Update@Work Januari 2013– Nummer 1 – Jaargang 9
Programmawet van 27.12.2012: de bijzondere RSZ-bijdragen van 1,5% en van 8,86% betreffende de 2de pijler Het Belgisch Staatsblad van 31 december 2012 publiceerde de programmawet van 27 december 2012. In deze update@work wordt nader ingegaan op de bepalingen in deze wet in verband met de bijzondere RSZ-bijdragen van 1,5% en 8,86%. 1. De bijzondere RSZ-bijdrage van 1,5% De programmawet van 22 juni 2012 voorzag in de invoering van een nieuwe bijzondere sociale zekerheidsbijdrage van 1,5% met betrekking tot de 2de pijler pensioenen voor zowel werknemers, als zelfstandigen. Deze bepalingen worden in de programmawet van 27 december 2012 volledig herschreven. Ook nu is de bijzondere RSZ-bijdrage niet steeds verschuldigd, maar enkel in geval van overschrijding van bepaalde drempelbedragen. Deze drempelbedragen zijn verschillend al naargelang het gaat om de overgangsregeling, dan wel de definitieve regeling: De overgangsregeling • vanaf 1 januari 2012 tot maximaal 31 december 2015 • de bijzondere RSZ-bijdrage is verschuldigd indien het drempelbedrag van 30.000 EUR (te indexeren) wordt overschreden • bijzondere RSZ-bijdrage van 1,5% op het bedrag van overschrijding. De definitieve regeling • ten laatste vanaf 1 januari 2016 • de bijzondere RSZ-bijdrage is verschuldigd indien de som van het wettelijk pensioen en de verworven reserves die gedeeld worden door een coëfficiënt, de pensioendoelstelling overschrijden. Deze pensioendoelstelling stemt overeen met het hoogste overheidspensioen uit de Wet Wyninckx (hetzij per 1.1.2013 een bedrag van 75.406,20 EUR per jaar) vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk. • bijzondere RSZ-bijdrage van 1,5% verschuldigd op de toename van de verworven reserves tijdens het jaar voorafgaand aan het bijdragejaar. Aon Hewitt | HR Solutions
De beoordeling van de overschrijding van het drempelbedrag moet beoordeeld worden per werknemer of zelfstandige. Voor wat betreft de werknemers komt deze bijdrage bovenop de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86%. De bijzondere RSZ-bijdrage is fiscaal aftrekbaar als beroepskost. Hierna gaan we nader in op de overgangsregeling. Voor de beoordeling van de overschrijding van het drempelbedrag van 30.000 EUR moet de optelsom worden gemaakt van volgende elementen: 1. Voor pensioentoezegging van type vaste bijdragen (DC), cash balance en vaste prestaties zonder collectieve kapitalisatie (DB) De bedragen toegewezen aan de individuele rekeningen in het jaar voorafgaand aan het bijdragejaar. 2. Voor pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties (DB) beheerd in collectieve kapitalisatie De toename van de verworven reserves op 1 januari van het bijdragejaar (of op de hernieuwingsdatum) t.o.v. 1 januari (of de hernieuwingsdatum) van het jaar voorafgaand aan het bijdragejaar. De verworven reserves van 1 januari van het jaar voorafgaand aan het bijdragejaar worden gekapitaliseerd tegen 6% (hetzij x 1,06). 3. De overlijdenspremies gevraagd door de pensioeninstelling in het jaar voorafgaand aan het bijdragejaar, tenzij deze gefinancierd worden vanuit de reserves (bijv. in geval van een gemengde verzekering of uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserve, hierna UKMS). Indien de overlijdenspremies niet individueel worden berekend, wordt rekening gehouden met de overlijdensuitkering op 1 januari van het bijdragejaar (of op de hernieuwingsdatum) vermenigvuldigd met de sterftekans1 en met 0,6. In geval van overschrijding van het drempelbedrag bedraagt de bijdrage 1,5% op het bedrag van de overschrijding, eventueel beperkt tot het aandeel van de werkgever in het totale bedrag van de voormelde elementen 1 tot en met 3 indien dit aandeel kleiner is dan de overschrijding. Een voorbeeld: Een werknemer is aangesloten bij volgende plannen: 1. DC-plan Pensioenpremie in 2011 : 40.000 EUR Overlijden : UKMS 2. DB-plan Pensioen Verworven reserves op 1 januari 2012 : 150.000 EUR Verworven reserves op 1 januari 2011 : 110.000 EUR Overlijden : Tijdelijke verzekering 1 jaar, overlijdenspremie 2011: 1.000 EUR a) Berekening van de overschrijding van het drempelbedrag 1. DC-plan Pensioen : 40.000 EUR Overlijden : komt niet in aanmerking omwille van de verzekeringscombinatie UKMS 1
De sterftetafels MK/FK voorzien in het KB van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit.
Update@Work | Aon Hewitt | HR Solutions
2. DB-plan Pensioen : [150.000 EUR – (110.000 EUR x 1,06)]= 33.400 EUR Overlijden : 1.000 EUR
Totaal : 40.000 EUR + 33.400 EUR + 1.000 EUR = 74.400 EUR Overschrijding van het drempelbedrag
: 74.400 EUR – 30.000 EUR: 44.400 EUR
b) Berekening van de RSZ-bijdrage • Indien de beide plannen volledig door de onderneming worden gefinancierd RSZ-bijdrage = 1,5% x 44.400 EUR = 666 EUR • Indien het DC-plan uitsluitend door de werknemer wordt gefinancierd RSZ-bijdrage = 1,5% x (33.400 EUR + 1.000 EUR) = 516 EUR Worden uitgesloten uit de berekening van de bijzondere RSZ-bijdrage: • de verzekeringstaks van 4,4% • de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86% • de overeenkomsten voor het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (enkel in de overgangsregeling) • de RIZIV-contracten (enkel in de overgangsregeling) • de onderhandse pensioenbeloftes gefinancierd via interne provisies of een bedrijfsleidersverzekering (enkel in de overgangsregeling) • de bijdragen die gestort worden aan een verzekeringsonderneming of een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening in het kader van de fiscale neutrale externalisatie van een onderhandse pensioenbelofte gefinancierd via interne provisies of een bedrijfsleidersverzekering (enkel in de overgangsregeling) • de sectorplannen tot en met bijdragejaar 2013. Wanneer dient de bijzondere bijdrage te worden betaald? In geval van overschrijding van het drempelbedrag is de bijzondere bijdrage RSZ-bijdrage verschuldigd in het vierde kwartaal van het bijdragejaar. Zij dient te worden betaald: • voor wat betreft de werknemers: aan de RSZ, uiterlijk op 31 januari van het jaar volgend op het bijdragejaar; • voor wat betreft de zelfstandigen: aan het RSVZ, uiterlijk op 31 december van het bijdragejaar. De storting dient te gebeuren op de rekening BE06 6790 0247 5722 van het RSVZ met vermelding van de gestructureerde mededeling. Bij gebreke aan tijdige betaling zijn volgende verhogingen van toepassing: • voor wat betreft de werknemers: een bijdrageopslag van 10% van het niet tijdig betaalde bedrag + een verwijlintrest van 7% per jaar vanaf 31 januari van het jaar volgend op het bijdragejaar. Voor het bijdragejaar 2012 voorziet de programmawet geen uitstel van de toepassing van de bijdrageopslag en de verwijlintrest; • voor wat betreft de zelfstandigen: een verhoging van 1% van het niet tijdig betaalde bedrag per maand vertraging vanaf januari volgend op het bijdragejaar; voor het bijdragejaar 2012 wordt deze verhoging vanaf maart 2013 toegepast.
Update@Work | Aon Hewitt | HR Solutions
Dit betekent dat de bijdrage voor de eerste maal zou moeten worden betaald uiterlijk op 31 januari 2013 voor de werknemers en uiterlijk op 28 februari 2013 voor de zelfstandigen. Voorts voorziet het Sociaal Strafwetboek een sanctie van niveau 2 in geval van niet tijdige betaling van de sociale bijdragen aan de RSZ [hetzij een strafrechtelijke geldboete van 50 tot 500 EUR, hetzij een administratieve geldboete van 25 EUR tot 250 EUR, te vermenigvuldigen met de opdeciemen (hetzij vanaf 1 januari 2012 x 6), alsook met het aantal betrokken werknemers]. Welke gegevensuitwisseling dient te gebeuren? Voor de berekening van de bijdrage is de volgende gegevensuitwisseling voorzien: 1. De onderneming aan de pensioeninstelling: Tegen uiterlijk 28 februari van elk bijdragejaar en voor het eerst tegen 28 februari 2013 moet de onderneming volgende gegevens bezorgen aan de pensioeninstelling: • de lijst van de aangesloten werknemers/zelfstandigen in het jaar voorafgaand aan het bijdragejaar • het INSZ-nummer van de werknemers/zelfstandigen • het ondernemingsnummer van de onderneming (KBO-nummer). 2. De pensioeninstelling aan de vzw SIGeDIS (die belast is met het beheer van de databank voor aanvullende pensioenen) Tegen uiterlijk 30 juni van elk bijdragejaar en voor het eerst tegen 30 juni 2013 moeten de pensioeninstellingen aan SIGeDIS de gegevens meedelen op basis waarvan bijzondere RSZ-bijdrage kan worden vastgesteld. De eerste mededeling tegen 30 juni 2013 moet de gegevens bevatten met betrekking tot de bijdragejaren 2012 (gegevens van 2011) en 2013 (gegevens van 2012). 3. De vzw SIGeDIS aan de onderneming Tegen uiterlijk 30 september van elk bijdragejaar en voor het eerst tegen 30 september 2013 moet SIGeDIS aan de onderneming alle gegevens bezorgen die nodig zijn voor de berekening en betaling van de bijzondere RSZ-bijdrage. 2. De bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86% 2.1. Sectorpensioenen In geval van een sectoraal pensioenstelsel is de schuldenaar van de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86% de sectorale inrichter en niet de werkgever. De sectorale inrichter kan ofwel zelf instaan voor de inning van deze bijdrage, ofwel de inning ervan toevertrouwen aan de RSZ. 2.2. Externalisatie van onderhandse pensioenbeloftes aan werknemers gefinancierd via interne provisies of een bedrijfsleidersverzekering De programmawet van 22.6.2012 voorziet de mogelijkheid om onderhandse pensioenbeloftes die gefinancierd worden via interne provisies of een bedrijfsleidersverzekering op een fiscaal neutrale wijze om te vormen naar een geëxternaliseerde individuele pensioentoezegging. Betreft deze externalisatie een onderhandse pensioenbelofte aan een werknemer, dan is de RSZ-bijdrage van 8,86% verschuldigd op het bedrag dat in kader van deze externalisatie wordt gestort aan een verzekeringsonderneming of een instelling voor bedrijfsvoorziening, behalve wanneer de storting betrekking heeft op de dienstjaren gepresteerd vóór 1.1.1989.
Update@Work | Aon Hewitt | HR Solutions
Concreet Hoewel u volgens de programmawet pas tegen uiterlijk 30 september 2013 de gegevens van de vzw SIGeDIS zal ontvangen voor de berekening van de bijzondere RSZ-bijdrage van 1,5% met betrekking tot het bijdragejaar 2012, voorziet diezelfde wet geen verlenging van de betalingstermijn van deze bijdrage, zijnde uiterlijk 31 januari 2013 voor werknemers en uiterlijk 31 december 2012 voor zelfstandigen. In geval van laattijdige betaling met betrekking tot het bijdragejaar 2012 is enkel voor de zelfstandigen voorzien dat de verhoging van 1% eerst vanaf maart 2013 zal worden toegepast. Aangezien de berekening van de bijzondere bijdrage gebaseerd is op de gegevens van het jaar voorafgaand aan het bijdragejaar beschikken de meeste pensioeninstellingen over de nodige gegevens met betrekking tot het bijdragejaar 2012. Het is dus aangewezen uw pensioeninstelling(en) te contacteren. In geval van externalisatie van een onderhandse pensioenbelofte aan werknemers aan een pensioeninstelling is op de storting aan de pensioeninstelling de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86% verschuldigd, wanneer deze storting betrekking heeft op dienstjaren gepresteerd vanaf 1 januari 1989. Deze bijzondere bijdrage moet aan de RSZ worden gestort uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal waarin de storting aan de pensioeninstelling werd gedaan.
Contact
7855_@work_V2NL
Aon Belgium bvba/sprl trading as Aon Hewitt Jules Cockxstraat 8-10 1160 Brussel t +32.2.730.95.05 e
[email protected]