België – Belgique P.B. 2000 Antwerpen 1 BC 30265
4de jaargang, nummer 1 Verschijnt 4 x per jaar, in maart, juni, september & december Afgiftekantoor 2000 Antwerpen 1 – P 706164 Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw De Wittestraat 2, 2600 Berchem T (03)226 40 83 – F (03) 226 40 85
[email protected] – www.formaat.be V.U.: Tom Willox, Moerheide 9, 9220 Hamme
maart 2010
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Jongerencultuur: What’s in a name? Karuur en VVJ over participeren aan JBP Het JBP van Wouter Van Bellingen en Mathias De Clercq
JeugdBeleidsPlanning
Het jeugdhuis participeert aan het JBP
De J van jeugdhuis, jongerencultuur en JBP. De P van plan en participatie. p.4 _ Jeugdwerk staat of valt met de participatie van jongeren. Dat is zeker het geval voor jeugdhuizen. Ook het jeugdbeleidsplan (JBP) is een hoogmis voor participatie en inspraak van jongeren. Reden genoeg dus om deze Betoog aan het JBP 2011-2013 te wijden. We zetten op een rij waarom het JBP voor jeugdhuizen belangrijk is.
Jh zkt. JBP p.6 _ Jeugdhuizen zenden hun vertegenwoordigers naar de vergadertafel over het jeugdbeleidsplan. Jonas (Club 9), Seppe (Juvenes) en Sander (Ten Goudberge) zijn lid van de stuurgroep JBP in hun gemeente. Ze vertellen ze waarom zij met hun jeugdhuis mee het jeugdbeleid plannen.
Hoe beïnvloed je jouw gemeentebeleid na het schrijven van het JBP? p.22 _ Momenteel bedenken en schrijven steden en gemeentes het beleidsplan voor 2011-2013. Jeugdhuizen en jongeren(centra) nemen hier een rol in op. Maar hoe druk je jouw stempel op de gemeente en het jeugdbeleid als het JBP finaal is goedgekeurd door de gemeenteraad? In dit artikel zetten we enkele mogelijkheden op een rij.
Karuur en VVJ
EHBO voor participatie aan het JBP p.8 _ In nood kent men zijn vrienden. Dat is ook voor jeugdwerkers en jeugdbeleidsplanners het geval. Wie vragen heeft over participatie van jongeren en het JBP kan altijd aankloppen bij Karuur. Deze organisatie staat jongeren, jeugddiensten en beleidsmakers bij met input en info. Betoog legde Katrien Vanhove en Joris De Bleser van Karuur enkele vragen voor. Een interview met Karuur, letterlijk en figuurlijk.
VVJ supportert het JBP vooruit p.11 _ Koen Steuperaert is stafmedewerker bij de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten (VVJ). Hij geeft vanuit VVJ enkele beschouwingen bij de lopende processen voor een nieuw JBP in de gemeenten.
Het JBP van…
Wouter Van Bellingen p.12 _ In Vlaanderen raakte hij bekend als de schepen die een massahuwelijk organiseerde. In zijn eigen stad is hij bij jongeren vooral gekend als de gedreven schepen van jeugd. Betoog strikte Wouter Van Bellingen voor een interviewtje over het jeugd(werk)beleid in Sint-Niklaas.
Mathias De Clercq p.18 _ Ook In Gent wordt volop aan het JBP geschreven. Mathias De Clercq is als Eerste Schepen van de stad ook voor jeugd bevoegd. In een rendez-vous met Betoog vertelt hij over het jeugdbeleid en het jeugdwerk in de Arteveldestad.
Jongerencultuur
Jeugd- en jongerencultuur met een grote J? p.14 _ Minister van Jeugd Pascal Smet schoof jeugd- en jongerencultuur naar voren als nieuwe prioriteit in het jeugdbeleidsplan. Maar wat houdt jongerencultuur concreet in? Er zijn verschillende invalshoeken om het thema te kaderen. Maar in eerste instantie moeten we stilstaan bij wat het betekent om jong(ere) te zijn in deze tijd. Aanvullend geven CJP, Javi tv en Villanella hun visie op jongerencultuur (p.17).
Brandveiligheid
Formaat steekt het vuur aan de lont p.20 _ In het jeugdbeleidsplan 2011-2013 is brandveiligheid de prioriteit in het hoofdstuk jeugdwerkbeleid. Formaat houdt een pleidooi voor een doordacht brandveiligheidsbeleid op lange termijn.
Bij onze mannelijke medewerkers op Formaat heerst momenteel een babyboom. Ook ik word binnenkort vader, voor de eerste keer.
Het maken van kinderen houdt eigenlijk verband met het thema van deze Betoog. Het is, net als jeugdbeleid maken, samen op lange termijn plannen.
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Je bereidt je voor op de toekomst. Toekomstige ouders doen dat door zich te laten bijstaan door een gynaecoloog, informatieve boekjes en de tips van vrienden en familie. Jeugdbeleidsmakers laten zich bijstaan door een JBP-stuurgroep, ze kunnen zich laten bijstaan door experts en ze bevragen de jeugd. Er wordt dus gedroomd en nagedacht waar je over enkele jaren wilt staan. Toch heb je als beleidsplanner of ouder niet alles in de hand. Want niet alles is zomaar voorspelbaar en maakbaar. Het geslacht, de gezondheid… Als ouder heb je er geen vat op. Ook beleidsplanners kunnen niet alles op voorhand voorspellen. Ondanks alle plannen, blijven we steeds voor onverwachte uitdagingen staan. Dat maakbare en tegelijk ook onvoorspelbare is zo mooi aan kinderen en jeugdbeleid maken. Het ene heeft zelfs een beetje met het andere te maken. We maken een jeugdbeleid voor kinderen en jongeren omdat we willen dat zij later mogen opgroeien en genieten in een mooie en maakbare wereld. Kritisch en diepgaand thematisch tijdschrift van Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw De Wittestraat 2, 2600 Berchem (T) 03 226 40 83 – (F) 03 226 40 85
[email protected] – www.formaat.be
Betoog verschijnt 4 x per jaar, in maart, juni, september & december. Het tijdschrift is gratis voor leden, extra exemplaren kunnen verkregen worden aan 10,80 euro (leden) of 18,30 euro (niet-leden) per jaar.
Verantwoordelijke uitgever Tom Willox, Moerheide 9, 9220 Hamme
Kernredactie Joren Camerlinckx, Lennert Deleu, Kara Eestermans
Eindredactie Lennert Deleu
Vormgeving & lay-out Pepijn Haghebaert
Foto’s Formaat, lokale jeugdhuizen, Toon Walleyn, website Wouter Van Bellingen, kabinet Mathias De Clerq, Karuur
Druk De Wrikker vzw, Patriottenstraat 29, 2600 Berchem
(ld)
Alles mag overgenomen worden, als er maar bij staat dat het uit Betoog komt!
In deze Betoog serveren we daarom een uitgebreide portie JBP. Geen kinderportie, maar een stevige maaltijd om volop goesting van te krijgen.
3
De J van jeugdhuis, jongerencultuur en JBP De P van plan en participatie
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Jeugdwerk staat of valt met de participatie van jongeren. Dat is zeker het geval voor jeugdhuizen. Ook het jeugdbeleidsplan (JBP) is een hoogmis voor participatie en inspraak van jongeren. Reden genoeg dus om de inhoud van deze Betoog aan het JBP 2011-2013 te wijden. Hoe je het ook draait of keert, politiek is doorslaggevend in ons leven. Want interesse of geen interesse voor (lokale) politiek, de beslissingen van de gemeenteraad en het schepencollege hebben uiteindelijk invloed op de lokale samenleving, de concrete leefwereld van jongeren. In het jeugdbeleidsplan van een gemeente of stad worden de krijtlijnen uitgezet voor de komende drie jaren. De krijtlijnen van de directe leefomgeving van jongeren.
Een stevige kans en garantie Jongeren en jeugdhuizen hebben de kans om te participeren aan de beleidsplanning. Ze bepalen mee de inhoud van het beleid voor de jaren 2011, 2012 en 2013. Zo’n plan komt niet met een simpele vingerknip tot stand. Het is het resultaat van een lang en intens denkproces met verschillende actoren
is het jeugdhuis een mentale en fysieke plek waar jongerencultuur passief en actief wordt gecreëerd en beleefd. Het zit passief verweven in verschillende aspecten van het jeugdhuis (de muziek in de ontmoetingsruimte, de sfeer en inrichting, het aanbod van activiteiten…) Actief komt het tot uiting via de creatieprocessen en podiumkansen in het jeugdhuis. Of heel concreet: het vrij podium, de contest voor dj’s, een theaterproject, het graffitischilderij op een muur… Politici willen graag objectief meten. Dat helpt hen om te analyseren, te beoordelen en keuzes te maken. Dat is bij jongerencultuur niet simpel, want het is moeilijk te meten en behoorlijk subjectief. Het is dan ook een moedige keuze om jongerencultuur als beleidsprioriteit te maken. Want de term jeugd- of jongerencultuur is geen hermetisch of vast gedefinieerd begrip. Het is voor beleidsmakers geen evidentie om met zo’n vaag begrip aan de slag te gaan. Het is moeilijker objectief te meten en te beoordelen. Jongerencultuur heeft te maken met subjectieve smaak en voorkeur. Niettemin valt er beleid rond te maken. Het is behalve een moedige keuze, ook een stimulerende keuze. Het is extra glijmiddel om de sectoren cultuur en jeugd dichter bij elkaar te brengen. Het voorbije decennium zijn al heel wat muurtjes tussen beide werelden gesloopt. Toch is er nog veel werk aan de winkel. Laat ons hopen dat de keuze voor jongerencultuur als beleidsprioriteit het sloopwerk versnelt en de kruisbestuiving stimuleert.
Het JBP is geen vodje papier. De inhoud ervan is bepalend voor wat er de komende drie jaren in jouw stad of gemeente op het vlak van jeugd(werk)beleid zal gebeuren. De jeugddienst en schepen van jeugd betonneren hun beleidskeuzes in het plan.
Vier aandachtspunten
Jongerencultuur
Als het over de invulling en aanpak van jongerencultuur gaat, dan zijn er voor Formaat vier punten om in het achterhoofd te houden.
Elke beleidsperiode kiest de Vlaamse minister van jeugd twee prioritaire beleidsthema’s. Na jeugdinformatie en jeugdwerkinfrastructuur ligt de focus deze keer op brandveiligheid en jeugd- en jongerencultuur. Dat laatste is niet onbelangrijk voor het jeugdhuiswereldje. Want nog meer dan de traditionele jeugdbeweging,
4
1. Benader cultuur breed Jongerencultuur is meer dan culturele creatie en expressie van jongeren. Het accent ligt best niet te eenzijdig op ‘cultuur’. ‘Jeugd’cultuur betekent ook ‘niets doen, chatten, rondhangen, fuiven… Het heeft een hoge fun-factor. Door te zwaar in te zet-
Druk jouw (jeugdhuis)stempel op het gemeentelijk jeugdbeleid
‘Het JBP is geen vodje papier. De inhoud is bepalend voor wat er in jouw stad of gemeente zal gebeuren.’ ten op cultuur dreigt bepampering van jongeren. Er zal een goed evenwicht moeten gevonden worden tussen ‘het consumeren en eerder vrijblijvend deelnemen aan het vrijetijdsaanbod en het zelf produceren van jeugdcultuur’.
2. Ondersteun wat is en bouw verder uit Rond jongerencultuur leeft al veel in steden en gemeenten en uiteindelijk is ook de budgettaire ruimte beperkt. Het komt er niet op aan om het warm water uit te vinden, maar om het bestaande nog dieper uit te bouwen.
In de gemeente zijn veel interessante partners: de bibliotheek, het cultuurcentrum, de jeugddienst en uiteraard de jeugdhuizen en jongerencentra. Ga samen rond de tafel zitten, leer elkaar kennen en sla de handen in elkaar. Als jeugdhuissector zijn we een interessante partner in het realiseren van een beleid en aanbod rond jongerencultuur.
4. Niet doodknuffelen Een beleid moet meer zijn dan een op maat gesneden aanbod voor jongeren. We moeten opletten met pogingen van volwassenen om te beheersend en ‘regelend’ op te treden. Acties rond jeugdcultuur gaan best niet op opvang lijken, de verkleutering loert dan om de hoek. Jeugdcultuur kan je makkelijk doodknuffelen.
Jeugdbeleidsplanning lijkt op het eerste zicht misschien een ver-van-je-bedshow, maar niets is minder waar. Door mee te werken aan dit plan werk je mee aan het beleid van jouw gemeente. Het gaat hier zowel over zaken die rechtstreeks met het jeugdhuis te maken hebben als over andere dingen, zoals bijvoorbeeld vorming, diversiteit, informatie…
Het rapport
Is jouw jeugdhuis klaar om zijn stempel te drukken op het gemeentelijk jeugdbeleid? Droom, durf en doe dan mee. Ga aan de slag met het rapport. Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
3. Bouw aan netwerken
2010 is hét jaar bij uitstek om het jeugdbeleid voor 2011-2013 in jouw gemeente mee vorm te geven. In 2010 schrijven de gemeenten namelijk het jeugdbeleidsplan 2011-2013. Tijdens het planningsjaar is het belangrijk om jouw jeugdhuis mee op de kaart te zetten. Bepaal in 2010 de toekomst van jouw jeugdhuis en de rest van het jeugdbeleid. Hoe? Droom, durf en doe mee.
• Download ‘Het Rapport’ op de website van formaat. Het is een tool om met jouw jeugdhuis na te denken over het gemeentelijk jeugdbeleid. Kijk wat al goed zit, ga op zoek naar zaken die je kan verbeteren en denk ook na welke rol jouw jeugdhuis kan spelen. • Prik een datum waarop jij in jouw jeugdhuis een denkmoment rond het jeugdbeleidsplan organiseert. • Nodig mogelijke geïnteresseerden uit. Gebruik de affiche en uitnodigingen die jouw jeugdhuis in de brievenbus kreeg. Voor extra affiches en uitnodigingen kan je het ontwerp downloaden. • Neem nu al contact op met jouw gemeentelijke jeugddienst. Laat weten dat jij (met je jeugdhuis) wil nadenken over het jeugdbeleidsplan. Vraag hoe en wanneer je iets kan betekenen en vertel over de acties van Formaat.
Meer informatie?
• Surf naar www.jeugdbeleidsplan.be. • Download Gevat, editie ‘Jeugdbeleidsplan’, vierde jaargang nummer 2 op www.formaat.be.
Het jeugdhuis uitgedaagd Het jeugdhuis is geen eiland. Het heeft zijn rol, taak en plaats in de gemeente en het lokale jeugdwerk. Via het JBP kunnen jeugdhuizen zich nog meer op de kaart zetten en een jeugdhuisvriendelijk klimaat scheppen. Er liggen dan ook heel wat kansen in het participeren aan de komende ronde jeugdbeleidsplanning. De prioriteit jongerencultuur en het participatief planningsproces zijn twee stevige raakvlakken met het jeugdhuiswerk. Jeugdhuizen zijn alvast dubbel uitgedaagd om er een lap op te geven. JBP, olé olé.
(ld)
5
JH zkt. JBP
Jongeren uit het jeugdhuis schrijven mee aan het JBP Jeugdhuizen zenden hun vertegenwoordigers naar de vergadertafel over het jeugdbeleidsplan. Jonas (Club 9), Seppe (Juvenes) en Sander (Ten Goudberge) zijn lid van de stuurgroep JBP in hun gemeente. Op de komende bladzijden vertellen ze waarom zij met hun jeugdhuis mee het jeugdbeleid plannen.
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
BETOOG: Voor de hoeveelste keer schrijven jullie mee aan het JBP? Jonas: “Dit is de eerste keer dat ik actief in een werkgroep rond het JBP zit. Vorige keer heb ik het ook meegemaakt, maar niet in een werkgroep. Ik ben er toen wel mee bezig geweest tijdens de jeugdraad en het is in Club 9 met de raad van bestuur besproken. Seppe: “Voor mezelf is het de eerste keer dat ik, vanuit Juvenes, wordt betrokken bij het JBP. Als beroepskracht vertegenwoordigde ik het jeugdcentrum reeds in de jeugdraad, maar ik zit nu dus ook in de stuurgroep van het jeugdbeleidsplan. Sander: “Het is ook mijn eerste keer. Vanuit de jeugddienst en jeugdraad kwam de vraag naar gemotiveerde jongeren om te helpen bij het schrijven. Ik ben voorzitter van Ten Goudberge en wou graag onze standpunten verdedigen. Binnenkort studeer ik ook af als sociaal-cultureel werker. Ik dacht dat ik vanuit die opleiding wel iets kon bijdragen voor de jeugd in Wevelgem.”
Waarom wil jullie jeugdhuis betrokken zijn bij de opmaak van het JBP? Jonas: “Als je als jeugdhuis niet actief meedoet, kan het zijn dat bepaalde aandachtspunten die voor een jeugdhuis belangrijk zijn niet aan bod komen. Het is dus absoluut belangrijk dat wij onze zeg kunnen doen. Seppe: “Het is belangrijk dat Juvenes, met meer dan 600 leden, mee richting kan geven aan het toekomstige jeugd(werk)beleid. Zorgen voor een veilige uitgangsbuurt, inrichten van een repetitieruimte het bouwen van nieuwe skate-ramp en fuifbeleid zijn zaken waar we als jeugdhuis onze mening over kwijt willen. Met een prioriteit als jeugd- en jongerencultuur mogen we onze kans op inspraak niet zomaar voorbij laten gaan.” Sander: “Als grootste jeugdvereniging van Wevelgem moeten wij ons gewoon laten horen. Het JBP zit in Wevelgem al goed in elkaar, maar hier en daar zijn er nog puntjes waarvan wij met het jeugdhuis vinden dat er plaats is voor verbetering. Daar willen we aan helpen.”
Sander Deflo wil de stem van zijn jeugdhuis laten horen.
Is participeren aan het JBP een moeilijke klus? Sander: “Als je geïnteresseerd bent in beleidsthema’s die de jeugd aangaan en je bent gemotiveerd om iets te doen voor de jeugd, dan is het niet zo moeilijk. Je blijft natuurlijk wel bezig over meer inhoudelijke thema’s. Ook is het belangrijk om er op tijd aan te beginnen en op regelmatige basis terug samen te komen. Jonas: “Bij de opmaak van het JBP moet je toch met veel dingen rekening houden. Als je een beslissing neemt over een subsidie die anders verdeeld zal worden, moet je fatsoenlijk nagaan welke gevolgen dit kan hebben. Je moet ook nagaan of er noden vanuit het jeugdwerk zijn en nagaan of de voorziene bedragen voldoende zijn. Uiteindelijk beslist het schepencollege nog altijd, maar de mensen die het JBP opstellen weten er het meeste van omdat zij er elke dag mee bezig zijn. Zij moeten dus de juiste beslissingen nemen.
Wie mee schrijft aan het JBP moet weten wat er leeft bij jongeren in de gemeente. Hoe houden jullie voeling met de jeugd en het jeugdwerk in de gemeente?
Seppe, coördinator Juvenes:
‘Ik haal veel info uit de informele gespreken met de vrijwilligers en leden. Veel van onze bezoekers hebben bijvoorbeeld klachten over de verkeersonveiligheid aan het jeugdcentrum.’ 6
Jonas, voorzitter Club 9
‘Het is absoluut belangrijk dat wij onze zeg kunnen doen.’
Hoe bewaken jullie dat het JBP in jullie gemeente goed wordt uitgevoerd? Seppe: “Juvenes is vertegenwoordigd in de algemene vergadering en het dagelijks bestuur van de jeugdraad. Automatisch hebben we dus zeggenschap over de jaarlijkse verantwoordingsnota en de evaluatie van het voorbije beleidsplan.” Jonas: “Binnen het bestuur van ons jeugdhuis, en vooral met onze beroepskrachten, denk ik dat wij ervoor zorgen dat het deeltje dat voor ons is voorzien in het JBP toch zeker aan bod komt, zoals bijvoorbeeld de verbouwingen dit jaar. Datgene wat niet uitgevoerd wordt, brengen we ter discussie op de jeugdraad of op de jeugddienst.
In de jeugdraad evalueert Seppe De Roover het voorbije jeugdbeleidsplan van Zele.
Jonas: “Normaal is de schepen maandelijks op onze jeugdraad. Als er iets dringend is en het niet via de jeugddienst kan, bel ik hem gewoon of spreken we af. Sander: “In Wevelgem hebben we sinds kort de jongste schepen van Vlaanderen. We trachten hem geregeld aan te spreken of we nodigen hem eens uit voor een bezoek of een nieuwjaarsdrink. Hier moet ik ons bestuur en zeker onze coördinator bij vermelden, want zij zorgen toch dat de schepenen ons niet uit het oog verliezen. Zij zorgen er vaak voor dat door de gemeente vergeten dossiers terug op de agenda geplaatst worden.” Jonas: “Uiteindelijk is het wel het voltallige schepencollege die de beslissingen neemt, dus een schepen kan je niet echt iets beloven tot de rest ook akkoord is. Dat is het spijtige aan politiek.
(ld)
Heeft jullie jeugdhuis een goede band met de Schepen van Jeugd? Seppe: “We zetelen samen in de jeugdraad, en zien elkaar dus meer dan ééns per maand. Er hoeft niet ‘gemeneerd’ te worden, waardoor de onderlinge sfeer altijd zeer open is.
Sander, voorzitter Ten Goudberge:
‘Ons bestuur en onze coördinator zorgen er voor dat het schepencollege ons niet uit het oog verliest.’ 7
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Jonas: “Ik ben momenteel voorzitter van Club 9. Ik probeer ik toch om de twee weken te tappen in het jeugdhuis en spring ik er regelmatig binnen. Ik zit niet meer elke dag in het jeugdhuis, maar er zijn andere mensen van het bestuur die dat wel doen en die ik ook elke week zie. Zo blijf ik toch zeker op de hoogte. Ik zit ook al heel lang in de jeugdraad dus als er nieuws is in Beringen, hoor ik het daar. Seppe: “Aangezien ik zelf in Zele woon en leef, is het niet zo’n ver-van-mijn-bed-show. Die voeling is er dus. Ik haal veel info uit de informele gespreken met de vrijwilligers en leden in Juvenes. Veel van onze bezoekers hebben bijvoorbeeld klachten over de verkeersonveiligheid aan het jeugdcentrum. Sander: “Ik ben reeds enkele jaren actief in ons jeugdhuis en de laatste jaren zelfs als voorzitter. Ik heb dus constant contact met de Wevelgemse jeugd. Voor de opmaak van het JBP organiseren we ook enkele inspraakmomenten om de jeugd te horen. We spreken enkele jongeren aan op fuiven en we verspreiden enquêtes. Op die manier trachten we ook de niet-georganiseerde jeugd te betrekken.
EHBO voor het JBP
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Karuur over participeren aan JBP
In nood kent men zijn vrienden. Dat is ook voor jeugdwerkers en jeugdbeleidsplanners het geval. Wie vragen heeft over participatie van jongeren en het JBP kan altijd aankloppen bij Karuur. Deze organisatie staat jongeren, jeugddiensten en beleidsmakers bij met input en info. Betoog legde Katrien Vanhove en Joris De Bleser van Karuur enkele vragen voor. Een interview met Karuur, letterlijk en figuurlijk. BETOOG: Op welke manier ondersteunt Karuur de lokale jeugdbeleidsplanning? Karuur: “We hebben een traject opgezet om jongeren en jeugd raden te ondersteunen in het proces dat voorafgaat aan het jeugd beleidsplan 2011-2013. Dit traject bestaat uit drie delen. Ten eerste bieden we informatie aan voor lokale jeugdraden. Omdat er al heel wat informatie beschikbaar is, richten we ons op informatie die specifiek voor de jeugdraad relevant is. Jeugdraden spelen immers een belangrijke rol in de opmaak van de plannen. Ten tweede ontwikkelden we een vormingssessie die jeugdraden, maar ook stuurgroepen en iedereen die met de jeugdbeleidsplanning bezig is, kan aanvragen. Op een interactieve manier zetten we op een rijtje wat een jeugdbeleidsplan precies is, waarover het moet gaan en welke rol je erin kan spelen. Ten derde volgen we vijf gemeenten van dichtbij op. Tijdens de zomer konden gemeentebesturen zich hiervoor kandidaat stellen. De vijf gemeenten krijgen niet alleen gratis vorming. Maar ook op andere cruciale momenten in de jeugdbeleidsplanning komen we langs bij de jeugdraad, zetten we workshops op of vergaderen we mee.”
Welke vragen of opmerkingen omtrent de opmaak van een JBP ontvangen jullie?
Karuur: “De vorming over het jeugdbeleidsplan heeft veel succes. Het is duidelijk dat heel wat jeugdraden en stuurgroepen graag een externe organisatie over de vloer krijgen om op een interactieve manier vorming te volgen over het jeugdbeleidsplan. Dat hoeft ook niet te verrassen. Het vorige jeugdbeleidsplan werd opgemaakt in 2007, drie jaar geleden dus. Dat is heel wat in een jeugdraadleven. Heel wat jongeren die toen mee de kar trokken zijn er nu mee gestopt. Af en toe komen er wat meer technische vragen, over de samenstelling van de stuurgroep bijvoorbeeld. We verwachten ook dat er tegen het einde van het planningsproces nog wel wat vragen zullen binnenkomen. Vooral wanneer de plannen definitief vorm beginnen te krijgen en de jeugdraad advies moet gaan geven.”
Voor de volgende periode jeugdbeleid staan jongerencultuur en brandveiligheid als prioriteit aangestipt. Wat is jullie indruk over die thema’s. Zijn ze voldoende gekend of verkend? Karuur: “De informatie over de prioriteiten en de precieze voorwaarden waaraan je moet voldoen om in aanmerking te komen voor de extra middelen worden pas zeer laat bekend gemaakt. Dat doet geen goed aan de kennis over deze thema’s bij de jeugdraden. Hoe dan ook zijn het twee thema’s die wel de nodige interesse opwekken. Met brandveiligheid wordt zowat elke jeugdraad geconfronteerd. Er zijn er maar weinig waar het niet op de agenda staat. Met jeugdcultuur is het een ander verhaal. Sommige gemeenten hebben al heel interessante projecten lopen en willen deze via deze prioriteit behouden of verder uitdiepen. Voor gemeenten die er nog niet zoveel rond werkten is dit vast en zeker een motivatie om er een begin mee te maken. Zo zijn we er zeker van dat er her en der nieuwe initiatieven of ruimten waar jongeren cultuur kunnen beleven zullen ontstaan.”
‘Kinderen en jongeren zijn ervaringsdeskundigen in het jong zijn. Niemand anders dan zij zelf weten wat leeft en waar er behoefte aan is.’ 8
Zien jullie naast brandveiligheid en jongerencultuur nog andere thema’s veel voorkomen? Karuur: “Twee thema’s die vaak terugkomen zijn mobiliteit en verkeersveiligheid. We noemen ze in één adem omdat ze erg nauw met elkaar verbonden zijn. Vaak begint het bij het besef dat de omgeving van een jeugdlokaal onveilig is. Maar heel wat jeugdraden zetten ook een stapje verder en kijken naar de algemene verkeerssituatie in hun gemeente en de bereikbaarheid van plekken die interessant zijn voor kinderen en jongeren. Daarnaast duikt jeugdwerkinfrastructuur voortdurend op. Naast de kwestie van de brandveiligheid, zijn er nog veel lokalen waarbij aan andere behoeften niet voldaan is. Denken we maar aan lekkende daken, verouderde toiletten, tekort aan opslagruimte…”
Waarom is het volgens jullie belangrijk dat lokale jongeren participeren in het gemeentelijk proces beleidplanning?
lijkt niet zoveel, maar als je ze bij de besparingen legt die vele gemeentebesturen sowieso al moeten doen om hun begroting in orde te houden, dan gaat het jeugdbeleid er hier en daar wel de gevolgen van dragen. Maar tegelijkertijd horen we ook signalen uit gemeentebesturen die er voor het volgende jeugdbeleidsplan een fikse schep bovenop zullen doen. Volgens ons is er dus op dit moment geen sprake van een algemene dalende tendens.”
‘Het komt er op neer om verschillende soorten van participatie met elkaar te combineren.’ wel verplicht. En maar goed ook. Kinderen en jongeren zijn ervaringsdeskundigen in het jong zijn. Niemand anders dan zij zelf weten wat leeft en waar er behoefte aan is. Nu ja, beleidsmakers en ambtenaren zijn ook kind geweest en in die zin misschien ook wel ervaringsdeskundig. Maar zij kijken intussen toch met een andere bril naar hun nabije omgeving. Bovendien wordt beleid dat gedragen is door de doelgroep ook alleen maar beter. Maak je beleid en een beleidsplan dat gebaseerd is op een uitgebreide bevraging van de doelgroep dan gaat het ook meer efficiënt zijn. Deze boodschap proberen we met Karuur ook over te brengen aan de beleidsmakers. Dat is niet altijd even gemakkelijk. Want een uitgebreid participatieproces voorafgaand aan een beleidsplan slorpt heel wat tijd en soms ook geld op. Tijd die niet alle burgemeesters en schepenen ervoor over hebben.”
Momenteel kent onze samenleving een financiële en economische crisis. Heeft dat volgens jullie invloed op de beleidsplannen voor jeugd? Karuur: “Heel wat gemeentebesturen moesten vóór de huidige crisis al fors gaan besparen. De crisis maakt het er natuurlijk niet gemakkelijker op. De Vlaamse overheid bespaarde bijvoorbeeld al één procent op de beschikbare financiële middelen van steden en gemeenten die een jeugdbeleidsplan indienen. Die één procent
Wie mee nadenkt over het jeugdbeleidsplan moeten op veel terreinen ervaren zijn. Je weet best een beetje hoe een gemeente organisatorisch werkt, je moet wat thuis zijn in financiën en je moet ook goed kunnen onderhandelen of lobbyen. Hoe kunnen individuele jongeren zich optimaal prepareren voor het JBP? Karuur: “Denken dat je een uitmuntende kennis van de gemeente en het jeugdbeleid moet hebben om te kunnen deelnemen aan het planningsproces, is niet helemaal juist. Het helpt als je de context goed kent, maar dit kan ook een rem zijn op de creativiteit en de vrijheid om nieuwe ideeën te lanceren of ambitieuze projecten in de steigers te zetten. Wil je als individuele, geïnteresseerde jongere meesturen aan het jeugdbeleid? Dan moet je vooral je eigen ervaring in de gemeente meenemen. Wat vinden jij en je leeftijdsgenoten van het jeugdbeleid in de gemeente? Waar is er nog een extra nood aan? Wat loopt er supergoed en moet zeker behouden blijven? Op zulke vragen kan elke jonge inwoner van een stad of gemeente een antwoord geven en dat is soms al meer dan genoeg. Als individuele jongere kan je ook plaatsnemen in de stuurgroep van het jeugdbeleidsplan. Dit is een groep jongeren en deskundigen die het plan eigenlijk effectief maken. Kom je er als groentje bij? Geen probleem, meestal wordt er tijd en ruimte voorzien voor een leuke vorming over de gemeente en het jeugdbeleidsplan. Ook
9
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Karuur: “In geen enkel andere beleidsplan of het bestuursakkoord van het gemeentebestuur hebben kinderen en jongeren inspraak. Op geen enkel moment is een gemeente verplicht om de mening van kinderen en jongeren onder achttien jaar te vragen. In de voorbereiding van een gemeentelijk jeugdbeleidsplan is dit
Joris De Bleser, coördinator van Karuur.
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
‘Een stevig advies blijft niet ongelezen.’
in de jeugdraad kan je je ding doen. De jeugdraad speelt een belangrijke rol en zal op vele momenten gedurende 2010 zijn zegje kunnen doen over het jeugdbeleidsplan. Ook daar wordt telkens een goede uitleg voorzien. Mis je toch wat kennis? Heel wat organisaties zoals Karuur, Steunpunt Jeugd en VVJ (Vereniging van Vlaamse Jeugddiensten en –consulenten) voorzien websites boordevol informatie. Naar Karuur kan je bovendien te allen tijde bellen of mailen. Een snel antwoord is gegarandeerd.”
Sommige gemeenten werken met babbelboxen, schrijfwanden, speciaal ontworpen bierkaartjes… Je kan het zo gek niet bedenken of het is al eens gebeurd. Kwalitatief leveren deze methoden soms meer op dan een enquête. Zo’n participatiemomenten moeten ook plaatsvinden wanneer het plan al aan het lopen is, in 2011 en 2012, en niet alleen nu omdat er een plan moet opgemaakt worden. Toegegeven, dit kost een gemeente wel wat. Maar het levert zo ontzettend veel op en het maakt het beleid gewoon beter.”
Op welke manier kan de gemeente participatie aan het jeugdbeleidsplan laagdrempelig houden?
Hoe kan een lokale jeugdraad er mee over waken dat de doelstellingen en intenties in het JBP ook effectief gerealiseerd worden?
Karuur: “Wanneer we met Karuur vorming gaan geven over het jeugdbeleidsplan geven we haast altijd deze boodschap mee: een jeugdbeleidsplan opmaken is geen exacte wetenschap. Niemand verwacht een statistisch en wetenschappelijk verantwoord rapport. Dat geeft gemeenten natuurlijk veel vrijheid om op een laagdrempelige manier die ook eigen is aan jongeren om te gaan met de participatie aan het plan. We horen hoe langer hoe meer van jeugddiensten:’We gaan niet te veel enquêtes doen, uit gesprekken halen we zo veel meer.’ Dit klopt natuurlijk niet helemaal, het is eerder een en-en-verhaal. Het komt er op neer om verschillende soorten van participatie met elkaar te combineren. Zo kan je een enquête doen en aanvullend enkele andere initiatieven. Ga bijvoorbeeld een avond aan de toog van het jeugdhuis hangen en neem enkele stellingen over het gemeentelijk jeugdbeleid mee. Spreek de gasten van het jeugdhuis aan en vraag in ruil voor een drankje, hun mening over de stellingen. Geen middelbare school in je gemeente? Zet je ’s morgens aan de bushalte waar veel jongeren opstappen en maak een praatje. Iets in ruil geven helpt altijd. ’s Ochtends werken koffiekoeken zeer goed. Maar het kan ook anders.
Karuur: “Het opvolgen van de uitvoering van het jeugdbeleidsplan is één van de opdrachten van de jeugdraad. Heel wat jeugdraden hebben een goed systeem om dit op te volgen. Ze houden een Excel bij of gaan het jeugdbeleidsplan te lijf met fluostiften en potloden om met kleuren aan te duiden wat de stand van zaken is. De jeugdraad kan ook gebruik maken van Rate-a-plan (www. rate-a-plan.be). Dit is een online tool waarmee je de uitvoering van het jeugdbeleidsplan kan opvolgen. Maar dit is maar een deel van het werk natuurlijk. Jeugdraden moeten ervoor zorgen dat ze zowel bij de jeugddienst als bij de Schepen van Jeugd de vinger aan de pols houden. Tijdens vergaderingen en daarbuiten moeten ze ervoor zorgen dat ze goed op de hoogte blijven van het reilen en zeilen in de gemeente. Vaak komt die informatie vanzelf en licht de jeugddienst of de schepen dossiers toe. Maar soms komt de informatie niet vanzelf. Dan is het aan de jeugdraad om er toch mee bezig te blijven en vragen te blijven stellen. De jeugdraad heeft dat recht. Loopt het niet zoals gepland, dan kan de jeugdraad advies geven aan het gemeentebestuur en hen zo aanporren om er verder werk van te maken. Tot slot moet het gemeentebestuur jaarlijks in een verantwoordingsnota aangeven of alles zoals gepland in het JBP effectief werd uitgevoerd. Dit is een belangrijk moment voor de jeugdraad want alweer is het gemeentebestuur verplicht deze nota voor te leggen aan de jeugdraad voor advies. Indien er belangrijke zaken niet werden uitgevoerd kan de jeugdraad dit duidelijk maken in een gepeperd advies. Adviezen zijn dan wel geen dwingend middel, maar een stevig advies blijft niet ongelezen. Indien je echt ontevreden bent met de jeugdraad kan je natuurlijk ook overgaan tot actie.” (ld)
10
Indien je echt ontevreden bent met de jeugdraad kan je ook overgaan tot actie.
Vooruit met het JBP
VVJ supportert voor de jeugddienst Koen Steuperaert is stafmedewerker bij de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en –consulenten (VVJ). Hij geeft vanuit VVJ enkele beschouwingen bij de lopende processen voor een nieuw JBP in de gemeenten. BETOOG: Hoe ondersteunt VVJ de jeugddiensten bij het schrijven van een nieuw JBP?
Welke uitdagingen of moeilijkheden ondervinden jeugddiensten bij het schrijven van een nieuw JBP? VVJ: “We verwachten wel wat problemen rond de invulling van de prioriteit jeugdcultuur. Verder merken we dat veel jeugddiensten momenteel zoeken naar specifieke methodieken rond inspraak en participatie. Op welke manier kunnen we informatie verzamelen rond specifieke thema’s?”
Leeft de JBP-prioriteit jeugdcultuur lokaal? VVJ: “Dit is een subjectieve inschatting op dit moment: We merken dat er een aantal jeugddiensten zijn die daar sterk mee bezig zijn. Vooral stedelijke jeugddiensten en/of grotere jeugddiensten hebben al wat stappen gezet in het verleden. Ook steden en gemeenten met een jeugdcentrum. Maar het blijft beperkt tot zeer herkenbare en haalbare thema’s. Zo merk je dat het popbeleid al aardig op weg is.”
VVJ: “Samenwerking met partners uit cultuursector is nu vooral projectmatig, er is weinig structurele samenwerking. Binnen de gemeente zie je vooral heel concrete samenwerking met de cultuurdienst of bibliotheek. Het zoeken naar en inspelen op de leefwereld van kinderen en jongeren beperkt zich nu tot enkelingen en speelt vooral in een stedelijke context. De reden ligt volgens mij in het feit dat mensen die alleen zitten op de jeugddienst niet de tijd vinden om daar op te concentreren.”
Hoe kunnen jeugdhuizen volgens VVJ werken rond de thema’s brandveiligheid en jongerencultuur? VVJ: “Ik zou verwijzen naar jullie eigen instrument (Het Rapport, n.v.d.r.) om betrokkenheid bij het JBP te activeren. Het lijkt me een goed voorbeeld hoe jeugdwerk actief kan betrokken worden bij het JBP. Daar kan een jeugdconsulent echt iets mee aanvangen.”
Jeugdhuizen gaan er prat op dat ze een belangrijke plek zijn voor jongerencultuur. Hoe kunnen jongeren in het jeugdhuis concreet rond dit thema werken. VVJ: “Ze kunnen meer plaats voor lokaal talent bieden. Het liefst ruimer bekeken dan enkel muzikaal talent. We zien een jeugdhuis als een perfecte basis om ervaringen op te doen en te leren in een ongedwongen sfeer. Dat lijkt ons de basis van een goede jeugdhuiswerking. Verder zien we jeugdhuizen als een kweekvijver voor innovatie op vlak van jeugdcultuur. Maar dat wil uiteraard zeggen dat jeugdhuizen durven breed kijken naar de invulling van jeugdcultuur en platgetreden paden durven verlaten. We zien, tot slot, jeugdhuizen als partner in de zoektocht naar lokale accenten en zien voor hen een uitdaging om deze een expliciete plaats geven binnen de werking.” (ld)
‘We zien jeugdhuizen als een kweekvijver voor innovatie op vlak van jeugdcultuur. Maar dat wil zeggen dat jeugdhuizen breed durven kijken naar de invulling van jeugdcultuur en platgetreden paden durven verlaten.’
11
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
VVJ: “Wij hebben daar enkele instrumenten voor ontwikkeld. We hebben een dossier op onze website. Jeugddiensten kunnen er terecht voor actuele informatie rond het schrijven van het plan. Dit gaat heel breed, van het decreet en de uitvoeringsbesluiten tot visie en concrete tools. Ook op de rest van de website is veel informatie en achtergrond te vinden over alle mogelijke facetten van een breed jeugdbeleid. Naast de website zetten we in op onze provinciale ondersteuners en de provinciale werkingen. Onze vijf provinciale medewerkers vangen alle mogelijke vragen rond het schrijven van het plan op. VVJ biedt ook ondersteuning via vorming en onze infotheek. We brengen ook een bezoek aan nieuwe jeugddienstmedewerkers.”
Is er een vlotte samenwerking tussen de sectoren jeugd en cultuur?
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Het JBP van Wouter Van Bellingen
In Vlaanderen raakte hij bekend als de schepen die een massahuwelijk organiseerde. In zijn eigen stad is hij bij jongeren vooral gekend als de gedreven Schepen van Jeugd. Betoog strikte Wouter Van Bellingen voor een interviewtje over het jeugd(werk) beleid in Sint-Niklaas. BETOOG: Voor de hoeveelste keer schrijf jij mee het JBP in jouw stad? Wouter Van Bellingen: “Sinds 1995, het eerste Jeugdwerkbeleidsplan, schrijf ik mee aan het JBP. Eerst als lid van de jeugdraad, daarna tien jaar als ambtenaar op de jeugddienst en sinds 2007 als schepen voor jeugd.”
‘Het moet niet enkel voor jongeren, maar vooral ook door jongeren gebeuren.’
Hoe pakken jullie het JBP-proces in Sint-Niklaas aan? Van Bellingen: “De grote beleidslijnen en de investeringsenveloppes liggen via ons stedelijk strategisch plan vast voor de hele beleidsperiode. Daarom wordt er voornamelijk verder gebouwd op het huidige JBP (2008-2010). Een stuurgroep evalueert het huidige JBP en coördineert de planning. Ook de stedelijke jeugdraad en deeljeugdraden nemen het JBP onder de loep en geven adviezen door. Over een aantal specifieke thema’s wordt inspraak voor kinderen en jongeren georganiseerd. Daarnaast bevragen we op een permanente basis, bijvoorbeeld bij de inrichting van speelruimte. We bevragen dan kinderen en jongeren uit de buurt van een speelterreintje naar hun voorkeur. Regelmatig komen ook jongeren met een bepaalde vraag langs op het stadhuis. Ik krijg ook veel
12
vragen via e-mail en sociale netwerksites. Al die zaken nemen we sowieso mee.”
Waarom is het belangrijk dat jongeren participeren aan het denk- en schrijfproces van een nieuw JBP? Van Bellingen: “Participatie betekent deelnemen & deel hebben. Maar ook inbreng doen, er zelf achter staan, een draagvlak creëren voor jeugdbeleid . Het moet niet enkel voor jongeren, maar ook vooral door jongeren gebeuren.”
‘Voor mij is deskundigheid niet aan leeftijd gebonden.’ Minister van Jeugd Pascal Smet schoof twee prioriteiten naar voor: jongerencultuur en brandveiligheid. Op welke manier maken jullie beleid rond deze thema’s? Van Bellingen: “Momenteel wordt er reeds werkgemaakt van jongerencultuur door te investeren in repetitieruimtes, het begeleiden van fuiven, werk te maken van een graffiti- en skatebeleid en de opstart van een jongerenradio. In de toekomst willen we nog verder werk maken van de samenwerkingen met de cultuurpartners (bibliotheek, musea, cultuurcentra, muziekprogrammatoren).”
Hoe maken jullie beleid rond die andere prioriteit brandveiligheid?
Welke rol kan het jeugdhuis spelen in het nieuwe JBP? Van Bellingen: “Het jeugdhuis is volgens mij de ontmoetingsplaats bij uitstek voor jongeren, dat zich ook richt op educatie en activiteiten. De voorbije jaren hebben we als stad reeds zwaar geïnvesteerd in infrastructuur, personeel en begeleiding om onze jeugdhuizen om te vormen naar jeugdcentra. Hiervoor hebben we via een jaarovereenkomst intens samengewerkt met Formaat. In Sint-Niklaas hebben we dan ook in elke deelgemeente een jeugdhuis en in de stadskern zijn er zelfs twee. Jeugdhuizen kunnen een perfecte partner zijn in jongerencultuur en momenteel gebeurt dit
Waarom vindt u die openheid in jeugdhuiswerk zo belangrijk? Van Bellingen: “Zo worden ze verweven met de gemeenschap. Momenteel verlangen we van jeugdbewegingen om hun infrastructuur open te stellen voor andere werkingen en op die manier de infrastructuur multifunctioneel te gebruiken. We moeten als stad nog beter het voorbeeld geven en het maximum uit onze gebouwen en jeugdcentra halen. We moeten ze meer open stellen naar de gemeenschap, dorp en stad. Bovendien merk ik dat het publiek bij optredens of andere activiteiten in jeugdhuizen steeds diverser wordt.”
Als politicus verdedigt u de belangen van jongeren en het jeugdwerk in de stad. Vindt u dat jongeren voldoende interesse hebben in wat reilt en zeilt in hun stad? Van Bellingen: “In Sint-Niklaas hebben we een zeer actieve en goed draaiende jeugdraad en deeljeugdraden in de verschillende deelgemeenten. Regelmatig zetten jongeren zelf de stap naar het bestuur om vragen te stellen. En doordat ik me constant onder de jongeren meng, ben ik heel aanspreekbaar. Je vindt me m.a.w. wel eens in de late uren aan de toog in gesprek met een aantal jongeren. Voor mij zijn jongeren en volwassenen evenwaardig en is deskundigheid niet aan leeftijd gebonden. Ik kom veel jongeren tegen die meer zinnige dingen zeggen dan sommige volwassenen. Daarom ben ik ook fervent voorstander van stemrecht op gemeentelijk niveau vanaf zestien jaar.”
Wat is het profiel van de ideale Schepen van Jeugd volgens jou? Van Bellingen: “Het mooiste compliment dat ik ontving, kwam van de voorzitter van de jeugdraad. Die zei dat ik het geschikte profiel had van een Schepen van Jeugd: dossierkennis, persoonlijke ervaringen in de jeugdsector en er honderd procent voor gaan. Het grootste minpunt was mijn ongebreidelde enthousiasme, waardoor de rollen soms omgekeerd waren. De jeugdraad moet mij soms temperen in plaats van omgekeerd.” (ld)
Jeugdhuizen zijn volgens Wouter Van Bellingen een partner in jongerencultuur.
13
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Van Bellingen: “Op vlak van brandveiligheid is er al heel wat bereikt. Het is nu belangrijk om deze aandacht te integreren in ons algemeen jeugdbeleid. Hier ligt er ook veel potentie in de samenwerking met overkoepelende verenigingen, vooral op vlak van vorming.”
reeds m.b.t. graffiti en de jongerenradio. In de toekomst moeten de jeugdcentra ruimte kunnen bieden aan zowel sport, cultuur als jeugdactiviteiten.”
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Jeugd- en jongerencultuur met een grote J? De jeugd van tegenwoordig en de link met jeugdhuizen Minister van Jeugd Pascal Smet schoof jeugd- en jongerencultuur naar voren als nieuwe prioriteit in het jeugdbeleidsplan. Maar wat houdt jongerencultuur concreet in? Er zijn verschillende invalshoeken om het thema te kaderen. Maar in eerste instantie moeten we stilstaan bij wat het betekent om jong(ere) te zijn in deze tijd.
‘Rock around the clock’ opneemt. Een geheel nieuwe klank voor de jeugd die volwassenen provocerend in de oren klinkt. Dit gecombineerd met een tanende macht van kerk en zuilen, die voorheen de opvoeding van de jongeren ter harte nam, een betere welvaart en meer vrije tijd luidde de geboorte in van de jongerencultuur. Er ontstond namelijk een discussie tussen jongeren en volwassenen over hoe de vrije tijd nu eigenlijk ingevuld moest worden.
Een streepje geschiedenis
De rest is een aaneenschakeling van jongerensubculturen. De Provo’s, hippies. Rasta’s en punkers. De jongeren die alsmaar intensiever als volwaardige consument worden gezien en subculturen die gecommercialiseerd worden. Hiphop, Gothic, house in de jaren ’80. Grunge, gabbers in de jaren ’90 en emo’s sinds 2000. Maar laat ons zeker ook de ‘mainstream’ jongerencultuur niet vergeten.
“In den beginnen was er niets en dan is ook dat ontploft” Mei 1945. Het einde van een wereldbrand. De tweede al. Het begin ook van een nieuwe wereld. Dan de jaren ’50. De kiemen van een Europese Unie. Het begin van de ruimtevaart. Vrouwenrechten ook en ondanks alle goede voornemens een einde aan ‘nooit meer oorlog’. Maar ook Bill Haley die
14
Subcultuur of mainstream? Vraag is waar we vandaag staan in dit verhaal en wat jeugdhuizen hierin kunnen betekenen.
Vooreerst “Het verleden en het heden zijn de middelen, de toekomst is ons doel.” (Blaise Pascal) Pascal Smet verkondigde alvast zijn visie op jongerencultuur: “Jeugd en jongerencultuur wil ik breed invullen. Voor mij gaat het dan over zowel de leefwereld van kinderen en jongeren als de jeugdartistieke invulling van het begrip. Met deze prioriteit wil ik steden en gemeenten aanmoedigen om een platform te bieden voor creaties van jongeren, om digitale media en gaming te stimuleren, om fysieke ruimte te creëren voor culturele expressie, om jeugdcultuur te detecteren en voorwaarde scheppende maatregelen te nemen die een psychische ruimte creëert op het vlak van jeugdcultuur…”1 Een opsomming van enkele concrete invullingen van deze prioriteit. Al ontbreekt wel een grondige motivering waarom dit thema zo’n belangrijk is.
Een goed begrip van jongeren en jeugdcultuur en een open houding zijn dan ook noodzakelijk. Maar al te vaak worden jongeren eenzijdig benaderd. Een zoektocht naar de jeugd van tegenwoordig is natuurlijk geen evidentie. Jongerencultuur valt niet te lezen als één verhaal. Toch belet het ons niet dat we moeten proberen om algemene tendensen te volgen, te begrijpen en op de noden van jongeren in te spelen.
Zoveel jongeren, zoveel cultuur Het mag duidelijk zijn dat jongerencultuur niet te grijpen is. Wat vandaag als dé trends worden aangebracht, zijn dit morgen niet meer. En zijn het eigenlijk ook wel echte trends? Of eerder een perceptie- of verkoopstruc van commercie en een poging tot (be) grijpen van media, scholen of beleid? Het begrip jongeren is een verzameling van individuen die een doe-het-zelf-proces afleggen. Verschillende rollen aannemen en proberen. Opgroeien en competenties ontwikkelen. De vraag op beleidsmatig niveau moet dan ook zijn of we jongeren
wel genoeg ruimte geven om dit te doen. Zowel de psychologische ruimte alsook fysieke ruimte.
Sleutelbegrippen “Misschien is het aan de oppervlakte nog niet te zien, maar ondergronds is het vuur al ontbrand.” (Y.B. Mangunwijaya) Ladda vzw is een landelijke jeugdwerkorganisatie die breed onderzoek doet naar jeugd- en jongerencultuur. Hun onderzoek naar de invulling van jongerencultuur leerde vooral dat we niet meer kunnen spreken over dé grote subculturen zoals dit gedaan werd in de jaren ’80. Jongeren zijn moeilijk op te delen in hokjes of leeftijdsgroepen en de trends zijn veel minder éénduidig. Ladda legt de focus op vier sleutelbegrippen binnen jongerencultuur: skills, gathering, ideas en memberships. Ze kwamen tot deze begrippen op basis van een zoektocht naar de betekenis van het concept jongeren- en subcultuur. Conclusie van het onderzoek was dat jongerencultuur niet als één verhaal te lezen valt en dat we op een meer open manier moeten zoeken naar nieuwe, andere denkkaders en begrippen. Vanuit de begrippen skills, gathering, ideas en membership wil Ladda onderzoeken wat jeugdcultuur vandaag betekent, hoe ze functioneert en op welke manier ze gerepresenteerd en gepercipieerd wordt. Enkele associatieve termen of tags leggen de inhoud van elk begrip bloot. SKILLS: vaardigheden, meesterschap, niet te koop, doorzetting, status, uniek, personalisering, DIY, How to, skills en context, skills en verbondenheid, talent, kunst, hobby, passie, moderne ambachten, de beste, respect, creativiteit… Zaken die je jezelf aanleert en
‘Een zoektocht naar de jeugd van tegenwoordig is geen evidentie. Jongerencultuur valt niet te lezen als één verhaal.’ 15
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Het is misschien een boutade, maar niets is minder waar: de jeugd is de toekomst. Punt. Jongeren moeten dan ook de kans krijgen om te ontdekken, experimenteren, proeven en zoeken. Ze hebben vaak nieuwe frisse ideeën en een kritische geest naar volwassenen toe.
Jongeren moeten de kans krijgen om te ontdekken en te experimenteren.
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
die je het mogelijk maken om een positie in te nemen in de groep. GATHERING: samenkomst, gelijke zielen, ritueel, lokaal, globaal, netwerk, online/offline, samenkomst, participeren, status, vriendschap, spontaan of georganiseerd, religie, stammen, festival, samen zijn, uitwisselen, tijdstip, context, sfeer, plekken, fantasie… Samenkomen blijkt nog steeds zeer belangrijk in de vrije tijd. Met nu ook, en zelfs steeds meer, de online wereld als een ontmoetingsplaats. IDEAS: Ideeën, visie, authenticiteit, ecologie, filosofie, beweegredenen, complex, onderhuids, expliciet, kritisch, diepgang, intensiteit, betekenis, DIY, verbondenheid, maatschappij, interpretatie, rebellie, ironie, dynamiek, technologie, inventiviteit… Ideeën hebben is een ander belangrijk middel om je te onderscheiden van de rest. MEMBERSHIP: Lidmaatschap, leefwereld, netwerk, verbondenheid, samenhorigheid, waarden, normen, vriendschap, codes, attitude, status, symbolen, deel zijn van, ritueel, ongeschreven regels, samen, online/offline, identiteit… Kortweg: deel uit maken van iets. We hebben vaak de neiging om dit te zien in de kledij en muziekstijlen. Maar er zijn nog vele andere uitingsvormen (bijvoorbeeld het al dan niet behoren tot een facebookgroep of jeugdvereniging). Tijdelijkheid is ook één van de elementen die jongeren kenmerken. Het is trouwens ook één van de kenmerken van de ‘nieuwe vrijwilliger’. Vrijwilligers die korte engagementen aangaan en zich niet willen binden via structuren. Er is dan ook zoveel om uit te kiezen.
De jeugdhuismethodiek Het verhaal voor en door jongeren, de ruimte om te experimenteren… Er zijn veel gelijkenissen tussen de termen van Ladda en de principes van het jeugdhuiswerk. Jeugdhuizen zijn een belangrijke plek voor jongerencultuur. Een plek waar ze hun eigenste jongerencultuur kunnen beleven. Lees de jeugdhuismethodiek er nog eens op na en je zult ontdekken dat de functies, principes en processen in het jeugdhuiswerk overeenstemmen met de sleutelbegrippen die Ladda gebruikt om naar jongeren en jeugdcultuur te kijken. Jeugdhuizen vinden hun ontstaansreden meestal in het ontmoetingsverhaal (gathering). De erkenning van EVC’s (skills) is een voorbeeld waar de jeugdhuissector als één van de eerste mee haar schouders onder zette. Het brainstormen, uitvoeren en durven dromen van niet voor de hand liggende activiteiten is een andere functie van het jeugdhuiswerk (ideas) en het samenhorigheid/thuisgevoel is één van de drijfveren van veel jongeren binnen het jeugdhuiswerk (membership). Of je het nu vanuit de jeugdhuismethodiek of de visie van Ladda bekijkt, jeugdhuiswerk en jongerencultuur zijn voor en door jongeren.
16
Jeugdhuiswerk en jongerencultuur lijken twee handen op een buik. Toch moeten we onszelf continu in vraag durven stellen. Want wat met de jongeren die niet naar het jeugdhuis komen? Wie zijn ze en wat willen ze? Biedt ons jeugdhuis wel genoeg psychologische ruimte voor andere ideeën? Met andere woorden, kan elke jongere wel zijn of haar ding doen? Zo ja, weten en voelen ze dit ook zo aan?
Conclusie: een hoop vragen en nog meer boeiende uitdagingen Jeugdhuizen zijn belangrijk als ontmoetingsplaats. Daarnaast creëren ze ook een belangrijke fysieke en mentale ruimte voor jongerencultuur. Maar er moet misschien nog gewerkt worden aan wat meer mentale ruimte. Zowel bij de bestuurders van jeugdhuizen (of we al dan niet ruimte durven laten voor minder evidente zaken), alsook voor de al dan niet bezoekende jongeren die in het jeugdhuis elk hun ding kunnen doen. Daarom moeten we zaken in vraag durven stellen. Waarom zijn we zo gebonden aan één locatie? Zijn we wel genoeg ‘voor en door’? In hoeverre zitten we vast aan routines? Wie bereiken we niet en waarom? Veel vragen dus. De antwoorden op al die vragen zijn vooral te vinden in de jeugdhuiszetel bij jongeren. Maar, minsten even belangrijk, zeer zeker ook bij de jongere die niet in het jeugdhuis zit. Denk daar maar eens over na. (jc) 1 Nieuwsbericht over de bekendmaking van de prioriteiten in het Vlaamse JBP op www.steunpuntjeugd.be. Bronnen - Debruyne Lotte (e.a.), Espacezine, Ladda vzw, 2009. - Klein Naomi, No Logo, Lemniscaat, 2002. - Palmaerts Tom (e.a.), Talkie walkie: jongerensubculturen 4 believers / non believers, Acco, 2007. - Van Lier Nathalie & Vangheluwe Albane, sessie De jeugd van tegenwoordig, Dag van de beroepskracht, Formaat, 21 januari 2010. - Willox Tom (e.a.), Open huis houden. Welkom in de jeugdhuismethodiek., Formaat, 2007. - www.steunpuntjeugd.be - www.wikipedia.be
e legden ncultuur? W n voor. re e g n jo r e r de noem uursector drie vrage lt precies onde Wat valt nu ers uit de jeugd- en cung uit hun reacties. tn zi ar le p m le e e lo k b n e even we een Hieronder g s volgt: den telkens al onder jongerencultuur? id lu en ag vr nisatie r geven? De drie at jullie orga eld van jongerencultuu or jongerencultuur? ta rs ve at W be 1) vo acht hebben concreet voor 2 Kan je een ten beleidsmakers aand oe m 3) Waarom
Javi tv
Wouter De Meester – Coö
CJP
rdinator Javi tv
erker Redactie
Toon Vermeir – Stafmedew & CJP Labo
ste plaats jonge-
1) “Voor CJP is dat in de eer . Muziek, thedie met cultuur bezig zijn
Villanellarnaudts – Coördinatrice Kunstben
de
Amelie Ae
en voor kinderen n kunsthuis er tt ee le is r la uu el lt an cu en en 1) “Vill nemen jonger en. Niet jongeren. We ltuur van en voor jonger actieve manier aan partin cu ee en t op ns k lijk: ku r er oo beleven, maa r uu lt cu l ke en ciperen.” stbende. Jaar cultuur is Kun nt zien binnen en er ng jo ve eld van actie e creatieve ka 2) “Een voorbe jongeren zich van hun best zijn voorrondes over heel 0 Er 00 . tijdens besten bij lijks laten 3. ke disciplines gt een grootse finale de oberen tie tis ar de an ei bren allerh enten, pr Brussel. In m tra toonmom Vlaanderen en or- en natrajecten en ex kelen.” ik s vo elkaar. Tijden er te stimuleren en ontw verd ontwikkewe jongeren bijdraagt aan sche en it ite rs ve di jn kriti al zi ntwoordelijke, erencultuur in 3) “Omdat jong ele jonge mensen tot vera s zelf verantwoordelijkhedu er ling van indivi s. Jongeren nemen imm en.” el rger autonome bu n elkaar en van profession va n re le , den op
17
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
ren style zijn n, maar ook games en life ater, film, beeldende kunste gerust breed genomen worden, mag cultuur voor ons. Cultuur h zeg maar.” van Playstation tot Van Gog enculpassen: ‘Hoe vertaalt jonger 2) “Ik zou de vraag liever aan ie?’ CJP werkt met een crew van sat tuur zich binnen onze organi reporter: willigers. De meesten zijn es en ongeveer tweehonderd vrij gam , ken boe ’s, dvd , ten concer rken ze schrijven recensies van we ast rna Daa voor onze website. n en allerhande voorstellingen rke we eel tion mo pro der s die eer Al en. we ook met ambassadeur nem ng eni rek enten voor hun en georganisatoren die evenem id ele beg l nee sio fes pro uurlijk die vrijwilligers worden nat erkers. faciliteerd door onze medew ze lezen eten andere jongeren die mo o’s vide en ls rijfe Al die sch bod dat aan de bre door het enorm faceen bekijken dan weer gidsen ief, sbr uw nie e onz te, bsi e we op hen af komt. Dus via onz rden die de wijde wereld inges wo book, twitter en magazine stuurd.” st. Dus ar jongeren zijn de toekom 3) “Het is een boutade, ma h het meest duurzame dat je kan toc dan is investeren in jeugd len zich ebed zijn in de wereld, voe ing d goe die en ger doen? Jon ook beter in hun vel.”
1) “Jongerencultuur is zee r moeilijk definieerbaar. In de meest ruim e zin van het woord heeft jongerencultuur waars chijnlijk betrekking op de normen en wa arden van jongeren en zou je kunnen zeggen dat het een weers piegeling is van hun belevin gswereld. In engere zin zou je kunnen zeggen dat jongerencultu ur zich manifesteert via verschillende exp mode, muziek, nieuwe me ressievormen van jongeren, zoals dia, video, gaming, theate r, proza… Er gebeuren veel pogingen om jongeren aan de han d van hun manier van expressie in een hokje onder te brengen en daar dan conclusies over hun gedrag of hun handelen uit te tre kken. Wij zijn daar geen fan van. Gel ukk den verschillende manieren ig uiten jongeren zich op duizen, zodat het voor hokjesden kers zeer moeilijk wordt om ze in een vakje onder te brengen.“ 2) “We willen jongeren nie t graag in een hokje vangen ons hier ook niet aan wagen en gaan . Expressievormen van jon geren betekenen voor iedere jonger e misschien iets anders. Je moet deze vormen van expressie stim uleren zonder er een ste mpel op te willen kleven.“ 3) “Je uiten, je persoonlijk vormen, het maakt allema al deel uit van het groeiproces van jon geren. Het is belangrijk dat je sen creëert waar jongeren zich kunnen uiten, maar ook plaatdat je ze de mogelijkheid geeft om te proeven van verschille nde expressievormen.“
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Het JBP van Mathias De Clercq
In Gent wordt volop aan het JBP geschreven. Mathias De Clercq is als Eerste Schepen van de stad ook voor jeugd bevoegd. In een rendez-vous met Betoog vertelt hij over het jeugdbeleid en het jeugdwerk in de Arteveldestad. BETOOG: Voor de hoeveelste keer schrijf jij mee het JBP in jouw stad? Mathias De Clercq: “Dit is nu de tweede keer. De eerste keer was in 2007 voor het lopende jeugdbeleidsplan.”
nisaties die met jeugd werken. Het volledige proces wordt begeleid door medewerkers van de jeugddienst. Zij zorgen voor de redactie van het uiteindelijke jeugdbeleidsplan. Finaal wordt het dan voorgelegd aan de Gentse gemeenteraad.”
Hoe pakken jullie het Gentse JBP-proces aan? De Clercq: “We vertrouwen echt op de kennis en de ervaring van de basiswerkers. We werken daarvoor met verschillende thematische groepen zoals ‘jeugdwerkbeleid’, ‘jeugdinfrastructuur’, ‘jeugd en sport’, enzovoort. In deze groepen wordt nagedacht over het jeugdbeleid vanuit de bril van de jeugdwerker. Dit heeft als voordeel dat we via dit proces ook zeer praktische problemen kunnen aanpakken. Daarnaast is er ook een ‘reflectiegroep’ die alle signalen uit de thematische werkgroepen bundelt en verwerkt. In deze groep zitten mensen die vanuit hun eigen werkveld bezig zijn met een ruimer jeugdbeleid: vertegenwoordigers uit de jeugdraad, het OCMW, stadsdiensten, de provinciale jeugddienst en andere orga-
18
Waarom is het belangrijk dat jongeren participeren aan het nieuwe JBP? De Clercq: “Het is essentieel dat jongeren participeren in de opmaak van een nieuw JBP. Als stad hechten we daar veel waarde
‘De meerwaarde zit in de signaalfunctie van de jongeren.‘
‘Jongerencultuur is een belangrijk onderdeel van het stedelijke weefsel.’ aan. Het is van groot belang dat jongeren vanuit hun leefwereld meedenken aan het JBP. De meerwaarde zit hem juist in de signaalfunctie van de jongeren zelf. Hun signalen vormen de basis voor het jeugdbeleidsplan. Het wordt vervolgens tot een coherent geheel verwerkt en toegepast op alle kinderen en jongeren van de stad. Om deze reden is het belangrijk dat veel kinderen en jongeren bereikt worden in dit denk- en schrijfproces.”
Mathias De Clercq staat er op om regelmatig te voelen wat leeft bij jongeren.
tijdens de Gentse Feesten zelf een programma samenstellen dat te zien en te horen is op Boomtown.”
De Clercq: “Het jeugdhuis is en blijft een belangrijke ontmoetingsplek voor en door jongeren. Daarnaast heeft het jeugdhuis de sterkte om vanuit zijn laagdrempeligheid zeer veel jongeren te bereiken. De jeugdhuizen en hun methodiek hebben zeker en vast ook hun plaats binnen het volgende jeugdbeleidsplan. Vertrekken vanuit de jongeren zelf, ruimte geven om dingen organisatorisch of artistiek uit te proberen, zijn zaken die we ook in de komende jeugdbeleidsperiode zeer belangrijk vinden.”
De Minister van Jeugd schoof jongerencultuur als prioriteit naar voren. Op welke manier maakt Gent beleid rond dat thema? De Clercq: “Op vlak van jeugdcultuur zetten we heel erg in op ontwikkelings- en presentatiekansen. Het voorzien van repetitieruimtes en van podia is hierin zeer belangrijk. Binnen de stad hebben we hiervoor een zeer goede samenwerking met de dienst Cultuur. Ook zij begrijpen dat jongerencultuur een zeer belangrijk onderdeel vormt van het stedelijke weefsel. Een mooi voorbeeld hiervan is het Alles Kan festival. Het laat jongeren toe zich organisatorisch, artistiek en cultureel te ontplooien. Ze mogen bijvoorbeeld
En hoe zit het op vlak van brandveiligheid? De Clercq: “Brandveiligheid is iets waar we in Gent zeer zwaar op inzetten. We hebben een studie laten uitvoeren die de brandveiligheid van alle Gentse jeugdlokalen is nagegaan. Daaraan hebben we vervolgens de nodige budgetten gekoppeld om ervoor te zorgen dat alle jeugdlokalen onder handen kunnen genomen worden binnen één legislatuur. Het stadsbestuur heeft hier ontzettend veel middelen voor vrijgemaakt. Verenigingen kunnen rekenen op een tussenkomst tot 100.000 euro voor een nieuwbouw of grondige renovatie. Uiteraard is brandveiligheid niet het enige. Op onze jeugddienst zorgen onze lokalenconsulenten voor op maat begeleiding. Naast het brandveiligheidsaspect, bewaken zij ook duurzaamheid en toegankelijkheid bij grote dossiers.”
Als politicus verdedigt u de belangen van jongeren en het jeugdwerk in de stad. Vindt u dat jongeren voldoende interesse hebben in wat reilt en zeilt in hun stad? De Clercq: “Absoluut. Ik merk dat als ik op zaterdag bij jeugdbewegingen langs ga. Als schepen moet je veel lezen en vergaderen op het stadhuis, maar ik sta erop om op regelmatige basis te proeven en te voelen wat er bij jongeren leeft. Zij tonen zeker interesse in het reilen en zeilen in hun stad, al gebeurt dat niet altijd op een zeer formele manier. Alle jongeren die actief zijn in hun vereniging, in hun jeugdhuis of in hun sportclub zijn eigenlijk bezig met hun stad. Dit zijn stuk voor stuk jongeren die zich engageren en meedenken over onze stad om er nog een aantrekkelijker plek van te maken.” (ld)
19
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Welke rol kan het jeugdhuis spelen in het nieuwe JBP?
Het vuur aan de lont
Formaat over de prioriteit brandveiligheid
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
In het jeugdbeleidsplan 2011-2013 is brandveiligheid de prioriteit in het hoofdstuk jeugdwerkbeleid. Toch als het van het jeugdwerk afhangt. Vertegenwoordigers van jeugddiensten en gemeenten denken er blijkbaar anders over. Minister van Jeugd, Pascal Smet, laat de gemeenten zelf kiezen. Gemeenten die oordelen dat hun brandveiligheidsbeleid al snor zit, kunnen een eigen prioriteit kiezen. Een slecht idee, vindt Formaat. Aan brandveiligheid kan je altijd werken. Een pleidooi voor een doordacht brandveiligheidsbeleid op lange termijn. Brandveiligheid is belangrijk. Dat vinden zowel gemeenten als jeugdwerkorganisaties. Het streven naar brandveilige jeugdwerkinfrastructuur is niets nieuws. In 2003 al kreeg het thema brandveiligheid in jeugdhuizen al heel wat (pers)aandacht. Formaat voerde dat jaar in opdracht van de provincie Antwerpen een onderzoek naar jeugdhuisinfrastructuur. Het onderzoek toonde aan dat er nog heel wat werk was op vlak van brandveiligheid. Ook in 2007 stond brandveiligheid hoog op de agenda. In de provincies Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen werd – in eerste instantie zonder veel inspraak van het jeugdwerk – gewerkt aan provinciale (voorbeeld)reglementen voor brandveiligheid in jeugdlokalen. Het jeugdwerk nam, onder de vleugels van de Vlaamse Jeugdraad en Steunpunt Jeugd, het heft in handen en werkte een eigen visie op brandveiligheid uit. Het resultaat waren een eigen voorbeeldreglement en een informatiepakket om jeugdraden te stimuleren werk te maken van een brandveiligheidsbeleid. Het verhaal werd bovendien versterkt door de opmaak van de jeugdbeleidsplannen 2008-2010 waar jeugdwerkinfrastructuur als prioriteit naar voren werd geschoven.
Is er dan nog niets gebeurd? Anno 2010 zet het jeugdwerk dit thema wederom op de agenda. Het jeugdwerk vraagt om van brandveiligheid (opnieuw) de prioriteit te maken in 2011-2013. Een keuze waar Formaat zeker achter staat. Is er in al die jaren dan nog niets gebeurd? Natuurlijk wel. Heel veel gemeenten hebben veel inspanningen geleverd op vlak van brandveiligheid. Toch gelooft Formaat dat er zelfs in die gemeenten nog werk aan de winkel is. Zelfs in gemeenten die in het verleden al zwaar investeerden, zullen nieuwe uitdagingen opduiken. Brandveilige jeugdwerkinfrastructuur vraagt om een permanente inspanning.
20
Bovendien wordt brandveiligheid vaak te eenzijdig benaderd. Brandveiligheid betekent meer dan alleen brandblusapparaten en pictogrammen. Brandveiligheid gaat ook over elektrische installaties, over evacuatieplannen, over verzekeringen… Bovendien kost een echt brandveiligheidsbeleid op lange termijn niet alleen geld, het kost ook tijd en inspanning. Een doordacht brandveiligheidsbeleid is er pas wanneer reglementering, subsidiëring en ondersteuning hand in hand gaan. Jammer genoeg wringt het schoentje op elk van deze aspecten. Als het gaat over brandveiligheid is de regelgeving onduidelijk, zijn er niet voldoende middelen en is er bij het jeugdwerkorganisaties een gebrek aan kennis.
Reglementering op maat Op dit moment is er geen duidelijke reglementering inzake brandveiligheid als het gaat om jeugdlokalen. De bevoegdheden zijn namelijk verdeeld over verschillende overheden: de federale overheid, de gewesten en gemeenschappen, de provincies en de gemeenten. De gemeenten hebben volgens Formaat een zeer belangrijke rol wanneer het gaat om veiligheid, ook in jeugdlokalen. Het feit dat er nergens anders een reglement rond jeugdlokalen bestaat, geeft een gemeente de kans om een brandveiligheidsbeleid op maat uit werken. Als het gaat om het ontwikkelen van een eigen reglementering, is het belangrijk om niet zomaar een ander reglement (zoals bijvoorbeeld horeca) te kopiëren. Bovendien moet er rekening gehouden worden met de functies van het jeugdwerk. Het zou schrijnend zijn als een jeugdhuis omwille van een brandveiligheidsreglement geen zetel meer mag plaatsen of geen affiche meer aan de muur mag hangen. Ook het beperken van het aantal personen tot één per vierkante meter is onmogelijk voor jeugdhuizen die toch regelmatig fuiven en concerten organiseren. Een degelijk reglement beknot de functies van het jeugdwerk niet. Een belangrijk aandachtspunt bij deze reglementering is ook het tijdsaspect. Het mag niet de bedoeling zijn om jeugdwerklokalen zo snel mogelijk te sluiten. Een goed reglement heeft als doel om zoveel mogelijk lokalen in orde te brengen. Dit vraagt tijd. Jeugdwerkorganisaties moeten tijd hebben om infrastructuurwerken te plannen en uit te voeren.
Voldoende subsidiëring Alle jeugdwerkinfrastructuur over heel Vlaanderen in orde brengen, vraagt ook geld. Veel geld. Door in te tekenen op de prioriteit, krijgt een gemeente extra middelen van de Vlaamse overheid. In vele gemeenten zullen de kosten echter zwaarder zijn. Het tijdsaspect dat hierboven aangehaald werd, is dan ook hier belangrijk. Via een samenwerking met de jeugddienst, de lokale jeugdwerkorganisaties en de brandweer kan een gemeente een stappenplan ontwikkelen om jeugdwerkinfrastructuur brandveiliger te maken. Er kan nagedacht worden wat eerst moet gebeuren, waar de prioriteiten in de gemeente liggen. Per stap kunnen dan de nodige middelen gezocht worden.
zaken in orde brengen en houden krijgen extra middelen) kan de gemeente het jeugdwerk ondersteunen. Deze ondersteuning gebeurt best niet eenmalig. Vrijwilligersploegen veranderen. Zeker in het jeugdwerk. Door een goede ondersteuning kan een gemeente het thema brandveiligheid in de aandacht blijven zetten. Enkel op die manier kan jeugdwerkinfrastructuur brandveilig gemaakt worden en gaan inspanningen niet verloren.
Aandacht voor ondersteuning
Maak werk van deze prioriteit
Het laatste, maar daarom niet minder belangrijke, onderdeel van een doordacht brandveiligheidsbeleid is ondersteuning. Vrijwilligers worden in het jeugdwerk geconfronteerd met heel wat regelgeving. Jeugdhuizen krijgen te maken met vzw-wetgeving, auteursrechten, verzekeringen… Een hele boterham. Vrijwilligers zien door de bomen het bos vaak niet meer.
Een doordacht brandveiligheidsbeleid is een werk van lange adem. Formaat hoopt dan ook dat alle gemeenten de kans grijpen om hier naar aanleiding van de jeugdbeleidsplannen extra werk van te maken. Formaat roept de jeugdhuizen en jeugddiensten dan ook op om het thema brandveiligheid op de agenda van hun gemeente te zetten.
Nochtans spelen deze vrijwilligers een cruciale rol in het brandveiligheidsbeleid. Brandveiligheid is een verantwoordelijkheid van de gemeente, van de eigenaars van gebouwen… maar ook van jeugdwerkorganisaties zelf.
Als gemeente is het belangrijk is om niet enkel na te denken over het heden, maar ook over de toekomst. Gemeenten waarin het met de brandveiligheid van het jeugdwerk slecht gesteld is, kunnen een beleid ontwikkelen waarin stap voor stap maatregelen genomen worden om te komen tot brandveilige lokalen.
Niet alles wat met brandveiligheid te maken heeft, gaat over aankopen of verbouwingen. Jeugdverenigingen kunnen zelf enkele organisatorische maatregelen nemen die de veiligheid van hun lokalen zeker ten goede komen. Het onderzoek dat Formaat in 2003 uitvoerde, legde enkele belangrijke knelpunten op vlak van brandveiligheid in jeugdhuizen bloot. Via een checklist werd nagegaan hoe brandveilig de jeugdhuizen waren. Uit het onderzoek bleek dat vele jeugdhuizen bepaalde organisatorische maatregelen niet toepasten. Voor de gemeente is ook hier een belangrijke rol weggelegd. Via vorming of een stimuleringsbeleid (jeugdhuizen die een aantal
Maar ook gemeenten waarin de jeugdlokalen op dit moment brandveilig zijn, kunnen deze denkoefening maken. Een gemeente die ervoor wil zorgen dat haar jeugdwerkinfrastructuur over tien jaar nog steeds brandveilig is, moet blijvend werk maken van een brandveiligheidsbeleid met aandacht voor ondersteuning. Welk aspect van een brandveiligheidsbeleid in 2011-2013 prioritair is, hangt af van gemeente tot gemeente. Maar dat het thema brandveiligheid de prioriteit is, staat – in elk geval voor Formaat – buiten kijf. (ke)
21
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Eén van de mogelijkheden om de kosten te besparen, is een samenaankoop te organiseren. Door zaken als brandblussers, blusdekens, pictogrammen maar ook noodverlichting en zelfs brandveilige deuren in grotere hoeveelheden aan te kopen, kunnen er kosten bespaard worden. Dit is een goed idee, dat zeker op gemeentelijk vlak haalbaar is. Des te meer omdat een gemeente ook de controle van bepaalde zaken op lokaal niveau kan regelen. Denk maar aan de controle van brandblusapparaten of elektrische installaties.
Vrijwilligers in het jeugdwerk veranderen snel. Enkel door blijvende ondersteuning kan infrastructuur brandveilig worden en gaan inspanningen niet verloren.
Na het denken en schrijven van het JBP Hoe beïnvloed je jouw gemeentebeleid?
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Momenteel bedenken en schrijven steden en gemeentes het beleidsplan voor 2011-2013. Jeugdhuizen en jongeren(centra) nemen hier een rol in op. Maar hoe druk je jouw stempel op de gemeente en het jeugdbeleid als het JBP finaal is goedgekeurd door de gemeenteraad? In dit artikel zetten we enkele mogelijkheden op een rij.
Niveau 0: het stemhokje
Niveau 1: informeel netwerken
Om de zes jaar houden steden en gemeenten lokale verkiezingen. Elke meerderjarige jongere is dan verplicht om zijn stem uit te brengen. Je hebt dus minstens om de zes jaar kans om als jongere het gemeentebeleid te beïnvloeden. De burgemeester en schepenen worden niet rechtstreeks verkozen, maar jouw partijkeuze en het aantal voorkeursstemmen bepalen wel wie aan de macht kan komen. Indien je tevreden bent over jouw Schepen van Jeugd kan je hem belonen door op zijn persoon of partij te stemmen. Je kan jouw gemeentebestuur ook afstraffen door op een oppositiepartij of nieuwkomers te stemmen.
Jouw jeugdhuis en de medewerkers kunnen het jeugdbeleid in de gemeente ook mee vormgeven door te netwerken. In het netwerk van een jeugdhuis of jongeren zitten o.a. de jeugddienst, de Schepen van Jeugd en de andere lokale jeugdwerkinitiatieven. Via toevallige en informele contacten met deze partners kunnen ideeën en initiatieven rijpen.
Als jeugdhuis of jongerencentrum kan je bij gemeenteverkiezingen jongeren mee een keuze helpen maken. Er zijn verschillende mogelijkheden. Je kan een verkiezingsdebat organiseren, een fictieve voorverkiezing houden of de deelnemende partijen enkele vragen voorleggen om in het jeugdhuiskrantje te publiceren.
22
Netwerken gebeurt o.a. via de communicatiekanalen van het jeugdhuis: de nieuwsbrief, het jeugdhuiskrantje, de web- of netwerksite. Door het inzetten van deze communicatiemiddelen laat je weten waar jullie werking mee bezig is. De Schepen van Jeugd en jeugddienst weten op die manier wat reilt en zeilt bij jullie. Idem dito voor de jeugdbeweging of andere initiatieven. Maar netwerken kan ook nog op een andere manier: een informele babbel op de jeugddienst, de aanwezigheid van het jeugdhuis op het jaarlijkse mosselfestijn van de jeugdbeweging of andere initiatieven waar de jeugd elkaar treft… Het zijn ideale momenten om van gedachten te wisselen met andere actoren in het jeugd(werk) beleid. Als jeugdhuis heb je er dus belang bij om ze bijvoorbeeld ook uit te nodigen op jullie nieuwjaarsreceptie of andere activiteiten.
Niveau 2: participatie adviesraad
Als het gemeentebestuur geen oor heeft naar jullie verzuchtingen of constructieve voorstellen, kan je nog een versnelling hoger schakelen. Onder het motto “action speaks louder than words” kan je je stem ook laten horen via directe actie. Je haalt er zeker de lokale pers mee en vaak ook de aandacht van de politici. Meestal gaat men pas over tot de daad als praten niet meer helpt. Een treffend voorbeeld van directe actie is Scheld’Apen. Wat begon als een ludieke kraakactie van enkele Antwerpse stadsjongeren, groeide uiteindelijk uit tot een alternatief jongeren- en cultuurcentrum dat vandaag zijn stempel drukt op de culturele jongerenscene in Antwerpen.
Jeugdhuizen die in specifieke sectoren actief zijn kunnen ook participeren in nog andere lokale adviesraden (cultuurraad, sportraad, milieuraad). Vaak is de jeugdraad ook een goed forum om jouw jeugdconsulent en Schepen van Jeugd tegen het lijf te lopen, een ideale gelegenheid om informeel te netwerken.
Niveau 4: op de lijst
Adviesraden werken op een continue basis, maar er zijn ook tijdelijke inspraakrondes. Het JBP is zo’n voorbeeld, maar het gebeurt ook tijdelijk in een werkgroep subsidiereglement of een informatieronde over bepaalde onderwerpen. Als jeugdhuis kan je kiezen om er al dan niet aan te participeren.
Wie niet genoeg krijgt van inspraak en participatie kan zich uiteindelijk ook zelf verkiesbaar stellen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen. Veel lokale politici hebben niet voor niets hun roots liggen in het voorzitterschap van het jeugdhuis of de jeugdraad. Je kan ook actief in de politiek stappen omdat je echt wel ontevreden bent over de gang van zaken in jouw stad of gemeente. Omdat je hevig overtuigd bent dat het anders en beter kan of moet. Dat kan dus, als je er in slaagt om voldoende kiezers achter je te scharen.
Niveau 3: geen woorden maar daden
En zo zijn we terug bij het stemhokje beland. Het kleuren van een bolletje kan dus grootse gevolgen hebben… (ld)
23
Betoog I maart 2010 I Formaat Jeugdhuiswerk Vlaanderen vzw
Je mening verkondingen en van gedachten wisselen kan ook een formele manier. Het jeugdhuis dat inspraak wil hebben in het gemeente- en jeugdbeleid participeert in de jeugdraad. Dit orgaan kan over alle onderwerpen advies geven aan het gemeente- of stadsbestuur. Je kan participeren in de algemene vergadering van de raad, maar je kan ook toetreden tot het dagelijks bestuur. In de periode voor de gemeenteraadsverkiezingen kan je met de jeugdraad een memorandum voor de politieke partijen schrijven. Op die manier laat je samen als jeugd horen waar jullie van dromen in de gemeente of stad.