Zeepbeleconomie
Dit boekje bevat de persoonlijke visie van de auteur. Aan de inhoud ervan kan geen enkel recht worden ontleend. De auteur aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele schade, direct of indirect voortvloeiende uit het lezen van dit boekje.
1
Copyright © 2004 Jan Willem Joenje Lay--out: Lou Pool Omslagontwerp: Creca & Co/Lou Pool Auteursfoto: Gerard Koster 2e druk/september 2004
2
Jan Willem Joenje
Zeepbeleconomie
3
4
Voorwoord Dit boekje is een uiteenzetting van mijn visie op de huidige economie. Op basis van de economische feiten en mijn logisch verstand ben ik de afgelopen vier jaren stééds verder gaan doorredeneren. Dit proces heeft uiteindelijk in 2002 tot mijn conclusie geleid dat de economie zal veranderen in een geheel nieuwe economische orde. Mijn visie is volledig gebaseerd op economische feiten en op het doordenken van mogelijke processen en economische wetten. Overigens kan ik wel begrijpen dat sommige lezers bepaalde vergelijkingen van mij nogal zwartgallig zullen vinden. Volgens mij zijn deze vergelijkingen op bepaalde punten desondanks echter tóch noodzakelijk. De werkelijke situatie moet namelijk wel treffend in kaart gebracht worden. Eerlijkheid en rechtvaardigheid vind ik essentiële zaken, zaken die vandaag de dag helaas steeds minder voorkomen. Daarentegen zijn manipulaties en leugens van de gehele financiële wereld, inclusief overheden, schering en inslag. Een belangrijke reden om mijn visie op papier te zetten, is dat ik iets positiefs wil betekenen voor de mensen. Dit hoop ik te bereiken door de lezer inzicht te verschaffen in de wèrkelijke huidige economische situatie en de wèrkelijke processen. We moeten met zijn allen inzicht krijgen in de wèrkelijke feiten. Eenieder kan vervolgens zijn eigen conclusies trekken. Jan Willem Joenje, Lelystad , 21 maart 2004
5
6
Inhoudsopgave
De economie
9
De Titanic Compartiment 1 loopt vol Compartiment 2 loopt vol Compartiment 3 loopt vol Compartiment 4 loopt vol De ondergang
13 14 17 20 26
De zwakste schakel
27
De ballonnen in de economie Pensioenballon Obligatieballon Aandelenballon Derivatenballon Huizenballon Schuldenballon particulieren Schuldenballon bedrijven Schuldenballon overheden Dollarballon
31 31 35 36 36 37 38 40 41
Luchtbedtheorie Dominotheorie Markt kan geen kant meer uit Irreële reactie op nieuws en financiële ontwikkelingen Enkele stellingen De functie van goud Verkeerd ingeschat Epiloog
42 43 44 47 58 61 63 66
7
8
De economie De economie is als een lichaam: alles is met elkaar verbonden. Je kunt soms heel lang een ziekte verbergen, medicijnen kunnen het ziekteproces remmen, maar genezing is niet altijd mogelijk. Er zijn in het verleden natuurlijk altijd, afwisselend, betere en slechtere economische periodes geweest. Het gaat altijd met “ups en downs” en “na regen komt ook wel weer zonneschijn”. Dat is allemaal een waarheid als een koe. De economie wordt op dit moment echter op mondiale schaal tot in het extreme gemanipuleerd. Dit is in de verste verte niet eerder voorgekomen. En ook dàt is een waarheid als een koe.
Schijneconomie Inmiddels staat de economie er zeer beroerd voor. Er is momenteel sprake van een groot contrast tussen de èchte economie en de gemanipuleerde economie, de zogenaamde schijneconomie. De echte economie is de economie zoals deze er in werkelijkheid voor staat; de schijneconomie is de economie die we zeggen te hebben omdat we wíllen dat zij er zo voor staat. De schijneconomie is dus als het ware de kunstmatig gemanipuleerde en fictieve economie zoals we allen hopen dat zij is. Ter vergelijking: met een facelift (belastingverlagingen), een masker (renteverlagingen), make-up (manipulatie statistieken banencijfers), gebitsregulatie (manipulatie groei BBP), zonnenbank (geruststellende uitspraken centrale banken en regeringen) en leuke kleding (afleiding zoals oorlog in Irak en raketten naar Mars) is van een oude taart (echte economie) schijnbaar nog wel een mooie vrouw (schijneconomie) te maken. Dat is dus de schijneconomie!
Verenigde Staten Het “centrum” van deze kunstmatige wereld ligt in de Verenigde Staten. In dit land worden de feiten stelselmatig véél beter voorgespiegeld dan ze in werkelijkheid zijn. Het land leidt aan een onverzadigbare consumptiedrift en iedereen wil steeds maar méér, méér en nog eens méér. Al gaat het daar
9
inmiddels in werkelijkheid helemaal niet meer de goede kant op, iedereen moet dat natuurlijk wèl blijven denken. Niemand heeft er belang bij dat de consument somber wordt en minder wil uitgeven. Dit principe zorgt ervoor dat degenen die een negatieve visie willen en kunnen uitdragen dan ook erg dun gezaaid zijn. Overigens is er in het algemeen weinig voor nodig om de Amerikanen aan het consumeren te houden, míts zij daar voldoende financiële middelen voor beschikbaar hebben. En in deze “mits” zit nu net het huidige gevaar: het beschikbare geld is inmiddels volledig opgemaakt en Amerika is thans volstrekt afhankelijk geworden van de financiering door het buitenland! Zodra het buitenland hiermee stopt, is Amerika bankroet. Het buitenland stopt dus niet, want als Amerika gaat, duikt ook de rest van de wereld in een diepe recessie. De zaak wordt dus nog even uitgesteld, maar van uitstel komt zéker geen afstel. In de VS zal het dus het eerst fout gaan, omdat dit land het meeste uit balans is. In mijn onderbouwingen besteed ik daarom relatief veel aandacht aan de financiële situatie in Amerika. Als Amerika crasht, zal vervolgens de rest van de (financiële) wereld direct meegetrokken worden, aangezien in de huidige wereldeconomie hele continenten en landen economisch met elkaar verweven zijn. Met name president Bush heeft er belang bij dat iedereen denkt dat het goed gaat, omdat hij zijn tweede presidentstermijn wil zeker stellen. Daarom doet hij er alles aan om de stand van de economie veel rooskleuriger voor te stellen dan deze in werkelijkheid is. Alles wordt zoveel mogelijk gestimuleerd, gemaskeerd en gemanipuleerd.
Voorbeelden van de huidige manipulaties In Amerika word je, als je een half jaar werkloos bent, niet meer in de werkloosheidstatistieken meegenomen. Het is volgens de Amerikanen immers zo’n geweldig en succesvol land dat je gewoon niet wílt werken als je na een half jaar nog steeds geen nieuwe baan hebt. Door deze regel daalt de geregistreerde werkloosheid automatisch, omdat het leger - ingeschreven - werklozen vanzelf krimpt. Zo gebeurt het dikwijls dat er in een maand bijvoorbeeld 100.000 werklozen bijkomen, maar dat er 200.000 werklozen die langer dan 6 maanden werkloos zijn, worden uitgeschreven. Hierdoor daalt het werkloosheidspercentage die betreffende maand van bijvoorbeeld 6,0 naar 5,9%. In de praktijk is de werkloosheid die maand natuurlijk juist toegenomen. 10
In Amerika moeten er sowieso 150.000 nieuwe banen per maand bijkomen om alleen al de groeiende beroepsbevolking van werk te voorzien. Iedere maand dat er minder dan 150.000 nieuwe banen bijkomen neemt de reële werkloosheid dus toe. Het BBP-cijfer (BRUTO BINNENLANDS PRODUKT) van de Verenigde Staten wordt kunstmatig opgekrikt door de zogenaamde “hedonische groei” mee te tellen. Als de computers krachtiger en sneller worden, wordt dit voordeel contant gewaardeerd op enkele honderden miljoenen dollars die gewoon bij het BBP-cijfer worden opgeteld. Bij de berekening van de inflatie in Amerika wordt geen rekening gehouden met de (volatiele) prijzen van energie en voeding. Hierdoor is de officiële inflatie een stuk lager dan de reële inflatie. In Amerika staat het “Plunge Protection Team” (vrij vertaald: “Plons Protectie Team”) altijd klaar om steunaankopen te doen op de effectenbeurzen indien dit nodig wordt gevonden. Er is vanwege de crash op de beurzen in 1987 een speciale organisatie opgericht die tot doel heeft om de beurzen te ondersteunen als deze “verder dan wenselijk geacht” mochten wegzakken (het bestaan van deze organisatie is overigens nooit officieel bevestigd). Het gaat zelfs zover dat de overheidspensioenfondsen in Amerika kunnen worden aangestuurd om tijdelijk (extra) aandelen te kopen om de beurzen te ondersteunen. Belastingverlagingen hebben de groei van het BBP in het 3e kwartaal 2003 in de VS opgekrikt tot ruim 8% op jaarbasis. Deze groei is bijna volledig terug te voeren op het feit dat de regering Bush met belastingteruggaven heeft gesmeten, die de uitgaven van de consumenten aanzienlijk hebben gestimuleerd. Worden deze belastingcadeautjes en ook de andere kunstmatige maatregelen en manipulaties buiten beschouwing gelaten, dan zou er zelfs helemaal geen sprake zijn van een groei van het BBP. En dit is slechts een greep uit de vele voorbeelden van manipulaties die er te geven zijn.
De “Titanic” De huidige economie toont grote overeenkomsten met de “Titanic”. Niemand ging er destijds van uit dat-ie kon zinken, maar hij zonk wel degelijk nadat de verscheidene compartimenten achtereenvolgens waren volgelopen. Bij de bouw van de “economische Titanic” rond 1996 waarschuwde Alan Greenspan, de voorzitter van het stelsel van de Ameri11
kaanse centrale banken, beleggers al voor een irrationele uitbundigheid van de aandelenkoersen. Keer op keer verhoogde hij de rente in de hoop de beginnende beursballon tijdig leeg te laten lopen. Zijn pogingen waren echter tevergeefs. Iedere keer als hij de rente weer verhoogd had, zakte de beurs weliswaar eventjes tijdelijk in, maar alleen als een kleine onderbreking, om vervolgens met grote kracht weer verder te stijgen. Iedereen was euforisch, het kon niet op! De Amerikaanse beursindex, de Dow Jones, stond toen rond de 6.000 punten. Thans staat de Dow op bijna 11.000 punten. Je zou verwachten dat Greenspan de markt nu helemáál zou moeten waarschuwen voor te hoge koersen. Hij rept echter met geen woord meer over te hoge koersen. Sterker nog, hij praat ineens over goede vooruitzichten voor aandelen en over een economie die aan de vooravond staat van een nog nooit vertoonde periode van economische voorspoed. Dit werd ook in 1929 gezegd, vlak voordat de aandelen als een plumpudding in elkaar zakten. De reden? De ballonnen in de huidige economie zijn thans veel te veel opgeblazen en Greenspan kan deze niet meer gecontroleerd laten leeglopen. Dan maar uitstellen, na Greenspan de zondvloed!
De vier “compartimenten” De economie heeft vanaf het jaar 2000 een viertal stadia doorlopen. Ieder stadium heeft zijn eigen ontwikkeling doorgemaakt. Deze stadia, of fasen, noem ik “compartimenten”. Want achtereenvolgens maken ze deel uit van het ontstaansproces van de huidige zeepbeleconomie.
12
Compartiment 1 loopt vol De jaren ’90 tot 2000. Hoge aandelenkoersen en een hoog renteniveau. De Titanic schaaft in een stille en onbewolkte nacht zachtjes langs een ijsberg en er begint langzaam maar direct water het schip in te stromen; haast niemand merkt het en iedereen slaapt rustig door... De aandelen en huizenprijzen staan op een hoog niveau en stijgen lekker door. Iedereen voelt zich rijk, is blij en kijkt vol vertrouwen de toekomst in. Geld is er in overvloed en iedereen geeft het graag uit aan nieuwe keukens met de modernste inbouwapparatuur, verbouwingen, nieuwe auto’s etc. etc. De aannemer komt niet opdagen: “Sorry meneer, ik heb effe geen tijd, maar volgende week bel ik u op, oké?” en velen vragen woekerprijzen omdat er toch te veel werk is. Kortom, de bomen groeien tot in de hemel. Het rentetarief van de basisrente in de VS staat rond de 6%. Grote beursgenoteerde bedrijven zijn in het wilde weg allerlei mega-investeringen en dito overnames aan het doen. KPN besteedt miljarden aan aankopen van UMTS-licenties en Ahold koopt haast dwangmatig de halve supermarktwereld op om maar aan haar absurde omzetdoelstellingen te kunnen voldoen. Bijna alles wordt gefinancierd met mega-aandelenemissies, waar beleggers gretig op in blijven schrijven. Bedrijven komen zeer gemakkelijk aan vers kapitaal. Een schadelijk effect van deze situatie is dat bedrijven, vanwege het gemak waarmee zij telkens aan nieuw geld kunnen komen, hier aanzienlijk minder zorgvuldig mee omspringen dan wenselijk zou zijn.
Brandstof voor de eerste fase Wat in deze en de drie volgende perioden de economie draaiende heeft gehouden zou je “de brandstof” kunnen noemen. Brandstof voor deze eerste fase is een gunstige aandelenmarkt, en rentetarieven die, indien nodig geacht, nog aanzienlijk verlaagd kunnen worden om de economie te stimuleren.
13
Compartiment 2 loopt vol De jaren 2000, 2001 en 2002. Dalende aandelenkoersen en dalend, en daardoor stimulerend en compenserend, renteniveau. Kapitein en bemanning van de Titanic beseffen dat het schip onvermijdelijk zal zinken en proberen met vuurpijlen en radiocontact ervoor te zorgen dat er tijdig redding komt. De passagiers hebben nog niets door, want het schip is in hun beleving immers veel te groot en te sterk om te zinken... Door de blinde koopwoede op de aandelenbeurzen zijn de aandelenwaarderingen, en dan met name die aandelen van internet- en technologiebedrijven, tot buitenproportionele hoogten gestegen. Echter, de financiële wereld doet alsof dit allemaal de normaalste zaak van de wereld is. Aandelen als KPN, UPC en ASML krijgen, ondanks de torenhoge koers/winstverhoudingen, nog steeds een onverminderd krachtig koopadvies van banken en analisten. Dit kan niet oneindig goed blijven gaan. Het Nederlandse internetbedrijf World Online ploft na de beursintroductie in Amsterdam meteen al in elkaar en achteraf blijkt dit zelfs mogelijk het startschot geweest te zijn voor het doorprikken van de mondiale internetzeepbel. De FED (het stelsel van de Amerikaanse centrale banken) reageert onmiddellijk met talloze agressieve renteverlagingen (uiteindelijk dertien op rij) die de economie moeten verlichten en beleggers financiële compensatie moet bieden voor de dalende aandelenkoersen. Iedere keer als de rente weer wordt verlaagd krijgt de economie weer een geweldige oppepper. Beleggers zijn ervan overtuigd (of is het: wíllen ervan overtuigd zijn) dat het moderne financiële systeem tegenwoordig zó goed geleid wordt door overheden en centrale banken, dat het gewoonweg niet kán crashen. Dat er als bijeffect van deze dalende rente allerlei andere gevaren voor de economie opdoemen, verstoort dit feestje in zijn geheel niet.
11 september Op 11 september 2001 rolt er een ware schokgolf door de financiële wereld. Ook de Amsterdamse beursindex, de AEX, komt even in een vrije val terecht. De index zakt, als gevolg van de terreuraanslagen, 14
tot een dieptepunt van 320 punten (hoogste punt ooit is ruim 700 punten). Gek genoeg zakt de Amerikaanse beurs minder dan 15 % en staat deze binnen twee maanden alweer op het niveau van direct vóór de aanslagen. Een half jaar later (begin maart 2002) staat de Dow Jones index zelfs ruim 10% hoger dan op 10 september 2001! De kracht van de klap voor de beurzen blijkt bij nadere beschouwing dan ook mee te vallen. In deze periode gaat er verder een aanzienlijke economische stimulerende werking uit van de door de FED in gang gezette reeks renteverlagingen. De lagere tarieven zorgen ervoor dat bedrijven steeds minder rente over hun leningen hoeven te betalen. Het gevolg hiervan is dat bedrijven door deze lagere rentekosten gemakkelijker in staat zijn om te kunnen overleven. Bovendien kan de winstgevendheid door deze rentedalingen veel beter op peil blijven. Deze betere winstcijfers zorgen er vervolgens weer voor dat er een stevige bodem wordt gelegd onder de koersen van de aandelen.
Dalende hypotheektarieven Ook particuliere consumenten worden tot kopen gestimuleerd als gevolg van de fors dalende hypotheektarieven; er blijft nu immers, na aftrek van de hypotheekkosten, veel meer geld over om uit te geven. In de VS mag een hypotheek sowieso zonder boeterente worden omgezet, wat tot gevolg heeft dat het stimulerende effect van de renteverlagingen iedere keer weer maximaal tot zijn recht komt. De dalende hypotheekrente zorgt er verder voor dat de prijzen van de huizen gestaag blijven oplopen. Door deze stijgende huizenprijzen kan de bestaande hypotheek vervolgens ook nog eens verhoogd worden, waardoor er nóg meer extra geld vrijkomt om uit te geven. Hierdoor krijgt de economie wéér een extra impuls. Bovendien wordt van de mogelijkheden die de huizenbezitters in de VS hebben om hun hypotheek te verhogen iedere keer weer gretig gebruik gemaakt. Als het even kan worden de hypotheken steeds massaal en maximaal verhoogd met als doel de consumptie op een zo’n hoog mogelijk peil te brengen.
Obligatiewinsten Vanwege het verminderde beursklimaat wordt het voor bedrijven lastiger om via aandelenemissies aan geld te komen om aan hun 15
financieringsbehoefte te voldoen. Maar ze kunnen nog wèl aan vers kapitaal komen door obligatieleningen naar de markt te brengen welke gretig door banken en pensioenfondsen worden afgenomen. Pensioenfondsen komen ondanks de dalende aandelenkoersen dus niet in serieuze liquiditeitsproblemen. Ze krijgen namelijk voldoende lucht omdat hun bestaande obligatieportefeuille steeds sterk in waarde toeneemt als gevolg van de steeds maar dalende rente. Stel: de rente op het in hun bezit zijnde pakket obligaties bedraagt gemiddeld 6% per jaar bij een gemiddelde looptijd van 10 jaar. Door de rentedalingen zakt de marktrente voor een obligatie met een looptijd van 10 jaar naar 4%. In deze situatie maken de pensioenfondsen een aanzienlijke koerswinst. De in hun bezit zijnde obligatieportefeuille keert immers 2% meer rente uit dan de marktrente van dat moment. Als de looptijd van hun obligatie nog gemiddeld 10 jaar is, dan bedraagt het totale voordeel van de extra rente op hun pakket in vergelijking met wat de markt op dat moment aan rente biedt: 10 jaar x 2% is 20%. Dit percentage moet nog contant gemaakt worden, waarna de koersstijging van de obligatieportefeuille als gevolg van de 2% rentedaling uitkomt op ongeveer 15% koersstijging. Ondanks het verlies op de aandelenportefeuilles zorgen de betreffende obligatiewinsten er dus voor dat de financiële reserves van de pensioenfondsen over het algemeen voldoende op peil zijn gebleven. In totaal bedraagt de koerswinst op de in hun bezit zijnde obligatieportefeuilles al gauw 20 tot 40%. Dit rendement is dus volledig ten goede gekomen aan de vermogenspositie van de pensioenfondsen.
Brandstof voor de tweede fase Door de renteverlagingen worden consumentenuitgaven aanzienlijk gestimuleerd. Daarnaast werken deze verlagingen positief door in de winstontwikkeling van bedrijven, wat vervolgens weer resulteert in een stijging van de aandelenkoersen. Bovendien verdienen banken veel geld aan het uitgeven van obligatieportefeuilles van bedrijven. Pensioenfondsen boeken aanzienlijke rendementen op obligatieportefeuilles en bedrijven komen juist aan benodigd kapitaal door deze obligaties te verkopen aan banken en pensioenfondsen.
16
Compartiment 3 loopt vol Het jaar 2003. Stijgende aandelenkoersen en een historisch laag renteniveau. Velen voelen instinctief aan dat er ergens iets goed fout zit. Maar er is (nog) nergens paniek te bespeuren dus zal het allemaal wel loslopen, zo probeert men zichzelf gerust te stellen. Ondertussen begint het schip langzaam te hellen en nemen de eerste passagiers al plaats in de reddingssloep... Na maanden van onzekerheid en de daarmee gepaarde spanning rond een eventuele oorlog in Irak, zoeken de beurzen nieuwe dieptepunten op (de AEX zakt terug tot een niveau van 218 punten). Vanaf maart beginnen de kanonnen in Irak dan toch eindelijk te bulderen en is er direct sprake van een opluchtingsrally op de beurzen. De koersen stijgen in rap tempo en in de loop van 2003 herwint de aandelenmarkt haar vertrouwen zelfs volledig.
Rente blijft dalen De rente in Amerika is inmiddels verlaagd tot 1,0%, een niveau dat de laatste halve eeuw niet meer is voorgekomen. Effectieve renteverlagingen behoren vanaf dit moment níet meer tot de mogelijkheden die de FED heeft om de economie aan te jagen. Dit is nogal pijnlijk, aangezien iedereen in de VS zwaar boven zijn stand leeft en na verloop van tijd eigenlijk toch weer een extra renteshotje nodig heeft. Op dit moment snákt de markt eigenlijk naar verdere rentedalingen, terwijl deze niet meer voldoende toegediend kunnen worden. Greenspan kan de rente al helemaal niet (fors) gaan verhógen, aangezien dit precies het omgekeerde is van wat de markt nodig heeft. Als de rente wel substantieel verhoogd wordt, zal dit op termijn leiden tot een ontwrichting van het gehele financiële systeem. Verhogingen van de basisrente worden dus steeds zo lang mogelijk uitgesteld. Nu de rente niet meer verder verlaagd kan worden, is de tijdbom dan eindelijk onherroepelijk geactiveerd en kan het volgende spelletje beginnen. Het spelletje dat nu door de FED en president Bush gespeeld wordt heet: “Hoe kan ik de markt zo lang mogelijk en zo geniepig mogelijk 17
voor de gek houden, zodat het moment waarop het fout gaat tot het úiterste wordt uitgesteld?” Spelregels zijn er eigenlijk niet. Alles mag gemanipuleerd, gechanteerd en gestimuleerd worden. En er mag ook gelogen worden, feiten mogen worden weggelaten of naar believen worden aangedikt. Alles is ondergeschikt aan de missie om de correctie die komen gaat in ieder geval uit te stellen tot ná de presidentsverkiezingen.
Euforie alom Iedere keer als de FED besluit (léés: door de feiten gedwongen wordt) om de rente ongewijzigd op 1% te laten, wordt dit nieuws met groot gejuich en opluchting op de beursvloer ontvangen. Als reactie hierop stijgen de koersen zelfs door naar nóg hogere niveaus. Weinigen vragen zich blijkbaar af waarom het toch nodig is dat de rente op een dusdanig extreem laag niveau moet blijven staan. Het kan niet op. De recessie is zogenaamd achter de rug, de Dow Jones breekt zeer gemakkelijk door de magische 10.000 puntengrens en zijn zusje, de Nasdaq, doorbreekt op de valreep van 2003 zelfs nog even de psychologische grens van 2.000 punten. Euforie is aan de orde van de dag en die paar incidentele koersdalingen die er al zijn, lokken vrijwel direct weer talloze “koopjesjagers” naar de beurs die spijt hebben niet eerder op de boot (of moet je hier lezen: “de Titanic”) te zijn gestapt. De winsten van de bedrijven blijven op peil door aanzienlijk in de kosten te snoeien. Echter, deze kostenbesparingen betekenen juist een omzet- en winstdaling voor de betreffende toeleveringsbedrijven. Al met al neemt de werkloosheid gestaag toe en dat heeft tot gevolg dat de koopkracht van de consumenten verder afneemt, waardoor zij weer minder kunnen besteden, wat resulteert in lagere winstcijfers, etcetera.
Rentewapen leeg Aan het effect van de stimulerende renteverlagingen komt nu een eind, aangezien de rente thans blijft staan op een niveau van 1%. Om de markt gerust te blijven stellen en om te proberen het feestje op de beurs aan de gang te houden, spreekt de FED bij hoofde van Alan Greenspan de belofte uit dat zij de rente héél lang héél laag zal blijven houden, de zogenaamde: “considerable period”. Door deze uitspraak zorgt hij ervoor dat ook de rentetarieven voor langere perio18
den gaan dalen naar lage niveaus en ook op dit lage niveau blijven staan. Immers het tarief van de tienjaarsrente wordt bepaald door de basisrente (rentetarief voor een jaar vast) te verhogen met een risico opslag. Aangezien het rentetarief van de tienjaarsrente 9 jaar langer vaststaat dan de basisrente willen beleggers een opslag om het risico van een rentestijging gecompenseerd te krijgen. Als de FED dus belooft de rente heel lang heel laag te gaan houden, heeft dit tot gevolg dat het risico van een toekomstige rentestijging lager wordt ingeschat door de financiële markt. Dit principe leidt vervolgens weer tot een lagere rente-opslag en daardoor tot lagere rentetarieven voor de langere perioden. Hierdoor dalen dus ook de hypotheektarieven voor de langere rentevaste perioden. De korte, en ook de langere rente, wordt op deze wijze tot in het extreme omlaag gemanipuleerd. Wanneer de beurzen vanaf nu beginnen te zakken is er geen verdere compensatie meer mogelijk.
Brandstof voor de derde fase Bedrijven snijden in hun kosten om de winsten op peil te kunnen blijven houden. De huizenbezitters verhogen nog steeds hun hypotheken en gebruiken de overwaarde voor meer bestedingen, waardoor de economie gestimuleerd wordt. Daarnaast stijgen de beurzen weer aanzienlijk, wat zorgt voor een sterk verbeterde vermogenspositie van beleggers. Door deze winsten kunnen de particuliere consumenten nog steeds genoeg geld blijven uitgeven. Bedrijven kunnen weer aan geld komen door middel van het uitgeven van nieuwe aandelen. Pensioenfondsen maken een mooi rendement op hun aandelenportefeuille. Banken verdienen aan het afsluiten van hypotheken en aan de emissies van aandelen.
19
Compartiment 4 loopt vol Fase vanaf jaar 2004. Dalende aandelenkoersen bij een rentestand die niet verder verlaagd kan worden Het ruim van de Titanic loopt nu razendsnel vol met ijskoud oceaanwater en het opstijgende geluid van verwrongen staal begint de passagiers inmiddels angstig te maken. Men weet nú dat het schip zal zinken en gaat massaal op zoek naar een reddingsbootje om veilig af te meren en verdere hulp af te wachten... De Dow Jones staat op 10.700 punten en is nog maar zo’n 600 punten verwijderd van het allerhoogste punt ooit. Iedere maand dat de Amerikaanse werkloosheidcijfers uitkomen, blijkt dat de lang verwachte banengroei nog steeds niet op gang is gekomen. Maar de beleggers blijven hopen en weigeren te geloven dat de zeepbel ieder moment uiteen kan spatten. Managers van beursgenoteerde bedrijven denken kennelijk anders en verkopen ondertussen meer aandelen van hun eigen bedrijf dan ze ooit hebben gedaan (sinds men dit heeft bijhouden vanaf midden jaren ’80). Dit is een teken aan de wand, aangezien je er vanuit mag gaan dat zij het beste inzicht hebben in de wèrkelijke gezondheid en winstpotentie van hun onderneming.
Economie verslechtert snel De FED belooft in begin februari 2004 dat zij, alhoewel zij benadrukt dat de economie er zeer robuust en solide voor staat, de basisrente van 1% in ieder geval niet verhoogt vóór de zomer. De waardedaling van de dollar jegens de euro baart toenemende zorg bij de Europese landen en zij zien lijdzaam toe hoe hun concurrentiepositie door de duurdere euro steeds verder verslechtert. Hierdoor neemt de druk in Europa steeds verder toe om de Europese bank te bewegen om de basisrente van 2% te verlagen, teneinde een zwakkere euro te bewerkstelligen. Als de rente in de wereld zal gaan stijgen, dan zal dit op termijn onvermijdelijk tot gevolg hebben dat alle gangbare beleggingscategorieën zullen gaan dalen; dus zowel aandelen, vastgoed als obligaties. (Fondsen die een variabele rente uitkeren zullen deze daling 20
niet kennen, maar hier wordt slechts mondjesmaat in belegd aangezien de hierover verkregen rentevergoeding in deze periode veel te laag is om de gewenste en benodigde doelstellingen te kunnen realiseren.) Er zal verder geen enkele compensatie meer mogelijk zijn, aangezien álle thans ter beschikking staande stimuleringsmaatregelen reeds in hun geheel zijn opgebruikt. Deze extreme en daardoor “unieke” situatie is nog nooit eerder voorgekomen! Omdat er in zijn geheel geen aantrekkelijke beleggingsmogelijkheden meer over zijn, vinden beleggers iedere keer wel weer een argument om hun geld dan maar in aandelen te steken. Hierdoor blijven de koersen haast wanhopig verder doorstijgen. Ondertussen vieren manipulaties hoogtij en breekt uiteindelijk zelfs de laatste fase aan: de fase van het bewust onjuist informeren van de markt, met andere woorden: vanaf nu mag er gelogen worden; er zijn immers geen mogelijkheden meer over om het doorprikken van de talloze ballonnen op een andere manier nog tegen te houden. Greenspan begint zich inmiddels al in te dekken door te wijzen op de excessieve risico’s die kleven aan de instabiliteit van de twee grootste Amerikaanse hypotheekbanken, die samen voor meer dan 4.000 miljard dollar aan hypotheken hebben uitstaan. Hij plaatst zich hiermee in een positie dat hij achteraf kan zeggen dat hij (tevergeefs) nog gewaarschuwd heeft voor de gevaren van instabiliteit.
Waarom de FED de rente persé niet verhoogt Greenspan zal de rente niet tot aan het inflatieniveau kunnen verhogen zonder dat dit zal leiden tot een volledige ontwrichting van de economie. De vele negatieve effecten die dan op zullen treden, zullen elkaar gaan versterken. De FED zal zich daarom tot het uiterste blijven inspannen om officiële renteverhogingen te voorkomen.
Aandelen Een renteverhoging door de FED heeft de volgende negatieve effecten voor aandelen, bedrijfswinsten en bestedingen: - Bedrijfswinsten nemen af door stijgende rentekosten, wat tot gevolg heeft dat de aandelenkoersen van de betreffende bedrijven zullen gaan dalen; - door dalende aandelenkoersen verliezen particulieren geld op 21
hun aandelenportefeuilles. Hierdoor hebben ze minder geld over om te besteden, wat tot gevolg heeft dat de bedrijfswinsten verder zullen afnemen; - om kosten te besparen wordt er personeel ontslagen en worden er miljoenen banen naar China overgeheveld. Door de hiermee samenhangende toenemende werkloosheid hebben steeds minder mensen een baan en is er dus steeds minder inkomen beschikbaar. Gevolg is dat er steeds minder geld besteed kan worden, geld dat juist zo hard nodig is om de economie te stimuleren; - pensioenfondsen boeken een negatief rendement waardoor de premies omhoog moeten en/of de pensioenuitkeringen omlaag. Hierdoor blijft er wéér minder geld over om te spenderen, wat leidt tot lagere bedrijfswinsten en daardoor weer tot lagere aandelenkoersen; - vermogensposities van banken en pensioenfondsen dalen sterk als gevolg van de koersdalingen. Om hun vermogensposities te beschermen en te stabiliseren zijn ze wettelijk verplicht om (massaal) hun risicovolle aandelen te verkopen. Dit heeft echter niet de beoogde stabiliteit tot gevolg aangezien de koersen door deze verkopen juist nóg verder zullen wegzakken (vicieuze cirkel); - door stijgende rente gaan mensen meer aandelen verkopen omdat het door de hogere rente aantrekkelijker wordt om het spaargeld op de bank te zetten.
Vastgoed Een renteverhoging door de FED heeft de volgende negatieve effecten voor beleggingen in vastgoed: - De kosten om vastgoed te financieren zullen stijgen, wat leidt tot een lagere winst c.q. rendement. Dit gedaalde rendement zorgt vervolgens weer voor lagere waarderingen van vastgoedobjecten; - deze dalingen hebben tot gevolg dat banken zich aanzienlijk terughoudender zullen opstellen bij het verstrekken van leningen voor vastgoedfinancieringen. Dit vanwege het feit dat de waarde, en dus de zekerheid, van het onderpand voor de bank afneemt. Dit principe zal leiden tot nóg hogere rentepercentages als vergoeding voor dit hogere risico. Het rendement op vastgoed zal als gevolg van deze hogere rentelasten weer èxtra gaan dalen, waardoor de waarde weer afneemt, etcetera; - stijgende rente zorgt ervoor dat de winstgevendheid van het gehele bedrijfsleven af zal nemen. Door deze lagere winstgevendheid zal er in zijn algemeenheid (a) een minder groot aantal bedrijven 22
overleven, en (b) de bedrijven die wel overblijven zullen minder geld kunnen en willen besteden aan de kosten van huur. Hierdoor zal de vraag naar kantoorruimten verder afnemen, wat vervolgens voor prijsdalingen van vastgoed zal zorgen.
Obligaties Een renteverhoging door de FED heeft de volgende negatieve effecten voor beleggingen in obligaties: - Bestaande obligaties keren een lagere rente uit dan de obligaties die ná een renteverhoging worden geëmitteerd; dit zorgt voor (aanzienlijke) koersdalingen van de bestaande obligatieportefeuilles; - doordat bedrijven door de hogere rente meer kosten en dus minder winst zullen maken, zal hun risicoprofiel stijgen. Dit hogere risicoprofiel heeft tot gevolg dat de markt een hogere rentevergoeding verlangt voor het aan hen te verschaffen kapitaal. Door dit principe loopt de rente zelfs nog verder op en nemen de koersverliezen op de bestaande obligatieportefeuilles weer verder toe; - door de verwachting dat de rente verder zal oplopen zullen financiële partijen (zoals pensioenfondsen en banken) een sterk verminderende trek hebben om nieuwe obligatieleningen aan te kopen. Hierdoor zullen de bedrijven vervolgens gedwongen worden om weer hogere rentevergoedingen af te geven, wat zorgt voor verdere rentestijgingen, etcetera.
Negatieve kettingreactie Als de rente stijgt, zal dit tot grote verliezen leiden op beleggingen in aandelen, vastgoed èn obligaties; er is geen compensatie meer mogelijk. Dit leidt vervolgens weer tot een negatieve kettingreactie op het gebied van talloze financiële processen.
Dalende pensioenreserves De dalende opbrengsten over de beleggingen zullen zorgen voor aanzienlijk teruglopende pensioenreserves en dito pensioenuitkeringen. Hierdoor blijft er uiteindelijk geen andere optie meer over, dan de uit te keren pensioenen fors te gaan verlagen. Het maakt dan niet meer uit of iemand hier “recht” op meent te hebben; het geld is gewoon “op” en kan dientengevolge ook niet meer worden uitgekeerd. 23
Carry Trading Bij “Carry Trading”, vrij vertaald “draaghandel”, lenen commerciële banken kort geld (basisrente is 1% per 02-’04 in de VS) van de FED. Dit geld wordt vervolgens weer uitgezet (“gedragen”) van korte naar de langere rentevaste periodes, zoals bij hypotheken het geval is. In de praktijk betekent dit concreet dat particuliere huizenbezitters bij de bank een hypotheek afsluiten met een rentevaste periode van bijvoorbeeld 10 jaar tegen 5% rente. De betreffende bank hoeft zèlf daarentegen maar 1% rente over dit aangetrokken kapitaal aan de FED te gaan betalen. Deze vette marges (in mijn voorbeeld 4%) spekken de winsten van de banken aanzienlijk, zolang de basisrente laag blijft. Een bijkomend heilzaam effect voor de economie is dat óók de lange rente door dit principe gedrukt wordt; immers door het grote aanbod van de banken die allen lang schuldpapier aanbieden, zakt de “prijs” (lees: rentetarief) die de markt hiervoor verlangt. Op het moment dat de basisrente zal gaan stijgen, zullen de banken echter geleidelijk gedwongen worden om hun posities te sluiten. Dit vanwege het feit dat zij het risico op verlies van hun hypotheekportefeuille moeten afdekken. Om deze posities af te dekken zullen de banken ineens zèlf gedwongen worden om een beroep te doen op de kapitaalmarkt om lang kapitaal aan te trekken. Eerst waren zij met zijn allen dus áánbieders van lang geld, en daarmee de oorzaak van de lage rentepercentages bij de lange(re) rentevaste perioden, vervolgens worden ze bij een rentestijging dus vrágers van lang geld. Door dit principe kan de lange rente aanzienlijk stijgen als gevolg van de hefboomwerking die bij een (kleine) verhoging van de basisrente optreedt.
Brandstof voor de 4e fase Bedrijven snijden nog steeds in hun kosten om de winsten op peil te houden. De koersen van de beurzen in Amerika staan op een hoog niveau, net als de huizenprijzen. Dit zorgt ervoor dat de particulieren nog steeds geld kunnen uitgeven, zij het dat de bodem nu toch eindelijk echt in zicht komt. Bedrijven kunnen moeilijker aan geld komen, maar er is nog steeds geld beschikbaar; onder andere van pensioenfondsen die naarstig op zoek zijn naar beleggingen die hen in staat stellen om de beoogde rendementen te boeken. 24
Banken verdienen weliswaar minder geld met het verstrekken van leningen, doordat er veel minder hypotheekomzettingen en verhogingen plaatsvinden, maar overleven door voorzieningen af te bouwen en door nog verder en dieper in de kosten te snijden.
25
De ondergang Dalende aandelenkoersen bij een hard oplopende rentestand De paniek is inmiddels in alle hevigheid uitgebroken en de passagiers beseffen dat de beschikbare reddingsbootjes al lang zijn afgemeerd. Enkele ogenblikken later verdwijnt de Titanic in de diepte van de oceaan. De rente kan niet meer verlaagd worden met als gevolg dat de economie de o zo noodzakelijke “oppeppertjes” wordt onthouden. Forse renteverhogingen zullen op korte termijn (binnen enkele maanden) sowieso al dè aanleiding zijn voor de neergang en daarom zullen deze verhogingen tot het uiterste moment worden uitgesteld. Als de rente niet meer verhoogd wordt, dan zullen uitblijvende renteverlagingen er uiteindelijk ook zelf voor gaan zorgen dat achtereenvolgens de bestedingen, bedrijfswinsten en aandelenkoersen aan hun grote neerwaartse correctie zullen beginnen. Dit vanwege het feit dat verdere noodzakelijke stimulerende maatregelen uitblijven als gevolg van een niet meer verder te verlagen rentetarief. Als de rente fors stijgt, gaat àlles op termijn dus naar beneden (aandelen, obligaties èn vastgoed). Er is geen enkel alternatief en geen enkele compensatie meer mogelijk voor het gederfde rendement en dit principe zorgt ervoor dat de pensioenen, de bestedingen, en daardoor weer de bedrijfswinsten, zullen gaan dalen. De werkloosheid explodeert en de sociale uitkeringen kunnen niet meer betaald worden. Immers een steeds kleinere groep werkenden moet juist een steeds grotere groep werklozen van inkomen voorzien. Alle sociale uitkeringen kunnen uiteindelijk niet meer (volledig) worden opgebracht. Wanneer dit gebeurt is moeilijk te voorspellen.
Brandstof voor deze laatste fase Er is geen reguliere brandstof meer, maar daarentegen komen er (tijdelijk) “alternatieve” energiebronnen. Als alternatief kan je hier lezen: ruilhandel, eventueel worden edelmetalen als (tijdelijk) betaalmiddel in ere hersteld en verder zal er sprake zijn van een levendige handel in natura: “Maak jij mijn schoenen, dan bak ik een brood voor jou”.
26
De zwakste schakel De economie is als een ketting: de sterkte van de gehele ketting wordt bepaald door de zwakste schakel. De FED verlaagt de basisrente vanaf 2001 tot 2003 van 6,5% naar 1,0%. Zij belooft vervolgens keer op keer de rente laag te zullen blijven houden. Het doel is om de renteverwachting te temperen waardoor ook de rente voor de langere perioden op een laag niveau blijft staan. Aangezien het economisch zogenaamd ontzettend goed gaat (en het daarom dus eigenlijk erg discutabel is dat de rente zo laag staat), moet de FED haar rentepolitiek nader onderbouwen om de markt gerust te stellen. Dat doet ze door te zeggen dat de inflatie toch laag is en dat Amerika zich daardoor in de “luxe positie” bevindt om de rente niet te hoeven verhogen. De markt accepteert deze dubieuze redenering echter gretig.
Inflatie loopt op Als gevolg van de dalende dollar, stijgen de prijzen van (in dollars genoteerde) grondstoffen en bijbehorende importproducten. Hierdoor loopt de inflatie vervolgens toch op. Het gebruikte argument voor de FED is hiermee aantoonbaar komen te vervallen. Als je logisch nadenkt, zou je verwachten dat de FED als reactie op dit nieuws haar toon, ten opzichte van de door haar gevoerde rentepolitiek, wijzigt ten gunste van een toekomstige renteverhoging. De praktijk wijst daarentegen precies de andere kant uit als blijkt dat de FED snel een verklaring uitgeeft dat de rente tot de zomer in ieder geval niet verhoogd zal worden. Er wordt dus niet consequent gehandeld en bovendien worden er ook niet volgens de normale economische wetten beslissingen genomen. Het is duidelijk: de FED ziet zich langzaam maar zeker in de hoek gedrukt en haar onderbouwingen om de rente maar niet te verhogen worden steeds dubieuzer en vergezochter.
Geen banen Er komen geen nieuwe banen bij. De markt legt dit uit als dat het blijkbaar nog niet zo goed gaat met de economie. Dit maakt de kans 27
op een spoedige renteverhoging kleiner, redeneert zij, aangezien de economie volgens de FED nog te kwetsbaar is voor deze verhoging. Vanwege deze gunstiger verwachting over de rente stijgen de aandelenkoersen vervolgens weer. Niemand wil er blijkbaar bij stil staan dat er geen nieuwe banen bijkomen en dat dit onder andere het slechte nieuws is dat de FED ertoe dwingt om de rente laag te houden. Vergelijk het met iemand die erg ziek is maar hierdoor, gek genoeg, juist erg blij is. Omdat hij ziek is mag hij namelijk medicijnen van de dokter slikken en hij hoopt dat deze medicijnen hem wel eens beter kunnen maken. Iemand die niet ziek is, is daarentegen jaloers op de zieke patiënt omdat hijzelf geen medicijnen van de dokter mag slikken. Dit is de waanzin ten top! De aandelen stijgen dus, omdat er geen alternatieven meer over zijn. De markt kiest, c.q. gokt, dus op het “minst slechte bruidje”, zijnde de aandelen. Zij moet wel in aandelen, alle ander bruidjes zijn geen optie. De ene is extreem lelijk (obligaties), het andere bruidje is een jaloers kreng (vastgoed). Maar dit bruidje ziet er op het eerste gezicht ogenschijnlijk leuk uit. Als er goede alternatieven voor aandelen zouden zijn, waren de koersen van de aandelen nooit zover opgelopen. Het is dus geen teken van kracht, maar een teken van het ontbreken van alternatieve beleggingscomponenten.
Tweedeling in koopkracht De mensen met (veel) vermogen, de gepensioneerden en de vervroegde uittreders kunnen de huidige economische malaise tot dusverre negeren want zij behoren tot de groep van consumenten met voldoende financiële middelen en koopkracht. Ze zijn altijd zuinig met hun geld omgesprongen en genieten hier terecht van, na een leven van hard werken. Deze groep behoort tot de kern van de economie. Het overgrote deel van de consumenten behoort echter tot de schil van de economie; zij moeten steeds voldoende inkomen blijven genereren om in hun onderhoud te voorzien. Deze laatste groep krijgt het financieel steeds moeilijker om de eindjes aan elkaar te knopen en als gevolg hiervan zakken de bestedingen steeds verder weg. Er ontstaat langzamerhand een toestand van algehele economische malaise. Tot nu toe is de welvaart voor de eerste groep dus wel op het ge28
wenste peil. Dit is een belangrijke reden waarom deze groep relatief het minst negatief gestemd is over haar toekomstige verwachtingen over de economie. Zij voelen zich nog rijk genoeg en hoeven niet meer te knokken om hun baan te behouden of om hun inkomen bij elkaar te sprokkelen. De economie in zijn geheel kan het zich echter niet permitteren als de groep werkenden (met onvoldoende vermogen) haar financiën nog verder ziet verslechteren. Op termijn is het onvermijdelijk dat dit ook gevolgen moét krijgen voor de eerste (welgestelde) groep. De koek is dan simpelweg voor (bijna) iedereen op! De ontwikkeling van deze financiële misère kun je eigenlijk het beste vergelijken met een beschimmelde vrucht die van buiten naar binnen steeds verder begint door te rotten.
Hyperinflatie Uiteindelijk zal de schuldenballon uiteenklappen en schieten de rentepercentages als gevolg hiervan direct omhoog. Zolang het financiële systeem nog onder controle is, zijn de rentepercentages laag. Echter, zodra het systeem omvalt stijgen de rentepercentages alsof je een tot het uiterste ineengedrukte veer plotseling en in zijn geheel loslaat. De reden is dat financiers een veel hogere rentevergoeding verlangen als compensatie voor het risico dat zij lopen. Overheden drukken aanzienlijk geld bij om hun uitgaven te kunnen blijven bekostigen. Het geld verliest zijn vertrouwen en dus zijn waarde. Het is onvermijdelijk dat dit vrijwel direct, óf op een iets langere termijn, zal leiden tot hyperinflatie. Bij hyperinflatie stijgen de prijzen van goederen en diensten, in een hele korte periode, met vele tientallen of honderdtallen procenten. Het geld wordt aanzienlijk minder waard. Dit heeft tot gevolg dat mensen met hoge schulden deze in rap tempo zien verwateren, wat leidt tot een relatief veel lagere schuld. Degenen die in het bezit zijn van kapitaal, moeten daarentegen juist lijdzaam toezien hoe hun gehele (papieren) vermogen verdampt. De transformatie van het financiële systeem kun je dan als het ware vergelijken met een computer waarop alle programma’s opnieuw geïnstalleerd worden (papieren schulden en bezittingen verdwijnen). Wat uiteindelijk resteert, is mogelijk een geheel nieuw computersysteem dat geen toegang meer heeft tot de oude gegevens. 29
Geïmporteerde arbeidsproductiviteit In Amerika importeert men steeds meer producten uit het verre Oosten, en dan met name uit China. Veel banen worden van de VS naar China overgeheveld, omdat een gemiddelde Chinees daar drie uur werkt voor één dollar, terwijl een gemiddelde Amerikaan hier slechts drie minuten zijn mouwen voor wil opstropen. Omdat de producten die in China geproduceerd worden hierdoor een veel lagere kostprijs hebben, liggen zij uiteindelijk dus tegen een aanzienlijk lagere prijs in de Amerikaanse winkels. De consument is tevreden, omdat hij – althans op korte termijn – veel meer kan kopen voor hetzelfde geld. Op lange termijn daalt zijn koopkracht juist, aangezien de banen vanuit de VS naar China zijn verhuisd en dezelfde tevreden consument inmiddels is veranderd in een armoedige werkloze Amerikaan met bijna geen geld meer om uit te geven. Deze voor de VS op de langere termijn zeer schadelijke ontwikkeling, wordt door creatief Amerika geheel ten onrechte aan de vermeende kracht van haar eigen – zwakke – economie toegeschreven. Zijn motivering is dat er vanwege de lagere prijs nu méér producten gekocht kunnen worden voor hetzelfde geld als voorheen. Er wordt zogenaamd veel efficiënter in de VS zèlf geproduceerd. Maar de machines in de VS kunnen volgens de economen van de Amerikaanse overheid niet steeds efficiënter blijven produceren, zodat de onterechte verwachting wordt gewekt dat de werkgelegenheid in de VS snel zal moeten gaan toenemen. Dit is natuurlijk niet correct en de realiteit is juist precies omgekeerd! Door de verplaatsing van de banen naar China blijven er minder banen in de VS zelf over, hierdoor zal de koopkracht gaan dalen. Dit heeft tot gevolg dat de gemiddelde Amerikaan nóg meer op de prijs zal gaan letten en dat betekent weer meer vraag naar geproduceerde goederen uit China (vicieuze cirkel).
30
De ballonnen in de economie In de huidig zeepbeleconomie zijn een groot aantal bellen, of ballonnen, ontstaan. Deze zijn thans dermate opgepompt, dat ze ieder moment kunnen knappen.
Pensioenballon De pensioenfondsen moeten ieder jaar weer een bepaald gemiddeld percentage rendement boeken. Dit rendement is nodig om de toegezegde pensioenen ook daadwerkelijk – op langere termijn – uit te kunnen blijven keren. Het grootste pensioenfonds in Nederland, het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), moet ieder jaar weer 7% gemiddeld rendement boeken om aan haar verplichtingen te kunnen blijven voldoen. Om dit te bereiken investeert het fonds zijn beheerde vermogen in een mix van aandelen, obligaties en vastgoed, en een klein gedeelte in liquiditeiten. Stel dat deze beleggingen in een jaar níet met de beoogde 7% stijgen, maar juist dalen met 20%, dan bedraagt het vermogen na een jaar 80% in plaats van de benodigde 107%. Als deze ontwikkeling zich voortzet, verdwijnen de financiële buffers en moeten de pensioenuitkeringen, als gevolg van deze verliezen, aanzienlijk verlaagd worden (in mijn voorbeeld alleen al met de factor 80/107 is 25%). Als de rente gaat stijgen zullen àlle beleggingscategorieën gaan dalen. En omdat er geen alternatieven meer over zijn, zullen de rendementen op termijn in een vrije val belanden. De pensioenfondsen zitten als het ware in een doodlopende steeg en wachten in angst en beven op de onvermijdelijk komende renteverhoging.
Obligatieballon De obligatieballon is het risico dat de koersen van obligaties plotseling en aanzienlijk ineen zullen zakken. Dit proces zal gaan plaatsvinden op het moment dat de rentetarieven (fors) op zullen lopen. Om een volledig inzicht te verkrijgen in de principes van dit proces, worden hieronder achtereenvolgens vijf subonderwerpen behandeld, te weten: (1) rentevergoeding, (2) rentevaste periodes, (3) de obligatie, (4) de spread en (5) koerswinst en koersverlies. 31
Rentevergoeding De vergoeding die gegeven wordt over het uitlenen van geld heet rente. Een partij die geld over heeft, leent dit uit aan een andere partij die juist (tijdelijk) geld nodig heeft om te consumeren en/of te investeren. De “inkoopprijs” van het geld wordt bepaald door de “dirigenten van het financiële systeem”, dat zijn de centrale banken in de wereld. Commerciële banken, zoals bijvoorbeeld de ABN-Amro kopen bij deze centrale banken geld in (tegen een afgesproken rentevaste periode van één jaar) dat zij vervolgens weer doorlenen aan particulieren en bedrijven. De “inkoopprijs” van deze rente heet de basisrente. Het verschil tussen de rente die de commerciële banken zelf moeten betalen en de rente die zij aan hun klanten doorberekenen vormt de bruto winstmarge voor deze banken. Rentevaste periodes De markt (particulieren en bedrijven) heeft echter naast de korte rentevaste periode van één jaar, soms ook behoefte om geld te lenen voor langere rentevaste periodes, bijvoorbeeld periodes van drie, vijf of tien jaar. De rentetarieven voor deze langere periodes worden bepaald door vraag en aanbod van kapitaal met een bepaalde rentevaste periode. Hoe groter de verwachting zal zijn dat de rentetarieven in de toekomst zullen gaan stijgen, des te hoger de èxtra gewenste vergoeding (lees: renteopslag) zal zijn bovenop het basisrentetarief. De aanbieders van geld (banken en pensioenfondsen) krijgen gedurende de gehele afgesproken rentevaste periode een vast rentepercentage vergoed. Als de rente vervolgens gaat stijgen zullen zij over hun kapitaal dus een lagere vergoeding ontvangen dan de dàn geldende marktrente. De aanbieders van lang geld accepteren dit risico alleen als zij (ter compensatie voor dit risico) een extra rentevergoeding ontvangen bovenop het tarief van de basisrente. Door deze risico-opslag zijn de rentetarieven voor langere rentevaste perioden (behoudens extreme uitzonderingssituaties) hoger dan de tarieven voor kortere rentevaste periodes. De obligatie Het spreekt voor zich dat bedrijven en ook banken regelmatig de behoefte hebben om (al dan niet tijdelijk) kapitaal met een bepaalde rentevaste periode aan te trekken. 32
Bedrijven moeten kapitaal binnenhalen waarmee zij hun investeringen kunnen financieren. Banken moeten soms kapitaal binnenhalen om hun financiële verplichtingen (bijvoorbeeld verstrekte hypotheken) adequaat af te kunnen dekken. Om kapitaal binnen te halen kan een bedrijf of bank besluiten om een obligatie uit te brengen. Een obligatie is een lening met een bepaalde looptijd die gedurende de gehele looptijd een vast van tevoren afgesproken rentepercentage uitkeert. Deze vergoeding wordt in de regel gedurende de betreffende looptijd jaarlijks aan de belegger (pensioenfondsen, banken, bedrijven en/of particuliere beleggers) uitgekeerd. De rentevergoeding over een obligatie staat dus gedurende de gehele looptijd van deze lening vast. De rentevergoeding wordt enerzijds bepaald door de marktrente en anderzijds bepaald door het risico dat de koper van de obligatie loopt op wanbetaling van de renteverplichting. De spread Des te kredietwaardiger het bedrijf/bank die de obligatie uitgeeft, des te lager het risico voor de koper van de betreffende obligatie. Hoe lager het risico, hoe lager de door de markt geëiste rentevergoeding zal zijn. Ook de overheid (bijvoorbeeld de Nederlandse staat) leent door middel van de uitgifte van obligaties geld om haar tekorten te kunnen financieren; deze obligaties noemt men staatsobligaties. Omdat de overheid door de markt als meest veilige schuldenaar beschouwd wordt, kan zij tegen de laagste tarieven geld aantrekken. De hogere rentevergoeding die bedrijven en banken moeten betalen ten opzichte van de rentetarieven die de overheid betaalt noemt men de spread. De spread is dus de door de markt geëiste èxtra rentevergoeding boven die van een staatsobligatie. Deze extra rentevergoeding dient om het èxtra risico op wanbetaling af te dekken. Koerswinst en koersverlies Afhankelijk van een wijziging van de rentetarieven voor de verschillende rentevaste periodes kan de koers van een obligatie stijgen (koerswinst) of juist dalen (koersverlies). Stel dat het rentepercentage voor een staatsobligatie met een looptijd van tien jaar wordt uitgegeven en de rente bedraagt 7% (dit noemen we even obligatie A). Als de rentestand daalt heeft dit dus direct tot gevolg dat de markt genoegen neemt met een lagere rentevergoeding voor de staats33
obligaties dan de vorige vergoeding van 7%. Stel de rente daalt dusdanig dat de markt tevreden is met een rentevergoeding van 5% in plaats van de daarvoor geëiste 7%. Vervolgens wordt er daadwerkelijk een nieuwe staatsobligatie uitgegeven die deze 5% rente gaat uitkeren (dit noemen we obligatie B). Als beide obligatieleningen zijn uitgeven in coupures van €10.000 dan keren de betreffende obligaties gedurende de gehele looptijd dus de onderstaande rentebedragen uit: Obligatie A: € 10.000 x 7% per jaar x 10 jaar = € 7.000 rente. Obligatie B: € 10.000 x 5% per jaar x 10 jaar = € 5.000 rente. De conclusie is dat obligatie A gedurende de gehele looptijd ruim € 2.000 meer aan rente uitkeert dan obligatie B. Het gevolg is dat op het moment dat de rente daalt tot 5% de koers van obligatie A stijgt met zo’n 15% (deze stijging is dus te verklaren doordat obligatie A voor een bedrag van € 2.000 aan extra rente uitkeert ten opzichte van obligatie B). Eindconclusie Een dalende rente heeft stijgende koersen van bestaande obligatieleningen tot gevolg. Een stijgende rente heeft daarentegen juist een drukkend effect op de koersen van bestaande obligatieportefeuilles. Op het moment dat de rente historisch laag staat, keren de nieuwe obligaties een dermate lage rente uit dat er geen nieuwe koerswinsten te verwachten zijn. Bij een forse rentestijging zullen de koersen van de bestaande obligatieleningen juist sterk ineenzakken. Het risico van de huidige extreem lage rentestand is, dat als deze gaat stijgen, de koersen van bestaande obligaties onmiddellijk zullen gaan dalen/leeglopen. Het is onvermijdelijk dat de rente vroeg of laat omhoog zal gaan. De koersen van de obligaties zullen bij een forse renteverhoging zelfs gaan instorten. Vanwege de huidige lage rentestand is de kans op verdere substantiële rentedalingen uitgesloten. Hierdoor verdwijnt tevens de kans dat de obligatiekoersen nog aanmerkelijk zullen doorstijgen. Doordat enerzijds de kans op een aanzienlijke daling van het rendement op een obligatieportefeuille erg groot is en anderzijds de kans op een verdere (geringe) stijging hiervan juist erg klein is, is de verhouding tussen het rendement en het risico bij obligatiebeleggingen volledig uit balans. Eigenlijk zouden alle obligatieportefeuilles met een langere loop34
tijd daarom verkocht moeten worden. Het bedrag dat hierdoor vrijkomt (inclusief de koerswinst) kan dan op een spaarrekening gezet worden. Bij een rentestijging volgt dan juist een verhoging van het rendement, in plaats van een verlaging van het rendement (als gevolg van de koersdaling op de obligatieportefeuille).
Aandelenballon Een aandeel is een stukje bezit van een bedrijf (BV of NV) dat recht geeft op een gedeelte van de uit te keren winst van dat betreffende bedrijf. Het uit te keren winstbedrag heet dividend. Als er een jaar geen winst wordt gemaakt, keert een aandeel doorgaans geen dividend uit; de aandeelhouder ontvangt dan dat jaar helemaal niets. Je zou verwachten dat des te hoger het dividend is, des te hoger de aandelenkoers zal zijn. In de praktijk wordt de waarde van een aandeel echter voornamelijk bepaald door de gekte op de beurs en het hiermee samenhangende kuddegedrag van beleggers. Vergelijk dit met de ezel die door de wortel aan de stok bereid is steeds maar weer verder door te lopen. Dit verschijnsel kan zorgen voor extreme overwaardering van specifieke aandelen, maar kan ook tot gevolg hebben dat de “hele beurs” is overgewaardeerd. Beleggers letten dan helemaal niet meer op dividend, maar stappen euforisch en massaal in die aandelen die het hardste stijgen, waardoor deze aandelen juist nóg meer overgewaardeerd raken (vicieuze cirkel). Op het moment dat de koersen dan toch eindelijk beginnen te zakken, vormt dit aanleiding voor de kudde om massaal haar aandelen te verkopen, wat leidt tot nóg verdere koersdalingen. Er is dan sprake van paniek die een heuse beurskrach teweegbrengt. Momenteel zit er erg veel lucht in (vooral Amerikaanse) aandelen. Een belangrijke reden dat er thans zoveel lucht in de aandelenkoersen zit is de lage rentestand. Beleggers vinden dat zij veel te weinig rentevergoeding ontvangen op hun spaarrekening en zij zoeken daarom dus naar alternatieven, zoals aandelen. De aandelenkoersen in Amerika zijn na het “doorprikken” van de internetzeepbel inmiddels alweer bijna volledig hersteld tot de oude krankzinnige waarderingsniveaus. De markt wil en moét iedere keer toch weer omhoog. Kennelijk zijn beleggers buitengewoon hardleers en is een tweede, véél forsere correctie noodzakelijk om deze excessen nu wel in zijn geheel uit te bannen. De beurzen zouden uiteindelijk wel eens kunnen gaan dalen met 35
wel negentig procent. In de praktijk zou dit vervolgens leiden tot een AEX van rond de 40 punten en een Dow Jones van rond de 1.000 punten.
Derivatenballon Derivaten is een verzamelnaam voor allerlei – van een bepaalde onderliggende waarde afgeleide – financiële instrumenten, zoals opties, futures en termijncontracten. Deze instrumenten worden door het financiële systeem, zoals banken, bedrijven en beleggingsfondsen, ingezet om allerlei risico’s af te dekken, bijvoorbeeld het financiële risico op een daling van de dollar. Ook kunnen zij worden ingezet om als een hefboomeffect te fungeren dat kan leiden tot aanzienlijke winsten bij fluctuaties van de betreffende onderliggende waarde. Dit wordt veel toegepast door zogenaamde “hedge funds”. Het probleem is nu dat de wereldwijde derivatenberg thans tot een dermate, werkelijk idioot groot, onoverzichtelijk en daardoor gevaarlijk monster is uitgegroeid dat hij de potentie heeft om het gehele financiële systeem te ontwrichten.
Huizenballon Door de lage rente zijn de prijzen van huizen in Nederland, de VS en in vele andere landen aanzienlijk opgelopen. Adspirant-kopers hebben slechts twee wezenlijke vragen als ze een nieuw huis vinden dat ze graag willen hebben: “Wil de bank mij een hypotheek verstrekken?” en “Hoeveel bedragen mijn maandlasten?” Omdat er als gevolg van de dalende rente steeds meer van de banken geleend mag worden, stijgen de huizenprijzen aanzienlijk. De kopers kunnen immers steeds meer lenen en kunnen zich dientengevolge ook steeds hogere huizenprijzen permitteren. Door de stijgende huizenprijzen kunnen huizenbezitters steeds hun doorlopende kredieten en credit cards aflossen met geld van hypotheekverhogingen. Hierdoor worden de hypotheken langzamerhand “het afvoerputje van schuld”. Aan aflossen wordt in zijn geheel niet meer gedaan, dat is ouderwets en kost bovendien toch alleen maar geld dat door de huizenbezitter liever aan leukere zaken wordt uitgegeven. Door de stijgende huizenprijzen en hypotheken is iedereen in beginsel erg blij. Banken en tussenpersonen, want deze verstrekken 36
gretig steeds hogere en daardoor tevens steeds lucratievere hypotheken. Maar met name de huizenbezitters zelf zijn natuurlijk erg in hun nopjes, want zij zien watertandend toe hoe de papieren winst op hun woning aanzienlijk blijft stijgen. Papieren winst, die vaak wordt verzilverd en de economie hierdoor een extra impuls geeft. Wanneer iemand een woonhuis koopt, betaalt hij hierover ongeveer 10% kosten (kosten koper of kk) om de aankoop financieel af te wikkelen. In de regel worden deze kosten meegefinancierd in de af te sluiten hypothecaire geldlening. Op het moment dat deze pas aangekochte woning uiteindelijk zelf weer verkocht zal worden, moet de nieuwe verkoopprijs – om quitte te spelen – dus in ieder geval 10% hoger liggen dan dat er destijds voor de woning is betaald. Dit principe zorgt ervoor dat de huizenprijzen sowieso moeten blijven doorstijgen om ervoor te zorgen dat de huizenbezitters kunnen blijven doorstromen. Zelfs een gelijkblijvende prijs van de woning is niet voldoende, aangezien de kosten koper dan niet meer kunnen worden terugbetaald uit de verkoopprijs. Op het moment dat de rente begint te stijgen zullen de huizenprijzen juist gaan dalen. Dit proces zal zich versterken aangezien adspirant-kopers huiverig worden om daadwerkelijk een huis aan te gaan schaffen. Op het moment dat veel huiseigenaren de hypotheeklasten niet meer kunnen betalen zorgen executieverkopen voor een nog verdere daling van de huizenprijzen. De huizenbezitters moeten nu ècht blijven zitten omdat ze geen mogelijkheden meer hebben om de bestaande hypotheekschuld uit de verkoopwaarde af te lossen. Het huis verkopen, met de overwaarde alle bestaande schulden aflossen en met een schone lei beginnen, behoort vanaf nu al helemaal niet meer tot de mogelijkheden. Over het algemeen zal de groep met het minste vermogen het eerste in de financiële problemen belanden. Juist deze groep heeft over het algemeen de maximaal haalbare hypotheek afgesloten. Dit heeft tot gevolg dat de verliezen op de betreffende aankomende executies relatief erg groot zullen zijn; bij deze groep is het verschil tussen de door de bank ontvangen executieprijs en de hypotheekschuld namelijk het grootste.
Schuldenballon Particulieren Allerlei Nederlandse kredietmaatschappijen zoals Frisia, Postkrediet en Becam hebben een zwaar reclameoffensief ingezet, met als doel om toch vooral iedere Nederlander ervan te overtuigen dat het prima 37
is om een lening af te sluiten. Onder het motto “lenen is toch heel normaal” zakken de particulieren langzaam en onvermijdelijk steeds dieper weg in het stinkende schuldenmoeras. De eigen woning wordt gebruikt om zoveel mogelijk schuld in weg te drukken; hypotheken worden steeds verhoogd (in plaats van verlaagd door aflossingen). Het credo is: “Leef nu en betaal later”. De buurman heeft net een nieuwe auto gekocht en dat is op zich al reden om zelf ook maar een nieuwe aan te schaffen; niemand wil voor de ander “onderdoen”. Al de bestedingen die met het geleende geld gedaan kunnen worden stimuleren de economie echter slechts tijdelijk. Op de langere termijn heeft het tot gevolg dat er juist steeds minder geld overblijft om te kunnen besteden, waardoor de toekomstige groei van de economie juist aanzienlijk aan kracht zal inboeten. In de VS is het verschijnsel “je helemaal maximaal vol lenen” al veel langer een volstrekt normaal en sociaal geaccepteerd fenomeen; de Amerikaanse consument wéét gewoon niet beter. Al die leningen worden steeds maar weer omgezet naar leningen met lagere rentepercentages, zodat de betaalbaarheid, althans op korte termijn, blijft bestaan. De hypotheek is geen lening meer om een aangekochte woning te financieren, zij is getransformeerd tot het allerlaatste (red)middel om er de bestaande schulden in te kunnen blijven proppen, het zogenaamde “afvoerputje van schuld”.
Schuldenballon Bedrijven Tot het jaar 2000 heerste de zotte opvatting dat alle bedrijven persé moesten groeien. De winstgevendheid of de stabiliteit van het bedrijf raakte bij veel ondernemingen ondergeschikt. Dè reden van ondernemen was deze obsessie tot groei. Dit heeft tot allerlei slecht gefundeerde beslissingen van topmanagers geleid. Emoties als geldingsdrang, behoefte aan erkenning, waardering en respect waren dè reden voor veel topmanagers om mee te doen aan het krankzinnige kat en muisspel van de megaovernames. De topmanagers probeerden elkaar steeds meer af te troeven in de overal heersende zweterige en opgefokte sfeer. Bijna iedereen deed mee. En de beleggers? Die vierden feest! Ondertussen werden de koersen van de beursgenoteerde bedrijven tot grote hoogten opgestuwd en werd de druk op het management om te blijven presteren groter en groter. Om iedere keer maar weer aan de absurde, en inmiddels volstrekt irreële, omzet- en winst38
doelstellingen te kunnen voldoen, maakten vele bedrijven de fout om te gaan frauderen. De ego’s van de topmanagers waren blijkbaar zó groot, dat zij niet voor hun collega’s wilden onderdoen. Topmanagers weigerden gewoonweg om de beleggers uit hun droom te halen en mee te delen dat hun verwachtingen veel te hoog waren. Fraude werd hier dus aantoonbaar verkozen boven het correct informeren van de beleggers over de wèrkelijke gang van zaken binnen het bedrijf. De simpele maar schokkende reden is: “Het ego van de topmanager stond hem in de weg”. Thans zitten vele beursgenoteerde bedrijven zwaar in de schulden. Denk hierbij aan bedrijven als Koninklijke Ahold, Koninklijke KPN en Koninklijke Numico. Als ik de koningin was, zou ik de titel “koninklijke” al lang afgepakt hebben; foei! Door deze schulden blijft het nog véle jaren pappen en nathouden met de winstgevendheid van deze bedrijven, als ze op termijn niet sowieso al omvallen. Maar de markt heeft er alweer alle vertrouwen in. Sterker nog, de koers van Ahold staat een jaar na de fraude relatief zelfs hoger dan ooit tevoren! Hoe kan dat? De werkelijke koers staat weliswaar nog steeds dertig procent onder het optische niveau van vlak vóór de vrije val die zij maakte als gevolg van het uitkomen van de fraude, maar na het uitkomen van de fraude is dan ook gebleken dat de werkelijke winst véél lager is dan waar de markt destijds vanuit ging. Verder staan er nu véél meer aandelen Ahold uit, waardoor er vervolgens nog weer minder winst per aandeel is overgebleven. Door de boekhoudschandalen heeft Ahold extreem veel advieskosten gemaakt om accountants en advocaten in te huren. Deze kosten zetten de winstgevendheid verder onder druk. De economie staat er momenteel ook veel slechter voor, wat tot gevolg heeft dat de winstgevendheid van Ahold nóg verder is afgenomen. En tot slot, er dreigen nog talloze rechtszaken met bijbehorende potentiële schadevergoedingen en verliezen voor Ahold. Beleggers overzien het kennelijk niet meer, kijken naar het optische koersverlies van dertig procent en denken en hopen dat de ellende nu allemaal wel achter de rug is. Ahold kan in hun beleving best verder stijgen naar het oude niveau. Wederom de waanzin ten top! Als ik de nieuwe topman zou zijn, zou ik in het openbaar namens Ahold allereerst mijn nederige excuses voor alle fraude aanbieden. Dit zorgt voor de broodnodige sympathie van bevolking en beleggers. Vervolgens zou ik iedereen in het management die ook maar iets met de fraude te maken heeft zo snel mogelijk ontslaan. 39
Tot slot zou ik juist liever willen starten met een laag basissalaris in plaats van een hoog salaris. Dat wekt de sympathie die onmisbaar is om het geschade vertrouwen weer terug te winnen. Maar goed, de wereld werkt blijkbaar anders. Ook de nieuwe topman, Anders Moberg, laat bij zijn aantreden direct al zien zijn persoonlijke belangen boven die van Ahold te stellen. Spijt betuigen wil en doet hij niet, want hij is immers niet verantwoordelijk voor de fraude bij Ahold; het ego van de topmanager zit weer in de weg. Verder slaagt hij erin een extreem hoog salaris met bijbehorende arbeidsvoorwaarden bij het wanhopige en in grote crisis verkerende Ahold af te dwingen. We kunnen daarom moeilijk ontkennen dat Moberg zakelijke kwaliteiten heeft tot onderhandelen. Misschien zou een baan als inkoper daarom wèl op zijn lijf zijn geschreven.
Schuldenballon Overheden Ook overheden hebben grote problemen om hun financiën op orde te krijgen. In Europa breken de financieringstekorten in percentage van het BBP bij enkele landen door het afgesproken plafond van 3% heen (Frankrijk en Duitsland. Nederland ontsnapt hier waarschijnlijk nog maar nèt aan). Door de economische malaise dalen de belastinginkomsten aanzienlijk. Daarnaast lopen de kosten voor de zorg, de pensioenen en de werkloosheid in deze periode juist enorm en accelererend op. In de VS staan de overheidsfinanciën er nog véél beroerder voor. Het land moet jaarlijks ruim $ 500.000.000.000,00 (500 miljard dollar) aan buitenlands kapitaal aantrekken om zijn tekort te financieren; het geld voor de belastingcadeautjes van Bush moet natuurlijk wel ergens vandaan komen. Dit bedrag wordt in zijn geheel al door Japan en China aan Amerika geleend. Zij kopen de betreffende staatsobligaties uit de VS op, die de financiering van het betreffende tekort iedere keer weer mogelijk maken. Een belangrijke reden waarom zij deze obligaties opkopen, is om de koers van de dollar te ondersteunen ten opzichte van hun eigen valuta. Doordat de koers van de dollar wordt gesteund heeft dit een dalend effect op de koers van de valuta van Japan en China. Omdat de Japanse en Chinese producten hierdoor voor Amerika betaalbaar blijven, kunnen ze dus naar de VS blijven exporteren. Dat is hun (tijdelijke) belang om de schuld uit de VS op te kopen; op langere termijn crasht de dollar en blijven ze met een berg waardeloos papier zitten. 40
Andere extreem grote problemen voor de financiën van de VS zijn de kosten die de in sneltreinvaart naderende vergrijzinggolf teweeg zal brengen. Vanaf 2008 neemt de vergrijzing rap toe – binnen 20 jaar is zelfs één op de drie Amerikanen bejaard – en dit zorgt ervoor dat de kosten voor pensioenen en zorg zullen exploderen en niet meer op te brengen zullen zijn. Deze problemen had men natuurlijk al véél langer aan kunnen zien komen, maar sparen betekent het (tijdelijk) verminderen van het bestedingspatroon en dat hebben de Amerikanen met hun korte termijnvisie er niet voor over. Dat is tevens de reden dat dit probleem, zowel door de Republikeinen als door de Democraten, altijd volledig is doodgezwegen. Nu is het inmiddels dus véél en véél te laat om deze problemen nog adequaat aan te kunnen pakken. Óf de belastingen zullen extreem verhoogd moeten worden (wat de bestedingen en daardoor de economie zal nekken) óf er moet extreem bezuinigd worden op bijvoorbeeld de zorg om de kosten van de toenemende zorg te kunnen financieren... Enfin, een waar gekkenhuis!
Dollarballon De Verenigde Staten financiert haar tekorten door simpelweg de geldpersen harder te laten draaien. Hierdoor worden er steeds meer dollars bijgedrukt. Het gevolg is dat de wereldwijde voorraad dollars razendsnel toeneemt. Deze ontwikkeling verklaart de druk op de koers van de dollar. Tot op heden blijven de meeste dollars (en schuldpapier in dollars) echter in de kluizen van de centrale banken van Japan en China logeren. Dit zorgt nog (tijdelijk) voor voldoende ondersteuning van de greenback. Bovendien hebben veel buitenlandse beleggers (particulieren en pensioenfondsen) nog steeds enorme Amerikaanse aandelenpakketten in hun portefeuilles, omdat zij (vergeefs) hopen en geloven in een sterk herstel van de Amerikaanse economie. Op het moment dat het buitenland echter zijn vertrouwen in Amerika als economische supermacht gaat verliezen, zal dit tot gevolg hebben dat álle buitenlands beleggers ineens van al hun Amerikaanse aandelen en overige dollar(belangen) af zullen willen. Het hiermee gepaard gaande sneeuwbaleffect zorgt vervolgens onvermijdelijk voor een niet meer tegen te houden en een zichzelf versterkende extreme vrije val van de dollar. De dollarcrisis is dan een feit. 41
Als de dollar blijft zakken, dan verliest de dollar dus haar aantrekkelijkheid voor buitenlandse beleggers die hun dollarbelangen vervolgens nóg verder afbouwen. Echter een (te) sterke dollar is ook riskant voor de dollar omdat deze de noodzaak van Japanse en Chinese valuta-interventies wegneemt. Hierdoor vloeit er vervolgens aanzienlijk minder buitenlands kapitaal naar de VS, waardoor de rentetarieven in de VS omhoog zullen moeten om dit kapitaal weer “terug te lokken”. Zoals eerder betoogd nekken deze hogere rentetarieven dan vervolgens de Amerikaanse economie en daardoor dus ook de dollar.
Luchtbedtheorie De lucht binnen het huidige economische systeem is in zekere zin heel goed te vergelijken met de lucht in een luchtbed. Als je ergens op het luchtbed duwt, verplaats je de lucht naar een andere plek binnen het luchtbed, maar je drukt de lucht niet weg uit het luchtbed. Als men de rente verlaagt geeft dit lucht aan de schulden, maar deze verlaging zorgt er wel voor dat er juist weer extra lucht loopt in de huizenmarkt en in de aandelenmarkt. Ook hier druk je de gevaren dus niet uit het financiële systeem als je bepaalde stimuleringsmaatregelen neemt. De problemen worden alleen maar verplaatst, niet opgelost. Ook Alan Greenspan zelf zorgt voor voldoende luchtverplaatsing binnen het luchtbed. Hij verklaart begin maart 2004 dat de schuldenpositie van de consumenten vanwege de hoge huizenprijzen hem geen zorgen baart. Hij houdt hier aantoonbaar dus geen enkele rekening met “de wetten” van deze luchtbedtheorie. En dat is nog wel de president van de Amerikaanse centrale bank! Een andere overeenkomst met een luchtbed is dat als er eenmaal een lek in zit, alle lucht er uit blijft lopen totdat het lek eindelijk is geplakt. Het financiële systeem zal niet eerder aan zijn herstel kunnen beginnen voordat de krachten die zorgen voor een verbetering sterker zijn dan de krachten die zorgen voor een verdere verslechtering Dit betekent concreet dat de reële verbetering van de economie niet eerder kan gaan beginnen dan wanneer alle grote excessen zijn opgeruimd en de aanwezige ballonnen zijn doorgeprikt. 42
Laatste vergelijking: ook in een luchtbed is er een plekje dat niet leegloopt bij een lek, namelijk het hoofdkussen. Als er tijdig adequate voorzorgsmaatregelen genomen zullen worden, zal bij het veranderen van het huidige financiële systeem de schade op individueel niveau relatief beperkt kunnen blijven.
Dominotheorie Alles is in de huidige economie met elkaar verbonden. Op het moment dat er ergens in de wereld een grote bank omvalt kan dit tot gevolg hebben dat er ineens en onmiddellijk een ware run op alle banken ontstaat. Iedereen is dan huiverig en is bang dat hij zijn geld anders niet meer terugziet. Het kuddegedrag versterkt en accelereert deze beweging steeds verder, totdat de banken voor een niet nader te noemen periode gedwongen zullen worden om hun deuren voor het publiek te sluiten (ze worden dan zogenaamd “geseald”). Mensen hebben dan geen geld meer, de aandelenkoersen storten in en de pensioenfondsen zien hun belegde vermogen kelderen. Ineens gaat álles dan zwaar tegenzitten en de bewegingen zullen elkaar versterken en tevens steeds weer nieuwe (heftigere) bewegingen teweeg brengen. Er is niet veel fantasie voor nodig om te beredeneren wat de mogelijke consequenties hiervan uiteindelijk zullen zijn voor het gehele huidige financiële systeem in de wereld.
43
Markt kan geen kant meer uit Doordat álle beleggingscategorieën thans niet voldoende rendement, of noem het “voedsel”, opleveren om de “honger” van het huidige systeem te stillen, worden financiële partijen min of meer gedwongen om méér risico te lopen in ruil voor een hoger verwacht rendement. Pensioenfondsen moeten nu méér in aandelen gaan beleggen, omdat de obligaties en het vastgoed door de huidige extreem lage rentestand vrijwel geen opwaarts potentieel meer hebben. Dit komt op een moment dat de risico’s voor aandelen juist erg hoog zijn. Eind 2003 werd analisten van diverse Nederlandse banken gevraagd naar hun visie op de aandelenmarkt voor het komende jaar 2004. De analisten waren het over het algemeen met elkaar eens in hun verwachting dat de beurs begin 2004 nog wel even door zou stijgen. Maar daarna zouden de koersen wel eens snel kunnen gaan dalen. Op de langere termijn waren de aandelen daarom volgens hen niet koopwaardig. Dit risico werd door hen uitgelegd als “het risico van een tijdelijke opleving”. Deze uitspaak laat zien dat ook de analisten van de bank hun nek ondertussen niet meer uit durven te steken. Ik neem aan dat dit voortkomt uit hun angst voor de mogelijke gevolgen. Gevolgen die mogelijk komen, als achteraf blijkt dat zij al aan zagen komen dat de koersen zouden gaan zakken, maar desondanks onverminderd koopadviezen gaven. Nu wordt er dus gezegd dat de aandelen voor de korte termijn een goede investering zijn, maar niet voor de langere termijn. Zo zijn ze enerzijds tóch nog positief en houden ze hun werkgevers tevreden, maar waarschuwen ze de markt anderzijds wel voor de te verwachten koersdalingen. De oude beurswijsheid dat je rustig kan blijven zitten op je aandelen omdat deze op de lange termijn toch altijd weer een goede belegging blijken te zijn, gaat hier dus niet langer op.
Spread daalt Een ander alarmsignaal dat er evident op wijst dat de markt nu echt klem komt te zitten tussen haar streven om een bepaald rendement te maken tegen een bepaald maximaal risico, is af te leiden uit de afnemende spread (het renteverschil tussen een staatsobligatie en een bedrijfsobligatie). 44
De opslag voor een bedrijfsobligatie ten opzichte van een staatsobligatie is doorgaans gemiddeld 1,5%. Als de overheid bijvoorbeeld 4,5% aan rente moet betalen, dan zal dat bij een bedrijf dus gemiddeld 6,0% zijn (4,5% + risico opslag van 1,5%). De exacte spread hangt af van de kredietwaardigheid die een bedrijf heeft; de hoogst mogelijke kredietwaardigheid is een zogenaamde AAA rating. Doordat de gezondheid van de economie en de bedrijven de afgelopen jaren sterk is afgenomen, zou je logischerwijs verwachten dat de spread hierdoor juist groter is geworden. De bedrijven worden immers als minder kredietwaardig beschouwd, zodat er een hogere èxtra rentevergoeding bovenop de rente van een staatsobligatie betaald zou moeten worden. De spread is echter niet gestegen, maar juist gezakt tot een gemiddeld percentage van 0,7% in plaats van een percentage van 1,5% dat daarvóór als gemiddeld gold. De reden is even duidelijk als schokkend: de pensioenfondsen halen, als bijeffect van extreem lage rente, niet meer voldoende rendement op hun beleggingen en zijn daardoor wanhopig op zoek naar een obligatie die nèt dat beetje extra rendement (boven het rendement van een staatsobligatie) biedt. Omdat pensioenfondsen immens veel kapitaal beleggen is hun vraag naar deze bedrijfsobligaties dermate groot, dat bedrijven het zich daardoor blijkbaar kunnen permitteren om met een lagere spread dan voorheen toch volledig in hun financieringsbehoefte te voorzien.
Junk bonds Zelfs junk bonds (verzamelnaam voor obligaties met een extreem hoog risico op wanbetaling) worden gretig door de pensioenfondsen aan hun beleggingsportefeuille toegevoegd. Deze junkies moeten vanwege het hoge risico een dito hoge rentevergoeding, van soms wel 20%, bieden omdat investeerders anders afhaken. De spread is dan vaak maar liefst 15%. Als van deze bedrijven minder dan, gemiddeld, 15% failliet gaat dan kan de belegger dus gemiddeld beter beleggen in een junk bond dan in een staatsobligatie. Als van deze bedrijven méér dan 15% failliet gaat, dan had de belegger dus juist beter zijn geld in een staatsobligatie kunnen steken. Van de junkies, die 20% rentevergoeding bieden, gaat over het algemeen vaak méér dan 15% kapot; toch blijven de pensioenfondsen deze obligaties kopen. Ze móeten wel blijven kopen omdat ze 45
een bepaald minimaal rendement over hun beleggingen moeten boeken. Bij de huidige lage rentestand kan dit rendement niet meer op een andere manier behaald worden. Het volledige rendement van de junk bonds wordt door de pensioenfondsen in hun boeken verwerkt, dus de gehéle 20%. Er wordt dus nog geen enkele procent gereserveerd van de spread van 15%. Kennelijk gaan de pensioenfondsen ervan uit dat 100% van die junkies blijven leven en zullen blijven betalen. Of is er een andere reden? Natuurlijk is er een andere reden! De reden is dat de pensioenfondsen blijkbaar dusdanig weinig financiële ruimte meer over hebben, dat ze de volledige spread tot hun beleggingsrendement moeten rekenen. Dit is echt een ongelofelijke financiële tijdbom, die de uitkeringen van toekomstige pensioenen ernstig in gevaar zal brengen. Blijkbaar zien de pensioenfondsen het uiteenspatten van de zeepbel ook als een onvermijdelijk gebeuren en willen ze op deze wijze hun financiën nog even tijdelijk “op orde” houden.
Iedereen wordt voor de gek gehouden In 2001 werd gezegd dat het herstel in 2002 zou komen. In 2002 werd dit opgeschoven naar 2003 en in 2003 werd weer gezegd dat het herstel nu werkelijk in 2004 zou gaan plaatsvinden. Iedere keer blijft de markt weer geloven in dit vermeende herstel. Herstel dat helemaal niet plaats zal gaan vinden. Het is onontkoombaar en in zekere zin ook wenselijk dat de huidige economie gecorrigeerd zal worden naar een “normaal” en “houdbaar” niveau. Analisten zijn net papegaaien, ze praten elkaar allemaal na en zijn zo veranderlijk als het weer. Er moet eigenlijk een systeem komen waarbij de analisten jaarlijks een aantal voorspellingen moeten doen en waarbij hun gedane voorspellingen achteraf worden getoetst. Goede analisten zouden dan meer punten scoren en zo meer terecht verdiend vertrouwen krijgen van het publiek. Waarschijnlijk zal het hier wel nooit van komen; de meeste beleggers willen immers alleen maar positief nieuws blijven horen. Hierdoor zullen de analisten die alleen maar goed nieuws verkondigen naar verwachting altijd toch populair blijven.
46
Irreële reactie op nieuws en financiële ontwikkelingen De verwachting dat de rente in de VS zal gaan stijgen door een hoger dan voorspeld inflatiecijfer, zorgde er in februari 2004 voor dat de dollar ten opzichte van de euro in één dag met 2% steeg. De kracht van deze stijging gaat geheel voorbij aan het feit dat àls er al sprake zou zijn van een verhoging van de huidige 1,0% basisrente in de VS, dit in kleine stapjes van 0,25% tot maximaal 0,5% zal gebeuren. Met andere woorden: de stijging van de dollar van 2% zou pas reëel zijn als de rente in de VS op korte termijn daadwerkelijk en aanzienlijk zou gaan stijgen. Het is niet moeilijk om vast te stellen dat de stijging van de dollar met 2% een zwaar overtrokken reactie is, die we weer kunnen indelen in de betreffende rubriek: kuddegedrag.
Bubbels worden verder opgeblazen De autoverkopen in Amerika worden kunstmatig aan de praat gehouden door steeds maar wéér goedkopere leningen aan te bieden (met dank aan de reeks renteverlagingen van de FED). Bestaande leningen kunnen hierdoor iedere keer weer worden omgezet in leningen tegen aanzienlijk lagere rentetarieven. Door deze dalende rentetarieven, kan de gemiddelde Amerikaan tóch weer die spiksplinternieuwe Ford Turbo met vierwielaandrijving kopen, zonder dat zijn maandelijkse lasten stijgen. Nu de rente op een historisch laag punt staat en verdere renteverlagingen niet meer in het verschiet liggen, worden de kredietmogelijkheden, creatief, weer verder opgerekt door de aflostermijn gewoon uit te breiden van de gebruikelijke termijn van 60 maanden naar soms zelfs wel 150 maanden! Door dit principe bedraagt de restwaarde van de auto op termijn (aanzienlijk) minder dan het bedrag dat er op dat moment op de lening is afgelost. Met andere woorden: als de auto bijna niets meer waard is, staat hier nog wel een aanzienlijke lening tegen open.
Fannie & Freddie In de VS bestaan er twee megagrote semi-overheidsbedrijven, die hun bestaansrecht ontlenen aan het massaal opkopen, bundelen en door47
verkopen van gehele hypotheekportefeuilles van commerciële banken. Deze commerciële banken lopen vanwege de overdracht van deze portefeuilles hierover geen risico meer; zij mogen van de overheid dientengevolge weer extra hypothecair krediet verstrekken. De betreffende instanties (Fannie Mae en Freddie Mac) proberen hun aandelenkoersen minimaal op peil te houden door zorg te dragen voor een immer toenemende omzet en dito winst. Om dit te bereiken moeten de schuldenbubbels steeds verder worden opgeblazen en neemt het verleende krediet op hypotheken in Amerika schrikbarend toe. De omzet en bijbehorende winst moeten dus steeds exponentieel toenemen, dit terwijl de rente thans op een dermate laag niveau staat, dat verdere omzetgroei achterwege zal blijven. Bij een eventuele rentestijging zullen hypotheeklasten mogelijk niet meer opgebracht kunnen worden, hetgeen de winstgevendheid en de stabiliteit van deze hypotheekgiganten verder ondermijnt. Al met al hebben deze financiële mammoettankers dus een immense potentie om het gehele financiële systeem te gaan ontwrichten. Greenspan heeft reeds aangegeven dat de Amerikaanse overheid bij een faillissement van Fannie en Freddie niet garant staat voor de betreffende schulden.
Iedereen is de weg kwijt Zelfs minister van Financiën, Gerrit Zalm, liet zich in februari 2004 eindelijk optimistisch uit over de ontwikkeling van de economie. Vervolgens bleek de werkloosheid in Nederland gestaag op te lopen en dreigt het financieringstekort boven de 3% te komen. Dit, terwijl Zalm Duitsland en Frankrijk nog wilde laten “bestraffen” vanwege het overschrijden van deze 3%-norm. Greenspan doet in maart 2004 in zijn speech een rechtstreekse oproep aan de Amerikaanse huizenbezitters om hun hypotheekrente toch vooral kort vast te zetten. Deze wanhopige actie onderstreept dat de stimulerende werking van de lage rente inmiddels bijna volledig is uitgewerkt en dat alle schulden nu kort gefinancierd dienen te worden om de economie aan de praat te houden. Nederland wil extra bezuinigen, Duitsland wil de economie juist een impuls geven door de belastingen te verlagen. Ieder land gaat er weer op een geheel andere manier mee om. De een verhoogt dus de belastingen en het andere land verlaagt deze juist. Dit maakt pijnlijk duidelijk dat er tegen de huidige ma48
laise niet een eenduidig medicijn is en dat er naar willekeur “paniekerige” pogingen gedaan worden om het economische tij te keren. Maar de mogelijkheden raken steeds verder uitgeput. Er is steeds minder geld beschikbaar om de steeds hogere tekorten weg te werken. Overheden komen hierdoor tussen twee vuren in te zitten: moet het tekort verlaagd worden of moeten de bestedingen juist gestimuleerd worden, waardoor het tekort (tijdelijk) mag oplopen?
Markten negeren de kans op een crash De markten reageren alsof er geen vuiltje aan de lucht is en al helemaal niet alsof er een kans op een grote correctie aanwezig is. Deze stelling wordt ondersteund als we eens goed kijken hoe de prijzen van diverse grondstoffen op de koers van de dollar reageren. De prijzen van alle grondstoffen in de wereld worden in dollars gerekend. Als de dollar stijgt dan hoeven er dus minder dollars betaald te worden voor dezelfde hoeveelheid grondstof; de prijs in dollars zal dus zakken. Omgekeerd zullen de prijzen in dollars juist stijgen als de koers van de dollar zakt. Ook de goudprijs reageert voornamelijk op de koers van de dollar (men spreekt van een daling/stijging van de dollar als deze minder/meer waard wordt in vergelijking met andere munteenheden in de wereld, voornamelijk ten opzichte van de euro en de yen). Toen de inflatie in februari 2004 in de VS hoger was dan verwacht steeg de koers van de dollar die dag met bijna 2% als reactie op dit nieuws. Beleggers zien dit nieuws kennelijk als een aanwijzing dat een Amerikaanse renteverhoging spoedig in aantocht is. Door deze hogere rente(vergoeding) zal de vraag naar Amerikaanse investeringen toenemen, redeneren zij, wat zal leiden tot een hogere vraag naar dollars. Beleggers nemen een voorschot op deze toekomstige ontwikkeling en dat resulteert dus in een stijging van de koers van de greenback. Door deze stijging van de dollar daalde goud die dag met 2%, waardoor de goudprijs gerekend in euro’s nagenoeg gelijk bleef. De goudprijs daalde die dag dus om zich te corrigeren ten gevolge van de dollarstijging. Dat hogere rente in de VS de aanleiding kan zijn om de economie in de VS te ontwrichten (vanwege de onhoudbare schuldpositie) werd hier in zijn geheel dus aantoonbaar genegeerd. 49
Als dit niet genegeerd zou worden zou de goudprijs die dag immers niet gedaald zijn, maar juist gestegen (zowel in dollars als in euro’s) aangezien goud geldt als een veilige vluchthaven in financieel onzekere tijden. Kennelijk blijft de markt de kans op een neerwaartse correctie steeds hardnekkig ontkennen. Als negeren uiteindelijk geen optie meer is, zal dit leiden tot een situatie waarbij de gehele “paniekwaarde” nog tot uiting zal moeten komen. Dit zal vervolgens moeten resulteren in een toekomstige aanzienlijke vlucht in, en dito prijsstijging van, de edelmetalen.
Er is sprake van een schijnherstel Herstel van banken komt doordat zij veel meer geld uitlenen, fors in hun kosten snoeien en verder de hoogte van hun voorzieningen voor kredietrisico’s afbouwen. Omdat de schulden door particulieren en bedrijven steeds verder worden uitgebouwd, verdienen de banken (tijdelijk) meer geld en komen zij met hogere winstcijfers waardoor de aandelen van de betreffende banken vervolgens weer verder stijgen. Men gelooft in een nakend herstel. Niemand staat er blijkbaar bij stil, of wil er niet stil bij staan, dat het verhogen van schulden op termijn juist leidt tot een lágere koopkracht. Deze ontwikkeling van schuldenopbouw is dus funest voor de economische ontwikkeling in de toekomst. Maar voorlopig wordt er nog even doorgefeest op dit nieuws. Ook andere bedrijven kunnen vanwege vergaande kostenverlagingen hun winsten nog op peil houden. Het is allemaal pappen en nathouden. Iedereen die een beetje z’n ogen open heeft, zal moeten vaststellen dat het economisch veel minder gaat. Per slot van rekening leidt een kostenbesparing van het ene bedrijf juist tot een dito daling van omzet en winst voor het andere bedrijf.
Niemand wil verlies nemen Het ligt niet in de aard van de mens om verlies te willen nemen. Particulieren en bedrijven, maar ook banken, proberen verliezen tot het uiterste te voorkomen en zo nodig te beperken. Uit onderzoek is gebleken dat mensen die een verlies gemaakt hebben er àlles aan doen om dit verlies weer goed te maken. Ze gaan hierbij over het algemeen zelfs zó ver, dat ze bereid zijn om weer nieuwe risico’s te nemen als hierdoor een kans ontstaat om de be50
staande verliezen weg te werken. Hoe groter de verliezen, des te groter zijn de risico’s die men over het algemeen bereid is aan te gaan. Dit principe zorgt ervoor dat de banken er alles aan doen om te voorkomen dat de bedrijven waarvan de bank aandelen in haar bezit heeft failliet gaan. Dit verklaart dan ook waarom er weinig beursgenoteerde bedrijven, zoals Ahold en Hagemeyer, omgevallen zijn toen ze in een schuldencrisis verkeerden; de banken hebben immers reeds teveel aandelen van deze bedrijven in hun bezit. Als Ahold omvalt, moeten ze een aanzienlijk verlies nemen. Dit zullen ze nóóit vrijwillig doen. Er is in de praktijk dan ook nooit sprake geweest van een serieus risico dat deze in crisis verkerende bedrijven werkelijk zouden omvallen. De simpele reden is dat de banken gewoon veel te veel van deze aandelen in portefeuille hebben om een faillissement toe te kunnen en te willen staan. Particulieren willen ook geen verlies nemen en houden hun aandelen daarom vaak wanhopig vast als de koers daalt tot onder het niveau van de aanschafwaarde van de betreffende aandelen, in de hoop op betere tijden. Bedrijven wachten vaak veel te lang om onrendabele aankopen weer af te stoten. Ze willen blijven proberen om deze toch winstgevend te maken. Anders moeten ze namelijk dat vreselijke verlies nemen. Beleggers en eigenaren van vastgoed willen geen verlies nemen op de waarde van hun onderpand. Zij geven liever een half jaar huurvrijstelling dan een korting op het huurtarief. Als ze het huurtarief verlagen, heeft dit namelijk direct tot gevolg dat de waarde van het betreffende vastgoed daalt. Dat willen de vastgoedeigenaren natuurlijk niet. Ze willen immers geen verlies nemen. Ook overheden hebben er een hekel aan om hun verlies te nemen. Denk hierbij aan Japan, dat niet al zijn investeringen in de VS wil zien verdampen en daarom tot dusverre maar dollars blijft aankopen om te voorkomen dat de dollar crasht waardoor al zijn dollarbezittingen in één klap waardeloos worden. Níemand wil verlies nemen, en dat heeft het onzalige gevolg dat de excessen in de economie maar blijven doorgroeien. Neem toch afstand van je verlies, voordat je jezelf in dit verlies verliest!
Signalen dat het werkelijk onhoudbaar wordt Enkele weken nadat Wim Duisenberg als President van de Europese Centrale Bank is opgevolgd door de Fransman Trichet, laat hij zich in een interview “eventjes ontvallen” dat er werkelijk een wonder 51
moet gebeuren wil de economie van de VS nog gaan herstellen. Voorheen kon hij zoiets vanwege zijn openbare functie natuurlijk niet vrij uitspreken. Ook Greenspan begint zich vanaf maart 2004 openlijk en steeds nadrukkelijker uit te laten over de potentiële gevaren van “Freddie en Fannie” voor het gehele financiële systeem. Een jaar geleden zwakte hij deze gevaren juist nog af met als doel de markt te kalmeren (de rente kon toen nog verlaagd worden om de markt verder te stimuleren). Nu kan hij de markt niet meer met verdere rentedalingen ondersteunen. Blijkbaar is de situatie thans dermate penibel geworden dat hij zich gedwongen ziet de markt nu op de gevaren te gaan wijzen, zodat hij later zijn handen in onschuld kan wassen met de nuchtere mededeling “I told you so”. Bovendien roept Greenspan begin maart 2004 alle huizenbezitters op om hun hypotheken over te sluiten naar een kortere (goedkopere) rentevaste periode. Er zit blijkbaar zó weinig rek meer in het financiële systeem dat hij deze wanhopige oproep wel móet doen om de bestedingen nog enigszins te stimuleren. Door de hypotheek naar een kortere rentevaste periode over te sluiten gaat de huizenbezitter immers minder rente betalen, wat tot gevolg heeft dat er dus meer overblijft om te besteden. Tot begin 2004 heeft de president van de Amerikaanse bank zijn beslissing om de rente op een extreem laag niveau te houden nog enigszins kunnen verantwoorden met het argument dat de inflatie erg laag is. Door een lage inflatie kan de rentevergoeding over kapitaal laag blijven, aangezien de waarde van dit kapitaal vrijwel niet door geldontwaarding wordt aangetast. Op het moment dat blijkt dat de inflatie onverhoopt stijgt, vervalt dit argument. Het directe gevolg is dat de druk op de Amerikaanse bank zal toenemen om de rente te gaan verhogen, teneinde haar geloofwaardigheid niet te verliezen. Een signaal dat de inflatie oploopt is dus zéér onwenselijk.
Inflatie loopt op De inflatie in de VS blijkt uit de PPI-index (Producer Price Index), welke maandelijks gepubliceerd wordt. Eind februari 2004 zou het inflatiecijfer van de maand januari uit moeten komen. Dit cijfer wordt echter met een maand (!) uitgesteld. De reden van dit uitstel wordt overigens niet afdoende toege52
licht. Er zouden “wat componenten” aangepast dienen te worden. Toen dit cijfer een maand later uiteindelijk alsnog naar buiten werd gebracht, was de inflatie een stuk hoger dan verwacht (0,6% in plaats van 0,4%). Als er geen “componenten” aangepast zouden zijn, zou het inflatiecijfer natuurlijk nóg veel hoger uitgekomen zijn. Dit cijfer is echter niet bekend gemaakt. De reden om de publicatie van het cijfer uit te stellen, is duidelijk. De uitkomst was blijkbaar dermate zorgwekkend, dat het argument van de Amerikaanse bank om de basisrente laag te houden, vanwege een lage inflatie, zou zijn komen te vervallen. Dit moest natuurlijk tegen èlke prijs voorkomen worden, met als gevolg uitstel en manipulatie van de PPI. Als de aanpassing van het cijfer wèl te goeder trouw was geweest, dan zou de reden van deze aanpassing adequaat onderbouwd en toegelicht zijn. Bovendien zou de uitkomst van het cijfer zónder de aanpassingen van de componenten ook bekend gemaakt zijn. Saillant detail: de inflatie van 0,6% op maandbasis, is een inflatie van 7,2% op jaarbasis. Hoe kan de FED de basisrente nu in vredesnaam op 1% laten staan? Haar argument dat zij zich in de “luxe positie” bevindt om de basisrente op 1% te houden vanwege een lage inflatie(ontwikkeling) is namelijk aantoonbaar komen te vervallen. De rente mag gewoonweg niet (fors) omhoog zonder dat het financiële systeem als gevolg daarvan zal instorten. Dan maar weer uitstellen, aanpassen en verder manipuleren van overheidscijfers. Desondanks blijven veel analisten (vooral Amerikaanse) hoopvol. Commentaar als: “Alhoewel het inflatiecijfer van de PPI hoger is dan verwacht, geeft dit geen reden tot zorg; de FED vindt dit cijfer blijkbaar toch niet belangrijk, anders had zij wel geklaagd toen de publicatie van dit cijfer met een maand werd uitgesteld”. Hoe hardnekkig kunnen sommige analisten toch zijn bij het ontkennen van de werkelijkheid?
Economie verzwakt verder De huizenmarkt koelt af en bestaande en nieuwe schulden kunnen niet meer in de hypotheek worden gedrukt. Dit heeft tot gevolg dat de netto lasten voor de huizenbezitters niet meer verlaagd kunnen worden en derhalve juist gaan stijgen. Dit heeft een sterk groeiend aantal gedwongen verkopen van huizen (executieverkopen) tot gevolg, met toenemende verliezen voor de banken; zowel het aantal executies neemt toe als het verliesbedrag 53
per executie. Banken zijn erg huiverig om nog nieuwe leningen te verstrekken en zij scherpen hun acceptatienormen steeds verder aan. De werkloosheid explodeert en bestaande werklozen komen bijna niet meer aan de bak. De werkloosheid doet zich voor het eerst niet alleen massaal voor bij de lager opgeleiden, maar breidt zich steeds verder uit tot de hogere en zelfs hoogst opgeleide werknemers, met HBO- en universitaire opleidingen.
Mogelijke triggers Voorspellen van wat de aanleiding van de correctie zal zijn, is moeilijk, zo niet onmogelijk. Hieronder desondanks een opsomming van en aantal mogelijke triggers. Een mogelijke trigger is: de hypotheekgiganten Freddie Mac en Fannie Mae vallen om en dat is het begin van het proces dat komen gaat. Een explosie van de olieprijs kan ook de trigger zijn. Forse renteverhogingen is een zeer waarschijnlijke trigger. Dat is direct de reden waarom officiële renteverhogingen tot het uiterste zullen worden uitgesteld. Als Greenspan uiteindelijk door de feiten gedwongen wordt tot het verhogen van de basisrente, leidt dit op termijn onvermijdelijk tot een correctie. Een andere mogelijke trigger kan zijn dat het buitenland niet langer bereid is om het tekort van Amerika te financieren. Een terroristische aanslag zou ook een trigger kunnen zijn. Maar dit kan juist ook een anti-trigger zijn. Greenspan heeft dan ineens weer een legitieme reden om de rente te gaan verlagen. De gemiddelde Amerikaan zal dan nog steeds graag bereid zijn om zijn schulden wéér te herfinancieren en de economie zo een laatste wanhopige impuls geven vanwege de hiermee verband houdende toenemende extra bestedingen. In de praktijk kan de correctie ook zomaar uit het niets plaatsvinden: het gebeurt dan “gewoon”. Iedereen wordt dan wakker geschud en weet niet wat hem overkomt.
Wortels en kruin De toestand van de huidige economie zou je in een bepaald opzicht met een doodgewone boom kunnen vergelijken. De wortels zijn de fundamenten van de economie. Deze wortels zijn op dit moment aan het rotten volgens redelijk voorspelbare economische principes (voorbeeld van rottende wortels: inzakkende 54
consumentenbestedingen als gevolg van het uitblijven van verdere renteverlagingen). De kruin vangt de wind op en deze wind is juist de onvoorspelbare factor (voorbeeld van wind in de kruin: terroristische aanslagen). De potentiële effecten van terrorisme en ontwikkelingen van het milieu op de economie kunnen enorm groot zijn. Desondanks zijn deze niet te voorspellen en zijn de genoemde invloeden al helemaal niet te beredeneren. Deze onzekerheid is de reden, waarom hier verder niet dieper wordt ingegaan op de mogelijke gevolgen; het blijft immers toch een gok. Je kan (door het samenspel van verrotting en wind) niet met zekerheid beredeneren wanneer de boom uiteindelijk zal omvallen. Als er geen enkele sprake zou zijn van enige wind, dan zou je dit moment wel moeten kunnen beredeneren; namelijk op het moment dat de wortels volledig zullen moeten zijn doorgerot. Echter, aangezien je de invloed van de wind in werkelijkheid niet kan voorspellen, komt het daadwerkelijke moment dat de boom in de praktijk omvalt waarschijnlijk dus erg onverwacht. Conclusie: je kan de werkelijke trigger nimmer beredeneren. “Het gevoel” kan in bepaalde gevallen wellicht een doorslaggevende rol spelen om het moment van het begin van de daadwerkelijke crash te voorspellen.
Toekomstige situatie Algemeen kun je stellen dat er een domino-effect zal optreden en dat de economie zich in een sterk negatieve spiraal zal gaan begeven. Dit effect houdt pas op als de krachten die hiervoor verantwoordelijk zijn uitgewerkt zullen raken. Er zullen heel wat ballonnen moeten knappen en dit keer dus wel hélemaal leeg moeten lopen, voordat dat moment eindelijk aangebroken zal zijn. Het vertrouwen in de overheid is waarschijnlijk ernstig geschaad, zij hebben ons immers niet gewaarschuwd. Het zal véle jaren, wellicht tientallen jaren, kosten voordat het vertrouwen in de overheid en de economie weer geheel hersteld zal zijn. De vermogens van de pensioenfondsen zullen kelderen, wat hen zal dwingen om de hoogte van de uitkeringen aanzienlijk te verlagen. Deze lagere pensioenuitkeringen zullen vervolgens weer tot gevolg hebben dat de bestedingen in de economie aanzienlijk zullen teruglopen. Dit leidt weer tot lagere bedrijfswinsten en daardoor weer tot lagere aandelenkoersen. 55
De pensioenfondsen maken door deze lagere rendementen op hun aandelenbeleggingen weer lagere rendementen. Zo is het kringetje rond en kan alles weer opnieuw beginnen. Het in gang gezette proces zal zichzelf steeds verder gaan versterken. Tegenwoordig is iedereen erg mondig. Mensen denken steeds meer aan zichzelf en distantiëren zich steeds verder van de anderen in de samenleving. Ook menen de meeste mensen precies te weten waar zij zelf “recht” op hebben. Deze overtuiging zal ervoor zorgen dat vrijwel niemand bereid zal zijn om ook maar iets vrijwillig van zijn welvaart c.q. inkomen in te gaan leveren. Dit heeft vervolgens tot gevolg dat er een aanzienlijke kloof te overbruggen zal zijn van de huidige situatie naar de nieuwe, beduidend minder florissante, toekomstige situatie. De stijgende rentetarieven en het feit dat de huizenbezitters de verschuldigde hypotheekrente gewoon niet meer kunnen betalen zal op termijn moeten leiden tot een instorting van de huizenmarkt. Dit zal vervolgens snel een grote invloed gaan krijgen op de financiële reserves van de banken, waardoor het onvermijdelijk wordt dat uiteindelijk ook de banken zullen instorten.
Wat nu te doen? Zolang het financiële systeem nog voldoende functioneert zal de door de overheden vast te stellen basisrente op een historisch laag niveau blijven staan. Het doel van de overheid is om de economie, zo goed en zo kwaad als mogelijk is, aan de praat te houden om hierdoor een mogelijke crash uit te stellen. Dit bereikt men het beste door de rente (kunstmatig) zo laag mogelijk te houden. In beginsel is het hierdoor voor huizenbezitters het meest aantrekkelijk om de rentevaste periode van schulden, zoals hypotheken, zo kort mogelijk vast te zetten. Het is goed mogelijk dat er (tijdelijk) sprake zal zijn van deflatie. Bij deflatie dalen de prijzen van goederen en diensten. De reden is dat consumenten hun bestedingen verminderen/uitstellen, waardoor de bedrijven gedwongen worden om hun prijzen te verlagen. Op het moment dat de zeepbeleconomie echter uit elkaar spat, zal de rente in een hele korte tijd gaan exploderen tot een niet goed van tevoren in te schatten niveau. Dit niveau kan potentieel extreem hoog zijn. De huizenbezitter kan er dan maar beter voor gezorgd hebben dat hij zijn hypotheek adequaat tegen deze rentestijgingen beschermd heeft. 56
Enerzijds wordt de rente thans dus kunstmatig laag gehouden. Anderzijds loopt men het risico dat de rente in de toekomst ineens en explosief zal gaan stijgen. De ideale hypotheekvorm biedt de voordelen van de huidige lage rente in combinatie met de veiligheid van het afdekken van excessieve rentestijgingen. De aandelen kunnen het beste zo snel mogelijk verkocht worden. De opbrengst kan dan (tijdelijk) worden omgezet in spaargeld. Verder zouden mensen kunnen overwegen om (een gedeelte van) het spaargeld om te zetten in goederen en in grondstoffen. Waarschijnlijk zullen edelmetalen, zoals goud, zilver en platina, in waarde stijgen omdat deze waarden gelden als een veilige toevluchtshaven in onzekere tijden. De mogelijke consequenties voor het dagelijkse leven mogen verder duidelijk zijn.
57
Enkele stellingen Hieronder een aantal relevante stellingen die verband houden met de economische feiten en ontwikkelingen.
Hoe slechter het gaat, des te harder zeggen ze dat het goed gaat. Als alles werkelijk zo goed gaat, waarom moeten Greenspan en consorten dan steeds blijven herhálen dat het zo immens goed gaat? Te pas en te onpas laten ze zich steeds positiever en positiever uit over de gezondheid van de Amerikaanse economie. Als het werkelijk zo goed gaat is het “geruststellen” van de markt toch helemaal niet nodig? Sterker nog, als het wèrkelijk zo goed zou gaan, zou hij de markt juist moeten afremmen met uitspraken over oververhitting van de economie en zou hij de rente moeten verhogen. In 1996 stond de Dow Jones (Amerikaanse beurs) op 6.000 punten en Greenspan sprak van een “irrational exuberance” (irrationele uitbundigheid). Nu staat dezelfde index in 2004 op bijna 11.000 punten (bijna op het allerhoogste punt ooit!) en spreekt hij ineens over een ijzersterke economie met goede vooruitzichten voor aandelen. Zelfs minister van Financiën, Gerrit Zalm, laat zich begin 2004 voor het eerst zeer positief uit over de gezondheid van onze economie. Hij spreekt van een krachtig herstel met veelbelovende vooruitzichten. Ondertussen blijft het financieringstekort voor het jaar 2003 gestaag verder oplopen en het dreigt zelfs dat dit boven de drie procent uitkomt (het maximum tekort volgens de regels van het stabiliteitspact van de Europese Unie). Wat er natuurlijk werkelijk aan de hand is, is dat de immense hoeveelheid lucht die er tot nu toe in de aandelen, obligaties en vastgoed is gelopen, veel teveel is geworden om die er nog op een geleidelijke manier uit te laten lopen. De correctie wordt door al het pappen en nathouden weliswaar uitgesteld, maar zeker niet afgesteld. Bijkomend gevolg is dat áls de lucht er straks dan toch uit zal gaan lopen, dit veel méér lucht zal zijn; uiteindelijk zullen de ballonnen hierdoor dus extra hard gaan klappen. 58
“Laag” is een relatief begrip. Lage rente is een relatief begrip: het financiële systeem wordt immers op de steeds lagere rente iedere keer weer opnieuw geijkt. Het gaat uiteindelijk om de bewéging van de rente. Een rente van 13% die verlaagd wordt naar 12% werkt positief uit op de economie omdat de rentelasten voor consumenten en bedrijven door deze 1% daling gaan afnemen. Een rente van 1% die op 1% blijft staan biedt deze verlichting dus niet. Een lage rente betekent in feite juist dat de munitie, en daardoor de mogelijkheden van de centrale banken, aan het opraken is om de economie te stimuleren en aan te zwengelen (zie Japan). Beleggers roepen nu al een jaar dat de basisrente lekker laag blijft staan op 1%. De beurzen blijven op dit nieuws doorstijgen. Dit is in feite een opmerkelijke situatie, aangezien de financieringskosten voor het bedrijfsleven gelijk zijn gebleven en helemaal niet meer gedaald zijn. Het is dus puur gebakken lucht die weer in de koersen van de aandelen loopt. Niemand wil beseffen dat het op zijn minst opmerkelijk is te noemen dat het blijkbaar nodig is dat de rente in de VS nu al een jaar staat op het laagste punt in ruim 40 jaar. Deze extreem lage rente is te meer opmerkelijk daar regering, bedrijven en analisten juist spreken over een “ijzersterke economie”.
Alleen “echte” groei is goed. Groei mag, voor zover dit een “schone” optelsom is van bevolkingsaanwas, inflatie en arbeidsproductiviteit. Iedere andere groei is kunstmatige groei, die hoort bij een schijneconomie en op termijn zorgt voor “zeepbellen”.
Structurele problemen worden tijdelijk opgelost. Belastingverlagingen en de toenemende schuldenberg moeten de consumptie aanvuren. Op de langere termijn echter zorgen deze maatregelen voor hogere schulden, waardoor er juist minder koopkracht overblijft om de economie te stimuleren. Valuta-interventies ondersteunen de dollar maar tijdelijk, omdat de werkelijke oorzaak, de extreme tekorten, niet door de VS zelf worden aangepakt. De VS laten simpelweg de dollarpers draaien, waar59
door de hoeveelheid dollars wereldwijd aanzienlijk toeneemt. De werkelijke oorzaken voor de val van de dollar (de torenhoge tekorten en dito staatsschuld) lopen hierdoor juist alleen maar verder op. Door de interventies blijft de koers en daardoor de koopkracht van de dollar namelijk nog enigszins op peil, waardoor de Amerikanen kunnen blijven dóórgaan met producten te importeren uit het Verre Oosten. Het Amerikaanse tekort wordt hierdoor wéér hoger, waardoor er nog zwaarder geïntervenieerd moet worden door de Oosterse centrale banken: een vicieuze cirkel!
We zien alleen wat we willen zien. Doordat mensen alleen zien wat ze ook echt wíllen zien, belet hen dit dat zij door barrières héén kunnen denken. De drang om slecht nieuws te negeren en je kop hiervoor in het zand te steken, kan heel sterk zijn. De overheid en het bedrijfsleven weigeren in te zien dat het onvermijdelijk is dat de economie aan een grote revisiebeurt toe is. Oók zij houden zich liever krampachtig vast aan de oude, in hun ogen vertrouwde, en veilige situatie. Dit gedrag leidt er toe dat er nu geen adequate voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Het gevolg is dat de overheid straks volledig onvoorbereid is op de onvermijdelijke herijking van het financiële systeem.
60
De functie van goud Goud was vroeger hèt betaalmiddel. Waarom? Omdat het schaars is en duurzaam. De hele wereldvoorraad goud past in een denkbeeldige ruimte van 9 x 9 x 9 kubieke meter. Goud als direct betaalmiddel werd echter door papiergeld verdrongen en het ligt nu alleen nog maar in beperkte mate als tegenwaarde voor papiergeld in de kluizen bij de centrale banken. Gaandeweg werd het vertrouwen in papiergeld zelfs zó groot, dat het publiek zich helemaal niet meer druk maakte over de vraag of er nog wel voldoende goud in de kluizen bij de centrale bank zou liggen of niet. In 1971 kon de gouddekking in Nederland daarom eenvoudig worden opgeheven. De ontkoppeling van de papieren valuta met goud was hiermee een feit. En de overheid? Die verkocht het meeste goud uit de kluizen om haar financiën te spekken. Inmiddels is de koppeling ruim dertig jaar losgelaten. De prijs van het goud ten opzichte van de geldberg is thans dermate gezakt dat men met de helft van de waarde van alle aandelen van alleen Microsoft de héle wereldwijde goudberg al kan opkopen. Voor papiergeld betekent dit dat het enige verschil tussen een telefoonboek en een briefje van 50 euro is, dat de mensen er nog steeds op vertrouwen dat het briefje van 50 euro als betaalmiddel c.q. ruilmiddel geaccepteerd zal worden. Dat is het enige wérkelijk ter zake doende verschil (de informatiewaarde van het telefoonboek laat ik hier voor het gemak even buiten beschouwing). Op het moment dat dit vertrouwen zoek is, zal de prijs van het goud derhalve exploderen. De hele wereld probeert zijn waardeloze geldscheepjes waarschijnlijk dan nog snel de veilige goudhaven in te loodsen. Maar, er zijn lang niet genoeg steigers voor al die bootjes. Het potentiële gevolg voor de ontwikkeling van de goudprijs moge duidelijk zijn.
De prijs van goud Ook de financiële wereld kent de potentiële kracht van het goud. De commerciële banken weigeren echter toe te staan dat beleggers (massaal) goud als belegging of als “veilige haven” gaan aankopen. De banken willen niet dat de beleggers ophouden om aandelen en obligaties te kopen. Aan de handel in aandelen en obligaties verdienen de banken namelijk immers zelf hun geld. De banken probe61
ren er dus zoveel mogelijk voor te zorgen dat de vraag naar goud een opgedroogd beekje blijft, in plaats van een kolkende rivier. Om dit te bereiken, lenen de Amerikaanse commerciële banken continu goud van de FED. Dit geleende goud verkopen ze vervolgens weer door op de wereldmarkt. Het doel is duidelijk: ze willen langs deze weg de prijs van het goud kunstmatig naar beneden manipuleren. Er komt echter een moment dat de krachten die ervoor zorgen dat de prijs van het goud zal stijgen, te sterk zullen worden voor de banken. Zij kunnen de goudprijs dan niet meer voldoende manipuleren om deze verder in toom te houden. De betreffende stijging van het goud heeft waarschijnlijk tot gevolg dat er zich wereldwijd steeds weer nieuwe kopers zullen aanmelden. Hierdoor stijgen de prijzen vervolgens nóg verder. De commerciële banken worden dan zelfs gedwongen om al het geleende goud dat ze de afgelopen jaren verkocht hebben, in een zeer kort tijdsbestek, weer terug te kopen. Ze worden dan ineens zèlf kopers van het goud. Het hiermee gepaard gaande, zichzelf versterkende effect, heeft de potentie om te gaan zorgen voor extreme prijsstijgingen. De prijs kan best wel eens (tijdelijk) met een factor tien tot dertig gaan stijgen. Dat is ook in de jaren ’70 gebeurd toen er sprake was van een hoge rente en een oliecrisis. Daarentegen was er toen géén sprake van een zeepbeleconomie en ook niet van het manipuleren van de goudprijs.
De gouddekking Waarom is al het geld op de wereld veel meer “waard” dan de tegenwaarde van al het goud? Alhoewel de gouddekking in 1971 in de praktijk is losgelaten, zou de betreffende tegenwaarde in goud op de wereld in theorie nog steeds even veel waard moeten zijn als de gehele geldvoorraad van de wereld. Dit is overduidelijk niet het geval; het vertrouwen in papiergeld is in de praktijk dus aanzienlijk overgewaardeerd. Gezien de aankomende ontwikkelingen, is het niet onwaarschijnlijk dat dit vertrouwen in papiergeld binnenkort ernstig geschaad wordt. De inflatie kan dan extreem hard oplopen, wat niet onwelkom is als je schulden hebt want die ben je dan in één klap “kwijt” als gevolg van het verwaterende effect van de (hyper)inflatie. Eventueel wordt de gouddekking in deze situatie weer tijdelijk in ere hersteld.
62
Verkeerd ingeschat De herijking van het financiële systeem duurt veel langer dan ik oorspronkelijk verwacht heb. Ik ging ervan uit dat als enkelen het door zouden krijgen, het proces al zou starten. In de praktijk is het precies omgekeerd. Het gebeurt pas als niemand er meer omheen kan. Hoe slechter het gaat, des te harder zegt men dat het goed gaat, met als reden de uiteindelijke crash maar tot het uiterste moment trachten uit te stellen. Velen denken dat de economie vandaag de dag dusdanig goed en stabiel geleid wordt door de centrale banken en overheden, dat een instorting absoluut ondenkbaar is. In zoverre klopt dit, dat een mogelijke crash inderdaad aanzienlijk kan worden uitgesteld door allerlei maatregelen te treffen. Dit uitstel zal echter niet leiden tot afstel; de kracht van de uiteindelijke daling zal door dit uitstel juist aanzienlijk toenemen. Als de daling zich eenmaal ècht inzet, zijn er namelijk geen middelen meer over om deze af te remmen; de middelen zijn immers allemaal reeds verbruikt om de zaak uit te stellen.
Tegenkrachten uitgewerkt Er zijn een heleboel tegenkrachten. Deze krachten hebben er juist voor gezorgd dat het mogelijk is geweest dat alles zó lang en zó ver is opgerekt. De tegenkrachten zijn thans echter bijna uitgewerkt. Eerst is de basisrente in de VS in 13 stapjes verlaagd tot een niveau van 1%. Vervolgens is de lange rente verder naar beneden gepraat met beloften van de FED om de rente heel lang heel laag te gaan houden (zogenaamd: considerable period). Nu worden de huizenbezitters zelfs door de voorzitter van het stelsel van de Amerikaanse centrale banken opgeroepen om hun hypotheekrente toch vooral tegen een korte rentevaste termijn vast te zetten. Naast het inmiddels vrijwel lege rentewapen, zijn er thans geen andere, voldoende effectieve, maatregelen meer over die de overheden en centrale banken kunnen nemen om de economie weer aan te zwengelen. Veel gedane uitspraken als: “China groeit” en “er zijn technologische ontwikkelingen” doen hier verder niets aan af. Deze vage uitspraken zijn niet adequaat financieel onderbouwd. Bovendien heb63
ben ze verder geen effect op de werkelijke kern van het probleem: de schulden van overheden, bedrijven èn particulieren zijn inmiddels véél te hoog opgelopen. De tegenkrachten waren er dus wel, maar zijn inmiddels vrijwel helemaal opgebruikt. Daar kan zelfs de beste en meest intelligente econoom van de hele wereld niets meer aan veranderen.
De ballonnen spatten uiteen Er zijn drie potentiële momenten waarop de ballonnen uiteindelijk uiteen zullen spatten: vóór de verkiezingen in november 2004; ná de verkiezingen met een andere president dan Bush of ná de verkiezingen met Bush als president. Als de correctie komt vóór de verkiezingen, dan is het vrijwel uitgesloten dat Bush als president herkozen wordt. Dit heeft als voordeel dat de nieuw gekozen president met een volledig schone lei kan beginnen het land weer op te bouwen. Optie twee, een correctie na de verkiezingen met een andere president dan Bush, heeft als voordeel dat de nieuwe president min of meer met een schone lei kan beginnen. Het nadeel is echter dat de correctie dus niet plaatsvindt onder de eerste termijn van Bush, zodat de “schuld” van de correctie deels op de nieuw gekozen president zal uitstralen. Het “worst case scenario” is dat de correctie pas volgt nadat Bush als president voor zijn tweede termijn is herkozen. In deze situatie lijkt het beslist niet ondenkbaar dat hij de schuld van de correctie bij anderen (bijvoorbeeld bij China) neerlegt. In potentie kan dit een verdere ontwrichting van de wereldorde tot gevolg hebben.
Tot het uiterste opgeblazen De AEX staat heden op 336 punten, de Dow Jones op 10.186 punten en de Nasdaq op 1.940 punten. Doordat alles tot het uiterste is gemanipuleerd zijn de zeepbellen in de economie momenteel aanzienlijk opgeblazen. We moeten met zijn allen eerst wachten totdat deze uiteen inspatten, voordat we weer verder kunnen. De indices zullen uiteindelijk met minimaal 75% terug moeten vallen, voordat er weer een fundamenteel herstel kan gaan plaatsvinden. Waarschijnlijk zal de terugval nog groter zijn; wellicht zelfs een daling van rond de 90%. 64
De genoemde percentages moeten nog gecorrigeerd worden voor de effecten van (hyper)inflatie. Eerst moet het huidige financiële systeem tot op de fundamenten worden afgebroken. Pas dan kan er weer een geheel nieuw en realistisch systeem worden herbouwd. Laten we met zijn allen en met vereende krachten hier fier onze schouders onder gaan zetten!
65
Epiloog Als het proces van herijking van het financiële systeem eenmaal is begonnen, is de massa in de onderstaande drie groepen te verdelen: Groep 1 Deze groep heeft het niet aan zien komen en wordt volledig verrast door de komende gebeurtenissen. Tot deze groep behoort het grote merendeel van de bevolking, grofweg 90% van de mensen. Groep 2 Deze groep heeft het niet aan zien komen, maar profileert zich daarentegen naar anderen toe alsof zij het wèl aan heeft zien komen. Tot deze groep behoren enerzijds bepaalde analisten die verklaren alle gebeurtenissen te hebben zien aankomen en anderzijds beleggers met een te groot ego die weigeren toe te geven dat zij tot groep 1 behoren. Deze groep valt echter gemakkelijk door de mand. De analisten door al hun vroegere publicaties te bestuderen en deze te vergelijken met hun uitspraken ná de herijking van het financiële systeem. En de beleggers vallen door de mand als blijkt dat zij hun aandelenpakket in de praktijk niet tijdig verkocht hebben. Tot deze groep behoort zo’n 9% van de mensen. Groep 3 Deze groep heeft een en ander zien aankomen en heeft bovendien maatregelen getroffen om de financiële schade te beperken (de in bezit zijnde aandelen zijn bijvoorbeeld tijdig verkocht en/of de hypotheek is aangepast). Tot deze laatste groep behoort circa 0,9% van de mensen. Het moge duidelijk zijn dat u het best tot deze laatste groep kunt gaan behoren.
Uw reacties zijn welkom op:
[email protected] Voor advies: www.zeepbeladvies.nl
66