dat moment worden er geen kaarten meer doorgegeven en proberen de andere spelers die de kaarten bijhouden boven op de speler in het midden te gaan liggen. Wie boven op de stapel ligt, neemt een kaart van de stapel minpunten. De waarde van die speelkaart is het aantal minpunten dat je krijgt.
jeugdbeweging in de klas
7
Variant
8
Is lichamelijk contact echt niets voor jouw leerlingen? Voorzie dan kussens om op te gaan zitten. Leg evenveel kussens in het midden van de cirkel als het aantal duo’s min een. Wie een set heeft, loopt naar het midden en zet zich op een kussen. De andere spelers die de kaarten bijhouden volgen en proberen ook een kussen te bemachtigen. Wie geen kussen heeft, krijgt de minpunten.
De deler verzamelt alle kaarten, schudt ze en geeft iedereen opnieuw een viertal kaarten. De duo’s gaan opnieuw in een cirkel staan. Je speelt een nieuwe ronde. Het spel eindigt na 10 minuten. Wie het minste minpunten verzamelt, wint het spel.
Variant
Koos je voor de lange versie van dit lespakket? Laat de beide ploegen dan wisselen van terrein en elkaars versie van het spel spelen.
NABESPREKING Laat alle spelers in een grote cirkel neerzitten. Geef hen allemaal een kaart. Als leerkracht stel je een vraag, nadien geef je een cijfer. De leerlingen die dat cijfer op hun kaart hebben staan, beantwoorden de vraag. De andere leerlingen mogen nadien nog aanvullen. Stel hen een of twee van de volgende vragen. T Wat vond je van deze activiteit? T Waarom vond je dit wel of niet leuk? T Heb jij in je vrije tijd ook al eens een spel gespeeld waar je de regels in veranderde? Hoe was dat? T Voor bij de variant: Welke versie van het spel vond je het leukste? Waarom was het leuker?
KIEZEN Alle leerlingen nemen nu hun trajectblad voor zich en verplaatsen zich over het traject. “Zou je na deze activiteit in de jeugdbeweging gaan of net weg van de jeugdbeweging?” De leerlingen kiezen vanuit hun personage.
jeugdbeweging in de klas
“
Opdracht 2: Stellingenspel
Een jeugdbeweging, dat is samen leren leven in groep. Volledig uit de bol kunnen gaan met vrienden.”
Over jeugdbewegingen bestaan heel wat vooroordelen. Het is dan ook geen hobby die zich gemakkelijk in een omschrijving laat vatten. Met deze stellingen worden de leerlingen aangespoord om over deze clichés na te denken en te discussiëren.
PRAKTISCH ➜ Duur: 20 minuten ➜ Locatie: Je kunt dit spel spelen in de klas met een gewone opstelling, maar het is leuker als je in een kring zit: dat verhoogt de zichtbaarheid en bevordert de discussie. ➜ Materiaal: Stellingenkaartjes (bijlage 6) en meningenkaartjes (bijlage 7) ➜ Doel: De leerlingen denken na over clichés en vooroordelen over de jeugdbeweging.
VOORBEREIDING T Knip de stellingenkaartjes uit en leg ze op een stapel met de tekst naar beneden. Kies op voorhand vijf stellingen waarvan je vindt dat ze het meest op maat van je klas zijn. Als je veel tijd hebt, kun je ze allemaal behandelen. T Kopieer de meningenkaartjes op papier in de volgende kleuren, en zorg voor kaartjes in elke kleur voor alle leerlingen: n Helemaal mee eens: groen n Mee eens: blauw n Neutraal: wit n Mee oneens: geel n Helemaal mee oneens: rood
Laat vooral de meningen van de leerlingen aan bod komen. Per stelling geven we je wel nog wat achtergrondinformatie mee, zo kun je meer uitleg geven als dat nodig is. Enkele tips voor een discussie in de klas: T Bij een discussie wissel je gedachten en meningen uit. Het is geen strijd om het gelijk. Leg dat uit aan de klas voordat je aan een discussie begint. Leerlingen mogen het oneens zijn met elkaar. Het gaat erom dat je samen zoveel mogelijk argumenten boven tafel krijgt en die aan elkaar toetst. In een geslaagde discussie kom je tot nieuwe inzichten. Je gelijk halen mag, maar dat bepaalt niet of de discussie geslaagd was. T Laat de leerlingen luisteren naar elkaar. Laat leerlingen oefenen met luisteren en doorvragen: “Leg dat eens uit. Hoe kom je aan die gedachtegang? Wat zijn je argumenten?” Leer hen samenvatten wat ze de ander zojuist hoorden zeggen: “Dus je zegt dat ...?’” T Als gespreksleiding lever je geen inhoudelijke bijdrage aan de discussie, maar zorg je ervoor dat de discussie zo eerlijk mogelijk verloopt. Je houdt de tijd in de gaten – evenveel spreektijd voor iedereen – en bewaakt de inhoud van het debat. Grijp in als iemand met argumenten komt die niets met de stelling te maken hebben. Als je vindt dat er inhoudelijke elementen ontbreken, kun je die met vragen proberen naar boven te halen.
STELLINGEN T Je speelt alleen maar voetbal in de jeugdbeweging.
SPELUITLEG Laat de groep een spelleider of spelleidster aanduiden. Als je met jonge leerlingen werkt, kun je het beste zelf de spelleiding zijn. De spelleiding neemt een kaartje van de stapel en leest de stelling voor. De andere leerlingen denken na over de stelling en tonen hun mening met een meningenkaartje. De spelleiding wijst iemand aan die mag toelichten waarom hij of zij heeft gekozen voor een bepaalde kleur. De andere leerlingen mogen hierop inpikken. De spelleiding begeleidt de discussie.
Door de creativiteit van de leiding krijg je een gevarieerd aanbod. Het kan best zijn dat er eens een activiteit is die je iets minder leuk vindt, de week nadien zal het iets helemaal anders zijn. Jeugdbewegingen proberen vaak ook activiteiten te doen waarbij alle deelnemers tot hun recht kunnen komen en waarin ze hun talenten kunnen inzetten. Af en toe kan dat op een fysieke manier zijn, maar evenzeer zijn er activiteiten waar hersenwerk of creativiteit voor nodig zijn. Het gaat bij de jeugdbewegingen immers niet om winnen of om de beste zijn, het gaat erom te genieten van dingen samen te doen.
T Je komt altijd vuil thuis als je van de jeugdbeweging komt.
Als we met de jeugdbeweging op pad gaan, dan mogen we wel eens in plassen springen of in de modder rollen, en moeten we ons niets aantrekken van onze vuile kleren.
jeugdbeweging in de klas
9
Daarom is het ook altijd belangrijk dat je kleren aandoet die vuil mogen worden. Maar, zoals altijd: als je je niet graag vuil maakt, moet je natuurlijk niet. We doen ook niet elke week activiteiten waar je echt vuil van wordt.
10
T In de jeugdbeweging maak je vrienden voor het
uitdragen en respecteren van (christelijke) waarden, al is dat bij de ene jeugdbeweging explicieter dan bij de andere. Sommige jeugdbewegingen kiezen er dan weer bewust voor om geen levensbeschouwing naar voren te schuiven.
T In de jeugdbeweging moet je drinken en roken.
leven.
Via écht spel krijgen kinderen en jongeren de kans om samen jong te zijn. Ze kunnen er zichzelf en anderen leren kennen binnen de veilige ruimte van een groep leeftijdsgenoten. Het schept de mogelijkheid tot écht contact: ontdekken dat iedereen anders is, maar vooral bouwen aan een verbondenheid, een samenzijn met anderen. Een groep is immers meer dan de optelsom van de leden.
T In de jeugdbeweging is iedereen welkom,
ongeacht afkomst, achtergrond of mogelijke beperking.
Wie je bent, wat je doet, wat je denkt of voelt, hoe je eruitziet of van waar je komt, is allemaal niet van tel. Iedereen is welkom bij de jeugdbeweging. We hebben respect voor ieders cultuur en eigenheid. Iemand die het ene minder goed kan, kan het andere dan weer beter. Diversiteit maakt de jeugdbeweging alleen maar rijker. Het is wel zo dat jongeren van vreemde origine of uit het bso moeilijker bereikt worden, maar iedere vereniging zet hier heel hard op in. Leiding staat zeker open voor aanpassingen om ervoor te zorgen dat je lid kan worden, twijfel niet om hierover met hen in gesprek te gaan.
T Door de jeugdbeweging heb je geen tijd voor schoolwerk.
Lid zijn van een jeugdbeweging vraagt om een bepaald engagement. Er staat echter nergens beschreven hoe groot dat engagement moet zijn en hoeveel tijd je ervoor moet uittrekken. Op sommige momenten zal dat dan wel wat tijd vragen, maar die is zeker leuk besteed! Schoolwerk blijft een belangrijk onderdeel van het leven van iedere jongere, maar ontspanning is dat zeker ook. Het belangrijkste is om hier een goed evenwicht in te vinden. Met een goede planning is schoolwerk zeker te combineren met een jeugdbeweging.
T Wie niet in de jeugdbeweging zit, mist heel veel.
Jeugdbewegingen vragen hun jongeren om een vrijwillig engagement op te nemen dat bovendien grote verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Een van die verantwoordelijkheden is verstandig en verantwoord omgaan met sigaretten en alcohol. Het gebruik daarvan wordt op veel plaatsen aanvaard als een sociaal gebeuren, zolang er geen overmatig gebruik is. Maar wie onder invloed is van alcohol en/of drugs is niet meer in staat om verantwoordelijkheid op te nemen. Daarnaast zijn er gezondheidsargumenten: alcohol, sigaretten en drugs houden risico’s in, zowel voor jongeren als voor volwassenen. Daarom zijn er duidelijke regels en wetten over de verkoop, het aanbieden en het schenken van alcohol en drugs aan jongeren, met name: “Het is verboden om alcohol te verkopen, te schenken of aan te bieden aan -16-jarigen.” In de jeugdbeweging moet je dus zeker niet drinken of roken. Tijdens activiteiten wordt er geen alcohol gedronken. Drugs stimuleren een individuele ervaring, waardoor het groepsgebeuren onmogelijk is. Om die reden krijgen drugs geen plaats binnen de jeugdbeweging.
NABESPREKING T Wat vond je van deze activiteit? T Waarom vond je het (niet) leuk? T Heb je je mening voldoende kunnen geven? T Ben je nieuwe dingen te weten gekomen? T Welke vooroordelen had je zelf bij het begin van dit spel?
KIEZEN Alle leerlingen nemen nu hun trajectblad voor zich en verplaatsen zich over het traject. “Zou je na deze activiteit in de jeugdbeweging gaan of net weg van de jeugdbeweging?” De leerlingen kiezen vanuit hun personage.
Hoe je je vrije tijd invult, is niet belangrijk. Zolang je jezelf er goed bij voelt en je het graag doet. Naar de jeugdbeweging gaan is maar één voorbeeld van vrijetijdsbesteding, andere vormen zijn zeker even waardevol.
T Als je in de jeugdbeweging zit, moet je in Jezus geloven.
Het is goed om nu en dan eens stil te staan, om na te denken, te bezinnen. Het is belangrijk om samen met kinderen en jongeren die zoektocht te doen. Je geloof kan daarbij een inspiratiebron zijn. De jeugdbewegingen kiezen voor samenwerken en ‑leven met de verschillende levensbeschouwingen en om hier respectvol mee om te gaan. Het ontstaan van een aantal jeugdbewegingen ligt wel bij het christelijk geloof. Nu ligt de focus meer op het
jeugdbeweging in de klas
“
Opdracht 3: Een-tegen-allen
Onze leden voeren graag opdrachten uit in ruil voor een tegenprestatie van de leiding. We geven hen dan ook vaak een hele reeks van opdrachten die ze binnen een bepaalde tijd moeten uitvoeren. Het leuke hieraan is dat ieder voor zich kan kiezen welke opdracht hij of zij wil uitvoeren. Je kunt er heel uiteenlopende opdrachten in verwerken zodat alle leden hun kwaliteiten en interesses kunnen inzetten.” ➜ ➜ ➜
➜
Duur: 30 minuten, inclusief uitleg en nabespreking (afhankelijk van het aantal gekozen opdrachten) Locatie: Het klaslokaal. Materiaal: Kopieën van het Facebookprofiel voor de helft van de leerlingen (bijlage 9). Papier, balpennen, schaar, boek kaarten, 5 appels, 10 elastiekjes, lepel, knikker, sudoku (bijlage 8) – afhankelijk van de gekozen opdrachten Doel: De leerlingen ondervinden dat het fijn is om in grote groep een uitdaging aan te gaan. Voor de leerlingen die in deze fase niet in de jeugdbeweging zitten, nemen we de ruimte om te reflecteren en uit te wisselen over hun huidige vrijetijdsbesteding.
VOORBEREIDING
Na het startsignaal beginnen de leerlingen met het uitvoeren van de opdrachten. Als leerkracht controleer je of een opdracht geslaagd is. Geslaagde opdrachten worden doorstreept. De leerlingen winnen als alle opdrachten doorstreept zijn binnen de bepaalde tijd. De leerlingen gaan goed moeten samenwerken en taken verdelen om de opdrachten tot een goed einde te brengen.
Mogelijke opdrachten:
T Maak een zittende kring met alle deelnemers. (Ga allemaal dicht bij elkaar in een kring staan. Draai een kwartslag naar rechts en neem de schouders van degene voor je vast. Dan ga je allemaal gelijktijdig op de schoot van degene achter je zitten.) T Schrijf een gedicht met de woorden ‘jeugdbeweging’, ‘huiswerk’ en ‘internet’. T Kruip met z’n allen door een blad papier zonder dat het scheurt. Tip (geef deze enkel als de leerlingen zelf de oplossing niet vinden): Vouw het papier doormidden. Knip dan het papier om en om zeven of negen keer in (het maakt niet uit hoeveel keer, als het maar een oneven getal is) te beginnen bij de vouw en bij de andere kant van het blad. Vouw het blad open en rek het uit.
T Kies een aantal opdrachten uit de lijst.
Afhankelijk van de beschikbare tijd selecteer je veel of weinig opdrachten. Zorg voor een goede variatie in de opdrachten. Voor 20 minuten spel kies je ongeveer tien opdrachten. T Hang de lijst met opdrachten op of schrijf alle opdrachten op het bord. Leg hierbij een stift of krijtje klaar. T Leg het materiaal klaar dat nodig is voor het uitvoeren van de opdrachten. T Leg het materiaal klaar dat nodig is voor de groep nietjeugdbeweging.
T Maak een kaartenhuis van minstens drie verdiepingen. T Drie leerlingen moeten elk minstens twintig kledingstukken aantrekken.
SPELUITLEG
T Los een sudoku op (kopieer hiervoor bijlage 8).
Verdeel de klas in twee groepen: de leerlingen die in de jeugdbeweging zitten en een ploeg leerlingen die niet in de jeugdbeweging zit. De leerlingen die in de jeugdbeweging zitten, spelen het spel een-tegen-allen. Je geeft de leerlingen een aantal opdrachten die ze binnen een bepaalde tijd moeten uitvoeren. De leerlingen kunnen de lijst met opdrachten op elk moment zien. Het materiaal dat nodig is om de opdrachten uit te voeren, ligt klaar op een centrale plaats.
jeugdbeweging in de klas
11
T Maak een piramide van mensen van minstens drie 12
verdiepingen. T Verzamel vijftien voorwerpen die elk met een andere letter van het alfabet beginnen. T Plooi tien vliegtuigjes van papier. Elk vliegtuigje moet minstens 4 m ver kunnen vliegen. Duid hiervoor twee lijnen aan. T Schiet tien elastiekjes in een doel. T Schrijf dertig verschillende kledingmerken op. T Verzin bij elke letter van het alfabet een jongens- en een meisjesnaam. T Stapel vijf appels op elkaar. De toren moet minstens vijf seconden blijven staan. T Stop de achterkant van een lepel in je mond. Leg een knikker in de lepel. Kruip nu drie keer over en onder een tafel zonder dat de knikker uit de lepel valt. T Voeg gerust ook enkele zelfbedachte opdrachten toe.
NABESPREKING T Wat vond je van deze activiteit? T Waarom vond je het niet leuk? T Was het leuk om samen te werken aan de opdrachten? T Wat zou je personage het leukste vinden? T Wat kun je zoal doen als je niet in de jeugdbeweging zit?
KIEZEN Alle leerlingen nemen nu hun trajectblad voor zich en verplaatsen zich over het traject. “Zou je na deze activiteit in de jeugdbeweging gaan of net weg van de jeugdbeweging?” De leerlingen kiezen vanuit hun personage.
Leerlingen met een personage dat niet in de jeugdbeweging zit, krijgen een andere opdracht. Geef hen allemaal een kopie van het Facebookprofiel (bijlage 9). De leerlingen vullen het profiel in met dingen die zij leuk vinden. Naar welke muziek luister je graag? Welke sport beoefen je graag? Wat doe je graag in je vrije tijd? Daarna wisselen ze uit met elkaar. De leerlingen kunnen bij elkaar de vind-ik-leuk-duim inkleuren bij dingen die zij interessant vinden.
© Bart Ceuster
s
Als de leerlingen klaar zijn met deze opdracht kunnen ze ook deelnemen aan de een-tegen-allen.
© Bart Ceusters
jeugdbeweging in de klas
“
Opdracht 4: discussietafels
Wie gratis werkt, is naïef.” – “Verantwoordelijkheid is iets voor later, in je job.”
➜ Duur: 20 minuten ➜ Locatie: Het klaslokaal. ➜ Materiaal: Tafels en stoelen, grote papieren met de thema’s, papieren met bijvragen of een situatie, balpennen, vier kopieën van de thermometer (Bijlage 10) ➜ Doel: De leerlingen denken na over thema’s die belangrijk zijn binnen en buiten de jeugdbeweging. Ze leren ook een mening te vormen en die te verwoorden in een discussie.
13
uitwisselen. Probeer als leerkracht zeker bij elke tafel eens te passeren. Daag je leerlingen gerust wat uit door nog bijvragen te stellen. De leerlingen krijgen tien minuten om hierover te discussiëren. Na de tien minuten moeten ze hun conclusie invullen op de dubbele thermometer. Een deel van de thermometer is voor de jeugdbeweging, het andere deel voor de maatschappij als geheel. Hoe belangrijker het thema volgens de leerlingen aan een tafel is, hoe verder ze de thermometer inkleuren. Ze kiezen eerst hoe belangrijk het thema valgens hen is binnen de jeugdbeweging. Vervolgens doen ze hetzelfde voor dat thema buiten de jeugdbeweging. Zo kun je mooi vergelijken. Daarna leggen de leerlingen dat uit aan de rest van de klas. Een voor een houden de groepen hun thermometer in de lucht. De groep moet dan uitleggen welk thema ze hadden, wat hun bedenkingen hierbij waren en waarom ze de thermometer zo hebben ingekleurd. binnen de jeugdbeweging
HEEL BELANGRIJK
In dit stuk geven je leerlingen hun mening over verschillende thema’s. Ze toetsen die bij elkaar af en gaan na hoe er in een jeugdbeweging mee omgegaan wordt. De thema’s zijn verantwoordelijkheid, engagement, individueel/samen, vakantiewerk/vrijwilligerswerk.
HELEMAAL NIET BELANGRIJK
buiten de jeugdbeweging
HEEL BELANGRIJK
HELEMAAL NIET BELANGRIJK
VOORBEREIDING
DE THEMA’S
T Verspreid drie tafels in het lokaal en zet er stoelen rond. Voor
We kozen voor maatschappelijke thema’s die overal van belang zijn, al is de invulling van het thema wel afhankelijk van de leefwereld van je leerlingen. Als achtergrondinformatie vind je bij elk thema wat extra duiding. Die kun je gebruiken om bijkomende situaties of bijvragen te geven waardoor de leerlingen nog verder gaan denken.
klassen uit de derde graad voeg je een vierde tafel toe. T De leerlingen verspreiden zich over die tafels, maar dat doen ze niet zomaar. Aan elke tafel moeten er evenveel personen zitten, met een gelijke verdeling tussen jeugdbewegingspersonages en nietjeugdbewegingspersonages. Dat kun je nagaan op de persoonlijke trajectfiche van de personages. T Op elke tafel ligt een papier met hierop een van de onderstaande thema’s en een dubbele thermometer (bijlage 10). Er liggen ook bijbehorende hulpvragen of een situatie. Je kiest dus zelf als leerkracht of je de hulpvragen of de situatie mee op tafel legt. Beide kan ook. Druk alles af en leg het op de tafels.
SPELUITLEG De leerlingen gaan wat dieper in op enkele thema’s die al dan niet belangrijk zijn binnen een jeugdbeweging. Dat doen we met discussietafels. Samen beslissen ze hoe belangrijk het thema is binnen en buiten de jeugdbeweging. Als hun discussie vastloopt, helpen de hulpvragen hen verder. Omdat de hulpvragen voor jonge leerlingen waarschijnlijk niet voldoende zijn, krijg je ook nog een situatie mee per thema. Zo kunnen ook zij over deze thema’s
verantwoordelijkheid MOGELIJKE BIJVRAGEN Wat is verantwoordelijkheid? Waarom is dat nodig? Is verantwoordelijkheid gemakkelijk om op te nemen? Waarom neem je verantwoordelijkheid op? Is dat voor iedereen gelijk?
SITUATIE Tijdens een groepsdag waarop alle leden van de jeugdbeweging samen één groot spel spelen, worden de groepen verdeeld. Anne (15 jaar) belandt in een groepje met andere leden van 6, 9,10 en 12 jaar. Samen met Jill, die 16 jaar is, spelen ze het spel en zorgen ze ervoor dat ook de jongere leden goed kunnen meespelen en alles begrijpen.
ACHTERGRONDINFORMATIE Een jeugdbeweging wordt gedragen door jongeren die een verantwoordelijkheid opnemen. Jongeren zetten zich in voor hun groep, hun leden, hun activiteiten. Zo zullen er ook altijd oudere leden of leiding zijn die zorg dragen voor jou.
jeugdbeweging in de klas
engagement
ACHTERGRONDINFORMATIE
MOGELIJKE BIJVRAGEN
14
Wat is engagement? Kun je meerdere engagementen opnemen? Moet je dat opnemen? Moet iedereen evenveel engagement opnemen? Kan je ook buiten de jeugdbeweging een engagement opnemen?
SITUATIE Yoran zit in de jeugdbeweging. Hij is een van de oudste leden. Alle leiding en de oudste leden gaan telkens enkele dagen eerder naar de kampplaats om het kampterrein voor te bereiden. Aan de oudste afdeling wordt dan altijd gevraagd om alle tenten voor de andere afdelingen al op te zetten. Het is niet verplicht, maar toch staan alle oudste leden er ieder jaar opnieuw. Ook al kunnen ze hierdoor niet naar het plaatselijke festival gaan.
ACHTERGRONDINFORMATIE Lid zijn van een jeugdbeweging is geen vrijblijvende zaak. Zowel van leden als van begeleiders wordt gevraagd dat zij zich – met respect voor ieders mogelijkheden en persoonlijke situatie – vrijwillig inzetten voor de groep. De grootte van het engagement tussen lid en leiding verschilt wel. Het is belangrijk dat leden en begeleiding bekommerd zijn om het geheel. Actief kiezen hangt binnen de jeugdbeweging nauw samen met tijd vrijmaken. Mee de koers bepalen hangt samen met “op iemand kunnen rekenen”. Verantwoordelijkheid nemen is verantwoordelijkheid dragen. Jeugdbeweging is méér dan de activiteiten. Een engagement betekent keuzes maken: een eerlijke keuze. Kinderen hebben andere interesses en andere mogelijkheden dan jongeren. Iedereen krijgt in de jeugdbeweging kansen om te groeien in verantwoordelijkheid en engagement. Almaar meer leren jonge mensen hun lot in eigen handen te nemen om zich vervolgens te engageren. Duizenden jongeren kiezen er vandaag voor om zo’n engagement op te nemen. Omdat het je het gevoel geeft bij een groter geheel te horen, omdat je het gevoel hebt dat je iets nuttigs doet, omdat het deugd doet om anderen te helpen, enz.
samenwerken MOGELIJKE BIJVRAGEN Ben je graag tussen de mensen, waarom? Ben je soms liever alleen, waarom? Moet je altijd samenwerken in de jeugdbeweging? Kun je er ook alleen zijn? Kun je ook buiten de jeugdbeweging dingen samen doen? Wat zijn de voor- en nadelen van dingen alleen of samen te doen?
SITUATIE Aicha doet graag eens iets in haar eentje: wat gamen, een boek lezen of gewoon wat muziek beluisteren. Ook als ze naar de jeugdbeweging gaat, heeft ze wat nood aan haar eigen momentjes. Niet elk spel is daarvoor geschikt, maar een eentegen-allen is daar ideaal voor! Dan moeten er verschillende opdrachten gebeuren binnen een bepaalde tijd. Iedereen gaat er samen voor om alle opdrachten op tijd te realiseren. Aicha kan gemakkelijk de opdrachten uitkiezen die ze alleen of met z’n tweeën kan doen. Zo helpt ze mee om te winnen, maar kan ze ook alleen spelen. Als de groep wint, viert ze natuurlijk samen met de groep.
Binnen de jeugdbeweging ben je vaak samen met anderen. Je gaat samen met hen aan de slag om er iets van te maken. Je gaat op zoek naar je eigen kwaliteiten en naar die van anderen om ze zo goed mogelijk in te zetten en te benutten. Door in contact te komen met anderen leer je jezelf beter kennen. Je leert je plan trekken, maar je kunt ook versteld staan van wat je samen kan. Samen sta je sterk.
vrijwilligerswerk Dit thema is enkel geschikt voor leerlingen van de derde graad omdat zij deze afweging zelf al moeten maken. Jongere leerlingen zullen hier minder over te zeggen hebben.
MOGELIJKE BIJVRAGEN Moet je voor alles wat je doet geld verdienen? Welk gevoel kan vrijwilligerswerk je geven? Heb je nog tijd voor vrijwilligerswerk als je een vakantiejob doet?
SITUATIE Chokri zit al sinds zijn zes jaar in de jeugdbeweging. Elk jaar gaan ze samen op kamp. En zeker nu hij leider is! Het kamp vindt ieder jaar plaats in juli, minstens tien dagen puur genieten. Maar in augustus is het Pukkelpop en dat wil hij ook voor geen goud missen. Als je een vakantiejob wilt, dan moet je dat vaak voor een maand doen, maar zowel juli als augustus zijn bezet door de twee topactiviteiten van het jaar. Wat moet hij nu doen? Via zijn tante kan hij misschien begin augustus toch nog twee weken een vakantiejob doen in de fabriek. Twee weken loon zijn natuurlijk beter dan niets en zo kan hij op kamp en ook naar Pukkelpop.
ACHTERGRONDINFORMATIE De jeugdbeweging is een vrijwillig engagement, een engagement waarbij je je inzet voor de groep waar je lid van bent. Geld krijg je hier niet voor, maar je wordt betaald door vriendschappen en herinneringen die je nog lang met je zult meedragen. Je leert hier door te ervaren en te doen. Zo neem je al die ervaringen en herinneringen mee in een denkbeeldig rugzakje. Vaardigheden die je leert in de jeugdbeweging helpen je zeker ook in toekomstige jobs. De jeugdbeweging is dus onbetaald, maar onbetaalbaar.
NABESPREKING Vraag aan de leerlingen of ze hun mening over deze thema’s binnen en buiten de jeugdbeweging aangepast hebben. Denken ze er anders over dan voor deze tafeldiscussies?
KIEZEN Alle leerlingen nemen nu hun trajectblad voor zich en verplaatsen zich over het traject. “Zou je na deze activiteit in de jeugdbeweging gaan of net weg van de jeugdbeweging?” De leerlingen kiezen vanuit hun personage.
jeugdbeweging in de klas
Reflectiemoment Tijdens het spel maakten de leerlingen verschillende keren de keuze of ze al dan niet in de jeugdbeweging zouden gaan of net de jeugdbeweging verlaten. We laten de leerlingen aan het woord waarom ze een bepaalde keuze maakten. ➜ Duur: 10 minuten, inclusief uitleg ➜ Locatie: In het klaslokaal of op de speelplaats. ➜ Materiaal: Het trajectblad van de leerlingen, een fototoestel, schildersplakband of krijt ➜ Doel: De leerlingen reflecteren over hun ervaringen tijdens het spel.
VOORBEREIDING T Afhankelijk van waar je de nabespreking doet, teken je het trajectblad in het groot op de grond (speelplaats) of tape je het trajectblad in het groot af in het klaslokaal. Je kunt ook de eenvoudig versie overnemen.
SPELUITLEG Verzamel alle leerlingen aan het begin van de twee pijlen. Vraag hen om hun trajectblad bij zich te nemen en nog eens na te lezen. Geef hen de volgende opdracht mee: “Ga op je trajectblad nog eens na welke keuzes je personage tijdens het spel heeft gemaakt en schrijf kort op waarom het die keuzes maakte. Ga daarna op de plek staan waar je personage ook gestart is. Dat betekent: zat je personage in het begin van de les in een jeugdbeweging of niet? Ga respectievelijk aan de jeugdbewegings- of niet-jeugdbewegingszijde staan.” Geef de leerlingen hier een tweetal minuten voor. Vanaf nu zullen alle leerlingen telkens van kant moeten verwisselen. Na jouw signaal geef je hen de opdracht om hun trajectblad ‘live’ te tonen. Dat betekent dat ze na iedere opdracht hun keuze van toen kenbaar maken door van vak te verwisselen. Na elke wissel spreek je enkele leerlingen aan en schotel je hen de volgende vragen voor.
T Waarom ben je gewisseld van vak? T Waarom maakte je die keuze voor je personage? T Zou je die keuzes opnieuw maken als je het nog een keer doet?
T Als je niet vanuit je personage moest redeneren, welke keuze zou je dan maken?
T Welke spel speelde je personage? T Wat vond je daar leuk aan? T Wat vond je niet leuk? T Hoe kijk jij hiernaar? T Hoe voel je je hierbij?
SLOT
T Vraag aan alle leerlingen om hun trajectblad bij de hand te nemen.
Op het einde komt iedereen weer bijeen. Maak een foto van je klasgroep als afsluiter. Hang die nadien op in het klaslokaal. Sommige leerlingen willen misschien nu de jeugdbeweging uitproberen. Vertel hen dat je op jeugdorganisaties.be veel jeugdorganisaties uit hun buurt kunt vinden. Je kunt altijd promo maken voor de Dag van de Jeugdbeweging. Dan komen de leden en de leiding van de jeugdbewegingen op straat in hun bewegingskleren. Meer info vind je op dagvandejeugdbeweging.be.
jeugdbeweging in de klas
15
16
jeugdbeweging in de klas © Pieter Fillet
bijlage 01
Achtergrondinformatie: Wie zijn die jeugdbewegingen? SCOUTS EN GIDSEN VLAANDEREN ➜ 73 000 leden, leiders en leidsters ➜ 600 groepen ➜ Leeftijdsgroepen heten ‘takken’: kapoenen, kabouters en welpen, jonggidsen en jongverkenners, gidsen en verkenners, jin. Scouts en Gidsen Vlaanderen vzw Lange Kievitstraat 74 2018 Antwerpen tel. + 32 3 231 16 20
[email protected] scoutsengidsenvlaanderen.be
geen eiland, maar voelen ons betrokken bij de brede maatschappij. We nemen deel aan het buurtleven, laten onze stem horen en komen op voor een rechtvaardige samenleving die eerlijke kansen en een hoopvolle toekomst biedt. De Chiro droomt van een wereld waarin graag zien, innerlijkheid en rechtvaardigheid centraal staan. Ieder van ons verdient het om graag gezien te worden. Pas dan kun je je talenten en mogelijkheden ontplooien. De Chiro gaat in tegen oppervlakkig leven en overdreven consumeren. Door af en toe stil te staan, maken we ons sterk en weerbaar. Met al onze groepen samen bouwen we aan één jeugdbeweging: een jeugdbeweging die trouw is aan de leefwereld van kinderen en jongeren en aan haar inspiratie. Meer informatie op chiro.be/wat-is-chiro.
IJD JONGERENPASTORAAL VLAANDEREN
IJD Jongerenpastoraal Vlaanderen gelooft dat het christendom een reële
Scouting is een methode waarbij kinderen en jongeren actief kunnen opgroeien. Ze werd in 1907 bedacht door Robert Baden-Powell en ontwikkelde zich in de loop der tijd en in verschillende culturen tot een opvoedend project dat wordt beleefd in scouts- en gidsenbewegingen over de hele wereld. Ook Scouts en Gidsen Vlaanderen heeft als jeugdbeweging een eigen pedagogische kijk op scouting. Scouts en Gidsen Vlaanderen wil bijdragen aan de ontplooiing van kinderen en jongeren, als individu, in groep en binnen de samenleving. De missie van Scouts en Gidsen Vlaanderen luidt: ‘Wij zijn scouts en gidsen, meisjes en jongens, elk met een eigen verhaal. Iedereen kan erbij. We gaan samen op verkenning en durven tuimelen in het leven. De natuur is onze troef. We geloven in onszelf, in elkaar en in iets meer. We spelen een spel dat niet luchtledig is, in vrije tijd die niet vrijblijvend is. Met groot plezier en kleine daden komen we op voor onze omgeving en voor een kleurrijk Vlaanderen. Zo dromen we luidop van gelukkige mensen in een rechtvaardige wereld.’ We streven ernaar deze missie te realiseren met een methode die steunt op vijf basispijlers: zelfwerkzaamheid, ploegwerk, medebeheer, dienst en engagement. Deze basispijlers worden – op maat van de leefwereld van de verschillende leeftijdsgroepen – in praktijk gebracht in spel, tochten, technieken, expressie en kamperen. Scouts & Gidsen Vlaanderen heeft groepen in Vlaanderen en Brussel. Zoek de groep in jouw buurt via scoutsengidsenvlaanderen.be/kennismaken/lid-worden/groepen. Meer info op scoutsengidsenvlaanderen.be/kijk-op-scouting/visie.
CHIRO
➜ 206 groepen IJD Jongerenpastoraal Vlaanderen Nederpolder 24 9000 Gent tel. + 32 9 235 78 54
[email protected] | ijd.be bijdrage levert tot het persoonlijke en collectieve geluk van mensen. Daarom wil IJD katholieke jongerenpastoraal in Vlaanderen ondersteunen en doen groeien. Die jongerenpastoraal biedt jonge mensen een christelijk antwoord op hun zinvragen aan. Dat gebeurt in wederzijdse dialoog. De Bijbel is daarvoor de belangrijkste inspiratiebron. IJD wil dankzij de wisselwerking tussen het concrete leven en het christelijke geloof de persoonlijke zoektocht en groei van jongeren bevorderen. We hopen dat die jongeren uiteindelijk vanuit een eigen weerbare christelijke identiteit en met respect voor de eigenheid van anderen kunnen bijdragen tot de opbouw van een pluralistische samenleving. IJD doet dat vanuit drie kerntaken: 1. Lokale jeugdgroepen als context voor jongerenpastoraal 2. Vorming 3. Eigen activiteiten IJD is een dynamische jeugdwerkorganisatie, erkend door de Vlaamse Gemeenschap en gekaderd binnen de Vlaamse katholieke kerk. Meer informatie op ijd.be/over-ijd.
KSJ-KSA-VKSJ
290 groepen en 34 000 leden vormen samen KSJ-KSA-VKSJ, een van de
➜ 100 000 leden, leiders en leidsters ➜ 926 groepen ➜ Leeftijdsgroepen heten ‘afdelingen’: ribbels, speelclub, rakwi’s, tito’s, keti’s, aspi’s
➜ 34 000 leden, leiders en leidsters ➜ 290 groepen Leeftijdsgroepen heten: Sloebers-Kabouters Leeuwkes, Springers-Pagadders, RoodkapjesJongknapen-Joro’s, Jimmers-Knapen-Knimmers, Simmers-Jonghernieuwers-Sjo’ers, +16’ers
Chirojeugd-Vlaanderen vzw Kipdorp 30 2000 Antwerpen tel. + 32 3 231 07 95
[email protected] | chiro.be
KSJ-KSA-VKSJ Vooruitgangstraat 225 1030 Brussel tel. + 32 2 201 15 10
[email protected] | ksj.be
926 groepen, ruim 100 000 kinderen en jongeren, in Vlaanderen en Brussel, dat is Chiro. Speels, actief en intuïtief doen wij ervaringen op, krijgen we een kijk op onszelf en de wereld en genieten we van het samen zijn. Speel met ons mee! Onze Chirodroom beleven we elke spelnamiddag in ontelbare kleine details, maar ook daarbuiten. We zijn
grootste jeugdbewegingen in Vlaanderen. Speels, avontuurlijk, vormend en leeftijdsgericht bezig zijn in groep is het basisrecept van onze werking. Dankzij het engagement van duizenden jongeren die verantwoordelijkheid opnemen, bieden we kinderen en jongeren op plaatselijk niveau de kans om al spelend hun grenzen te
jeugdbeweging in de klas
verleggen. Daarbij primeert het groepsgevoel en is creativiteit nooit ver weg. Zo kunnen kinderen en jongeren zich verder ontplooien en groeien naar een eigen engagement binnen de jeugdbeweging en de bredere samenleving, met respect voor de K in onze naam. Als koepel laat KSJ-KSA-VKSJ zijn leden en leiding niet zomaar aan hun lot over. We voorzien voor de leiding de nodige vormingsmomenten, waar uitwisseling en ervaring opdoen centraal staan. Door groepsoverschrijdende initiatieven willen we het bewegingsgevoel verder aanwakkeren en zorgen dat KSJ-KSA-VKSJ voor steeds meer kinderen een thuis mag worden. Meer informatie op ksj.be.
FOS OPEN SCOUTING
FOS Open Scouting is de pluralistische scouts- en gidsenbeweging van
➜ 7500 leden, leiders en leidsters ➜ 50 eenheden Leeftijdsgroepen heten ‘takken’: Bevers-Zeehonden, Welpen, Jongverkenners-Jonggidsen-Aspiranten, Verkenners-Gidsen-Juniors, Seniors FOS Open Scouting Kortrijksesteenweg 639 9000 Gent tel. + 32 9 245 45 86
[email protected] | fosopenscouting.be
waar je volop kunt genieten van alles waar JNM voor staat: natuurstudie, natuurbeheer en milieubescherming. JNM heeft een vijftigtal lokale afdelingen in Vlaanderen. Mensen met wie je samen bij jou in de buurt op verkenning kunt gaan, of bij wie je zielsgenoten vindt om een spetterende milieuactie mee ineen te steken. Meer informatie op jnm.be.
KLJ
KLJ niet zomaar een jeugdbeweging! KLJ, de Katholieke Landelijke Jeugd,
➜ 26 000 leden, leiders en leidsters ➜ 300 afdelingen Leeftijdsgroepen: -9, -12, -16, +16 en +20 KLJ Waversebaan 99 3050 Oud Heverlee tel. + 32 13 47 99 99
[email protected] | klj.be is er voor alle kinderen en jongeren van 6 tot 35 jaar op het platteland. Daar willen we ons steentje bijdragen aan de opbouw van een leefbare maatschappij, vanuit christelijke waarden.
Vlaanderen. Onze plaatselijke groepen organiseren wekelijks voor meer dan 7500 leden leuke activiteiten, weekends, kampen en bivakken. Ons spel van scouting staat open voor iedereen en vertrekt niet vanuit een bepaalde geloofsovertuiging, maar vanuit een pluralistische open kijk. Open Scouting is natuurlijk in de eerste plaats elk weekend ravotten en je de longen uit het lijf spelen. Maar we proberen nét dat ietsje meer te zijn. We hopen onze leden met een open en rechtvaardige kijk de wereld in te sturen. Door activiteiten voor jongens en meisjes te organiseren, willen we hen bovendien gemeenschappelijk laten opgroeien met aandacht en respect voor elkaar. Op die manier willen we elkaar samen leren ontdekken en waarderen.
We brengen dus jonge mensen samen. Zo bieden we hen de mogelijkheid om deel uit te maken van de maatschappij, in de eerste plaats het dorp, en er samen aan mee te bouwen. Zinvol samenzijn en onszelf ontplooien, daar gaan we voor. KLJ speelt zich voornamelijk af in de vrije tijd. Voor een groot deel zijn het toffe, ontspannende activiteiten. In de eerste plaats zijn we namelijk kinderen en jongeren met pit! Al moet het wel duidelijk zijn dat de activiteiten een middel zijn om onszelf te ontwikkelen en niet het doel op zich. Kortom, we geven kinderen en jongeren de kans om met dingen bezig te zijn die voor hen belangrijk zijn. Samen zoeken we naar antwoorden op hun vragen, discussiëren we over wat goed en slecht is. Zo leren we samen ontdekken waar er grenzen liggen en welke waarden nog echt belangrijk zijn. Meer info op klj.be.
Meer informatie op fosopenscouting.be/nl/over-ons.
JNM: JEUGDBOND VOOR NATUUR EN MILIEU
JEUGD RODE KRUIS
Het Rode Kruis dichter bij kinderen en jongeren brengen, en kinderen en
➜ +100 afdelingen ➜ 50 groepen Leeftijdsgroepen heten: piepers, ini’s, gewone leden
Jeugd Rode Kruis Motstraat 40 2800 Mechelen tel. + 32 15 44 35 70
[email protected] www.jeugdrodekruis.be
JNM Bondssecretariaat Kortrijksepoortstraat 192 9000 Gent tel. + 32 9 223 47 81
[email protected] | jnm.be JNM staat open voor alle jongeren tussen 7 en 26 jaar met interesse voor natuur en milieu. Er zijn drie leeftijdsgroepen: de piepers (7-12 jaar), de ini’s (13-15 jaar) en de gewone leden (16-26 jaar). Samen trekken we de natuur in om ons te verdiepen in de diversiteit van ons planten- en dierenrijk. We trekken naar de mooiste natuurgebieden waar zeldzame waarnemingen ons hart sneller doen slaan. Maar ook een stevige wandeling in een weidse omgeving doet ons bloed sneller stromen. De natuur krijgt het vaak hard te verduren. Waar we kunnen, ondernemen we de nodige acties om ruimte te geven aan natuur. We hanteren regelmatig zelf een schop of zaag om een handje te helpen. Samen buiten zijn en aan natuurbeheer doen geeft een machtig gevoel. Wij sluiten onze ogen niet voor milieuproblemen. Elke JNM-activiteit is een poging om op een duurzame en milieuvriendelijke manier door het leven te gaan. Daarnaast proberen we anderen hiervan bewust te maken, door actie, gebaseerd op goede achtergrondinformatie. JNM organiseert tal van projecten en nationale bijeenkomsten over specifieke onderwerpen. Het kampenseizoen is het hoogtepunt van ons activiteitenaanbod. In de zomervakantie zijn er een 40-tal kampen
jongeren dichter bij het Rode Kruis. Dat is waar we bij Jeugd Rode Kruis voor gaan. Altijd met de nodige dosis plezier, natuurlijk! Vijf actieterreinen vormen de rode draad door onze werking. Eerste hulp. Van een schaafwonde verzorgen tot hartmassage. Iedereen kan eerste hulp leren bij Jeugd Rode Kruis. Jeugdmonitoren worden speciaal opgeleid om kinderen en jongeren de basis van eerste hulp aan te leren. Sociale werking. Jeugd Rode Kruis zet zich in voor mensen die het minder gemakkelijk hebben in het leven. Zo bezorgen we bijvoorbeeld kinderen uit opvangcentra voor asielzoekers een superfijne speelweek. Internationale werking. Jeugd Rode Kruis kijkt over de grenzen heen. Droom je als vrijwilliger van een internationaal avontuur? Via Jeugd Rode Kruis kun je misschien sneller dan verwacht je koffers pakken om ergens in de wereld vrijwilligerswerk te gaan doen. Hulpverlening. Een rampoefening voor en door kinderen, zelf een eerstehulppost bouwen. Jeugd Rode Kruis leert je de hulpdiensten kennen. Vanaf 16 jaar kun je er zelf vrijwilliger worden! Bloed. Bloed geven mag pas vanaf 18 jaar. Jeugd Rode Kruis probeert jongeren te overtuigen om bloed te geven. Voor wie nog geen donor kan zijn, zijn er bloedstollende spelen. Meer info op jeugdrodekruis.be.
jeugdbeweging in de klas
bijlage 02
Naam:����������������������������������������������������������������������������� Naam:����������������������������������������������������������������������������� VRIENDENGROEP: 1 beste vriendin bij wie ze altijd te vinden is INTERESSES: Veel algemene kennis HOBBY’S: Ze speelt piano - Uitstapjes plannen met de vriendin Jeugdbeweging KARAKTEREIGENSCHAP: Bazig & koppig - Verantwoordelijk Doorzetter FAMILIALE ACHTERGROND: Enig kind - Hechte familieband SCHOOL: Latijn-Talen RELATIES: Heeft nog geen zin en tijd voor een liefje
VRIENDENGROEP: Hij heeft weinig echte vrienden en is de leider van een groepje ‘volgers’ INTERESSES: Hiphop - Scooters - Poëzie HOBBY’S: Vissen met zijn vader - Rondhangen op het pleintje in de straat KARAKTEREIGENSCHAPPEN: Slim - Grote mond - Lijkt zelfzeker maar is zeer onzeker - Twijfelaar - Jaloers type FAMILIALE ACHTERGROND: Zijn ouders zijn gescheiden en hij woont bij zijn vader, die hem heel hard verwent SCHOOL: Sport / LO RELATIE: Hij is momenteel vrijgezel
Naam:����������������������������������������������������������������������������� Naam:����������������������������������������������������������������������������� VRIENDENGROEP: Populair op school Een hechte band met de teamgenoten INTERESSES: Al wat er gebeurt in de sportwereld Drum-‘n’-bass HOBBY’S: Fitness - Voetbal KARAKTEREIGENSCHAPPEN: Actief - Competitief - Kan niet tegen zijn/haar verlies - Wil in het middelpunt van de belangstelling staan Opvliegend ACHTERGROND: Was vroeger een beetje mollig - Moeder heeft schoonheidssalon - Groot gezin met vijf kinderen SCHOOL: Sport / LO RELATIE: Heeft vaak een ander lief
VRIENDENGROEP: Grote vriendengroep die veel online games speelt INTERESSES: Ruimte en planeten - Nieuwe technische snufjes en gadgets FAMILIALE ACHTERGROND: Gescheiden ouders die ver uit elkaar wonen, verblijft om de twee weken in het weekend bij zijn vader KARAKTEREIGENSCHAP: Haalt graag stoten uit - Leergierig - Grappig - Listig HOBBY’S: Muurklimmen - Gamen SCHOOL: Boekhouden-Informatica RELATIES: Heeft al een keer een vriendinnetje gehad maar is nu weer vrijgezel
Naam:����������������������������������������������������������������������������� Naam:����������������������������������������������������������������������������� VRIENDENGROEP: Behoort tot een groepje van populaire meisjes INTERESSES: Jongens - Reality-tv en soaps - Mode & make-up HOBBY’S: Shoppen - Gaat graag uit - Dansen KARAKTEREIGENSCHAP: Gedreven - Oppervlakkig - Wispelturig Luidruchtig - Impulsief FAMILIALE ACHTERGROND: Ze komt uit een rijke familie en heeft nog drie zussen SCHOOL: KSO Woordkunst-Drama RELATIES: Ze heeft een vriendje bij de plaatselijke voetbalclub
VRIENDENGROEP: Klein maar hecht, kent ze al van in de kleuterklas INTERESSE: Paarden - Boysbands (One Direction e.a.) - Disney HOBBY’S: Babysitten - Haar huisdieren verzorgen - Paardrijden Jeugdbeweging KARAKTEREIGENSCHAPPEN: Lief - Naïef - Goedhartig - Vriendelijk Opgewekt FAMILIEACHTERGROND: Ze heeft een warm gezin met een broer en een zus SCHOOL: Sociale en technische wetenschappen RELATIE: Ze is momenteel single en droomt van een ridder op een wit paard
Naam:����������������������������������������������������������������������������� Naam:����������������������������������������������������������������������������� VRIENDENGROEP: Heeft vooral online vrienden, op school is hij vaak alleen INTERESSES: LAN-party’s - Alle nieuwste games - Russische cultuur HOBBY’S: Gamen - Internet KARAKTEREIGENSCHAPPEN: Dromer - Autistisch - Goed gevoel voor humor FAMILIALE ACHTERGROND: Gescheiden ouders - Hij is vaak alleen thuis en heeft een moeilijke band met zijn stiefvader - Zijn moeder zou graag hebben dat hij vaker buiten speelt SCHOOL: Boekhouden-Informatica RELATIE: Heeft een relatie met een vijftienjarig meisje uit Rusland dat hij heeft leren kennen via een chatbox, hij heeft haar wel nog nooit gezien
VRIENDENGROEP: Heeft geen duidelijke vriendengroep, hij hangt met iedereen wat rond op de speelplaats INTERESSES: Auto’s - Hardcore & jumpstyle HOBBY’S: Lego en modelbouw - Hutten en kampen bouwen KARAKTEREIGENSCHAPPEN: Zelfzeker - Onderzoeker - Koppig Creatief - Handig FAMILIALE ACHTERGROND: Vader is zelfstandig restaurantuitbater - Hij moet thuis zeer veel helpen SCHOOL: Houtbewerking - Haalt niet erg goede punten want hij wil naar een andere studierichting RELATIE Hij heeft stiekem een oogje op een andere jongen van op school, maar hij heeft het nog tegen niemand verteld
jeugdbeweging in de klas
Naam:����������������������������������������������������������������������������� Naam:����������������������������������������������������������������������������� VRIENDENGROEP: Ze bevindt zich altijd in kleine groepjes, ze wordt vaak uitgelachen op de speelplaats INTERESSES: Boeken - Mode - Moderne kunst HOBBY’S: Knutselen - Ontwerp kleding KARAKTEREIGENSCHAP: Stil en verlegen - Faalangst - Zorgzaam Creatief FAMILIALE ACHTERGROND: Ze leeft in een nieuw samengesteld gezin met een zus, een stiefbroer en twee kinderen uit de vorige relatie van de stiefmoeder SCHOOL: Onthaal en Public Relations RELATIES: Ze is verliefd op een ‘macho’-jongen van op school
VRIENDENGROEP: Heeft een kleine vriendengroep met een aparte kledingstijl INTERESSE: De natuur en de wereld - Lid van Natuurpunt - Fotografie - Vegetarisch koken HOBBY’S: Is lid van 11.11.11en organiseert hier vaak inzamelcampagnes voor - Vrijwillige medewerker in de wereldwinkel KARAKTEREIGENSCHAPPEN: Zachtaardig - Vredelievend - Avontuurlijk Leergierig FAMILIEACHTERGROND: Woont sinds haar 10 jaar in België, daarvoor in het buitenland voor een ontwikkelingsproject van haar ouders - Ze heeft veel huisdieren SCHOOL: Discussieert graag en veel en heeft over alles een uitgesproken mening - Neemt deel aan MOS-projecten van de school - Humane Wetenschappen RELATIE: Heeft sinds een jaar een relatie met iemand uit haar vriendengroep
Naam:����������������������������������������������������������������������������� Naam:����������������������������������������������������������������������������� VRIENDENGROEP: Veel vrienden die hij al heel lang kent, veel vrienden uit veel verenigingen INTERESSES: Film & muziek - Strips HOBBY’S: Jeugdbeweging - Postzegels verzamelen KARAKTEREIGENSCHAP: Haantje de voorste - Alternatief - Sociaal FAMILIALE ACHTERGROND: Enig kind van gescheiden ouders SCHOOL: Wetenschappen-Moderne talen - Wijsneus van de klas RELATIES: Heeft al verschillende minirelaties gehad, momenteel is hij vrijgezel
VRIENDENGROEP: Een grote vriendengroep INTERESSES: Mode - Popsterren HOBBY’S: Hockey - Jeugdbeweging KARAKTEREIGENSCHAP: Koppig - Doorzetter - Behulpzaam FAMILIALE ACHTERGROND: Gezin met vier zussen SCHOOL: Creatie en mode - Opletten behoort niet tot haar sterkste kanten RELATIES: Valt op jongens met een donker huidtype - Heeft nog geen vriendje gehad
Naam:����������������������������������������������������������������������������� Naam:����������������������������������������������������������������������������� VRIENDENGROEP: Kan met iedereen overweg, heeft geen specifieke vriendengroep INTERESSES: Celebrities HOBBY’S: Musical - Neemt deel aan kampen met kinderen met een beperking, in de vakantie KARAKTEREIGENSCHAP: Zorgzaam - Eigen willetje - Attent FAMILIALE ACHTERGROND: Groot gezin, grootouders wonen ook bij hen in SCHOOL: Sociale en technische wetenschappen RELATIES: Heeft al een jaar een vaste relatie met een jongen die drie jaar ouder is
VRIENDENGROEP: Blijft in een klein groepje met vier dezelfde mensen Zijn een beetje volwassener dan leeftijdsgenoten INTERESSES: Rap & hiphop - Brommers HOBBY’S: Wintsun (vorm van kungfu) KARAKTEREIGENSCHAP: Gesloten - Betrouwbaar - Kan ontploffen FAMILIALE ACHTERGROND: Is op zijn vierde naar België verhuisd Woont bij zijn moeder in een huis in een wijk SCHOOL: Elektromechanica - Doet enkel wat hij moet doen RELATIES: Experimenteert met seks maar is niet uit op een relatie
Naam:����������������������������������������������������������������������������� Naam:����������������������������������������������������������������������������� VRIENDENGROEP: Een kliekje met drie beste vriendinnen INTERESSES: Actie HOBBY’S: Piano spelen - Lezen KARAKTEREIGENSCHAP: Spontaan - Vrolijk - Rustig FAMILIALE ACHTERGROND: Groot warm gezin met twee broers en een zus SCHOOL: Humane Wetenschappen RELATIES: Regelmatig verliefd op iemand, maar nog geen vaste relatie gehad
jeugdbeweging in de klas
bijlage 03
Namenlijst JONGENS
MEISJES
Alexander Oleg Ozan Lucas Jayden Gulzar Stefano Daan Ahmed Jesse Stanislaw Haroun Ruben Dalil Lars Fathi Milan Tarek Thijs Bakari Keano Erek Ryan Mustafa Pepijn Seppe
Lotte Sophie Yousra Lisa Elif Britt Amy Kefser Fleur Miriam Alexandra Amber Eva Fatima Julia Agnieska Noa Emma Janina Anna Gizem Maud Sanne Semra Aiko jeugdbeweging in de klas
jeugdbeweging in de klas
nietjeugdbeweging
jeugdbeweging
EZELEN
Wat bepaalde jouw keuze?
Stelling 1: wel jbw - niet jbw Stelling 2: wel jbw - niet jbw Stelling 3: wel jbw - niet jbw Stelling 4: wel jbw - niet jbw
STELLINGENSPEL
EEN-TEGEN-ALLEN
Wat bepaalde jouw keuze?
DISCUSSIETAFELS
Wat bepaalde jouw keuze?
bijlage 04
jeugdbeweging in de klas
jeugdbeweging in de klas
bijlage 05
Speluitleg ‘Ezelen’ Je ploeg krijgt een pak kaarten. Kies binnen je ploeg een deler die elke speler vier kaarten geeft. Nadat alle spelers hun kaarten bekeken hebben, telt de deler af. Vervolgens geven alle spelers tegelijkertijd een kaart door: je legt de kaart gedekt op de tafel en schuift die door naar je linkerbuur. Ondertussen kreeg je van je rechterbuur een nieuwe kaart. Neem die in je handen en beslis welke kaart je nu zal doorgeven. Dan telt de deler opnieuw af. De bedoeling is dat je vier kaarten met dezelfde waarde verzamelt. Bijvoorbeeld: K♥K♣K♦K♠. Het zal even duren voor dat lukt.
Kopieer deze spelregels en geef ze mee aan de ploeg ‘niet-jeugdbeweging’.
Wanneer je erin slaagt om zo’n setje van vier kaarten met dezelfde waarde te verzamelen, klop je zo snel mogelijk met je hand op het midden van de tafel. Vanaf dan hoef je geen kaarten meer door te schuiven of op te rapen. Alle spelers leggen nu zo snel mogelijk hun hand boven op de hand van degene die als eerste geslagen heeft. De laatste moet een kaart nemen van de stapel met minpunten. De waarde van die speelkaart is het aantal minpunten dat je krijgt. De deler verzamelt alle kaarten, schudt ze en geeft iedereen opnieuw vier kaarten. Je speelt opnieuw een ronde. Het spel eindigt na 10 minuten. Wie het minste minpunten verzamelt, wint het spel.
jeugdbeweging in de klas
jeugdbeweging in de klas
bijlage 06
Stellingenkaartjes Knip deze kaartjes uit
STELLING
STELLING
Je speelt alleen maar voetbal in de jeugdbeweging.
Je komt altijd vuil thuis als je van de jeugdbeweging komt.
STELLING
STELLING In de jeugdbeweging maak je vrienden voor het leven.
In de jeugdbeweging is iedereen welkom, ongeacht afkomst, achtergrond of mogelijke beperking.
STELLING
STELLING
Door de jeugdbeweging heb je geen tijd voor schoolwerk.
Wie niet in de jeugdbeweging zit, mist heel veel.
STELLING
STELLING
Als je in de jeugdbeweging zit, moet je in Jezus geloven.
In de jeugdbeweging moet je drinken en roken.
jeugdbeweging in de klas
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
Stelling
jeugdbeweging in de klas
bijlage 07
Meningenkaartjes Kopieer dit op een groen blad, zodat elke leerling een kaartje heeft.
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
helemaal mee eens
jeugdbeweging in de klas
Kopieer dit op een blauw blad, zodat elke leerling een kaartje heeft.
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
mee eens
jeugdbeweging in de klas
bijlage 07 Kopieer dit op een wit blad, zodat elke leerling een kaartje heeft.
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
neutraal
jeugdbeweging in de klas
Kopieer dit op een geel blad, zodat elke leerling een kaartje heeft.
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
mee oneens
jeugdbeweging in de klas
bijlage 07 Kopieer dit op een rood blad, zodat elke leerling een kaartje heeft.
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
helemaal mee oneens
jeugdbeweging in de klas
jeugdbeweging in de klas
bijlage 08
Sudoku
2 8 7 4 6 4 2 8 5 6 9 6 7 3
3 9 6 1
8
9 7 4 3 6 4 7 1 8 Kopieer dit één keer.
jeugdbeweging in de klas
jeugdbeweging in de klas
bijlage 9
Facebookprofiel
Kopieer dit voor de helft van je leerlingen.
jeugdbeweging in de klas
jeugdbeweging in de klas
bijlage 10
Discussiethermometer THEMA = .........................................................................................................................
binnen de jeugdbeweging
buiten de jeugdbeweging
HEEL BELANGRIJK
HEEL BELANGRIJK
HELEMAAL NIET BELANGRIJK
HELEMAAL NIET BELANGRIJK
Kopieer dit één keer per thema.
jeugdbeweging in de klas
jeugdbeweging in de klas
bijlage 11
Materiaallijst BASIS n n n n n n n n n
Persoonsfiche (één per leerling) (bijlage 2) Trajectblad (één per leerling) (bijlage 4) Kladpapier Kleurpotloden/stiften 2 kaartspelen 2 kopieën van de spelregels van Ezelen Kopieën van de stellingenkaartjes (bijlage 6) Kopieën van de meningenkaartjes (bijlage 7) (Kussens)
EEN-TEGEN-ALLEN n n n n n n n n n n
Een schaar Een boek 5 appels 10 elastiekjes Een lepel Een knikker Pennen Papier Sudoku (bijlage 8) Facebookprofiel (bijlage 9)
DISCUSSIETAFELS n Grote papieren met thema’s n Papiertjes met bijvragen en situaties n Discussiethermometers (bijlage 10)
NABESPREKING n Krijt of schildersplakband
jeugdbeweging in de klas
jeugdbeweging in de klas